Вы находитесь на странице: 1из 19

LOYENS LOEFF

Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden
Rolzitting: 3 juni 2014
Zaak-/rolnummer: 200.117.605-00
MEMORIE VAN ANTWOORD TEVENS HOUDENDE EISWIJZIGING
inzake:
ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V., een naamloze vennootschap, statutair
gevestigd te Zeist;
2 ZILVEREN KRUIS ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.! een naamloze
vennootschap, statutair gevestigd te Utrecht;
3 de Stichting WILHELMINA ZIEKENHUIS ASSEN statutair gevestigd te Assen;
4 mevrouw GABRILLE FRANCISCA HANENBERG -HENS woonachtig te Assen;
5 mevrouw AALTJE GRIETJE SCHOKKER woonachtig te Assen;
6 de heer MATTHIJS VINCENT BEUMER woonachtig te Utrecht;
7 de heer JOB ENGELMUNDUS WILLIBRODUS MARIA DE RIDDER woonachtig te
Utrecht,
gentimeerden,
advocaat: mr.drs. M. Kool
tegen:
JACOBUS VAN WOUDENBERG, woonachtig te Ezinge,
appellant
Gentimeerden doen eerbiedig zeggen voor memorie van antwoord:
INLEIDING
1 Gentimeerden ontkennen en betwisten de stellingen van Appellant in eerste aanleg en in
hoger beroep, tenzij deze hierna uitdrukkelijk worden erkend. Gentimeerden verzoeken
het Gerechtshof hetgeen in eerste aanleg door hen is gesteld als hier herhaald en ingelast
te beschouwen.
16171095 1/20
LOYENS LOEFF
2 Gentimeerden handhaven al hetgeen zij in eerste aanleg naar voren hebben gebracht,
behoudens voor zover zij daarvan hierna uitdrukkelijk afwijken.
3 De aanleiding van de onderhavige zaak betreft een geschil tussen de heer J acobus van
Woudenberg (hierna de heer " Van Woudenberg" ) met Gentimeerde sub 2 (hierna
tezamen met Gentimeerde sub 1 " Achmea" te noemen) en Gentimeerde sub 3, het
Wilhelmina Ziekenhuis Assen (hierna "WZA") over (kort gezegd) de betaling van een
zorgnota ten bedrage van EUR 122,13 voor een consult van Van Woudenberg op 26 juli
2006 op de polikliniek KNO (keel-, neus- en oorheelkunde) in het WZA.
4 Het WZA heeft de factuur voor deze behandeling zoals te doen gebruikelijk rechtstreeks
aan Achmea - de zorgverzekeraar van de heer Van Woudenberg - verzonden. Achmea
heeft op haar beurt de factuur verrekend met de no claim van Van Woudenberg over
2006. Dat deed Achmea in april 2007, na afloop van het kalenderjaar waarop de no claim
betrekking had.
5 De heer Van Woudenberg weigerde het desbetreffende bedrag te betalen. Hij stelde
hiertoe dat de factuur ten onrechte bij hem in rekening was gebracht, nu hij op 26 juli 2006
niet in het WZA geweest zou zijn. Van Woudenberg hield het erop dat er sprake zou zijn
van "zorgpasfraude" en "declaratiefraude".
6 Het geschil omtrent de factuur is uiteindelijk door Achmea ter beoordeling aan de
kantonrechter te Assen voorgelegd. De kantonrechter heeft daarop vastgesteld dat
Achmea gerechtigd was om de factuur van het bezoek van de heer Van Woudenberg in
rekening te brengen en dat van zorgpasfraude en declaratiefraude niet was gebleken.
Van Woudenberg is veroordeeld de factuur te betalen en dit vonnis is in kracht van
gewijsde gegaan.
7 De heer Van Woudenberg kon een en ander echter kennelijk niet accepteren - hoewel hij
niet in hoger beroep is gegaan - en heeft het geschil aangegrepen om vanaf juli 2010
diverse blogs en twitterberichten op het internet te publiceren over Achmea, het WZA,
diverse medewerkers van Achmea en het WZA - waaronder gentimeerden sub 4 tot en
met 7 - en de rechter, die volgens Van Woudenberg corrupt was en alleen daarom de
vorderingen van Achmea had toegewezen.
8 In de blogs - laatstelijk gepubliceerd op de websites http://denkmetkoosmee.blogspot.nl/
en http://koosgaatdoor.wordpress.com - beschuldigt Van Woudenberg gentimeerden
onder meer van fraude in algemene zin, zorgpasfraude, declaratiefraude, premiefraude,
liegen, bedriegen, nazisme, facisme, crimineel gedrag, omkoping van rechters, het zijn
van een criminele organisatie, corruptie, crimineel samenspannen, valsheid in geschrifte,
oplichting en chantage. Diverse medewerkers van Achmea en het WZA worden daarbij
aangeduid als leugenmonster, boeventronie, beroepsfraudeur, mensenhatende idioot,
factuurnazi, oplichter, fraudeur en egotripper. De diverse blogs zijn doorspekt met dit soort
kwalificaties.
16171095 2/20
LOYENS LOEFF
9 De inhoud van de blogs werd door gentimeerden vanzelfsprekend als uitermate grievend
ervaren, met name ten aanzien van de in de blogs genoemde en afgebeelde werknemers
van Achmea en het WZA, door wie de inhoud van de blogs ook als bedreigend werd
ervaren.
10 Een en ander was voor gentimeerden uiteindelijk aanleiding om in het najaar van 2012
een kort geding te initiren. Daarbij hebben gentimeerden gevorderd Van Woudenberg te
veroordelen tot (onder meer) het verwijderen en verwijderd houden van alle blogs en
andere uitingen op het internet met betrekking tot gentimeerden (en waar het Achmea en
het WZA betreft, de werknemers en ex-werknemers van deze partijen) en hem te
verbieden om in te toekomst vergelijkbare uitingen te doen.
11 De rechtbank Groningen wees op 9 november 2012 vonnis en stelde gentimeerden in het
gelijk (zie voor het vonnis Productie 20, hierna het " Vonnis" ). Volgens het voorlopig
oordeel van de Voorzieningenrechter waren de uitingen van Van Woudenberg
onrechtmatig jegens gentimeerden en daarbij is dan ook bepaald dat - op straffe van een
dwangsom - de onrechtmatige uitingen in de blogs en twitterberichten van het internet
moesten worden verwijderd. Het werd de heer Van Woudenberg ook verboden om in de
toekomst vergelijkbare uitingen in het openbaar te doen. Het vonnis is op maandag 12
november 2012 aan de heer Van Woudenberg betekend (zie Productie 21).
12 De heer Van Woudenberg stelde hoger beroep in tegen het Vonnis en diende pas
onlangs (op de rol van 6 mei 2014) zijn memorie van grieven in. In de tussentijd is de heer
Van Woudenberg in weerwil van het Vonnis doorgegaan met zijn publicaties over
gentimeerden en andere werknemers van Achmea en het WZA. De heer Van
Woudenberg heeft zo de volledige dwangsommen verbeurd, maar heeft deze tot op
heden niet betaald. Van Woudenberg biedt - voor zover gentimeerden bekend - ook
geen verhaal voor deze vordering.
13 Het Vonnis is, zoals hierna uiteraard zal worden toegelicht in het kader van het verweer
van gentimeerden tegen de door Van Woudenberg opgeworpen grieven, terecht en op
goede gronden gewezen. Gentimeerden vorderen dan ook bekrachtiging van het Vonnis
door uw Gerechtshof. Gelet op het feit dat de dwangsommen evenwel niet het gewenste
drukmiddel zijn gebleken en het opleggen van hogere dwangsommen in verband met de
afwezigheid van rele verhaalsmogelijkheden geen zin heeft, verzoeken gentimeerden
uw Gerechtshof om de veroordeling in het Vonnis nu op straffe van lijfsdwang toe te
wijzen.
14 Hierna zal namens gentimeerden allereerst worden ingegaan op de voor de onderhavige
procedure relevante feiten die zich hebben voorgedaan na het uitbrengen van de kort
geding dagvaarding. Voor een volledig beeld van de feiten en omstandigheden
aangaande het geschil tussen partijen wordt (ook) verwezen naar de dagvaarding in
eerste aanleg, waarvan gentimeerden uw Hof verzoeken deze als hier herhaald en
ingelast te beschouwen.
16171095 3/20
LOYENS LOEFF
15 Vervolgens zal uiteengezet worden waarom de grieven van Van Woudenberg tegen het
Vonnis niet kunnen slagen en ten slatte zal namens gentimeerden worden toegelicht
waarom het nodig en gerechtvaardigd is om de veroordeling van de heer Van
Woudenberg op straffe van lijfsdwang uit te spreken.
11 FEITEN
11.1 Vonnis rechtbank Groningen
16 De heer Van Woudenberg heeft, als gezegd, zijn geschil met het WZA en Achmea
aangegrepen om een serie blogs te plaatsen op zijn (diverse) weblogs. De rechtbank
Groningen heeft hierover in haar Vonnis onder meer het volgende overwogen:
4.5 Ook indien aangenomen kan worden dat de inhoud van de blogs en
twitterberichten van Van Woudenberg voor het overige steun zouden vinden in de
feiten en in die zin als rechtmatig is aan te merken, is de voorzieningenrechter
voorshands van oordeel dat de zojuist bedoelde kwalificaties buitenproportioneel
zijn, beledigend en met name jegens individuele medewerkers bedreigend. Deze
medewerkers worden immers met naam en toenaam genoemd en in diverse
gevallen is hun adres en hun foto daarbij gepubliceerd.
4.6 Gelet op het vorenoverwogene zijn de uitlatingen van Van Woudenberg
betreffende Achmea c.s. op internet onrechtmatig jegens Achmea c.s. Voldoende is
komen vast te staan dat Achmea c.s. er recht op en belang bij hebben dat de
desbetreffende blogs van het internet worden verwijderd en dat Van Woudenberg
zich in de toekomst onthoudt van het doen van soortgelijke uitlatingen die
betrekking hebben op onderhavige kwestie. Nu de op internet geplaatste blogs
zoveel grievend taalgebruik bevatten en zo doorspekt zijn van beledigende,
bedreigende en buitenproportionele kwalificaties jegens Achmea c.s. zijn deze
blogs naar het oordeel van de voorzieningenrechter in hun geheel als onrechtmatig
aan te merken. Dit geldt evenzeer voor de twitterberichten met deels dezelfde
inhoud als de blogs, alsmede de twitterberichten waarin Van Woudenberg verwijst
naar de website waar de blogs te vinden zijn.
17 Uit voorgaande overwegingen blijkt duidelijk dat de blogs en twitterberichten van Van
Woudenberg betreffende Achmea c.s. die tot aan 9 november 2012 zijn gepubliceerd,
naar het oordeel van de voorzieningenrechter "in hun geheel als onrechtmatig zijn aan te
merken".
18 Van Woudenberg is door de rechtbank Groningen dan ook veroordeeld om binnen vijf
dagen na betekening van het Vonnis ten aanzien van de blogs en tweets "alle tot op
heden gepubliceerde blogs en andere uitingen op het internet betreffende Achmea c.s. of
in relatie tot Achmea c.s. van het internet te verwijderen en verwijderd te houden". Daarbij
verbiedt de rechtbank Van Woudenberg om in de toekomst soortgelijke uitingen over de
onderhavige kwestie te doen op het internet of via enig ander openbaar medium.
16171095 4/20
LOYENS LOEFF
19 De rechtbank heeft haar veroordeling uitgesproken op straffe van een dwangsom van
EUR 1.000 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Van Woudenberg zich niet aan
de veroordeling zou voldoen, tot een maximum van EUR 20.000.
20 Van Woudenberg zelf schreef over het Vonnis het volgende (gepubliceerd op:
http://denkmetkoosmee.blogspot.nl/p/vonnis-kort-geding-achmea-wza.html):
"In dit vonnis ben ik in het ongelijk gesteld. Omdat ik het niet eens ben
met de motivatie in het vonnis - het is gebaseerd op aannames en niet op
bewijs - ga ik hoger beroep. In het vonnis staat dat ik in de toekomst niet
meer mag publiceren over Achmea Zorg en het Wilhelmina Ziekenhuis in
Assen en dat ik alle artikelen op deze website die ik schreef met
betrekking tot dit onderwerp moet verwijderen.
De rechtbank oordeelde feitelijk dat het belang van eisers groter is dan
het maatschappelijk belang om misstanden aan de kaak stellen. Dat is
heel opmerkelijk.
Ik schreef eerder al dat mr. M. Griffioen een nevenbetrekking vervult in de
zorgsector. Omdat deze rechtszaak gaat over een kwestie die speelt in
deze sector ben ik van mening dat zij zich had moeten verschonen omdat
haar nevenfunctie onverenigbaar is. Ik ben van mening dat door deze
onverenigbaarheid een negatieve invloed gehad op haar beslissing.
Daarnaast ben ik van mening dat de overheid meer werk moet maken van
de bestrijding van corruptie door rechters."
21 Deze uiting alleen al is in strijd met het vonnis van 9 november 2012. De heer Van
Woudenberg persisteert immers in zijn stelling dat hij "misstanden" bij Achmea en het
WZA aan de kaak zou hebben gesteld, terwijl er in de onderhavige kwestie geen sprake is
van misstanden bij het WZA en/of Achmea (vaststaat immers dat de heer Van
Woudenberg de factuur waarom het geschil is begonnen, gehouden is te betalen). Het
Vonnis zou volgens Van Woudenberg zijn gewezen door een corrupte rechter.
22 Na deze blog over het vonnis zijn nog diverse nieuwe onrechtmatige publicaties
verschenen op de blogspot van de heer Van Woudenberg, welke hierna in paragraaf 11.2
aan de orde zullen komen.
11.2
Nieuwe publicaties
koosgaatdoor .wordpress.com
op denkmetkoosmee.blogspot.nl en
23 Op 12 november 2012 publiceerde Van Woudenberg een "open brief" op zijn blogspot
aan de president van de rechtbank Groningen met de begeleidende tekst:
"Naar aanleiding van het absurde vonnis dat rechter mr M. Griffioen wees
in het kort geding dat een zorgverzekeraar en een ziekenhuis tegen me
hebben aangespannen omdat ik publiceerde over fraude bij beide
16171095 5/20
LOYENS LOEFF
organisaties besloot ik een brief te schrijven aan de nieuwe (tijdelijke)
president van de Groninger Rechtbank."
24 In de gepubliceerde brief (zie Productie 22 voor diverse blogs die tussen 9 november
2012 en mei 2014 zijn gepubliceerd) herhaalt de heer Van Woudenberg dat hij bewijzen
zou hebben gepubliceerd voor declaratie- en identiteitsfraude bij Achmea en het WZA en
dat hij aangetoond zou hebben dat gentimeerden keer op keer onrechtmatig zouden
hebben gehandeld en zich niets zouden hebben aangetrokken van wetten en regels:
"En nu is er dat beschamende vonnis, waarin staat dat ik mijn artikelen,
die op geen enkele wijze onrechtmatig jegens eisers zijn en waarin de
bewijzen voor het bedrog, onderbouwd met vele documenten, op straffe
van een enorme dwangsom van internet moet verwijderen, en geen
artikelen meer mag schrijven over deze fraudezaak. "
25 In de periode die volgde op de publicatie van de open brief werd het iets rustiger op de
blogspot van de heer Van Woudenberg en publiceerde hij alleen sporadisch en meer in
algemene zin over zorgfraude, waarbij hier en daar uiteraard wel werd gerefereerd aan
Achmea, het WZA en het vonnis van 9 november 2012. Vanaf februari 2013 heeft Van
Woudenberg echter weer diverse nieuwe blogs geplaatst, waarbij de inhoud van kwaad
tot erger gaat.
26 In een blog van 2 februari 2013 publiceert Van Woudenberg over gentimeerden als
"hebzuchtige zorgboeven" die hij zou hebben "ontmaskerd als een stel verschrikkelijke
oplichters":
"Eind vorig jaar bepaalde de wel heel zure criminele, corrupte,
omgekochte, vooraf ingefluisterde, partijdige rechter (. ..) dat ik mijn
publicaties over deze Zorgboeven, inclusief de bewijzen voor het
verduisteren van door mij betaalde zorgpremie n de declaratiefraude van
internet moest verwijderen."
27 Ook verschenen er weer artikelen waarbij medewerkers van Achmea en het WZA met
naam en toenaam worden genoemd. Vaak wederom met publicatie van een foto van de
desbetreffende persoon. Om er zeker van te zijn dat deze medewerkers de blogs zouden
lezen, verzond de heer Van Woudenberg hen e-mails met links naar zijn blogspot (zie
Productie 23). Zo breidde de heer Van Woudenberg het stelselmatig lastig vallen van
deze medewerkers nog eens uit.
28 Op 15 maart 2013 verscheen een nieuwe blog over mevrouw Hanenberg (Gentimeerde
sub 4), op 18 maart 2013 verscheen er een blog over de heer De Ridder (Gentimeerde
sub 7) met onder meer de volgende tekst:
"U doorliep bij Achmea een mooie schone carrire. Nooit vriendjes
bevoordeeld, handjeklap gespeeld, gesnoemeld, verkeerde bedjes
gespreid, tegenstanders kaItgestellt, collega 's bedonderd of andere
domme fouten gemaakt. Geen sprake dus van witteboordencriminaliteit.
16171095 6/20
LOYENS LOEFF
Ook nooit last gehad van maffiarechters die - u staat toch als een
vrijmoedig type bekend - de mond wensten te snoeren met een
opmerking dat de vrijheid van meningsuiting door de overheid niet
bijzonder wordt gewaardeerd. Nee, van al die maffe toestanden had u
geen last. Het was allemaal zeer zuiver."
29 Verder op in dezelfde blog geeft Van Woudenberg "maar weer eens een fraudesignaal" af
aan de heer De Ridder. De heer De Ridder kreeg begin dit jaar een andere functie binnen
Achmea en ook daarover publiceerde de heer Van Woudenberg een blog (op 5 april
2014, zie Productie 22 voor al deze blogs). Van Woudenberg noemt De Ridder een
"sukkel", "faalspeurneus" stelt dat De Ridder mensen zou hebben bedonderd en vriendjes
zou hebben bevoordeeld.
30 Op 28 maart 2013 publiceerde de heer Van Woudenberg vervolgens een blog over
mevrouw Schokker (Gentimeerde sub 5). Over haar schrijft hij onder meer dat ze niet
beschikt over de vaardigheden die behoren bij haar functie van hoofd patintenorganisatie
en:
"Alie lacht er om. Ze lacht altijd en eigenlijk om alles. Volgens haar
collega's is ze meerdere malen cosmetisch behandeld en daar heeft ze
een aan psychiatrie grenzende lachstoornis overgehouden. Als je naar
haar kijkt, doet ze je denken aan alle kindmeisjes en eers tejaars-
secretaresses tegelijk. Maar dan strakgetrokken. Van de een op de
andere dag heb je er geen trek meer in. "
31 Meer recent neemt de heer Van Woudenberg ook nog andere medewerkers van Achmea
(met portretfoto) op in zijn publicaties en verergert de inhoud van de publicaties aan het
adres van de heer Hoogers (directievoorzitter Divisie Zorg & Gezondheid bij Achmea).
Van Woudenberg wekt namelijk de suqqestie dat de heer Hoogers in verband zou kunnen
worden gebracht met pedofilie:
"Jouw grote baas Monique [Monique Wassenaar is een medewerkster
van Achmea over wie Van Woudenberg sinds enige tijd ook publiceert,
toevoeging advocaat] dat is Norbert Hoogers. (. . .) Normaal gesproken
hou ik priv en zakelijk strikt gescheiden. Lang heb ik getwijfeld of ik dat
standpunt moest handhaven. Vooral omdat ik me met de dag meer begin
af te vragen of en in welke mate het privleven van Norbert Hoogers van
invloed was op mijn leven. Ontkennen dat ik hem meer dan eens in de
Groningse en Drentse natuur tegen het lijf liep doe ik niet maar, ik weet
begot niet meer of dat nou voor of na de roeitrainingen van de jongens
van Aegir was." (blog gepubliceerd op koosgaatdoor.wordpress.com op
16 maart 2014, zie Productie 22);
32 In een open brief aan de Nederlandse zorgautoriteit (eveneens gepubliceerd op de
blogspots van Van Woudenberg op 13 april 2014, zie Productie 22) stelt Van
Woudenberg gechanteerd te worden door Achmea vanwege "bepaalde zaken in het
16171095 7/20
LOYENS LOEFF
privleven" van de heer Hoogers. En op twitter post de heer Van Woudenberg op 18
maart 2014 (zie Productie 24 voor alle twitterberichten betreffende Achmea c.s. sinds 9
november 2012):
"Maakt directie voorzitter Norbert Hoogers van @achmea deel uit van de
#Demmink organisatie?"
33 Gentimeerden vertrouwen uw Hof bekend met de inhoud van de beschuldigen aan het
adres van de heer Demmink. Bij wijze van achtergrond achten Gentimeerden het van
belang om op te merken dat de heer Van Woudenberg stelt getuige te zijn in het proces
tegen Demmink (zie Productie 25 voor een krantenartikel waarin Van Wouden berg
hierover genterviewd wordt). Op 12 oktober 2013 schrijft de heer Van Woudenberg
hierover bijvoorbeeld (zie Productie 22):
"Ik ben er getuige van dat voormalig secretaris-generaal van Justitie, de
heer Joris Demmink aanwezig was in een appartement waar minderjarige
jongens seksueel werden misbruikt. Daarnaast weet ik veel over de
(Groningse) HIV-zaak. Het al jaren voortdurende getreiter van het OM, de
politie, woningstichting Actium (. . .) en Achmea (. . .) komt niet zomaar uit
de lucht vallen. Het is het werk van een groot pedofielen-netwerk en
mensen die er hand -en spandiensten aan verlenen."
34 Met het opnemen van beschuldigingen van pedofilie (niet alleen aan het adres van de
heer Hoogers, maar kennelijk maakt heel Achmea in Van Woudenbergs visie deel uit van
een groot pedofielen-netwerk) in zijn publicaties heeft de heer Van Woudenberg een
nieuw dieptepunt bereikt en Gentimeerden nemen een en ander zeer ernstig op.
35 Gentimeerden menen dat alle nieuwe blogs en twitterberichten over de onderhavige
zaak, Gentimeerden en medewerkers van Achmea en het WZA in strijd zijn met het
vonnis van 9 november 2012, waarin immers is opgenomen dat de heer Van Woudenberg
in de toekomst geen vergelijkbare uitingen meer mag doen ten aanzien van
Gentimeerden (en hun (ex)werknemers). De nieuwe blogs zijn vergelijkbaar, omdat Van
Woudenberg gewoon doorgaat met het publiceren van totaal ongefundeerde verwijten
van fraude en corruptie. Het daarbij gebezigde taalgebruik is vrijwel onveranderd. Ook
worden de medewerkers van Achmea en het WZA weer zonder aanleiding persoonlijk
aangevallen en zwart gemaakt. Met de beschuldigingen van pedofilie presteert Van
Woudenberg het zelfs om nog een stap verder te gaan in zijn onrechtmatig handelen.
Hiermee is zonder meer duidelijk dat de publicaties van Van Woudenberg van kwaad tot
erger gaan. Zodra Van Woudenberg het gevoel heeft dat hij niet meer genoeg aandacht
krijgt, verzint hij weer wat nieuws (zoals het verzenden van e-mails aan de personen over
wie hij publiceert) en verergert de inhoud van zijn publicaties.
36 Gentimeerden hebben er recht op en belang bij om ook de nieuwe blogs en
twitterberichten van het internet verwijderd te krijgen en zekerheid te verkrijgen dat de
heer Van Woudenberg niet nog meer onrechtmatige publicaties doet.
16171095 8/20
LOYENS LOEFF
11.3 Hosting partijen
37 Gelet op de weigerachtige houding van de heer Van Woudenberg om zijn publicaties van
het internet te verwijderen en geen nieuwe publicaties te plaatsen, hebben gentimeerden
diverse hosting partijen aangeschreven van de weblogs van Van Woudenberg (met een
beroep op artikel 6:196c lid 4 BW). Dit is deels al aan de orde geweest in eerste aanleg,
maar ook na het Vonnis zijn namens gentimeerden een aantal van deze "notice and
takedowns" verzonden. Met wisselend succes: een aantal hosting partijen heeft de blogs
van Van Woudenberg (al dan niet deels) verwijderd, maar Van Woudenberg heeft zijn
blogs toen eenvoudigweg verplaatst naar een andere website. Deze werkwijze biedt dus
uiteindelijk geen soelaas, nog daargelaten dat het bijzonder vergaande inspanningen (met
bijbehorende kosten) vergt om hosting partijen zover te krijgen dat zij overgaan tot
verwijdering van de publicaties.
11.4 Van Wouden berg heeft in weerwil met het vonnis de zoekmachines niet (tijdig)
aangeschreven
38 De heer Van Woudenberg is in het Vonnis tevens opgedragen om er voor te zorgen dat
zoekmachines zijn onrechtmatige uitingen niet meer zouden weergeven. De rechtbank
heeft dit als volgt verwoord (onder 5.2):
"veroordeelt Van Woudenberg om binnen vijf dagen na betekening van dit
vonnis bekende zoekmachines (zoals - maar niet beperkt tot - Google,
IIse, Altavista, Yahoo, Bing, MSN) schriftelijk te verzoeken onder
overlegging van dit vonnis (en onder onmiddellijke afgifte van kopien van
dit verzoek aan de raadsvrouw van Achmea c.s.) om alle zoekresultaten
van het internet te verwijderen en verwijderd te houden, ook uit het
cachegeheugen, waarin op welke wijze dan ook melding wordt gemaakt
van de onder 5. 1 bedoelde uittngen;"
39 Zoals gezegd is het Vonnis op 12 november 2012 aan Van Woudenberg betekend. Op 20
november 2012 is aan Van Woudenberg een brief verzonden (zie Productie 26 voor deze
brief) vanwege het feit dat Van Woudenberg op dat moment nog niet volledig aan het
vonnis had voldaan. Hierbij is Van Woudenberg ook aangemaand om de zoekmachines
alsnog aan te schrijven en een afschrift van deze correspondentie te verstrekken. Hierop
kwam per e-mail een reactie (zie Productie 27) waarin Van Woudenberg stelde dat een
kopie van "een brief aan Google" zou zijn toegestuurd, maar dat andere zoekmachines
dan Google zijn website niet zouden hebben gendexeerd. De gestelde kopie is echter
nimmer ontvangen.
40 Ruim nadat namens Gentimeerden de deurwaarder was ingeschakeld om de verbeurde
dwangsommen te incasseren, verzond de advocaat van de heer Van Woudenberg - op
14 maart 2013 - een kopie van n e-mail en twee faxberichten die de heer Van
Woudenberg op 13 november 2012 zou hebben verzonden in het kader van de onder
punt 5.2 van het Vonnis geformuleerde veroordeling. Het betreft een e-mail aan het adres
16171095 9/20
LOYENS LOEFF
"info@google.nl" met een cc aan Ilse, Altavista, Yahoo, Bing en MSN, een faxbericht aan
Google Amsterdam en een faxbericht aan de advocaat van Gentimeerden met de tekst:
"in de bijlage de e-mail met daarin het verzoek aan zoekmachines om
zoekresultaten te verwijderen"
41 Deze fax is in ieder geval niet eerder dan op 14 maart 2013 ontvangen door de advocaat
van gentimeerden, als bijlage bij het bericht van de advocaat van Van Woudenberg.
Nergens blijkt uit dat de fax daadwerkelijk op 13 november 2012 aan de advocaat van
gentimeerden zou zijn verzonden. Ook bij de e-mail en fax aan Google is geen bewijs
van verzending en/of ontvangst gevoegd. Gentimeerden hebben dan ook sterk het
vermoeden dat de berichten ofwel geantedateerd zijn, ofwel helemaal niet zijn verzonden.
Dit mede gelet op het feit dat de heer Van Woudenberg een week na de bewerdelijke
verzending van de e-mail en faxberichten nog geattendeerd is op het feit dat de advocaat
van gentimeerden nog niets had ontvangen. Ook is de berichtgeving van Van
Wouden berg inconsistent: in zijn e-mail van 21 november 2012 stelt Van Woudenberg
een kopie van een brief aan Google te hebben toegestuurd (dit blijkt in werkelijkheid en
achteraf dus een e-mail te moeten zijn) en stelt hij dat andere zoekmachines dan Google
zijn site niet zouden hebben gendexeerd; daarmee suggererend dat hij geen andere
zoekmachines zou aanschrijven. Indien de heer Van Woudenberg de andere
zoekmachines op 13 november 2012 daadwerkelijk een e-mail zou hebben gezonden,
dan ligt het in de rede dat hij op 21 november 2012 gewoon zou hebben bericht dat ook
deze zoekmachines al waren aangeschreven.
42 De huidige zoekresultaten op Google duiden erop dat de heer Van Woudenberg Google
in het geheel niet heeft aangeschreven. Wanneer op de naam van mevrouw Hanenberg,
of, bijvoorbeeld, de heer Hoogers wordt gezocht, verschijnt de blogspot van de heer Van
Woudenberg nog steeds bovenaan en zijn er op de eerste pagina met zoekresultaten nog
altijd vier links naar de blogspot van de heer Van Woudenberg te vinden (zie Productie
28 voor een print screen van deze en een aantal andere relevante zoekacties).
43 Ook aan dit onderdeel van het vonnis heeft de heer Van Woudenberg dus niet voldaan,
althans in ieder geval niet tijdig.
11.5 Twitter accounts
44 Ten tijde van het kort geding tegen de heer Van Woudenberg, twitterde de heer Van
Wouden berg met de gebruikersnaam denkmetkoosmee@denkmetkoosmee. Van
Woudenberg gebruikte dezelfde account op zijn blogspot.
45 Na het Vonnis is een groot aantal van de eerder gepubliceerde tweets door Van
Woudenberg verwijderd, maar er zijn diverse tweets ten aanzien van Gentimeerden op
het internet blijven staan (zie Productie 29 voor de overgebleven tweets). Toen Van
Woudenberg daarop werd aangesproken bij brief van 20 november 2012, beweerde Van
Woudenberg ineens dat hij geen Twitteraccount zou hebben (zie het e-mailbericht van
Van Woudenberg d.d. 21 november 2012 Productie 30). Voorafgaand en tijdens het kort
16171095 10/20
LOYENS LOEFF
11I ANTWOORD OP GRIEVEN
52 Van Woudenberg werpt twee grieven op tegen het Vonnis, welke hierna afzonderlijk
zullen worden besproken en weerlegd.
111.1 Grief 1
53 Van Woudenberg's eerste grief luidt:
"Ten onrechte heeft de voorzieningenrechter (. . .) overwogen dat Van
Woudenberg (. . .) diverse blogs en twitterberichten op het internet heeft
geplaatst over Achmea, het WZA en diverse medewerkers van beide
organisaties (. ..) en dat deze laatste daarin met naam en toenaam en
adres worden genoemd en diverse blogs zijn voorzien van de foto van
n of meer van deze eisers alsmede dat hij gelet op de overgelegde
stukken Achmea c.s. beschuldigd heeft en onder punt 5.1 tot en met 5.6
van het dictum daarvan vorderingen van Achmea c.s. toegewezen."
54 In zijn toelichting stelt Van Woudenberg onder verwijzing naar zijn zittingsaantekeningen
in eerste aanleg, dat hij "als journalist" vragen zou hebben gesteld op "internetfora's"
maar dat hij daarbij geen foto's en beeldmerken zou hebben gebruikt waarvan de rechten
in bezit zijn bij gentimeerden. Ook zou er volgens Van Woudenberg geen "technisch
bewijs" zijn dat de producties van Achmea c.s. in eerste aanleg van hem afkomstig zijn.
Ten slotte stelt Van Woudenberg dat:
"de voorzieningenrechter hem (. . .) ten onrechte een opdracht tot het
leveren van tegenbewijs [heeft} toegedicht. Naar zijn mening lag het
gezien de gemotiveerde betwisting op de weg van Achmea c.s. haar
stellingen te onderbouwen en pewijzen. (. . .)"
55 Mede gelet op de zittingsaantekeningen van Van Woudenberg in eerste aanleg, stellen
Gentimeerden vast dat Van Woudenberg niet betwist dt hij over Gentimeerden (en
werknemers van Achmea en het WZA) heeft gepubliceerd. Integendeel: in zijn
zittingsaantekeningen bevestigt Van Woudenberg dat hij artikelen heeft geplaatst waarin
hij fouten, onregelmatigheden, schendingen van de geheimhoudingsplicht en fraude zou
hebben blootgelegd en daarbij zou Van Woudenberg niet onzorgvuldig of lichtvoetig zijn
geweest.
56 In de zittingsaantekeningen stelt Van Woudenberg wel in algemene termen dat het
eenvoudig zou zijn de inhoud van websites te "stelen" of wijzigen, maar niet dat dit in de
Hoewel gentimeerden zich realiseren dat 'journalist' geen beschermde titel is, merken zij voor de goede orde op dat
niets erop wijst dat Van Woudenberg daadwerkelijk journalist is. Voor zover Van Woudenberg al journalist zou zijn, geldt
bovendien dat hij zich - ten onrechte - niet heeft gehouden aan enkele relevante gedragscodes (zoals de 'Gedragscode
voor J ournalisten' van de Internationale Federatie van J ournalisten, de 'gedragscode voor Nederlandse J ournalisten'
van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren en de 'Leidraad van de Raad voor de J ournalistiek'). Op grond
van deze codes dienen journalisten onder meer 'waarheidsgetrouw', 'met open vizier' en 'fair' te handelen bij de
uitvoering van hun werk. Van Woudenberg heeft bij het publiceren van zijn blogs in ieder geval deze drie waarden (en
daarmee de gedragscodes) geschonden.
16171095 12/20
LOYENS LOEFF
onderhavige zaak zou zijn gebeurd. Voor de goede orde: dit is uiteraard ook niet gebeurd.
Gentimeerden hebben er in het geheel geen belang bij om dergelijke publicaties over
zichzelf op het internet te plaatsen.
57 Gelet op de beperkte stellingen en toelichting van Van Woudenberg, is onduidelijk welk
belang Van Woudenberg meent te hebben met zijn opmerking dat Gentimeerden geen
"technisch bewijs" zouden hebben overgelegd dat de producties van Gentimeerden
afkomstig zijn van Van Woudenberg. Grief 1 dient in zoverre al te worden gepasseerd.
58 Indien Gentimeerden de stellingen van Van Woudenberg z moeten begrijpen dat hij een
deel van de inhoud van de publicaties (zoals opgenomen in de producties van
Gentimeerden) wel zelf zou hebben geschreven (waaronder dus wel degelijk de
beschuldiging van "fraude") maar een ander deel niet, zodat hij daarvoor niet
aansprakelijk kan worden gehouden, geldt het volgende:
(a) De blogs en twitterberichten van Van Woudenberg zijn geschreven in de "ik-vorm"
en zijn ondertekend met zijn eigen naam;
(b) Brieven, processtukken en deurwaardersexploten die aan het huisadres van Van
Woudenberg worden bezorgd (en alleen aan zijn huisadres) verschijnen steevast
kort na de bezorging in de blogs van Van Woudenberg;
(c) De heer Van Woudenberg e-mailt links naar nieuwe publicaties vanaf zijn eigen e-
mailadres;
(d) Een deel van de dreigementen die Van Woudenberg aan het adres van
Gentimeerden heeft gedaan is in eerste instantie opgenomen in brieven van Van
Woudenberg aan Gentimeerden en niet in de blogs (de brieven zijn daar vaak wel
later gepubliceerd). Oftewel: h~t unieke taalgebruik van Van Woudenberg komt ook
voor in teksten die door derden sowieso niet aangepast kunnen zijn door het
gebruik van softwareprogramma's;
(e) De inhoud van de publicaties (en de inhoud van de producties) is door diverse
partijen zelfstandig vastgesteld, waaronder door de deurwaarder die daarvan een
proces verbaal van constatering heeft gemaakt (zie Productie 33);
(f) Gentimeerden hebben er zoals gezegd geen belang bij om zichzelf op het internet
te beschrijven zoals Van Woudenberg dat doet.
59 Met de in eerste aanleg overgelegde producties hebben Gentimeerden wel degelijk
voldoende en overtuigend bewijs overgelegd ter onderbouwing van hun stellingen.
"Technisch bewijs" verzameld door "deskundigen" was gelet op de omstandigheden en
eigen stellingen van Van Woudenberg niet nodig.
60 Gentimeerden verwijzen in dit verband ook naar een arrest van het Gerechtshof
Leeuwarden (Productie 34) van 16 april 2012 in een strafzaak tegen Van Woudenberg.
Ook in die zaak ging het om publicaties die Van Woudenberg op het internet had gedaan
16171095 13/20
LOYENS LOEFF
en waarbij hij bepaalde personen had beledigd. In de strafzaak voerde Van Woudenberg
het verweer dat hij de betreffende teksten helemaal niet zelf had geplaatst (een
nuanceverschil met de onderhavige zaak) en dat hij vermoedde dat anderen (waaronder
een tweetal politieambtenaren) de teksten via knip- en plakwerk op zijn website zouden
hebben geplaatst. Het Hof overwoog daarover:
"Het hof constateert voorts dat in de overige uitlatingen in de betreffende
teksten alsmede de ik-vorm waarin de teksten zijn geschreven geen
aanwijzingen zijn te vinden voor het standpunt dat de teksten door een
ander of anderen dan verdachte zouden zijn opgemaakt.
Ook overigens zijn uit de processtukken of het verhandelde ter zitting
geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden - en ook niet door
verdachte gesteld - die voormeld vermoeden van verdachte zouden
kunnen staven. Het hof verwerpt het verweer van verdachte."
61 Het Hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat Van Woudenberg wel degelijk degene
was die de beledigende teksten op het internet heeft geplaatst en veroordeelde de heer
Van Woudenberg dan ook tot een (voorwaardelijke) taakstraf.
62 De handelswijze van Van Woudenberg is steeds hetzelfde ten aanzien van alle personen
en organisaties die hem "dwars" zitten: hij plaatst uitermate grievende teksten op het
internet en verschuilt zich vervolgens achter het verweer dat de gelaedeerden niet kunnen
bewijzen dat hij achter die teksten zit. Hoewel in een strafzaak, heeft uw Hof dit verweer al
eerder niet gegrond geacht en Gentimeerden verzoeken uw Hof dit in de onderhavige
zaak ook niet te doen.
63 Het is daarbij terecht dat de rechtbank Groningen in het Vonnis Van Woudenberg de
bewijslast heeft toebedeeld van zijnostelling dat niet alle afdrukken in de producties van
Gentimeerden van Van Woudenberg afkomstig zouden zijn. Voor zover Van Woudenberg
hiermee geen bevrijdend verweer heeft gevoerd en om die reden de bewijslast naar zich
toe heeft gehaald, geldt de betwisting van de stellingen van Gentimeerden door Van
Woudenberg niet voldoende gemotiveerd is. Van Woudenberg verzuimt immers om te
specificeren welke teksten wl en welke teksten niet van hem afkomstig zouden zijn zodat
zijn verweer onduidelijk is en dient te worden gepasseerd.
64 Hoe dan ook: Van Woudenberg is wel degelijk de auteur van de onrechtmatige publicaties
jegens Gentimeerden op de blogs en op twitter. En Van Woudenberg heeft daarbij ook
wel degelijk gebruik gemaakt van afbeeldingen waarvan de rechten toebehoren aan
Gentimeerden, zoals genoegzaam toegelicht in de dagvaarding.
111.2 Grief 2
65 De tweede en laatste grief van Van Woudenberg is gericht tegen de reikwijdte van het
door de rechtbank Groningen opgelegde verbod aan het adres van Van Woudenberg. In
het vonnis is volgens Van Woudenberg onvoldoende duidelijk omschreven welke uitingen
16171095 14/20
LOYENS LOEFF
hij in de toekomst niet meer mag doen waardoor hij in zijn vrijheid van meningsuiting zou
worden beperkt.
66 Van Woudenberg constateert terecht dat het aan hem opgelegde gebod en verbod
tamelijk breed geformuleerd is: Van Woudenberg dient alle tot aan het Vonnis
gepubliceerde blogs en twitterberichten over de onderhavige zaak te verwijderen en mag
vanaf de datum van het Vonnis geen soortgelijke publicaties (op het internet of via een
ander medium) over Gentimeerden en hun (ex)werknemers meer doen. Maar de brede
formulering van de rechtbank is dan ook volledig gerechtvaardigd gelet op de feiten en
omstandigheden in deze zaak, zoals in eerste aanleg door Gentimeerden aangevoerd en
toegelicht. Van Woudenberg maakte (en maakt) met zijn publicaties een vergaande
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van Gentimeerden, heeft geen enkel bewijs voor
zijn beschuldigingen aan het adres van Gentimeerden, is onnodig grievend en dient geen
algemeen belang. Van Woudenberg publiceert immers louter over en vanwege zijn eigen
geschil met Achmea en het WZA. Het belang van Van Woudenberg bij zijn recht op
vrijheid van meningsuiting heeft in dit geval dan ook terecht het onderspit gedolven.
67 Dat Van Woudenberg niet in staat is om zijn recht op vrijheid van meningsuiting op een
fatsoenlijke manier te gebruiken, blijkt ook wel uit de na het Vonnis verschenen
publicaties. Daarin blijven termen als "fraude" opduiken (terwijl gentimeerden niet
strafrechtelijk zijn veroordeeld), maar komen zoals in de paragraaf Feiten toegelicht ook
nog veel ergere uitlatingen voor.
68 Van Woudenberg heeft niets geleerd van de diverse rechtszaken die inmiddels tegen hem
zijn gevoerd vanwege zijn publicaties, wil er ook niet van leren en gaat onverminderd door
met zijn eigenrichting. Deze handelswijze mag geen steun vinden in het recht door een
beroep op vrijheid van meningsuiting.
111.3 Conclusie ten aanzien van de grieven
69 De grieven van Van Woudenberg tegen het Vonnis zijn ongegrond. Gentimeerden
verzoeken uw Gerechtshof om het Vonnis te bekrachtigen en daarbij, zoals hierna nog zal
worden toegelicht, te bepalen dat Van Woudenberg zich op straffe van lijfsdwang aan zijn
veroordeling moet houden.
IV VEROORDELING OP STRAFFE VAN LIJFSDWANG
70 Van Woudenberg heeft tot op heden niet voldaan aan het vonnis en heeft ook de
dwangsommen die hij om deze reden heeft verbeurd, niet voldaan. Er zijn geen rele
verhaalsmogelijkheden, de dwangsommen zijn geen voldoende drukmiddel gebleken en
het heeft aldus geen zin om de dwangsommen te verhogen. Gentimeerden zien zoals
hiervoor al aangegeven dan ook geen andere weg dan nakoming van het vonnis van de
rechtbank Groningen van 9 november 2012 te laten verzekeren door middel van
lijfsdwang.
71 Op grond van het bepaalde in artikel 585 e.v. Rechtsvordering dient hierbij aan de
volgende voorwaarden te worden voldaan:
16171095 15/20
LOYENS LOEFF
a. er moet sprake zijn van feiten en omstandigheden, die meebrengen dat uit
hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist;
b. er moet aannemelijk zijn dat toepassing van een ander dwangmiddel
onvoldoende uitkomst zal bieden;
c. bij afweging van de belangen van partijen, dient het belang van eisers
toepassing van lijfsdwang te rechtvaardigen; en
d. Van Woudenberg moet in staat zijn aan de verplichtingen waarvoor
tenuitvoerlegging bij lijfsdwang wordt verlangd, te voldoen.
72 Aan deze vereisten is zonder meer voldaan."
IV.1 Spoedeisend belang
73 Er is sprake van een spoedeisend belang bij Gentimeerden. Ondanks het vonnis van de
rechtbank Groningen van 9 november 2012, duren de onrechtmatige inbreuken op de eer
en goede naam van Gentimeerden immers nog steeds voort en gaan de uitingen van
kwaad tot erger met als meest recente voorbeeld zelfs het feit dat Van Woudenberg de
heer Hoogers in verband brengt met pedofilie.
74 Gentimeerden hebben er dan ook recht op en belang bij dat de blogs zo snel mogelijk
van het internet worden verwijderd en dat de heer Van Woudenberg het hem opgelegde
verbod om in de toekomst nog soortgelijke uitingen te doen daadwerkelijk gaat naleven.
IV.2 Toepassing van een ander dwangmiddel biedt onvoldoende uitkomst
75 Tot op heden heeft Van Woudenberg de door hem verbeurde dwangsommen niet betaald
en is het zeer onwaarschijnlijk dat bij hier alsnog toe zal overgaan. De dwangsommen
kunnen ook niet worden gexecuteerd.
76 Van Woudenberg geniet een voor beslag vatbare uitkering van de Gemeente Winsum. Op
deze uitkering liggen reeds n of meerdere beslagen, zo volgt uit de brief van de
advocaat van Van Woudenberg aan de deurwaarder van 13 februari 2013.
Voor een voorbeeld waarin een vordering op straffe van lijfsdwang werd toegewezen, verwijzen gentimideerde graag
naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag d.d. 12 september 2013 (zaak: C/09/448424 / KG ZA 103-913). Ook in die
zaak was sprake van een vonnis waarin - kort gezegd - was geoordeeld dat gedaagde zich, op straffe van een
dwangsom, diende te onthouden van het zoeken van contact met eisers en iedere verspreiding, openbaarmaking en/of
het doen van uitlatingen over eisers (onder meer met beschuldigingen over fraude) te staken en gestaakt te houden.
Ook diende gedaagde, op straffe van een dwangsom, alle berichtgeving omtrent eisers te verwijderen van het internet.
De dwangsommen werden verbeurd, maar het bleek onmogelijk deze te innen. Eisers zagen zich dan ook genoodzaakt
de geboden en verboden uit het vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang te laten verklaren. De rechtbank stelt vervolgens in
haar beoordeling van het geschil voorop dat rechterlijke uitspraken dienen te worden nagekomen en dat niet kan worden
geduld dat iemand een vonnis niet nakomt. De rechtbank overweegt vervolgens het volgende (r.o. 4.7):
"De belangen van eisers om niet meer zeer veelvuldig te worden benaderd door gedaagde en om niet bloot te
worden gesteld aan verdachtmakingen van fraude [' ..l zijn onmiskenbaar groot. Gezien dit grote belang en omdat
het dwangmiddel van dwangsommen een onvoldoende prikkel is gebleken voor gedaagde om zich van deze
gedragingen te onthouden, is toepassing van lijfsdwang [. . .] gerechtvaardigd."
16171095 16/20
LOYENS LOEFF
77 Daarnaast heeft de deurwaarder bij brief van 15 februari 2013 (bijgevoegd als Productie
35) verklaard dat Van Woudenberg volgens zijn informatie geen voertuigen heeft en dat
ook geen andere roerende en/of onroerende zaken op zijn naam staan geregistreerd.
78 Daarbij komt nog dat, ook al zou Van Woudenberg de middelen hebben om tot executie
van dwangsommen over te gaan, het zeer onaannemelijk is dat dit er werkelijk toe zal
leiden dat Van Woudenberg stopt met zijn onrechtmatige publicaties. De diverse uitingen
in zijn blogs spreken in dit verband voor zich. Zie bijvoorbeeld de blog genaamd "de
dwangsommen-obsessie van Mariska Kool" van 7 februari 2013 (Productie 22), waarin
Van Woudenberg in niet misverstane woorden aangeeft maling te hebben de aan hem
opgelegde dwangsommen.
79 Nu Van Woudenberg feitelijk geen betaalmogelijkheden heeft om de dwangsommen te
kunnen voldoen (zoals ook door zijn advocaat is bevestigd bij brief van 13 februari 2013
aan de deurwaarder), het leggen van beslag eveneens geen doel treft, en Van
Woudenberg ondanks de dwangsommen niet de intentie heeft om te stoppen met zijn
onrechtmatig handelen jegens Gentimeerden, leiden de dwangsommen niet tot het
beoogde resultaat. Gentimeerden zien zich dan ook genoodzaakt om als ultimum
remedium de mogelijkheid tot het toepassen van lijfsdwang aan te grijpen.
IV.3 Het belang van eisers om toepassing van lijfsdwang is gerechtvaardigd
80 Bovenal brengt het algemeen belang mee dat rechterlijke uitspraken dienen te worden
nagekomen. Daarnaast hebben Gentimeerden vanzelfsprekend ook een persoonlijk
belang bij hun vordering tot het toepassen van lijfsdwang.
81 De verdachtmakingen die de heer Van Woudenberg uit in zijn diverse blogs zijn
aanmatigend, kwetsend en onnodig grievend. Bovendien vinden ze geen steun in de
feiten, terwijl ze wel de eer en goede naam van Achmea, het WZA en hun medewerkers
aantasten.
82 Nu het zeer onaannemelijk is dat Van Woudenberg uit eigen beweging stopt met deze
uitlatingen en zelfs het Vonnis en de daaruit voortvloeiende dwangsommen hem niet
hiertoe kunnen brengen, is lijfsdwang zoals gesteld de enige overgebleven manier om
druk op Van Woudenberg uit te oefenen zijn onrechtmatige uitingen jegens eisers van het
internet te verwijderen en hem te doen stoppen met het plaatsen van nieuwe blogs en
twitterberichten.
83 Het belang van ieder van de Gentimeerden bij de veroordeling weegt zwaarder dan enig
belang van Van Woudenberg, die, zo brengen Gentimeerden nog maar eens in
herinnering, louter is begonnen te publiceren vanwege een zorgnota van nog geen EUR
130 die hij (ten onrechte) niet wilde betalen. Dit - niet eens gerechtvaardigde - belang
staat in geen enkele verhouding tot hetgeen Van Woudenberg Gentimeerden en de
(ex)werknemers van Achmea en het WZA aandoet.
16171095 17/20
LOYENS LOEFF
IV.4 Van Wouden berg is in staat aan de verplichtingen waarvoor tenuitvoerlegging bij
lijfsdwang wordt verlangd, te voldoen
84 Van Woudenberg is, zoals gezegd, veroordeeld om "alle tot op heden gepubliceerde
blogs en andere uitingen op het internet betreffende Achmea c.s. of in relatie tot Achmea
c.s. van het internet te verwijderen en verwijderd te houden". Daarbij verbiedt de
rechtbank Van Woudenberg om in de toekomst vergelijkbare uitingen te doen op het
internet of via enig ander openbaar medium over de onderhavige zaak. Ook is Van
Woudenberg veroordeeld tot het aanschrijven van de diverse bekende zoekmachines als
Google, IIse, Altavista, Yahoo, Bing en MSN met het verzoek om alle zoekresultaten die
leiden naar zijn blogs van het internet te verwijderen en verwijderd te houden.
85 Gentimeerden zien geen enkele reden waarom Van Woudenberg niet aan het
voorgaande zou kunnen voldoen. Een dergelijke reden is door Van Woudenberg ook niet
genoemd. Als eigenaar c.q. schrijver van de blogs kan hij eenvoudig zorgdragen voor het
verwijderen en verwijderd houden van zijn blogs over Gentimeerden. Het vergt daarnaast
niet meer dan een eenvoudige brief aan voornoemde zoekmachines om zorg te dragen
voor verwijdering van de zoekresultaten die leiden naar zijn uitingen. Voor zover dit
laatste al meer inspanningen zou vergen, geldt dat dit voor rekening en risico van Van
Woudenberg komt. Van Woudenberg is immers de veroorzaker van alle zoekresultaten.
IV.5 Conclusie lijfsdwang
86 Kortom, nu i) toepassing van een ander dwangmiddel onvoldoende uitkomst biedt, ii) het
belang van eisers toepassing van lijfsdwang rechtvaardigt, iii) Van Woudenberg gewoon
in staat is aan de verplichtingen die volgen uit het Vonnis te voldoen, en iv) uit hoofde van
onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, wordt aan alle vereisten als
genoemd in artikel 585 e.v. Rechtsvordering voldaan en is het uitvoerbaar verklaren van
de veroordeling van Van Woudenberg - zoals te bekrachtigen door uw Hof - lijfsdwang
derhalve opportuun.
V VORDERINGEN VAN WOUDENBERG IN HOGER BEROEP
87 Van Woudenberg vordert naast vernietiging van het Vonnis:
(i) Dat de vorderingen van Van Woudenberg in eerste aanleg alsnog worden
toegewezen en de vorderingen van Gentimeerden alsnog worden afgewezen;
(ii) Hoofdelijke veroordeling van Gentimeerden tot het terugbetalen van hetgeen
krachtens het Vonnis aan Gentimeerden is voldaan, te vermeerderen met de
wettelijke rente;
(iii) Gentimeerden te veroordelen tot het betalen van de deurwaarderskosten, het
griffierecht, het "salaris van de gemachtigde en de (proces)advocaat van appellant"
en nakosten.
88 Geen van de vorderingen van Van Woudenberg is toewijs baar.
16171095 18/20
LOYENS LOEFF
89 Om te beginnen treffen de grieven van Van Woudenberg geen doel, zodat vernietiging
van het Vonnis niet aan de orde is en de veroordeling van Van Woudenberg (de
toewijzing van de vorderingen van Gentimeerden) stand moet houden. Voor zover nog
relevant geldt voor de overige vorderingen van Van Woudenberg het volgende.
90 Van Woudenberg heeft geen vorderingen ingesteld in eerste aanleg. Van Woudenberg
lijkt daartoe wel een poging te hebben gedaan in zijn zittingsaantekeningen - hij noemt
daarin overigens totaal ongefundeerd "bijzondere kosten van 2346 euro te
vermenigvuldigen maal twee voor de opvolgend internet provider" - maar Van
Woudenberg heeft zich in eerste aanleg niet laten bijstaan door een advocaat en kon
daardoor geen reconventionele vordering instellen. Voor zover relevant: er is ook niet
tijdig een reconventionele vordering ingesteld, Gentimeerden zijn niet voorafgaand aan
de zitting genformeerd door Van Woudenberg. Artikel 353 Rv laat niet toe dat Van
Woudenberg zijn eis in reconventie alsnog in hoger beroep instelt. De "vorderingen van
Van Woudenberg in eerste aanleg" zijn dan ook op geen enkele wijze toewijsbaar.
91 Van Woudenberg heeft tot op heden niets aan Gentimeerden voldaan - deze vordering is
dan ook niet toegelicht, noch onderbouwd - zodat deze vordering eveneens inhoudelijk
niet toewijsbaar is.
92 Ten aanzien van de gevorderde kostenveroordeling - die vanzelfsprekend het lot van de
overige vorderingen moet volgen - geldt in het bijzonder nog dat het "salaris van de
gemachtigde" in eerste aanleg niet toewijsbaar is vanwege het bepaalde in artikel 255 lid
1 Rv: Van Woudenberg was niet gerechtigd zich te laten bijstaan door een gemachtigde.
Gentimeerden betwisten overigens dat Van Woudenberg kosten heeft gemaakt voor
bijstand door een gemachtigde.
VI BEWIJSMIDDELEN
93 Zonder enige bewijslast op zich te willen nemen die rechtens niet op hen rust, bieden
Gentimeerden aan al hun stellingen te bewijzen door alle middelen rechtens, waaronder,
maar niet beperkt tot, het overleggen van nadere schriftelijke stukken.
MITSDIEN:
Dat het aan het Gerechtshof moge behagen bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
appellant niet ontvankelijk te verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep tegen het
vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297)
althans de grieven en het hoger beroep van appellanten af te wijzen;
het vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297) te
bekrachtigen;
het vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 9 november 2012 (136540/ KG ZA 12-297)
uitvoerbaar te verklaren bij lijfsdwang met een duur van drie maanden, althans, voor een
16171095 19/20
LOYENS LOEFF
periode die uw rechtbank redelijk acht, voor iedere dag en ieder dagdeel dat Van
Woudenberg niet voldoet aan n van de veroordelingen uit voornoemd vonnis;
te bepalen dat de lijfsdwang onmiddellijk na het wijzen van dit vonnis kan worden
toegepast;
appellant te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure in beide instanties
met de bepaling als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in
dezen te wijzen arrest worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening
van het arrest wettelijke rente is verschuldigd;.
appellant te veroordelen tot betaling van de nakosten ad 131 zonder betekening, dan
wel 199 in het geval van betekening, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening
van het in dezen te wijzen arrest en - voor het geval voldoening van de nakosten niet
binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de
nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
Deze zaak wordt behandeld door mr. M. Kool, Loyens & Loeff N.V., Blaak 31, (3011 GA) Rotterdam, telefoon: 010-2246256;
fax: 010- 412 58 39; e-mailadres: mariska.kool@loyensloeff.com.
16171095 20/20

Вам также может понравиться