Вы находитесь на странице: 1из 3

HET EERSTE JAAR GROEPSDYNAMICA Ik vond het erg prettig om wat kennis te krijgen over groepsdynamica, omdat je vanuit

de studierichting gaat werken met groepen. Ik had er op mijn werk niet direct mee te maken, maar veel situaties van voorgaand werk op het Kinderdagverblijf kon ik via het vak groepsdynamica op een andere manier bekijken. Momenteel werk ik wel met een doelgroep in groepsverband. Ik vind het prettig om de theorie in mijn achterhoofd te hebben. Ze denk ik vaak na over de referentiekaders van de clinten. Ieder komt uit een andere cultuur en gezinssituatie. Wanneer je hier kennis van hebt, kun je beter inspelen op het inhoud en betrekkingsniveau. In het boek van Remmerswaal wordt gesproken over invloedlijnen. Sociale relaties die betrekking hebben op de clint. De clinten waar ik mee werk zijn volledig geschakeld van hun sociale relaties en mogen vaak geen contact met hen hebben. Het is goed om hierin bewust te zijn van de invloedlijnen. Deze lijnen kunnen ook als hulpbron bieden voor de clint.

PSYCHOLOGIE Het vak psychologie vond ik erg interessant. Ik vond het erg leuk om kennis te vernemen van de achtergrond van gedrag. Ik vroeg me altijd af, hoe komt het nu dat iemand zo kan denken of zich zo gedraagt. Door kennis te hebben van de hersenactiviteit is bepaalt gedrag beter te plaatsen. Daarin komt ook een stuk ontwikkelingspsychologie. Hier pak ik in de praktijk nog vaak op terug. Vanuit deze theorie kan ik plaatsen of gedrag als normaal beoordeeld kan worden, of dat er op een andere manier op ingespeeld moet worden. Op mijn werk denk ik vaak aan het conformisme. De groepsdynamica veranderd vaak op Eva en het is herkenbaar dat nieuwe clinten zich conformeren aan de groep. Ze nemen bepaalde gedragingen en meningen over, om bij de groep te horen. Opvallend is dat ze zich thuis juist niet kunnen conformeren aan de normen en waarden thuis. Hier zetten zij zich tegen af en komen hierdoor in de problemen en uiteindelijk op afdeling EVA, omdat hun thuissituatie niet meer veilig is. (Zimbardo, 2009)

PEDAGOGIEK Het leerzame aan pedagogiek vond ik net als bij psychologie, de ontwikkelingspsychologie. Maar ook de opvoedstijlen. Op mijn vorige werk, bij de psychologenpraktijk had ik hier vaker mee te maken. zo heb ik opvoedondersteuning geboden en een andere clint leren begrijpen waarom haar zoon bepaalde gedragingen laat zien. De groep waar ik mee werk, zijn soms moeders. Zij hebben ieder een andere cultuurachtergrond en hierin zie je veel verschillende opvoedstijlen. Ik ben van mening dat het goed is om hierop in te spelen en dus kennis te hebben van de verschillende stijlen. (Becker, 2010)

SOCIALE VAARDIGHEDEN Het vak sociale vaardigheden vond ik ook erg waardevol. Hierin kon je oefenen met verschillende gesprekstechnieken. Ik heb hier in de praktijk veel voordeel mee gehad. Ik was mij bewust van mijn houding tegenover de clint. Hier is de eerste bewuste basis van de bejegening gelegd.

HET TWEEDE JAAR SOCIOTHERAPIE

Ik denk nog vaak terug aan het vaak sociotherapie. Ik vond het moeilijk, maar ook fijn om te oefenen met sociotherapie. De veiligheid van de groep en van het individu, zijn elementen waar ik nog vaak aan terug denk wanneer ik groepsgesprekken voer. Ik oefen nog regelmatig met de leidende rol die ik op zulke momenten bezit. Ik probeer regie te houden, maar de groep aan het werk te zetten. Ik stimuleer de groep om samen te werken en om stukken in te brengen. Dit heeft vaak een positief effect in de groep, omdat zij zich belangrijk voelen en niet aanwezig zijn, omdat het moet. (Kerstens, 2005)

VIB Met VIB vond ik het erg leuk om te kijken naar de interactie tussen moeder en kind. Kan de moeder het kind volgen en reageert de moeder goed op de initiatieven van het kind? Door hier goed naar te leren kijken, herken ik het sneller in praktijksituaties. Ik probeer moeders hier bewust van te maken. Dit vind ik erg leuk om te doen. Je ziet moeders en daardoor ook de kinderen groeien. VIB wordt bij Kompaan en De Bocht vaak aangeboden. Een erg leuke en effectieve methode.

COMPETENTIEVERGROTIN G Competentievergroting was voor mij de eerste kennismaking met de methodiek die in de jeugdzorg veel wordt toegepast. Vanuit deze methodiek is de methodiek Krachtwerk deels afgeleid die bij Kompaan en De Bocht wordt toegepast. Aan het einde van de dag gaan wij als groepswerkers met de clint zitten om te bespreken hoe de dag is gegaan. Hier kunnen ze punten mee verdienen. De gedachten hierachter is om de clint zich te laten krijgen in haar kwaliteiten en hiermee de clint in haar kracht te zetten. Ook probeer je vanuit deze gedachten, gesprekken te voeren. Krachtgericht. (Spanjaard, 2010)

HET DERDE JAAR WERKEN IN EEN TEAM Door werken in een team ben ik mij bewust geworden van mij rol als groepswerker op de groep, maar ook zeker in teamverband. Ik kwam tot de conclusie dat ik mijzelf meer mag laten zien en dat ik echt een groepswerker ben. Ik overleg graag met mijn collegas maar ook met de clinten. Op de momenten dat het moet, kan ik goed de leiding nemen. (Roos van leary) Ik zat tijdens dit vak aan het begin van mijn periode op Kompaan en De Bocht en dit was een leuke manier om mijn team beter te leren kennen. (Verhoeven, 2006)

SUPERVISIE Supervisie vond ik erg waardevol, omdat je reflecteerden op praktijksituaties. Je kreeg adviezen die je kon toepassen in de praktijk. Ook leerde ik van de praktijksituaties van anderen. Ik vond dit erg leuk!

EKMS De EKMs Traumatische ervaringen en ADHD voegde weer wat kennis toe. De clinten waar ik mee werk hebben allemaal een traumatische ervaring meegemaakt. Ik vind het erg fijn om hier wat meer kennis van te hebben, zodat je hier goed om kan inspelen. Een enkele clint heeft kenmerken van ADHD. Het is fijn om hier wat kennis van te hebben, om te begrijpen waarom een clint bepaald gedrag vertoond.

HET VIERDE JAAR INNOVATIE

Bij innovatie hebben we een lange periode van onderzoeken gehad. Verwonderen stond hierin centraal. We leerden out of the box denken. Iets wat ik niet makkelijk vond, ik betrapte mezelf regelmatig op het feit dat ik vast liep in mijn denkpatronen. De onderzoekende fases heeft me denk ik voorbereid op het afstuderen. Hierin zal ik ook niet gelijk in oplossingen kunnen denken. Ook zal ik breder kunnen kijken naar onderwerpen die ik kan onderzoeken.

AFSTUDEREN De laatste fase van de opleiding. Bovengaande stukken hebben ertoe geleid dat ik kan gaan afstuderen. Een spannende tijd waar ik veel zin in heb. Ook een periode waarvan ik waarschijnlijk veel kan leren. De opdrachten vanuit PLO hebben ertoe geleid dat ik al wat kennis heb van onderzoek doen.

Вам также может понравиться