Вы находитесь на странице: 1из 2

Lesvoorbereiding

Zakelijke gegevens naam student: Sven Breukelaar stageschool: Basisschool Barlo Iselinge klas: VR2C mentor/mentrix: Marleen datum: 28-03-13 aantal leerlingen: 29

tijd: +/- 45/50 min

groep: 7&8

Inhoudelijke gegevens vak of vormingsgebied: Project Horizon Verbreden Curaao. activiteit: Leerlingen hebben de vorige lessen een mindmap gemaakt over Curaao. Bij het land Curaao zijn verschillende deelonderwerp bedacht. De groepjes zijn verdeeld en hebben een deelonderwerp gekregen. Hierover is al enige informatie gezocht. Vandaag gaan de leerlingen onderzoeksvragen opstellen waardoor ze nog meer te weten komen over het deelonderwerp van hun groepje. Componenten van de les beginsituatie van de leerlingen: De leerlingen hebben hun deelonderwerp verder onderzocht en weten er al het nodige van. De leerlingen hebben eerder vragen op moeten stellen om achter een antwoord te komen. De leerlingen hebben vaker een presentatie gehouden voor de klas. Bijvoorbeeld voor een spreekbeurt. De leerlingen kennen de begrippen onderzoeksvragen en deelvragen waarschijnlijk niet. De leerlingen zitten in groepjes van vier tot vijf leerlingen. De leerlingen hebben vaker met hun groepje samengewerkt. Doelen persoonlijk leerdoel (gericht op competenties): Ik laat leerlingen positief op elkaar reageren zodat er een positieve sfeer in het groepje komt en het samenwerken soepel verloopt. (Inter-persoonlijk competent, deeltaak 61) Ik laat leerlingen zelf initiatief nemen zodat het echt hun project en hun onderzoek wordt. Leerlingen zullen zich hierdoor meer betrokken voelen (Pedagogisch competent, deeltaak 64) Ik laat leerlingen op een onderzoekende manier hun horizon verbreden. Hiervoor ga ik MIKaarten inzetten. Leerlingen zullen zelf initiatief moeten nemen en onderzoek doen. (Vakinhoudelijk en didactisch competent, deeltaak 70) Lesdoelen proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: De leerlingen leren verschillende soorten onderzoeksvragen kennen. (Procesdoel, kennisdoel) De leerlingen leren verschillende soorten onderzoeksvragen te formuleren. (procesdoel, vaardigheidsdoel) De leerlingen passen het geleerde toe en stellen 5 onderzoeksvragen op die goed bij hun deelonderwerp past. (productdoel, vaardigheidsdoel) Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben? De antwoorden uit de startopdrachten, laten zien wat de beginsituatie van de leerlingen is. Dit kan later gebruikt worden om te kijken of leerlingen het gesnapt hebben. Vragen onder de les zullen ook aangeven of het duidelijk is. Ook de uiteindelijke antwoorden in het schrift zullen laten zien hoe er gewerkt is. Mijn mentor kan mij reflectie geven.

lesfase

tijd

didactische route (wat doen de kinderen?) leerstof leerling leefwereld

interventies van de leerkracht

organisatie en hulpmiddelen

inleiding 5

X De leerlingen gaan een gesprek voeren met de leerkracht. Tijdens het gesprek moeten de leerlingen goed opletten op de leerkracht. Deze stelt namelijk alleen maar vragen. X De leerlingen vertellen de leerkracht hoe zij het gesprek ervaren hebben. X De leerlingen vertellen waarom er vragen gesteld worden. Ook vertellen de leerlingen welke soorten vragen zij gehoord hebben. Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe. X De leerlingen krijgen uitleg over verschillende soorten vragen: beschrijvende-, verklarende-, vergelijkende- en evaluatieve of waarderende vragen. X De leerlingen krijgen de opdracht om bij een krantenartikel zelf vragen te bedenken. De opgestelde vragen worden daarna besproken in de klas. X De leerlingen gaan kijken naar hun deelonderwerpen en schrijven per groepje 10 vragen op die zij tijdens hun project willen beantwoorden. X Uit de gemaakte vragen kiezen de groepjes met de leerkracht de 5 beste vragen die ze vervolgens helemaal netjes en volgens de regels uitschrijven. X De leerlingen krijgen te horen dat ze nog een les hebben om de onderzoeksvragen helemaal af te maken. Er wordt afgerond.

De leerkracht komt nieuwsgierig binnen en stelt de leerlingen alleen maar vragen. De leerkracht gaat het gesprek over vragen stellen met de leerlingen aan.

2 3

kern 8

De leerkracht vertelt over verschillende soorten onderzoeksvragen. De leerkracht geeft de leerlingen de opdracht om vragen te bedenken en deze te bespreken met de klas. De leerkracht loopt rond om te kijken of alle groepjes goede vragen hebben bedacht en opgesteld. De leerkracht loopt rond en kijkt of er nog vragen zijn.

Digibord wordt gebruikt om verschillende vragen te laten zien. Hier hoort een Prezi bij. De leerlingen schrijven hun vragen op een kladblaadje en vervolgens op een A4blad. Als de vragen zijn goedgekeurd mogen de leerlingen de vragen in hun projectboekje schrijven.

10

10

10

afsluiting 5

Вам также может понравиться