Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
te zijn met de opgaven, zodat zijn aandacht naar de kleuter kan gaan. De handleiding dient steeds bij de testafname voorhanden te zijn. Bij twijfel kan er onmiddellijk worden nagegaan of men correct handelt. Indien het materiaal opgesteld is en de testleider geoefend is, bedraagt de testduur ongeveer 20 minuten per kleuter. De volgorde van de opgaven dient mogelijk behouden te worden. De test is zo opgesteld dat verschillende aandachtspunten elkaar opvolgen, waardoor concentratie en motivatie van de kleuters mogelijk langer aanhouden. De testafname moet in een ontspannen en losse sfeer verlopen, zodat het kind de test niet als een proef ervaart, maar eerder als een spel. Toch moet de kleuter zich aan opgelegde opdracht houden en zich voldoende concentreren. Omdat het gaat om een gestandaardiseerde test moet de waardering zo nauwkeurig mogelijk gebeuren. Dit betekent echter niet dat de tekst exact moet. worden voorgelezen. Het doel is dat de kinderen de opdracht verstaan en kunnen uitvoeren. Om er zeker van te zijn dat alle kinderen een gelijke kans krijgen om de opdracht.te begrijpen, werd besloten om elke opgave door de proefleider te laten demonstreren. De gewenningsoefening (opgave nr. 1) moet steeds uitgevoerd worden vooraleer te beginnen. En oefenpoging is bij elke opgave toegestaan. Zo kan de kleuter wennen aan de opgave en het materiaal. Bij de meeste opgaven is het zinvol om twee oefenpogingen toe te staan. De waarschijnlijkheid dat een kleuter een toevalstreffer maakt in zijn motorisch kunnen is uiterst zelden. (Vb. niemand kan toevallig hoger springen of langer evenwicht bewaren als hij eigenlijk kan) Enkel bij opgave nr. 9 (werpen naar de schijf) kan gesproken worden over een toevalstreffer en daar zullen de pogingen dus beperkt worden tot de toegestane. Slaagt de kleuter bij de oefenpoging, dan wordt de oefenpoging gewaardeerd, tenzij dit. in de opgaven uitdrukkelijk uitgesloten wordt. Dit wordt toegestaan omdat het mogelijk is dat de kleuters hun concentratie of motivatie verliezen. Tip: De opgaven kunnen vereenvoudigd worden door volgende manier van werken te hanteren. Je spreek de kleuter aan: "Kijk eens wat ik kan (terwijl de aandachtspunten opnoemen van de opgave) "Kan jij dat ook?
Benvloeding van de testsituatie door de testleider Een testafname bij vier- tot zesjarige kinderen vergt van de testleider een groot inlevingsvermogen en aanvoelingsvermogen. Deze zijn zeker zo belangrijk als een goede kennis van het. instrument en het vertrouwd zijn met. de waardering van de test. Kleuters reageren in het. algemeen nog vrij gevoelig op een onbekende situatie en weigeren soms alle medewerking wanneer de testleider geen persoonlijke verstandhouding met de kleuter heeft of kan herstellen. Indien de testleider een vertrouwde persoon van het kind is, zal het uitvoeren van de test voor het kind geen probleem vormen. Onzekerheid kan ontstaan wanneer de testafname in een voor de kleuter onbekende instelling, een ongewone omgeving of met een onbekende testleider wordt uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat de testleider van in het. begin een positief emotionele sfeer tracht te creren. Het materiaal en de opgaven hebben een sterk uitnodigend karakter, daardoor worden interesse en motivatie van de kleuter al voor een groot deel opgewekt. Oefenen wordt eveneens toegestaan om het kind zich vertrouwd te laten voelen met de situatie. De kleuter moet steeds de oefening volledig kunnen uitvoeren, ook al is de tijd verstreken. De opgaven moeten zo worden gesteld dat de kleuter zich niet bewust is van falen en slagen voor een opgave. Ook al voert de kleuter de opgave niet correct uit, is het belangrijk van hem te blijven aanmoedigen. (1) Tijdens de. testafname: is het afgeraden van familie van de kleuter toe te laten. Indien de kleuter een te grote angst vertoont. kan de aanwezigheid van een ouder toch een oplossing bieden. Hierbij dient wel uitdrukkelijk afgesproken te worden dat de ouder zich niet mengt in de testafname. Testomstandigheden De kleuter moet lichte kledij dragen en mag naar keuze de oefeningen op blote voeten of met schoenen aan uitvoeren. Enkel bij de evenwichtsoefeningen en het oprapen van het. doek moet er blootsvoets geoefend worden. Indien de opgave niet met beide handen en voeten moet uitgevoerd worden, mag de kleuter zelf kiezen aan welke zijde hij/zij de voorkeur geeft. Bij de opgaven waarbij een stopwatch gebruikt wordt, mogen de tienden afgerond worden.
Testmateriaal De volledige test bestaat uit volgende onderdelen: 1 gymnastiekhoepel met een diameter van 70 cm 1 gymnastiekbal met een diameter van 16 cm 3 werpballen (tennisballen) en twee doosjes (helft van een brooddoos) 1 touw van 2 meter 1 gymnastiekstok van 80 cm. De stok is onderverdeeld in 4 zones van 20 cm (afwisselende kleuren) 1 kartonnen werpschijf met een binnendiameter van 40 cm en een buitendiameter van 50 cm (de kleur van de rand moet sterk contrasteren met die van het midden) 1 luciferdoosje (met een dubbele grootte van het gewone formaat) inclusief 40 lucifers 1 tennisring met een diameter van 17,5 cm 1 katoenen zakdoek van 40 cm op 40 cm 2 viltstiften 1 balanceerstrook van 2m x 10 cm met een grond laag uit textiel 1 meetlint (met onderverdeling in cm) om de afstanden te meten 1 schrijfblok 1 stopwatch met seconden aanduiding 1 kleuterstoel 1 kleutertafel Rol kleefband om de markeringen aan te brengen
Structuur van de test De items hebben betrekking op verschillende dimensies van de motoriek. Ze bevatten zowel groot als klein motorische opdrachten, namelijk:
Motorische dimensie Lichaamsbehendigheid cordinatievaardigheid Fijnmotorische vaardigheid Evenwichtsvermogen Reactiesnelheid Sprongkracht en snelheid Bewegingssnelheid Bewegingsnauwkeurigheid
Opgave nummer 7, 11, 14,16,18 3,4,10 2,8,12,17,18 6,13 15,18 3,5,7 9,10
aan mij te geven. Nadien leg ik de zakdoek weer mooi op de grond en probeer je het met de andere voet.Wacht telkens tot ik" JA" heb gezegd. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering met linker of rechtervoet 2 punten: 1 correcte uitvoering met linker en rechter voet
Beschrijving: De kleuter staat. rechtop voor de proefleider en steekt de hand geopend uit, vingers gestrekt, duim recht omhoog. De proefleider houdt de stok zodanig vast dat het einde ervan tussen de duim en de wijsvinger van het kind bevinden. De afstand tussen hand en stok moet minstens 1 cm bedragen. De proefleider laat de stok zonder verwittiging los. De kleuter dient de stok zo snel mogelijk op te vangen met de uitgestrekte hand (De andere hand mag niet gebruikt worden om te helpen). Er worden twee pogingen ondernomen, de beste wordt gewaardeerd. (1 x lh, 1 x rh) Instructie: Steek je hand even uit. Ik ga zo meteen deze stok loslaten. Kan je dan de stok zo snel mogelijk met je hand grijpen? Laat je andere hand achter je rug. Waardering: O punten: zone 4 of verder 1 punt: zone 2. en 3 2 punten: zone 1
Waardering: O punten: 15 en meer sec 1 punt: 14-12 sec. 2 punten: 11 sec en minder
controleren. Lijn plaatsen op 3m afstand tot de muur. Instructie: Probeer met de bal de schijf in het midden te raken. Om te werpen blijf je achter deze lijn staan. Waardering: 0 punten: geen correcte worp 1 punt: 1 correcte worp 2 punten: 2-4 correcte worpen
Beschrijving: De kleuter dient 2X door een rechtopstaande hoepel te kruipen die door de proefleider loodrecht op de grond wordt vastgehouden. Tijdens het uitvoeren mag de kleuter de handen niet op de grond plaatsen en de hoepel niet met het lichaam aanraken. Aansluitend wordt de opgave van de andere zijde uitgevoerd. Beide pogingen worden gewaardeerd. (2.x) Aanwijzing: het door de hoepel kruipen mag zowel zijwaarts als voorwaarts uitgevoerd worden. Instructie: Maak je zo klein mogelijk om door deze hoepel te kruipen, kan jij erdoor? Eerst vertrekken we aan deze kant en als je erdoor bent proberen we het nog eens, maar dan van de andere kant. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering 2 punten: twee correcte uitvoeringen
1) gekruiste arm-been cordinatie 2) gelijke arm-been cordinatie Instructie: Kan je een spreid-sluitsprong uitvoeren? Als je omhoog springt, spreid je je benen en hef je je armen gestrekt boven je hoofd. Nadien spring je opnieuw, sluit je de benen bij elkaar en brengt de armen gestrekt naast je lichaam. Spring net zolang tot ik 'STOP' zeg. Waardering: O punten: de spreid-sluitsprong kan niet uitgevoerd worden 1 punt correcte uitvoering, maar geen 10 seconden volgehouden cordinatie correct uitgevoerd, maar ritmeonderbrekingen ritmisch correct, maar geen goede bewegingcordinatie 2 punten: correcte uitvoering in tijd, ritme en bewegingscordinatie Gekruist Gelijk Gekruiste cordinatie van armen en benen Gelijke cordinatie van armen en benen
2 punten: 45 cm overschreden
0 punten: kan niet rechtstaan en. niet gaan zitten 1 punt: opstaan of neerzitten lukt correct 2 punten: rechtstaan en neerzitten lukt correct
Motoriektest 4 tot 6 jarige kinderen Test om. de motorische ontwikkelingstoestand na te gaan Scoreformulier Naam:
Omschrijving 1. 2. In een hoepel springen Voorwaarts evenwicht bewaren Specificati es 2x 2x 0 1 2 3. Stippen zetten (Tapping) 10sec 0 1 2 4. Met de tenen een doek oprapen 2x5 0 1 2 5. Zijwaarts over een touw springen 10sec 0 1 2 6. Stok opvangen 2Hn 0 1 2 7. Tennisballen in een doosje 1x3ballen 1 voor 1 overbreng en 0 1 2 8. Achterwaarts evenwicht bewaren 2x 0 1 2 9. Doelworp naar een schijf 4x 0 1 2 10. Lucifers verzamelen 1x2 hoopjes van 20 lucifers 0 1 2 11. Door een hoepel stappen 2x 0 waardering Geen waardering O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen 26 punten en minder 26-37 punten 38 en meer O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen 7 sprongen en minder 8-11 sprongen 12 en meer Zone 4 en stok laten vallen Zone 2 en 3 Zone 1 15sec en meer 14-12 sec 11sec en minder O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen Geen treffer 1rake worp 2-4 rake worpen 71sec en meer 70-54 sec 53 en minder O geen correcte uitvoering Vul in Punten
1 2 12. Op 1 been in een hoepel springen 2x<(2x5se 0 c) 1 2 13. Tennisring opvangen 3x 0 1 2 14. Spreid- en sluitsprong 1x10sec 0 1
1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen O geen correcte uitvoering 1-2 correcte uitvoering meer dan 2 correcte uitvoeringen O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 of meer correcte uitvoeringen Geen correcte uitvoering van de Gekruiste of gelijke sprong -correcte uitvoering, geen 10sec -cordinatie ok, ritmisch niet ok -ritmisch ok, cordinatie nok
2 15. Over een touw springen 2x2 pogingen 0 1 2 16. Rollen om lengteas 2x 0 1 2 17. Opstaan en gaan neerzitten met een bal op hoofd 1x 0 1 2 18. Draaisprong in een hoepel 2x 0 1 2
correct in cordinatie
tijd
ritme
en
Geen correcte sprong Over 35cm. Hoog gesprongen Over 45cm hoog gesprongen O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen Opstaan noch zitten correct Opstaan of zitten correct Opstaan en zitten correct O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen Ruwe score Rang Standaardwaarde
Bijkomende opmerkingen (opvallende kenmerken of beperkingen die het kind heeft Noteer hier zaken die je opvallen bij het kind gedurende de afname van de test De gegevens die hier komen dienen aanvullend te zijn op die van het scoreformulier. Extra benodigdheden te voorzien als je gaat testen: Krijt Een touwtje Enkele duimspijkers, een nageltje, Om de werpschijf op te hangen Enkele viltstiften. Voor elk kind een blad papier (schrijf van tevoren hun naam op de papieren) Een harde kaft met klem en penhouder om je score formulier op te plaatsen, dit werkt zeer efficint Nietjesmachine 1 rol schilderstape 1 digitale weegschaal
Het opstellen van de test Maak van tevoren een klein lusje in het touw, zodat je het onmiddellijk kan gebruiken voor het hoogspringen. Kijk goed uit naar een plaats waar je de schijf deftig kan ophangen. Let op het midden moet op 1 m 50 hangen. Maak met een perforator een gaatje in de schijf en hang er een touwtje door. Verstevig het gaatje eventueel. Zorg vooreen logische volgorde van de testopgaven zodat je geen tijd verliest met heen en weer geloop. Indien je in de school slechts plaats hebt voor n testbatterij, probeer dan twee tot drie minuten later te starten met de volgende kleuter zodat je toch niet te veel tijd verliest
Het uitvoeren van de test Beperk je uitleg! De kleuters hebben veel meer aan je demonstratie. Voorbeeld opgave 2: zeg je terwijl je de opdracht demonstreert: "Kijk ik kan over deze strook stappen zonder dat mijn voeten over de rand komen. Kan jij dat ook?" Voor opgave drie hou je n blad klaar waarop je zelf punten kunt plaatsen: Kijk ik kan heel snel punten plaatsen op dit blad zonder mijn onderarm van deze tafel op te heffen. Kan jij zo snel mogelijk zoveel mogelijk punten op dit blad plaatsen? je houdt het hand van de kleuter nog even vast. Je mag zolang doorgaan tot ik "stop" zeg. "Klaar?" "Start" Bij verschillende opgaven staat er dat de kleuters verschillende pogingen krijgen. Bijvoorbeeld: Opgave 15 hebben de kleuters telkens twee kansen om over elk van de hoogtes te springen: indien de kleuters van de eerste maal over 35 cm springen, ga dan ineens over naar 45cm. Praat niet te veel over wat de kinderen fout kunnen doen dat werkt vaak een foute uitvoering in de hand! Praat over hoe het wel moet, maar beperk je uitleg, geen details ! De scoreformulieren Vul de scoreformulieren van tevoren in voor zover je al kan. (tijdwinst) Niet na de test onmiddellijk het papier van opgave 3 aan het formulier, tel de punten van opgave 3 ook op het einde van de dag, dat bespaart je kostbare testtijd. Op de scoreformulieren zie je twee kolommen Vul in (hier noteer je tijd, hoeveelheid, aantal keer, ..), bij opgaven 2, 4, 6, 8, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17en 18 kan je de score in cijferkolom al aanduiden / omcirkelen Score (hier noteer je nadien de definitieve score): vul deze in op het einde van de dag of tijdens een pauze waarin je niet kan testen (tijdwinst) Tijdens de oefensessie zijn er opgaven waar geen score bijstaat! ! ! ! Let op want op dit moment kan je de resultaten van de testpersoon vergeten en is je moeite voor niets geweest. Een onvolledig scoreformulier wordt gezien als onbetrouwbaar en wordt nadien niet mee verwerkt in je resultaten. Dit wil niet zeggen dat als ditje overkomt, je gewoon zelf een cijfertje kan invullen, want dan breng je de geloofwaardigheid van je onderzoek aanzienlijk op de helling! (1) ZIMM.ER R & VOLKAMER M, Motirktest fr vier- bis sechsjhrige kinder, Manual, Weinheim: Beltz Test Gesellschaft, 1987, 52p.