Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Student
Mieke Maas
Klas
PEH15VB
Stageschool
Sint Jacobusschool
Plaats
Eersel
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: Tijdvak 3, monniken en ridders
Mentor
Datum
Groep
Aantal leerlingen
Persoonlijk leerdoel
Ik bewaak de tijd tijdens de les, door de timetimer op het digibord aan te zetten tijdens de verwerking en de tijd in de gaten te houden wanneer de leerlingen met de
werkvorm bezig zijn.
Ik geef een korte, duidelijke instructie aan de leerlingen, zodat de leerlingen met een korte spanningsboog niet te snel afhaken.
Ik bewaak de orde tijdens deze activiteit, door leerlingen aan te spreken op ongewenst gedrag en het positieve gedrag te stimuleren.
Lesdoel(en)
De leerlingen maken kennis met de tijd van monniken en ridders, onder
andere door een puzzel te maken over welke kenmerken er in dit tijdvak
terugkomen (productdoel, kerndoel 56).
De leerlingen herhalen voor dit hoofdstuk relevante voorkennis, ze moeten
benoemen wanneer de Romeinen leefden (productdoel).
De leerlingen werken met de werkvorm koppen-bij-elkaar en kunnen in goed
overleg tot juiste antwoorden komen (productdoel).
De leerlingen leren samen te werken met kinderen die ze negatief kiezen op
werkgerelateerd gebied in de sociogram (procesdoel).
In mijn toelichting verantwoord ik mijn keuzes van deze lesvoorbereiding.
Beginsituatie
Didactisch
Voorkennis- en kunde
De leerlingen werken met de methode Wijzer! Geschiedenis. Ze hebben al twee hoofdstukken van de geschiedenis afgerond en kennen de opbouw van het boek. Ze
hebben het nog niet eerder over het tijdvak monniken en ridders gehad.
Actualiteit
De geschiedenis past niet bij de actualiteit. Doordat de betrokkenheid redelijk groot is, hoeft dit geen probleem te zijn.
Didactische instrumentarium
De leerlingen hebben al eens eerder met de werkvorm koppen-bij-elkaar gewerkt. De kaartjes waarmee ze gaan werken zijn nieuw. Deze heb ik voor deze les gemaakt
als introductie
Pedagogisch
Gedrag en betrokkenheid
De betrokkenheid van de leerlingen is redelijk groot bij een geschiedenisles. Vooral als ze mogen samenwerken of actief bezig zijn, zijn ze enthousiast.
Er is een leerling met de diagnose PDD-NOS. Hij heeft moeite met opstarten van een les en/of verwerking. En leerling heeft een forse leerachterstand. Er zijn drie
leerlingen met een korte spanningsboog. Ze vinden het moeilijk om naar een lange instructie te luisteren.
Groepsverhouding
De groep bestaat uit 24 leerlingen, waarvan 8 jongens en 16 meisjes. De leeftijden verschillen van 8 t/m 10 jaar. Voor deze les komt de andere groep 5 er ook bij. Ik heb
nu 35 leerlingen waaraan ik les ga geven. De verhouding tussen jongens en meisjes wordt nu: 14 jongens en 21 meisjes.
Groepsdynamiek
De groepsvorming is goed in de groep. Er worden vaak dezelfde leerlingen negatief gekozen om mee samen te werken. Zie groepsoverdenking voor uitwerking hiervan.
De leerlingen werken graag en vaak samen met elkaar. Ik heb bij de spellingsles van 14 maart ook de leerlingen die elkaar negatief kiezen samen laten werken. Ik ben
toen zelf met de instructiegroep aan de slag gegaan en heb aan het eind van de les aan die tweetallen gevraagd hoe de samenwerking verliep. Bij A. en J. was het niet
goed gegaan. Ze zeiden dat ze alleen bij elkaar gezeten hadden, maar niet met elkaar hadden samengewerkt. Ik heb toen niet goed het proces begeleid, waardoor dit
niet goed gelopen was.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud
Didactische handelingen
Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
Inleiding
10 min.
De leerlingen gaan in
groepjes van vijf of vier
leerlingen zitten die ik
voorlees. Ze krijgen een
envelop met kaartjes daarin.
Ze gaan samen overleggen
en bepalen welke kaartjes er
wel bij dit tijdvak horen en
welke kaartjes niet.
Instructie
10 min.
De leerlingen kijken en
luisteren naar de kijkplaat en
beantwoorden de kijkvragen.
Een aantal leerlingen leest de
tekst van opdracht 1 hardop
voor. De leerlingen maken
opdracht 1 klassikaal.
Verwerking
17 min.
Slot
8 min.
De leerlingen kijken de
opdrachten klassikaal na en
stellen vragen als ze iets niet
snappen.
Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Voor deze les had ik de volgende doelen opgesteld:
Ik bewaak de tijd tijdens de les, door de timetimer op het digibord aan te zetten tijdens de verwerking en de tijd in de gaten te houden wanneer de leerlingen
met de werkvorm bezig zijn.
Ik geef een korte, duidelijke instructie aan de leerlingen, zodat de leerlingen met een korte spanningsboog niet te snel afhaken.
Ik bewaak de orde tijdens deze activiteit, door leerlingen aan te spreken op ongewenst gedrag en het positieve gedrag te stimuleren.
Ik bewaak de tijd tijdens de les, door de timetimer op het digibord aan te zetten tijdens de verwerking en de tijd in de gaten te houden wanneer de leerlingen met de
werkvorm bezig zijn.
Ik had 10 minuten gepland voor de inleidende activiteit. Ik heb de klok goed in de gaten gehouden en op deze manier de activiteit binnen de tien minuten uit kunnen
voeren. Doordat er nu 11 leerlingen meer in de klas zaten, was het organiseren van een goede plek een hele optie. Hierdoor ben ik wel wat minuten verloren voor het
spel. Ik heb de timetimer aangezet toen de leerlingen de opdrachten gingen maken. Met de leerlingen die het moeilijk vonden ben ik aan de instructietafel gaan zitten.
Met hen heb ik samen de opdrachten gedaan.
Ik geef een korte, duidelijke instructie aan de leerlingen, zodat de leerlingen met een korte spanningsboog niet te snel afhaken.
Ik heb de uitleg kort en bondig gegeven. De groepjes moest ik nog wat aanpassen, omdat ik de namen van 11 leerlingen uit de andere groep 5 niet doorgekregen had.
Hier ben ik flexibel in geweest, waardoor ik snel nieuwe groepjes in elkaar had gezet. Flexibel in de zin van verplaatsing van leerlingen uit groepjes.
Ik bewaak de orde tijdens deze activiteit, door leerlingen aan te spreken op ongewenst gedrag en het positieve gedrag te stimuleren.
Ik ben duidelijk geweest naar de leerlingen hoe ik wilde dat de les ging verlopen. Ik heb van te voren benoemd dat we allemaal wat rustig moeten doen omdat we met
zo veel bij elkaar zijn. Ik heb A. en J. bijvoorbeeld positief benaderd, ook al deden ze niet wat er van ze gevraagd werd. A. maakte grappige opmerkingen als ik een
vraag stelde. Ik kon er de eerste keer wel mee lachen, maar toen hij doorging, heb ik hem gezegd dat hij gewoon moest doen net als anders, omdat hij hartstikke
slimme opmerkingen kan maken. J. heb ik begeleid na de geschiedenisles, omdat het hem niet lukte om de opdrachten af te krijgen. Ik ben niet boos geworden, maar
heb hem positief benaderd.
Welke betekenis heeft het voorgaande voor mij?
Positieve ervaringen
Ik had een volle klas bij geschiedenis, omdat er nog 11 leerlingen van de andere groep 5 bij kwamen. Ik heb geschiedenis dus aan 35 leerlingen gegeven. Met de
werkvorm koppen-bij-elkaar hebben de leerlingen het spel gespeeld wat ik zelf in elkaar heb gezet. Het gaf een goed gevoel dat alle 35 leerlingen goed meededen met
de les en ik de orde goed kon houden, zonder dat ik hier veel moeite voor hoefde te doen. Doormiddel van een positieve benadering en het gebruik van effectieve
leraarcommunicatie bleef de betrokkenheid groot.
Wat anders ging
J. is een jongen die opstartproblemen heeft en het moeilijk vindt om zich te concentreren in een drukke ruimte. Hij gaf aan niet mee te willen doen met de extra
instructie. Toen ik met de nabespreking begon, zag ik dat hij niet meedeed n zelfs nog niets had gemaakt. Ik heb hem hier op aangesproken, maar zelfs nadat ik dit
had gedaan, deed hij niet mee. Nu wist ik dat hij niet lekker in zijn vel zat die week, dus ben ik niet boos op hem geworden. Ik heb met hem na de les de opdrachten
samen gemaakt. De rest van de leerlingen begonnen aan de weektaak. Ik heb niet goed rekening gehouden met de kenmerken van de groep, omdat ik J. ook mee had
moeten laten doen met de extra instructie. Ik wist dat hij niet lekker in zijn vel zat, dus had hier rekening mee moeten houden
Wat anderen vinden
Hieronder staat de feedback van mijn mentor beschreven op de les.
Essentile zaken
Het is belangrijk om de kinderen goed in beeld te hebben. Ik had J. namelijk mee moeten laten doen met de extra instructie, zodat hij meer aangestuurd werd om iets
te doen.
Hoe nu verder?
Ik ga de volgende keer goed opletten wie er graag met de extra instructie mee willen doen. Als leerlingen niet mee willen doen waarvan ik denk dat het beter is van
wel, ga ik dit met die leerling(en) bespreken.
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum: 5-04-2016
- Goed dat je groepen heb gemaakt.
- Geef even aan bij wie ze moeten gaan zitten qua plek.
- Leuk spel met wat wel en niet bij de middeleeuwen hoort.
-
Heb je gezien hoe de samenwerking verliep bij de kinderen die elkaar in de sociogram negatief kozen?
Je hebt een goed overzicht.
Goede kijkvragen bij de film.
Ze werken goed aan de opdrachten.
Denk vooraf na over de uitloop.
J. maakt zijn opdrachten niet af, let daarop.
Kaartjes
Fiets
Oudheid
Ridders
Prehistorie
Radio
Jagen
Karel de Grote
Romeinen
Soldaten
Monniken
Boeren