Вы находитесь на странице: 1из 3

Toelichting - Lesontwerp muziek (Ochtendgymnastiek)

Voordat ik mijn les heb gegeven, heb ik het boek (Muziek Meester) en de
methode Moet je doen gebruikt.
Kennis over de kinderen ( gedrag en niveau)
De beginsituatie heb ik ook in mijn lesvoorbereiding beschreven.
De kinderen hebben ervaring met de muziek-/ drama-/ danslessen die
gegeven worden. Deze lessen worden door de leerkracht zelf gegeven. Het
is niet nieuw voor ze. Ik ga mijn les klassikaal met de
hele groep (28 kleuters, 14 kinderen van groep 1 en
14 kinderen van groep 2) uitvoeren. De kinderen
kunnen tijdens muziekles drukken worden. Dat komt
doordat ze zich mogen uiten en bewegingen mogen
maken. Ik zal de les moeten sturen, omdat het een vrije
situatie is.
Er zijn ook kinderen die het nog een beetje spannend
vinden, omdat zij pas een paar maanden onderwijs
volgen. Ik wil de kinderen zelf de keuze geven om mee te doen, maar ik
zou er wel naar streven dat iedereen probeert om mee te doen.
Lesdoelen
De lesdoelen sluiten aan bij kerndoel 54.
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, spel en beweging te
gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er
mee te communiceren.
Muzikale verkenning van onderwerpen uit de directe omgeving van
de kleuters. (productdoel)
Eenvoudige structuren met veel herhalingen in de tekst en melodie.
(productdoel)
Spelen van tegenstellingen hard-zacht, hoog- laag en snellangzaam. (productdoel)
Didactiek
In het muziekonderwijs onderscheiden we alle muzikale activiteiten in vijf
verschillende domeinen:
1. Zingen
2. Luisteren
3. Muziek maken
4. Muziek lezen en noteren
5. Bewegen op muziek
Ik heb gekozen voor het domein bewegen op muziek. Kleuters bewegen
altijd mee met de muziek. Bij het leren bewegen op de maat maak je hier
gebruik van hoge en lage klanken bijvoorbeeld. In het Klank-VormBetekenismodel (KVB-model) wordt de essentie van muziek gecombineerd

met de ring van vijf verschillende domeinen (zingen, luisteren, muziek


maken, muziek lezen en noteren en bewegen op muziek). De buitenring
draait als het ware om de taartpunten klank, vorm en betekenis heen.
Deze buitenring verteld iets over de manier waarop mensen bezig zijn met
muziek. In deze les zijn de kinderen bezig met het domein bewegen op
muziek.
Voordat je een les gaat geven, is het goed om de kinderen even de
speelzaal te laten verkennen door rond te lopen, huppelen of grote
stappen maken. Bedenk dan wel van tevoren hoe je dit gaat beindigen en
hoe je de neuzen weer allemaal dezelfde kant op krijgt. Dit heb ik gedaan
door twee keer in mijn handen te klappen en vertelt dat ze op de bank
moesten gaan zitten. Als leerkracht geef je leiding bij het bewegen op
muziek. Dat betekent organiseren, opdrachten geven, bewegingen
voordoen, kinderen aanwijzen en apparatuur bedienen. Zodra de hele klas
aan het bewegen is, speelt de leerkracht een grote rol in het sturen van
het leerproces. Kinderen vinden het fijn als de leerkracht meedoet, want
dan zien ze meteen jouw bewegingen en doen die na. Probeer in elk geval
zo weinig mogelijk te praten, maar doe de dingen voor en beweeg. Maar
kinderen kunnen ook zelf bewegingen bedenken. Als ze in de sfeer zitten,
gaan ze graag de uitdaging aan om passende bewegingen te bedenken.
Activiteiten / instructie die ik voor deze les gekozen heb
Ik heb gekozen voor het domein bewegen op muziek. Dit lijkt me zeer
toepasselijk voor groep 1/2. Ik heb een les uit de methode Moet je
doengehaald. Ik heb rekening gehouden met de belevingswereld van de
kinderen zodat ze beter betrokken zijn tijdens mijn les. Als inleiding heb ik
een verhaal voorgelezen dat ging over een jongetje (Wesley) dat in zijn
bed ligt en droomt. Wesley loopt in het park. Hij gaat naar de boomhut.
Daar heeft hij gisteren zijn lievelingsstok laten liggen. Hij wil hem terug.
Maar Wesley kan de hut niet vinden. Hij loopt en loopt en hij zoekt en
zoekt. Tijdens het verhaal komen verschillende woorden tegen die de
kinderen uit mogen beelden met geluid. Ik vertel dat als ik mijn hand
opsteek, ze het na mogen doen. Tijdens het voorlezen, imiteren de
kinderen met hun stem de geluiden na. Als het verhaal af is gelopen,
mogen de kinderen op de grond gaan liggen, en vertel zachtjes dat ze in
dromenland zijn en dat ze erg moe zijn en lekker lang wilt gaan slapen.
Dan loop ik rustig naar de cd-speler en zet de volumeknop op hard. Ze
horen de wekker afgaan en mogen dus opstaan. Vervolgens ga ik een kort
gesprekje voeren over slapen, wakker worden en opstaan. Ik vraag wat ze
doen als ze opstaan ( wassen, douchen, aankleden, ontbijten,
tandenpoetsen). Een aantal kinderen mogen dit uitbeelden, terwijl de
andere kinderen dit mogen raden. Na het gesprekje gaan de kinderen naar
verschillende soorten wekkers luisteren. Dit zijn wekkers die hard, zacht

maar ook lang en kort duren. De kinderen luisteren gericht naar de


wekkers en bedenken of het hoge of lage tonen zijn, gaat de wekker hard
of zacht of duren ze lang of kort. Dan vraag ik of iemand een wekker thuis
heeft. Als dat zo is, vraag ik of dat er een wekker er op lijkt. De kinderen
mogen dan zijn/haar wekker nadoen.
Evalueren
Bij deze les wordt er vooral gekeken naar het product. De kinderen hebben
naar het verhaal en de verschillende wekkers geluisterd. De kinderen leren
zelf gericht te luisteren naar de muziek en beelden bepaalde handelingen
uit. De kinderen merken zelf hoe dit gegaan is. Naderhand evalueer ik met
de kinderen door te vragen of ze het moeilijk of makkelijk vonden. Hoe
klonken de geluiden van de wekkers en wat voor soort geluid was het.
Hierdoor leren de kinderen gericht naar de muziek te luisteren.
Bronnen:
Lei, R. van der, Noordam, L., Haverkort, F. (2010). Muziek Meester
(hoofdstuk 6, bewegen)
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L11.html
Methode Moet je doen les 15 Ochtendgymnastiek

Вам также может понравиться