Вы находитесь на странице: 1из 1

Jolien Barb Promotor: Annelies Aerts

ERVAREN DYSLECTICI MEER/MINDER


FAALANGST
Dyslectische kinderen zijn vaak faalangstig omdat ze geen grip hebben op hun eigen leren: ze weten niet hoe ze kunnen slagen en denken al op voorhand dat ze het er niet goed van af zullen brengen. Ze worden dan ook meermaals geconfronteerd met faalervaringen.

MOTIVATIE
Dyslectische jongeren zijn vaker gedemotiveerd. De redenen hiervoor zijn verschillend: een opeenstapeling van faalervaringen en onverklaarbare situaties, een laag zelfbeeld, twijfelen aan hun kunnen, wanneer de gegeven uitleg en inoefening niet het gewenst resultaat heeft,

ZELFVERTROUWEN
Diverse studies geven aan dat dyslexie vaak gepaard gaat met een laag gevoel van zelfvertrouwen, wat leidt tot een negatief zelfbeeld. Zo bestaat er een verband tussen zelfbeeld, zelfvertrouwen en de academische prestaties. Ook hebben dyslectici meer kans om gepest te worden.

INZET
Jongeren met leesproblemen moeten constant extra inspanningen leveren om zo te compenseren voor hun problemen. Hun inzet blijft echter vaak ongezien vanwege hun lage resultaten. Dyslectici attribueren hun falen vaak intern en hun succes extern.

SCHAAMTE
Openbare ervaringen van falen in combinatie met grove misverstanden en negatieve feedback kan leiden tot intense gevoelens van schaamte en vernedering. Hoe jonger de dyslect is, hoe meer hij zich zal schamen voor de dyslectische problemen die hij ervaart.

DAN NIET-DYSLECTICI?
METHODE
* Onderzoekspopulatie van 34 12 tot 17-jarigen met dyslexie, waarvan 7 meisjes en 27 jongens. * Controlegroep van 67 12 tot 17-jarigen zonder dyslexie, waarvan 40 meisjes en 27 jongens. * In samenwerking met CODE en 4 secundaire scholen: Den Brandt te Boom, GTI te Duffel, Sint Gummaruscollege te Lier en Sint Ursula Instituut in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. * Op basis van de Vragenlijst voor Studie en ExamenVaardigheden (VASEV) en 7 zelf opgestelde items voor schaamte werden deze gevolgen in kaart gebracht. Deze vragenlijst werd online gezet met Qualtrics.

RESULTATEN
* T-toets: leeftijd werd niet opgenomen als onafhankelijke variabele. De niet-dyslectici zijn gemiddeld ouder (M=13.68) dan de dyslectici (M=13.65), maar dit verschil is niet significant, t(99)=.142, p>.05, r= .014. * MANOVA met als OV dyslexie en geslacht: bij de variabele dyslexie wordt een trend opgemerkt (F(5,93)=2.069, p=.076). Dyslectici scoren lager voor studiewaardering dan niet-dyslectici. Bij de variabele geslacht zien we een marginale significantie voor de schaal zelfvertrouwen, waarbij de vrouwen lager scoren dan mannen. * MANOVA met als OV comorbiditeit en geslacht: geen interactie- of hoofdeffect.

DISCUSSIE
ONDERZOEKSRESULTATEN
* Dyslectici zijn minder gemotiveerd en hechten dus minder waarde aan hun studies dan de niet-dyslectici. * Vrouwelijke adolescenten beschikken over minder zelfvertrouwen dan mannen. * Voor faalangst, schaamte, zelfvertrouwen en studievermijding/inzet konden geen significante verschillen ontdekt worden. Hieruit blijkt dat de dyslectici deze sociaal-emotionele problemen niet meer of minder ervaren dan de niet-dyslectici.

BEPERKINGEN
* De deelnemers van deze studie situeren zich in verschillende studierichtingen, wat een ongekende invloed heeft op hun sociaal en emotioneel welbevinden. * Er komen veel comorbiditeiten en andere stoornissen voor in de dyslectische n de controlegroep. * Kleine groep vrouwelijke dyslectici. * Controlegroep > Onderzoeksgroep * Van de 204 potentile deelnemers heeft maar de helft deelgenomen.

Вам также может понравиться