Вы находитесь на странице: 1из 10

Vul deze zelfevaluatie in en post deze op weebly.

De lay-out van dit document is voor een deel gebaseerd op het globaal stageverslag BaSO. Met de drie collegas hebben we een aantal specifieke gedragsindicatoren voor aardrijkskunde opgenomen. Maak gebruik van de zelfevaluatie vakdidactiek aardrijkskunde van vorig academiejaar en de taken in het groeiboek van dit academiejaar. In de verantwoording verwijs je naar bewijslast zoals opgenomen in weebly en leg je uit hoe je verdere groei in de toekomst wil realiseren.

BACHELOR SECUNDAIR ONDERWIJS

Evaluatie a.d.h.v. de leerlijn Vakdidactiek Aardrijkskunde


Katholieke Hogeschool Leuven Departement Lerarenopleiding Campus Heverlee tel. (016)37 56 00 fax (016)37 56 99

Naam

Alessandro Geleyns Mevrouw Gaeremynck Datum : 14/01/2014

Lector :

Legende leerlijn
Niets = Geen specifieke verwachting in het betreffende studiejaar. = De student doet aanzet (poging) om in deze competentie te groeien (eventueel nog met begeleiding). = De student beantwoordt in behoorlijke mate aan de verwachting. = De student beheerst deze deelcompetentie.

Legende zelfevaluatie
Aandachtspunt = Ik bereik nog niet het niveau dat van mij verwacht wordt in dit jaar van de opleiding (zie leerlijn). Voldoende = Ik bereik het niveau dat van mij verwacht wordt in dit jaar van de opleiding (zie leerlijn). Goed = Ik bereik een niveau hoger dan van mij verwacht wordt in dit jaar van de opleiding (zie leerlijn).

GLOBALE INDRUK (VOORBEHOUDEN VOOR LECTOR)


AA = Uitmuntend De student onderscheidt zich sterk. Hij functioneert op het niveau van de expert. A = Zeer goed De student onderscheidt zich. Hij kan de (deel)vaardigheid/ competentie toepassen in verschillende contexten en op verschillende momenten. B = Goed De student beheerst het vooropgestelde criterium. Hij kan de (deel)vaardigheid/ competentie toepassen maar nog niet in alle contexten en op alle momenten. C = Voldoende De student behaalt het vooropgestelde criterium net. D = Onvoldoende De student onderneemt actie om te verbeteren maar behaalt het vooropgestelde criterium niet. E = Sterk onvoldoende De student behaalt het vooropgestelde criterium niet en onderneemt geen actie om er in te verbeteren.

PROFESSIONELE GRONDHOUDINGEN

Verantwoording Bezieling

code

Zin hebben in en de zin ervaren van leraar zijn

Deze verantwoording is terug te vinden binnen de stage. Ik vind dit eigenlijk 1 van de belangrijkste eigenschappen dat een leerkracht aardrijkskunde moet hebben. Het is ook juist in de actualiteit geweest dat leerkracht last hebben van burn-outs. Leerkrachten met een enorme bezieling zullen dit niet voorhebben. Ik kan mij enorl druk maken en verdiepen in wereldproblemen zoals klimaatopwarming, globaliseren, migratie enz Daardoor wil ik als leerkracht de leerlingen een

geografische beeld geven en ze deze ruimtelijke, geografische vraagstukken voor te leggen. Vanuit deze ruimtelijke vraagstukken, krijg ik zin de leerlingen aardrijkskundige kennis mee te geven.
Relationele gerichtheid

In contacten met anderen kenmerken van echtheid aanvaarding, empathie en respect tonen.

Onze samenleving wordt steeds multicultureler. Ze hebben capaciteiten en kennis waar je als leerkracht gebruik van moet maken. Betrek deze capaciteiten binnen het lesgebeuren. Daarvoor moet je als leerkracht respect tonen voor de leerlingen.

Verantwoordelijkheidszin en engagement Zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf, zijn leerlingen en de school als geheel. Het engagement aangaan om de eigen ontwikkeling, die van de leerlingen en die van de school te bevorderen Zin voor samenwerking Bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.

LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN


Leerlij n
1
e

Zelfevaluati e
Aan dac htsp unt Vold oen de goe d

Verantwoording

Cod e

2
e

3
e

j a a r

j a a r

j a a r

Inspelen op de beginsituatie van individuele leerlingen en van de groep


Houdt rekening met de verschillende factoren die deel uitmaken van de beginsituatie van leerlingen (intelligentie, motivatie, belevingswereld, gender, leerstijl, ). Observeert, beschrijft en bevraagt de beginsituatie grondig.

Doelgericht werken
Zorgt voor operationalisering van zichtbare en dieper liggende doelen, passend bij de eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplan, schoolwerkplan en pedagogisch project.

G o e d g o e d g o e d g o e

Stemt het lesgebeuren flexibel af op de vooropgestelde doelstellingen.

Heeft duidelijk voor ogen wat hij/zij met leerlingen wil bereiken.

Kan uitdagende en haalbare leer-/oefenstof selecteren.

Het leerplan is de leidraad doorheen de lespraktijk. Het is belangrijk duidelijke doelen voor een les te ontwikkelen. Daarbij is het belangrijk de verschillende motivatiepatrone n van je leerlingen te kennen. Op welke manier moet je les geven om de

leerlingen te motiveren en tot die doelen te komen. Daarom is het belangrijk om je leerlingen te kennen. Wetenschappelijk onderzoek stelt dat via probleemoplosse nd onderwijs het meeste resultaat geboed kan worden. De les moet steeds met een probleemstelling begonnen worden, op die manier beginnen de leerlingen al te redeneren en kunnen ze doorheen de les steeds op dit vraagstuk terug komen. Proces gericht leren is daarom ook belangrijk, laat ruimte voor meerdere antwoorden, voor de ontwikkeling van de leerling en heb aandacht voor zijn leerlijn. De leerling kan dan kiezen wat hem uitdaagd.

Onderwijsleerprocessen inzetten om doelen te realiseren


Bouwt via een gerichte vraagstelling de leerinhouden samen met de leerlingen op. Erkent het belang van actief leren. Zet gericht media (met inbegrip van ICT) in om informatie duidelijk en aantrekkelijk voor te stellen. Varieert werkvormen i.f.v. de beginsituatie en doelstellingen die men wil bereiken. Verantwoordt keuze voor werkvormen, leerinhouden en denkstappen. Stimuleert actief leren. Hanteert werkvormen die optimale kansen bieden aan interactief en samenwerkend leren. Gebruikt ICT doelgericht bij het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving. Varieert in werkvormen, media en leeractiviteiten met oog op het leerrendement Daagt leerlingen uit (motivatie, activatie, differentiatie) Bevordert creativiteit, denkstrategien en probleemoplossend vermogen bij leerlingen

Proces en product evalueren met het oog op bijsturing en differentiatie


Interpreteert en beoordeelt prestaties van leerlingen correct en zo objectief mogelijk.

Kan gepaste beoordelingsinstrumenten ontwerpen en gebruiken Ontwerpt in overleg met de mentor een remediringsaanbod voor leerlingen met specifieke leerbehoeften Rapporteert leervorderingen van de leerlingen , geeft gerichte feedback en feedforward

LERAAR ALS INHOUDELIJKE EXPERT


Vakinhoudelijke expertise bezitten
Is zich expliciet bewust van de essentile vakspecifieke competenties en kan die in diverse contexten inzetten. Beheerst leerinhouden (kennis, vaardigheden).

Go ed Go ed Vo ld oe nd e Go ed Vo ld oe nd e

Integreert vernieuwingen op gebied van ICT binnen het eigen vakgebied.

Linkt lesonderwerp aan de actualiteit waar mogelijk.

Beheerst vakspecifieke competenties (vaktaal, domeinkennis, vaardigheden ).

Een leerling moet binnen de lessen aardrijkskunde bepaalde specifieke vaardigheden verwerven; Zo moet hij kunnen waarnemen, beschrijven, verklaren en waarderen. Vooral die waardering vind ik belangrijk. Zeker om dat we naar een aarde evalueren waar duurzaamheid zeer belangrijk wordt. Voordat je het begrip duurzaamheid kunt begrijpen, moet je eerst waardering leren tonen voor de aarde. De leerkracht staat in voor deze waardering. Bij de ontwikkeling van deze waardering gaan de leerlingen vragen stellen, de leerkracht moet in staat zijn hierop te kunnen antwoorden. Om de leerstof uit zijn abstractie te trekken, kan actualiteit gebruikt worden, zo krijgen de leerlingen een hou vast.

Vakdidactische expertise bezitten


Kan leerinhouden op een creatieve manier vertalen. Heeft kennis van de opbouw van eindtermen en leerplannen binnen aardrijkskunde. Kan eindtermen en leerplandoelen vertalen naar leerinhouden. Vertaalt leerinhouden in opdrachten die aansluiten bij de leefwereld, actualiteit, motivatie en capaciteiten van de leerlingen.

Go ed go ed Go ed Go ed

Het is dus bewezen dat het doceren en doorgeven van feitenkennis niet werkt. Ook bij geschiedenis hebben we gezien dat van deze feitenkennis in de toekomst maar weinig onthouden

Stelt de geografische vragen (wat, waar, hoe, waarom daar, evalueren, voorspelen, persoonlijke mening) Werkt systematisch met verschillende geografische bronnen. (teksten, kaarten, beelden, waarneming) Kijkt vanuit verschillende perspectieven. (economisch, sociaal, politiek, cultureel, natuurlijk, historisch)

go ed go ed go ed vo ld oe nd e

Zet vaktaal functioneel in.

wordt. Het leerplan is thematisch opgebouwd. Als leerkracht moet je zoveel mogelijk media bekijken zodat je op de hoogte blijft wat er gebeurd in de wereld. Het is belangrijk om eerst je onderwerp te contextualiseren, via de geografische vragen, waarna causale verbanden gelegd kunnen worden en de leerlingen een mening kunnen formuleren. Omdat het begrip duurzaamheid meer en meer binnen de lessen aardrijkskunde behandeld wordt, kom je automatisch tot verschillende perspectieven, want alle domeinen hebben hier invloed op elkaar. Het is de taak van een aardrijkskunde leerkracht om deze verbanden aan te tonen. Ten laatste behoort duurzaamheid ook tot de overschrijdende eindtermen. Via proces gericht leren komen deze eindtermen ook aan bod. Doordat je aan probleemoplossend onderwijs doet binnen het vak aardrijkskunde, is er ruimte om de leerlingen zelf tot originele ideen te laten komen om dit probleem op te lossen. Dit kan aan de hand met een manier van voorstelling ofzo. Leerlingen kunnen veel afleiden van bepaalde begrippen binnen de aardrijkskunde, laat ze dat dan ook doen. Bv stijgingsregens. Een afbeelding met een wolk dat stijgt op een berg en hoe

hoger hij komt, hoe meer dat het regent, je vraagt wat er gebeurd, het regent, wat doet de wolk, dus welke soort regens hebben we hier? Horizontale en verticale samenhang in het programma-aanbod kennen
Integreert, communiceert en realiseert vakoverschrijdende eindtermen in de lessen .

vo ld oe nd e

LERAAR ALS OPVOEDER


Een positief leefklimaat creren Het is belangrijk om voor de les duidelijke afspraken te maken. Maar ook niet te veel, want dan gaan de leerlingen het gevoel krijgen dat de leerkracht verwacht dat ze iets fout gaan doen. Basis zoals hand op steken wanneer je iets wil zeggen is vereist. Ik geloof dat je via werkvormen ook een positief leefklimaat kunt creren. Door een sterk OLG, waarbij de leerlingen om de zoveel tijd bij betrokken worden, zorgt ervoor dat de leerlingen gefocust blijven. Daarbij moet het probleem dat ze voorgeschoteld krijgen ook boeiend en actueel zijn. Ten laatste is ook vernadering van werkvormen nodig, begin de les met contextualiseren en laat daarna de leerlingen zelf zoeken naar de oplossing. Ten laatste moet er ook ruimte zijn voor discussie. Sommige themas vragen hiernaar. Bijvoorbeeld democratie, immigratie, enz.

Is op de hoogte van de basisregels van goed klashouden (afspraken maken, leiding nemen ).

Go ed

Zorg ervoor dat de leerlingen ruimte krijgen om hun mening te vormen en hervormen in een klasklimaat waar iedere leerlingen elkaars mening naar waarde schat met respect. Zelfontplooiing en emancipatie van leerlingen bevorderen
Maakt waarden bespreekbaar in de klascontext.

Go ed

LERAAR ALS ORGANISATOR


Planning
Voert administratieve taken op correcte wijze uit en gebruikt daarbij op doordachte wijze ICT.

Samenwerken
Werkt in team constructief samen.

Go ed

Is bereid tot een compromis.

Go ed

Tijdens de stage heb ik ervaren dat collegas heel belangrijk zijn. Luisteren naar raad en samen tot een goede les komen. Ook binnen het lesgebeuren op onze school, hebben we bij de taken van waterproblematiek in groep moeten werken. Omdat dit een geladen thematiek is met je de meningen van je groep respecteren en samen wikken en wegen wat er in het werk thuishoort.

Klasbeheer
Selecteert leerstof goed i.f.v. de voorziene tijd, de te realiseren lesdoelen, de eigenheid van de groep. Stimuleert samenwerking, assertiviteit en integriteit bij leerlingen.

Go ed Go ed Go ed Vo ld oe nd e

Organiseert leerlingen en materiaal efficint.

Kan een efficint lesverloop ontwerpen met aandacht voor een realistisch lestempo.

Tijd is soms een probleem. Want elke klas is anders. De interesses zijn niet oveal hetzelfde, dus soms vraagt de klas naar meer uitleg bij een bepaald onderwerp, daar moet je op ingaan. Je moet dit op jaarbasis bekijken. Zoals Ludo Wevers zei, je moet van elk gerecht een beetje nemen. Omdat probleemonderzoek end leren zo

belanrijk is binnen de aardrijkskunde en proces gericht leren, is het noodzakelijk dat de leerlingen zoveel mogelijk aan het werk gezet worden. Daarvoor moet je als leerkracht organisatorisch inorde zijn. Je moet duidelijke documenten en bronnen hebben, waarbij je deze goed moet ordenen. Je moet plannen hoe je een bepaalde actieve werkvorm gaat toepassen, op vlak van materiaal, tijdsduur, groepindeling,enz.;

LERAAR ALS COMMUNICATOR


Eigen taalcompetenties en non-verbale communicatie
Kan onderwijs- en vakgerelateerde teksten selecteren en verwerken Hanteert een correcte schriftelijke taal met aandacht voor goede zinsbouw en spelling Kan een eigen mening presenteren over vakdidactische discussiepunten, met inbreng van goede argumenten

Taalcompetenties als leerkracht


Beheerst gevorderde taalcompetenties: een schriftelijke evaluatie geven, schriftelijke vragen en opdrachten formuleren

Aandacht hebben voor de taal en het taalniveau van de leerlingen


Maakt lesmateriaal toegankelijk voor taalzwakke leerlingen. Ontwikkelt eigen lesmateriaal en remediringstrajecten herschrijft actuele teksten naar het niveau van de leerlingen heeft aandacht voor het Nederlands als onderwijstaal, voor vakjargon en schooltaalwoorden.

LERAAR ALS ONDERZOEKER EN INNOVATOR


Leer- en reflectiehouding als basis voor professionele groei


gaat op zoek naar sterke en zwakke punten binnen de eigen lessen en stuurt op basis hiervan zijn handelen bij.

Vo ld oe nd e Vo ld oe nd e


gelooft in de veranderbaarheid van het eigen kunnen en ziet de rol van reflectie hierin.

Iedere leerkracht heeft zijn manier van werken. Sommige leerkrachten gebruiken graag een olg, geven graag veel groepswerk of andere doceren graag. Maar het is

durft zichzelf in vraag stellen. Kan zichzelf realistisch inschatten en op een constructieve wijze omgaan met de eigen zwakke en sterke punten.

Go ed Go ed Go ed

Neemt initiatief om te werken aan de eigen werkpunten.

fout om heel je carrire op dezelfde manier les te geven. Want leerlingen leren niet allemaal op dezelfde manier, ze hebben verschillende leerstijlen. Je moet dus aandacht hebben voor deze leerstijlen. Daarom moet je variren in werkvormen. Je moet dus soms eens lesgeven op een manier dat je minder ligt, maar daar wordt je als leerkracht sterker van. Zo vond ik het moeilijk om groepswerk te geven. Tijdens mijn laatste stage heb ik dit gedaan, via probleemoplossend onderzoek en het was een positieve ervaring bij de meeste klassen. Doch bij een klas niet, dan moet je thuis komen, en op schrijven wat goed niet en wat niet. Daarbij reflecteren over wanneer het fout ging en hoe dat zou komen. Daarbij moet je ook luisteren naar de mentor en de leerlingen. Ik heb mijn les dan aangepast.

Vernieuwingen volgen en implementeren


is creatief in het ontwikkelen van (krachtige) leeromgevingen

Vo ld oe nd e

durft in zijn onderwijspraktijk experimenteren vanuit actuele vernieuwingstendensen.

Vo ld oe nd e

Het is belangrijk dat je als leerkracht de verschillende media in het oog houdt. Jongeren zijn goed met computers en kunnen zeer snel informatie op het internet opzoeken. Geef de zoekmachines en laat ze op zoek gaan. Daarbij zijn er verschillende manieren om deze kennis voor te stellen zoals weebly, prezi of glogster. Als leerkracht

aardrijkskunde moet je dit integreren in de les, want het motiveert leerlingen dat ze werken met iets dat ze kennen. De toekomst zijn Ipads in de klas, dus de lessen worden steeds interactiever. Inspelen op actuele maatschappelijke ontwikkelingen
kan actuele themas kritisch bekijken en selecteren.

Go ed

kan de dagelijkse actualiteit in zijn lessen integreren.

Go ed

Toen ik lessen gaf over duurzaam toerisme, stond er een artikel in de krant, waarin stond dat bepaalde plaatsen in de wereld binnenkort zullen verdwijnen door klimaat en massatoerisme. Ten tweede heb ik bij waterproblematiek de problematiek in Israel gekozen en daarbij vooral de leerlingen hun mening in laten verwerken.

Zinvol en systematisch reflecteren in functie van professionele groei


Bevraagt zichzelf kritisch op systematische wijze in een reflectie. Komt van hieruit tot nieuwe inzichten, actiepunten en kritische vragen voor zichzelf. Kan een reflectie opbouwen, vertrekkende vanuit een eigen of aangereikte casus en kan hierbij een reflectiemodel als hulpmiddel inzetten. Zet reflectie in als middel om het lesgeven/onderwijsrealiteit te toetsen aan de eigen onderwijsopvattingen.

Onderzoeksgericht werken aan onderwijsontwikkelingen


formuleert onderzoeksvragen en hypothesen m.b.t. didactische/ vakinhoudelijke themas

LERAAR ALS CULTUURPARTICIPANT


Bewust omgaan met diversiteit en interculturaliteit
stimuleert interculturaliteit bij leerlingen en gebruikt methodieken die intercultureel leren bevorderen

Maatschappelijke themas kritisch benaderen


kan onderwerpen duiden vanuit verschillende invalshoeken Stimuleert kritische zin, mondiale bewustwording en mediawijsheid

Вам также может понравиться