Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt
worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde:
(1) Christus als eersteling
(2) Daarna die van Christus zijn, bij Zijn komst.
(3) Daarna het einde,
(A) wanneer Hij het koninkrijk aan God de Vader overgeeft,
(B) wanneer Hij alle overheid en alle gezag en kracht te niet gedaan heeft.
(C) Want Hij moet regeren, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten
heeft gelegd.
(D) Als laatste vijand wordt de dood te niet gedaan.
(C) Want Hij heeft alles aan zijn voeten onderworpen.
(B) Wanneer Hij nu zegt dat alles [Hem] onderworpen is, is het duidelijk dat
Hij wordt uitgezonderd die Hem alles onderworpen heeft.
(A) Maar wanneer Hem alles onderworpen is, dan zal <ook> de Zoon zelf onderworpen
zijn aan Hem die Hem alles onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn
(1 Kor.15:22-28).
Omdat in Christus allen zullen worden levend gemaakt en omdat de dood als
laatste vijand zal worden afgeschaft, zal de levendmaking waar Paulus over
spreekt drie rangorden omvatten. De stervelingen die tot deze rangorden behoren
zullen op drie verschillende tijdstippen worden levend gemaakt:
1. Christus als Eersteling. Zijn levendmaking vond plaats in het verleden, op de
Paasmorgen, toen de Vader Hem deed opstaan uit de doden.
2. Die van Christus zijn: de leden van Zijn lichaam en alle gelovigen uit Isral en de
volken die vr Zijn geboorte op God hebben vertrouwd. Zulke personen worden
levend gemaakt bij Zijn komst. Het Griekse woord parousia betekent:
aanwezigheid of tegenwoordigheid. Zodra de Messias komt begint Hij de mensen die
tot deze rangorde behoren tot leven te wekken, en de hele rangorde zal worden
opgewekt in Zijn tegenwoordigheid.
3. De overigen, de rest van de mensheid. Zij worden opgewekt bij het einde,
wanneer de dood als laatste vijand wordt afgeschaft, waarna Christus het koninkrijk
aan de Vader overdraagt.
Wie er tot die laatste rangorde zullen behoren, hoefde Paulus niet nader te
omschrijven. Want hij had al gezegd dat in Christus allen zullen worden levend
gemaakt (vers 22) en dat de doodsstaat uiteindelijk zal worden afgeschaft (vers 26).
Met de afschaffing van de dood (in vers 25) wordt niet bedoeld: een afschaffing van
het sterven, want de Griekse taal beschikt over verschillende woorden voor
sterven (of overlijden) en dood (d.w.z. de doodstoestand). Wanneer de
doodstoestand is afgeschaft, dan is er in heel de schepping geen enkele dode meer.
Tot de derde rangorde behoren dus alle mensen die tijdens hun bestaan als
sterveling niet van Christus waren en die bij Zijn komst niet werden levend gemaakt.
Levend maken is iets anders dan opstaan uit de doden. Christus was de eerste
mens die uit de doden opstond om nooit meer te sterven. Hij heeft leven en
onvergankelijkheid (dat wil zeggen: onvergankelijk leven) aan het licht gebracht (2
Timothes 1:10). Vr Hem zijn er wel enkele mensen uit de doden opgewekt,
waaronder zijn vriend Lazarus, de zoon van de weduwe uit Nan, het dochtertje van
Jarus, de zoon van de Sunamietische (2 Kon.4:35) en de zoon van de weduwe uit
Zarfath (1 Kon.17:22). Maar zulke mensen werden bij hun opwekking niet werkelijk
levend. Ze waren nog steeds vergankelijk en zijn uiteindelijk opnieuw gestorven.
De laatste vijand
Omdat Paulus opmerkt dat het einde betekent dat de dood (Gr. thanatos, d.w.z. de
doodsstaat) als laatste vijand te niet wordt gedaan, is dit doel nog niet bereikt
wanneer de dood en de hades in de poel van vuur zijn geworpen (Openbaring 20:1114). Want van die poel wordt gezegd:
Dit is de tweede dood: de poel van vuur. En als iemand niet geschreven gevonden
werd in het boek van het leven, werd hij geworpen in de poel van vuur (Openbaring
20:14-15)
De tweede dood is in de schepping een nieuw verschijnsel, maar net zo goed een
dood als de eerste. De tweede nachtwaak (Lukas 12:38) volgde op de eerste en
was een nieuwe periode van waken, het tweede teken dat Jezus deed (Johannes
4:54) was een nieuw wonder met een diepe betekenis, en de tweede mens (1
Korinthe 15:47) is de mens Christus Jezus, die leven en onvergankelijkheid bezit (1
Timothes 2:5). De tweede dood volgt op de eerste en is een nieuwe doodsstaat
(Openbaring 20:15). Zolang er een tweede dood is, is de dood nog niet afgeschaft of
opgeheven.
De term laatste vijand verwijst naar de laatste vorm van dood, dus de tweede.
Deze dood zal over bepaalde stervelingen macht uitoefenen (Openbaring 20:6),
het is een gevaar dat hen bedreigt. In die doodstoestand zullen zich allen bevinden
die niet geschreven worden gevonden in het boek van het leven (Openbaring 20:15):
bangen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars,
afgodendienaars en alle leugenaars (Openbaring 21:8), de onheiligen en wie
gruwel en leugen doet (Openbaring 21:27), de honden, de tovenaars, de
hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en
doet (Openbaring 22:15). Omdat de tweede dood een macht (Gr. exousia) is
(Openbaring 20:6), is deze inbegrepen bij alle overheid en alle gezag (Gr. exousia)
en kracht die door Christus te niet wordt gedaan (1 Korinthe 15:24).
Pas wanneer deze laatste vijand is afgeschaft, is het einddoel van God bereikt. Dan
zijn in Christus allen levend gemaakt, hoewel niet met hun oude aard. Ze zijn niet
langer bang, ongelovig, verfoeilijk, moordzuchtig, hoererend, manipulatief, aan
afgoden toegewijd of leugenachtig. Want zulke eigenschappen zijn onverenigbaar
met een onvergankelijk bestaan in Gods tegenwoordigheid (Openbaring 21:27,
22:15). Ze zijn geoordeeld naar hun werken (Openbaring 20:12-13), wat inhoudt
dat recht is gezet wat zij verkeerd hebben gedaan, en ze zijn gaan dorsten naar het
water van het leven.
Hij moet regeren
Van de heerschappij van Christus zien we op dit moment nog niets (Hebreen 2:9),
al mogen we op grond van de Schrift weten dat Jezus met eer en heerlijkheid is
gekroond en is gezeten aan Gods rechterhand. Op dit moment is God nog bezig om
vele zonen tot heerlijkheid te leiden (Hebreen 2:10, Romeinen 8:17,28-30).
Openbaring 21:3) en de volmaakte gemeenschap met hen niet bederven door hen
aan anderen te onderwerpen. De Messias zal ervoor zorgen dat allen volledig op hun
Maker gericht zijn. Hij zal het werk volbrengen dat de Vader Hem te doen heeft
gegeven (vgl. Kolossenzen 1:19-20). God zal het koningschap ten slotte op Vaderlijke
wijze van Hem overnemen en het heelal omvormen tot n grote familie.
Het einde
Van het einddoel dat de Schepper zich met Zijn schepping heeft voorgenomen geeft
Paulus in 1 Korinthe 15 een drievoudige omschrijving:
1. Alles is aan de voeten van Christus onderworpen, alle vijanden zijn onder Zijn
voeten gelegd. In het heelal bestaat er niets meer dat nog vijandig tegenover God
staat, en er is niet langer enige vloek of kwade kracht die Zijn schepping bedreigt. De
dood is als laatste vijand te niet gedaan.
2. Alle overheid en gezag en kracht is opgeheven, met uitzondering van de macht
van de Schepper. Ook de Messias heeft het koningschap terug gegeven aan zijn
Vader.
3. God bestuurt al Zijn schepselen dan rechtstreeks, Hij is alles in allen geworden
(1 Korinthe 15:28)
In de afgelopen tweeduizend jaar hebben velen zich ingespannen om het glorieuze
toekomstvisioen van de apostel met ijdel bedrog (Kolossenzen 2:8) te
ondermijnen. Verschillende strategien worden daarbij gebruikt:
1. Men beweert dat het woord allen in de uitdrukking alles in allen niet betekent:
alle mensen, maar alle gelovigen. De bedrieglijkheid van deze bewering blijkt uit het
tekstverband. Dezelfde allen die vanwege Adams misstap sterfelijk werden, zullen
immers in Christus levend worden gemaakt (vers 22). En tot de allen waarin God
alles wordt, behoren juist ook de vijanden. De Messias moet immers regeren totdat
Hij al zijn vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd (vers 25). Wanneer het woord
allen zou betekenen: alle gelovigen, dan zou het niet waar zijn dat God alles aan de
voeten van de Messias heeft onderworpen. Maar dat heeft Hij wel gedaan (vers 27).
2. Men beweert dat God alles wordt in allen, maar die allen zijn zowel de mensen
die Hij heeft verlost als de mensen die Hij aan blijvende veroordeling heeft
prijsgegeven. Veroordeelde zondaren zullen gaan erkennen dat hun straf rechtmatig
is. Ook uit de hel (of de poel van vuur) zal er een lofzang gaan klinken. De
leugenachtigheid van deze bewering blijkt uit het feit dat de dood als laatste vijand
zal worden afgeschaft (vers 26). In de hel bevinden zich volgens de Bijbel lijken,
d.w.z. dode lichamen (Jesaja 66:23-24, Markus 9:48). Een lijk is beslist niet in staat
om ook maar iets te erkennen, laat staan om te zingen! De poel van vuur wordt in de
Schrift de tweede dood genoemd (Openbaring 2:11; 20:6,15; 21:8). Wanneer de
dood wordt afgeschaft, zal deze dus verdwijnen.
Samenvatting
1. Paulus verklaart nadrukkelijk dat terwijl in Adam allen sterven, diezelfde allen in
Christus eens worden levend gemaakt.
2. Levend maken betekent niet: uit het graf verrijzen, maar: met een onvergankelijk
leven opstaan. Want Christus was van deze levendmaking de Eersteling.
3. Hoewel allen in Christus zullen worden levend gemaakt, zal dat niet voor allen op
hetzelfde tijdstip plaatsvinden. Er zijn rangorden in de levendmaking.
4. De apostel noemt drie verschillende rangorden: Christus als Eersteling, zij die
van Christus zijn bij Zijn parousia, en de rest van de mensheid bij het einde.
5. Het bestuur van Christus en de Zijnen is gericht op de onderwerping van alle
vijanden, de opheffing van alle vijandschap tegenover God in het heelal en de
afschaffing van iedere vloek of kwade kracht.
6. Wanneer dat doel is bereikt, zal God het koningschap op vaderlijke wijze van zijn
Zoon overnemen. Er zullen dan in de hele schepping geen overheden, gezagsdragers
en overheersende krachten meer aanwezig zijn, met de macht van God als enige
uitzondering.
7. God zal alles zijn in allen. Hij zal rechtstreeks, zonder tussenpersonen of
bemiddelende krachten, met ieder schepsel omgaan en ieder schepsel zal zich
volmaakt aan Hem toevertrouwen.
Eindnoot: Voor het schrijven van dit artikel werden o.a. geraadpleegd: Frederic W. Farrar,
Mercy and Judgment. Last Words on Christian Eschatology with Reference to Dr.Puseys
What is of Faith?, New York: E.P.Dutton & Co., 1881; Adolph Ernst Knoch, The Mystery of the
Gospel, Canyon Country, CA: Concordant Publishing Concern 1969 (1e druk 1914). Van
dezelfde schrijver: All in All: The Goal of the Universe, Canyon Country, CA: Concordant
Publishing Concern 1978, en: Vivify or Make Alive [Problem of Translation], Santa Clarita, CA:
Concordant Publishing Concern, z.j.. Verder: A. Lukkien, Schrift en Leer. Eenige Opstellen.
Arnhem: Arnhemsche Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij 1935; A. Lukkien en A.
Oosterhuis, Alverzoening: toegelicht en verdedigd. Arnhem: Arnhemsche Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij, 1935; en: A. Lukkien, Drie Ontdekkingen. 1. Dat we de H.Schrift eenvoudig
moeten lezen, 2. Dat God de goddeloze rechtvaardigt, 3. Dat God nmaal alles in allen zal
zijn. Damwoude: Comit Rechtmatig Denken, z.j.
* * * * * * *