Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
l^^-^^^:;^
jl^cy _j2^
--
^mstj:xjej^a mi
L=^
OtHONIS ViEN
EMBLEMATA
HORATIANA,
ILLUSTRATA.
AMSt E LiEDAM l
Apud
Henricum Wetstenium
cId l3C
Lxxxiv.
CONSULTISSIMO
PRUDENTISSIMO QJJ E
ANDREJ BVRCARDO
REIP, BASILIENSIS SENATORI
D IG N ISS IMO>
UT
ET
PR^STANTISSIMO ATQUE
INTEGERRIMO
PETRO RAILLARDO
MERCATORI FLORENTISSIMO;
LITERARUM LITERATORUMQUE
PATRONIS
Henricus "Wetstenius.
1^^^ uotiefcunque
coniuetudinis
"
fuavilm^
'
qua^
te-
mey
moriam recenfeo , toties
mihi videor in pr^terita quodamu
modo redire
priftinicjue
* 3
amoris fcintiL
tillas
non
magna quadam
fine
Excitt iU
Ictatione perlntifcere.
las
non
tempus
leviter
&
quod
ego
ipjfum
nundk
quo mu-
illud
naram Francofurtenfum
tuas datur audire
reddere voces
Viri Optimi
redux
ftrara recolo
traita
ri
eft
meo
contemplationem
quse
oculis
in
Do-
mum
dc-^
ve-.
intimiique meduilis
infixa
nique
Qux cum
publicum ali-'
quod
peropportune ve-
nir
rima
rifice poflunt.
per feci
&
profundam eraditionem ,
qua undequaque repletus eft. Et hgec
quidem potiffimum me caula impuillam
lit
Icriberem
ftram
Nolo enim
amicitiam
videri ve-
minoris
facere
Unum
illud vos
,
ut
hunc
pari
quo vo-
afFedu excipiatis ,
meque veftro amore profequi ne de* 4
fi-
finats.
Denm
&
Kalend. Mart.
cb bc LXXXIV
VOOR-
VOORREEDEN
Op
de Zinnebeelden uyt
Horatius
N wat grootachting
zeedert de
tij-
zoo veele aenteekenaers en uitleggers, die byna al haer leeven daerover hebben gezweet; zoo
dat zelve Julius Scaliger van eene zijner Lierzangen zegt 5 dat hy die liever wilde gemaekt hebben dan Koning van gantfch Sicilien zijn: noemende verfcheide daer van goddelijk en onbegrijpelijk.
Maer
uit
heb-
VOORREEDEN.
Men ziet hier de natuurlijke afbeelding van de onnutte zorgen , die de menichen
hen zclvenop den hals halen: hoe die, in ^t midden van de rijkdommen en welluften , als Sphynxen en Harpyen in het harte blijven kleeven,
door den Ruiter op het moedig Paert , niet
voorby te rennen ; en dat hy , in dceze Schildery der hartstochten , allermeeft zulke ten toon
ftelt y die tot verbeetering der zeeden knnen dienen zoo verheelt hy een Tieran overal voor zijn
ccven bcvreeft; een deugdzamen held, onbezweeken , indien zelfs den hemel en al "tgeftarnte op hem neerftortc. En , om dit gevoeglijk aeneen te fchakelen, en, als aen beelden
in een volkoomen tafereel , zoodanigen welftant
te geeven, dat die nergens elkander in de weeg
ftaen, vertoont hy vooreerft de heerlijkheit van
de deugd , hare ilandvaftigheit en glorie door
waer teegen hy overflelt de fla^
fillc hare deelen
vcrnye en noit ontvluchtbare ftrafl'en der mifdadcn. Hy wijftalsmet de vinger aen wat kracht de
ppvoeding heeft, en hoe "'t begin van een werk
gcnocgzaem^t einde is te noemen: dat ziekteen
zwarigheid den oogft is van de welluft, en de
wijshcit alleen de meefterefl'e van "'t gerufte keven. Hy leert dat de vadzige traegheitvoedfter is
van alle gebreeken , en dat een eerlijk man noit
verleegenvaltomin^topenbaer te durven doen,
^tgeen hy binnen zijne muuren kon beflooten
houden. Die oprecht van geweeten is , mag ,
in \ midden van fpictzen en zwaerden , in een
akehebben gmackt.
VOORREEDEN.
;ikeligc woeftijn, tuffchen Tygers en ondierenji
onbezorgt als een Lam, zijn weegen banen. Hy
leert wat de zoberheit , de getempertheit des
gemoeds, en de vreeze Gods vermag, en dat
Koningen wel magt hebben over haer onderzaten; maer de Godheit, gewapent met denblikfem , magt heeft over Koningen datter geene
Rijkdom is als geen Rijkdom te begeeren;
geen armoede wanneer iemant met zijn lot te
vreeden is ; en geen vryheit als in de wijsheit.
Dan vermaekt hy zich in het onbezorgde land-,
leeven, en zegt dat den ouden vrek zoo veej
afgrijflelijke monfters van zorgen , als penningen werden toegegooten : die zelfs de gelauw-?
rierde dwingeland met al zijn^ bondclen en bijlen, niet kan afkeeren; en hoe hy hooger is
opgefteegen hoe hy lager ftaet neer te ploften.
De gierigheit heeft plaets by alle foorten van
menlchen de Soldaet, Schipper en Landman
bedekken dezelve onder de gryns van zorgen
voor den ouden dagh; zy is door flormwinden
noch zware tempeeftcn te tedwingen. Dus draeft
het gemeene volk de fnoode begeerten na, met
heeviger driften , om dat de wijften onder hun
van gelijke zotheit razen. De ziekten des ge-moeds ontfangen hare geneezinge van plaet^
noch tijd; maer alleen uit het vermoogen der
overwinnende reeden. Geen voor noch teegenfpoet, ontftelthem, die van een ftille vergenoegzacmheit zich voelt regeeren. Gelijk geen watcrzuchtige , door veel drinken , zoo kan een
:
gie-
VOORREEDEN.
gierigaert , door
"'t
en zeeker,
gevaer, zijn" nooddruft te boeten
wat voordeel geniet een vrek van al zijn rijkdom, die zeit een geneesdrank, tot zijn gezondheit dienftig , terwijl hy geen hart heeft
om "er een penning voor uit te geeven , ter
dood toe blijft weigeren ? hy zegt v/ijders dat
geen Rijkaert , zonder iemant te verplichten
door gunftbewijzingen , veele dienaers zal krijgen; maer dat, als hy krank werd , yder verlangt na zijnen ondergang , gelijkmen de gezondheit van eenen milddadigen met geneegentheit zal aRvachten. Die over de Rijkdom
heerfcht is vry; maer daer de fchatten over gebieden zijn gekeetende flaven. De dwazen prijzen de zotternyen der rijken , en roemen hare opgepronktc fchandc ; ja zy zullen in een
rijke , zijnen flordigen , mismaekten en geemclijken ouderdom aengenaem en bevallig noemen daerom yder die afgodspop aenbid , Ichoon
het overalgcbiedende goud zelf alle deugd en
kuifcheit verkracht. De Rijke, zoo wel van beeeerlijkheitals koftelijkheit overladen, lijd honger en gebrek, in"t midden van zijne koorenzolders en wijnkelders; daer ondertufl'chen de
gratige erfgenacm , als een roofvoogel , het
:
oog op de
voorts
ichatten
dat
is ,
om
iets
loelijks
uit
VOORREEDEN.
voeren , ten zy het opgeholpen werde om
proeven te geeven van zijn deugden. Hier toe
helpt de vnendfchap , die alle rijkdom te booven gaet ; om darze, de gebreeken verfchoonende, alles t^n beften uitlegt , en eigen vermaek en nut, ten dienfte van een vriend, ter
zijden ftelt. Zoo zoekt hy liever zijne, als een'*s
anders feilen op te halen , omdat hy lichter
zich zelven , als anderen , kan overheeren. Dan
raed hy den konftbeminnaers , dat yder zich
uit te
naerftig quijte
om
op
en zich niet
te itijgen
deren
kan
volmaektheit
vergapen wat an-
in de konft ter
te
VOORREEDEN.
gefchonken 5 niet^afkeerig: zy doet de fmer-*
ten bywijlen vergeeten , en herftelt de krachten, die reets aen "'t glyen fcheenen. Dat men
de Tijd moet neemen , zoo ze komt , en haer
VOORREEDEN.
gen.
Wat
tert, dat
het graf
al
om
vernielen.
elk oogenblik
De dood
dit
korte leeven te
ftclttooncelswijze hareloo-
fcaer
VOORREEDEN.
geevcn om hare gedachten in die vermakelijke
en ftichtelijkc floffen breeder te laten uitweiden ,
en als met de hand te ftuuren tot het doen van
prijfl'eHjke werken: waer neffens wy, tot naerder opening en verklariiag, door bygedichten,
den zinnebeelden toegepalt, de geeitrijke ge~
dachten van den eerften vinder , zoo voeglijk
hebben getracht uit te drukken, als ons doenlijk is geweeft, om den aendacht op te wakkeren niet alleen tot eene befpiegelende ; maer
veeleer werkdadige wijsheit, ftreevendenadien
allerheerlijkften prijs , die acn ^t einde van de
heirbaen der deugden , voor den volftandigen^
is opgehangen.
MAR.
Res non
Non
Lisnunquam, toga
rara, mensquieta.
Vires ingenua^, laiubre corpus,
Prudens
Convidusfaciiis
Somnus
Quod
fine arte
menfa:
attamenpudicus:
Summum
nihilque malis
Emblemata
VIRTUS INCONCUSSA.
Virtu repule nefciafordid^ ,
hitaminatis fulget homribus :
Necfiimtt , aufponitfi'cureis
Ariniofopularis aurx,
LU. 3
od.
2,
Hy.
'
I.
T ?ofulus
naynftultiis honores
Satyr, 6 i
Etiipet in
titulis
b'faynxjervit inejftus
imaginihus.
Victus nullius rei indiga , manet immota Fortunani pedibus premenSjHonores ac Divitias defpicie^s,
fola fibi ipfi mcrces, atque amplifljmum eft praemium,
;
Suntqu ejus
tia
fpecies varias
Fottitudo
^uenb
^k
Pietas
Magnanimitas
fecrac^tce
Juftitia
Tcmpcrantia
ac^ ia
Prudc,
cc.
cicct.
^cftct
%\^
genu^/
nkmablscin bcfcagcn/
S23Danni^r tci chic ^olcf ter 2elt
2(nbci;t ticl Xrcncn / Q}(acl)t un^ clt:
^cm)immcl n?il fte nur ticaben/
fd:ipfct
2(lciuc ypiiimcl-tccljter
La Vertu triomphe de
Amans
de la Vertu
Men.
tous fes ennemis.
Dieux
H ORATIANA,
De Deugd
De deugd blijft
Zij ftaer na
Konings
ftaf noch
kroon
's
Hv
eeren.
Emblemata
VIRTUTIS GLORIA.
JJ.
r.
EpisAT
Virc.,
JETteid.
B^f ^erere
is'
yittingetfolium ^ovis
Pnrcere ibjeflis
Virturis
efl
C^
^ cleflia tentt.
debellare fiperbos
refta femita
Ocque nubes
ac
Lucil.
HtoJ.
Hb. op.ix
dies.
Arduus
&
Fitfacilis
tjua
^ucjcnt
tt>(rb
Virtus.
QitxbmU
@ic^
fc^t/ ^cn2(llflU^r^ampfct/
frommen fcbobnt/^en ^lio bedampfet/
r4)lc "^Surgcr
^C6
3a
in \)crHcnter ^ievjc-p'-acbt
:Dcn Sciib
^ix
bat
gcfcffclt ^a'^t
tcm
'^i\\> xi\i)t bi
La Vertu
an
lic
'^^olcfc
^fmariit
boc^pc 25olcfc*
a par tout fa
recompenfe.
HORATIANA.
1,
Die
De Roem
der Deugd.
kar gebonden ,
, aen zyn
Jupvn omhoog gekroont ,
Het voorhoofc met laurier omwonden.
De flven
Zit
als
MELE MAT
'*'
^ l'Onu
ICIT.
culpa:.
Natura, quae Temper ad optima quaeque vergit, Virtutem infitam Minecvse commenciat educandam. Sola
nobitas, quse fanclis vcftita moiibus , laiidanda nihil
.
cft
rit
quod vitiofum. Quis enim generofiim dixehunc qui indignus genere cft, ik. prxclaro nomine
nobile
,
tantum
infignis
$i\)t.
fra^mac^tttcSuc^t
i?off*
fommcn.
^k ciugcfcncf
men
Bul mu
te
^a
bc(!c
tbun /
^kU i
La Nature commence
ilanourriture^acheve.
HORATIANA.
Natuur
Vperd door
kon volmaekt.
uit.
Zoo
dalen
Maer
Pallas
doet
A4
Emblemata
VIRTS IM M ORTALI
X^.?.
od. 4^
s.
Ctufiue vulgares
Spernit
udam
Virtus extollit
eftquefola,
podit,
Senf City
oavia
Ccede abfliucre
Hjecjmma
Virtus
clum
^If ^agcn^
fd)licflt
^m
^cr
petitur hac
^ii
via.
ie foltert
3n)cm
fic
M)
f(t)n)a(t)cnv86lfliuimcicj(/
fciicfctcu
(r^c^ h-cu(l)t/
fie
fein
tot) /
nott Itcibca
rt)rcf
4.
o R A T
De Deu^d
A N
A.
is onflerjfclyJ::^
Emblemata
Virtu
efl
Vitium fugere
Virtus
eft
iramcohibere
juft
I.
cd.ii.
atquc impcob
Qcero,
3.
Plaut.
in
Safientiaprima^
cupiditatem compefcerr,
otnnia
Pallas honorer*
Tufc.
Namfer
libidinem reflxnare.
Lil'.
: iiJ"
Stultitia caruiffe.
animusnumquamcft
Sapiens
in vitio
& comes,'
numquam
in fe
habet
omnia
ei
irafcitur.
adfunt bona
penes
fhit,
.^cr xoixk
flef)t
Hw
(ofcr,
Suc^e
mu
\?on iin^uc^e
n?ci(t)cn.
in ter
S)ann
ftcgt ?cn
Fuir le Vice
c^cft fuivre la
kift /
Vertu.
^.
De
TT^pheit
Emblemata
12
IN
Lib
medium
Virtus eft
t^:jK
"vitiorum
utrimque
i"
re-
du tl urn.
>i
^^
^rifiot.
centto
circuli
ac Pi-odigaiitatem.
2. r/;.c.
inter
C.6. Cic.
ducrumvitioriim alter us fecundm excejjifn , alter ins fecnndum defeclum rationeadmsfervdta fine qua mediocritate nihil boni nobis'advenire poteft j e aiitem
fervata , nihil ad bene beateque vivendum fubtrahi,
2.ojfic.
-,
Sa.'yr'r.
Oviiius
,.,
j.
Epia
in
Bnchir.
Senee*
de
Icarus
Trifi.
t.re-
Si quis
jucunda
modum exceffetit
jucundifima
qnque in-
fient.
efl: ,
neminem
dedignatur,
virate
"ira.
3m
^o'^ugcn^
i)jfli\^ ft:
niujt
tbim
^m iD'eittcl-'^^cgc
3a lu>m
,311
|f ibn
\)iel /
/
uiib
lln^
au
an ta
f'c)
befinden/
trenivj
9)2af\ Oft)
La Vertu
,^ii
il;v
uit /
biwHn 1
cfia^r.
&
Avare
le Prodiq^ue ont le mcm.e dfaut
'Marche comme tu dois , jamais lel Icare
Ne fut tojihifi bas 3 'il n'eut volzfi haut.
6.
o R A T
De Deugd h efia et
A N
A.
in de middelmaet,
Emblemata
14
MEDIO TUTISSIMUS
Lil^.
f.
Satjfr.3
5fyifus
deferit,
in contraria
>
&
Tranquillitatem porro
vitae
non
dum per culpam defipit ad faniocem menpnam reducitur quae quidem neceflTario
percipiens,
per
currum,
digalitatem incidit.
tcm
IBIS.
pctfetenda
medium
ubi voluntari
quietis
locum
quis deferueiit.
2,1*.*.
'
Satyr,z.
"De arte
Horlt
^pi.'i'
iJT
arte,
Sapientia prima
fid)
^o^cit
an/
:^iec^Ieic^aIan0tcrnarrt ta SDJa^ nic^C treffen
fan*
n?il
bc Q^cfce Cafter
f(c()cn /
En
tombe
dans Tautre.
Eviter tout excz's 3 n*esipas chofe facile ;
Si Pun nousfemble laidj' autre nous parot beau,
Ainfifait Plgnorant cjui conduit un Vaieau >
S'il ivite Caribde , il fe jette dans Sce,
Ho
^,
1.
A T
I^ N
Midelmaet
is
A.
be
Emblemata
i6
^^'
9'
C'^iata
&
rrd/^.
'
'
'^^
'
^j
Ego
in quit
jjit-are
twi
ejficiam enim
Major
is'
,
,
pro
///o beneficio
de 4'.
^''^^
cnf.
Prodcrit
Honotii,
Lit. ^.
Si chart(cfileant
o.
Mcrccdem tu/eris.
S,
PUur.
ufverapr>dices.
$^^p^
lumma
^u^cn)
Ba nu^t
qui
7ioyi
tenditur arcus,
neque
qud benfeceris
bc(c{)t
tic 2a\\tc
in tfeati^cr^di^bun^,
Ve
HORATIANA.
2.
De
deugd
is
Voerkende.
Door loomen
zyn vergeleeken.
Ontwyktze't helder zonnen oog ,
V/ie kan gewenCchte vrucht ontfangen ?
Wat voordeel geeft ontfpannen boog
Onbruikbaer aen de wand gehangen >
flaep
Emblemata
i8
-;
Oiit^4,,^
Vimis
t
ludibrio habetur
iis
pravis afFedibus
fatisj
Ltj
jVe^r
}4
*^'
civzs
SBann ^u^cnb
:^ann
^0 balb
5)ann
()'
in
fcer
n?irtftc ^oniff^
fie
n?irt
ct)rt
Gleiter.
blkte
(cfceC/
aug-ieUc^t/
efly
t)oc^
cac^t ?
2i\ voami
man
feinen Haii)
mu
t)abcn
fid)
ijcbrandja feiner
La Vertu
abeiu
eft l'objet
de TEnvic.
De tafpkndiur
HORATIANA
5).
Heeren
Emblemata
AMOR VIRTUTIS.
20
'
Lit.
/.
Epiji. i6
Pravus
facra
mifci'bis
pnse metu
abftinet
-profanis.
folo imminentis
bonos
adnumeratur.
Natuuam mutare
SenecA
Lilf.i.
c Ira,
difficile cft
alt
Videmus
Seneca.
a^ios
Scias
Seneca
enim multis
Vlrtutihus
abundace
cju
qui alinas
inVro' amat.
Antifthenes non ide quid raciendum,aut vitandum
Ted quia ipfa
^^,^-^*_
tiiti lib.
. t, ,
ratio diclaret
hoc
cfle
honeftum
illud turpe.
2(u2iebe ^u tbr
2Dcr
pct>
"
triff er
Mm 2a(cr
tc jtct)ln/ imr
gordde rer
^mV
^^to^txh
gorc^t tct
(kix^
ter
{x\[)\i
(raff /
to^ (m
De
10.
deugd
o R A T
is
A N
A.
Blijft
Die
Om
't
't
ileelen
heillos
Emblemata
22
ANIMl SERVITUS.
l.ib. 2.
Quid refert ,
Sc.tyr,?.
AuBoratus
necari
>
uri virg
eas
y ferroijiie
"
i\
palliddleo
atyr.2,
Deliat mulier
Borat, l.
j,ep, la,
y
'r,T!&
^*"""*
riciac
quis
non
alius ambitioni
turpior
quam
etfi
{rviat
;
liber fit
alius libidini
omncs
timoii
fervus
aliiis
efi:
ava
nulla fcrvitus
voluntaiia.
:2)cr fineer
Scibciv^enfc^aft
iftcinfctcr ienftfiicctf.
i^
fitwcr /
t>crf rochen
muffen
fcl)iKi^
ne change en amertume.
Ondeugd
is
laflig
Die
Een
geile
't
wreekgewecrontlluipt
Emblemata
24
Satyr.7^
FoJJis-,
Cicero
par.s,
"^"
^^^^ "^'^'
videtiir liber
cui
quod videtur:
pofcit,
dandum
efl:
ejicit
abeiindum
vocat, ve-
^^ ^'^^^'^ ' alter alterumtrudimus quomodo ad fa49 ^"^^"^ revocaci poceft , quem nullus retrahit , 5: popu:
Seneea
'P*ft'
lus impcllit
.^cr ottlofe
.f)em
(?rtiiffct
Brf)'i)crbt biftu
t andere.
cmipffc&tunbtcrifabr ent*
gangen,
wclct)' tilbc0
^^ler la^t
(ic^
balDivieter
fan,1} a/
SZaim ce fein Letten ball^ ein mal ^erbroc^cn
Jatf.
l'autre.
Que rhomme
emporter !
perdu qui fort du prcipice
"B^egarde ce
Il rCen
e tchapp^^ue
pur
f') rejctter.
HORATIANA.
11.
^5
Hy is verdool-
die
buiten noot
Van
dood
Daer hy was eeven uitgekoomen.
Een lichte vrouw kan zyn veribnt
de eene vrees in de ander 'igen
j van zyn band
Gebrooken ^ bjfi hy geerne ontflagen.
Van
De Leeu is wvzer
Emblemata
2<>
INSTITUTION!
VIS
Li^.
/.
Tea
^'F'ft''
T!ut/tre
u! yflex:
^"^* '^'
ervabit odorem
^"''"
eflem
Ju-venah
diu.
^j^a'Jef
^'^^
Sent'n-
recens
S.
'
"^-
^^^^'^
^^^
autem , ut piclareinltitutus
aufton fuit.
lib i.de
jra.
I3t
facile
kt)i'f/teii^in&crcn crnfrrcid)! /
^affilbc iiimmeimebrauf
i(?rcn
La Nature peut
Sicce
avec
le lait ce
binnen
rnci^t.
tout.
noble fcntiment
Vertus donne
fia mment
leur a donm'es.
I 3
Opvoeding helpt
Een nieuwen
veel.
,
,
Emblemata
28
INCIPIENDUM ALICiUANDO.
iJb.
T.
tpift.2.
't
Agricolam
hc vides
mus
ignavum
fcilicet ceflet
quorum
hic
-,
fundamenta do-
ali-
quandocolligendae.
j.u-xUl ^'^^ ^^
ii.s.
t^,
E:>t<r.
viciurum
>
cras
dieu
Poume femper
^tx
Pc^ume
2(nfang mii
vixit hcri,
ijcmacftt fcpu.
'OJlit
rien
achever.
Cours aprzs les travaux o la vertu appelle
Surmonte constamment toute difficult.
iuand un cur gnreux adore une beaut
Bfl-il ^uel^ue tourment qu^tl ne joujfre pour elle
t""
HORATIANA.
^ ^
-^^
1 4. Z)/>
^//"/-
V /:
Ti
2^
Emblemata
^o
art,
Poet.
& vino.
& U
Inrurt
ovii 2
deoTU,
^^'"*
Nam
Lucan.
Ub
immortalis.
'^^'^^"^
gaudet patient ta
diir,
p.
Seneca
ept.t,
26cr
25erp*mijfcrb(ic& mn^i^t
nac^ |)rc
i \x\(^ n?i(
fmbcu
ftc^
begeben
eui'
jtct^e
En
Vuy de
^e
les
Dieux font
courte.
-promis
pour
le
pix
de ta
HORATIANA'
J.
Het einde
31
MATA
b M BLE
3^
VOLUPTATUM USUR^,MORBI
ET MISERIE.
LU',
i.
Sperne voluptates
nocet
Eplfl.2.
Seneca
ep''39.
In<^uranclus
animus
efl:
fe
vouptatibus
cacere
Plaut.
^/'^~
.'.
vo-
pht,
ut
voltiptati
^
mror
cornes con-
j^^^utur^
2cin
ipattfr
^c^mcr /
fo
hir^e grcub
cm at;^u(angc<?
2eib^
Dcii
lii(t-fct)cn/
kennen
fonft
ta
^ra
^ur
gru*
Ung jcit.
mapjue , Brelande
Sois tout
aux volupt:^
achet
un repentir.
yv-rogne^fais l*amour
les
po(fede toutes,
le
Le
JVellu
1 6. iVeufl teelt
fmerte,
De woeker,
flempen en hoereeren,
Verfchaffen nimmer andre vrucht ,
Als fchielyk na 't verderf te keeren.
Emblemata
34
Lib,2,
Satyr. i.
dam
&
Duravaletudo
inciderit
ZDein ein
feu tardafeneBm
aug.
/ tt?iO
iinr-
<ci|r/ uut)
cilt
turc^ ubcrmaf
@rab,
^iiflcgcn fpcig
malTcn
/.
>
HORATIANA.
y.
Emblemata
^6
Satyr, i
R/'^" laturajibi
Pocula
Pavonem
rhombumque
Lib.i
Satyr,2,
Summa
fed in
teipfo esi.
ficut reor , femper qod melius cft , pro^datque fingulis affectibus menfucam convcnientem.
Natura
fcribit,
Senec.de
ieneft
Ill^m fcquentibus
omnia cxpedita
convenit,
labort.
S)ie^otu(to6ntintir/
iatnr %<M h'xwt ^cf)^I^
!iS)od)
intereant
quam contra
fie i^ibt
i>jl<x'i 1
^mar
n?cr
W ^egerbe
mcbr
tu()f/al pc
trio/
.^cr ftn^t in
La Nature
hes
^inb
noc^ SBctter
ff l(f.
defirs ,
HORATIANA.
I S.
mager of te vet ,
Als fchadelyk , werd utgedreeven.
't Gttn matig voedzel kan voldoen
te
Om lyfsbehoeften te verzaden
Te
37
Emblemata
gS
ANIMUS PURGANDUS.
Lih.t,
Sincerum
efl nifi
Carere debet
tatiis erit
Val.
l.p,
quodcunque mfundiiy
ait ille
omni afFeflu ad
vitia
qui pa-
ad viitutem.
vas
acejcit,
epift. 2.
vitium
finitur
uIm
oiitiir.
2^^/,
j^
Ode 24,
Eradenda Cupidinir
Pravifimt elementa
Mmes
if tenerce nimis
afpcrioribm
formandifl u ditf .
Sentca
eptfl.g.
Siipervacua ex
animo
tollenda funt
non
dabit fe
fc^onftcn cBei'u
tinfd)enftc/
^cst^ \x>zx\
fct)mad f ranftc.
fcfeciuiiu
La
les
a verjus.
o R A T
A N
C4
39
Emblemata
epi.ii,
,
*
Qui ad doftrinae ftudia propendet , Tcmpori inniXus,aberuditis de vita ceft inftiruendaconfilium petit quo animi affeflus fibi moleftos fe rejiciat , timorem gcavefquc curas difcutiat.
:
Ad
Senee.
Lil;,
dece
wr/-*
PhiloAjphiam totam
mentem
Omnes mottales
tm antecedent.
nes.
efl:
tu antecedes
&
converte
hanc
&
inter te
^k ^u ctn
235cr tami
L'tude de la Vertu
eft la fin
de Hiomme.
Ho
20. Wy simt
R A T
is
A N A
Cs
Emblemata
42-
MINERVA DUCE.
Efi ijuodam prodire tenus , fi non datur ultra :
Jrervet avariti , miferoque ciipidincpeus ^
Sunt verba
voce^^quim hune Icnirc dolorem
Pojr 3
magnam morbi de]p onere par tem.
Laudis amore tiimes^. funt certa piaciilajqu<c te
Ter pure leBo poter unt recreare libel lo.
Lih.i.
*pi,r.
&
&
tce
tranquiiiitatem
giia
tuas
i.
^atyr,4
ad vi-
Divitias, Inf-
honoium Sellas Curules Fafces Lauceas StaTriumphos c alia geneiis ejufdem , ab efifte,
verbis, fcriptifque
puomovet docctque
lefpuere,
QBcr '^iicjcnt
liebet / ac&tct
ta brige nic^t^
<brcn=frant^c / ^(c>]c^^prac^tcn
2cl)rt
.^ie
une 2ciybnt
tt>a5
tvcnig achten/
VDcig
."i^icuntDabvc rubc^lcbet/
^icuubcrrccbt (aligmacbt/
le
^^^
Uhcmme
Pour
la Vertu
comm? pour un
S'il la pccde il a ce
quUl
>
Trefor.
defire
obtimt un Empire
cherche vainement defus un Trne d'or.
^'on
refte.
/7
HoRATIANA
21. Boet
alles
met nysheit.
IEmblemata
44
DISCIPL1^JX
Li!^.
'
^F*(^i'r
:
ANIMUS ATTENTUS.
Pallas fapientisE, & Mercurius eloquentias Deus, reftam improbis hominihus Virtutis viam deraonftrant.
QP'
Tytharf
tempore
brevi
prae
forium
fiat
concurfus
quanta
fit
circa
fierot.
lyif^y
cuncia leres
^ntcrmetfun
bonas
artes foli-
quorum lacectos
^ fercunBahere DoBos' ,
i'ii'is
i^crbcffcrt
leniter
avum.
ac 2a|lcr*
gBanii
ilc
bc)orct/
P/w le
Vice
eft
horrible
, il
le faut connotre.
^plm il a d'appas
Il
illte le
U Barque je hifi.
HORATIANA.
2 2.
Ondeugd
En zich na
E M
4<^
B L E AfeA
BIUTURNA QUIES
T A
VITIIS
ALIMENTUM.
&
ni
,
Pofcef ante dietn librum cum lumine , fi non
Int endet animumfiudtis
rebus hone :
'
^ib.
t.
Epi.
&
2,
Invidta
ptavis affeflibus
Tlau. tn r\
Ritdente
'
'^^dt }ua
aditum praecludat.
^
SenecA
tpift.s.
Ulf, 7.
Turnus
ac traclatione
&
ideo reruma^us
fui
impatiens,
2DJuiTiJ-<incj ij
:5Dcii
9ciD
tut
/ fo fonft fein'
(Binnen
de reorff ,
HORATIANA.
licht
Maer
naerftigheit
die
nimmer ruft ,
47
Emblemata
4^
CURA.'
Qu<e
P-fi
^'t*'*
Minf rva beneficio Tempori; adjuta, mordacem cutam caetcrofque animi affe(fl:us mokftos human
pcclori conatur eximeie at vcr nos miferi majorem
corporis quam animi curam fec folemus habere.
Exemplumhc vides Lippi, pro oculotumcuraanxr
,
folliciti.
1^
lut are
de fartitjHe
l.
&
^' ^'
immortalia.
An
SenecA
tsgex
in Oetao
_
^
oortje
SBann mir
ein
it\\\>ox
fur
(ublciu
H
tlc^
cmue^.
im
2(iicn-tt?(nfcf
trcfct/
@o
jiiet)|ii
imv^^^cn'-fc^lamm
eifticfct;
fombre
Et
H OB.ATIANA.
45>
Maer
'i
geen
'c
't
Emblemata
Jo
ET CONSUETUDINIS
TYPUS.
EDCATIONIS
Lik,
Satyr.s,
^oncute
'Natura
te
ipfum
Lycurgus, cum conaretur cives fuos moribus ptxtemperatiorcm vivendi tationem traduccLacon, IC , duos cducavit catulos venaticum unum , akerum
,
Brufen
domefticum venaticum paffus efl: domi lautiotibits
i,i.c,s
yfj j.|{jj5^ domefticum edudum venationibuscxercuit. Dein cum ambosproduxiffct in fotum, pofuic
illic efcas aliquas delicatiorcs
mox cmifit Icporem.
Plut, in fcntibus ad
Cum uterque raperetuc ad alTueta alter efcas alter Iepotem invaderet An non videtis, inquit, Cis'es dus
,
catulos
bringt
ftc
c^fen,
ton
tenia gute
gnV
La Nourriture furmonte
la
Nature.
ces
monres foient
leurs crimes.
HORATIANA.
25. Gev^oonte
is
de ty^eede Natuur
De huishond
D2
Emblemata
52
LiL i.
eptfl.
I.
jsjfi conjc'irefibi
confcientia obletlat
fiia fe
follici-
mutum aheneum
vi-
tiisobjicit.
Interrogatus
Stt,ly*H4
fam tl.
on^
Bus
confcientia
Vacate culpa
*
qiutnam
tes in vita
mctu catc-
refpondit.
ovid.^ Confcia
FAjtor^
intro.
2Dcr
Sfni
fc^lcc^c
^wt
fclbft /
.^cr ad)tet
Um ld|tcru nid)t
91o vra
ciii
(Ji-
lofcr
lcumll^^
fpticfef.
9But
lebt
BcniWd
ini
La bonne Confcience
L^ innocence
eft
^caMiJciu
eft invincible.
un mur d'airain
HoRATIANA.
2 6.
't
GeV[feeten
is
53
Dj
Emblemata
54
HONESTE ET PUBLICE.
LU.
I,
Tu reB
vivis
epifl.i,
Bonus
vir
aut facerc
Lipf. in
Livius Drufus ,
tali^ elTet.
cum domum in
Palatio aedificaret,
ita
' *'
ab.
quid in te artisef}
ita comporte
Vox
agam
, ah ommhus injpicipoit,
laudanda.
2er alfofcbt/ba^
c^cr
vox
fan
dn ^ugcnb^cMer man /
.IDcr ^H^cnD ubcra n?ill bauen,
*5>er
j(t
ff cpft
(cucOteu.
\
Qui vit bien , ne cache point fa vie.
JJhomme de bien a refprit toujours net
Il frend plaifir de fexpofer en vues
Et ne fait rien au Cabinet ,
<lu*tl ns
ruH*
o R A T
27.
Daed
A N
A.
by naem.
ruftig leefc
oogen
loert de faem met Argus
Het geen 'er oit van hem gefchiet ,
:
Emblemata
^6
Li{>.
'
3,
'
^^^n '\
eptft.lS,
CommiCfumque
JJ
J
tefcr
^:.
umquam
pefccntem.
Nihil
lih.
diic,
Laer,
l.
minimum
convivio rogatus
in
4.C.2.
^'^*'
pmtuit; locutiim
^^'**'
quiefcerc
>
Ku>:quam
rerpondit
pattes diftribuens
*vGu^ offciibal)rc
tacuij
ffpiiis.
Jit'c
^(
im^runcf
in
iinb
grcunbc^ f^cimlv^fcitcn 1
2Bcr
^u acii
Seiten.
Le
Silence
eft la
viedc l'Aiiour.
&
HoRATIANA.
2 S.
Harpokrates
leert
by den wyn.
>
Maer zwygen
Emblemata
58
menfafijueniumef
Lib.i.
'Oifcite
SaTyr.2.
& cum
Quam
MenS'i.
jcTiA-
nihil difciplina
j^^^ enim
>
ni mens
adfit.
rits
afTur-
junis
hasc
autem
fobriis
& je-
difputando dicitur.
"Mi ^u
rechter ^i\i,
(cvn.u
i>ti
3m ajlma^l
^ur ^pic(ea=^?tt
^acbcii ^n(;|crrifl'in
26cinta^irn bctaub(/
23cr
iDil
Le Sage
"Ne fais peint
Aime
les
le
rit
imt f lvjllc^
quand A
tioanbcln.
faut rire.
Luths,
les
Vers
lesfeftins
ir les ftes.
L'utile
iir
de
table
dzUBable ;
hmj) or tant font pour Us autres Dieux.,
choifi le
HORATIANA.
59
Wanneer gy zyt op
'n
vriendenmael
Geen
uit
Gelyk gefchenken
in de
hand
vellen.
Emblemata
6o
Li. 4.
od. /2.
jifenan- nuncupflt
der Se-
Stultitiam
SenetA
Htrc,
tum non
VAlertui
nihil retrocedit
ris
cturibus fuis
cum
parvis
filiolis
ludcns
ab Alcibiadc
ifus cft.
2{c
Ut
fciuc 3cif*
S)tccrnf!c 2Bci^cicmii6^u3citcn/
9a(t> Seit / 0clcgcnt)ut/un)
Ort/
^a
^Pfer^
bcrcitf)? /
^I]^
r(t)creu
t>cr
Q5Icf(t)a>fctcn
Sdfi) vrqm'cff
S)c
fict)
Zaun
ronjt
^^orbcic auc^
fc
an)
tm cift /
imd) iint
et fia} iu(^t
cm
ma) Dcrjc^rct /
mat)l cnticij!
HORATIANA,
o.
6i
fnelle fcheut te
wachten.
Emblemata
^z
T IN A
P E s
LENTE.
ridiculum acri
jjt.i.
ToYtitHs
Satyr.io
Sertorius ciim
Valeriui
M<txi'
rus
lil,,
^*^ ^'
fer
ne
Lutanos oratione
cum RomanorUm
duos
lent
cum
validiimum
iti
conrpe(flu
fleftcre
non poT-
eoium
dciit
vidoriam
quam occupavetit.
(l(e
S)cn
frcf (cn
mit 25ci(f.
2c{bnlmtcint
^kH
tonlicb^u
acte.
Der
miUc
eft la
Villes,
5 I
Niet
te haeig.
beleit
vermag
Om zwarigheeden te overv/mnen.
Een domme kan met fterke hand
,
Den
Emblemata
^4
Od,
No
i.
Mente
Dux
Auer
.'5)cr
S)cu 25cfcn
^ci2(ufrubr
feine
gorc^t/noc^ 9otf)/
uo*
'5:ob
^Uubncc^futmi^ninba'Sn-
iiif fet/
r bleibt in einem
9n^
foc* fcton
'^biitt /
unb imbetocHc^
jcbeu
cben.
Le Sage
inbranlable.
eft
&
Il
Et
s'il
> il
commande au
voyoit prir
le
Monde >
ne Ntonneroit fat
De
HoRATIANA
is
zonder vreczjs.
Emblemata
^^
i.
2t.
Nee venenatfsgravjda
fagittts
Fufce , pharetra.
Sivepcr Syrtes iter afluofoi ,
Sive faBurns per inhojpitalem
Caucafum , vel qtide locafabulofm
Lamhit Hydafpes
.
SJnfculb
!(
bera
fi(^cr,
gebe
^anefet feiner antern haffen-art/
2(t bic ibm ^ugcnb pflegt ^n geben.
iSRxi i^aftcrn nie bcfcf c fein
(Sein' ^2>nf(tii(biftibm26ebrun)
^fb'Mf
^ein
gilt
hroque
'
Le
NVy? que
Ne
O
''
3 3
Hy leeft
Emblemata
MORTIS FORMD
(?S
Lib.),
od.
/.
o.
Somnum
Somnus a^rcHium
djmo:
taidit , umbrofamejue ripam >
Non Zej>hpt5 agi. ata Tempe.
rcducent,
Sene^i
Oeitf,
Thyefle,
Necce
efl
ut multos
ofallax hunnm
Tadt,
libidinc
Tyran-
anitnus dilaceratur.
^obtc-Sorc^f.
^cn ^dcen-fpiel /
t)crfflctt
2ic
einer ber
Dem
ein
kbm mjfcn :
am Sa^en
^(^^wertt
fd)n?ebt
Sicfanter
0aU)
fepn tcr
(reeS)^
in gorcteii
lebt.
La
crainte de la
mort eft
Ia
punition des
Ambitieux.
Voye:(
Horatiana;
-^^.
De
Gezeeten
Emblemata
70
FRUGALITATIS.EXE?vlPLAR.
LiL
i.
Ode
l,
Li,
modo
fit
mihi mcnfa
triper
&
Cnchafa/t^puriy&too-a^qadefodcrefrtgus
I.
Quamvis
Sntyr.i.
cra'a.
queat.
Ficiilibur
S*tjo.
Gemmata
Laert,
/.
z.f .5
li
cm pocula fumes
geant.
^m-
Cyrus percontantihofpiti
paraii vellet
lik. il
qiid in
caenam fW ap-
mmjpero
me proper iy am Cccmturum.
De
& fninte
>
cur ;
vainqueur
f'.,n
efl
i'ejperance y de la cratnte*
HORATIANA
5.
is
gelukkig.
al
zyn fchat
ontlluit
Want
Hy
E4
Emblemata
rOTESTAS POTESTATI SUBJECTA.
Li i.
Od.rl
^"giirn
Cuna
Senee.
Thyee
fupcrcilio movcntis,
Herodes AgrippajCmvefler.eg-aindutu'protn.
, f'umque Deum adVnrntoics falutarent,
^unali federet
ir y^nt.
\Aci.i2.
& paulo
fe
ad
, nit , quem
Deum immortatem falutais j jam mortalis vitam renquen
Jubecr
ln ^ti^crtfjan muf]
'^cn^m \\X t?orcjcfct
fi'.i)
-,
nad>
er
tcflfcn Q3^i(c
mu^ fc9
nnm
'^h'.c,^
^xa^U
Dieu
Mortels
un Dieu
de Matre.
Vous en cs Flmagc.
Loix.
La foy qui de vos coeurs exige cet hommage
Vex/gz galement des Bergers i^ des J^oJ.
il cfl
Aime:(-ie
comme
tels ,
HoRATIANA.
(y.
Alle magt
ps
hooger onderVporpen,
koomen.
Emblemata
74
QUIS DIVES
Lih.
3.
Latii! regnen
Spirit um
^'^* '
avidum domando
fi Lihyam re motu
cju.m
Gadihus jtm^as
&
uterque Poinitf
,
Scrviat tint.
K^dditum Cyri folio Phraateny
&
Vncibtu ; return
diadema ttttiim
Deferem uni jpropriamque laurion :
fluifquis ingentes oculo irretorto
SpeBat acervor.
^cr
ift
2Dcrfcinc2urtbc&crfct)t/
m)
S()r'
un^
<^elb nic^t
trachtet /
9l(c^t/ai
tct/
"Jcr b'^rrc{)cf mcf)r af
itJOl / ij
aCfcr
*^^ronen
^nt)ac^t)i^ciMu|?m^/ tcnertoc^nlc
Celuy-l feul
eft riche
n)*:fert
bcjjcprt.
RichefTes.
&
l'autre Monde i
Veupler de l'un
Vous tcnte:{ vainement , mi homme &ral
aux
Dieux.
Le
yeux
Et bien
,
loin de rgner
i/ mdite
efl
un point fes
HoRATANA.
is
7^
ryk^
om heerichappv te voeren
De kroon
die
En
voorhooft draegt
van die fchoone hand gevlochten.
Is die
de deugd op
't
Emblemata
7^
SAPENTliE LIBERTAS.
Lii.t,
Qjufnam
Satyr, 7
In terrent
^fpnjare ciipidnibm
j contemnere honores ,
Fort is y r injeipfo totus ter es , at que rotundm
Extcrni ncqutd vale at per Uve tnorari :
In quem manca
O-men.
l. 5
ep.
II
.^cr SBdfc
2Bcr
ftc& fclbf in
aHcii
if
'f
a^cit ^tq^.
facu
^ouft
(bTc/
uoc ^^cvt)cnu
SWut^
Le Sage
Ce n*e ni
Ni
la
ffy^ges populaires 3
tt/ peuvent jomettre nos loix 9
les
&
Nos
mortels adverfaires,
fiers
Vertu feule a ce pouvoir :
Elle fait qu^un efc lave eft libre dans fes chanes ^
^*un jufte malheureux y rit au milieu des
La
^efnes
It
^ue
o R A T
I><? r^jsheit
3S.
Dewyl van
,
Hem
A N
A%
heeft vrjheit.
zelf regeert
, die zich
alleen als vrygcbooren ,
De wyze
Gebied
ftaet
7^
MBLEMATA
Eptft.io
metum
ifte,
vehat?
Herum auroonuftum
Te
cogi patiatur.
luven,
FulfatiiT rofrat
Satj/r.3,
jjt
Cnb
'n
?(rmubt fcpn /
'
t)iiltcn fcfn
cnjiffcn rein
^ftbcfer/ alf(fnc(bttrc^tMcgen/
%\\X> bcp
Dem
)ii(^tt)um
La Pauvret ne
unten \\^m,
ta
loy.
Mais. s' il
Et
tel
i il te
commande en
HORATIANA.
19
Emblemata
So
QUEMQUE
SORS SUA
Lik. 4,
od,\/
BEAT.
Duramque
Non
ille -pro
Aitt
Baucis
qud
caris
f atria
-*
amic
timidus perire,
& Philemon
Jove c Mercucior
invifuntur.
25cr tJcrnot l( /
Bcr
fein befcjcitnc
nu0ct
ter
ff
lnfdi^.
K^ti ter
Selt nic^e
ftOcti
S>cr
m^ Qcxwbi^ ait
;
ott f eferct
"^Jatter
fepn.
Qui aime
fa
condition
eft
heureux.
de la jfompe
& du
elle eft
fuivie.
39. Vrees
IIORATIANA
40.
't
Genoegen
is
't al.
Om
En teevens >
Emblemata
AGRICULTURE BEATITUDO.
ZfV.
Epoi,
cd.i,
Beatu!
file
^d procul negotiis
Ut
omni enore
Solutus
Nee
horret iratum
>
mare
trici
>
Omnium rerum
nihil
ho-
minedignius.
Mauren
^fe
fclij; i| /
ter (Sorgen-frev
S)cn 2i5cmjorf
^\<!s)t. treir /
S>cr ferne
t)om ipof-gcpraiij^c
Sflid)t
S^cn
lebt
nie fein
^iBiit feine
raube '^cummclwcft.
les ?nortels
les Cite:{ s
comme
enchan;e:(
fer viles.
Vourmoy
faime
les
champ. Car
]''j
beaut:^
Que l'on
m voit^cm dam
lts Villef
voy def
HORATIAN
is
A.
gelukkig.
h\ ziet men
De
Haer
Emblemata
84
A
16.
Cicero
Tu
/.
Far*d,
^ M
A L U M.
Li^. S'
od,
V A R
efl:
ne
nf'queenim umquam evpletur, aut fatiatur cuneque folm , ea qux habcs libidine augendi ccuciaris fed amittendi metu.
times
piditatis (tis
juvenal
Saf.r^,
Intcreaplcno
Crefcft
tpfa pecunia
5nr
SBcr mnl^
235o cr
feiten.
imt rennt /
%m
L'Avarice
eft
un ghjnd mal.
Met
& de crainte
f.
o R A T
A N A
De gryze vrek
nu hoog bejaert
z^orgen.
Die
Emblemata
S6
MENTIS
Lih.i.
IN QJJ
U D
O.
TeBa
'volanteis.
/.
/"/.i.
O'jH.
E T
Od. i6.
-t)^.
;,
Mtttm,
curcc
Exuritquecutem macies,
novit paucos
Secura quies.
Seveca.
'
tt)um
t)Cttcr (t)rcn /
2ll
t^cii
ter
f c^rcii;
an tem
^pna
iii
frettjcr
fit/
2lrbeit fc^ii'^t.
Vont
Ne
aux
cafaques peintes
>
font environnes^ s
dfendent point des craintes
les B^iis
les
jyun Arre
& fi
doux.
Celui qui fe fait craindre tous
Voit tre reduit tout craindre.
fi jufle
>
43.
De groote fiaet
is
A.
>
Emblemata
88
CU
INEVITABILES.
JE
Scandit
'
^^^'"'^
od
'
i6
&
'-'
min.-e
timor
Scandiint ebdem au Dominus : 7ieqtie
^
'
J^
r^
j
Deccdtt
arata trtremt , cT
Po equitemjedtt atra cura.
',
O,
'
^'
l
Quifq-jfiiof fa^imur
Statitis
s,
ihe.
ov.
i 3,
manesjfua quemqjremordc^
Me tam,
_____
.,
.^
|<
teil;
ivottcn
fie
nic^t;
cntciu
&
rien ubcr
^aub
mi^
\)in
Par'-toqt le fouci
^ette-toy
dam
la Cour.
nous accompagne.
Entre dans
les affaires.
Paix, ou l'horreur de
>
la Guerre;
HORATIANA,
Vaer
vry van
ftorrrr
voor wind en ty
Geen
plaets
ilMBLEMATA
^O
GRANDE MALUMINVIDIA.
Lii',i.
Lpt.2*
Va'.Ma.
!.9'(' '*
Agrigentinorum
O'Jiii.tn
^"*'
gratiam
liim
in Sicilia
tyranniim veniens
in ejus
tai
taurum primus
ejus juflu
Peciilus conjicitut
ik.
Invidiam effagies ,
bona tua non jaclavetis
'
'
Sil.l.t?,
fi
fciveris
O dirum exitium
Crefcne
non
te
fi
;
nec_patienf
ingrefiTeris oculis
fi
inllnum gaudeie.
nihil
timquam
Invidia.
L'Envie
L ''art
eft la
mort de l'Amour.
HORATIANA,
^5. Nydigheit
;jDe
is
9^
,
liy knaegt zyn fpieren met zyn
'En lyd , door atgunft , groorer fmcrt
jvis in een koopre Srier te branden.
Wanneer de voorfpoet Iraer geluk ,
;
>
E M
52
B L E
MA
T A
lil
^
LUBRICUM.
HONORIS
CULMEN
!
Lib
od.
2,
10.
.1
Auream
tjuifquis
Vilis^it
Sordibus teHi
mediocritatem
caret invidenda
Sobrhis aula.
S^piiis ventif agitatur
Ptnm
Decidunt
celfce
ingem
graviore
cafii
ti^rrc^ , feriuntqite
fnmmoT
Tulmina monteu.
S-neca
Telix
^7a*
Sorte (juietm
mem,
Au
B^mo
Lib.
2.
epiji. 2.
Fauperies
2Bcr
ciiifam Ubt
/ Icbc xcof^U
^u boticn
2Da
()at
mittclmaiT^
La
| /
bcm tuhn
fie
fum bcftriitciu
flltcn kit),
Vi pauvre
te
Dieux
dui n'ont
HORATIANA.
4(^.
De hut
-,
^5
iiMBLEMATA
p4
I He ^r ave
Satyr.i,
Q^te)afluit
annum^
Hier}?
in ferm,
(nefcente
avaritia juvenefcit.
tabcnit)ren S)cf'man(cf.
2(ile gcf)(cr
?(mci' amfivj
If /
ic^ reid)
,511
famkn /
Sirt / ^ricj^er
jla )c^er
^iircfe
3iim
famlcCroa
^M\) unb
/i>orratb
Tous nos
c^' er greife.
^ct?i;cr / ct'er^man/
er
fan
v^c^Boei^
nac feiner
^a^c
Soldat importune.
HORATIANA.
9S
* Is
Emblemata
^6
.'eu reic^jten^cnicjcn
^u tpcrteii
auf rt>cn.
4S. Gel'
HoRATIANA
48. Gddz^ucht
ontz.tet
geenperykl'
't
Zy
Emblemata
pS
I.
epift,i6.
Ltb,
2.
"^'y^'i*
^'*
'
^^^y^
'f
SenecA.
epifi. IJ.
Perdidit
Scmper
in atigendafeinat
^j^imirum
infaniis pauc
deferiat
qui
re.
3 ''o qud
jaBatur codem.
videatur
& obruitiir
domino
frufta panis
fatiici inhiat.
inte-
Idem
ditnus
in
@c{c&n?ic ein
ipmib / ter
nie
bcrgnuqt
<B
\\t
^or
inci-
elt.
SBauu
cv
tc
pourquoy 7nurmures-tu
,
Centre la fuprcme Jagee ^
Il n'en faut ptnr douter. L'amour de la richee
Efl la haine dg la vertu.
HORATIANA.
9^
^-"^"^^#fc
Omdat de
G%
EMBLEMAtA
lOO
Lil',
od,
i6,
mutamus^fatrLe
Vh.
i,
epifi,
i.
cfuocumquz locofueris
Ncn locus
Ciclum
C^ii-
TthCjuamcum(]ueDeustil>iforninaverithoram%
anniim:
Grata jinne manu , ncc dulcia dijfer
TJt
^*';'" ''^
exful
qtiis
Se tjuoque fugit
&
vixijfe Uitenter
prudentia curai ,
aufert
'
ut (apientiam
quis pofTtacquircre.
(Suc^c
tic
DCu^c in
Mr fclbjcu,
Wm
Qui
Que
vit
Il ne
Il
HORATIANA.
50. Rei^y
loi
*t
Gl
Emblemata"
ioz
ode
s*
/.
'
Senecd
Nemo alius
Epi.is, fit
cere volo
eft
clTe
ut
iilas
tibi
non
intecdico
fed efH-
tus
efl:
quarum polTefTionem
quod ad
fe
venerint
tidet,
quam fentit.
2Bcr
fciel
ut()cr
Wi
SBcil ernicbtfr(t)t't
SBcr
\>\i\
tnrd)t
l t>tt
ut&
ter na^'t/^u
/
nocfe forgt/
iDirt ter
tem
^o(C /
nod)
fcferirfct.
bcftritf cf.
ui?C /
^orcjc,
Scifcu i^pott /
t>icl
Junten treibet /
fupplice qui ne
finit point.
>
R A T
51.
*t
Rykdom
haert zorg.
Of
't
EMBLEMATA
04
AQU M
Lih. 3,
Od. 2*
PLUS SITIUNTUR
j
y,.
fcilicet hnpTbde
j^.^
od' 2^,
CreJ'cunt
Cur ta.
Ut'.
I.
divido
yicjcio
Scmpcr avarus
tarnen
^i". 2.
S)er cicic
rei.
i uf(t)f
^u
crfatti'ijciT.
f?o
S)oct)
V6nD
laffcu
L"*
nicmal
fic^
A varice
.*
cnu^cn.
eft infatiable.
&
HoRATIANA.
52.
Hy,
Goed
clie,
Emblemata
lo^
QUOD
^.^
6aiyr.il
Ut
?^^^
norps
&
am amittit m
vit
tmdis.
ftc
mltircnigcm genget/
un^ Suffe;
.^oc^ ftn^'t fein' ^nbcrganci,
ift
balD tcrfort.
[CcmSBiac/
QBann
giiub
jEitrinrftcft.iar
mer
jclc^'man
am 95rniilcin
nim-
but.
fouhaiter.
me couvre
^e gote des plaifin qui font bannis du Louvre
Van rhcureufe cabane o
la paie
HORATIANA,
'f
Genoegen
is
't al.
Die haer
geruft vint in
't
genoegen.
lOLL.
Emblemata
AVARUS NISI CUM M O R
io8
TU
Lib. 2. P^'-'p(^f
Satyr,},
R,
Q,"^ Vejentanumfcflu-fotaredi^l^^is
Campanafoiitui trua
vappamque frofeflis
oppreffiis
"
ut her er
nummrum
accder e plnrtjs
Dficient inopem
nic^t ^\xi\ii
dmanncrfiirbf.
fUimmcr f
[ten
fumer.
n ^tarcf'fafftfleincOBerfbmat i^m
^lnlc'
,^er cii^^a
.^0(^ fciiun
licbef ^lar
Dic({)r{)um/
L'Avare meurt
feinj^ebcn(a(aub' f(f))(l
j'a
oft ciiicii
comme
il
Reifer/ mc^r.
a vcu.
la fin de ta vie l
HOILATIANA.
109
z.jn dood.
Opym
Emblemata
HO
cognatos
'
.;*.
f.
S*tyr,i.
b.
2.
Satyr 2.
niillo
'
'
ovi-f. 2
.
de Pent.
UaI.
er
um res ?
'
Sitt*
natura labore
"
fl'^^ n'ulla
diu mortalibiis
Fortuna titubante
iZoatregrcimtrc^aft
fielet
auffeilten
babcn
klugem
(Efc! fdbft
^5 ^g!c{)an^e
3at)rc
ufquam
fides.
et)'
frabcn.
La vraye
nur
feil
um ciuif ^ut&eil.
aime fan f
inte-
rcft',
Et je
N'e
croy que
ufurier^ ni mercsnahc
il
HoRATlANA.
^y.
De
III
>
in overvloet.
Emblemata
112
I.
Satjr.i.
Medicum roget, ut
ti
cicero
lie
i.
benevolentiam
inenfrcpjcbitjcii 3)?ann
(?Mi milber /
C^ icb ^a^
()att
/ctcrman
conci-
grc^fc/
!
.,
XJn ^
^diibclcin/
r^nf fommt
S)ian fiiibtibm
^iu jcber
licL\
fibi
bicrbcrciu;
m.Hx ^raft
^u geben
ces
monde.
Hommes innocem
>
^C.Yder
HORATIANA.
56'.
115
Emblemata
114
i.
Imper at
epi.Je. T; or
Lik.
ept.ia.
In
trivifs
vivit
Qui pecimix
conftringitur,
Serm.xs
de
Verl/,
^om.
Optimum
t-non tui
abjicc
fervit
liber
&
mihi non
quoqueporr.
erit
prsefentibus
umquam.
compedfbus
futuris paratur.
quo
luntatia.
&
es ligatus
te divitiarum
compedes
oneca
ejl
patri-
abjice viacula
vo-
fd)
bcv ^^Uv)enb
fc bcfl.liftt.
t)(a
um
Moy
le
courage abattu
'
U Vertu
HORATIANA.
57.
Die zich
ofvpordgediejd.
Emblemata
ii6
Lil^,
r.
STULTITIAM.PATIUNTUR
OTES.
epi, iS.
c^-ij^
lifj.i.
de
Arte.
Vcnit Lonof
Ijjfc ficct
At vide hc infauflum
fat
dccantatutn.
Henand
in Senar
Omnc
itafintire of ortet
Mn 2after
attitu
8n^ airb
.*5>a^ er
)b
|c
im cbirnc
tratet
Bo ma()t
ft):i
^od>
ift
rcif^ /
.^cr reienen
"^i^oiocit ftat'tauc^
Spotter.
Ne
Pour avoir
&
58.
o R A T
Ben
A N
rjken aet
A.
alles Vpel.
fluit
Gelyk
voril
Wat
AVat zotskap
Emblemata
ii8
Speravit
^ti'
magna Uudi
d^ph.
accedit
alatus ver
forc.
Deus ccus
Plutus divitiamm
eft
& ciauds
dtitn
cum recedit.
inPlit.
j.
f^i" s
^crncrefortior
fft/
Q5ettfbx(^ii^
^^tom/
tapfer
3^ lebt in ugcnb
!^a
obnc ta^cU
fd)rcibt it)m ^u
Me fafdc 2c{t /
c^ibt fein
&dH.
3
!
II^
het geld.
59. Alles knielt voor
Voor rvkdom
Al
Emblemata
I20
Q^UID
2,,'^
cd.' l.
Inclufam Danam
turrfs
ahenea
vigilum c^niim
B^bufl>que foxes ,
lrifles excu^ije y munierant fatis
Nourriis ab adui terts ;
Si non A-rifium
y Virginu abditte
Cuftodem favidum Jupiter , ' Venus
'^fiffcnt :fore enim tutum tter y iiJ'patcm
Converjo in pretium Deo,
Aiirum per mcdtos ire fatellttcs ,
Bt pzrrumpere amat faxa potentif
iBu fulmine 0.
brincitbnrd) (Sfabt
ftiiagt
.5)a
SSaiin
oir
unt
'seifen ^i'n /
\\\
trumcrn
inn /
macfet/
ta icman>
jfant-'fcjt ijl/
L'Argent corrompt
tout.
Ton cur
m fauroit
dzfcnirz :
Et s^il trouve des acheteurs 5
Il n'a rien qui ns foit vendre.
s'*en
HORATIANA
121
alles door.
Emblemata
I22r
ept
'
Scilicct
j^
^enus
BeUe-
e , nohilisflatim evadit,
raph
luvend
i>atjir,z.
quotpafcit fervos
e(b Qkbt
.^cr 9f icf)f 5iim
SDcr rcic
tf /
attc
tM^t aflc au
SSfcl^rciic greuntc
fc^n
labmai
3tr ope l
^k Slaricu fing
(apfsc prin^cr
Me 2lltcn
in\\a^i\
on le prend pour
Achille.
fi
fauement tu
te
piquer
le
Tu fan
&
-t
Hor
6i,
Het
De grooce koningin
het goud
>
JbMBLEMATA
124
Jjb. 2,
Sarjr.j,
^ecudio
cythan-c
n-ic
Mu deditus
unum,
tdli
BlattarumiactinearumcpuUypmejcat
uii?^*
m ar ca.
-,
fpabt fan
rclbft
dt
L'Avare
eft
bis
And)' ut ketter /
auf ben ypccr.
ion bourreau.
o R A T
A N
1-5
A,
is
arm.
Een Ezel ,
Eet diftels
Zoo
zyn kaflen ,
^ En draegt een kale py , uit nood.
Hy
fluit
zyn kleeren
in
Emblemata
12(5
lih. 2.
Saiyr,s,
Tlmtar.
foli
pro
ita
adulator
aut hcre-
re
cm ^ibcn fiid)t
etil
ijinbcrr.u^
eb' tcitcrt>cn.
9ei^
5ub
fo aiitragcu / erbeii
balbciu
V Avare
efl
Le temp^
plein d'ire
&
,
d'envie;
apr fa mortn
le
(5*5
o r;a t
a n
a.
Gier.
Om
't
Emblemata
128
PAUPERTATIS INCOMMODA.
Li.
^.
Non facile
iMven
Sat,
\,
^^
efl
moribus,
Comic,
grttus.
vicit,
embl.
'^'*
fapientem unicum
habere incommodum , paupertatem. Hoc ipfum , Alciato rcfcrente juvenis quidam altum deplorabat
Architae Philofophi diiftum erat
Me
S>a Wixud
fcfncn
d|t ^cbricfcC
0(an ;u
^ctjjciu
La
&
64-
-Ar-
HORATIANA.
6^. Armoede
Is
12p
Emblemata
130
m,
/.NIL
SANUS AMICO.
S*ryr,s,.
Amicus amici
tes
divitias
"
'^'
cseteraque fortunae
Notum
bona negligit
atque
Verde fecuniam
propter amicum j pr^Efertim jucundutn. Nam amico juciindo magis e^emus , quam aqua vel ign.
afpernatui:.
illud
Sapientis
EccUfia.^,
lumentum
habet fublevantem
Lib. de
amicit.
ca/'. .
cft
ni
focietatis
quam unum
:
fe.
Caflodoro
incommodo
occurrat
i(
unt) 'd)cr^en.
lnvSinn> cinSiav
jwcpcn
vSictc <2t)ic
erC
in
9)tx{}i\\ /
"^mH/
nic^fan.
2BoI tcm/
ter tiefen
^cja
xp iPtenfc^cn jtnten
f au.
Tlus
>
dj.
Dan
's
Ia
Emblemat
T^z
AMICITI^ TRTINA.
Li,
amicus dulcis
'
r.
Sat)r,3.
ut
quum cfl
fluribus hifce.
'^'
''
PUtrar,
2cno
Citticus rogatLis
tcfpondit
Mufica conftat
diverfis
lugurth
amicus
unum cogiint
&
acutis,
puta gravibiis ,
conftatHmibus.
odiffe
in
eflet
at amicitia
quid reveca
Alter ego.
fed
liasc
eft, intermalosficiioeft.
Seneca,
Bicebat Hecaton
Ego
tili
idlius veneficce
carmin
vis
amari , ama.
^agc.
^crgreiinbfc^afft
I
^
miubcr/
(cg' ibm ^CI^c
^iXX j!cbn
bcibc
f^
^W
\\\
cjicid;
offner
^al'c
^ail
iri'rt
;).
Der fc^mac^c
^unbcr /
25anlI^u fafcommcr
bl|t/
aiic|)
glcut
fo
fromm
aie tu.
reut galement
JLe bien
&
le
7nal en fartage
Ht Dieu
l'a
fait expre[fmcnt
Emblemata
r^4
j^.^
Sat'yr.s,
vitiis
Uiiem,
Q,ui
minima
oJ)timui ilierfl y
urgetur.
Su
llc
miiitcrn
<2?(feerl^
unb
ta^lid)
}^\\\>ix*
mme
un bandeau
dfaut de
,
FAmi*
[eul pareil
foji'
,*
doit porter ce
bandeau
HORATIANA,
6n, Lief
z,iet
geen
I3
leet.
of hoe hy zy
I4
Emblemata
i3<)
SU, in
Util.
lAb.
fpi.
^^^
is.
'Nee
Amphion,
ni ,'ac
c Zethus, Jovis
& Antropx
filii,
divrifi
ftudii fuce
inter eos
defiic
inftitic
veftigiis.
(55(eic)er ^::!Bi(fc
^flu
werren
Smccn \>m
uu.vilclcbcv art.
tan founcn
2(mfion fn^cAct
ciuj
ft'U /
tei
2Biate J;cr-
/ciicr fpiclcn
Il faut
tour tour
HOVATIANA.
6?>.
37
Om
I5
Emblemata
i^S'
Uh
/.
Saryr.3,
amicoYum
/^
oculis
vttits
y
autj'erpens Efidaurius
at
tibi contra
Evenit
Alina
cernimus
quimiis
vitia ante
& perfcrutamur
-,
&
illi.
mantica acute
in
non
eft
efiTugiunt oculos.
conditio.
Heau-
^^^ -
SAt.4,
,Max.
Vi\\i
Homcri frequens
JEd'^m
nemo
tergo.
ne curet
fers<S'
mantica
3{et)c^u\)or ben
halfen au t einem
l[\u^.
,^cr^3c^^IcbIcr^uc^tmic2u(^5'lm^2(^cr'2(u3c^
^u fau-
Rclpecle ton
T^oux
>
HoRATlANA.
6^.t'
^19
buiten.
'c
geen
'er groeit
te
wieden
zy fchande ot lof,
geichieden.
anderen
door
Laet zulks
Dorzie vry fcherp , op uwe borft >
't
Geen andren
Uw eigen zak
raekt
in alle
't
hoeken
'c
aengaet , onderzoeken,
E M BLE M AT
140
C U
Lib.
j.
Lih.
2.
epift, ,
Q_U E
SUUM STUDIUM.
QuamfcituterqueilibenSyCenfebo^xeYceataYtem.
^^'v^m agere
abrotanum
(SgrO
rmn
dare.
Quod Medico-
efl
^m-
Non e
fhides
Comicus
ulum
humani infortunij
>
quam
ars
&
tte:,
fJip-
Patcrtia bona
parch.
cvid.
hu. t. de
j{iiYia
efl.
efl,
'2>cl^6pfc/l>ldeimc,
(^m \tHx
jiett)5 i
einem ^ifer
bleibet.
lai'er
de toy d^iiluftres
monumem
o R A T
A N
A-
hy
70. Eltin hetgeen
'c
Zy Dokter
V^eet.
Schilder of Poet
Maer die
te groorich
op zyn verftant
Emblemata
14^
/*
ept^
? ,1^
Lib.
I.
atj/r.i.
^^^
Mcecenas
ut nemo
(juamfihifortem
3 il l
multojnmfrnkus membra
labore.
^im^,
^a er
^or Suc^er
?llf mant
Le Sot
fe plaint
Nous accufons
Des
nod) ^crr
les
rauben
/
Uw.
Int ijergnngt.
toujours de fa condition.
animauxy
HORATXANA,
De wcrk-os
te
1^3
vreeden.
die in
Emblemata
144
IN
Lih.
/.
Rgil^u^ uti
^^
Lz
epi,i7.
's.
Re^ rapienti^ (hidium, tum ob morum facilitatem gratiis acceptufque fuit. Diogenes aulicam vitam
Philofopho non convcnice exiftimans. AriRippum ut
forte fiia minime contentum , arguebar cujus monitionem eludens Ariftippus. Sijcires inquit B^egihus
S'
'
^"^'^"^
uti .^olus
fophi
ac mcndicitatem lajiidires.
eft, circa
Principes verfari
Munus
cert Piiilo-
ut eos docliores^me-
liorcfque rcddat.
^ritp
Ovid,
^ic
Qki in Der
ga. jtcn
cfect
En
225i^)cit if
fui) fo n)0l
?^c^\\^.
gl^ncn^rouc^
^w 2(tifippuo ^raft)t
toute condition
En
bcra^u
on peut
Vertueux,
ctrc
>
71. Geen
7 2. Geen aet
Zy met Diogenes
verfchooven
De kunftenaer , die
'tgoud begeeft
Emblemata
1^6
LU.
T.
0i.z4,
l^ert.
(
vita.
[.
Eurip.
tnVrote-
Durum
Illuftre patientiae
tumeliis petitus
exemplat Socrates
Penesteejl
inquit
b xore con-
maledkere penes
-,
reEi audir.
Virg, ?t.
ctult ubcrtpfntct
fn tcifer
'
me autem
^'
3??cnfc^
.a
'\^\\
mit
^^^ nicbt
alc$.
tb bejTcr nfc^t /
'^h i bctuabrct /
al feine (gcljmad)
(^xw v^ocrafc
ift
tiefer
S??ann
/ b^ctircf
Uw
S)er feine
On
tient qu'Hun
<^and
Le
il
Cijfe
homme
doit pa^cr
& pour
un mfaine ^
endure que fa femme ^
Pour un lache
une Vertu.
craint d'tre batu,
c'efi
HORATIANA.
y 3 Lydz^amheit
.
verVpint.
Blyft iemand
ftil
en goedertieren.
Emblemata
-^
14S
"
Epod,
^'^'^'
fon,
Hor
li
ad
Fufcum
t. ep,
de Vit,
bent.
cAp, 16.
Terent.
poffidet.
Beau*
i^
Qyi uti
tont.
Btrat*
'cit
ei
utituc rele
mala.
''V*
^iguan
Quod nova
Toan"^
Ovenus.
""*
;;civ}ct
^l 2(ffcu2(rtt?crrtcatfcin c^neiDcr/
^i ^fcl beef en feine Kleiber.
La Fortune ne fait point le merite.
& petit
Dors
les
dedam un baluflre :
fils
des
mit dans
Dieux
les
Cifux
-,
>
HoRATIANA.
Met kroon
Kj
Emblemata
150
A MUSIS TRNQUILLITAS.
Xi*,
r.
JAufis amicuf
''^'
triftitiam
Tradamfroterv!
^ metuf
mare Creticum ,
in
Fortare vernis,
-^carmina latum
Ovi.s.
Tr.eUg.
Idem
Sunt opus ^
I,
Trifi,
tUg.t*
, confeBa dolore
paniere Pierios :
Carminaproveniunt animo deduBafcreno y
Trivia cum Ut is non benefigna cadunt.
p,
QbiWi^di
bringt ^u^c,
Bor 'ivaurcn
/ bcf<^iit fccr
SDettct
Her
iic^ft't;
S>er2i>in^ (agt pc
iti'^Slccr.
fcbfrmct
SDann
H^ %%\i\^^^atit
(trmcc.
'Nouveaux
Qui
& gnreux
loin de la
Orphs
faveur des
Thomme,
>
f^pis ,
Et
de tous les
maux
de la terre
>
HORATIANA.
De vrees en
Noch
K4
l^MBLEMATA
MUSIS iETERNITAS.
iJb. 4,
od,%.
CjcIo
Lih. 4,
od, ,
Mufa beat.
Ofacer
Eripis
i!ypopuli5 dofias
, omniafato
mortalihm ccvum.
NoBe i
illacrymabilef
tgnotique longa
bc
^'m 3cit ^u
cucn l^cbcu-^gcln
L'Eternit
eft le fruit
de nos Etudes.
deux.
Le Temps
rompt
&fes ailes j
Et quand ils ont quitte
La
>
&fafaulx,
Dieux.
HORATIANA.
'j6. Vichtktifi
maekft^tiXiptg'
De zanggodinnen en de Tyd
Verheffen 3 uit gedrang der volken j
Die aen de dichukunft zyn gewvd >
En voeren haer door lucht en volken 2
Indien hun lof, die noie verdween ,
Wierd aengsranft van laftermonden ,
Of van onweetenheit beftreen j
Noch duurt die eeuwig a ongefchoiiden,
Emblemata
154
Se^eca
^''-f**-
renf,
Lih.t.
Od, 10,
Sperat
infetis^ ,
metuit fecundif
PeBur
idem
male nunc
&
olim
nn fi
3
qur.ndam cythara tacentem
Sufcitat Miijam , neque femper arcum
Tendit Apollo,
^bui angusiir > animofus atcjue
Fortif appare, Sapienter idem y
Contrahes vento , nimium fecundo ,
Summovet y
Sic erit
Turgida vela,
2(iif 2(rbeft
mug
auc^ SrcOltfcItfo^cn.
alj^cit
bDct)-cjerpanntct <ei|t.
:S>lc ?(ibcit
cfnr3n)tm)ci^)tu|^"
"^
f(c^.trnfommtianhfli(^jtt
S>ic 2Dcc^fc(5
l^iift
UEfprit
aiic^
an^u-fprcc^cn.
a befoin de repos.
^t
au
repos.
HORATIANA.
55
De zang toe
Emblemata
15^
Df art
'
l'or,
Multarecedente! adtmunt,
Lenior
fhjlip,
& melior
fis ,
accedentefeneBa,
Somnum guftum cupidinem Judum .aliaque juvenilia oblectamenra tempus viro fenefcentedepelat contra, ut communis Medicus sbund damna
lit
,
refatciens
Turn demum
'^
'
^^^*'
cipit
fna mentis oculus acute ccrnete inubi corporis oculus incipit hebclccre.
feiucfic^t.
5 ^a^^ evfcnntmau
tcr^^aC
in
La
&
^8.
Tyd
Al wat
die van
in
Vermaek en
oeffening te geeven ,
Brengt weeder andre ^aven mee :
De wysneit en haer gunftelingen ,
Ryp oordeel , matigheit en vrce^
Die de eerfte malligheen verdringen.
Emblemata
158
&
Interfpem
/.
Epi,4.
Q^nnem
Grata fuferveniet i
qu.-e
nonjpcrabitur
hora.
Pl^uf^
Lib.i.
luquamcumqueDemtibifirtunaverithorami
Gratajume manu^ nee dulcia dijfer in annum.
Quicu^itaut metuit i juvat ium fic domus
Ept.2,
'
autres^
Mr
f eter
@(rc(f cii
ag
SBnb
;^ur
^Srlofung tienen
.^rum
tcnf
<x\\
mag.
/ ct>' tpir'i?
tann
raepncn
tvic
tpcincn.
Ne
Tu
n*esl
pas zn ta puifance ,
&
Entre la Crainte
l'Ejperance.
Laip faire le CiehCefl tun Matre if ton E^ois
Et fuppor te avec confiance >
Ce qu'il a refolu de toy.
-79.
Die
De
o R A T
rvjz.e
A N
15^
A.
houd de doodvooroogen.
Staet
onbekommerder
gereet
Emblemata
i6o
I.
od.
7.
S^ep Notus
Siccis ornnia
Lib.u
od. is.
ovid.
t.dearte
Er Af. in
^popht
neque
<"3fi
prseftantiam vini,
Deorum
od
TX^Jormis ^egritnonice
Dulcibm
aoquiis.
Ht iibcn-2Binb tcrtreibct
o folft tu aucl) tn
()rc
:
.'
5Clufc
|
^
iSflxt
La Joye
Le
Le
fait
partie de la Sagefle.
&
>
de boires
Et
Q.De
HORATIANA.
^o.
I^t
Emblemata
t6z
TE
M P E^R A TE
T.E
MPOR
I.
quodadefli memento
Lib, Si
Od, 29.
L<-np^
fon.
Senec.
epi.p.
Comporter e ccqiiu!
caetera fluminis
lyivifens hilari
Sic
fit
cmhodierno
@(^icfc tic in
tic Scif..
/ fic
,^cit
nicfct
fcmm'
tDicfietvp'
^ufticbcu
s'accommoder au Temps.
Les hommes
legers i^ flottans
*er
ftormen
uit het
noorden y
Emblemat
^4
I-ih.i,
^^' ^^'
Heet
m dient
Qjiodfugietiffemel horavexit.
Cte.z.de
^^""'
'^''
ranoftra.
^'
currit
eft
memorare annos.
Fluunt otimia
Rapimur
cum tempore
fluminis more.
Quidquid
vides,
&
511
geben
er in / un)
Ne
tan
/ feelfcj
ftcibcn.
er t)icr crtpciben
regrette point le
Sarn^ te plaindre
temps
pafl'.
inonde i
82. He-nVenfchgeenmlbelieedeTyd.
't
vleefch ontbinden
raeft
Emblemata
%66
pi},u
-'
LaerK
tn Tlat.
Ovtd.
3,
comitatur
efi:
um-
Invidia.
*"''
*Max.
necefifario
Tuncfuiisexmerito(]iiemquetueturhono,
Honefta
>
inquit Philo
Ser, de
"^'^'
riimfplendent.
ite-
^k
ttm
Hx
<Sc&a{(cn
^ii^ afl^clc
!pJ?idunft
t<x\\
ter in ter
fol^jt
man
imt
(Jonnen
^i^cfcffcn
|tcK.
tcu^o)
urficu.
vie.
HORATIANA
^j.
De
Emblemata
i68
'
?.
'*'
I//5
confji expers
mole yuitfua
L ib
r.
od, s
humeris dum
fiftere
conatuc
montem labantem
ab eodem obcuitur.
S)cr rXiefcn
tabler ^^uin
^cr-
fplittcrin
f tir
^roi?
mm.
te porte
ta rare
Trne ternel ?
toy-mme un amour paternel >
Vzjafon hcd vengeur t'auroit reduit ^n poudre.
Crots-tu chaer ten Dieu d.^.jon
5'i/ n'avoitpour
HORATIANA.
Op
't
heemelhooge dak
te
klimmen
>
Emblemata
170
MTAMUR
lif, 3.
^^'
IN ILLIS.
ne^uiores-
mox daturos
>
Progcniem vitiofiorem.
Hnr.
LccL
in
c,
n>.
bonos
futc
vitia
qunmnunc
malos.
-Hi-'/*
&
Qj^iis finis
iyi
EtpoficriorprioYC long
Deos adjtcere
Detcriorjit
Eos
quijitiit injufli
terrai;
qu capiat
& malt,
93 iel
fitt).
ae 3af)r
S) a ab
.^cd)
fcpnt ubcUWtcr
bcrtT Itf |
ani) ^cin
fie
mciC
ftljlimmcr.
f^
A T
A N
7I
A'
r,tet
de T) d.
O rvden
bedorven ftand
Die
iteets
I\len ziet
Emblemata
171
od,
i.
6,
Deorum
>
b'
Fda nigrofimulacrafumo.
Athenienfcs Diagoram Philofophum pepulcriinr,
quia fccibeue aufiis fuerat , piimm ignotare ie. an Dii
clFent deinde fi fint , qiiales fint.
,
Horaus
C*rm, 5
fint virtutibus
c fiip-
pliciavitiis.
S)cr(tcrn 8)unbcn-(6ut>/
tie
madyt c$/
ii^t
fo
crD^cl.
.Carinii th\t
/ ipirt)
:
Mcfc luarnr.n^ ci'n :
auc^ i?on ()m >crlajTc fcpii.
JLes
&
H ORATIANA.
Hy toont
's
rechrfchapen kerkenplicbt
>
Die
in
*c
gemoed
tot
Emblemata
174
LiK4.
od,
QjJl]
Die)iter
p'/'c*
l^glcBjts
inceso addidit
integrum
^r antecedentem [celeiim
Defcrutpedepna c laude.
Sequitur fupcrh^ u/tor tergo Deus.
Seneca,
aiitem
iile
ri bomicidiis
Sed Scrapis
rurstis vaticint us
Si nonpermifi
te
Nunc cjfugifii ^
crucifeias te aervari.
aigc
qUi) af mie
frupkm
^0
freicl)'t
Monres
HORATIANA.
De tempeldicf of moordenaer
Noch
gegrccpen ,
zweeft de Straf niec ver van daer
Al wort hy
niet
op
't feit
Emblemata
ly^
I,
epi, il
&
&
periif.
cuftodice.
Lit.
od,
I,
ist
Faftor ctnnt-faheretperfretan^vibus
Hclenam perfdm hojpitam >
In^rato clerez obriiit otio
Ventos i ut caneretfera
Iddis
Kereusfata.
>
SJm^ari iDii
(c^'t
gan^ *^ro)a
in ter
^hitb /
ift tal
9Cdd)/
ter
flc^
bc^erfc^t ugcid^.
Mifer ab es Troyem
A leurs vengeances
i
Waccufe:{ plus
les
par
Grecs
Ont alluma
le
les
Dieux immole [
legitimes
,
fi
vous
z'tcs
brle:{ y
HOKATIANA.
88.
Emble mata
17S
TUTE
REGTE
SI
VIXERIS.
Z.i^i s.
od.tj,
Cautumeflinhoras. NavaBojhorum
Pnus perhorrefcit : noque ulint
C^ca timet aliundc fata :
ccleremfuvam
'Miles fa^Jttds i
Italum
Partbi : catenas Part hm 3
'
&
&
B^,biir
i^fchyus
j^ \
tut
in Sicilia
mnilnis urbi?
qua moiaba-
in
fupcr
quem aqni-.;
"
*2*.
c.
^iriftop
^^
teftudinem fecens
fnim
capillis
vacum
eoque
idii
origo 6c
eft.
^ctn
!)?enrc6
\i\>t 1
ba fan ?cr^ut^cu
tcr
.^cn
2auf juruf /
a (g-copfer dngcffcc /
fciii
La Mort
Ne
^.'
croj;
//
/?t/5
Lo_)i
erat
cft invitable.
ez^/Ver /4
divme
mort
t^ apprte s
HOKATIANA.
89
79
Efchyl
't
M2
Emblemata
i8o
DE FTURIS NE
Lii.
Od,
3,
2},
SIS
ANXIUS.
Fas trpidt.
Li^.
od,
t,
tibi
II,
ppon;,
(Se
i|
cmi^ H^
Ott
Jabf ,
SZae une
Ne
des
deux ,
^y
HORATIANA.
90.
't
Befluit van
i8x
Emblemata
i82
Sener.
^yppol,
Exigii
Ut
dunum breve
temporis
cum mdius
^i^t {(t
pfic^f'cjer
>
dies.
a(s
M geben,
2cbcn
Whii^,
lac tarne 2i(tci tl)ut'^/
SZanu SfA'b mib 'iui^mt ^{(^ begeben/
.^atif)Mc2bcaud) bcgibc/
3utS^D{b^Uftbcifd>'t/ fcpi^uf^c
.*5)tc
ft
court que
la vie.
&
Tranc d^awbition
d^ envie;
Pauvre mortel , pajfe une vie ,
liie la
mort talonne de
p>rz's,
cj I
Niet
fnelter
dan de Tyd.
M4
Emblemata
184
STERNUM
l^edtimfermonumet
Ot/U.if
Metam,
jjono!
bona confumitis.
Trooerf.
lib'.jt
^uftfi,
Miremur
epig.3f.
Ovid. U
3. de art.
XJtendtim
eft <ctate
cito
2Ba ,^er{(^
il
ac cifd.
f( / tcrr(t)li'nt
^cr '25iclfra
alcr
Me
3e(f /
utTd)cn ^ac^ciu
^ e^ctttc ^Bcraiinllchif
S)urd> ffr ^fii / ma '2^ciif(t)cn machen
SZDa 2Biintcr fj cet tann / ta^ wir
.^cn bot)cn^libcr fcbncn Srucn/
fe
perd avec
le
temps.
>
92. AUes
is
vergankefjk
't
niet
Emblemata
xS6
SIC
Liif.2.
Ehm fugaces
Pohume , Pohumc
o, 14,
Stnecs
Mors poctus
cfift.
cft
maloum
perfugium asrumiorae
mortis comorten fciiftum quietis. Mots cequies aetumnacum in luctu atque miferiis eft, 6c cunfta moctalium
mala diGTolvit. Nulliun fine exitii iter eft.
30 vitae.
gita
Senefcentes annos
Sajtuu cljo
Icbci/
l'c
SBaiiii
i(}t
in teinc
H^a5
95ut
caiij
jung
Vivons
in
grcutcn
ftc^'n.
fans craindre la
la
Mort,
Nature
dam
Trouver un
Centre
la pietz
lieu de feuretc^;
les trois
furs homicides,
Ou
les
fuit inf^iHihhmmty
H OUATIANA.
5? 3
187
Gewiekt als
leeven
Emblemata
i8S
SENEX COGITET.
TniditUY dies die y
Novxque pergunt interire LundC,
Tu fecanda Marmora
Locas fub tpfum funui ,
fepul(^i
Lth.2.
od,
is.
&
Immemor 3
flruis domos,
nic)t/
af
,^u aber
.'S>atu
bciiff
ro(t) ftirbcft
ta teiu
joK^cr
^au
tdtt
'
'
Lors
Vtja
qu'il
tes
faut quitter
pmbzaux
beau,
Penfe donc la mort
htfi tu veux
l^tir ,
cette vtc.
ton ge
va
btir
t^y
convie
un Tomeau^
5)4-
^i^
^^^^
^ denke aen
^tgraf.
Beftel
Noch veel te
groot
al i'chynt
het kicen.
Emblemata
1^)0
til,,
2.
Od, i4,
>
&
s,
Amr
Scilicet
.^cr
mcbr
aie
S'llc)t folcit
tu
Mr
af tcfn
@rab-3n?anb /
amis^ treforss
Pamour quej^aj
pour
P.^A
A N
A.
'
Een
linnen klec:
"Wert ilechts
op zyn vertrek
Emblemata
ipi
COMMUNIS AD LETHUM
Lib*
VIA.
3*
o, j^,
Portitor
l.r,
it
aen cmciit.
'
fc
@d)ulDcii
tk
roujTen geben,
2((l)
2(l Diefer
welcher aUit
t)ol /
la( Ja()i^^clT.
Nous
descendons
O commande un
Et payons
le
aux
trifles
bords
Nocher avare
tribut barbare
$6, Het
HORATI^NA
96".
Het erven
is
'gemeen,
De dood
Noch
Emblemata
P4
IMPROVISA LETHI
l-ih,
oi. i^,
Frura
Marte carebimus
cruento
jr
;^,
Aurum.
g^
Satyr.f,
VIS.
ua
et
lethifuga.
Od,i,
Seneta
Inccrtum efl:
Lil/.
Poplitius
in epifi,
illam
Omni
timidoijue tergo.
exfpeflat
itaque
tti
exfpcfta.
Il n'y a
Ne
tente
Vy bien
jamais la Fortune y
mort
aujfi jeune
qu^AchiU,
o R A T
A N
r^y
a;
^^
^-\</^v^.
Waer iets
N2
n:^:^
Emblemata
MORTIS CERTITUDO,
1^6
JLi^.2,
od, i\
De ^cme fub
aio jjiorris
&
Non quam 3
Efl
Lib.ji
od,j,
tu
&
imos
i|
nomen.
^ot.
in bcr gcic
gebobrcn
afin
5)8.
D^
dood
Is
zeekfrl
te leezen
vaft bepaelt
Emblemata
H^
I.
Od. 4,
Falida
^*^' ^
^^r
^'
icqua
'
tellus
Pauper f recluditur ,
'S^^umque puerts : necfatees Orci
Caidum Promethea
B^vexit auro captm s hic fuperbum
Tantalum
Genus
atque Tantal
co'ircet
bic
levarefunBum
,
xo'xx
ac c^kx^,
if
Rien de
Toy de qui
Ve
(i
certain
que
la tte fe couvre
ce brillant
la
Mort.
les P^is
ede du moindre
du Louvre^
Bourgzoii,
loixi
HoRATIANA.
-~
"^
99.
Palleizen
en verachte hutten.
N4
Emblemata
oo
Interitura
virgii.j
Georg,
almum
fimul
Bruma
, i:r
& inox
rcciirrit iners.
^tc
3c{t
initrfctcrbrlncjljc^,
it
Qiub
fie
^\^
n)^.^cr
Wann er
-cv
^act)C/
monn
e? aiifvjetcr'f.
^0 n.\intcU aceauf
91ur
iiiifer
i;tf
nil^cr
La Mort nous
ft?(etcr.
gale tous.
Le
Quand la Parcjue
en born
le
cours
>
HORATIANA.
100.
201
Ve tyd IS ofiVpeederroefelykj
Emblemata
io2
/.1^.
4,
o<f :-
&
Pulvis '&
Qjifsfcit
umbra ftimti!.
Tempora.
Dl
fuperi
&
fluos fatum
praeter tot
^taub im)
?(f(t)c.
m^Hx
<So f omt'
failli e^Tt"
,^a^cr
t^u f
tD(e^cr
ju
c^i{)i
nieter /
cftct)t.
^ t)J?cnfd) /
&
ces
vafes prcieux
nos yeux
Alexandres
la
ams a fait
',
,*
des cendres
do leurs corps
o H A T
i$
A N
^O?^^.
A.
maer
een fchaduV;
Emblemata
204
I
cd, '7
.'
XbR A
Nn ) Torquate
L E
,^
FATUM.
de tejplendida Minor
genus
non tefacundia
non te
{{eflituet pietai.
I7fernis
Virg.te,
"^""^'
'
Definefata DemfleBi (perareprecando,
r
cuique
diersbreve
irreparabile
tempus,
Statfua
'
'
.'5)cr "v^ol) ft
uncrbittUc).
S)cn
95ic(fi'aticfcr 3cUli<jfeit.
La Mort
cft inexorable.
"Manqua d^zluquence
& d^adres
& de gloire
:,
'Gebruik
hiertufTchen
y 's
werrelts goed
Om
't
Embl emata
2o^
LiB.1.
ESt\
Poftkbotes, artiumftudia, dignitates, opes. Ccquuntut flagella , dolores aliaquc mala , vitam fbg,
ccm
excrcitantia
foia
ht.j,
^' '^'
Sit
>
viarum
>
Militixque,
2l()ici: gilt*
iperr
mib ^nc(ttci(6tfeL
90C& beu
t)cif uc^tcu
ijoeu-^taruer.
Et
103.
O dood
^^
^ood
is
ht eind,
trooft
als fchrik ,
INDEX EMBLEMATUM.
^T Irtuf
1.
2.
inconcu[fa.
Vir tut i^
c?^^''*^'
3.
4. Virtus immortaiff,
5/ Virtuti faptcntia corner.
<. Jw we^io confiflit Vir t US.
7. Medio tutijmur ibis.
8. Vir tus in aicmz confiflit,
9. Virtus InvidicQ jcopis,
10. Amor Vir tut is.
11. Animi fervitus.
12. Animi jervttus fsrpetua,
13^ F/V inftitutionis,
14. Incipicndum aliquando,
6
8
lo
iz
14
16
l3
20
22
24
Z6
2S
Confcientiainilic tefles,
publice. 27. Honeft
28. Nihil filcntto utilius,
2(.
&
30
32
4
^6
3
3S
40
42
44
46
48
5o
52
54
50"
58
60
6%
64
66
S
70
BLAD-
BLADWYZER
der bygedichten
op de zinnebeelden.
"T^ Edeugdtbetaclthaerzelven.
JL/ De roem der dcugd.
1.
2.
5
5
g.
4.
11.
12.
Ig.
14.
Ondeugd
is laftig.
15.
16. Welluftteekfmerte.
1 7. Dronkenfchap verduiiterc het verftant.
18. Natuur
de maet.
ftelt
11
ig
15
17
19
21
23
2^
27
29
gl
g
41
4g
47
49
2V
Gewoonte
is
16 \ Geweeten
.
45"
de tweede natuur.
5r
meer als duizent getuigen. % 3
is
27. Daedbynaem.
25. Niet becrer dan zwygen.
5<j^
57
g g
g 4.
67
69
71
INDE
X.
yz
74
38. Sapientilibertai.
y6
Nimnispaupertatis
metm libertatinoxius.']'^
59
40.
41.
4Z.
Sors jua
quemque beat.
80
Agriculture heatitudo,
Avarttiatnalum.
43.
44.
4$.
45.
47.
48.
49.
Sa
Mentis inquietudo,
84
Sd
Curce inevitabiles.
8 8
Grandnnalum
90
Invidia.
92
Multiplex Avciritia pratextus,
94
Nihil auri cupidumreicnat.
^6
Pecunia bom
hoytcslo abflrahit.
9S
Cum fruBu perrgrinandum.
loo
Anxiadivitiarumcura.
102
Qjioftus junt pota; yplusfitiuntur aqua. 104
ci^ /^f/x r/? c; contingit nihil amplius
&
50.
51.
52.
53.
Iq6
op tat.
%4'Avdrus
nifi
m.
64.
65
iio
quam
opti-
112
114
ii
iiS
120
122
124
116
P au per tatis incommoda.
128
N;7 t^o contulervn jucundofanus amico. 130
Amictti.aTrutina.
132
Amici Vitium ne faflidias.
134
66.
67.
68. J<^^'/72 z/^Z/c? .^r^e ;^67 //e^
amicitia e!.
69. Domi argus > firis talpa,
t'4
demum firma
136
13 S
BLADWYSER.
magt is hooger onderworpen.
^6. Alle
37.
3S.
Die
niet begeert
De Wysheit
IS
'
ryk.
heeft vryheit.
Het
43.
De
groote ftaet
44.
4^.
46.
47.
45.
49.
Zorgisnietteontloopen.
Nydigheit is een groot quaet.
is
51.
Goed
53.
't
54.
ftopt
geen gierigheit.
Genoegen
Een
S5
85
van geen zorgen vry.
51.
50.
7j
7^
77
79
8
is 't al.
gierigaerc doet
S7
89
91
93
95
97
99
lo
105
io>
107
maer goet na zyn
109
55.
5(5.
115
dood.
Ol,
ii^'
117
119
I2t
125
125"
127
129
fchat.
135
13^
137
139
INDEX,
14^
yo, Cui^ue fuum iidnnn.
14271. Sua nemo forte contcntuf.
72. In quocumqiie vitte genere fhilofophari licet.
IAA-
73. ViBrixmalorumpatientia,
74. T ortunamn mutt ^enus,
75. v4 Al/(^i- tranquillitds.
^ M/^j^i-
7<5'.
I4<^
148
iSo
15
aternitai.
I S4
77. Pc,'? w//< Virtuf opera laxarifolet.
I5<^
7S. Varia fcneiC bona,
158
79. Vera Phiiofophiainortif emeditatio.
I<jO
So. ExVmoJapiejtiVirtuf.
161
Zl. Tempera te tempor i.
S i.T enp us rite impenfumfapiem non revocat, 1 64
S4.
S5.
Tempora ynutanturs
166
I<S
170
1 72
Culpam pna promit cornes.
I74
Principujn deliaplchs luit.
J76
Tute , fireB vixeris.
178
l8p
Defuturisnesanxius.
Qjiidcnimvelocius vo^
iSi
/Eternumfubjole nihil.
184
Sjcvivamus ,ut 77iortemnonmetuamus. lS6
D^ >'^ j cw ^e ^wo extruefdajenex cogt-
$9.
90.
91.
92.
93.
94.
iSS
tet.
190
95. Morte linquendaomnia.
96. Communis ad Icthumvia.
192I94
97. Improvifalethivis.
98. Mortis certitudo.
196
99.- Cunclos Mors unamanet.
19S
joo. Volat irrcvQcabilc tempus,
200
iQl.Nil aliud ac umbra atquc flatus e /jomo.zol
102. Inexorabilefatuin.
204
^
FINIS,
itd
B L
A'
R.
141
70. Elk in het geen hy weer.
14 j
71. Niemantismenzynlot re vrceden.
7Z. Geen ftaec belec de oeffeninge der wysheir.
73. Lydzaemheit verwint.
74. Natuur komt booven.
75. Wysheitbaertruft.
']6. Dichtkunft maekt eeuwig.
77. Arbeit en ruft overhand.
7S. De ouderdom heeft ook voordeel.
79. De wyze houd de dood voor oogen.
So. De wvnisookde^yzedienftig.
Si. Schik una de tyd.
Si. Herwenfch geen welbefteede tyd.
S 3. De dood verwint de nyd.
vergankelyk.
92. Alles
is
93. Leeft
zoo 5 datgeniet
103.
'
I5I
^55
15 c
157
159
\6\
16%
\6%
I67
159
171
173
17c
177
179
iSi
183
\%%
vreeft voorfterven.
94.
100.
loi.
102.
147
149
De tyd is onweederroepelyk.
De menfch is maer een fchaduw.
Het noodlot fs onverbiddelyk.
De dood is het eind.
EINDE.
1S7
1S9
19I
193
19c
197
199
201
20}
20
207^
T. 'T^%8gcnM>crad)tcfalcwacicf.
2.
S'^B.\
4. '^l^jcll^
5.
0(e
tocntct Mc 3nc{)t.
S
l^crcjcbit nictjt,
;;u
rer ^u^jciiK
<J 3mmiltclbejct.ct^ic'^!^Icn^.
7* ^^cr ein L^aftcr md^ t / fallt cft
S.
*^lu^c^^n>ir^clc^6lIe^
9' ^ii>}cnD
t)([tt
in ein ancv,
?iubiin.
uc^tii iJlciDcr.
10. i.^i.be;;ltr^llctcn^,
10
12
14
6
iS
20
18.
30
B^
34
3^
17. 2B inti!i/^iau.
IS. 'Dielatui bcbafcbefunfcre'SScfctbeu.
i9 *5)afc!5^miubmu^ rein fern.
38
20. 233jbdt Ift rii^'b.ne bcftc :X((f)t*r({)nur.
40
21. 2a "in cn^ cbtt / acbtct ra nbri^e ni(l)t^.42
22.
>iUcin)dfniiiiV>crb.jTirtattc6l^il!cr.
23
44
4<
4S
50
27 ^bne'elt^^ct)eui^iemau^.
2S, ^c! et) iigrbatt nickte iit>ci:aiUti?ortcn.
54
29. 2( t?3iimtt;iBeit.
58
Nt
(So
30.
'Jdl ^
31.
vii
n'.if^:^S iL.
3 2.
:i>cr
2i>un
'onfil^uir
34.
'5:.^^rc^
3^.
ir'?a
<.
Vi 'c
hl.
iit
3dt.
ibt
ab
5^
5<J
6Z
nubowcglie,
<54
att ftd)er.
66
.Verebt.
<S
itfit^aboctftent^.
70
7^
i)f
(g
<S
9C.
74
j7. 'i>criilrcl/bcrnfct)tbcc|)rt.
3 S. 'i^cr ^ciic ift al^cit frcr.
']6
39. ?(nim>\)crfautftihrc^icr^cftum%ott. 78
So
40. IlLHT t>cr<jiuuu ift / ^c^ ift gluf fcoluv
41 . Mauren
al5
\5"r|cn.
Mc -SJurcl aCc
43. TMirubcte^cmut^.
42.
'^cr
44
4s
.
40.
\^
(ft
S^
'\\\
ciii
90
^ojTc >\\o\.
47, 2(e
^^cbler
S4
%6
^:i>bcl.
pi
/ bt toobU
haben f^ren 1>cf mc.nfcL
104
'5)cri]cii>ij.\ci|tnicbt,^iicrfttiy\cn.
5 ^.crfctT
t>crfcrgt.!o(j
cjntl;/ al
?anu
cc
108
5 5 /Iabrc grcitnb fcbaft ftcbet auf f einen Sf^ncnji o
ftirbf.
licb 1
tfo.
2[o e
olb reenet /
Ift
12
114
57. ^eict)t()nniifttv-tb^cnmtcn.
55. ^cin l^aftcr altiin.
S 9. ^clb bcrf(^*;t nbcr alfc^.
ii<
fein *5>acb ^n
tict)f c. 1
20
61. @cl^g'ubtal.
121
<S2.^er ciivjc \\x fcinipcrr fdncficjncnntt^.i24
feinem "^-ort.
64. 2abi(fft'^m)en^ob"ccl^t.
65. (Ein 9)?cnfcb i|t ^e^ anrein ott
66. f)ergrcnn^^cba,?t-2Bai^c.
(^7. (5 cnn^en gebier fcvnt f dnc gcblcr.
<^S.
@leid)cr2lJicibtriebcfrcf cnnrfcbaft.
ns
130
132
134
13^^
5C
(g
Q:
?^.
^m
tauu
2(ff/
er fc^on eine
^lb-
14S
150
152
154
y 6.
144
145
Q5clfbrtbcitniacbetuiirtcrblic^.
^cr
20ci|c
tt)unf(i^t tic
tcr^an^cnc
^cit ni(fcc
I (4
U)iercr.
85. ^ic3citcnt)ciauternfi(&.
S(^. ^c qtlofefeit crtrccfct af(c^ bcf.
87. Ein o^njicbt (Irafft ben anbcrn.
55. SDo^nnbeift/baift&affe.
170
172
174
178
90.
ift
genug ba^
ein
iSo
^abc.
91. 91icfcfiftf[u*tiijerabif2ebei.
92. (Eiftue^
93
2a^t m\$
eitel.
^(c 2(ltcn
foffcn
bcn
an nickte /
aie
teufen.
une alcr^ingc.
9).
'i^er'^cb beraubet
9tf.
')cr20ca;jum'^obe
If
aeu gemein.
99.
^em^ob
fcpnbipiraegleicb.
100. 'i>ie3eiti|tunn?ieberbrinv)licb.
loi. >>ir fepnb nur Staub unb ^Ifc^c.
102. ^er^obijtunerbittlicb.
103. .^r^obi|tba<nbcaaer fingen.
(E
182
184
tt)ir
aifo (cben/baj
ten.
94.
I7<
S>
^.
190
192
194
i9<^
19S
^oo
202
^^4
20c
/^
f^