Вы находитесь на странице: 1из 11

logoocw

Intentieverklaring school-ouderbetrokkenheid

aanleiding
Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen werken door in de kwaliteit van een school en
komen de leerprestaties èn de maatschappelijke ontwikkeling van de leerling ten goede. Internationaal
gezien doet Nederland het goed. De relatie tussen de Nederlandse scholen en ouders kenmerkt zich
door een behoorlijke betrokkenheid en een positieve waardering.
Toch doet zich een aantal risicovolle ontwikkelingen voor, die een appèl doen op goede samenwerking
tussen alle partners in en om het primair- en voortgezet onderwijs. De hoge verwachtingen van ouders,
groepen moeilijk bereikbare ouders, maar ook de drempel die veel ouders ervaren in hun contacten
met de school maken dit actueel. Daarnaast wordt schoolpersoneel geconfronteerd met verbaal en
zelfs fysiek geweld van leerlingen en ouders. Tegelijk dienen zich ook juist nieuwe kansen aan, in de
vorm van ontwikkelingen die de samenwerking tussen de school en zijn maatschappelijke omgeving
versterken, zoals de toename van het aantal brede scholen.
Uit de gesprekken die zijn gevoerd in het kader van de Koersen PO en VO is gebleken dat vrijwel alle
betrokkenen in en om de school het nodig en zinvol vinden om de contacten tussen school en ouders op
een aantal punten te verbeteren. Dit beeld wordt versterkt door diverse onderzoeken en de overleggen
die zijn gevoerd met de vertegenwoordigers van het georganiseerd onderwijsveld.

overweging
Alle betrokkenen zijn het er over eens dat het versterken van de ouderbetrokkenheid in de eerste
plaats een zaak is tussen school en ouders.
De relatie tussen school, ouders en leerlingen komt immers op het niveau van de school tot stand. In
dat opzicht functioneert de school als een soort ‘mini-samenleving’ waar maatschappelijke problemen,

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
Contactpersoon: R. van Waardhuizen, T +31-70-4122399
blad 2/11

maar ook kansen, via de schoolpopulatie binnenkomen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau
constateert terecht1 dat er grenzen zijn aan wat we van scholen kunnen verwachten en aan de
mogelijkheden die zij hebben. Alle betrokkenen onderkennen dat het de primaire taak is van de school
om voor kennisoverdracht en burgerschapsvorming te zorgen. Dat betekent in sommige gevallen dat
de school zich ook inspant om randvoorwaarden te scheppen. Deze inspanningen hebben vaak gunstige
maatschappelijke bijeffecten, maar zijn in principe altijd gericht op de primaire opdracht van de
school. Waar het gaat om het bevorderen van een goede relatie met ouders en leerlingen, hebben
scholen wat ons betreft een duidelijke opdracht. Scholen, maar ook ouders en leerlingen zullen daarbij
wel gestimuleerd en ondersteund moeten worden.

doelstelling
De organisaties van ouders, leerlingen, personeel, schoolleiders en werkgevers in het PO en VO (verder
“onderwijs-, leerling- en ouderorganisaties”) en de minister van OCW hebben daarom een aantal
afspraken gemaakt over hoe elk vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid in samenhang een
concrete bijdrage kan leveren aan het versterken van de school-ouderbetrokkenheid. Hieronder
verstaan wij alle niveaus en modaliteiten van contacten tussen school en ouders (gericht op het eigen
kind, de school of de thuissituatie en in de vorm van meeleven, meehelpen, meedenken, en
meebeslissen2).
De hoofdlijnen van deze afspraken zijn neergelegd in deze intentieverklaring. De onderwijs-, leerling-
en ouderorganisaties zullen eind 2005 een werkgroep starten die de opdracht heeft om deze intenties
te vertalen in concrete acties. Daarbij ligt het zwaartepunt bij het betrekken van moeilijk bereikbare
ouders en scholen. Uitgangspunt is dat de onderwijs- en ouderorganisaties initiëren en implementeren
en dat OCW faciliteert.
Alle acties hebben onverkort tot doel de scholen en ouders te stimuleren en te ondersteunen bij hun rol
om de wederzijdse betrokkenheid te vergroten. Deze intentieverklaring biedt zodoende een aanvulling
op en in sommige gevalen een uitwerking van de acties in het kader van de governancebrief, de Wet
Medezeggenschap Scholen, de herijking zorgtrajecten en het verbeteren van de klachtenregeling.

1
“Grenzen aan de maatschappelijke opdracht van de school”, SCP, 05-08-2005, pag. 116
blad 3/11

1. uitwisseling en verspreiding van informatie en good practices


Wij concluderen dat blauwdrukken niet werken, maar goede voorbeelden wèl. Scholen hebben de
ruimte om passend bij hun eigen behoeften en mogelijkheden instrumenten te kiezen die de
betrokkenheid van ouders bij de school versterken. Er bestaan al veel goede voorbeelden, maar de
scholen moeten wel weten waar deze te verkrijgen zijn. De onderwijs- en ouderorganisaties zullen de
good practices vanuit hun verschillende invalshoeken inventariseren, ontwikkelen en beschikbaar
stellen aan ouders, leraren, schoolleiders en besturen.
Informatie over: good practices, methodieken, cursussen en voorlichtingsmateriaal wordt
samengebracht en in medio 2006 beschikbaar gesteld in een openbare databank. De werkgroep stelt
hiertoe een advies op.

Met alleen het verspreiden en benutten van goede voorbeelden zijn we er nog niet. Basisvoorwaarde
voor een optimale school-ouderbetrokkenheid zijn goed geïnformeerde ouders. Ouders moeten weten
hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt en waar zij terecht kunnen met hun vragen.
De minister van OCW stelt sinds 1996 de Onderwijsgidsen voor het PO en VO beschikbaar. Verder
bestaat sinds 2004 het ouderinformatiepunt 5010, waarmee de samenwerkende ouderorganisaties
vragen van ouders over het PO en VO beantwoorden. Daarnaast zijn er tal van initiatieven die
verdieping bieden op onderdelen van deze informatie. De werkgroep komt met een advies over één
informatie- en servicefunctie voor alle ouders met kinderen in het PO en VO. Deze functie is vanaf
2007 beschikbaar.

2. platform allochtone ouders


Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de groep allochtone ouders specifieke aandacht behoeft.
In het Breed Initiatief Maatschappelijke Binding van 26 januari 2005 is een aantal aanbevelingen
gedaan om de positie van allochtone ouders te versterken. Wij willen deze aanbevelingen gestand doen
en zullen ons inspannen om de maatschappelijke betrokkenheid en in het bijzonder die van allochtone
ouders te bevorderen en zichtbaar te maken in de bestaande organisatiestructuren.
De onderwijs-, leerling en ouderorganisaties bezien samen hoe de school-ouderbetrokkenheid van
allochtone ouders kan worden versterkt. Daarnaast worden allochtone ouders betrokken bij en
vertegenwoordigd in hun organisaties. Doel is dat ook allochtone ouders zich thuis voelen bij en
vertegenwoordigd voelen door het georganiseerd onderwijsveld (van scholen tot belangenorganisaties)
en dat scholen worden ondersteund bij het betrekken van allochtone ouders.
-De vier landelijke ouderorganisaties en het instituut voor multiculturele ontwikkeling “Forum” richten
daartoe in samenwerking met de Islamitische Scholen Besturen Organisatie (ISBO), de Vereniging

2
ontleend aan: “Ouders als educatieve partner”, De Wit, september 2005, pag. 14
blad 4/11

van Samenwerkende Werkgeversorganisaties in het Onderwijs (VSWO), het Landelijk Overleg


Minderheden (LOM) en diverse allochtone zelfhulporganisaties een tijdelijk platform van allochtone
ouders op en komen eind 2005 met een uitgewerkt plan van aanpak.
-Daarnaast zullen de besturen- en werkgeversorganisaties zich inspannen om bij te dragen aan het
zichtbaar vertegenwoordigen van allochtonen in besturen en op de werkvloer. Zij zorgen ervoor
dat er (via het project Eutonos) opleiding plaatsvindt en bemiddeling tussen allochtone
(kandidaat)bestuurders en schoolbesturen.

3. wensen van individuele ouders


Naast allochtone kunnen ook specifieke groepen autochtone ouders moeilijk bereikbaar voor zijn voor
de school. De oorzaken variëren van gebrek aan tijd, kennis of overeenstemming in
verwachtingspatroon tot ‘drempelvrees’. Het is een illusie te veronderstellen dat alle ouders in gelijke
mate bij de school betrokken kunnen en moeten worden. Scholen hebben echter wel de opdracht om
een goede relatie met alle ouders en leerlingen te bevorderen. Wij willen ouders en scholen daarom
zoveel mogelijk in de gelegenheid stellen om de kwaliteit van de onderlinge contacten te verbeteren.
De scholen hebben daarbij instrumenten nodig die zijn afgestemd op de uiteenlopende mogelijkheden
van ouders.
Sommige ouders hebben aanvullende wensen ten aanzien van de dienstverlening door de school.
Bij een aantal ouders bestaat bijvoorbeeld de behoefte aan een sluitend dagarrangement voor hun
kind(eren). Scholen kunnen samen met de ouders bezien welke rol zij daarbij kunnen vervullen.
De toename van het aantal brede scholen is een gunstige ontwikkeling waarbij wordt ingespeeld op
op de behoeften van de maatschappelijke omgeving.
-Scholen kunnen voor geschikte methodieken terecht bij de databank.
-De werkgroep zal in kaart brengen wat de behoeften van individuele ouders zijn en in hoeverre de
ouderorganisaties daarop met hun dienstverlening kunnen aansluiten.

4. ouderbetrokkenheid in kwaliteitszorg
Samenwerking tussen school en ouders is van groot belang, omdat dit een positieve invloed heeft op de
kwaliteit van kennisoverdracht, burgerschapsvorming en opvoeding. In het onderwijsverslag over het
schooljaar 2004/2005 zal aandacht worden besteed aan de relatie tussen ouders en school. Aan het
effectief betrekken van ouders gaat het hebben van een schoolvisie op oudercontacten vooraf. Alleen
het hèbben van een visie gaat alle betrokken partijen echter niet ver genoeg. Als het goed is worden de
oudercontacten zichtbaar in de school. Het betrekken van ouders en opvattingen van ouders bij de
cyclus van kwaliteitszorg is daarom een prima aanvulling. Scholen hebben wat ons betreft de opdracht
blad 5/11

om voor een goede relatie met de ouders te zorgen. Zoals gezegd willen de organisaties van ouders,
leerlingen en onderwijs de scholen daarbij graag helpen.
-Scholen kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van de ervaringen en activiteiten naar aanleiding van
het door de onderwijsorganisaties geïnitieerde kwaliteitszorgproject Q*primair.
-Goede voorbeelden worden samengebracht in de databank.

5. versterken van de communicatie


Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen vragen om goede communicatie. Voor alle
betrokkenen moet telkens duidelijk zijn wat zij van elkaar mogen verwachten.
Daarvoor zijn tal van effectieve instrumenten beschikbaar, zoals: intake- en voortgangsgesprekken,
huisbezoeken en school-oudercontracten. Ook deze methodieken worden opgenomen in de eerder
genoemde databank.

De communicatie met ouders vraagt in de eerste plaats om vaardigheden in de manier waarop het
onderwijspersoneel de ouders tegemoet treedt. Daarom zal in overleg met de (post)initiële opleidingen
worden bezien of het scholingsaanbod in vaardigheden voor communicatie en omgang met ouders van
onderwijspersoneel moet worden versterkt.
De minister van OCW laat in het voorjaar van 2006 het scholingsaanbod gericht op de communicatie
en omgang met ouders in kaart brengen.
Indien hiertoe aanleiding bestaat, zal direct daarna worden begonnen met het verder versterken van de
communicatieve vaardigheden van schoolpersoneelsleden.
blad 6/11

6. vergroten van de bestuurlijke betrokkenheid en de medezeggenschap van ouders


School-ouderbetrokkenheid komt op verschillende niveaus tot stand en kan zich richten op het kind, de
school en het schoolbestuur. In deze paragraaf staat het vergroten van de bestuurlijke betrokkenheid
en de medezeggenschap van ouders centraal.
Op het gebied van de herziening van de medezeggenschap en de bestuurlijke verhoudingen zijn
inmiddels vergaande stappen gezet. De wettelijke kaders, die beogen de positie van de verschillende
betrokkenen te borgen, beginnen zich af te tekenen. Daarbij hoort ook dat ouders in voorkomende
gevallen hun rol kunnen spelen als “counterveiling power” ten opzichte van het schoolbestuur.
De positie van de ouders wordt ondermeer versterkt door:
- De voorgestelde WMS3 (zelfstandige bevoegdheden, meer initiatief, versterking informatierecht)
- Schoolbesturen verschaffen actief duidelijkheid over de financiële mogelijkheden die de
georganiseerde ouders (ouderraden, -verenigingen en –geledingen MR) binnen hun school / scholen
hebben. De werkgroep doet een voorstel over hoe dit het beste kan worden georganiseerd.
- De activiteiten in het kader van de governancebrief4 (scholen en hun besturen maken meer werk
van horizontale verantwoording en laten zien waarop ouders hen en waarop zij ouders mogen
aanspreken, bijvoorbeeld door een wettelijke informatieplicht, de invoering van het jaarverslag en
structurele communicatie met ouders over doelen en inzet van middelen)
- De voorbereiding van de herijking zorgtrajecten (bijzondere aandacht voor de positie van ouders:
toegankelijker, transparanter en meer ondersteuning)
- Het verbeteren van de klachtenregeling voor het PO en VO (eind 2005 is het advies gereed over de
verbetering binnen de huidige kaders en medio 2006 wordt advies uitgebracht over de invulling op de
langere termijn.)
- De dienstverlenende activiteiten van de vier landelijke ouderorganisaties
(deskundigheidsbevordering).
De werkgroep komt met een advies over wat er verder nog nodig is om de positie van ouders in de
praktijk te versterken.

3
TK 29 768, nr. 4 (d.d. 31-03-2005)
4
TK 30 183, nr. 1 (d.d. 07-07-2005)
blad 7/11

Als het gaat om de rol die ouders ìn het bestuur kunnen spelen, zijn er verschillende voorbeelden te
noemen die de bestuurlijke betrokkenheid van ouders bevorderen. Zowel de minister als de onderwijs-,
leerling- en ouderorganisaties zien graag dat er meer ouders betrokken zijn bij de schoolbesturen.
De werkgroep zal uiteenzetten hoe de schoolbesturen kunnen worden geholpen om de bestuurlijke
betrokkenheid en medezeggenschap van ouders te versterken. Daarmee wordt tevens de motie De
Vries5 uitgevoerd. De volgende aspecten maken onderdeel uit van die beschrijving:
-Verkenning van de samenstelling van schoolbesturen en de noodzaak en mogelijkheden om hieraan
eisen te stellen.
-Inventarisatie van good practices van bestaande betrokkenheid van ouders bij het besturen van de
school.
-De besturen- en werkgeversorganisaties dragen bij aan het versterken van de bestuurlijke
betrokkenheid door te streven naar een bestuurlijke en personele afspiegeling van de
maatschappelijke verhoudingen uit de omgeving van de school (bijvoorbeeld met het project
Eutonos).
-Bestaande methodieken die besturen helpen om voeling te houden met ouders als: school-
contactpersonen, spreekuren en achterbanraadplegingen.
-De mogelijkheden van het op voordracht van ouders benoemen van bestuursleden.

7. investering
Samen met de onderwijs-, leerling en ouderorganisaties is de minister van OCW zich er van bewust dat
scholen moeten beschikken over voldoende tijd, ruimte, expertise en middelen om de contacten met de
ouders te optimaliseren. In navolging van de Onderwijsraad6 verwachten wij dat scholen de investering
in een goede school-ouderrelatie uiteindelijk zullen terugverdienen door wederzijds begrip, een
plezierige relatie en bereidwilligheid tot medewerking. De minister onderkent het belang van gerichte
aanvullende ondersteuningsactiviteiten voor school-ouderbetrokkenheid. Zij is daarom bereid te bezien
in hoeverre daarvoor, in aanvulling op al beschikbare financiële middelen, verdere facilitering ter
uitvoering van deze activiteiten noodzakelijk is. Daartoe zal het voorstel van de werkgroep worden
afgewacht.

5
TK 29800 VIII, nr.9 (d.d. 04-10-2004)
6
“Sociale vorming en sociale netwerken in het onderwijs”, Onderwijsraad 11-07-2005, pag. 55
blad 8/11

actiepunten
In de intentieverklaring wordt een aantal doelen genoemd waaraan acties worden verbonden.
Hieronder volgt het overzicht van alle actiepunten met betrekking tot de intentieverklaring.
Alle initiatieven richten zich op het primair en voortgezet onderwijs.
Eind 2005 wordt een werkgroep geformeerd, waarin een afgevaardigde vanuit elke geleding van
besturen, schoolmanagers, leerkrachten, ouders en leerlingen zitting heeft. Deze werkgroep start in
november met het vertalen van de hoofdlijnen in concrete producten en mijlpalen en heeft haar
adviezen in het voorjaar van 2006 gereed.

• Advies over de verbetering van de klachtenregeling binnen de huidige kaders (eind 2005)
• Start activiteiten Platform Allochtone Ouders (vanaf 2006)
• Opleiding en bemiddeling tussen allochtone (kandidaat)bestuurders en schoolbesturen
(verlenging subsidieregeling vanaf 2006)
• Scholingsaanbod gericht op communicatie en omgang met ouders in kaart gebracht (voorjaar
2006)
• Schoolbesturen zijn duidelijk over de financiële mogelijkheden die de georganiseerde ouders
(ouderraden, -verenigingen en -geledingen medezeggenschapraad) binnen hun school/scholen
hebben. De werkgroep doet een voorstel over hoe dat het beste kan worden georganiseerd
(voorjaar 2006)
• Advies over hoe de positie van de ouders ten opzichte van de school en haar bestuur in de
praktijk kan worden versterkt, in aanvuling op de WMS, de governancebrief, de herziening
klachtenregeling en de herijking van de zorgstructuren (voorjaar 2006)
• Advies over hoe de besturen kunnen worden geholpen om de bestuurlijke betrokkenheid en de
medezeggenschap van ouders in de praktijk te versterken (voorjaar 2006)
• De behoefte van ouders aan dienstverlening in kaart gebracht en een advies over de rol die de
ouderorganisaties daarbij kunnen spelen (voorjaar 2006)
• Openbare databank met good practices voor alle scholen beschikbaar (medio 2006)
• Advies over herziening van de klachtenregeling op de langere termijn (medio 2006)
• Uitgebreide onderwijsinformatie- en servicefunctie voor alle ouders beschikbaar (vanaf 2007)
blad 9/11

ondertekening
De ondertekenende partijen stellen zich achter de inhoud van deze intentieverklaring en zullen de
komende periode in constructief overleg de geformuleerde intenties omzetten in concrete acties.

Den Haag, 14 november 2005

Mw. M. van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Dhr. Th. Joosten, Bond KBO

Dhr. J. Reulen, KBVO

Dhr. Steen, VBS

Dhr. H. Strietman, Besturenraad

Dhr. Ph. Geelkerken, VOS/ABB


blad 10/11

Dhr. W. van Katwijk, Ouders&COO

Mw. I. van Kesteren, NKO

Dhr. R. Limper, VOO

Mw. J. Winkels, LOBO

Dhr. A. Duif, AVS

Dhr. P. Hettema, Schoolmanagers VO

Dhr. W. Dresscher, AOB

Dhr. H. Evers, CMHF (KVLO)


blad 11/11

Mw. M. Barth, Onderwijsbond CNV

Mw. D. Cuiper, LAKS

Вам также может понравиться