Hoofdstuk 4.

Riolering

1.Welke van de onderstaande rioleringsschema's in bovenaanzicht geeft het juiste

leidingverloop weer?

a.
c.
b.
d.

11I

Jj
~
___ ~ GEMEENTf';'JKRlCOl

I1
e.Schema I.
f.Schema 11.
g.Schema 111.

2.Welke leiding heeft als doel de binnenriolering te be - en ontluchten?

a.Drukleiding.
b.Vereveningsleiding.
c.Ontspanningsleiding.

3.Wat is de benaming van onderstaand rioleringselement?

a.Een schrobput.
b.Een inspectieput.
c.Een schepput.

wi!lterslO~
I
- - I : 50 1IItIj
4.Een stadsuitloop is een hulpstuk bij:
a.Hemelwaterafvoeren aan de buitenzijden van daken en goten.
b.Hemelwaterafvoeren met uitloop op open rioleringen in de steden.
c.Inpandige hemelwaterafvoeren met een extra uitloop door de buitenmuren, waardoor bij
overtollige waterafvoer ten gevolge van zware regenval of bij verstoppingen het water via
dit hulpstuk wordt afgevoerd tot buiten het gebouw.

Bouwkunde Werkboek 2006 23

Hoofdstuk 4. Riolering

h.
i.
5 Hoe noemt men nevenstaand .,_._-_ ••••••• _-""' •••.•••. """"""' •••. _ ••
. element? ~--"""""'='"
. rB
I .ontluchtingsgaatjes deksels
a.Een olie - afscheider.
b.Een schepput.
c.Een septictank.

B DOORSNEDE

6.De afvoer van een wastafel is voorzien van een sifon. Door hevelwerking is er regelmatig
stankoverlast. Hoe kan de hevelwerking definitief worden opgelost?
a.Een antivide monteren.
b.Een nieuwe sifon monteren.
c.Af en toe even de kraan laten stromen.

7.Op welke manier wordt een goed werkende riolering verkregen, indien een woning op een
helling, tien meter hoger dan het hoofdriool, is gebouwd?
a.Met vervalputten.
b.Met een vereffeningsleiding.
c.Met een vuilwate r- of rioolwaterpomp.

8.Betonnen rioolbuizen komen voor in rond - en eivormig profiel. Wat is het voordeel van een
eivormig profiel ten opzichte van een rond profiel?
a.In een eivormig profiel behoeft geen wapening te worden toegepast.
b.Een eivormig geprofileerde buis is gemakkelijker in de grond aan te brengen.
a.Een eivormig profiel geeft bij een geringe wateraanvoer toch voldoende
stroomsnelheid.

9. Welk onderdeel van een rioleringssysteem wordt hieronder afgebeeld?

[1QtJ, Hier is getekend buis met ontstoppings deksel

~::::=~
a.Een sprongstuk.
b.Een verloopstuk.
c.Een ontstoppingsstuk.

10.Op welke wijze wordt evenwicht gebracht in de luchtdruk van twee met elkaar in verbinding
staande rioleringen?
a.Door middel van een drukleiding.
b.Door middel van een vereveningsleiding.
c.Door middel van een ontspanningsleiding.

24 Werkboek 2006 Bouwkunde

 Hoofdstuk 4. Riolering BESTEK EN TEKENING
Deze vragen hebben betrekking op bijgeleverd bestek en tekeningen

1.Welk rioolsysteem wordt voor de woning toegepast?

a.Een gemengd systeem.
b.Een gescheiden systeem.
c.Een septictank systeem.

2.Hoe wordt de wc geventileerd?

a.Door middel van een mechanische ventilatie.
b.Door middel van een ventilatierooster.
c.Door middel van een raampje.

3.Op welke verdieping bevinden zich de volgende rioleringsaansluitpunten voor: toilet, wastafel en bad?
a.Begane grond.
b.Eerste verdieping.
c.Tweede verdieping.

4. Waar bevindt zich het "polderexpansiestuk"?

a.Bij de zuidgevel.
b.Bij de noordgevel.
c.Bij de westgevel.

5.Op de tekening staat de aanduiding h.w.a. 0 80 mmo Wat wordt hiermee bedoeld?
a.Een h.w.a. met een inwendige diameter van 80 mmo
b. Een h.w.a. met een uitwendige diameter van 80 mmo
C. Een h.w.a. met een straal van 80 mmo

6.Hoe wordt de binnen riolering waarop de toestellen in de badkamer en het toilet op de 1 e verdieping
worden aangesloten, ontspannen?
a.Via de standleiding door het dak.
b. Via beluchters op de toestellen.
C. Via de spouw van de buitenmuur.

j.

7. Hoe groot is de diameter van de riolering ter plaatse van de keuken? ( tekening 9 )
a.75 mmo
b. 80mm.
C. 110mm.

8. Waaruit bestaat het materiaal van de binnen riolering?

a.PVC.
b.Gerecycled PVC.
c.PE.
Bouwkunde Werkboek 2006

25