Вы находитесь на странице: 1из 1

zaterdag, 25 mei 2013

Scheidend onderwijsadvisuer Jan Raedts: Het hele systeem van klassikaal lesgeven, een docent die series van

lessen van 50 minuten geeft aan steeds wisselende groepen. Moet dat nog zo?

foto Mijntje Wismans

Adviseur die goed luistert


Jan Raedts (64) neemt na bijna veertig jaar afscheid van BCO Onderwijsadvies, waar hij specialist passend onderwijs is. Een afscheidsinterview. Over hoe moeilijk opvoedbare kinderen

veranderden in kinderen met boeiende gedragsvarianten.


door Kitty Borghouts

et gesprek is bijna ten einde, als Jan Raedts verzucht: Ik zou willen dat de politiek het onderwijs eens wat positiever zou benaderen. Nu wordt er vooral gereageerd op incidenten. Meestal is er een probleem dat ad hoc wordt opgepakt. Nieuw beleid komt dan voort uit een negatieve benadering. Doodzonde, ook omdat daarin geen groter plan valt te ontdekken. Nee, de politiek heeft geen goede invloed op het onderwijs. Al bijna veertig jaar staat de Hout-Blerickenaar, van geboorte Sevenummer, in dienst van zijn werkgever BCO Onderwijsadvies scholen in Noord-Limburg bij op divers gebied. Hij begeleidde fusieprocessen, bemiddelde bij conflicten, cordineerde het ontstaan van

brede scolen, gaf raad bij bestuurlijke schaalvergroting. Maar het meest - zeker de laatste tien jaar hield hij zich bezig met de problematiek rond passend onderwijs: op maat aangeboden onderwijs voor leerlingen die het om welke reden dan ook moeilijk hebben in het reguliere traject. Leerlingen die we tot enkele jaren geleden moeilijk opvoedbare kinderen noemden. Raedts is blij dat die term, dat etiket, niet meer wordt gebruikt. We hebben het nu over kinderen met boeiende gedragsvarianten. Een veel positiever benadering. De opgave waar scholen voor staan om die kinderen binnen de muren van het reguliere onderwijs te houde (zie kader) is groot, zegt Raedts. Aan hem de taak om de scholen goed te laten samenwerken. Dat lukt heel aardig, stelt hij tevreden vast. Sterker, nergens is de samenwerking tussen scholen voor voort-

gezet onderwijs op dat vlak zo goed als in Noord-Limburg, leidt hij af uit verhalen van vakgenoten elders in het land. Een pluim die hij ook op zijn eigen conto mag bijschrijven. Zijn geheim? Goed luisteren, stelt Raedts. En erkennen dat de scholen te allen tijde zelf zeggenschap houden wat er gebeurt. Mijn rol is een dienende. Dt er iets moet gebeuren om het groeiend aantal leerlingen in het speciaal onderwijs in te dammen, daarmee is Raedts het eens. Het aantal leerlingen dat naar speciaal onderwijs gaat, is de laatste vijf jaar explosief gegroeid. Het is niet duidelijk waar dat door komt. Diverse aspecten zullen meespelen: de verharding van de maatschappij, de veranderde gezinssituaties. We moeten de reflex om die leerlingen uit de gewone scholen te halen, doorbreken. Een pittige opgave, vindt Raedts, te-

meer daar de structuur van het onderwijs daar niet altijd op is toegerust. Hij haalt een wetenschappelijk onderzoek aan, waaruit blijkt dat tieners - letterlijk - hun hersens het meest gebruiken vr en n schooltijd. In de lessen zelf draaien hun hersens op een lagere stand. Hoe komt dat? Hoe zorgen we ervoor dat we dat veranderen? Hoe kunnen we onze pubers, die op zich graag naar school gaan, meer prikkelen? Raedts wil maar

zeggen: onze onderwijsstructuur is al decennia hetzelfde en niet met de tijd mee ontwikkeld. Het hele systeem van klassikaal lesgeven, een docent die series van lessen van 50 minuten geeft aan steeds wisselende groepen. Moet dat nog zo? Hier en daar zie je dat scholen experimenteren, en dat is goed, maar ze worden door de Onderwijsinspectie afgerekend op normen die zijn gebaseerd op het traditionele systeem. Dat nodigt

dus niet uit om te vernieuwen. Raedts kijkt met zorg naar de opgaven die de scholen nog wacht. Bij alles wat er nog aan staat te komen, moeten we blijven kijken naar de menselijke maat. Het lijkt soms vooral te gaan om de regeltjes. De leerkrachten op de scholen moeten het allemaal wel nog kunnen behappen. Er komen steeds meer taken bij. Een leerkracht heeft steeds minder tijd voor de kern van zijn vak: lesgeven. Ook een leerkracht heeft zijn grenzen. Het kan ertoe leiden dat leerkrachten hun werk straks niet meer met plezier doen. Raedts moet het allemaal van een afstandje gaan volgen. Binnenkort wordt hij 65 en dus gaat hij met pensioen. Maar een kleine vluchtroute om betrokken te blijven, heeft hij al: de scholen hebben hem gevraagd voorlopig, op projectbasis, nog als adviseur passend onderwijs actief te blijven. Gelukkig maar, lacht Raedts. Want niks doen is niets voor mij.
Woensdag 29 mei neemt Jan Raedts afscheid met onder andere een receptie. Die begint om 17.30 uur in het gebouw van BCO Onderwijsadvies, Wylrehofweg 11 Venlo.

Вам также может понравиться