Вы находитесь на странице: 1из 21

Meer en langer verzuim door depressiviteit: sturen op resources biedt nieuwe oplossing

Somberheid kost werkgever steeds meer geld

November 2012

Samengevat De Wereldgezondheidsorganisatie WHO voorspelt op basis van de huidige trend dat in 2020 depressie de ziekte is met de meest verloren QALYs (kwaliteit van geleefde levensjaren). Van de beroepsbevolking heeft ongeveer 7% een depressie (Andrea et al., 2004). Dit gaat gepaard met gemiddeld 30 dagen verzuim. A 200 euro betekent dit kosten voor een werkgever van 6.000 euro. Het verzuim bij werknemers met een depressie is negen keer zo hoog als bij werknemers zonder depressie. De ziektekosten worden op bijna een miljard euro per jaar geraamd en experts schatten in dat kosten door productiviteitsverlies zeker nog hoger liggen. 22% van het psychisch verzuim wordt veroorzaakt door depressies (Nieuwenhuijzen, 2003). Tussen de 20 en 25% van het totale verzuim heeft een psychische oorzaak. Analyse van 365 onder ruim een miljoen werknemers bevestigt dat het verzuim als gevolg van depressie de afgelopen jaren toeneemt. Over 2010 en 2011 was er een stijging van 55% van het aantal verzuimdagen als gevolg van een depressie. Er zijn 26% meer werknemers die uitvallen als gevolg van depressie en zij verzuimen 22% langer. De stijging zet zich in 2012 voort. De groep werknemers die mentaal niet in staat is met de toegenomen druk op het werk om te gaan, geen hulp inschakelt en vervolgens in somberheid belandt wordt steeds groter. Werknemers blijken - vaak uit angst voor het verlies van hun baan - langer door te lopen met klachten. Het blijkt vaak lastig een depressie te herkennen. Regelmatig wordt een depressie verward met de somberheid die bij overspannenheid of burn-out kan horen. Veel mensen met overspannenheid of burn-out hebben symptomen van depressiviteit, wat niet hetzelfde is als de diagnose depressie. Deze mensen zijn minder vrolijk en hebben - bij het gevoel van overbelasting vaker een sombere stemming. Als de klachten van overbelasting afnemen verbetert ook hun stemming. Als de overspannenheid afneemt maar de somberheid klaart niet op, dan moet juist wel gedacht worden aan een depressie. Een depressie ontstaat uit een samenspel van factoren. De oorsprong kan priv- of werkgerelateerd zijn en loopt in veel gevallen door elkaar heen. Werknemers die depressief zijn kunnen dan nog een tijd aan het werk zijn, maar met een verminderde productiviteit. Werknemers met een depressie hebben concentratieproblemen, moeten meer doen om een redelijke prestatie neer te zetten en zijn vermoeider. Zij functioneren minder dan ze kunnen, maar werken wel door. Dit wordt presentesme genoemd, waarvan de omvang en kosten minder zichtbaar - maar naar alle waarschijnlijkheid hoger - zijn dan absentesme ofwel ziekteverzuim. Er zijn werkgerelateerde oorzaken die bijdragen aan een hoger percentage depressieve werknemers, zoals: te veel werk in combinatie met te weinig mogelijkheden om dit zelf te organiseren, verstoorde arbeidsverhoudingen, dienstverlenende functies met een hoge emotionele werkdruk, zoals in de gezondheidszorg, het onderwijs en sociaal werk. Er is onder andere een grotere kans op een depressie bij mensen met familieleden met een depressie, met weinig probleemoplossend vermogen, die de oorzaken en oplossingen van problemen buiten zichzelf zoeken.
2 365

De positieve psychologie zoekt de oplossing en de aanpak van depressies in het ontwikkelen van positieve emoties en het benutten van resources (energiebronnen), daar waar bij depressie negatieve emoties en belasting een oorzakelijke en onderhoudende rol spelen. Wanneer er onvoldoende toegang is tot resources, neemt de stemming af. Terwijl bij voldoende resources een actieve energieke stemming blijft bestaan. Bij voldoende resources blijft de stemming ook op peil tijdens (mentaal) uitdagende tijden, zoals economische onzekerheid en (ervaren) werkdruk. Net als bij de oorzaak van een depressie zit de oplossing niet alleen in priv, maar juist ook in werk. Voldoende resources voorkomen de doorontwikkeling van negatieve emoties in depressiviteit. Een werknemerwelzijnsbeleid met interventies gebaseerd op de resources is niet alleen effectief in het voorkomen van langdurige uitval, maar versterkt de bevlogenheid en verbetert de prestaties van werknemers. En dat draagt bij aan de continuteit, een van de belangrijkste doelstelling van veel organisaties. Uit een recente studie onder meer dan 3.000 Finse tandartsen (Hakanen & Schaufeli 2012) bleek dat werkgerelateerde stressoren en energiebronnen depressieve symptomen en levensgeluk over langer termijn voorspellen. Uit deze studie is gebleken dat bevlogenheid vanuit het werk bijdraagt aan vermindering van depressieve gevoelens. Organisaties waarin werknemers veel energie, sociale steun en groei ervaren zijn de tegenhangers van organisaties waarin een hoge (ervaren) werkdruk heerst, er weinig ruimte is voor eigen inbreng, weinig steun is en er geen loopbaanmogelijkheden zijn. In de laatste groep is er vaak een hoog ziekteverzuim waarbinnen het percentage depressieve werknemers relatief hoog is. Onderzoek heeft aangetoond dat er bij bevlogen werknemers een wisselwerking is. Zij zitten in een winstspiraal. Het omgekeerde van de winstspiraal is de verliesspiraal: een werknemer ervaart werkdruk door te weinig mogelijkheden om knelpunten in het werk op te lossen, hierdoor neemt het zelfvertrouwen en acties om het probleem op te lossen of anderen te betrekken af. De omgeving neemt een verminderde prestatie waar en gaat deze werknemer minder steunen. De prestaties nemen af, klachten nemen toe en een ziekmelding kan het gevolg zijn. Als somberheid overheersend wordt en losser komt te staan van wisselingen in stemmingen naar aanleiding van mee- en tegenvallende zaken kan er sprake zijn van een major depression (zie hoofdstuk 1) en is dat de oorzaak van verminderde persoonlijke weerbaarheid en in dat geval de (medische) oorzaak van de verliesspiraal. Dit betekent ook dat iemand met adequate behandeling weer in de winstspiraal kan komen. Er zijn twee groepen positieve emoties: objectgebonden en niet objectgebonden. Objectgebonden emoties zijn van kortere termijn en meer wisselend, zoals humor (bij een grap), interesse (bijvoorbeeld voor een hobby), liefde (voor naasten) en vrolijkheid (na een goed bericht, bij gezelligheid). Niet objectgebonden positieve emoties zijn vaak breder, van langere duur en op een stabieler niveau en meer gebonden aan een domein, zoals bevlogenheid voor werk. Belangrijke niet objectgebonden positieve emoties zijn optimisme (de verwachting dat, ook al zijn er onbenvloedbare zaken, dat het leven positieve zaken zal brengen) en hoop (positieve verwachtingen gebaseerd op het bezig blijven met het realiseren van oplossingen).

365

Positieve emoties zoals hoop, optimisme en veerkracht blijken ons te beschermen tegen burn-out en depressie. Werkgevers kunnen gerichter sturen op werk- en persoonsgebonden resources, die onder invloed van positieve emoties aan de ene kant beschermen tegen een negatieve neerwaartse spiraal richting depressie. Aan de andere kant zorgen deze resources voor een betere stemming en meer energie. Hiermee is het onder meer haalbaar verzuim - als gevolg van burn-out - met een derde te verminderen en het verzuim als gevolg van depressie met 10 tot 15% te verminderen. De productiviteit stijgt als gevolg van een verwachte minimale afname van 10 tot 15% van het presentesme. Hiermee verlaagt een werkgever met 100 werknemers zijn kosten indicatief met 12.000 euro en geeft lading aan goed werkgeverschap.

365

Inhoudsopgave Een goed gevoel Hoofdstuk 1. De depressie 1.1 Wat is een depressie? 1.2 Oorzaak of gevolg 1.3 De behandeling 1.4 Beschermende factoren Hoofdstuk 2. De kunst van positief denken 2.1 Depressie en engagement 2.2 Positieve emoties 2.3 Mobiliseren van persoonlijke- en sociale resources 2.4 De winst- en verlies spiraal Hoofdstuk 3. Onderzoek en praktijk 3.1 Mobiliseren van sociale- en persoonlijke resources als behandelmethode 3.2 Een andere benadering van verzuim en preventie 3.3 Praktische tips om positieve emoties te versterken 3.4 Advies werkgever en leidinggevende

365

Een goed gevoel Werknemers werken harder dan ooit door snel veranderende werkomstandigheden en het hoge tempo van innovatie, ingegeven door onder andere de internationale concurrentie.1 De huidige economische onzekerheid leidt tot een verhoogd beroep op de inzet van werknemers. De organisaties die ook in tijden van minder marge de inzetbaarheid van werknemers stimuleren, onderscheiden zich en maken nt dat verschil voor de toekomst van hun organisatie. We zien de laatste tijd een trend van dalend verzuim in combinatie met een stijgende verzuimduur (bron: 365). Werknemers melden zich uit angst minder vaak ziek, maar vallen op den duur langer uit. Mogelijk als gevolg van het niet tijdig reageren op gezondheidssignalen. In dit kader zien we ook meer werknemers met langdurige arbeidsongeschiktheid door depressieve aandoeningen. Een depressie ontstaat uit een samenspel van factoren. De oorsprong kan privof werkgerelateerd zijn en loopt in veel gevallen door elkaar heen. Werknemers die depressief zijn kunnen dan nog een tijd aan het werk zijn, maar met een verminderde productiviteit. Inmiddels kunnen we bevestigen dat depressiviteit ook een negatieve invloed op het werk heeft. Werknemers die vier weken arbeidsongeschikt zijn met een depressie, zijn pas na een gemiddelde verzuimduur van 200 dagen, bijna 30 weken, volledig hervat. 22% van het psychisch verzuim wordt veroorzaakt door depressies (Nieuwenhuijzen, 2003).2 Tussen de 20 en 25% van het totale verzuim heeft een psychische oorzaak. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorspelt op basis van de huidige trend dat in 2020 depressie de ziekte is met de meest verloren

QALYs (kwaliteit van geleefde levensjaren). Over de maatschappelijke kosten maar nog niet te spreken. Kritische kanttekeningen worden geplaatst bij het feit dat depressie toeneemt, vragen over de diagnostiek en de behandeling rijzen. Maar ook over de invloed van onze tijdsgeest op de bekendheid en de betekenis van depressie. Tevens blijkt uit cijfers dat, nu de werkdruk groeit, burn-out onder werknemers ook toeneemt. Door vanuit de resources van werknemers naar het ontstaan van burn-out te kijken, ontstaat er een nieuw perspectief in het voorkomen van langdurige gevolgen van een burn-out voor de werknemer, de directe omgeving en de werkgever (bron: whitepaper Sturen op resources: een nieuwe kijk op burn-out, 365). Meer over deze resources leest u in hoofdstuk 2. Regelmatig wordt een depressie verward met de somberheid die bij overspannenheid of burn-out kan horen. Veel mensen met overspannenheid of burn-out hebben symptomen van depressiviteit, wat niet hetzelfde is als de diagnose depressie. Deze mensen zijn minder vrolijk en hebben - bij het gevoel van overbelasting - vaker een sombere stemming. Als de klachten van overbelasting afnemen, verbetert ook hun stemming. Als de overspannenheid afneemt, maar de somberheid klaart niet op, dan moet juist wel gedacht worden aan een depressie. Depressie kan met behulp van gevalideerde vragenlijsten worden gemeten (screening). Meer over de definitie en het herkennen van depressie leest u in hoofdstuk 1. Na een burn-out kan vaak een depressie volgen. Wat de exacte relatie is tussen burn-out en depressie is nog niet helemaal duidelijk. Over het algemeen wordt burn-out gezien als werkgerelateerd en depressieve aandoeningen als multifactorieel bepaald. De twee zijn verschillend,

1 Van Beek I, Hu Q, Schaufeli WB, Taris TW, Schreurs BH (2012) For fun, love or money: What drives workaholic, engaged, and burned-out employees at work? Appl Psychol 61, 30-55. 2 Nieuwenhuijzen K, de Boer AG, Verbeek JH, Blonk RW, van Dijk FJ. The Depression Anxiety Stress Scales (DASS): detecting anxiety disorder and depression in employees absent from work because mental health problems. Occup Env Med 2003; 60: 177-182.

365

maar er is ook een relatie. Burn-out is een risicofactor voor het ontwikkelen van een depressie. Burn-out symptomen gaan vooraf aan depressieve symptomen en dragen bij aan verminderde algemeen welzijn. Met andere woorden, wanneer er niet iets wordt gedaan aan een burn-out, dan kan dat uitmonden in een depressie. In 2012 gepubliceerd onderzoek geeft nieuw inzicht. Meer hierover leest u in hoofdstuk 2. Het effect van economische onzekerheid op onder meer depressiviteit wordt ook door de WHO onderschreven. Ook stellen zij dat dit effect wel waarschijnlijk is, maar niet onomkeerbaar. Het is mogelijk deze ontwikkeling van depressiviteit tegen te gaan. Ook blijkt dat investeren in de mentale conditie tijdens economisch onzekere tijden, onder aan de streep financieel gunstiger is dan niets doen. 3 D vraag is of depressie toeneemt of dat het vermogen van Werkend Nederland om positieve emoties te verkrijgen afneemt. Positieve emoties zoals hoop, optimisme en veerkracht blijken ons

te beschermen tegen burn-out en depressie. Zij voorkomen de doorontwikkeling van negatieve emoties in depressiviteit. Een werknemerwelzijnsbeleid met interventies gebaseerd op de resources is niet alleen effectief in het voorkomen van langdurige uitval, maar versterkt de bevlogenheid en verbetert de prestaties van werknemers. En dat draagt bij aan de continuteit, een van de belangrijkste doelstellingen van veel organisaties. Aandacht voor positieve emoties begint thuis en op het werk. Uit de praktijk blijkt dat het onvoldoende bekend is hoe je positieve emoties verkrijgt. Met kennis en inzicht op dit vlak is het voor werkgevers en werknemers mogelijk preventief op te treden en ontstaat er een nieuw perspectief. Werkgevers en werknemers kunnen samen door gerichte aandacht voor de werkgebonden- en persoonlijk resources somberheid voorkomen en productiviteit verbeteren.

3 David Stuckler, Sanjay Basu and David McDaid. Depression amidst depression: Mental health effects of the ongoing recession.

365

Cijfers en trends Analyse van 365 onder ruim een miljoen werknemers bevestigt dat het verzuim als gevolg van depressie de afgelopen jaren toeneemt. Over de afgelopen twee jaar (over 2010 en 2011) is er een stijging van 55% van het aantal verzuimdagen als gevolg van een depressie waarneembaar (op een vergelijkbaar totaal aantal werknemers). Er blijken meer werknemers (26%) die uitvallen en in dezelfde periode is de gemiddelde verzuimduur bij werknemers met een depressie met ruim 22% gestegen. De groep werknemers die mentaal niet in staat is met toegenomen druk op het werk om
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2010 Q1 2010 Q2 2010 Q3 2010 Q4 2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4 2012 Q1 2012 Q2 2012 Q3 Vrouw Man

te gaan, geen hulp inschakelt en vervolgens in somberheid belandt wordt steeds groter. Werknemers blijken vaak uit angst voor het verlies van hun baan langer door te lopen met klachten en moeten decompenseren4 met als gevolg erosie van positieve emoties. Er komen steeds meer werknemers met zwaardere symptomen in de Ziektewet. De genoemde stijging zet zich in 2012 voort. De stijging gaat gepaard met een afname van het verzuim (4,3% in de eerste helft van 2012 vergeleken met 4,5% in 2011, bron 365) met minder uitval door lichtere ziektebeelden en betreft dus naast een absolute ook een relatieve toename.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2010 Q1 2010 Q2 2010 Q3 2010 Q4 2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4 2012 Q1 2012 Q2 2012 Q3 Som van 55 jaar en ouder Som van 45-54 jaar Som van 35-44 jaar Som van 25-34 jaar Som van 20-24 jaar Som van 15-19 jaar

Bron:: 365

Bron:: 365

Verdeling van verzuimdagen naar geslacht (2012 Q3, bron 365) mannen 57% vrouwen 43%

Verdeling van verzuimdagen naar leeftijd (2012 Q3. bron 365) 15-19 jaar nihil 20-24 jaar 4% 25-34 jaar 22% 35-44 jaar 30% 45-54 jaar 27% 55 jaar en ouder 17%

4 Indien een mens langere tijd aan grote spanningen of andere druk wordt blootgesteld kan hij psychisch decompenseren. Decompenseren betekent hier het niet meer kunnen compenseren of opvangen van problemen.

365

Volgens Trimbos instituut (peildatum 2010) heeft van de volwassen Nederlandse bevolking tot 65 jaar 18,7% ooit in het leven met een depressieve stoornis te kampen gehad. Bijna een kwart (24,3%) van de vrouwen heeft ooit in het leven een depressieve stoornisgehad, tegenover 13,1% van de mannen. In de afgelopen 12 maanden had 5,2% van de volwassen Nederlandse bevolking tot 65 jaar een depressieve stoornis(mannen 4,1%, vrouwen 6,3%).In totaal haddenongeveer 546.500 inwoners van Nederland in de afgelopen 12 maanden een depressieve stoornis. Van de westerse wereldbevolking lijdt jaarlijks 4% tot 10% aan depressie, en 15% tot 17% heeft ooit in het leven een depressie gehad. De Nederlandse cijfers wijken hier dus niet veel van af.5 Van de beroepsbevolking heeft ongeveer 7% een depressie (Andrea et al., 2004).

5 http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/depressie/feiten-en-cijfers

365

Hoofdstuk 1. De depressie 1.1 Wat is een depressie? De psychiatrie heeft criteria vastgesteld waarop de diagnose depressiviteit kan worden vastgesteld. Deze staan in het diagnostisch handboek van de psychiatrie, de DSM-IV. Van een depressie is sprake als iemand: anger dan twee weken ongewoon somber is L en/of nergens meer plezier in heeft (dit zijn kernsymptomen) en aantal overige klachten (vijf of meer) heeft, E zoals slaapstoornissen, verminderde eetlust, weinig energie, vermoeidheid, concentratieproblemen, besluiteloosheid, traagheid, lichamelijke onrust, schuldgevoelens, gedachten over de dood of zelfdoding anneer de klachten het dagelijks functioneW ren, sociaal of beroepsmatig, verstoren en de persoon hieronder lijdt e klachten niet toe te schrijven zijn aan een D lichamelijke ziekte, rouwreactie, middelengebruik (bijvoorbeeld drugs of medicatie) en dergelijke. Een depressie die voldoet aan deze criteria beschouwen psychiaters internationaal als een major depression. Dit onderscheiden zij van een subklinische depressie, waarbij er sprake is van n kernsymptoom en maximaal drie overige klachten. Er zijn diverse soorten depressie zoals de bipolaire stoornis, dysthyme stoornis en de zogenaamde winterdepressie. De subklinische depressie en de major depression zijn echter de belangrijkste, omdat zij veel voorkomen en veel impact hebben op het functioneren van mensen. Hoe verloopt een depressie en wat is de kans op herhaling? Van de volwassenen die een depressie krijgen, herstelt 50% geleidelijk binnen drie maanden (ook zonder behande-

ling). Bij de andere 50% duurt het langer, tot zelfs 20% van de volwassenen waarbij het langer dan twee jaar duurt. De kans op opnieuw - een tweede - depressie is groot. De helft van de volwassenen die een depressie heeft gehad, krijgt binnen vijf jaar opnieuw een depressie. Na een tweede depressie is de recidiefkans 70% en na drie episodes zelfs 90%. Dit verklaart dat van alle Nederlanders die nu aan een depressie lijden, de helft een eerste depressie heeft en de andere helft een recidief (herhaalde depressie). Het is nog niet zo bekend dat bij herstellende depressieve werknemers vaak eerst de stemming opknapt, maar de beperkingen bij het concentreren, nadenken en de handelingssnelheid langer aanblijven. Met andere woorden, als een werknemer door behandeling is opgeknapt, kunnen er op het werk nog behoorlijke beperkingen zijn bij het uitvoeren van taken. Het is belangrijk dat de behandelaars, bedrijfsartsen, verzekeringsartsen, werkgevers, leidinggevenden en de werknemer zelf hier rekening mee houden. Bepaalde groepen lopen een verhoogd risico op een depressie. Er is een grotere kans op een depressie bij mensen met: amilieleden met een depressie of een depresF sie in het verleden hebben gehad (aanleg) en chronische ziekte en met name bij pijn is er E grote kans dat de combinatie van chronische ziekte en pijn lijdt tot chronische beperkingen einig probleemoplossend vermogen (voorW keur voor afwachten, vermijden en dergelijke bij problemen) en externe locus of control6, dat wil zeggen E dat mensen de oorzaken en oplossingen van hun problemen eerst buiten zichzelf zoeken ogere leeftijd H lleenstaanden A een betaald werk G agere opleiding L

6 Locus of control of beheersingsorintatie is een term uit de psychologie waarmee de mate wordt aangeduid waarin iemand de oorzaken van wat hem overkomt bij zichzelf of juist buiten zichzelf zoekt.

365

10

Er zijn ook werkgerelateerde factoren, die bijdragen tot een verhoogd risico op een depressie bij werknemers: ienstverlenende functies met een hoge emoD tionele werkdruk, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs en sociaal werk et hebben van niet passend werk H e veel werk in combinatie met te weinig mogeT lijkheden om dit zelf te organiseren erstoorde arbeidsverhoudingen V einig sociale steun W esten op het werk7 P 1.2 Oorzaak of gevolg De gevolgen van depressiviteit voor de samenleving zijn groot. Elke dag is 2,8% van de volwassen Nederlanders depressief, zij lijden aan een major depressie. Over een jaar genomen is 5,8% van de Nederlanders een zekere periode depressief geweest. Van de beroepsbevolking heeft ongeveer 7% een depressie (Andrea et al., 2004). Dit gaat gepaard met gemiddeld 30 dagen verzuim. Het verzuim bij werknemers met een depressie is negen keer zo hoog als bij werknemers zonder depressie. De ziektekosten worden op bijna een miljard euro per jaar geraamd en experts schatten in dat kosten door productiviteitsverlies zeker nog hoger liggen. Werknemers met een depressie hebben concentratieproblemen, moeten meer doen om een redelijke prestatie neer te zetten en zijn vermoeider. Zij functioneren minder dan ze kunnen, maar werken door. Dit wordt presentesme genoemd, waarvan de omvang en kosten minder zichtbaar zijn dan absentesme ofwel ziekteverzuim. Trudy Dehue, hoogleraar wetenschapstheorie en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, maakt een opvallende kanttekening over de toename van de diagnose depressie. Zij stelt dat de groei niet komt omdat we de stoornis beter herkennen, maar een gevolg is van een culturele omslag.
7 Bron: Trimbos instituut 8 Bron: Gevoelens van onbehagen, Medisch Contact, 63 nr. 21, mei 2008

Het zou een misverstand zijn dat de depressie zoals we die kennen altijd zou hebben bestaan. Het woord depressie betekent in deze tijd iets heel anders dan in de vorige eeuw. Het is een begrip dat zich voortdurend aanpast aan de tijdsgeest. Depressie is volgens Dehue een menselijke constructie. Het is een naam voor bepaalde gevoelens en gedragingen, een naam die verwijst naar een specifieke omgang daarmee. En als er een biologische grondslag wordt vastgesteld, dan hoeft daar niet automatisch een ziekte uit te volgen. Je kunt het als een teken van beschaving zien om een zware depressie als een ziekte te beschouwen. De invloed van onder meer de media en de farmaceutische industrie hebben het idee van depressie als een hersenziekte verder verspreid. Om depressie een hersenziekte te noemen is volgens Dehue een keuze, vergelijkbaar met een brandwond een huidziekte te noemen. De laatste jaren heeft depressie een nieuwe betekenis gekregen. Ooit stond het woord voor het onvermogen te berusten in het lot, nu heten mensen depressief als ze te veel doen.8 Als een depressie een biologische oorzaak heeft, dan moet deze behandeld worden met antidepressiva. Dehue laat in haar boek zien dat een depressie niet alleen een biologische oorzaak heeft, maar gerelativeerd kan worden. Depressie is een multifactorieel bepaald ziektebeeld met veel gradaties. Dit neemt niet weg dat mensen met een depressie geholpen moeten worden. Er moet juist kritisch naar de beste aanpak gekeken worden. Het blijkt vaak lastig een depressie te herkennen. Regelmatig wordt een depressie verward met de somberheid die bij overspannenheid of burn-out kan horen. Een psychiater of klinisch psycholoog is de enige die exact kan toetsen of iemand aan de criteria van DSM-IV voldoet. Veel mensen met overspannenheid of burn-out hebben symptomen van depressiviteit, wat niet hetzelfde is als de diagnose depressie. Deze mensen zijn minder

11

365

vrolijk en hebben - bij het gevoel van overbelasting - vaker een afgenomen stemming. Als de klachten van overbelasting afnemen verbetert ook hun stemming. Als de overspannenheid afneemt maar de somberheid klaart niet op, dan moet juist wel gedacht worden aan een depressie. 1.3 De behandeling Een behandeling van een depressie gebeurt op verschillende manieren (pillen en praten): met medicatie (antidepressiva) en/of cognitieve gedragstherapie. Een antidepressivum (ook wel stemmingsverbeteraar genoemd) is een medicijn dat de symptomen van een depressie tegengaat, door de invloed op neurotransmitters. Cognitieve gedragstherapie is een mengeling van gedragstherapie met interventies die ontwikkeld zijn vanuit de cognitieve psychologie. De kern is de veronderstelling dat zogenaamde irrationele cognities (gedachten) - ofwel belemmerende overtuigingen - zorgen voor disfunctioneel gedrag, zoals vermijdingsgedrag of agressie. De technieken die gebruikt worden in de cognitieve gedragstherapie richten zich op het veranderen van de inhoud van deze irrationele cognities. Tot een paar jaar geleden bestond - vanuit wetenschappelijk onderzoek - het idee dat depressie te weinig herkend werd en dat het werd onderbehandeld. Dit heeft ertoe bijgedragen dat de laatste tientallen jaren depressie beter herkend werd en steeds meer antidepressiva werden voorgeschreven. Bij latere kritische beoordeling van bestaand wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat antidepressiva niet zo effectief waren als gedacht en dat het beter is als artsen kritischer het beloop van de ziekte afwachten. Naast medicatie worden daarom steeds meer andere behandelmethoden toegepast. Zoals mindfullness en behandeling volgens de principes van de positieve psychologie.

1.4 Beschermende factoren Er zijn factoren die beschermend werken en het risico op het ontwikkelen van een depressie verminderen. De volgende factoren kunnen volgens Trimbos instituut mensen beschermen tegen het ontstaan van een depressie en kunnen mogelijk ingezet worden in preventieve strategien voor het verhogen van de veerkracht en daarmee het bevorderen van de geestelijke gezondheid: elfinzicht, een realistische zelfwaardering, Z zelfvertrouwen egrip, kennis van depressie en wat eraan B gedaan kan worden en gemakkelijke (flexibele) persoonlijkheid E oede interpersoonlijke relaties, makkelijke G omgangsstijl met anderen en gevoel van mastery, het versterken van de E interne locus of control. Dat wil zeggen dat mensen de oorzaken en oplossingen van hun problemen eerst bij zichzelf zoeken et plannen van en deelnemen aan plezierige H activiteiten ysieke activiteiten, sport F (bron: Trimbos instituut)

365

12

Hoofdstuk 2. De kunst van positief denken 2.1 Depressie en engagement Een opvallende bevinding in de studie van Halberg en Schaufeli (2006) is de sterke relatie tussen bevlogenheid en gezondheidsklachten als depressiviteit, lichamelijke klachten en slaapstoornissen.9 Uit een recente studie onder meer dan 3.000 Finse tandartsen over een periode van 7 jaar (Hakanen & Schaufeli 2012)10 naar de vraag wat het effect is van burn-out en engagement op het ontstaan van depressieve symptomen en levensgeluk, bleek dat werkgerelateerde stressoren en energiebronnen depressieve symptomen en levensgeluk over langer termijn voorspellen. Dit was de eerste studie naar dit onderwerp met drie meetmomenten en over zon lange duur. Uit de studie is gebleken dat bevlogenheid een beschermende factor is en vanuit het werk bijdraagt aan algemeen welzijn en vermindering van depressieve gevoelens. Burn-out is een risicofactor voor het ontwikkelen van een depressie. Burn-out symptomen gaan vooraf aan depressieve symptomen en dragen bij aan een verminderd algemeen welzijn. Met andere woorden, wanneer er niet iets wordt gedaan aan een burn-out, dan kan dat uitmonden in een depressie. Deze studie past bij andere studies waaruit blijkt dat welzijn wordt bepaald door positieve gevoelens en niet de afwezigheid van stress. 2.2 Positieve emoties Vanuit de positieve psychologie komt er een ander perspectief op de ontwikkeling en aanpak van depressies. Zij zoekt de oplossing in het ontwikkelen van positieve emoties en het benutten van resources (energiebronnen). Daar waar bij depressie negatieve emoties en belasting een oorzakelijke en onderhoudende rol spelen. Wanneer er onvoldoende toegang is tot resour-

ces, neemt de stemming af. Terwijl bij voldoende resources een actieve energieke stemming blijft bestaan. Bij voldoende resources blijft de stemming ook op peil tijdens (mentaal) uitdagende tijden, zoals economische onzekerheid en (ervaren) werkdruk. Er zijn twee groepen positieve emoties: objectgebonden en niet objectgebonden. Objectgebonden emoties zijn van korte duur en meer wisselend, zoals humor (bij een grap), interesse (bijvoorbeeld voor een hobby), liefde (voor naasten) en vrolijkheid (na een goed bericht, bij gezelligheid). Niet objectgebonden positieve emoties zijn vaak breder, van langere duur en op een stabieler niveau en meer gebonden aan een domein, zoals bevlogenheid voor werk. Belangrijke niet objectgebonden positieve emoties zijn optimisme (de verwachting dat, ook al zijn er onbenvloedbare zaken, dat het leven positieve zaken zal brengen) en hoop (positieve verwachtingen gebaseerd op het bezig blijven met het realiseren van oplossingen). Tevens is het van belang tevredenheid van bevlogenheid te onderscheiden. Bevlogenheid is een positieve emotie die samengaat met een actieve toestand (activiteiten waarvoor de werknemer bevlogen is), waar tevredenheid samengaat met weinig activatie. Dit is de reden dat werkgevers vooral gebaat zijn bij bevlogen werknemers en het niet volstaat om werknemerstevredenheid te meten. Deze verschillen in emoties in samenhang met activatie wordt weergegeven door het Circumflex model voor affect van Russel. Zoals weergegeven op de volgende pagina.

9 Hallberg UE, Schaufeli WB. Same same but different? Can work engagement be discriminated from job involvement and organizational commitment? European Psychologist 2006; 11: 119-127. 10 HakanenJJ, Schaufeli WB (2012). Do burnout and work engagement predict depressive symptoms and life satisfaction? A three-wave seven-year prospective study. Journal of Affective Disorders, 141, 415-424.

13

365

draagt aan een positieve stemming van hun werknemers. De factor voortgang in het werk werd door bijna niemand genoemd. 2.3 Mobiliseren van persoonlijke- en sociale resources De vraag is dus wat tot positieve emoties leidt. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat energiebronnen, ofwel resources, bijdragen aan meer energie en positieve emoties. De resources zijn onder te verdelen naar sociale (vaak werkgebonden) en persoonsgebonden resources. Sociale resources zijn sociale steun, autonomie en groei en ontwikkeling (zie de Whitepaper Sturen op resources, een nieuwe kijk op burnout, 365, pagina 12). Persoonlijke resources zijn optimisme, hoop (zie 2.2), veerkracht (het vermogen om bij tegenslag te reageren en daar zelfs sterker van te worden), zingeving en self-efficacy. Self-efficacy heeft veel te maken met zelfvertrouwen en is gebaseerd op het beheersen van competenties, positieve feedback, uitdagingen aangaan, leren van rolmodellen en door anderen overgehaald worden om uitdagingen aan te gaan.
Sociale resources Autonomie Sociale steun Groei en ontwikkeling Persoonsgebonden resources Positieve emoties (optimisme, hoop) Self-efficacy Veerkracht Zingeving Conditie

Figuur: Circumplex model voor affect van Russel

Er wordt niet vaak genoeg stil gestaan bij de vraag waarom werknemers verschillend reageren op eenzelfde werkomgeving. Waarom wordt de ene werknemer na een aantal jaren depressief, krijgt een ander een burn-out, terwijl weer anderen juist meer bevlogen worden? De onderzoekster Frederickson (2001) vond aanwijzingen voor de Broaden en Build theorie 11, waarin de beleving van positieve emoties leidt tot het uitbreiden van resources. Volgens deze theorie leiden positieve emoties tot gedachten en gedrag zoals het stellen van doelen, onderzoeken van ideen etcetera, die het welzijn op de lange termijn bevorderen. De rol van positieve emoties en hoe dit te sturen is , is op de werkvloer nog relatief onbekend. Een intrigerende bevinding komt uit het onderzoek van T. Amabile en S. Kramer.12 Zij onderzochten in zeven bedrijven honderden werknemers van 26 teams en lieten hen elke dag registreren hoe hun stemming was. Hun stemming bleek vooral bepaald door de mate waarin zij voortgang boekten in hun werk en wanneer zij middelen en steun kregen van hun leidinggevenden en collegas of anderen om deze voortgang te bereiken. Omgekeerd droegen tegenslagen in het werk en onvoldoende steun bij tot de grootste dalingen in stemming. De onderzoekers vroegen in een ander onderzoek aan de managers of zij wisten wat bij-

11 Frederickson BI. The role of positive emotions in positive psychology: The broaden-and-build theory. American Psychologist. 2001; 56: 218-226. 12 Amabile TM, Kramer SJ. The progress principle. Harvard Business Review Press. Boston. 2011.

365

14

Er zijn meerdere onderzoeken waarin is aangetoond, dat werknemers met hogere niveaus van persoonsgebonden resources vaker bevlogen en minder vaak depressief zijn. Hetzelfde geldt voor werknemers van organisaties met veel werkgebonden resources. Organisaties waarin werknemers veel energie, sociale steun en groei ervaren zijn de tegenhangers van organisaties waarin hoge (ervaren) werkdruk heerst, er weinig ruimte is voor eigen inbreng, weinig steun is en er geen loopbaanmogelijkheden zijn. In de laatste groep is er vaak een hoog ziekteverzuim waarbinnen het percentage depressieve werknemers relatief hoog is. Dit zijn aanwijzingen dat de verbanden tussen gezond en ziek - dus tussen een positieve stemming en een depressie - als volgt schematisch weergegeven kunnen worden.

Figuur: Resources/emoties kwadrant

2.4 De Winst- en verliesspiraal Onderzoek (Schaufeli en Bakker) heeft aangetoond dat er bij bevlogen en weinig zieke werknemers een wisselwerking is. Zij zitten in een winstspiraal. Zij worden sterker en krijgen meer gedaan van hun (werk-)omgeving, hebben ook betere relaties, sociale contacten en dergelijke. Dat wil zeggen dat een positief ingestelde werknemer werkt aan sociale vaardigheden, zichzelf vormt en tegelijk zodanig investeert in zijn werkomgeving en relaties dat deze hem meer steunen en ruimte toestaan om eigen plannen te realiseren. Zij zijn in staat een winstspiraal te creren. Zij zijn vaardig op inhoudelijk en/of sociaal gebied, krijgen ruimte van hun werkomgeving om doelen te realiseren, ontwikkelen zich inhoudelijk en/of sociaal verder en krijgen daarna nog meer mogelijkheden. Bij een winstspiraal is er positieve wisselwerking tussen sociale en persoonlijke resources. Dit gaat verder dan relaties tussen oorzaak en gevolg. Twee voorbeelden: 1. In een studie van Llorens et al. (2007)13 werden werknemers van een fastfoodketen gecoached. Het effect van de coaching strekte zich uit tot toegenomen positieve gevoelens de dag erna (in samenhang met meer optimisme) en een aantoonbare hogere omzet de dag erna. 2. In een studie van Fredercison et al (2008)14 deden werknemers mee aan een meditatie workshop gericht op vergroten van empathie. Dit verhoogde hun peil van positieve emoties. Acht weken later werden toegenomen persoonlijke resources (zelfacceptatie en zelfbeheer sing) in samenhang met verhoogd welzijn en minder depressieve gevoelens geconstateerd. Hiermee is een nieuwe oplossingsrichting ontstaan, het verbinden van persoonlijke- en sociale resources.

13 Xanthopoulou D, Bakker AB, Demerouti E, Schaufeli WB. Work engagement and financial returns: A diary study on the role of job and personal resources. J Occup Org Pscyh 2009;82:183-200. 14 Fredrickson BL, Cohn MA, Coffey KA, Pek J, Finkel SM. Open hearts build lives; positve emotions, induced through loving-kindness meditation, build consequential personal resources. J Pers Soc Psych 2008;95:1045-1062.

15

365

Het omgekeerde van de winstspiraal is de verliesspiraal en deze is bekender in het dagelijks leven en uit onderzoek: een werknemer ervaart werkdruk door te weinig mogelijkheden om knelpunten in het werk op te lossen, hierdoor neemt het zelfvertrouwen en acties om het probleem op te lossen of anderen te betrekken af. De omgeving neemt een verminderde prestatie waar en/of minder sociaal gedrag en gaat deze werknemer minder steunen. De prestaties nemen af, klachten nemen toe en een ziekmelding kan het gevolg zijn. In dit proces raden hulpverleners, met goede intenties, vaak rust aan, maar als dit niet gepaard gaat met het beter leren benutten van resources is de werknemer nog niet structureel geholpen. Effectieve verzuimbegeleiding houdt in dat de werknemer ziet hoe persoonlijke en sociale resources beter te benutten en dit perspectief helpt om het optimisme geleidelijk terug te krijgen. Daar waar een werkgever dit herkent en wil investeren in dit proces, kan er weer een winstspiraal ontstaan.

Een aandachtspunt is dat als somberheid overheersend wordt en losser komt te staan van wisselingen in stemmingen naar aanleiding van mee- en tegenvallende zaken. In dat geval kan er sprake zijn van een major depression en is dat de oorzaak van verminderde persoonlijke weerbaarheid en in dat geval de (medische) oorzaak van de verliesspiraal. Dit betekent ook dat iemand met adequate behandeling weer in de winstspiraal kan komen.

Figuur: Winst- en verliesspiraal Toelichting: boven de spiraal ziet u de werkgerelateerde resources en onder de spiraal de persoonlijke resouces

365

16

Hoofdstuk 3. Onderzoek en praktijk 3.1 Mobiliseren van sociale- en persoonlijke resources als behandelmethode Professionele ondersteuning bij het verbeteren van het welzijn van mensen blijkt meer effectief en kostenbesparend, wanneer de regie en de verantwoordelijkheid begint bij de werknemer. De professional die de ondersteuning biedt, mobiliseert daarbij de resources van de werknemer. Dit kan bijvoorbeeld de bedrijfsarts of de leidinggevende zijn. Uit onderstaande voorbeelden blijkt dat er recent een ontwikkeling op gang is gekomen om bij mensen met klachten te sturen op het benutten van persoonlijke en sociale resources. Dit leidt al tot resultaten, maar vraagt om verder onderzoek. Van recentere datum is er onderzoek naar welke stijl van aansturing positieve emoties bij werknemers versterkt en hoe dit kan helpen om depressies (en andere psychische ziektebeelden) bij werknemers te voorkomen. Hiervoor is het nodig om meer interventie-onderzoek te doen en werknemers langere tijd te volgen. Bij shared decision making dragen de werknemer en de professional beiden bij aan het proces van (medische) besluitvorming. De professional legt de werknemer de beschikbare mogelijkheden voor en biedt op deze wijze de nodige resources, zodat de werknemer kan kiezen voor de route die het meest dichtbij zijn unieke culturele en persoonlijke overtuiging past. Dit in tegenstelling tot de klassieke autoritaire route van de professional, waardoor de werknemer in een passieve rol komt. Er wordt bewust gestuurd op de autonomie van de werknemer. Deze methode is al veelvuldig effectief gebleken. Een goed voorbeeld uit de verzuimbegeleiding is de methode van de participatieve werkhervatting waarbij werknemer en leidinggevenden onder begeleiding van een

professional beiden inbrengen wat oplossingen zijn die bijdragen tot een goede rentegratie. Hierbij wordt dus gestuurd op de autonomie van de werknemer en de leidinggevende als sociale resource. Uit het recente onderzoek van Sylvia Vermeulen (2012) is gebleken dat arbeidsongeschikte uitzendkrachten en werkzoekenden die rentegreren met behulp van de participatieve werkmethode gemiddeld 138 dagen sneller aan het werk zijn vergeleken met de groep die dat niet doen.15 Een interessant voorbeeld - buiten het directe werkterrein - van de inzet van sociale resources is het werken vanuit eigen kracht. Op het terrein van zorg en welzijn is het werken vanuit zogenaamde eigen kracht al een bekend fenomeen. Tegenwoordig is deze insteek ook populair bij gemeentelijke welzijnsinstellingen, schuldhulpverlening, woningcorporaties en in de ouderenzorg. Eigen kracht baseert zijn aanpak op de afspraak met de betrokkene eerst het probleem zelfstandig op te lossen, voordat zij overgaan tot hulpverlening. Een effectieve variant is om met ondersteuning, de regie in de kring van de betrokkene te plaatsen. Dit is niet een nieuwe methodiek, maar een omgekeerde besluitvorming van een bestaande methodiek, de regie komt bij de betrokkene - daar waar deze hoort. Onderzoek naar de Eigen Kracht Conferenties (regie in de kring) in de Stadregio Amsterdam laat zien dat met n conferentie in het eerste jaar 17.000 euro aan zorgkosten kan worden bespaard. Onderzoek van TU Delft/Mediation International wijst uit dat bij gezinnen met meerdere problemen er 4,8 miljoen kan worden bespaard over de looptijd van de hulp.16

15 http://www.vumc.nl/onderzoek/6548513/juni-2012/7015398/ 16 Eigen kracht: modewoord of revolutie? De Volkskrant, 13-10-2012

17

365

3.2 Een andere benadering van verzuim en preventie Voorgaande laat zien dat er een andere benadering bij de aanpak van psychische aandoeningen voorhanden is. Hierbij worden de mogelijkheden van de werknemer en zijn/haar omgeving gericht benut. Werknemer en werkgever blijven verantwoordelijk, maar kunnen met een nieuw referentiekader door een andere bril voor bestaande problemen in nieuwe oplossingen leren denken. Wanneer er sprake is van verzuim dan toont dat in zichzelf al aan, dat het huidige denkkader bij arbo- en verzuimbeleid niet altijd voldoet. De huidige methodiek in de markt voor risico-inventarisatie, preventief medisch onderzoek en veel verzuimbegeleiding is er alleen op gericht om risicos op te sporen, werknemers te beschermen, maar bieden onvoldoende middelen om hen in hun kracht te zetten of te herkennen waar weerbaarheid van werknemers afneemt en waardoor. Volgens de resourcebenadering is het nodig om naast stressoren altijd de mate van energiebronnen te meten. Een werknemer die veel stress ervaart kan teveel werkdruk ervaren, maar nog vaker is het een teken dat deze werknemer onvoldoende energiebronnen heeft om problemen te kunnen oplossen. Er is geen werknemer die na ziekte geen uitdagingen meer wil, wel wil de werknemer geholpen worden om de uitdagingen hanteerbaar te maken. Het begrip preventie dient vervangen te worden door een ander begrippenkader, namelijk een methodiek waarbij er enerzijds naar wordt gestreefd om werknemers in een winstspiraal te krijgen en anderzijds monitoring en interventies om werknemers die in een verliesspiraal zitten (door persoonlijke en sociale factoren) te helpen de gezondheidsschade te beperken, te verminderen en om te keren.

Enkele wenselijke consequenties van de resourcebenadering voor hr- en arbodienstverlening zijn: 1. Een risico-inventarisatie die resources meet 2. Een preventief medisch onderzoek die de mentale weerbaarheid en aan-/afwezigheid van resources meet 3. Adequate verzuimbegeleiding behelst het inventariseren van belasting, stressoren en resources 4. Goede verzuimbegeleiding is gericht op duurzame inzetbaarheid en een inventarisatie met de werkgever wat gedaan kan worden om een werknemer blijvend resources te laten benutten 5. Werknemer aanspreken op zijn verantwoordelijkheid om resources te identificeren en te gebruiken 6. Professionals die volgens de uitgangspunten van resourcemanagement werken, zijn zelf rolmodel door scherp te blijven zien wat wel en niet benvloedbaar is, door in oplossingen te blijven geloven en daar doelgericht naar toe te werken 7. Effectieve hr- en arbodienstverlening beschouwt op organisatieniveau hoe het evenwicht tussen resources en stressoren structureel verbeterd kan worden.

365

18

3.3 Praktische tips om positieve emoties te versterken Voor de werknemer algemeen: - Cultiveer positieve emoties - Stop geen energie meer in niet benvloedbare problemen en gebruik deze om wel benvloedbare zaken aan te pakken: - Benut veerkracht - Maak inschattingen gebaseerd op de realiteit - Denk vanuit optimisme/hoop - Blijf zoeken naar oplossingen - Blijf oplossingen verwachten ook al zie je ze nu niet - Benut rolmodellen: als iemand in je omgeving iets kan waarvan je wilt leren; zoek contact en inspiratie bij deze persoon - Benut de kracht van groepen die jou bruikbare en eerlijke feedback geven, gericht op jouw welzijn. Laat je door hen overhalen om dingen uit te proberen. - Probeer met tegenslag en stress mindful om te gaan, dat wil zeggen probeer erin aanwezig te blijven zonder te piekeren of in paniek te raken. Kijk of daardoor wel- en niet benvloedbare zaken duidelijker worden. Specifiek: - Bedenk elke dag drie zaken die goed in je leven gaan en/of waarvoor je dankbaar bent - Pak catastrofen aan door je persoonlijke overtuigingen na te gaan, die bijdragen tot gevoelens van wanhoop en somberheid. Let met name op absolute gedachten als het leven is waardeloos als dit gebeurt, dit is afschuwelijk en gaat niet meer weg. Dit is bijna nooit zo absoluut en ook is het goed om die gedachten uit de dagen. Als het toch gebeurt is mijn leven dan waardeloos of hoe zou ik er dan echt mee omgaan? - Onderzoek jezelf op karaktereigenschappen die je energie en positiviteit geven. Zie www.authentichappiness.org (site van dr. Seligmann, grondlegger van de positieve psychologie) - Wordt de somberheid erger, zoek dan profes-

sionele begeleiding. Kies een evidence based therapie, maar wel n in de vorm die bij je past. 3.4 Advies werkgever en leidinggevende Alhoewel een depressie vaak ontstaat vanuit een combinatie van priv- en werkproblematiek, kunnen werkgevers zelf veel doen om depressiviteit te verhelpen. Aandacht van werkgevers voor werkgebonden- en persoonlijke resources zorgen voor een betere stemming en meer energie, met als gevolg 18% meer productiviteit en 12% meer omzet. De financieel gunstige effecten laten niet lang op zich wachten. Onderzoek bevestigt dat een verbeterde stemming een dag later tot aantoonbare omzetgroei leidt. 1. Inzicht in stemming en persoonlijkeen sociale resources - Inventariseer welke werknemers in een verliesspiraal zitten, ofwel waarvan de weerbaarheid aan het afnemen is. Signalen zijn: minder positieve en vaker negatieve emoties (vaker boosheid, irritatie en huilen). Check dit bij de werknemer en beoordeel samen wat er gedaan kan worden om resources te vergroten en stressoren meer beheersbaar te maken. In de praktijk kan de volgende sleutelvraag helpen: Wie van mijn werknemers zijn in een dalende lijn en kunnen volgend jaar op mijn ziekenlijst staan? Wat kan ik nu doen om dit te voorkomen of te beperken? - Herken het proces bij de werknemer: verminderd zelfvertrouwen na uitval door psychische ziekte is niet hetzelfde als minder motivatie. Geen oplossingen zien kan een gevolg zijn van een depressie. Een stapsgewijze aanpak helpt om stress overzichtelijk en hanteerbaarder te maken. Veel werknemers moeten eerst wat herstellen, voordat ze meer vertrouwen krijgen in zichzelf en de mensen uit hun werkomgeving. Neem het serieus maar geef ook aan dat u verwacht dat dit weer beter gaat worden. - Als de stemmingswisselingen van werknemers frequent en langdurig zijn, los gaan staan van positieve en negatieve gebeurtenissen kan er sprake zijn van een ernstige depressie en is het

19

365

nuttig om een bedrijfsarts in te schakelen voor diagnose, advies over behandeling en het geven van positief perspectief. - 7% van de beroepsbevolking heeft een depressie. In bedrijven met lage (ervaren) werkdruk heeft 6% burn-out en bij hoge (ervaren) werkdruk 15%. Gemiddeld zijn in Nederland 20% van de werknemers bevlogen. Meetinstrumenten zoals de Engagementscan en PMO Plus bieden zicht in de verdeling onder (groepen) werknemers in de categorien depressie/ burn-out en euthymie/bevlogenheid in uw eigen organisatie. Met dit inzicht heeft en houdt u oog op de gewenste beweging - van depressie naar euthymie/bevlogenheid - in uw organisatie. 2. Aanpak door positieve emoties te cultiveren - Wees rolmodel: blijf in oplossingen geloven en dat er van tegenslag te leren valt - Help om op het werk vaker positieve emoties te creren (maar blijf wel uzelf) door te relativeren, positief te zijn en werknemers te steunen in hun activiteiten - Help werknemers beter te onderscheiden wat wel en niet benvloedbaar is bij problemen en knelpunten - Als een afdeling in een verliesspiraal zit, benoem dit in een overleg en kijk hoe u met de afdeling in een winstspiraal komt. Gaat de verliesspiraal door, schakel dan als leidinggevenden human resources in voor hulp en een andere blik. Is dit onvoldoende schakel dan professionals in met expertise van resourcemanagement. - Inspelen op kort frequent verzuim betekent verlagen van de kans op lang verzuim. Signaleer frequent verzuim, ga in gesprek en schakel bij kort frequent verzuim met een sociaal emotionele oorzaak bedrijfsmaatschappelijk werk in. Deze besteedt aandacht aan de diagnostiek van depressie en betrekt bij twijfel de bedrijfsarts. - Ten aanzien van frequent verzuim biedt het resourcemodel een positievere insteek dan de meest gebruikte huidige gedragsmatige modellen. Een werknemer gaat vaak in de ver-

dediging in dergelijke gesprekken. Het is werkzaam als eyeopener te benoemen welke resources werknemers missen en dat de intentie is om hun weerbaarheid te helpen vergroten. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid met een psychische oorzaak. Help eerst door de werknemer ruimte te geven voor stabilisatie en oorzaken controleerbaar te maken. Als een werknemer aan het opknappen en rentegreren is, dan moet er gekeken worden of resources vergroot kunnen worden. Dit heeft een werknemer nodig om na langdurige arbeidsongeschiktheid duurzaam inzetbaar te blijven. Zonder aanvullende maatregelen valt 24% van de werknemer met verzuim door een depressie binnen anderhalf jaar terug in nieuw langdurige arbeidsongeschiktheid door depressie. Dit is te ondervangen door de inzet van een terugval preventie spreekuur met een bedrijfsarts. Instrumenten zoals de Engagementscan en PMO Plus geven werkgevers, leidinggevenden en werknemers regelknoppen om te sturen op de sociale- en persoonlijke resources van (groepen) werknemers Leidinggevenden kunnen met de training Sturen op bevlogenheid leren werknemers in de winstspiraal te brengen en houden

3. Resultaat / winstspiraal - Elke actie die een werknemer ondersteunt om voortgang in het werk te boeken, draagt bij tot positievere emoties bij de werknemer - Bij gerichter sturen op werk- en persoonsgebonden resources is het onder meer haalbaar: - Verzuim als gevolg van burn-out met een derde te verminderen - Verzuim als gevolg van depressie met 10 tot 15% te verminderen - De productiviteit te verbeteren door een minimale afname van 10 tot 15% van het presentesme. Hiermee verlaagt een werkgever met 100 werknemers zijn kosten indicatief met 12.000 euro en geeft lading aan goed werkgeverschap.17

17 De kosten van presentesme worden hierbij geschat op zes tot zeven maal de zichtbare verzuimkosten.

365

20

Handige links en bronnen epressiepreventie. Handleiding voor bedrijfsD artsen. Partnership depressiepreventie Trimbos en NVAB. 2010 rudy Dehue, De depressie epidemie, Augustus T www.authentichappiness.org Wilt u meer weten? Voor meer informatie kunt u terecht bij uw vaste contactpersoon van 365. Of neem contact op via 073 645 63 55 of stuur een e-mail naar customercontactcenter@365.nl. Over 365 365 heeft een eenvoudige missie: het aantal mensen dat cht zin heeft in hun werk vergroten. Want deze mensen zijn positief, energiek en betrokken. Ze hebben plezier in hun werk, leveren betere prestaties en zijn minder vaak ziek. Dat geloven we niet alleen, dat weten we. Door 20 jaar kennis, bewezen ervaring en toegepast wetenschappelijk onderzoek. De 1.200 professionals van 365 geven inzicht in welke mensen in uw organisatie cht zin hebben in hun werk en wie nog niet, en waarom. We adviseren uiteraard binnen de gestelde wet- en regelgeving inzake privacy - hoe dit aantal duurzaam vergroot kan worden. Zo verlaagt 365/ ArboNed het aantal uitgevallen werknemers, zorgt 365/KeurCompany voor een gezonde en veilige werkomgeving, en inspireert 365/Zin organisaties en mensen door de bevlogenheid te vergroten. En zo dragen we effectief bij aan het realiseren van de organisatiedoelstellingen van werkgevers in Nederland. Om dit te bereiken, kijken we niet alleen naar het werk zelf. Maar ook naar de mens achter het werk. Niet alleen naar de uren en dagen dat hij werkt, maar naar alle 365 dagen per jaar. Want, elke dag is belangrijk.

Contact Zwarte Woud 10 3524 SJ Utrecht Postbus 85091 3508 AB Utrecht customercontactcenter@365.nl tel: 073 645 63 55 www.365.nl Auteur Dr. Rob Hoedeman rob.hoedeman@365.nl Rob studeerde Geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht en is stafarts bij 365. Hij verrichte zijn onderzoek aan de afdeling Gezondheidswetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). De titel van het proefschrift luidt: Severe medically unexplained physical symptoms in the sicklisted occupational health population. Tevens is Rob voorzitter van de Kenniskring STECR over lichamelijk onverklaarde klachten en somatisatie en lid namens de NVAB van de landelijke richtlijngroep somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten en somatoforme stoornissen. Mede-auteur Drs. Jennifer van de Pavert jennifer.van.de.pavert@365.nl

Вам также может понравиться