Вы находитесь на странице: 1из 3

Bidden kun je leren…

Inleiding op Bijbelstudie 1 - Zondag 1 augustus 2010 – Anco van Moolenbroek

Ben je ooit begonnen te bidden met de gedachte: Heerlijk! Mijn Vader weet al wat ik nodig heb!?
Waarom koppelt de Heere Jezus gebedshouding aan het Onze Vader?

Inleiding en context
Luk 11 vragen de discipelen om hen te leren bidden, omdat ze dat de Heere Jezus vaak zien doen.
Goed voorbeeld doet goed volgen. Onze Bijbelstudie gaat echter over een gedeelte van de Bergrede.
Ook toen bracht de Heere Jezus de nacht door in gebed. De Bergrede vinden we voor een deel ook in
Lukas, maar dan in H6. In Luk 11 is de Heere Jezus op ‘een zekere plaats’.
Het lijkt er dus op dat de Heere Jezus het Onze Vader twee keer, op verschillende plaatsen, als
voorbeeld gebed gegeven heeft en dat ze daarom ook in beide gedeelten van elkaar verschillen. De
titel van onze Bijbelstudie is dus eigenlijk een vermenging van twee verschillende tekstgedeelten.
We gaan ons echter richten op het gedeelte in Matt. 6.

De Bergrede
De Bergrede wordt de grondwet van het Koninkrijk genoemd. Dat Koninkrijk is nu nog een Koninkrijk
van het hart en in de hemelen. Het onderwijs in de Bergrede is voor de christen, voor het persoonlijk
leven. De Bergrede laat zien dat het besef van Gods aanwezigheid gevolgen heeft voor de keuzes die
je maakt.

In H5 komen onderwerpen aan de orde zoals wie de burgers zijn, wat hun werk is en welke de wetten
van dit Koninkrijk zijn. In dat alles maakt Jezus steeds scherp onderscheid tussen echtheid en
geveinsdheid. Dat is dus de scheidslijn die Jezus aanhoudt: er bij of er buiten.
Geveinsdheid, huichelarij of schijnheiligheid is als je gedrag en intenties niet met elkaar in
overeenstemming zijn.
 De geveinsde verbergt zijn eigenlijke gevoelens en gezindheden
 de huichelaar wendt gevoelens en gezindheden voor, die hij niet bezit
 de schijnheilige gebruikt vroomheid en deugd als een dekmantel om zijne slechte bedoelingen te
verbergen
Geveinsdheid is daarom een groot probleem om tot een waar geloof in Jezus te komen, maar ook om
in Hem te blijven.

Een belangrijk principe in het Koninkrijk is dus dat je gedrag en intenties een volmaakte eenheid zijn
(Matt. 5:48). Dit is niet nieuw, maar de onvolmaaktheid zit zo diep in ons gebakken, dat het nodig is
om dat steeds opnieuw onder ogen te zien. Het gaat om de houding van de mens tegenover zichzelf!
(Lloyd-Jones); sterven aan jezelf!

Het verschil tussen intentie en resultaat is een belangrijke bron van meningsverschillen, ruzies,
miscommunicatie enz. Wij beoordelen anderen op hun gedrag, resultaat; Wij beoordelen onszelf op
intenties, onze bedoelingen. God ziet het hart aan. Jezus dringt dus direct door tot het hart.
Relatie
In H6 gaat het vooral om de relatie van de onderdanen met de Koning. Eigenlijk: de Vader des
Vaderlands. “Uw hemelse Vader…”. Lloyd Jones: “Dit gedeelte geeft ons een beeld van de kinderen
in hun verhouding tot hun Vader op de pelgrimstocht door dit leven.” Het Onze Vader moeten we
daarom niet losmaken uit deze Bergrede, als op zichzelf staand.

Vers 1: uw aalmoes = uw gerechtigheid. (aalmoes in vers 1 zelfde woord als gerechtigheid, aalmoes
in vers 2 heeft een ander grondwoord). Gerechtigheid is de staat van rechtvaardigheid, de conditie
die voor God acceptabel is. Dat sluit dus aan bij het laatste vers van H5: de volmaaktheid.

Die Vader-kind relatie beschrijft Jezus met drie karakteristieken: Geven, Bidden en Vasten
 Geven: rechtvaardig leven – de ander
 Bidden: afhankelijk leven – de Ander
 Vasten: toegewijd leven - jezelf
Voor alle drie geeft Jezus aan hoe het niet moet en hoe het wel moet. Daarbij legt Hij opnieuw de
verkeerde intenties bloot: niet in het openbaar, om gezien te worden.

Gebed
‘Hoe niet en hoe wel’ richt zich op plaats en vorm en inhoud.

 Plaats – niet de straathoek, maar de binnenkamer; in het verborgen hoef je je ook niet anders
voor te doen.
 Vorm – geen omhaal van woorden, maar in het besef: God weet al wat ik nodig heb.
 Inhoud – aanbidding, smeekbede, lofprijzing

Anders gezegd:
1. niet gericht op je eigen persoon, maar op Gods aanwezigheid
2. niet gericht op je eigen gebed, maar op Gods verhoring
3. niet gericht op je eigen wensen, maar op Gods wil
Nodig is dus om in gebed gericht op God te zijn: Hij weet al wat je nodig hebt. Daarom geeft de Heere
Jezus een voorbeeldgebed. Net als een kind: je wilt geven wat nodig is, maar wel eerst vragen! (Het
hebreeuws kent twee grondprincipes voor gebed. Een voor het vrije gebed en een voor het vastgelegde gebed. De
benaming voor vrij gebed betekent zoveel als ‘gerichtheid van het hart’. )

De beloning: vrijheid en vreugde!


Diverse keren wordt in de Bergrede over loon gesproken. Wat in het verborgen door God gezien
wordt, wordt in het openbaar vergolden. Waarom dat laatste zo vertaald is in de SV, weet ik niet. Ik
lees het niet in de grondtaal. De NBV heeft het in elk geval niet vertaald, maar de HSV weer wel. Ik
houd het er op dat met openbaar bedoeld wordt: je hebt zelf weet van je beloning én het werkt uit
(wordt gemerkt) in je dagelijks leven. Wat is dan de beloning? Vreugde en Vrijheid
Geven: het doen van gerechtigheid, voldoening! Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
Bidden: de Vader weet het al, vrijheid die leidt tot vrijmoedigheid.
Vasten: zalf je hoofd = heb vreugde! (ook: laat niemand het merken); niet schijnheilig, maar echte
vreugde! Deze voldoening, vrijmoedigheid en vreugde zal merkbaar zijn in je omgeving.
Bidden kun je leren
Samenvatting en vragen Bijbelstudie 1

 Bergrede – grondwet van het Koninkrijk


 De scheidslijn: er bij of er buiten
 Een belangrijk principe in het Koninkrijk is dus dat je gedrag en The power of prayer does not
intenties een volmaakte eenheid zijn depend on the one who says the
 In H6 gaat het vooral om de relatie van de onderdanen met de Koning; prayer but the One who hears
deze relatie Vader-kind beschrijft Jezus met drie karakteristieken: the prayer.
Geven, Bidden en Vasten
De kracht van het gebed hangt
o Geven: rechtvaardig leven – de ander
niet af van degene die het
o Bidden: afhankelijk leven – de Ander
gebed uitspreekt, maar van
o Vasten: toegewijd leven - jezelf Degenen die het gebed hoort.
 Gebed:
o Plaats – niet de eigen persoon, maar Gods aanwezigheid Max Lucado
o Vorm – niet je eigen gebed, maar Gods verhoring
o Inhoud – niet je eigen wensen, maar Gods wil
 Onze Vader: aanbidding, smeekbeden, lofprijzing
 Loon: voldoening, vrijmoedigheid en vreugde. Dat komt openbaar.

Gespreksvragen
1. Hoe is jouw gebedsleven?
2. Wat zijn de voordelen van bidden in het verborgene?
3. Hoe moeten we ‘volmaakt zijn’ begrijpen? Lees ook 1 Joh 3:21-22.
4. Welke principes voor bidden kun je uit dit Bijbelgedeelte halen?
5. Vader! – vrijheid en vrijmoedigheid. Hoe komt het dat wij vaak zoveel moeite hebben om God
onze Vader te noemen?
6. Wanneer heb je echt vreugde ervaren in je bidden?
7. Wat wil je deze week graag leren over het gebed?

Вам также может понравиться