Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
3.1 Kleuren zien 1 2 B Hij ziet helemaal niets meer, ook niet na een tijdje wachten. a
rood oranje geel groen blauw indigo violet
b spectrum 3 1 Te lang in de zon geeft verbrandingen. 2 Je kunt er huidkanker van krijgen. Chantal heeft gelijk. Infrarode (IR) straling is warmte straling. Om bruin te worden heb je ultraviolet (UV) licht nodig Paars gekleurd: zonnebank, blacklight, lamp om bankbiljetten mee te controleren, lamp van een vliegenvanger nachtkijker, afstandbediening, sensor van een inbraakalarm
Rood gekleurd: 6
De rode blouse absorbeert al het blauwe licht. Er wordt dus geen licht teruggekaatst naar je ogen. De blouse lijkt zwart.
Noordhoff Uitgevers bv
30
10 Bij de goede weg hoort de letter B 11 Wit licht: rood T-shirt en een groene broek; Groen licht: zwart T-shirt en een groene broek; Rood licht: rood T-shirt en een zwarte broek; Blauw licht: zwart T-shirt en een zwarte broek.
3.1 Test jezelf 1 a Zonlicht bestaat uit de kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet b Een voorwerp weerkaatst alleen zijn eigen kleur licht. Licht met een andere kleur wordt geabsorbeerd.
2
1 M 2 A 3 G 4 E 5 N 6 T 7 A
3
een rode auto in zonlicht witte schoenen in geel licht een blauwe spijkerbroek in geel licht een groene trui in groen licht
rood
geel
zwart
groen
4
wit licht kun je voelen als warmte bevat alle kleuren van de regenboog hierdoor word je bruin X X IR X UV
5 6
A alleen het rode licht van de zon in ons oog komt Een rode tomaat absorbeert alle kleuren behalve rood. Een zwarte jas weerkaatst alle kleuren. Een spiegel absorbeert alle kleuren licht. Een gekleurd raam laat n kleur licht door. goed fout fout goed
3.2 Licht en schaduw 1 C Je schaduw wordt groter, maar is minder duidelijk te zien dan daarvoor. Lichtstralen volgen rechte lijnen. Een heleboel lichtstralen bij elkaar wordt een lichtbundel genoemd. convergerend divergerend evenwijdig
Noordhoff Uitgevers bv
31
1 L
2 A
3 S
4 E
5 R
Een ondoorzichtig voorwerp houdt de opvallende lichtstralen tegen. Daardoor ontstaat er achter het voorwerp een schaduw.
A Het zonlicht op aarde is een (bijna) evenwijdige lichtbundel. De schaduw kan dus niet groter zijn dan het voorwerp.
Noordhoff Uitgevers bv
32
Noordhoff Uitgevers bv
33
12 Trek vanuit de rand van de kern/halfschaduw de lichtstralen die nog net langs de tafel gaan. Dit zijn de randstralen. De randstralen snijden elkaar boven de tafel. Daar zit de tl-balk.
13 Teken de randstralen.
14 Kernschaduw Halfschaduw
Noordhoff Uitgevers bv
34
16 C D E 17 De maan is een stuk kleiner dan de aarde. De kernschaduw van de maan is dan ook een stuk kleiner dan die van de aarde.
3.2 Test jezelf 1 a Nee, licht gaat altijd langs rechte lijnen. b Als licht op een voorwerp valt dat geen licht doorlaat, ontstaat er achter dat voorwerp een schaduw. c Als de maan in de kernschaduw van de aarde komt. convergerend evenwijdig divergerend
2 3
35
3.3 Lenzen 1 2 A vergroot Het licht breekt naar binnen. voorbeeld van een antwoord:
blauw
rood
blauw
blauw
rood
(bol) 4
(hol)
(bol)
(bol)
(hol)
Bolle lenzen worden ook wel positieve lenzen genoemd. Holle lenzen worden ook wel negatieve lenzen genoemd. Lichtstralen die vr de lens evenwijdig gaan aan de hoofdas, gaan n de lens door het brandpunt:
beeldafstand
= 3,0 cm
Noordhoff Uitgevers bv
36
antwoord: spiegel
De grootte van het voorwerp De grootte van het beeld vergroting = 0,5 cm : 0,9 cm
10 De grootte van het voorwerp De grootte van het beeld vergroting = 0,6 cm : 1,1 cm
11 a De foto is 7,3 cm hoog. Het negatief is 3,6 cm hoog vergroting = grootte van het beeld : grootte van het voorwerp vergroting = 7,3 cm : 3,6 cm = 2,03 b De boom op de foto is 6,5 cm groot. c Op het negatief is de boom 2,03 keer kleiner, dus 3,2 cm d vergroting = grootte van het beeld : grootte van het voorwerp vergroting = 3,2 cm : 830 cm = 0,0039
Noordhoff Uitgevers bv
37
3.3 Test jezelf 1 a Lenzen zijn stukjes hol of bol geslepen glas of kunststof. b Hiervoor gebruik je twee constructiestralen: De lichtstraal die vr de lens evenwijdig gaat aan de hoofdas, gaat n de lens door het brandpunt. De lichtstraal die door het midden van de lens gaat, wordt niet gebroken, maar gaat gewoon rechtdoor. c vergroting = grootte van het beeld : grootte van het voorwerp De juiste stellingen zijn: Licht breekt alleen als het van de ene stof naar een andere stof gaat. Een positieve lens is in het midden dikker dan aan de randen. Een lichtstraal gaat altijd door het brandpunt. Een lichtstraal door het midden van de lens gaat altijd rechtdoor. bolle lenzen hebben een convergerende werking. Holle lenzen hebben een divergerende werking.
Noordhoff Uitgevers bv
38
3.4 Brillen en contactlenzen 1 2 C Ja, je moet dan de loep verder weg houden.
De iris regelt de grootte van de pupil. Bij te veel licht trekt de iris samen. De pupil wordt kleiner. Er komt minder licht in je oog. Er komt wel licht n je oog, maar er niet uit. A Ongeveer gelijk aan de diameter van het oog, 3 cm. a Door de ooglens meer of minder bol te maken. De brandpuntsafstand verandert dan. b Door de lens te verplaatsen. De afstand tussen de lens en film of chip vernadert dan. accomoderen van boven naar beneden: 0,3 m 30 m 3 m
5 6 7
8 9
Noordhoff Uitgevers bv
39
10
11 Bij bijziendheid komen de lichtstralen voor het netvlies samen. Bij verziendheid komen de lichtstralen achter het netvlies samen. 12 foto links: alleen alles dichtbij is scherp te zien (bijziend) foto rechts: alleen alles veraf is scherp te zien (verziend) 13 foto A 14
15
oogafwijking verziend bijziend je ooglens is (te plat / te bol) te plat te bol welke lens helpt? (positief / negatief) positief negatief
3.4 Test jezelf 1 Licht valt in je oog. Eerst via het hoornvlies en de ooglens en daarna op het lichtgevoelige netvlies. Door de vorm van de ooglens te veranderen: platter voor veraf en boller voor dichtbij. Door een bril of contactlenzen met divergerende werking. Dus negatieve lenzen. Verrekijker, microscoop, loep, beamer, (video)camera
Noordhoff Uitgevers bv
40
6
bij een camera: beeldafstand bolling van de lens kan veranderen blijft gelijk bij het oog: blijft gelijk kan veranderen
Je bent bijziend. Je kunt goed dichtbij zien. Je ooglens is te bol. Het beeld wordt voor je netvlies geprojecteerd. Je draagt een bril met negatieve glazen. Als je verziend bent, dan is je ooglens te plat. Je kunt wel goed veraf zien, maar niet dichtbij. De reden is: de ooglens is te plat. Contactlenzen, die positief zijn helpen om goed te zien.
3.5 Spiegelbeelden 1 A De spiegel verwisselt helemaal niet links/rechts, maar alleen voor/achter. B de lijn loodrecht op de spiegel a De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing b Tekening B a t/m d
2 3
Noordhoff Uitgevers bv
41
Het spiegelbeeld staat even ver van de spiegel als het voorwerp, maar dan aan de andere kant. Teken de randstralen m.b.v. de spiegelwet, en/of kijk vanuit het spiegelbeeld
Antwoord: BEELD
Noordhoff Uitgevers bv
42
Kijk vanuit het spiegelbeeld naar de lamp. Zo kun je zien hoe de lichtstraal gaat, die vanuit de lamp op de spiegel valt. Waar deze lichtstraal de spiegel raakt, kaatst hij terug richting je oog.
Een reel beeld staat op zijn kop. Een virtueel beeld staat op zijn kop. Een reel beeld is altijd vergroot. In een spiegel zie je een virtueel beeld.
10 Nee, ze kan zichzelf niet helemaal in de spiegel zien, want er kunnen geen lichtstralen van haar voeten, via de spiegel, in haar oog terecht komen.
3.5 Test jezelf 1 Met de spiegelwet: de hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing. Door het construeren van het gezichtsveld. Hiervoor maak je gebruik van de randstralen. Het beeld is even groot als het voorwerp, het beeld is virtueel en het staat rechtop.
43
Het beeld is even groot en staat even ver van de spiegel vandaan.
De volgende stellingen zijn juist en groen: Een reel beeld staat ondersteboven. Een virtueel beeld staat rechtop. Het beeld van een diaprojector is reel.
Noordhoff Uitgevers bv
44
Examentraining 1
De chauffeur kan de fietser niet zien.
Deze camera registreert de lichaamswarmte van de fietser. De camera werkt ook in het donker. Teken de lichtstralen die door het midden van de lens gaan.
Noordhoff Uitgevers bv
45
Het licht van de lamp wordt ook (verstrooid) weerkaatst door de muren. Hans heeft niet gelijk. IR-straling voel je als warmte en is niet te zien. Behalve IR zendt de lamp ook nog een deel gewoon rood licht uit. Dit is het licht dat Hans kan zien. A afstandbediening C zwart rood rood
8 9
Noordhoff Uitgevers bv
46