Вы находитесь на странице: 1из 9

Concurrentiestelling (aanbesteden) altijd aangewezen of verplicht?

mr. J.C. (Kees) van de Water, juli 2013, KW Legal Voor sommigen is overheidsinkopen gelijk aan concurrentiestelling c.q. aanbesteden. In onderhavig stuk wordt onder andere ingegaan op de vraag, of bij een gemeentelijke inkoop concurrentiestelling (aanbesteden) altijd aangewezen of verplicht is? 1. Inkoop en aanbesteden Bij een gemeente heeft inkopen veelal betrekking op (handelingen gericht op) de verwerving van werken, leveringen of diensten. Aanbesteden is daarbij (slechts) een vorm van inkoop.1 Gelijk enkelvoudig onderhands 1 op 1 dat ook is.2 Aanbesteden kan in onderhavig verband gedefinieerd worden als: Een vorm van inkoop die uitgaat van concurrentiestelling waarbij verschillende ondernemers in staat worden gesteld om met betrekking tot (de voorgenomen uitvoering van) een werk, een levering of een dienst een aanbod te doen aan de gemeente. En concurrentiestelling als: Het in mededinging oproepen van ondernemers teneinde hen te laten meedingen naar de gunning van een overheidsopdracht3 of een raamovereenkomst.4 Inkoop is zodoende niet per definitie gelijk aan aanbesteden. En voor een inkoop is dus (ook) niet altijd concurrentiestelling vereist. Concurrentiestelling (aanbesteden) ziet feitelijk op de procedure (om te komen tot) en niet op de inhoud5 van een overeenkomst met een ondernemer.
1

Men koopt (dan) in door toepassing van bijv. een meervoudig onderhandse, een nationale openbare of een Europese openbare (aanbestedings-) procedure. 2 Men koopt (dan) in bij een ondernemer naar eigen keuze. 3 Zie voor de (juiste) definitie van een overheidsopdracht, art. 1 lid 2 sub a Richtlijn 2004/18/EG: schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten in de zin van deze richtlijn. Anders: art. 1.1 Aanbestedingswet 2012. 4 Art. 1 lid 5 Richtlijn 2004/18/EG: Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijs en, in voorkomend geval, de beoogde hoeveelheid. 5 Denk bijv. aan de technische specificaties (in welke vorm dan ook) en de overige contractuele voorwaarden.
Pagina 1 van 9

Met betrekking tot een doelmatige6 gemeentelijke inkoop gaat het (echter) primair om de inhoud. En (aldus) in eerste aanleg of in hoofdzaak niet om de procedure. De procedure is in dat verband (slechts) een middel om tot het beoogde gemeentelijke doel te (kunnen) komen.7 2. Motieven voor concurrentiestelling (aanbesteden) In de praktijk zien we een divers aantal motieven om tot concurrentiestelling (aanbesteden) over te (moeten) gaan. Men denkt aan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. De totstandkoming van de interne (EU-) markt. Concurrentie prikkelt ondernemingen, daagt hen uit en houdt hen scherp. Het ontbreken van concurrentie ontneemt prikkels om tot vernieuwing/innovatie over te gaan. Ondernemers moeten kans kunnen maken op opdrachten van de overheid. Concurrentie leidt tot het beste financile aanbod en lagere prijzen. Concurrentie leidt tot meer kwaliteit. Concurrentie moet vanwege het gelijkheidsbeginsel. Concurrentie geeft de markt een kans om tot oplossingen te komen. Concurrentie helpt in de strijd tegen corruptie. Concurrentie vergroot de werkgelegenheid. Concurrentie leidt tot een doelmatige besteding van overheidsgelden. (De totstandkoming van) Concurrentie is de strekking van de Aanbestedingswet 2012.

In het voorkomend geval betreffen het deugdelijke motieven. Van (absolute) wetmatigheden kan echter niet gesproken worden. Elk motief kan immers in het voorkomend geval (ook) genuanceerd worden. Zie hieronder. 3. Nuanceringen met betrekking tot de motieven voor concurrentiestelling (aanbesteden)

3.1 De totstandkoming van de interne (EU-) markt In overweging 2 van Richtlijn 2004/18/EG is opgenomen: Bij het plaatsen van overheidsopdrachten die worden afgesloten in de lidstaten voor rekening van de staat, territoriale lichamen en andere publiekrechtelijke instellingen moeten de beginselen van het Verdrag geerbiedigd worden, met name het vrije verkeer van goederen, vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van diensten, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, het discriminatieverbod, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. Voor overheidsopdrachten boven een bepaalde waarde is het echter raadzaam om bepalingen voor de cordinatie door de Gemeenschap van de nationale procedures voor de plaatsing van dergelijke opdrachten op te stellen die gebaseerd zijn op die
6

Onder doelmatig kan worden verstaan: Effectief en efficint, in de zin dat de inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel en de kosten in redelijke verhouding staan tot de opbrengsten. 7 De gedachte Alles (openbaar) aanbesteden verheft daarmee een (feitelijk) middel tot een doel op zich.
Pagina 2 van 9

beginselen, om ervoor te zorgen dat zij effect sorteren en daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten te garanderen. Bijgevolg moeten deze cordinatiebepalingen overeenkomstig voornoemde regels en beginselen alsmede overeenkomstig de andere Verdragsregels worden uitgelegd. Teneinde een interne (EU) markt tot stand te laten komen, moet (aldus) met betrekking tot bepaalde overheidsopdrachten concurrentiestelling plaatsvinden. Er moet worden aanbesteed. En tegen dit (politieke) standpunt is weinig in te brengen. De hoofdregel in Europees verband is dan ook:8 Bij het plaatsen van hun overheidsopdrachten maken de aanbestedende diensten gebruik van de nationale procedures die voor de toepassing van deze richtlijn zijn aangepast. Zij maken voor het plaatsen van deze overheidsopdrachten gebruik van de openbare of de niet-openbare procedure.9 Echter, Richtlijn 2004/18/EG is slechts van toepassing op overheidsopdrachten die het Europese drempelbedrag in kwestie overschrijden. Onder de drempelbedragen vindt de Richtlijn geen toepassing. Zie bijvoorbeeld HvJEU 19 december 2012 in zaak C-159/11 r.o. 23: Vooraf zij erop gewezen dat de toepassing van richtlijn 2004/18 op een overheidsopdracht afhankelijk is van de voorwaarde dat de geraamde waarde ervan de in artikel 7, sub b, van deze richtlijn vastgestelde drempel bereikt, rekening houdend met de normale marktwaarde van de werken, de leveringen of de diensten waarop deze overheidsopdracht betrekking heeft. Is dit niet het geval, dan zijn de fundamentele regels en de algemene beginselen van het VWEU, inzonderheid het beginsel van gelijke behandeling en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit, alsook de daaruit voortvloeiende transparantieverplichting van toepassing, voor zover de betrokken opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang vertoont, met name gelet op het belang en de plaats van uitvoering ervan (zie in die zin met name arrest van 15 mei 2008, SECAP en Santorso, C-147/06 en C-148/06, Jurispr. blz. I-3565, punten 20, 21 en 31 en aldaar aangehaalde rechtspraak). En heeft een overheidsopdracht onder de Europese drempel gn duidelijk grensoverschrijdend belang, dan behoeft op basis van de Verdragsregels en -beginselen (verder) ook geen concurrentiestelling tussen de Nederlandse ondernemers plaats te vinden. Zie bijvoorbeeld r.o. 12 van HvJEU 22 december 2010, C-245/09 (Omalet NV): Het is namelijk vaste rechtspraak dat de Verdragsbepalingen betreffende de vrijheid van dienstverrichting niet van toepassing zijn op activiteiten waarvan alle relevante elementen geheel in de interne sfeer van een enkele lidstaat liggen (zie met name arresten van 9
8 9

Zie artikel 28 Richtlijn 2004/18/EG. Art. 1 lid 11 sub a en sub b Richtlijn 2004/18/EG: Openbare procedures zijn de procedures waarbij alle belangstellende ondernemers mogen inschrijven. Niet-openbare procedures zijn de procedures waaraan alle ondernemers mogen verzoeken deel te nemen, maar waarbij alleen de door de aanbestedende dienst aangezochte ondernemers mogen inschrijven.
Pagina 3 van 9

september 1999, RI.SAN., C-108/98, Jurispr. blz. I-5219, punt 23, en 21 oktober 1999, Jgerskild, C-97/98, Jurispr. blz. I-7319, punt 42).10 In zuiver interne situaties binnen een lidstaat gelden de EU Verdragsregels en -beginselen (dus) niet. Concurrentiestelling (aanbesteden) als gevolg van de EU Verdragsregels en -beginselen is dan dus (ook) niet verplicht. Voorts kent (zelfs) Richtlijn 2004/18/EG uitzonderingen of omstandigheden waarin zij geen toepassing vindt.11 Men denkt aan: Artikel 16 inzake de Specifieke uitsluitingen, en; Artikel 17 inzake de Concessieovereenkomsten voor diensten, en; Artikel 18 inzake de Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten, en; Artikel 21 inzake de Opdrachten voor de in bijlage II B vermelde diensten.

En uit de jurisprudentie kent men het inbesteden.12 Dat ook niet van concurrentiestelling (aanbesteden) uit gaat. Kortom, niet alles hoeft te worden aanbesteed.13 En dit biedt in het voorkomend geval meer kansen en mogelijkheden om tot een doelmatige inkoop over te (kunnen) gaan. 3.2 Concurrentie prikkelt ondernemingen, daagt hen uit en houdt hen scherp Dit motief gaat uit van de gedachte, dat wanneer er geen concurrentie bestaat, een onderneming geen moeite meer doet of hoeft te doen om het zijn klanten nog naar de zin te maken.14 Door bijvoorbeeld een adequaat leveranciers15- en contractmanagement16 is het echter (ook) mogelijk om een onderneming te (blijven) prikkelen. Het bedrijfsleven maakt (immers) ook niet altijd gebruik
10

R.o. 23 van HvJEG 9 september 1999, C-108/98 (RI.SAN) luidt: Mitsdien moet op de eerste vraag worden geantwoord, dat artikel 55 van het Verdrag niet van toepassing is in een situatie als die van het hoofdgeding, die zich in al haar aspecten binnen een enkele lidstaat afspeelt en uit dien hoofde geen enkel aanknopingspunt heeft met de door het gemeenschapsrecht geregelde situaties op het gebied van het vrije verkeer van personen en diensten. 11 Zie (deels) ook afdeling 2.1.3 en paragraaf 2.2.2.4 Aanbestedingswet 2012. 12 Zie bijv. HvJEU 29 november 2012 in de gevoegde zaken C-182/11 en C-183/11 (Econord SpA). 13 Gemeenten zijn (overigens) ook niet op grond van het (Europese) loyaliteitsbeginsel verplicht om tot concurrentiestelling (aanbesteden) over te gaan, als het EU-recht hen hiertoe niet verplicht. 14 De klant moet toch kopen. De klant zal in die gedachte uiteindelijk (ook) een hogere prijs moeten betalen of met een slechter product genoegen moeten nemen. 15 Het bewust kiezen voor een type relatie met een ondernemer, en daar (vervolgens) ook naar handelen, levert toegevoegde waarde op. Door het vaststellen van het juiste type relatie met een ondernemer kan bijv. de (potentile) waarde van (belangrijke) ondernemers meer benut worden. Voorkomende leveranciersrelaties zijn bijv. de eenmalige levering, een preferred suppliership of (zelfs) een strategic partnership. 16 Actief contractmanagement leidt er o.a. toe, dat de met een ondernemer aangegane overeenkomst kan worden bewaakt op basis van de tussen partijen in de overeenkomst vastgelegde prestatie-indicatoren.
Pagina 4 van 9

van aanbesteden.17 De betreffende inkopers zijn daar (dus) blijkbaar op de een of andere manier (wel) in staat om hun leveranciers gemotiveerd en scherp te houden.18 19 Verder kan worden opgemerkt, dat na elke aanbestedingsprocedure die tot een gunning leidt, feitelijk een monopolie voor de betreffende opdrachtnemer ontstaat. 3.3 Het ontbreken van concurrentie ontneemt prikkels om tot vernieuwing/innovatie over te gaan Ook zonder concurrentiestelling (aanbesteden) is het mogelijk om de vereiste prikkels te creren. Vernieuwing en/of innovatie wordt namelijk niet bepaald door de procedure, maar door de inhoud.20 Door bijvoorbeeld product- en marktkennis, kostendeskundigheid, kennis omtrent (de mogelijkheden van) contractvorming21 en een adequaat leveranciers- en contractmanagement kan ook (net zo goed) enkelvoudig onderhands 1 op 1 tot vernieuwing en/of innovatie worden overgegaan.22 3.4 Ondernemers moeten kans kunnen maken op opdrachten van de overheid Dit motief ligt feitelijk nergens wettelijk vast. Maar kan een - al dan niet om politieke redenen ingegeven - beleidsmotief zijn.23 Dit motief kan echter in het voorkomend geval voorbij gaan aan de concrete gemeentelijke inkoopbehoefte die vervuld moet worden.24 En men kan dus in het voorkomend geval onnodig doelmatige kansen laten liggen. Of (onnodig) kosten maken. Daarnaast, voor dit motief is niet per se concurrentiestelling (aanbesteden) vereist. Een rouleersysteem25 kan bijvoorbeeld hetzelfde resultaat (ieder op zijn beurt een kans) opleveren. 3.5 Concurrentie leidt tot het beste financile aanbod en lagere prijzen Het beste financile aanbod en lagere prijzen kan met de nodige (vereiste) kennis omtrent de markt, het product, de kosten en door onderhandelingsvaardigheden even goed bereikt worden door te onderhandelen met n ondernemer.26
17 18

En bijna nooit van openbaar aanbesteden. (Te behalen) Doelstellingen, resultaten, productontwikkelingen (innovatie) of incentives kunnen bijv. in het contract worden overeengekomen. 19 Onverminderd het gegeven, dat de inkoper (in verband met bijv. het leveranciersrisico) actief o p zoek blijft gaan naar alternatieven (m.b.t. producten en leveranciers). 20 Door de contractuele bepalingen. Te behalen productontwikkelingen (innovatie) en daartoe behorende incentives kunnen bijv. in het contract worden opgenomen. Concurrentiestelling (aanbesteden) staat hier los van. 21 Zie bijv. ook mijn artikel Wat goed overheidsinkopen minst genomen vereist , o.a. te vinden op Aanbestedingsrecht in de praktijk, keesvandewater.blogspot.com. 22 Door middel van doordacht leveranciersmanagement kan bijv. tot afspraken worden gekomen met strategische partners voor de middellange of lange termijn. Zulke partnership relaties worden vaak (juist) ingestoken op (gezamenlijk) investeren en innoveren. 23 En vastliggen in het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid in de vorm van bijv. (gemeentelijke) onderdrempels. 24 Stel dat weloverwogen, op basis van bijv. product- en marktkennis en kostendeskundigheid, de juiste/beste opdrachtnemer (reeds) bekend is of voor de hand ligt? Waarom dan nog concurrentie stellen (aanbesteden)? 25 Gebaseerd op een long of short list van ondernemers.
Pagina 5 van 9

Daarnaast zal het beste financile aanbod en lagere prijzen ook altijd (tenminste) worden bepaald door de concrete productspecificatie.27 Een slechte productspecificatie zal (uiteindelijk) nooit leiden tot het beste financile aanbod en lagere prijzen.28 29 Tevens leidt concurrentiestelling (aanbesteden) tot (inschrijvings-) kosten.30 En die kunnen (uiteindelijk) voor rekening van de gemeente komen. 3.6 Concurrentie leidt tot meer kwaliteit Kwaliteit zal (toch) altijd tenminste worden bepaald door de concrete productspecificatie. Dus door de inhoud. Kwaliteit wordt niet bepaald door (slechts) concurrentiestelling (de procedure). En ook hier geldt, dat door bijvoorbeeld product- en marktkennis, kostendeskundigheid, kennis omtrent (de mogelijkheden van) contractvorming, onderhandelingsvaardigheden en een adequaat leveranciers- en contractmanagement ook (net zo goed) enkelvoudig onderhands 1 op 1 tot meer kwaliteit kan worden gekomen. 3.7 Concurrentie moet vanwege het gelijkheidsbeginsel Het gelijkheidsbeginsel in de zin van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de Grondwet verplicht niet tot concurrentiestelling (aanbesteden).31 32 Slechts op Europees niveau verplichten gelijke behandeling, het discriminatieverbod en transparantie als afgeleide (n) van de Verdragsbeginselen het vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van diensten in het voorkomend geval tot concurrentiestelling (aanbesteden).33 Zie ook paragraaf 3.1 van dit stuk.

26

Een feitelijk gebrek aan product-, markt- en kostendeskundigheid mag ook niet gemaskeerd worden door (maar) aan te besteden. De procedure mag immers nooit in de plaats treden van de inhoud. 27 Bestek, Programma van eisen, vraagspecificatie e.d. 28 Mogelijk (optisch) wel bij aanbesteding, maar e.e.a. zegt (nog) niets over de uitvoering van de opdracht. 29 En kan bijv. ook leiden tot manipulatieve inschrijvingen (waar men uiteindelijk ook niks aan heeft). 30 Bij inkoop moet niet alleen gekeken worden naar de prijs die aan de betrokken ondernemer zal (moeten) worden betaald. Ook alle andere gemeentelijke (voorbereidings- en uitvoerings-) kosten moeten worden betrokken in de afweging met betrekking tot de verwerving van werken, leveringen en diensten. Verder moet ook rekening worden gehouden met de maatschappelijke kosten van aanbesteden (diverse ondernemers maken immers kosten met betrekking tot een inschrijving op een aanbestedingsprocedure). 31 Het gaat daarbij immers (slechts) om gelijke gevallen, omstandigheden en personen, gelijk behandelen. 32 Pas wanneer meerdere ondernemers daadwerkelijk worden betrokken in het inkoopproces dienen zij alle gelijk behandeld te worden. 33 Op Europees niveau gaat het feitelijk om het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit. En om het gelijk behandelen van inschrijvers in een aanbestedingsprocedure. Artikel 2 van Richtlijn 2004/18/EG (Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun handelen.) moet ook (slechts) in dat verband worden gelezen.
Pagina 6 van 9

Verder staat de Aanbestedingswet 2012 een enkelvoudig onderhandse 1 op 1 inkoop in het voorkomend geval (gewoon) toe.34 3.8 Concurrentie geeft de markt een kans om tot oplossingen te komen De markt een kans geven om tot oplossingen te komen wordt niet bepaald door de procedure, maar door de inhoud. Meer concreet, door bijvoorbeeld een functionele specificatie. Een oplossing kan ook (net zo goed) worden gevonden door middel van een enkelvoudig onderhandse 1 op 1 inkoop.35 3.9 Concurrentie helpt in de strijd tegen corruptie Dit motief gaat bijvoorbeeld niet op in een situatie waarin er geen corruptie is.36 En concurrentiestelling (aanbesteden) staat los van corruptie. Feitelijk gaat het (dan) om integriteit. En dat is van een geheel andere orde dan (wel of geen) concurrentiestelling (aanbesteden). 3.10 Concurrentie vergroot de werkgelegenheid Het vergroten van de werkgelegenheid zal met name (toch) afhangen van de concrete overheidsopdracht die vergeven wordt.37 En in het voorkomend geval leidt concurrentiestelling (aanbesteden) zelfs tot banenverlies.38 39 3.11 Concurrentie leidt tot een doelmatige besteding van overheidsgelden Een doelmatige besteding van overheidsgelden wordt met name tot stand gebracht en bepaald door de inhoud.40 En niet slechts door de procedure.41 Concurrentiestelling (aanbesteden) is voorts geen garantie of zekerheid met betrekking tot een doelmatige besteding van overheidsgelden.42
34

Zie de MvT, Tweede Kamer, vergaderjaar 20092010, 32 440, nr. 3, pag. 3: zonder de mogelijkheid om te kiezen voor een enkelvoudig onderhandse procedure aan te tasten . 35 Bij innovatiegericht inkopen wordt bijv. doelgericht gezocht naar een innovatieve oplossing of men laat ruimte aan de ondernemer om een innovatieve oplossing aan te bieden. Door de toepassing van een contractvorm die innovativiteit bij de wederpartij van de gemeente stimuleert kan creativiteit en innovatie worden ontlokt bij de wederpartij. Men koopt bijv. niet in op basis van een volledig uitgewerkt bestek, maar op basis van een op output gerichte vraagspecificatie. Concurrentiestelling (aanbesteden) staat hier los van. 36 En is overigens een motief met een negatieve insteek. Om echter ook in het negatieve te blijven: De Bouwfraude heeft laten zien dat in een concurrentieklimaat ook corruptie kan plaatsvinden. 37 Het uitbesteden van taken door de gemeente kan (inderdaad) leiden tot meer werkgelegenheid voor de markt. Maar aanbesteden staat hier los van en kan evengoed ten koste gaan van de gemeentelijke werkgelegenheid (het ambtelijk apparaat). 38 Bijvoorbeeld bij aanbestedingen, waar concurrentie (hoofdzakelijk) plaats vindt op prijs. Hetgeen kan leiden tot bezuinigingen (saneren) op personeel van de inschrijver. 39 En in sectoren waar na een aanbesteding sprake is van een verplichte overname van personeel wordt de werkgelegenheid in stand gehouden. En niet per se vergroot. 40 Vast te stellen op basis van o.a. markt- en productkennis, kostendeskundigheid en een goede productspecificatie e.d. 41 (Ook) Een te behalen (kosten-) besparing door een optimale concurrentie op basis van een openbare procedure begint hoe dan ook (altijd) met een goed bestek. 42 Overigens in verband met bekend misverstand: Een gemeente koopt in om in een concrete behoefte te voorzien, waarin ze niet zelf kan voorzien (make or buy). En niet omwille van een doelmatige best eding van overheidsgelden.
Pagina 7 van 9

3.12 (De totstandkoming van) Concurrentie is de strekking van de Aanbestedingswet 2012 Bij dit motief dient echter ook acht te worden geslagen op de Memorie van toelichting van de Aanbestedingswet 2012:43 Het wetsvoorstel beoogt een duidelijk en eenvormig kader te bieden voor aanbesteden. Het is erop gericht dat de overheid op een transparante en effectieve manier inkoopt tegen de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij ondernemers een goede en eerlijke kans maken op een opdracht. Het wetsvoorstel bevat daartoe een hernieuwde, toegankelijkere implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen en rechtsbeschermingsrichtlijnen ter bevordering van de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en naleving van het aanbestedingsrecht. Voorts strekt het wetsvoorstel ertoe de totstandkoming van concurrentie te bevorderen zonder de mogelijkheid om te kiezen voor een enkelvoudig onderhandse procedure aan te tasten. Het wetsvoorstel biedt ruimte aan maatwerk zodat aanbestedende diensten en speciale-sector-bedrijven (bedrijven in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten) kunnen inspelen op de diversiteit in de aanbestedingswereld en het innovatievermogen van het bedrijfsleven optimaal kunnen benutten. Hetgeen bijvoorbeeld aangeeft dat concurrentiestelling (aanbesteden) niet het echte (primaire) doel is. En zeker niet altijd tot de wettelijke verplichtingen behoort. 4. Conclusie (s) Concurrentiestelling (aanbesteden) is (slechts) een vorm van inkoop (een manier om in te kopen). Gelijk enkelvoudig onderhands 1 op 1 dat ook is. Inkoop is niet per definitie gelijk aan aanbesteden. En voor een inkoop is dus niet altijd concurrentiestelling vereist. Er bestaan deugdelijke motieven voor concurrentiestelling (aanbesteden). Van (absolute) wetmatigheden kan echter niet gesproken worden. Elk motief kan immers in het voorkomend geval (ook) genuanceerd worden. Concurrentiestelling (aanbesteden) is bij een gemeentelijke inkoop niet altijd en/of per definitie aangewezen. En (ook) niet altijd verplicht. Concurrentiestelling (aanbesteden) is in het voorkomend geval een adequaat, en soms een verplicht, middel om tot een doelmatige en rechtmatige inkoop te (kunnen) komen. Maar concurrentiestelling (aanbesteden) moet geen doel op zich zijn. En kan (ook) maar beter niet als een dogma worden beschouwd.44
43 44

Tweede Kamer, vergaderjaar 20092010, 32 440, nr. 3, pag. 3. Aanbesteden kan in het voorkomend geval, (mede) afhankelijk van de gemeentelijke inkoopdoelstellingen en uitgangspunten, ontegenzeggelijk zijn voordelen hebben. Maar hetzelfde geldt voor enkelvoudig onderhands 1 op 1. Een enkelvoudig onderhandse 1 op 1 procedure is bijv. flexibeler en goedkoper in te richten dan de strak
Pagina 8 van 9

Bij inkoop moet de focus (immers) primair op de inhoud gericht zijn. En niet op de procedure. Een doelmatige inkoop (binnen de wettelijke kaders) en daarmee (principieel) samenhangend, een goede/adequate overeenkomst met een ondernemer staat voorop. Niet de weg daar naar toe. Professionaliteit bij inkoop houdt onder meer in, dat inkoop op bewuste en zakelijke wijze wordt op- en aangepakt. Onder het (voortdurende) besef, dat elke inkoop in beginsel uniek is. Hetgeen zich in beginsel moeilijk verhoudt met een idee dat alles moet worden aanbesteed. Om niet bij voorbaat onnodig kansen en mogelijkheden te laten liggen, kan een concrete gemeentelijke inkoop dan ook (maar) beter worden bepaald op basis van een concrete inkoopstrategie die voor het specifieke geval wordt vastgesteld. En (dus) niet slechts op basis van (het dogma) aanbesteden. Het is afrondend ook niet voor niks, dat het bedrijfsleven genuanceerd gebruik maakt van aanbesteden.45

gereglementeerde aanbestedingsprocedure. En biedt ook de mogelijkheid om vr gunning van de opdracht de mogelijke knelpunten en de risicos en de beheersing daarvan (inclusief de gevolgen en kosten van een en and er) met de (beoogde) opdrachtnemer te bespreken en vast te leggen. Voorts kan in overleg adequaat gebruik worden gemaakt van kennis en kunde van de (beoogde) opdrachtnemer. Doorgaans moet een en ander (kunnen) leiden tot een vermindering van aanspraken door de opdrachtnemer op meerwerk en bijbetaling door de gemeente, alsmede (kunnen) leiden tot minder gemeentelijke (toezicht-) kosten tijdens de uitvoering van de opdracht. Bovendien kan door middel van overleg concreet gewerkt worden aan het (noodzakelijke) vertrouwen over en weer. 45 En overigens, als openbaar aanbesteden zon probaat middel zou zijn, waarom ma akt het bedrijfsleven daar dan geen, of niet vaker gebruik van?
Pagina 9 van 9

Вам также может понравиться