Вы находитесь на странице: 1из 2

Extra opgaven Paragraaf 4 1 Wat is de betekenis van relatieve vochtigheid.

Het percentage waterdamp ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht bij een bepaalde temperatuur en luchtdruk. 2 Een psychrometer heeft een temperatuur verschil van 2,5 De natte bol temperatuur is 16 .Hoe groot is de relatieve vochtigheid? Volgens tabel 1: 75 % 3 De relatieve vochtigheid in een lokaal is 71. Het verschil tussen de natte en droge bol is 3. Hoe groot is de temp van de droge bol? Temperatuur natte bol: 15C Dus de droge bol: 15+3= 18C 4 De relatieve vochtigheid in een lokaal is 77. Als de droge bol temp 27 is hoe groot is dan de natte bol temp? Het verschil is 3C dus natte bol: 24C. 5 Waar liggen de gebieden met vochtig klimaat op de wereld.? Tussen 25NB en 40ZB. 6 Waar liggen de gebieden met droge klimaten op de wereld.? Vooral in Afrika. 7 Hoe groot is de gemiddelde vochtigheid in Nederland?. Tussen de 70% en 80%. 8 Noem drie nadelen van een zeer vochtig klimaat. -alles beschimmeld veel sneller -kans op mist -kans op overstromingen 9 Noem drie voordelen van een zeer droog klimaat. -bijna geen begroeiing -droge slijmvliezen -bijna geen voedsel en drinkwater Paragraaf 5 10 Wie was Francis Beaufort. Francis Beaufort was een Engelse admiraal, die de naam van de schaal van de windkracht op zich heeft gekregen: de schaal van Beaufort. 11 Een schoorsteen heeft een hoogte van 3 m en een breedte van 60 cm. Er staat een harde wind. Bereken de druk op de schoorsteen. Bereken de kracht op de schoorsteen. Windsnelheid = 15,5 m/s Winddruk = 15,5 x 0,65 = 156,16 N/m Kracht = 156,16 x (3x0,6) = 281,09 N

12

De wind waait met windkracht 6 Hoe groot is de tegenkracht van de wind als je 1.7 m lang bent en 0,4 meter breedt Zoek eesrt de windsnelheid bij windkracht 6 in m/s. Bereken de gemiddelde snelheid. Bereken ook je oppervlakte. Bereken dan de kracht van de wind. Windsnelheid: tussen de 10,8 en 13,8 m/s = 12,3 m/s Oppervlakte: 1,7 x 0,4 m =0,68 m Winddruk = 12,3 x 0,65 = 98,34 N/m Kracht = 98,34 x 0,68 = 66,87 N 13 Teken een windroos met alle 16 windrichtingen en geef deze aan.

NNW

NNO

NW
WN W

NO
ONO

W
WZ W

O
OZO

ZW
ZZW

ZO

14 Hoe groot was de windkracht bij de overstroming van Zeeland en Zuid Holland in 1953? Windkracht 11, 144 km/h 15 Waarom is het zicht na het voorbijgaan van een koudefront buitengewoon goed? De luchttemperatuur daalt, er is veel regen en onweer. Dus al het vocht is uit de lucht en de mist is weg. 16 Wat is een transmissometer? Daarmee kun je de dichtheid van mist meten. Er schijnt een smalle lichtbundel op een elektrisch schermpje. Hoe minder licht het schermpje opvangt, hoe dichter de mist.

ZZO

Вам также может понравиться