Werkvorm: Pantomime

Doelen:
De kinderen maken kennis met pantomime
De kinderen leren een voorwerp of situatie te suggereren

Materiaal:
Ballonnen, voor ieder kind één.

Inleiding: 10 min.
 In een kring je naam in de lucht schrijven met verschillende
lichaamsdelen
( neus, voet, knie, elleboog, etc.)

 Naar een van te voren gekozen punt in de ruimte lopen: rechte lijn,
gebogen lijn, trapsgewijs

 In de kring een voorwerp doorgeven en transformeren. De

bewegingen flink uitvergroten.

 Ik ga op reis en ik neem mee…………..de voorwerpen worden in

pantomime uitgebeeld.
Kern: 20 min.
Denkbeeldige krachten met ballonnen.
 De kinderen proberen zelf een aantal dingen uit met de ballon. Ieder
kind doet dit individueel. Trekken, duwen, de ballon wil omhoog
(licht) een zware ballon, de ballon wil er vandoor, etc.
 Laten zien aan elkaar wat er allemaal mogelijk is met denkbeeldige
krachten m.b.v. de ballon
 Met tweetallen maken de kinderen een stukje pantomime met de
ballonnen. (denkbeeldige krachten)

Afsluiting: 10 min.

Het laten zien van de stukjes uit de kern ( laatste opdracht). De overige
kinderen kijken en letten op de volgende dingen:
1. Wat beelden de kinderen uit?
2. Wat werd er heel goed gedaan?

Daarna vertellen de kinderen die het stukje uitvoerden of het klopte met
hun eigen verhaal