Вы находитесь на странице: 1из 2

RD/ndv-243 30/05/2008

Code van goede praktijk voor de terbeschikkingstelling van de asbestinventaris


(ten behoeve van werken met derden)

1. Wettelijke context
Het KB van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers van blootstelling aan asbest (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 maart 2006) heeft de regelgeving inzake de blootstelling aan asbest geactualiseerd en beter omschreven. Dit KB herhaalt de verplichtingen van het KB van 22 juli 1991 tot het opstellen van de asbestinventaris en het opstellen van een beheersprogramma om mogelijke blootstelling aan asbest te voorkomen. Het wijzigt de verwoording maar niet zozeer de inhoud van dit laatste KB inzake de verplichting om de inventaris te overhandigen. De vernieuwde wetgeving schrijft voor dat de werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd die kunnen leiden tot blootstelling van de werknemers van een onderneming van buitenaf, een kopie van de inventaris tegen ontvangstbewijs overhandigt aan de werkgever van deze werknemers. De werkgever van buitenaf die werken uitvoert, moet vooraleer de werken aan te vatten, alle noodzakelijke maatregelen treffen om de materialen te identificeren waarvan vermoed wordt dat ze asbest bevatten. Daartoe vraagt hij aan de werkgever in wiens onderneming hij werken uitvoert de hoger bedoelde asbestinventaris. Het KB van 2006 legt hem daarenboven het verbod op de werkzaamheden aan te vatten, zolang de inventaris niet ter beschikking werd gesteld. Indien er ook maar de geringste twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest in een materiaal of een constructie, moeten deze regels strikt worden gevolgd. Waar het vroegere KB toeliet een uittreksel van de inventaris ter beschikking te stellen, stelt het huidige KB dat een kopie van de inventaris moet overhandigd worden.

2. Praktische uitvoering
Om deze bepalingen op een efficinte en pragmatische werkwijze die voldoet aan de opgelegde regelgeving toe te passen, is volgende werkwijze aanbevolen:

essenscia
Diamant Building Boulevard Auguste Reyerslaan 80 B-1030 Brussel/Bruxelles T +32 2 238 97 11 F +32 2 231 13 01 www.essenscia.be info@essenscia.be
Belgische federatie van de chemische industrie en van life sciences VZW Fdration belge des industries chimiques et des sciences de la vie ASBL

2.1 Bij de bespreking van het contract tussen opdrachtgever en aannemer is de problematiek van mogelijke blootstelling aan asbest een essentieel onderdeel. Het contract moet dan ook vermelden of er op de plaatsen waar de arbeid moet uitgevoerd worden een blootstelling aan asbest mogelijk is (conform de inventaris), en zo ja onder welke omstandigheden. Indien er met zekerheid kan gesteld worden dat er geen blootstelling zal zijn, moet dit ook vermeld worden. Belangrijk hierbij is dat de asbestinventaris volledig en juist is, en de toestand van de asbesttoepassing gekend is (vastgebonden, losgebonden, in goede toestand, ingekapseld, ). Bij twijfel moet eerst uitgeklaard worden of er effectief asbest aanwezig is, en of het noodzakelijk is deze vooraf door een daartoe erkende firma te laten verwijderen. De aannemer deelt mee of hij bepaalde kleine werkzaamheden met beperkt risico op blootstelling mag uitvoeren door daartoe opgeleid personeel. Blootstelling leidt immers tot een ganse reeks verplichtingen: voorafgaande melding van de werken, bijhouden van een register, gezondheidstoezicht en opleiding van de werknemers. Van de totale inhoud van de asbestinventaris zullen (enkel) de voor zijn opdracht relevante delen aan de opdrachtnemer tegen ontvangstbewijs- overhandigd worden. Dit kan gebeuren onder de vorm van plannen of een duidelijke beschrijving van de plaatsen waar asbesthoudende materialen aanwezig zijn. Beide partijen onderzoeken of metingen vereist zijn, wie deze voorziet en wie de persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stelt. 2.2 In de start-werkvergadering worden de uit te voeren werken (uitgebreid) besproken, met specifieke aandacht voor de plaatsen / werken waar blootstelling mogelijk is, de preventiemaatregelen, de aanduiding van de risicoplaatsen en de beschermingsmaatregelen voor de uitvoerders en eventueel in de buurt aanwezige personen. 2.3 Om bij de uitvoering nogmaals duidelijk te wijzen op de eventuele risicos, moet ook de werkvergunning de eventuele aanwezigheid van de asbesthoudende materialen expliciet vermelden. De werkvergunning vermeldt reeds de andere gevaren. In de lijst van te gebruiken beschermingsmiddelen worden deze voor bescherming tegen asbestblootstelling expliciet vermeld.

3. Uitvoering van de werken


Om de problematiek van asbestblootstelling maximaal te beheersen, is een partnership tussen opdrachtgever en aannemer vereist. Waar de aannemer van de opdrachtgever terecht verwacht dat deze alle beschikbare informatie meedeelt en ter beschikking stelt, verwacht de opdrachtgever van de aannemer dat deze laatste alle risicos met betrekking tot de werken aan hem communiceert, bij twijfel bijkomende informatie vraagt, en dat de opdrachtnemer zich actief informeert over alle mogelijke risicos. Conform de wet op het welzijn hebben de aannemers en in voorkomend geval de onderaannemers ten aanzien van hun onderaannemers dezelfde verplichtingen als de opdrachtgever ten aanzien van de aannemers. Het toezicht houdend personeel van zowel opdrachtgever als aannemer ziet toe dat de voorgeschreven technieken en beschermingsmiddelen worden gebruikt conform de uitgevoerde risicoanalyse en gegeven instructies. Bij onvoorziene vaststelling van materialen en handelingen die tot blootstelling aanleiding kunnen geven, worden de werken onderbroken en wordt wederzijds overleg gepleegd. Asbesthoudende materialen worden behandeld/verwijderd volgens de wettelijke bepalingen terzake.

Asbestinventaris RD/NDV-243 Ren Dillen Tel : 02 238 97 77

Вам также может понравиться