Вы находитесь на странице: 1из 558

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ ~~~~~~~~~

~~~~~~~~~~~~~~
~~~~~~~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ ~
~~~~~~~~~~~~ ~~ ~~~~~~~~~~~~~~
H ET
U ITV IN D IN G EN , BO E K D ER
AM BACHTEN EN FABRIEKEN.
H E T
30F g# lTyl#gl#@E#,
AM BACH TEN EN FABRIEK EN .
M et een vooi.l.ede van D i'.J. H O SSC H A J I'.
Ytlfde herziene Druk.
M et m eer dan 1000 Illustratin
.
. ,yzp )
* e &.
. 6 r. < w 1 .
.a - 1.-. 7 . - #.
.$. )= =z
+ w F.. ?,
= .
., k
N.y-..k
@ r
**5
LEIDEN. - A.W .SIJTHOFF.
T N H O U D .
Inleidlng .. ... ....
1. Alaat en gewicht. -- Het Mzetrieke stelsel
Maat en cjfer.- De maten bij de oude volken,Egyptenaren,Isralieten,Griekel),
Romeinen.- Belang van nauwkeurige maten,ook voor het onderlinge verkeer der
volken.- Standaard en stelsel.- Willekeurige en in de natuur gegronde stelsels.-
Geschiedenis van het metrieke stelsel.- Graadmetingen als grondslag der eenheid.-
Verdeeling en benamingen.- Bedenkingen tegen het metrieke stelsel als algemeene
maat.- Vergeljking van dat stelsel met andere maten.- Het meten van kracht.
Bladz.
1 * * @ . @ w *.* @.*
II. De wlndmolen en de sehroef boot .
De schepraderen der stoombooten.- Het hellend vlak met zjn verschillende toe-
passingen .- De wig. - De schroef.- De schroef van AuculM:EoEs
.
- DUQIJET.-
BEltxotTLLl.- PzkucTox.- DELISLE.- SAUVAGE.- JosElaH llEssEL. - De schroef-
booten. - De wieken der windmoiens. - Werking van den wind op de zeilen.
Geschiedkundige opmerkingen.
111. De hef boom en de katrol
De Egyptische bouwkunde.- De hef boom.Eenarmige en tweearmige hef boom.
Gebruik van den hef boom.Geschiedkundige opmerkingell.
-
De haspel.- Het rad.
Tandraderen en drijfwerk.- De schroef zonder einde.- Wrjving. - De rol en
de katrol.
IY. De zwaartekraeht en het *
Het bepalen van maat en gewicht. aantrekkilzgskracht. De wet der
zwaarte.- IsAlt NEwTox.- Afwijking van het schietlood.- Werking der zwaartc-
kracht op andere hemellichamen.- Zwaarte en zwaartepunt. - De weegsehaal.-
De unster. - De briefweger. De brugbalans
.
-
De chemische weegschaal.
Specifek gewicht.- Het drjven. De vochtwegers.
Wegen. @
De
Y. Slinger @
Ontdekking der slingerwetten.- Het vallen.- Versnelde e11
vertraagde beweging. - Het gebruik van den slin> r. - Slingeruurwerken. De
seconde-slinger.- De samengestelde slinger.
De maatwijzer van Miiluzslu. De
reversie-slinger. De slingerproeven van FoucAutz'r
.
-
Ongeltjke lengte van den
seconde-slinger op verschillende
middelpuntvliedende kracht.- Proeve van PLATEAU ter verklaring der gedaante van
Saturnus. - De centrifugaal-regulator. - Centrifugale droogmachines.
punten der aarde. Afplatting des aardbols.De
GALILEO GALILE.
VI
YI. De barometer en de manqmeter.
De pompenmakers te Florence
.
-
De af keer der natuur van het ledige.- De
proef van ToltltlcELLl.- De drukking der ltlcht en hare wetten.- De dampkring. -
Hoogtemetingen op den Puy de Dme. - De barometer. - Verschillende soorten
van barometers.- De manometer
. De wet van MXRIOTTE.- Barometrische
waarnemingen.
Bladz.
114
O HOUD.
YII. Luchthallens en luchtscheepvaart .
Vliegmachines.- De luchtballon. - De gebroeders MoxTooru>alElt. - Hun eerste
ballon (1783).- CHAETUES en zjn ballon.- De Montgolfres en Oharlires.- De
eerste luchtreis van PILATSE pz Rozlls en den markies D'ARLANDE
, CHARLES en
ROBERT. BLANCHARDS luchtreis over het kanaal. -
Het valscherm.- De reis
van GREEN uit Engeland naar het Nassausche.
-
De belangrjkste ondernemingen
van latere luchtreizigers.- ARBAN.- Coxwlyu.- Gvpsox
.
-
NADAR en de Gant.-
Nut en toekomst der luchtscheepvaart.- De lnchtreis van GAv-laussAc en BloT
.
YlIl. De luchtpemp en de atlnospherische brievenpest .
OTTO vox GuEmcxE.- De luchtpomp en hare inrichting.- De Maagdenburger
halve bollen op den rjksdag te Regensburg.- De sluitkraan.- De dubbele lucht-
pomp.- De schadeljke ruimte.- De ontvanger of recipint.- De perspomp en
het windroer.- De atmospherische spoorweg.- Geschiedenis en inrichting.- De
atmospherische brievenpost te Londen.
1X. Hydraulische machines, pompen en brandspuiten
waterpassen.- De vloeistoflbn
hebben.- Fonteinen.- De waterzuil- in buizzen, die met elkander gemeenschap
machine.- De hevels.- W aterraderen.- Het
Machines om water
waterrad van Slgxxs.- Turbines.-
op te heFen.- Schepraderen.- De kettingmolen.- De schroef
van ARCHIMEDES.- De pomp.- Kleppen.- Zuig-,pers- en samengestelde pomp.-
De hydraulische ram.- De waterwerken van Berljn.- De droogmaking van den
Haarlemmermeerpolder en de daarbj gebezigde machines.- De brandspuiten.-
De brandspuit van Hlrso.- Stoombrandspuiten.- De waterpers.
De hydraulische drukking.- De horizon.- Het
1. Het llcllt .
Denkbeelden der Ouden aangaande dit onderwerp.- KEPLER.- OwltTEslus.-
HtwoExs. NEwTox.- De undulatie- en de emanatieleer.- Het licht bestaat uit
trillingen.- Voortplanting van het licht.- Bepaling der snelheid van het licht door
waarneming der verduisteringen van de wachters van Jtlpiter, door Owsslxl en
R?5MEs.- Aberratie der lichtstralen.- BRADLEY.- De machine van FIZEAIJ. -
Afhankeljkheid van de intensiteit van het licht van den afstand.- De photometer
van RvxFoxp.- Gepolariseerd en gewoon licht.- Toepassing der polarisatie op
de fabricage van beetwortelsuiker.
II. Spiegels .
De spiegels algemeen en reeds oudttjds bekend.- Wetten der terugkaatsing van
het licht.- Het spiegelbeeld.- Geestverschjningen op het tooneel.- De hoek-
spiegel.- De debuecoop.- De caleidoscoop.- Het spiegelsextant.- De reoectie-
INHOUD. VI1
Bladz.
goniometer.- Heliostaat en helioscoop.- Terugkaatsing door gebogen vlakken.-
De holle en bolle spiegel.- Brandpunt en brandpuntsafstand.- Wezenljke en
schjnbeelden.
111. Het prisma en de spectraal-analyse
Een oude mythe.- De straalbreking.- Fata morgana.- Het prisma.- Totale
terugkaatsing.- De camera lucida.- Het zonnespectrum.- Ontleding van het
witte licht in gekleurd licht.- NEwTox's theorie der kleuren.- Het daltonisme.-
Fluorescentie.- De ljnen van FRAUNHOFE..- Verschillende spectra bj verschil-
lende lichtende voorwerpen.- Heldere ltnen.- Spectraal-analyse.- KlscHHoy'l?
en BUNSEN.Hun spectroscoop. - Nieuw ontdekte metalen.- Gebruik van het
spectroscoop btj het onderzoek der hemellichamen.- Bestanddeelen der zon.
Protuberanzen.
IY. De camera obscura .
Beelden van voorwerpen in een donkere kamer.- De lenzen,haar soorten en
beginsel. - Sphaerische aberratie. - Convergeerende lenzen. Brandpunt.
Brandpuntsafstand. - Beelden der lenzen.- Achromatische lenzen en haar uit-
vinding.- Het optisch instituut te Miinchen.- De camera obscura.- Af beelding
der zon bj een zonsverduistering.- Tooverlantaarn en nevelbeelden.
Y. Het zien. Paneras:a en stereosceep .
Het oog als optisch werktlnig.- Het zien met n oog.- Het beeld op het
netvlies.- Gezichtshoek.- Schjnbare grootte der maan.- Perspectief.- Het
panorama en het diorama.- Snelheid van den indrak des lichts op het oog.-
De chromatropen.- De kleurentol.- Subjectieve gezichtsverschtnselen.- Har-
monie der kleuren.- Het zien met twee oogen. - De stereoscoop.- WHEATSTONE.
BluwsTEs.- De spiegel- en de prisma-stereoscoop. - De telestereoscoop van
HELMHOLTZ.
YI. De A'errekilker en de telesceep .
Geschiedkundige berichten aangaande de uitvinding. De inrichting van een
verrekjker. De Nederlandsche en de sterrenkundige kijker.- KEPLEIt.- Het
Campanisch oogglas. Kjkers voor aardsche voorwerpen.- Uitwendige inrichting
en opstelling.- Volmaking der kjkers door ETJLER,Doluluoxp, FltAcxllo>nyclt.-
Het passage-instrument.- Verder gebruik der kjkers als meetwerktuigen.- De
nonius en de micrometer.- De spiegeltelescopen.- Geschiedkundige bjzonder-
heden.- Groote telescopen.Newtoniaansche,Gregoriaansche,Herschelsche.- Wat
ziet men door den kjker?
YII. De micresceep . . 103
Een nieuwe wereld.- De eenvoudige microscoop.- Brillen en vergrootglazen.-
LEEtTwExHolx. - De zonmicroscoop,uitgevonden door LIEBERIOHN.- De samell-
gestelde microscoop.- De microscoop van CHEVALLIEU en die voor meer dan tll)
waarnemer tegeljk. - Geschiedltundige bjzonderheden aangaande de uitvinding en
volmaking der microscopen.- Gebruik van den microscoop.- Wat men er mee ziet.
1rI1I
Bladz.
1 1. Het gelqid
Oorzaak,voortplanting en snelheid van het geluid.- Terugkatsing.- Echo.-
Spreekbuis.- Horen voor dooven.- Toon en kleur. - Lage en hooge tonen.-
Trillende snaren. - Interferentie. - Het monochorde. - Intervallen.- Dur en
mol.- HELMHOLTZ.- Trillingsknoopen van snaren en platen.- De klankfguren
van OHLADNI.-- Klankkleur der instrumenten.- De klinkletters.- Toonverbin-
dingen.- TARTINI en GEoltoE.- Orgelpjpen.- Telephoon.- Microphoon.-
Phonograaf.- Photophoon.
21
INHOUD.
II. De muziek-instrumenten
M a at - i nstr um ent e n.Castagnetten.- Tamboerjn.- Trom,enz.- Pauken.-
Klokken en klokkenspel.- M e l o di e - i n st r u m e n t e n.De s n a a r - i n s tr u m e n t e n.
De harp en hare uitvinding.- De Egyptische harp.- De Davids harp.- De
pedaalharp.- De Eolusharp.- De luit, gitaar en citer. - Het klavier.Ontwik-
keling tot piano.Bouw van de piano-forte.Hare samenstellende deelen.- De viool
en dergeltke instrumenten. Hare geschiedenis.Theorie der viool.- Violoncel en
contrabas.- Italiaansche violen.- STAINER.MITTENwALD.- De b l a as - i n s tr u-
m e n t e D.Trompetten en dergellke instrumenten.Hunne inrichting en theorie.-
De horen en bazuin.- Kleppen.- SAx en ClRvExxv.- De fuit.- De klarinet.-
De fagot.- Het stelsel van BEx.- Het orgel.Geschiedkundige bjzonderheden.
Samenstelling van het orgel.Registers.Windladen enz.Belangrjke orgels.
111. De Thermometer .
Warmte en koude.- Het meten der warmte.- De thermometer van DREBBEL. -
Theorie van den thermometer.- Wat warmte is.- Uitwerkingen der warmte.-
Rwuxtm, FAHREXHEIT,Czruslvs.- Maximum- en minimum-thermometer.- Metalen
thermometers.- De warmte in de huishouding der natuur.
IY. De Steoln en de Steezzyzackine .... 108
De warmte a1s arbeidsvermogeu.- W at is stoom? - Beginsel der stoommachine.-
Geschiedenis van hare uitvinding.- Haar ware ouderdom.- Het schip van
DE GARAY.- SALOXON DE CAvs. - De markies van WollcEsTls.- PAmx en de
Papiniaansche pot.- De stoommackine vau SAVE1tY.- NlwcoxEx.- n xEs WATT
en zjne dubbelwerkende machine.- Het parallelogram.- De machine met hooge
drukking. - De machine met ontspanning.- Afzonderljke gedeelten der stoom-
machine. - De machine met heen en weder bewegenden cylinder.- De stoom-
ketel. - Veiligheidskleppen.- De machines ter vervanging van de door stoom
bewogene.- Geschiedenis en inrichting van de gasmachine van Lxxols en van de
heete-lucht-machine van EmcKsoN.
Y. Izpcomatieven en Locomebielen 159
Geschiedenis van den stoomwagen. - Eerste uitvindingen.- Gxosce en ROBEST
S'rzpHxxsox.- Hunne uitvindingen.- ,,The Rocket''.- Latere verbeteringen.-
Inrichting der locomotief.- De locomobielen.
#
+
< -x
.*- - .-'w. - * -- w / - - .xQ'
- .x ww .Q'N w .-
z ....; .-. -w> '...w w .> x'ww x.N.'< N ''x .
-..> I - -----> %. -'x - -- e..- w.
-<' ..D---Qt-x--...xc. ,.)''--,1 .> - -.e' '- >. x ..r --.''Je.'>- w xw'-wwo.'xx' W -..-..A w x ww - . . . - ....--- x o - N wwwww 'x
-> --.e..-M .A >v N .v .....- k - N. www $ $ '' ..
>e ' NW
.v - -- '- -YN GNN N . .a . xxx NN.- - -- .>. ..- = .. N .MNwx wx-NX
wex .. s, 'e .- - 4.R% Nx <N N.N . vv -..- - .J7- r . x N NCN A .- .- - . x . w A -' y*>k X / '*'' -..N j N% x' . w = . Nx .M- r - .,- j . ww hx
.- w.e.e''<- @ ....- x = t '-- - l . e.-a xx.>xww 'hwx'xxN wxA.w
W W W - ' - NX %h . ....- .- - j h w%% . -. .. >. w -.-e- *@ . * 1 * %*Nq A- % - -
.e e-* / N % *-*'*- *%h%$ - V% hh -- *'*= .- h*bh%%% M w=- - l . .
.A - : x . c= -I hQ - jv. . l x x ..% AR .
- < -...- .- &j xN.x'. M j x x ww.-.- ..j -. .w jjj,,j xxx A .- . r-' = b1j x .xNY
.> . ...-..-.-. ..-...-- . . ' .1 I j xx.N w-- . -z-, I; II'II .%....xNx x .- ....v' - . .... .>. I . xx %
h.- < --'* J . >- - '<. !% w.* I .- - - j x N ..- j - x I ,A >- I .' 1 w I, '- - .'.x. A .
-- j .- - j- N hx IIjI -. -=. j*1 KN I - *' - 4 lI->.NN
I I . . I N - x .- I,
Ij'- ' - vo-=- - ury* -.- I j I j h.. l l I ----.w/ ->.r'...- - - . 1l 'l ' x. v ' = w x j Nx
- -.. e % j .... .x . ... .. . ! ,jjj K. -. -2r -- %'-x.N...-- ---
jj!,!#jljl.pu. .. III k xx I,l: .j'Nxwx .r .. .- ,- , N
. 'k h I > > --
j - ' s I - w '.x
'
M %h-O XVi %%%%h e >. * hhk* hhhh
> >.x. < .r Ix . ww.- -w NN I -. , rhhw. x--.. -. x N : . ...**
.-- 'q j r-*' '-n%NN - .k . j x Nx t- .
- qj ... . .-- - .-
=
IN TUM TD IN G .
Onder de bewonderenswaardigste voortbrengselen van menschelijke weten-
schap en menschelijk kunstvermogen bekleedt gewis de stoommachine een
der eerste plaatsen,'t zij wij hare werking zien, waar zij de snelpersen op
een drukkerij Of de weefstoelen der fabrikanten Of de draai-en schaaf banken
in een werkplaats van machines in beweging brengt,'t zij het fraaie zomer-
weder ons uitlokt om Op de vlugge stoomboot of voortgesleept door de sis-
sende locomotief op grooter Of kleiner schaal te gaan doen wat uyuvssEs
volgens vader Hoxb:Rus deed :vreemde landen en volken gaan zien.'t Is een
ingewikkeld mechanisme zoo'n stoommachine en toch,als wij ons Over dat
samengestelde verbazen,hebben wij evenzeer reden dit te doen over de groote
eenvoudigheid
dat er water in aan de kook houdt.De waterdamp,die zich dienvolgens ont-
wikkelt,wordt in een cylinder geleid,beurtelings boven en onder een zuiger
,
van het gronddenkbeeld.W ij zien een ketel boven een V 11.1.1 1*)
die daardoor
gewone spinnewiel wordt de rechtlijnige heen en weder gaande beweging van den
Op en neder gedreven wordt.Op soortgelijke wijze als bij het
steel des zuigers veranderd in een Omdraaiende en door middel van raderen
en rOndsels
weefgetouw of stoomhamer, scheprad Of schroef aan schepen,
ook wezen moge.Aan de afzonderlijke deelen aan de geledingen,om het
zoo te zeggen - vinden wij in den regel niets bijzonders,geen nieuwe
Niordt op verschillende wijzen de beweging overgebracht Op
of wat het
kracht, geen raadselachtig uurwerk. Raderwerk, hef boomen en schroeven
,
scherpzinnig aaneenverbonden,leveren die verwonderlijke uitkomsten,welke
onbereikbaar
lijken toestel moest vervaardigen. Maar de geheele toestel werkt altijd slechts
zijn voor de menscllelijke hand, die toch eerst dien werktuig-
op eene en dezelfde wijze en naar dezelfde wetten,als die wij bij den eenvou-
digen notekraker en mes en schaar Opmerken - de wetten van hef boom en
hellend vlak.Het groote drijfrad,bestemd om den gang van het geheele
werktuig te regelen,versnelt of vertraagt de beweging van den zuiger
, naar
VIIJ 1
TNLEIDING.
begeert.Elk, die slechts
eenig begrip heeft van werktuigktlnde
,
ziet daarin de uitwerkselen van tr a a g-
h e i d en van l e v en d e k r ac h t, gelijk die zich bij elken steenworp en
iederen hamerslag laten opmerken
. En de m i d d e l p u n tv l i e d e n d e (centri-
fugaal-) kracht, welke Op de m eest grootsche schaal den loOp der hemelbollen
in orde en het eeuwige uurwerk des heelals in gang houdt - de stoom-
machine vertoont haar in dat paar kogels
,gewis het vernuftigst uitgedachte
gedeelte van het werktuig
, kogels, die bij langzamer omdraaiing zakken en
bij versnelde beweging rijzen, daardoor werkende op den zuigerstang en het
versnelde of vertraagde heen en weder schuiven van den zuiger in den cylin-
der zoowel regelende als aanwijzende (Zie de onderstaande af beelding bij de
de behoefte of de willekeur van den machinist het
middelkolom).
Indien wij vervolgens een zaaimachine,een horloge Of een muntpers bezien
en ontleden, zullen wij dezelfde grondbeginselen en dezelfde natuurwetten in
werking vinden, ten hoogste met het verschil
,
dat hier de spankracht eener
daar die van
N
)b
x spankracht
- @
- '' uitvloeisel van el a s t i-
c i t e i t het ver-
- L p mogen een door uit-
.. -'
j '
wendige kracht veran-
= C f
. .
jyj. c derden stand dool
=
nerlijke kracht te her-
sss &
y. ; nemen terwijl de
: %* a slinger aan een uur-
l
6 = 1 v
.
u yjtots doet dan > x I we1 *
L l I een practisch toepassen
- S
.
. ,.
.
-
-
= van een werking,die .&
.-. l
- .
S $ jjij yiyuujt suu uuuyuaj
11
aan de kerkkronen te
Florence o p m e r k t e,
terwijl duizenden de 1IllIlI'1IlII1ltI1lII1IIIl1 1ll jy!ljljj
1! llI y,l 1 I$1,,.!',!jlj 1jy1Nj ,y,yjjj , jjx y$, uaalk .ytjo
r (jjeyj,,),g.e g j e y.y
hadden.
Dubbelwerkendstoomwerktuig van W ATT
. Laat
werkt ; maar
is altijd het
V001*,
stoom
Ons een micro-
en Onze
bewondering schenken aan de geheel nieuwe wereld
,
voor onzen blik ontstaat.De kleinste splinter van een
krijt
to Overij
vuursteen, een stofje
nog eens duizenden allersierlijkste &chulpjes
en geraamten van diertjes,die voor millioenen jaren leefden en dartelden, tot-
dat de dood hen verraste
,
de organische gedeelten aan verrotting en vernie-
tiging werden prijs gegeven, maar de beendertjes zich opeenhoopten en van
lieverlede tOt verbazende steenklompen samenpakten
. W aardoor ziet men die
microscopische
het vertoont Ons duizenden en
schepseltjes ? Eenvoudig, Omdat de natuurwet bestaat, dat
scoop nemen
welke als door
3 INLEIDING.
de lichtstraal,door twee middelzelfstandiglleden van ongelijke dichtheid gaande,
g eb r o k e n wordt. Die eigenschap schenkt een duizendvoudige vergrooting aan
de voorwerpen,welke onder den microscoop worden geplaatst. Zij schildert den
prachtigen regenboog Op de wolken ; zij schenkt het heerlijkste kleurenspel
aan den diamant,die met duizenden betaald wordt,en aan den dauwdroppel,
dien men 0111 niet ziet.Zonder die breekbaarheid van het licht zOu de pho-
tographie op haar tegenwoordig standpunt niet kunnen bestaan,de sterren-
kunde zich weinig verheFen boven de reeds voor twintig eeuwen in het oude
Egypte bereikte hoogte - althans de nauwkeurige waarneming beteekende
nog niets,onderstelling alles,want ook hier is de breekbaarheid der lichtstra-
len de grond van het wezen der telescopen,gelijk van de microscopen.Zelfs
Ons Oog bezit dien eenvoudigen toestel van een vergrootende lens en behoort
daardoor in de rij der optische instrumenten,welker grondbeginsel alleen in
de breekbaarheid der lichtstralen bestaat.
ons ook op dergelijke wijze door den electro-magnetischen
telegraaf laten onderrichten,dat ene enkele wet al de verschijnselen beheerscht,
waaraan wij den naam van electrische of magnetische geven ; zoowel de blik-
sem behoort er toe,die vernielend uit de wolken schiet)als de standvastige
richting der magneetnaald) welke den zeevaarder op den Oceaan den weg
wijst.Er bestaat verband tusschen 't verschijnsel,dat in het hooge Noorden
verrukt door de pracht van het noorderlicht,en dat,hetwelk in de werkplaat-
ZoO kunnen wij
sen der galvanoplastiek een geheel leger vertegenwoordigt van beeldhouwers,
metaalgieters, graveurs, houtgraveurs en vergulders.
Gij plaatst u aan de piano ter begeleiding van den zang ; door het een-
voudige aanslaan der toetsen en door uw stem roept gij bewegingen in
't leven,die onder den naam ptrillingen''tot 't uitgestrekte gebied van 't geluid
behooren.
De aan geheele wereld,gelijk zij zioh Onze zintuigen vertoont,is a1s het
w are een schaakspel : een regelm atig verdeeld veld, waarop slechts weinige
Onderling verschillende voorwerpen zich bewegen, terwijl elk ervan zijn eigen
lo0p en zijn eigen kracht heeft en toch bestaan er oneindig vele gevallen,
w aarin deze krachten tegen elkander en m et elkander in w erking kom en en
de overige m edewerkers zoo ordenen, dat er een planm atig ingericht geheel
uit ontstaat.
Men behoeft slechts oppervlakkig over de bovenstaande opmerkingen na te
denken,Om zich te overtuigen, dat een nauwkeurige nasporing der natuur-
verschijnselen een uitgebreiden invloed moet uitoefenen op alle menschelijke
verrichtingen,niet alleen in zoover deze de krachten der natuur tOt bepaalde
doeleinden gebruikt,maar ook in zoover 's menschen verstandelijke ontwikke-
ling er mede in verband staat.Dit klaarblijkelijke nut is alzoo een vrucht
van de navorsching der natuur en hare verschijnselen en krachten,gelijk
's menschen vernuft daarvan velerlei gebruik heeft weten te maken tOt het
vervaardigen van Ontelbare voorwerpen.
Gelijk de natuur n schoon geheel uitmaakt,zoO zouden eigenltk oOk de
natuurwetenschappen samen slechts n geheel vormen. Maar de verbazende
INLEIDING .
rtjkdom der
volharding
te dezen te
natuur is z6 groot,dat het scherpzinnigste verstand en de taaiste
van n mensch niet in staat zijn,tOt een alomvattende kennis
leiden. Dienvolgens heeft zich - als wij ons van deze overdrach-
telijke spreekwijze bedienen mogen - dit Onoverzienbaar rijk gedurende den
loop der tijden en bt den voortgang derwetenschap in onderscheidene provincin
verdeeld,die elk een afzonderlijke behandeling eischen.Met name geldt dit van
de beide groote afdeelingen, die men vroeger bestempelde met de namen :
n a t u u r k u n d e en n a t u url ijk e h i s to r i e ;de eerste verklaart de verschijn-
selen,ze laatste verhaalt het bestaande.Doch op het tegenwoordige standpunt
der wetenschap kunnen deze beide takken van den nnatuur''-boom niet zoO
nauwkeurig van elkander worden Onderscheiden,omdat, van het hoogere stand-
punt beschouwd, de wetenschap zich niet vergenoegt met aan te wtzen h o e
de natuurvoorwerpen bestaan,maar ook navorscht w a a r o m zij a l d u s be-
staan. De p l a nt k u n d e (botanie) en de d i e r k u n de (zologie) staan niet
meer a1s afzonderlijke wetenschappen op zich zelve en de m i n e r a l O g i e is geen
bloote aanwijzing meer van de ons bekende levenlooze bestanddeelen der
aarde :zij rust Op chemische en physische
Meer en meer wint de meening veld,dat
uitmaakt. Dienvolgens wordt oOk de s t e r r e n k u n d e een gedeelte
grondslagen.
al het geschapene (n groot geheel
00n
provincie in het rijk der natuurkennis.Zoo ook de a a r d r ij k s k u n d e ,
voor zoover deze niet bestaat in een Opsomming der willekeurige grenzen van
rtjken en staten, door de diplomatie afgebakend,maar in een geognostische
(aardkundige) en klimatische (weerkundige) ontwikkeling van den invloed, dien
lucht,water,grondsgesteldheid enz.Op het wezen der Organische wereld uit-
oefenen.Al de onderdeelen der natuurwetenschap grijpen als de raderen van
een uurwerk kan nleer behandeld Nvorden naet ver- in elkander; geen gedeelte
waarloozing van de overige en,hoewel langs een anderen weg dan vroeger,
toch komen wij tot hetzelfde punt,vanwaar de zoo onvolkomen wereldbeschou-
wing der oudste volken uitging de buitenwereld is n :de n at u u r.
Vroeger onderscheidde men die gedeelten der natuurleer,welke zich met het
onderzoeken van de krachten der natuurbezighielden, van die,welke de eigen-
schappen der zelfstalndigheden en de wijze harer onderlinge verbinding beoogden,
en noemde men de eerste wetenschap p h y s i c a (natuurkunde), de laatste
c h e m i e (scheikunde) :
vallen. lmmers,al wat wij reigenschap der lichamen''noemen is niets anders
dan verschillende uiting van natuurwerking.2en stuk geld is vast, omdat de
thans is dat onderscheid voor een goed deel Nvegge-
deeltjes elkander Onderling zeer sterk aantrekken ;het is z w a a r, omdat de
aantrekkingskracht der aarde op die deeltjes werkt ; het is z i cht b a ar en
heeft k l e u r,dewijl het een bepaalde terugkaatsing heeft van licht ;het heeft
een bepaalden w a 1- m t e g r a a d,omdat het onder een bepaalden uitwendigen
invloed staat in 't kort :wij kennen geene eigenschap van dat stuk geld,
dan die af hankelijk is van eigenschappen en krachten der natuur. Hoe verder
de wetenschap voortschrijdt,des te meer lossen zich voor haar nog de vroeger
gesplitste natuurwerkingen op in n grooten samenhang.Merkwaardig is te
dezen wat twee Duitsche natuuronderzoekers,Dr.MAYER te Heilbronn en de
4
5 INLEIDTNG.
nog meer beroemde Dr. HELMHOLTZ te Heidelberg, hebben geschreven.Het vOl .
gende volsta deswege in dit werk.
lndien wij Onze handen met snelheid Over een niet al te gladde Oppervlakte
wrijven,hebben we een gevoel van warmte ; de as van een wagenwiel wordt
heet door het wrijven van de naaf en menige molen is een prooi der vlam-
men geworden,alleen hierdoor, dat de tappen der molensteenen niet genoeg
gesmeerd werden, zoodat de hitte genoegzaam steeg Om het hout te doen
ontvlammen.Wat is de oorzaak van die warmte ? Zij ontstaat Onder Onze
handen,Want vroeger was zij niet aanwezig.Ontstaat zij uit niets ? - dat
wel niet,want dan zou langs dezen weg een p e r p e tu u m m o b i l e (een
eeuwigdurende beweging) gemakkelijk,ja Onmiddellijk,gevonden zijn.
De zaak is deze,dat de arbeid,die wij met Onze armspieren verrichten)in het eene
en die,welke het rad en den molensteen omdrijft,in het andere geval een
veranderlng Ondergaat ; hij verdwijnt in zijn eersten vorm en vertoont zich
weder a1s warmte.Door langdurig hameren kunnen we een stuk ijzer gloeiend
maken ; door snel boren wordt de boorlepel reeds na eenige seconden verhit ;
door staal tegen een vuursteen te slaan geeft het vonken af en toch was
er geen warmte in steen Of staal ;zij is alleen ten gevolge van snelle beweging,
ontstaan.Honderden voorbeelden bevestigen zulks.
warmte weder in arbeid Om te zetten,
dus door werktuiglijke kracht,
Omgekeerd is het echter Ook mogelijk,
gelijk b.v.in onze stoommachines plaats heeft.
W armte heeft de eigenschap,dat zij de lichamen uitzet.ln het Conserva-
toire des Arts te Parijs was in een muur een groote scheur ontstaan,zoodat
men voor instorten vreesde.Om dit te voorkomen voorzag men de vaneenwij-
kende gedeelten van zware moerschroeven en verbond men deze met lange,zware
ijzeren staven,die men gloeiend gemaakt had.Bij het af koelen werden die
staven korter en dat inkorten Oefende een zOO geweldige kracht uit, dat de
muren weder in hun stand kwamen en de scheur verdween.Hier lag de kracht
in niets anders dan in de warmte, vroeger in de ijzeren staven opgehoopt en
nu bij haar Ontwijken mechanisch samentrekkend werkende.De warlnte doet
het water van de oppervlakte onzer rivieren en zeen in dampen opstijgen naar
de toppen van het gebergte ; overal dus,waar het in beken en stroompjes langs
de hoogte afglijdend een molen drijft of een fontein doet springen, heeft in den
grond niets anders plaats dan dat wij de zomerwarmte tot onze dienares maken,
en evenzoo is het geheele bestaan van w i n d e n niets anders dan een gevolg
van ongelijke warmte der lucht op verschillende plaatsen.
Dat warmte licht kan doen ontstaan,wordt bewezen door elke gloeiende
ijzeren staaf en dienovereenkomstig is het ook,dat wij de spierkracht bezigen
tOt het verwekken van licht.Moeilijker valt het, een proefondervindelijk bewijs
te geven van het tegengestelde : verandering van licht in mechanische arbeid ;
doch wij hebben alle recht om Ook dit a1s bewezen aan te merken,daar men
een menigte chemische verschijnselen heeft)die een groote Ontwikkeling van
kracht aan den dag leggen) hoewel zij,moge dan Ook het licht er de eenige oorzaak
niet van zijn, toch voornamelijk door het licht bevorderd wordt.Voorts ziet
men, dat de planten slechts groeien en haar eigenschappen alleen Onder den
INLEIDING.
levenwekkenden invloed der zonnestralen ontwikkelen ; wat zij aan mensch of
dier tOt voedsel bieden Of wat zij ook verbrandbaars bevatten, is evenzeer
voortgebracht door licht als door warmte ; en,als wij brood eten of hout
verbranden,hebben wij mede genot van het daarin veranderde zonlicht.
Electrische verschijnselen kunnen,evenals die der warmte,door wrijving worden
te weeg.gebracht,maar warmte veroorzaakt Ook electrische verschijnselen in
de metalen,alsmede in het tourmalijn (een mineraal).Daar nu uitgemaakt is,
dat er verband bestaat tusschen electriciteit en magnetisme/wordt het ons
duidelijk,dat arbeidsvermogen,warmte,licht,electriciteit en magnetisme ten
allernauwste samenhangen.
men kan verder Al in de Ja, nog gaan.
kunnen a1s uitvloeisels van lne
sto/elijke wereld
aangemerkt, indien maar
zich'in dezelfde reeks laten voegen. de zoogenoemde chemische spanning-krachten
En dat dit inderdaad het geval is, wordt bewezen door ontelbare verschijnselen,
zoowel door de eenvoudige vereeniging van waterstof en chloor tOt zoutzuur,die
plotseling plaats heeft,zoodra het heldere zonlicht op een mengsel van beide
zelfstandigheden valt,als ook door den groei der planten en den verwonder-
lijken kringloop der zelfstandigheden in levende organismen,bij welke men
duidelijk het groote aandeel kan a'antoonen,dat licht en warmte en electrici-
teit aan het veroorzaken der verschijnselen hebben.
Veel zou reeds voor een algeraeene natuurbeschouwing gewonnen ztn door
het eenvoudige nasporen
verschijnselen ;doch dit geheele Onderwerp wordt nog veel belangrijker, als wij in
aanmerking nemen,dat het een blik vergunt in het wezen der schepping in
't algemeen en dat er deze waarheid door wordt verkondigd :dat,gelijk geen
deeltje eener in de schepping bestaande stof geheel kan vernietigd worden,Ook
geen spoor van 't aanwezige arbeidsvermogen verdwijnt - iets dat door berekening
der verwantschap tusschen verschillende natuur-
op de onwederlegbaarste wijze bevestigd wordt.De natuur wordt niet armer
en niet rijker, tenzij aan vormen,in welker ontstaan en wijziging zij een
onuitputtelijke verscheidenheid openbaart.
Dezelfde zelfstandigheden,die reeds voor honderdduizenden jaren de wereld
der gesteenten, wateren, planten en dieren vormden,sluiten zich ook heden
ten dage nog aaneen en dezelfde samensmelting van krachten, door welke
destijds de verschijnselen te voorschijn kwamen,is ook nu nOg in de wereld
aanwezig.Het spreekt van zelf,dat wij,over de natuur sprekende,niet alleen
denken aan hetgeen Op onzen aardbol
geheele bestaande wereld, Sirius,die
rende stralen tOt ons zendt,evenzeer als ons eigen lichaam :trouwens wij
staan met de afgelegenste ruimten des heelals in Onophoudeltjke krachtuitwis-
plaats heeft.Daartoe toch behoort de
uit de diepten des heelals zijn schitte-
seling, al ware het alleen,omdat de aarde een gedeelte van hare warmte uit-
straalt en daardoor de temperatuur der ruimte helpt verhoogen,terwijl Omge-
keerd de verst verwijderde nevelvlekken ons flauwe lichtstralen toezenden.
aangetoond, dat warmte zich laat omzetten in werktuigltjken
arbeid, deze electriciteit of magnetisme opwekt en omgekeerd ontwikkeling
van warmte,licht en arbeidsvermogen bij electrische verschijnselen plaats
Zoodra w as
de verschtnselen
natuurkracht Tvorden
6
INLEIDING.
heeft, lag
heid licht,
de vraag voor de hand naar de verhouding tusschen een bepaalde hoeveel-
warmte en arbeidsvermogen.Die vraag vond hare aanleiding in het
sedert lang bekende verschijnsel,dat tot het verhoogen der kracht van een stoom-
machine een grootere hoeveelheid brandstof vereischt wordt,en wel in een
bepaalde evenredigheid. Dienvolgens bestaat er 0ok een bepaalde verhouding
tusschen zekere hoeveelheid werktuiglijke arbeid en warmte.Dezelfde hoeveelheid
warmte is in staat tOt het leveren van dezelfde maat altijd slechts werktuiglij-
ken arbeid,namelijk indien zij hiertoe geheel gebezigd wordt en niet gedeeltelijk,
b.v.door uitstraling, te loor gaat. llet was voor onderzoek vatbaar,of een
verhouding,gelijksoortig als die tusschen werktuiglijken arbeid en warmte,
zich ook liet waarnemen ten aanzien van electriciteit en magnetisme. Door de
schel-pzinnigste navorschingen,die wij hiel niet kunnen uiteenzetten,alsmede
door het bezigen eener volstrekte maat tOt het nauwkeurig bepalen der verschil-
lende krachten is het gelukt dit vraagstuk in zoover op te lossen,dat zoodanige
verhouding werkelijk bestaat.
Doch nu kan het schijnen,dat bij de gedeeltelijke Omzettingen in de natuur
niet altijd een gelijke uitwerking door gelijke middelen wordt teweeggebracht.
Dit is echter in wezenlijkheid slechts schijnbaar,daar ons gewoon waarnemingsver-
mogen niet toereikende is om al de wegen na te sporen)langs welke gedeelten
van het arbeidsvermogen ten gevolge van verschillende oorzaken voor ons oog
verdwijnen.Voor gevallen, die tot een bepaalde uitkomst leiden,is door recht-
streeksche meting bewezen,dat er geen verlies aanwezig is,terwijl de wiskunde
voor een algemeene wet datgene verklaart,hetwelk door onderzoeken,meten
en wegen als feit is aangewezen.
Maar nu ontstaat eene andere die verhoudingen voor altijd
dezelfde reeds in staat daaronAtrent
vraag : zullen
blijven en is de natuurwetenschap nu
zekerheid te geven ? Met andere woorden :is er grond om te gelooven)dat
eenmaal rde wereld vergaan zal'',en hOe zal het daarbij toegaan ?
De bovenstaande beschouwingen vergemakkelijken dat antwoord zeer.
lmmers,daar wij gezien
varloren kan gaan, zal
der wereld''zoo Op te vatten als zou er sprake zijn van terugkeeren tot het
hebben,dat noch aan arbeidsvermogen,noch aan stof iets
niemand er aan denken)het denkbeeld van een plvergaan
niet''.Men heeft dienvolgens alleen te denken aan een rvergaan''der vor- 1)
men, aan een Ophouden der wijzigende krachten.En, daar arbeidsvermogen
niet verdwijnen kan,blijft er alleen dat ne geval van rwereld vergaan'' over, dat
uitwendige omstandigheden aan de krachten de gelegenheid benemen zich te uiten.
Doch dit geval oOk moet,indien wij genoodzaakt zijn aan de bekende
krachLen slechts den duur van een bepaalden tijd toe te kennen,eenmaal
n o O d w e n d ig plaats vinden en iedere dag, die voor Ons henen gaat,brengt
ons nader aan het tijdstip tusschen het rheden''en den rgrooten dood''.
Koude staat tegenover warmte.Slechts,wanneer de warmtegraad van een
lichaam veranderd wordt, heeft er een verandering van Omvang plaats en kunnen
mechanische of electrische of lichtgevende verschijnselen ontstaan.Evenzoo is het
met het licht, dat alleen dan
als er nOg duisternis bestaat.De
veranderingen en verschijnselen kan teweegbrengen,
electriciteit Openbaart hare verschijnselen,ingeval
INLEIDING.
de positieve de negatieve ontmoet,en in het magnetisme vertoont zich hetzelfde
met betrekking tot de beide polen.
Indien wij ons nu het geval voorstellen, dat nergens warmteverschil meer
plaats heeft en door het heelal een volmaakt gelijke temperatuur heerscht,dan
zal alle beweging,alle verandering,alle loop ophouden.De wederkeerige aantrek-
king der hemellichamen heeft Opgehouden en de bewegingen der hemellichamen
hebben een einde genomen. Dienvolgens heeft ook de stof geen vormen
DA00r 0r bestaat alleen een stofmassa van atomen.Geen lichtstraal
meer door den onkeren nacht is en zelfs dringt
deze
veroorzaken van een volmaakt evenwicht in het heelal ; er
heerscht een eeuwige vrede,een volmaakte rust.
Zulk een einde van alle stolelijk leven kunnen wtj voorspellen ; want,gelijk
de aarde tot hiertoe steeds meer en meer van haar eigen warmte verloren
en in in haar
-
alleen licht warmte,
werkzaamheid meer uit. Haar laatste werkzaamheid heeft oefent geen
bestaan in het
uitgestraald heeft en gelijk zij tegenwoordigen
toestand alleen blijft bestaan ten gevolge van de uitstraling der zon, zal Ook
deze levensbron eenmaal Ophouden te vloeien,omdat een onophoudelijke
uitstraling van warmte eenmaal den warmte-voorraad der zon moet uitputten.
Doch wij kunnen,oOk zelfs btjbenadering,geen gissing maken aangaande
het tijdstip, waarop die algemeene dood der schepping zal plaats hebben.
Indien het volkomen bewezen is,dat dealgemeene warmtegraad der aarde sedert
meer dan 2000 jaren geen honderste deel van een graad veranderd is,moet
de waarschijnlijke duur van de tegenwoordige huishouding der dingen gansch
en al Onberekenbaar bltjven ; en de blik in die verre toekomst,schoon gericht
op een zekeren ondergang,maakt niet mistroostig maar verheft veeleer den
geest, omdat het tevens de blik is in een groote wereldwet.
Bovenstaande uitweiding had ten doel,den lezer een blik te laten werpen
in de vruchtbaarheid en de hooge beteekenis der wetenschap,welker toepas-
sing op het leven in dit deel wordt aanschouwelijk gemaakt.
De natuurwetenschap is de grondwetenschap der geheele stoFeltjke wereld ;
zij voert onzen geest door de onmetelijke velden van ruimte en van ttjd,
terwtjl zij met dezelfde trouw den werkman de wetten der schroef voorschrijft
of hem den hefboom in de hand geeft.Aan de natuurwetenschap is het,dat
wij den verbazenden vooruitgang onzer eeuw verschuldigd zijn.
de vvereldruinAte
G e s c h i e d e ni s d e r n a t u u r w e t,e n s c h ap. Hoewel de grondstof voor
de natuurwetenschap te allen tijde aanwezig was,wordt er echter een zekere
trap van geestes-ontwikkeling toe vereischt om het waargenomene regelmatig
te rangschikken en nog veel grootere om van de verschijnselen Op te klim-
men tot de oorzaken.Reeds in de hooge oudheid ztjn de menschen bij de
vervaardiging hunner eenvoudigste werktuigen,des onbewust,volgens de wet-
ten der natuur te werk gegaan ;later heeft men een grooten voorraad feiten
bijeenverzameld,maar do eerste aanvang eener wetenschappeltjke bearbeiding
dezer grondstof ligtnOg
Het eerst vinden we
niet'zoo heel ver achter ons.
bij de oude E g y p t e n a r en de sporen,die ons dit
INLEIDING.
wieg der beschaving ook ten Opzichte van
scheikunde als den zetel der oudste wetellschappe-
lijke ontwikkeling doen kennen.lntusschen schijnen deze kiemen der natuur-
wetenschappen bij de meeste volken,welke met de Egyptenaren in nauwere
aanraking kwamen,geen of althans een slechts weinig gunstigen kweekgrond
gevonden te hebben.De handeldrijvende Aziatische volken lieten zich met ge-
heel andere zaken in ; doch,toen de scheepvaart der Phoenicirs zich Ont-
wikkelde en hunne kolonin en handelsreizen de nauwkeurige kennis van
afgelegen landen)met name in het noorden van Afrika,bevorderden,zal Ook
hier eenige vooruitgang in natuurkennis niet achtergebleven zijn.Onderschei-
dene ontdekkingen en uitvindingen,die men aan dit nijvere volk toescllrijft,
gelijk b. v. die van het salpeter)glas en barnsteen,kunnen nauwelijks w e-
t e ns c h a p p e l ij k e uitvindingen genoemd worden,daar zij meer uitvloeisels van
het toeval waren en als zoodanig geen maatstaf aan de hand geven ter beoordeeling
van de hoogte, waarop de natuurwetenschap destijds mag gestaan hebben.
Dat de H e b r e r s uit Egypte een menigte kundigheden medebrachten,
weten wij uit de geschiedenis van MozEs ; de onrustige staatsbetrekkingen
van dit volk waren echter niet gunstig voor de ontwikkeling va'n natuurken-
nis.Meer schijnt de ernstige geest der E t r u s c e n zich op de navorsching
der geheimenissen van de stoFelijke wereld te hebben toegelegd.Doch de
eigenlijke erfgenamen van de Egyptenaren waren de talentvolle G 1.i e k e n.
De meest wetenschappelijke mannen van Hellas voltooiden hunne studin in
Egypte ; uitgestrekte reizen verschaften hun een overvloed van directe waar-
nemingen en de schranderheid van het Grieksche volk dorstte naar zelfstan-
dig antwoord 0P vragen,die zich voordeden. Moge het dus waar zijn,dat
Egypte den eersten krachtigen stoot gaf aan verdere
neemt niet weg,
der Oorspronkelijke en zelfstandige Ontwikkeling,zoowel van de wetenschappen
in het algemeen als van de natuurwetenschap in het bijzonder.
Het eerst sprak zich hun wijsgeerige geest uit in verklaring van het Ont-
staan der wereld cosmogenin en die leidde tot het aannemen van hoofd-
stolen
Ontwikkeling, dit'
dat men de Grieken aan te merken heeft als de mannen
elementen. EMPEOOCLES maakte met zijne leer aangaande de vier hoofd-
stoFen, vuur,water,lucht en aarde, een einde aan alle vroeger Opgeworpen
theorien en hoogst opmerkelijk is het,dat deze leer zich heeft weten
staande te houden 'tot in den tijd der nieuwere scheikunde.Jammer is het,
dat mell in de aan schrandere geesten zoo rijke 5de eeuw v.Chr.de waarde
der waarneming n0g niet heeft Opgemerkt ; een vernuftig denkbeeld en eenige
toevallige overeenkomsten waren toereikende om vlijt en genie in beweging
te brengen tot het ontwerpen van een wereldstelsel.En vandaar, dat zelfs
hoogst bekwame en schrandere mannen b.v. PVTHAGORAS niet dat
nut hebben gesticht,hetwelk aan hunne talenten evenredig zou zijn.Eerst
met DldlxqocRlTlls van Abdera,socsAl'Es (eind der 5de eeuw) en ARISTOTELES
(4de eeuw v.Chr.) begon een nieuw tijdvak.Al hebben de beide eerstgenoem-
den zich niet door nieuwe Ontdekkingen op het veld der natuurwetenschap
Onderscheiden,tocll Oefenden zij een zeer wijdstl-ekkenden invloed uit door
de
natuur-,
't algemeen een
sterren- en
land
wis-,
10
het bevorderen eener betere leerwijze dan de sophistiek ;doch de laatstge-
noemde groote wijsgeer uit Stagira,door zijn aanzienlijken leerling ALEXANDES met
onmetelijke hulpmiddelen voorzien,zette de grenzen der kennis van de be-
staande natuur verbazend uit en verhief de natuurkennis tot iets wat zij
tot dusver fiet geweest was
De verschijnselen van den
een eikenlijke wetenschap.
sterrenhemel loktenvoornamelijk uit tOt dieper
navorsching ; met de ontwikkeling der sterrenkunde ging die der aardrijks-
kunde hand aan hand en ERASTOSTHENES van Cyrene (3de eeuw v. Ohr.) be-
proefde het eerst de meting van den Omtrek der aarde.Bij de verschijnselen
des lichts en der electriciteit)welke de Grieken aan het barnsteen (electron)
mede de aantrekkende en afstootende kracht van den waarnamen,
magneet, hun mede bekend,vergenoegden ztj zich nog met zinnebeeldige ver-
klaringen en, al kan men de geheele Grieksche godenleer niet in natuurdienst
oplossen,toch is het Onbetwistbaar,dat hunne mythologie,gelijk trouwens
iedere andere,haar grond had in natuurleer en natuurbeschouwing.
Gelijk de R O m e i n e n hun verstandelijke Ontwikkeling in het algemeen
aan de Grieken te danken hadden,zo0 ook hun natuurwetenschap, Reeds
elders 1) is opgemerkt,dat en waarom bij dit volk een eigenlijke weten-
schappelijke ontwikkeling niet tieren kon.Uitzondering maakten alleen de
wiskunde en sommige daaraan verwante wetenschappen (vestingbouwkunde,
ingenieursvakken,krijgswetenschap) ; voor 't overige waren vraagstukken der
natuurkunde alleen voorwerpen van dichterlijke bespiegelingen,terwijl aan
wetenschappelijk onderzoek niet te denken viel. Zelfs de beide PLINIUSSEN en
de verdienstelijke STRABO waren meer verzamelaars dan naspoorders van de
:01tk b ij
Nvezenlijke bevorderaars der natuurNveten-
schappen
zelf in
op,trouwens hun levenswijze in de vrije natuur bracht hen als van
aanraking
en de werkunde.Het waren
vakken,
met sommige van hare onderdeelen,met name de sterren-
dienvolgens dan ook allereerst de wiskundige
men zich met ijver toelegde ; voorts vinden wtj bij hen de
scheikunde, die West-Europa van hen ontving over Spanje
Niaarop
eerste sporen der
en door de kruistochten.
verscllijnselen.
Eerst de A r ab i e r e n traden als
llet lag in den aard der zaak,dat destjds in 0ns Tierelddeel de Nietenschap-
P0n
van verstandelijke navorsching woest en onbebouwd gelbgen en de gevolgen
eener daardoor geheel verbasterde wijze van denken belemmerden nOg de
een bepaalde beoefening vonden.Eeuwen lang hadden bijna alle velden
eerste stappen Op den weg ter verbetering.De sterrenkunde Ontaardde t0t ster-
renwichelarij en eerst KEPPLER (1- 1630) kOn haar aan die Onwaardige boeien
onttrekken ; de scheikunde plooide zich tOt goudmakerij,maar in weerwil
daarvan toonde zich hare altijd frissche kracht daarin werkzaam,dat zij toch
altijd den benevelden geest naar de schatkameren der natuur lokte ;hoe meer
men bekend werd met hare verschijnselen en wetten,des te meer werden
de denltbeelden vrij en werd aan corERxlctTs (-? 1543) en GALILE (-# 1612) de
INLEIDING.
1) Deel T.Inleiding tot het Boek der Uitvindingen.
INLEIDING.
weg gebaand Om het nevelkleed van vooroordeel en valsche voorstelling te
verbreken,hetwelk door een priestermacht over de wereld was uitgespreid.
MAGNIJS ROGER BACO (-1- 1294), de gezichtkundige
VITBLLION (-# 1280),COENRAAD vAN MEIJENBERG ('1- 1349),ltA.xrxw.xxt7s Tutrzulutzs
(-!-1315), Tl-loxws AQTJINAS (-5-1274), JOHANNES vAN GMIANDEN (-!- 1442), GEORGE
ALBERTUS ( J.. 1 1280),
vAN PEURBACH (1461) en JOHANNES MULLER, meer bekend onder den naam
REGIOMONTANIJS ('# 1476),zijn namen,door alle tijden heen met de hoogste
achting genoemd. Reeds omstreeks het jaar 1300 gaf Tl-lEooolRllc vwx Apoluow
een verklaring van den regenboog ; ALEXANDER vAN slolxw vond ten jare 1313
de brillen uit, nadat eenige jaren vroeger,Olnstreeks het jaar 1300,FLwvlo
GIOJA van Amalfl de kompasnaald had uitgevonden.
Het gebruik van 't kompas gaf die tlitbreiding aan de scheepvaart,welke
den ontdekkingstocht van coluuxsus mogelijk maakte ; deze beroemde zeevaar-
der ontdekte de lijn zonder miswijzing,gelijk Ook de afneming der warmte
in de hoogere luchtlagen.Als voornaam natuurkundige in de 15de eeuw heb-
ben wij nog LEONARDO ow vlxcl te vermelden ; a1s schilder beoefende hij niet
alleen de gezichtkunde,maar hij maakte zich OOk zeer verdienstelijk omtrent
de waterloopkunde,terwijl hij de kennis van weer en wind (meteorologie)
wel niet uit haar Onwetenschappeltjken toestand ophief,maar toch de begrip-
pen over haar zeer v'ereenvoudigde.Zuivere opvatting en stelselmatige behan-
deling der natuurverschijnselen toonon zijne nauwe geestverwantschap met
BACO VAN VERULAM.
REGIOMONTANUS had in het begin van de tweede helft der 14de eeuw para-
bolische brandspiegels vervaardigd,het decimaalstelsel uitgevonden, aard- en
hemelgloben gemaakt, de libratie der maan en de helling der ecliptica
waargenomen ;maar vooral had hij'Op den geest van coloERxlcus een zoo
krachtigen invloed uitgeoefend,dat zijn naam op de rOemrtjkste wijze verbon-
den is met dien der
slag
De eerste groote
Ontdekking van het wereldstelsel,welke de ware grond-
is der gezonde beoefening van de natuurwetenschap.
schrede,nadat coloERNlct7s zijn stelsel had Ontwikkeld,
werd gedaan door KEIOPLER,die een geheel nieuw tijdperk in de wetenschap
opende door zijn ontdekking der wetten van beweging in het zonnestelsel,
gelijk GALILE door die der slingerbeweging.Van toen af gold in de natuur-
wetenschap alleen waarneming,met hetgeen uit deze bij wettige gevolgtrek-
king wordt afgeleid. KEPPLEIR is ook de uitvinder van den naar hem V0I100m-
den sterrenkundigen kijker,
gezichtkundige navorschingen.De juiste theorie der werking van het Oog
door llem ontwikkeld Op den grondslag der Ontdekte wetten van
welks samenstelling een vrucht was van zijn
werd
breking der
aan deze afdee- lichtstralen,gelijk dan ook de naam dioptrica (doorzichtkunde),
ling der optica (gezichtkunde) gegeven,van KEPPLER af komstig is.En gelijk
REGIOXONTANUS de V00r100per WaS Van COPERNICUS)ZO0 00k KEPPLER di0 Van NEW-
TON,den ontdekker van de wet der algemeene aantrekkingskracht;hetgeen KEPPLER
a1s bestaand v e r s c h ij n s e l deed kennen,werd door NEwTox bewezen n 0 O d-
w e n d i g verschijnsel,wezenlijke w e t te zijn.Voorts werden electriciteit en
magnetisme Onderzocht door GILBERT,den eerste, die in de op dit gebied waar-
12 INLEIDIXG.
genomen verschijnselen een geregelden samenhang aanwees.De barometer
werd uitgevonden,nadat TORRICELLI de oorzaak van de drukking des damp-
krings had gevonden en aan de leer van het rh o r r o 1-v a c u i'' (den af keer
der natuur van het ledige) een einde had gemaakt. Microscoop en telescoop waren
uitgevonden en,indien wij er den in 1638 door DREBBEL uitgedachten ther-
mometer bijvoegen,aanschouwen wij in die trits de wetenschap binnen weinig
meer dan het vierde eener eeuw met hare vornaamste hulpwerktuigen begiftigd.
Terwtl de schrandere BAco vAx VERULAX (1560--1626)de door KEPPLER en
GALILE beWerkte Omwenteling der natuurkunde reeds door de helderheid zij-
ner voorstelling had voorbereid,erlangde de wiskundige methode door cHRls-
TIAAN HUYGENS,den uitvinder der sllngeruurwerken (1629-1695),en vooral door
IsAc xEwTox
N
: V
/
' /
. .- 3
A- ik
1 $ i x'h .k
j. d Nh'
1 . , Ih
,?) zz -- , #
'
# N
i' /2 .z
'
VK' ' ,.1.t
'
z, xx #z
'
l
P p ' <' *> '
. .. 11 j -'I !
I p' x / !I ... .l , '
,/ . ) I l
.1N i I 1 .' d
j
'
1 h* / . I
z
'
h I
l . $ $
@:
I.l , ,.y I f ' . 1- I
..
I - ' f .-.T
I *1 *
< J K *.h P .- -- -
= % # %.> . . $ l
* %.>.*. - * ... - a , #.
-
Ne z'% # '% *':>.%.''-N s x.-.v.s x . ,I , $ .. * I : .. . a
- / 'j - j' ,p 'k -o
- .e,p )1 .. - # I
-- z z q I>
h. e Fj w - ' .. q * . .x
h # .**N'' . q+,h*.
*qd ..1*
Qu #, ' - NN . * +
4. '? KN *
N. > 4. ''* I
> < 1 l I
..... .px <
' wx %.- ,
ww wx . . h. :'..
;< N.< >a
N - 11 . % -- +
> - *
. N. TQ -
>' . ,
zijne
Ontdekking der algemeene
aantl-ekkingskracht de ster-
renkunde en de geheele
mechanische natuurkunde
belangrtk ontwikkelde,was
hij ook de vader der leer
NEwTON door
aangaande het licht, doordien
hij
CHRISTIAAN HUYGENS.
lichtverschijnselen
afleidde uit de bewegingen
van een eigenaardige vloei-
alle
stof, den lichtether.Doch hierover zullen
het licht,gelegenheid hebben uitvoeriger te spreken
.
NOg vr en gelijktijdig met hem arbeidden oT'ro voN GvElucKE
wij later,btj de behandeling van
ROBERT BOYLE (-# 1691),
dekker der vernaaarde wet van de
BLAISE PASCAL (t 1662),MARIOTTE (-# 1684),
afneming der luchtdrukking, de BERNOULLI'S
,
JAcoB geb.
TIAAN IIIIYGENS (-# 1695), een der grootste wis-,natuur- en sterrenkundigen,
die ooit hebben geleefd,de ontdekker van den ring van Saturnus en van de
1654,JOHANNES geb,1667,en boven allen de onsterfelijke culus-
polarisatie des lichts,uitvinder der slingeruurwerken
,verbeteraar der verrekijkers.
Deze geleerde ontwikltelde Op de scherpzinnigste wijze de interferentie-verschijn-
selen,door HooltE en GRAMALDI reeds in 1665
, vr I-luvcrExs, w aargenom en
en uit de undulatieleer door onzen landgenoot verklaard
.Deze undulatie-hypothese
vond mede een verdediger in EULER (-1- 1783),terwijl NEwTON (-1- 1727), hoewel hij alle
(-q 1686),
de ont-
(1642- 1727)
een zoo onwrikbaren grond,
dat zij voor alle tijden ten
richtsnoer is geworden.De
vroeger sam enge-
steld geachte verschijnselen
lieten zich op de eenvoudigste
wtjze uitdrukken en de vaste
verbazend
regelmatigheid op het klaar-
blijkelijkst
halve dat
aantoonen. Be-
INLEIDING.
verschijnselen met betrekking tot het licht nauwkeurig Onderzocht, zich aan zijn
emissietheorie hield.
Uit dien tijd dagteekent,behalve de ontdekking der reeds genoemde wetten
van zwaartekracht,luchtdrukking en licht, de uitvinding der luchtpomp,der
Maagdenburger holle kogels, tooverlantarens,der
caleidoscopen, der slingeruurwerken, der spiegeltelescopen,der manometers,
der noniussen en der hygrometers,zelfs van de eerste beginselen der stoom-
der electriseermachine?der
machine.lndien wij slechts eenigermate den stand der wetenschap op ver-
schillende tijdstippen wilden aanduiden,zouden wij in de 18de eeuw en tot
op onze dagen een lange reeks namen en ontdekkingen moeten vermelden.
Met vasten tred schreed men voorwaarts. Vooral hield men zich bezig
met de electriciteit en het magnetisme.De gehoorkunde (acoustiek) en ge-
luidsleer hadden een ijverigen beoefenaar in den reeds genoemden EULER,
doch overigens was dit Onderdeel der natuurkunde niet dat,waarop destijds
de aandacht viel.Daarentegen deed PRIESTLEY Over de gassoorten een nieuw
lichtOpgaan.W ATT, GRAY, NOLLET,FRANKLIN,PICARD,MUSSCHENBROEK,'S GRAVE-
SANDE, GALVANI, VOLTA, YOUNG, MALUS, OERSTEDT, FARADAY, FRESNEL, ARAGO,
BREWSTER)BIOT,MELLONI)DANIELL Wafon liohten der 18de eeuw.ln de 19de schitte-
ren AMPRE,SEEBECK)DE LA RIVE,REGNAULT,GAY-LUSSAC,FECHNER,PFAFF, W EBER,
GAUSS? POGGENDORF) TYNDALL) RIESS) POUILLET) JOLLY, CLAUSIUS) MAGNUS, DOVE)
KIRCHHOFF:HELMHOLTZ,FOUCAULD)BUNSEN,LISSAJOUS 0ll Vele anderen.
De s t o o m m a c h i n e heeft op de lotgevallen van het menschdom een invloed
gehad,grooter dan die van alle voorafgegane gebeurtenissen,grooter zelfs dan de
ontdekking van Amerika ;die uitvinding heeft den afstand tusschen volk en volk
doen inkrimpen,de grenspalen van staatkunde en volksverwijdering omvergewor.
pen ;de krachten voor de gewrochten van kunstvlijt en de bewerking van ruwe
stolen tot voorwerpen van nut en levensveraangenaming verduizendvotldigd
en goedkooper gemaakt,de armoede bestreden,daar zij de voorwerpen van
de plaatsen des overvloeds naar die des gebreks overbrengt,het kostelijkste
levensgoed,den tijd,bespaart en de menschheid ontwikkelt door den mensch
eene menigte zieldoodende en krachtensloopende verrichtingen uit de hand te
nemen.Doch die machine is nauwlijks anderhalve eeuw oud. In 1769 werd zij dool-
JAMES wATT zeer verbeterd door scherpzinnig,onverm oeid nadenken over de natuur
van den waterdamp.Reeds bijnatwintig eeuwen vroeger had I-IERO van Alexandri
de eigenaardige werking van den waterdamp nagespoord en dienvolgens een merk-
waardigen toestel vervaardigd,over welken wij later te handelen hebben.Reeds
toen lag alles voor de hand,maar noch de stoomcylinder met zijn beweegbaren
zuiger,noch de turbine,van welke het grondbeginsel toch reeds in den damp-
kogel van I-IERO ligt,kwamen desttjds te voorschijn.Slechts weinig Ouder dan
de stoommachine is de b li k s e m a f l e i d e 1'(1752).Hoewel velen bij de oude
Grieken een juiste kennis der electriciteit meenen te vinden en van Oordeel
zijn,dat de hooge boomen,die zij in de nabtheid van de tempels hunner
goden plantten, den dienst van afleiders moesten bewijzen, ja sommigen de
niet onduideltjke aanduidingen meenen te kunnen vinden, dat de tempel te
Jeruzalem inderdaad van afleiding-spitsen is voorzien geweest,- toch behoort
INLEIDING.
deze Onwaardeerbare uitvinding aan den Amerikaan BENJAMIN FRANKLIN tO0.
In het begin der 18de eeuw werd de innerlijke samenhang der electrische ver-
schtjnselen aan het licht gebracht en eerst op den grondslag dezer wetenschap
werd het mogelijk,het wezen des Onweders te Ontdekken en middelen tot
het afweren zijner werking
bied van electriciteit en magnetisme behooren aan een lateren tijd ; trouwens
het is Onvermijdelijk,
uit te vinden.Alle andere uitvindingen Op het ge-
dat grondwaarheden moeten worden uitgesproken,eer
toepassing en gevolgtrekking volgen kunnen.Men heeft reeds sedert de grijze
oudheid allerlei wijzen uitgedacht Om te telegrapheeren ;de val van Troje werd
nOg in denzelfden nacht door AGAMEMNON aan zijn gemalin CLYTEMNESTRA Op
een afstand Van 70 mijlen door middel van afgesproken vuurseinen medegedeeld ;
m aar,
afstanden te allen
hoewel zich de behoefte aan een snel middel van mededeeling Op groote
Wde heeft doen gevoelen,kOn de telegraphie haar verwonder-
uitbreiding eerst erlangen, nadat het electro-magnetisme was Ontdekt - in lijke
#t begin dezer eeuw door ROMAGNOSI te
en W EBER hun bewonderenswaardige nasporingen over dit onderwerp hadden
gedaan en mannen als STEINHEIL, MossE en anderen door talrijke nieuwe waar
nemingen of zinrijke toestellen het practisch gebruik vergemakkelijkt hadden.
Bijna alle werktuigen en toestellen,die bestemd zijn om zekere verschijnse-
len of krachten te meten,ten einde deze met elkander te kunnen vergelijken,
zijn eerst sedert de 17de eeuw uitgevonden;de thermometer Om de warmte, de baro-
en nadat AMPBE, GAuss Innsprck
meter om de drukking, de manometer om de spanning van den damp,de
electrometer om de electriciteit te enz.Alleen de balans is een oude meten,
uitvinding,maar is dermate verbeterd en volmaakt, dat wij hare
ntuurkundig werktuig in den tijd der Fransche omwenteling plaatsen kunnen.
In de handelwijze om alle verschijnselen te m e t e n ligt echter de kern der
nieuwere natuurkunde.Alle waarnemingen erlangen daardoor een rechtstreek-
sche bepaling,Onaf hankelijk van onze opvatting,een bepaling, eenig en alleen
langs den wiskundigen weg te verkrijgen.Alleen langs dezen weg kunnen wij
de verschijnselen, bij welker waarneming wij bblang hebben,nauwkeurig Op
dezelfde wijze doen ontstaan,m.a. w.p r 0 e v e n nemen.Of zou het mogelijk
heruitvinding a1s
zijn, alleen maar de stelling te opperen :ghet water bevriest en verdampt altijd
bij dezelfde temperatuur'' indien wij geen anderen maatstaf hadden voor
de warmte dan het gevoel onzer zenuwen?
Alleen meten en meetwerktuigen kunnen duideltk antwoord geven Op de
vragen,welke men aan de natuur doet;alleen deze spreken een verstaanbare
taal.Dat vermag geen natuurphilosophie met al hare bepalingen en verklarin-
gen?die het krachtige,stofelijke leven door holle spreekwijzenwillen uitdrukken.
Met al den hoogklinkenden Onzin van gansche scharen zoogenoemde wijsgeeren
is nOg geen enkele natuurwet ontdekt,geen enkel verschijnsel verklaard,geen
enkele nuttige toepassing van iets in de natuur gevonden.En dit blijft waar-
heid,al is het dan Ook waar, dat de dwaze proeven der goudmakers
sommige nuttige bereidingen hebben doen Ontdekken)met name den phosphorus.
De ware natuuronderzoeker is een vijand van woorden ; dikwijls zijn de slot-
sommen van jarenlangen, afmattenden arbeid in weinige regels yervat ;maar
btj toeval
INLEIDING.
die weinige regels zijn met Onuitwischbare letters
boek der wereld en dienen als bouwstof voor het grootsche gebouw
,
waarin
eenmaal de menschheid gelukkig wonen zal.
geschreven in het geschied-
D e a l g e m e e n e e i g e n s c h a p p e n d e r li c h am e n
. W anneer de beeldhou-
wer een marmeren blok bewerkt en er met den beitel vorm en ziel aan geeft
,
wordt hij tOt bereiking van zijn doel bijgestaan door physische hulprniddelen ;
wij geven namelijk in engeren zin den naam p h ys i s c h aan al die veran-
deringen en verschijnsels,bij welke de innerlijke samenstelling der lichalnen
geen verandering Ondergaat,terwijl men van c h e m i s c h spreekt,waar een
verandering van de Onderlinge verhouding Of den aard der grondstolen Op den vOOr-
grond staat.De marmeren splinters?door den beitel weggeslagen
? blijven van
dezelfde natuur als het marmeren blok zelf ; iets anders zOu het worden
,
indien men hetOvertollige niet wegsloeg of wegsneed
,
m aar door eenig zuur deed
uitbijten.Immers dan zOu het marmer worden opgelost, let daarin vervatte
koolzuur zOu worden uitgedreven) de innerlijke samenstelling der stof gewijzigd
en een chemische verandering zou plaats hebben
. De werking der mecha-
nische kracht,welke het marmeren blok naar den wil van den kunstenaar be-
arbeidt,bestaat eigenlijk alleen hierin,dat zij eenige deeltjes losmaakt van het
geheel.Indien het marmer niet
::verdeelbaar''ware, zou het niet mogelijk zijn
er een beeld uit te maken.
De d e e 1 ba ar h e i d , die aan alle in de natuur
en die wij daarom een a l g e m e e n e e i g e n s c h ap der zelfstandigheden noe-
men, heeft voor onze zinnelijke waarneming eigenlijk geen grenzen.W ij kunnen
een stukje marmer met den hamer in eenige kleinere slaan en deze in een
mortier tOt fijn poeder stooten ; maar,als wij zulk een stofje onder den micro-
scoop brengen,vertoont het zich bij sterker vergrooting steeds als een grooter
stuk steen,hetwelk nOg fijner kan worden verbrijzeld.Fijner werktuigen stellen
ons in staat de verkleining altijd nog verder voort te zetten,doch nimmer zal
het ons gelukken, de verdeelillg zoo ver te brengen
,
dat geene verdere ver-
meer mogelijk is en men de zelfstandigheid in hare gronddeeltjes
aanwezige stofl-en eigen is
kleining
heeft gesplitst.
Indien Ons stonden
,
zou
daar de grens van deelbaarheid staan
)waar een samengestelde zelfstandigheid
Op geen andere wijze meer te verkleinen ware dan dool- llet
bestanddeelen) zoodat het marmer zich
trouwens uit deze grondstoflbn bestaat het marmer
. Dit is echter
uiteenvallen der
splitste if1 calcium, koolstof en zuurstof ;
langs den
mechanischen
ieder lichaam bestaan moet
weg niet uitvoerbaar ;wij kunnen de kleinste deelen,uit welke
en die in de taal der wetenschap a t f) m e n Of
m 0 l e c u l e n worden
HOe de atomen
onze zintuigen Ons daarbij hunne diensten
genoemd,niet afzonderlijk doen te voorschijn komen.
Onderling verbonden zijn,kunnen wij ons niet voorstellen,daar
weigeren.In allen gevalle moeten
echter aantrekkende krachten
Deze krachten, in haar geheel m o l e c u l a ir e k ra c ht e n
werkzaam zijn, die het aaneenblijven veroorzaken.
genoemd,laten zit;h
Op verschillende wijzen kennen,naar gelang van de natuur der lichamen
. Bt
sommige is de samenhang zoO sterk
,
dat de vaneenscheiding der deelen niet
genoegzame jnheid ten dienste werktuigen van
l 6
dan door het Overwinnen van een sterken tegenstand kan plaats hebben, gelijk
b ij staal, graniet, ivoor
water en kwikzilver ; ja in vele
zelfs een onophoudelijk streven om zich van elkander te verwijderen, ware het
niet dat andere krachten dit tegengingen. De lucht zOu in de wereldruimte
vervliegen
hangen,
verricht
onderscheiden der zelfstandigheden in v a s t e,v l o e i b a r e en g a s v 0 r m i g e.
en niet a1s een mantel van 8 10 mijlen dikte om de aarde
indien zij niet door deze laatste werd vastgehouden ;
door de alles beheerschende zwaartekracht.Hieruit
dit wordt
Ontstaat het
diamant, enz., bij andere zeer zwak, gelijk bij
zelfstandigheden toonen de kleinste deeltjes
In vele
standen,
0V0l'gaan,
WOFPOl1,
drukkerijen,waar men het water,dat in de stukken zit,als damp uitdrijft ;
op het vloeibare water drijven onze schepen en de beweging der lucht doet
gevallen kunnen
de zoogenoemde a ggr e g a at - t o e s ta n d e n,in den anderen doen
wij een zelfstandigheid van den eenen dier toe-
zooals
b ij
b ij
distilleeren,in de droogkamers der ververijen en katoen-
smelten van metalen het en het gieten van V001*-
het
de wieken der windmolens draaien.Andere bijzonderheden nemen wij later in
wij de warmte,die daarbij eene hoofdrol vervult,te Oogenschouw, wanneer
behandelen hebben.
De gasvormige zelfstandigheden hebben geen bepaalde
vloeibare wtjzigt zich naar het vaatwerk,waarin ztj zich
hebben slechts ne zoo te noemen
t.w.het bovenvlak,dat door de werking der algemeene
zwaartekracht een horizontaal vlak vormt - een zoo te
noemen waterspiegel.Volkomen in een plat vlak liggen
de bovenste deeltjes eigenlijk niet,dewijl, juist ten ge-
volge der wetten van de zwaarte,elke oppervlakte van
een vloeistof,b.v.het water in een kuip,gebogen is en
evenwijdig aan de aard-oppervlakte. Dat in het groot de
oppervlakte van een uitgestrekte vloeistof geen plat vlak,
m aar
aarde is,wordt bewezen door het verschijnsel,
vlak evenwijdig e0n aan de oppervlakte der
dat Aluin-kristal in water.
men op zee eerst de toppen der masten,dan de zeilen, ten laatste pas den romp van
een aanzeilend schip te zien krijgt ;op kleinen maatstaf,b.v.een meertje,Of
een niet te groote Oppervlakte akker of weide, valt die kromming niet in het Oog.
vaste lichamen daarentegen hebben wel een bepaalde gedaante. Hun vorming
heeft plaats op een eigenaardige wijze,gelijk het groeien van een dier,de
ontwikkeling eener plant uit de kiem of ook geltjk de afscheiding van stoFen
met een bepaalde chemische samenstelling uit vloeibare oplossingen ; dien-
volgens zijn ook de vormen vast en alleen afhankelijk van de oorzaken,die ze
teweegbrengen.Bij de vorming van planten en dieren zijn de wederkeerig
werkende krachten te veelzijdig werkzaam, dan dat wij daaruit alleen het geheim
der vorm ing
ganische
wiskundigen grondvorm
zouden kunnen afleiden. Eenvoudiger zijn de vormen bij die anor-
voorwerpen,welke wij kr i s t all e n noemen.Zij hebben een zuiver
0n dezen Ila to g22l1 gooft 00n Waarnemor 00n
edel verstandsgenot.
gedaante. Die der
bevinden,en deze
vrije oppervlakte,
INLEIDING.
17 INLEIDFNG.
Trouwens, wie heeft geen vermaak geschept in hett beschouwen van de sier-
lijke sneeuwguren en ijsnaalden, zooals zij bij millioenen in eene sneeuwbui
nedervallen? De kleinste stofdeeltjes schijnen bijna bezield te zijn en dienten-
gevolge die wiskundige regelmatigheid aan te nemen,
welke wtj er in bewonderen.Men kan die vormink gelei-
delijk nasporen,indien men een geconcentreerde oplossing
van een Of ander gemakkelijk kristalliseerend zout (b.v.
aluin, kopervitriool en derg.) bereidt en daarin eep klein
kristal van hetzelfde zout aan een zijden draad laat
hangen.Zie de af beelding
echter,wat de inwendige
samenstelling der deelen betreft, onderling een groote
bladz.16. Op
De vaste lichamen hebben
verscheidenheid.Geen toch vertoont een volkomen samen-
hangende massa?maar altijd vindt men open tusschenruim-
ten, porin genoemd.Alle lichamen zijn
plaatje jn uitgeslagen goud,tegen het
is niet Ondoorschijnend.Tengevolge zijner
het eenige lichtstralen door en neemt 't een groenachtige
Een P 0 1*0 tl S .
licht gehouden,
poreusheid laat
violetkletlr aan.Ivoor en marmer kunnen geverfd worden,
d.i. de porin dezer zelfstandigheden nemen de opgeloste
kleurstofOp en behouden die,nadat het oplossingsmiddel
is.Klaarblijkelijker echter wordt deze algemeene
der lichamen vaak gebezigd bij het ltreeren
verdampt
eigenschap
(zie de nevensstaande af beelding).Geweven stofen,kiezol-
zand, houtskool,ongeltjmd papier bijv. worden gebruikt Om vloeistoFen va'n de
daarin drijvende vaste bestanddeelen te zui-
veren ;daartoe laat men de eerste doorzijgen
en vangt men de laatste op.
De e l a s ti c i t e i t of veerkracht is eveneens
Filtreeren door ongelijmd
Papier.
N
N) f 1
1
' / Nx
Q
/
1
$1
l
l
1 -x
Iplilr!
' J
'
I I i
' j I tj l
I .t:d;11 - 'j
1
'I t t', '
'
j
'
, ).wrgro i -. ?,.
1j j'-----''.'''''''------; kj;j, j -. ,! I
i ...
'j-
.. h' - - . .
.lpT-
N N
. Illm--pliinipnl..1n/
een eigenschap,aan alle lichamen gemeen.Zij
hangt met de vastheid slechts weinig samen ;
trpuwens vele vaste lichamen, b. v.het lood,
zijn slechts in zeer geringe mate elastisch.
'
Men weet, dat deze eigenschap zich ken-
baar raaakt in het streven de eennaaal
Q
aange-
nomen gedaante te behouden en te hernemen,
zoodra de werking der kracht ophoudt,welke
een gedaanteverandering had veroorzaakt.Een
uitgerekt stuk elastieke gOm krimpt weer
ineen, zoodra men het loslaat. Eell bal van
die zelfstandigheid springt weder
hem Op den grond ki
ng der elasticiteit. W er
de deeltjes,die het
worden eenigermate naar binnen gedreven en de kogelgedaante Ondergaat Op
l
W - * * *x ..--.v - - *
-
6 Y u , * x /
. (
'
op,als men
heeft doen nederkomen ;
eerst den grond bereiken,
de plaats van aanraking een afplatting.Men kan dit waarnemen,indien men.
V11I. 2
INLEIDG G.
op een geoliede plaat laat vallen en bij het opspringen opvangt,
zooals de onderste afbeelding op bladz.17 dit voorstelt. De plaats van aanraking
toch,d. i.die waar de ba1 is neergekomen,vertoont een kleine ronde vlekr
zoodat d: bal voor een Oogenblik (lie afplatting moet ondergaan hebben.Doch
het streven den Oorspronkelijken vorm te hernemen deed de deeltjes terstond
terugwijken,tengevolge waarvan de bal weder Opsprong.
Gelijk er geen lichamen zijn zonder eenige elasticiteit,zijn er 0Ok geen
volkomen elastische.Stof en gedaante, alsmede uitwendige oorzaken, b.v.
drukking,verwarming enz., hebben invloed op de elastische samenstelling vart
een lichaam .Daarom geeft men op deze Omstandigheden overal acht,waar men
een ivoren ba1
gebruik van de elasticiteit maken wil.
Met elasticiteit en poreusheid hangt de s a m e n d r u kb a a r h e i d, c o m p r e s-,
s i b i l i t e i t,nauw samen ;het is die eigenschap,ten gevolge van welke de
lichamen bij een bepaalde drukking minder omvang dan in den gewonen toestand
kunnen aannemen.Bj gassen en dampen heeft de samendrukbaarheid eigen-
lijk geen grenzen ;de meeste gaan echter btj een bepaalden druk tOt den
vloeibaren Over,wanneer de temperatuur niet te hoog is. Als voorbeelden van
gassen,die dit verschijnsel reeds spoedig vertoonen,noelnen wij chloor, kool-
zuur en ammoniak.
dat Kr a c ht.De ervaring leert Ons, de stof bewegelijk is en dat geen in
rust zijnd lichaam zijn toestand van rust zonder een uitwendige oorzaak ver-
laat. Is een lichaam echter eens in beweging,dan, leert ons de ervaring, zal
't de verkregen beweging behouden, tOt deze door een uitwendige oorzaak ver-
anderd of Opgeheven wordt.Bij den eersten blik schijnt dit laatste niet aan.
de werkelijkheid te beantwoorden,want wij zien op aarde iedere beweging
langzamerhand tot rust komen.Beschouwen wij echter de bewegingen nauw-
keuriger,dan vinden wij bij iedere op aarde plaats hebbende beweging een
reeks uitwendige Omstandigheden, die de beweging storen,zooals den weerstand
der lucht,waarin zich alles bewegen moet,de wrijving op den bodem en
andere.Werpen wij een lichaam over een horizontaal vlak voort,dan houdt
zijn beweging des te eerder op, h0e ruwer dat vlak is,Omdat het lichaam
tegen de verschillende onefenheden stoot. Nemen wij een zeer glad horizon-
taal vlak en rollen wij hierover een bol voort,dan duurt de beweging veel
langer,zoodat wij 't besluit mogen trekken,dat,wanneer alle hindernissen
weg waren, de beWeging zonder Ophouden zal voortduren.Uit de ervaring
Weten Wjjdus,dat de stof den haar gegeven bewegingstoestand uit zich zelf
nooit verandert ; deze eigenschap noemde men vroeger algemeen ptraagheid''
of xinertie'' der stof.De uitwendige oorzaken, welke den bewegingstoestand
der stof wijzigen, noemen wij rkrachten''. Om alles te weten, waardoor een
kracht bepaald wordt, moeten wtj haar aangrijpingspunt, haar richting en haar
grootte kennen. De grootte van een kracht kunnen N;t slechts door de grootte
harer werking,dus door de deor llaar voortgebrachte beweging, kennen.
De richting eener kracht kennen wij uit de richting, in welke zij een licham
in beweging brengt ;de richting der kracht valt samen met de richting,in
welke zij de stof, op welke zij werkt,beweegt.Twee krachten moeten wij als
INLEIDING. 19
gelijk beschouwen,wanneer zij, aan 't zelfde punt'aangrtpend en ln tegenge-
stelde richtingen werkend, elkander opheflbn,dit wil zeggen, geen beweging voort-
brengen Of een aanwezige beweging onvernderd laten.Omdat men nu steeds
de beweging eener kracht kan ophefen door aan 't zelfde punt in tegengestelde
richting een gewicht te laten werken,is dit gewicht een maat van de kracht.
De krachten zijn in twee klassen te verdeelen. Die der eene werken steeds
in dezelfde richting en vorderen steeds 't,zelfde aantal kilogrammen om in
evenwicht gehouden te worden;zg ztn constante krachten. De andere krach-
ten kunnen met den tijd naar grootte en richting veranderen,dat wil zeggen,
zij hebben om in evenwicht gehouden te worden op verschillende tijden ge-
wichten van verschillende grootte,die men volgens verschillende richtingen moet
laten werken,noodig;men noemt deze kraehten veranderlijke.Doorloopt een in
W erkingswijze van twee krachten op n punt.
tijden, h0e klein die o0k genomen worden,
beweging van
in 1 seconde doorloopen,
in beweging ztnd lichaam geen enkele kracht, dan verandert zijn snelheid niet.
Elke kracht,op
waarmee 't lichaam zich beweegt, v e r a n de r t.Bij elk lichaam komt nu nOg
een grootheid te pas,
een lichaam werkend,heeft tot uitwerking, dat de snelheid,
die moeilijk te Omschrtjven is en die wtjm a s s a noe-
men. Aan 't halve product van de massa en 't vierkant van de snelheid geeft men
den naam le v e n d e k r a c h t of a r b e i d s v e r m Ogon v a n b0W 0gi n g.
heet dan de snelheid van 't lichaam.W erkt Op een
Een lichaam,dat zijn snelheid vermindert, geeft dit arbeidsvermogen aan
andere lichamen af.Een lichaam, waarop uitwendige krachten werken en dat
't lichaam e e n p a ri g.Den weg,
zich bewegen kan,krijgt
W erp ik een steen voort, dan geef ik dezen een zekere hoeveelheid
levende kracht? die, voor zoover zij gedurende de beweging niet reeds
beweging zijnd lichaam in gelijke
geltke wegen,dan noemt men de
zulk arbeidsvermogen.
'
INLEIDING.
afgegeven is,de oorzaak is van de verwoesting,welke de steen kan aanrichten.
H et p a r all e l O g r am d e r k r a c ht e n.Jndien op een vast lichaam ne
enkele kracht werkt,beweegt het zich,mits geene belemmeringaanwezig ztj,
juist in de richting dezer kracht.Doch wat gebeurt er,ingeval onderscheidene
krachten gelijktijdig op hetzelfde lichaam werken, b.v.ingeval (zie de af beel-
ding op bladz. 19)twee mannen,aan elken Oever een,ne schuit voort-
trekken ? De schuit vaart dan noch in de eene richting,noch in de andere,
maar volgt eenen weg tusschen beide,evenals ingeval zij b.v. door een
recht vr haar varende stoomboot (die wij ons btj D kunnen denken) ware
op sleeptouw genomen.De richting en de maat der krachten zijn gemakkelijk
te vinden.Men is gewoon op de rechte lijn,die de richting van de kracht
aangeeft,een stuk af te passen,dat evenredig is aan de grootte der kracht,
dus bijv.zooveel lengteenheden bevat als de kracht kilogrammen.Dit stuk
stelt dan de grootte der kracht voor.ln de op bladz.19 staande guur denken
wij ons dus op de rechte lijnen,volgens welke beide mannen werken,twee
stukken afgepast, evenredig aan de krachten! met welke de mannen werken.
Op deze stukken denkt men zich een parallelogram geconstrueerd en dan zal
de diagonaal van dit parallelogram ,die in A uitkomt, de kracht voorstellen,met
welke de schuit voortgetrokken wordt.Dienvolgens heet deze bewegingswet de
wet van h e t p a r a l l e l o g r a m d e r k r a c ht e n. Deze wet omvat Ook alle geval-
len,waar drie of meer krachten werken.Om deze te meten moet mer ze twee aan
twee zOo samenstellen,dat men uit de diagonaal van het eerste parallelogram
en de derde kracht een tweede parallelogram samenstelt,waarvan men de
diagonaal neemt enz.In de af beelding
schuit voorttrekken, een
schuit in het midden der
onderstellen wijl dat de twee personen,die de
kracht aanwenden,ten gevolge waarvan de gelijke
rivier blijft.Doch, indien de trekker aan de overzijde meer
kracht uitoefent dan die aan deze zijde, zal de schuit meer naar de zije van het
kasteel getrokken,m. a.w.de hoek D A C in de :g.grooter, worden en dat te meer
naarmate de treklijn korter is.Hoe langer de treklijnen zijn, des te minder wordt
de diagonaal van het parallelogram verplaatst bij eenig krachtsverschil.Is aan
de eene zijde de kracht = 0,m.a. %r. wordt slechts aan n der beide oevers
getrokken, dan za1 de schuit naar dien Oever getrokken worden en tegen
den kant stooten,te spoediger naarmate de treklijn korter is.Daarom moet
deze richting der schuit door middel 'van het roer worden tegengegaan en
uit het Opgemerkte verklaart zich, n dat men bij trekschuiten de zooge-
noemde jaaglijn zoO lang mogelijk neemt n (at,zal de schuit rechtuit 100-
pen, het roer altijd een schuinschen stand moet hebben.
------. - ----. ---
-.- -. . k4,:..,! f
--
. .j .1I
j - + '-'
=-
x.*N %
t N.x '
hh
, .,..*
..eM iI4j*
''''--- '
tit h <- -
-
'
-
! .---.'=zv y A N
rA A .q .XNF ' j yj s . yy
../) ht -- '.
..
i- - . l
.
===-
. z --. * '
-..'e' ' Nu -' * 2 ' / - - xxw
% * - v
- u - z
- .raz----- hx z .N .= .-.
- - . . .. ,.
/
.> - - M
Y I ,I
G r=----= ---- a- .- - -
-
j c - -J * . j
M' - % . . . x x x.w j j R
s .. -- -.... .--J-a-sz x j ,
w z
-
- - - z / , *
w- j
. N*- w % -
XP M w . a ,.x
N . (% .. & q ';& x v.- .>
ry :h < -..x Nj - ,
.
s yy .. ..w w .- V wz '*A e. --
..v. - '
x.- v. -=..- .-. - a . $1i
.
h j' *
- a 1 11
,
X - :l
.
-
.z'
-
hj j,, j, a - j,I
-
jl .. j - @ $ .
, e' j j .q
. + -
, y = - . ) z X
'--
: ..-. - v UX
* - m. -
#
' -
, Nx
N
) --
y 'N .
N .=
*
x .
! / 1/ .z' . /
* / .#
,-
j lIIt H l I 1I ll ---
/
Yk >. x
! M
+ .4
M aat en gew icht.- H et
metrieke stelsel.
I -m+
Maat en ctjfer.- De maten btjde oude volken,Egyptenaren,Isralieten,Grieken, Romei-
nen.- Belang van nauwkeurige maten, ook voor het onderlinge verkeer der volken.--
Standaard en stelsel.- Willekeurige en in de natuur gegronde stelsels.- Geschiedenis
van het metrieke stelsel.- Graadmetingen als grondslag der eenheid. - Verdeeling en
benamingen.- Bedenkingen tegen het metrieke stelsel a1s algemeene maat.- Vergelj-
king van dat stelsel met andere maten.- Het meten van kracht.
Met het denkbeeld van stof is dat van uitgebreidheid onafscheidelijk ver-
bonden.Uitgebreidheid is een volstrekte eigenschap van al wat stoflblijk is,
maar zij is iets betrekkelijks waar sprake is van vergeltking tusschen het
eene stofl-elijke voorwerp en het andere.Tot het bepalen nu van die uitge-
22 H;T METRIEKE STELSEL.
breidheid moet men zich bedienen van ben maat,die in cijfers uitdrukt wat
hbt oog slechts bg benadering en gissing bepalen kan. Men ziet twee voor-
werm n op een grobterbn of kleineren afstand van elkander
kan dikwtls op het og af zeggen, of die afstand geplaatst.Men
grooter dan wel kleiner is
dan die tusschen twee andere
men in den regel
voorwerpen,maar btj schatting of gissing kan
niet met eenige nauwkeurigheid bepalen,hoeveel maal
de eene afstand in den anderen begrepen is. En al kon men dat
,
dan gold
dit n0g llechts voor het onderling vergelijken van twee afstanden.Zal dit
vergelijken een wezenlijk m et e n worden, dan moet men eene v a s t e m a at
hebben,waarmee men door meting allerlei afstanden bepaalt
.Klaarbltjkeltjk moet
men die vaste lengtemaat te allen ttjde kunnen bekomen ;dit onderstelt een zooge-
noeradbn standaard ofslaper.Eenmaal die afstandsmaat bezittende
,
kan men er
tevens oppervlakten mede meten ;een Oppervlakte b.v.,die,om de zaak in haar een-
sroudigsten vorm voor te stellen,tweemaal de lengte en tweemaal de breedte van
onzen onderstelden lengte-standaard heeft,wordt gezegd viermalen de quadraat-
oppervlakte van dien standaard te hebben.Zoo ook met de inhouds-maat
.Stellen
wij Ons een
w aarvan
dat de Van 60n heeft en V00rWerP VO0r, gedaante dobbelsteen
iedere ztjde nmaal de lengte heeft van onzen onderstelden lengte-
standaard, dan is datvoorwerp een kubiek-lengte-standaard
siag van alle maten is derhalve een aangenomene eenheid,
afstand tusschen twee
inhoudsmaten worden teruggebracht.En nu valt aanstonds in het
groot.De grond-
die een bepaalden
punten uitdrukt en tOt welke alle lengte-, vlakte- en
naarmate het onderlinge verkeer het gebruik van nauwkeurige
OOg,dat,
maten nood-
zakelijker maakt,ook de vraag des te belangrijker is naar een vaste eenheid
van lengtemaat,benevens de znogeltjkheid om die te allen tijde te kunnen
vinden of om het in de taal van het dagelijksche leven uit te drukken :
te allen tijde een stokje te kunnen snijden, juist zoo lang als do aangeno-
mene vaste lengte-maat.
De o u d e v o lk e n waren hieromtrent zeer achterlijk ;zoowel de vastheid
a1s de juistheid hunner maten lieten veel te wenschen over.W el kenden zij
lijnen vierkante maten ; inhoudsmaten
kubiekmaten ;ook hadden zij hulpmiddelen om den tijd te meten en om hoe-
ken te meten, doch nauwkeurigheid moet men bij hen niet zoeken.Dit blijkt
reeds, als men in aanmerking neemt,dat wij bij de oude schrijvers bijna alle
afstandsmaten ;oppervlakten
Opgaven van maat in ronde cijfers aantreFen
een benaderende,minder juiste bepaling denken doet. En zoo het ons veel moeite
baart,bij de vaak zoo tegenstrijdige berichten tot een eenigszins nauwkeurige
kennis van de maten der oude volken te geraken,dan vloeit dit juist hieruit
voorh dat men denzelfden naam gegeven heeft aan lengtematen van zeer uiteen-
iets dat al aanstonds aan
loopende grootte.
Het ligt in den aard der zaak,dat wij het meer dan ruwe gebruik van
maat en meten het eerst aantreFen bt de oude Egyptenaren, vooral,daar zij
zeer Ontwikkezd waren in kennis van de natuurwetenschappen,terwijl hunne
grootste bouwgewrochten een hoogen trap van meetkundige wetenschap doen
onderstellen. Vraagt men echter naar een vasten standaard, dan zou het
HET METRIEKE STELSEL.
zeer zeker te veel gezegd zijn, indien men wilde beweren,dat de oude Egyp-
tenaren reeds voor meer dan 3500 jaren dien maatstaf van afstand,m.a.w.
die lengtemaat, hebben afgeleid uit de afmetingen van den aardbol een
gronddenkbeeld, dat in onze dagen op het bepalen van lengte en inhoud een
zoo uitgestrekten invloed gehad heeft.
Toch is de onderstelling, dat de oude Egyptenaren reeds een denkbeeld
hadden van het grondbeginsel pden maatstaf der lengte uit de grootte van
den aardbol af te leiden''niet geheel en al uit de lucht r grepen.Elke zijde
der groote piramide van Mempilis zou .sjv van een graad der aarde zijn ; de
el van den mijlmeter, ook de heilige el genoemd,Av.:lv:w, de stadie-el van
Laodicea insgelijks zjv van zulk een graad.Hieruit en uit een menigte an-
dere bijzonderheden in oude geschriften leidt men af,dat de Egyptenaren
reeds een graadnaeting hebben tOt standgebracht,waardoor zij met de juiste
lengte van den omtrek der aarde zijn bekend geworden en deze tOt de een-
heid van hun matenstelsel hebben gebezigd.Trouwens de cirkel werd door
hen reeds in 3600 verdeeld 1).Doch het is hoogst
graadmeting,
en Alexandri
algemeen geen nauwkeurige kennis draagt van de hoogte, waarop de sterren-
en wiskunde bij de oude Egyptenaren stonden.Denkelijk zijn de meeste voor-
stellingen daaromtrent zeer overdreven en staat hetgeen de jacht van oud-
Onzeker,of wel zoodanige
zO0 al door geen Oudere wiskundigen) dan toch tusschen Cyrene
door ERASTOSTHENES,is verricht,gelijk men ook meer in het
heidkundigen op verrassende ontdekkingen als wetenschappelijke waarheden
wil doen gelden, niet hooger dan een toevallige uitkomst.
Met meer grond mag men aannemen, dat de lengtematen der oude Egyp-
tenaren uit de afmetingen van het menschelijk lichaam zijn afgeleid.De gemid-
delde der naenschen Nverd verdeeld in vier deelen lengte
en dit deel werd eener orgyib heette v o e t.Voor
kleinere lengtematen diende de afstand? wanneer de gewone menschelijke hand
den duim en den wijsvinger zoover mogelijk van elkander brengt,een s p a n n e
de breedte der hand,p al m ; de breedte van een vinger,Gr.d a cty l O s. De
gemiddelde lengte van een papyrus-stengel heette r o e d e, waarvan ,% de
Egyptische v o e t (tenzij,wat waarschijnlijker mag genoemd worden,de lengte
van den menschelijken voet hiertoe gebezigd werd),60 roeden eene s t a di e enz.
Het meten van oppervlakten was een zaak van hooge noodzakelijkheid in
een land, waar de overstroomingen van den Nijl Onophoudeltjk nieuwe grens-
bepalingen der gronden eischten.Niets lag meer voor de hand dan het vinden
e 1 genoemd.
(de Orgyie,1,85 meter)
Een zesde gedeelte
23
1) Voor de meeste lezers
van oudsher elken cirkel
behoeft zeker slechts herinnerd te worden,dat de wiskundigen
verdeelden in 360 deelen,graden genoemd, zoodat de lengte van
den boog,op welken een hoek van 1n staat,af hangt van de grootte des geheelen cirkels.
Een graad der aarde is dus w)v van den equator der aarde,of ook,indien men zich de
aarde als een volmaakten bo1 voorstelt,van een meridiaancirkel, of meer algemeen van
elken cirkel,volgens welken de aardbol door een plat vlak, dat door 't middelpunt gaat,
gesneden wordt.
24 NET METRIEKE STELSEL.
eener vlaktemaat in het bepalen der lengte en der breedte door middel van de
lengtemaat. De meest gebruikelijke vlaktemaat was de aroera, 10000 D el.
Be/r dan met de maten der oude Egyptenaren zijn wtj bekend met die der
Isralieten,vooral ook ten gevolge der aanduidingen,in de H. Schrift bewaard,
o. a.aangaande den tempelbouw onder SiLoMo.De Hebreeuwsche maten schijnen
alle van Egyptischen oorsprong te zijn,hoewel men ook kan aannemen, dat
dezelfde grootheden,aan het menschelijk lichaam enz. ontleend,bij beide ten
grondslag van afmetingen hebben gediend. De lengtematen der Isralieten waren,
van kleiner naar grooter :de vingerbreedte,de handbreedte (4 vingerbreedtenly
de span (3 handbreedten),de el (2 span),'zijnde de lengte van den voorarm van
den elleboog tot het uiteinde van den middelsten vinger, en eindelijk de roede
(6 ellen). De juiste lengte dezer maten is niet te bepalen,daar in den loop des
tijds verschillende ellen in gebruik zijn geweest ; de gewone el bedroeg volgens
de jongste onderzoekingen 0,447 meter, de zoogenoemde heilige el ongeveer
0,52 meter.
Tusschen de lengte- en de inhoudspaten bestond geen betrekking.De laatste
verschilden voor droge en voor natte waren. Voor de eerste was de grootste
maat het homer, bevattende 2 letech Of 10 epha ; het epha bedroeg 3 sah of
10 issaron ; het seah 6 kab. Voor vloeibare waren was de grootste maat het
bath,even groot als het epha; het bath telde 6 hin, het hin 12 log. Doch,ofschoon
men deze namen en verhoudingen uit het 0.V.en de schriften der Rabbijnen
kent,men verkeert in het onzekere aangaande den juisten inhoud.Vrtj nabij
leert men dien echter kennen uit de wijze,waarop men dien inhoud bepaald had,
t. w. den gemiddelden inhoud van een hoenderei.Het epha of bath nameltjk
werd op de volgende wijze vastgesteld. Een vat van willekeurige grootte werd,
tot den rand met water gevuld, in een ander grooter vat geplaatst,waarna
men 432 hoendereieren in het eerste vat legde.Het water liep dus ten deele
Over in het andere vat zooveel water nu als door die 432 eieren werd 0n,
N7as toereikende OnA een bath weggestooten, of epha te vullen,zoodat het homer
gelijk stond met den inhoud van 432 eieren, dus het seah 144, het kin 72, het
kab '24 en het 1og 6 eieren.
Het grondgewicht heette sikkel, het grootste talent,bevattend: 3000 sikkelen,
de sikkel telde 2 beka,het beka 10 gera.De sikkel stond gelijk met 0,01456 kilo.
Bij de Arabieren was het matenstelsel zeer ontwikkeld; trouwens, ztjonder-
hielden een hoogst uitgebreid handelsverkeer,niet alleen met Egypte, maar
ook ver de kusten der Middellandsche Zee en in Azi.De breedte van langs
een kameelhaar gold voor de kleinste lengtemaat,veel kleiner dan onze milli-
meter,waarschijnlijk nog niet eens een halve millim.- waaruit men reeds
kan afleiden, dat de lengtematen der Arabieren een hoogen trap van nauwkeu-
righeid bereikt moeten hebben.Een andere maat was de dikte van zes naast
elkander liggende (vinger),palm, voet,
onderscheidene ellen, Onder welke vooral de zoogenoemd: z w art e van Al-
Mamoem vermelding verdient,dewijl zij gediend heeft bij de graadmeting Onder
dien kalif.De zwarte el had 27maal de maat van 6 gerstkorrels of 0,5196 meter.
Bovendien hadden de Arabieren ook nog een Egyptische of handels-el,de Per-
gerstkorrels.Men had Ook den dactylos
25 HET METRIEKE STELSEL.
zische koninklijke zoogenoemde groote el van HERON,de schrede,de roede, de
orgyie en voor grootere afmetingen de parasange,.jIF van een Egyptischen graad.
De Grieken hebben hunne lengtematen,evenals alle gronddenkbeelden in de
wis- en natuurkundige wetenschappen, benevens de daarnaee sanaenhangende
takken van kunstvltt,van de Egyptenaars Ontvangen en op hunne beurt aan
de Ronaeinen overgedaan.Doch bij die Overgangen en in den loop der tgden
bleef de grootte dier maten niet onveranderlijk.Op een wiskundige overeenstem-
ming met een vasten standaard kwam het niet zoozeer aan en,waar niet
nauwkeurig
zaamheid wel min Of meer
de hand aan werd gehoud6n,dat naoest door voortdurende Onacht-
verloopen.Onder de
verdient de dolichos vermelding ;het was de
wagens btj de Openbare wedrenspelen heen en weder af te leggen hadden.
Volgehs sommige schrijvers had de dolichos 12,volgens andere 20, ja zelfs
24 stadin.De halve dolichos, de lengte der renbaan van het eene eind: tot
het andere, heette diaclos. Dromos was de afstand,dien een schip met zeilen
of roeiriemen in 24 uren aflegt alle maten,die klaarblijkelijk aan nauw-
keurigheid zeer veel te wenschen overlaten.Zoo loopen ook de berichten aan-
eigenlijk Grieksche lengtematen
lengte van den afstand,dien de
gaande de rstadin''dermate uiteen,dat men er de ware lengte niet meer van
kan aanwijzen, gesteld al dat er Ooit een vaste maat der stadie geweest is.
De kleine maten kwamen met die der Egyptenaren overeen.
Het gewicht berekenden de Grieken bij rtalenten''.Het kleinste, het Syrische
of Ptolemaesche,woog ongeveer 7 kilogr.,het grootste,het Egintische,schtnt
nagenoeg 45 kilogr.zwaar geweest te zijn. Tusschen die beide liggen n0g vele
andere rtalenten''. Het talent werd verdeeld in 60 mina,het mina in 100 dr>ch-
men.Een zesde drachme was het gewicht van een obolos,een klein munt-
stuk, dat zeer bekend is als het veergeld, door de afgestorvenen aan Charon
voor het overzetten over de Styx (een rivier der onderwereld) te voldoen.
De Grieksche maten zijn,zooals reeds is Opgemerkt,later meerendeels door
de Romeinen overgenomen.Vr dien tijd echter hadden dezen ook een eigene
maat,voor welker bewaring 'zij met vrij wat meer zorg waakten dan de wufte
Grieken voor de hunne gedaan hadden.De maatstandaard werd bewaard en
nauwkeurig in openbare gebouwen uitgehouwen. Op het kapitool vond men
vier zulke standaards,die de lengte van den Romeinschen voet als 0,2959 m.
aangeven.Hiervan verschillen andere standaards,hier en daar gevonden, nauwe-
lijks een millimeter ; waar zij zich in ongeschonden toestand bevinden,gyat
de millim . juistheid tOt yls
De kleinste Romeinsche lengtemaat was de
den de unica (0,0246 m.),de palma (0,0739
palmipes (0,3695 m.),de cubitus, elleboog,(0,4434 m.) de passus,schrede,
(1,478 m.),de pertica,roede,(2,9562 m.). De Romeinsche mijl met 500 perticae,
roeden ; de dagreis,iter pedestre, 18 t mijl.De eenheid der landmaat was zoo-
veel als een span Ossen in n dag kOn omploegen ;deze maat heette jugerum of juk,
d.i. omstreeks ) hectare.Maten voor veldvruchten en maten voor vloeistolen waren
nauwkeurig bepaald ; de eenheidsmaat der eerste was het schepel, modius,die der
digitus (0,0185 m.);daarop volg-
m.),de pes,voet,(0,2959 m.),de
laatste de amphora, hotldende juist een kubieke voet,Romeinsche maat.
HET METRIEKE STELSEL.
A lijk men weet, hebben de gewichten der Romeinen tot in onz: dagen
hunne plaats in de apotheken behouden. Zij verdeelden hun pond,litra, in
12 oncen,waarvan onderverdeelingen waren : het scrupel en de gramme. Het
apothekerspond wordt ook verdeeld in 12 oncen ; de once in 8 drachmen ;.het
drachme in 3 scrupels:en dit in 20 greinen. Het medicinale pond weegt
Het is niet onnatuurltk,dat wt eenig belang stellen in de maten
uit de oudheid, welker ontwikkeling d: moeder was van de onze,zooals zulks
het geval is met de Egyptenaren,Isralieten, Grieken en Romeinen.Immers
hetgeen bt hen in Oraloop was,heeft invloed gehad op het hedendaagsche en
0,375 kilo.
dier volken
nOg in voort. Veel minder belang daarentegen zouden wtj
stellen in de m aten der Chineezen,Azteeken of van volken op de lagere trap-
pen van beschaving,die geheel en al buitten ons staan.Een nadere beschouwing
der maten bij de laatstgenoemde volken zou alleen bevestiging geven aau het-
geen reeds is opgemerkt en trouwens in den aard der zaak ligt,dat,waar men
behoefte aan maat-eenheid begint te gevoelen,men zich het eerst bedient van
werkt er ten deele
grootheden, door de natuur behoudens geringe verschillen in acht genomen
en onder ieders bareik liggende, gelijk de menschelijke hand,voet,arm, schrede,
die wij daarom dan ook overal als lengtestandaards terugvinden.
De verschillende volken behoeven den voet niet als lengtemaat aan elkander
te Ontleenen - het is alleszins natuurlijk,dat men op het denkbeeld komt er
zich van te bedienen.De oude Germanen zullen het Ook evengoed gedaan heb-
ben als de Egyptenaars het deden en de bewoners der binnenlanden van Afrika
het nog doen.Het ligt dus in den aard der zaak,dat lengte-, vlakte- en
inhoudsmaten, benevens de gewichten, overal wel zelfstandig zijn aangenomen,
maar overal naar dezelfde grondmaten.
W e behoeven hier geen nadere melding te maken van een andere,voor de
wetenschap hoogst gewichtige meting,die van h o e k e n.Immers,het eenvou-
dige stelsel der gradenverdeeling van den cirkel,reeds bij de oude Egyptenaren
in gebruik, heeft in den loop der eeuwen geen verandering ondergaan.De
ttjdmaat zullen wij 't geschikst behandelen bij de geschiedenis der uurwerken.
Het m at e n s t el s el.Daar het m eten alleen op de hoeveelheden - waarvan
dan ook - betrekking heeft en op den geheelen aardbol twee twbe is en vijf
vijf, niet meer en niet minder, bij de Eskimo's zoowel als in het hart van
Afrika,moest eigenlijk ook overal dezelfde maat gelden, die overal begrepen
werd en overal bruikbaar ware. Dat dit echter het geval niet is, verdient den
naam van een groot wetenschappelijk nadeel te zijn.Immers, buiten en behalve
de bedriegerijen, waartoe het matenverschil aanleiding geeft,veroorzaakt dat
verschil een moeiltjkheid in het verkeer en een verlies van tijd, tot niets die-
nende en de algemeene welvaart zeer belemmerende.Maar het is nu eenmaal
zoo en h0e het ontstaan is valt gemakkeltk te begrijpen.De vraag is nu
alleen,hoe aan dat ongerief een einde te maken ? Ieder kan daartoe het zijne
bijdragen en ieder za1 dit,zoodra hem de hier in aanmerking komende grond-
denkbeelden helder zijn geworden.
Btj iedere maat komen twee zaken in aanmerking : ten eerste de keus der
eenheid,ten tweede de keus der verdeeling.
26
HET METRIEKE STELSEL. 27
Vroeger hield men,gelijk wij zagen,zelfs in beschaafde staten,de keus eener
m aat-eenheid voor geheel onverschillig. 0m toch iets te hebben koos men nu
eens de lengte van den voet, b.v.van het tijdelijk opperhoofd,dan weder ge-
noot de een of ander toevallig gekozen afstand tusschen twee punten de eer
tOt lengtemaat bevorderd te worden.Maar bij al zulke willekeurig aangenomen
maten was een verloop van de grootte Onvermijdeltjk ;immers, dewtjl de stan-
daard altijd een stoleltjk voorwerp was,een staaf van bepaalde lengte of een
stuk metaal van bepaald gewicht,waarnaar de overige geregeld en waaraan
zij getoetst werden,kon de juiste grootte niet teruggevonden worden,wanneer
de oorspronkelijke standaard eenmaal verloren was gegaan.Bovendien waren
al die door mechanische vergelijking gemeten Of gewogen standaards slechts
in zoover nauwkeurig,als 's menschen bekwaamheid, ervarenheid en goede
trouw de juistheid der vergelijking waarborgden. Een volkomene voorstelling
van de volstrekte grootte der eigenlijke maat kon men zich uit al die nameetsels
niet maken, daar men zelfs bij de nauwgezetste wetenschappelijke vergelijking
aan kleine feilen blootstond. Zoolang de aangenomen eenheid - de grondstan-
daard was,hadden die feilen niet veel te beduiden,daar ze bij
toenemende verbetering der meetwerktuigen hoe langer hoe kleiner worden ;
maar is de grondmaat eenmaal verloren,dan kan men nimmer meer weten,
hOe groot of klein de feilen geweest zijn.Om een voorbeeld te noemen.Het
oorspronkelijke gewicht,het zware stuk metaal, dat het Keulsche mark voor-
stelde, is verloren geraakt.Op het stadhuis te Keulen vindt men nog Onder-
voorhanden
scheidene
gewichten'', die tot waarmerking van zilver in Duitschland dienen.lntusschen
kunstig vervaardigde, kostbaar vergulde zoogenoemde heilige ))
weet niemand te zeggen,welk van die gewichten het ware is of het naast,en
in hoever, aan de waarheid komt.Geen sterveling is in staat te zeggen, welk
van die fraaie stukken f een mark is f hoeveel van een waar mark verschilt; - het
ware mark Duitschland.
iets in
is niet meer te vinden,tOt groot verlies voor geheel
Heeft nu zoo een rijksstad van Duitschland plaats gehad,hoe zou het
dan mogelijk wezen, nu nog met juistheid te zeggen,hoe groot de Spartaansche
voet Of de Arabische mijl geweest zijn ?
Alle oude opgaven aangaande maat en gewicht hebben dus alleen geringe
en betrekkelijke waarde,in zoover zij ruimte laten tot onderlinge vergelijking ;
de volstrekte grootte is ons geheel onbekend.Voorts heeft men lengtemaat,
vlaktemaat,inhoudsmaat) gewicht,enz. van elkander geheel afgescheiden gelaten ;
men heeft voor elk dier grootheden een andere grondeenheid gekozen, zoodat
er geen Onderling verband bestaat tusschen de lengtemaat en de vlaktemaat,
tusschen de inhoudsm aat en het gewicht,zoodat men wel van maten en ge-
wichten, geenszins van een maten- en gewichtenstelsel spreken kan. De
nadeelen daarvan zijn blijkbaar :deeenheidsgetallen werden noodeloosvermeerderd.
Moeten wij op deze gronden het kiezen eener willekeurige eenheid af keuren,
de veroordeeling van de Oude stelsels Of liever stelselloosheid is er tevens door
uitgesproken.Er is nheid noch samenhang zoomin in benamingen als verdee-
lingen.Men weegt b.v. het eene zus,het andere zoo.Er is een ander gewicht
voor geneesmiddelen,een ander voor specerijen,een ander voor vleesch, een
28 HET METRI:KE STELSEL.
ander voor juweelen ;wederom een ander voor den groot- en
den kleinhandel.Het eene verdeelt 'men in tween,het andere
wat dies meer zt.
Men moet zich bijna schamen, als men
wier poppetjes op hun porselein ons
hebben ontlokt, ten aanzien van maat en gewicht onzen voorouders ver vooruit
weet,d,at de Chineezen en de Japanners,
misschien een medeltjdenden glimlach
waren. Trouwens, hun stelsel volgt een gestreng: decimale verdeeling,terwijl
hier te lande nog lang een verwarrende indeeling in gebruik was, b.v.ten
aanzien van het pond met zijne veelvouden van lijspond (15 pond)en schippond
(20 lijspond) en Onderverdeelingen in vierendeelen (t p.),halfvierendeelen () p.),
Oncen (t'v p.) en looden (?y p.). Maar o0k bestaat sedert eeuwen bij de Chineezen
een nauwe samenhang tusschen gewicht en munt.
W ij willen echter onze voorvaderen over deze stelselloosheid niet hard vallen.
De nauwe samenhang der natuurkrachten,ons door de navorschingen van den
laatsten tijd blootgelegd, was hun nog onbekend ; werkzaamheid en staatsleven
bewogen zich nog in enger kring, en Ohina is veel grooter dan eenig rijk in
Europa. Het volkenverkeer was gering, zoodat het Ongerief niet zoo licht in
het oog viel of hinderde. Men behielp zich zonder het als behelpen te bemerken.
Doch,zoodra de buitenlandsche handel zich op groote schaal begon te ont-
wikkelen en zich niet meer tot enkele handelsplatsen of naburige havens be-
perkte,moest we1 de behoefte zich openbaren aan hervorming van nheid in
maten, gewichten en geldspecin.Herhaaldelijk zijn dan O0k langdurige beraad-
slagingen Over dit onderwerp gevoerd,die steeds schipbreuk leden op de inge-
nomenheid van elken staat met zijn eigen maten en gewichten, zoodat men
wel nheid wilde, maar eigen stelsel zooveel mogelijk onaangeroerd wenschte.
Vandaar eindelooze conferentin, onophoudelijke voorslagen en bedenkingen,
bij welke men breed opgaf van de voordeelen van n algemeen tusschen de
beschaafde volken onderling geldig stelsel,maar eindigde met - alles te laten
een ander voor
in zessen,en
gelijk het was.
Gedurende de algemeene tentoonstelling te Parts in 1867 werd door een
bepaald daartoe samengekomen vergadering van afgevaardigden uit alle beschaafde
natin de vraag naar een algemeen stelsel van maten, gewichten en munten
ernstig ter hand genomen.In het midden der gebouwen,paviljoenen en N00r-
werpen, tot de tentoonstelling behoorendey bevond zich een koepel, die een
gebouw dekte,waarin de maten en munten der betrokken landen aanwezig
waren. Dr zOu aanschouwelijk moeten gemaakt zijn,hoe de wereld Op dat
ne punt, hetwelk toch geen verschil van opvatting toeliet
,
n van zin
was : - maten en gewichten,grondslag van alle handelsverkeer. En toch
beantwoordde het tentoongestelde niet aan de verwachting
. Hoe grooter het
getal en de verscheidenheid van maten, gewichtell en munten,nog in verschil-
lende landen in gebruik, z0u geweest zijn, des te helderder zou in 't oog zijn
gevallen,hoeveel er nog aan een voor allen gewenschte eenheid ontbrak. En
hOe kleiner de verscheidenheid, des te meer zOu blijken, dat men reeds ver
gevorderd was in het bereiken der
stelsel
eenig mogelijke eenheid,door het metrieke
een grondbeginsel, waarover de commissie het dan ook volkomen
HET METItIEKE STELSEL. 29
eens was.Dit stelsel werd er vertegenwoordigd door Frankrijk zels,Itali,
Spanje,Portugal,Belgi, Nederland, Mexico, Chili,Peru,Nieuw-Granada, Bolivia,
Venezuela,Nederlandsch en Fransch Guyana,schoon in het dagelijksche leven
al die landen al het oude nog niet geheel hebben laten varen, zooals b.v.ten
Onzent aan het metrieke lengtemaat-stelsel door vele vrouwen nog altijd een
hardnekkige tegenstand geboden wordt.Aan het verdwijnen van pinten en
bakjes heeft men zich Onderworpen,maar van de traditioneele roude el''kunnen
vele huismoeders nog geen afstand doen. Keeren wij intusschen tot het
onderwerp terug.
Zoolang Engeland - in Duitschland en Oostenrijk
stelsel ingevoerd, - die aansluiting afwijst,ontbreekt een belangrijke schakel
aan de algemeene keten 1).Laat ons echter zien welke te dezen de algemeene
eischen zijn.
Vr alle
is sedert l 872 het metrieke
00n0 en wel een onveranderltke eenheid,een
eenheid, op de eenvoudigst mogelijke wijze te allen tijde laat terug-
vinden door een grootheid,die in de natuur onveranderlijk aanwezig is.Voorts
moet die eenheid,die grondmaat,uit welke al het andere wordt afgeleid, een
grootte hebben, die haar gemakkelijk maakt in het gebruik.Een andere eisch
is, dat het ne stelsel,hetwelk van de aangeduide grondmaat uitgaat,uitslui-
tend de tiendeelige verdeeling volge, zoodat het in allen deele voor lengtemaat,
vlaktemaat,inhoudsmaat enz.een geregeld geheel uitmake,terwijl de bena-
mingen de verhoudingen tOt de grondmaat,van welke alles uitgaat,behooren
aan te duiden.
lnheid,
van het
dingen
welke zich
een woord is reeds melding gemaakt ontleenen der grondmaat
aan de natuur. Dat wilzeggen :de grondlengtemaat, op welke alles rust,be-
hoort te berusten op een bekende,in de natuur zelf aanwezige,en wel onver-
anderlijk aanwezige lijn, welker ware lengte te allen tijde kan worden teruggevon-
den; Maar dit
van andere
nog niet alleen : zij moet ook Onmiddellijk en zonder tusschenkolnst
grootheden worden aangegeven.En in dit opzicht kan de grondslag
der lengte van de Engelsche yard niet als eene in de natuur gegronde lengte-
maat worden aangemerkt.Het schijnt zeer vast,de lengte van den seconde-slinger
op de geographische breedte der hoofdstad voor den grondstandaard der lengte-
Met
1) Het tiendeelige of metrieke stelsel is tbans (1890) verplichtend gesteld in bjna alle
staten van Midden-,Zuid- en Noord-Europa, benevens in de meeste Zuid-Amerikaansche
republieken, terwjl het facultatief gelaten is in Groot-Britanni,de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika en Canada.Bovendien is het in Rusland, Turkje en Britsch-lndie aangeno-
men door de douanen en bij vele andere administratin.In nagenoeg de geheele beschaafde
wereld is dus in onze dagen het metrieke stelsel zoo niet ingevoerd, dan toch in gebrnik.
Alleen in Engeland beschouwt de meerderheid der bevollting het nog altjd a1s een ver-
werpeljke nieuwigheid;daar kost het nog alttd veel moeite den kleinell burger aan
't verstand te brengen dat de m et e r zooveel beter is dan de y a r d , waarmee zjn vader
en grootvader zulke goede zaken deden.
Een belangrjk opstel over het Metrieke stelselvindt men in den T j d sp i e g e l van
Maart 1890,getiteld :,,O o k e e n e e u w f e e s t'', door L.VAx ZANTBN.
30 HBT METRIEKE STELSEL.
maat te verklaren ; men zou zelfs bij de bepaling van die lengte allen nationalen
natjver kunnen wegnemen door de lengte van den seconde-slinger op een door
de natuur zelve aangewezen punt, namelijk onder den evenaar der aarde, t0t
eenheid te nemen. Maar een gewichtige bedenking daartegen is, dat d: seconde
zelf een willekeurige tijdsbepaling is, Of liever,geen rond getal, daar men in
dit geval z0u moeten zeggen, dat t0t lengte-eenheid wordt aangenomen de
lengte,die een slinger onder den evenaar der aarde hebben moet om gedurende
n aswenteling Onzer planeet 86400 slingeringen te doen.lndien men dit getal
b. v.tot het ronde 100,000 Overbracht,zou men zeker een Onverandorlijkeny
altijd hervindbaren, van allen volks-naijver of eigenliefde onaf hankelijken.lengte-
standaard bezitten in de lengte van den slinger, die in een etmaal 100,000
slingeringen volbrengt,en zulks Onmiddellijk boven den waterspiegel der zee,
vrij van allen storm, den invloed van gebergten enz. Van deze invloeden zou
men ook de lengtemaat der valhoogte moeten zuiveren.Een vrij vallend lichaam
namelijk doorloopt in de eerste seconde van zijn va1 een Onveranderlijke hoogte,
die door waarneming kan worden bepaald.Doch oOk hier heeft men met te
vele willekeurige hulpgetallen te doen, zoodat Ook deze lengtemaat,hoewel
meermalen voorgeslagen, geen algemeenen ingang gevonden heeft,
als de barometerhoogte voor een bepaalda plaats.
Engeland,welks el (yard) de lengte heeft van den secondeslinger Op de
geographische breedte van Londen, bezigt die maat ook voor de bepaling der
gewichtseenheid ;een Engelsche kubieke duim gedistilleerd water bij
thermometerstand en 30 Eng.duim barometerhoogte moet,
acte van 17 Juni 1824, bevatten 252,458 grein van een pond, dat de zwaarte
van 5760 zulke
volgens parlements-
gr.heeft. Men ziet terstond in,van hoeveel willekeurig aan-
genomen getallen men zich bij het terugzoeken dier eenmaal verloren eenheid
zou moeten bedienen.
evenmin
62O Fahr.
Alles wel
den
dat de OV01'WOg0n heeft men begrepen, grootte van den aardbol
maatstandaard oplevert. nauwkeurigsten,onveranderlijksten,natuurltksten
Wij zagen boven, dat naar men wil de Oude Egyptenaren bij sommige groot-
heden van de grootte der aarde zouden gijn uitgegaan.Doch de manjdie Op
wetenschappelijke wijze het eerst met dezen voorslag optrad, was GABRIEL
MOUTON,een Lyoneesch sterrenkundige, die in zijne vaderstad ten jare 1670
een werk uitgaf, getiteld 0 b s erv ati o n e s D i a m e tr o r um ,waarin hij v0Or.
sloeg de lengte van 1 min.van den boog eens meridiaans onder den naam
mijl tot eenheid der te verklaren. lengtemaat Hij wilde die lengte decimaal
verdeelen in centurin,decurin,virgae,virgulae, decimae,centesimae, millesimae.
De grootte van den aardbol ligt oOk ten grondslag aan de Engelsche zeemijl,
a1s zijnde 1 min.van den
men in Engeland ep dezen
vlakte- en inhoudsmaat uit
evenaar,metende volgens NoRwOOD 1760 yard. Had
grondslag voortgebouwd en Op decimale wjze Opper-
dien lengte-grondslag afgeleid en tevens het gewich-
tenstelsel,dan zou misschien het Engelsche stelsel bijval hebben kunnen vinden.
Doch de Engelschen hielden zich hardnekkig vast aan den secondeslinger,
welks lengte trouwens reeds door den grooten CHRISTIAAN HUYGENS t0t lengte-
standaard was aanbevolen. De meesten, die er zich tegen hebben verklaardy
HET METRIEKE STELSEL.
wezen op de ongelijke
invloeden nu niet te
lengte van den slinger bij verschil van breedte (om andere
vermelden), zoodat men op iets nationaals bleef stuiten, indien
de breedte van Londen eischte,Frankrijk die van Parijs,Rusland die van Engeland
St.Petersburg enz.Doch aan het denkbeeld der lengte van den secondeslinger
ronder de linie''- of wat hetzelfde zegt : voor een niet willekeurige breedte, b.v.
45O - schijnt men geen genoegzame aandacht te hebben geschonken.
De stoot tot een algemeen,vast stelsel van maten en gewichten is van
uitgegaan.
in het
Roaaan,
wenschten
Op plaatsen,hetwelk veel moeilijkheid in het handelsverkeer baarde
en tot velerlei bedrieglijke praktijken aanleiding gaf.In ons vaderland bestond
dit ongerief insgelijks, waarschijnlijk ten gevolge van de souvereiniteit der
jaar 1789,dat de steden Parijs, Lyon,Rheims,Duinkerken,
Rennes,Orlans,St.-ouentin,Metz,Chalons en andere een einde
gemaakt te zien aan het groote verschil van maten en gewichten
verschillende
afzonderlijke provincin nOg wel op grooter schaal dan in Frankrijk,zoo zelfs,
dat in Zeeland alleen vijf verschillende roeden als grootere lengtemaat in ge-
bruik waren,behalve de stedelijke ellen enz.
gepast voorstel van TALLEYRAND,dit onderwerp
in de Nationale vergadering ter tafel te brengen ; den 6den Mei 1789 bracht
LE BONNAI er rapport Over uit en twee dagen daarna werd besloten,den koning te
verzoeken bij zijne Britsche Majesteit stappen te doen ten einde een interna-
tionaal maten- en gewichtenstelsel door middel van colnmissin uit de Fransche
Academie en de Engelsche Koninklijke Maatschappij tot stand te brengen.Men
Het was dan oOk een zeer
ging daarbij uit van de lengte des secondeslingers,en wel op 45O breedte,
gelijk men dan Ook wilde beginnen met die lengte Op streng wetenschappelijke
wijze te bepalen. De Franschen plaatsten zich dus op het standpunt eener niet
bepaald nationale,maar eener algemeene maat,voor alle volken geschikt.Dat
men met Engeland de handen wenschte ineen te slaan, was kennelijk een
Ontzien van het zelfgevoel der Britten.
Doch de omwenteling maakte verandering in het oorspronkelijke plan,zooals
het 22 Augustus 1789 was vastgesteld. De Fransche Academie, - Acadlmie
des Sciences,het hoogste wetenschappelijk lichaam van dien tijd benoemde
LA PLACE, DE BosoA, LAGRANGE,MONGE en CoxooscE'.r tot gecommitteerden
te dezer zake.ln hun rapport van 19 Maart 1791 verwierpen zij den seconde-
slinger,dewijl zijne lengte af hangt van een andere grootheid,den tijd,benevens
van de verdeeling van dezen in seconden.Uit dezen hoofde verklaarden rij
zich voor het aannemen van meridiaans.Er moest een meri-
Frankrijk
Het was
een gedeelte des
diaanboog van toereikende lengte (van Duinkerken tOt Barcelona)gemeten worden,
waardoor men bij berekening de lengte van een geheelen mel-idiaancirkel zOu
leeren kennen, waarvan dan een veertigmillioenste de lengte-eenheid zOu zijn.
Decimale indeeling stond voorts op den voorgrond, terwijl klaarblijkelijk de
lengtemaat ten grondslag kan strekken aan de oppervlaktemaat door het vier-
kant,de inhoudsmaat door de kubiek van de lengtemaat aan te nemen en
het gewicht door het bedrag van dit kubiek aan zuiver water, behoudens her-
leiding tOt bepaalde temperatuur en druk.
31
HET METRIEKE STELSEL.
Door den gekozen meridiaan had men het voordeel,dat de twee
indpunten
genoemde
en in het vlak van den waterspiegel der zee gelegen onveranderlijk
waren. Bij de graadmetingen zou men
geringen
cirkels aan den
waarnemingen ieder oogenblik te kunnen terugvinden.
Overigens werd die 45ste graad niet ten gevalle van Frankrijk gekozen,maar
alleen, omdat daar de middelbare lengte van den slinger met die van een
meridiaanboog samenvalt.
tegelijk op de breedte van 45O de slin-
tellen van een slinger ter lengte van een veertigmillioenst'e des meridiaan-
waterspiegel bij
door weinig omslachtige
00 c.en in hetluchtledige, ten einde die lengte
Dit voorstel werd den 26ste Maart 1791 aan de Nationale Vergadering aan-
geboden ; vier dagen later was het aangenomen en den koning verzockt,de
reeds vroeger door de Academie gekozenen te machtigen tot het onverwijld
beginnen der werkzaamheden.
De ophef:ng der Academie deed den arbeid afbreken ; doch bij twee wetten,
die van 18 Brllmaire en van 28 Germinal,werden BERTHOLLET,BORDA
,
Blussox,
OOULOMB, DELAMBRE, HAIJY, LAGaANGE, LA PLACE, MXCHAIN
, MONGE,PRONY en
VANDERMONDE benoemd tOt het voltooien van den arbeid.
Het is hier OEn de plaats een vluchtigen blik te werpen op de geschiedenis
van welke ne in de wetenschappelijke wereld reeds vroeger der graadmetingen,
belangrijk wasgeweest voor het matenstelsel.
de Oude Egyptenaren maakten hun werk van het uitmeten der
grootte van den aardbol.De Grieksche wijsgeeren PYTHAGORAS en ARISTOTELES
hadden in de 6de en 4de eeuw v. Chr. den kogelvorm der aarde bewezen ;
ESATHOSTHEXES van
Reeds
Cyrene (3de eeuw v.Chr.) waagde zich aan het bepalen
harer grootte en,al kan deze geleerde geen aanspraak maken op den naam ,
dat hij een wezenlijke graadmeting verricht,dat wil zeggen,de lengte gemeten
heeft van een door sterrenkundige waarneming bekend gedeelte des meridiaans
,
toch behoort hem de eer,den weg te hebben gewezen ter juiste bepaling van
de grootte der aarde.
De eerste eigenlijke meting geschiedde in de 9de eeuw onzer jaartelling langs
de Golf van
mee belast
arbeid der andere zou onderzoeken.Men kwam tot afwijkende cijfers voor de
Arabi, op last van kalief AL-MAMOEN.De meetkundigen,die er
waren, werden in twee afdeelingen gesplitst, opdat de eene den
lengte van n graad, xlv,van den omtrek.De eene afdeeling bepaalde dien
graad op 46 Arabische mijlen,de andere op 561. Het is ons niet meer mogelijk na te
gaan,hoe nabij aan of verwijderd van de waarheid beiden waren,daar wij de lengte
der Arabische mtlniet kennen.Na deze metingen hoorde men door al de
middeleeuwen heen niets meer van dergelijke ondernemingen.De aardrijkskundige
wetenschap wekte slechts geringe belangstelling en van het algemeen-belangrijke
der oplossing van dit vraagstuk hadden de Middeleeuwsche geleerden geen begrip.
Eerst in 1525,na het omzeilen der aarde wekte het de .'algemeene aandacht.
De eerste graadmeting na de Arabische in de woesttjn Singar werd onder-
nomen door den ook als wiskundige vermaarden FERNEL,lijfarts van koning
HENDRIK II.Hij verkreeg voor de lengte van een meridiaangraad 57070 Fransche
toises,een getal, zeer nabijkomende aan de uitkomst, verkregen door de latere
32
33 HET METRIEKE STELSEL.
metingen,welke met behulp van de jnste werktuigen en schel-pzinnigste maat-
regelen verricht zijn.Doch deze overeenkomst is niets meer dan een spel van
het toeval.FERNEL toch had ter bepaling der lengte Yan den boog tusschen
Parijs en Amiens,in graden bekend,geen ander middel gebezigd dan eenvou-
dig een wagen,waarin hij de betrokken landstreek doortrok ; hij berekende
de lengte van den afgelegden weg uit het getal Omwentelingen van het wagenrad.
Bij zoodanige handelwijze kan van nauwkeurigheid geen sprake zijn en,
indien de uitkomst ni.ettemin juist was,ligt zulks eenvoudig hieraan,dat de
eene feil de ander bedekte.
Ten jare 1615 bewerkstelligde Onze geleerde WILLEBRORD SNELLIIJS een
graadmeting tusschen Alkmaar en Bergen op Zoom, ztjnde een boog van
10 11'30'/9zijn eindcijfer was 55021 toises.Deze graadmeting is vooral hierdoor
zeer merkwaardig,dat zij de eerste was,biqj welke men zich van een stelsel van
driehoeken bediende, zoodat men SNELLIIJS als den vader der triangulatie kan
de
aanmerken.
Door lniddel van andere,zeer lastige handelwijze,het bezigen van den
meetketting,derhalve onmiddellijke uitmeting,verrichtte NoRwooo de reeds
vermelde meting van 1625 tusschen Londen en York,uit welke een lengte
'van 57424 toises voor een graad volgde.Rlcclolul verkreeg, met groote afwijking,
62650 toises.De Fransche Academie,het hooge belang der zaak inziende,be-
greep terecht,dat uit de groote verschillen bleek,hOe weinig men zich op de
voorhanden zijnde getallen verlaten kon,en besloot tOt een geheel zelfstandige
meting,waartoe men al de hulpmiddelen bezigde,die de wetenschap destijds
tOt haar beschikking had.
Met deze taak werd de toen PlcAlRo V01*- beroemde meetkundige belast.Hij
richtte haar in 1670 met de grootste nauwgezetheid en zijne meting verdient
alle vertrouwen. Hij mat tusschen Amiens Malvoisine een boog van
10 28'28/'en berekende daartlit de lengte van een meridiaangl-aad Op 57060 toises.
Volgens deze uitkom st berekenden l-ltTvgExs en NEwl'ox de grootte der aarde,
haar voor deze berekening nog als een volkomen bO1 aanm erkende,hoew el
NEwTON door scherpzinnige onderzoekingen reeds gekom en w as tOt bepaling
van het bestaan en bedrag van de afplatting.Deze werd feitelijk bewezen door
RICHTER,die bevond,dat een van Parijs naar Oayenne medegenomen Seoonde-
slinger ) lijn moest verkort worden - iets,da: niet alleen Op rekening van
de warmte en de daardoor veroorzaakte uitzetting kan gesteld worden.
Men wilde echter de theorie van NEwTox nog nader door werkelijke metingen
bevestigd zien,waartoe Op raad van PlcwRp de beide CAsslxl's,DOMINICIJS en
JACOBUS, werden gekozen.Zij maten den boog van den meridiaan,die over
Parijs loopt,van het noorden van Frankrijk naar het zuiden.Hierbij geraakte
men tot de verrassende uitkomst, dat de lengte der graden naar de polen
afnam, waaruit volgde,dat de aarde eerder den vorm van een citroen dan van
een oranjeappel hebben zou.Men vond namelijk vool- den boog tellzuiden
van Parijs 60 18'57'/ 57097 toises voor de lengte van 1O,terwijl de boog
Parijs - Duinkerken 56960 toises gaf in lijnrechte tegenspraak met NEMrTox's
theorie der afplatting,een ophooging aan de polen aanduidende.
HET METRIEKE STELSEL.
Heinde en ver verhieven wetenschappelijke mannen hunne stem, hier ten
voordeele van NEwTox's theorie,daar ten bate der metingen van OAssINI.Ten
einde aan dien strijd tusschen de Newtonisten en de oassinisten een einde te
maken, liet de Fransche regeering twee graadmetingen doen,op Onderlinge
afstanden,die zoo groot mogelijk gekozen werden,de eene nabij den evenaarr
de andere nabij de pool.
Men begon lret de zoogenoernde Peruaanschemeting (1733- 1745),waarvan
't gevolg was,dat de Peruaansche toise,welke daarbij t.en grondslag was ge-
legd,de wetbnschappelijke standaard-maat voor de geheele beschaafde wereld
werd.Namen als die van de meetkundigen BOIJGUER en LA CONDAMINE, den
kruidkundige JusslEv,den ingenieur BERUITIN,den geleerden Spanjaard ULLOA
ztjn een waarborg, dat de verkregen uitkomsten ten volle beantwoorden aan
de eischen, tOt welke een dusdanige expeditie recht geeft. ln Juni 1736 be-
reikte de tweede expeditie de Bothnische GOl
.f ; zij
leden MAUPERTUIS, OLAIRAUT,CAMUS en LXMONNIER,benevens den geestelijke
AUTHIER.Nog in datzelfde jaar bepaalde zij de lengte van den graad Op 57431
toises. Uit vergelijking van dit getal met de metingen tusschen Parijs en
Amiens (57600 t.) en nOg meer met dat der Peruaansche expeditie (56753 t.)
%
bestond uit de academie-
bleek ten duidelijkste,dat de aarde een aan de polen afgeplatte spherode zijll
moet,zoodat men aan de Opgaven van Cwsslxl geen geloof kan schenken.Latere
Onderzoekingen op dat gebied hebben zulks dan Ook ten volle bewezen.Van
de vele graadmetingen,sedert verricht,willen wij alleen de belangrijkste hier
met een kort woord vermelden.
is vooral Zj zijn :die van LACAILLE, 1750, aan de zuidpunt van Afrika ;deze
belangrijk,omdat zij het toenemen van de lengte der graden naar de pool
ook voor het zuiderhalfrond aantoont. Voorts de groote graadmeting van
DELAMBRE,BIOT en ARAGO,1792,die de grondslag voor het Fransche metrieke
stelsel geworden is.Aan de beraadslagingen om haar aan dit doel dienstbaar
te maken,had onze landgenoot J.H.VAx SwINDEN een werkzaam aandeel.
Met meer buitenlandsche geleerden was ook deze beroemde wisktlndige naar
Frankrijk gezonden om met de leden van het Fransche instituut den grondslag
van een nieuw maten- en gewichtenstelsel vast te stellen .De Nederlandsche
afgevaardigde onderscheidde zich daarbij dermate, dat aan hem het opstellen
van 't rapport aan het lnstituut werd
uitmuntlnd kweet.De Overige hier te vermelden
toevertrouwd,van welke taak hij zich
graadmetingen zijn :die van
GAvss in Hannover, de Russische van STRUVE, over 25 breedtegraden,van
Ismal aan den Donau tot deNoordkaap,de groote Oost-lndische,benevens de
groote graadmeting in Midden-Europa, in 1861 op touw gezet, waaraan Baden,
Beieren, Belgi,Denemarken,Frankrijk,Hannover, Hessen-Kassel,Hessen-
Darmstadt, Itali, Mecklenburg, Nederland,Oostenrijk,Pruisen,Rusland, Saksen,
Saksen-coburg-Gotha, Zweden en Noorwegen, W urtemberg en Zwitserland deel
namen. Deze graadmeting, aan welke onze beroemde KAISER een zOo belang-
rijk aandeel had,omvatte een Oppervlakte van ruim 53000 ED mijlen,derhalve
j. van Europa of nagenoeg jJs van de oppervlakte der geheele aarde.Zij
onderscheidde zich van de vroegere soortgelijke Ondernemingen vooral hierdoor,
34
HET METRIEKE STELSEL.
dat ztj niet enkel eene meting in den meridiaanboog een meting van breedte-
graden - maar Ook een il1 de parallelcirkels dus een van lengtegraden -- be-
oogde, waardoor alzoo de ware gedaante der Oppervlakte Over dit gedeelte
van Europa k0n worden aangewezen, met alle plaatselijke afwijkingen? ter
opsporing der oorzaken van deze.
Bij de graadmeting van 1792 werd een boog van 12O 22'13''Onderzocht
van Duinkerken naar het eiland Formentera (een der Balearen),een lengte
van 705189 toises,waaruit de lengte van een geheelen kwartcirkel van de pool
tot den evenaar werd afgeleid.Een tienmillioenste gedeelte van dien boog van
90O werd tot eenheid der lengtemaat aangenomen.Daar echter de juiste lengte
van dien rmeter'' af hing van de onderstelling aangaande het bedrag van de
afplatting aan de polen,waarover men het niet zoo spoedig eens kOn worden,
werd bij decreet van 19 Frimaire an V111 bepaald,dat de wettige meter zOu
geltk ztn aan de lengte van eene metalen staaf,lang 443296 lijnen der bij
16,250 onder de temperatuur van 00 () bepaalde toise.Bij de nog altijd bestaande
onzekerheid aangaande de ware lengte van den meridiaan, en bijgevolg Ook
van het veertigmillioenste deel,het tienlnillioenste van een quadrant,zou deze
lengte voor den waren meter worden gehouden.
De indeeling was decimaal.De benamingen werden aan twee doode talen,
het O.rieksch en Lattjn ontleend.Men ging daarbij uit van de Onderstelling,dat
al de natin,in de hedendaagsche beschaving deelende, n zouden zijn in denkwijze
ten aanzien der talen van de beide volken,van welke die hedendaagsche beschaving
is uitgegaan.Verder kwam men overeen,de benamingen der veelvouden van de
eenheid met het Grieksch,die der onderdeelen met het Latijn aan te duiden.
De eenheid der lengtemaat noemde men, gelijk reeds gezegd is, eenvoudig
m et e r (van het Grieksche v,'zitov, meter) ; de onderverdeelingen deeimeter,
0,l meter ;centimeter, 0,01 m.;millimeter,Q,001 m.De veelvouden zijn :deca-
meter,10 m.; hectometer,100 m.;kilometer,1000 m .; myriameter,10000 m.
De eerste namen ontstaan door verbinding van den naam meter met de
Latijnsche woorden d e c e m (tien),c e n tu m (honderd),m i l l e (duizend) ;de
laatste door die met de Grieksche telwoorden lxtv (tien),Lxqzov (honderd),
zlktot (duizend), gf vtot (tienduizend).
De Arlakte- en inhoudsmaten werden onmiddellijk uit de lengtemaat afgeleid,
de eerste door het vierkant, de laatste door het kubiek van den meter Of zijne
Onderdeelen.De eenheid der vlaktemaat is een vierkant,waarvan elke zijde
10 meter lang is,zoodat het 100 D meter groot is ;dit heet a r e, van het
latijnsche woord a 1- ar e, ploegen.A1s eenheid van inhoudsmaat nam men een
teerling,waarvan elke zijde 1 decimeter lang is ; deze heet liter (van het
Grieksche lJrp% pond) en zulk een liter zuiver water bij 40 (? merkte men
aan a1s gewichtseenheid Onder den naanl kilograln ;'t woord gram is afgeleid van
een Grieksch woord, letter beteekenende,maar wordt Ook gebezigd voor een ge-
wicht der Oude Grieken,dat naar men meent ongeveer even zwaar zal geweest zijn.
0ok bij de oppervlakte- en inhoudsmaten,alsmede bij de gewichten, werden
dezelfde Grieksche benamingen, deca enz,voor de
enz?voor de Onderverdeelingen gevolgd.
veelvouden,en de Latijnsche,deci
35
36 HET METRIEKE STELSEL.
het metrieke stelsel voor het toenmalige koninkrijk
der Nederlanden (de noordeltke Nederlanden met Belgi) werd aangenomen,
traden Nederlandsche woorden in de plaats der systematische.De meter kreeg
den naam el,verdeeld in palmen,duimen,
10 m., de mijl 1000 m.Oppervlakten
vierkante roeden,
,
inhoudsmaat,liter,heette kOp voor droge,kan voor vloeibare zelfstandigheden :
onderverdeelingen waren maatje en vingerhoed,veelvoud het mud voor droge
strepen ;veelvouden waren de roede
werden bepaald bij vierkante ellen,
vierkante mijlen ; benedenwaarts vierkante palmen enz.De
zelfstandigheden,het vat voor vloeistoFen (100 liter).Het gram kreeg den
naam wichtje,?v gram dien van korrel ; opwaarts had men looden,Onsen,
ponden.Doch deze benamingen zijn bij later Besluit afgeschaft ;zij belemmer-
den den algeheelen invoer van het metrieke stelsel door dien noodeloos te
bemoeilijken.Immers,vele der benamingen waren ook in de oude Nederland-
sche maten en gewichten opgenomen, zooals e1, roede, kan,pond,doch met
gansch ander bedrag.Hierdoor Ontstond verwarring,terwijl het bezigen van
maten en gewichten, met de oude namen aangeduid, maar met willekeurig
aangenomen benaderende verhouding tot de metrieke in betrekking gebracht,
een wijde deur openzette voor bedrog.De tijd zal aan de jongste bepalingen
Op dit stuk een ingang moeten verleenen,die bij Onze huismoeders en winke-
liers van geene wetsbepalingen alleen te wachten is.1)
Nog ne schrede schiet er over : het muntstelsel
.
in overeenstemming te
brengen met het maten- en gewichtenstelsel.Dit kan echter niet geheel zonder
het k i e z e n van een grondstof geschieden.Voor de lengtemaat geeft de grootte
der aarde een in de natuur zelve gegeven grondslag ; uit de lengtem aat laten
zich de vlakte- en de inhoudsmaat onmiddellijk afleiden ;bij het gewicht is,
nevens den grondslag der maten,oOk nOg de altijd eenigszins willekeurige
grondslag van zuiver water genomen,waar men ook granietzand of iets anders
zOu hebben k u n n e n kiezen.Maar elke teerling van n kubiek lneter graniet
zOu niet volmaakt dezelfde zwaarte hebben,zOO Ook met zand,met zeewater
en met elke andere vaste Of vloeibare zelfstandigheid.Z u iv e r water daaren-
Toen bij Koninklijk Besluit
tegen,gedistilleerd en op die temperatuur,waarbij het de grootste dichtheid heeft,
levert een vasten onveranderlijken gewichtsgrondslag.Met de mtlnt is het
eenigszins anders. Van oudsher hebben de edele metalen,goud en zilver,bij
schier alle min of meer beschaafde volken tot vergeljjkingsvoorwerpen bij
waardebepaling en handel gediend, zoodat de waardeschatting van allerlei
voorwerpen zich naar zeker gewicht aan goud of zilver regelde.Noeme men
dit laatste A.,dan wordt de waarde van een paard b.v.uitgedrukt door 100
A's, die van een schaap door 15 A's,die van een huis door 5000 A's enz.
Om het lastige nawegen te voorkomen en het gehalte te waarmerken,vond
men de stempeling uit,en ziedaar het geld aanwezig. 0m dat geld echter in
1) Het Metrieke Stelsel is voor ons land aangenomen bij de Wet van 21 Aug.1816 en
ingevoerd den lsten Jannari 1820. Genoemde wet is vervangen door die van 7 April 1869,
terwijl de latere wetten en besluiten betrefelkde dit onderwerp weinig of geen verandering
hebben teweeggebracht.
37 HET METRIEKE STELSEL.
Overeenstemming te brengen met het maten- en gewichtenstelsel,zOu men
eerst de keuze moeten doen van het metaal,daarna van de grootte van een
kubus Of teerling van dat metaal.Het laatste is het gemakkelijkst,b.v.een
teerling, waarvan elke zijde -f1g meter meet.Het eerste is bekend Onder den
naam standaard?hetzij gouden of zilveren.Doch noch goud noch zilver hebben
een volstrekte waarde,geen wezenlijke waarde in zich zelf.W orden gedurende
een lange reeks van jaren belangrijke hoeveelheden goud gewonnen en in den
handel gebracht,dan daalt natuurlijk de waarde van het goud in vergelijking
met andere voorwerpen ; Om de zaak het allereenvoudigst uit te drukken :men
moet meer goud geven ter bekoming van een stuk slachtvee of hoeveelheid
graan dan voor een week voedsel.Een volstrekte, van alle omstandigheden
Onafhankelijke waarde heeft het goud niet, het zilver evenmin.Er heeft een
klimmen en een dalen in de prijzen ook van de edele metalen plaats.Een
volmaakt)Onveranderlijk middel tot waardeschatting leveren zij dus niet,maar
zij strekken daartoe beter dan ieder ander voorwerp ;vooreerst omdat zij er
eenmaal toe zijn aangenomen, en oOk omdat de waarde,die er nu eenmaal
aan is toegekend,hoog is?zoodat men tot het koopen van een waarde minder
en zilver noodig heeft dan men b.v. van lOOd z0u hebben,of van de
die in de binnenlanden van Afrika Onder den naam kauri's als
goud
schelpen, geld
dienen, maar waarvan men 1000 stuks noodig heeft Om een waarde te betalen,
met onzen gulden overeenkomende.Bovendien leenen zich goud en zilver,uit-
nemend tOt ruilmiddel,omdat zij geschikt zijn tOt het ontvangen van een
stempel,die niet spoedig afslijt.Maar,of nu bij den tegenwoordigen toestand
der maatschappij, hetzij een dubbele standaard,van goud en zilver,Of een
enkele, en dan hetzij goud hetzij zilver,te verkiezen zij, is een staathuis-
houdkundig vraagstuk,waarin wij Ons niet kunnen verdiepen,te minder
Omdat wij elders in dit werk gelegenheid zullen vinden er Op terug te komen.
Hier hebben wij alleen met de theorie te doen,en dan is het genoeg te zeggen,
dat een teerling zuiver goud Of zilver van een afm eting,aan het m etrieke stelsel
Ontleend, het middel oplevert om de munt in overeenstemming te brengen
met dat metrieke stelsel zelf.Tot de stempeling en behandeling leenen zich
het gemakkelijkst schijven ; op gehalte en gewicht komt het hier eigenlijk aan.
Doch hierbij moeten wij het te dezer plaatste laten.
HOe voortreFelijk het metrieke stelselook wezen moge,toch heeft het alle
bedenkingen niet kunnen ontgaan.
Tot grondslag, zegt men,is een meridiaan genomen,die over Parijs gaat
daarmede is dus het bepaald Fransche der zaak uitgesproken en aan het
stelsel zijn karakter van algemeenheid Ontnomen.Maar deze bedenking is te
nietig Om wederlegging waard te zijn.Theorie en meting zeggen,dat de aarde
een nagenoeg kogelvormig lichaam is, aan de polen ingedrukt en dus Onder
den evenaar uitgezet. Gebergten of valleien hebben op die gedaante een zoo
g'eringen invloed, dat men dien niet in rekening behoeft te brengen.En al
ware het nu, dat door metingen werd beslist,dat er gedeelten van de Opper-
vlakte der aarde zijn,ingezonken beneden, of Opgehoogd boven hetgeen volgens
de theorie aldaar de ware gedaante der doorsnede van den aardbol zijn zou.
38 HET METRIEKE STELSEL.
lengte van een standaard, een metalen staaf
veertigmillioenste gedeelte des grooten cirkels,
polen der aarde loopt. Laat voor een bepaald gedeelte der aardop-
pervlakte dit verschil grooter zijn dan de hoogte van den allerhoogsten berg
der aarde, dan is nog dat verschil geheel en al Onmerkbaar waar het een
veertigmillioenste van den geheelen cirkel.bedraagt.Laat het waar ztjn,dat
latere metingen dan de graadmeting van het laatst der vorige eeuw, een
eenigszins grooteren omvang van de aarde hebben aangewezen, die kleine
onjuistheid heeft zeker invloed op de ware lengte van den meter,maar slechts
voor een veertigmillioenste van den geheelen meridiaancirkel.Dit verschil wordt
door die breuk zoO klein, dat men den waren meter, die nu iets te kort heet
te zijn ongeveer f'y millimeter ! zeer zeker iets te lang zOu maken,
indien men er een blaadje van het allerdunste postpapier aan hechtte.De theorie
kan van zulke nietige uitmetingen spreken, maar,waar het op de vervaardiging
van stoFelijke lengtematen aankomt,is het een volslagen Onmogelijkheid,eenig
kerschil te bespeuren tusschen twee meters,waarvan de een het hoogste, de
ander het laagste bedrag uitdrukt van de uitkomst aller gedane en nOg te
doene nauwkeurige graadmetingen.
En hierin ligt dau ook de ware voortreFelijkheid van den meter en daarmee
van het geheele stelsel.lndien de meter zelf de uitdrukking ware van den
aangenomen grondslag, zou zijn lengte niet zOO Onverandeltk dezelfde ztjn.
Onderstellen wtj,dat men opnieuw en onaf hankelijk van al het vroegere, twee
graadmetingen,met de grootst mogelijke zorgvuldigheid,ten uitvoer brengt ;
zij zullen eenig verschil geven,om 't even of zij onder denzelfden meridaan
0f Onder tWee Verschillende meridianen zijn verricht.Maar al bedraagt dat ver-
schil eenige honderden ja eenige duizenden schreden,
met6rs,de e0n Volgens de eene, de andere Volgens de andere graadmeting
Vervaardigd, niet merkbaar in lengte verschillen,Omdat die honderden Of dui-
dan zullen toch twee
Zondon Schreden door de deeling in veertig millioen deelen geheel Onkenbaar
Zijn g0WOrd0n.Donkbaar is Voorzeker 00n balans,die aanWijst, dat de Sohaal
m0t n Zalldkorrel meer belast is.Maar het moet bepaald aan alle denkbare
waarnelning Ontsnappen, dat een balans het zOu aanwijzen, dat
belast met veertig millioen zandkorrels, er en werd bijgevoegd
Op
Of afgenomen.
de schaal,
ln eenigszins andere woorden hebben wij reeds vermeld,dat wij onder rde
eenheid van massa'' verstaan de massa van 1 kubieken decimeter zuiver water
btj de temperatuur van 40 C.Ten einde hieruit rde eenheid van kracht''af te
leiden moeten wij er eerst aan herinneren,dat de v e r s n e l l i n g van een zich
bewegend lichaam de vermeerdering van de snelheid van dit lichaam is, bere-
kend per Wdseenheid.Bovendien zijntwee krachten evenredig aan de versnellingen,
die zij aan een zelfde massa geven.Dit leidt er t0e tot eenheid van kracht de
kracht te kiezen, die aan de bovengenoemde eenheid van massa een versnel-
ling van 1 M.per seconde geeft.Een gewicht van 5 K.G.is dan een kracht
van'5 y 9,812 M., omdat de zwaartekracht aan een vallende massa een
versnelling van 9,812 M. geeft.Men z0u ook a1s eenheid van versnelling een
versnelling van 9,812 M. per sec.kunnen kiezen en dan werd de eenheid van
nog niets af tot de
maat heeft van een
dan doet dit
b.v.,die de
die Over de
HET METRIEKE STELSEL. 39
kracht (die aan de eenheid van massa de eenheid van versnelling geeft) geltk
aan een gewicht van 1 K.G.Liever neemt men echter a1s eenheid van ver-
snelling een versnelling van 1 M.per seconde en als eenheid van massa de
m assa van 9,812 kubieke decimeter zuiver water van 40 C.;in dit geval is
een gewicht van 1 K.G.Ook de eenheid van kracht. De eenheid van arbeid
is de arbeid, die de eenheid van kracht verricht)wanneer haar aangrijpingspunt
zich over een afstand van 1 M. in de Onveranderlijk gedachte richting der
kracht beweegt.Stel,dat iemand een gewicht van 5
beweegt Over een afstand van 2 M.;die persoon moet
een kracht uitoefenen van 5 K.G. en
plaats,waar de persoon
van 2 M.;men zegt
grammeter (de eenheid
m eter) verricht.
K.G.eenparig naar boven
dan in verticale richting
dezer kracht (de 't aangrijpingspunt
't gewicht vasthoudt) verplaatst zich Over een afstand
nu, dat de persoon een arbeid van 5 X 2 - 10 kilo-
van arbeid,zooals die hier bepaald is,heet kilogram-
%p
*wr+
>
: 'N . N.
G N
Y &'
.A.
r' .x A
Q. /
. 1 .- w--
x j-- y I z/ -- ''. V z....-.- x! h
? -- ' .xNx , ''W 4 ej* x i
-- .,' . .-
..- j,(jjjj-jjl
jjj/dh j ...,..., .......
j ;r
.............. .:EEEEi:2 ...... jj ! . #
- h xo -h. .,j 5 R *' **I:' l - . - ..
.n j l %
x g . y .v. ,.a. c o.n.y..
.
M >. ..-r# z'* . . ...
. ...x, < #J'..- o.- y , .m m
$ N * t '* . '. x 1 ., $ . v -> -.- w...- ' ..- -
-.w. < ..w - .- -- w xwen . - % , -....m-h . -x >. j w j + .p.x .
11 ** 6 . ..&.*xxe j.... -x.g.. nw - l, (, . 'e f & X '*' Y -4* <
w i( j I *' .- - ., N 'h
hux
x , ( I( - r < N r. . !! , $l I K. w. .
*'i1 .- ' ,
Ij'jI . J ,j ! 'u j l1 N w # .- > x.& j . <
>.- <.&. ) x; I # .Nz, . .-s-.. -.
ur..,/, , .. j/ q 4 j . Q - . ,I w. <. < .++ . .M =' > . & t . = xzcr---
- - . e
. ..+ /. . *<aa-. -'-*'*'-- . - w.
. q, *%.
w t N. >'. IW .e. . a
- . . < .+ ynmw-yg . .*r. += . A ', . . : .+.-
yv,.....
-
. N =-
* f.- *' a'- - .- -- K ar-- . . .- y'> % .=.:.:.y. . .. xe.- ,.-. - - - . =
. r..- :
> # r
*z ..
*
... X * .> -e
- - *R = *
-
V - '=- , x Q . . -..... --..= = -. . -.=-w- . -- +., aA.@ M e '
> == e ''- ' 'v.
&' m =C. ' - , - m--.. - N --- - -
* e< -' ' > ' R
v . u --.. - o . v-'- m..v w - J . vzr' <<'' w- ''e ' ,- . . . > -' v .- . < '
- .. . N - R > - . e = * . *
-. e- vv - v .- w . ' v 'v . x - . r < . => -. .- .
>..- '* ' .- * *
> . v- e ' .
-' -.-.- ...- 'w -..w A *' 'Il '
m m .. . .. j
.- .- *
De windmolen en de schroefboot.
De schepraderen der stoombooten.- Het hellend vlak met zjn verschillende toepassingen.-
De wig.- De schroef. - De schroef van AltcHlM>:oEs.- DCQUST.- BEaxouzzrul.-
PxvcTox.- DyrLlsyuz.- SACVAGE.- JosErH REssElz.- De schroef booten..- De wieken
der windmolens.- W erking van den wind op de zeilen.- Geschledkundige opmerkingen.
Ten jare 1807 bouwde ROBERT FULTON te New-York het eerste stoomschip
op de Hudsonrivier,nadat htj in 1803 reeds een eerste proef met een dergeltjk
vaartuig te Parijs op de Seine genomen had.Genoemd jaar zal in de geschie-
denis der menschheid altijd gedenkwaardig blijven,omdat sedert uit de groote
afsluitingsketen der volken de voornaamste schakel wegviel.Het oversteken
van den oceaan werd Ontslagen van de belemmeringen van wind en stroom.
schrander denkbeeld eerst door Wel werd FIJLTON met zijn de groote menigte
itgelachen - pFulton FOl1y'',gde gekke Fulton'',noemde men hem i
.
- m aar u
in'onzen tkd wordt hij onder de voornaamste weldoeners van het menschdom
beschouwd.De voordeelen der nieuwe scheepvaart worden niet alleen onder-
vonden door den landverhuizer Of den scheepsreeder, den koopman Of den
reiziger, niet alleen door den man uit de geringe volksklasse,den armen heide-
bewoner, die Oogenschijnlijk zonder eenige aanraking met de buitenwereld
zijn leven voortsleept, maar Ook door den aanzienlijke, wien de voortbrengselen
van alle werelddeelen ten dienste staan.
Het eerste denkbeeld van voortstuwing der stoombooten is aan de aloude
roeiboot ontleend.Het berust op de waarneming,dat een menigte achtervolgens
in het water gedompelde schoepen het vaartuig voortdrtjven door den tegen-
41 DE SCHROEFBOOT.
stand, dien het water er aan biedt.Dit bleek volkomen aan het doel te be-
antwoorden,toen men de schoepen, tot scheprad vereenigd, aan weerszijden
van het vaartuig plaatste
door middel van de stoommachine in Omdraaiende
Later heeft nken in den stand der schoepen eenige
maar het gronddenkbeeld is bij alle stoomraderbooten
en door een dwarsscheeps-as verbond, welke as
beweging werd gebracht.
veranderingen gebracht,
hetzelfde gebleven. Toch
waren er reeds terstond,en zijn er, nog heden ten dage,groote bezwaren aan
verbonden.Het slaan der schoepen in het water is noch aangenaam voor de
schepelingen,noch bevorderltjk aa de dtlurzaamheid en den geregelden gang
der machine ;het veroorzaakt een golf bewegillg in het water,waartegen,wat
de stoomvaart op kanalen betreft,door vele watel-schapsbesturen reeds llerhaal-
delijk ernstige grieven zijn ingebracht ;de raderkasten geven aan het vaartuig
eene breedte, grooter dan die van vele der bestaande sluizen ; de raderbooten
hebben veel plaats noodig Om de aanlegplaatsen te bereiken ; op zee kunnen
de schepraderen niet gelijkmatig werken,dewtjl nu het eene,dan het andere
ten gevolge van de golving geen water raakt Of al te diep onderduikt;eindelijk
wordt het rad door storm Of andere uitwendige Oorzaken licllt beschadigd - iets dat
voor oorlogsschepen vooral allernadeeligst is, daar de vijand een raderboot ge-
makkelijk weerloos schieten kan.
Lang werd over dit een en ander geklaagd,maar zonder dat men eenige
hoop scheen te voeden op verbetering.Toch waren er schrandere vernuften,
die aan de mogelijkheid eener betere inrichting niet wanhoopten.Eindelijk
beproefde men en zulks met den gelukkigsten tlitslag de van ouds
bekende schroef van ARCHIMEDES, die men reeds vroeger had voorgeslagen als
voortstuwings-middel bi
.j windstilte.In het jaar 1825 voer de eerste schroef-
boot op de Theems)en dat nog veel sneller dan de grootere raderbooten ;in
1837 vertoonde zich, Op een rllwen Septemberdag,de eerste schroefboot op de
golven der zee en waagde dit den tocht van Blackwell langs Dover en FOlk-
stone naar Hyte. Dit nieuw e stoom schip, rde Tnfant royal'', w as door een
Engelschen scheepsbouwmeester SMITI-I vervaardigd.W eldra werden deze proeven
door andere gevolgd ; de rArchimedes'' van 80 paardekracht kwam spoedig il1
de vaart ; in 1842 werd de eerste Fransche schroefstoomboot,de ?lNapoleon'',
van 130 paardekracht gebouwd en reeds in 1845 waagde men het een der
grootste stoomschepen, de
schroef te laten voortstuwen.
Great-Britain'',van 1200 paardekracht,dool- een ::
Doch de aard van het onderwerp brengt ons tOt een noodzakelijke uitweiding.
Zal hetgeen volgt goed verstaanbaar zijn,dan moeten wij de inrichting van
het voortstuwings-middel, de schroef, eenigszins nauwkeuriger beschouwen,
en dit kan niet geschieden,zonder dat wij vooraf het een en ander dienaan-
gaande mededeelen.
H e t h e l l e n d v l a k, komt in de toegepaste werktuigkunde menigmaal
voor. Ieder weet, dat het moeilijk is,een eenparige beweging met een bepaalde
snelheid te doen plaats hebben over eene vlakte,die niet waterpas loopt,maar
een grootere of kleinere h ell in g heeft. Om een rijtuig tegen een berg op te
trekken wordt veel m eer kracht vereischt dan om het Op een vlakken weg te
42 DE WINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT
.
doen voortgaan en,Om het langs een berghelling naar beneden te doen gaan
,
heeft men afzonderlijke toestellen - remmen - noodig,ten einde de beweging
te temperen.Waar de helling al te bezwaarlijk is,'t zij voor spoortreinen, rijtui-
gen, of voetgangers,legt men dikwijls de wegen slingerende of slangsgewijs aan.
De weerstand, die op een helling de beweging van een last belemmert
,
is
zeer gemakkelijk te berekenen.lndien nameltjk in de onderstaande guur de
driehoek A B C de doorsnede van een hellende vlakte
dat B O de basis, A C de hoogte,A. B de lengte is,hangt de versnelling, waar-
mee een last G naar beneden zal glijden,wanneer op dezen alleen de zwaarte-
voorstelt, en we1 zoo,
kracht werkt,af van de verhouding tusschen
de hoogte en de lengte, A O :A B ; wij
kunnen dan 't gewicht van den last door
G P en de kracht,die de last eenparig
naar boven moet bewegen, door de lijn D Q
voorstellen. De zwaarte werkt op den last
G in de loodlijn G P naar
hellend vlak A B echter Het hellend vlak.
beneden;het
verhindert een
onmiddellijk nedervallen langs de loodlijn.
Daardoor wordt een gedeelte der zwaarte als beweegkracht buiten werking
gebracht en het nedergltden kan alleen door de nog overgebleven kracht ge-
schieden.Dit overgeblevene nu moet Overwonnen worden,'t ztj door de kracht
van een gespan, of van een locomotief, of van welk ander middel ook, in de
richting Q D werkende. 't Is de vraag,hoe groot dit gedeelte is.Volgens de
C
13
e' / : , 1-7-4
I/, d x
Az k ' ' z , .
.
I- ' - x B
hebben dus (zie de nevensstaandehguur)
de kracht k,die 't gewicht v.'t lichaam
P voorstelle, te ontbinden in twee
krachten,k'evenwijdig aan 't hellend
vlak en k''loodrecht op 't hellend vlak.
Met k''zal dan de druk, door 't vlak op 't lichaam uitgeoefend
,
evenwicht
m aken, maar de kracht k' zal dit met een eenparig versnelde beweging
langs d: helling naar beneden doen glijden. lndien men derhalve het laatste
theorie van het parallelogram der krach-
ten kan elke kracht worden aangem erkt
als de resultante van twee andere op
hetzelfde punt werkende krachten.Wij
verhinderen wil,moet men een even groote kracht in tegenovergestelde richting
laten werken.W il men den last P met een bepaalde snelheid naar boven be-
wegen,dan moet in den beginne deze kracht grooter zijn dan k'en dan moet deze
grootere kracht zoolang werken,dat P de verlangde snelheid heeft verkregen.
Daarna vermindert men de trekkracht tot de grootte k'.ln hguur 2 is de drie-
hoek abd gelijkvormig met den driehoek A B C, omdat deze driehoeken de
hoeken gelijk hebben. Uit die gelijkvormigheid volgt de volgende evenredigheid :
ab :B C = bd : A B = ad :A 0.Wanneer wij nu de lengte, A C,van 't hellend
h b
vlak 1,de hoogte,B C,h en de basis,A B, b noemen,is k'= - k en k''= - k.
l 1
43 HET HELLEND VLAK.
Indien
beneden
d.i.is
de 'lengte derhalve niet verandert,zal de kracht k',die 't lichaam naar
doet glijden,des te kleiner zijn,hOe kleiner lt is.Is de hoogte nul,
't vlak A C horizontaal,dan is de kracht k'ook nul en blijft 't lichaam
in rust.Neemt echter de hoogte af,dan neemt de druk op 't vlak toe.
Indien dus een last Op een horizontaal vlak drukt, werkt zijn geheele ge-
wicht op dat vlak en blijft,er niets voor een zijwaartsche beweging Over. Wij
kunnen deze wet aldus uitdrukken : d e k 1- a c h t, d i e e e n l i c h a a m v a n
e e n h e l l e n d v l a k a f d O e t g l ij d e n,s t a a t t o t z ij n g e w i c h t,g e l ij k
d e h o O g t e v a n h e t h e l l e n d v l a k t o t z ij n e l e n g t e.Indien dus in de
voorlaatste guur die verhouding dubbel zoo groot is als in de laatste,zal Ook
de trekkracht in het eerste geval het dubbele bedragen van die,welke in de
laatste iguur den last naar boven kan opvoeren.
Men behoeft slechts om zich heen te zien, Om gedurig verschijnselen te Ont-
waren, die dezen regel bevestigen en er de proeven van Opleveren. ledere
rivierbedding is een hellend vlak,waarover het water met een van 't verval
af hangende snelheid van de hoogere naar de lagere plaatsen valt.0ok onder-
scheidene toestellen,te vele Om te noemen,dakgoten,ja de daken zelven, en
wat dies meer ztj, zijn niets dan hellende vlakken.
Maar, zijn er onbewegelijke hellende vlakken,er zijn ook beweegbare. Het
is namelijk hetzelfde, of ik een last tegen een hellend vlak Optrek,dan Of ik
het hellend vlak onder den last schuif en dien aldus optil,gelijk bij de w i g g e
geschiedt;voorts doet het Ook niets af tot het beginsel,of ik met behulp der
wigge een wederstandbiedenden last optil,dan Of ik den last,gelijk meestal
met de wigge geschiedt,Op die wijze vaneenrijten wil.Bijl en hakmes,beitel
en schaar,ploegschaar en spade,ja naald en graveerijzer in 't kort al wat
snijdt of steekt werkt a1s een wigge,en die werking berust op het grondbe-
ginsel van het hellend vlak.
De s c h 1* o e f.De
wij ons
beweegbare hellende vlakken brengen Ons nu nader bij
ons eigenlijlt ondel.werp.Stellen een lange,smalle wigge voor van
buigzame stof, b.v.hoorn,die men om een cylinder winden
kan,'dan hebben wtj in nevensstaanden vorm wat wij een
s chr o e f noemen.De ltjn a b c d op de Oppervlakte van
den cylinder? zijnde een omloop van de onderstelde Omge-
wonden wigge,heet een s c hr 0 e f g a n g,de geheele wigge
een s c hr o e f l ij n ; @ d is de hoogte van den schroefgang
en de helling drukt men,evenals bij het hellend vlak,uit door
1llI''J - ,ttlt.
,
qlgj
, lrl11'lllI;.-.-)
de verhouding der hoogte tOt de lengte,Of door den hoek
aan de basis.De bewerking der schroef geschiedt Op meer dan ne wijze.
Wij zeggen alleen,dat men er heeft;welker doorsnede drie-,maar Ook,wier
doorsnede vierhoekig is, alsmede dat men daar,waar de meerdere klimming'
het toelaat,
geltjk
gang
Er Fzijn t
de tweede afbeelding Op bladz.
twee en meer evenwtjdig aan elkander loopende gangen bezigt,
44 een schroef met vierdubbelen
vertoont.
onderscheidene vormen van de schroef, die,hoezeer op llet eerste
gezicht van de gewone toepassingen van het hellend vlak afwijkende, toch btj
44
nader inzien wezenlijk daarmee
de kracht bij de schroef werkt,
de schroef a1s een beitel in
blijken samen te hangen. De richting, in welke
ligt altijd in de as van den cylinder. Men kan
vaste lichamen draaien ; dit heeft plaats met de
boor en den kurketrekkel'; alsdan dringt zij verder door in
de richting van de as en vordert zij bij elke Omwenteling
juist de hoogte van een schroefgang.Om deze heweging
gelijkmatig,nauwketlrig en zonder veel wrijving te doen
plaats hebben,maakt men van vaste zelfstandigheid een
zoogenoemde m o e r s c h r o e f (zie de af beelding op bladz.45),
die uitkeepingen heeft,welke nauwkeurig sluiten Om de
schroefgangen Om den cylinder,de v a a r s c h 1- O e f.Nu kan s
chroef metdriehoekige
doorsnede. men een der beide gedeelten van het schroefwerk,de vaar-
Of de moerschroef, vastzetten en de verschillende persen,
schroefpersen, drukpersen enz. werken ten deele door de beweging der moer,
deels door die der spil- Of vaarschroef.
Uit het opgemerkte blijkt, dat de kracht om eene werking
teweeg te brengen de wrijving niet meegerekend 00k
bij de schroef staat tot den last Of tegenstand, gelijk de
hoogte der gangen tOt hare lengte (den Omtrek).Een
schroef, welker gangen op de 10 d.omtrek 1 d.stijgen,
doet met behulp eener kracht van 1 pond een last van
10 pond rijzen. rijzing is, des te grooter
kan de tegenstand zijn?welke door een gegeven kracht
Overwonnen wordt.Doch hetgeen men aan de eene zijde
aan kracht wint, verliest men aan de andere zijde aan ttjd,
HOe kleiner de
en de slotsom blijft dezelfde.
De schroef is Ook door hare langzame,gelijkmatige be-
$
weging een geschikt middel om uiterst kleine verplaat-
viergangige schroef.singen aan te duiden)b.v.bij sterren- en natuurkundige
waarnemingen, microscopen enz.Trouwens,indien men den
Omloop van nen schroefgang in onderdeelen van een cirkel verdeelt,kan
men de allerkleinste veranderingen aanduiden, ja zulke kleine,dat voor de
micrometerschroef het meten der grootte van een bloedko-
geltje Of van het stof eener kapel een zeer gemakkelijke
zaak is.
Wij laten hier een andere,belangrijke toepassing van de
schroef bij het machine-wezen, namelijk de schroef zonder
eind,rusten,Om er bij de behandeling der tandraderen Op
terug te komen,en gaan over tot de schroef der stoom-
schepen en de werking der wieken van den windmolen.
D e s c h r O ef t e r v O o rt b e w e g i n g v a n v a a r t u i- S
chroef met vierhoekige
doorsnede. g e n.Het beginsel is,dat een schroefvormig werktuig, den
tegenstand van het water ontmoetende,daardoor genood-
zaakt wordt zich in een bepaalden zin te bewegen.De uitvinding van dit
voortstuwingsmiddel voor schepen is niet nieuw.eeds in 1731 sloeg een
DE AVINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
DE SCHROEF EN DE SCHROEFBOOT. 45
Franschman,DUQUET,een toestel voor,die op dit beginsel berustte.Hij ging
echter uit van het beginsel, op hetwelk de omdraaiing der molenwieken
steunt, iets dat wij later te behandelen hebben.Hij wilde namelijk de
strooming van het water evenzoo bezigen tOt omvoering van een vleugelwerkp
a1s de kracht van den wind voor den molen gebezigd wordt.De watergolf
moest een trommel dragen) op welke zich een van een stroomopwaarts gelegen
punt aan den Oever uitgaand touw wikkelen m oest,dat daardoor het schip
voortdrijven of liever voortwinden moest.Dit Ontwerp,dat gewis nooit tOt
uitvoering gekomen is,heeft slechts een wetenschappelijk-geschiedktlndig be-
lang ;voor de practijk der voortstuwing van schepen heeft het nooit iets
beteekend.En,al heeft de beroemde DAXIZL BERNOULLI er iets van geweten,
toch bewijst een verhandeing van zijne hand,in 1752 bij de Fransche
Academie ingeleverd)dat hij van het denkbeeld van
DTJQUET zich niets ten nutte gemaakt heeft.
BESNOULLI sloeg den spijker Op den kOp en ging
uit van het geheel oorspronkelijke denkbeeld)den
windmolenvormigen toestelOnder aan het schip niet
door de strooming van het water te laten bewegen,
maar door een voortdurende kracht binnen in het
.''''''
.
--'''''
. l
/ ,Zedd
,:'
t' t- ..,''''''''
.
6.z ,Z'.- ;
z
s,.
zzz '4 - z
,
z yg z ;,,//,sa:' p 44 '
,
/ y,zza'.y zyz
,.,e( a --'---'' ----,-----
--,,j,--- ) ----''
''---'''-
------'
-.-rFt; --
.' fv ., z az-
die Aloerschroef. schip en op
zoo men wil een tegengestelde strooming
wijze een voortstuwende kracht
te
bewerken.Met dit denkbeeld had hij de tegenwoordige scheepsschroef uitge-
vonden en den schranderen Zwitser komt de eer der allereerste vinding toe.De
prijs,welken BERNOULLI van de Fransche Academie Ontving,was ten volle
verdiend)en toch bleef de zaak buiten den kring der geleerden vrij onbekend
en PAUCTON,de eerste die op dit onderwerp terugkwam,had in zijn geschrift
Over de theorie der schroef van ARCHIMEDES''(Parijs,1768) niets te doen ))
dan den voorslag van BERNOIJLLI nOg eens voor te dragen.Ten aanzien der
practische uitvoering gaf hij eenige wenken,die echter zonderling genoeg !
bijna eene eeuw Onopgemel-kt en vergeten bleven,zoodat men ze in latere
tijden voor geheel nieuw kOn uitgeven.Ten einde namelijk het ongerief van
te grooten diepgang van een schroefschip te voorkomen,sloeg PATJCTON vOO1',
in plaats van ne schroef onderaan het schip twee,aan elke zijde n,of'
n enkele, maar dan aan den steven van het schip,te laten werken.De
destijds nOg bestaande groote onvolkomenheid der machinerien is in allen
gevalle de oorzaak,dat het eerste denkbeeld zoo spoorloos verloren ging.Hij
verklaarde voorts ook, dat de schroef gedeeltelijk boven water kOn komen ;
de omtrek der vleugels en de snelheid der Omdraaiing waren af hankelijk van
de grootte van het vaartuig,enz.
De kracht, welke de schroef moest in beweging brengen,kon in dien tijd
nOg geen andere zijn dan een mechanische van menschen Of dieren.Eerst
weinige jaren vroeger had W ATT zijne verbetering van de stoommachine uitge-
vonden en aan een toepassing dier beweegkracht Op het voortstuwen van een
vaartuig viel nog niet te denlten.Toen echter in 1803 FIJLTON zijn eerste
stoomboot gebouwd en daardoor de hevigste twijfelaars had doen verstommen.
46 DE WINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
zou de tijd daar geweest ztjn om de denkbeelden van BERNOULLI en PAvcTox
te verwezenlijken.Maar het is opmerkelijk,dat niets dergeltjks plaats had.
De eerste,die zijne oogen weder op de schroef sloeg en haar practische
bruikbaarheid opmerkte,was de Fransche kapitein der genie DELISLE,die in
1823 daaromtrent een voorstel btj de regeering indiende. lntusschen bleven
ook zijne pogingen zonder gevolg ; trouwens het groote publiek stelde geen
belang in verbetering der stoomvaart,die in veler oOg nOg allen schijn had
van alleen iets wonderbaarlijks te zijn.
Eerst, toen de middelen van gemeenschap een tOt dusver onbekende vlucht
namen, opgang van spoorwegen en telegrafen de scheep-
vaart wakker maakte,was de akker toebereid tot een gunstige ontvangst van
het denkbeeld eener schroef beweging. Het is Opmerkeltjk,dat van toen af ook
het Oordeel van 't publiek over de geheele uitvinding zich btj het nieuwste
toen de schitterende
bepaalde en de groote verdiensten van BEsxourupl en PutvcTox geheel en al
vergeten bleven.De Engelsche regeering loofde in 1825 een prijs uit voor de
verbetering der machines om schepen voort te stuwen,vooral ten gevolge
der zware klachten over de nadeelen,door de raderbooten aan de oeverwerken
der kanalen toegebracht.Hoewel SAMUEL BnowN den uitgeloofden prtjs behaalde,
heeft zijne uitvinding geen practisch belang. Maar de bestaande behoefte was
erkend en uitgesprokell,en hierin,dat het vraagstuk aan de orde was gesteld,
1ag een gunstig voorteeken voor het rijpen der reeds lang aanwezige uitvinding.
Het ztjn voornamelijk drie personen,die te dezen aanspraak hebben Op een
afzonderlijke vermelding :de reeds genoemde Engelschman SMITH,de Fransch-
man SAIJVAGE, de Duitscher REssEL. Ten strengste genomen heeft geen hunner,
en SMITH het minst,aanspraak op de eer der eerste vinding. Het is mogelijk,
dat RESSEL en SAUVAOE Onbekend
gangors
gebleven zijn nlet deh arbeid hunner vOOr-
zj hunne denkbeelden op dezelfde wtze als nu zouden hebben
ontwikkeld,al hadden BERNOULLI en PATJCTON zelfs niet geleefd,doch de rOem
der eerste uitvinders mag niet worden verkleind.Volgens BEaxovLsl kon er
alleen sprake zijn van een grootsche proefondervindelijke bevestiging van de
bruikbaarheid der
feitelijke invoering der zaak bij den scheepsbouw.En dit tot stand te brengen
schroef beweging tot het voortstuwen van schepen,van een
en dat
was meer de taak van koene geestkracht dan van een schranderen tlitvindingsgeest.
Het wezen eener uitvinding bestaat f in een geheel nieuwe ervaring, Op
het gebied der natuurwetten gemaakt, f - en dit is meestal het geval -
in het aanwtzen eener nieuwe bruikbaarheid van bekende zaken. De schroef
op zich zelve was reeds lang bekend ; haar baweging in het water of de wer-
king van het water als moerschroef was door BERNOULLI Ontdekt ;alle latere
namen, die te dezen
aan hun roemvollen strijd tegen de
genoerad worden,hebben dus hun roenA rneer te danken
Onverschilligheid van het publiek en de
afwtzendo antwoorden der zeevarenden dan aan een
beeld, waardoor
gedaan hebben.
wezenlijk nieuw denk-
wetenschap en kunst een belangrijke schrede voorwaarts
Men bewtst aan een volk een zeer slechten dienst,indien men - en niet
het minst de Duitschers maken zich hiel'aan schuldig zooveel mogelijk al
DE SCHROEFBOOT.
wat het menschdom bezit voorstelt als dr
het niet anders kan,dr ontwikkeld en
waarheid aan den dag,en licht komt dan
verdenking van mede een valsche kroon
FREDERIK SAIJVAGE werd den 19den
Ontdekt,dr Jlitgevonden Of,zoo
volmaakt.Vroeger of later komt de
Ook de wezenlijke verdienste ondel'
te dragen.
September 1785 te Boulogne sur Mer
geboren.Reeds vroeg bekwaamde hij zich voor de betrekking van ingenieur,
maar in 1811 verliet hij deze Om zich als scheepsbouwmeester te vestigen.
De aanvankelijke uitkomst beantwoordde niet aan de verwachting van zijn
voortvarenden geest, ten gevolge waarvan hij een anderen weg insloeg.Zoo
legde hij in 1821 in de groeven van Ellinger bij Marquise een marmerzagerij
aan,waartoe hij een windmolen metliggende wieken vervaardigde.Hij Ontving
daarvoor een gouden medaille en dit moedigde hem dermate aan,dat hij eenige
doelmatige werktuigen uitvond,met name een reductor
, zijnde eene toepassing
van den pantograaf op voortbrengselen der beeldhouwkunst, waardoor men
deze naar willekeur kon vergrooten Of verkleinen ;aan dezen toestel hebben
wij de ontelbare goede kopien van oude kunstwerken te danken,welke men
vOOr ,,een ei en een appel'' bij gipswerkers koopt.Bovendien vond SATJVAGE
een hydraulischen blaasbalg uit,waarmee men een waterzuil tOt een groote,
van haar gewicht af hankelijke hoogte opdrijven kan.Maar geen dezer uitvin-
dingen was in staat zijn inslinkend vermogen te redden ;zelfs zijn belangrtjkste
Onderneming,het in practijk brengen der schroef ter voortstuwing van schepen,
kon zijne steeds achtel-uitgaande geldmiddelen niet staande houden. ln 1832
had SAU#AGE daarop een octrooi genomen,maar de beperktheid zijner geld-
middelen belette hem,de zaak met kracht door te zetten. Hij verkeerde zelfs
in zoo ongunstige Omstandigheden,dat hij vt)or een vrij Onbeduidende schuld
gegijzeld zat,toen in 1843 te Havre een schip van stapel liep, dat
volgens het model van zijn mededinger SMITH voor rekening der Fransche
regeering gebouwd was.Eerst toen, twaalf jaren na SAuvwGE's eerste proef-
nem ingen,zag m en het belang in eener beweegkracht,die nu uit Engeland
Overgewaaid was.Reeds bij de eerste proefvaart van de yyNapoleon'' boven
reeds door Ons genoemd bleek de doelmatigheid van dit voortstuwingsmiddel
aan de commissie, die tOt onderzoek was benoemd en uit de voornaamste
personen van het marine-wezen bestond. Aanstonds vestigden de dagbladen
de aandacht op den ongelukkigen SAUVAGE en bepleitten zij zijne zaak met
zulk een kracht, dat zelfs in Engeland de geestdrift voor den ongelukkig ach-
tergestelden man werd opgewekt.Weldra was htj op vrije voeten en werd hij
begunstigd met een jaargeld ; maar het was te laat een vreemde had ter
hand genomen hetgeen eigenlijk z ij n e levenstaak was.Op de allertreurigste
wijze ging 's mans levenszon onder.Geen enkele zijner ontelbare uitvindingen
leverde aan de zijnen eenig geldelijk voordeel Op en SAIJVAGE zelf stierf den
17 Juli 1857 gasthuis te Piepus.
Gansch anders was het levenslot van JOSEPH REssEL.ln 1793 te Chrudim
in een *
in Bohemen geboren,Ontving hij ztn eerste opleiding op het gymnasium te
Linz ; hij studeerde vervolgens te Budweis ln de artillerie-wetenschappen en
begaf zich daarna naar W eenen om de geneeskunde te beoefenen. Doch zijn
DE W INDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
wetenschappeltjke zin strekte zich verder uit ; de natuurkundige vakken lokten
hem aan ; in 1814 begaf hij zich naar het keizerlijk instiluut te Mariabrunn
ter beoefening van al wat tot het bosch- en Ontginning-wezen behoort; twee
jaren later bekwam htj een betrekking bij het boschwezen in Oekraine.Maar
reeds vroeger,gedurende zijne academische studin, had hij het denkbeeld
Opgevat om de schroef beweging tot het voortstuwen van schepen te doen
dienen.Daar hij reeds in 1812 de teekening eener stoomschroef openbaar
gemaakt en door den besten uitslag had gevolgd gezien, komt hem in den
grond de eer toe, deze zaak h e t e e r s t ter openbare kennis te hebben ge-
bracht. Maar eerst in 1827 bracht hij zijne denkbeelden dermate tot rijpheid,
dat men de doelmatigheid evenzeer als de uitvoerbaarheid bewezen zag.De
uitvinder zelf,hiervan volkomen vroeg in 1827 een Octrooi,5 jaren
vroeger dan Swuvwce en 10 jaren vroeger dan SMITH,die bij slot van rekening
beiden de loef afstak.Reeds in 1829 hadden, Onder bestuur van REssEluen de
geestdriftvolle toejuiching der bevolking,in de haven van Trist eenige proef-
nemingen plaats met een volgens zijn aanwijzingen gebouwde schroefstoomboot.
Hoewel de uitslag schitterend was geweest, werd de zaak toch weer vergeten,
totdat het buitenland er opnieuw de aandacht Op deed vestigen.De scheeps-
bouwmeesters noemden noch roemden den naam van REsslL en eerst het
Overtuigd)
volgende geslacht deed hulde aan zijne verdiensten door hem, nadat hij den
9den October 1857 te Laibach overleden was
,
te Trist een gedenkteeken op
te richten.
Later dan RltssElz OP.
in 1835 uitgereikt, bouwde hij in 1837 volgens dezelfde beginselen zijn reeds
genoem d stoom schip rlnfant royal''. Het was 10 m eter lang, m at 6 ton en
had een machine van slechts 6 paardekracllt.De proefvaart gelukte,maar
voorshands bleef het er bij ten gevolge der halsstarrige gehechtheid aan het
oude bij de hoofden der zeemacht.Eerst in Mei 1838 liet de admiraliteit de
uitvinding onderzoeken.W eldra werd een Maatschappij Opgericllt nvoor de
beweging door stoom'' die zich ten doel stelde,de plannen van SMITH op de )
grootstmogelijke schaal te verwezenlijken.Het eerste groote schip,de llArchi-
medes'' mat 240 ton.Ook met dit vaartuig deed men proefreizen,die uitmun- )
tend uitvielen,en de kapitein der marine CHAPELL,die met het onderzoek
belast was,moest bekennen,dat de voorwaarden der admiraliteit - 4 5
knoopen (Eng. mijlen) of 1 geogr.mijl in het uur - ver OvertroFen waren ;
immers de Archimedes legde 10 knoopen in het uur af en nam daardoor een
plaats in naast de beste rader-stoomschepen.Later bereikte dit schip nog
grooter snelheid.ln Juni 1840 stoomde het van Portsmouth naar Oporto,800
Eng.mijlen in nauwelijks 70 uren.0ok stoomde het Om gelleel Engeland heen ;
deze tocht was voor SMJTH een ware zegetocht,want het schip legde in alle
voornanle havens aan,waardoor al de voornaamste ingenieurs en geleerden
gelegenheid bekwamen om zich met eigen oogen van de voortreflblijkheid der
nieuwe voortstuwingswijze te overtuigen.
ln hetzelfde jaar liep de eerste Engelsche
binnen,waardoor REssltzde zelfvoldoening had,dat al zijne voorspellingen
scllroef boot de haven van Trist
en SAIJVAGE trad SMITI.I Beschermd door een Octrooi,
48
49 DE SCHROEFBOOT.
werden bewaarheid.Gelijk reeds gezegd is,werd daarop de eerste Fransche
schroefboot xNapoleon'' gebouwd,en nu ging het snel voorwaarts.Reeds in
1845 waagde men het, een der grootste stoomschepen,den nGreat Britain'',
met een machine van 1200 paardekracht,van een schroef te voorzien.Nadat
door al die proeven de doelmatigheid van dit voortstuwingsmiddel gebleken was,
werd het oolt voor Oorlogsschepen gebezigd.Voor deze trouwens heeft de schroef
ook dit nog voor boven het scheprad,dat men
door het wegvallen der groote raderkasten veel
plaats wint voor het geschut.Gelijk men weet,
bedient ook de Nederlandsche marine zich sedert
lang van de schroef op hare stoonlschepen.
Na dit geschiedkundig Overzicllt willen wij de
zaak zelve meer van nabij in oogenschouw nemen.
Uit hetgeen wij omtrent de schroef beweging
n het algemeen hebben Opgemerkt, blijkt,dat
de volgende drie hoofdzaken de voorwaarden
zijn der krachtigst mogelijke werking :1) een
breede oppervlakte,Of een groote doorsnede, die
den tegenstand eener groote watermassa te Over-
winnen heeft en er dus eer in voorwaarts bewegen
za1 dan dat zij haar zal verdringen ; 2) een ver-
)ke Eerste vorm van den schroefgang. eischte hoogte der schroefgangen
,
Opdat e
omdraaiing een voorwaartsche beweging veroor-
zake,die zo0 groot mogelijk is bij de gebrtlikte
getal omwendingen.
beweegkracht ;3)een toereikend
Al die voorwaarden staan met elkander in verband en zijn
't best door proefnemingen te bepalen.
Men gaf
den vortn van
b
%
A * -- 143
$
a . Y'
. .- .. -r= -
-
. w..ou - ...s . ... . w.- - .. : ux
I I =
I1 e
IIj i
'
1-,!-jjl--kI
,i
-
-
! -I-
-$ll-k-I1-,j
j !kllI
,1!, 11!
!!ll,
.Igj.,,!-.
aan het schroef blad van de pArchimedes''
een schroefgang met breede oppervlakte ;
zie de bovenstaande af beelding.De hoogte a c bedroeg
ruim 2 meter,de doorsnede der schroef b d iets min-
der, zoodat de Oppervlakte tot aan de as ruim 1 m eter
breedte had.Doch door een toeval werd de schroef
kleiner.Het schip raakte namelijk
plaats den grond en ve1'loor daarbij de helft van de
schroefgang,zoodat
bleef.Maar zie !
die Ondervinding voorgelicht, gaf men nu
Op eene ondiepe
nOg alleen het sttlk b r'd s'Over-
het liep sneller dan vroeger.DOOr
aan de
schroefgeen volkomen omloop meer,maar stelde men
daarvoor 2 gangen in de plaats.Zie de nevensstaande
en de bovenste af beelding Op bladz.50.Gelijk lnen aan de guur ziet, lag zij
onder den spiegel van het schip, voor het roer,natuurlijk Onder water.De stoom-
machine bewerkt een snelle Omdraaiing der as.De voorwaartsche beweging in
het water bedraagt bij elke omwenteling niet zooveal a1s de hoogte van de
De scheepsschroef.
schroefgang uitmaakt,dewijl het water wijkt voor de drukking der schroef,
en dat wel evenzeer naar achter als terzijden ;maar toch heeft er altijd vool-t-
VI1I. 4
,, ,,,.,
/ ///
,
//// /I
I :
I
DE SVINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
indien men de omdraaiing tot een zeer groote snelbeid
zich de talrtjke kleine uitwerkselen tot (n groot Op.
scheepsschroef oOk 100,150 en zelfs nog meer Omloopen
in de minuut.voortgaande proefnemingen en beschouwingen maakten het waar-
schijnlijk,dat men nog niet eens een halve schroefgang behoefde. Dienvolgens
plaatste men vier kwartomloopen naast elkander (zie hieronder) en bij de schroef
van de nGreat Britain'' geleken zij geheel Op
vleugels,op een gemeenschappelijke as bevestigd.Er zijn nOg een menigte
vier in dezelfderichtilg gebogen
verbeteringen voorgeslagen en beproefd, over welke wij hier niet behoeven uit
te weiden ; zij alle hebben alleen betrekking op de helling Of de grootte der
vleugels en leveren, wat het beginsel
'
I1 A 11
. 9 a
> # -
J
'WW
. ! -- .. . # 4
#
N<
##
I * < '
y *
I
betreft, weinig nieuws Op.Alleen noemen
W0 Diot 00n W00rd d0n Z00g0n00D3d0n
transversaalpropeller van NAPIER, die in
Z00V0r
dat hij bestaat uit twee groote radvor-
van de andere vormen afwijkt,
mige
elkander liggen en dit eigenaardige heb-
schroeven, die naast of achter
Viergangige scheepsschroef. ben,dat zij gedeeltelijk boven het water
uitsteken.Over de bijzonderheden der
practische uitvoering kunnen wij in
stoom te hebben beschouwd. Hier ter plaatse was het ons alleen om de ge-
schiedenis der uitvinding van de schroef te doen
, en daartoe volsta het opgemerkte.
D e w i e k e n v a n d e n w i n d m O le n.Wij gaan Over tOt het tweede voor-
geen bjzonderheden treden alvorens den
werp,
')q ',yy
viergangige schroef der ) k t
erwijl de schroefboot Op de middelstof, ,, Onbewege ij ; pGreat Britain.
het water, Werkt,Ontvangt de molen werking van de
lucht.In 't kort :alles schijnt bij beide Onderling te strijden, en toch is het
dezelfde wet,die beide beweegt.
wat beginsel betreft een broeder van de
schroef boot : den windmolen.W ie beide slechts Opper-
vlakkig beschouwt zal veel meer tegenstelling dan over-
eenstemming opmerken ; maar wij vinden,als gezegdy
de overeenstemming ook alleen in het b e g i n s el.Ove-
het
rigens
gel in het verborgen onzichtbaar werkt,zwaait de molen
terwijl de scheepsschroef onder den waterspie-
zijne wieken hoog en vrij in de lucht ; terwijl de schroef-
boot van kust naar kust voortsnelt,staat de molen
Wij kunnen ons een raderstoomboot
machine uit
voorstellen,die, terwijl er de stoom-
is, Op een zeer snel stroomende rivier voor anker ligt. gonomon
Die stroom zal nu de
land kunnen laten doen door den
schepraderen omdrijven.Hetzelfde zouden wij Op het
wind ;wij zouden namelijk vool'een molen
windschepraderen kunnen vervaardigen, op welke de wind evenzoo werkte
a1s het water op de vastliggende raderboot zonder stoommachine
. Wij zouden
dan echter de schoepen van het scheprad door middel van een afsluiting m oe-
ten beveiligen tegen de werking van den wind op de andere helft van het
beweging plaats en,
laat klimmen, hoopen
Daarom maakt de
51 DE WINDMOLEN.
scheprad,daar anders het eene door het andere zOu worden Opgewogen, even-
als het geval zOu zijn met het scheprad p onze Onderstelde raderboot,indien
men het geheele scheprad onder water liet zakken.Doch en dit wilden wij
hier zeggen een o p di e wij z e door den wind in beweging gebrachte
molen zOu tot den gewonen windmolen staan als de raderstoomboot tot de
schroef boot. De bewegingstoestel ligt bij de laatste niet meer half in de mid-
delstof (in het water bij de boot,in de lucht bij den Onderstelden molen met
een windscheprad) maar geheel.Doch daartoe werkt ook de kracht niet lOOd-
recht Op het vlak der wieken,maar schuin,volgens de wet van het hellend vlak.
Indien men eene schroef boot in een water van sterke
legt,wil de aandrang des waters
de wieken van den windmolen
gedeelten van schroefgangen, vastgemaakt
deelt aan de molensteenen bij
korenmolens, aan de zagen bij
zaagmolens, aan de stampers bij
trasmolens enz.
Ingeval
loodrecht
gelijk
van het
de
een plat vlak uitoefent,
wind een kracht
OP
het Nvater 0P
zal de Nierking
de schoepen
waterrad,
alleen bestaan in achteruitwerken
van elke afzonderltjke schoep,ter-
wijl door de gezamelijken plaatsing
der schoepen de Omwenteling van
het rad ontstaat. Doch staat het
vlak, dat den windstoot Ontvangt,
in een schuine richting met be-
trekking tot die van den wind
zelf, dan zal de kracht ten deele
ter zijde wegglijden en slechts een
gedeelte grooter of
naar gelang van de helling
drukking
kleiner
00n
op het vlak uitoefenen,
van het vlak veroorzaakt en,indien
zal daardoor een Omdraaiende
af beelding
twee wieken, D E de as.Deze laatste, Onderstellen
welke drukking een ztwaartsche beweging
dat vlak aan ne zijde Op een as vastzit,
worden veroorzaakt.De bovenstaande beweging
stelt zulks in een duidelijk licht.A B verbeeldt een molenroede met
van den wind,
wij
recht Op de wiek,de andere in de richting van haar vlak werkt.De richting
en de grootte dier kracht bepalen de zijlijnen van het parallelogram, d a en
c d.De laatste gaat voor den molen geheel verloren.De eerste doet de wiek
Omdraaien,we1 niet met de volle kracht van den windstoot,maar slechts met
een gedeelte,waarvan wij de grootte bepalen kunnen door het parallelogram
in de richting wij,ligt
zodat c a de kracht van den wind aanduidt. Deze kracht kunnen
ons voorstellen a1s uit twee andere samengesteld,van welke de eene lood-
sverking van den wind op de wieken van den
windmaolen.
strooming voor anker
de schroef omdrijven ;evenzoo drijft de wind
Om.Trouwens die wieken zijn niets anders dan
op de as, die de beweging mede-
52
a e Jg,waarin a 6 = a d is.ln dat parallelogram drukt de lijn a / dat gedeelte
der windkracht a c uit, waarmee zij het omdraaien der wiek tracht te bewerk-
stelligen, terwijl de andere, daarop loodrecht staande lijn, a g,de drukking
aanduidt, welke de molenas van de door den wind achterwaarts gedrukte
wiek Ondergaat.
Het is duidelijk, dat men een te krachtiger werking heeft,naarmate de
wind meer kracht uitoefent. Daarom is men reeds vroeg bedaht geweest op
toestellen,door welke men naar welgevallen een grooter Of kleiner oppervlakte
aan den windstoot bieden kan.Daartoe dienen de zeilen,die men door het
de zeilen zoogenaamde zwichten evenzoo kan verkleinen a1s
door reven worden verkleind.Deze zeilen worden uitgespannen Op een hekwerk
van latten.Als de molen niet in gang behoeft te zijn,worden deze zeilen op-
gerold.Het genoemde hekwerk 'bevindt zich aan de eene ztjde van elke roede ;
aan haar andere zijde heeft zij een smaller hekwerk,waarin planken,storm-
planken genoemd,kunnen worden vastgemaakt, ten einde naar welgevallell
van een schip
meerder of minder Opgevangen wind te kunnen laten ontsnappen.Het verdient
vermelding, dat de
aan de molenroeden
reeds genoemde hekwerken niet plat of in hetzelfde vlak
zijn gemaakt.Zij hebben een gebogene Oppervlakte en
tevens staat de roede niet loodrecht, maar is de as een weinig hellende ge-
plaatst,zoodat het buiten den molen uitstekende gedeelte,waardoor de roeden
gaan, alsmede het houten blok,waarin de pan ligt,in welke de as aan de
voorzijde draait (de peuluw genoemd),hooger ligt dan de acllterzijde der as.
Het e8n met het ander maakt, dat de wind, niet loodrecht,maar eenigszins
schuin op het vlak van de wieken vallende,de wiek omdrijft,maar tevens
langs de zijde van het hekwerk wegglijdt.De juiste maat van die gebogen
helling maakt het voorname der kennis van den molenmaker uit en het is de
toepassing van een vrij ingewikkeld wiskundig
der gaten moet hebben, die in de roede worden
der dwarslatten van het hekwerk.Om zich het
vraagstuk, welk een stand elk
uitgestoken t0t het ontvangen
noodzakelijke van dien vorm
der wieken voor te stellen,verbeelde men zich de as'volmaakt horizontaal
liggende en de roeden haaks door haar gaande.lndien nu ook het hekwerk
der wieken in hetzelfde vlak ligt met het kruis, dat door de roeden gevormd
wordt, zal de wind loodrecht Op dat vlak vallen en geen andere werking uit-
oefenen,dan het geheel en dus oOk den ganschen molen achterover duwen.
Nu echter valt de wind onder een zekeren hoek Op elke wiek,geltjk hierboven
reeds is ontwikkeld.
Doch wij moeten nOg met een woord melding maken van het stellen der
molens naar den wind, het zoogenoemde kr u i e n.De oudste windmolens
stonden vast,hetzij Op den grond,en dan
naar het noord- of zuidwesten a1s den meest'
Om aldus naar den wind te kunnen draaien, welk laatste aanleiding heeft
ten minst'e hier te lande
waaienden wind,hetzij op vlotten,
gegeven tot een verwarring, als men meende in oude geschriften van water-
molens te lezen waar inderdaad toch windmolens bedoeld werden.Men weet
niet met zekerheid waar, wanneer en door
de molens zo0 te bouwen, dat de wieken naar
wien de kunst is uitgevonden
den wind kunnen worden ge-
DE AVINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
DE WINDMOLEN. 53
zet. De beweegbare kappen zijn wel zeer waarschijnlijk in het jaar 1577
uitgevonden door een Vlaming, maar van veel vroeger dagteekening zijn de
zoogenoemde standerdmolens, die daartoe staan Op een rechtstandige spil, aan
de benedenzijde omgeven door schoorstukken en een kleine loods.Aan de
buitenzijde leidt een trap naar den molen en die trap is soms tevens de zOO-
genoemde staart,welke met een windas verbonden wordt tOt het Omzetten
van den molen naar de windzijde.Het spreekt van zelf,dat zulke molens
van hout moeten gebouwd worden. Dit is mede het geval met een andere
soort van molens,die in hun geheel naar den wind worden gezet ; deze staan
op een kring van schijven,welke omloopen kunnen in een rond spoor Op een
vastengrondslag ;doch deze inrichting vindt men alleen bij die houtzaagmolens,
welke paltrokken genoemd worden.Bovenkruiers,d.z.die molens,van welke
alleen het bovengedeelte omdraait,zijn aan de bovenzijde van llet lichaam der
molens voorzien van rollen,op welke de kap loopt, terwijlaan de achterzijde
van de kap,d. i. tegenover de wieken,een lange balk naar beneden loopt,
N7elke aan Nieerszijden tNvee schuin Oploopende schoren heeft,vastgenaaakt aan
balkjes, die aan beide zijden van de
spruiten hebben. Aan het benedeneinde
die molens het windas,tot Omdraaiing van de molenkap dienende.Doch bij
de in den laatsten tijd gebouwde molens heeft men deze toestellen tot het
kruien vereenvoudigd, vooral door zich te bedienen van een ijzeren tandrad,
dat zich boven aan het lichaam des molens bevindt en door trekken aan een
tou:i Nvordt onagedraaid.Doch N;g behoeven in een beschrijving daarvan te
niet verder te treden.
molenkap zijn geplaatst en den naam
van dezen staart bevindt zich OOk bij
De
dezer plaatse
uitvinding der windmolens is zeker zeer oud,en waarschijnlijk kan hier
zelfsvan ne uitvinding geen sprake zijn,maar moet men aan verschillende,
van elkander onaf hankelijke,misschien door eeuwen Onderling gescheiden uit-
vindingen denken.Sommigen beweren,dat de windmolens noodzakelijk moeten
uitgevonden zijn in een land,waar men uit hoofde van den natuurltken toestand
geen water t0t beweegkracht bezat. W illekeurig is echter de onderstelling, dat
de uitvinding van het waterrad nader voo1- de hand zOu liggen dan het opvan-
g0n
doen Omdraaien
van den wind,die toch lichtelijk hier of daar een gebladerd takje kOn
voor het O0g van een nadenkenden geest,voor wien in zeker
opzicht dat takje was wat de vallende appel was voor NEAVTON.De oude
Grieken en Romeinen hebben
meer dan twijfelachtig,dat zij in het Oosten,gelijk sommigen willen,reeds
bekend zouden geweest zijn, toen de Romeinen Klein-Azi aan hunne heer-
blijkbaar geen windmolens gekend ; het is dus
schappij Onderwierpen en hun overwinningen hen tot diep in Egypte en de
landen van den Tigris en Euphraat brachten.Dat de kruisvaarders de kennis
van den windmolen uit het Oosten naar Europa, met name naar Frankrijk,
hebben Overgebracht,is meer beweerd dan bewezen ; reeds vr die tochten
naar Palestina schijnen de Germaansche volken zich van den wind tot in be-
weging brengen van molens te hebben bediend.ln Frankrijk moeten,blijkens
schriftelijke oorkonden,de windmolens reeds in het begin der 12de eeuw ztjn
bekend geweest.Engeland was er een halve eeuw later me: bekend ; in 1332
DE WINDMOLEN EN DE SCHROEFBOOT.
deed BAsTot,oxEo 'VEsol aan Veneti het voorstel een windmolen te bouwen ;
zestig jaren later leerde men ze in Spanje kennen.Omstreeks 't midden der
17de eeu.v werd de beweegbare molenkap in Duitschland bekend ; men noemde
zulke molens aldaar pHollandsche'',aanduidende van waar dezfl uitvinding aldaar
was Overgebracht.En dit zal wel waar ztjn,als wij in aanmerking nemen,
dat de Duitschers de eer eener uitvinding niet gemakkelijk aan Nederland
afstaan, getuige de geschiedenis der boekdrukkunst.W at het inwendige van
een molen,althans van een korenmolen betreft,hierover zullen wij later het
noodige vernemen, a1s er in een der laatste afleveringen van dit werk over het
m a l e n en b a k k e n gehandeld wordt.
#
!
I
l $
' 1 -''x N
- illl$$' - *
I -x7'
$ X
x
x
x
....
x X.--.x -
t )
'
l
$
l I
> ! 1. LL yl,' y & xN4 ' Nv- xNk 'x-. xN- hxw 'xx- .w- - .
o % $h y . --w t'- x s.y ' . > $
..> .3 -.'.xg.
r
. . .
-
, , xk . V k' yhj' r.- 'xkkkkk .. . S
. h ' kk .. , t
.$t k jy'Nk 'yl j Nk
l q..k, Nkx x '
q x k x x . -
N.YN
' ML Nk*
'N W .- '%.. 'V > . - A Ns
-h' Na N.x N x
''-''x .
-
Nx'.tv> .-1'x -'%' - .
-
. '-.. '
- x
y
(. -.m-.- 'h%N) f? . . j -
,y
/
y,
gy yr ..j .... s j j ; ,
' *> ;/
,
/ hy.,' -9,,. , 1 ! .
. /
'
$
$ !
' .z. :
%
Ijl z / -..-.... I j .
> , < . - /
j
% <
$ .-
' ...
h - ' Z-
.
$ ....-
--. jjj,
d
-
'
'-'.
,-,
!jj z - !I '
l ''''-' '' '
,
t .. ,. y ,y. l -
. ...,-' ,
.
a
'
,
'
-1 . - (
. ......r , j j
h . I , ..,e'' >.j j
.1..j.,.
I
-
l
-.-- -.- .
z---.z-'z'
.,,--z
I
w - V' x,, . , 4
t l n .n../ p y vm4s
'/ .a , - !!, 'jj-1,j y
'
y. a
q: .
j
:
'
1 i- ,.,
: (
.
N *' ) ! / -.-....-.. )
! :. y.q jj . jj.j1jrjjkj
xx *<.w
Illytjjt rI !$ t.,1'e %a
- ? ) % ' j., -w
< .. w< . -.. k 1) .t -, jj
-*e'
...-.
= '<' .-
,
'
1tI!j , ,. v k n g.
J, 1llI, .- .% au wlqa .r- -e;# ...,,,t
'a..
-
- M * e .-. .. - 9 %- - -='r <
.. ..>.. x---zfw *
.
*' . .xw.w '. e . - . . - - ....w*
- .
..- > > >'r.w .- w > x> .. l . < .. . m .o .. .. . . . - r
.- w. .- . . n - . . .- z
.< *%= N.. <.. ix w--'*QQ .- . ..- . . y..-s
> -w= .
v - - -JT
! I1:
elkrr *..
* e ..> * N x.
-q.= 7 -'<
....- -- --1
... -
w . r
@ <-
' I 1> 4+% - t/ '*
.
q #
'
' l t
>.-x.- -- 3. j
'
,$k....'t!1(-, ',.y '-,$t ' . j- ...%-. Sxx-, ,kj.,- .
-
-.d
i' jjt. l() J ,j
'
j1', -1-'l!l! .- 1 lj9o 1 .$. l ''''
.: l
*
f M
x - , ' !
p
'
* 4
N .
U='
ws .- - 1 N.'x.
x N
w k . De hef boom en de katrol f.-
-
J @
h
'
w
N e -
De Egyptische bouwkunde.- De hef boom.Eenarmige en tweearmige hef boom.Gebruik
van den hef boom.Geschiedkundige opmerkingen.- De haspel.- Het rad.Tandraderen
en drjfwerk.- De schroef zonder einde.- Wrjving.- De rol en de katrol.
Korten tijd nadat de Obelisk van Luxor Op de rplace de la Concorde''te Parijs
was Opgericht,hadden de Parijzenaars de aardigheid dien aan vreemdelingen
te wijzen met de woorden :rdat is een steen van 4 fr.het pond''.Die 4 fr.
waren alleen kosten van vervoer,want de Obelisk zelf was door pacha MEHEMEI)
ALI aan de Fransche regeering ten geschenke gegeven.
De bedoelde obelisk is een langwerpig vierkante steen uit n stuk ter hoogte
Nan!22 meter,aan het benedeneinde van ruim 2 meter breedte elke zijde.Opwaarts
wordt het gevaarte dunner,zoodat het grondvlak der kleine toppyramide nOg
slechts 11 meter breedte heeft.Het geheel weegt een half lnillioen pond en de over-
bl'enging uit Egypte naar Oherbourg (1831- 1833) en vandaar naar Parijs
kostte, met inbegrip der opstelling, die wegens den Omslachtigen toestel eerst
DE HEFBOOM EN DE KATROL.
in 1836 plaats had, niet minder dan 2 millioen fr. Zooveel was er vast aan
het verplaatsen van n enkelen steen in de 19de eeuw,toen men de werk-
tuigkunde tot een nooit bereikte hoogte had Opgevoerd ; in het oude Egypte
echter zijn door de PTOLOMEZN honderden ztzlke gevaarten Opgericht.De Obelisk
van Luxor is oOk Op verre na de hoogste niet ;op het plein voor de kerk
van St.Johannes de Lateraan te Rome staat er een,die ten tijde van keizer
CONSTANTINTJS 11 uit Egypte is overgebracht, 55 meter hoog en 13000 cent. zwaar.
De meeste obelisken zijn tusschen de 15 en de 30 meter hoog.Elk bestaat
uit n stuk (vandaar monolith), dat in de steengroeve behouwen en van daar,
dikwijls .vele mijlen ver,naar de plaats der opstelling vervoerd is. Maar nog
meer. Onder de pyramiden is er een, die van koning CHOEFOE) welke een inhoud
heeft van bijna 3 millioen kub. meter,derhalve een gewicht van 12000 millioen
kilo.Als wij nu bedenken, dat iedere steenblok,waaruit dit gevaarte bestaat,
vele centenaars zwaar is en de hoogste tOt 150 meter moesten worden opge-
tild,- dan vragen wij terecht,hOe het voor 5000 jaren mogelijk geweest is,
zulke verbazende lasten te verwerken. En al wijst men ten antwoord Op het
groote getal'werklieden en den langen tijd,dien men er aan besteed heeftr
toch schijnt dat antwoord Onbevredigend. lmmers,de krachten van menschen
en dieren vermogen wel veel,maar de kracht op zich zelf is niet genoeg - het
Ook op eene doelmatige
hebben velen
komt
wijze,
krachtsaanwending aan.Uitgaande van deze ziens-
aangenomen en is dikwijls beweerd geworden,dat de oude
Egyptenaren op hun hoog standpunt van ontwikkeling in het bezit van geheel
bijzondere en sedert in vergetelheid geraakte mechanische kundigheden geweest
zijn.Doch zulks is zeker het geval niet en de werktuigen, welke bij het bou-
wen der pyramiden gebruikt zijn,waren zeker geen andere dan de ons bekender
en dat wel de allereenvoudigste,die er bestaan.
wij vinden 'bij de pyramiden van Gizeh nog de sporen van den schuin oploo-
penden dam,
op de 45 meter hoog liggende rOtsvlakte vervoerd werden.De
ingenieurs bezigden
waarover de uit het oostwaarts gelegen gebergte gehouwen steenen
Egyptische
de wetten van het hellend vlak.Voorts hadden zij touwenr
hefboomen,koevoeten en rollen ;overigens niets,tenzij men het Opzettelijk
bezigen der wrijving als een afzonderlijke zaak zOu willen aanmerken.Bij al
de werktuigen,door welker behulp die verwonderlijke gewrochten zijn tot stand
gebracht,vindt men ten slotte de toepassing van een enkele wet,die van den
h e f b O om , evenals de talrijke toepassingen
beschouwd,alle op de wet van het hellend vlak uitloopen.
van de schroef, op de voorafgaande
bladzijden
De h e f b o O m.Een h e f b 0 o m is eigenltk een Om een vast punt beweeg-
bare stok,waarop twee krachten werken, van welke de een een draaiing in
den eenen zin en de ander een draaiing in den anderen zin tracht te bewerken.
De eene kracht noemen wtj kortheidshalve k r a ch t , de andere 1 a s t.Het
punt, waarom de hef boom draaien kan,heet steunpunt en de loodlijnen,uit
dit steunpunt op de richtingen van kracht en last neergelaten, noemt men de
ar m e n van den hefboom.En nu rijst de vraag :onder welke voorwaarde zijn
kracht en last met elkander in evenwicht ? Het schijnbaar voor de hand liggende
antwoord wanneer beide even groot zgn'' zOu van de honderd keeren nauwe- ::
56
57 DE HEFBOOM.
lijks eenmaal juist zijn, want het komt niet alleen aan op de grootte van kracht
en last, maar ook op de lengte der armen.
Een werkman wil een steen voor een gedeelte van den grond Oplichten.Hij
schuift er een ijzeren koevoet onder (zie Onderstaande flguur),welken hij op
een klamp, 0,laat steunen. Hoe nader de klamp bij den steen ligt, m. a.w.
hoe nader het steunpunt van den hef boom bij den last ligt,des te gemakkelijker
is het ophefen van den laatsten.Over een Omgevallen boomstam ligt een
plank, aan weerszijden even lang - een uitmuntende wip, die dan Ook zonder
veel Omslag door twee nagenoeg even zware knapen bestegen en naar hartelust
gebruikt wordt.Ieder hunner behoeft
na het nederdalen slechts even met
den voet tegen den grond te stooten
om snel op te stijgen, want het
nederdalende gewicht van zijn mak-
ker helpt hem stijgen.Doch daar
plaatst zich aan het eene einde nOg
een derde lief hebber ; het tweetal
blijft nu echter bij den grond,ter-
wijl de makker aan het andere uit-
einde der in de lucht
3
#
- A
' xz y ,,/ /fr, m 3
1/( 0//,
/ ///'/t'-*- 1 l I
: t . ,
. , u :y //// y ,//y , l ' l
- ,
1
//'/ / -, , ! '7) -'
, l //
-
l *
1 j
.9 lz '
- ,.-<-.-. i .-
w .- > .. ..- -
Tweearmige hefboom.
plank
indien men ten minste de
zit,
voorzorg niet genomen heeft de plank veel verder
naar dien nen tOe te schuiven,zoodat hij,nu alleen verder van den liggenden
stam zittende,met zijn gewicht de beide anderen Opheflbn kan. De zaak kan
nu verder voortgaan,maar voor het paar aan de eene zijde vrij wat minder
prettig,dewijl zij samen een veel
kleineren boog beschrtjven
minder rijzen en dalen
andere, die op het langere einde der
veel
dan de
plank zit.Deze wipplank is ook een
hef boom en evenals bij den straks
vermelden koevoet liggen ook hier
de aangrijpingspunten van kracht en
last aan weerszijden van het steun-
punt.Zulke hef boomen noemt men
t w e e a r m ige,
den van die,waar aangrijpingspunten
van kracht en last aan dezelfde zijde
van hetsteunpunt liggen, uit welken hoofde deze hef boom een n a 1-m i g e
heet.Deze verschillen echter Onderling weder, naarmate de last in het midden
en de kracht aan het uiteillde gevonden wordt,of Omgekeerd.De
roeiriemen enz.
aangrijpingspunt van
de kracht ligt,terwtjl de trede van het spinnewiel en van de draaibank het
kruiwagen,
't aangrij- zijn eenarmige hefboomen,bij welke
pingspunt van den last t u s s c h en het steunpunt en 't
in den grond
.

whh - (
/.t. W <
ee v -
- $ j,
% q * N
6 .
xyoG .. 'xQ. GN
'N v =' 7% N uw
L '-i / - >
Ax
v M
.a>. =m ' -
-
t=- . +. Om ze te onderschei-
znarmige hef boom.
geval aanschouwelijk maakt,dat de kracht nader bij het stetlnpunt werkt dan
de last.Wij zouden honderden voorbeelden uit het dagelijksche leven kunnen
- .....-... . . -
- . - .. . . r W .U . Y.
W -
. . . . . . . . - -
j
. . . . x . . g .
. v v . . .-
. < .. . - = - - '<
..
. ...- ....'-
. .
.' - 'X.e
v
>
w
. = =
,
w
v ' .r
. Z . * > ' - .----------------
------------------
-
--------- - '
.v ' . . ' ..= ...v'
.r.. -
.w
r .....'e
A v - = ., v ..= - -> . . ..x . . . . 'e
z . - =...A
. . . . . . . . . . - ,
y ...w . . ..w & . =. .'' '' '- , > a...- . ... .w . wx . -. .m -. - z . - .... - -- -- - - -.
.
..-. . -
.. wv...- . y x x
. = - x
..-- zz . ..-...- . . ..
..- ..-- ...- .
..x .y - .r --- ..... . N z xA 3
- - A
N . . A x
v . . . . w . m v u
-- M ...''e z z .. . -.- . - - - '- -- .-.- --- .- - ..v ..e'
,
y > .. = - v m ' . . - - - - - , - - - ' - ' - - '
' - w r
.' -- - ..X Ar u . . . . . . . - - . x z
. - .
- '- v - ..'- -
> - - - .- ....- - . - - - - - - - - - - .. .- . - - -
- ...-. ..o ....-. zz .. ' ' ' ' ' ' ' ' e .
'
< = . - - ' r . M -v - ' ' ' ' ' ' ' - . ' > - . - . . - . V M z = . . . . . . . = .
.. - z . - m - =v .. - M . . -. . . . . . . . - - . - . .. .='e . - - ,'- - ' . . . . ' ' e r - -
. = . - . . . - . .. - y A , = .. . .. ....> . . . . -
r ... ...- Z ,== = N M = .. > - . . . ..<
. . - - - < ..- ,,'''* . . . > . - .. . = .. - .= - . -''-'- ....- ..-.v - - -- .- a
XZ .- . , = = = - . . . M > - . ,. - . - -
. . > . . > .. . > => . . - . ...> .. .'' - . - - , .. > r o .x- . m e
. < ' . > x x . . . . ' ' - r m - . = - * > A y w . - - M
r . . . . . . . w. . > . . j . .w v -
- v - , .
.
. v . > , -
. . . . . - . . . . -
r . - . .> . = .. r. . . . - . .
> ,> . . - ... .. .- . v .. w . . z > . . v - . - - - - .. w.- . - - . - z -
- - -
. w - . . .w u >...------ .. . . x yy
.
. . ..x . . .. . . . .. - -
. .
'
. .
'
. . x .v m ....'''e .. ..v , .. . - . - v - - -Nv
w. L . y & . .z. xx 'xw.... . . . . . . . . . w .- .
w...w .- . r..- N >.. w > v . M .. e-'N . . . - . . . - ' - - ' - - M . .- ) - 'v v- NxN- '' --------= >
. x .v - . I - - e ' N N '- = -- - -- - '- = - - -- - -- -
- - - - - A . .
- A'> >. r ' A = '-w --- ' . .-----'r -------- U . M . , a ,. - . . . . - c uv - . . - .. - . .. .> r --. v- =-.------- . .. - , > , - v ... . x-v
- .- -- -- ,w .< >= = == yy v . <
. - - . . ...-
< w .
.
a .. v . - ' .<. - -
- - - - '
-
> v- .
m
>--- ---
-u, . . . > > - - -
'
-
= > , ..
- - * -
.- . x . -.- . .> . . .W - r ..-- ..v ---- --- .-> --- - - -. ., ..= , . y - ---= . .-- -- .->
. . .
> -.> > . . = .
. - - - - - . . = ''--- w .- . = < .'*'
-.v
.- ''e''-'-- ..- - ' - ' ' U . . .. . ...v. N .- 'U e v > ' - -- L ..--, . - -
x - -.'- = x
' - . . ..- > 'N ....- W x'--'M ..W r
m. . .-> > .
- - . .- - '- -'
. . .
. ... . ..
x'
V
.,.- . h''-* .. '-' .....,- ,
...-. ..m . 1 Nw
h
..
/N .x.- > 'N y
N x.
.
w N
.
x. N.x.x.
' .--
k , .
- I
..
- / ! 11
-'
'x N x > l N
ox N .
I 4 .-. < x x / I # N
j' ' Nx x w *- -
1,11-k,, . I I 1 # 1 l --. I ll -'
1j w ''---x. --.'x..xx .-.x -
-
- - t ! 1 q - , - / #
'
,
lk1 jj(j &... ... q jhjq,, - j $ ' -
. p. k.- y y y . ya-, - :.::........ - II - - + ------.= ---- 1
.K
'
1 ! M 1 I 1 %=- -
. . w .- .m.
. > . wu - - -
j . - .- .
-
$ ' .I ...
@ a - ! e'*
'<-=.-
. ........-a- . jj$ u ---- > ' ......- - ' ..A .,--
R C= W-M N cu -'- vc '
N< NN < ' -' <- .-n=-..= N.- . v . . ' '. N- -* = '- x .w. .. w.
w ...x. .m..>-.W ..x . .
< . .r .. .. w.x <
N 9 ' ''''''*' % e
--.-=..=== - ----.
,,,1jjjII . ---- l 1 l
= ' .-
# j
= .. = -..u . - - . - N
l N
e # 1 = , t. -
WN : % *'- .
- j - e .- Nw
# . Nxx x
v N <'
: / - >
, # )( ' ---
MdK:p 1 # * --- --
f - W . * t
= <
l o .Y / . m -- -'---
.= u
--- . <
* = >
Ae .- .-. nr.-
'- : . ....m.mx . . '< - e .
A . .--- =
aze -
I #' -
*' .
fz z z
i
. 27
/
N
J/
! )1 1
wo .< -
< a
w * -
N > w
.
% w .
e >
Hijschtoestellen in de haven van Brest.
59 DE HEFBOOM
bijbrengen,die alle in meer Of minder mate eenvoudige hef boomen zijn,doch
vergenoegen
dit hoofdstuk,
boom in werking ziet.
Het product van de kracht,die
uit het steunpunt op de richting
ons den lezer te verwijzen naar de af beelding aan het hoofd van
waar men de meest.uiteenloopende toepassingen van den hef-
op een hef boom werkt, en van de loodlijn,
dier kracht neergelaten, noemt men het
m O m e nt van die kracht.Een hef boom is nu in evenwicht,wanneer de som
der m omenten van de krachten,die een draaiing in den eenen zin willen te-
weegbrengen,gelijk is aan de sOm der momenten van de krachten,die een
draaiing in den anderen zin willen veroorzaken.
(zie de onderstaande af beelding) a c een last
van 6 pond werkt op een afstand van 3 (v.Of d. of wat het zijl van het
steunpunt en aan de andere ztde een kracht van 3 pond het evenwicht zal
W anneer del'halve aan een hef boom
veroorzaken,dan moet deze geplaatst zijn op een afstand van 6 (OOk weder
Of d.Of wat het zij),dewijl 3 X 6 = 18 en 6 X 3 mede = 18 is.Moet
nu de hef boom niet enkel in evenwicht gehouden,maar Ook nOg bovendien
in beweging gebracht worden,dan moet aan de zijdo der kracllt nOg een O5'er-
schot gevonden worden.Dan kan hetzelfde plaats hebben als bij het hel-
lend vlak,de wigge,de schroef enz.,t.w.
dat een kleinere kracht toereikende is om
een grooteren last te bewegen ; maar dan
moet de baan,door den laatsten afgelegd,
des te kleiner zijn,naarmate de last zelf
grooter en de hef boomsarm,Op welken
hij werkt,korter is.
Deze werking van den hef boom werd
reeds door Ascl-llxlpEs (210 v.Chr.) Opgemerkt en hij trachtte haar langs den wis-
kundigen weg te bewijzen. Intusschen is dit,ten strengste genomen,noch aan
hem,noch aan anderen,die zich met hetzelfde vraagstuk hebben beziggehouden,
gelukt.Eerst de wiskundige DE LA HIRE en zonder van dezen iets te weten
KSTNER hebben in de vorige eeuw het bewijs met de vereischte nallwkeu-
J c
b
righeid geleverd.
Wanneer,gelijk
door een kinderhand
zulks met den hef boom hetgeval is, een werktuig,tot zelfs
toe,onbewust, gebruikt wordt,heeft de geschiedenis ge-
noegzaam niets te beantwoorden dan de vraag, te welken tijde de wet der
werking en haar wiskundig bewts bekend is geworden.Eerst de meer samen-
gestelde toestellen eischen zeker nadenken en, al schijnen ztj Ons nog zOo voor
de hand te toch wordt aan de uitvinders in de kindsheid der volken
hulde
liggen,
in fabel en gebracht verdichting,
De Grieken hielden het er voor,dat CINYRAS,die ten tijde van den Trojaan-
schen oorlog over het eiland Oyprus regeerde, den hef boom had uitgevonden.
Ten tijde van TI-IIJCYDIDES (5de eeuw v.Chr.) was hun alleen de enkelvoudige
hefboom bekend.Intusschen moet men dit niet al te nauw nemen.Even goed
als tegenwoordig zal men in de Oudheid elke uitvinding naar behoefte in toe-
passing hebben gebracht.Van ARCHIMEDES wordt verhaald,dat hij aan koning
60 DE HEFBOOM EN DE KATROL.
HIERO een toestel heeft getoond, door middel waarvan een groot schip met
een vingerdruk kon worden in beweging gebracht.Toen de koning daarover
zijn verbazing betuigde,ging ARcmMEoEs nOg een stap verder en uitte de vaak
aangehaalde woorden :rgeef mij een vast steunpunt en ik zal de aarde uit
hare voegen lichten''.Wij moeten het op zijn plaats laten,Of hij dit door mid-
del van hef boomen wilde doen,gelijk sdie voorzeker - de waarheid der ge-
schiedenis aangenomen zijnde bij zijn zooeven aangeduide machine ten
grondslag lagen.
Zooveel iszeker,dat btna geen kracht kan worden uitgeoefend,zonder dat
er de hefboonlop de eene of andere wijze in betrokken is.Wat wij ook doen
willen,altijd gebruiken wij er onze spieren bij, en deze werken aan vingers,
teenen, handen,voeten, armen,beenen en alle andere lichaamsdeelen als krach-
ten,die nu op een ln-, dan op een tweearmigen hefboom werken.Zelfs binnen
in ons oor bestaat een verwonderlijk fjne en - mogen wij het zoo zeggen --
hoogst vernuftige hef boomwerking,die de bewegingen,welke het trommelvlies
door de golvingen van het geluid Ondergaat,overbrengt naar de vloeistof,in
welke de gehoorzenuwen eindigen.
D e h e f b o o m i s h e t g r 0 n d w e r k t u i g ;a l d e O v e r i g e z ij n e r a l s
't w a r e u i tv l o e i s e 1 s v a n e n
d e w e t v a n d e n h e f b o o m
i s g e h e e l e d e g r O n d w e t d e r
w e r k t u i g k u n d e.
Zijn de krachten,die op een hef-
boom werken, evenwijdig, dan
vallen haar hefboomsarmen in Kniehefboom.
elkaars verlengde. Twee staven,
die een onveranderlijken hoek met elk.maken, om welks hoekpunt zij kunnen
draaien (zie de bovenstaande af beeldingly vormen een gebroken of kniehef boom.
W erkt een kracht niet loodrecht op een hef boom, dan is zij te Ontbinden in
twee krachten,waarvan de een wel loodrecht op den hef boom werkt en de ander
in 't verlengde van den hef boom haar richting heeft. Van deze laatste component
is de hef boomsarm nul en daarom kan zij bij de bepaling van het evenwicht
weggelaten worden.
ln zijn eenvoudigsten vorm werkt de hef boom niet Onophoudelijk,maar bij
gedeelten.Men kan er wel groote lasteu mee bewegen,maar altijd slechts Op
geringe afstanden, waarna men f het steunpunt weder moet verplaatsen,
voor den hef boom een ander aanvatpunt zoeken. Doch men kan ook een steeds
voortgezette werking van den hef boom erlangen door middel van bij-toestellen.
Zoo heeft de kofhemolen een bestendig voortwerkenden hef boom in de kruk.
Bevestigt men in plaats van (n arm meerdere armen aan de as,dan Ontstaan
%'j 0
die toestellen,welke men kaapstanders en windassen noemt en die van uitge-
strekt gebruik zijn.
Een duidelijk voorbeeld van een doorgaanden hef boom levert het w i n d a s,
dat in de eerste hguur op bladz. 61 is afgebeeld. Het bestaat uit een as,aan
de uiteinden van tappen voorzien, die in tappannen kunnen draaien, en een
61 TANDRADEREN, WRIJVING,SCHIJF EN KATROL.
aan de as vastgemaakte schtjf.Op den Omtrek der schijf of van het rad is
een touw gewonden,dat er met het eene einde aan is vastgemaakt, terwijl
een ander touw aan de as bevestigd is.Aan het eerste werkt de bewegende
kracht, terwijl het laatste den last draagt en dien door opwinding om de as
opheft.Met betrekking tOt de werking heeft hier hetzelfde geval plaats,alsof
ltracht en last op een tweearmigen hef boom werkten,
Indien wij de lengte der touwen vergelijken,van welke zich het eene afwindt,
terwijl het andere zich Opwindt,dan Ontwaren we een groot verschil,en vOOr-
zeker heeft de last een kleineren weg afgelegd
dan de kracht.De wegen de lengten van het
touw zijn omgekeerd evenredig met de grootte
van kracht en last.Deze wet laat zich in 't alge-
meen ook aldus uitdrukken :b ij d e e n k e l v O u-
d i g e w e r k t u i g e n i s d e s o m d e r p r o d u c t e n
van de w erkende krachten en de door
h a a r a a n g r ij p i n g s p u n t e n a f g e l e g d e
hy e g e n g e l ij k a a n h e t p r O d u c t v a n d e 11
l a s t e n d e n d O O r 't a a n g r ij p i n g s p u n t v a n
P- -'a--
%
t
.h
k'
# P
w
d e z e n a f g e l e g d e n w e g.Zal een gewicht van Het windas.
10 kilo door middel van het windas door een ge-
wicht van 1 kilo worden Opgeheven,dan moet het kleine 10 meter dalen Of
10 m. touw afwinden,zal het groote 1 m. rijzen. Wij merken deze wet niet alleen
bij de enkelvoudige werktuigen Op :den llef boom,het hellend vlak - want OOk
daarop is deze wet toepasselijk het rad en het windas, maar Ook bij de rOl
en de katrol enz. Maar deze zelfde zal Ons ook ten sleutel zijn Om Ons regel
der vochten te leeren de wetten van den loop
kennen,ja in uitgebreiden zin ons overal te ge-
leiden, waar beweging plaats heeft,zoodat zelfs
de liefeltjke tonen der muziek en de verbazende
loop der sterren er zich uit laten verklaren.
Daarom dan Ook hebben wij dit onderwerp
hier uitvoeriger behandeld dan sommigen mis-
schien zouden verlangd hebben.Men beschouwt
een der samengestelde werktuigen,een uurwerk,
een automaat of dergelijke,en 't blijkt,dat de
kracht worde dan door de warm te in een
+MV=V>
O
t y, %
.
. - e
4
? O
a
)'J h -- k
-
r.)- -
z ij
stoomcylinder ontwikkeld of ga van een gespannen Krachtsoverbrenging doortandraderen
elastieke veer uit door talrijke in elkander
grijpende deelen der machine overgebracht moet worden, opdat die beweeg-
kracht gebezigd worde tOt het doel,dat men met de machine voorheeft.De
zuiger op een stoomboot gaat op en neer, maar de boot zelve schiet,als ware
zij een met rede begaafd wezen,tusschen klippen en banken door en het
stuurrad is niets anders dan een groote narmige hef boom.Op de Londensche
tentoonstelling van 1862 was een machine te zien,waarmee men een millioen-
ste van een duim meten kon. Zij was uitgevonden en vervaardigd door zekeren
DE HEFBOOM EN DE KATROL.
PETERS,bepaald tOt het vervaardigen van mikroscopisch schrift, voornamelijk
ten gebruike voor papier van geldswaarde.Het beginsel van den teekenaap,
de pantograaf,die alleen van de hef boomwet
gepast op zoodanige wijze, dat volgens
door het werktuig bestuurde stift den
van een vierkanten duim zou kunnen
uitgaat,was bij die machine toe-
de berekening van den uitvinder een
geheelen Bijbel 22maal Op de ruimte
schrijven.R e l ata r e f e r o zeggen de
zooals ik het vernam ;''t is wel wat zwaar geleerden, d.i. ik geef het weer,
0DA te gelooven, zOu raen zeggen,nAaar
een voorstelling van een zOO verbazende
zameling van photographien
van een speldeknop voor het ongewapend oog,nog reusachtig groot is.Maar
't is ook niet gemakkelijk zich voor te stellen,dat een stuk krijt ter grootte
van een vuist uit millioenen schulpjes bestaat. De grofheid Onzer voorstelling - Om
de zaak btj haar waren naam te noemen kan geen gelijken tred houden
met de hjnheid van werktuigen en 't geen zij geven kunnen. Maar keeren we
tot het Onderwerp terug.
ln een machine-werkplaats ziet men machines om te boren,
kloppen,te
alles,
ill
te schaven,te
snijden,
waardoor en waarmee
en wat niet al !Voorts hamers,pompen,in n woord
beweging wordt veroorzaakt.En dat alles wordt
beweging gebracht door n enkele stoommachine,met allerlei vernuftige
wij zeggen liever :'t is moeilijk zich
kleinheid te vormen,waarbij een ver-
van alle vorsten in Europa, ter gezamenlijke grootte
toestellen en samenstellingen ;
11t l 41'1-:zzr. 1= l= .
B
r= 5L
=
X
B
--.-'
- -,.
x .o.w ::...-.,.. ..:::;..,.k .....
*M.,'e
WNYNO *
F
k
L
Schroef zonder eind.
maar 't zijn alle,van nabij be-
schouwd, hef boomen in allerlei
vormen :stangen,raderen,excen-
trieken enz. Twee in elkander
grijpende t a n d r a d e r e n Of
r o nd s e l s werken als het windas.
ln de tweede hguur op bladz.61
stelle men zich het rad links voor
als bewogen door een kracht,
welke van het rOndsel aan het
middelste rad uitgaat. Daar de
kleine rondsels slechts 8 tanden
hebben,terwijl het groote rad er
48 heeft)zal het middenrad 6 0m1Oo-
het rechtsche 36 en het kleine rondsel onderaan pen maken tegen het linker 1,
rechts 216 Omloopen tegen ((n Omloop van het rad aan de linkerzijde.Maar
zonder het door de wrijving veroorzaakte verlies mee te rekenen,zolz dat
rondsel we1 216 maal sneller omloopen dan het eerste rad, maar ook slechts
met AJv der kracht van dat rad.
D e s c h r o e f z O n d e r ei n d.Als men de schroef met een kruk omdraait,
grijpen de gangen,die juist zoo wijd zijn a1s de tanden van het rad vaneen-
staan, in de tanden,waardoor een langzame,maar zeer gelijkmatige Omloop
van het rad wordt veroorzaakt.Bij elken omloop van de schroef vat de schroef-
gang n tand.Uit dien langzamen en eenparigen voortgang ziet men,dat men Op
62
63 TANDRADEREN,WRIJVING,SCHIJF EN KATROL.
die wijze met weinig krachtsinspanning veel kracht, maar langzaam,uitoefenen
kan.Intusschen is hier de wrijving zOo sterk, dat men, Om groote kracht uit
te Oefenen,liever zijn toevlucht neemt t0t andere toestellen en de schroef zonder
einde alleen daar bezigt, w aar m en een snelle beweging in een langzam e, m aar
daarentegen zooveel mogelijk eenparige moet veranderen.
'De w r ij vi n g speelt in al die werktuigen en overal,waar in de natuur be-
weging plaats heeft, een zoo groote rol,dat het hier juist de plaats is om er
iets van te zeggen.De wrijving is een weerstand, dien ieder in beweging
gebracht lichaam te overwinnen heeft.ln de meest voorkomende gevallen kan
men het zich zoo voorstellen,dat de kleine oneFenheden,hoogten en diepten
van twee door de zwaartekracht of eenige andere drukking tegen elkander
geplaatste lichamen tandsgewijs in elkander grijpen, waardoor het glijden van
het eene over het andere belemmerd wordt.Trouwens daarbij moeten dan de
uitsteekseltjes afgebroken Of Omgebogen worden,Of Ook de beide lichamen
zich door ophefng eenigszins van elkander verwijderen. Hoe grooter dien-
volgens de drukking het gewicht is, des te merkbaarder wordt die
weerstand.Door smeren worden de onelenheden,welke Ook nog op het gladste
licllaam bestaan,opgevuld,zoodat de Oppervlakten meer nabijkomen aan vOl-
komen vlakken,bij welke natuurlijk de weerstand 't geringst is.Op de wrijving
heeft de grootte van de glijdende oppervlakte geen invloed.De zoogenoemde
r o l le n d e w r ij vi n g, die tegen de zooeven beschrevene gl ij d e n d e Overstaat,
is die, welke een over een platte oppervlakte loopend wiel of rol ondergaat ;zij
is veel gerillger, Omdat hier de kleine vijlachtige OneFenheden niet behoeven
te worden afgeslepen en ook het wiel of de rol veel minder wordt opgeheven,
voor zoover namelijk de onefenheden van oppervlakte en van wiel Of rol als
tanden en groeven in elkander grijpen en elkander weder verlaten tengevolge
van het voortrollen.Lucht en water Oefenen een weerstand uit op de lichamen,
die er zich in bewegen, Omdat de samenhang der deeltjes verstoord wordt.
Do s c h ij f en de k a t r o 1.Ten nauwste genomen is de eerste een gedeelte
van de laatste,daar de s c h ij f enkel bestaat uit een cylinder van zeer geringe
hoogte,aan den kant uitgegroefd, opdat het touw er niet afloope,terwijl de
katrol de geheele toestel is, met het blok enz.De spil kan aan de schijf be-
vestigd zijn en met haar uiteinden in tapgaten bewegen,aangebracht in het
blok of in een beugel,waarin de schijf gedragen wordt,of de spil kan aan
dit blok bevestigd zijn en de schijf om deze spil ronddraaien.
De guur op bladz.64 is een v a s t e k a t r o 1, volgens de eerste opgegeven
inrichting voorgesteld ; de beugel is aan een vast punt bevestigd ; over de groef
is een touw gebracht,dat aan het (ne uiteinde een last draagt,terwijl een
kracht aan het andere uiteinde trekt. Het is duidelijk,dat de richtingen van
dit touw,aan hand en gewicht,rakende aan de schijf zijn.Voor het evenwicht
zullen nu de last en de kracht gelijk moeten zijn,want dat evenwicht zal dan
slechts kunnen bestaan, a1s de resultante van kracht en last door de omwen-
telings-as gaat,die wij Ons midden door de spil kunnen denken.De as ligt
op gelijken afstand van de krachten en derhalve zullen OOk deze aan elkander
gelijk moeten zijn,zooals uit het reeds Opgemerkte duidelijk blijkt.Dit volgt
DE HEFBOOM EN DE KATROL.
ook nOg daaruit,dat de resultante,door de omwentelings-as en door het snij-
punt der verlengde richtingen van kracht en last moetende gaan,den hoek
dier krachten middendoor zal deelen? en deze dus aan elkander gelijk moeten
zijn.Was de spil niet aan de schijf,maar aan het blok bevestigd,dan gaat
de denkbeeldige omwentelings-as eveneens door het middelpunt der schijf en
blijft het bovenstaande oOk nOg waar.
Dat de resultante van kracht en last door het nnidden der spil raoet gaan,
had men eindelijk ook nog daaruit kunnen afleiden (en deze beschouwing is
voor het vervolg van belang), dat het voor het evenwicht een noodzakelijk
vereischte is,dat de spil loodrecht tegen hare ondersteuning gedrukt wordt.
Dit nu zal slechts plaats kunnen hebben) a1s de druk, hier de resultante van
kracht en last, door het middelpunt,dus volgens een straal,gericht is, daar
btj den cirkel alleen de stralen loodrecht op den Omtrek) Of wat hetzelfde is,
op de raaklijnen aan den Omtrek staan. 0Ok bij een spil,die niet aan de schijf
bevestigd is,zal daarom de druk van de schijf Op de spil door beider middel-
punten moeten gaan.
De katrol kan ooknOg Op een andere wijze aangewend worden, en wel als
in de af beeldingen Op bladz.65,die zoogenaamde l o s s e
k atr O 11 e n voorstellen.Aan den beugel is dan een
haak, waaraan de last hangt ;het eene uiteinde van
het touw is aan een vast punt bevestigd,aan het andere
werkt de kracht.Op dezelfde gronden als reeds is aan-
gemerkt, is het hier wederom gemakkelijk te bewtjzen,
dat er geen evenwicht bestaan kan)tenzij de resultante
der spanningen van de beide einden touw door het mid-
delpunt der spil gaat en deze dus loodrecht tegen den
beugel aangedrukt wordt. Die spanningen moeten dan
ook hier wederom gelijk zijn en bovendien een resul-
tante opleveren,tegengesteld
verticaal naar beneden werkende gewicht,dat aan den beugel hangt. Zet men
dus op de verticaal,getrokken door het punt,waarin de verlengde richtingen
der touwen elkander snijden, volgens een willekeurige maat, de grootte van
het gewicht uit, dan zal men,door uit D de lijnen D B en D C evenwijdig
met de touwen te trekken, de gelijke stukken verkrijgen, die de grootte voor-
stellen van de spanningen der touwen, dus ook van de kracht,die aan het
aan en evengroot als het
eene uiteinde zal moeten aangebracht worden,om evenwicht te maken met
den last.Blijkbaar is op de grootte dier kracht weder alles van toepassing,
wat wij hierboven uit het parallelogram der krachten afleidden.Bij evenwijdig-
heid der touwen zal de kracht gelijk aan de helft van den last zijn en dus
de kleinst mogelijke waarde hebben ; men ziet dadelijk uit de figuur,dat, zOO-
lang de touwen niet evenwijdig zijn, een stand, in de eerste hguur op
bladz.65 voorgesteld - de kracht grooter dan de helft van den last zal wezen.
De inrichtingen,waarbij de touwen evenwijdig loopen, zijn dus altijd de voor-
deeligste voor de aan te wenden kracht.
De T ak e 1.W anneer eenige losse en vaste katrollen vereenigd worden,noemt
Vaste katrol.
64
TAKELS EN WINDAS. 65
m en zulk een samenstel een takel.De derde Onderstaande figuur stelt zulk
een vereeniging voor,bestaande uit twee blokken) ieder voorzien van drie
schijven,die in elk blok,onafhankeltk van elkander, Om een spil ronddraaien.
Het vaste of bovenblok is aan een balk bevestigd en
heeft aan den onderkant een oog,waaraan een der ein-
den van het touw is vastgemaakt.Het touw loopt van
daar,om een der buitenste schijven van het losse of
lnderblok,naar een buitenschijf van het bovenblok,
van daar weer naar de middelste schijf van het Onder-
blok en komt,na beurtelings om een bovenste en
onderste schijf te zijn geslagen, bij de laatste
bovenste schijf uit ; aan het einde wordt de kracht
aangebracht, waarmee men den last wil ophouden,
die aan het onderblok is Opgehangen.
Onderstellen wij nu,dat het geheel in evenwicht
is, dan zal het bovengezegde ook weer voor elke
schijf afzonderlijk blijven doorgaan,zoodat het touw
aan beide zijden van iedere schijf even sterk zal
moeten gespannen zijn ; en,daar dit ook nog waar
blijft bij de laatste schijf, waar het touw het bovenblok
verlaat,zal de kracht aan dat einde eveneens gelijk
moeten zijn aan de Onderling gelijke spanningen
van al de touwen,die van het eene naar het andere blok loopen.ls de takel
aldus ingericht, dan zal men de touwen a1s evenwijdig mogen beschouwen)
wat blijkens het aangemerkte tevens de voordeeligste inrichting zal geven vool'
de kracht.Het losse blok met den last wordt dan opgehouden door zes even-
wijdige,evengroote spanningen,die dus ieder een zesde van dat gewicht zullen
dragen ; de kracht zal dus ook slechts een zesde van dien last behoeven te
zijn, om het geheel in evenwicht te houden.
Keert men de guur geheel om en beschouwt men dan den last a1s een
ArI1I.
t
=
=
=
=
=
e %. # *.
# *
# :
# N.
: &
# %
g
.
s #
% #
* #
* # !
N
N
lX
66 DE HEFBOOM EN DE KATROL.
vast punt en den balk,die in den eersten stand het vaste blok droeg, als de
last,dan zou die last aan zeven even sterk gespannen touwen hangen,daar
de kracht aan het laatste einde nu Ook Onmiddellijk Op den last werkt :die
kracht zou dus slechts gelijk aan een zevende van den last behoeven te zijn.
Evenals bij den hef boom kan men dus O0k door middel van takels met een
gegeven kracht een andere,hoe groot die ook zij,in evenwicht houden ; daartoe
behoeft men het aantal schijven slechts genoegzaam te vermeerderen.Niettemin
blijft het waar,dat hierin altijd een grens bestaat,daar het gewicht van de
blokken,hier nog te gering Om bij de onderstelde groote lasten in aanmerking
te komen,benevens de wrijving der schijven en de stijf heid der touwen ge-
zamenltjk nog ten laste van de kracht komen.
De kracht,die bij takels met n doorloopend touw evenwicht za1 kunnen
>*
> D #
$
* '- . c
< 4
A
=
= =
1.
1 I1
1:
* V =.
y . jy
la ...
maken met den last,zal dus altijd gevonden worden, wanneer
men de touwen als evenwijdig mag aannemen en de wrijving
enz.verwaarloost,door den last te deelen door het aantal tou-
wen, waaraan hij hangt.
De takels kunnen Op zOo vele verschillende wtjzen samenge-
steld worden,dat wij,alle hier niet kunnende beschrijven,Ons
zullen bepalen bij den zoogenaamden Spaanschen takel,hiernevens
afgebeeld.Beschouwen wij den takel met de twee blokken A en
B eeyst afzonderlijk en onderstellen wtj, dat het blok A in O
aan een vast punt was Opgehangen ;dan hangt hat blok B met
den last aan drie touwen ;een kracht van b.v.1 kilo zou dus,
werkende aan het eind touw, dat het blok A verlaat,een gewicht
van 3 kilo kunnen ophouden. H et blok A, het touw, w aaraan
het hangt, en het onderstelde vaste punt C,zouden dus naar
beneden getrokken worden door een last van 3 kilo en een kracht
van 1 kilo, alzoo door 4 kilo.Laten wij nu, in plaats van het
touw bij C vast te maken, dit over een vaste schijf loopen,die
aan den balk D hangt,en bevestigen wij het vervolgens aan
het losse blok B, dan za1 dit touw,aan beide ztjden van de
vaste schijf even sterk,dus met 4 kilo,gespannen zijn ; die
spanning zal dus OOk n0g het blok B trachten Op te lichten en
men zal dus nOg 4 kilo bij den reeds aangehangen last van 3 kilo moeten
voegen,Om het geheel in evenwicht te houden.Een kracht van 1 kilo, zal
dus met een last van 7 kilo aan dezen takel evenwicht kunnen maken.
Het zal geen bezwaar meer opleveren,btj alle dergelijke inrich-
tingen,hoe ook uit takels en schijven samengesteld, de evenwichts-voorwaarden
te bepalen.Zoo heeft men bijv.Ook takels, uit vier blokken bestaande,waarvan
men zich een denkbeeld zal kunnen maken,door te onderstellen, dat het eind,
dat in de guur bladz.65 het bovenblok verlaat,nog over twee blokken liep,
die naast de twee blokken,of Ook we1 binnen de zes touwen, tusschen het
Onder- en bovenblok in,geplaatst waren.Zo0 kan in de guur bladz.65 de
kracht, door de hand aangebracht, worden vervangen door een nieuwen takel
(t a k e 1 O p t ak e l stellen).
nu verder wel
67 HET WINDAS.
H et W i n d a s.Om zeer groote lasten tot een zekere hoogte op te lichten,
bedient men zich dikwijls van het windas.Dit bestaat uit een houten,soms
Ook wel metalen cylinder Of 1*01 B B,
einden m et tappen C O voorzien,die in
is door het verminderen der wrijving de beweging gemakkelijker te maken.
Een touw wordt met het eene eind,bij A,aan een kram op de rOl vastgemaakt ;
aan het andere eind hangt de last P.DOOr middel van hef boomen of handspee-
(zie de Onderstaande af beelding),aan beide
tappannen rusten. Het doel dezer tappen
ken F, die in den cylinder worden gestoken,kan men dezen ronddraaien en
daardoor het touw met den last Opwinden.
Een andere vorm van het windas is de kaapstander)Op de schepen spil Of
gangspil genoemd.De af beelding bladz.
54 geeft daarvan een denkbeeld. Een
kaapstander is dus niets dan een verticaal
windas,een windas een horizontale kaap-
stander.
Indien het bestek van dit werk toe-
F
A B
- . B
'
C
1 /
4.. #
q'F. 'd'
T ' ,. 1/ Ihi -..
14/ I .1 / , h '
$. 4
' ' e -
j, *- . .. I ''-''''-
j ' I lI
1
Wn.u . > <=* . - -
' eaoto-
'> -w v
Het s7indas.
liet)nog meer in bijzonderheden te treden,
ware hier nog veel bij te voegen, b. v.
over de treraderen, het gebruik van
den riem zonder einde enz.Doch,terwijl
wij dit veld niet betreden, omdat ons
plan het niet medebrengt,verwtjzen we
naar een werk,
gelijk in andere gedeelten der mechanica bekomen kan : de A l l e r e e r s t e
waarin de belangstellende lezer een grondig onderricht in dit,
gr o n d en d e r m e ch ani c a,door DELAIJNAV,vert.door DELPRAT (Leiden
1853,4de druk 1882),waaraan wij het een en ander Ontleenden.
De Ouden kenden geen meerdere hulpmiddelen tot het bezigen van mecha-
nische krachten of het wijzigen der opgegevene.Zelfs hebben zij vele hunner
grootsche bouwgewrochten tot stand gebracht zonder b. v.het katrolwerk,
waarvan men de uitvinding aan ARCHIMEDES toeschrijft, kennen.0ok de
nieuwste werktuigleer heeft weinig of niets bij die eenvoudige inrichtingen
kunnen voegen,maar men heeft het verder gebracht in de kennis der wetten,
volgens welke de krachten werken. En voorbeeld slechts.Nog in de vorige
eeuw hielden de wel-ktuigkundigen zich bezig m et de reeuwigdurende bewe-
ging'' (perpetuum mobile), waardoor men hoopte een werktuig bekomen,
dat,na eenmaal een bepaalde hoeveelheid arbeidsvermogen ontvangen te heb-
ben, geen nieuw arbeidsvermogen noodig zou hebben om te blijven doorwerken.
Maar het is thans volkomen bewezen, dat ten gevolge van de wrijving en van
andere weerstanden,van warmteontwikkeling en om andere redenell 't ver-
vaardigen van zoo'n werktuig tOt de onmogelijkheden behoort, zoodat een
eeuwigdurende beweging''een hersenschim is gelijk ook over 't algemeen ))
het ontdekken van de wetten der beweging geleid heeft tOt een nauwkeurige
bepaling der grenzen,buiten welke alle werktuigktlndige proeven een dwaas-
heid worden.
. a,n ee v..z -x > - ' ....<- N-'N $. - :
sb +% - S -. .- . # !'> ..r...-
- Q vaz'e - :%- . .- G .
w x. - ; .- oe N N ' 4) >
- -. . ...- j y.- y x.v - ,z'<-- > ''- z.
-
'N . .- xj I pmW ze: e - - p q *- . . ux
r ) $ tu* - / * N-''N -N' .e 'M'- '
'X ? A. , ''- > --
. . . , ..
*''hx%<'- k.z $, < ...- - -.w v . ,; . 'zze z .. -w- . + . z
. * ' >.-x < ' - - w N , k
. y . . j
...- . ,/ z ( , .. . . -e : t m. Br > v - w j v 4 w, r dgs . j j . w . e....x .M .k % / C .N..... - Ielpw x ' N
--- - % s
- / - <x --x -
.* j ' - Nz''e
N. N'v I ' ac-. x.
%'Nw> . . x. x A N v -
N ' >
z l x
: ' d ' *<
a (
h w '
Arn a 1, t 4 . - & ( .> - 4 .
* . <e*- X
...e' N t'
: j
) Y. j) =m ..r & - Nx
. --.... ,,t1$ h. , . ,
, r 5.I . :
... - &.
h '-.-- ' 'z' ( 1
IJ ? / / $ . -'< / ! $ . vx ' -- j !
f V
.- .'-*'* - <- /
- W I .- - y - wv .e . ..> ...=...c.. ....... ea< . x q 9 -x,? .,&a'x -/ 4. . a f - ....- -.-.-.-.-.--,.a......:::cm j p .
w . . ..-=-- .-................................m j ctyg,# ,. Nxw - - z . -.--..-=c===--- .- ---=.yyfgzo < .,
.....-....-.-..:. w- --- . -. .- j .-- - - .-....==--. jj ..a o . ..j . ...-...... - -- -- - -. .- . ze -......wzm... j ..q,.q w. .ja, .. - - --- - -- - -. ---.- Z=:=7L===-
...-...
-
..
-
.=,-====. -.-.-
--.-.
- -..--.
---C===
, I - --.
-
..-- .- < <z'. '.. x .
%
.% ' mc '-'<. ....w. K. '
aq.j% u
.-----
== $ .- - ' .------- 1 k z./ .# .- .oj..-v. e < - - . ---- - .- w .- . .-= =. -- - - q < - . ---zc=-.==.- - --- ---- =. 4 .. . 1 ; ,-.. * < I / 1 . . - --*-
--- -
-
-e --*--
'j .w -**- ----- Z ..- r jfp.*VQNN ..-X=-j * w. W . . . ...- .. , Y ,==.. , > . > I .
-...-. 4 ; . x. , UL ....-.- .-.-.-= ''--- ( =>. lA - - <.- .>tzx -. -- --* ...=:=u=.- -.- -. jl z QVR- -- .. t q J q
e v ''X x* *wx.wwn ''=-' -v' '-> w .- a ---=-===- . ------=- ..-. .-----.c=- zz . rj 'z /'=- -+--> - D -- #. m. . - w <z<. N<v'.r. t.-.- '- . ''.k .. h M x ' x.- - . ..---.---.a-.- -.-..=. - ...-.- . # .A' >. % - . h l - ... . . w. # . ,- > ..U, N < . ----
--- . u .z..) 4. . .xw. I N
ww-w x ------- 1. .t .ue....h . w -. . - r > .. w ... K..-n- -Q.6 %
'- I U ' x < N N . . .. ww-. x j
= 1 a- * . y+nz . v
x. -.-.-=- ---- t c >+z , =< v-...--- . J-. -
a. j - W -
! -- . .-
-. v. . # .. ...<. . .- - ... e- --.-
- M ..''- IJ .
..- z .< v x '- ..- v'- . = = = =G = . A u . - 'x- - - - = - . = . .zp .>z j,h -.. - - ----. . ..--- wu ***------------- . . , g % xjlx - - - zz q -- . .- x > . - -- .- z r '-- 'V
' e > - e' J
< - N *' x'x #'
-.. *v - .. 4 ;
. - y v = a - * -A
......- . . .e z
- .- ' < - - W'
Q== v v 'N . '> * - - - . > .
- w - * > ' .- - .- . V N m. < - *
...>= - * X - ' - - N .. . .-
.v ' = - 'v
.- . - ..r . > ..'- . ..v . . >- . - -+ -r> - x ...- -. .v w
.R - : w .- '-' e e.0 N ' > a -. .v'- v - 'N > . - . * r .-N -- - *+ . .> K .-'N. .m..M
-
N J- -< %-- > $ ' M>H YWWY - w .- . .A - --.- < ..
% '-- M + v e %* ' ' -
w.<. * ' w
% * . - > N N .v
wJ1 -
- / > - # e '-+ * < '- .
i
.- -
V a v .- ... ...-z - ,
< --.-. X<
W * '
Newton beziet een vallenden appel.
De zw aartekracht en het w egen.
Het bepalen van maat en gewicht.- De aantrekkingskracht.-- De wet der zwaarte.-
IsAk NEwTox.- Afwijking van het schietlood.- Werking der zwaartekracht op andere
hemellichamen.- Zwaarte en zwaartepunt. - De weegschaal. - De unster.- De
briefweger. - De brugbalans. - De chemische weegschaal. - Specifek gewicht.--
Het drjven.- De vochtwegers.
m en,
wikkeling des menschdoms voor een goed
pen te danken, die wetenschappen zelve hebben haar hooge vlucht alleen
kunnen nemen tengevolge van nauwkeurige bepalingen van maat en gewicht.
Geen opgewonden geestdrift, geen verbijsterende indruky geen levendige ver-
Heeft althans in de t'7ee laatste 00lIW0n,
deel aan dien der natuurwetenschap-
den vooruitgang in de ont-
ZWAARTE EN ZWAARTEKRAOHT.NEWTON. 69
beelding
passer en liniaal,balans en gewicht.
De sterrenktlndige kan zijn verwonderlijke berekeningen eerst maken,nadat
de allernauwkeurigste hoekmetingen zijn voorafgegaan ; de natuuronderzoeker
meet de snelheid van het licht,41000 mijlen per seconde bedragende, en, ter-
wijl zijne werktuigen en nasporingen toereikend zijn voor dien verbazenden
afstand,zijn zij tevens fijn genoeg voor de nietigste
dan een millioenste van een centimeter. De lucht,
door den scheikundige gewogen ;hij weegt haar opnieuw na de uitademing en
grootheden,tot minder
die wij inademen,wordt
zegt Ons, hoeveel zelfstandigheid eraan onttrokken en voor de onderhouding
van ons leven verbruikt is geworden.Hij weegt, hoeveel zuurstof zich in den
roestdamp van het staal bevindt. En die weegschaal is het werktuig,welks
volmaking en doelmatig gebruik den doodsteek gegeven heeft aan de Oude
en valsche theorien.Terwijl tOt aan het einde der vorige eeuw het zooge-
noemde phlogiston)een willekeurig Onderstelde zelfstandigheid,welker bestaan
door niets bewezen werd, maar die, zoo het heette,bij het verbranden der
lichamen ontweek,ten troon zat en het vonnis van leven Of dood Over elke
scheikundige beschouwing uitsprak, woog Lwvolslls al de zelfstandigheden,
die bij een verbranding vaneengescheiden werden,en hij bevond,dat zij ge-
zamenlijk juist zooveel zwaarder geworden waren als de lucht,in welke ztj
verbrand waren, aan gewicht verloren had.Hij waj de eerste,die duidelijk
doorzag,dat bij het verbranden en verzuren (oxydeeren,bij metalen :roesten)
niets afgescheiden,maar integendeel iets de zuurstof opgellomen wordt,
en daarmede liet hij Op de natuur der chemische verbindingen een lichtstraal
vallen,die weldra het helderste licht verspreidde.De Fransche omwenteling
echter,die zoo menige gruweldaad bedreef, vergold 's mans Onschatbare diensten
aan de wetenschap met de guillotine,die den 8sten Mei 1794 aan zijn nuttig
leven een bloedig einde maakte.
Z w a ar te.Het bekend OnA te
niets van dat alles ;niets dan nauwkeurig meten en wegen met
wegen dient,golijk
wicht een lichaam heeft.Het is een
bepalen, hoeveel ge-
algemeene eigenschap van alle lichamen,
niet alleen van de
onweerlegbare
elkander altijd en op alle afstanden aantrekken.Dit streven naar
doet de stofdeeltjes,voor zoover geen tegenstand zulks belet,
aardsche,maar ook, blijkens ontelbare waarnemingen en
gevolgtrekkingen, van al l e lichamen, dat de stofdeeltjes
samenhang
*
tot elkander
naderen ; door die natuurkracht blijven de vaste lichamen in den eenmaal be-
staanden vorm aaneen ;zij is de oorzaak van den kogelvorm,dien wij waar-
nemen aan elken droppel vocht,waarin zich de stofdeeltjes Onverhinderd kunnen
rangschikken.Immers,daar de aantrekking naar alle zijden dezelfde is,spreekt
het van zelf,dat de stofdeeltjes zich regelmatig scllaren om het punt)dat wij
als het uitgangspunt der aantrekking kunnen aanmerken. Dit punt is het
middelpunt van den kogel en, daar de gelijkmatige Onderlinge aantrekking der
deeltjes moet veroorzaken,dat zich de meestmogelijke stofdeeltjes Op den
is,
kleinstmogelijken omvang opeenhoopen,Ontstaat aldus die vorm,bij welke
dit het geval is de kogelvorm.
Onze aarde heeft,evenals waarschijnlijk alle hemellichamen,in het tijdsver-
70 DE ZWAARTEKRACHT EN HET WEOEN.
loop harer ontwikkeling een tijdperk vanalgemeene vloeibaarheid gehad,waarin
ook de vaste lichamen in gesmolten toestand verkeerden.ln dat tijdperk is
hare kogelvormige gedaante ontstaan.
De kracht, met welke de stofdeeltjes elk:ar aantrekken,noemen wij de
algemeene a a n t r e k k i n g s k r a c h t. Al wat tOt de sto/elijke wereld behoort
is aan die kracht onderworpen,maar Oefent haar o0k tegelijk uit.Zij is de
de kracht in het Men denke zich die kracht grootste, algemeenste
weg - en alles wordt
stofelijke.
prijs gegeven aan verwarring,uiteenspatting,vernietiging.
0Ok de aarde Oefent Op de lichamen Op haar Oppervlakte deze aantrekkings-
kracht uit. Door de draaiing der aarde om haar as werkt op elk lichaam Op
haar Oppervlakte nog een tweede kracht, de m i d d e lp u n t vli e d e n d e
k r a cht.De resultante van deze en van de aantrekkingskracht heet z w a a rte-
kr a c ht en heeft de richting van den verticaal op elke plaats op aarde.
Gelijk het kind er nOg niet over nadenkt,dat het dag en nacht wordt,en
gelijk de onbeschaafde mensch de zOn als een redeltjk wezen aanmerkt, - zOo
had tot in de 17de eeuw het menschdom in den onuitputtelijken rijkdom van
verschijnselen,door de zwaartekracht veroorzaakt, nog geen aanleiding gevon-
den om over de algemeene oorzaak na te denken.Eenig denkbeeld daaromtrent
had reeds in de l3de eeuw de geleerde Dominicaner monnik VINCENTIITS BEL-
LovAcExsls (VINCENT vAx BlwtTvwlsl,die beweerde, dat,indien men een gat
kon graven door het middelpunt der aarde heen tOt aan het tegenovergestelde
punt des aardbols,een steen, in dien put geworpen,niet aan het ander uit-
einde der aarde uitkomen
hangen.
bracht.Zijn schrandere geest
Op en hij dacht over dit vallen na.ZOu de aarde dien appel aantrekken ? Maar
zOu de appel ook dan nog Op den grond vallen,door de aarde aangetrokken
worden,als de boom veel hooger was ? Gewis.Tot in het oneindige ? Maar de
maan dan - die valt toch niet Op de aarde ? Is er dan een kracht in de maan,
die het nedervallen belet ? Aldus vroeg NEwTON en aldus kwam hij tot het
denkbeeld der algemeene aantrekkingskracht. Reeds vroeger had de Onsterfelijke
GALILE de leerstellingen
Onwederlegbare proeven met vrij
maar het was vOOr NEWTON beWaal-d,het Ollde gebouw tOt den laatsten Steen
m erkte het vallen van een appel uit een boom
van ARISTOTELES ten aanzien der natuur door ztne
vallende lichamen zegevierend bestreden ;
zou,maar in het middelpunt der aal-de zou blijven
Doch eerst door NEwTON werd de zaak tot volkomen helderheid ge-
af te breken.
IswK NEwTON werd op Kerstdag 1642
schap Lincoln, geboren. Op l8jarigen
Cambridge,waar hij onder de leiding
Reeds Op jeugdigen leeftijd vond hij de diferentiaal- en integraalrekening uit,
terwijl hij niet lang daarna,door het uitbreken der pest genoodzaakt naar
ztjne geboorteplaats terug te keeren, in 1665 de wet van de algemeene aan-
trekking der hemellicllamen ontdekte,een wet, welker werking wij op aarde
in de zwaartekracht ontdekken.Niet lang daarna Ontbond hij het witte zonne-
licht in den kleurenbundel van het prisma en)toen hij in 1669 den leerstoel
van zijn voormaligen leermeester BARROw beklom)had hij reeds drie der ver-
te W oolstorp, in het Engelsche graaf-
leeftijd bezocht hij de hoogeschool te
van BAltnow zich in de wiskunde Oefende.
ZW AARTE) ZW AARTEKRACHT EN ZWAARTEPUNT.
hevenste grondstellingen verkondigd, welke ooit in eenigen menschelijken geest
zijn opgekomen.l-let is hier de plaats niet Om een breedvoerige levensbeschrij-
ving van den grooten NEwTON te geven ; trouwens zijn leven was minder rijk
aan voorvallen dan aan werkzaamheden.Hij overleed in hoogen ouderdom,
den zosten Maart 1727 ;het laatste tijdperk van zijn leven kenmerkte zich
niet door wetenschappelijk Onderzoek,maar door onvruchtbare navorschingen
in de chiliastiek ) der Openbaring van JOHANNES.Maar zijn vroeger leven
onderscheidde zich door ver-
diensten, ver boven de mid-
delluatigheid van geheele
geslachten verheven.
Door de wetten van KEP-
I'LEIR toe te passen op zijn
eigene gevolgtrekkingen
kwam NEwTON tot de slot-
som, dat de beweging der
planeten toe te schrijven is
aan de aantrekkende werking
der zon. Hij vond voorts,
dat de aantrekkingskracht
afneemt met het toenemen
van den afstand ;hoe nader
zich een lichaam bij het
middelpunt der aantrekking
bevindt,des te sterker werkt
de aantrekkingskracht ; Om-
gekeerd : te zwakker naarge-
lang die afstand toeneemt.
Voor onze gewone w aarne-
mingen is dat door den afstand
veroorzaakte verschil Z00
r
1
l
I
I
M
1
l
P l
%
goed als niet bestaande ;maar
5'OOr den sterrenkundige verraadt het zich in de storingen,welke de geregelde
lOOp van planeten en kometen van andere planeten Ondervindt.
Het Was door het waarllemen der Storingen,Welke de planeet Uranus in
haren lO0p Ondergaat en die men aan geene bekende Oorzaak wist tOe te schrtj-
V011)dat de Sterl-onkunde l'eeds lang het bestaan van eenig Wereldlichaam buitell
20 toen bekende gl'onzen Van het planetenstelsel vermoedde.Op die waarne-
mingen grondden zich de berekeningen van Apwxs in Engeland en van LEVERRIER
in Frankrijk,die het bestaan en zelfs de loopbaan van de planeet Neptunus
deden kennen nOg eer zij door een menschelijk O0g gezien was :- een del'
schoonste overwinningen,Ooit door den menschelijken geest behaald !
* x
N
K
NN
$
NN.
N
N.
N
N
X
XN
NK
X
N
N
N
N
N
N
N
N
N
.
x.> - .. e
-N .
1) De leer van een toekomstig duizendjarig rjk van Ohristus op aarde en een daarmee
gepaard gaand geloof aan den vooruitgang der menschheid op den weg van zedeljke volmaking.
72
De aantrekkingskracht is omgekeerd evenredig met het vierkant van den
afstand,zoodat een lichaam door een ander Op tweemaal grooter afstand met
van de kracht, op driemaal grooter afstand met j.van de kracht enz.aan-
getrokken wordt.
Dat de r i c h t i n g der zwaartekracht Op
blijkt
dat (zie de guur op bladz. 71),aan een koord in K
bewegingsrichting van een vrj vallend lichaam aangeeft.
genomen zijn de drie koorden, naast elkander op de guur vertoond,niet juist
evenwijdig. W egens de grootte der aarde en hare geringe kromming kan
men echter voor twee niet al te zeer van elkander verwijderde punten die
uit het vallen van ieder lichaam en uit het hangen van het schietlood My
Opgehangen,alttd de
Ten nauwkeurigste
onze aarde die van de verticaal isy
koorden als evenwtdig beschouwen.Doch zeer ijne waarnemingen toonen den
invloed, dien de onregelmatigheid van de Oppervlakte
de richting
ken,trachten zij
pe1
het verbazend groote verschil tusschen
trekt de aarde zoowel naar zich toe,a1s de laatste den droppel. Maar bij
beider stofmassa verdwijnt die van het
kleine waterkogeltje geheel in het niet ; de droppel brengt den aardbol niet in
beweging,doch wel omgekeerd, en vandaar dat alle lichamen Op en nabt de
aarde op deze nedervallen Of vastliggen Op hetgeen hen verhindert de Opper-
vlakte des aardbols te bereiken,terwtjl de aarde zelve,naar alle zijden door
elkander 0ok wederkeerig te naderen.De vallende regendrop-
der aarde llitoefent Op
der zwaartekracht.Daar de lichamen elkander wederkeerig aantrek-
ontelbare kleine massa's aangetrokken,zich niet uit haar ware plaats verwtdert.
Alleen groote,afzonderlijk staande bergen, die met hun massa alleen en aan
n enkele zijde op het schietlood kunnen werken, kunnen een kleine,bemerk-
bare afwtking in de richting van het koord veroorzaken, maar men heeft
altijd uiterst fjne werktuigen noodig Om de grootte van den afwijkingshoek
te bepalen.
In de natuurkundige aardrtkskunde heeft de berg Shehallien in Schotland
ztn vermaardheid te danken aan de bijzonderheid,dat zijne werking Op het
schietlood nauwkeurig gemeten en daardoor het gewicht des aardbols bepaald is.
Immers men kOn de massa of stof hoeveelheid van dien regelmatigen berg zeer
nauwkeurlg berekenen en zijne dichtheid k0n wegens de regelmatige gesteld-
heid van het gesteente worden bepaald ; zoodat men m et een genoegzamen
graad van nauwkeurigheid zeggen kon, hoeveel centenaars die berg woog ; enr
daar nu de afwtking van het schietlood de verhouding deed kennen tusschen
de massa's der twee aantrekkingslichamen,den berg
leerde een eenvoudige regel van drien het gewicht der geheele aarde kennen.
Daar de zon anderhalf millioen maal meer massa dan de aardbol heeft,werkt
en den geheelen aardbol,
zj OOk Op
Daar
Oppervlakte der aarde,z0u Op
de oppervlakte die kracht 0P der z0n 28m aa1 meer is dan die
de Z0n, Om b. v.een gulden omhoog
TVOVPOD,
0P
4((j1L.1g -- e @ @
de
tegen de richting
even groot
dus
dezen gansch anders ingericht zijn dan bij ons.Een last van 40 cent. zou hier
der zNiaartekracht - te een kracht vereischt Tiordenr
alsop de aarde onn het een pakje van 28 guldenste doen.Indien
Op dat verbazend groote hemellichaam levende wezens wonen,moeten
alle lichamen met een in evenredigheid grootere aantrekkingskracht.
DE ZW AARTEKRACHT EN HET W EGEN.
73 ZWAARTE,ZWAARTEKRACHT EN ZWAARTEPUNT.
den sterksten mensch doen ineenzinken ; Op de zOn verplaatst,zouden wij
zulk een last reeds in ons eigen lichaam te dragen hebben.Die niet in staat
was met elk opheflbn van den voet meer dan 5 cent.op te tillen,zOu daar
geen
zotl de zwakste mensch
been kunnen verzetten, maar aan den grond vastkleven.Daarentegen
op de maan met het grootste gemak kunnen rond-
springen, daar Op dat lichaam, hetwelk zooveel kleiner is dan de aarde,de
zwaartekracht nog geen zesde (0,15) van die Op onze aarde bedraagt.0Ok op
Mercurius zouden wij bij het gaan nog niet de helft van onze tegenwoordige
spierkracht te vergen hebben? daar op deze planeet do zwaarte slechts 0,44.
bedraagt,wanneer wij die op de aarde = 1 stellen.W einig meer Op Mars,
waar zij 0,50 is.Op Venus en op Uranus verschilt de zwaarte weinig van die
Op aarde (Venus 0,91 ;Uranus 1,05). Op Saturnus zOu het ons zeker zijn,
alsof wij zeer zware looden schoenen aan lladden, daar wij bijna anderhalfmaal
meer kracht zouden moeten aanwenden om de voeten te verzetten (1,37), en
Op Jupiter zOu bij bijna driemaal meer krachtsinspanning Ons het gaan bijna
niet mogelijk ztjn,daar er de zwaarte 2,82 bedraagt. Maar gansch anders zOu
het Ons zijn,indien wij Op een der ons beltende kometen verplaatst werden.
Daar is de stof zo0 ijl en dientengevolge de zwaarte zoO Onbeduidend,dat ons
lichaam de gansche komeet naar zich toe zou trekken en wij met Onze ver-
bazend groote zwaarte het niet Op den grond zouden kunnen houden maar
door den ijlen grond onder onze voeten naar het middelpunt Onzer wereld
zinken,met dezelfde kracht,waarmee een zwaar dieplood hier in de zee zinkt.
Doch keeren wij na dezen uitstap tot ons onderwerp terug.
H e t z w a art e p u n t,.Op elk deeltje van een lichaam werkt de zwaarte
kracht met een grootte,dle gelijk is aan het gewicht van dat deeltje.Op een
niet te uitgebreid lichaam werken dus in de verschillende punten evenwtjdige
die een resultante welke is aan de som dezer krach- krachten,
ten,'t gewicht van het lichaam genoemd richting dezer evenwijdige
krachten heeft.Dit gewicht grijpt in 't lichaam steeds in hetzelfde punt aan,
OOk al draait men het lichaam. Dat punt heet het z w a a r t e p u n t.W aar dat
in eenig lichaam ligt,hangt af van do gedaante en de stofverdeeling.Is het
lichaam van een regelmatige gedaante en heeft het overal dezelfde dichtheid
n stof,dan valt het midbelpunt van zwaarte samen met het middelpunt van va
gedaante. Men neme b.v.een vierkant plankje.Het zwaartepunt zal in het
middelpunt liggen, ter plaatse waar twee lijnen,uit de hoekpunten naar de
tegenoverliggende hoekpunten getrokken,elkander snijden.Eigenlijk ligt het
zwaartepunt onder dat punt,in het midden der dikte van het plankje, doch,
indien het plankje dun is,kan men dit laatste verwaarloozen ;zelfs ook al is
het dik,gelijk wij zoo aanstonds zien zullen.Maar,indien men nu Op een
der hoeken een stukje lood spijkert,za1 die hoek zwaarder worden en het
middelpunt van gedaante zal niet langer met het zwaartepunt samenvallen.
H et s te u np u n t.Wanneer een knaap een stok op de punt van zijn vinger
overeind zet,bevinden zich het zwaartepunt van den stok en de punt van den
vinger in dezelfde verticale lijn.Maar,daar dat zwaartepunt zoo weinig onder-
steund is,moet hij gedurig zijn steunpunt,den vinger,verplaatsen,Om het
hebben, gelijk
wordt en de
DE ZW AARTEKRAOHT EN HET W EGEN.
telkens in de verticale lijn van den stok,waarin het zwaartepunt ligt, te bren-
gen.Kinderen,die pas beginnen te loopen,hebben moeite om zich) nu Op den
eenen,dan op den anderen voet staande,tegen vallen te beveiligen ; later leert
men een vasten gang,dat is met arldere woorden : vast Overeind blijven bij
gedurige verplaatsing van het zwaartepunt des lichaams van de een naar de
andere zijde,en, op de twee beenen staande,staat men zeer vast.Maar a1s
men zich van stelten bedient, wordt het weder moeielijker ; men heeft het
dubbele nadeel,dat het zwaartepunt des lichaams zooveel hooger komt en dat
de benedenzijden der stelten, veel kleiner dan die der voeten, veel minder steun
aanbieden. Het punt, waarop een lichaam vast staat,noemt men zijn steun-
punt.Het ei - zie de Onderstaande af beelding staat,vaster op het einde
A dan op het einde M ; waarom ? Het ei staat alleen dan vast,indien het
middelpunt van zwaarte (G) en het steunpunt A in n verticale lijn liggen.
0p de spitse zijde loopt het ei meer gevaar daarvan af te wijken. Indien er
Zwaartepunt en steunpunt.
meer dan n steunpunt is,b.v.de drie pooten eener tafel,moet de loodlijn
vallen binnen de oppervlakte, ingesloten door de verschillende rustpunten
A B C.Zoolang de loodlijn G 1 in 0 binnen dat vlak A.B C valt,staat de tafel
vast.En hetgeen van deze tafel geldt, geldt Ook van ieder voorwerp.Het
deksel eener suikerpot ltan niet Op den spitsen knop staan.De
binnen welke het steunpunt moet vallen,is te klein ell, zoodra
buiten de loodlijn van het zwaartepunt komt,valt het deksel over.
Iedereen heeft wel eens gehoord van de schuin staande torens te Pisa en te
Bologna.Mqn heeft deze merkwaardige bouwgewrochten wel eens willen aan-
merken als kunstwerken der bouwmeesters, die om hun kunst te toonen,
oppervlakte,
het steunpunt
speelden met een zwaartekl-acht, die in haar wezen toen nog aan geen ster-
veling bekend was.De afbeelding op bladz. 75 vertoont de beide torens te
Bologna,van welke de laagste, naar ztn bouwmeester G-xRlsExpA (1112) ge-
noemdx een hoogte van 45 meter en een afwijking van de loodlijn van 21 meter
heeft ; de hoogste, de A s i n e 11 i, is ruim 100 meter hoog en helt 1 meter
over.De geheele bouw van die torens,evenals van den vermaarden ronden
1
1
ll
l
I
j
ZW AARTEPUNT EN STEUNPUNT.
De hellende torens te Bologna.
76
op deze alleen.Een losgeraakte steen valt van den toren ;
hk,van den toren losgeraakt zgnde,door niet's Nvordt verhinderd aan de aan-
waaronl? Omdat
trekking der aarde te gehoorzamen.Maar heeft daarom,nu de steen er eenmaal
ligt,de aantrekkillgskracht der aarde Opgehouden ? Voorzeker niet ; de steen
ligt vast op den grond ; hem op te nemen eischt zekere krachtsinspanning ;
door het aanwezig zijn van den grond valt de steen niet verder ; deze Onder-.
vindt van den grond een loodrechte, naar boven gerichte drukking en Oefent
zelf op den grond een even groote naar beneden gerichte drukking uit, die
gelijk is aan zijn
kracht.Niet alle
gewicht,dit is aan de op den steen werkende zwaarte-
lichamen van dezelfde grootte hebben hetzelfde gewicht ; want
het laatste hangt alleen af van het aantal stofdeeltjes en,naarmate dus een
lichaam in eell gegeven volumen meer stofdeeltjes bevat, m.a.w.naarmate,
het dichter is,heeft het llleer gewicht.
Dit een en ander heeft reeds in de vroegste tijden aanleiding gegeven on'l
het gewicht der lichamen aan te merken als een maatstaf ter beoordeeling'
van de hoeveelheid hunner stofdeeltjes en dit
leidde tOt het uitvinden van werktuigen en han- N
K z'- *
f 4 v -. x ..-w-x. .= -- ..'
%.Nxv .K - r'-'w z '>. - n * N. + w - .. e x
o... r'- -= xe'- 'N
'jN . ',>,e- zel N . '. y$N: ..hj .x
k !jy ,.'#'' x!j j
jyq. '.,q N*t
t
*'
N
l
l
1
I
II
x
N .
delwijzen Om dit gewicht te bepalen.De daarvoor
bestemde toestellen heeten w e e g s
zOu dwaas zijn de vraag Op te Mzerpen Wie er
de eerste uitvinder van geweest is.Zij zijn in-
haar Oorspronkelijken toestand zoo hoogst een-
c h a l e n. Het
voudig,dat zij klaarblijkelijk meer het tlitvloeisel
zijn van een bepaalden stand der beschaving en
van behoefte aan een onderlinge ruiling dan juist
wel van de schranderheid eens uitvinders.Bij,
de Grieken werd PI-IIDON voor den uitvinder der ge-
wichten gehouden,terwijl door GELLIUS PALA-
MEoEs en door de Chineezen HIENE-JUENNE als.
DE ZWAARTEKRACHT EN HET W EGEN.
dit van de gewichten al zoo aannemen,
van schalen en balans niet zijn aangeduid.
Daar alle handel klaarblijkelijk uitgaat van meten en wegen,heeft men de'
uitvinding ervan gezocht bij een der oudste handelsvolken van den historischen
tijd,de Phoenicirs.Toch bestaat hiervoor geen andere grond dan de Onder-
stelling,dat een volk,welks handelsbetrekkingen zoO uitgebreid en aanzienlijk
waren, ook wel behoefte zal hebben gehad aan wegen.Uit de H.Schrift 1) is
bekend, dat reeds ABRAI-IAM het zilver w o o g,en in de wetgeving van Mozes
wordt Op vele plaatsen gewag gemaakt van maten en gewichten.Ook in het
boek Job 2) vindt men melding van een weegschaal,die misschien van onze
eenvoudige winkelschalen niet veel zal hebben verschild ;in de 1 l i a s vindt
zoodanig worden genoemd.Maar,al liet men.
dan zOu daardoor nog de uitvinding'
1) Gen. XXIII : 16.
G) Job VI :2 ;XXXI :6.
VERSCHILLENDE BALANSEN.
znen op onderscheidene plaatsen de bewijzen,dat HoxEuvs ynet wegen en
weegschalen moet bekend zijn geweest.
V e r s c h i l le n d e s O O 1- te n v a n w e e g s c h a l e n.De weegschalen werden
van oudsher vervaardigd naar dezelfde beginselen,volgens welke de werktuigen
voor de jnste wegingen worden vervaardigd.Die beginselen zijn de Ons reeds
bekende wetten van den hef boom .Men
nam eenvoudig een stukje hout,hing het
aan het midden Op
pees en maakte aan de uiteinden een
paar schalen vast,in welke de voorwerpen
ter weging moesten worden geplaatst.
Daar zulk een weging op het Oog niet
nauwkeurig genoeg was?volgde al spoedig
fle uitvinding van den evenaar en llet
hllisje ; en al de volgende volmakingen
van schalen en balans bestaan eigenlijk
aan een touwtje of
dienende
00n De gewone balans met schalen.
in 't aanbrengen van toestellen,
om die weging gemakkelijker en juister
te maken. De nevensst,aande af beelding
vertoont zulk een eenvoudige balans,alleen
voorzien van een wtzer,die langs
verdeelden boog loopt, op welken het over-
of onderwicht onmiddellijk wordt afgelezen.De hier volgende af beelding ver-
toont een weegschaal, bij welke de schalen niet aan de balans hangen,maar
op hare uiteinden zijn gezet.
Van lateren tijd is de
balans met armen van
ongelijke grootte, de
zoogenoem de unster,
in sommige streken van
ons vaderland punder
(ponder) genoemd.Deze
toestel verschilt van de
gewone balans in zoo-
ver,dat de armen niet
beide even lang zijn.
De eerste fguur op
bladz.78 geeft daarvan
een denkbeeld.Het te
P
De schalen op de uiteinden der balans.
Wogon V001*W01*P
Niordt in zkopgehangen Op een bepaalden afstand A O van het evenwichtspunt)
waarna men het tegenwicht Q zOO lang langs den arm A.B verschuift, totdat
deze in een horizontale richting blijft.Op den arm B O zijn de punten aange-
teekend, waar het gewicht Q l O O p e r genoemd moet hangen Om even-
wicht te maken met bekende gewichten in A.
,en zoo za1men uit de plaats
DE ZW AARTEKRACHT EN HET SVEGEN.
van den
toestel
ring D het gewicht van het lichaam P kunnen vinden
. Deze
draagt den naam R o m e i ns ch e w a a g (statera Romana),
N700g-
doch te
onrechte,daar zij,hoewel bij de Romeinen mede in
tlitgevonden, noch tOt ons overgebracht is
.
Niet onwaarschijnlijk is de afleiding-
Man het Arabische woord r o m m a n
,een granaatappel,naar de gedaante van
het schuifgewicht Q ;zij wordt bevestigd door den naam l a r o m ai n e, dien
de Franschen aan dat gewicht geven
. Het laat zich licht denken,dat de Ara-
bieren,of ook wel de Mooren in Spanje, bij hen naar
gebruik,door hen noch
tx.
1
II
D A
s, --------, I0 IIlQ Q 11
C
l
Nw
Q
'< . .
f
,
e. l p '
l j
>
gevolgd is.
Een zeer groote nauwkeu-
righeid kan men bij een zoo,
eenvoudigen toestel niet ver-
wachten ; doch wegens gemak
van behandeling zijn zij in
het dagelijksche leven hoogst
bruikbaar.Reeds de Romei-
nen kenden,gelijk men door
gravingen te Pompeji weetj.
het voordeel om door twee.
verscllillende
in A te
De unster. ophangpunten
wegen.Doorgaans
bevqnd zich het eene dan half of een vierde nader aan het punt C dan het
andere.Daardoor kon men met hetzelfde schuifgewicht en bij dezelfde lengte
van den arm B O zoowel zwaarder als lichter voorwerpen wegen
. lndien b.v.
het eene weegpunt 2 decim., het andere slechts 4 centim
. van het ophangpunt
C verwijderd is, bij een lengte B C van 1 meters
dan kon met een schuifgewicht Q van 1 kilo Op
den grootsten afstand van den haak bij B slechts
5 kilo aan A, maar aan den ring
, 't meest nabij
het ophangpunt gehangen
,
25 kilo gewogen worden-
Een andere soort van balans met Ongelijke armen,
hieraevens afgebeeld,wordt veelal gebruikt tOt het
wegen van zeer lichte voorwerpen,b.v. brieven.
De gebroken hef boom A O B kan vrij om het steun-
punt C ronddraaien ; de korte arm draagt een schaal
E ;de lange arm is btj G zooveel verzwaard, dat,a1s het gemeenschappelijk
zwaartepunt van den
,
hef boom A C B en van de schaal E verticaal onder het
steunpunt C komt te liggen,de wijzer B aan het uiteinde van den arm C B
dan op het nulpunt van den verdeelden cirkelboog wtjst.Door voorwerpen Op
de schaal E te plaatsen zal die wijzer langs den cirkelboog loopen en Op de
aldaar aangebrachte verdeeling het gewicht dier voorwerpen aanwijzen.
De b r u g b a 1 a n s of b a s c u l e, naar haren uitvinder die van QUINTEUA ge-
dezen weegtoestel, een
gedeelte r O m m a n genoemdy.
Over Europa hebben verspreid
en dat de naam het voorwerp
78
VERSCHILLENDE BALANSEN. 79
noemd,
men de
is Oogenschijnlijk de meest ingewikkelde van alle balansen,doch,indien
beide af beeldingen hieronder met aandacht beschouwt, zal hare
inrichting toch volkomen duidelijk worden.Men merke op,dat dezelfde letters
ter aanduiding der verschillende gedeelten Op beide af beeldingen geplaatst ztjn.
De bovenste guur stelt zulk een toestel voor,gelijk hij tegenwoordig veel
gebruikt wordt in den handel aan de spoorwegen tot het wegen van vracht-
goederen enz. Wij zien ook hier de wezenlijkste bestanddeelen van iedere
weegschaal :voor de gewichten de schaal P, voor het te wegen voorwerp Q
de brug A B ; voorts
de balans L N met
haar steunpunt in
M. Maar reeds de
oppervlakkigste be-
schouwing toont
velerlei
van de tot dusver
afwijking
beschouwde balan-
sen 'wij zien name- )
lijk, dat de last Q
niet aan een enkel
6 c 6 ,1Z
(!
lI l
l
:l$11:l1e :.@$.#:1e'e..
Lt*
1 .4.
l
.
..
e
$ -- - 1 y . .
''$!
. j
! .
l l 1
- l '2
l .y 1
.& <- &
R $N@ - j
... j4:,, , -,$k,. h.- 444 ,r
j e-* 11zgJ1 jjjjjjjI:11114jl1jjjj;jjwll- ljIjjljlj'I1t!lttl IjjjjI IIIjI111.I 1: k
i'utk' a ) It 11 I''j .) rfll1) aI1.01' '1.lIltllj .ij l!!.Ix jjjjjjjjjjjj .j..,j I11611$ 1 1l1fI,11II 11III '.
.II'-hII I'-,r-. IlIl IIlIi II I
II
= .
..x x .. x . - - .%-x ..x .'..& '.> %% .x: x.:xx .Nt . . x x . . .x h .. x NNX
N
punt van den ba-
lans-arna L N hangt, maar dat de brug A.B slechts ten deele op
klos E rust, die op hare beurt op den narmigen hef boom F G drukt
en door dezen bij L aan de balans hangt ;voor het andere gedeelte echter
drukt de brug A B de schoor C D neder en hangt zij zoO aan den arm der
balans.A B C D zijn een aanlnverbonden geheel. Deze beide ophangpunten
van den last,bij K en L,maken
de zaak slechts schijnbaar inge-
wikkeld,want in wezenlijkheid
is de werking dezelfde alsof de
last onmiddellijk en geheel bij K
ware Opgehangen ; de geheele
toestel buiten dat ophangpunt
dient alleen om een gelijkmatig
horizontaal op- en nedergaan der
brug A B te verkrijgen en alzoo
het geheel voor het wegen van
M c X L K
- '
hk
'
hk
,11,111111jjjjjjjt Ijljt-------. jtjljjl!jj hy II X
NN s
.
y.,
-'
/,,,
,,
-
-
--
'-
-'--
--
-- --
-.
'-''
-'
'---
---
N>$
/ . >y )y X 7
) ' i///
! /# k. I //
/ ,y ??
? , AX I /
v ) ??,,y 'h
$ lyy B N
. $ . o .y ! /4
/// Z ZW zM Z z- A zyx 'AAZJJAAJO Z'J/Y X j '
*1%I*>@pq1pj1$p!ll!lll'*1',,1$1111ltp)1l11111',4!1$1$1.'1l!,411Ilj#tIp!1,l,!1111.1- ..
jf y, , ZXZ
ZZZFAXAAAAVV'AA .WAy'A AAAA.M A' AO'A.K X' ZMA .AA.m A'z'Z'X'A.A A'M N A N
groote voorwerpen geschikt te
maken.Daarom is het ook volmaakt om 't even,Op welk gedeelte der balans
de last wordt geplaatst,bij A Of bij B of in het midden, dewijl de
Overal dezelfde is.Doch en dit is bij de brugbalans een hoofdzaak
schen de afstanden E F en G F moet volmaakt dezelfde verhouding bestaan
drukking
tus-
als tusschen K M en L M. lndien dus b.v. K M -) van L M is, moet ook E F
j van G F zijn.En dienvolgens drukt Q gelijkmatig op de geheele brug A Br
op welk punt van deze men dien last,Ook plaatse.Het gedeelte,dat bij E op
80 DE ZWAARTEKRACHT EN HET WEGEN.
den hef boom G F werkt,komt in het aangenomen geval wel slechts vOor j.
bij G in aanmerking,doch daarvoor is de lengte van den hef boomsarm L M
vtjfmaal grooter dan K M,waar het Op B drukkende gedeelte een daling ver-
oorzaakt ; ten slotte ondergaat dus de hef boomsarm dezelfde werking,alsof de
geheele last aan het punt K hing.De verhouding tusschen K M en L M eener-
zijds en E F en F G kan willekeurig van grootte zijn, indien beide maar onder-
linj gelijk zijn. Indien men dus de brugbalans nu en dan met den naam
decimaalweger bestempelt,geschiedt zulks niet, omdat het gewicht P juist met
een tienmaal zwaarder voorwerp Q in evenwicht is m.a.w.dat Q 10 kilo
weegt,als er 1 kilo in de scllaal moet staan,maar omdat de meeste brugba-
lansen op die verhouding vervaardigd zjjn.
Op een soortgelijk beginsel berusten de groote brugbalansen,op welke men
vrachten van honderden c'ent. ineens weegt.De hef boomen liggn doorgaans
onder den grond in gemetselde kuilen,terwijl het vlak A B gelijkvloers ligt,
zoodat men er met zwaargeladen vrachtwagens Of karren op rijdt.Daarbij zijn
de verschillende lengten der hef boomen onderling dikwijls in die verhouding
vervaardigd,dat ieder pond gewicht in de schaal 1 cent.op de brug voorstelt.
Aveegschalen,
dusver hebben
righeid.Hoewel de kleine schaaltjes van apothekers en goudwegers, die slechts
in jnheid van de gewone winkelschalen verschillen, voor hun gebruik vol-
doende zijn, komen er echter vele gevallen A-oOr,dat nOg Ejner toestellen ver-
gaan,
de gewone samenstelling vervaardigd,zooals wij ze tOt volgens
behandeld, geen aanspraak kunnen raaken op groote nauwkeu-
eischt worden tot veel nauwkeuriger weging.ln steden b.v. waar veel in ztjde
omgaat, zooals Crefeld,Lyon enz.,zijn afzonderlijke inrichtingen om de zijde,
zooals men haar uit ltali en andere landen aanvoert,ten aanzien van hare
waterdeelen (die vaak zeer aanzienlijk zijn) te Onderzoeken,omdat de kooper
dat vocht natuurlijk niet tegen zijde betalen wil.Nu is het echter niet moge-
lijk,belangrijke partijn,groote balen,volkomen van vochtdeelen te ntdoen
en daarbij het verlies aan gewicht met juistheid te bepalen. Daarom bepaalt
men zich bij het onderzoeken van kleine monsters, die ten allernauwkeurigste
en bij herhaling gewogen worden,totdat zij bij uitdroging geen verlies meer
D e c h e m i s c h e w e e g s c h a a 1.Het is gemakkelijk na te dat de
aanwtjzen :daarnaar wordt dan voor groote balen de waarde berekend.Bij
zulke kostbare waar kunnen kleine vergissingen,op zoO groote schaal overge-
bracht,licht groot nadeel voor de eene of de a,ndere partij veroorzaken ; daarom
wordt door de met dat onderzoek belaste beambten de grootste zorgvuldigheid
in achtgenomen,zoodat alleen de allernauwkeurigste weegtoestellen,geltk zij
voor wetenschappelijke navorschingen worden vervaardigd,daartoe in aanmer-
king kunnen komen.Het is van belang de scheiktlndige weegschaal goed te
leeren kennen ; de afbeelding Op bladz.81 zal ons daartoe behulpzaam zijn.
Een goede weegschaal bestaat,wat het wezenlijke betreft, uit 3 gedeelten :
een vasten steun voor de as, om welke de balans draait,de balans zelf en
de schalen.Het tweede is het voornaamste, zoodat dan Ook de vervaardiging
der balans haar eigen theorie heeft.
De balans is,gelijk wij reeds opmerkten,een hef boom met twee armen,
81 DE CHEMISCHE BALANS.
4ie gelijk van grootte zijn.De schalen hangen even ver van het slingerpunt.
Dit punt ligt iets hooger dan het zwaartepunt en dienvolgens ligt de balans
in een volmaakt horizontale richting, indien zij Of in 't geheel niet of aan beide
zijden even zwaar belast is.Dat het slingerpunt niet met het zwaartepunt
mag samenvallen,noch ook het laatste hooger liggen,blijkt uit de Onderstaande
figuur, die de balans voorstelt.Aldaar is a het slingerpunt en b het zwaarte-
punt der niet belaste balans.Nadat er echter de gewichten Q en Q'aan
hangen zijn)
hooger,nader
g*e -
zich ligt het zwaartepunt niet meer in b,maar het verplaatst
btja,indien de gewichten in dezelfde horizontale ltjn met c,
zijn Opgehangen,in welke dienvolgens ook hun gemeenschappelijk zwaartepunt
ligt.Zoodra nu Q'iets zwaarder wordt dan Q,wordt het gemeenschappelijk zwaarte-
punt verplaatst naar de richting van Q', Omtrent naar d:en dat van het geheel,
met inbegrip mede van de balans,naar een punt tusschen b en d,b.v.naar
het punt c.Dit punt c echter moet loodrecht onder het steunpunt liggen, zal
tIe balans in evenwichtzijn ;daarom zal zij om den hoek b a c slingeren.Van
de grootte'van dien hoek hangt de gevoeligheid der balans af.Nu heeft een
bekwaam werktuigkundige het in zijne hand, deze gevoeligheid Op verschillende
wijzen te regelen.Vervaardigt hij namelijk den toestel in dier voege,dat het
zwaartepunt van de balans, b,
zeer dicht onder het steunpunt
komt te liggen,dan wordt de ver-
houding der lijn c b tot a d kleiner
en de hoek b a c stomper.Hetzelfde
wordt echter Ook het geval,wanneer
de armen der balans zO0 lang en
zoo licht mogelijk gemaakt worden.
Daarom maakt men de balans
Q Q'
De chemische balans.
z ij
niet massief,maar raamsgewijs,gelijk de
is er niet Onsterker door.Docl: men moet, volgende af beelding vertoont ;
het gevoelig maken der balansen niet overdrijven.lndien men, ten einde de
gevoeligheid zooveel mogelijk te verhoogen,de stevigheid al te zeer Opofl-ert,
kan het bij zeer zware belasting gebeuren,dat het algemeene zwaartepunt
samenvalt met het steunpunt en de balans, in plaats van slechts over te slaan,
geheel omslaat.En al is zulks het geval niet,dan worden de slingeringen zoo
langzaam en de geheele balans zo0 onrustig, dat men veel tijd en geduld noodig
heeft tot een goede weging.
0na de rnate van doorslaan te beoordeelen en daarnaarhet meerdere gewicht
in de eene schaal,den zoogenoemden doorslag, nauwkeurig te kunnen bepalen,
aroorziet men de balans van een langen wijzer,die over een verdeelden graad-
boog loopt.lndien de balans in rust en geheel niet of aan beide zijden volmaakt
gelijk belast is,moet de wijzer juist het midden Of nulpunt anwijzen ; ten
einde alles aldus te stellen bevinden zich aan den voet 2 of 3 schroeven,be-
nevens een achter den standaard hangend schietlood,dat bg loodrechten stand
een bepaald punt aanwijst.Doch bij zware belasting kan de balans licht door-
buigen, zoodat het zwaartepunt te zeer naar beneden verplaatst wordt ten nadeele
der gevoeligheid ; Ook kan die doorbuiging min of meer onregelmatig zijn, tenge-
VII1. 6
DE ZW AARTEKRACHT EN HET W EGEN.
volge waarvan het zwaartepunt niet meer loodrecht onder het steunpunt komt
te liggen.Daarom heeft men zoowel aan de uiteinden alsook in het midden
der balans stelschroeven aangebracht,voorzien van metalen schijven of kogels,
welker grootere Of kleinere afstand van het middelpunt der balans de ligging
van het iwaartepunt gemakkelijk laat verbeteren.
Bij gebrek aan een zuivere balans kan men toch nog vrij nauwkeurig wegen,
indien de onzuiverheid namelijk alleen bestaat in Ongelijkheid der armen.Men
legt dan het te wegen voorwerp eerst in de eene schaal en plaatst in de andere
zooveel gewicht,dat de balans zich horizontaal stelt. Daarna legt men 't voor-
Jig.62.
1
r . 1
*
l
l .
l
i
J .
/ j l -3 5- s z
!
11lI I
I
De Chemische balans.
Nverp in de tNveede schaal en plaatst nlen in de eerste schaal zooveel
dat de balans den horizontalen stand inneemt. De meetkundig middeneven-
gewicht,
redige van beide gewichten, d.i. de vierkantswortel uit hun product,is dan
't ware gewicht van 't voorwerp, wat uit de wet der momenten gemakkelijk
volgt.Indien b.v.het voorwerp in de eene schaal 9 kilo weegt en in de
andere 4,dan is het juiste gewicht
Eindelijk ziet men nOg aan den bovenbalk der balans een
gaans in tienen, daar men bij zeer fijne wegingen
p'-4 9 - 6 kilo. * -
verdeeling, door-
zich alleen van het metrieke
stelsel, zijnde tiendeelig,bedient. Deze verdeeling dient tot het vereFenen
der kleinste gewichtsverschillen,waartoe het bezigen van gewichtjes niet vol-
83
komen toereikend is.Men bedient zich daartoe, in plaats van van het gewolle ge-
wicht, van zoogenoemde r u i t e r tj e s, zijnde haakjes - aldus : - Van ZOO1*
fljn gouddraad,welke men Op de balans zet. Deze haakjes wegen eell milligram
(een millioenste van een kilo).Het gewicht nu van eenig voorwerp, ten nauwkeu-
rigste genomen,hangt af van deplaats waar men het ruitertje op de balans plaatst.
llet betrekking tOt dit ruitertje werkt de balans als een unster.Gesteld dat de balans
in evenwicht is bij een belasting van 3,246 grammen, indien het ruitertje aan
dezelfde zijde juist tusschen de 4de en 5de verdeeling, van het midden af te rekenen,
geplaatst is,da'n zal het geheele gewicht 3,24645 grammen zijn.lmmers,dewijl
het ruitertje 0,001 gram zwaar is, werkt het Op de 5de deelstreep slechts zoO-
veel a1s 0,0005 en midden tusschen de 4de en 5de als 0,00045 gram.
Ten einde de wrijving zoO gering mogelijk te maken,heeft men al de slin-
gerpunten voorzien van scherpe stalen sneden,die Over zeer gladde agaten of
hjn gepolijst staal loopen.Die punten zijn het slinger- of ophangpunt der
balans,benevens de Ophangpunten der beide schalen.Voor het eerste punt is
een kantige snede reeds daarom noodig,dewijl bij een bolvormig steunpunt
iedere verandering van den stand der balans ook altijd het slingerpunt zou
veranderen, zoodat aan geen nauwkeurig wegen zou te denken zijn.De beide
tusschen de schalen der chemische balans afzonderlijk afgebeelde hguren vel'-
toonen eene bijzonderheden.De steunkanten Of aanhanging der schalen in de
sneden moeten nauwkeurig liggen) d.i.onderling evenwijdig,rechthoekig Op de
balans en met het steunpunt van deze in hetzelfde waterpas.Daartoe nu zijn
Onderscheidene schroeven aangebracht,door welke het plaatje c,dat den scher-
pen kant a draagt,naar welgevallen kan gesteld worden.Bovendien laat men de
balans,ten einde het afslijten van de middelste scherpe zijde te voorkomen,niet
altijd op deze rusten en heen enweder slingeren,maar heft men de balans,a1s zij
niet gebruikt w ordt,een w einig van haar steunpunt op, hetgeen door middel van
knoppen,Op kleine hef boomen werkende,geschieden kan.Bij zeer fijne weegtoe-
stellen verricht men dit niet alleen,wanneer de balans niet gebruikt wordt,maar
Ook telkenmale als men onder het wegen gewicht uit de schaal neemt Of erin legt.
ln den laatsten tijd heeft men ter bepalillg van de stof hoeveelheid - het
gewicht van voorwerpen een gansch ander beginsel toegepast,namelijk de
spanning van ne of meer stalen veeren.Door het te wegen voorwerp aan
een zoodanige veer te hangen Of er haar mee te drukken,wordt die veer meer
gespannen en de graad van spanning, in gewicht uitgedrukt, door een wijzer
Op een verdeelde schaal aangeduid.Bekend zijn de briefwegertjes,Op die wijze
ingericht; Ook tot huiselijk Of winkelgebruik heeft men zulke schalen,onder
welke eene wijzerplaat met wijzer geplaatst is,waarbij de meeste van 50
grammen tOt 10 kilo kullnen aanwijzen ; met brugbalansen verbonden)dienen
deze toestellen ook bij den spoorwegdienst tot het wegen van zware voorwerpen.
Een der belangwekkendste weegtoestellen is de door de geheele beschaafde
wereld bekend geworden zoogenoemde c o t t o n - w a g e in de koninklijke munt
te Londen.Hooren wij daarover een ooggetuige.,?W ij staan in een lang ver-
84
trek met onderscheiden ramen aan de voorzijde;te midden van die zijde,bijna
ter hoogte van het middelste raam,staat een kleine nette stoommachine, een
voorwerp Om in het boudoir eener dame te plaatsen ten einde er een goud-
vischglas te vullen ; voor de ramen ziet men,in de lengte van het vertrek,
Onderscheidene sierlijk bewerkte mahoniehouten toestellen,welker keurig fraaie
koperen raderwerken door het nette stoommachinetje in beweging worden ge-
bracht.Midden in de zaal staat een groote,zware tafel,waarop groote hoo-
pen neen !bergen gouden sovereigns den koelbloedigsten verachter van het
blinkend slijk''doen watertallden.Eenige beambten woelen met schoppen in ::
die gouden heuvels. pHier worden de sovereigns gewogen''fluistert onze gids
en wij hebben gelegenheid om een Oogenblik Op te nemen wat er gebeurt.
HOe minder kennis men heeft van het machinewezen - en dit geldt van al
de bezoekers des te verwonderlijker schijnt er de werking van.Behalve het
eigenlijke raderwerk heeft het sierlijke machinetje een kast, die aan de boven-
zijde open is :zij is voorzien van twee halfronde goten,die Onder een helling
van 30O liggen.Indien men in een dezer goten een schijfje legt, zoo dik als
de doorsnede van een sovereign,dan zakt het wegens de helling der goot naar
beneden,waar het eene goudstuk na het andere in het kastje valt. De beambten
hebben niets te doen dan de goten met geldstukken te vullen aan de be-
nedenzijde der goot heeft het eigenlijke wonder plaats. Zoodra er namelijk een
sovereign aanlandt,die slechts een half grein lichter is dan hij zijn moet) komt
een neuswijs koperen plaatje uit een verborgen spleet te voorschijn en schuift
den lichten vogel vlug naar de linkerzijde van het kastje,terwijl alle wichtige
stukken naar de rechterzijde vallen. Dit koperen plaatje, dat daar in zijn schuil-
hoek op de loer zit en alleen dan voor den dag springt,als er een te lichte
sovereign weg te kapen valt, heeft iets ondeugends,iets geniepigs, iets repu-
blikeinsch als ik mij zoo mag uitdrukken. Maar wat de nauwkeurigheid der
critiek over gekroonde hoofden betreft,zou de roodste republikeill zich met die
koperen plaatjes niet kunnen meten.Doch wat mensch zOu Ook de geldigheid
van zijn medemensch bij greinen kunnen afwegen ! W ij kunnen Ons niet
verzadigen aan het bezien dezer werkzame machine. De koperen plaatjes komen
dikwijls voor den dag als versleten Of gesnoeide sovereigns door de goot schui-
ven ; zij laten niet n enkelen onopgemerkt voorbij sluipen en gaan daarbij
zeer bedaard,zonder eenige aanmatiging te werk. Een der beambten is zoO
vriendelijk Om Ons het doel dier schifting te verklaren.?)De bank schift alleell
daarom de wichtige van de onvoldoende,Omdat zij enkel wichtige uitgeeft.''
En wat gebeurt er met de andere ?''nbie gaan naar de munt Om een nieu- ))
wen muntslag te ontvangen ;doch alvorens nemen wij de vrijheid, ze hier te
merken.W ilt gij eens zien hoe ? En hij neemt eenige handvollen van de ver-
oordeelden en werpt ze in een kastje,dat tot dusver aan onze opmerkzaamheid
ontsnapt was en het voorkomen van een klein draaiorgel heeft.Hij draait aan
een kruk of drukt op een knop wie kan ook alles zoo nauwkeurig onthou-
den !- en binnen in het kastje hoort men een verward gedruisch,terwijl van
Onderen de ingeworpen sovereigns er weldra uitvallen. Maar,lieve hemel,hoe
verminkt ! Alle zijn doorgesneden als een kaarteblad. Koningin VICTORIA en
DE ZW AARTEKRACHT EN HET AVEGEN.
/# DE
v COTTON-W AGE . SPECIFIEK GEW ICHT.
koning W ILLEM en koning GEORGE liggen daar met afgesneden halzen. Een
rilling vaart Ons door de leden en wij gaan heen met het wisselen van een :
Goeden morgen, heer !'' Uw dienaar,mijnheer !'' )1 ))
Dit verwonderlijke werkttlig heet naar den uitvinder OOTTON, mede-directeur
der Engelsche bank.Dergeltjke toestellen gebruikt men in de munt tOt het
wegen der muntplaatjes,eer zij den stempel Ontvangen.Men weegt er 20 in
een minuut,Of 1200 in het uur ; doch deze snelheid kan tOt 30 in de minuut
worden Opgevoerd zonder nadeel voor de nauwkeurigheid.De 5 weegtoestellen,
in de munt voorhanden,wegen dagelijks 48000 plaatjes tot waarmerking van
het bij parlements-acte voorgeschreven gewicht.De gewichten zelven zijn van
berg-kristal en Ondergaan noch door roesten noch dool'slijten eenige verandering.
S p e c i f i e k g e w i c ht. Naar men verhaalt,werd eens aan ARCHIMEDES een
kostbaar voorwerp,van goud vervaardigd,ter hand gesteld,ten einde'te Onder-
zoeken, of de kunstenaar zijn werk eerlijk van zuiver goud had gemaakt,dan
wel Of het
Doch bij de proef mocht natuurlijk het voorwerp niet geschonden worden.
ARCHIMEDES vond in het bad de oplossing van het raadsel.Hij zag dat Onder-
scheidene licham en, b.v.hout, door het water gedragen werden, doch dat
andere,met name metalen en steenen,erin tot op den bodem wegzonken.Zijn
eigen lichaam werd in de vloeistof veel lichter,hij had weinig moeite Om er
zich in Op te heft-en, terwijl in de lucht tot eell even hoogen sprong veel meer
krachtsinspanning noodig was.In het kort ARCHIMEOES Ontdekte de wet,
volgens welke alle lichamen in het water juist zooveel van hun gewicht ver-
van binnen met een minder edel metaal was Opgevtlld. VOOVWOIT
liezen,als het gewicht der watermassa bedraagt,welke zij bij indompeling
verdrijven. Een steen,een stuk ijzer en een stuk hout, alle even groot, wor-
den, onder water gehouden, alle evenveel lichter, zoodat misschien de steen,
a1s hij buiten het water 2 kilo woog,Onder water slechts 1 kilo hotldt,het
stuk ijzer buiten het water 71 ,in het water 61 kilo.Het stuk hout daaren-
tegen,dat buiten het water b.v.-j.kilo woog, heeft in het water in 't ge-
heel geen gewicht meer ; het heeft integendeel eene negatieve zwaarte,d.i.de
neiging om zich op te hefl-en,ja zelfs dit nog te kunnen doen,al legt men er
-
t kilo Op.Als het zich vrij bewegen kan, stijgt het naar de oppervlakte van
het water en steekt er met ) van zijnen inhoud boven uit.Trouwens eerst
dan is de opwaarts werkende drukking van het weggedrongen water gelijk
aan de nederwaarts werkende van het ingedompelde lichaam.
Een lichaaln, dat, ingeval het zich vrij bewegen kan,niet geheel beneden
de oppervlakte van het water zinkt, maar dqor het water gedragen Fordt en
er ten deele boven uitsteekt) d r ij f t. nbrijven'' doen alle lichamen,welker
gewicht minder is dan dat eener watermassa van denzelfden omvang ; dien-
volgens zijn zwaarlijvige menschen betrekkelijk lichter dan magere,omdat bij
de laatsten het zooveel zwaarder gebeente een betrekkelijk grooter gedeelte
van het geheel uitmaakt.ln 't algemeen is het menschelijk lichaam een weinig
lichter dan water ; daarom ligt de Oorzaak van het verdrinken op zich zelf
niet hierin,dat het lichaam in water zinkt ;indien men,in het,water gevallen
zijnde,de tegenwoordigheid van geest had Om noch door verkeerde houding?
86 EN HET WEGEN. pE ZSVAARTEKRACHT
noch door Ongeregelde ademhaling - het gevolg van angst en schrik - het
zinken te bevorderen,zou, in de afgebeelde houding hieronder,het drjven
van de voorste helft van het
!l v - * t ,
y. *) *'t
. / e 'e - . v .< x..> J ..--
.. .,,' I ' -
,: uA , ..... /' #' .e. -'
- z II < .. I >. . .H'
!II x .*' @ ....,....,z ,z ..
ze'-
(I *. - j w, .-..- .-.- - ' s .x. ! ' 4 ..>.
qtt . @ > @ -
ew <
.- $
. ...- * . ' :-<w
- M a - ---
= - zxlxxz.
. = -
=
- - e
> - --- . =
= = . =
hoofd alleen door eene zeer
zware kleeding kunnen wor-
den belemmerd.Een naakt
mensch in die
de tengerste,
lichaam, dat juist hetzelfde
specifieke gewicht heeft >ls
het water,drijft er niet Op
en zinkt er niet in ; het
houding,oOk
zinkt niet.Een
Oefent geen overwegende
drukking naar beneden uit
op welke hoogtevan den bodem
men het dus onder water
en Ontvangt 0ok geen Overwegende naar boven;
'
- plaatst,het blijft er, zonder
rijzen of zinken ; daar het
menscheltjke lichaam een
weinig lichter is, rijst het tOt
nagenoeg aan den water-
spiegel.
Wij bezigden zooeven de P
itdrukking :s p e c i f i e k g e- u
w i ch t. Gelijk bekend is,
Y verstaat men daardoor de
J verhouding van het gewicht
van een volumen van een
.
B stof tOt het gewicht van
een gelijk volumen zuiver
water ;b.v. men denkt zich
6
een kubus van 1 kub.deci-
! l . meter zuiver water en een
: *
k,ij
,
7
. t:s .'!j anderen even grooten teer-
- -
= L,- g j ling van ijzer ;als nu de
- . )q -- - . a . jaatgtg %jT maaj gwaaydgy kg
-
...
-- .
rjj,p -
, . dan de eerste)zegt men, dat
' ' dit ijzer een specifek gewicht
' heeft van 7,5.
De zaak komt dus eigen-
lijk hierop neer, dat alle De hydrostatische weegschaal
.
lichamen, welker specihek
gewicht grooter is dan dat van water,zinken,terwijl alle,wier specihek ge-
wicht kleiner is dan dat van water,drtjven en juist voor een zooveelste ge-
deelte beneden den waterspiegel dalen als hun speciek gewicht bedraagt.
SPECIFIEK GEW ICHT.
Men vindt het specihek gewicht van eenig lichaam zeer gemakkelijk, indien
men het eerst Op de gewone wijze weegt en daarna in water ;het verschil
van de uitkomsten der beide wegingen duidt aan het gewicht van het water,
dat door de indompeling verdrongen is, en daaruit leidt men llet gezochte
specihek gewicht af.Gesteld,dat een stuk goud 25 gram weegt, doch in water
slechts 23,5 gr.,dan weegt het door het ingedompelde goudstuk verdrongen water
25 1
,5 gr. ; derhalve is het specihek gewicht van het stuk goul - = 16,666.Doch 1
,

zuiver goud heeft een speciiek gewicht van 19,3,waaruit volgt dat ons stuk
gOud vermengd is met lichtere zelfstandigheden,waardoor ook de waarde ver-
nlinderd is. Zoodra men weet,waarin die bijmengsels bestaan, kan men OOk
de hoeveelheid uit het speciek gewicht afleiden, en 't is dit beginsel,voor
welks ontdekking ARCHIMEDES een olerande van 100 Ossen gaf.Honderd
ossen ! - 't is eene Ondeugende opmerking van LESSTNG 't is oOk nu nog
vool- de ossen eene jobsttjding, a1s een pas ontdekte waarheid aan het licht komt,!
ledereen,die op een drijvende plank te water gaat of met een kurken gordel
om het lijf in de rivier springt, maakt gebruik van het Archimedische beginsel ;
ja alle scheepvaart berust op hetzelfde beginsel.Trouwens,door een lichaam
uit te hollen,kan men het dwingen Om een watermassa te verdringen, welker
gewicht het zijne ver overtreft,waardoor het in staat gesteld wordt Om lichamen
te dragen,die nochtans veel grooter specihek gewicht hebben.
Het wegen in het water is niet zeer moeielijk ;men kan er elke weegschaal
toe gebruiken,mits onder de noodige voorzorgen.
P 1-O e f O n d e rv i n d e l tj k b ew ij s d e r w e t v a n ARcHlxEpxs.Men gebruikt
hiervoor een hollen metalen cylinder C (zie de tweede afbeelding Op bladz.86),
in welks uitholling een massieve cylinder 0'juist past.De massieve cylinder
wordt met een paardehaar Opgehangen aan een haakje,dat zich onder den
hollen cylinder bevindt. Te zamen hangen
balans,die voor deze proef is ingericht en
beeld. Met behtllp van een getand rad P) dat op een getande staaf L werkt,
kan de balans op en neer bewogen en door den pal d in elken stand worden
zij aan een der schalen van een
hierboven reeds is vermeld en afge-
vastgehouden. Een bak met water wordt onder de schaal met de cylinders ge-
plaatst,zoodat bij het neerdalen der balans de massieve cylinder geheel in
water kan gedompeld worden. Men plaatst nu in de andere schaal zooveel
tegenwicht,dat de balans,wanneer zich de Onderste cylinder buiten het water
bevindt,juist in evenwicht is.Laat men nu de balans zakken,zoodat de cylin-
der C'in het water wordt dan is het evenwicht der balans ondergedompeld,
verbroken dool'de bovenwaarts gerichte drukking van het water,Of,zooals men
minder juist zegt, door het verlies aan gewicht,dat de Ondergedompelde cylinder
ondergaat :de balans slaat door naar de zijde van de schaal met de tegen-
wichten.Om het evenwicht te herstellen,moet men in de schaal boven de
cylinders gewicht plaatsen,juist zooveel a1s het door den cylinder verplaatste
water weegt,of ook en hierin is juist het Overtuigende van de proef ge-
legen - men kan, in plaats van een gewicht Op de schaal te zetten,den hollen
cylinder tOt aan den rand met water vullen.
88 DE ZWAARTEKRACHT EN HET WEGEN.
Eene andere manier om het specihek gewicht van vaste lichamen te bepalen
is deze, dat men ze in een glas legt, dat geheel gevuld is met water, hetwelk
men vooraf heeft gewogen. Door het inwerpen van het bedoelde lichaam loopt
het glas over ; het uitgeloopen water wordt weggeveegd en men weegt het.
glas met wat erin is nu
Of de ingeworpen hoeveelheid stof
nogmaals.Vooraf heeft men 't ingeworpen lichaam
gewogen.Door deze drie wegingen vindt
van het lichaam Of van de hoeveelheid stof.Een men het speci:ek gewicht
derde manier levert de
uitvinder.Dit werkttlig is in wezenlijkheid een toestel, bestemd tOt het kinden
van het speciiek gewicht der vaste lichamen.
a r e 0 m e t e r, die van NICHOLSON genoemd naar den
Het bestaat uit een koperen Of blikken hollen
K
I l
'- x '
N
1
'
j
a, I
l
=
N ..=
hangt,
Het werktuig is z00 zwaarr
dat het,in water drtjvende,
tot een weinig boven de basis
van den kegel A is Onderge-
dompeld.Om het soortelijk
gewicht van een vast voor-
werp te bepalen, gaat men
op de volgende wijze te werk :
1O. Op den in het water
drijvenden areometer plaatst men in het schaaltje K het voorwerp met zooveel
gewicht a1s noodig is om het werktuig te doen inzinken tot aan een streep a,
0p
door een
den steel aangeteekend.2O. Men neemt hetvoorwerp
dat den areometer even ver doet
weg en vervangt llet
gewicht P, inzinken ; P zal dan
bltjkbaar het gewicht van het voorwerp zijn.80. Men plaatst nu het voorwerp
in het mandje M en neemt het gewicht P weg, terwtl de overige gewichten
in het schaaltje onaangeroerd blijven ;de areometer za1 nu niet meer als bij
(le eerste proef,toen het voorwerp in het schaaltje was geplaatst,tOt a inzin-
ken,want het voorwerp ondergaat een Opwaartsche drukking van de vloeistof,
waarin het gedompeld is.Het gewicht P l ,dat thans vereischt wordt om den
areometer tot zijn vorigen stand terug te brengen,zal gelijk zijn aan het ge-
wicht van een volumen water,zoo groot als het volumen van het voorwerp ;
K
.g.- I
L ' -
#f j -r
j . -
i
f
'R
l
=
P i
s dus het soortelijk gewicht van het voorwerp. P
l
cylinder 0,van boven en van
onderen begrensd door kegels
A en B van hetzelfde metaal.
De bovenstekegel A draagt
aan den tOp een dunnen steel,
in het verlengde van de as
des kegels geplaatst, waarop
een schaaltje K is bevestigd.
Aan den ondersten kegel is
een haakje verbonden,waar-
aan een koperen mandje M
met lood bezwaard.
DE AREOMETER. 89
lndien het lichaam,dat men orlderzoekt,een soortelijk gewicht heeft,klei-
ner dan dat van het water,dan plaatst men het Onder het mandje M, dat dan
omgekeerd en aan het ringetje cf Opgehangen wordt ; vooral in dit geval moet
men zorgen,dat aan het ondergedompelde voorwerp geen luchtbellen blijven
hangen,daar het omgekeerde mandje haar ontsnappen en opstijgen verhindert.
Het zeer eenvoudige en weinig kostbare werktuig, dat wij beschreven,wordt
vooral door de mineralogen dikwijls gebruikt voor een
bepaling van het soortelijk gewicht van mineralen en
de balans Overbodig,een voordeel,dat vooral voor reizigers van groot belang
is.Jammer slechts, dat het geen zeer scherpe waarnemingen toelaat.Om goede
gemakkelijke en snelle
steensoorten.Het maakt
wegingen te verrichten behoeft men een balans,die nauwkeurig en gevoelig is.
Deze beide hoedanigheden bezit de areometer van NTCHOLSON slechts in geringe
mate.Zijn gevoeligheid is n niet groot n nOg alveranderlijk,af hangende
van de kracht van samenhang der vloeistof, waarin het werktuig gedompeld
is.De nauwkeurigheid wordt benadeeld door de aantrekkende werkingen,die
de vloeistof en de steel op elkander uitoefenen en die wij als zoogenaamde
capillaire werkingen later zullen leeren kennen.Men kan,wel is waar, de
gevoeligheid vermeerderen,door de dikte van den steel te verkleinen ; want de
doorsnede van den nieuwen vloeistofcylinder, die bij vermeerdering van belasting
zal verplaatst worden,wordt dan klelner ; de hoogte, dat is de diepte van inzin-
king,zal dus grooter zijn,zoodat de Op- en neerdalende beweging van den
areometer bij een zelfde verandering van belasting daardoor vergroot wordt.
Doch men kan aldus zekere grens niet overschrijden,want de steel moet de
noodige stevigheid behouden om het schaaltje en de daarop te plaatsen gewich-
ten te kunnen dragen zonder door te buigen.Dit gebrek is echter niet alleen
aan den areometer van NlcHoLsoxlmaar aan alle areometers eigen.
A r e O m et er van FAHRENHEIT.Dit dat dient Om het
gewicht van vloeistofen te bepalen,heeft
Het is van glas vervaardigd,opdat het
die metalen aantasten ; het mandje
bovendien vervangen door een met kwik Of hagel bezwaarden bol Of peer
die met den drijver vast verbonden is.Zij P het gewicht van den areometer ;
indien dan het werktuig, in de te onderzoeken vloeistof gedompeld,met een
gewicht p in het schaaltje K moet bezwaard worden Om tot de streep @ in
te zinken?zal P + p het gewicht zijn van het volumen der vloeistof,dat door
het deel van het werktuig beneden die streep wordt verplaatst.Blijkt het nu,
dat dezelfde inzinking in gedistilleerd water wordt teweeggebracht door een
gewicht p', dat P + p'derhalve het gewicht is van een volumen water,zoo
werktuig, soortelijk
bijna dezelfde gedaante als het vorige.
ook gebruikt kan worden in vloeistofren,
M van den areometer van NICHOLSON is
P + p
-
t:jjjk go. groot als dat van het werktuig beneden a', dan zal p ,het sool + P
wicht der vloeistof zijn.
De v O c ht w e g e r is in den grond een areometer tot het bepalen van het
speci:ek gewicht van vloeistofen.Als het te doen is Om zekerheid aangaande
de Oplossing van vaste stoflbn in vloeibare of de dooreenmenging van ver-
schillende vloeistofen)is het hulpmiddel van het specihek gewicht niet alleen
DE ZW AARTEKRACHT EN HET W EGEN.
het gemakkeltjkste,maar 0ok zekerste middel tot het bepalen van gehalte
en waarde.
In fabrieken, die Op scheikundige verbindingen berusten,b.v.zeepziederijen,
hangt het welgelukken der vervaardiging van vele mengsels alleen af van den
graad van dichtheid der Oplossingen.Het
de loog moet altijd een bepaalde waarde
deling af hangt van de dichtheid der Oplossingen, welke gedurende de verdamping
onophoudelijk verandert.Zulks geschiedt door onderzoek van het specifek ge-
wicht. Van alle oplossingen van zouten,zuren, ammoniak, chloorkalk enz.kan
gehalte van kristalliseerbaal- zout in
hebben,dewijl het beloop der behan-
het gehalte Of de verhouding tusschen de zelfstandigheid zelve en het bijge-
voegde water Onderzocht worden door bepaling van het speciiek gewicht ;
ontelbare vloeibare hndelsvoorwerpen worden dienvolgens verkocht
en gebruikt onder aanduiding van hun specihek gewicht.Inzonderheid
dan Ook in de branderijen dient de vochtweger als alcoholweger tOt
het bepalen der sterkte van brandewijn, jenever, rum enz.
Ter bepaling van het speciiek gewicht van vloeistoFen kan men
zonder ander hulpmiddel en tOt de grootste nauwkeurigheid ook den
areometer van NlcHoLsox gebruiken.lndien het werktuig b.v. met
de belasting lt maal zooveel weegt bij de indompeling in verdund
zwavelzuur (vitriool) als bij die in water,dan zal van 't verdunde
zwavelzuur een hoeveelheid,b.v. het glas vol,lj maal zwaarder zijn
dan een gelijke hoeveelheid water;m.a.w.,het specihek gewicht van
water als eenheid aangenomen zijnde,heeft het vitriool een specihek
gewicht = 1,25.Geheel zuiver Engelsch vitriool weegt 1,84 ; door
proeven heeft men voor elk specifek gewicht tusschen 1 en 1,84 de
belasting voor vitrioolbepaald,zoodat men een gegeven partij slechts
met den areometer behoeft te wegen om op een daarvoor volgens
de proeven vervaardigde tabel den zoogenoemden graad van het
vitriool te bepalen. Voor het gebruik echter heeft men aan den areo-
meter eenige veranderingen aangebracht,die het gebruik gemakkelijker
maken. De vochtweger bestaat (zie de nevensstaande af beelding) uit
eenen langen hollen cylinder, doorgaans van glas, voorzien van een
schaal,van boven en van onder dichtgesmolten en van onderen belast
met een bolletje kwikzilver of eenige hagelkorrels,opdat hij rechtstandig in
het water zakke. H0e lichter een vloefstof is,des te dieper zal er de vocht-
weger in zakken. De schaal toont aan,hoe diep hij zakt, terwijl men met
behulp van tabellen daaruit het specifek gewicht afleidt.Gemakshalve heeft
men voor verschillende vloeistoFen verschillende vochtwegers vervaardigd,
welke schalen dan slechts tusschen bepaalde graden behoeven te liggen ;dit
levert het voordeelOp, dat men er in plaats van het speciek gewicht onmiddellijk
het
(alcoholmeters)
gellalte op vindt aangeduid.Dienvolgens heeft men brandewijnwegers
voor geestrijke vochten, suikerwegers (saccharometers) voor
suikergehalte, melkwegers (lactometers) voor melk, bierwegers voor bier enz.
Het is echter jammer,dat de ijdelheid van zoogenoemde ruitvinders''en pver-
beteraars'' in de inrichting der tabellen ten koste van het publiek zoozeer
90
VOCHTWEGERS.
uitkijkt. Er zijn b.v.een menigte vochtwegers,
schillen dan in de dwaashei'd, b.v.Op dien van BAUMZ,als hij voor vloeistofl-en
lichter dan water ingericht is,het speciheke gewicht van water met het cijfer
10 te teekpnen en met 1,als hij dienen moet voor vloeistoflbn zwaarder dan
water ;ook wel gebeurt het,dat bij vochtwegers voor geestrijke vloeistofl'en
de schalen aanmerkelijk van elkander afwijken,naar gelang zij met instrumen-
die in niets van elkander ver-
ten van STopwxl, RICHTES,CARTIES, BECK of BAux vervaardigd ztjn.
De v o l um e t e r van Gwv-luvssAc is zoodanig ingericht,dat de schaal onmid-
delltjk laat aflezen,welk volumen in de vloeistof zakt.Daar het specifiek ge-
wicht omgekeerd evenredig is met het verplaatste volumen vocht,is het
gemakkeltjk te bepalen en verdient dit werktuig den naam van het best uit-
gedachte te zijn.
De alcoholweger is doorgaans voorzien van een hoog vaststaand glas, hieronder
afgebeeld,links de vochtweger met thermo-
meter (@),rechts het glas () ;in het laatste
giet men het geestrijke vocht,dat men
wegen wil.Dit glas mag niet te nauw zijn ;
anders zou de capillaire attractie het vocht
langs de wanden doen stijgen,tot nadeel
der zuivere werking van den areometer.
Bovendien hangt bij zulke wegingen veel
af van de temperatuur ;ten einde nu een
al te snelle verandering van deze te voor-
komen) ztjn glazen van niet te kleinen
Omvang altijd te verkiezen.lloe warmer
namelijk de vloeistof is,des te lichter is
zij,en bij klein verschil in warmtegraad kan
het specihek gewicht van geestrijk vocht
aanmerkelijk veranderen.Om te dezen alle
Onzekerheid weg te nemen, is de vocht-
weger voorzien van een thermometer ;de
hoogte, door dezen geteekend,wordt met
behulp van vergelijkingstafels in rekening
gebracht.
Goedgebruikt,zijn de areometers uitmuntende en hoogst nuttige werktuigen.
Doch,indien men met een dooreenmenging van meer dan twee zelfstandigheclen
te .doen heeft,zijn zij geheel Onbruikbaar,indien de eene zelfstandigheid liell-
ter, de andere zwaarder dan water is.Bier b. v.bestaat ten deele uit water,
en voorts ook lichter dan water doet worden.
I
1't l
!
I ,
l1l1''1l
I,lrk
fJ:,'j 1,;..tlll I-I1
j:jjj
l1-;j) 1t y
'
1I
.1j
Ij r -
1I'' I-j
1r't 1!1
!-lI '
jI
i1
l 'J
i111-, 1
(j,( (14-11j1 ,,,:I
I
,.t111 11Ji
d
i.-
'
-
'
'
i-
''
.--,
*
1.
1
-j1 I :1
-
*
11- Ir
'
--
1-k
'
1
*
'
ld i1
I l I'.,' ./?j.
, lrj- '
jl 1
1I
j1: I
&''-x --- ' ' j
j
- l
s+ xx -h LU
--- - .. .ts ws zzycc ,
- . . xtxxw
w .. ....m ..a. s ..j. . . .----. ..--- x v a a.
=-- s=- * 8 - -
L gzsj - = === = --. .5J
tl
#
uit alcohol,hetwelk het vocht
Maar daarenboven heeft het ook suiker- en zoutdeelen, benevens extractstofen.
die het mengsel van alcohol en water weder zwaarder dan zuiver water doelt
worden.Dienvolgens kunnen twee soorten van bier volmaakt gelijk staan il'l
specihek gewicht) terwijltoch tusschen beide in gehalte een zeer groot Onder-
scheid kan zijn, indien met de vermeerdering van alcohol Ook de hoeveelheid
vaste bestanddeelen naar evenredigheid vermeerderd is.Bij melk heeft hetzelfde
DE ZW AARTEKRACHT EN HET W EGEN.
plaats, daar ztjn het de vaste bestanddeelen, die het specihek gewicht vermin-
deren,terwijl melksuiker en zouten er tegenover staan ; het eene weegt het
andere in meerder of minder mate op.Bierwegers en melkwegers beteekenen
derhalve niets, indien zij alleen het specihek gewicht bepalen.
Ten opzichte der uitvinding van den areomet6r bestaat onder de geschied-
schrijvers een overlevering,die wij te vermelden hebben, al onthouden wij Ons
van het beoordeelen harer waarheid.Bisschop SYNESIUS van Cyrene maakt
in de vermaarde HYPATIA te namelijk een brief aan zijn leerlinge, Alexandri,
melding van een werktuig,dat hij in de genoemde stad wenschte te laten
maken of te koopen.De beschrijving,die hij aan HYPATIA van dat werktuig
geeft,ten einde te voorkomen,dat hij een verkeerd ontvangt,benevens het
gebruik,dat hij er van maken wil - SYNESIUS was ziek en wenschte Uen
hydroscopium te hebben - wekt het vermoeden, dat hij een areometer bedoelde.
Sommige uitleggers hebben daaruit afgeleid, dat HYPATIA den bedoelden toestel
zou hebben uitgevonden,doch dit kan het geval niet zijn,daar dan de bisschop
geen zO0 nauwkeurige beschrijving zOu hebben noodig geoordeeld.Dat OOk 5,001*
het einde der 4de eeuw de vochtweger te Alexandri nOg weinig bekend was,
veilig aannemen, daar een zO0 Ontwikkelde, ja geleerde vrouw a1s
in 475 vermoord werd) er anders we1 eenige kennis van zou
mag men
HYPATIA (die
gehad hebben.
Een eigenlijke beschrtjving van den
gedicht uit de 6de eeuw,dat men aan
ln Duitschland bediende men zich
vochtweger vindt men in een Latijnsch
den taalktlndige PslsclANvs toeschrijft.
reeds vroeg van zulke toestellen t0t het
en in eene, in 1603 uitgegeven nilalographie''
vindt men een uitvoerige beschrijving
onderzoeken der zoutpannen
(zoutbeschrtjving) van ou. TI-ILDEN
van inrichting en gebruik.
De tegenwoordige gedaante - een glas met schaal kOn de vochtweger
eerst na het jaar 1675 hebben,toen de bekende natuurkenner BOYLE voorsloeg,
hem tOt goudweging te bezigen.Toen werd de vochtweger OOk het eerst tOt
bepaling van het speciiek gewicht
MAYER. NICHOLSON beschreef zijn
In het volgend jaar vervaardigde zekere RICI-IARDSON een bierweger.VALLEI,
een Franschman, vond een likeur- en brandewijnweger uit,en van toen af
gebezigd door ROBERT BOYLE en CORNELIS
areometer met gewichten in het jaar 1787.
kwamen allerlei reeds vermelde veranderingen te voorschijn.
WM eindigen dit hoofdstuk met een opgave van het specifek gewicht van
de voornaamste bekende zelfstandigheden, zoowol vaste als vloeibare.
10. VLOEISTOFFEN.
Gedistilleerd regenwater Op
Zwavelzuur . . .
Volkomen salpeterzuur .
Salpeterzuur .
Zeewater . . .
Koemelk .
*
* *
de temperatuur aan 6310 Fahrenheit 1,0000
1,8409 * @ * * * @
1.5500 * @ @ *
1,2175 @ * * *
1,0263 * @ * @ * * @
1,0234 @ *
SPECIFIEK GEW ICHT VAN VERSCH .ZELFSTANDIGHEDEN.
Bordeauxwijn
Bourgognewijn . .
Lijnolie . . . .
Raapolie . . . .
Olijfolie . . . .
Terpentijnolie . .
Berg-olie of Naphta .
Alcohol,in den handel .
verhoogde proef 71 )
Tvatervrte )) )
Zwavelether .
METALEN.
Goud van 24 karaten,gegoten .
gesnleed . )) /) ))
Parijsche proef, @ gegote
n en gesmeed .
van 22 karaten,gegoten ))
(ducaten) ))
Zilver van 12 penningen,gegoten .
11 )) ))
Parijsche proef, van ))
en niet gesmeed . . .
Ruwe in korrels
Platina.
Ruwe, gegoten .
Gezuiverde,gegoten
gesmeed .
getrokken
geplet. ))
Rood,gegoten
Koper . )) )1 G
eel, gegoten
Gegoten en
Gegoten
In staven, gesmeed,koud
Zweedsch,gesmeed
Ongetemperd)noch koud geslagen
Koud geslagen en Ongetemperd
gehamerd en getemperd ))
Getemperd,niet koud gehamerd
Engelsch,gegoten
geslagen
en niet gesm eed
getrokken :1
en gesm eed .
getrokken
Ilzer.
Staal .
'T * 1l1 . .
))
Lood,gegoten
Zink, gegoten .
Bismuth,gegoten
en gesnaeed. ))
11 penningen 10 graden,gegoten
. 19,2581
. 19.3617
. 17,5894
. 17,4863
. 19.3519
. 10,4743
l 0 ,7) 10 7 @
. 10,1752
. 15,6016
. 14,6263
. 19,5000
. 20,3366
. 21,0417
. 22,0690
7,7880
8,8785
8,3958
8,5441
7 ,2 070
7,7880
8,3140
7,8331
7,8404
7,8180
7,8163
7,2910
7,3060
11,3523
7,1908
9,8227
. 0,9939
. 0,9915
. 0,9403
0,9193
0,9153
0,8697
0,8475
0,8371
0,8293
0,7920
0 ; 1 rn r 7) ) <
DE ZW AARTEKRACHT EN HET W EGEN.
Kobalt,gegoten .
Spiesglas,gegoten
Arsenik,rattenkruid,gegoten
Duitsch . K
wikzilver. E
ngelsch
Tungsteen . .
30 sTEExEx. @
Rotskristal van Madagascar
Kwartskristal .
Hardsteen,gewone bouwsto/en
met water doordrongen
ijzerdeelen bezet ))
,, gr1Ze. . .
Zeiyensteenen van Luik
met water doordrongen
Marmer, zwart en wit,van Namen
gespikkeld .
van Estra .
gen.Griotte, uit Vlaanderen
zwart en wit, uit Biscaye
wit,van Carrara ,
wit en zwart,uit Noorwegen
grijs, uit Noorwegen
uit Siberi .
wit, uit Napels
grijze, van Boulogne
in bladen
))
Spaath,
31
Graniet,gespikkeld .
uit Dauphin .
roode,uit Egypte
grijze, uit Egypte
roode, uit Lapland
Russische
uit Denemarken ))
Puimsteen
Lava . @ @ @ @ @ @
Bazalt, uit het Reuzengebergte .
genaamd toetssteen . )) /
Diamant .
Tormalijnsteen,groene .
Paarlen .
lvoor .
Koraal
7,8119
7,7021
5,7638
14,000
13,593
17,600
SPECIFIEK GEW ICHT VAN VERSCH. ZELFSTANDIGHEDEN.
Albast . .
Cornalijnsteen .
1,1740
2,6137
40 cuuwssoouTsx. *
Ilzerschuim
Flesschenglas .
Venstetglas, ruiten
Kristal,Fransch .
))
Glas van
@
Engelsch, flintglas
borax
Porselein, Saksisch
Zwavel,ruwe .
gegoten . ))
Steenkolen .
3'0 AARPSOORTEN. @
Kleiachtige aarde .
Vaste tuinaarde
Vette klei .
gewone . Pottenbakkersaarde
.
gezuiverde
versch
droog .
versch
verhard
vastgestanApt droog.
versch
1) Het specifek gewicht der voornaamste houtsoorten is in het tweede deeltje van dit
werk opgegeven.
. 2,8548
. . 2,7325
. . 2,6423
. 2,8922
. 3,3293
. 2,6070
. 2,4932
2,0332
. 1,9907
. 1,2292
1,929 @
. 2,063
. 2,047
. 1,630
. 1 ,6 6 4
. 1,516
. 1,800 - 2,000
. 1,305 - 1,699 1)
f j jIfll w 1 -***1-1- ! 4 l ' '.*1,I' ' . l
j iI'' j$lj j jjj!,# ' osrj.,T,,jjIw..jjj .y y
,y,
h
- -
,
x I, -.. - '. ',.-.-lf'jk,,.j $ j x ,, .
' h u .ll.. - , --- ,.kt 1j' '
-l 11 I 11 ''.' ' '' '''' ;:''''
''!! ,'1,'-, - 11--.- --11- --- ' .
1 I j II ,j ''1t
'
t
'
lj
d
-
'
--
'
-''
-
'
-
'
.,
'
-
'
'''' ''
'
'
'
'
'
.. -
,,.
.''..'-
-tI !',! 'j t l
. , I ,
,
j ih Il- l$ j
'
k f
. l 1 1 J ! 1- '(
t j 1 d , I
v- % ' I - I ..- ' x
j
j v.....c..cs.u - ,, l jj 1jj ''
-
'
-.. -
--
I j' !', .''''-
- $ I l
. o. .w jjjj '
j
1 ( -- >.- .- , II, . ,
!1 i ,( ..... - , $k ,
-
-'j .( , jj!I!j- , j 1-
,
' -
,;,,I ! j Ij j j I . ! !t I
I1l(': - i1 I .
,.-
) , -, 'f ' (l !'l ,j ---1' .....- ! 4 j, - k.,- t -
1 '' * ' ' ' ( ) 1 Il ' %'.
I I. -llh1 Ill-k4 * ' h
,11 '1.IjjIIjyl . w 'q
'
&. N'
jjj .N
'
.
j, , I lI I,iyj,I)II1
. '
.
jj (1,- (', ,' - h
'
- . ,
,:'. c ..K - 11- ll 1
,-'',1' I ,' ,'-- '' -
'
-'t.
. 'If i lti ',I - I .--. .....
.
....-.
-
jjj.jr ;j1, ,$I . 1 < - - - u -q J, w.. N'
. 1l1 - -- . . I ,
j ' l & ,- . N N l ..-.. - -- m ,s..,.w .k..
< $ ' .... I .
l.w j y; ' ' l1
tk N. k -
. N
..r #*''' e '
. .. ' M - .. .--.- '- h ..... *' . .
.. . .. -e.
. > . - --r q .. ''-zr t-a.u.- - . . . .. . x .
I .. - . ' (&.u.y= * ' . xr- --- *,$* *- a! ' a . .,' --.'..
.<.-- 7 e'. . ..'''R ' i'M'%<.V''N *
-.. >... ., , . ... -.........,....juy. 1l
. j .
* ........ '....e' j1 . -' ..- ..< 1jk .-
.,.,..,..e' e...'- . w --ctQt1- . . .. .##e N. Aw A< ..; --.
. -% . j N w- . I
-w
<''> ....- , j .. b..u..- .
j Ijjkt
I
'?
#
/ - /
,
/ * ,
- 'f v
. y- ' -
p N - -
y - p N
<e l
G ' -
- - - > < ... D I ... . x....... . - . x x
w w-- . .. M , - R =- < ' >
. > -..- ..,
a .- >
Slinger.
GALILEO GALILE - Ontdekking der slingerwetten.- Het vallen. - Versnelde en ver-
traagde beweging. - Het gebruik van den slinger.- Slingeruurwerken.- De seconde-
slinger.- De eamengestelde slinger.- De maatwjzer van MruzElz.- De revisie-slinger.-
De slingerproeven van FOVCAlrLT. - Ongeltke lengte van den seconde-slinger op verschil-
lende punten der aarde.- Afplatting des aardbols.De middelpuntvliedende kracht.-
Proeve van PLATEAU ter verklaring der gedaante van Saturnus.- De centrifugaal-regn-
lator.- Centrifugale droogmachines.
Op den 18 Februari 1864 werd een eeuwfeest gevierd, zooals de
der beschaving er slechts weinige vieren doet : het was dien
geleden,dat GALILEO GALILE het levenslicht aanschouwde.
Het merkwaardige van dien dag ligt niet alleen, zelfs niet voornamelijk,in
de schitterende ontdekkingen, door welke zich die buitengewone man bekend
maakte ; die ontdekkingen zijn groot,belangrijk,verbazingwekkend maar
y ' hetgeen s mans geboortedag vooral merkwaardig maakte
, is dit, dat hij in
het algemeen den sluier wegnam ,die geesten en hoofden bedekte en welken
geschiedenis
dag 300 jaren
GALILE.
de helderdenkendste niet vermochtweg te schuiven,zoolang hij zich aan oude
grondstellingen vastklemde en niet aan den Onbezwalkten roem van den hoog-
gevierden ARISTOTELES tornde. GALILE echter wierp het oude gebouw niet
omver,zonder den grond voor een nieuw te eflbnen en waterpas en schietlood
aan de nieuwe bouwlieden in handen te geven.
GALILE maakt ,een keerpunt uit in de geschiedenis der beschaving.W illen
wij hem echter ons in de volle grootheid van zijn geest voorstellen,dan ver-
plaatsen we ons in de eerbiedwekkende schemering der domkerk te Pisa.Het,
is een kerkeli
,jke hoogdag.Van het koor klinken welluidende tonen door de
gewelven ;honderden kaarsen schemeren tusschen de wierookwolken)door tal
van koorknapen verspreid ; een dicht opeengepakte volksmenigte bezet het
schip der kerk,terwijl de e:n komt,de ander gaat,zijn vinger doopend in
het wijwater en met kniebuiging een kruis makende.De zon tracht haar licht
te zenden door de hooge kerkramen, doch geen straal valt vrij op eenigen
schedel ; slechts door bontgeschilderde glazen vermag het daglicht zich een
weg te banen.Doch in n hoofd gaat een ander licht op.Een jeugdig student,
de negentienjarige GALILK, leunt aan een zuil. Zijn vader,af komstig uit
een edel geslacht te Pisayhad zijn zoon voor den handel bestemd, maar, zelf met
ijver de wetenschappen beoefenend,hem een zorgvuldige opvoeding doen geven.
Doch de vroeg Ontwikkelde geest van den knaap werd zich weldra bewust,
dat zijne roeping een andere was dan handel drijven in zijde Of specerijen.
Hij kwam op de hoogeschool zijner geboorteplaats en wijdde er zich aan de
geneeskunde en de wijsbegeerte van ARISTOTELES.Maar waar de anderen goed-
geloovig napraatten,bekroop hem de lust zelf te onderzoeken.Overal vertoont
zich voor hem orde en regelmaat ;geen andere wet, zegt hij tOt zich zelf,kan
alles bijeenhouden dan die,welke de natuur zelve Openbaart.D0 uitspraken
der naenschen hebben voor hem dan in zoover zij de zuivere
er zich
geen waarde,
uitdrukking der natuur zijn.En dat zijn zij zelden. GALILE heeft spoe-
dig aan moeten gewennen,en ook gemakkelijk gewend,de baan van anderen
te verlaten.Hij heeft zijn eigene denkbeelden, en z0o staat hg Ook in den
dom, te midden van een Ontelbare volksmenigte alleen.Niets ziet hij van
het bonte gewoel ;zijne oogen, op n punt gevestigd,volgen de langzame
beweging eener van het hooge gewelf afhangende kerkkroon,in welker slinge-
ringen hij een vaste regelmaat vermoedt.ln altijd gelijke tijdruimten maakt
de kerkkroon hare slingeringen)en wel naar beide zijden even ver ;als de
kracht ter rijzing uitgeput is, keert de slingerende kroon terug,eerst langzaam,
dan met toenemende snelheid tot het midden,waarna zij naar de andere zijde
stijgt met steeds afnemende snelheid,Om Ook daar na een even groote afwij-
king terug te keeren.Een weinig verder hangt een andere kroon ;zij slingert
even regelmatig,maar sneller,en toch hebben beide kronen dezelfde gedaante
en dezelfde grootte)gelijk zij ook onder dezelfde Omstandigheden hangen te
slingeren,met dit onderscheid alleen dat de laatste, die het snelst slingert,
aan een lager punt van het gewelf is Opgehangen dan de eerste.Z0u dan de
lengte van het koord invloed hebben op die plaats hebbende slingeringen ? Aan
die waarnomingen en vragen verbindt zich,volgens de Overlevering, GALILES
VIII. 7
98 DE SLINGER.
eerste Ontdekking, die der w e t te n v a n d e n sli ng e r,een Ontdekking,welke
in haar enkel van onmiddellijke waarneming uitgaan en in haar bljjkbaar meet-
kundig karakter de grondslag der veelbesproken navorschingen van GALILE is.
De s li nge r. Een slinger noemt men elk zwaar voorwerp, dat aan een punt
derwijze is opgehangen, dat het .er
Om bewegen kan.Bij de gewone slingers is die kracht de zwaartekracht ; maar
gelijk wij reeds bjj het behandelen der balans zagen, mag,indien er beweging-
Onder den invloed eener aantrekkende kracht
plaats zal hebben, het
lndien wij ons het
heeft,en den draad (0f wat 'het zij), waaraan het hangt,als een wiskundige
samenvallen.
punt,dat zwaarte
ophangpunt niet met het zwaartepunt
slingerende lichaam voorstellen als (n
ltjn,dus zonder eenig gewicht,dan hebben wijeen w i s k u n s t i g e n s l i n g e 1-
VOOr 0nS. ln de natutlr bestaat Zoodanige slinger niet,dooh de Voorstelling
als zoodanig vergemakkelijkt de Ontwikkeling der wetten.Zelfs de eenvoudig-
ste Slinger,dien wij in staat zijn te vervaardigen b.v.een metalen kogeltje
aan een zijden draad staat nOg bloot aan wrijving, aan tegenstand der lucht
OIIZ. 011,
van een denkbeeldigen slinger zijn zou.
al is die invloed nOg z00 klein, toch wordt de beweging andel-s dan die
Zijin de nevensstaande af beelding n het gewicht, dan is
een rechte lijn mn de stand van rust. Indien men echter
het kogeltje ztjwaarts beweegt en dan loslaat,zou het
doo1'de werking der zwaartekracht loodrecht naar beneden
vallen.Maar dit wordt door den draad belet en er Ontstaat
een beweging, wier wetten wij in 't volgende zullen
meedeelen.
H et v al l e n. Een lichaam,dat van een niet te groote
hoogte boven het oppervlak der aarde naar beneden valt,
beweegt zich verticaal naar beneden met een e e np a r i g'
vers n el d e b e w e g i n g,d.w.z.met een beweging,bij
welke de snelheid per seconde met een standvastig bedrag
toeneemt. Dit standvastige bedrag noemt men de v e r-
s n e l l i n g en stelt men,waar sprake is van het vallen, gewoonltjk voor door
de letter g.De grootte dezer versnelling hangt
waar het lichaam valt,en bedraagt te Amsterdam 9,812 M.Na verloop van 1 sec.
af van de plaats op aarde,
heeft dus een vrij (d.w.z.in 'tluchtledige) vallend lichaam een snelheid g verkregen,
na verloop van 2 sec.een snelheid 2g, na 3 sec. een snelheid 3g enz. De
e e r s t e w e t van den vrijen va1 luidt daarom :pde snelheid,die een vrij vallend
lichaam na een zekeren tijd heeft verkregen,is evenredig met dien tijd''.
De wiskunde leert,dat zoo'n vrij
die gelijk is aan z6g.in de twee eerste sec.samen een weg van 4 maal )g,
in de drie eerste sec. samen een weg van 9 maal g6g enz.,dat dus pde ih
zekeren tijd (geteld van af het Oogenblik,waarpp het lichaam begint
afgelegde weg evenredig is met het vierkant van dien tijd''.Dit is de t w e e d e
w et van den vrijen val,uit welke volgt, dat een vrij vallend lichaam rin de
Opeenvolgende sec. wegen doorloopt,die zich verhouden als de opeenvolgende
Oneven getallen''.Dit laatste is aldus te bewijzen : 't lichaam doorloopt :
te vallen)
vallend lichaam in de eerste sec.een weg aflegt,
DE SLINGER.
weg, die gelijk is aan l g,
tweede ,, 4 x l g l g = 3 x 1 g, ))
d e r d e n = 9 y I g 4 X I g = 5 x l g , ))
vierde n = 16 X 1 g 9 y l g = x I g, ::
enz.(de d er d e w e t van den vrijen val).
geworpen,
een r e ch t e ltjn, maar een ltjn, die volgens de berekening een p a r a b O o l is.
De snelheid,met welke het lichaam schuin naar beneden wordt
men ontbinden in een horizontale snelheid en een verticale
dan doorloopt het niet
geworpen,kan
snelheid.Op de
eerste
zwaartekracht gedurende het vallen per sec. met het bovengenoemde stand-
vastige bedrag g vermeerderd.Men kan nu nagaan,wat deze verticale snelheid
na verloop van een zekeren tijd geworden is,haar samenstellen volgens het
parallelogram met de Onveranderd gebleven horizontale snelbeid en verkrijgt
dan de werkelijke snelheid van het lichaam na verloop van dien tijd zoowel
richting als in grootte.Hoe meer tijd er verloopen is sinds het begin van
heeft de zwaartekracht geen invloed, naaar de tvveede Nvordt door de
het vallen, hOe meer deze werkelijke snelheid in richting tOt de verticaal
nadert.Bij het bovenstaande is steeds afgezien van den weerstand der lucht.
Avordt een lichaanA schuin naar beneden
GALILE Ontdekte deze wetten door zware lichamen van den toren te Pisa
te laten vallen en hij verklaarde ze het eerst in 1638 in zijne verhandeling
over de mechanica.Tevens sloeg hij voor?zich van het hellend vlak te bedie-
nen ter proeve om zich van de waarheid zijner grondstellingen aangaande het
vallen der lichamen te vergewissen ; immers, hoewel een kogel, langs een
hellend vlak neerkomend,niet zo0 snel valt als een loodrecht Op den grond
vallende,blijft toch de verhouding tusschen eindsnelheid, tijd en doorloopen
weg dezelfde. De veel later door den Engelschman ATwooo uitgevonden val-
machine laat deze wetten nOg veel nauwkeuriger waarnemen.
ls een stoflblijk punt, door middel van een onrekbaar koord zonder gewicht
aan een vast punt opgehangen (de reeds genoemde w i s k u n s t i g e slinger),
dan is zijn evenwichtsstand de stand,in welken het koord de richting van de
verticaal heeft.Wordt het nu uit dien evenwichtsstand gebracht,waarbij aan-
genomen wordt,dat het koord niet buigt,dan beschrijft het een cirkelboog
Om het vaste punt als middelpunt.Laat men het daarna los,dan zal het door
de werking der zwaartekracht naar zijn evenwichtsstand terugkeeren met een
versnelling,die af hangt van zijn afstand tOt den evenwichtsstand en die in
den evenwichtsstand nul is,terwijl het bij dat teruggaan denzelfden cirkelboog
beschrijft. ln den evenwichtsstand gekomen,heeft het echter een snelheid ge-
kregen,met welke het door dien evenwichtsstand heen gaat en, stijgende,den
cirkelboog vervolgt naar de andere zijde,tOt zijn snelheid door de zwaartekracht
uitgeput is. Dan heeft het weer een hoogste punt bereikt en gaat het weer
naar den evnwichtsstand Onder het beschrijven van denzelfden cirkel met toe-
nemende snelheid terug. Het passeert weer dien stand en stijgt als de eerste
maal,welk passeeren en stijgen zich als de vorige maal op dezelfde wtze
herhaalt.Geschiedt dit slingeren -in het luchtledige, dan zijn de naar weers-
zijden beschreven bogen even lang en Onveranderlijk van lengte.
in de eerste sec.een
100
Op den slin g ertij d,m.a.w.den tijd tusschen twee opeenvolgende door-
gangen door den evenwichtsstand,heeft de zelfstandigheid,uit welke de slinger
bestaat,geen invloed ; OOk is htj,wanneer de doorloopen bogen klein zijn,
onafhankelijk van den doorloopen boog.Alleen de l e n gt e van den ophang-
draad komt hier in aanmerking.Hoe korter die draad is, des te sneller loopt
de slinger, want de slingertijd is evenredig met den vierkantswortel uit de slinger-
lengte.Een slinger van 1 meter lengte maakt 2 slingeringen tegen lne van een
slinger van 4 meter lengte.
G e b r u i k v a n d e n s l i ng e r.Dat de slingertijd Onafhankelijk is 7an den
doorloopen boog, moest spoedig op het denkbeeld brengen,de slingerbeweging
tOt een tijdmaat te bezigen,en inderdaad werd dit denkbeeld ook reeds door
GALILE geopperd. In een brief van 5 Juli 1639 aan LAURENS REAAL 1),admi-
raal en Oud-gouverneur-generaal van Nederlandsch lndi, die onderhandelingen
met hem had aangeknoopt ten einde den grooten man aan Nederland te ver.
binden, schreef htj:?)Tot het meten van den tijd gebruik ik een slinger van
rood of geel koper, aan welken ik de gedaante van een sector van 12O of 15O
geef, welks straal 4 spannen lang is.De sector maak ik in 't midden van
den straal dik en ik laat hem aan beide zijden zeer dun uitloopen ten einde
den tegenstand der lucht zooveel
bevindt zich een Opening,door
die eener weegschaal.Dit ijzer loopt uit in een scherpen kant en rust Op twee
steunpunten van erts.rlndien nu,'' zoo gaat hij voort, rde sector ver uit den
loodrechten stand gebracht en aan zijn eigen vrijen val overgelaten wordt,
maakt htj een menigte slingeringen, eer hij stil staat.Doch, zal hij met slin-
mogelijk te verminderen.ln het middelpunt
welke een ijzeren pen gaat, op de wijze van
geren voortgaan,dan moet men hem van tijd tot tijd goed aanstooten.''
Ten einde deze slingeringen te tellen sloeg GALILE een klein koprad voor,
dat met elke slingering een tand zou vooruitgaan. Het is niet bekend,Of
GALILE'S vroegere tijdmeter, van welken hij melding maakt in een brief aan
zijn vriend Mlcwxzlo (5 November 1637),Ook op dezelfde wijze ingericht was.
Die tijdmeter moet,volgens GALILE'S schrijven,niet alleen de uren, maar Ook
de minuten en seconden hebben aangewezen.Niettemin moet het,naar de
latere beschrtving te oordeelen,slechts een zeer gebrekkig werktuig geweest zijn.
De man, aan wien men de eigenlijke uitvinding der toepassing van de slin-
gerbeweging op het regelen der uurwerken te danken heeft, is een Nederlan-
der,CHRISTIAAN HIJYGENS, een der grootste wiskundige genien van alle tijden.
Wij willen niet het minste afdingen op de verdiensten van den Onsterfelijken
GALILE,maar zijn roem heeft niet noodig, dat men, gelijk vele buitenlanders
plegen te doen,Ht7Yfuxs voorstelle als iemand, die te dezen niets meer heeft
DE SLINGER.
1) Hoewel het hier de plaats niet is voor het maken van historische aanteekeningen,
merken wtjtoeh op, dat de Duitsche schrijver, die voor LAtraExs REAAL,Loltylxzo RsALls
schrjft,zeker aan den bewusten brief een verkeerde dagteekening geeft, daar REAAL reeds
den 21 October 1637 is overleden.Over de pogingen om GALILE aan Nederland,bepaald
aan de Leidsche hoogeschool, te verbinden,is het hier de plaats niet uit te weiden.
101 DE SLINGER.
gedaan dan een denkbeeld van GALILE, hem door zijn vader medegedeeld,
Op de regeling der uurwerken tOe te passen. Slechts n, (n enkele schrede
had de groote HIJYGENS meer te doen en dat hij haar niet deed,is een dier
zonderlingheden in de geschiedenis der wetenschappelijke ontwikkeling van
bijna elk genie,voor welke het nageslacht met verbazing stilstaat - en hij
was de Ontdekker geweest der algemeene aantrekkingskracht, de NEwTON,
wiens naam alleen daardoor Onsterfelijk is geworden.Als men de geschriften
van CHRISTIAAN HTJYGENS bestudeert,schijnt het onbegrijpelijk, dat hij den
allerlaatsten stap ter Ontdekking dier groote natuurwet niet gedaan heeft.Maar
datzelfde kan Ons verbazen?als wij Opmerken, wr Tvcl-lo DE BRAHZ,wr
COPERNICTJS,wr KEPPLER zijn blijven
staan ;om het te begrijpen moeten wij
ons ontdoen van de Ons bekende hoogte
der wetenschap,en Ongetwijfeld zal het
evenzoo eens de verwondering wekken
van het nageslacht,dat de wetten van
aantrekking,scheikundige verwantschap,
lichtverspreiding enz.zoolang als afzon-
derlijke hoofdstukken in het groote leer-
boek der natuur zijn behandeld geworden,
terwtl zij dn in het licht eener voor
onzen blik nOg verborgen eenheid zullen
beschouwd Niorden.
tot ons onderwerp terug.
Doch,keeren we
HOe HuvlExs den slinger bezigde tot
het regelen van den gang der uurwer-
ken, toont de nevensstaande af beelding.
W j zullen hier in geen uitvoerige be-
schrijving
onderNverp in een later
der zaak treden, daar het
deel van dit
werk nader behandeld wordt. Genoeg
zij zeggen,dat de beweging van
den slinger een vork medeneemt, die
het te
in verband staat met een haak Of anker, Het slingerrad.
Averkende Op een rad,dat in beweging
gebracht wordt door een gewicht. W are er niets?dat den snelloopenden gang
van het rad belette,dan zOu het gewicht zeer snel afloopen.Maar de haak
(het anker) vat beurtelings een tand van het rad en laat er een los,zoodat
de slinger een regelmatige belemmering veroorzaakt in den voortgang
rad, door telkens een tand tegen te houden,totdat de teruggang van den
slinger dien loslaat,maar na het doorloopen van n tand ook weder den
volgenden ophoudt. Daar nu? gelijk wij boven zagen,
mer loopt,naarmate de draad langer is,blijkt duidelijk,dat men, om de slin-
geringen te versnellen, de schijf slechts hooger aan den draad behoeft te schui-
ven, m.a.w.den slinger te verkorten) om de geheele beweging van anker en
van het
de slinger t,e langza-
DE SLINGER.
rad,en mits4ien die van het geheele uurwerk te versnellen,en omgekeerd.
S e c O n d e s li n g e r.ln de natuurwetenschap bedient men zich zeer dikwijls
van den eenvoudigen secohde-slinger,d.i.eenen,die in elke seconde juist lne
*
Slingering volbrengt.De ware lengte van zulk een slinger te bepalen is niet
zoo gemakkelijk als wellicht schijnen zou.Daar die lengte toch enkel door
prodfnemingen kan gevonden worden,moet men vooraf al het noodige in dier
voege vervaardigen, dat de slingeringen o0k gedurende een genoegzaam langen
tijd aanhouden.Een eerste vereischte daartoe is de wrijving z0o gering mog-
lijk te maken. Bovendien heeft het niet minder moeielijkheid in, den juisten
afstand tusschen het ophang- en het zwaartepunt te bepalen.Het maakt namelijk
een groot verschil Of het slin-
gerende gewicht opgehangen is
aan een draad, die geen of ge-
noegzaam geene zwaarte heeft,
dan Of die staaf zelf betrekke-
ltjk meer Of minder aanmerkeltk
weegt.En de slingerwetten,hOe
eenvoudig Ook op zich zelf) wor-
den nog ingewikkelder,indien
het zwaartepunt van den slinger
zich zelfs binnen de zware staaf
bevindt, zoodat zware massa's
boven en Onder het slingerpunt
in beweging moeten worden
gebracht.
Zulks is het geval in den
hiernevens afgebeelden m a at-
w ij z e r (metrenooml)dien van
AILZEL genoemd naar den uit-
vinder.Het is die kleine toestel,
Van welken men zich in de
De maatwijzer.
muziek bedient tot het bepalen
der tempo's,den duur der maten.
De voornaamste bestanddeelen
zijn : een zware looden kogel, vastgemaakt aan een staaf,die om een horizontale
as slingert, doch niet aan haar uiteinde, slingerpunt zelfs betrekke-
ltjk nabij den kogel ligt en de staaf zich als aan de tegenovergestelde zijde
verlengd vertoont.De staaf is voorzien van een schaal en van een tegenwicht
dat verschoven kan worden. A.l het andere is bijwerk;een uurwerk dient om
zoodat het
den toestel gedurende een langen tijd in beweging te houden.De kogel behoudt
altijd denzelfden afstand van de as en zou)door niets belemmerd, ook al zijne
slingeringen in gelijke tijden volbrengen.Maar het verplaatsbare tegenwicht
volbrengt ook zijne slingeringen en bltkbaar moet de staaf zich langzamer
heen en weer bewegen,naarmate de afstand tusscheu het tegenwicht en de
as grooter is.Ja het tegenwicht zou alle slingering beletten,ihdien het zoo
102
103
hoog Opgeschoven werd,dat de afstand van zijn zwaartepunt tOt de as tot,
dien van
.
de as tOt het zwaarteptlnt van den kogel in Omgekeerde evenredig-
heid stond tot de zwaarte van tegenwicht en kogel.ln dat geval hadden wij
in plaats van een slinger een hefboom met tweearmen,
rust zOu zijn.HOe nader men dus het tegenwicht naar de as schuift, des te
meer vermindert zijn storende invloed en nadert .de snelheid der slingering die,
welke plaats zOu hebben,indien er geen tegenwicht Op de staaf stak.Blijkbaar
is de verhouding tusschen het gewicht van den kogel en dat van het,tegen-
die in elken stand in
wicht van zeer grooten invloed.
De maatwijzer van M:LZEL is een zoogenaamde s a m e n g e s t e l d e slinger,
d.i. een zoodanige, welks stof hoeveelheid niet kan worden aangemerkt als n
zwaartebezittend punt. lndien men van de lengte van zoodanigen slinger
spreekt en ten nauwste genomen zijn alle schommelende voorwerpen in
4e natuur samengestelde slingers - dan verstaat men daaronder
die lengte, eenvoudige slinger zou moeten hebben Om
even snel to slingeren. Het punt,dat in den samengestelden slinger
op de rechte lijn door het zwaartepunt en door het snijpunt met
welke een
de as van schommeling op een afstand gelijk aan deze lengte van
dit snijpunt ligt,heet het s l i n g e r p u n t ; het behoeft niet in de massa
zelve te liggen,maar kan er ook,gelijk dikwijls bij den maatwijzer
plaats heeft,ver voorbij liggen.
De r e v e r s i e - s l i n ge r (keerslinger)geeft het middel om den
afstand tusschen het slinger- en het draaipunt nauwkeurig te vinden.
lndien men namelijk het slingerpunt en het draaipunt van een
samengestelden slinger)b.v.een gelijkmatig bewerkte prismatische
ijzeren staaf, van twee driekante Openingen voorziet (zie nevensstaande
af beelding a en bj en aan deze beurtelings de staaf aan een scher-
pen kant Ophangt,dan wordt het slingerpunt wederzijds verplaatst ; po
men neemt zoolang proeven) totdat de slinger aan weerszijden vol- reversie-
slinger.
maakt in gelijke tijden loopt ; als dit het geval is,hoeft de afstand
van a tot b de ware lengte van den slinger.lndien die tijd juist 1 bedraagt?
weet men nauwkeurig de lengte van den seconde-slinger.Deze slinger draagt
zijn naam naar de wijze waarop men hem gebruikt.Hij is uitgevonden door
den Duitschen natuurkundige BOI-INENBERGER ; doch de Engelschman KATER
heeft hem,zonder iets van BoHx>zxsElRGEs's uitvinding te weten,met veel
vrucht tot het bepalen van de gedaante der aarde gebruikt.
Gelijk de slinger door zijne afwijkingen
in de nabijheid van groote bergmassa's een middel geworden is tot het bepalen der
stofdichtheid van de aarde als n lichaam,gelijk mede tot dat van hare ge-
D e s li n g e rp 1-o e f van FOt7CAtTLT.
daante,zOo kan men Ook door slingerproeven de Omwenteling der aarde ver-
toonen.FOTJCAULT,een Fransch geleerde, was de eerste,die op het denkbeeld
kwam, dat den 31en Februari 1850 voor het eerst in een zitting der Fransche
academie van wetenschappen werd meegedeeld.Ofschoon de sterrenkunde dit
rechtstreeksch bewijs voor de omwenteling der aarde Om hare as te harer
overtuiging niet meer noodig had en hare eischen zelfs vrij wat op de nauw-
DE SLINGERPROEVEN VAN F/UOAULT.
DE SLINGER.
der afzonderlijke proefnemingen afdingen, is het toch schoon,
de redeneeringen en gevolgtrekkingen der wetenschap
,
die op dit pgnt thans
alleen door verregaande onwetendheid kunnen worden voorbijgezien
, aanschou-
Welijk te zien bevestigd door het voortschuiven van den grond Onder den voet
.
De proef van FoucAula'r gaat uit van de ervaring
,
dat een slingel- te alle
ttde en onder alle omstandigheden in zijne baan het slingervlak - tracht te
blijven ; dat wi1 zeggen :krachtens de wet der volharding, d.i
. de wet,dat
een lichaam,
in beweging gebracht,tot in het Oneindige in diezelfde richting en met diezelfde
eenmaal irleen bepaalde richting en met een bepaalde snelheid
snelheid
wijzigen, belemmeren of beletten
moet bltven voortloopen)tenzij van buiten werkende Oorzaken dat
zal een enkdlvoudige slinger in h e t z e 1 f d e
vlak blijven slingeren, zoodat het middelpunt van den aan een draad0Pge-
keurigheid
J
b
'#
N
**
-
l 2 ,
7 / / / h )
'l tj
c
b l /
< ..'v
N ''
'-- JW ''*
( .
--
/ y A. I
' yy / h h q q T
-
r / )j q k----j'--'''h
l j
.
Onveranderlijkheid van het slingervlak.
hangen kogel altijd een en dezelfde ljjn beschrijft,zonder dat die lijn ooit in
een meer of minder breed langrond kan overgaan,of ook zonder dat het vlak
eener volgende slingering een hoek maakt met dat van een vorige.
De theorie echter leert,dat zulks op Onze aarde,die in 24 uren een Omwen-
teling Om hare as volbrengt,s c h ijnb a ar het geval moet zijn.Laat ons duide-
ltkheidshalve Ons aan de noordpool verplaatsen en Ons een slinger voorstellen,
welks ophangpunt zich juist boven de pOOl bevindt.Aan de polen der aarde
wij nemen hier de woorden Ovef van Onzen beroemden landgenoot KAISER -
aan de polen der aarde,maar daar OOk alleen, valt de loodliln Op den grond ::
met de omwentelings-as der aarde tezamen, en ondergaat zij door de wente-
ling der aarde geen verplaatsing in de ruimte.Daar bestaat dus ook volstrekt
geen reden, waarom de schommelvlakte van een slinger zich in de ruimte
zou verplaatsen, en die behoudt daar denzelfden stand,schoon het ophangpunt
altijd aan de aarde moet verbonden worden.Aan de polen der aarde staat de
vlakte van den horizon loodrecht op de omwentelings-as der aarde, en deze
vlakte blijft daar denzelfden stand behouden,hoezeer de geheele horizon,met
DE SLINGERPROEVEN VAN FOUCAULT. 105
de aarde, wordt omgedraaid en elke streek van den horizon,binnen 24 uren,
achtereenvolgens naar alle punten van den omtrek des hemels wordt gericht.
Aan de polen draait alzoo de grond
vlakte van den slinger door,en
punten van den grond, Of bij de
zich in 24
regelmatig onder de stilstaande scholnmel-
moet die schommelvlakte,als zij bij vaste
streken van den horizon wordt vergeleken,
uren,in een richting van het oosten naar het westen,regelmatig
om de loodlijn schtjnen Om te wentelen.''(Album der Natuur,1855).
Proefondervindelijk liet zich dit aan de polen zelve niet aanschouwelijk
maken,maar FOTJCAULT bracht het door hem als een noodwendig uitvloeisel
van de Omwenteling der aarde Opgegeven verschijnsel Op andere plaatsen der
aarde dool- berekening over.Gelijk aan de polen de slinger ieder etmaal ns
naar elk punt van den horizon schommelt,zoo moet dit op plaatsen Onder
den evenaar nimmer geschieden (behoudens kleine
de helling des equators Op de ecliptica enz., hier
en de
wijzigingen, afhankelijk van
niet in aanmerking komende)
tijd,dien een slinger op een bepaalden breedtegraad noodig zOu hebben
tOt een doorloopen van al de streken van het kompas,hangt blijkbaar van
dien breedtegraad af en liet zich dus door berekening bepalen :b.v.voo1'
Koningsbergen op 54O 42' NBr. 28 u.3'; voor Maastricht Op 500 51'NBI-.
.
*
30 u. 57'9 voor Mnchen op 48O 8'NBr.31 u.45'9 voor Rome Op 41O 54'
NBr. 35 u. 33'; voor Mexico op 19O 25'NBr.7 1u.26'9voor Cayenlle Op
4 O 56'NBr.11 d.11 u.35/.
Van deze grondstellingen
proeven,die zijne therie
proeven slechts in hooge
uitgaande,nam FOUCAIJLT te Parijs onderscheiden
alleszins bevestigden.Klaarblijkelijk lieten zich die
gebouwen,kerken enz.nemen,dewijl de slinger zoo
lang mogeltjk moet zijn,ten einde den langstmogelijken tijd te blijven schom-
melen.In het Pantheon te Parijs hing hij een slinger Op,bestaande uit een
hollen koperen,met loOd volgegoten bOl van 18 cM.middellijn en 28 kilo
gewicht,hangende aan een ijzerdraad van 67 meter lengte.Bij dezen was de
slingerwijdte 6 meter ; elke schommeling duurde 8'';reeds na ne enkele
schommeling was de afwijking zichtbaar. Sedert heeft men zich Ook op vele
andere plaatsen,met name te Londen in de St.Paulskerk,te Keulen in den
Dom, en ten onzent in Utrecht,Groningen, Middelburg en elders,met deze
proeven beziggehouden,en, waar de noodige voorzorgen tegen andere afwij-
kingen en Onregelmatigheden behoorlijk genomen waren,de theorie van
FOUCAULT Overal bevestigd gevonden ;ja men heeft later nog andere toestellen
uitgedacht,ten einde op denzelfden grondslag,Inaar langs anderen en gem ak-
kelijker weg,de omwenteling der aarde dool'de toepassing van den slinger
aanschouwulijk te betoogen.Wij kunnen Ons echter hiermee te dezer plaatse
niet verder inlaten en vergenoegen Ons met den belangstellenden lezer te ver-
wijzen naar het zooeven genoemde opstel van prof.KAISER in het Album der
Natuur van 1855,alsmede naar het geschrift van Dr.D.J.STEIN PARv2 :De
Omwenteling der aarde Om hare
proeven van FOTJCATJLT,Gron.1851.
D e af p l a tti n g d er a ar d e. Reeds ten tijde van ARISTOTELES wist men,
as, voornamelijk in verband met de slinger-
dat de gedaante der aarde in geenen deele beantwoordt aan de grillige vool'
106
stellingen, die men zich vroeger daarvan vormde.PYTHAGOUAS was de eerste
,
die het uitsprak, maar de groote wijsgeer ui't Stagira leverde er de eerste
bewijzen van,dat de door ons bewoonde planeet eenkegelvormige gedaante
heeft. Dienvolgens moet de aantrekkingskracht uit het
deelen der
de lichamen vallen,zich Overal
overal,aan de polen en Onder
oppervlakte in dezelfde mate werken en de versnelling,met welke
middelpunt op alle
gelijk bltjven. Hieruit volgt, dat de seconde-slinger
den evenaar, dezelfde lengte moet hebben. Men
nam dit ook tOt het jaar 1672 als een uitgemaalite zaak aan,hoewel NEwTON
reeds vroeger de regelmatige kogelgedaante der aarde betwijfeld,en op gronden,
die wij straks zullen vermelden, beweerd had, dat de aarde aan de polen inge.
drukt en Onder den evenaar opgeheven moest zijn iets dat door latere uit-
metingen dan O0k volkomen bewezen is.
In het zooeven 1672 ondernanl de sterrenkundige R
-ICHER
een wetenschappelijke reis naar Oayenne.Toen hij aldaar zijn slingeruurwerk
opstel4e,bevond hij,dat het,hoewel vr zijn vertrek nauwkeurig gerqgeld,
dageltjks 21 min. te langzaam ging.0ok als men alle mogelijke invloeden
van temperatuur en klimaat ten allernauwkeurigste in rekening bracht, bleven
nog de slingeringen te langzaam en het uurwerk ging eerst goed, nadat men
den slinger 5(& lijn ingekort had.Uit de zorgvuldigste onderzoekingen bleek,
dat de seconde-slinger te Parijs 5(k lijn langer was dan in Cayenne, waaruit
volgde, dat de versnelling, met welke een lichaam valt, naar den evenaar
afnam, naar de polen daarentegen toenam.De oorzaak daarvan kon alleen
liggen in de reeds door NEwToN beweerde ouregelmatigheid in de gedaante der
aard.e,krachtens welke hare middellijn dtlor den evenaar grooter is dan die
door de polen.
Sedert dien hebben
genoemde jaar
scherpzinnigheid
langste middellijn
nagenoeg
1718 88 de laatste van ) )
graadmetingen, herhaaldelijk en met de grootste
en nauwkeurigheid gedaan, boven allen twijfel gesteld,dat de
(die van den aequator) de kortste (die van pool tot pool)
53/: geogr. mijlen overtreft,hebbende de eerste eene lengte van
1713,12 mijlen,respectievelijk 12,754,794 en 12,712,158
meter,terwijl de gemid4elde diameter 12,733,476 meter lang is.De cijfers,die
@
daartusschen liggen, komen op die punten,welke van den equator naar de
polen Onder denzelfden meridiaan liggen, en met die gedaante komt ook de
lengte van den seconde-slinger Op verschillende plaatsen nauwkeurig overeen.
Die lengte bedraagt volgens de waarnemingen en proeven van den Engelschen
zeekapitein SABINE :
tijd
DE SLINGER.
te Bahia op 12O 59'21/'ZBr.39,02378 Eng.d.1)
Ascension 55 48 n 39,02406
Maranham 31 43 n 39,01197
St. Thomas 24 41 NBr. 39.02069
Sierra Leone ))
Trinidad 1:
op Jamaica
3 29 28
10 38 56
17 56 7
39,01954
39,01879
39,03508
1) De Eng. d.bedraagt 2,54 centimeter.
DE AFPLATTING DER AARDE.
te New-York
Londen
Drontheim
Hammerfest ))
Op Groenland
Spitsbergen ))
te zknlsterdanA
39,01016 Eng.d.
39,13908
89,17428
39,19512
39,20328
39,21464 :: ),
is de seconde-slinger nagenoeg 52 22
39,142 Eng.d. lang.
Verwonderlijk is het Ook hier,welke verbazend rijke bijdragen tOt de weten-
schap geleverd zijn door een zOo hoogst een-
voudig werktuig als de enkele slinger is. Men
kan zich
toch heeft die slinger,nabij den Schotschen berg
Shehallien gebracht, Ons de aarde leeren wegen ;
geen eenvoudiger toestel denken,en
soven een getrokken lijn Opgehangen,maakte
hij ons de aswenteling der aarde aanscllouwelijk ;
op verschillende plaatsen Opgehangen, wijst hij
de gedaante der aarde aan.Ja zelfs Openbaart
Ons de slinger de geschiedenis der wording Onzer
planeet.W ant vragen wij naar de Oorzaak dier
oranjeappelvormige gedaante der aarde, dan blijkt
de allereenvoudigste oplossing te bestaan in het
aannemen eener vloeibare massa, door de middel-
puntvliedende kracht ten gevolge der asomwenteling onder den aequator Opge-
De vliegkracht.
hoogd.En dit brengt ons tot de
A1i d d e lp u n tvli e d e n d e k r a c h t.Hierdoor verstaat men de kracht,welke
een 'lichaam, dat zich met zekere snelheid om een as beweegt,van deze as
poogt te verwijderen.De afgebeelde knaap slingert met snelheid een schaal
aan koordjes in het rond ;in de schaal ligt een bol,maar die valt er niet uit,
als hij de schaal boven zijn hoofd heeft.Met een glas water zOu hetzelfde
plaats hebben :het water wordt door de snelheid van omdraaiing - de middel-
puntvliedende kracht tegen den Yodem van het glas gedrukt en deze tegen
de rondgeslingerde schaal, en die kracht is des te grooter,
heid van omdraaiing is. 't W as dezelfde natllurkracht, van welke DAv1D zich
bediende)toen hij den Filistijnscherl reus met een slingersteen velde,en die
de Romeinen bezigden om zware steenen Over de muren van belegerde stederl
hoe grooter de snel-
te slingeren. De achterstaande af beelding vertoont ons een zoogenaamde kata-
pulta. Dit werpwerktuig was nagenoeg aldus samengesteld.Op een stevige
balltenstelling A.B C D is eene galg E F bevestigd, aan de eene zijde somtijds
met schoorstukken voorzien?tOt meerder stevigheid. Niet ver van B en C zijn
de liggende balken doorboord,en mede niet ver van de helft (zie bij H).Bij
de laatste gaten zijn getande raderen Of rondsels,geplaatst aan de uiteinden
van een dwarsbalkje,voorzien van koorden of riemen,die door het herhaalde
Omdraaien van het rad 11,door middel van het rondsel K,en tegengehouden
door de pal G, worden gespannen, zoodanig dat de balk M N haaks bevestigd
DE SLINGER.
wordtop een dwarsbalkje,daardoor in de hoogte rijst en tegen den balk E F
wordt vastgedrukt.Alsdan wordt de balk M N door middel van een spil P P
en takel R achterover getrokken, waarna het einde N door een steyigen haak L
wordt vastgehouden en de takel van den balk R losgemaakt.Nu heeft deze
balk nabij het einde N eene holte, waarin het werptuig werd gelegd.Zoodra
nu de haak L werd losgelaten,vloog de balk M N door de spankracht der
koorden en riemen met kracht tegen E F,zoodat het werptuig wegvloog,
gelijk in de gestippelde lijnen is aangewezen.
0ok nog op andere wijzen verving de slingerkracht bij de Ouden in den
oorlog het tegenwoordige btlskruit.Slechts ne vermelden wij nog.A is op
de figuur bladz.109 een recht opst&ande paal,die vast in den grond staat.Deze
paal is aan de bovenzijde voorzien van een zwaar ijzeren beslag en eene pen B,
door welke een ijzeren bout 0 0 loopt, die aan de uiteinden de armen van
: d
N @
&
'
1
s j
, (F
1 l :
j
'
''
%' !
- ..M
l .%
% l
&
'
Jj ' ./
Ia- 6 /
j #w
'
I
' (r.) l
/
/ * - . - --.=
.< M .M' A
x.e
C
- : >
> .v . . . - ... w
--- - - >@ ' -. .a > - ..
x
XX N ---- %XN'xNV ...-- x
xa x'xx
.- xxvx
. x xx -
P
D: katapulta.
een boona D opneemt. Aan ieder uiteinde van de vork,door die armen,g0-
vormd, is een bak C, met zware gewichten gevuld,hangende aan een losse
as, om welke de bakken slingeren.Deze bakken trekken door hun gewicht do
vork en bijgevolg den geheelen balk D omhoog in den stand als door de ge-
stippelde iguur is aangewezen.W anneer men nu deze machine wil spannen,
wordt het uiteinde G van den balk D naar beneden getrokken en door middel
van een touw M N en een rondsel met kruk (zie H L P) Opgewonden.Zoodra
de boom D in den door de iguur aangewezen stand is gebracht,sluit men
het werktuig Op met de pen E F,loopende door de standerds R F ;daarna
wordt het touw M N van het einde G losgemakt en een slinger S 1,met een
steen K beladen,daaraan bevestigd. W anneer men nu den bout E F wegtrekt,
wordt de boom D door de zwaarte der bakken O Omhoog getrokken en, hoe
nu de steen wordt weggeslingerd,ziet men duidelijk genoeg in de hgtlur.
FzzAvlus Joslpl-lus vermeldtj dat de Romeinen bij de belegering van Jeruzalem
SCI-IUTGEA-AARTE DER otroEx
.
steenen van 100 pond op een afstand van 250 s
chreden,dus meer dan 330
z xN d
,z NN
..- # q, .....- 1
e ..* l
If- * * N - w- -
>..* N :: N
. . fj N %** * % . ..w w
ve w 11 - h%
? N: %. .-.-. u ) w * - - V< V > -# --* *>- - w w.. > w w .- I
I$
'
a I,
Il
Il
l1
l l
f l
1 !
.-!N
%
'
1
. k
2
&
N
N
N
. N
Z'
' c t)
' , I
I 11 ''?' t .#'
l ; i #
'q
1 % * =-c+ , l - .
I
l
I. .
l
t
:?$ Nx s !l9
ti)l i'
jtt x x
k!i
I 11111 11l1111Il 11 l1 1 '
. . -- -
:'''V V ct -
.
*
- -y . .. .. s. .
.
-'
.7 .. .
- - s- -- .- - gj -- - ..7 -- --.- - - - - G
.
ltl11lI#Il11tlllllt I11III1ti11l Itl l l11111111111111111,11111l'1l lt1
-=fz
l
* -
lltllllillIIll 11111111111111 - l
1 P
@
'
!N 'j x jt 'i
I !.I -
. . evv
meter wierpen, hetgeen misschien een w
einig Overdreven is
. Maar laat het dit
DE SLINGER.
w ezen,
aanzienltjk geweest.
Wanneer een stofelijk punt draait om een vaste rechte lijn, die men as van
(lraaiing of draaiingsas in dit geval noemt,beschrijft het een cirkel. Op elk
oogenblik heeft het punt dan een snelheid in de richting van de raaklijn aan
dien cirkel, maar het heeft steeds twee versnellingen ; de eene,die 'de snel-
heid alleen in g r o o tt e doet veranderen,heeft ook de richting van de raaklijn
en kan 0 zijn,in welk bijzonder geval het punt den cirkel met een Onver-
anderlijke snelheid doorloopt (e e n p a r i g e c i 1-k'e 1 b e w e g i n g) ; de tweede
versnelling heeft de richting van den straal van den cirkel en zorgt er voor,
dat de snelheid van het punt steeds de richting van de raaklijn aan den cirkel
heeft ; Omdat de richting van de raaklijn btjhet doorloopen van den cirkel
steeds verandert,verandert dus de tweede versnel-
- * *
- ep -.
%>
P 1'
I 'hx
z' -//
ling (c e n trip e t a l e v e r s n e 11 i n g genoemd) de
1*i c h t i n g vafl de snelheid.Laat nu het stoFelijk
ptlnt een massa m hebben,laat p do versnelling
in de richting van de raaklijn en q de centripetale
versnelling ztjn,dan moeten, opdat het punt den
cirkel doorloope, er twee krachten op werken,een
volgens de raakljn ter grootte sl p en een tweede
volgens den straal van den cirkel ter grootte m q.
De eerste krachi noemt men een t a n g e n ti a l e
kracht',de tweede een c e n tr i p e t al e of m i d d e 1-
p u n t z 0 e k e n d e kracht.
W tj zullen nu aannemen,dat het punt den cirkel
eenparig doorloopt en dat dus de tangentile kracht
0 is.De eenige kracht,die op het punt werkt, is
dan de centripetale en deze verandert onophoudeltk
Tangentiaalkracht.
de richting der beweging van het punt.Zij wordt Op het punt uitgeoefend
btjv.door middelvan een koord.Breekt dit (zie bovenstaande iguur),dan gaat
't punt in de richting van de raaklijn voort.Dit koord Ondervindt bij de
cirkelbeweging van het zich bewegende punt een kracht volgens de richting
van den straal naar buiten,een kracht dus, die tegengesteld aan de centri-
petale
kracht,m i d d e1p u n t v li e d e n d e of c e n tr i f u g a l e kr a c ht genoemd, wordt
het koord gespannen. Bij elke draaiing Om een as werkt op het zich
kracht, btgevolg van het middelpunt af, gericht is. Door deze
bewegende lichaam een c e 11 t ri p e t al e kracht en omgekeerd oefent dan het
lichaam een c e nt r i f u g a le kracht uit op hetgeen zijn verbinding met de
dan is zekernog,bltjkens de werking in andere belegeringen,de kracht
as bewerkstelligt.
D0 maan beweegt zich in een ellips,van welke een der brandpunten doo1-
de aarde wordt ingenomen;ztj tracht zich volgens een raaklijn aan deze ellips
te blijven bewegen, maar de aantrekkingskracht der aarde houdt haar als aan
eenen OnstoFelijken draad vast en drijft haar ieder oogenblik naar de aarde heen.
Op gelijke wijze loopt de aarde om de zon en met haar eene menigte groote
en kleine planeten en kometen.En de zon zelve staat niet onbeweeglijk stil
DE MIDDELPUNTVLIEDENDE KRACHT.
in het zwaartepunt des heelals ; zij beweegt zich reeds geruimen tijd in de
richting, in welke het sterrenbeeld Hercules staat.Met de aantrekkingskracht,
die de aarde op de maan Of de zOn op de aarde uitoefent, moet de centrifugale
of middelpuntvliedende kracht niet verward worden.Laat (zie de Onderstaande
af beelding) een ten deele met water gevulde buis b Om een middelpunt a wor-
den omgedreven, zoodat zij met zekere snelheid achtervolgens naar de standen
b'en b'' loopt.In b hebben de deeltjes c en d de richting en de snelheid naar
f;'; als dus de buis in den stand b'komt,
is hetwater in de btlis gestegen,en evenzoo
van b'naar b''. M.a.w. er heeft eene het
middelpunt ontvliedende werking plaats, te
sterker naarmate de snelheid grooter is.
W entelt een vloeistof of een week lichaam
Om een as,dan zullen die deeltjes de grootste
snelheid hebben, welke het verst van de as ver-
wijderd zijn. Met die snelheid trachten zij in de
richting van de raaltlijn voort te gaan.Dienvol-
gens moet een week lichaam zich daar het
meest uitzetten,waar de deeltjes liggen, die
het verst van de as van wenteling verwijderd
zijn, Omdat daar de stof,waaruit het bestaat,
zich het verst van het middelpunt tracht te
Middelpuntvliedende beweging in de ricll-
ting van den straal.
verwijderen.
In het verschil tusschen de middellijn der
aarde door de polen en de middellijn van den
evenaar zien wij een gevolg van de verschillende snelheden,die de deeltjes van een
vloeistof of een week lichaam bij de wenteling Om een as hebbpn.TreFender echter
is de gedaante van
Saturnus, bij welke
planeet.ten gevolge
der veel snellere
aswenteling
onder den
Z0OV01*
geslingerd is, dat zij
eindelijk van den bol
zelf losraakte en
de stof
evenaar
buitenw aarts
tegenwoordig als een
boven diens evenaar
' A.
... - %<son*
.w tr > - p r
e w
e z
..>@ oe w
'lSY > N N' * &w.Y e .j,
-. .
4, e ' : * e.j. . .y
z e
@ . @
'
Ring van Saturnus. ** VI*IJ
(Of eigenlijk:stelsel van
ringenl)door den band der zwaarte eohter nauw met den bol verbonden, een eigen
beweging heeft (zie de af beelding). PLATEAIJ heeft de werking,die dezen invloed Op
Saturnus uitoefende,kunstmatig nagebootst,waartoe l)ij groote vloeibare droppels
terpentijn, was en deeg,die juist het soortelijk gewicht van water hadden,in een
zwevende ring
112 DE SLINGER.
glas met water bracht en daarna een snelle aswenteling deed ontstaan.lndien het
gelukt,zulk een droppel nauwkeurig in het midden van het water te brengen,
zoodat het onder de Omdraaiing van het laatste stil blijft hangen,dan Ontstaat
eerst eene afplatting aan de polen,terwijl de omvang onder den evenaar grooter
wordt;verhoogt men dan de snelheid, dan scheidt zich de buitenzijde van de
aequatoriale massa af en hangt zij, evenals bij Saturnus,om de kern.Docll is de
beweging niet geheel regelmatig of verplaatst zich de as slechts eenigermate,
dan verliest de ring zijn regelmatige gedaante ;htj wordt aan dat deel,dat
het verst van de as ligt, dikker ; die uitzetting neemt meer en meer toe ;
eindelijk breekt er een gedeelte af en uit den ring heeft zich qen kogelvormig
lichaam gevormd,dat om het eerste heen loopt eene maan.W aarschijnlijk
zijn al de wachters der planeten Op zoodanige wijze ontstaan en zijn de mete-
Oorsteenen misschien afbroksels,een soort
der aarde.
l . @
1$ 1,
E
N
Y r
Q o
c B e
d
11
N
van kleine manen
D e t o ep a ss i n g e n d e r m i d de lp u nt-
v l i e d en d e kr a cht,die men in de werk-
tuigkunde gemaakt heeft,zijn niet minder
belangwekkend dan de verschijnselen in de
natuur ;zij zijn vele en velerlei. Met behulp
van sneldraaiende raderen slingert men het
water tot op aanzienlijke hoogte opwaarts
Of over uitgestrekte vlakten heen.Verschil-
lende soorten van
Op het beginsel der middenpuntvliedende
kracht vervaardigd.Troqwens zelfs de lucht
pompen en spuiten zijn
volgt,gelijk elke zelfstandigheid,die zwaarte
bezit, de middelpuntschuwende kracht en
dringt zich buitenwaarts, wanneer zij tusschen
twee holle schijven,tot snelle omdraaiing
gebracht, mede wordt rOndgedraaid.Daardoor
is het mogelijk geworden, die verbazend
groote luchtpompen te vervaardigen, welke
tegenwoordig te Londen in gebruik zijn tOt Deregulateur,
het verzenden van pakketten,waarover wij
in een volgend hoofdstuk nader zullen handelen.
De werking der centrifugaalkracht is mede gebezigd tot een uitmuntend
middel ter regeling van de snelheid der machines. De zoogenoemde c e ntr i-
f u g a a 1 - r e gu l a t o r s of gouverneurs bestaan uit twee zware kogels (zie
de bovenstaande af beelding),die aan twee staven aan een rechtstandige staaf
A aan scharnieren hangen.Deze rechtstandige staaf draait door middel der
machine (zie bij E)snel om hare as en,hOe meer de snelheid toeneemt, hOe
meer zich de kogels van haar verwijderen ; de armen,waaraan zij hangen,
lichten zich op en naderen den horizontalen stand.Hierdoor worden de armen
DB en DC in C en B van scharnieren voorzien,omhoog getild ; D rtjst,en
door een ander, hier niet te beschrijven mochanisme wordt nu de gang der
1 1 3 DE CENTRIFUGAALMAOHINES.
machine wederom even veel vertraagd als de rijzing bedroeg ;loopen de raderen
met E verbonden langzalmer,dan vertraagt ook de Omdraaiing der staaf A.,de
kogels dalen en daarmede Ook D,en dit brengt weder eenige versnelling in
de machine teweeg, zoodat deze kogels de machine in een eenparigen gang houden.
De centrifugaal-machine tot het drogen van de wasch enz.bezigt deze natuur-
kracht Op nOg meer Onmiddellijke wijze.Men stelle zich een nat servet voor,
dat men drogen wil. Zal het niet een groot gedeelte der vochtigheid reeds
daardoor verliezen, dat men het sterk rondslingert en heen en weder zwaait,
evenals men een natgeregenden hoed heen en weder schommelt ? Nu,de cen-
trifugaal-machine,die zeer veel tot het drogen van waschgoed gebruikt wordt,
werkt volkomen. Op dezelfde wijze als het'heen en weder zwaaien met een
hoed.of doek,doch met grooter kracht en snelheid,zoodat de uitwerking,ge-
lijk van zelf spreekt,
ook sterker is.Deze
machine bestaat,
wat het wezenlijke
aangaat,eenvoudig
uit een holle trom-
mel A.A.(zie de
afbeelding hier-
naast), die door
middel van rad en
rondsel met snel-
heid om zijne as B
gevoerd wordt. De
deelen der machine,
die de beweging
Overbrengen, ztjn
in de af beelding
door de schijven
D D'D'' aangeduid,
die elk met een
der raderen E E'E''
Nx N. N
. N
N
N *
NN.
ty
XN It -
N.
. ) l , N
y , 1'jjy . ( j' x
j% a)''., ', .- - N ! 1)
j jj . xx. - '
1
..
-
1
.
,, l!-,'-'I'1h .---. .---. jjj
gyyjjy ..)j ,k j 7
-, g l , y j--..,
.% c
h - 'N I
I N. .-.. e
. . . ZW' X'
DWDG X
!!
.''':::::'
,---- -
'
icssii:'ii----'
.----------------'
d
----------------------b
'
,,,,,-,,,,,'---''''''''''''''''
'
-,,------ /
.
------------------------'' .-,------------------'
X
.
-.-.'----------'
X
SEEi:CCF---'
.
,-,,.---'-'''''-'
' Z '''''''''
'
.....'
.
III!r::,.,;;,,-''.EllIiiiiEE:::k
'
EEEEEEEEEEEEE!EEEE::?
X
rqI!rpgqq!!!!!qrpp
'
,,,,,,,,,..,,,.,,
'
r4rrrrp4q,qrrrrrr!q
'
.,,,,,,......,,,,
q!!!!!!!!!!!!!!!!i
'
,,------:---------, *' /. x zz-
'h
x N'N't'xww xxm xsxxgw%% x xxN -%x < .-.- N - = -c
ul - ''
=
-- =- Y
y ' N Y
N .-
j . N.
N NN
N Nl k
-
C x . x $
-' 1 ..11''...'.1''3..17.'1. N
. N
x N.
: FO
N F /
> NN F NYNNYNAY
VNNYNNYN N ' NNXNNN N NQx N
xx. - .
' N- N 'v
x
-
-x-x
x x--x'x
w
s. .
'-
-
''
oNt kk w'x 'x u x-x x ''X-'X X-X --X N'X XX XXX x XXXXXX XXX Y * K
De centrifugaalmachine.
in verband staan.Die schijven worden door drtjfriemen
Omgevoerd en de overbrenging
van den drijfriem, met zeer uiteenloopende gezwindheid geschieden,daar de
raderen F F'F''op welke de raderen E E'E''respectievelijk werken, in Omvang )
en dus in tandental verschillen.G is een losse r0l,waarover de drijfriem loopt,
wanneer de trommel stil staat ; 1-1 voert den drijfriem om.De zelfstandigheid,
waaruit de wanden van de trommel bestaan, hangt af van hetgeen er in ge-
der beweegkracht kan,o0k bij gelijke snelheid
droogd moet worden : geweven stolen, garens,wol, leder enz.;somtijds zijl)
het koperen platen met gaatjes,of Ook,gelijk in de suikerfabrieken bij het
scheiden der melasse van de ruwe korrelsuiker, bestaat de wand uit jn zeef-
vormig weefsel.
Men heeft nu niets anders te doen dan de natte voorwerpen zoo gelijkmatlg
mogelijk langs den Omtrek van de trommel te verdeelen en deze daarop
VIII. 8
DE SLINGER.
snel Om te draaien.De vochtdeelen worden tegen en door den omtrek der
troranael gedreven, teri7tl de achtergebleven naassa dicht ineen Niordt geperst.
Deze machines werken zO0 volkomen,dat men de stoflbn in even zOo veel
minuten droogt a1s men er langs den gewonen weg uren tOe noodig heeft.
Deze machine is een aanschouwelijke proeve van den verwonderlijken samen-
hang,die de geheele natuur tot n groot geheel maakt.De aantrekking der
kleinste stofdeeltjes hoopt zich in de groote stofmassa des aardbols op tOt een
verbazende kracht,de zwaarte. En gelijk nu de zwaartekracht den val der
lichamen eenparig versnelt, zoo schrijft zij den slinger zijn beweging voor,
en de aarde verraadt aan den navorschenden blik hare gedaante door het aantal
slingeringen, welke dezelfde slinger Op verschillende punten dep aardoppervlakte
volbrengt. In deze afwtjking echter van den kogelvorm vertoont zich irr het
groot dezelfde werking als die, welke in de vorenstaande machine voorwerpen
droogt, de tangentiale Of vliegkracht, die OOk de hemellichamen hunne banen
doet doorloopen.
De eenmaal zijdelings van het middelpunt Ontvangen stoot,die voor Ondenk-
bare Wden den lOOp der sterren veroorzaakte, benevens de onophoudeltk wer-
kende aantrekkipg der kleinste deeltjes deze zijn het, welke de aarde tot
een afgeplatten kogel vormden, warmte en licht over de verschillende gedeel-
ten van hare oppervlakte verdeelden en het leven deden Ontstaan door de
vroolijke afwisseling van dag en nacht,zomer en winter.
IN
.----
-
-..--. jlll -.- --. . ...---..-. 4 x .-- ..az..- .-.....-- y....$ >N = -.-= $ .. .........- . -- ! : . > . '' - .. *'*'' e > . - . - - ... .& ...- ..- ... - lt F - ...-.---..'-.'.'--- - zll -.u=- - p e - - - - -e : =
j? ' ..r
..-.... l j
,
'
!
$ J -
-
; ' * J .- < ><
> j - .- ' . = >' N
x xw , x S>*' e . % .
x. v x - < .- u. < vNN A v A . . >< . .e < . ' w - x w -'- --. -- w .. AV .A ,v
- -=G- - ' ' v - = - - '' ''
- = M %
--.cz1a..
'.> -- =a - .> . .' %
>. ''N = .> ' > ..''Nx .. .''''-'..-. .= a w . < '''''- '. > @ 2 N 'N - * **'N
w eowQV --.<Nw .m Nw . .- ...z.w * - *vcVr- ..C'N= *'W . N
.=.<x x'x 4
. - . --N .
- . .m . . m > ''-x .px.
''w < !
=- - mao mz.am...-wx m :. wwx . x : - .- .- --- --- -- . - < . - w Nx...
. .'= ..w .4 === xax . D x - - - - '..-- . ' '> = x
.-- -- .- .. =v . .-- - = - - - - - - - - --==-a .wwr x . ' .-.- --.- . . ' => % - Nw N N - - .- - . - - .- .- .l m xxw x. u=,.w . N mw . N ''&
.=.& .---.-.-,....-.
:p x '-w + xx >v. w wx 'w w .x = . -* -'*- .,--'-
..
- - .-
.w..........s ... ....- . -- . --'- ' y j# x ..x . .x .xwx. x -WW xw x . '< ..* .....- .- ....v x 'wxwxxy x N W N - -.
--m-..,..a- - . - = .4 . .xxx'xxx
-.- - - -----= ; z N'...X 'Q> w .- xx = -
---
-.-- --
...
'
6 < -''< N -- -. < '-- -- -- v u tj . wua .- . '
- -
'
- -. - -.----- - - . ' @
w.wz.y 2 N . w-crcr
-saaza -- z j . '..<x x ..- w .--w
..aas .--. x. x . .. . . .
..e-
zem - .wm N .. ....w -xw. '.-- . -.-- x x' .v N No .,xuwuxvv'''w. - > V V '<
'< ' ** - '*'=*- = Z
.. --x =<...w . 'x u-. -uz.-x '- '-'.' - '
...k/r = x. -'=
.r .-. . .w. g w . mww ......w .. 2
= I'<. . .
.-'- .g'$,;, .. -.....-...vx j ) - ' * -.- h '
''-::2221111112,-
*
11.-.------.-,. -'','-,. .
''.'
'
.'..-...'.'''-'''''''
'
''''''''......
'
.-'.
'
r:::;:;:l,
d
--.....'-. .
'
---.
'
y xm.x y r. ... x mao .
.. . . <
-u. X -%L'--'''- *.
1NW e. '- -h.w . . N D..- 'w N
. N. w J
w . -
N h -.
k
i
! -
s , 1
- l,..zf
,
t- ' : 4 j
.
- *
dl. ...
''j3b...''''''' /i
.. '
$ N . $ ,
+ / < .. < *
e
j . *' .
..
A >. .. / oa
/
-
j
.e. #
*-
x. . t
* w
l
-
. .
y
'
.. p ,
C Rrom e CC Cn e m anom c Cr.
.
-
- - . ps w j
De pompenmakers te Florence.- De afkeer der natuur van laet ledige.
-
De proef van
TORRICELLI. - De drukking der lucht en hare wetten. - De dampkring. - Hoogte-
metingen op den Puy de Dme.- De barometer.- Verschillende soorten van barometers
. -
De manometer.- De wet van MARIOTTE.- Barometrische waarnemingen.
Volgens een algemeen verspreid volksverhaal hadden eens te Florenceeenige
pompenmakers een pomp te maken,welker zuiger een buis van
lengte doorloopen moest.Alles werd met de meeste
buitengewone
zorgvuldigheid vervaardigd,
l'llaar, gereed was en zijn werlt verrichten moest,bleek het,
dat het water in de buis slechts weinig meer dan 10 meter wilde stijgen.
Ondanks alle aangewende pogingen wilde het niet hooger en
, hoe men het
Ook keerde of
toen de toestel
wendde,nooit was het water te bewegen om hooger in eenige
buis te klimmen,zoodat men ten laatste genoodzaakt was aan te
het niet aan een
dat hier eene vaste wet in het spel was.
gebrek in de samenstelling van het pompwerk lag
) m aar
dat nomon,
116
GALILE, die destijds den roem had de grootste natuurkundige van zijn ttjd
te zijn, werd aangezocht een verklaring van het zonderlinge verschijnsel te
geven, en volgens velen doorzag hij de ware oorzaak,terwtjl hij volgens anderen
de pompenmakers afscheepte met een woord,niet zeer in overeenstemming
met zijn denkenden geest : rde h O rr O r v a c ui heeft OOk zijn grenzen.''
H o r r o 1- v a c u i - af keer van het ledige - wat is dit? De Oude natuur-
onderzoekers kenden een menigte verschijnselen, die min Of meer overeenkomst
hadden met het pompwerk, b.v.het Opzuigen van vloeistofen door middel
van een steekhevel, als men de bovenste opening met den vinger sluit,enz.
Ter verklaring van die verschtjnselen zeide men eenvoudig : de natuur heeft
een h O r r o r v a cu i ,een afkeer van het ledige, ten gevolge waarvan zij er
altijd op uit is,elke ledige ruimte aan te vullen met de een of andere zelfl
standigheid,die het naast bij de hand is,meestal lucht of vloeistof.
Deze onderstelling,die geheel in den geest der aloude natuurphilosophie, op
niets dan op een willekeurigen inval rustte, had lang ingang gevonden,zonder
dat het iemand ingevallen was er aan te twijfelen.Indien men zich daarover
in onze dagen verwondert, worde niet uit het Oog verloren,dat de bedoelde
stelling niet op zich zelve en alleen stond,maar dat zij een der stroobloemen
was in een krans,waar de eene a1.dorder was dan de andere. Juiste waar-
neming was eertijds nog onbekend en bij alles ging men in den regel van
willekeurige Onderstellingen uit.
Of nu de pompenmakers inderdaad ingelicht of wel slechts afgescheept
GALILE verlaten hebben,- dit is zeker, geloof aan een h O rr O r v a cu i bestond
bij den grooten denker uit Pisa niet ; maar iets anders is het, of hij daarom
.nog wel een helder inzicht in de ware Oorzaak gehad
beweren,met name in Frankrijk,dat DEscAltTEs de eerste geweest is, die
den waren grond van het verschijnsel,vroeger verkeerdelijk aan h O 1- r O 1,
v a cu i toegeschreven,in de dru kki n g d er l u c ht zocht, zoodat hij het is
heeft. Er i'n er Z J ,die
geweest,die de natuurkunde met een der belangrijkste ontdekkingen verrijkt
heeft.Zooveel echter is onbetwistbaar, dat TORRICELLI,een der beste leerlingen
van GALILE,de eerste was,die met onweerlegbare zekerheid
het bewijs voor de drukking
recht ztnen
van welke niettemin GALILE en DESCARTES eenig, schoon dan minder duidelijk
denkbeeld zullen hebben gehad. Het was in 1643,dat TORRICELLI te Florence
de proef nam,die nog tegenwoordig door de natuuronderzoekers op dezelfde
naam noemt als dien van den waren ontdekker eener natuurwet,
wijze genomen wordt. Hjjnam een glazen
aan het eene uiteinde dichtgesmolten en zo0 van wtjdte, dat het andere uiteinde
buis van Ongeveer een meter lengte,
met den vinger kOn worden dicht gehouden. Deze buis vulde htj geheel met
proefondervindelijk
der lucht leverde, zoodat de wetenschap met
kwikzilver en htj zette den vinger op het opene uiteinde,
omkeeren geen kwikzilver kOn uitloopen.Vervolgens keerde hij de buis om
en bracht hij de hand in een bak A (zie deaf beelding op
kwikzilver,waarna hij den vinger Onder de oppervlakte van het kwikzilver
Wognam .
afgesloten.Terwijl
De aanvoer van lucht in de buis was door het kwikzilver geheel
bladz.117) met
nu de buis Overeind in den kwikzilverbak stond,daalde de
zoodat er bij het
DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
Housolt vacru''
)) .
ltwikltolom in de buis,maar deze liep niet geheel ledig ; integendeel bleef de
kwikkolom ter hoogte K staan, en wel bij herhaalde proefnemingen even hoog,
te weten omstreeks 28 Par. d.of omtrent 76 centimeter.Het bovengedeelte
O K der buis was volkomen ledig ;het kwikzilver was er uitgeloopen en lucht
kOn er niet bij.
Alle deelen van gelijk oppervlak,die in de horizontale laag X.y van den
kwikspiegel gelegen zijn, ondergaan,ingeval van evenwicht,dezelfde drukking ;
in 'r//, een deel van de vrije oppervlakte, werkt alleen de dampkring,in p/'
binnen in de buis is het de kwikkolom,die m'tOt basis en m'K tot hoogte
heeft.Naardien er evenwicht is,moet het gewichtdezer kwikzuil juist voldoende
! '-; (r '.p C
i'.
I1 '$
' rI
-
1j ;1
' 1*.
*
1
'
'k I , -
; 1 I I
I I! j
' j I
I K ' K $ 1 ;l . K
l
I

'
) -
'--' z 'L41l1lik '1.l-:2!,;7,-
- -- :----j,. --
j , j -'! a!.sjjyoj, j,:jjjjjjjjjjjljl.
'mz , dV..-- - x-- - 'utl -- *
. '
W -= W - ''- . =)
=== *
. -. - . -=
De proef van Torricelli.
zijn Om de dampkringsdrukking Op m,die door de vloeistof wordt voortgeplant,
tegen te houden.De juistheid hiervan blijkt vooral,wanneer men een baro-
meterbuis neemt, die van Onderen slechts een nauwe opening heeft ;indien
men dan de buis uit de kwikbuis neemt, zal men zien,dat het kwikzilver in
t1e buis blijft hangen.Men kan de barometerbuis Ook aan haar Ondereinde
ombuigen ; de drukking van de lucht werkt dan zijdelings tegen m', maar
hare grootte wordt daardoor niet veranderd, de luchtledige ruimte C K blijft
dezelfde.NOg tegenwoordig heet dat ledig naar den Ontdekker dat van ToRRl-
eELLI.Hier was een n vacullm'' maar wat was er van den rhorror'' der natuur ?
De ggrenzen van den af keer der natuur van het ledige''waren gevonden.
DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
TORRICELLI had vooruitgezien, dat de kwikkolom ter hoogte van omtrent
76 centimeter zou blijven staan.Hij begreep, dat, daar het water der pompen-
makers Omtrent op 10 meter hoogte was blijven staan,dezelfde drukking der
lucht het kwikzilver, dat nagenoeg 14 maal zwaarder is dan water, als een
kolom van 1/1: der hoogte van het water zou doen blijven staan.lndien,aldus
redeneerde htj,de zwaarte van water gesteld wordt = 1,dan is die van kwik-
zilver = 13,7 ;bijgevolg,indien water een hoogtekolom heeft van 10 meter,
zal een kwikkolom slechts 76 centimeter hoogte behoeven te hebben om met
de drukking der lucht in evenwicht te zijn.rDe dampkringy''verklaarde TOsRI-
CELLI, ris het, die de drukking veroorzaakt ; de lucht is een zelfstandigheid,
die Ook zwaarte heeft ; zij drukt met.die zwaarte op de aarde, evenals het
water der zee drukking op den zeebodem uitoefent.''
Deze proeven wekten groot opzien ; vooral vestigde de Fransche wijsgeer
PASCAL er zeer de aandacht op. Hij liet in 1648 te Rouaan op groote schaal
een lange reeks proeven nemen met vloeistoFen van verschillend specifek ge-
wicht,zooals wijn,olie enz.; al die proeven bevestigden Op de schitterendste
wijze de redeneering van TORRICELLI.Het Verslag dezer proefnemingen Zag in
1667 het licht en PAscAlus verhandelingen pover het evenwicht der vloeistoFen''
en pover de drukking der lucht''behelzen reeds een met onwederlegbare wis-
kundige nauwkeurigheid voorgedragen ontwikkeling van alle grondwaarheden
aangaande dit onderwerp.De opmerking,dat de lucht zwaarte heeft,was echter
niet geheel en al nieuw ; reeds ARISTOTELES had opgemerkt, dat lederen zakkell
zwaarder wegen,als zij vol lucht geblazen,dan als zij geheel ledig zijn.
was die,trouwens niet geheel juiste, bewering geheel vruchteloos lntusschen
gebleven.
Tndien WU de Opmerkingen samenvatten, t0t welke llet herhalen en Ophelde-
l-on 'dor Proefneming van TORRICELLI OnS leidt,dan komen Wij tot'd: Volgende
belangrijke waarnemingen :
leder luchtdeeltje heeft eenig gewicht ;
zwaarte bezitten en,dewijl
moet ook haar gewicht aan bepaling onderworpen ztn.De lucht drukt met
dat gewicht op alle punten der oppervlakte van den vasten aardbol.De damp-
kring is een luchtzee, welker oppervlakte hoog boven Ons ligt en die,even
alS de Oppervlakte van den Oceaan,kogelvormig Om de aardoppervlakte
gelegen is ;wij leven op den bodem dier luchtzee en kunnen in dit Opzicht
*
vergeleken worden met de kreeften,die op den bodem van den oceaan rond-
kruipen - alleen met dit onderscheid,dat de spiegel der luchtzee nergens
stuit ;de hoogste toppen van het Himalaya-gebergte steken er niet boven uit ;
het zijn niets meer dan onderzeesche riFen, die de strooming
ken.De drukking van het water werkt naar alle zijden Op de daarin aanwezige
lichamen ; evenzoo dus de drukking der lucht ;maar evenals de visschen,die
in het water zwemmen,niets van die drukking van het water - als gelijk-
matig naar alle zijden plaats hebbende - gewaarworden, even zoo ontwaren
der winden bre-
wij Ook niets van den zwaren last,die aan alle zijden op 0ns drukt.
Geltjk de bodem van een met water gevuld bekken grooter drukking Onder-
de uitzetting der lucht alttd bepaalde grenzen heeft,
heen
derhalve moet de geheele dampkring'
118
DE DRUKKING DER LUCHT. 119
gaat dan een punt te halver hoogte van dat bekken,waarop dus slechts een
half zoO hooge waterkolom drukt,- zOo drukt OOk de dampkring met minder
gewicht op hooge bergtoppen dan Op diepe dalen.Indien wij een groote hoe-
veelheid wol opeenstapelen konden tot een hoogen berg, zouden we bemerken,
dat de ondorste lagen door het gewicht der hoogere lagen dicht ineengedrukt
werden ; hoe hooger de lagen liggen,des te geringer is de samenhang ;geheel
bovenop ligt de meest losse wol,die door geen drukking in het uitzetten harer
elastieke vezels belemmerd wordt.Niet anders is het met de lucht.Zij is veer-
krachtig en voor groote ineendrukking vatbaar ;dienvolgens heeft zij hare
grootste dichtheid aan de Oppervlakte der aarde, dewijl zij aldaar de drukking
van alle daarboven liggende lagen ondergaat ;hOe hooger men komt,des te
meer neemt de drukking af - wordt de lucht dunner.lndien wij uit het onderste
gedeelte van onzen onderstelden wolberg een vlok uittrokken en haar bovenop
legden, zOu de natuurltke veerkracht een uitzetting veroorzaken,die aanhield,
totdat de natuurlijke toestand hersteld was.Eveneens is het met de lucht :in
hooger streken komende)zet zij zich uit,maar die uitzetting schijnt geen
grenzen te hebben ; zelfs als de lucht tot den uitersten graad van verdunning
gebracht is,zal zij zich nog altijd blijven uitzetten, zoolang zij er slechts meer
ruimte tOe bekomt,omdat de lucht,evenals alle andere gassen,de eigenschap
heeft, dat de kleinste deeltjes,de moleculen, a1s elkander afstootende,onop-
houdelijk streven Om zich van elkander te verwtjderen.De zwaartekracht werkt
dat streven tegen en dringt al die moleculen naar n punt :het middelpunt
der aarde.Terwijl nu ieder deeltje,alheeft het Op zich zelf weinig kracht,
aan die aantrekking gehoorzaamt,stijgt de gezamenlijke werking van al de
Op elkander liggende lagen tot een aanmerkeltke drukking.
De groote uitzetbaarheid en samendrukbaarheid der lucht zijn echter niet
uitgeput,wanneer zij met de oppervlakte der aarde in aanraking is.Drukt
aldaar de hoogte van den geheelen dampkring Op de benedenste luchtlagen en
w orden deze daardoor tot zekeren trap van dichtheid ineengedrukt? m en kan
die dichtheid nog kunstmatig verhoogen, indien men lucht,in een aan alle
zijden gesloten vat opgesloten, door middel van een zuiger noodzaakt om een
kleinere ruimte in te nemen.Daartoe zal een te grootere kracht vereischt
worden naarmate de samenpersing toeneemt,zoodat de kracht,die men moet
bezigen om een zekere hoeveelheid lucht in een kleiner volumen te dringen,
Omgekeerd evenredig is met dat volumen. lndien b.v. een gewicht van 50
kilo noodig is om een zekere hoeveelheid lucht tOt de helft van haren omvang
ineen te
tot 1/.
om den
persen) zal een gewicht van 100 kilo noodig
te brengen enz., zoodat een drukking van 200
zijn om dien omvang
kilo vereischt wordt
oorspronkelijken omvang op 1/8 te brengen.De proeven,Welke tOt het
Ontdekken dezer wet geleid hebben,zijn reeds in 1660 door ROBERT BOYLE geno-
men,waarnaar de Engelschen haar Ook de w e t v a n BOYLE noemen, hoewel de
eer der eigenlijke Ontdekking aan zijn leerling RICHARD TOwNLEY toekomt.
Dikwtls noemt men haar echter Ook de w e t v an MARIOTTS, omdat deze ge-
leerde, denkeltjk zonder van BOYLE en zijne proefnemingen iets te weten,zich
tOt Onderzoekingen zette, welke natuurlijk dezelfde uitkomst opleverden.Deze
DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
eigenschap gassen bestaat niet alleen tegenover uitwendig drukkende
krachtenj grooter dan de drukking der hoogere luchtlagen, maar geldt oOk
voor geringer drukking, ztj het dan OOk niet tot in het oneindige.
D e d a mp kri n g.Houden wij nogmaals vast aan het denkbeeld, de lucht-
laag om onze planeet a1s n geheel aan te merken,dan is de eerste vraag
naar de hoogte,tot welke zij zich boven Ons hoofd verheft.Indien de lucht
der
gemiddeld even dicht ware a1s water,dat niet of genoegzaam niet veerkrachtig
en dus Ook niet samendrukbaar is,zOu de hoogte der luchtkolom gemakkelijk
uit de uitgeoefende en voor bepaling vatbare drukking te berekenen zijn.Doch,
daar dit het geval niet is,maar integendeel de dampkringslucht, evenals alle
gasseu, een onbegrensde uitzetbaarheid schijnt te bezitten en de wet van BOYLE
(het volumen van een bepaalde hoeveelheid gas is omgekeerd evenredig met de
drukking, aan welke zij blootgesteld is) wel nbet van onbeperkte toepassing isj
kan men de hoogte van den dampkring slechts bij benadering bepalen en, in
hoever die benaderingen geloof verdienen,hangt af van het meer of minder
aannemelijke der gronden. Een scherpe grens heeft de ltlcht krachtens hare
groote uitzetbaarheid waarschijnlijk niet ; waarschijnltk zal een onmerkbare
overgang van lucht in luchtledig daar plaats hebben, waar de uitzettingskracht
der lucht in evenwicht is met de zwaartekracht.Op grond van zorgvllldige
berekening meent men aan den dampkring een hoogte van 10 tOt 12 mijlen
te mogen toeschrtjven,hetwelk Ongeveer gelijk staat met een laag ter dikte
van den rug van een dun pennemes om een flinken kegelbal.
Een kolom kwik van 28 d.(76 cM.) hoogte en 1 cM1.doorsnede weegt 1,0336
kilogr.; hetzelfde gewicht heeft een waterkolom van 10,336 M.hoogte en
1 cM2 doorsnede. Daar nu eOn kwikkolom van 76 cM.en eene waterkolom
van 10,336 M. beide in evenwicht zijn met een luchtkolom tOt de geheele
hoogte des dampkrings,moet een zoodanige luchtkolom met 1 cM2.doorsnede
Ook iets meer dan 1 kilogr. wegen. Op een oppervlakte van 1.D v.drukt
de lucht met een gewicht van ruim 1000 kilogr.; op een oppervlakte van
1 o mjl met een gewicht van 13,500 millioen cent.,terwtjl het gezamenlijke
gewicht van den geheelen luchtoceaan niet minder dan 124,741,755,000,000,000
cent.bedraagt. Daar het,geltjk wij gezien hebben,volstrekt niet onverschillig
is, Op welke hoogte de drukking des dampkrings gemeten wordt, heeft men
als vasten maatstaf die drukking aangenomen,welke de luchtzuil op den
waterspiegel der zee uitoefent.Omdat de luchtdruk Op dezen waterspiegel niet
standvastig is, neemt men echter steeds als eenheid aan den druk,door de
lucht uitgeoefend, als de kwikkolom in de barometerbuis een hoogte van 76
cM.heeft.Aan dezen K.G. men den naam druk, groot 1,0336 per cM2., geeft
1 atm o s p h e er.Tot dit bedrag worden ook doorgaans de waarnemingen herleid.
H o o g t e-m e ting e n.Reeds tegen het einde des jaars 1647 noodigde PASCAL
een zijner verwanten, zekeren PXRIER,uit,Om zijne Onderzoekingen te toetsen
en uit te breiden door eene buis van TOSRICELLI op een aanzienltjke hoogte te
brengen en aldaar de hoogte der kwikkolom waar te nemen.Hij koos daartoe
den Puy de Dme,een berg van ruim 1400 meter hoogte, nabij de stad Oler-
mont in Auvergne. De moeite,destijds aan zulke proefnemingen verbonden,
120
DE DAMPKRING EN HET BAROMETRISCH METEN VAN HOOGTEN. 121
maakte dien berg,hoog genoeg en toch niet te hoog, in de nabijheid eener
drukbezochte stad,hiertoe bijzonder geschikt. Doch de proeven konden eerst
in September 1648
der lucht Op de
klooster der Franciscanen te Clermont gemeten.PXRII:R bevond haar 26 duim
genomen worden.Op den bepaalden dag werd d: drukking
kwikkolom volgens de handelwijze van TORRICISLLI in het
8, 5 lijnen (Parijsche maat),en wel, gelijk trouwens van zelf sprak,in twee
verschillende buizen juist even hoog.Een dier buizen werd nu in den ttlin
achtergelaten en bestendig waargenomen, ten einde ieder dalen Of rijzen der
kwikkolom met de ttjdstippen,waarop het plaats had,ten nauwketlrigste te
kunnen bepalen.De andere buis nam PXRIER mede naar den top van den Puy de
Dme.Aldaar werd de proef herhaald, en zie,de bovenoppervlakte der kwik-
kolom stond niet meer 26 d.3,5 l.,maar slechts 23 d.2 boven de opper-
vlakte van den kwikbak.pDeze proef',zegt PZRIER, rbracht Ons allen in
verbazing ;wij waren inderdaad verstomd over deze uitkomst,die wij tot Onze
eigene Overtuiging nogmaals herhaaldelijk verkregen ;nog vijfmalen herhaalde
hij de proef op den top van den berg ;nu den toestel bedekkende, dan zonder
dit ; nu bij de eene weersgesteldheid en dan bij de andere ;nu beschut tegen,
dan blootgesteld aan den wind - altijd met dezelfde uitkomst.''Bij het af klim-
men van den berg hield men tusschen den top en den kloostertuin nogmaals
stand, en bevond aldaar een hoogte van 25 d.Toen de uitgezondenen in den
kloostertuin teruggekeerd waren en men den aldaar achtergelaten toestel bezag,
vond men den Ouden stand van 26 d.3,5 1.terug,terwijl nu Ook de naar
den berg meegenomen en van daar teruggebrachte barometer hier dezelfde
hoogte teekende. De veranderde hoogte der kwikkolom moet derhalve een
gevolg zijn van haren hoogeren stand boven den grond ;de proef bevestigde
alzoo de stelling,dat een verminderde drukking der lucht Op aanmerkelijke
hoogte een daling in de kwikkolom moest ten gevolge hebben.Den volgenden
dag nam PXRIER nieuwe
der stad,
betrekkelijk
proeven, eerst in een huis in het hoogere gedeelte
nabij de hoofdkerk,daarna op den toren dier kerk.Zelfs bij deze
geringe hoogten liet zich een afneming van de luchtdrukking aan
de mindere hoogte der kwikkolom bemerken, terwijl al de waarnemingen te
Clermont de door TORUICELLI en PUIER geopperde redeneeringen volkomen be-
vestigden.Men heeft bevonden?dat Op een hoogte van 7 toises (13,65 meter)
de kwikkolom 6,5 1.daalt,op eene van 27 toises (in rond getal 54 m.) 2,5 1.,op
eene van 150 toises (300 m.) 15,5 1.en Op eene van 500 toises (1000 m .) 37,5 1.
Wij hebben deze proeven met eenige uitvoerigheid behandeld,omdat zij een
belangrijk voorbeeld geven van den helderen blik der genoemde natuuronder-
zoekers, wier proefnemingen een pas ontdekte waarheid tot een onomstootelijke
zekerheid verhieven.
De gevolgtrekkingen, door PZRIER uit zijn welgeslaagde onderneming afgeleid,
zijn niet minder belangrijk dan de proef zelve.Hij bemerkte aanstonds,dat
het afnemen van de hoogte der kwikkolom plaats had met een regelmatigheid,
die haar onder het bereik brengt van wiskunstige berekening.pIk twijfel niet,''
schreef hij in zijn verslag aan PAscwL, rOf ik zal zoO gelukkig zijn, u op een
goeden dag een tafeltje te kunnen ter hand stellen, dat met nauwkeurigheid
122 DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
het hoogteverschil voor elke 100 toises opgeeft.'' PAscAl,bracht de af hanke-
lijkheid der luchtdrukking van de hoogte boven den waterspiegel der zee,
m .a.w. der barometerhoogte van de standhoogte,in een wiskundige formule,
die op een zeer juiste wijze den onderlingen samenhang dier beide factoren
aanwijst en den eenen uit den anderen laat berekenen. Hiermede was aan de
natuurkundige aardrtjkskunde een nieuw en belangrtjk werktuig geschonken.
T0t op dien tijd toe had men de hoogte van eenig punt der aardoppervlakte
boven den waterspiegel der zee,m.a.w.het verschil tusschen de hoogten van
twee verschillende punten der aardoppervlakte, niet anders kunnen bepalen
dan door zeer ingewikkelde en vaak onuitvoerbare driehoeksmetingen,Om
niet te spreken van andere,geheel onvoldoende verrichtingen. Van nu af kOn
ieder reiziger,ieder bergbeklimmer met het grootste gemak, door middel der
bklis van TOBRICELLI,elke bereikte hoogte bepalen. Het nut der nieuwe Ontdek-
king lag voor de hand ;zij moest van verreikende gevolgen zijn Op de Ontwik-
keling der natuurkundige aardrtjkskunde,der geologie,der geographische plan-
tenkunde,in n woord op alle takken van de kennis onzer planeet. lndien
men de tegenwoordige hypsometrische (d. i.de verschillende hoogten boven
den zeespiegel betreFende)tafels inziet, vindt m en daarin een nauwkeurigheid
van Opgaven, die het mogelijk maakt, de nauwkeurigste yoorstellingen en zelfs
af beeldingen te geven van bergketenen, die men zelf nooit heeft gezien.Verreweg
het grootste getal dier hoogtegetallen is door middel der kwikkolom verkregen.
W ij zeiden,dat nu schier ieder reiziger dergeltjke waarnemingen met het
grootste gemak doen kan, maar dit is toch slechts tot op zekere hoogte
waar.Gemakkelijk en gemakkeltjk zijn .twee, en het moeilijke van nauwkeurige
w aarnemingen op het gebied der natuurkunde ligt in een kring, derm ate m et
nette,blinkende en keurig fraaie toestellpn omzet,dat de leek dr een aange.
name uitspanning meent te vinden,waar de deskundige zijn uiterste scherp-
zinnigheid inspannen moet.Niet anders is het met de beschreven proef van
TORRICELLI. Indien men nauwkeurige barometrische proeven nemen wil - en
nauwkeurig moeten zij zijn, zullen zij der wetenschap van eenig nut wezen -
dan worden er een menigte voorzichtigheidsmaatregelen vereischt en men moet
op een menigte omstandigheden en bijzonderheden letten,van welke alleen
hij kennis draagt,die het ver gebracht heeft in wetenschap en oefening.En
als men slechts iets van die voorzorgen verzuimt, loopt men groot gevaar dat
er de juistheid van het verkregen getal zeer onder lijden zal.Slechts ne
bijzonderheid. W ij hebben kortheidshalve ondersteld, dat men eenvoudig de
glazen buis met kwikzilver vult en,haar met den vinger dicht houdende,
Omkeert ; maar daarmede is de lucht niet volkomen buiten de buis gehouden.
De lucht heeft de eigenschap van zich zeer te hechten aan de Oppervlakte der
lichamen en dienvolgens ook aan de inwendige oppervlakte van de glazen buis.
W anneer men dus kwikzilver in de buis giet, blijft tusschen het glas en het
metaal altijd nog een dunne luchtlaag over,die zich bij het dalen van het
kwikzilver in de rledige ruimte van TolzlucELLl'' uitzet en daardoor een kleine
drukking op de kwikkolom uitoefent;dienvolgens staat die kwikkolom een weinig
te laag.Zal men dezen nadeeligen invloed dus voorkomen, dan moet men de
VERSCHILLENDE BAROMETERS.
glasbuis vr het nemen der proef goed uitgloeien, waardoor de lucht verwij-
derd wordt ;daarna dompelt men terstond de benedenste Opening in het kwik-
zilver,ten einde te voorkomen,dat er nieuwe luchtdeeltjes aan kleven.Voorts
moet,Ook al is de toestel met alle mogelijke voorzorgen ingericht,het afge-
lezen peil nog'correctin ondergaan.Trouwens bij verandering van de tempe-
ratuur der lucht,en dus ook van die van het kwikzilver,verandert llet volumen
van het kwikzilver, en het is duidelijk, dat kwikzilver van een temperatuur
van 20O () lichter moet zijn en hooger in de buis van TORRICELLI moet staan
dan kwikzilver van 0O,bij Overigens gelijke drukking.Bovendien werkt de
vochtigheid der lucht op de drukking ; men moet ook dezen invloed in rekening'
brengen. Het is echter aan de nauwkeurigste waarnemingen gelukt,de wetten
van dit een en ander na te sporen en eveneens in wiskundige formules uit te
drukken als zulks met het eigenlijke verschijnsel zelf het geval is.En hetgeen
de wetenschap aan de eene zijde Onderzocht en verklaard heeft,wordt aan
den anderen kant door de werktuigkunde opgevat ;wederkeerige wedstrijd
als het ware tusschen wetenschap en kunstvlijt maakt telkens n de eischen
der eerste gestrenger n de voortbrengselen der laatste volkomener,waardoor
men steeds nader aan de waarheid komt.
D e b ar O m e Ler.Zeer der buis van TORRICELLI is spoedig na de uitvinding
men begonnen er een vorm aan te geven,die haar Ook voor leeken bruikbaar
maakt, en 't is ten behoeve van dezen,dat deze toestellen in dien vorm werden
vervaardigd, welken zij bijna onveranderd behouden hebben.Zulk een toestel
heet b ar O m e t e r,d.i.zwaartemeter (der lucht).Aan bijna niemand Onzer lezers
is dit huisraad onbekend,terwijl het onder den naam w e e r g l a s een alledaagsch
voorwerp in de huishoudingen is.
Een der eerste barometers was gewis die,welke,naar men verhaalt)ver-
vaardigd is geworden door den vermaarden OTTO vON GUERICKE,burgemeester
te Maagdenburg, wiens Ontdekkingen in de natuurkunde hem een waardige
plaats geven naast ztjn tijdgenoot TtislRlcsLLl.De bedoelde barometer bestond
in een zeer lange glazen buis,waarin water de plaats van kwikzilver verving.
Bovenop dat water dreef een poppetje,dat met de hand op een naast de buis
geplaatste schaal wees.In het algemeen is de barometer een zoo eenvoudig
werktuig,dat de samenstelling slechts geringe wijzigingen toelaat.Verreweg de
meeste barometers zijn vervaardigd volgens het beginsel der buis van TORRI-
CELLI, en eerst in den laatsten Wd is men met de zoogenoemde anerode-
barometers van een ander beginsel uitgegaan.Het naast aan den toestel van
TORRICELLI en, wat de gedaante betreft,zeer Oud is de zoogenoemde barometel'
van FoRTIx.De afbeelding op bladz.124 vertoont dit werktuig in doorsnede,
gelijk het door den Franschen werktuigkundige ERNST)onder het bestuur van
DELcsol,eenigszins gewijzigd is.De barometer van FORTIN heeft dit voor bij
den gewonen bakbarometer,dat hij vervoerd kan worden,waardoor hij zeer
geschikt is om de hoogte van bergen te bepalen. De kwikbak bestaat uit een
glazen cylinder C,die veroorlooft den kwikspiegel te zien, twee palmhouten
cylinders A en K, die op elkander geschroefd zijn,een beweeglijken bodem D,
die op en ner kan bewogen worden met behulp van een schroef V,en een
124
deksel A'.Tevens heeft het werktuig twee koppelstangen a, tl',welke dienen
Om de metalen monteersels,die het boven- en onderdeel van den bak Omrin-
g01R,
''waarin
te verbinden. Door den hals K'is de barometer in den bak gesloten,
zeemleder.Daar dit aan de hij wordt vastgehouden dotll'een schijf
insnoeiing E der buis en aan de buitenvlakte van den hals is vastgekleefd,is
de buis eenigszins beweegbaar en kan de lucht,door het zeemleder dringende,
hare drukking vrij Op het kwik in den bak uitoefenen.Om de barometerbuis
tegen stooten te beveiligen is zij Over haar geheele lengte
--
%.
.. .
q :.
'.'k:,:'.
'
,--- --- --,--,,-,
'''' ''' ''-''---- --- --
'
''.::'..
'
.'-
'
XX
.
,Ip 1
, l ,
7 &
f d
z
d
Xk
#
1I
I
l
I'it1
7
door een koperen buis omgeven,waarin twee spleten zijn
gemaakt, die veroorloven den bovensten kwikspiegel waar
te nemen over de gansche ruimte,waarbinnen zijne ver-
plaatsingen blijven.Op den verticalen rand van een dezer
spleten is een in millimeters verdeelde schaal aangebracht,
welker cijfers de verticale hoogte boven het uiteinde der
ivoren stift aanduiden.Over de koperen buis kan een ring
D met de hand Op- en neergeschoven worden ;deze ring
heeft eveneens twee tegenover elkander geplaatste recht-
hoekige openingen, de eene van voren,de andere
f' .
l
1
i
0
I
van achteren.Op een der randen van het voorste
venster is een nonius gesneden, waarvan de
deelstreep 20 met den bovellrand van het ven-
ster overeenkomt.W anneer de ring nu zoO ge-
steld wordt, dat het horizontale vlak,dat door
de beide bovenwanden gaat,het bolle bovenvlak
van de kwikzuil aanraakt, heeft m en slechts
den stand der deelstreep 20 van den nonius aan
de verdeelde schaal op te merken en het ctjfer
te lezen va,ll de deelstreep van den nonius,die
met een deelstreep der schaal overeenkomt,om
de barometerhoogte tOt Op -/s millimeter nauw-
keurig te verkrijgen.
In weerwil echter van alle voorzorgen is het
gebruiken van samengestelde werktuigen altijd
zeer En uit dien hoofde heeft men reeds
sedert lang gebruik gemaakt
weten,niet der volstrekte hoogte,maar der hoogteverschillen.Dit werktuig wordt
h e v e l b a r o m e t e r genoemd,naar den vorm van het benedengedeelte ; deze
barometer heeft twee schalen,een aan de boven- en een aan de benedenoppervlakte.
De gewone hevelbarometers bestaan in glazen buizen,die Overal even wijd
en aan het benedeneinde omgebogen zijn.Daardoor rijst de Oppervlakte van
het kwikzilver in het opene been even veel als zij in het geslotene valt,en
Omgekeerd.Omdat echter deze werktuigen voor zeer ijne metingen moeten
dienen,worden zij voorzien van toestellen,die naargelang van het beoogde
doel zeer gewijzigd zijn.Een hevelbarometer,die voor waarnemingen Op reizen
dienen moet,is de op bladz.125 afgebeelde ter rechterzijde ; hij wordt in eene
lastig.
van een werktuig,dat ten grondslag heeft het
DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
VERSCHILLENDE BAROXETERS. 125
stevige doos gesloten,ten einde het breken Op reis te voorkomen.De flguur aan
de linkerztjde vertoont het benedeneinde vergroot.Men ziet,dat de buizen op die
plaatsen,waar de oppervlakte der kwikkolom niet meer heen- en wedergaat)veel
dunner zijn ; deze inrichting is door GwY-luussAc uitgedacht,ten einde het indringen
van lucht in het bovengedeelte der lange buis te voorkomen.De hoeveelheid
kwikzilver in het werktuig is namelijk zoo bepaald,dat het nauwe g'edeelte oOk dan
vOl loopt,indien men den toestel Onderstboven houdt. Nu zOu het kunnen gebeureny
dat bij ongeluk door een stoot de Ajne kwikzilverdraad in die enge buis zich
verdeelde en luchtbelletjes Opnam ;Om dit nadeel te voorkomen heeft BuxTlx aan
den barometer van GAv-luussAc nog deze verandering gemaakt,dat de enge buis
in een zeer fijne punt uitloopt,welke,evenals in den barometer van FouTlx,in
het kwikzilver in het Omgebogene uitkomt. Al Ontstaat er nu nog een luchtbel,
dan moet zij in het benedeneinde blijven,waar zij gemakkelijker kan wegge-
nonAen worden en Ook geen wezenlijk nadeeligen
enger worden der buis brengt aan den gang van het werktuig geen nadeel toe.
Het korte been is aan de bovenzijde mede gesloten,doch bij a bevindt zich
invloed uitoefenen kan.Het
een zeer kleine opening,een luchtweg,zOO
klein, dat hij we)den toegang der lucht naar
het binnenwerk en daarmee den invloed der
afwisselende
hindert,
niet doorlaat. Het werktuig kan dienvolgens
drukking op het kwikzilver niet
maar toch het dikkere kwikzilver
gemakkelijk worden omgekeerd,zoodat het
geheele lange been vol kwikzilver loopt en
het werkttlig den rechts afgebeelden stand
bekomt,die voor het vervoer veel geschikter is.
vervaardigen zoowel als bij het ge-
bruiken van barometers moet het een en
ander in acht genomen worden, dat wij hier
te vermelden hebben.Vooreerst moet men
Bij het
zich bedienen van zeer zuiver kwikzilver.Als
het onzuiver is en lood Of andere metaal-
stoflbn bevat,is het aan de eene zijde niet
beweeglijk genoeg om kleine verschillen in
de drukking der lucht aan te duiden,daar
het aan de buis kleeft ; aan de andere zijdo
maakt het de buis vuil en veroorzaakt 't aan-
Hevelbarometers. zetsels,die de waarneming bemoeilijken.Doch,
al is het kwikzilver nOg zoo zuiver,toch
zetten zich na verloop van tijd klevende deeltjes in dat gedeelte der kwikbuis,
waar de gewone plaats is der oppervlakte van llet kwikzilver ; daarom ver-
vaardigt men barometers voor fijne waarnemingen veelal zoo,dat zij alleen
dan teekenen, wanneer men ze gebruikt,evenals men fijne balansen vastzet,
wanneer men ze niet gebruikt. Daartoe brengt men ze uit den rechtopstaanden
stand en laat men bij schuine stelling de geheele buis vol kwik loopen.
126 DE BAROMETERS EN DE MANOMETER.
Hoe wijder de kwikbuis is,des te nauwkeuriger teekent de barometer.
Sommige buizen, de zoogenoemde haarbuisjes,oefenen Op de daarin gegoten
vloeistoFen, naar gelang van de zelfstandigheid van buizen en vloeistoFen,dien
invloed uit, welken men c ap il l ar i t e it noemt.Bevochtigt de
vloeistof den wand van het
een opzuiging, b. v.bij water in glazen of metalen buisjes, planten-
cellen enz.; bij stofl-en,welke aan de eene zijde niet bevochtigen
buisje, dan werkt de capillariteit als
en aan de andere niet bevochtigd kunnen worden, werkt de capil-
lariteit als een afstooting,b.v.bij water in buizen,die vet zijn
gemaakt,olie in die,welke met water bevochtigd zijn geweest.
oe meniscus. En deze OpheFende of nederpersende kracht werkt te meer,naar-
mate de buizen nauwer zijn.
Kwikzilver kleeft niet aan glas ;het ondergaat dienvolgens in nauwe buizen
een daling,die,gelijk de af beelding hieronder vertoont, een in het midden
bolle oppervlakte veroorzaakt,welke des te boller wordt,
5.
Z %N.
1
naarmate de drukking der lucht en daarmede de rijzing
van den barometer toeneemt, terwtjl de bolhid afneemt
bij het dalen der kwikkolom ; indien men daarom de
ware drukking der lucht,d. i.de juiste hoogte der kwik-
zuil,wi1 weten,moet bij de hoogte een kleinigheid worden
Opgeteld,welker bedrag af hankelijk is van de wijdte der
buis en volgens wiskundige regels,op talrijke waarne-
mingen gegrond,berekend wordt.Voor dagelijksch ge-
bruik kan men dezen bollen stand grootendeels wegnemen
door aan de buis zachtkens een w einig te kloppen, eer
men den stand der kwikzuil op de schaal naziet.
Tot de zoogenaamde n o r m a a1- of standaard-baro-
meters bedient men zich van zeer wijde buizen, bij welke
de capillariteit zoo goed als geheel verdwtjnt.
Men moet niet meenen, dat bij hevelbarometers de
invloed der capillariteit zou kunnen worden verwaarloosd,
Omdat de beide buizen even wijd zijn ; juist uit de boven
vermelde eigenschap van het kwikzilver volgt,dat het
rjzen der eene kwikzuil, terwijl de alldere daalt,en
omgekeerd, ook een omgekeorden invloed moet uitoefenen
tusschen den bollen stand in de eene en de andere, zoodat
de bovenoppervlakte der eene kwikkolom boller wordt, als
de ander platter wordt,en omgekeerd iets dat bij
nauwkeurige metingen wel degelijk in aanmerking komt.
Doch bij het gebruik van den barometer in het dage-
lijksche leven,als weerglas,ziet men zOO nauw niet.
Het komt daarbj alleen aan Op een rten naasten bij''
en dienvolgens heeft men aan zulke barometers verschil- Radbarometer.
lende V0rm0D gegeven,die deze werktuigen tOt eigenlijke wetenschappelijke
navor schingen ongeschikt zouden maken.
VERSCHILLENDE BAROXETERS.
Een der bekendste vormen is de r a d b ar o m e t e 1',hierboven afgebeeld. Het
is eigenlijk een hevelbarometer)zeer dienstig wegens de
waarme: men er op kan waarnemen, want de graden
grooten maatstaf door een wijzer Op
draaien van den wijzer wordt Op de volgende wijze bewerkt.Op de as van
den wijzer is een lichte katrol,geplaatst, om welke een draad is gewonden,
die aan zijn beide uiteinden een gewichtje draagt.Het eene gewicht, dat
zwaarder is dan het andere,hangt in de korte barometerbuis drijvende Op de
kwikzuil.Neemt nu de luchtdrukking toe,kan wordt de opene kwilzuil naar
beneden gedrukt, het gewicht daalt en het kleine aan de andere ztjde van het
kleine katrolletje wordt Opgeheschen ; het katrolletje en de wijzer worden
daardoor in de eene richting gedraaid ; geschiedt het omgekeerde?dan wordt
gemakkelijkheid,
worden op een vrij
een cirkelvormige schaal aangewezen.Het
het grootere gewicht in de kwikzuil weder opgedreven en het kleinere daar-
door in staat gesteld den wtjzer in de omgekeerde richting te draaien.
Een andere barometer is de zoogenoemde c 0 n tr o l e u r.In dezen vorm meet
men de drukking der lucht door den stand der korte kwikzuil op een wijze,
die reeds door HUYGENS is. Het korte been namelijk loopt
buis wordt
voorgeslagen
opwaarts uit in een buis,die dtln, maar Overal even wijd is.Deze
voorzien van een onmiddellijk op het kwikzilver rustende gekleurde vloeistof,
die tot zekere hoogte in de nauwe buis stijgt.Wanneer nu de drukking der
lucht toeneemt,stijgt het kwikzilver in de lange buis Op en daalt in de
korte ;dienvolgens daalt ook de Op het kwikzilver in de laatstgenoemde buis
rustende vloeistof, en wel veel merkbaarder, omdat de buis van de laatste
zooveel dunner is. In het Omgekeerde geval - bij het afnemen van de drukking
der lucht rijst de gekleurde vloeistof Ook veel merkbaarder,daar dan de
kwikkolom in de lange buis daalt en in de korte rijst.Daarom heeft de con-
troleur-schaal veel grooter afmetingen en een tegenover die van den barometer
zelven omgekeerde schaalverdeeling.
De meest gebruikeltke barometerverdeeling is die in Parijsche duimen en
lijnen, terwijl de barometers, die voor wetenschappelijke onderzoekingen moeten
dienen,meestal in centimeters en millimeters verdeeld zijn.76 centim.wordt
als de middelbare stand Op de oppervlakte der zee aangemerkt en deze komt
Overeen met ongeveer 28 Par.duimen. Doch Ook enkele andere verdeelingen
vindt men somtijds op de barometers.De Rijnlandsche maat treft men nu en
dan op oude in Nederland vervaardigde aan,de Engelsche op barometers,die
uit de handen van Engelsche instrumentmakers komen.Daar men de ver-
houding dier verschillende verdeelingen soms slechts met moeite kan te weten
komen,heeft het zijn nut hier eene opgave te laten volgen van de herleiding
voor de vier opgenoemde barometerschalen :de Rijnlandsche,metrieke,Parijsche
en Engelsche.De eerste,derde en vierde zijn in duimen en lijnen,de tweede
is in millimeters.
127
~~~
~~~~~~
~~~~~
~~
~~~~
~
~
~~~~~~ ~~~~~~~~~
~~~~~
~
~~~~~
~~ ~~~
~
~~ ~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~~
~~~~ ~~ ~ ~~ ~~~
~~~~ ~
~
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~ ~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~
~~~~
~
~
~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~
~~~ ~~~~~
~~~~
~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~
~~~ ~~~~~
~~~~
~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~
~~~~~~~~~
~
~~~~~~
~~~~~
~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~
~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~~ ~ ~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~ ~ ~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~ ~~ ~~~ ~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~ ~~ ~~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~ ~ ~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~
~~~~~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~ ~ ~ ~ ~~ ~~~~ ~~~~~
~~ ~~~~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~~~~
~
~~~~~~
~~~~~~~
~
~~~~~
~~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~
~~~
~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~
~~~~~~
~~~~~
~~
~~~~~~~~~
~
~~~~~~
~~~~~
~
~~~~~~~
~~ ~~~
~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~
~~~~~~
~~~~~
~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~ ~~
~
~
~
~
~
~
~
~
~~~~~~
~~~
~~~
~~~
~~~
~~~~~~
~~~
~~~
~~~
~~~ ~~~~~
~
~~~~~~
~~~~~
~
~~~~~~
~~~ ~~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~~
~
~~~~~~
~~~ ~~
~~
~~
~~~ ~~
~
~
~
~
~~~~~~
~~~
~~~
~~~
~~~
~~~
~~~
~~~~~~
~~~
~~~ ~~~~~
~~~~
~~~~
~~~~~
~~~~~
~~ ~ ~~~~~
~~~~
~~~~
~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~~~~~
~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~
~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~ ~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~~~
~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~~~~~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~~
~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~ ~ ~~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~
~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~
~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~
~ ~~~~ ~~~~
~
~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~ ~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~
~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~ ~~ ~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~~~
~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~
~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~~~ ~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~~~~~
~~~~~ ~~~~~ ~~~~~~~
~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~ ~ ~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~~ ~~~ ~ ~~~~~ ~~~~~~
~~~ ~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~ ~~
~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~~~ ~~~~ ~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~
~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~
~~~ ~~~~~~~~~~~~
~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~
~~~~~
~~~~~~~~~
~~~~~
~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~
~~~ ~~~ ~~~ ~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~ ~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~ ~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~ ~~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~ ~~~ ~~~~
~~~ ~~~~ ~~~~~~ ~~~~
132 DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
De a n erode-b aro m eter
noemd) berust Op een geheel
C
gry zw
z NN'O .M ,2* .
a wz.
+ +*
*
>.
* 1q < @
@
e = R
e
*
,
/ *
#
l
van geel koper, welks doorsnede bij M is afgebeeld ;
deze ring is echter niet geheel gesloten en in het
midden bij F is hij bevestigd
bodem van een doosje, dat tOt
een horloge,van beugel en ring voorzien is.De uit-
.einden van den ring zijn in aanraking gebracht
met hef boompjes,werkende op de staaf 0, die
op den metalen
ophangen, evenals
M e
De anerode-barometer.
uitloopt in een gedeelte van een tandrad S,dat
met een wijzer in verband staat.Deze ring is luchtdicht gesoldeerd.Indien
nu op dezen hollen ring een vermeerderde luchtdrukking werkt,dan moet
#
- ..''R w / , ,., :y.BJ j
,' .
cu.y% (Ii((,(i l
11 x ,
..kx? kr =- XN
-- hu
=
=
= 4 I
11'11
I11 l
.- e
,A>
V.# . #
1* . . h,I xx
I
I, 1
h
I .1
d $ l'
i
#
-- ,! F-m ylz y. %%... ..1 qtA
,' .z #j , x- - r.e. t
' I *
. @
1V.K''jkI1l!1*I1
.V IN G :5 n P E ..
,!
% ' . I - B Ih . p , p
N Y. . .
N
'
.r I q$ .
/ / jj. , 1.
l j j: p
#
>.:Ta to x
#
h'
>.N -
ring zich een weinig sluit.Vermindert de druk-
king der lucht,dan tracht de ring zich krachtens
zijne elasticiteit eenigszins uit te zetten.Dit
nauwer en wijder worden van den ring heeft
een toenadering of verwijdering der uiteinden
ten gevolge en deze worden op de reeds be-
schreven Nitze Overgebracht op den wtzer,Nielks
spits over eene schaal loopt,volgens een stand-
barometer vervaardigd, ulsmede over een rand
met aanwijzing van het weder,dat doorgaans
van eene toe- of afnemende luchtdrukking af-
hangt. De eerste anerode-barometers zijn door
VIDI vervaardigd (1844) ;hij maakte echter een
holle, luchtledig gemaakte doos,welker beide
zijne buitenoppervlakte zulks meer ondervinden
dan de binnenztjde,dewijl de eerste grooter is
dan de laatste ;het gevolg moet zijn, dat de
De manometer. bodems van zeer dun metaal waren ; de lucht-
drukking drukte die bodems min of meer naar
binnen, evenals onze wangen min of meer naar binnen gedrongen worden a1s
wt met gesloten mond lucht opzuigen.Dat het werktuig een toestel had om
die meerdere of mindere indrukking op een wijzer over te brengen en op een
schaal te doen aflezen,spreekt van zelf.
De m a n o m et e r. Als men een gekronkelde darm opblaast,wordt hij ge-
heel of nagonoog recht.Daarbtj heeft dezelfde werking plaats als bij den
(naar haren vorm Ook d O o s - b ar o m e t e r ge-
ander beginsel.Een instrumentmaker te Parijs, met
name BOURDON,heeft nameltjk een barometer ver-
vaardigd,die geen kwikzilver bevat en geheel uit
metaal bestaat. Dit werktuig beslaat veel minder
plaats en is minder breekbaar,bijgevolg gemak-
kelijker vervoerbaar. Het gronddenkbeeld is zeer
vernuftig, gelijk uit de beschrijving van het
hiernevens afgebeelde werktuig blijkt.Het voor-
naamste bestanddeel is een bolle luchtledige ring
DE ANERODE-BAROMETER EN DE MANOMETER.
anerode-barometer, doch in tegenovergestelden zin.De grootere drukking werkt
hier inwendig en veroorzaakt een uitzetting in plaats van kromming.BOIJSDON
heeft zijn denkbeeld dienovereenkomstig echter o0k toegepast voor drukkingen,
die grooter zijn dan die des dampkrings.Op zulke vaak zeer aanzienlijke span-
ningen berust de geheele werking der stoommachine en het juiste meten dier
geweldige drukking is
van des te meer belang,
daar van hare nauw-
keurige kennis niet a1-
leen de geregelde gang
der machine, en dus
geld en goed,ja zelfs
in zeer vele gevallen het
leven van een menigte
werklieden af hangt.
De werktuigen tOt
het meten van groote
spanningen heeten ma-
nometers en
boven ten opzichte van
na het
den anerode-barometer
opgemerkte is de onder-
ste hguur op bladz.132
bijna zonder eenige ver-
klaring verstaanbaar.
De daar afgebeelde ma-
nometer heeft mede een
buis,in eene doos b c (8.
Zij is insgelijks lucht-
dicht,doch niet lucht-
ledig, maar staat met
het inwendige van den
stoomketel in verband
door een
door het plaatsen eener
buis a, zoodat
kraan de stoom toegang
heeft tot de dunne buis
m Jb-=-- -' W M 'W VN
v ,r(' ....
N. -> r.w w'Xn x.
-..e*e N'
'WW
'hhxx x...-
.f'J .' Nww. . N
.+.
''-'-'- ':'- ------.... ... -. --.. ..
'-'-------..-.-.. rt?:..-. .. #*
..' kwx
,.' xxxx
ee xx
x .4 N x
.
.'
/ ,,
y) gz x ...
s .zs. ..'
,
yp
p:'
ae
.e
.'
.
zZ
.
.
9 y; ..*
xz
aeee
.*
?,z w.,,e''
/.
),
x....e#
.'
(jj. ? ) -----
----- '
q-- ? -...- .v
J
J '''<
j ''--
! 7
:
E
'
I
X y 4, . /
N
N.
// x
x
h
- s.%
ez y' .x N xNx xNh
SS.A. ssxxs
XNx x o 5
: - xxxN
i! %%**
x ( y&
--,---.
----,-
'
tlp----
k x F . x
, N, N ,. k . XX ' z X ks
=- X
x Xx xl
A
Y
N
x X '''''''''''--'
'
-''' --
d
''''' ''' '-' '--..
G
Of ook van Metaal-manometer van SchFer. deze afge-
Daar sloten wordt. nu
in dit geval de veranderingen in de spanning van binnen Op de ringvormige
buis werken, moet de beweging Ook in omgekeerden zin plaats hebben ;
d.i.bij het toenemen der spanning van den stoom neemt de ring grooter
omvang aan en rekt hij ;bt het afnemen der spanning krimpt de ring ineen.
Deze uitzetting en inkrimping werken op den wijzer, welks spits Over een
verdeelde schaal loopt. Eenige jaren na ScHlxz, doch nog voordat BOt7SDON
133
DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
octrooiop den nieuw-uitgevonden barometer verkreeg,namelijk in 1849,deed
de ingenieur ScHyvss aanvraag om octrooi voor een manometer,die tot den
anerode-barometer van VIpI ongeveer in dezelfde verhouding stond als die van
Bovlzpox t0t den toestel van ScHlxz.Scl-l>alaEa liet de verandering der drukking,
die hij wilde meten,de stoomspanning,niet Op de binnenwanden eener holle
buis werken, maar, evenals VIpI,Op een elastieke plaat, met welke hij de
stoombuis afsloot, Op de wtjze a1s de binnenzjde van het deksel eener doos.
De af beelding op
doos,die door de golvende stalen
bladz. 133 vertoont dezen toestel.H is de binnenzijde der
plaat A aan de bovenzijde luchtdicht gesloten
wordt.Aan de benedenzijde loopt zij uit in de buis G,die met den stoom-
ketel in verband staat, zoodat de plaat A voortdurend aan haar benedenzijde
de spanning van den stoom in een ketel,aan haar bovenzijde alleen de druk-
king van den dampkring heeft te dragen,daar de ruimte boven A uitkomt in
de doos,in welke zich de hefboomen bevinden,door welke de wtjzer E Jn
beweging gebracht wordt.Dit een en ander is niet luchtdicht afgesloten.Tegen
het roesten is de elastieke stalen plaat bedekt met een dunne huid van zilver;
zij wordt door middel van schroeven tusschen de klampen F vastgeklemd,
derwijze dat de lucht geheel is afgesloten. De koppen der schroeven,die bij F
de sluiting geven, ztn doorboord ; door de ga>tjes loopt een draad, welks uit-
einden aaneengesoldeerd zijn tegen een willekeurig Openschroeven.Op de plaat A
staat een kniestuk B,dat al de bewegingen der plaat A door middel van een
drijfstang overbrengt op den getanden sector, die met den wijzer in verband
staat,welke alzoo iedere rijzing of daling van de plaat A Op den verdeelden
schaalcirkel aanwijst.Een fjne spiraalveer, aan de as van den wijzer bevestigd,
houdt deze voortdurende aanraking m et de tanden van den sector, zoodat
oOk de allergeringste verandering in de stoomspanning wordt aangewezen.
Deze manometers zijn ten nauwkeurigste met kwik-manometers vergeleken en
volgens deze geregeld.De schaal loopt meestal t0t 10 atmospheren drukking,
hoewel de elastieke platen tot op het dubbele der drukking beproefd zijn.De
geoctrooieerde manometers van SCHFFEIZ worden in de fabriek van SCI-I:FFER
en BITDENBESG te Maagdenburg vervaardigd en overal verzonden,ook door middel
van depots. Meer dan 200000 manometers zijn reeds door hen afgeleverd.
Zeer groote spanningen van den stoom meet men door de drukking van den
dampkring tot eenheid aan te nemen,zoodat men spreekt van een drukking
van n atmospheer,indien die drukking 1033 grammen op
bedraagt ;voorts van drukkingen van 2,3,6, 8 en meer atmospheren,indien
den 1 centimeter
de drukking 2-,3-,6-,8-maal zoO groot is,enz. ; dienovereenkomstig is ook
de sch:al ingericht.Het is gemakkeltjk na te gaan,welke geweldige spanning
zelfs een middelmatige stoolnketel bij een drukkingvan 5 Of 6 atnaospheren
uit te houden heeft.
W ij hebben boven reeds met een enkel woord gewag gemaakt van de wet
van BOYLE of MARIOTTE.Zj drukt het verband uit tusschen het volumen van
een hoeveelheid van een gas en de drukking, die erop werkt. Indien men
een buis aan het eene uiteinde sluit,kan men de lucht of elk ander gas door
middel van een luchtdicht loopenden zuiger ineenpersen. Men moet behalve de
135 METAAL-MANOMETER.WET VAN MARIOTTE.
gewone dampkringsdrukking nOg een drukking van 1033 gr.
op den zuiger laten werken,als men de lucht tOt de dubbele
persen wil,zoodat Op haar dan een drukking van 2 atmospheren uitgeoefend
wordt. Indien men de ineenpersing nog dubbel zoo groot wil maken,moet
ook de afgesloten hoeveelheid lucht een druk van 4 atmospheren Ondervinden.
Op den D centim.
dichtheid ineen-
Billnen zekere grenzen geldt deze wet zeer nauwkeurig en kan zij op het
vervaardigen eener andere soort manometers toegepast worden. W anneer
namelijk het inwendige van een stoomketel met het korte been van een ge-
bogene,aan de boven-
ztjde opene glazen buis
in verbinding wordt ge-
bracht en de stoora,de
kraan open zijnde,op
het kwikzilver in die
buis drukt, dan moet
btj een spanning van
1 atmospheer de opper-
vlakte van het metaal
in de beide beenen der
buis even hoog staan,
omdat de dampkring op
het kwik in het lange
been oOk een druk van
1 atmospheer uitoefent.
Doch,indien de span-
ning
hooger stijgt,dan drijft
zij het kwikzilver in de
langste buis opw aarts,
ill den ketel
en wel zoo, dat het
hoogte-verschil voor
elke drukking van 1
76 centim.
j,,,,... jy!-,,j., -
,
.
-.
jj) 'jjj 11!!-Il,jjjj, 1,
'
.
I I ..4c,,j I'-'r- i
:--- lf 1lI1111141111-11111.11-111!..' ,-- 'L, 11
! .. o IrIl' ll j.I;!jjlllll .
...,.j 15. 1:Il1 :
'.-.
'
-,$iIIIl -' .1 (((l(4!lI1111,1111. ----...... --,- i I u.- I ,I,,, -7
It''I11 l'lkII!1,1.I'j'jI d;r .-1---.1diIIIIl '
. IlIIl!i111.1ilIi.'i --- . l
'
'
'
.
l lI''jll!l ( 1 I !,IIlIl..
.
,
liI1I. , j 111.
Ijjj' j,I.--' :' 'I
-,I!IIl'Ijjj,' l
,
. .
y'::'IIlII
y1.jjjI jjj Ijj4 , -
r.-.
1kI '.l.
'.jjgj I-IIjjI j, ' ! 'l'1141,141 j . :
,-.-,---.1.-,,1, , .
,
.
,,. 1!,.. ....
,
,,,
!III zl
IIL 1lIi 11I ' I. I1 I I - I..i-lI.
,
1!I I ,,' ,: - I jIjIIjIlj i'
II I ' -.
'.:''
.1.l
Il IJ l: - I-' '--I l I
lI.
4x I I
.
..
11I - *-- .Ij - :.. g . j .p.. ,j
j .1 . Mv 4 ..
k ,,jj , - :t ) j,,,k
,
. '
. ;. 1- . jj - p t <
.
jj ,y e- 1:I)-l . ).. .. ';k. .z....- j , y LE
'lj t.t .1.( y.vx-...- .?t...x1 y .x ...x l ' Ij
-
I!)I.jA t )-jlt t). .4' ---- -. .I .'I r
I)X t >)?h.
'.
77 - .- .---. .y,).1
. 4 ,' - - .
.
.:.tjs
s
t,'I.Jx. . -....,?.jl j N
-..-.-..---x
1.;3.1 tIt4-t. .t ::..-)'Il)I1I x- : - - x x
xj't.pq1 :':i!j .I) ,j xqr 1x.) r,:;jj .. .b'1( x l' . = .. .
y;.,. jj
.x
l l'xx .jc 'j . p.y.x
, N
. % l.
'
.
.
'
,
j11 o V
.
N N IlI,
' 4 1:
. - -
. jIj,,x! - ..
k jj., xx
' ..
'
$
'
s jjjj; j jjj.;ss NN
...... ...
jjjyj
yj
yj j
- %. - = --- - - --
. - 5, . eN -
i
N'N --------- '-'- ...- ,-- -- .... .
' r x .- .s.y > <
.
De kwik-manometer.
atmospheer
bedraagt ; bij een spanning van 2
lange kwikkolom 76 centim., bij
atmospheren staat de bovenoppervlakte der
eene van 3 atm. 152 c.M.,bij eene van
4 atm. 228 c.M. enz. hooger dan de bovenoppervlakte der korte kwikkolom.
Laat nu de buis in het algemeen slechts 76 centim.lang, van boven gesloten
en met lucht gevuld zijn,dan blijven de beide bovenvlakken der kwikzuil bij
een drtlkking van 1 atmospheer even hoog staan,doch bij een drukking van
2 atm .perst het kwikzilver de lucht tOt den halven omvang ineen ; de hoogte
is dus slechts 38 c.M., bij 4 atm.57 c.M.)bij 8 atm.66,5 C.M.enz. Deze
hoogten zijn gemakkelijk door middel van de wet van BOYLE of MARIOTTE te
bepalen.Daar men nu niet goed zeer lange,van boven opene buizen van de
eerstgenoemde soort tOt manometers gebruiken kan, heeft men gemakshalve
kortere, geslotene en met lucht gevulde van de laatstgenoemde soort voor
136 DE BAROMETER EN DE MANOMETER.
hetzelfde doel gebezigd ; de af beelding op de vorige bladz. vertoont een zoodanige
buis in verbinding met den stoomketel. Intusschen zijn deze vrj gevaarlijk
wegens de groote drukking,die het glas ondervindt.
W a a 1-n e m i n g e n m e t d e n b ar o m e ter. Wij zullen nu nOg enkele
opmerkingen maken Over barometer-waarnemingen in het algemeen,en we1 in
de eerste plaats met betrekking t0t hoogte-metingen.
Terwtjl aan de oppervlakte de gemiddelde barometerstand 76 centim. Of
760 millim. bedraagt,is hij ter hoogte van 10,5 meter nOg slechts 759 millim.z
ter hoogte van 70 v. 1 lijn gedaald.Volgens de wet van MASIOTTE zijn
de benedenste luchtlagen dichter dan de hoogere ; dus zal m en tot een
nieuw dalen van 1 millimeter in de reeds eenigszins dunnere lucht Ook een
hoogte, die een weinig meer is dan 10,5 meter,moeten bereiken,en zoo ver-
volgens.Langs wiskundigen weg heeft men de formule ontwikkeld) die deze
correctin aanwijst, en volgens deze is de gemiddelde barometerstand op een
hoogte van
1500 Par. v.1) 715 millim.of 26 d. 5
3000 673 n 24 n 10
6000 595
9000 n p 527
18000 365
27000 252
))
1)
:1
22 0
(L 6) :: ($ ?, ))
(L 114 ?, t!it:
il ts ,)
De g e mi d d e l d e b ar o m e t er s t an d , d.i.de stand v. 76 c.M.,is, gelijk
hierboven reeds in het voorbtgaan werd opgemerkt, zelden oL'nooit in de
natuur waarneembaar. De barometer ondergaat op elke plaats periodieke of
onregelmatige rijzingen en dalingen en vandaar, dat hij in de huisgezinnen a1s
w e e r g la s hangt.Uit talrijke,lang voortgezette waarnemingen heeft men een
zeer onbepaalde en gebrekkige schaal samengesteld, die op de tot huiseltk
gebruik vervaardigde barometers, naast of in plaats van een verdeeling in
duimen en lijnen,in het midden met het woord v er an d e rl ij k prijkt,terwtjl
men hooger leest s ch o o n w e d e r,b e s t e n d i g enz.,lager de minder aange-
name profetien :1- e g e n , 1.e g e n e n w i n d , v e e 1 r e g e n e n w i n d , s t o r m z
ja tot het verschrikkelijke or k a a n en a a r db e v i n g tOe !Het midden (v e r-
a n d e r l ij k) laat nOg de meeste uitleggingen toe.
Indien het weder alleen van de drukking der lucht af hing,zou de barometer
een Onberispelijke weerprofeet zijn ; maar OOk de graad van warmte en van
vochtigheid der lucht hebben grooten invloed op de veranderingen van het
weder en vandaar dat het pweerglas'' niet onfeilbaar is.W ij zullen later zien,
hoe de winden ontstaan,hoe opstijgende en uit de hoogte nederdalende lucht-
stroomingen zich met elkander vermengen en daardoor in verschillende rich-
tingen winden en stormen veroorzaken. Nu moet een luchtstroom, die zich
van boven naar beneden beNveegt,de drukking van den
neraen, terTzjl oragekeerd een opsttgende luchtstroonA
dampkring doen toe-
de drukking vermindert,
1) Namel:k :boven den waterspiegel der zee.
W AARNEMINGEN MET DEN BAROMETER.
en bijgevolg een daling van den barometer ten gevolge heeft. Maar soms is.
de bovenste wind de warmste, soms de benedenste ;nu heerscht de eene
alleen, dan de andere,terwijl wij Ons somtijds in de streek bevinden,waar
beide zich met elkander vermengen ; daaruit volgt? dat hetgeen op zich
zelf de vaste barometerstand zou moeten zijn,op vele en velerlei wijzen
verandert.
Met dat al heeftnauwkeurige waarneming in die schijnbare Onregelmatigheid
een merkwaardige orde doen zien.Men heeft van dag tOt dag,ja van uur tOt
uur,de veranderingen in den barometerstand opgeteekend en bij onderlinge
vergeltjkingen vertoonen die aanteekeningen een regelmatig terugkeeren van
den hoogsten en den laagsten stand, een maximum en minimum van lucht-
drukking.lndien men de hoogten des barometers van uur tot uur Onder den
vorm eener kromme lijn afbeeldt, of - en dit heeft men gedaan - het rijzen
en dalen der bolvormige oppervlakte van de kwikkolom zich zelf op een achter
de kwikbuis gehangen photographisch papier laat afbeelden,erlangt men eene
lijn,welker golvingen de gedurige veranderingen in de drukking der lucht
aanduiden.Hiertoe echter zijn de waarnemingen van eenige dagen of weken
niet toereikende; eerst langdurige waarnemingen verraden het bestaan van
zulke periodieke afwisselingen.Reeds voor meer dan een eeuw zijn hier te
lande zoodanige barometrische waarnemingen opgeteekend en langen tijd,zoowel
in de W e rk e n d e r H a a r l e m s c h e Ma at s c h ap p ij v a n w e t e n s ch a p p e n
a1s in het Oude tijdschrift V a d e r 1 a n d s c h e L e tt e r o e f e n i n g e n ,mede-
gedeeld. Onvergelijkelijk nauwkeuriger zijn echter die, welke tegenwoordig van
het meteorologisch instituut te Utrecht uitgaan,gelijk
de zeevarende natin zich thans Op deze en dergelijke waarnemingen toeleggen
met een ijver,die den vroeger te dezen door den grooten ALEX.vON HUMBOLDT'
geuiten wensch meer dan verwezenlijkt.Hoe langer hoe meer blijkt er uit,dat
Ook die natuurverschijnselen, welke men vroeger geheel en al onregelmatig
achtte,of verkeerdelijk aan andere oorzaken (b.v.de maan) toeschreef,inderdaad
dan Ook andere,vooral
afhankelijk zijn van bepaalde afwisselingen in den toestand van den damp-
kring ; afwisselingen, die zich nu reeds ten deele laten voorspellen,en het
meer en meer zullen doen,zoodat men van lieverlede meer zekerheid krijgt
aangaande weer en wind. De bedoelde waarnemingen hebben doen zien,dat
er een dagelijksche golving en jaarltksche maxima en minima bestaan.Deze
zijn nu voor alle punten der aarde wel niet dezelfde,maar uit alle bltjkt/een-
stemmig,dat de barometer zijn hoogsten stand omtrent 10 uren des avonds,
zijn laagsten 's morgens te 4 u.heeft.Na laatstgemelden stand begint hij te
rijzen tot 11 u. in den voormiddag ; u.,
dat OOk het ttjdstip van een laagsten stand is, waarna een rijzing tot 10 u.
plaats heeft.De dagelijksche golving vertoont derhalve twee bergen en twee
daarna heeft een daling plaats tot 4
dalen. Tusschen de keerkringen is deze regellnatigheid zoo groot,dat men,
gelijk HVMBOLDT opmerkt,den barometer a1s horloge gebruiken kan zonder
meer dan een kwartier te missen.In onze streken is het beloop der dage-
lijksche rijzing en daling eenigermate afhankelijk van de jaargetijden.
De jaarltksche golving bereikt haar hoogste punt in den winter,haar laagste
137
138 DE BAROMETER EN DE MANOMETER
.
in den zomer.Het is niet moeilijk na te gaan,dat die barometerstand af han-
kelijk is van deongelijke verwarming der lucht door de zOn en van de daar-
door veroorzaakte rtjzende en dalende luchtstrooming. Aldus wordt ons door
de eenvoudige proef van TORRICELLI niet alleen de werking van de aantrek-
kingskracht der aarde aanschouwelijk gemaakt, niet alleen de afstand tusschen
ons standpunt en het middelpunt onzer planeet verkondigd, - maar ook elke
invloed der luchtzee afgespiegeld en als het ware der gedachte een boog te
zien gegeven van de brug,die de aarde met de zon verbindt.
De eerste luchtballon.
Luchtballons en luchtscheepvaart.
Vliegmachines. - De luchtballon.-- De gebroeders
(1783).- CHARIZES en zjn ballon.- De Montgolfres en Charlires.- De eerste lucht-
reis van PILATIC pz RozlEa en den markies D'ARLANDE,CHARLES en ROBERT. - BlaAxcHAaos
luchtreis over het kanaal.- Het valscherm.- De reis van GRIZEN uit Engeland naar
het Nassausche. De belangrjkste ondernemingen van latere luchtreizigers.- ARBAN.-
CoxwEla.- Gvpsox.- NADAR en de Gant. - Nat en toekomst der lnchtscheepvaart.-
De luchtreis van GAY-laussAc en BloT.
MoxTtloL>>lEa.- Hun eerste ballon
Het is n0g niet voldoende Opgehelderd,in hoever de fabelachtige verhalen
der
geschiedkundigen grondslag
oudheid opsieringen en verminkingen waren van gebeurtenissen,die een
hadden.Een der bekendste verhalen van dien aard
houdt in, dat de Grieksche kunstenaar DAEDALTJS voor MINOs)koning van
Creta,een onderaardschen doolhof vervaardigde, in welken hij,bij den koning
in ongenade gevallen,met zijn zoon lcAltus werd opgesloten,terwijl hem het
Ontvluchten belet werd.Doch de vindingrijke DAEDALTJSrnaakte voor zich en
zijn zoon vleugels,met was aaneengehecht,
aan hun gevangenis.Maar IcwRvs vloog,tegen de waarschtlwing zijns vaders,
te hoog en dus te dicht bij de zOn ; het gevolg was, dat de hitte der zOn het
was ztjner vleugels deed smelten en de onvoorzichtige jongeling in de zee viel
en verdronk.Meestal wordt dit verhaal zO0 uitgelegd) dat DAEDALUS de uitvinder
en beiden ontkwamen vliegende
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
was van het vervangen van hetvroeger
is het intusschen
alleen gebruikeltke roeien van vaar-
tuigen door zeilen.Onmogelijk niet,dat, gelijk zoo menige
uitvinding der Ouden later in vergetelheid is geraakt, zoo ook de schrandere
werktuigkundige DAEDALUS een middel heeft uitgedacht om zich tot op zekere
hoogte in de lucht te verhefen en zijwaarts te verplaatsen.Dit is met dat al
zeker, dat het lot van IcARus meer heeft gestrekt om het oog van zulke
proeven af te wenden,dan het ontkomen van zijn vader uitgelokt tot het
nemen van dergelijke proeven.Eerst in de 18de eeuw werd lnen er met ernst
en de pvluchtige'' Franschen staan bij die vliegproeven in het Op bedacht
eerste gelid.
V l i e gm a c h i n e s.De eerste proeven, Om zich in
der vogels, te begeven, bestonden ook
werktuigen na te bootsen als waarvan
#
-.
#
. N
dl
.
m fqz jh yv RA
) w X J.z % .
<
D. . ' X
jj - & ,' .A .... , , /-
$t w . y ..........
h 'y ,.
$
t $1 .c/ - '- J1/ -'--'-
, . 'h--
.. /j/ $ ! < .
l /
11
Op zoodanig beginsel berustte het
luchtschip van LAIJSEXT, hier-
Luchtschip van Laurent in het jaar 17.
nevens afgebeeld, dat in 't begin
der 18de eeuw vervaardigd,althans.
ontworpen werd.A is een zijden
kap met geledingen, die naarge-
lang der verlangde richting ert
verheng meer of minder kon.
worden uitgespreid ;B de staart,voor roer dienende ; CO ztn geledingen, die
door middel der katrollen 11 op de vleugels D werkten en door den lucht-
reiziger G werden in beweging gebrqcht.EE zijn luchtledige holle kogels tot
vermindering der zwaarte ; FH is een netwerk voor gereedschappen,lucht-.
reizigers enz.
Anderen gingen uit van het denkbeeld, dat de mensch meer overeenkomst
heeft met de vledermuis dan met den arend ;dienvolgens vervingen zt de
slagvederen door dunne, maar stevige vliezen.Maar alles stuitte af Op de
teleurstellende waarheid, dat 's menschen spierkracht niet toereikende is om
zijn eigen lichaam omhoog te heflbn en in dien stand te houden,vooral daar
de lucht zo0 dun is,dat zij slechts weinig tegenstand biedt aan de bewegingen
der vliegtoestellen.Er zOu een verbazende snelheid vereischt worden, indien
men niet tusschen de opwaarts richtende slagen telkens meer wil zinken dan
men rijst en dus meer verliezen dan men wint. Een ongeloofltke kracht zou
door armen en beenen moeten ontwikkeld worden bij elken slag met de als
het luchtruim, het gebied
in pogingen Om dezelfde bewegings-
die dieren zich bedienen.Evenals men
aan de schepen min Of meer
denzelfden vorm gegeven heeft
als het lichaam der visschen, zOo
meende men voor de luchtvaart
bij de gedaante der vogels te
moeten ter schole gaan en vleugels
van vederen te moeten maken.
lange armen van een hefboom werkende vleugels.
Het is hier de plaats niet tOt het verklaren der vele en velerlei genomen
140
VLIEGMACHINES.
en nog veel talrijker en uiteenloopender voorgeslagen proefnemingen,die uit
gebrek aan geld in den steek zijn gebleven. Evenals de reeuwigdurende be-
weging'',zoo steekt ook de vliegkunst gedurig,maar telkens vruchteloos,het
hoofd op.Het aantal menschen,dien het aan kunde en oordeel ontbreekt,neemt
met bijkans elke geboorte van een jongen wereldburger toe,en er is aan-
houdende inspanning noodig om
het waterpas van gezond verstand
in de wereld niet te verliezen.Het
is merkwaardig,maar toch een
feit, door talrtjke waarnemingen
bevestigd,dat)terwijl het vraag-
stuk der eeuwigdurende beweging
voornamelijk de hersenen van Op-
lichters) bankroetiers en gepen-
sionneerden heeft bezig gehouden,
de uitvinders van vliegmachines
grootendeels te zoeken zkn onder
kleermakers, mislukte werktuig-
kundigen en beunhazen op allerlei
gebied.Een dier rhoogvliegers'' -
om uit vele voorbeelden slechts
De vliegmachine van Besnier.
n te vermelden was de jonge BESNIER,een slotenmaker te Sabl Iin
Frankrijk.Deze man trok omstreeks het jaar 1768 de algemeene aandacht.
Zijn werktuig bestond uit eene inrichting,die hij als een juk Over de schouders
droeg.Het bestond in hoofdzaak uit twee stangen,waarvan elk in een schar-
nier kon draaien, dat op den schouder was bevestigd.Aan de uiteinden van
elke stang waren vleugels van taf a'angebracht.De voorste stangen werden
met de handen,de achterste met de voeten zoodanig bewogen, dat tegelijkertijd
de rechter voorste en linker achterste naar beneden w erden geslagen.De uit-
vinder kon het echter niet verder brengen dan dat hij van een zekere hoogte
in een schuine lijn naar beneden daalde, doch in de hoogte kon hij zich niet
werken. Na dit eerst Op kleine hoogte beproefd te hebben,deed hij het ook
op een grootere ; men verhaalt zelfs dat hij rivieren is overgevlogen.Dat hij
den hals gebroken heeft bij zijne proefneming,heeft men niet vernomen,en in
zoover kwam hij er gelukkiger af dan IcwRus en zijne navolgers.
Zelfs nog in betrekkelijk niet lang geleden tijd,in 1808 of 1809,werd veel
gesproken over een anderen hoogvlieger,den horlogemaker DEGEN te W eenen,
wiens beroep doet vernAoeden, dat ht toch wel eenige denkbeelden van wel-k-
tuigkunde zal gehad hebben. Voor zooveel men weet, vloog DEGEN met zijn
machine slechts in een rijschool heen en weder,en nOg niet eens geheel los,
maar langs stangen,die door het gebouw liepen.Toen hij te Parijs in de Open
lucht zijne kunst wilde vertoonen,mislukte zij geheel en al,zoodat de arme
man uitgejouwd moest aftrekken.Hij wilde intusschen niet v l i e g e n , maar met
een machine, zooals op bladz.142 is afgebeeld,in de lucht opsttjgen.Zijn toestel
was ten deele een ballon, ten deele een paar valschermen,ten deele een vlieger.
142 LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART
.
Dat 's menschen spierkracht op verre na niet toereikende is om Ook slechts
voor eenige oogenblikken de zwaartekracht te tegenwoordig
waarlijk nlet moeiltjk meer te bewijzen.Daar men echter tOt diezelfde Over-
tuiging OOk door alle inderdaad vervaardigde toestellen kwam
, greep men al
vroeg naar geheel andere hulpmiddelen en trachtte men zich van krachten te
overwinnen, is
Vliegtoestel van Jacob Degen te W eenen.
bedienen,over welker aard en werking men slechts hoogst onvolledige voor-
stellingen had. Electriciteit en magnetisme moesten te hulp komen en,hoe
ingewikkelder en onzinniger de plannen waren, des te meer hoopte mgn er
van.Zoo opperde de jezuet LANA Omstreeks het jaar 1680 het denkbeeld een
luchtschip te vervaardigen, dat door vier groote ballons van zeer dun koper
zou worden gedragen, welke echter vooraf door middel eener luchtpomp lucht-
ledig moesten worden gemaakt.Hoewel nu het gronddenkbeeld een lichaam
lichter dan de lucht te maken op zich zelf niet onzinnig is,blijkt echter, dat
de goede jezuet een geheel valsche voorstelling had van de werking der lucht-
drukking, zoodat natuurlijk de eerste proef de beste mislukken moest.Doch
met dat al is de voorslag van LANA belangwekkend,omdat ztj de kiem is van
het denkbeeld,dat bij de eigenlijke luchtballons ten grondslag ligt.Het is dan
ook over deze laatste, dat wij hier eenigszins uitvoeriger te handelen hebben.
G e s c h i e d e ni s d e r l u c htb a l l o n s. In het jaar 1736,zoo wordt ver-
haaldysteeg een Portugeesch natuurkundige, DoN GIJZMAN,in tegenwoordigheid
van koning JUAN V met een toestel van houten latwerk, dat met papier was
dichtgeplakt en waaronder een vuur brandde, in de hoogte. De toestel stiet
echter tegen het balkon van het paleis,werd beschadigd en viel daarop naar
beneden, gelukkig nog zoo langzaam, dat de luchtreiziger er heelhuids afkwam .
De liefelijke inquisitie belette echter een tweede proef;zij zette den toovenaar'
achter slot, en slechts persoonlijke tusschenkomst van den koning kOn hem
van den brandstapel redden. Dit zOu dus een montgolhre vr MONTGOLFIES
geweest zijn.Opdat ons ook de gewone uitvindingsverhalen der Chineezen
niet ontbreken zoaden,vermeldt een Fransch zendeling, BAssov,in 1694, dus.
btjna 100 jaren, voordat men in Europa iets van de luchtballons wist,dat.
RESCHIEDENIS DER LUCHTBALLONS. 143
volgens ociele bescheiden reeds in 1506 bij de kroning van keizer FO-KIEN
het oplaten van een ballon tot hetprogramma der feesten te Peking behoorde.
Hoe dit ook zij,toch is zonder twijfel de eerste vervaardiging van een
goeden luchtballon in Frankrijk geschied en behoort de eerste uitvinding aan
twee broeders,JosEpu en ETIENNE MONTGOLFIER,zonen van een papierfabrikant
uit het stadje Annonay.Hun geslacht was af komstig uit de stad Ambert in
Auvergne.Hun voorouders waren ijverige aanhangers der Hervgrming en a1s
zoodanig blootgesteld aan de gruwelen van den Bartholomesnacht.De goederen
der familie werden verbeurd verklaard,de papiermolen - een familie-eigendom -
werd vernield en zij zagen
nieuwe fabriek,die zij later te Annonay vestigden, bloeide weldra naar wensch
zich genoodzaakt de vlucht te nenaen.Doch de
en in het begin der 18de eeuw had het papier der MONTGOLFIERS een
tigden
ETIENNE
waar hij zich aan de bouwkunst wijdde en veel ijver voor de wiskundige
wetenschappen aan den dag legde. Nadat hij door zijn vader teruggeroepen
VQVeS-
naam. Liefde tOt de wetenschappen was der familie a1s aangeboren.
MONTGOLFIER begaf zich ter uitbreiding zijner kundigheden naar Parijk,
was,ten einde de papierfabriek te helpen besturen,maakte hij zich in dat vak
al spoedig een grooten naam door onderscheidene uitvindingen en verbeteringen.
Zijn broeder JosEpH,niet minder begaafd dan hij, kOn zich echter minder dan
ETIENNX vinden in het streng wetenschappelijke van arbeiden en onderzoeken.
Als door innerlijke aandrift gevoelde hij, waar hij moest gaan staan,en nooit
stond hij verlegen,waar de geleerdheid den beschikbaren tijd met afgepaste
Onderzoekingen verslijt.Hetgeen htjdeed,verrichtte hij Op zijn eigen wijzey
met snelheid en geestdrift.Hetgeen hem niet aantrok,leerde hij niet aan.Hij
was van een oorspronkelijken,vurigen aard,een dier uitvindingsgeesten,welke
destijds tieren konden. De natuur- en scheikundige wetenschappen,nog in de
kindsheid harer nieuwe ontwikkeling,begonnen pas wortel te schieten in het
maatschappeltke leven, en daarom doet men Onbillijk,a1s men uit de lloogte
den spot drijft met onderscheidene proeven en ondernemingen, die ons tegen-
woordig dwaas dunken.Veel verkeerds was destijds in volkomen overeen-
stemming met den hoogsten trap der toenmalige wetenschap ; veel was er,
waarvan men destijds geen of slechts zeer gebrekkige kennis bezat, en,gelijk
men elken tijd op zichzelf moet beoordeelen, zoo moet men de eerste proeven
der gebroeders MONTGOLFIER niet met onze beschouwingen en ltundigheden in
vergeltjking willen brengen.De overige uitvindingen,aan den naam van dit
broederpaar verbonden,waaronder wij alleen die van den hydraulischen ram
als een der vernuftigste noemen, toonen genoeg aan,dat zij volstrekt niet
onder de halfdwaze plannenmakers te rekenen zijn.
Het denkbeeld, zich in de lucht te verheFen, vond waarschijnlijk het eerst
plaats in den levendigen geest van JosEpl-l.Een Fransch schrijver verhaalt,
dat de wolken, die dagelijks in de landstreek, waar zij woonden,van de bergen
Opstegen,de broeders het eerst op de gedachte brachten kunstmatige wolken
te maken.Zij sloten daartoe waterdamp in lichte omhullingen en de toestel
ging Ook werkelijk naar de hoogte,maar viel dadelijk weer naar beneden.Zij
beproefden het toen met rook, maar de zaak ging niet veel beter.Toen leerden
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
ztj het nog nieuwe werk van PRIESTLEY over de verschillende luchtsoorten
kennen, dat een menigte belangrijke ontdekkingen bevatte over gassoorten,
die men te voren niet kende.Het denkbeeld 1ag toen voor de hand, dat vooral
met het zoo bijzonder lichte waterstofgas het doel eerder bereikt z0u worden;
doch hunne papieren ballons lieten het gas te spoedig ontwijken ;bovendien
was de bereiding van het gas destijds nog kostbaar en waren zijne eigen-
schappen n0g te weinig bekend, zoodat zij hunne proeven daarme spoedig
staakten.Zij keerden toen tOt de bereiding van dampen terug, maar gingen
nu van het denkbeeld uit,dat, a1s zij vochtig stroo en jngeknipte w0l samen
lieten verbranden, een electrische damp zOu ontstaan, die misschien een grootere
opstijgende kracht zOu bezitten.En thans gingen hunne toestellen goed in de
hoogte,doch alleen, omdat zij omkleedsels van dichtere stoFen hadden genomen.
Het beginsel van den luchtballon is hetzelfde als dat, hetwelk een luchtbel
ih het water doet opstijgen : het verschil n.l. van specihek gewicht.Indien
m en een hollen,van boven gesloten,van onder Open ballon vult met waterstof,
die 14maal lichter dan dampkringslucht is)za1 hij natuurlijkerwijze Opwaarts
rijzen. Doch hetzelfde brengt men oOk teweeg,indien men de lucht in den
ballon zelf lichter maakt, hetgeen geschieden kan door haar te verhitten.
Temperatuursverhooging zet over 't algemeen de
het dan niet een helder inzicht in de zaak
en dit
maakte
lichamen uit, feit,zij
zelve) aan de gebroeders
MONTGOLFIER het welgelukken hunner proefnemingen mogelijk. Geleerden maakten
er hen opmerkzaam op, dat hunne meening aangaande den electrieken rook
een dwaalbegrip was en dat de opdrijvende kracht alleen in de door warmte
veroorzaakte verdunning der lucht gelegen was.SAUSSURE bewees hun dit door
Voorzichtig een gloeiende ijzeren staaf in den ballon te brengen ; de ballon rees
daarop OOk,hoewel er nu geen sprake k0n zijn van llelectrieken rook''; toch
bleven zij btjhun eerste proefneming en verbrandden zij ook later altijd nOg
een weinig wol onder hun stroo,hetwelk natuurltjk niet mogelijk was zonder
een Onaangename lucht te geven.Hun eerste openlijke proefneming geschiedde
op den sden Juni 1783.De ballon was vervaardigd van linnen,van binnen
met papier beplakt ; hij had een middellijn van bijna 12 meter, woog 215 kilo
en kOn een last van 200 kilo dragen.Hij verhief zich in 10 minuten tot Op
een aanmerkelijke hoogte en viel Op een afstand van 230 meter van de plaats
der Opstijging neder. Duizenden toeschouwers waren naar dit nog nooit ver-
toonde schouwspel ijeengestroomd en met een algemeen gejaich werd de
nieuwe uitvinding begroet.De tijding van het wonder,dat men aanschouwd
had,verbreidde zich snel over Frankrijk verder,en natuurlijk wilde ntl o0k
de hoofdstad het nieuwe schouwspel zien.De Academie van wetenschappen
benoemde een commissie,belast met het Onderzoek der zaak. Maar het onge-
d ld der Parijzenaars wachtte de uitkomst hierv'an niet af. Weldra was door u
bijzondere personen geld bijeengebracht en een commissie gekozen,die aan
twee bekwape werktuigkundigen,de gebroeders ROBERT,de uitvoering en aan
den beroemden professor CHARLES de leiding der onderneming opdroeg. Nu
had men wel uit Annonay een proces-verbaal gekregen,
heden van de toedracht der zaak bevatte,maar men wist nOg niet,welk gas
dat al de bjzonder-
144
GEscl-llxosNls DES LUCHTBALLONS. 145
door de beide MONTGOLFIERS Was gebruikt,daar dezen hiervan een geheim
m aakten. CHASLES besloot maar kort en goed het waterstofgas te bezigen.
. ** Z*C 'u*2
l'q
'
1 *
. .a.
.
.Lj..1**-..y jy..I' -. k **' .;. jj jjj,ypjj,
j jyjjjjjy.jjj(j j 1 j *' .
.j!jl'lII * ( .' i '.-I'j'j'lj ''j' :,'I'II ts!
'
!j,j
'
.
)l l;)-,'1,4l-!tp j 1
?$1 j
'
'' j I11 l, 1I' 1
-.,
Ij 11,,, - , $
111l, ,-1 j' ''-11I
-11-Ih ,- - kff l'$$
----- ,
1
j . 'p r:- .;; )-1'- 1'- l-- f!,.
. .
-
,I $j #'l,,1.1,, ,-..
-. ----- . .!!!r --
.--
-
,
I j !,111111 f.'f-..! ---'-- - --- I ).1Ij .
,,,jjs .. ...... . .
.-
. .-..., ,,jjjj . j .jllj,,,,j,,j,j,,jj,(j(jj-. ...w.. ......s. j,,
j jj Jl)))r . .,.
'
z
(k.l. q..
=
a-
.-ss....-
,
gl
y
jj,y,j , 1,
l',(,,;lj'j . . , -,jjjjyj
.
.1ll.1l k .. K'
);j(jlj .? ''.-e.'z')-' '---1 I j,1Il''' ,
..
...
,
-
-rj .,z,.-..
!''.1
,
1
tji', . - l .
j '1 :*e.*,>',....e,.x ..-
.
. ,
e.-e'' ''1.-H
'
l
1 ,Il '
.< '-'.e. .:--.... .. 0..- . 1I IIt -''#' ---- 'k
,.
,jj
.,.
,,.
'L
,j;
.-
.
--
., ':
.)tr, -.
'..
..
...
-..:)).'
-,,,,
-.rr -
,-
-
iik.
s-
e;2ik - --k,
yj-
.. ;;, ....
-'
,
'
g')jjljlj,,jjj-....-' * - , ; e*
'
I
w * /
h
. .
/ / , %
- w '. YGL-&rJ,.
I'.,.%X,*.x,-- .-- ,, .
l .- ..-< .. ,'evr-e --.- qt#'.-'.. q. .-3 * > .... - T:kuq -
j
-
, e
g-g - -z= - .>- ..-'' vw!.
'
.;k .
'
.
& .
k
.
.-.: t ,
.v-- # .- :..2,ts z . yl I -;...a.r..t= . ;.-,.w .,. ...r..j. .gas qav rs I V... .. r o..yxyj
s;g.js.
py,y ( ,mjm susauam D..=- - - k..wg . so . , --
z0..'> = . w<J..x,J .qlq%zsi
..:us. =z&. . - .
.rx-.@p w & > :a 5...twL ss.s-a
. r -ciie s %sf Axva n
vm , '- <-<..u 'm
, - o >%..-
. . a ivN . x - o l-'- - -r.
.v.p p v = 1 (,j N .
' $ *% '* 14 Ats
v x ' I l
. I . . ilj rl *vza>*.z xvxw
w , t lj' + ws
y
hkj wxzx..x , // f. = . j i.
'
1. *% * Nx...
,
'
.
. 11 !11, '' --
--...
-
.!
'
1
, , I# #.
-4-/-1 j, -! I1l) , l- jj.
-
.
-
--
....jjjj.-x jj,
,, j r
I
j j,r!' .,., .,-
11. ' k!'jf/' '::::!!!!!!!!'''!''!!!!'r''''-''''!' ''''' ----. '''''''''''' 1: -
li-1'1' jljj .2r..... ....... - d,'.-,j
jjj jk-
kjI.
,
-
,
j( '1I ! j/
't
'
-
---
. #1''
-
l -. lj'' 'hkj'.I,.'j'4.jj -.- 1 / . I
,. j , --.... -
,
.. -j .
. ,jjjj , I!
j ,lf , l -
j

'
I
. ! ,
jl-j,,I.-, , II9 j --, i
,
I
j ,,--,,:,. 1-Ijjjjj j -
-
,lf- ikp .'?1-'-'''j!---'-
,,
j$-iIh
j
!1j,,! t
. ,
-
- l
l )lj
'
ll 'l-r ,
...'..
. r..,...
,ljjhjjj-
j j j . , , . , j I
'
lj ' .- j-. >-.-,,tt..t'. ,jlt't'11 I . - 4.
--%
. jj.t
'
.
k
'
:,f 14j jr -'Ik-''4-,,-'---' ' :-.'j!;k ,''1;----'I't1'l 1-' '- r
- - -
-
--,
''..
--
jk-1,jkpsjlj-qk
-
-
,i-
I 1
f !li . ,-'li'- :p-
,-j!r -,1,
1
I
' 1
j1j',j$ ' l, - -',.
- ,!k, ,-,jj, qjjj $j ,, j
j
' ,
,
: . js
o :. jjj, ,y jjj y 1
, I
) . -, r, f(,j(r 11 , - ft
jj;.!jjj,,j y i t
, ,,
,
j jr;j,jj,jjj.,,,,,,, j,j j s , 11l,1 jj,jjjyjjjj ll
'
:l. ! t'jt.,l,(Jjjjj/jj-jjj . l)i,j)jt .
-
. ,jj ,,.j,, ,
'
, ,
jtjjjj-jjjjjjyj
yjjjjj,jtjjjyjjtt
y
y
j
jy ,.y, 'I j4 j j 1111t(t(
$jt(I-(l.(t!,jt
-
$kf
-$1.,-j!h,,,'r- . .,, .,.
.
,
--;j4Itj,...-,,u-.i( :k$j',,,- j,-fI-.('1,.,4---$(-,.(..-, , ' Ijj ,
1 I 1
),',,,1l,jI
Een stof, die 14-maal lichter is dan de dampkringslucht, moest toch wel een
aanmerkelijk betere uitwerking doen dan dat onbekende gas,dat volgens de
V1II. 10
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
berichten slechts half zOo zwaar was als de lucht. Doch de bereiding van het
gas ging toen nOg met vele bezwaren gepaard ; men kende het nauweltjks en
had het nog slechts in het klein bereid, en thans m oest een hoeveelheid van
40 kubieke meters in een ballon worden opgesloten.Zelfs de geleerden vreesden
voor de groote brandbaarheid van het gas. CIIASLES bleef er intusschen Op
aandringen. Men moest eerst een gas-ontwikkelings-toestel bedenken,en na
vele beraadslagingen nam men de volgende inrichting aan ;de af beelding op
bladz.145 stelt deze werkzaamheid voor.In een vat werden ijzervijlsel en
water gedaan ; de bovenste bodem had twee gaten ; in 't een daarvan was een
lederen buis gestoken, die tot in den ballon reikte,in het andere een kurk.
Door deze laatste opening kon men zwavelzuur en versch ijzervijlsel en water
in het vat gieten. De gebreken van dezen toestel kwamen spoedig aan den
dag :de verhitting van den toestel was zoo groot, dat een aanmerkelijke
hoeveelheid waterdampen, met zuur bezwangerd,werd medegevoerd,die den
van taf vervaardigden ballon dreigde stuk te bijten ;de dampen verdichtten
zich in den ballon tOt water, dat men voortdurend moest laten afloopen,en
bovendien moest de ballon, om de hitte te verminderen,van buiten voort-
durend met een paar spuiten worden nat gehouden.Een groote hoeveelheid
gas ging zoodoende verloren en men had niet minder dan vier dagen noodig
om den ballon te vullen ; 500 kilo ijzer en 250 kilo zwavelzuur werden op
die wtjze vermorst om een ballon te vullen, die nauwelijks 9 kilo woog.Al
deze gebreken leerde men later vermtjden door het gas eerst door een groot
vat met water te leiden,waarin het werd afgekoeld en de zure dampen werden
teruggehouden.
Daar men tot het vullen van een luchtballon een verbazende hoeveelheid
waterstofgas noodig heeft,kon men zich natuurlijk niet bedienen van de ge-
wone toestellen in de scheikundige laboratoria.Daarom zijn er afzonderlijke
voor vervaardigd ;zie de af b.op blz.147. De bereiding van waterstofgas heeft
plaats door ontleding van water,dat, gelijk men weet,uit waterstof en zuur-
stof bestaat ; deze Ontleding geschiedt door metaalvijlsel onder bijvoeging van
zwavelzuur.Het metaal heeft namelijk, in tegenwoordigheid van het zuur,een
groote neiging om de zuurstof van het water aan te trekken,aldus een oxydule
te vormen en met zwavelzuur dan een sulfaat te geven.De waterstof wordt
daardoor vrij en ontwijkt als gas,dat kan worden opgevangen.De tonnen A A
zijn daartoe bestemd ;zij bevatten ijzer en water en,wanneer alles z0o vO0r-
bereid is, dat de chemische ontwikkeling aanvangen zal, wordt er door de
trechters,welker buizen bijna tOt den bodem van het vat reiken, zwavelzuur
in gegoten.Het spreekt van zelf,dat de vaten volkomen luchtdicht moeten
zijn.Het gas heeft dan slechts n uitweg, namelijk door de omgebogen buizen
in den boombodem, die in een verzamelingsbuis B B uitkomen ;aldus dringt
het in den zuiveringstoestel D, waar het door een waterlaag gedreven en
bovendien nog in aanraking gebracht wordt met een fjnen regen,zoodat de
waterstof gezuiverd wordt. Den stand van het water in dien zuiveringstoestel
neemt men waar aan een glazen buis b, die met het inwendige gemeenschap
heeft,waar het water even hoog staat ;a is een afvoerhevel, door welken het
146
VULLING VAN EEN LUCHTBALLON.
zur: water van zelf wegloopt, e een kleine manometer, die de drukking van
het gas in den toestelaanwijst.Uit den zuiveringstoestel loopt het gas door
de slang E in den cylinder F,waar het in aanraking komt met kalkhydraat,
dat op borden is uitgespreid ; aldus geeft het zijne nog Overgeblevene zuur-
en waterdeelen af. Vervolgens gaat het Over in een anderen toestel, bevattende
een hygrometer H en een thermometer d, ten einde de temperatuur te onder-
zoeken en aan tewijzen of het gas volkomen watervrij is.Hierna kan het in
' -. -.,..e x -. .-
!' - 1 -
--- '/'
/ - ! ----
-
. - i > .' 1 j
'
-w .
l . l -
I
-
j ..
> v N .
l I
. ' = i
<. z l 1
+
j - ..... > ''-
I = =
. ' -
II jl1, 1 - -
/ k j 1 '-'''''
1lII1 -'' '1 k #u 'dlI1I i .
'V . = . '4' . '''
I ..
.
11l q l * 1 -
11 . IIj W
N **x $ MN,- * N.
N - x.- % ..
.--- %-<-. N - . =
hu.w
/
------
c.v
llp!!!lIk' 4?.t . I ----- 11 t l i-y A
fl I i. . 1) ---------------=
- t,I#. ,- A .N 11.1. . ; 1 j -
,. I $',. !- . !), $
j
j g j! $$!,1. , - --. --....-- -1 st
< .....-. : ! < -
.-
'e * = . m.
.- > .v - -
. ax
1 . .
1 --- .- .- .= <* .- .
.L--- jjj q
. .---' htjl w 1I r
t .M
. 1 * -
-
,
-
,
, -
.
iIIl- - 1I -- --------- -
uzw ,-. '-'-'-- ..---
lI 1l- w ,.v.we --
i-''''-- .,t111t:11(Its$ ---------- --------- ------------------- Ijs!l @1(1411 l$i(( l1l'?il
-. .. :tzzf:Q;3;-.-----.
. ljI-,szzrqzzy:rlrrr----. ,--;:z:nr----::z:r----- -.--.--.-.....-.. .2:::EE::r.-..-- ::u ..- -.- zj/?' y .,,,,,..........1/'11.
.- . e r jj w A x. . . - . - -
n w....- . , .. -. -- f j'- =''''=---- . - u
.mw . .
< -.-- - ----..--- . ..- cuu o eg : . . - = < - s
- = ' >
==- . * e ' .N e
4 -- ! * .
j ' . I $ - .
'
--- .=
- 1 = ! - ... ---
---=
.. = = . * - .
1' - .-
j -=- .--..--.v -' => v
. = j . . # p ... .w--.- x
u ..- .- .......= .-.... '.J
+A '* - N -.
Toestel t0t bereiding van waterstofgas ten behoeve der luchtballons
.
ingelaten,gelijk de af beelding op bladz.145aanwijst.Doch
keeren wij tot ons geschiedverhaalterug.
Op den vierden dag zweefde de voor ) gevulde ballon,aan touwen vastge-
houden,vrij in de werkplaats van ROBERT,en nu moest de geheele toestel
naar het Ohamp
hebben.llet overdragen geschiedde in de stilte van den nacht;gebonden Op
de Mars gebracht worden,waar de Opstijging zoa plaats
een groote draagbaar,door fakkeldragers en een afdeeling van de wacht bege-
leid, bewoog zich de ballon langzaam en statig door de straten
. Het nachtelijke
deq ballon worden
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
schouwspel had zoo iets zonderlings en geheimzinnigs,dat men menschen uit
het volk,die naar hun werk gingen, eerbiedig zag groeten en op de knien
vallen.Nadat men op het Champ de Mars was aangekomen,werd het grootste
deel van den dag besteed om den ballon geheel te vullen,ttdat eindelijk Om
5 uur een kanonschot het sein tOt de opstijging gaf.De ballon schoot met
zulk een snelheidomhoog,dat htj in weinige minuten door verscheiden wolk-
lagen drong.Het gejuich van 200,000 menschen begeleidde hem,totdat hij
eindelijk voor de verbaasde toeschouwers geheel uit het o0g geraakte.Drie
kwartier later kwam hij op een
afstand van 5 uren van Parijs
weer neder, en nOg had htj den
geheelen afstand niet afgelegd,
dien hij had kunnen doorloopen.
De gebroeders ROBEST hadden
hem namelijk tegen den raad
van CHARLES zooveel
geven als hij
kon, om hem mooi rond te
krijgen.Het gas zette zich in
de dunnere en hoogere lucht-
gas ge-
slechts bevatten
lagen zoodanig uit, dat de ballon
van boven een groote scheur
kreeg ; het gas kon toen ge-
makkelijk Ontwijken en de ballon
daalde
neden. Hij
Gonesse
daarom snel naar be-
viel in het dorp
Le Bourget) tus-
schen
natuurlijk van zulk een ver-
(nabij
een troep boeren, die
schijning niet het minste denk-
beeld hadden en niet weinig in
angst geraakten. De meesten
nneenden,dat de rnaan van den
hemel viel. Toen echter het
zwarte ding machteloos voor hen De van den hemel gevallen maan.
0n in de rondte draaide,herstelden zij zich van hun schrik beijverden zij zich
het met mestvorken,dorschvlegels en andere landelijke wapenen de volle laag
te g0V0n. ballon,die zooveel hoofdbreken, moeite en geld gekost
had,werd jammerlijk doorstoken en verscheurd,
van een paard gebonden en een uur gaans dwars over akkers,wegen en
slooten gesleept.Toen CHARLES uit Parijs aankwam,vond hij van den kost-
baren toestel slechts eenige lompen terug. De regeering vaardigde ten gevolge
van dit voorval, dat een ongemeen opzien baarde, een geruststellende en waar-
ten laatste n0g aan den staart
schuwende bekendmaking uit.Dit is de geschiedenis van het leven en sterven
van den eersten luchtballon,die met waterstofgas was gevuld. Men heeft deze
De schoone
148
149 GESCHIEDENIS DER LUCHTBALLONS.
soort van luchtballons Charlires genoemd,Om hen te Onderscheiden van andere,
die met verwarmde lucht worden gevuld en den naam Montgolsres droegen.
Hier mag nu wel het een en ander van het waterstofgas worden gezegd,
Ofschoon de kennis van deze stof thans niet meer zoo zeldzaam is als vroeger.
leder, die ooit een platina-lamp tOt het maken van vuur heeft gezien,heeft
Ook waterstofgas zien Ontwikkelen. Hetgeen in dezen toestel in het klein
geschiedt,brengt men bij de vulling der luchthallons op grootere schaal in
toepassing. Een metaal,zink of ijzer, en met water verdund zwavelzuur in
een goeden ontwikkelingstoestel is alles wat men noodig heeft.ln het hoofd-
stuk Over het galvanisme wordt vermeld,dat een sterke electrische stroom
het water in zijne bestanddeelen,zuurstofgas en waterstofgas,ontleedt.Men
zou dan oo langs dezen weg een ballon kunnen vullen,als men het eerste
gas liet ontwtjken en het tweede Opving ; deze manier zou echter veel te
kostbaar zijn.Brengt men ijzer of zink in aanraking met verdund zuur,dan
wordt alleen het waterstofgas in talrijke gasbellen afgescheiden, terwijl, zooals
men zegt,het metaal in het zuur oplost. Dit geschiedt op de volgende wijze.
Zink en ijzer zijn zeer begeerig zich met de zuurstof te verbinden en trachten
het Niater,
stof toe te
langzaam in zijn werk ; maar is er een zuur aanwezig,dan wordt de scheikun-
dige aantrekking zoozeer vermeerderd,dat de oxydatie,de verbinding van het
metaal met de zuurstof,snel en zelfs Onstuimig plaats heeft ;het vrij gewor-
waarmee zij in aanraking zijn, te Ontleden,ten einde zich de zuur-
eigenen. Onder gewone omstandigheden gaat dit niet dan uiterst
dene waterstofgas Ontwijkt, het metaal verbindt zich met de zuurstof en het
zuur tot een zout,dat ten laatste kristalliseel't als er meer gevormd is dan
de vloeistof in oplossing kan houden.Vandaar dat men in de platina.lampen
groote kristallen van zinkvitriool ziet Ontstaan.Zwavelzuur en ijzer vormen
evenzoo het groene ijzervitriool.Wil men zoutzuur (chloorwaterstofzuur) ge-
bruiken, dan verkrijgt men eveneens waterstof,doch niet ten koste van het
w ater, maar van het zuur, waarvan het chloor zich met het m etaal tot een
zout verbindt.De ontwikkelde 14-maal waterstof is,geheel zuiver,wel lichter
dan de lucht, maar de luchtschipper kan dat gas moeilijk zuiver verkrijgen,
daar de metalen steeds vreemde bijmengselen,vooral kool, bevatten,waardoor
het gewicht van het gas zeer kan worden vermeerderd.
Keeren wij thans tot de beide gebroeders MONTGOLFIER terug,waarvan er
een,ETIENNE,bij de proef van CHARLES tegenwoordig was.Hij werd daardoor
nog meer aangevuurd Om nu Ook van zijn kant een proef te geven,terwijl
CHASLES en zijn medewerkers de vervaardiging van een nog grooteren en ver-
beterden ballon ondernamen. De proef van MONTGOLFIES
19den September te Versailles voor den koning en een
toeschouwers, nadat eenige dagen te voren een langwerpige ballon van zonder-
geschiedde Op den
onafzienbare menigte
lingen vorm,hierachter afgebeeld (zie bladz.150, de links staande iguur), door
storm en regen was vernield geworden.Een spoedig vervaardigde en ditmaal
ronde ballon verhief zich statig in de hoogte en droeg in een gevlochten mand
de eerste levende luchtreizigers,een schaap, een haan en een eend.Hij steeg
zeer hoog, doch daalde, daar hij door een windvlaag een scheur gekregen had,
150 LUCHTBALLONS EN LUOHTSCHEEPVAART.
reeds na 10 minuten Op een uur afstands in een boschje neder, en dat wel
zoo zacht,dat de dieren onbeschadigd bleven.De eerste, die toeschoot en den
ballon uit de takken losmaakte,was PILATRE DE Rozlss.Hij had van den be-
ginne af met de grootste opgewondenheid alle proeven bijgewoond, zonder te
vermoeden,welk droevig lot zijn naam aan de geschiedenis der nieuwe uit-
vinding zOu verbinden.Met allen ijver begon nu ETIENNE MONTGOLFIER een
= NN V x <w. N
'NN N
N
'''<-
% w wN
hx x . ...y Xwx
f
<
'
- ( z
'
. NXXN , ,:#
b t .. 1., . z
NN ( * e'
N N.-
NN .
.= N
/
C
.v * .
- j gm '- ,
*.
< *.
I
/11 /,4
. az#
z Nxx-x.
tk
t A' x.
* .- .. .
kz x/' l .<
-
..v.-f;1111-..(
'
'

'
. '-wa qiiliif/ '.1,1111
?' $ ., +
K! . .
+
l - .-
,.
i''
.,;t'
! , . / ' --.
-.- / 1
hd x . ''--j!jvn - -. Lbbb.'1'1.2- -
1* js
!-
v.k%
u z
N
'
.
$)%
#';.
l
Aexxx'hxrw .A
e
@
!
i
$
'
!
i l

'
I # ! / # l
l /
t
.A
Z
luchtballon te vervaardigen, die eenige m enschen zou kunnen dragen ;PILATRE
brandde van begeerte om de luchtreis te beproeven.
den zlsten November 1783 van het slot La Muette te Parijs ; de prachtige
ballon had den vorm van een ei,was 22 meter hoog en had een middellijn
van 15 meter.Onder den ballon bevond zich de galertj,op welke de lucht-
reizigers (namelijk PILATSE DE RozlEs en een markies D'ASLANOE) plaats namen ;
ook was er de haard aangebracht,
Onderhouden. Merkwaardig zijn de
0V0l'do Vo1Xlllmil1; t0t d0 opstijYizg W01*d0I1 ;0V00Zd.M0I1 hzd Zioh FOOQS
waarin het vuur steeds moest worden
onderhandelingen, die vele dagen te voren
onderscheidene malen een 70, 80 100 meter boven den grond verheven,
maar daarbij altijd den ballon aan touwen laten vasthouden Om zich naar be-
neden te kunnen laten trekken,toen eindelijk PILATSE DE R0z1ER besloot hooger
en zonder dat de ballon werd vastgehouden in de lucht Op te stijgen.Zelfs
MONTGOLFIES draalde ; hij wilde eerst nieuwe proefnemingen doen en een com-
missie uit de Academie van wetenschappen,benoemd om de mogelijkheid te
beoordeelen, had n0g in het geheel geen uitspraak gedaan.De moedigsten
deinsden voor zulk een reis terug, en koning LODEwIJK XVI,wien men ver-
gunning vroeg, weigerde
kwttschelding van hunne
haar,
straf,als
nlaar beloofde aan twee ter dood veroordeelden
ztj de reis wilden maken,een voorstel dat
hevig misnoegen bij den moedigen luchtreiziger wekte.Waarom, zeide hij,
EERSTE LUOHTREIS VAN PERSONEN.
zullen gemeene,door de maatschappij verstooten misdadigers den roem hebben,
de eersten te zijn geweest,die zich in de lucht verhieven ? Hij wendde zich
tot de personen, die aan het hof den meesten invloed bezaten ; de markies
D'ASLANDE ondersteunde zijn verzoek en zoo verkreeg hij eindeltjk de ver-
gunning den zosten November de luchtreis te ondernemen. Doch op dezen dag
werd hij door wind en regen verhinderd en daarom geschiedde het eerst in
den namiddag van den volgenden dag.De ballon (de middelste iguur op
bladz.150) verhief zich met PILATRE DE RozlER en D'ARLANDE niettegenstaande
den fellen wind met groote snelheid in de hoogte ;toen zij een tamelijke
hoogte bereikt hadden en boven de hoofden van duizenden toeschouwers
zweefden,namen zij tOt afscheid voor de verbaasde en beangstigde menigte
beleefd hunne hoeden af. Steeds hooger en hooger verhief zich de ballon,en
spoedig kOn men beide reizigers niet meer Onderscheiden.Zij volgden den loop
der Seine tot aan het zoogenaamde Zwanen-eiland, gingen den stroom over
en trokken over Parijs heen, maar Op zulk een hoogte,dat men hen zelfs in
het nauwste straatje zien kon.De torens van de Ntre Dame waren geheel
bedekt met toeschouwers.Op een Oogenblik kwam de ballon juist in ne lijn
tusschen deze kerk en de waarvoor men haar als een zwart lichaam zon,
De ballon Nias thans tOt een verbazende voorbij zag gaan. hoogte geklommen,
die grooter en kleiner werd,al naarmate de reizigers het vuur meer of minder
aanstookten.Reeds waren zij het Htel der lnvaliden en de 2cole militaire
voorbj, toen D'ARLANDE uitriep : llllet is genoeg, nu weder naar de aarde !''
Het vuur werd niet meer opgestookt, de ballon daalde langzaam naar beneden
en kwam na 25 minuten Omstreeks anderhalve afstands mtl
aanstonds te
van de plaats
en rende naar de der opstijging te land.D'ARLANDE steeg paard
plaats,vanwaar zij waren vertrokken en waar de menigte n0g altijd bijeen
was.In 10 minuten had men den ballon ingepakt,op een wagen geladen en
naar de stad gereden, waarheen de moedige PILATRE oblROzIER hem bege-
leidde.Onder t1e toeschouwers merkte men den beroemden Bsxawxrx Fswxxruzx
op, die getuige had willen zijn van deze Overwinning van den mensch over
de elementen.Toen men hem waartoe die luchtballons zouden kunnen
'
dienen,
Reeds aan'schouwen,door
CHARLES en ROBERT te ondernemen met een ballon,die met waterstofgas werd
gevuld en door vrijwillige bijdragen bekostigd werd.De reis was thans niet
meer zulk een gewaagde onderneming als de vorige,want de vernuftige CHARLES
had voor alles gezorgd en ineens alles uitgevonden wat men tegenwoordig als
onmisbare deelen van een luchtballon beschouwt :de klep,het schuitje met
het net, den ballast, de met gom-elastiek overtrokken
barometer om de hoogte te bepalen,
reizigers verhieven zich tot eene hoogte
9 uren afstands van Parts in de vlakte bij Nesle neder.ROBERT
eerst uit het schuitje
opeens weer met groote snelheid ; hij voerde OI-IARLES, die in het schuitje was
achtergebleven,tot op een hoogte van bijna 3000 peter.De zon,die de
stof,het anker,den
het wasschen van het gas,enz.De
van 500 600 meter en daalden Op
steeg het
en de daardoor zooveel verlichte ballon verhief zich
vroeg,
antwoordde hij :rHet is een pasgeboren kind''.
eenige dagen later zou Parijs een nieuwe luchtreis
151
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
reizigers bj het nederdalen hadden zien ondergaan,werd op deze hoogte voor
CHARLES nog eens zichtbaar en ging daarna voor hem ten tweeden male onder ;
CHARLXS zelf geraakte met ztjn ballon na 15 minuten gelukkig weder op de
aarde.
Den sden Januari 1784 steeg PILATIV DE ROZIER met den Otldsten MONT-
ROLFIER en n0g 5 personen te Lyon met een reusachtigen ballon Op,die
40 meter hoogte en 30 meter middellijn had. De ballon verhief zich tOt een
hoogte van 1600 meter, doch daalde ten gevolge van een scheur reeds na
15 minuten weer naar beneden.Oorspronkeltk zouden slechts 6 personen aan
de luchtreis deelnemen ; behalve de reeds genoemden nOg de prins DE LIGNE,
de graven LAURENTIN, DAMPIERRE en
N .
Nw #'
>, *
#
'h xw.
- NN .Ak -
. Nx 'xx . 'NN < N x
q N. N < . NJ e
k / N / . .' * l
I
/
!.yhh $ .. I
N N. ' I
N .
Nh #' M
*' N N Ay
x.
xN
.NxN e'-M
x N x'w -J h xhh > ,x. -
N - - A ' < w <R
W * '* W '
==
== = w
.-< ,
X -- -..- -. < .-
-> '< - '' '
% -. . - < . .
'eN > N
G
> = I < .M-
..- . O -' - > =- - - .
'? - - - -
LAPORT D'ANGLEFOST; doch op het oogen-
blik dat de ballon van den grond begon
te rijzen,sprong een jonkman uit Lyon,
die bij de voorbereidende werkzaamheden
geholpen had, in het schuitje en deze
steeg mede op.PILATRE DE RozlEs had
reeds vroeger bedenking gemaakt tegen
getal reisgenooten ; zijn voor- het groote
spellingen bevestigden zich in allen deele
en juist MOXTGOLFIES, die
het meest in den wind
ondervond
komen
zijn woorden
geslagen had,
den schok van het neder-
Op den grond het ergste. In
weerwil dat de onderlleming slechts ten
deele slaagde,was geheel Lyon opge-
togen van bewondering en de luchtrei-
zigers
eerbeNitzen,
N7erden.
dronken met volle teugen de
Luchtballon van Blanchard. met welke zij overladen
men het luchtreizen na,'t eerst in Itali, waar
152
0ok in andere landen volgde
de ridder ADSXANI Opsteeg.
In Maart van het reedsgenoemde jaar 1784 Ondernam BLANCHASD zijn eerste
luchtreis.Deze man had zich reeds veel vroeger dan de gebroeders MONTGOLFIEB
met het vervaardigen van luchtschepen en vliegmachines beziggehouden.Zijn
ballon was voorzien van riemen en roer (zie de bovenstaande af beeldingly
welker nut en doelmatigheid hem,gelijk hij bij ztjn nederdalen verklaarde
naar zijn beweren was htj 600 meter hooger geweest dan alle luchtreizigers
vr hem overtuigend gebleken was.0ok zekere mevrouw THIBLX,de eerste
dame, die de gevaarlijke onderneming waagde,steeg ter eere des konings van
Zweden den 4den Juni 1784 te Lyon op.Wij Onthouden ons van de mede-
deeling van andere voorbeelden ;de meest: dier opstijgingen hebben niets
merkwaardigs.Daarentegen verdient opmerking de eerste eigenlijke lucht r e i s y
d. i.een luchtvaart in een bepaalde, vooraf voorgenomen richting en over een
aanmerkelijken afstand.
153 LUCHTREIZIGERS.
zeengte,die Engeland van Frankrijk scheidt,
naaste punten een breedte van 7 uren. Te
Dover waagde BLANCHARD het met den Amerikaan JIFFESYS naar Frankrijk
over te steken (7 Jan.1785), en de zaak gelukte Ook naar wensch ; immers
na een reis van 2 u. 32 m.landden zij gelukkig op een Fransche mijl afstand
van Calais, bij het bosch van Guines.Ofschoon geltlkkig afgeloopen,was de
reis niet zonder gevaar, daar de ballon op het laatst zeer laag hing.Ten einde
den ballon te verlichten, waren de luchtreizigers genoodzaakt, den laatsten
ballast, hun boeken,levensmiddelen,kleederen en zelfs hun anker in zee te
werpen,en reeds hadden zij besloten zich in het touwwerk vast te houden
en ook het schuitje 1os te snijden.Doch zoo ver kwam het nog niet ;zij ge-
raakten gelukkig Op Franschen grond, nadat de bewoners van Calais hen reeds
niet zonder groote bezorgdheid sedert langen tijd, eerst met verrekijkers en
later rnet het b1o ote oog, over het Kanaal hadden zien zweven.Men Ontving
hen met de grootste voorkomendheid) rijke geschenken in geld beloonden den
moedigen en in Frankrijk vroeger niet genoeg gewaardeerden BLANCHARD en
een zuil,in de nabtjheid van Calais (Opgericht ter plaatse waar de reizigers het
eerst weder vasten grond Onder hunne voeten hadden gevoeld),bewaart het
aandenken aan deze stoutmoedige daad. Ongelukkigerwijze werd de gunstige
uitslag dezer onderneming de aanleiding tot een der treurigste voorvallen uit
de geheele geschiedenis van het luchtreizen.Toen PILATRE DE RozlEs de reis
van BLANCHARD over het Kanaal vernam,spoorde de eerzucht hem aan, den
tocht van Frankrijk naar Engeland te ondernemen.Hij vervaardigde een ballon
volgens een te kwader ure door hem uitgedachten toestel,namelijk de hoogst
gevaarlijke vereeniging van een Montgolhre met een Charlire.Onder een
grooten, met waterstof gevulden luchtballon namelijk bevond zich een cylinder-
vormige, in welken de lucht door vuur moest worden verdund.Te vergeefs
waarschuwde men hem van alle kanten ; CHARLES zeide hem :pvriend,gij hangt
een kruitvat boven het vuur'',maar hij was van zijn plan niet af te brengen.Onder
zeer slecht weder steeg de gevaarltke toestel den 13den Juni 1785 te Calais
omhoog ; spoedig zag men hem boven de zee,doch een windvlaag dreef hem
naar de kust terug en de luchtreiziger,die btj zulk onstuimig weder de reis
niet scheen te willen voortzetten,maakte zich reeds gereed naar beneden te
dalen,waartoe hij de daarvoor ingerichte klep opentrok.Het gas stroomde
naar buiten,de klep sloot zich niet weder en met Ontzettende snelheid stortte
de ballon op de aarde neder. PILATRE DE Rozl>zlR werd door den val gedoods
zijn ongelukkige metgezel leefde nog,doch stierf insgelijks 10 minuten later.
Dit waren de eerste slachtoFers der luchtvaart.
Het v a1s che r m (parachute).De ongelukkige afloop van meer dan ne
luchtreis gaf aanleiding tot Onderscheiden plannen,om in het ergste geval van
een onvoorzien vallen de kracht van den val te breken.Al spoedig na het
uitvinden van den luchtballon kwam men op het denkbeeld van een toestelz
die aan het beoogde doel scheen te moeten beantwoorden. W ij bedoelen het
valscherm, de parachute,een voorwerp, dat veel overeenkomst met eene ge-
wone parapluie heeft. Het is namelijk slechts een scherm,van zware zijde
Gelijk men weet,heeft de
tusschen Dover en Oalais - de
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
di d dat samengevouwen kan worden,maar bij het nederlaten zich vervaar g ,
ontplooit Over een lengte van we1 6 meter en,gelijk onderstaande af beelding
vertoont, een schuitje of mand draagt,waarin de in gevaar verkeerende lucht-
reiziger zich plaatst ; daardoor ligt het zwaartepunt o0k ver naar beneden,
zoodat het gevaar van omslaan wordt voorkomen.
Het denkbeeld van zoodanig valscherm is zeer oud. De eerste,die het in
practtjk bracht, was,voor zoover men weet,de hoogleeraar LENOSMAND, die
zich den 26sten November 1783 uit de eerste verdieping van een huis te
Parachute of valscherm.
Montpellier nederliet,in elke hand twee parapluies houdende.
zacht ; hij herhaalde de proef en kwam tOt de overtuiging,dat een scherm
van 41 meter middellijn een mensch zeer zacht zou doen nederdalen.De lucht-
reiziger BLANCHASD was de eerste,die met zulk een valscherm dieren, die hij
in het schuitje meegenomen had, naar beneden liet zakken ;doch zjn eigen
huid waagde hij er niet aan.Dit deed later zijn mededinger GARNERIN, die
door de Oostenrijkers krijgsgevangen was genomen en in stilte een valscherm
vervaardigde,ten einde Op die wijze de vesting te ontvluchten,
opgesloten was ; doch men ontdekte de zaak en hield hem gevangen. Een
dergeltjke poging beproefde in de vesting Spielberg een andere gevangene,
De va1 was zeer
in welke hij
Luchtballon met valscherm.
HET VALSCHERM.
'DROUET genaamd, Hij liet zich werkelijk zakken,maar brak een been en moest
'bljven liggen.GASNESIN was intusschen nauweltks Op vrije voeten gesteld,
of hij hing een valscherm aan een ballon en liet zich aldus den 22Sten October
1797 te Parijs nederzakken.Hij kwam met zijn valscherm vrij onzacht Op den
grondjwant de parachute bewoog zich hevig heen en weder.Men ontdekte
spoedig, dat een valscherm, zal men er zonder
bovenzijde een kleine Opening moet hebben,door
lucht ontsnappen kan,en van toen af verzuinade naen oOk niet deze voorzorg
gevaar mee afdalen,aan de
welke de noodige hoeveelheid
te nemen.Ztn voorbeeld werd zoo vaak nagevolgd, dat men zeggen kan, dat
bij een behoorltjke inrichting van het valscherm geen bijzonder gevaar met
de luchtreis verbonden is, ofschoon het ook waar is,dat zich nog nooit daarmee
een luchtvaarder uit dreigend
gered heeft. De vermetele mevrouw
gevaar
GARNERIN besloot hare luchtreizen meer
dan eens door den ballon te verlaten
en zich met een valscherm neder te
laten.Ooggetuigen verzekeren,dat zij
van bewondering verstomd bleven staan,
als deze moedige vrouw met het nog
toegeslagen scherm als een pijl uit de
hoogere
schoot;doch altjd opende het scherna
luchtstreken naar beneden
zich nog bttijds ora haar zacht op de
aarde neder te zetten.
ROBERTSON zocht het valscherm te
verbeteren door het de gedaante van
een dubbel regenscherm te geven,waar-
van het eene zich naar boven,het andere
naar beneden opende.Deze inrichting
berustte echter op een dwaling, waar-
voor men met een menschenleven moest
De mislukte luchtreis van Cocking met
het valscherm.
boeten.Nog dwazer was het valscherm
van CocKlxl ingericht.Deze Engelschman was onderscheiden malen met GREEN
opgestegen en had zich ingebeeld,de wereld met een voortre/elijk
gelukkig te zullen maken.Htj gaf het den vorm van een omgekeerde parapluie,
daar htj had opgemerkt,dat e1k regenscherm,
valt,dadelijk omdraait.De man bedacht niet,dat dit alleen door den weerstand
valscherm
wanneer het van een hoogte
VWX d0 lllcht goschiedt en dat dan do naar benedon gekeerde bolle zijde het
Zfglijden Van do lllcht begunstigt, Waardoor het scherm sneller de richting der
zwaartekracht kan volgen.Een valscherm is echter juist te beter,
het meer weerstand aan de lucht biedt. COCKING'S uitvinding k0n den Va1 niet
rlaarnAate
veel vertragen,gelijk
Hij bleef echter doof voor alle bedenkingen en zoo steeg hij den 278ten sept.
1836 in den Vauxhall te Londen met GREEN Op,terwijl zijn ongelukkig val-
scherm onder het schuitje hing en hij zich in een lichte korf daaronder bevond.
ieder verstandig mensch hem oOk wel kon voorspellen.
155
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
Nadat men een hoogte van ongeveer 1100 meter bereikt had,waarschuwde
GREEN hem nOg eens, doch COCKING sneed het touw door,dat hem tot nu tOe
aan den ballon had verbonden.Voordat GREEN dit nog aan de buitengewone
snelheid, waarmee zijn ballon opsteeg,kon bemerken,zag hij nOg slechts
flauw,hoe CocKlxg met de grootste snelheid de lucht doorsneed,zoodat hij
in de laatste seconde bijna 20 meter aflegde en den geheelen afstand van 1100 meter
in 11 minuut had doorloopen.Men spoedde zich naar de plaats,waar het scherm
was neergevallen,en vond den roekeloozen man geheel verpletterd.
Het aantal luchtreizigers nam van dag tOt dag tOe en,hoewel men reeds in
*
Maart 1785 niet minder dan 25 ten uitvoer gebrachte Ondernemingen van dien
aard telde,nam dit getal nog aanmerkelijk toe ten gevolge van het aantrek-
keltjke, dat een opstijgen in de wolken heeft. Er daagden lieden op, die van
de luchtvaart hun beroep maakten en ervan leefden ; het is nauwelijks noodig-
te zeggen, dat zij er op bedacht moesten zijn, telkens door nieuwigheden en
afwisselingen de nieuwsgierigheid van
het publiek gaande te houden.TEsTv-
Bmssy, die eerst met een ballon was
Opgestegen, welke Op bladz. 150, de
af beelding rechts, gezien wordt,ginp
ten laatste zoo ver,dat hij te paard in
zijn gondel ging zitten en aldus met,
een ballon,uit verscheidene afdeelingen
samengesteld,naar boven steeg (zie de
nevensstaande afbeelding).In de openbare
tuinen te Parijs liet men ter afwisseling-
als volksvermaak luchtballons opgaanz
aan welke men de gedaante van mytho-
logische personen gaf of die het paard
Pegasus voorstelden ; dergelijke dwaas-
heden werden telkens onder nieuwe
vormen herhaald.Wezenlijke vooruit-
gang,
nergens ; wat Onze verbazing wekt is
meer de - of roeke-
nieuwe uitvinding ontwaren wij
De ballon van Testu.Brissy. kl
oekmoedigheid
Onder de Ongunstigste omstandig- loosheid ? met welke meermalen luchtreizigers
heden opstegen ; wetenschap en beschaving hebben er weinig bij gewonnen-
Daarom treden wij Ook niet in een aaneengeschakeld verhaal der verschillende
luchtreizen,die de een na de ander in verschillende landen plaats hadden ; wij
kiezen slechts enkele uit, die Opmerking verdienen, hetzij uithoofde van den
zonderlingen uitslag, hetzij wegens bijzonderheden, die er door aan het licht
zijn gebracht.
Na den dood van BLANCHARD
door zij een aanzienlijk vermogen
luchtreizen herhaalde proeven van
gebeurd,dat zij 's avonds opsteeg,
zette zijne weduwe het opstugen voort,waar-
bijeenverzamelde ;zij gaf bij haar talrijke
groote roekeloosheid.Het is meer dan eens
den ganschen nacht in de lucht doorbracht,
156
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN. 157
gerust in haren gondel sliep en eerst den volgenden morgen nederdaalde.Reeds
in 1817 was zij op een te Nantes Ondernomen luchtreis bijna verongelukt ; zij
viel in een moeras, n0g
hangen, 'zoodat zij zich zoolang omhoog kon houden, totdat men haar te hulp
kwam.Nauweltks twee jaar later kwam zij Om het leven.Op den 6den Juli
doch de ballon bleef in de takken van een bOOm
1819 steeg zij in den tuin van het Tivoli te Parijs op en was zij voornemens den
toeschouwers het prachtige schouwspel van een vuurwerk in de lucht te ver-
schaFen.Toen zij een aanmerkelijke hoogte bereikt had, beproefde zij een
vuurwerk van Bengaalsch vuur,dat onder aan een valscherm was bevestigd,
met een lont aan te steken. Door een Ongelukkige wending van den ballon
kwam de lont opeens in de nabijheid van de onderste opening,zoodat het
gas,dat zich in den ballon bevond,werd aangestoken.Men bespeurde duidelijk,
hoe de moedige vrouw, door de onderste buis van den ballon samen te druk-
ken, den brand poogde te blusschen en, toen zij bespeurde, dat alle moeite vruch-
teloos was, zich in het schuitje plaatste en de uitkomst afwachtte.Het bran-
dende gas lichtte als een gloeiend luchtverschijnsel ;de daalde ballon langzaam
dan zou m evrouw BLANCHARD misschien omlaag en,was de lucht rustig gebleven,
nOg gelukkig op de aarde teruggekomen zijn ; doch plotseling verhief zich een
sterkere wind, die den ballon naar Parijs dreef.Hij stortte op een dak neder,
het schuitje gleed langs de helling van het dak naar beneden,mevrouw BLAN-
CHARD viel er uit en het geroep van phelp''was het laatste woord, dat men
van haar vernam. Men nam haar met verpletterden schedel van de straat
op.De ballon was leeg en Onbeschadigd en h6t gas bijna geheel opgebrand.
Hoe beklagenswaardig het lot dezer vrouw ook zij, is haar ongeluk toch alleen
aan haar verregaande onvoorzichtigheid te wijten.
Naast den naam van BLANCHARD staan die van een menigte anderen,welke
JACOB en ELISE GARNERIN, zich door talrijke luchtreizen bekend gemaakt hebben :
ROBERTSON,MARGAT,COXWELL, maar bovenal de beide GREENS (CHARLES de vader
en GEORGE de zoon) en in den laatsten tijd de gebroeders Goowso,NADAR,
GIFFASD en LuosTz.Hun gewaagde luchtreizen zouden in een roman een zeer
onderhoudend hoofdstuk kunnen uitmaken Ons werk stelt in hun waag-
halzerij betrekkelijk weinig belang.
GREEN'S l u cht r e i s o v e r h e t K a n a a 1.
bij honderden te tellen,doch de merkwaardigste
te Londen den 7den November 1836 ondernam .
sedert het
De luchtreizen der GSEEN'S zijn
is die,welke CHASLES GREEN
De reis over het Kanaal was
Ongeluk van PILATRE oE RozlEs herhaalde malen, zooweluit Enge-
land als uit Frankrtjk,ondernomen, toen op den bovengenoemden dag GREEN
met nog twee anderen te Londen opsteeg.Zijn groote ballon was,in plaats
van met dure waterstofgas, met het minder kostbare,maar ook niet zoo lichte
steenkolengas uit een gasfabriek gevuld. De reizigers hadden nog Engelsch
grondgebied onder zich, toen reeds de avond aanbrak,doch de ballon bewoog
zich klaarbltjkelijk naar de Fransche kust.Het werd nacht, de luchtreizigers
hadden de stormachtige Noordzee onder zich en onderkenden haar aan het
bruisen der
lucht voortbewoog.Daar Ontdekken
golven,terwijl de ballon zich rusteloos in de bovenste streken der
zij in de verte een lichtzee het is de
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
havenstad Oalais ; maar de ballon vliegt niet ver van deze stad door de lucht
.
verder.Het is middernacht geworden ;zij ontwaren in de verte, behalve vele
andere plaatsen,die Onophoudelijk Op elkander volgden, nogmaals een groote
stad. Zij gaan bijna vlak over de met gaslantaarns verlichte stad Luik heenr
maar ook deze lichten worden
N
.yx o .xx xx4s , x ':
F 4 v> j y vxhh NNNN yyN j j y A yy
x 'yf j j j: .. vy% y A x
.
j yN j j. N sj .NS y yy: .y Nj
,jyhh ,)'hhh
-
's
s-
''s
h-,: ,$$
$$
-
,$$
$y
-
'$
$$
h-
'h
h-,-,-,y$
j
,yy hk hjk.
-
hyh
qk
!sj
kkyyljj,jj
j
hyy
j
jjy -j)k,,, , ,b$ !),Shh- ,S)k, -b- ,,q'shhi- hy ..,h$$
k
,$$
$k
!$
yqj-
y .pk,kjkj, 'ik-.y
$-
-$
$-
-
h$
hh
k '-,-$
$-
--
$-Jh- -hy-,,qy
k
hh
sy
-
lh
y
-s
sh
k,hk,hjk !jjjsyjljj $.h .N) ,-$ Nsyyy: j j
-.,'(jtjjj,,,j $ --tyy jj ) ,.
jj,$jj,jj) ' 'AyN ' h$ yh 4 yjp
,
% 1yhhl h . Ijjjll,I?
yt yy'$t.!!jll) . -::::::-
:-:::---
=
= #---b- ----
---
b--
---
-b
-
--
-b
b-
-'bttt
b
---
-b
-
''b'bt
.
.i)' - ,t ---.
.L
-
-
-
= U V f l -- .r::::= = j I
.
- .
.
= j j
.
= -G = .$ . --c= -.-=-::c::c=uuc==. -:--- g k: ,
- i-- = ' ' U
.a c.>
% . , % ------ C
r O - - . . - - * .- e '' ..
..- r . .
= ..- N e
.
-*' --..-.
'
- .-.-- .r . -- Y
.. = . = .. =. -
rs x v . .
.
.w
-
y.- -u-;z - --- = r- -a- -z cur -
- . . % V=== == .
r ' ' ' - ' ' = = = .
= = . -
'x--U-2L ''- ZL 'Y '*
. . '= '> .
. - . - Q - -
;=-''''-- --v-- - L.
'
M . &
..
- - -
..s.
. . =
= > :
#% .
. . * - - . -
- . i--.- . -
G --=.. - .- .K .=.. - . '
.
- -.-s.=.u - e. ---v..-=m- - -
'
. 'U. a x .z-J.--
'=- ' - ' '
GO - ' =- * = '
. > =-z==n-= '
m.a . a G
- . .
W' . = - A G
=
=& ' * -
>>Y- ' '''* . A
. ==--=
G . --.--- - '-*z*T,=H .
-
.. . .
v
.
>
rv k * ec
== - > ..
-
= CW ='W UU ='=*- * ' * '
. . -
< 7 ' ..w. .- - = - r''-
-'Y WW
-- - ''c-ga =*
..w .. .> +'
. .. * '
Q-v-=
-
' ' -
..-r
.
-
. - '.' oxx - '
* e >
langzamerhand flauwer en de,
luchtreizigers zijn de eenige
wezens,die,in de duisternis,
van den nacht gehuld, met den
eenigszins lichtgevenden ballon
boven zich,door de luchtruimte.
drijven. De reis gaat verder over
Belgi en de Pruisische Rijn-
provincie heen ; aanhoudend
zien zij in de verte weder'
overal brandende lichten, tot-
dat de dageraad hen eindelijk
begroet en de zon zich weer'
boven de aarde verheft.Een
schoone heuvelachtige land-
streek ligt onder hunne voeten ;,
de morgennevels trekken opz
en nu eindelijk denken zij er
aan zich neer te laten.Het.
anker valt ; reeds zijn er land-
lieden op het veld ; men heeft
hen opgemerkt en, hoe be-
vreenadend
ook nog wezen moge, toch
hun verschijninp
bewijst men hun gaarne ijve-
rige hulp.Nauweltks zijn d'e
luchtreizigers uit hun schuitje
gestapt, of zij vragen, waar ziJ
zijn, en vernemen tot hun ver-
bazing,dat zij in het land van
den Midden-Rijn bij W eilburgr
in het Nassausche,zijn aange-
komen en dus bijna 90 Duitsche
mijlen in 10 uren hebben
afgelegd. De luchtreis van den jongen Gurin.
t e g e n z ij n w i l o p g en o m e n.Als tegenhanger van deze gelukkige
luchtreis willen wij hier nog de mededeeling van een zeer merkwaardige onvrtj-
willige luchtreis laten volgen, welke in 1843 uit Nantes werd bericht.De lucht-
reiziger KlsscH had in die stad een opstijging met een luchtballon aangekon-
digd. Een aanzienlijke menigte verdrong zich in de Promenade la Fosse.Reeds
GVRIN
158
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN,
was de ballon gevuld en alles tot het vertrek gereed,toen opeens een der
touwen, waarmee hij aan twee palen bevestigd was,stuksprong.Het andere
touw was nu niet meer toereikende om den ballon tegen te houden en deze
rees in de hoogte,het schuitje,dat nog slechts aan n kant was vastge-
maakt,en het reddingtouw,waaraan het anker hing,
Het anker .sleept een vrij grooten afstand over den grond en neemt een twaalf-
jarigen knaap,GUXRIN genaamd, een wagenmakersleerling,
met zich medesleepend-
mede.Het anker
haakt in zjn broeksptp,
een schuine richting boven het Onderltf hangen,zoodat de eene punt van het
anker boven de rechterheup door de broek heenkorzt.Dus vastgehouden?wordt
de knaap,die nog niet vermoed heeft, welk een gevaarltjke
de deur staat,een eindweegs voortgesleept,voordat zijn voeten den grond
verlaten.Door een onwillekeurig instinct gedreven, grijpt hij zich met beide
Scheurt die tOt bovenaan tOe Open en blijft daar in
luchtreis hem voor
handen aan het ankertouw vast, als wilde hij zich met helder bewustzijn voor
de luchtreis voorbereiden en door deze iouding zich buiten gevaar brengen,
en zOO wordt hij, tot groote Ontsteltenis der verzamelde menigte, meer dan
100 meter hoog in de lucht geheven.Een schrikkelijk Ongeluk ycheen allen
onvermijdelijk,
afstand van de stad daalt hij langzaanA Op eene weide neer en wordt de knaap
gezond en Ongedeerd uit deze vreeselijke beproeving van ztn jeugdigen raoed
maar als dool- een wonder daalt de ballon ;op een kleinen
gered. Nadat men hem bij ztjne moeder had teruggebracht? die van de geheele
gebeurtenis niets had geweten,vertelde hij zelf de verschillende aandoeningen,
die hij
deed,toen htj bespeurde,in welk een gevaarltjke stelling htjzich bevond,was
Onvoorziene luchtreis had Ondervonden. Het eerste, Wat hij bij deze
een kort gebedje voor ztn kleine zusje en voor zich zelf te bidden ; daarop
begon hij ltlid om hulp te roepen ; noch duizeling noch onmacht Overvielen
hem.Toen hij eindelijk zijne blikken
eerst klaar wat er met hem
de aarde beneden zich wierp, werd
de ontelbare het hem
m enigte m enschen als een m ierenhoop
die hij genomen had,
die hem toen zOo
nastroomen.Zonder juist ernstig aan zijn dood te denken,
zeer,dat hij op het dak van
een huis of in de Loire zou vallen.Hij dacht bij zich zelf,dat hij dan toch
n0g
Toen h: den ballon en de aarde beide n0g eens bekeken had,kwam het hern
VOOl*,
Nantes eindelijk in een klein cirkeltje was ineengedrongen.Ten laatste bespeurd:
hij,dat de ballon eenigszins begon in te krimpen en hem een spoedige ver-
dat de huizen slechts zoo groot a1s ztne vingers schenen en de stad
lossing beloofde ; moed en hoop
het ankertouw
zich in
herleefden weder. Onder het dalen wentelt
eenige malen om zich zelf,zoodat hij alle voorwerpen onder
de rondte ziet draaien.Eindelijk reeds vlak bj den grond,wordt hij
liever in het water viel,daar er dan nOg meer hoop op redding zou zijn,
nab: T7as,vreesde hg toch
opnieuw verontrust door de gedachte aan den afloop van het laatste gedeelte
van zijn luchtreis.Daar ziet hij verscheidene menschen in de nabijheid van
een hooistapel.rl-lier, vrienden/''roept hij,ahelpt ! redt mij,ik ben verloren,''
en hij hoort weder menschenstemmen, die hem bemoedigend toeroepen : nwees
magr niet bang, gij zijt gered !'' Twee mannen sprongen nu snel toe,van
richting,
0p
gebeurde ; hij zag duidelijk
krioelen en den ballon in de
159
160 LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPYAART.
welke een GUXRIN in ztjne armen Opving en die hem dadelijk naar ztjn O0m
brachten,die dichtbij de Magdalena-brug woonde.Zijn gezondheid had niet in
het minst geleden ;alleen was zijn slaap in den volgenden nacht zeer Onrustig ;
hj droomde telkens, dat hj nOg met den ballon door de lucht werd gevoerd,
en riep verscheiden malen zijn moeder om hulp.
ARBAN'S l u chtr e i s t e T r i s t.In 1846 had een Franschman den bewoners
van Trist reeds meermalen een luchtreis aangekondigd,doch om het slechte
weder moest hij haar tweemaal uitstellen.Op den 8sten September was men
eindelijk op de plaats van de groote kazerne begonnen den ballon weer met
gas te vullen en had men een kleinen ballon laten Opstijgen Om de richting
Ongeluk aan Arban op zijne luchtreiste Trist overkomen.
van den wind te leeren kennen;
gissing bij
in voorraad om den ballon zoover te
't boreiden van het gas had man daarvan niet'de noodige hoeveelheid
Vullen, dat hij den luchtreiziger met het
Schuitje en hetgeen er verder bij behoorde kOn dragen. Het sloeg reeds 6 uur,
Zonder dat de beloofde reis, die men Op 4 uur had aangekondigd, kOn plaats
vinden ; de toeschouwers begonnen onrustig te worden. Nu vatt: ARBAN,
meenende, dat men zou gelooven,dat hij het publiek wilde bedriegen,het
rekelooze besluit op,zonder het schuitje en 'zich slechts aan een dun koord
vasthoudend, de lucht in te gaan. Hij verwijderde onder een of ander vOOr-
wendsel den commissaris van politie en z:n eigen echtgenoote,die met hem
de reis z0u ondernenAen (zooals zj reeds vroeger te Milaan en Vicenza gedaan
de wind was toen zuidwest. DOOr een ver-
VERSCHXLLENDE LUCHTREIZEN. 161
had),maakte het schuitje los,sloeg een lis in het touw, waaraan het schuitje
gehangen had,plaatste zich daarin,liet den luchtballon losmaken en,terwtjl
hij met de linkerhand zich aan het touw vasthield en met de rechter het volk
groette,steeg hij tot verbazing van alle toeschouwers statig de lucht in. Met
bewondering keek men den kloekmoedigen,ja roekeloozen luchtreiziger nay die
liever het grootste gevaar wilde loopen, dan de beschuldiging op zich laten
Tusten,ztjn woord te hebben verbroken.De ballon steeg in een rechte lijn,
totdat hij een hoogte van ongeveer 400 meter bereikte, en scheen toen de
Tichting naar de bergen van Carso te nemen ; opeens echter veranderde de
richting en werd hij met buitengewone snelheid naar de golf van Trist meege-
sleept.Een uur lang zag men hem altijd in dezelfde richting, totdat hij in de
wolken verdween.Men waande ARBAN verloren en betreurde zijn verlies nog
Ineer,omdat de vertwijfeling zijner echtgenoote, die den ganschen nacht aan
het uiterste punt van den Molo San Oarlo doorbracht,hartverscheurend was.
Een groot aantal schuiten werden aanstonds uitgezonden om de richting van
den ballon te volgen, doch de geheele nacht verliep,en nOg altijd bleef het
lot van ARBAN onbekend.Op den volgenden morgen eindelijk verscheen bij
Sanitad Maritima een visschersschuit,door zekeren FRwxclsco SALVAGNO uit
bestuurd, waarin ARBAN zich bevond.SALVAGNO en
den
Z00n V0r- Chiogga
haalden, dat zij
vischvangst in de wateren van Grao uit te gaan.Toen zij juist hunne netten
zijn
vorigen Maandag van Chiogga waren gevaren Om op de
A<lden uitwerpen, zagen zij den ballon van ARBAN,die nauwelijks voor de
helft nog met gas gevuld was,en ARBAN,diej tOt de schotlders in het water,
slechts met moeite zich daarboven kOn houden ;zij stuurden Op hem aan,be-
Teikten hem op mijlen van de rotsen
van Grao en redden hem van een wissen dood.Dit geschiedde te 11 uur
's avonds. Yolgens ARBAN zelf was hij reeds voor 8 uur beneden ;hij had dus
drie volle uren in zee doorgebracht en,daar hij een speelbal der golven werd,
vrtj wat zeewater moeten drinken.ARBAN kwam er dus nog goed af en deze
halsbrekende tocht llad, behalve een lichte koorts, voor hem geen verdere
een afstand van Omstreeks 2 Italiaansche
nadeelige gevolgen.
Mi s l u kte l u c h t r e i s v a n C0xwET,L e n GYPSON b ij n a c h t.De onge-
aan n en dezelfde oorzaak lukkige afloop van vele luchtreizen is niet altijd
tOe te schrijven.Er kunnen een menigte omstandigheden plaats grijpen,en
dat wel zoo plotseling, dat de voorzichtigheid van den ervarenste te kort schiet
om in het juiste Oogenblik altijd het beste hulpmiddel te bezigen.Trouwens
ten gevolge van de grootte der ballons kan men hun verschillende gedeelten
niet bereiken dan door koorden, die licht Onklaar worden ;en wat nOg het
ergste is,die trektouwen zijn voor den luchtreiziger zelf Onzichtbaar,en dik-
wijls weet men nOg niet waar het hapert,als het Ongeluk reeds plaats heeft.
Zulks wordt bewezen door het lot zelfs van ervaren natuurkundigen en bevaren
luchtreizigers.De ballon, waarin CARLO BRloscHl,koninklijk sterrenkundige te
Napels, en signor AxpRbiwxl opstegen, barstte in de hoogere, dunne lucht-
lagen ;het onklaar worden van de klep kostte aan ooxwELL en zijne tochtge-
nooten bijna het leven.Den 9den Juli 1847 wilden COXwELL en GYpsox 's avonds
VIII.
162 LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
met eenige andel'e tochtgenooten in den tuin van den Vauxhal te Londen
opstijgen ; aldaar werd dien avond een vuurwerk afgestoken,en men besloot
dus ook uit den ballon een vuurwerk af te steken, Het was bijzonder donker
en nevelachtig ;nauwelijks was er een tochtje in de lucht en er naderde een
onweder,dat nOg in dienzelfden nacht boven Londen losbarstte. pEindelijky''
dus verhaalt ALBERT SMYTH, die met GYPSON,OoxwELL en PRDMORE Gilde
opstijgen,awaren alle toebereidselen gereed.Wij namen eenigen voorraad mede,
daar de heer GYPSON voornemens
geheelen nacht boven te
'ias, N7anneer het geheel donker Tias,den
blijven,en, nadat wij 6 of 8 zakken met zand a1s
ballast hadden ingeladen,gaf hij bevel den ballon los te maken.De muziek
speelde,het volk jtlichte en de ballon steeg met buitengewone snelheid naar
boven,doch draaide bij het Opstijgen in het rond. Een eerste proef Om het
vuurwerk door middel van een pistoolschot in brand te steken mislukte, een
tweede gelukte beter en stroomen van gekleurd vuur schoten door de lucht,
wat een heerlijke werking deed en van beneden gezien vooral treFend schoon
moet geweest zijn. Intusschen begon Ook het vuurwerk in den Vauxhall en
wij zagen zoowel den lichtgloed rondom den tuin a1s het opstijgen der vuur-
ptjlen ;nu en dan verlichtte een bliksemstraal het geheele panorama, doch te
kort Om daarvan de bijzonderheden te kunnen onderscheiden.Boven ons was
de hemel zichtbaar en met Ontelbare
totdat de
sterren bezaaid.W ij stegen nOg alttd
hooger en hooger,
2200 meter bereikt
zeide,dat wij een hoogte van
hadden; op dat oogenblik berichtte de heer CoxwErulz, die
heer Gvrsox ons
de klep Nasthield en boven ons op den ring van het netwerk zat,aan den
heer GYPSON, dat de ballon ten gevolge van de buitengewone verdunning der
lucht zeer strak begon te staan.M en gaf nu,om den ballon in geen gevaar
te brengen, dadelijk bevel door de klep eenig gas te doen ontwijken ; CoxwELL
trok aan de ltjn en dadelijk hoorden wij een geluid, alsof men den overvloe-
digen stoom uit een locomotief liet stroomen,doch niet zoo sterk.Het onderste
gedeelte van den ballon slonk snel te zamen en trok zich tegen het bovenste
terug.pMijn hemely'' riep Gvpsox dadelijk,rwat gebeurt er ?'' waarop CoxwEl,L
antwoordde pDe klep ! wij zijn allen verloren,''en op hetzelfde oogenblik be-
gonnen wij met verschrikkelijke snelheid te dalen.Twee uit ons gezelschap
deden allerlei uitroepingen van schrik en angst ; intusschen werd alles over
boord geworpen om den ballon te verlichten, doch het hielp niets. De wind
brulde nog altijd vreeselijk boven onze hoofden en om de maat van onzen
schrik in deze korte oogenblikken vO1 te meten, kwamen wjj midden in het
vuurwerk,zoodat eenige uitgebrande vuurpijlen en brandend papier aan het
touwwerk van den ballon zich vasthechtten en daar tot vonken uiteenstoven.
De bliksemstralen lichtten onafgebroken om ons heen en de geheele toestel
begon te sidderen en te beven.Hoe langen tijd wij daalden, weet ik niet te
zeggen,doch het moet op zijn minst wel een paar minuten geweest zijn.Onze
redding schrijf ik alleen toe aan de omstandigheid,dat het bovenste netwerk
van den ballon niet vaneenscheurde en de zijde van den btna ledigen ballon
als een paraplui tegenhield,die Ons tot een valscherm diende.W ij zagen nu
duidelijk (le huizen van Londen,waarvan de daken naar ons schenen tOe te
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN. 163
komen,en op hetzelfde oogenblik,toen wij langs een dak h6en snorden, riepen
we allen tegelijk : rlloud u vast.''De schok,toen wij schuins op den grond
e % .
- . *
-< - .
2. w
' >
e >e
-
- * - .
v - - - w -
<.- -- . .w
-.-.- -
-*- -* -*- *- * *-* .-*-F-'-'- w *+ * --- -....-- .w. . -
- .>>- wxoov.. ww -W .-.
-...v>. > w. - ...-......-- , .-- - -...-.-.>.,-->- > *
- -- w-. - - .--- - ---*>ovo.- -
..--.-..-....- - > - n........
.
.a ... .w. x- .
-M- .A-- -
- == * '
a
.
-V . > >
>- < ='= x - '
'A N = >
w-me m * > '
a .N .-
' = 0 <
& @* N a = e *& -- =>'
= = .* - > - . == .
. . e . . .= -.
= .. . . % .. . .= o aw.- .= = a .. ... . x . * xxo .- o --aa aocx...ao k > - .-- = .>.
. w k %.% .& = = == =- .- =.- '- a > W .. .- < .>- . w = = =.=...=..= = ... ....
. NN N G # '< * + & = = = = <v = a.- =*w & .. >. .... . . r...w x .> = = = =-=<.==. . ' - a. - a A> = = = - .x'< .= ' = ='= ='- > > -- ...... ' > =w
- < Q X N =- * = > '- = =''='''- = -r= = N'- ''Y '* -'- '=* -*- =* -k --N -= '. .= ,- .= x= -x .% ==a ''- == =-..w == * * ==> . x = aw aW-% .'> ' '.- -. = .>>x > .=w -'-'w.'- = = m=' .. k- - a., v .- '. x. '< =- ,<'>.= .'= < . * u - m .>m= . .. - < - .- .= 0. -N -.<'.c. m=. > . .= .-= .% w.. .- & & - = - = . = > ' - u .= ' m. = .= . = '= .% . - = w== . c.> .. w --> == . -- ...m . .- =.=-- .= .. a - ... - . -> = = = '= - = '7= .= - = = =R == - = - - 'N..'> .m- --'-- = .m.- - - <-- .'== .'.= ' > .
k.w=- == .<w= - xx ..R ...= -= m='==.'.=- - . ' a = ' = =-- .- .= P - ==.>w - -'- - - .-- ..- .==> - Woa *= = ==-'= == .'= '- . v ... - - x'== .''= '- e - '> < 1. W W - D =.'.''= *a=o - '& & -* ' =..> * ..=. , '--... = ,== = * % - - >= ...
= = - - .'=' - .==' =- *l * <- e = '<== & - X = - -'V -- w u == '.=''=== = - N < = X -- =- - '- .= W # . = e = =.- ... - .= . -''- - ..... '- ''.- W == ee -r' = = e .= ''- - ..u - . .- > m .D - - = - - - - .'.'> -- '
ra* *.# wm - + - = ='= == - -= == A* - .+ .. + --- '-* -->-- .....
=. '-= '-- .=- --='.-v- .
'
r.> . x-za == = = = -. - < - .-- .---.= = '< o =
.= &= a+ -A * = -....==..'=- -= > N0..* = x- . *- 4- wm a'W ko - . * e- R'.%' - *'= - l > 'w e => e - .e < '* -.=--= - ;.> = e o ==v =.+ . .= ' t *- =
n5.w.'> - & . e .. ------- . e e.---. x..w . z. V >
---.-.....---.--..-....--.
iilljr'kjlp',jjjpr .. .,vvv. ........ .,3b3b'b4.
. . .
' e a =w.' 'Xe **'* G'>' '.- J#
= > - <. =a- -. '==
.== . *- - = +.. -e '
t=r= '- ..>
> , e = .=* + .>-='.> ' ......Y .=- ..- .--....--- = . # .== ='.>. .w e'e'.e .e e ''''-''-''--- -...-...-..- '-' ,- = .* == .. V e * .a .'.'.x=. -*' ''--- -.-..-- ..-..-- - NN z . .0 .. .= .v-ee G'te .< ..- - -
w y r - - . c . .0 N w *
Kk ** * * Ow --- .<x.x. z .w ... x 'x. c' * - -+. .< ...- x
'---- ----- >Nw rk- * -* N = -'<
x- < e * * w ' .-- > .=> .
- . v # . . - - . .. ,- - *
N - * N '<
-
-. .
.K
.. .- - x
= .w .
- .. . ' > N e
.. u .. . N N
.- - > = m - - - * - ' - > - 'N *
.'> '' w D .
-%> -
'- < > '
Mislukte luchtvaart van Gypson.
neerkwamen, was schrikkeltk hevig ; wij werden allen uit Ons schuitje ge-
slingerd en vielen in het netwerk en de zijde van den ballon ;wij raakten
zoodanig in de touwen verward,dat we ons eerst in het geheel niet konden
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
bewegen, en,waren wij in de Theems gevallen,dan zou dit Onze dood geweest
zijn.Een groote menigte menschen was dadelijk Om ons heen verzameld, Om
ons uit Onze gevangenschap te verlossen en ons met Onze redding geluk te
wenschen.H0e Onbegrijpelijk het ook schijnen moge, was toch niemand ernstig
gekwetst ; gescheurde kleederen, ingedrukte hoeden en eenige schrammen en
kneuzingen waren de ergste gevolgen van een val ter hoogte van een Engel-
sche miJ'l-''
OoxwslzL's lu c ht r e i s t e L e i p z i g.Het is Opmerkelijk,dat die verhalen
aangaande luchtreizen het meest de aandacht trekken, welke een verslag geven
vap onheil en doodsgevaar.Het eenvoudige zien opstjgen OOk van raenschen
geeft op zich zelf weinig genot ; de volksmenigte staart het schouwspel aan
met de gedachte aan de mogelijkheid van een ongeluk. Men tuurt naar den
luchtreiziger als naar den koordedanser beiden kunnen den hals wel eens
breken !
Gansch anders is de indruk bij diegenen,welke zich aan den zijden ballon
toevertrouwen en in het schuitje stappen om een tocht naar de luchtzee te
ondernemen.Ten einde iets van dien indruk weer te
verhaal volgen van eBn geleerde,
te Leipzig is opgestegen.Deze ballon was
.
de grootste, die Ooit te Leipzig was
gezien.Hij was 20 meter hoog,had een omtrek van 4 meter en een inhoud
van 1500 kub.meter.Het schuitje kon 4 personen bevattqn.De ballon werd
gevuld met 1000 kub.meter gas uit de gasfabriek, voor den prijs van J 180 ;
laten wij hier het
met de gsylph''
geven,
die den 9den October 1851
vulling met zuiver waterstofgas zou 5- of 6-maal zooveel gekost hebben.Het
was de 157Ste reis van CoxwELL.),De ballon was gevuldj''aldus schrijft
Dr.W ILI-IELM HAMM,een der tochtgenooten, phet schuitje zorgvuldig opge-
hangen, de meester wierp nOg een laatsten blik op den toestel om zich te
overtuigen,dat alles in orde was, en ik klom Op mijn waarlijk luchtige zit-
plaats van gevlochten mandewerk.Nog eens werd de draagkracht van den
ballon beproefd en toen steeg COXwELL op den ring, die aan het netwerk hangt
en het schuitje draagt.Evenals de reusachtige condor in de Andes van Zuid-
Amerika eerst zijn vleugelen beproeft,voordat hij in de wolken dringt,ging
ook de ballon eenige malen op en neder, totdat eindeltk de meester de veer
van den ring, waaraan het touw bevestigd was,losliet :wij waren vrij.Onder
het gejuich der verzamelde menigte steeg de Sylph langzaam en statig ten
hemel.Eerst toen een zak met ballast uitgeworpen was,versnelde zich zijn
vaart. Het is mij onmogelijk de aandoeningen,die mtj bevingen, toen ik in
weinige oogenblikken van een duizelingwekkende hoogte op de aarde nederzag,
nauwkeurig te beschrijven.Het was een mengsel van bewondering en vrees.
Ja van vrees,ik schroom niet deze bekentenis af te leggen en geloof nauwe-
lijks, dat iemand,die voor het eerst een luchtreis onderneemt,daarvan vrij
zal blijven.Maar dit gevoel duurde slechts zoolang ik alleen in het schuitje
zat ; het verliet mij geheel,toen d3 heer Ooxwlluravan den ring naar mij toe
geklommen was.Zijn rustige bedaardheid moest zelfs den angstigste gerust-
stellen ;bovendien ziet de reiziger bij eenig nadenken in, dat hij in een ballon
nog veel minder gevaar loopt dan in den besten spoortrein. Op een luchtreis
164
165 VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN.
kunnen slechts zeer weinig toevallen,Op een spoortrein een menigte voor hem
verderfelijk worden. In den tijd van vijf minuten gingen wij volgens de aan-
wtjzing van Onzen barometer 350 meter in de hoogte en daalde de temperatuur
van 13 tot 7lO C. Nu eerst genoot het Oog het verbazende panorama,dat zich
mijlen ver in het rond uitstrekte. De lucht was wel bedekt,doch de wolken
dreven zeer hoog en beletten niet het minst het uitzicht.W at vooreerst den
meesten indruk maakte was het voorkomen va de oppervlakte der aarde ;de
vlakte scheen een ketelvormige holte te vormen, terwijl de horizon door de
naar boven staande randen van deze uitholling scheen gedragen te worden.
De stad Leipzig geleek uit de hoogte zoo klein, dat men haar wel op een
presenteerblaadje zOu kunnen zetten ;de vele riviertjes,die door de landstreek
slingeren,welke haar Omgeeft, glinsterden als ijne zilverdraadjes naar boven ;
uit de bosschen in de verte stegen de avondnevels
telijk belemmerden ;
als kleine nesteny die
Op) die het uitzicht gedeel-
honderd dorpen geleken tusschen hunne groelle heggen
in het bont gekleurde veld verstrooid lagen.Het was
een verrukkelijk, nauwelijks beschrijf baar gezicht.Intusschen gingen wij nog
altijd in de hoogte en kwamen wij in een tweede luchtlaag, zooals we uit
het draaien van den ballon om zijne as meenden te moeten opmaken.De
voorwerpen onder Ons werden Onduidelijker en alleen de hier en daar ver-
strooide bosschen teekenden zich scherp af.W ij waren 10 minuten gestegen
en 1800 meter hoog ; de temperatuur bedroeg 6O. De niet geheel gevulde
ballon zwol in de dunnere lucht geweldig op en de uitzetting dreef het gas
met een sterken stroom door de Onderste Opening naar buiten,zoodat de
heer CoxwlsLL de klep opentrok.Het terugslaan der klep door de veer en het
daartegen aandrukkende gas maakte zulk een sterk en vreemd geluid in de een-
zaamheid der luchtwoestijn,dat men van schrik ineenkromp.Ten gevolge van
het ontwijken van het gas daalde de ballon in de volgende 5 minuten ; de
papieren snippers,de loglijn van den luchtschipper,fladderden hoog naar boven.
Nu drong Ook weer het geluid uit de diepte tot ons op.Uit alle dorpen,waar-
over wij dreven,vernamen wij het gejuich der saamgestroomde menigte over
het zeldzame verschijnsel in de lucht,zonder dat wij een enkelen keer uit de
duizenden donkere punten,waarmee de lichte grond der aarde onregelmatig
bezaaid was, een menscheltk wezen konden Onderscheiden.TOt nu t0e waren
wij onbegrensde gebieders der lucht geweest,doch het scheen,dat wij mede-
dingers zouden krijgen.Een vlucht trekvogels, in het geheel niet te onder-
scheiden, kwam diep onder ons in de richting van den ballon aanvliegen ;
klaarblijkeltjk verontrust door het vreemde luchtvaartuig,stoven hunne troepen
plotseling uiteen en keerden de schuwe dieren terug ;in weinig seconden waren
zij onzichtbaar.De avondschaduw begon over de landstreek te komen ; in de
verte vloeide alles in Onbepaalde omtrekken ineen ;uit de diepte schenen alleen
de witte kerken der dorpen en het water naar boven.Het was een zonderling
gezicht, a1s wij uit de hoogte het beeld van den ballon beneden ons in het
water zagen.De heer CoxwElula was zOo vriendelijk op mijn verzoek den ballon
nog hooger te laten gaan. 0na dit gedaan tekrijgen werden er twee zakken
ballast,die met :jn vochtig zand gevuld waren,buiten boord geledigd.Wel is
166 LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
waar voelt men het niet Of de ballon naar boven gaat Of stilstaat,maar de
papieren snippers,die
schenen te schieten,
sloegen wij het touw,dat uit vezels van kokosnotenbast
wjj uitwierpen en die pijlsnel a1s lood naar beneden
leerden het ons ten duidelijkste. Gedurende dezen tijd
om het anker en lieten wij
boven aan den ring vastbleef.
de klep tweemaal moest geopend worden.Omstreeks kwart over vijven hadden
wtjde hoogte van 2200 meter bereikt;de thermometer wees tusschen 40 en 5O.
Tien minuten later zweefden we Op een hoogte van 3500 meter ; de thermo-
meterstand was tusschen 10 en 00 en de koude merkbaar. Behalve een
stevig was gevlochten,
het ongeveer 50 meter naar beneden, terwijl het
Het gas zette zich weer.aanmerkelijk uit, zoodat
vrij
Ondervond ik zekere spanning en droogte volstrekt geen onaange-
naam gevoel. HOe klein scheen de wereld Onder mijne voeten !De bosschen ge-
leken kleine molshoopjes,de rivieren haarfjne glasdraden,de woningen der
menschen kon men niet meer uit het geheel onderscheiden.Maar de nacht
breidde al hooger Over den gezichteinder zjn vale vlerken uit en het werd Wd
aan terugkeeren te denken. De luchtstrooming had den ballon bijna juist in
de richting van den spoorweg tusschen Leipzig en Dresden gedreven.De heer
Coxw>iLL trok driemaal aan d: klep,de papieren snippers gingen nOg altijd
naar beneden,nogmaals sloeg de klep driemaal en nu fladderden de trouwe
wegwijzers lustig in de hoogte.De ballon daalde zeer snel,men voelde het
zeer duidelijk aan de onaangename luchtdrukking in de ooren.Omstreeks kwart
voor zessen waren wij weer tot op 1300 meter gedaald en hadden juist het
schoonste gedeelte van het landschap onder ons.De Mulde stroomt Mer in
honderd schilderachtige bochten tusschen haar groene oevers voort. Overal
vertoonen zich verstrooide tuinen en boomgroepen ; een menigte dorpen en
steden, die echter tot Onze spijt bij de vallende duisternis in de verte alleen
aan den rook uit de schoorsteenen waren te herkennen,kwamen langzamerhand
binnen de ltjst van 0ns panorama,terwijl wjj schjnbaar recht op de stad W ur-
zen aanzeilden.Op dit oogenblik snorde ook een spoortrein
hand door het bosch,alleen aan den witten damp bemerkbaar,die a1s een
slang achter hem aan kronkelde.Nu begon tusschen de beide bewegende
krachten, den wind en het gas, een belangrtjke wedstrtd,waarin de ballon
echter overwon, vooral daar wij,steeds neerdalende in een schuine richting,
een zekeren ankergrond zochten.Als een ervaren stuurman zag de bestuurder
aan onze rechter-
van den ballon daarnaar uit. Htjbesloot de Mulde over te gaan en in een veld
links van W urzen ner te vallen.DOOr een juiste behandeling der klep gelukte
dit volkomen. Is het een reusachtigen ballon reeds een aantrek-
van de huid
opsttgen van
veel meer kelijk schouwspel,nog
te zien.De kolos daalde al lager en
neden
belangwekkend moet het zijn, het nederkomen
lager ; hij verdreef de menschen,die be-
het veld bezig waren en verschrikt de vlucht namen ;ook de paarden 0P
gingen aan het hollen,terwijl uit de stad de halve bevolking in zwart gewemel
naar het nooit geziene schouwspel toestroomde.Thans sleepte het anker over
den grond,maar de omzichtige stuurman bemerkte, dat het in dat bouwland
niet zOu bltven vastzitten en liet daarom den ballon nog eenige voeten rijzen.
Aan de helling van een heuvel,den Kiezelberg genaamd,vatte eindeljk het
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN.
anker ten tweeden male grond,het touw werd strak aangetrokken,de ballon
daalde Onmerkbaar en kwart na zessen raakte het schuitje zachtkens den grond
op een stoppelveld.
Den .indruk,dien men in het schuitje van een luchtballon ontvangt,kan
men volstrekt met geen anderen vergeltken.Ik heb boven op den top van
den hoogen Slntis in Zwitserland 2500 AI.boven de zee gestaan en,niettegen-
staande het verre uitzicht door het heerlijkste weder werd begunstigd,heb ik
volstrekt dat gevoel van bevrediging en vrijheid zoo levendig niet ondervonden
als in het broze schuitje van den ballon.Van daar uit gezien,is het panorama
geheel anders en volkomen, want niets is verborgen,en wij zien zelfs de voor-
werpen vlak Onder ons.Opmerkelijk was ook het gezirht van het uitgeworpen
ballastzand :het spreidde zich beneden ons uit als een kleine wolk en kOn
34 sec.lang gezien worden.''
D e gr o O te A m erik a an s ch e lu chtr ei s.Den
vier Amerikanen,de hoogleeraren LAMOUNTAIN,W lsE en GAYES,benevens de
heer HYpE,een luchtreis,die alle andere in hoogte overtrof.De eerstgenoemde
hoogleeraar meende zich overtuigd te kunnen houden, dat op de hoogte van
1300 tot 2560 meter een gelijkmatige luchtstrooming van het westen naar het
oosten gevonden wordt,en had besloten,die te baat te nemen,ten einde van
St.Louis naar New-York te stevenen, zijnde een afstand van 600 uren.Des
avonds tusschen 6 en 7 uur klommen zij in het schuitje.De ballon was 50
en had 20 meter in doorsnede.
lstenJuli 1859 ondernamen
meter hoog
Toen wijl'' :: aldus verhaalde LAMOUNTAIN) pte St.Louis opstegen?scheen de
groote stad Onder ons ineengeperst te worden en tot een onduidelijke,ver-
schrompelde vlakte ineen te vloeien met de dalen en bosschen, die in elkander
smolten,totdat de Omtrekken nauwelijks meer konden onderscheiden worden.
De groote stoombooten beneden Ons hadden weldra het voorkomen van kinder-
speelgoed.0m 8 uur zagen wij,dat de menschen onder ons het tijdstip hadden
van zons-ondergang,hoewel wij ons nog baadden in de volle stroomen van
haar licht.De prairin beneden ons hadden het voorkomen van ijsvelden,hier
en daar bezet met een graszode.Tusschen Ons en die uitgestrekte velden hing
een donkere,zwarte gordel,evenals een sluier, over het landschap.Bt afwis-
seling kwamen bebouwde akkers,watervlakten,heuvels en laagten te voorschijn,
zoodat het geheel veel verscheidenheid vertoonde; de heuvels alleen hadden hun
eigenlijk voorkomen verloren.Van lieverlede steeg de duisternis op.Het was alsof
onzichtbare handen den sluier ophieven, toen hij naderde en ons omgaf.In
weinige oogenblikken verliet Ons de zon ; zij verdween in een donkerrooden
dampgordel,maar donker werd het niet. Den geheelen nacht waren wtj in
staat zelfs op een hoogte van 3200 meter de prairin van de bosschen te
onerscheiden.W ij dreven in een soort van doorschijnenden nevel,die, zonder
stoFelijk te zijn,uit enkel lichtdeeltjes samengesteld scheen te wezen.De
werking van dit licht was zeer eigenaardig.Het gaf den ballon een phosphorus-
achtig voorkomen,alsof hij met vuur gevuld was.Dit lichtgevend vermogen
was zOO sterk,dat elke lijn van het net,elke vouw van de zijde,elk koordje
en elke knoop zoo duidelijk zichtbaar werden,alsof ztj met fakkels werden
167
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
verlicht ; z00 zelfs,dat ik duidelijk op mijn horloge zien kon,hoe laat het
was.Dit verschijnsel werd, naarmate wij hooger stegen,met ieder Oogenblik
wonderbaarder. Dat het niet het gewone nachtelijke voorkomen der lucht bovert
de Oppervlakte der aarde
omstandigheden afhankeltk,
MwHox en Lord HOLLAND de vermaarde nachtreis van Londen naar W eilburg
deden, was,
zwarte marmerblokken heen ging. Van
ongeveer 41 uur lang,zweefde de ballon slechts 130 tOt 160 meter boven de
de duisternis zOo groot dat het scheen,alsof de ballon door
1 uur t0t den opgang der zon, dus
oppervlakte aangenaam.
De morgenstond en de Opgang der zon waren prachtig. Het daglicht flikkerde
met een goudkleurige schemering in het oosten,weldra gevolgd door het
heerlijkste morgenrood en een glansrijke verlichting van den ganschen damp-
kring,waardoor wij zweefden.De sluier scheen nu naar beneden te dalen ;hij
der aarde. Op die hoogte was de dampkring warm en
hing eenige oogenblikken tusschen de wolken en de aarde en verdween toenz
alsof zijne deeltjes Opgelost en verdwenen waren.Als door betoovering schit-
maar van btzondere,nog niet verklaarde
hieruit, dat, toen KAIUL GREEN met MAc
W aS,
bleek
terde op eenmaal alles in het rond in
spreidde zich Over Ons uit.Doch dit
Eenige
inkt.Aan alle
lentepracht en een heerlijk panorama
heerlijke schouwspel duurde niet lang.
oogenblikken later daalden wolken uit de bovenlucht,zOo zwart als
ztjden begon de wind te huilen,de golven van het Ontario-meerr
waarboven wij zweefden,werden bedekt met schuim en door den storm Opge-
jaagd tot
riep : ,?Ik vrees, dat het met ons gedaan is !''Hij klom met de beide anderen
5 meter hoogte, zoodat zij naar alle hemelstreken stortten.H'rpK
in de mand en liet mij alleen in het schuitje achter. Het was een ijzingwek-
kend oogenblik. Met een snelheid, driemaal grooter dan die van een spoortreinz
stortten wij p het water neder,zoodat door het geweld van den slag drie
planken uit het schuitje sprongen. Nadat ik een weinig tot mij zelf gekomen
was, greep ik een bijl, hieuw ik de touwen en alle overtollig houtwerk af en
wierp dit Over boord.''
Nadat LAMOUNTMN door het afhakken van het schuitje den ballon had ver-
licht, steeg deze met de drie mannen,die in de mand zaten,weder op ; hij
bereikte gelukkig den grond en bleef aan den tak van een grooten boom in
een bosch van den staat New-York hangen.ZO0 was de ballon over de staten
Illinois,Indiana en Ohio heengevlogen en had hij reeds na 10 uren Sandusky
aan het Erie-meer bereikt.Twee uren later raakte hij bij Fairport bjna de
oppervlakte van het water ;htj zweefde vervolgens over het westeltk gedeelte
van Pennsylvani naar Bufalo in New-York en stond op den middag juist
boven den waterval der Niagara.Vervolgens zweefde hij over Canada heen,
maar hij werd door een wervelwind aangegrepen,zoodat htj weder boven het
Ontario-meer kwam,totdat hier de tegenwoordigheid van geest van LAMOUNTAIN
dezen het leven redde.De Onderstelling eener luchtstrooming was daardoor
bevestigd geworden,hoewel hare richting noordwesteltker was dan men ge-
meend had.
Sedert die reis
van Amerika over
heeft men btj herhaling gesproken over een nog veel grooterer
den Atlantischen Oceaan naar Europa.Zelfs heeft men den
168
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN.
daarvoor bestemden ballon te New-York voor geld laten zien en nlisschien
was het daarom wel juist te doen,want tot uitvoering van dat reusachtige
plan is het nooit gekomen. Trouwens, dat luchtvaart en plannen, die in de
lucht hangen, veeltijds samengaan, heeft de Ondervinding genoeg geleerd.
NADAR'S o p s tij g in g t e P ar ij s.Voor eenige jaren werd het plan tot een
luchtschip van nieuwe samenstelling ontworpen door zekeren ROTH, die oOk
een rekenmachine uitgevonden heeft.0m de zware Onkosten,die er mee ge-
moeid Waren,bleef de uitvoering achterwege,totdat deze werd opgevat door
169
- t(
= - .-- < I '
I
( ,
* 9 !
( t 9 l
1&
I f
I ' ' k #
-1 h'- L w.
!-- p.. -e j - ,-!;.----. $ .
. . ! , -= . - * - ' >J j
,< ----. --., -- --i'18' t l ( . , fF r.- l *. v .r ! i .j T t 1 ...
1-
1 j ..* - .. * 1 l-
: * - ' ;, - y. I
' r .. j g. m y
2 y tN: l --% r t u , j -
.@ w l * =-* - #
*' ! -
1 *
-
:!-j.
> # t ** . - r
..z q
: iz l. *f 111110
*
llillE!!'
d
:11,
*
...'
'
...
'''
'
ilI' ..'.. ..,,,
'
+ xe '* - - . t 9 R >= $
a I
:*' *. % Ahhkkxqxxxqk e *- > . - - k: - v,!k$.I$ .- F $ *e>. . a * *
. .--.. l1!d l =x'
.- pr ! ' .
, * v % I ! 'N /
'
! #.%
@ *- % -'
w *
. !
1 tj '- - .,.-- ; N . - .. k . .w e
,-
- .-.==....=- Nx . N
j *' '' ,,,* ' -
- - -. r w M
.. . > r W' *-
'= . .. - --**R W- * '
* J . , . a-a-
De gondel van Nadar's luclltballon,11a de ongelukkige reis.
den bekenden NADAR,een man,die van alles bij de hand gehad heeft : dagblad-
schrijver, geneeskundige,vrtjheidsvoorvechter, commandant van een Poolsch
legerkorps,photograaf,en nog veel meer.Met behulp van de drukpers en van
allerlei kunstmiddelen wist hij de Parijzenaars te bewegen tot het vestigen
eener vennootschap,die de middelen tot verwezenlijking van dit plan zou
verschalen.
Eerst werd een reusachtige en naar die grootte ??1e Gant''(de reus) genoemde
ballon vervaardigd ;die ballon diende Om er mee te reizen en allerlei vertoo-
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
ningen te maken,ten einde op die wijze het voor den ganschen toestel be-
noodigde geld bijeen te brengen.De Gant had meer dan 6000 kub. meter gas
noodig ter vulling.De gondel,hierboven afgebeeld, zooals hij zich na zijn onge-
lukkige reis vertoonde,was verreweg het merkwaardigste dergeheele maclline.
Htlwas vervaardigd van stevig rottingriet,bestond uit twe: verdiepingen en
had het voorkomen van een spoorwegwaggon.De kast want zoo noemt men
haar het best - bevatte alle benoodigdheden voor een reis van eenige dagen :
bedden,een toilettafel,photographische toestellen,een drukpers,natuurkundige
w erktuigen, levensmiddelen enz.
De eersteluchtreis,bij welke, evenals ten tijde der MONT/OLFIERS, half Parijs
etond te kijken,duurde niet lang en strekte zich ook niet ver uit.De ballon
steeg 2000 meter hoog, doch daalde al spoedig weder op den grond. NADAR
kwam met zijn gezelschap vrij onzacht neder te Meaux,voor de poort van
Parijs ; dit gaf aan de spotvogels te Parijs aanleiding om een volle laag kwink-
slagen uit te gieten over het snorkende programma der luchtreis.De dagbladen
bepleitten zijne zaak en,toen een tweede luchtreis tegen Zondag 18 October
1863 werd aangekondigd, was het publiek weder welwillender geworden.Zoo
mogelijk nog meer toeschouwers dan de eerste maal bevonden zich thans op
het Champ de Mars en algemeen was de opgetogenheid, toen even voor het
invallen der avondschemering de Gant zich met zijn toebehooren in de lucht
verhief.Evenals vroeger, zOO was Ook nu de bekende luchtreiziger GODASD als
conducteur''mede in den waggon,terwijl het geheele gezelschap uit negen ))
personen bestond. Men sprak te Parts Over niets dan Over den Gant en
NADAR, en de Maandagsche couranten werden met drift doorgevlogen,Omdat
men hunkerde naar bericht aangaande de opstijging.Doch die berichten bleven
lang uit.Den derden dag kwam de tijding,dat de Gant in Duitschland nabij
de W ezer was neergekomen, dat NADAR en zijn moedige jonge vrouw zwaar
gewond en de meeste tochtgenooten gekwetst waren. En zoo was het ook.
Nadat men den geheelen nacht vrij onaangenaam gereisd en den ballon zOo
laag mogelijk gehouden had,bemerkte men den volgenden morgen te zweven
boven een uitgestrekte, met nevelen bedekte vlakte,die men voor Holland
hield ; en, daar NADAR vreesde,de zee te zullen naderen,gaf hij het teeken
tot nederdalen. Doch door den dauw en den nevel van den nacht waren d:
zoo taai koorden,die de klep moesten openen, en
hun dienst weigerden.Het gas stroomde niet in
glad geworden, dat zij bijna
genoegzame hoeveelheid uit
een hevige om den ballon geheel naar den grond
wind,die den reusachtigen ballon met
De reizigers hadden in een N.-0.
in 14 uren afgelegd en waren gedurende
boven Compigne,St.Quentin,
Nienburg en Rethem gedreven.Reeds
te brengen.Daarbt
alle kracht voortdreef.
kwam
richting een weg van 200 geogr. ratlen
den nacht achtereenvolgens nagenoeg
Brussel,Mechelen,'s-Hertogenbosch,Arnhem ,
bij Nienburg besloten de reizigers neer
te dalen,doch het gas ontsnapte in zo0 onvoldoende mate,dat de gondel even
den grond raakte. Zoodra echter de ballon verlicht werd, rees hij en trok hij
de kast weer mee naar boven.Op deze wijze was de verdere reis een onop-
houdeltk springen op en boven velden en hagen, rotsen en booraen.De ankers
170
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN. 171
had men reeds te Nienburg verloren.Toen men aldaar aan het spoorwegstation
den ballon had gezien,was een beschikbare locomotief met een rijtuig afge-
zonden,ten einde het wonder nader in Oogenschouw te nemen.De machine
was er tijdig genoeg,maar hulp kon niet verleend worden. De ballon zweefde
over den spoorweg heen,rultte met den gondel een stuk wal weg en brak
een telegraafdraad, waartoe een kracht van 150 cent. vereischt werd.lntusschen
ging de gevaarlijke tocht steeds voorwaarts.In de gondelkast heerschte de
grootste verwarring ; alles werd heen en weer gesmeten.Eindelijk gelukte het
door het uitwerpen van ballast den ballon weer te doen rijzen.De moedige
JvluEs GODARD klauterde langs de touwen omhoog en opende de klep. Het ge-
lukte de ballon daalde terstond. Maar de hevige wind dreef hem nog naar
het Frankenfelder bosch,een uur van Rethem,waar hij eindelijk in de boomen
bleef hangen.Zoodra de gondelkast dicht bij den grond was,sprongen er de
half gezonden uit.Mevrouw NADAR bleef haken en geraakte onder de gondel-
kast, die omtrent 25 cent.woog. Het duurde ruim een half uur, eer men de
ongelukkige kOn redden.
waren gevaarlijk gekwetst,mevrouw NADAS had,behalve een menigte andere
wonden) Ook nog haar sleutelbeen gebroken ;een ander had een gebroken arm ;
Geen der reisgenooten bleef zonder letsel ;sommige
NADAR zelf had vele wonden.Bovendien waren zij in een vreemd land,waar
niemand hen verstaan kon. Het lijden der Ongelukkigen werd door de Ongun-
stige Omstandigheden grooteltjks verzwaard,doch de moed van NADAR was
niet bezweken en,zoodra hij te Parijs terug was,werd het plan tot de eigenlijk
groote luchtreis met allen ijver opgezet.GOOASD wilde met een ballon van
reusachtige afmetingen - 40 meter hoogte en 32 meter doorsnede,bij een
inhoud van meer dan 13,000 kub.meter gas opstijgen.Doch ook deze ballon,
de gAigle'', die door verwarmde lucht werd opgelaten,kwam tOt geen goed
einde.
nog toe hebben de luchtreizen aan het openbare verkeer niet die vOOr-
deelen verschaft,van welke men in den eersten tijd droomde, en de uitzichten
daaromtrent voor de toekomst zijn tot een zeer laag peil ingekrompen.lntus-
schen hebben luchtreizigers zich Omtrent de kennis van den dampkring in de
hoogere ltlchtlagen zeer verdienstelijk gemaakt.En hiermee keeren wij met
Tot
eon Paar Woorden tOt de belangrjkste Onderneming van dezen aard terug.Wij
bedoelen de
L u c h t r e i s ROBERTSON en L'HOLST den v a n GAv-luussAc en BIoT. Toen
18den Juli 1803 tellannburg opgestegen Nvaren,hadden zt de
bereikt, tOt Nvelke destjds nOg eene luchtreis het had gebracht.
berekening waren zij ter hoogte
aarde gestegen en zij meenden uit llunne Waarnemingen mogon
kunnen afleiden, dat met den afstand van de aarde 0Ok de kracht van het
aardmagnetisme afnam, alsmede dat de electrische verschijnselen Op
belangrijke afwijkingen vertoonden.Toen nu Ook uit St.-petersburg,waarheen
ROBERTSON vertrokken was en waar htj met zekeren Russischen geleerde
te en ook te
die hoogte
SAC-OHAROy,F zijne proefnemingen herhaald had,de vorige berichten waren be-
vestigd geworden,noodigde LAPLACE de Fransche academie uit om die zaken
grootste hoogte
Volgens hunne
van 7400 meter boven de Oppervlakte der
172
ter beslissing te brengen door het uitrusten eener wetenschappeltjke luchtreis-
De natuurkundigen
leden der academie,werden daartoe
BIOT en GAY.LUssAc,twee van de jongste,mar beste
uitgekozen en ruim voorzien van instructin
en de voortre/eltjkste werktuigen.Den zosten Augustus 1804 stegen zij op in
den tuin van het Conservatoire des arts et mtiers. De uitslag dezer luchtreis.
beantwoordde ten volle aan het doel,daar de met de grootstmogelijke nauw-
keurigheid gedane waarnemingen de opgeworpen vragen volledig beantwoordden.
Dat de magnetische kracht met de hoogte boven de aarde afnam,werd niet
bevestigd.Op 4000 meter hoogte kwamen de slingeringen der magneetnaald
in snelheid en omvang Op de oppervlakte der aarde ;
het bleek, dat ROBERTSON zich vergist had,wat Ook wegens de groote moeilijk-
heden der waarneming gemakkelijk had kunnen gebeuren.Trouwens, de ballon
geeft geen vast standpunt.Niet alleen,dat hij Onophoudelijk rijst en daalt,
niet alleen,dat hij door den zachtsten luchtstropm zijwaarts verplaatst wordt,
volkomen Overeen met die
maar hij beschrijft ook nOg een merkwaardige omdraaiing om zijn eigene as,
nu in de eene,dan in de andere richting.Hoewel deze nu niet zeer snel is,
heeft zij toch invloed op de slingeringen der magneetnaald,en om een nauw-
keurige waarneming te bewerkstelligen moet met juistheid het oogenblik be-
paald worden,waarop de eene aswenteling van den ballon tot de andere over-
gaat,benevens dat,waarop een tijdelijke stilstand plaats heeft.Bij barometer-
waarnemingen heeft men er op te letten,dat,wanneer de ballon daalt,de
kwikkolom een weinig te hoog in de buis blijft staan ;bij snelle rijzing van
den ballon blijft daarentegen de kwikzuil een weinig achter.De luchtreizigers
kunnen echter hun eigene beweging niet aan nabijgeplaatste voorwerpen ver-
kennen ; ten einde zich dus te vergewissen, werpen zij papiersnippers uit.
Indien deze snel schijnen te dalen,rijst de ballon ; rijzen ztj omhoog,dan daalt
de ballon,en uit de schijnbare snelheid dier kleine voorwerpen laat zich die.
der eigen beweging afleiden. GAv-luvsswc en BIOT bevonden voorts,dat, in
sptt van RoBERTsON's kolom van VOLTA en
der
waarnemingen,de werkingen der
electriseermachine in de hoogte geen veranderingen ondergingen ;bovendien
brachten zij gunstige mededeelingen aangaande vochtigheid en warmtegraad,
der lucht uit de hooge luchtgewesten mede.
Ten einde een nog grootere hoogte,ja de grootstmogeltke te bereiken, werd'
terstond na deze eerste Opstijging een tweede ondernomen,bij welke ten ge-
valle van de mindere zwaarte GAY-LUSSAC alleen den tocht Ondernam. Hij
steeg bij die gelegenheid tot de hoogte van bijna 9000 meter en behaalde
daarmede den verder dan iemand vr hem van het der' roem,
aarde verwijderd te zijn geweest.De uitkomsten dezer tweede opstijging kwamen
in allen deele overeen met die,welke de vorige reis met BI0T had Opgeleverd-
Lucht, uit die hooge streken in een welgesloten flesch meegebracht, bleek bj
de scheikundige ontleding uit dezelfde bestanddeelen te bestaan a1s die, welke
dagelijks wordt ingeademd.
Deze beide luchtreizenztjn de eenige,die een noemensFaardig wetenschap-
pelijk nut hebben gehad.In Engeland hebben van tijd tot tijd wetenschappe-
lijke luchtreizen plaats gehad,met name die van J.WELSH,in 1852 met
middelpunt
LUCHTBALLOXS EN LUCHTSCHEEPVAART.
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN.
GREEN, alsmede die van GLAISI-IES, in 1862 en 1863 in den ballon van COXwELL.
De laatste bereikte daarbij den 5den september 1862 een hoogte van meer dan
9000 meter.Uit GLAlsHsR's waarnemingen aangaande de temperatuur schijnt
te moeten worden afgeleid,dat voor zeer groote hoogten meer dan 600 meter
rijzens noodig is om den thermometer 1 C. te doen dalen.
H et b e s tu r e n d e 1- l u cht b a l lo n s.Vroeger koesterde men de hoop den
luchtballon,evenals een schip op het water,met behulp van riemen en vleugels
naar willekeur te kunnen bewegen en besturen.Alle daaromtrent genomen
echter hebben tot een proeven
teleurstellende uitkomst geleid.De
nevensstaande af beelding vertoont
zulk een vruchtelooze proeve, den
25Sten April 1784 te Lyon genolnen.
Later kwam men Op het denk-
beeld, aan te nemen,dat er in de
bovenlucht stroomingen in ver-
schillende richtingen plaats hebben,
zoodat men niets behoeft te doen
dan slechts juist tot die hoogte te
stijgen, Op welke men in de ver-
eischte strooming komt, die dan
den ballon in de verlangde richting
zal voortbewegen.
Een vooruitgezonden proef ballon
toonde de richting der winden aan,zeil en riemen voltooiden de werking (zie
de bovenstaande afbeelding).Het is zo,men kan niet ontkennen, dat menig-
maal luchtstroomingen naar verschillende richtingen op verschillende hoogten
plaats vinden ; de bekende luchtreiziger REICHARDT verhaalt
, dat hij eens te
W arschau was opgestegen en door stroomingen en tegenstroomingen op ver-
schillende hoogten driemaal over de stad heen en weder gevoerd is.Maar dat
groote verschil in richting op verschillende hoogten vindt slechts bij uitzon-
dering plaats ;in den regel zijn er slechts twee bestendige stroomingen boven
elkander,die bijna een onderling tegenovergestelde richting llebben en dus
slechts tot
ook de luchtreizigers tot de overtuiging
,
dat van zoodanig opzoeken eener be-
Op zekere hoogte gebezigd kunnen worden.De ervaring bracht dan
paalde hoogte niets te hopen is,zoodat zij het denkbeeld van beweeg-en be-
stuurmiddelen opnieuw begonnen op te vatten.
op bladz. 174 afgebeelde toestel is uitgedacht door zekeren PETIN te
Partjs ;het is een luchtschip, dat aan een menigte personen tegeltjk gelegen-
heid m oest
De
geven tot een pleiziertochtje door de lucht. Vier groote ballons,
elk van 30 meter doorsnede, dragen een raam van 150 meter lengte en 60
meter breedte.Een groot gedeelte dier Oppervlakte bestaat uit schuin staande
Tamen,van welke de uitvinder een voortstuwende werking verwachtte
,
doch
die alleen bij het opstijgen en nederdalen dienst konden doen.PETIN gaf zich
zooveel moeite voor de verwezenlijking van zijn plan,dat hij inderdaad de
178
174 LUCHTIALLONS EN LUCHTSCHEEPVAART.
middelen bijeenkreeg om zijn ontwerp op vrij groote schaal uit te voeren.De
regeering verbood ingevolge het gevoelen van alle deskundigen de proefneming ;
dientengevolge begaf zich de uitvinder naar Amerika,waar echter zijn avon-
tuurlijk plan even weinig ingang schijnt gevonden te hebben.
Het zou onmogelijk zijn,al de uitvindingen,plannen en voorslagen op te
noemen,die te dezen opzichte zijn bekend gemaaktj doch waarvan geen enkele
aan het doel beantwoordde.De hoofdfeil 1ag in de omstandigheid, dat al die
Petin's plan voor een luchtschip.
bewegings- en besturingsmiddeten aan het schuitj: waren geplaatst, en daar
dit schuitje Of gondel met den veel grooteren ballon slechts door middel van
dunne touwen verbonden is,kan de kracht slechts in zeer gering: m ate op
den ballon zelf worden overgebracht.Za1 een stuurmiddel werking uitoefenenj
dan moet het aan het hoofdlichaam, den ballon zelf, worden geplaatst. Uit den
aard der zaak moet elke zoodanige proef eerder teweegbrengen,dat de ballon
alleen om zijn eigene as draait, dan dat hij in een bepaalde richting wordt
voortgedreven. De machine van den Franschen ingenieur GIFFARD bevestigde
zulks. Deze bestond in een cylindervormigen ballon met een roer en een schroef
VERSCHILLENDE LUCHTREIZEN.
van ARCHIMEDES,gedrevelldoor een stoommachine van 3 paardenkracht.Het
eerste en laatste opstijgen had plaats den 14den September 1852,en GIFFARD
was er zeer mee in zijn schik. Tegen den wind Op te werken,zeide hij,1ag
niet in zijn plan,maar hij kon met gemak zijwaarts wenden en een kring
beschrt ven.
0nA hetOorspronkelijke der vinding vermelden we hier nOg een anderen'
voorslag,eenige jaren geleden in een Duitsch tijdschrift ter sprake gebracht.
Gelijk men weet laat zich koolzuurgas,dat men uit krijt verkrijgt door het
met zoutzuur te begieten, Onder bepaalde Omstandigheden Onder den vorm
eener vaste zelfstandigheid brengen, Dit vaste koolzuur echter heeft een bui-
tengewoon groote neiging om in damp te veranderen.Het vervliegt sneller
dan eenige andere zelfstandigheid en de damp heeft een zeer groote spanning'.
Deze eigenschappen nu zouden,naar men meent,derwijze tOt het besturen
der luchtballons kunnen dienen,dat een metalen kogel met vast koolzuur aan
den ballon bevestigd werd.Indien men dien kogel aan de eene zijde van een
kleine opening voorziet en deze Opent,stroomt het koolzuur a1s gas er met
groote kracht uit en de bol wordt,evenals een vuurpijl,door het uitstroomende
kruitgas,naar de tegenovergestelde zijde gedreven.Dit denkbeeld is echter
evenmin ten uitvoer gebracht als vele vroegere en zeer waarschijnltk zOu het
ook geen betere resultaten hebben Opgeleverd.Men kan gerust beweren,dat
de practische luchtvaart nOg weinig vooruitgegaan is sedert den tijd van
OHARLES en MONTGOLFIER, hoewel reeds eene eeuw tusschen onzen tijd en dien
der eerste proefnemingen ligt.W etenschappelijk nut heeft de uitvinding slechts
lnmaal,in de handen van BIOT en GAy-luusswc,gehad ; maar als middel van
verkeer heeft de luchtvaart, hoe schitterend ook op het Oog,luttelwaarde,
al ware het alleen, omdat zij het allereerste vereischte mist : dat men er Op
rekenen kan.Alleen daar,waar andere middelen van verkeer ontvallen,kan
men den luchtballon a1s laatste hulpmiddel zijn toevlucht nemen - in nog tot
den oorlog.
Het eerst, dat men er zich als verkenningsmiddel van de stellingen des
vijands van bediende,was in den ttjd der eerste Franstthe omwenteling,in
1794,toen de Franschen in het tegenwoordige Belgi ballons oplieten met
personen, die van de hoogte uit de positin van den vijand te verkennen hadden ;
opdat dezen niet in handen van den vijand zouden vallen,werden de ballons
aan koorden vastgehouden (pballons-captifs'').Doch NAPOLEON 1 schijnt met dit
verkenningsmiddel weinig te hebben opgehad ; althalls hij bediende er zich niet van.
In den oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk van 1870/71 echter zijn,
met name gedurende de belegering van Parijs,de luchtballons van uitgestrekt
gebruik geweest.Nauweltjks hadden de Duitsche legers Frankrijks hoofdstad
ingesloten, of de belegerden lietendagelijks ballons op,om dezelfde reden als in 1794
aan koorden vastgehouden.Doch,toen alle gemeenschap met de buitenwereld
was afgesloten en zelfs de Onderaardsche telegraafdraad zijn diensten weigerde,
begon men luchtballons op te laten,zoowel tot het verzenden van brieven en
berichten als tOt het afzenden van personen en inzonderheid van duiven,die
als postboden naar de belegerde stad konden terugkeeren het eenige middel
175
LUCHTBALLONS EN LUCHTSCH EEPVAAIIT.
om binnen de veste kennis te doen dragen van hetgeen in de buitenwereld
plaats
en de belegerden, in zoover vrij geregeld als het den tijd der afzending van
berichten betrof ;maar wat de richting aangaat, inweerwil van alle pogingen
slaagde men er niet in,een gewenschte richting aan de Opgelaten ballons te
geven. De reeds meef genoemde OODARD stond aan het hoofd van al die
had,Van lieverlede ontstond alzoo een verkeer tusschen die buitenwereld
ondernemingen.1)
Zelfs richtte men een Maatschappij )1
een ballon liet vertrekken.
voor de luchtvaart''te Parijs Op,die
geregeld alle drie dagen
namen dier luchtvervoertuigen :
e.a.Behalve deze groote ballons,
ook zeer dikwijls kleine ballons Opgaan, ?lballons libres'',alleen met brieven
bevracht.Het waren vervoermiddelen op avontuur,die men hoopte,dat wel
Nog niet vergeten zijn de
la Dfense nationale'' Latate'' l'Eclaireur'' )) ))) )))
die ieder een luchtschipper hadden,liet men
Prgons
ingevolge een regeeringsbesluit,bij e1k pakket gevoegd,tegen een premie van
neer zouden komen, Om dan te wordell Opgeraapt door iemand,die
100 francs de brieven enz.aan de naastbjwonenden maire te overhandigen
had. Vele dier pakketten vielen in handen der belegeraars,die vaak veel moeite
hadden zich er meester van te maken.0ok wendden de Duitsche soldaten vaak
pogingen aan om opgelaten ballons machtig te worden ;ja) KRCIPP vervaardigde
een afzonderlijke soort van kanonnen,die gemakkelijk op een door den wind
voortgestuwden ballon konden worden gericht.Geltjk men weet,Ontsnapte
GAMBETTA zelfs uit Parijs door middel van een ballon.
Belangrijke diensten bewezen echter de ballons door het overbrengen van
duiven,die,als postboden naar de belegerde
mogelijke middel aan de hand gaven om tijdingen binnen Parijs te brengen.
Personen trouWens Van buiten daarin te brengen Was Onuitvoerbaar,daar men
niet zeker was binnen de wallen, veel minder Op een open plaats aldaar,veilig
te landen,al had ook iemand lust gehad om de vrijheid der buitenwereld voor
de ellende eener ingesloten
heeft de laatste belegering van Parijs geleerd,dat Ook nog bij den hoogst
onvolkomen toestand der luchtscheepvaart in dergelijke gevallen groote diensten
en fel geteisterde stad te verruilen.In allen gevalle
door deze uitvinding kunnen bewezen worden.Maar hiertoe bepaalt het zich
ook en, indien men ten slotte de uitvinding van den luchtballon vergeltjkt met
de gelijktijdige of kort daarop gevolgde uitvindingen van de stoommachine, de
stad terugkeerende, het eenig
snelpers,den electrischen telegraaf,
verschil in belangrijkheid en waarde dezer uitvindingen direct in 't oog.Niet-
temin,e'n hiermee wenschen wij dit hoofdstuk te besluiten, zijn tegenwoordig
de photographie enz., dan springt het groote
1) Te Berljn is in 1881 een Duitsche vereeniging ter bevordering van de luchtvaart op-
gericht, met het doel de oplossing van het vraagstuk van een bestnurbaren ballon zooveel
mogeljk te bevorderen. Ook zij heeft echter tot heden nog weinig vrtlchten van hare be-
moeiingen gezien ; de proeven,door BAVMGASTSN en W/LEER'I'S in het najaar van 1882 in de
Flora te Charlottenburg met hun vliegmachine genomen,zjn mislukt evenals de latere van
WALD in een daarvoor ingerichten tuin te Berljn.
DE LUCHTBALLONS BIJ DE BELEGERING VAN PARIJS
.
in de meeste Europeesche legers de ltlchtvaartuigen als een noodzakelijk en
onontbeerltjk oorlogsmaterieel ingevoerd en worden
onmisbaar
zij meer en meer a1s een
werktuig bij verdedigingen,verkenningen enz.erkend. De Onlangs
in Frankrtk voor het leger en de raarine genomen proeven hebben het nut
van ballons voor de
sing der nieuwste constructin het gebruik overal onaf hankelijk van de gesteld-
heid der terreinen toelaat
. Door meer dan eene proef is nOg in de laatste dagen
duidelijk gebleken, dat men er na veel sttldie in is geslaagd een graad van
volkomenheid in de machinerien met toebehooren aan
oorlogstactiek voldingend bewezen
?
voor zoover de toepas-
te brengen,die het ge-
bruik van ?lballons-captifs'' als oorlogsmaterieel overal mogelijk maakt.
12
N -'M
. ..- -
I
..,..zK:- j .......-.... --*-*-*
@ ..- j ...-
N ' I > e V
* $
- j -
X .. d
-,- 1 RN . - j x
z - j .-..-
.- - ,-
- '* $t -
--...-. j ! .-- . N N N -- -- --. ....-...- .....> = % ' : -- - . jk ..--
.
..-, .-- .- . I ......=r . - - . .- -
Ij ....> . . y * . - w .- .x .ev !
-, 'e- ....v ' ..
v> I . ..< . - jjj - ....,.' - - -...,.'-e' .. w.v -- w= , .4 . * x > x ..- -..- - .. .>. .< . y .- .- j - .w .. . ''e .- . ...- a ,I . ..nv e.- ..>w wc.r ..N . = -'e='''e''- .- - I1j .Jw - ..-w> ... - .. p
.- ...--r .. o '- w 1I.i1 . - < .>.=- +.'e- .......-> . N x- Y - - ,,j,1., - .- ....->. - .
.. - a X '%- >''- . ....r.11i1 - e v- -- ..,,,-'
. ..w - r
a .....
v -'--<. 11j i ,'e- w ....v a - ..- .. N .,''*' ..''--w - > . .
...- . .v 1 wv..v
..e' ''-- j'jjj' - .< ..zv. !- - - , -
. j / ...
<> <.' ..>
N ''>' . - x I .---R '
. .- 1I x.-......M 'r .. 'NC!jS ... ......-..---. --- ------------- -.
..... t l
N. 1 '1 ' Ij, , '- N I
l 1 '''-'-. . Ns jljII
%.. ,l a
x xh ! j .- x N xx
....M ..--
NN N ---- -
l , A . i - N. . ' x < > .- - -- . - .>
. ' ....-. .. -
- - - - - M > %. < ..'
v ' . -- Z - t ---=. - .
#I * w==> j' - ..
jj w . .--==
' = *m * ''= * - '
.-- .- o'Av
De atmospherische brievenpost te Londen.
De luchtpomp en de atmospherische brievenpost.
OTTO voN Gvzmcxz. - De luchtpomp en hare inrichting.'- De Maagdenbnrger halve bollen
op den rijksdag te Regensburg.- De sluitkraan.- De dubbele luchtpomp.- De scha-
deljke ruimte.- De ontvanger of recipint.- De perspomp en het windroer.- De
atmospherisehe spoorweg. - Geschiedenis en inrichting.- De atmospherische brieven-
post te Londen.
Nadat door EVANGELISTA TORRICELLI het geloof aan den phorror vacui''der
natuur op zj Tias geschoven en raen er door ta1 van verschknselen van over-
tuigd geNiorden
ondervinden,
ten aanzien der lichamen zouden plaats
dat alle lichamen een zeer belangrtjke dampkringsdrukking Was,
rees natuurlijk de wensch te Onderzoeken,welke veranderingen
vinden,ingeval die drukking vermin-
derde of zelfs wel geheel opgeheven werd.
De leden der academie te Florence waren de eersten, die daaromtrent proeven
in het werk stelden.Zij hadden n0g geen ander middel ter bekoming eener
luchtledige ruimte dan de buis van TORRICELLI.Aan het gesloten boveneinde
d0r buis gaf men de gedaanto van een hollen kogel,samengesteld uit twee
helften,die juist Op elkander pasten en aaneenverbonden werden,als men er
do to Onderzoeken lichamen in had geplaatst. Alles werd daarna met kwikzilver
gevuld en (zie de af beelding) met het open einde in een kwikbak gezet.
DE UITVINDING DER LUCHTPOMP. 179
OTTO vox GUESICKE, burgemeester te Maagdenburg,trachtte dezen lastigen
toestel tevergemakkelijken.Zijn studeeren te Leiden in de wiskunde en wts-
begeerte had hem volkomen op de hoogte der toenmalige wetenschap geplaatst ;
hij wijdde zich voor>l aan weer- en sterrenkundige verschijnselen.Htj was de
eerste,die het denkbeeld eener regelmatige terugkomst der kometen opperde ;
hij was de uitvinder der naar hem genoemde wermannetjes en herhaalde het
eerst in Duitschland de proef van TORRICELLI.In 1602 te Maagdenburg geboren,
overleed htj 1686 te Halnburg,waar hij zich na een werkzaam leven in de
nabijheid van zijn zoon metterwoon gevestigd had.
De talrijke proeven, die GusslcKx bewerkstelligde en die vooral ook betrek-
king hadden Op het luchtledige,heeft hij zelf in een afzonderltjk werk 1) beschreven.
Eerst nam hij een zuigpomp van zeer groote afmetingen en hij liet die onder
aan een groot watervat plaatsen,zoodat de inhoud van dit laatste bij het
ophalen van den zuiger in de pomp liep el1 in het vat een ledige ruimte moest
Ontstaan. Maar nauwelijks was men met den toestel begonnen te werken, Of
de lucht drong door een menigte kleine openingen en porin
in het vat met een gedruisch als dat van sterk kokend
water.Toen daardoor bewezen was, dat het hout te veel
porin llad,nam GTJERICKE voor ztjn proeven metalen vaten,
kleiner en in den vorm van halve kogels.De zuigpomp be-
hield htj,maar het water liet hij achterwege.Hij bediende
zich alleen van de uitzetbaarheid der lucht.;het beginsel,
dat bij de eerste luchtpomp van V0N GUERICKE, geltk bij al
ztjne latere, ten grondslag ligt,blijkt duidelijk uit de hier-
nevens staande af beelding.W anneer B C een metalen cylinder
is,in welken de zuiger D luchtdicht zich op en neer bewegen
kan, moet de ruimte boven den zuiger luchtledig worden,
Wanneer de Zuiger naar boneden
dat door hOt buisje a geen lucht
Indien echter tusschen den
gaat,aangenomen namelijk,
boven den zuiger kan kom en.
zuiger en den luchtdichten bol A.een Opene ver-
binding door middel van het buisje a bestaat,dan dringt,ten gevolge der
uitzetbaarheid,uit A lucht in den cylinder boven den zuiger,zoodra deze naar
beneden gaat ; daarom kan de cylinder niet luchtledig worden,maar boven den
zuiger kan alleen verdunde lucht ztn.Die verdunning zal toenemen,naarmate
de zuiger daalt :trouwens,dezelfde hoeveelheid lucht,die vroeger den bol A.
vulde, moet het nu OOk den cylinder boven den zuiger doen. Indien men nu
de uit A door de opening a in den cylinder gedrongen lucht wist weg te
krijgen,zonder dat zij weder naar A terugkeerde, zou,indien men den zuiger
slechts aanhoudend Op en neer bleef trekken, de lucht uit A hoe langer hoe
meer weggepompt en die lucht hOe langer hOe dunner worden. Geheel lucht-
ledig kan men echter den bol A niet maken,omdat met iederen zuigerslag
slechts een deel van de in den bO1 aanwezige lucht wordt weggepompt en dus
een ander deel in den bOl blijft.
1) Eaperimeytta rlppc, ut vocant Jftvrplfrrgfcc,de rtpczff? spatio.(Amsterdam 1672).
180 DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST
.
Ten einde den zuiger naar B
den kogel A terug te persen,
k r a a n uit,die in vele gevallen
gedaante gebruikt wordt. Zij
h
x
xx
N
N
A*
,,' A N x
we
'
De eerste luchtpomp van Von Guericke.
brengen, zonder tevens de lucht in
otTllslcxE de naar hem genoenade
dage in haar oorspronkelijke
bestaat uit een cylinder- Of kegelvormig stuk
n0g heden ten
metaal Of hout,dat juist past in
een even groote opening der buis
en zoo doorboord is, dat het bij
den vereischten stand de vloeistof
terug te
vond VON
uit de buis laat ontsnappen,maar
bij j omwenteling de buis vOl-
komen afsluit.
Dit veelgebezigde werktuig ge-
bruikte VON GUESICKE het eerst
bij de luchtpomp door llet ter
plaatse van het buisje a vast te
zetten,zoodat het de Opening aldaar volkomen
B werd opgetrokken.De gelijktijdige
sloot,wanneer de zuiger naar
verwijdering der lucht uit den cylinder
bewerkstelligde hij daardoor, dat hij bij B een
4 kleine opening maakte
, die met een pennetje .L' tF % TJ -.
.
y)! dicht gesloten kon worden, wanneer de zuiger
'
--u
''' 2',1 den bol A.uitpompte k'en de kraan bij a open J q z :
; .
e' ' w as
, doch die, als a gesloten was en de zuiger IJ
'k'/ neergedrukt moest worden
, geopend werd, ten
,
'
einde de in den cylinder achtergebleven lucht
.
/ te laten ontsnappen.
' Dit was de inrichting der o u d s t e lu cht- k
'
'
p 0 m p , met welke VON GUERICKE in 1654 zijn 41
ttl,
y vernaaarde proeven op den rtksdag te Regens- l.
'
,J burg vertoonde.
zij is nog op de bibliotheek te l
.,,
Berlijn voorhanden en bestaat)gelijk de boven-
Ij staande af beelding vertoont, uit een koperen
iljt . cylinder,aan het benedeneinde uitloopende in $
!11 een schroef, met welke het werktuig wordt vast- iil
--
*iY hroefd aan de holte die men ledig pompen gesc
, X--- -il
. ln dien cylinder loopt luchtdicht een zuiger .s=s= p
'
z
.-yr4 f -.x
. met ijzeren stang en houten handvat.Het ge- z-
.
'
N- -
u- hee! js zeer gehrekkig en niet :jn bewerkt
,
>=+ '
-
en het is te verwonderen, dat VoN GUERICKE
er zulke verrassende proeven mee heeft kunnen
De verbeterde luchtpomp van
nem en. von Guericke
.
gekozen gedaante de
druk der buitenlucht op den zuiger zoo groot Nvas,dat twee nlan vereischt
werden Om dien te overwinnen,
de gedaante, die hierboven is
heeft een pompzwengel, die om een bout aan een der pooten draait.Een trek-
Daar bij de 't eerst
gaf VoN GtTllucltl weldra aan zijn werktuig
afgebeeld.Deze toestel staat op 3 pooten en
DE MAAGDENBURGER HALVE BOLLEN.
stang is aan de eene zijde met den zwengel en aan de andere door een knie
met den zuiger verbonden,die in den cylinder op en neer gaat. Het halsstuk
aan den hollen bOl past in de bovenste Opening van den cylinder en,Om deze
sluitillg beter dicht te maken,wordt de omgevende kom vol water gegoten.
Een dergelijke water-afsluiting bevindt zich van Onderen, om de voegen tusschen
den cylinder en den zuiger dicht te maken.De glazen bol (de Ontvanger Of
recipint) past verder op een breeden hals ; hij kan daarvan afgenomen worden
Om verschillende voorwerpen in den bol te brengen.
Met het aldus volmaakte werktuig volbracht nu de uitvinder een reeks zeer
merkwaardige proeven,dezlfde,die voor het meerendeel ook nu nog genomen
worden,als men de werking van de luchtpomp wil vertoonen.W ij zullen ze
straks nader beschouwen.
De proeven van GUERICKE wekten bij ztn
voornameltk nadat hij ze op den rtjksdag
ttdgenooten een Ongenaeen opzien,
te Regensburg Openlijk voor den
r -
Z
r
/ N xw..u k =. - # Nx
D
' 'q ' y
Xh
s b's Nx s% .
. .j xs. . %k'k '1 - . yI k
t k Xx . *
xx N
N N s q 'N' X > ' .,#' N #
. x ( o .. X ' X ' z ''''...- ''-...%- ,.-,--' ... ,
''
x u x $.$ s ..; , , ...
$
N ..-
$.N .-.- <
- - w-
e .. .-*
l
-'--'Xw.. <e *
'--x-'-' C . .. - e<-. . > - - . w- wG x> ..,- x-
< . - .
*>. - Y N -- * ''a .% , ..-- .,v.xA . =''> r - - - > w -. <*
--... . .<%
De Maagdenburger kogels.
keizer en de verzamelde rtksvorsten vertoond had.ledereen stelde belang in
de rMaagdenburgsche proeven''en vooral in de ??Maagdenburgsche halve bollen'')
het prachtstuk van alles.Twee goed sluitende halve metalen bollen, die overigens
onder gewone omstandigheden van zelf van elkander zouden vallen,sluiten des
te vaster op elkander, hoe meer de lucht daarbinnen verdund wordt,daar nu
de luchtdrukking daarbuiten ze bijeenhoudt.De halve bollen van GTJERICKE
hadden een middellijn van 67 centim.en waren van sterke ijzeren ringen
voorzien.Men kan zich de verbazing der toeschouwers voorstellen,als zij
zagen, dat 8, 10,
in staat waren de
elkander te trekken en dat er 24 - 30 paarden noodig waren om het werk te
12,ja 20 paarden, in tegengestelde richting trekkende,niet
twee als door tooverkracht vereenigde halve bollen van
volbrengen, waarbij een slag werd vernolnen,alsof een stuk geschut werd
losgebrand.Bij het omdraaien van de kraan zouden de bollen van zelf zonder
ander geluid dan een scherp gesis uit elkander gevallen zijn.Men kan zich
hierbij Ongeveer een denkbeeld maken van de kracht, die de paarden uitoefenen.
W as de toestel volkomen luchtledig gepompt, dan Oefende de dampkring Op
ieder der halve bollen een druk uit van ruim 3000 KG.De uitvinder heeft
DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
aan zjne proeven n0g verschillende andere vormen gegeven,die op treflbnde
zoo had hij Ook een wijze de werkingen van de luchtdrukking vertoonen ;
anderen toestel, waarbj een zuiger door de luchtdrukking Op Onweerstaanbare
wijze in een cylinder naar beneden wordt gedrukt.
Ten einde de kracht,met welke de halve kogels aan elkander gehouden
worden, door Onmiddelltjke weging te onderzoeken,hing VON GVERICKE er een
schaal met gewichten aan ;door de uitkomst werd de meening van TORRICELLI
in allen deele bcvestigd.
Door een geschrift van OASPER ScoTT kwamen de Van
De dubbel doorboorde kraan
van Senguerd.
pater proeven
V0N GUERICKE O0k ter kennis van den Engelschen
natuurkundige ROBERT BOYLK,die er zich zOo ijverig
mee heeft beziggehouden en voor de verdere uit-
breiding van dezen tak van wetenschap zooveel
gedaan heeft, dat de Engelschen de geheele uit-
vinding aan hem hebben toegeschreven ; zj noemden
het luchtledige pvacuum Boyleanum'',het lucht-
ledige van BOYLE.
door meer natuuronderzoekers werd nagemaakt,
onderging zt meer wijzigingen,waardoor zij tevens voor bepaalde doeleinden
geschikter werd. Sommige dier veranderingen hadden betrekking op de hulp-
middelen tot het in beweging brengen van den zuiger, waartoe men voet-
treden, raderen, krukken enz.uitvond.Maar o0k de inwendige inrichting van
het instrument zelf Onderging veranderingen en, hoewel daarbij het oorspronke-
lijke beginsel van VoN GUERICKE Ollgerept bleef,kwam er niettemin veel btj,
dat nieuw en doelmatig was. Vooral verdient de d u b b e l d o o r b o o r d e
kr a a n van SEXGUERD vermelding,omdat daardoor het pennetje wegvalt,hetwelk
VoN GIJESICKE bezigde tot het afsluiten der openingj door welke de lucht wordt
uitgeperst.De bovenstaande af beelding vertoont deze kraan van SENGITESD.
Behalve dat deze kraan evenals die van VoN GIJERICKE doorboord is,is zulks
luchtpomp
ook nog dwars van het andere gat het geval ;door deze laatste Opening heeft
een gemeenschap plaats tusschen het inwendige der buis en de buitenlucllt.
Door dit kanaal wordt de lucht uitgeperst, nadat de gemeenschap met den
*
1S.
llaarraate de
ontvanger afgesloten
Voorts trachtte men oOk de werking der luchtpomp te bespoedigen en
tevens het
en LEUPOLD
de een daalt a1s de ander rjst.Dientengevolge wordt geen tegenstand van de lucht-
drukking ondervonden,want deze werkt nu op de zuigers en helpt Op den eenen
evenveel mede,als hij Op den anderen hindert.Men kan ze dan bij
van een balans vergeltjken, die men Ook btjde zwaarste belasting gemakkelijk
de twee schalen
kan bewegen,zoo zij slechts even zwaar belast ztjn. Intusschen kan de drukking
op beide zuigers nimmer gelijk ztjn, omdat het luchtledige onder den zuiger,
die Opgetrokken wordtjverder gevorderd is dan onder dengene, die naar be-
neden daalt. Behalve tot zeer gdmakkeljke proeven bezigt men tegenwoordig
in den regel een dubbel werkende luchtpomp,zooals op de af beelding (bladz.183)
en nedergaan van den zuiger gemakkelijker te maken. HAwKSBEE 0P-
verbonden te dien einde twee zuigers indier voege met elkander, dat
182
DE DUBBELE LUCHTPOMP.
is voorgesteld.Wij bespeuren daar de twee naast elkander staande pomp-
cylinders met dikke uit koper gegoten wanden,die nOg door ringen versterkt
zijn. De beide zuigerstangen hebben van boven tanden en op de as van den
slinger of kruk is tusschen beide stangen een getand rad geplaatst,dat il: de
getande staven grtpt.
W ordt derhalve de
kruk als de armen
van een balans op-
en neerbewogen, dan
wordt tegelijkertijd
de eene zuiger opge-
heven en de andere
neergedrukt.ln den
bodem van elken cy-
linder komt een lucht-
kanaal uit, welke
beide luchtkanalen
zich weldra tOt n
kanaal vereenigen,
dat door de kolom
opstijgt en met een
kleine Opening onder
de klok uitkomt.
Deze laatste is Op
een geslepen koperen
of glazen plaat ge-
plaatst ; de rand van
de klok is eveneens
volkomen glad gesle-
pen en kan,als men
dien met vet heeft
besmeerd en de klok
over de plaat een
weinig heen en weer
drukt, luchtdichtdaar-
Op geplaatst worden.
Reeds na de eerste
zit de klok
De dubbel werkende luchtpomp.
slagen
onbeweegltjk vast.
opengaande klep, die zich dus door de luchtdrukking sluit a1s de zuiger naar boven
bewogen wordt. Door deze beweging Ontstaat daaronder een luchtledige ruimte
en de lucht in de klok en de kanalen zet zich nll uit ;zij stoot de ondersto
Elke zuiger heeft,evenals een gewone zuigpomp, een naar boven
klep,
rnede
naar beneden,
die de intrede van de kanalen sluit,zoO ver
vult,waardoor zij natuurlijk
Open,dat zij deze ruimto
verdund wordt.Gaat nu de zuiger weder
dan sluit zich de Onderste klep ; het grootste deel der uitge-
l83
DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
zogene lucht kan niet weder terug,maar Ontwijkt door de klep in den ztliger
naar buiten.ZOo wordt bij elken pompslag een weinig lucht uit de klok ge-
haald en hetgeen daar binnen overblijft wordt steeds minder ; intusschen niet
met betrekking tOt zijne ruimte,want ook de kleinste hoeveelheid lucht vult
de geheele ruimte aan, waarin zij zich kan verspreiden ; zij wordt alleen
dunner ; haar kleinste deeltjes gaan Om zoo te zeggen uit elkander.
De hierboven vermelde glazen plaat is een uitvinding van D. Ioxyslus PAPINIJS
(1674).Deze vermaarde natuurkundige was ook de eerste, die de kraan ver-
ving door k l e p p e n ,en wel b l a a s k1e p p e n ,t. w.dunne platen,die slechts
naar ne zijde beweegbaar zijn en in die richting
een uitgang verschafen aan de samengeperste lucht,
.
rQ
t doch daarentegen luchtdicht tegen de Opening druk- 1 :1q ken
, wanneer aan de andere zijde bij het terug-
-
.
1l gaan van den zuiger de drukking grooter wordt
.
t ,'Z
)'i1'' Bovendien maakten zich SwEATON en OVTHBERSON,
twee Engelsche werktuigkundigen,ten opzichte van
'
de verbetering der luchtpomp verdienstelijk en
c ' vooral de laatste heeft de inrichting van den zui-
: - t
: ger aanmerkeltk verbeterd. Tot het meten van
ibllj den graad der luchtverdunning bedacht CUTHBER- 111 ,',?,l
soN den zooge- l$
'
c J .D noemden verklik- # I
zl' z
,,,.1 x x 'x ker, zijnde een
v/ -..z' 1:--Eli -...q
.
Xx kleine barometel , -
N
F ,, x x 'x welks gesloten buis
slechts eenige cen-
<===,,,==== -
------ timeters lang is en
- -----
waarin het kwik-
De luchtpomp in doorsnede. zilver
daalt,
is.
eerst dan
wanneer d:
der verdunning
Reeds is
zOO ver neergelaten,toch blijft er tusschen zijne klep e
den bodem van den cylinder n0g alttjd eene tusschen
ruimte, in welke zich een Overschot van gewone damp
kringslucht bevindt, die,zoodra de toegang door de kraa
weer geopend wordt, Opnieuw in den cylinder stroom
W egens haren invloed heet die tusschenruimte de n a d e e De zuiger in doorsnede
.
l i g e r u i m t e.Hare grootte bepaalt den uitersten graa
van verdunning, die in het algemeen bereikbaar is. Daar zij bij de inrichting
met de blaaskleppen vrij aanmerkelijk blijft,heeft men Ook al spoedig van
lucht tot een hoogen graad gestegen
opgemerkt, dat het uitpompen der lucht het niet verder kan
brengen dan tot een zeer hooge mate van verdunning der
lucht',zonder haar geheel te kunnen wegnemen.Doch ook
nOg een andere belemmering bestaat in de zoO te noeme
n a d e e l i g e r u i m t e.Al wordt namelijk
184
VERBETERTNGEN DER LUCHTPOMP.
het algemeene gebruik dezer afsluiting afgezien en ten deele andere kleppen
vervaardigd,ten deele ook weder de toevlucht genomen tot de oude kranen,
die door vele instrumentmakers ook weder op verschillende wijzen veranderd ztjn.
W tj moeten deze trapsgewijze verbeteringen stilzwtjgend voorbijgaan en gaan
Over tOt het beschrijven van het inwendige eener dubbele klepluchtpomp, gelijk
zij tegenwoordig op een doelmatige wijze vervaardigd wordt.Na het reeds
Opgemerkte zal he$ niet moeilijk zijn de twee af beeldingen op bladz. 184 te
begrijpen, van welke de groote de doorsnede eener luchtpomp vOorstelt, de
kleine de doorsnede van den zuiger.A B is de cylinder, K de zuiger, C D d:
plaat, door welke de luchtbuis bij b uitkomt.Boven c bevindt zich aan een
dunne ijzeren stang een kleine kegel, de bodemklep,terwijl de kraan E doo1'
middel van de ons reeds bekende opening, naar het noodig is, den ontvanger
met den cylinder of met de buitenlucht in gemeenschap stelt of Ook van
beide afsluit; d is de barometer Of zoogenoemde verklikker. W anneer de
zuiger opgehaald wordt,gaat de stang mede een weinig opwaarts,de stompe
kegel opent de buis en de lucht stroomt uit,den Ontvanger in den cylinder ;
a1s de zuiger teruggaat,gaat de kegel in de Opening zitten en sluit hij haar
luchtdicht. Deze kegel ligt met zijn bovenvlak juist in den bodem van den
cylinder,zoodat bij den laagsten stand van den zuiger geen tusschenruimte
overblijft en al de lucht door de klep, die in den zuiger ligt,naar het boven-
gedeelte van den cylinder geperst wordt.Hoe deze klep is ingericht,blijkt uit
de tweede af beelding,uit welke tevens Ook bljjkt, dat de pnadeelige ruimte''
zich bepaalt tot de kleine buis onder de klep,een ruimte, die zelfs bij den
laagsten stand van den zuiger met lucht gevuld blijft.STGHRER te Leipzig en
S'rAvolxgls te Giessen hebben den bedoelden invloed voor eenigen tijd ook
nOg meer verminderd door de buitenlucht af te sntden van het bovengedeelte
des cylinders gedurende het nederdalen van den zuiger.Daardoor behielden zij
een ruimte verdunde lucht,die het openen der klep in den zuiger zeer verge-
makkeltjkt el1 voorts veroorzaakt,dat de rnadeelige ruimte''zich niet vult met
lucht van gewone dampkringsdrtlkking,
heeft
maar slechts met zeer verdunde. Men
in den laatsten tijd Ook luchtpompen zonder kleppen uitgevonden en
menige verbetering in de inrichting
Hy d r a u l i s c h e luchtpompen ztjn
aangebracht.
die oude toestellen, welke een ledig van
TORRICELLIteweegbrengen; de Ontvanger staat f op
stens 76 centimeter lengte f in verband met een waterbuis van meer dan
10 meter lengte.Doch deze toestellen werken zoo slecht,dat men zich tegen-
woordig enkel en alleen van de door ons uitvoerig beschreven pompen met
een kwikbuis van min-
kranen of kleppen bedient.
P r o e v e n m e t d e l uc h tp o m p.Reeds bij
ballon hebben we melding gemaakt van het verschtjnsel,
het behandelen van den lucht-
gas ge-
ja zelfs vulde ballon,tOt hooger en dus dunner luchtlagen gestegen,opzwelt,
door de uitzetting kan scheuren,indien geen uitweg voor het gas geopend
wordt.Hetzelfde kunnen wij Onder den recipint der luchtpomp waarnemen.
Indien wij er namelijk een half met lucht gevulde, dicht toegebonden blaas
Onder brengen, zal deze Op een merkwaardige wijze zwellen,wanneer de lucht
dat de raet
185
186
uit den recipint wordt gepompt.Zoodra door de verdunning de drukking der
lucht afneemt, volgt de lucht in de blaas hare neiging zich uit te zetten ;
dienvolgens moet de blaas Opzwellen, ja, zij zal vaneenbarsten,wanneer zij de
spanning niet langer kan wederstaan. Een tros gedroogde rozijnen zwelt naar
hetzelfde beginsel onder den recipint op,alsof zij lan-
*
, * I I
* #
j:- - - - 61
gen ttd in de week had gestaan ; zoodra men echter
de lucht weder laat toestroomen,krimpen zij oogen-
blikkelijk ineen.Als men een flesch half met water
vult en vast toekurkt, doch door de kurk een dun
buisje steekt,dat tot in het water reikt,ontstaat onder
de klok der luchtpomp een fontein, daar de lucht in
de flesch zich uitzet,daardoor op het water drukt en
de vloeistof in de buis omhoog perst.Zoo Ook het
volgende,
opgegeven proef met de blaas, maar Op hetzelfde be-
dat eigenlijk het omgekeerde is van de
insel rust.Laat in de bovenstaande af beeldin'g O een recipint zijn, die bestaat
uit een zoogenoemde inmaakflesch,maar zonder bodem.Van Onderen sluit ztj
vast en glad Op de plaat en de hals is luchtdicht met een blaas toegebonden.
W anneer men nu uit dat glas C de lucht pompt,zal het verschil in druk
tusschen de lucht buiten en die binnen het glas met elken pompslag grooter
worden ;de lucht in C wordt hoe langer hOe dunner en dus hoe langer hoe
minder geschikt om tegenstand te bieden aan de drukking der buitenlucht.
Dienvolgens begint de blaas eerst naar binnen te buigen en een holte te vor-
eindelijk, als zij niet langer uitrekken kan, barst zij,gelijk in de hguur 13.-1 0 11 *.
is afgebeeld.
De eigenschap zich uit te zetten vindt men ook
veel geringer graad dan bij gassen.Doch een snel
tegengegaan door de drukking der dampkringslucht.Zij koken eerst,wanneer
bij vloeisto/en,schoon in
vervliegen wordt doorgaans
(meestal door verhitting) de spanning van haar damp gelijk geworden is aan
den druk van de dampkringslucht.Op hooge bergen, waar de drukking der
lucht geringer is,kookt dienvolgens het water op veel lager warmtegraad en
lnen kan zelfs uit de temperatuur,bij welke het water begint te koken,de
hoogte boven den waterspiegel der zee afleiden.T6 Quito,Op btjna 3000 meter
boven de oppervlakte der zee,kan men op de bij ons bekende wijze geen
aardappelen koken :het water kookt er bij .een te lage temperatuur.In het
bekende klooster Op den St.-Bernard in de Zwitsersche Alpen kookt het water
reeds btj93O C.,zoodat rundvleesch er meer dan 5 uren moet koken,eer het
gaar is.Onder de klok der luchtpomp beginnen dan O0k onderscheidene vloei-
stoFen reeds bij de gewone temperatuur te koken ;ja,zeer vluchtige, b. v.
alcohol,aether enz.,geraken reeds spoedig in een hevige borreling ; het spreekt
van zelf, dat men de dampen, die zich Ontwikkelen, door aanhoudend pompen
telkens moet verwijderen.
In de nijverheid maakt men van ditnatuurverschijnsel een zeer belangrijk ge-
bruik.De beetwortelsuikeroplossing moet snelverdampen,zal de eigenlijke suiker
1000, bij welke de oplossing eerst worden afgescheiden. Nu is een temperatuur van
DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
DE LUCHTPERSPOMP.
begillt te koken,zeer nadeelig,Omdat dan veel kristalliseerbare suiker verandert
il1 siroop,die veel minder waarde heeft. Daarom verlaagt men door middel
van groote luchtpompen het kookpunt,waartoe men uit de gesloten ketels,in
welke hetsuikersap verdampen moet, de dampen, die zich ontwikkelen,zooveel
mogelijk verwtjdert.
Gebrek aan lucht doet dieren onder den ledig gepompten recipint zeer
spoedig sterven.Zelfs visschen sterven er in het water, daar er de voor het
leven noodzakelijke zuurstof uit weggenomen wordt. Alle in vloeistoFen Opge-
loste gassen Ontwijken uit deze als blaasjes.; bier en alle koolzuurhoudende
vloeistolen schuimen sterk.Een vlam krimpt in en gaat uit.
De lucht'', zegt VOx HVMBOLDT,pis de draagster van het geluid, derhalve ))
Ook van de spraak, de mededeeling der gedachten, het middel der gezelligheid
Onder de menschen.Indien de aarde,evenals de maan, geen dampkring had,
ware Onze planeet een wereld zonder leven en geluid''.De slag eener klok
wordt onder de luchtpomp al flauwer en flauwer,naarmate men de lucht meer
wegpompt.Ten laatste verdwijnt het geluid geheel en al en 't wordt eerst
weder gehoord, als men lucht ingelaten heeft.
Een stukje papier valt in de lucht langzamer dan een steen ; in het lucht-
ledige vallen beide even snel,Omdat de tegenstand,die op het lichte papier
veel meer werkt dan op den zooveel zwaarderen steen,is weggenomen, zoodat
alleen de zwaartekracht overblijft, die op alle lichamen met gelijke versnelling
werkt.
Gebruikt men in plaats van de klok een Open cylinder,dan kan men nog
meer proeven nemen.Een luchtdicht Op de opening geplaatste glazen plaat Of
een daarover gespannen stuk blaas springen stuk en worden naar binnen ge-
dreven, daar ztjde drukking der luchtzuil daar boven niet dragen kunnen, als
de lucht daar onder wordt weggenomen.Eindelijk heeft men Ook cylinders,
die van boven met een houten bakje gesloten zijn.Dit bakje wordt door de
luchtdl-ukking wel is waal. niet stuk gedrukt,m aar de lucht dringt door de
orin van het hout en drijft ook de vloeistof,bie men in het bakje brengt. p
door de wanden heen.Een aardige proef is de zoogenaamde kwikzilverregen,
waarbij het kwikzilver,dat door het hout heen geperst wordt,a1s een sierlijke
regen in een verbazend getal ltleine druppeltjes binnen den cylinder neervalt.
Brengt men in het bakje een mengsel van water en stolen,die daarmee een
aftreksel geven,bijv.poeder van gekleurde houtsoorten, dan vormt de dOOl'-
geperste vloeistof tevens een krachtig extract en men zOu zich dus met de
luchtpomp een sterken kOp kofhe kunnen bereiden.
Eindelijk zij nog opgemerkt, dat men onder den ontvanger der luchtpomp
de lucht onmiddellijk kan wegen,d.i.hare zwaarte met behulp van een ge-
wone balans en gewichten bepalen.Indien men namelijk een hollen,met lucht
gevulden en goed gesloten glaskogel ophangt aan den eenen arm eener zeer
gevoelige balans,terwijl een schaal aan den anderen met zooveel gewicht be-
last is, dat de evenaar juist in het huisje staat, dan zal,indien men alles
Onder de klok van de luchtpomp brengt en de glaskogel niet meer in de Opene
luchtzee hangt, de arm,waaraan hij hangt,overslaan.Omgekeerd, als men
188 DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
den glaskogel ledig pompt en vervolgens opnieuw weegt, zal zijn gewicht
minder bedragen dan wanneer men de kraan opent en de ingestroomde lucht
mede weegt.Een liter lucht weegt 1,293 gram ; een kogel derhalve,die een
cent.lucht kan bevatten,moet Ongeveer 5 meter doorsnede hebben.
D e l u ch t p e r s p o m p. Tot het samenpersen Of verdichten der lucht, dat
bij wetenschappelijke Onderzoekingen en technische bewerkingen dikwijls noodig
is,kan men bijna alle luchtpompen met kranen gebruiken.Men heeft slechts
noodig een tegengestelde werking der afsluiting bij elken slag van den zuiger.
persen der lucht staan zij Open,Bij a en b
liggen twee kleppen, van welke die bij a
zich sluit, doch die bij b opengaat,als de
zuiger omhoog gaat. Terwijl dit plaats heeft,
dringt dus de lucht door de bqis D van
buiten in het binnenste van den cylinder.
Wanneer de zuiger nederdaalt, drukt htj de
klep b in de Opening en sluit hij de buizen,
die gemeenschap hebben met de buitenlucht,
af ;doch door de klep a wordt de vroeger
Opgezogen lucht in K geperst,vanwaar die
samengeperste lucht door middel der kraan E
verder geleid kan worden.
Een eenigszins andere inrichting is De klepluchtpomp. Op
afbeelding bladz.189 voorgesteld.Bij het
rijzen van den zuiger gaat de klep Z open, zoodat de buitenlucht door T in
de buis dringt ; bij het dalen sluit Z zich, Z'gaat open en de lucht wordt
door T' in het voor de samengeperste lucht bestemde gedeelte gedreven.
Zear belangrijk is het gebruik der luchtperspomp bij de fabricage van kool-
zuur- of zoogenoemd spuitwater ;maar Ook op zeer groote schaal heeft men
haar gebezigd bij het doorboren van den Mont-cenis en den St. Gotthard,
waarbij men de samengeperste lucht op dezelfde wijze als drijfkracht der
de
Klepluchtpompen daarentegen zijn,gelijk zij
daar staan, hiertoe niet bruikbaar, maar
moeten een wijziging ondergaan, want de
klep moet zich op tegenovergestelde wijze
bewegen.Hoe zij dan ingericht zijll,bltkt
uit de beide nevensstaande afbeeldingen.In
een pomp A van geringe doorsnede loopt
(zie de kl.af b.) een zuiger c luchtdicht Op
en neder. B en O (gr.afb.)zijn kranen tOt
het afsluiten der buitenlucht ;bij het samen-
N r
C
1- 154
b
J # k
1I.,y 11
l
J -
C #
Ijl) .-.= ..=-- 1jl:'
:j! IIl
1
I
l
il
I,
I
.
111 'J 11j s
1,CJ /-,
1
--
j -- I :'
&. l
='M ,';,' j >
./'
:.M . .1.1,I -
e . * <Q
v= ** === *
e*= m *'
=
.- . = =
= =
- - -
= =
W . m.m -.= '=
- = = -
H - = .% - * 'a m , = = = = m
boormachine heeft aangewend a1s den gespannen stoom bij de stoommachine.
De groote perspompen stonden binnen den tunnel en werden daar in beweging
gebracht,terwijl de samengeperste lucht door zware tzeren buizen naar de
boormachine werd geleid.Daardoor erlangde men het groote voordeel,dat men
zich gemakkelijk van genoegzame kracht voorzag Om de springgaten uit te
DE LUCHTPERSPOMP.
boren,hetgeen van binnen met stoommachines Of andere beweegkrachten het
geval niet zOu geweest ztjn.Doch ook Lovendien bekwamen de werklieden
door de in den tunnel uit de naachine stroonaende lucht een bestendige lucht-
verversching voor longen en lampen.De samengeperste lucht deed alzoo dub-
belen dienst :eerst als beweegkracht en vervolgens ter ventilatie,en het lijdt
geen twijfel Of genoemde reuzenwer-
ken zouden zonder dit schrander uit-
gedachte middel niet in zoo korten
tijd tot stand gebraht zijn.
Op gelijke wijze
1, O e r en ingericht ;
verschillende gedeelten een eenigszins
gewijzigden vorm,ter wille van het
gemakltelijker hanteeren. Deze ge-
zijn de w i n d-
slechts hebben de
weren zijn,naar men wil,door zekeren
GESTER te Neurenberg omstreeks het
jaar 1430 uitgevonden ; doch met
zekerheid kan men zulks niet zeggen.
MUSSCHENBROEK verhaalt, dat in de
wapenkalller van zekeren heer VON
SCHMETTAU een n0g Onvolkomen wind-
rOer met het jaartal 1474 voorhanden
was ; Neurenbergsche kronieken daar-
entegen berichten, dat dit werktuig
eerst Omstreeks het jaar 1560 door
zekeren I'IANS IZOBSINGER uitgedacht
is.Indien dit z0o is,moeten alle latere
aanspraken Op de eer der uitvinding
vervallen, en dus ook die van OTTO
vON GUERICKE met Zijn Maagden.
burgsch windroer,?,dat men m et de Een Iuchtperspomp
r
benevens de buis in doorsnede.
lucht afschiet, zooals m en haar vindt''.
Het bericht dienaangaande luidt aldus : rMen schroeft den uitgeptlmpten kogel
aan den geweerloop ; dan drijft de lucht, die in de luchtledige ruimte dringt,
den kogel, die in den loop ligt,met geweld uit''.Dienvolgens schijnt VON
GUERICKE juist het tegendeel bewerkstelligd te hebben van hetgeen bij llet
-'U-.V ''---Q= .
//$
'f'i! !! ltktI
lf.r(l!
.l 1
.1.
jj z h1
.1I
(1r.!
i$
'
:1 l!!l
l: i'71 i .
ijl
j tl
,
'
i t'
i1 l
ljt
d
I.
y
d
i'
E
'
E
'
'
'
-'
'
''''
,
'
'
-
'
-
'
-
'
j,
d
-,,------... .--,
'
....
'
'''-
'
.---,' ---- . --,-------.-----
.....
'
---,-
...
..,------..,,,......
jI.!'j - r
-/--'kl-l-l-1(
R R
r
-lu! J
--.--- 11j!-'!j! --rr!r- ;:--.
.jjj;'
i!t)
1
,(
) --,)'
-
1ii ?
! l
??)!j )1 !)
-?$, .tl ,ik
', -'-,
-
J'I
gewone windroer plaats heeft.Zekere MATTHE te Turijn heeft, naar men zegt,
een windroer vervaardigd, dat geladen werd door 1 HG.buskruit in een hollen
kogel te verbranden ; het daardoor Ontwikkelde gas had een spanning,toereikende
voor 18 schoten Op passen afstand en een grooter getal op lninderen afstand.
Onze tegenwoordige windroeren zijn luchtperspompen. De samengeperste
kogel,in welken zij door een
zuiger geperst wordt,f de geweerkolf is hOl en dient als recipint.De kraan
opent een klep, die aan de lucht in den loop achter den kogel een uitweg
Opent en dezen daardoor met kracht uitdrijft.
60
lucht bevindt zich f in een hollen koperen
189
190 DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
De drukking der lucht drijft het sap in de cellen der planten omhoog en,
al is het niet deze werking alleen,die de beweging der sappen van den wortel
t0t aan de uiterste takjes,soms tot 100 meter ver,veroorzaakt, toch is die
werking van veel belang.0ok is het de drukking der lllcht, die aan menschen
en dieren de beweging van armen en beenen enz.zeer vergemakkelijkt.Ja,
alle verrichtingen van het Organisch leven hangen er zoozeer va'n af,dat
zonder de drukking der lucht onze wereld een geheel andere z0u wezen.Doch
Onder de veelvuldige wijzen,waarop zich de kunstvlijt van deze natuureigen-
schap bedient,zijn vooral twee te vermelden :de at m 0 s p h e r i s c h e s p O o r w e g
en de l u c h t p O s t.
D e a tm O s p h e ri s ch e s p O 0 r w e g. De gedachte, de drukking der lucht
te doen dienen tOt het vervoer van goederen en zelfs van menschen,is niet
nieuT;. Reeds voor twee eeu wen vestigde PAPIN er de aandacht Op; hj sloeg
voor,goederenwagentjes voort te stuwen door er samengedrukte lucht op te
doen werken,zoodat zj door een groote buis op dezelfde wijze.werden voort-
geblazen, als de knapen met een zoogenoemden erwtenblazer schieten. Latel'
is dit denkbeeld van tijd tot tijd door sommigen Opgevat,doch voor zoover
men weet is het niet tot uitvoering gekomen.Het verkeer was nog niet zoo
uitgebreid als tegenwoordig,nu men zelfs voor de grootste,ja de avontuur-
lijkste ondernemingen niet meer terugdeinst.Eerst in 't begin der 19de eeuw
trok MEDHURST zich de zaak met ijver aan.Hij ontwikkelde zijne denkbeelden
in een geschrift,getiteld :?,N i : u w e w ij z e O m b 1-i e v e n e n g O e d e r e n
d o O r m i d de1 va n d e lu c h t te v erz e n d e n''. Zelfs het plan tot een
vervoer hem tOt in van reizigers was door de
bijzonderheden uitgewerkt ; maar zulke denkbeelden konden destijds nog geen
wortel schieten. Er waren daartoe nog te veel denkbeelden in omloop,als :
dat al het geld, 'twelk men voor spoorwegen uitgaf,in het water was ge-
worpen, dat er bijna geen menschen meer zouden zijn dan die door die spoor-
wegen ongelukkig gemaakt waren, daar de een door de persing der lucht bij
een zoo vreeselijk snelle vaart was gestikt, de ander zijn geliefde betrekkingen
met gebroken armen en beenen thuis had gekregen,een derde er een doode-
lijke ziekte bij had gehaald enz.;men droomde nog van voerlieden en paarden,
van logementhouders en schippers, die den hongerdood stierven . . Doch
mettertijd geraakten die dwaasheden vergeten,en de spoorwegen werden nOg
veel meer toegejuicht dan zij vroeger gevreesd waren. Thans sloeg men tot
een ander uiterste Over : niets werd meer onuitvoerbaar geacht en, indien
iemand in dien tijd van overspanning een spoorweg naar den top van den
Montblanc had willen leggen,z0u hij lief hebbers gevonden hebben Om er aan-
deelen in te nemen.Het was toen dan ook een gunstig tijdstip om het denk-
beeld van een atmospherlscllen spoorweg te verwezenlijken.AIEDHTJRST had de
mogeltjkheid en de wijze van uitvoering nauwkeurig opgegeven.Een wagen
moest bevestigd worden aan een overeindstaande staaf,die aan haar onder-
uiteinde een zuiger droeg, welke zich luchtdicht in een platliggende buis be-
woog. De sleuf in de buis,door welke de staaf moest loopen,zou voorzien
zijn van een sluiting, die zeer moeielijk te vervaardigen bleek,daar die sluiting
atmospherischen spoorweg tot
191 DE ATMOSPHERISCHE SPOORWEG.
het voortschuiven der staaf niet naocht belenanleren
tusschen de buis en de buitenlucht volkomen moest
worden afgesloten. Bijna al de verbeteringen in de
beantwoording van het vraagstuk der atmosphe-
rische spoorwegen hebben dan o0k betrekking Op
dat gedeelte van den toestel ; overigens Ondergingen
noch het beginsel noch de uitvoering der overige
N-.
l
;
$% 5- ,
!, k' j. -
I s Z
,. bestanddeelen eenige noemenswaardige verandering. l
Men was in de eerste plannen nog uitgegaan van
l4
het bezigen van samengeperste lucht en had dien-
volgens zeer lange buizen noodig geoordeeld,binnen y
welke in allen gevalle goederenwagens op een spoor- yz
ary oo a
weg door den zuigerstang konden wordell voortge- * a
o O dreven
, terwijl de reizigers uithoofde der lucht- x.1oo o
drukking zich van rijtuigen buiten de buis bedienen o
zouden.Doch VALLANCE keerde de zaak Om.Deze .,y
Engelschman maakte in 1824 zijn plan openbaar, j)I '-Y
-
-
'1 hierin bestaande
,
dat hij den zuiger en de daarmee c tj y
verbonden vracht alleen door de drukking der damp- j ljjj . '
kringslucht wilde voortdrijven ; daartoe moest de I tljlI l
11.1i! ; lucht niet achter den zuiger Nvorden sanaengeperst,
l i ?
rnaar vr den zuiger Nvorden uitgeponnpt. D e ,
l . ..1 zuiger m oest voortgezogen worden
,geltk == !<
men vocht opzuigt in een rietje. Te Brighton werden 1..liY I - -
proeven genomen.Het plan der uitvoering kwam Is-c ,
ter sprake.De wagens zouden door een tunnel !t! ',:'' l
van steen of gebakken klei loopen ;maar men l !,--L-1 1
II l -
eindigde met er den draak mee te steken, dat een j
hte Brit zich door een buis als een kogel ergens Eii1 ec
,
jIr,i heen zou laten schieten
. :1I ' ,,, llil--.. Na vwl
uraAxcs kwam nog een Noord-Amerikaan, - - .
k 1(
met name Pzxxus, met een rpneumatic railway-
a .lI!q1ji1.111,
atent''(een octrooi tot het maken van een lucht- !lk. ili1. P
den dag.De door hem voorgeslagen j i'j'll spoorweg) voor ,
, .I,jr, buis zOu een raeter doorsnede hebben en was aan j
'
1l 1 h
et boveneinde voorzien van een sleuf ter breedte ; IjhIj
!
, !1'l van 3 4 centimeter
,
waardoor de zuigerstang jIh!, l
oopen moest?evenals bij MEDHURST.Het Ontoe- 115' ) ' Ik
: gankelijk maken der buitenlucht naar de buis had
..
1
-
1 ,x j , .-s,. ,.,1j, plaats door een reeks kleppen
,
Of een lederachtige
-
'I'Cjjj,j'j;
zelfstandigheid,van tzeren beslag voorzien en tus- r j, tl11 (
- Ook i U t ' schen twee Opstaande randen liggende. Maal j
deze uitvinding, die inderdaad in een korten spoor- -- /
weg tOt verwezenlijking kwam,bleek onbruikbaar
te ztn. Toch gaf men de zaak niet Op en in 1840waren de Engelsche ingenieurs
en toch alle gemeenschap
DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
CLEGG en SAMIJDA zoO gelukkig,dat zij Op den Londenschen westerspoorweg
een eind van 31 kilometer volgens hun stelsel aanlegden. Dit stelsel echter
onderscheidde zich van de vorige door niets, doch de toepassing deed veel
droombeelden Ontstaan en veel geld zoek raken. Men had, heette het,een
snelheid van 60 Eng.mijlen (20 uren gaans) in het uur verkregen,en nu
wierp men zich met koortshitte Op de atmospherische spoorwegen,
dan ook in Engeland onderscheidene a1s door een tooverslag ontstonden, Om
van welke
even snel te verdwijnen.Het verst is nog die tusscben Dublin en Kingstone
in Ierland gekomen,doch ook deze voldeed op den duur niet.Het meest ge-
schikt voor den atmospherischen spoorweg ztjn n0g die banon, waar een
sterke helling gevonden wordt,gelijk btj den laatstgenoemden en dien van
Parts naar St.-Germain ; de beweegkracht behoeft dan alleen in de eene richting
Op te trekken, terwijl de trein terug van zelf afloopten slechts in het spoor
behoeft gehouden te worden.
De af beelding op
zich de zuiger B beweegt,
bladz.191 vertoontweg en machine.De buis A, in welke
is omtrent een halven meter dik ; deze maat heeft
men bevonden de geschiktste
in doorsnede, ten
bestaande in de rollen H H,het tegenwicht M en de tjzeren stang,die den
inwendigen voortstuwingstoestel met den trein verbindt en de beweging Op
dezen Overbrengt.Het tegenwicht M dient om den zuiger Onveranderlijk in
te zijn.De afbeelding vertoont haar ten deele
einde de inwendige inrichting te doen zien,voornamelijk
een horizontalen stand te houden ;
lijnen en lichten vr het doorschuiven van de ijzeren stang de kleppen
de rollen H H hebben verschillende middel-
der
gleuf in de buis juist zooveel op,dat de stang er door kan ;onmiddellijk
achter haar sluiten zij zich weder.Om de sluiting volkomen te maken, wordt
door een anderen toestel het noodige smeer aangebracht, dat er met een soort
van strijkijzer op dicht gesmolten wordt.Tevens worden de kleppen van buiten
weder aangedrukt. In de beide af beeldingen op bladz. 193 is op de rechtsche
het strijkijzer juist bezig met dichtsmelten.De ijzeren platen R,die gedurende
het doorschuiven van C (linksche af b.) opengehouden worden,vallen dicht en
sluiten stevig.De daaronder staande af beelding stelt de buizen met de wielen
en wagens dwars voor 1).
D e l u ch tp o s t schijnt het verder te zullen brengen.Nabij het Euston-
station te Londen ziet men een gebouw van slechts n verdieping,met een
hoogen,dunnen schoorsteen.Zoo onaanzienlijk het uitwendige
zOo merkwaardig en belangwekkend is het van binnen.Als we het binnen-
treden, dalen we eenige trappen af en staan we voor een grooten koker van
van dat lluis is,
opgemerkt, zjn de afmospherische spoorwegen
onderhevig en is hun aantal zeer beperkt.Veel gemakkeljker en goedkooper voertuig heeft
men in de locomotief ;alleen waar het vermogen van deze niet toereikende is,brengt men
met goed gevolg het beginsel van den atmospherischen druk in toepassing. Een groot be-
zwaar van den atmospherischen spoorweg is vooral ook,dat er laugs denzelfden weg geen
tweede trein vervoerd kan worden,v6rdat er tjd genoeg verloopen is om de buis uit te
pompen, terwjl op de gewone spoorwegen de treinen elkander,bj een goede regeling,met
1) Geljk reeds werd
een betrekkeljk gering tjdsverloop kunnen opvolgen.
aan vele bezwaren
DE ATMOSPHERISCHE SPOORW EG.
gegoten ijzer,van boven gewelfd, van onderen plat. nHier is het einde van
den luchtpost,''zegt onze gids.Op hetzelfde Oogenblik wordt door een elec-
trischen telegraaf een sein gegeven ; manometers aan den wand komen in be-
weging en duiden aan, dat in den koker,met welken ztj in gemeenschap staan,
een verbazende verandering plapts grijpt.Terstond daarop een tweede sein.
Een klep springt open
en uit den koker schiet
een klein wagentje,in
den vorm eener wieg ;
het loopt Over een ijze-
ren spoor verder,totdat
het in een muurllolte
aan de overzijde stuit
(zie de af beelding bladz.
178).Met spoed wordt
het wagentje gelost en
opnieuw met gereed-
liggende pakjes en zak-
kenvolgeladen ;het sein
wordt gegeven,het wa-
gentje
koker
N7eder in den
geschoven en de klep gesloten. W ij hooren het nog eenige oogenblikken
rollen en na een paar seconden kijkt de beambte op den manometer en zegt
@*
.
hlJ . nu is het boeltje in Eversholtstreet''.Daar heeft men het postkantoor! /)
600 meter van de plaats waar wij staan.Tot het afleggen van dezen afstand
zou een voetganger tien minuten noodig hebben,het goederenwagentje slechts
eenige seconden.Naar gelang het noodig is,worden aan het wagentje een of
meer bijwagens vastgehaakt, zond@r dat dit
eenig nadeel toebrengt aan de snelheid.
De tunnelkoker is ruim een meter hoog ;
de hoogte bedraagt iets meer dan de breedte ;
de doorsnede heeft veel overeenkomst met
die van een bijenkorf.Op den bodem ligt een
spoor.De wagentjes passen nagenoeg juist
in den koker en zijn slechts zooveelkleiner
dan deze,a1s noodig is om zonder haken door
'
te schuiven.
I
.- --- zze
,-...x ,/ r
.Jh-;p -..... k -llp
x z' **
N Nx
& jIt - ( $ -
- l j - -
j
$ i
4 -
llI
l'j
'i%666%%.hs'. btb%%bbb ..
'NQ d%%. .:
Voorzijde van den trein.
Buiten het gebouw loopt de koker onder
straten en huizen voort,Onverhinderd de rijzing en daling,die op ne plaats
een helling van 1 :80 veroorzaakt.Aan het andere uiteinde,in het postkantoor,
komt de inrichting geheel Overeen met die aan het Euston-station,doch op
laatstgenoemde plaats bevindt zich het voornaamste,de bewegingsmachinerie.
Xen zegt,dat de snelheid der wagentjes, deels door de drukking der dampkrings-
lucht op een met zeer verdunde lucht gevulde plaats, deels door de werking van
ineengeperste lucht veroorzaakt wordt,doch men krijgt geen luchtpomp te zien.
VI1I.
(
'
k)
N
1.
h
i l
l
i , I#
'
G .
I . 1, '*
'
.J Nx y...' .
. 1', ..-''' )
4 .#* > .e* * %-> we ---@*
overdwars.
C
/
/ i>
' j, 4 .@ - k. t
< e . -
- -<- . - .. = - I
-- - =
- >- .=e .
-.av s
1p *x. a.. (t
'l w z' jj 4* N e %. - < 9 1 >' . j *' e I <w - *
y >...........# j
De buis in doorsnede
193
DE LUCHTPOMP EN DE ATMOSPHERISCHE BRIEVENPOST.
naar de beweegkracht vraagt,laat d beambte een zeer groote schijf
zien van meer dan 6 meter in doorsnede,van pahdoek vervaardigd en eigenlijk
bestaande uit twee dunne holle schijven, met de holle zijden naar elkander
toegekeerd.Aan den rand zijn zij omtrent 3 centimeter van elkander verwtjderd
(zie de nderstaande af beelding).Men noemt dien toestel den rpneumatic ejector''
(luchtwegslingeraar) en,daar de Engelsche ambtenaren zich niet met scherts
ophouden,moet men hen we1 gelooven.Om nadere verklaring tragende,bekomt
men ten antwoord,dat de as van deze schijf hol is en in verband staat met
het inwendige van den koker, alsmede door een andere kraan met de buiten-
lucht.Indien de schijf zeer snel
Als men
rondgedraaid wordt, slinjert zij door de middel-
puntvliedende kracht de lucht tus-
schen de platen naar buiten en ver-
Luchtpomp van de luchtpost te Londen.
dunt zij Op die wijze de lucht in den
koker. Aan den'omtrek der schtjf is
een
ere lucht Opneemt,zoodat aldaar
een luchtverdiklting moet ontstaan,
die op hare beurt mede tot het voort-
vergaarbak,die de voortgeslin-
stuwen der goederenwagentjes dienen
kan,wanneer men de benoodigde
lucht niet uit den koker,maar uit
de buitenlucht aanvoert. Een eenvou-
dige omzetting der kraan veroorzaakt
dus de beweging van den goederen-
trein naar de eene of andere zijde.
Deze c e nt ri f u g a a l - lu cht p o m p
wordt in beweging gebracht door een
kleine stoommachine van hooge druk-
king, die een cylinder van omtrent
4 decimeter doorsnede heeft en wel-
ker zuiger in onmiddellijk verband staat met de as van het luchtrad.Naast
de machine ligt een cylindervormige ketel,die van binnen gestookt wordt ;de
stoom levert een druk van 2 kilo per vierk.centimeter.Hoewel het verbruik
van stoom veel te groot 1s,Omdat de machine voor een grootere lengte van
den koker vervaardigd is,bedraagt het dagelijksche verbruik van brandstof slechts
6 shill.(J 3.60),zoodat de verhittingskosten voor een dubbelen rit, 15 treinen
heen en weder, Op 24 cents komen.De eerste onderneming van deze soort
werd door een Maatschappij, D e s p a t c h -O o m p a n y,Opgezet ; de P n e um ati c
parlement heeft later de zaak doch het Engelsche Op grooter schaal voortgezet
en ook in de groote steden van Frankrijk en Duitschland,alsmede te New-York,
werden Op de post- en telegraaf kantoren dergelijke pneumatische inrichtingen
tot stand gebracht,zoodat telegramm en en depches door het publiek in holle
buizen gestoken en op aanzienlijken afstand konden voortgeblazen worden, doch
in onzen Wd is dit pneumatischverkeer reeds weer vervangen door den telephoon,
waarover in een later deeltje van dit werk zal gehandeld worden.
194
. . - - .
- -
(I
---..- ''I
--
..- - ',-JIr l
.. -- - ...
.... -. j Ij , .- s..z - I,.jjj
--
--.- .....
-
(. ,
.. .......
.a-----.---. j j y .m............. .......... ...... ..... .... jjjyy '
. --
ljjj-'------ j'ysjsjjjsl! I j. ----' -------- l1(I' r, ---- -:.11.w bb-;.--- .---. 11:1.,1)I)r.lI.I1 ----...--- .1i1-
1
'
'' I lll11. I'' l I l'----- .'f1' .
. , I1Ii'' -
, $, ,,,j - , l .,:I-,ljt- . --- - jj;, .;;j . ..-.
, , lIj.j,I9,..,.,.,j !
.1I,1-
,!!jj & * ! j jj jjj.. j4
a..
m-- x' j , j II jjj,j I I' '-lI' ',r' l
k= ' *.... *
. ! 'j I.Ii w - j'
- ..- : - ,.r.,,. j$,,. . ,r ,#,-'@ -
.
--.?.
.
... - -=- , . I
,
.
j
I
, jj' v. ..e .b=' . .- -J jg- ' I Il ,, , y.' I.I 'll!j,I
-
zP'L- - .
-
.
-.-e - ' ' I
;
j, I'. I k,,jj J q ..,,.-. .., i l, j jjjj
,
*
,
. I
..,. ,v.= x . j $,j ' II
j ,jjII,I,
II1.
,
IP .j
,.jt.jjjj jjjj y jj j j j j,
,
,..
,IIj
'
jy,,jj 1 ' $ IIIIjII ; jj j l e.k ,. II.
IIIjlIjj.jjj, j j jj jj jj jjjjjj m. Ij,j, . !p$1, Ij$1-Ij$I;; , ?j,, j j,j jj , -kjjj lI .- Ij j
1. j '. I i I jsII .1 -- .j, '
1- -jjjj , , -1l k,-l!I11-,jj ..
-----
..
j-. 'X . . ; llIi...,
. Ij '-.---j, -'.1 -
'' tt' -
i 6y-rl11 --
'1-11k'.''1!' -, .. -.-
-
-----
-
----
ol 1Ij gjj jl j ljjIjru! . .xL's - -a..a.. '*'-. j=.-m -. >..l , , -- . .- - ... - - .- = ,1 ! IIl - = -- = .-.-- =
;g I!)', - - j ----- I = , 4 . ..= x x = . - =
- --
-
--.
'.:z'bz
.. -
-
.
'-& -=-
-
-= k''=
-
=
-
-
'
n'
' =
-.
= '
.
I)l - v - .-- <-. I
j - = = ..- av- - - ljj jjq '. ,..zU--- ....P - - ....-
% .jjjj j --. ..xl Ij
jjj .* =%.- -.,L' c=-' = - .- - .= - -- = .-=.L.==.- =.. - . . l -= = z= - --. -
QQ= zm= '- ' = . l .-..-m . --..-- --= - -- . - I .
.-
m
. ...
'-- - - .= -'- - --
, -I
j. iI' -- - -
--:-w.=--M
. - .......s
- - - $-1 I
,r
:::r
--:r----- ------ --c ' l' -- . j e -n .. . .,,N j, y I - . .
z- -
. . = ! -,A, ,
$
'
I '
I .
,1 91 ' - --
j! > * -
... $ - - -
lI
I ' r = -
. 1 ...
='' <
; ---'
- j 1 - -
.= .
. G u . ,rw .-
. - .> > -
= . N- - . .-- . vix-- e ... . .. . >-
- .- . . - <
-- .- .=-- $= X.= - - w- -..- . --- .
Hydraulische machines,pompen en brandspuiten.
De hydrostatische drukking. - De horizon. - Het waterpassen.-
hebben.- Fonteinen.- De
De vloeistofen in
buizen, die met elkander gemeenschap waterzuil-machine.-
De hevels.- waterraderen. Het waterrad van ssoxzs.- Turbines.- Machines om
water op te helen.- Schepraderen.- De kettingmolen.- De schroef van Asculxxols.-
De pomp. - Kleppen.- Zaig-,pers- en samengestelde pomp.- De hydraulische ram.-
De waterwerken van Berltn.- De droogmaking van den Haarlemmermeerpolder en de
daarbj gebezigde machines. - De brandspuiten.- De brandspuit van Hxuo.- stoom-
brandspuiten.- De waterpers.
Bij Onderlinge
ligging te behouden, zoodat dikwijls een groote kracht noodig is Om ze vaneen
te scheiden ;bij de gasvormige
leeren,heeft een onderlinge afstooting
luchtledige
plaats,zoodat de stofdeeltjes zich zooveel
mogelijk van elkander trachten te verwijderen, iets,waarin ztjslechts door
uitwendige krachten verhinderd worden.Bij vloeistolen daarentegen bestaat
weer een geheel andere werking tusschen de stofdeeltjes ; zij stooten elkander
niet af, maar hun onderlinge samenhang is zoO los,dat de minste werking
van buiten ze vaneenscheidt of althans hun Onderlinge plaatsing verandert.
de vaste lichamen hebben de stofdeeltjes de neiging hun
daarentegen,gelijk de proeven in het
Daarom kan men niet zeggen,dat vloeistoflbn een eigenlijke gedaante hebben.
;@: iJ-nemen die aan van het vaste lichaam,waarin zij zich bevinden. Hare
196
oppervlakte wordt door de zwaartekracht der aarde gevormd.De oppervlakte
der groote zeen komt het naast aan den denkbeeldigen vorm der aardspherode,
gelijk deze uit de gemeenschappeltke werking der zwaarte- en der middel-
puntvliedende kracht ontstaan zou.
W ie ooit de zee Of een groot meer gezien heeft,zal de kromming van de
oppervlakte der aarde Ontwaard hebben aan het opkomen en verdwjnen van
schepen aan den horizon.Bij gedeelten van het oppervlak der aarde van ge-
ringer uitgebreidheid vlak, loodrecht
op de richting van het schietlood, noemt men een h O r i z o n t &a1 vlak. W ater is
alleen dan in evenwicht,wanneer
is die kromming niet bemerkbaar.Een plat
ej9 g Yj g
V ---- 'l''1- .'- -.L'''--'*-'*-=- -.-..
---- r - -
G,
'L
zjne Oppervlakte
genoemd
is. Dat
de waterspiegel
een horizontaal vlak
vlak heet dan ook het
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
w aterp as.
Bij het bouwen is de bepaling
van het waterpas een zaak van het hoogste gewicht.Men bedient zich daartoe
van verschillende werktuigen,die alle tOt beginsel hebben, f dat de Opper-
vlakte van water Of eenige andere vloeistof altjd een horizontaal vlak vormt,
f dat de lijn, die de richting van het koord,waaraan een stukje lood of andere
zware zelfstandigheid gehangen is, aangeeft, alttjd loodrecht - Onder een hoek
van 90O - op de waterpaslijn staat.Zoodanig werktuig,Ook waterpas genoemd,
A
moet reeds aan d: oude Egyptenaren bekend zijn geweest, gelijk blijkt uit het
aanleggen hunner waterwerken.De mythische koning MENES leidde den Nijl
over een andere bedding.Sluizen en dammen legden zij aan en het meer Moeris
werd als een groote vergaarbak uitgegraven.NOg meer waterleidingen uit den
Nijl werden door SlsosTsls aangelegd.
Tegenwoordig heeft men verschillende waterpassen.'t L u c ht b e lw a t e r-
p a s (of ni v e a u),hierboven voorgesteld, bestaat uit een cylindervormigey van
binnen uitgeslepen glazen buis,wier binnenvlakte een deel van het opper-
HET W ATERPAS.
een cirkelvormigen ring uitmaakt en die met een zeer bewege-
vloeistof,alcohol of aether,zoodanig gevuld is,dat er slechts n lucht- lijke
bel (M) in overis, die stepds 't hoogste punt zal trachten in te nemen.Deze
glazen buis is,met de bolle kromming harer binnenvlakte naar boven gekeerd,
in een koperen buis (T)geplaatst,die zoodanig vastgemaakt is aan een koperen
plaat (L), dat,deze evenwijdig is aan het raakvlak in het midden van den
bovenwand der glazen buis..Door middel van een schroef (V) kan deze even-
Wijdigheid teweeggebracht worden.W ordt nu het niveau Op een horizontaal
vlak geplaatst,dan zal de luchtbel zich naar het midden van den bovenwand
der glazen buis begeven.Twee koperen bandjes (0) begrenzen dan de luchtbel
en van af deze bandjes zijn op den bovenwand verdeelillgen aangebracht.
Een ander,mede zeer nauwkeurig
, waterpas is het volgende,'t f le s c hje s-
w a t e r p a s.Wij nemen als bekend aan
op terugkomen
recht daarop
later zullen wij er in dit hoofdstuk
dat, indien men een buis heeft, aan weerszijden in een lOOd-
geplaatste buis uitloopende (zie de af beelding op bladz.196),in
vlak van
de buis gegoten vloeistof in de beido overeind staande buizen A en B even
hoog zal staan.Deze overeind staande buizen A en B vervaardigd
en van een schaal voorzien.Door middel van een stelschroef P stelt men de
dwarsbuis zoO
in n horizontaal vlak.Hoe men met
goed mogelijk horizontaal. De beide vloeistofspiegels
zijn van glas
liggen dan
N en de met behulp van dit werktuig
verschuifbare plankjes voorziene stokken M en M' het verschil in
punten A en B
Door deze en
bepalen heet n iv e l l e e r e n.De natuur zelve heeft
bepaalt,blijkt duidelijk genoeg uit de bovenstaandeaf beelding.
twee punten soortgelijke hulpmiddelen het hoogteverschil tusschen
zulke nivelleerbuizeng0geV0n
in de artesischebronnen,welke het water Op gelijke hoogte trachten te bren-
gen in de beide beenen,van welke het eene in het boorgat bestaat
, het andere
in de Onderaardsche ader
, die het water aanvoert.Reeds vl'oeger hebben wij
hierover uitvoerig gesproken (D1. IV),zoodat wij hier met een enkele verwijzing
hoogte der
kunnen volstaan.
H y dr au 1 i s che m a ch i n e s
. De drukking, die in een punt binnen een
vloeistof wordt uitgeoefend
, plant zich naar alle richtingen met geltjke kracht
voort.Bij een vast lichaam is dit niet 't geval.Men denke zich een bak met
198
horizontalen bodem en verticale zijwanden.Een vast'lichaam, dat in dien bak
past,zal alleen een druk op den bodem en niet een op de zijwanden uitoefenen.
Giet men echter vloeistof in den bak, dan zal deze ook een druk op de
zijwanden uitoefenen, die af hangt van den afstand van den vloeistofspiegel tot
den bodem van het vat.De bodem van een ton hebbe een oppervlakte van
25 d. M2. ; deze tOn ytllle men met water en bovendien late men in een Opening
van den bovenwand een nauwe verticale buis beginnen, die men OOk met'
water vulle en die een hebbe van 5 M. Laat de tOn zelf 1 M.
**
Z IJ n .
hoogte
't W ater in de tOn en in de buis
hoog
den bodem oefent nu een druk uit0p
welke den bodem van de ton, die geltk is aan 't gewicht van een waterzuil,
tOt grondvlak heeft en die een hoogte heeft,gelijk aan den verticalen afstand
van den bodem tOt den vloeistofspiegel in d e b u i s.In ons geval zal deze
druk dus bedragen 60 y 25 KG. = 1500 KG.Maar Ook de bovenwand van de
ton ondervindt een druk van het water en wel
wicht van een waterzuil,
tot hoogte heeft den afstand van dien bovenwand tot den vloeistofspiegel
een,die gelijk is aan het ge-
welke dien bovenwand tot grondvlak heeft en die
i rl d e b u i s. Deze druk heeft derhalve in ons geval de grootte 50 x 25 KG.
= 1250 KG. Bovendien ondervinden de zijwanden van de ton nog drukkingen,
die van dezelfde grootte zijn a1s de reeds berekende.Gemakkelijk is in te zien,
dat de wanden van de ton wel niet bestand zullen zijn tegen dergelijke druk-
kingen en dus vaneen zullen wijken.Dit is een gevolg van de h o O g t e van
het water in de verticale buis. De doorsnede der buis heeft geen invloed.
deze 1 water in de buis slechts Bedraagt c.M2.,dan zal het gewicht van het
50 y 0,01 KG. = 0,5 KG.bedragen.Een geringe hoeveelheid water kan dien-
volgens een verbazende drukking uitoefenen en dus zware lasten ophe/en,
hoewel tot op slechts geringe hoogte.In mijnen,waar men een zeer hooge
waterkolom kan maken,maakt men als beweegmiddel wel gebruik van dat
beginsel. Meer dan de wet van de dr u k ki n g d e 1- lu c ht en d i e v a n d e
v O O r tp la n t i n g d e r d r u k k i n g i n v l o e i s t o f f e n behoeven wij tot recht
verstand van het hier volgende niet te kennen.
ln den bekenden s t e e k h e v e l ,oOk w ij n k o o p e 1- s p o m p genoemd,is het
enkel de drukking der buitenlucht,die het uitloopen der vloeistof belet.Indien
men de Op bladz. 199 afgebeelde buis,die Onder en boven open is,met de
Onderste opening in een vat wijn steekt,terwijl de bovenste vrij blijft, dan
komt het vocht er in zoo lloog,als de oppervlakte van het vocht in het vat
staat,en er zal niets uitloopen,wanneer men, alvorens den hevel Op te halen,
slechts de bovenopening met den duim dicht houdt.
De t w e e b e e n i g e h e v e l ,Op bladz.199 afgebeeld,moet door uitzuiging
van lucht ontdaan worden,zal het vocht er in opklimmen.Het is een buis,
bestaande uit twee beenen van ongelijke lengte,van welke het langste buiten
de vloeistof ligt. Indien men het kortste been in de vloeistof steekt,zal
natuurltk in dat been de vloeistof even hoog stijgen als in het glas zelf,tot h,
en alles is in evenwicht. Maar, indien men b.v. door de persing van een
zuiger op de oppervlakte h het evenwicht verbreekt Of,wat op 'tzelfde neer-
komt,aan het langere uiteinde zuigt,sttjgt de vloeistof in het kortere been
HYDRAULISCHE MACEJNES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
DE HEVEL. 199
en,zoodra zij over de bocht heen is, loopt zij door de langere buis af en zij
zal dit blijven doen,totdat de oppervlakte van het vocht gedaald
is tot het uiteinde van het korte hevelbeen.De reden is duidelijk.
H et vocht,eenmaal om de bocht heen in het lange hevelbeen ge-
raakt,valt door zijn zwaarte ;de drukking der buitenlucht Op h
perst het vocht, dat in de hevelbuis geen tegenstand ontmoet,
opwaarts,en dit moet blijven voortduren, totdat uit het glas geen
vocht meer in het korte hevelbeen opstijgen kan,Omdat het met
het uiteinde van het been niet meer in aanraking is.
Door de beschreven zuiging het vocht in den hevel aan het loopen
'
te brengen heeft geen bezwaar, wanneer het water,wijn Of iets
dergelijks geldt ;maar indien het een wansmakelijk,of voor de ge-
zondheid schadelijk vocht betreft,moet men zich bedienen van een
bijgevoegden zuigtoestel, gelijk hieronder is afgebeeld.A B' is de
hevel, aan welks langste been een Opwaarts loopende buis B is
aangebracht.0m dezen hevel te doen werken brengt men A.in het Steekhevel.
vocht, sluit men met den duim het benedeneinde van het lange
been en men zuigt dan den hevel luchtledig. Het gevolg za1 zijn, dat het vocht
in A stijgt,Om de bocht heenvloeit en, Onder
aan het,lage been gekomen, in de luchtledig
gezogen buis B moet opstijgen.Het bolletje
dient Om te voorkomen, dat het vocht den mond
bereikt.Als het in het bolletje staat,neemt men
4en duim Onder aan het lange hevelbeen weg
.
en het vocht zal zoowej uit het hevelbeen als
uit de nevensstaande zuigbuis wegvloeien.
Op hetzelfde beginsel berust de fbntein, in
welke een waterstraal dikwijl.s tOt een aanmer-
S
Dit T
weebeenige hevel.
kelijke hoogte
w orden door
kan veroorzaakt
eell kunstmatige persing,maar ook
door een natuurlijke;gelijk
waterkom, uit welke men het water naar beneden
het zich ontlast in een opwaarts geplaatst
wicht der vloeistof eischt, dat deze zich verheft tot de hoogte
op bladz.200 is afgebeeld. Op een hoogte ligt een
leidt)zoodat
buisje.Het even-
van de waterkom zelf of eigenlijk iets lager,ten gevolge van
.
de drukking der buitenlucht op den opspringenden straal.
Indien men den natuurlijken weg nagaat, dien het water
onophoudelijk doorloopt,dan zien wij het van de Oppervlakte
der zee en rivieren,van de bladeren der planten,uit de longen
der ademende dieren zich als vluchtige damp in den damp-
kring Oplossen en Omhoog stijgen ;die damp verdicht zicll in
de koude bovenlucht en slaat Op de gebergten als regen,
sneeuw of hagel neder.Van hier vloeit het vocht weer naar
v
'
s
)
1: 2,& l )
)
!.
l t'
l
Zuigtoestel.
beneden, totdat h:t de zee bereikt, voor zoover het niet reeds
'vroeger door wortels Opgezogen of op eenige andere wijze na korteren Of
opspringt.
200
langerell kringloop weer in
weg naar zee volgt het
den dampkring wordt opgenomen Op zijn langea
water getrouw de wet der zwaarte ; het loopt dus
met grooter of
kleiner
al naar gelang het
hellend vlak groo-
snelheidr
ter of kleiner ver-
va1 heeft.Het ar-
beidsvermogen
van beweging,dat.
het daarbij be-
komt en dat hetr
plotseling in zijn
snelheid gestuitr
afgeven,
wordt door ver-.
schillende soorterk
moet
Van
deren
w at e r r a-
OPg0Van-
Naarmate. gen.
Springbronnen. het
boven of vall On-
water van
der of in het midden tegen
Ook door zijn snelheid doet
de schoepen konat en deze door
obaloopen,bpreekt raen van
%xl $.
Nk w
/
/
W ' I
>k , N ., I wy x
: .Nq
I 111 ll l 'iil --'. -,/'Z %
'
.
ll I z x .,.
' N .. s ' .azo : p I lb X
. .
%
' . ' 4 . x e .. . N
vV' Xk d'
p . . ? F l 'XX ''' ' .- - ' # b # .--- --- - .- . z, . .
. . . q - -.. .. - 4%. . -.-- = --u....zw=-.cEu=.( k- r h '
- =-= .< 4 i .- --==- -
: z -- .. gsx ' =rrc&
--.+==Ea-. - =- : 1 -= -= . ----Z-. - , x.N
-... ....-. --.......''''- p
'
--=.- -
.
.- -
.a
-m. .-- .; ( . m
x.
qq
.. %====
- - ..--- - - . ,x.Nx x - -
.-- .. -.p=.. -E-.---X - t=-- .- - , .m-.........--uyS,'1.x N.sN %NX = ..q.''= -= == : I. N - --------
qNq.. - . . '' ..- 1 .... . r..yN..-- - j .- j 1.jyS N<N q
-
-- .-
. .
--=
.
'
.
-=.
-
-
-
.-
- - -- --
...,-c Illli11IjtIil .-1l -
''-'N*'' . '
- -
= -.- . -. < Ij .!jII1:! . r . ' Q.--.- -- '*
*
= z
'-
- -=
'
-= v=.-L I'ljjjI 1 z' ---
::.-.
-
..
--
- .
==--
- - -
.,.s.- lI!1Ij1 l - ,; ,,,/ ..-- .-- '. .
' .
=.--- '- . xw.-== .= . ..w. . ..... jj u , -
- .. .....c
=
- =--
,
-- -
,
- '*
t $j.III .; I'I I.'I ''z , . -
- --=..c---..
-
.
-
.-
--- n.- ----
=
.
-
j.jIIlIII!II,1 .) . I'.lIl'I1 ..sI.'II11' NNN- -- ,,,.'?- -.w' .-. - - x.w - . .=. --.- -. ..-- - q
---.
,,
-- -
l
N
I(III!x I e lI1I1llI : 1I
;;7 .jk j :: N
- ;. , Nqq
q
x , . ,j. Ip jj
jz j . .. p . p q ,r , l * l J 1/.I? N e.
e I ,.zd I.*.jI ':.X 'I,.:zz
. '#-- % '' I 'z t I
= %#. IIIjj,,, $u.-.-.- - ---.-- - - -
--
- Ii-I-
1I
-iId....
11Il
.
l - ..-. !-,Nxx,t' - -- --.--------,.
- -- --
-= --- I 1 1I, jI/' ....w%.w. )l.,,l,l ..,
-:.szsm .- '-= --
-
-
-
-.
-
,.- .=.-J R ' j, I1I1I(1l''/ '' '-- ----. l'I'l'1'.--* .-.-.. --e ..--- - . - - -,-- - <M'
. -.X .-- - - ',-- > - -...-..- - .-'- ' - -* '- A ' k''1' -
- - ---- ---
''--
-
-->-
-- :. .I....l,.,1
. + ... I ! t.l$$lt ---
-
-- - - -
--.a
-
r
- -
=
--
..= .
--
4 tlllIIl1.('1 ..,r--- j.., ..,
a
. --.-
'
.-
.
- . .--
.
., --- -
,
-,,--
> - - ' - --
Ijj -- jj --
.-
-- - -=. =--z. N - m. - w.-...-
.r.v ..-:&.=...w - . ... .. .. . . ,,
..m.. . jjjj! jjj.jjjjj -'. --... . . ..> .-.-. .. ,.,.- Y. . .e ..- .m. .- > . . -
- . ' ' . O ' - - ' N A N*M
&= N . K
N' ===r .-.
'N %- ---- N .
iN % '--** 'R > == '-
, ,
.
y NNN
'
''.bq- .,
hh !.''''''
.. h
. Nq.bb'bh .
hh4,.tbh .,-,
h. .
-
h%
-
'
k-s,% - .N .,.
>.. ,) Y:
s
N... ..- ' .N ,N. .N4s
,N N % . N
rige beschrijvinp
te behoeven ; ne-
vensstaande af b-
stelt een Onder-
slagrad voor, de
beide anderen Op.
bl.201 stellen eert
boven- en dieoy bl-
202 stelt een mid-
delslagrad vobr.
Met een Nvoord
zij nog vermeldr
dat,terwtl de af-
gebeelde schep- of
waterraderen ver- onderslagrad.
ticaal staan, men zich tegenwoordig hier en daar ook bedient van liggende of
horizontale, gelijk op bladz. 201 is afgebeeld.Zij zijn zeer dienstig waar men.
zijn gewicht 'Of
boven-,Onder- en
m iddelslagrade-
ren.Deze toestel-
1en zijn te bekend
om een breedvoe-
HYDRAULISCHE MACHINES) POMPEN EN BRANDSPUITEN.
SYATERRADEREN EN TURBINES. 201
water bezigt,dat bij een groot verval slechts in
is.In het zuiden van Frankrijk worden zij veel
De tu r b i n e s , wier verleden nog geen 50
lngenomen onder de meest
geschikte toestellen, die
door water gedreven wO1'-
den.
kleine hoeveelheid voorhanden
gebruikt in korenmolens.
jaren telt, hebben een plaats
ln de eerste plaats zul-
len wij de aandacht ves-
tigen op de door den inge-
nieur FouRxEvsox ont-
worpen turbine ; de gun-
stige uitkomsten, met
betrekking tot den gele-
verden arbeid, die met
'
1j i2 --
-
'JJ I lI,
I'
I N'
V
.- N
'w N'v / :
xx ' ' :
Nx
w
'
'N w Nx
w : Nk I / '. N N
N 'w
x
l N N
N N
X
N'
X.
''''
.X w ss j' ,'T N
x w Nw
x. . Nx - . '-
--
-.
''
'.--
'w '4 x ...xs /yI .......-. k N I Nxx ..... .,jj xt -:- 1 a. .ck . -
NM'N' V .
-
.
- ---J lII '
.. . Nx N .e'
7 '. Q ,- .
N'A=- x h. . h N. w . - 1
NN
- / l % e $: -x.-. . x . N , '' . l -- , . l NN h
, , I Tj', v A. /
.
r
. .-
' j .jhlj
'

.---.-. ,,4-,,
f?,,' ..
z 'y j)I, j. ,ly
.
.
. ,
. .
# * I,
' /.' - #'1 -.. -4%. jf
j 1(I .. I j. (il.l -- ''''rz
l',l)- -.z . I II ' # l I
ja j jp I j If '!,'!-4-1'1 .It1i'l 1 (rl l ; i , ,;1j
haar,bij verschillende ge-
legenheden en Onder zeer Het horizontaal waterrad.
uiteenloopende omstandig-
lleden,verkregen zijn,maken haar tot een der luerkwaardigste waterraderen.
De 'turbine (zie de af beelding Op bladz.202) bestaat uit een cylindervormig
vat B B, dat van boven
open is ; daarbinnen heeft
het bovenwater A A.vrijen
toegang,
sterldig
de
Lager dan deze ligt de
bodem van het vat,tegen
de rondgaande opening C C
zoodat het be-
gevuld blijft.G is
benedenwaterspiegel.
aan, van
Onderste
welke hij de
grens uitmaakt.
Deze betrekltelijke plaat-
sing is nochtans geen ver-
eischte ;de bodem zal op
gelijke
zelfs hooger
hoogte en
dan het water-
m et
pasvlak G G kunnen lig-
gen ; veeltijds ook zal de
betrekkelijke
hankelijk zijn van den
waterstand in het bene-
stelling af-
. w'.' ' w .-... w ...%y v . 4.... - .rt N -. ***'- -'*'*-'N x. .-.Q >. .. .. .
uyj y.xsm .N J xxy ..x V xxrw %x . . - . AFN/ . .nl j xme-K- -.h* 'N 4.xxp-eNx .;F .- Nq.1x--ks- - . -54-.%- hobhk
Y*.--ov: x -*M*<SKIb *$ . * > h'' q '.- Nh *
'
''*'h1-.r!4h.ki N a -- w-''''-' .1+.I1- > .. -
NxN% ....- . .... . .
NN '
ll ..-* -* - - '''----- - .'e ....--. ...L-- *--- - - '*--. l
'''' $ lt
I .- -
$ --. - '''
jj,l11 ! . - = --.
---.-
- -.... w-- -- - -- .-..
- -- - - .*
h x './ ,z4- ! -------.-- --- ....
---
..
----,..
-
..-.- -- x X I . .-.
----
- . -
...r- 1 , I N.h . ---
. l ! ..
-
.-
' ' .
1.,1/, '-c ='-QU.
-
..- - ''
'L'u'. '''- M --- - - l - - ----- w, . = ll . l -- - -- - - - - --- -- .- -
.. --. -... 4,klj
1 -- * . -
IjjI'-.-- .. * * I --.
- -- -- '-'
.- ...... .*. . IfI1I----------
.
-
- ' . - --- --- - '-- ... I 6 -r'
I- I.------ I 11- . N 'l
I I I I I l
I4 w-. -. - . - - - I qIjt$--.- . q jj -.....-.. --.
.. -z.... . '.-
.
-
. ..--
..-
... ...
-
.p . ..- -...--
hl N.. - -- .- -
.
p . x !
tI N . .il ?. h-h' r. . - -. - ...-- --- 1 N I I %# -- = = -- -= -- - ' - - 'j a< I .- - -- .w..--.- -
. . -. -
b. ! I!j e , ( .
. ! I $- Ix '
t .-. -..-- .--.-
1.1 1 .x ! --- ----
l ''l i!
1 h
l I
1) l'
I !$ l
j ra. .
, fj
.
A j '
ll j i
'
1'11i
'
t1 $
. .
.. x -:.FJ =- 'c - * 3 L:Z'= - ' ' <' - l I p*- . -
I11
r y.. $ -
I
l
donpand. Een bovenslag waterrad
.
De zijwanden, Waarbin-
nen de ruimte B B bepaald is, zijn niet tOt aan den bodem voortgezet,maar
houden een weinig daarboven op,zoodat er een ringvormige opening C tusschen
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRAKDSPUITEN.
beide openblijft,waardoor het in B aanwezige water vrij in het benedenpand
kan wegvloeien
.k 1,- - :l'
'
'j 11 ' althans wanneer N
.
t.-?-. , -
.e-
h-'.:k-..rr:::rkk::F---.czczu-----(;;(kIk(cc:zc(((.((-!-. -?- . .
o-vq ,y .777-% het daarln nlet OP
.yif t ,ll xxc. '
v' $ ( t' N'x ' de een of andere , , , zy x ,,. !'
.,
g'.'.'.'.- ts z z # x .1 .: .. X ' ! / I .o.,'k', w-.
w
wllze tegengewerkt Nxx... . .,zz
j $kj'Xyxxxu xxxx.y + xy , ;; - = y-- ....ec. jjjj. .
xx
s...
. ,
'
x y, 1 j! NX
X. % y y-w ,, z . s . . w ; y d ( op : o p e yj j n g ,/ , - h
,
-'-k- . -
-. ,'
,
------
I
! -2--:t,-- -- ..b
tbbb
k j, . . ,,4/ j . .
jlt:).o yjayjyjgd --.- '/ < .
.-u.--..-----
1 !t- -.. - - -..v-..y l s e c //,..--..--=-,g.,c=- .- :qj .,jj> .--=..=..
-.
,,ts,--. aoor eeyj waterl-ad '/I t!
- . v,..... u -..
j, $,,. kt! ,, .
z m , ljjj jjjj . .$j ........ .l....... s osuss'gv c== yyyj
...
a >
.
-
-.:E7J
..
.s-s
J>
.
=-
.
.
.=...
p y , s ( a au jj ; u j.( x 1 . y . '
,hy,! -m=== y :' ,j .. s ///< .,.
.
0... -.1:-- ..- .
)
---r-
''htjy --xhk.
.. x-
h,; '1 y.rz' ' -t,
,
,
,
,
'
,.
.
..
..-
- . z .
'';,---
.
-
.
.
s.. .
-
,.
.
r....,su--.y ''7
u.-
. .
twee kransen en 'k
q . ,j . ,us y,,,,.. .jy.- -o.---y s..... ,,u jusscheuruimte
j -'''-- XYk /,,zV '-xx ..1,! $.lyVz/ x'.k .y ,q/'...-s ,--v.-g --= ->--'xv ..-- - - - c .
. f - , q +t. .
h)
. .u.j =.-.- y p tjj.; tjtjtjy gqytjgiu; pe .Nxk
yo j,I ...s-.
. y . ) y ,,,. li 1 ...
* -Lc x w7-X. l q ' N x a . ' - ''-'
-*-.'!.ts..A
z...-
l!
...
,
....-,-. -. .
%
-
'
'
-iu IijI l, N SCnOOPOIA ln 00l1en
.
'
.
---=.=
,,
-
,
-- , , y x...
.
. ,
,
jjtj ,jjt,j (, js afgedeejd ; deg:
j j
p ,' jj k :.w .. ....--
,,, Ij) j j ' j gj :p . j
,; q y, .. j ssu yj ajj -..w r.-
J ..- '==
, I
Ij j1j j z IJ n.z O O 'w e ;. Il.I
jlj- .
,. f... .,1,11 ll 1 . blnnen- als aan deu .dz''
I ;jI;Ij !k l yu )'teugmtrek v an Ii
-. 111.. ..!$
--
- ,gj.;,- - .I $jl ''''''...- < .-.--.. .-'''''--. X .-- --.-q--I .
-
-
- N
het rad Open,het-
Een middelslagrad.
. .
geen men ln de af-
beelding op bladz. 203 zien kan. De Onderste krans is bevestigd op een,voor
den bodem des
De turbine van Fourneyron.
Cy-
linders uitgebogen,
metalen cirkelvor-
m igen rand E,die
het rad vereenigt
m et de verticale as
F, Nielke laatste
door een koker
loopt en tot een
willekeurige hoogte
is voortgezet. De
pot, waarin de taats
der genoemde as
draait, wordt ge-
dragen door den om
de spil K beweeg-
baren hef boom HK.
Het andere uiteinde
H van dien hef-
boom is verbonden
met een verticale
stang H L, van
welke het boven-
einde, met een schroefdraad, in een moer draait met een vast steunpunt ;
202
TURBINES.
zoodat men, door de moer in den eenen Of den anderen zin te draaien, den
hef boom,en gevolgelijk de as F met het daarmee verbonden waterrad, zal
kunnen lichtell Of laten zakken,ten einde het rad D voortdurend juist op de
hoogte van de opening C te kullnen houden ; het uit den cylinder B stroom end
water zal alzoo slechts tusschen de schoepen door in het benedenpand kunnen
Overgaan.
ITet is genoeg,dat het water tusschen de schoepen doorstroomt,;
immers, zoo zijn beweging niet geleid wordt,zal het rechthoekig op den
cylinderrand naar buiten vloeien en daarbij wel een zekeren druk tegen de
schoepen van het waterrad uitoefenen,waardoor dit laatste een ronddraaiende
beweging verkrijgt,doch men zal dan bezwaarlijk aan de schoepen zulk een
gedawante kunnen geven,dat de uitgeoefende werking van dien aard zij, dat het
rad,zooveelmogelijk,aan de gestelde voorwaarden zal voldoen.Om daarin te
voorzien, heeft .FOIJRNEYSON Op den bodem van den hollen cylinder eenige vaste
schoepen geplaatst, waardoor het water gedwongen wordt in een bepaalde
richting tegen de schoepen van het rad te drukken.ln de Onderstaande af beel-
ding zijn het waterrad D en de cylinderbodem B met de daarop aangebrachte
echter niet
schoepen voorgesteld. De laatstgenoemde hebben
eene buiging, tegengesteld aan die der eerstge-
noemde,en zijn in geringer aantal aanwezig dan
deze,meestal de helft of een-derde gedeelte,wegens
de wrijving, die het water bij de beweging langs
de vaste schoepen ondervindt. De gedaante der
vaste schoepen is,belzalve aan den buitenomtrek
des cylinders,aan geen
voordeeligste hoeken van de l'aakvlakken aan de
vasten regel gebonden;de
schoep en aan den cylinderwand, daar waal'zij
samenkomen, worden door berekening bepaald.
Evenzoo maken ook de beweeglijke schoepen met
de binnen- en buitenomtrekken van het rad door
.. - * x .
..'% >... .A
<>*=r-1x x
z <
zZ
V - .
: '' Ds<. ljjjft% . ''''#'z < N
Z---A$/ ' --f---Y- I r S- xNx , X
' 3 y .gz N
;/ X J/ ih:' VW ' tzj! :'g?// ,,' 4h.'e .'
,h/ ''--N
, - ) j .;,,..z. ..c.-. ! $ ( 'p7 wzx -.q N
. $ . j ,,s. $ xh 1'wv w--- '''--- --
..u..syu xt'- #, xkxN,a x ..,....r.......-. ! -. Az- ze--.- w xx)j . ).
* / %rw q , - xe ..w j jji - xh...Nu u*h.x. --.x--x -tu.-.> '
-. '.-
x.. ((.-Xx xh N. x -1' 'e'rs%'''' - -. -
. <
x-x -.ft,r- .c- ...,, 9.
b !- -..u r,
z -.. ,,/ l , x > s < >
s <> t 1 .. .. X x e.-...-.--' $ /
'x z yg . ) XW z -'Q znw kk i w j
x.- vzy -// , 1.j, , N -- .. jR! v1 ,, / iq(y 'L.....
v 'p u l Ij)jx ?2 '>'p.-pw p6 x/ ('t! ., ..L.>'. e.jv ;t
t.z g Tt '%- ......-' -
-
'-' z! ./'z, '
,
y%',.1p..2 , kx Xo-l z'-/- xxx ..yIf.':)z Xxv .cf:.J. x Z% V N x p r xz z....'' -- -% . /y.
.....'.'-
N.-.''RJ.'>.x .e z
L'- t
x
D
N - N.p zx' N. .''e
a <.. .....vM
berekening bepaalde hoeken,
worden gemaakt van de betrekking der snelheid die,behalve dat zij afhankelijk
van het rad tot die van het instroomend water,bovendien een
ruimte moeten laten voor het water om te kunnen Ontwijken.
Aan de binnenzijde van den cylinderwand,even boven de Opening (zie de
af beelding op bladz.202),is een ring a aangebracht,bestemd Om de genoemde
opening meer of minder te kunnen sluiten.Te dien einde zijn er met den ring
verbonden drie verticale stangen,b, die evenals de stang H L op- en neerge-
schroefd kunnen worden. De ring a heeft een zekere dikte en is daarom
hetgeen vroeger dienaangaande gezegd is aan den onderkant
genoegzanlo
vergelijk
afgerond.
Debotsing,die er schijnbaar zal plaats hebben,als de waterstraal de schoepen
van het rad treft,doordien hij genoegzaam loodrecht op dezen gericht is,bestaat
in de werkelijkheid niet, als slechts het rad met behoorlijke snelheid rond-
draait ;zij wordt Op geltke wijze ontweken als bij het Onderslagrad van POxcELI(T.
De turbine van FOURNEYRON voldoet,zooals uit het behandelde eenigszins
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPW TEN.
is op te maken, zeer nabij
moet beantwoorden ; zelfs
het rad van PONCELET :
aan de voorwaarden)waaraan een goed waterrad
zal dit in hoogere mate het geval zijn dan bij
immers,het water beweegt zich van het oogenblikr
waarop het de beweeglijke schoepen treft,totdat het zich in het beneden-
water ontlast,bestendig in denzelfden zin ;daarentegen is ztjne beweging
langs de schoepen van het genoemd
zijne snelheid is uitgeput, en vervolgens dalende, totdat het de schoepen ver-
laat. Het gevolg daarvan is, dat aangezien de waterstraal een zekere dikte
Onderslagrad eerst klimmende,totdat
heeft, de vochtdeeltjes niet alle tegelijkerttjd de schoep zullen treFen en hunne
snelheden dus zullen verschillen, waardoor zoowel de sttjgende a1s de dalende
beweging belemmerd wordt ; terwijl daarentegen de hoeveelheden water,die in
een turbine naar FOURNEYRON achtervolgens dezelfde schoep tre/en,elkander
geregeld opvolgen, langs de schoep heengltden en eindelijk zich ontlasten
zullen,zonder dat de waterdeeltjes elkander bij hunne bewegingen in het minst
kunnen tegenwerken.
Een ander voordeel derturbine bestaat hierin,dat het uit den cylinder
vloeiende water op al de schoepen tegelijkertijd en met een geltjk vermogen
werkt. De ongelijk verdeelde drukking,die noodwendig een wringing op de as
zal veroorzaken,bij die raderen, waarvan slechts eenige schoepen tegelijkertijd
getroFen worden, za1 hier klaarblijkeltjk niet aanwzig zijn,althans in veel
geringere mate dan btj eenige soort der vroeger behandelde watgrraderen ;wantj
de geheele opheng van de wrijving is in het werkdadige niet aan te nemen.
ln nOg andere Opzihten is het gebruik der beschrevene turbine boven dat
der gewone waterraderen te verkiezen. Vooreerst kan het waterrad evenals het
reactie-rad werken,wanneer het geheel in het benedenwater gedompeld is,
zooals in de guur op bladz. 202 voorgesteld is. Deze wijze Om het werktuig
aan te leggen,Ofschoon,zooals wij reeds aanmerkten,niet noodzakeltk, is tocll
in de meeste gevallen aangenomen en biedt een drievoudig voordeel :10 zal de
turbine bij iederen waterstand kunnen werken,zoodat men zich niet om het
peil van het benedenwater zal behoeven te bekommeren ;20 zal het geheele verv'al
nuttig aangewend kunnen worden,dat niet kan gezegd worden,als het rad
hooger dan de benedenwaterspiegel moet liggen ;en 30 belet het bevriezen van
het water het werken der turbine niet, daar,zooals bekend is, het water der
tot eene geringe diepte beneden de Oppervlakte t0t den stroomen slechts op
vasten toestand overgaat.
Eindelijk moeten wij nog de opmerking
schrevene soort voor zeer verschillende
maken,dat er turbines van de be-
vervallen,met goed gevolg kunnen
aangelegd worden,lnits men daarbij zorg
gemaakt worde van de hoeveelheid water,
van de snelheid,
gezegde te bevestigen,zullen wij een paar voorbeelden aanhalen,die zoodanig
gekozen zijn,dat zij als het ware de proef op de som leveren. De turbine te
St.-Blaise,door den ingenieur FOUSNEYRON zelf aangelegd,is berekend op een
verval van 108 meter ; hare middellijn bedraagt 0,55 meter ; zij maakt 2300
omwentelingen in de minuut,heeft een vermogen van 40 stoompaarden,terp-ij l
drage,dat hare inrichting af hankelijk
die op de schoepen zal werken,en
waarmee het waterrad behoort rond te draaien.Ten einde het
204
TURBINES. 205
het 0,75 gedeelte van den dool- het water geleverden arbeid Op de as overge-
bracht wordt. Te Gisors bevindt zich een turbine,ingericht voor een verval
van 1,15 meter. De proeven,met dat werktuig genomen,
bij het genoemd verval de geleverde arbeid 0,75 van dien van .het water be-
draagt ; bij een verval van 0,62 meter werd het 0,66 en bij een verval van
0,31 meter nOg het 0,60 gedeelte van den verbruikten arbeid verkregen.Uit
andere proefnemingen is gebleken,dat zelfs de geleverde arbeid het 0,88 van
dien van het water za1 kunnen bedragen.In het algemeen echter zal men
TOOr den op de as overgebrachten arbeid niet meer dan het 0,75 gedeelte van
hebben doen zien,dat
4en door het water geleverden kunnen stellen.
Bij de vele en belangrijke voordeelen,die de turbine van FOIJRNEYRON aan-
biedt,bezit zij echter Ook een nadeel,ten gevolge waarvan er een kleiner
gedeelte van den geleverden arbeid nuttig aangewend wordt,dan zonder dat
het geval zoude zijn.De Opening nameltjk, waardoor het water uit den hollen
'
cylinder in de cellen van het rad stroomt,kan, zooals gezegd is,door het
op- en neerschuiven van den ring a verbreed Of vernauwd worden ; de grootte
dezer Opening bepaalt de hoeveelheid water,die in een zekeren tijd tot het
drijven van het rad besteed mag worden.De door de Opening vloeiende water-
straal zal dus een verschillende dikte kunnen hebben en de cellen van het rad
tOt een 01* daarvan afhankeltjke hoogte vullen.W el ontstaat geen ledige ruimte
boven het vocht; doch,het
bevindt,zal een geringere
flaardoor wordt een zuiging veroorzaakt,die schadelijk werkt op de snelheid
van het water in de benedenste ruimte der cellen en die een gedeelte van
den arbeid doet verloren gaan.FOIJRNEYRON meende daarin te kunnen voorzien,
water, dat zich in het bovenste gedeelte der cellen
snelheid bezitten dan het door de Opening vloeiende ;
.
dOor tusschen de buitenste kransen nog voegen, waar-
dool- er dus in plaats van cellen,die de geheele hoogte van het rad hebben,
twee of drie boven elkaar geplaatste cellen zullen zijn,welke a1s het ware
onderling afgescheidene, voor verschillende dikten van den waterstraal inge-
andere kransen in te
raderen vornaen.De echter hebben doen zien,dat een dergelijke Tichte
inrichting het bestaande gebrek niet ten volle wegneemt.
T u r b i n e v an CALLON. CALLON heeft een anderen weg ingeslagen,waar-
water de uitvloeiende door bij een vermindering'van de beschikbare hoeveelheid
waterstraal nochtans de dikte behoudt,waarvoor het rad ingericht is.Hij heeft
namelijk de doorloopende Opening C (zie de af b.op bladz.202) in een aantal
nevens elkander geplaatste, kleinere openingen afgedeeld,die alle door afzonder-
P1*O0V0n
lijke schuiven kunnen gesloten worden,waardoor de ring a van de Fourney-
ronsche turbine overbodig wordt. W anneer de aanvoer van water afneemt,
behoeft men slechts eenige der schuiven,die regelmatig over den Omtrek des
cylinders verdeeld zijn,te sluiten ;daardoor zal de verbruikte hoeveelheid water
een vermindering ondergaan en niettemin de door de Overblijvende openingen
vloeiende straal de oorspronkelijke dikte behouden.Op deze wijze wordt wel
is waar het gebrek,dat bij de inrichting van FoulRxEvltox bestaat, wegge-
nomen, doch Ontstaat er een ander,niet minder schadelijk gebrek.lmmers,
de cellen zullen nu niet meer bestendig toevoer van water ontvangen en,
206 HYDRAULISCHE MACHINEG POMPEN EN BRANDSPUITEN.
terwtl zij voorbij de geslotene openingen gaan,kan het vocht, dat zij bevatten,
niet met dezelfde snelheid blijven doorstroomen, zonder een ledige ruimte achter
zich te laten (ten gevolge daarvan zal er dus een plotselinge vermindering
der snelheid plaats hebben, waardoor wederom verlies aan arbeid za1 veroor-
zaakt worden).
T u r b i n e v a n FONTAINE. Aall de door FONTAINE te Ohartres Ontworpen
turbines turbine wordt de holle cylinder, welke men bij de twee voorgaande
Opmerkt,niet aangetroFen. ln den bodem der k0m A (zie Onderstaande af b.),
die gemeenschap heeft met het bovenwater,is een ringvormige opening B
gemaakt,juist bo-
ven het waterrad
De turbine van Fontaine.
C,zoodat de wa-
terstraal de schoe-
pen niet, zooals
bij de boven be-
schrevene turbi-
nes, in horizon-
tale, maar in ver-
ticale richting
treft. Het rad is
door het bol me-
talen Oppervlak E
verbonden met de
verticale as F,
zoodat het daar-
aan zijn beweging
mededeelt.De as
F is hol; zij vormt
een koker om de
vaste as G, die
haar steunpunt
heeft op den bo-
dem van het be-
nedenpand.In het
boveneind van
deze as,bij o, is
Door deze een pot uitgehakt,die een aan de as F bevestigde taats ontvangt.
inrichting wordt men in de gelegenheid gesteld,gemakkelijk bij het draaipunt
der verticale as te komen en het in goeden staat te Onderhouden, hetgeen van
veel bezwaren vergezeld gaat, als het draaipunt, evenals bij de vorige turbinesr
ondergedompeld is.
De ringvormige
schoepen e, die de
opening B is in een aantal cellen afgedeeld door vaste
richting,waarin het uitstroomende water de schoepen f
van het rad treft,regelen,hetgeen men duidelijk zien kan in de af beelding op
bladz.207,die de genoemde inrichting gedeelteltk en op een grootere schaal
207 TURBIXES .
dan Op
die het bovenwater
bladz.206 voorstelt.Door middel der schuiven d kunnen de openingen,
bruikte hoeveelheid
noemde schuiven zijn,door de stangen b,verbonden met een krans a,die
wederom door drie stangen c (zie de af b.op bladz.206) gedragen wordt.Door
doorlaten,geheel Of gedeeltelijk gesloten en kan dus de ver-
water, naar goedvinden,verminderd worden. Al de ge-
het op- Of neerschuiven der laatstgenoemde stangen
zal de krans a hooger Of lager gesteld kunnen
worden ; de schtliven d zullen,af hankelijk van den
stand van den krans,de bovengenoemde Openingen
meer Of minder sluiten en langs den geheelen om-
trek tusschen elk paar vaste schoepen een even
grooten doortocht voor het water overlaten.De
schuiven d zijn afgerond,
invloed eener plotselijke
van den waterstraal te vermtden.
Bij de turbine van FONTAINE behoudt het boven-
water zijn verticale snelheid,terwijl het die bij de
Om den schadelijken
verandering van richting'
turbine vall FOIJRNEYRON uithoofde van de zijde-
lingsclle uitvloeiing in een horizontale veranderen
moet.Dit onderscheid is een der voordeelen, welke
de eerstgenoemde turbine boven de laatstgenoemde
bezit ; want,ofschoon het verlies aan snelheid,door
de botsingen teweeggebracht,bij de eerstgenoemde
turbine aallzienlijk verminderd wordt,wanneer slechts de middellijn van den
bodem met betrekking tOt de hoogte van den cylinder zeer groot is,kan het
toch niet geheel weggenomen worden.Een voordeel is gelegn in de gedaante
1
J
1111 I
I
b b b
) . ,l jz
z y'k 'zz $z
B N /,l - x 'b' z?'' ! h.x
! -# k,qq&. w ., jz; f
sd- j,, x .,
,,),) / / xx .ti ; *.... % '
f$f
der openingen,waardoor het gebrek, dat bij de turbine van FousxEvaox aan-
getoond is en dat de inrichting van CALLON niet vermocht te verhelpen,ver-
dwijnt.Wanneer de geheele hoeveelheid water,waarvoor de turbines ingericht
ztjn,door de openingen stroomt,zoodat deze geheel geopend kunnen zijn,
voldoen de beide inrichtingen evenzeer.
T ur b i n e v a n HsxscllEL,KOECHLIN e n JoxvAt..De tot hiertoe beschrevene
turbines hebben alle de nadeelige eigenscllap, dat, ingeval er eenig gebrek
Ontstaat aan het waterrad, dit moeielijk te herstellen is.Want hetzij dat het
rad geheel ondergedompeld,hetztj dat het iets hooger dan het benedenwater
geplaatst is,altijd zal men het peil in het benedenpand aanmerkelijk moeten
laten dalen om bij het rad te
nazien en in orde te brengen.
komen, ten einde het behoorlijk te kunnen
Gewoonlijk wordt het benedenpand in die ge-
vallen aan weerszijden van de turbine afgedamd en de ruimte tusschen d6
beide dammen leeggepompt of uitgemalen.
HENSCHEL,te Cassel,heeft in 1832 een turbine olltworpen en in 1841 den
aanleg daarvan t'e Holzminden bestuurd.Later heeft KOECHLIN een dergelijke
turbine te Mflhlhausen doen bouwen en tegelijkerttjd eenige verbeteringen,dool-
de Ondervinding, die men intusschen had Opgedaan,aangewezen, daarbij doen
aanbrengen.De ingenieur JONVAL,aan wien de uitvoering van dat werk was
208
opgedragen geworden,is de eerste geweest,die een beschrijving van de inrich-
ting dezer turbine heeft geleverd.Daaruit blijkt,dat zij op een wijze is aan-
gelegd,welke geheel van de btj de vorige turbines gevolgde verschilt;zoodat
het waterrad gemakkelijk nagezien, een bestaand gebrek hersteld en de turbine
onmiddellijk daarna weder in werking gesteld kan worden. Wij zullen ons
bepalen tOt de ve) klaring van het beginselywaarop deze turbine berust,zonder,
wat de wijze van samenstelling aangaat,in bijzonderheden t: treden.Men
denke zich een wijden, verticalen koker,die het boven- met het benedenpand
verbindt. Als de toegang voor het bovenwater tOt den koker afgesloten wordt,
houdt alle gemeenschap boven- en benedenpand Op; het Niatery
en de dat zich binnen den koker bevindt,stroomt door het onderpand weg ;
koker,aldus geledigd zijnde, zal behoorlijk Onderzocht kunnen worden. Op den
bodem van den koker kan een turbine,volkomen gelijkvormig met een der
berhrevene, geplaatst worden, die door het in den koker toegelaten boven-
water op dezelfde wijze zal werken als zulks vroeger is aangetoond. Het is
evenwel niet noodzakeljjk, de turbine op den bodem te plaatsen :zij kan OOk
op een willekellrige
worden,mits men
hoogte tusschen het boven- en het benedenpeil aangelegd
daarbij in acht neme,dat het water, na op het rad gewerkt
te hebben,niet met den dampkring in aanraking kome, alvorens de ontlasting
in het benedenpand heeft plaats gehad.W ant,naargelang de turbine hooger
aangelegd wordt, is het verval geringer en gaat er mitsdien beweegkracht
verloren ; doch, als de dampkringsltlcht geen toegang heeft tOt het onder de
turbine liggende deel van den koker,zal daar een zuiging plaats hebben,die
sterker is,naarmate men den afstand van de turbine tOt den benedenwater-
spiegel grooter neem t,w aardoor dus de bew eegkracht w eder zal verm eerderd
worden.W anneer men dan, zooals boven gezegd is, den toegang tot den koker
voor het bovenwater afsluit, za1 men zonder eenig bezwaar tot de turbine
kunnen afdalen voor het verrichten van de vereischte werkzaamheden.
Met de turbine van KOECHLIN, waarin het water evenals in die van FONTAINE
van boven naar beneden en niet,zooals in de vroeger beschrevene, in een
horizontale richting werkt, heeft men zeer gunstige uitkomsten verkregen ;
voornamelijk in de gevallen,dat men de geheele hoeveelheid water,waarvoor
het werktuig is,op het rad laat werken,hetgeen men 0.a.daaruit kan 0p-
maken, dat met turbines van 0,6 t0t 1,5 M.middelltn van 0,75 tOt 0,84 van
den door het water geleverden arbeid benuttlgd wordt.
S ch r o e f - t ur b in e. PLATERET heeft zulk een turbine aangelegd in een
spinnerij te St.-Maur, in de nabijheid van Parijs,bij welke het nuttig ver-
mogen 0,70 van het aangewende bedraagt.De turbine is ongeveer Op dezelfde
wijze aangelegd als de voorgaande,zoodat het nazien en onderhouden van het
werktuig met weinig moeite en verlies van tijd zal kunnen geschieden.ln
plaats van het waterrad en de vaste schoepen slingeren er zich Om de as
twee evenwijdige schroefvlakken,die ieder n omgang maken.Zij zijn omhuld
door een vasten cylinder,welks middellijn Ongeveer 9mm van die der schroef-
vlakken verschilt.De wijze,waarop de turbine werkt, is gemakkelljk in te
zien.Het water uit het bovenpand stroomt in den zooeven genoemden cylinder
tusschen het
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BBANDSPUITEN.
TURBINES.
en oefent daarbij een zekere drukking uit op de schroefvlakken) die gedeeltelijk
door den wederstand,dien zij bieden, in evenwicht wordt gehouden,gedeeltelijk
za1 uitwerken,dat de schroefvlakken en de daarmee verbonden as een wente-
lende beweging zullen aannemen.
Hy dr o p n e u m at i s c h e t u r b i n e v an GIRARD.W ij hebben de voordeelen
leeren kennen, die de turbines in het algelneen ten gevolge van hare opstelling
onder water bezitten.Van deze is voorzeker het belangrijkste,dat men,onaf-
hankelijk van de hoogte van het beneden-waterpeil,het geheele verval ntlttig
zal kunnen aanwenden.Doch evenzeer is ons gebleken,dat daaraan een nadeel
verbonden de dat er minder water wordt
Nvaarop bt
deeltelijk neergeschoven is,zoodat de doortocht voor het bovenwater niet zijn
volle wijdte heeft,gelijk bij de turbines van FOIJRNEVRON en FONTAINE plaats
heeft in de gevallen, dat de toevoer onvoldoende is,dan zal slechts het onderste
aangevoerd, dan
turbine gerekend is. A1s namelijk de schuif ge-
gedeelte der cellen met het bovenwater gevuld zijn ; de overige ruimte daaren-
tegen zal door het Onderwater worden ingenomen,dat een trage massa vormt,
die met het rad moet worden rondgevoerd, draaistroomen doet ontstaan en
aldus verlies aan arbeid veroorzaakt. Zijn er,gelijk bij de inrichting der turbine
van CALLON het geval is, enkele doortochten gesloten, dan vullen zich de cellen
van het waterrad wel is waar geheel,doch worden zij,als zij langs een ge-
sloten doortocht gaan, niet aangevuld,terwijl de uitstrooming inmiddels blijft
vgortduren ; daardoor Ontstaat er een ledige ruimte achter het uitvloeiende
vocht, die het tracht aan te vullen ; deze neiging werkt vertragend op de
snelheid van uitstrooming ;en op die wtjze wordt er bij de genoemde inrichting
verlies aan arbeid teweeggebracht.Dergeltke zwarigheden zullen zich niet
voordoen, als de tllrbine boven water is aangelegd en a1s tevens de cellen
van het waterrad nimmer geheel gevuld zijn met water ;de Overbltjvende
ruimte zal dan worden ingenomen door de lucht,met welke de cellen voort-
durend in gemeenschap zijn en wier aanwezigheid geen storenden invloed za1
uitoefenen op de beweging van het vocht langs de gebogene schoepen.GllRwsp
kwam op de gelukkige gedachte een soort van turbines te ontwerpen,die in
zich de voordeelen van den aanleg boven en Onder water vereenigt.Het middel
daartoe heeft hij gevonden in het doen bewegen van het waterrad in een met
is in
den
gevallen,
aanleg der
saarn geperste lucht gevulde ruinate.
Opdat men zich een duideltke voorstelling make van hetgeen hier bedoeld
wordt,denke men zich een turbine,aangelegd op een zekere diepte Onder het
beneden-waterpeil en overdekt met een klok,van welke de rand der opening
slechts weinig dieper ligt dan de Onderkant van het waterrad. W anneer men
dan lucht Onderaan in de klok perst, zal de waterspiegel daar binnen meer
en meer dalen,totdat hij gelijk komt met den onderrand der klok.Als men
daarna nog voortgaat met'het inpompen van lucht,zal de waterstand verder
geen verandering Ondergaan, maar zal de overmaat van lucht boven de hoeveel-
heid, die vereischt wordt om den waterspiegel op de genoemde diepte te
houden, langs den rand ontsnappen en) door het water in het benedenpand
opstijgende,zich met den dampkring vereenigen.Bij dien stand van zaken zal
VIII.
209
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
het rad, ofschoon lager gelegen dan de spiegel van het benedenwater,niet
meer ingedompeld hoogte boven het peil
binnen de klok hebben,Onverschillig welke de stand van het water daarbuitert
moge zijn.Het is van dit beginsel, dat men btj de samenstelling der hy dr 0-
p n eu m a ti s c h e tu r b i n e is uitgegaan.Het laat zich nu gemakkelijk ver-
klaren,op hoedanige wijze het bovenwater in een aldus aangelegde turbine
zal werken. Men herinnere zich daartoe hetgeen vroeger gezegd is met be-
zijn ; maar het zal een standvastige
t'rekking tOt het uitvloeien van een vocht uit een vat,wanneer de druk in de
opening dien op den waterspiegel in het vat overtreft.Laat btjvoorbeeld de
hoogte van het waterpeil in het benedenpand boven den onderrand der klok
0,3 meter zijn, dan zal de Overmaat der spanning van de beslotene lucht boven
die des dampkrings gemeten worden door de drukking eener
hoogte van 0,3 meter.De uitvloeiing
zich in de met samengeperste lucht
boven
waterkolom,ter
van het bovenwater in het waterrad,dat
gevulde klok bevindt,zal ingevolge de
gemaakte Opmerking eveneens plaats hebben als in het geval, dat de
klok met de buitenlucht in gemeenschap,doch de waterstand in het boven-
pand
dus
0,3
onder alle
meter beneden den werkeltken stand ware geweest.
omstandigheden de uitvloeiing afhankeltk zijn
Blijkbaar zal
van het verschil
in hoogte der boven- en beneden-waterspiegels,met andere woorden, zich
regelen naar het geheele verval. De invloed,door de aanwezigheid der klok
uitgeoefend,is alzoo van dien aard,dat daardoor dezelfde uitkomst verkregen
wordt als wanneer het rad een vaste stelling heeft en men de beide water-
spiegels evenveel doet dalen,en wel zooveel, dat de onderwaterspiegel onmid-
dellijk onder het rad komt. Men ziet daaruit, dat de hydropneumatische turbine
in waarheid tegelijkertijd de voordeelen hezit, die de opstelling onder water en
die in de lucht aanbieden.
Bij het ontwerpen eener hydropneumatische turbine is het geen vereischte,
de afmetingen zoodanig aan te nemen,dat de cellen van het rad geheel gevuld
zullen zijn,als de aanvoer van het bovenwater ztjn maximum bereikt.Integen-
deel,het is te verkiezen, dat een gedeelte van iedere cel altijd door de omrin-
gende lucht worde ingenomen.Dit in aanmerking nemende,zal men, wanneer
de beschikbare hoeveelheid water gering isyaan het rad grootere afmetingen
kunnen geven dan zonder dat het geval zoude geweest zijn ; en bij gevolg za1
de omwentelingssnelheid geringer kunnen zijn,hetgeen een wezenltjk voordeel
oplevert.De door OALLON aangebrachte Wijziging, toegepast hetzj Op de turbine
van FOURNEYSON,hetzij op die van FONTAINE,verdient dan de voorkeur boven
het vernauwen der doortochten,waardoor hetzelfde gezegd wordt a1s : de ge-
heele afsluiting van eenige uitvloeiings-openingen zal tot een betere uitkomst
leiden dan de gedeelteljke afsluiting van alle.De ondervinding,die men bij
de hydropneumatische turbines heeft opgedaan, leert, dat er doorgaans 0,75
van den aangewenden arbeid nuttig besteed wordt ; deze uitkomst mag voor-
zeker hoogst belangrtk genoerad worden.
Het vullen en voortdurend gevuld houden van de klok met saamgeperste
lucht geschiedt door middel van een perspomp,welke door de turbine zelve
gedreven wordt. De hoeveelheden lucht, die aanhoudend, zoolang het waterl-ad
210
W ATERRADEREN EN W ATERDRUK-MACHINES.
in beweging is, in de klok geperst worden, voorzien in het verlies,dat er
ontstaat, doordien het water,na gewerkt te hebben,een zekel-e hoeveelheid
lucht in zich opnebmt en medevoert ; doch de pomp voert altijd een overmaat
aan, die onder den rand der klok door ontsnapt ;zoodat men in de aldus ont-
wtjkende lucht een kenmerk bezit,hetwelk overtuigend aantoont,dat de water-
stand binnen de klok overeenkomt met haar Onderkant.
In een spinnerij te Eindhoven is onder toezicht van GllRwRo zelf een hydro-
pnetlmatische turbine aangelegd, die zeer bevredigende uitkomsten heeft Opge-
leverd.Wij moeten Ons onthouden van de vermelding der bijzonderheden,die
Op dat waterwerktuig meer bepaaldelijk betrekking hebben. 0ok heeft GIRARD
zich bezig gehouden met het bewerken van plannen om het boven beschreven
beginsel op de waterraderen met horizontale as tOe te passen en zelfs zijn
voorstellen dienayngaande door hem gedaan.
A l g e m e e n e o p m e r k i n g e n b e t r e f f e n d e d e w a t e 1*r a d e 1- e n. W an-
neer men een waterrad zal aanleggen,om de door een waterval Ontwikkelde
tot het verrichten van dezen of be&veegkracht genen arbeid aan te wenden,
heeft men op verschillende Omstandigheden te letten,alvorens zijne keus Op
een der beschreven soorten van waterraderen te kunnen vestigen.Vooreerst
komt in aanmerking de plaatselijke gelegenheid,die veeltijds bijzonder geschikt
is voor het bezigen van een bepaalde soort van raderen,daarentegen niet voor
het aanleggen van andere soorten,tenzj men zich belangrtjke kosten en groote
moeielijkheden late welgevallen. Ten andere,de gemakkelijkheid,waarmee de
van tijd tot tijd noodige herstellingen zullen kunnen uitgevoerd worden. ln de
derde plaats, de door den waterval geleverde arbeid en de veranderingen,die
daarin gedurende de onderscheidene jaargetijden plaats grijpen ; alsmede de
snelheid, die het waterrad moet bezitten, Om den arbeid,waartoe men het
bestemt, te kunnen verrichten.
door middel van raderwerk enz.aanzienlijk zal kunnen
W ant,ofschoon men de snelheid van het waterrad
wijzigen,is het toch
altijd verkieslijk, zooveel mogeltk de gevorderde snelheid door de inrichting
van het waterrad zelf te verkrijgen,daar het tusschenplaatsen van raderen
zoowel de kosten van den aanleg verhoogt als het verlies aan arbeid
,
door
wrijving veroorzaakt,vermeerdert.Wanneer men b.v.denzelfden waterval
een boven-, middel-of Onderslagrad laat werken,zal de verkregen snelheid in
het eerste geval geringer zijn dan in het tweede en in het laatstgenoemde
weer geringer dan in het derde, als namelijk door snelheid van het rad wordt
0P
verstaan die snelheid, waarbij het den meesten arbid levert.De turbines
kunnen in de meeste gevallen met vrucht aangewend worden
,Omdat haar
snelheid, gelijk bij de behandeling van deze soort van waterraderen gebleken
is,een belangrijke wijziging za1 kunnen Ondergaan,zonder merkbaar verschil
in den geleverden nuttigen arbeid teweeg te brengen.
Heeft men eens zijn keus bepaald,dan weet men ook,welk gedeelte van
den door het water
Dat is voor een bovenslagrad of een turbine
geleverden arbeid door het rad opgenomen zal worden
.
0,75 ; voor een middelslagl-ad
0,659 voor een Onderslagrad van PONCELET 0,569 en voor een
slagrad 0,25 van den verbruikten arbeid.
gewoon Onder-
211
212
Berekent men den volstrekten arbeid van den waterval door het product te
nemen van de hoeveelheid uitstroomend water die af hankelijk is van de
grootte der schutopening - en van de hoogte van 't verval',dan kan men door
middel der zooeven genoemde verhoudingen het vermogen van het rad in
stoompaarden uitdrukken.Als dat geschied is, bepaalt men de afmetingen der
werktuigen, waardoor de nuttige arbeid zal verricht worden,als :van pompen,
om water op te brengen; van korenmolens enz.Daartoe is het echter noodig,
dat men, door proefneming of door hetgeen de ondervinding dienaangaande
geleerd heeft,bekend zij met de hoeveelheid van den te verrichten arbeid, die
door n stoompaard geleverd wordt.Omgekeerd, als men een bepaalde hoeveel-
heid arbeid wenscht te verkrijgen, zal men naar aanleiding daarvan de afme-
tingen van het rad, de grootte der schutopening enz. kunnen regelen en,
wanneer de arbeid dien van een enkel rad mocht te boven gaan, twee of meer
raderen tegelijkertijd in werking kunnen stellen.
Is eindelijk het rad aangelegd en de drijfas met de werktuigen, die den
nuttigen arbeid verrichten zullen, in verbinding gebracht,dan zal men nog
slechts de schutopening voor het bovenwater hebben open te stellen, om het
rad aan den gang te brengen en te houden.Men beginne met een geringe
hoeveelheid uitstroomend water toe te laten en vermeerdere haar langzamerhand.
Op die wijze te werk gaande,zal men de snelheid van het rad gestadig kunnen
doen toenemen en haar zoo kunnen regelen, dat daarbij de meest mogeltjke
arbeid verricht worde.Het spreekt van zelf,dat,indien de berekeningen en
proefnemingen, die bij den aanleg van het rad tOt grondslag ztjn genomen,
juist zijn, de verbruikte hoeveelheid water zal moeten overeenstemmen met
die, welke door de boven aangewezen bepaling van het m aximum van arbeid
verkregen is geworden.
W a t e r dr u k - m a c h i n e v a n e n k e l e w e r k i n g.W anneer men den arbeid
van een waterval voor het een of ander doel wi1 aanwenden,geschiedt dit
te maken van doch er kunnen 0Ok naeestal door gebruik waterraderen ;
omstandigheden zijn, waarin andere hulpmiddelen de voorkeur verdienen.Als
namelijk het verval zeer groot, daarentegen de hoeveelheid uitstroomend water
gering is, za1 men het vermogen van den waterval met voordeelkunnen aan-
wenden tOt het drtjven van een zuiger, die zich in een pomplichaam op en
neer bewegen laat. De heen- en weergaande beweging van den zuiger za1
vervolgens, door tusschenplaatsing van werktuiglijke middelen,gemakkelijk in
een beweging kunnen veranderd worden,die hem tot het verrichten van den
voorgenomen arbeid doelmatig zal oordeelen.
De werktuigen, waarin het water tot het drijven van een zuiger gebezigd
wordt,dragen in het algemeen den naam w at e r d r u k -m a c h i n e s.Drtft de
kracht van den waterval den zuiger alleen Opwaarts,terwijl het volbrengen
van zijn dalende beweging uitsluitend het gevolg is van de werking van ztjn
gewicht, alsmede van dat der met hem verbonden deelen en van den druk
des dampkrings, zonder dat de druk van het water daartoe medewerkt,dan
is het een machine v a n e n k e l e w erk i n g ; daarentegen is het er eene
v an d u b b e l e w e r ki n g , als het water bestendig op den zuiger blijft
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
W ATERDRUK-MACHINES.
werken, Om hem zoowel in den eenen als in den anderen zin te doen bewegen.
Om een denkbeeld te geven van eene waterdruk-machine van enkle wer-
king, zullen wij de merkwaardige werktuigen van die soort beschrijven,welke
door JUNCKER in de mijn van Huelgoat in Bretagne aangelegd zijn om het
water daaruit Op te brengen. In onderstaande af b.is de verticale doorsnede
van een dezer werktuigen in al hare bijzonderheden voorgesteld.In den aan
den bovenkant open cylinder B ziet men een nauw sluitenden zuiger A,die
213
Q- 1.3 0
X - T F
I 1
1
q
.
f --I III t
'
1
.
,
,,I L . .
.
.
(-.. . 7
,
;,.
t- - , .II I1. 1 .
II '' l ! -
-
*
1
*
1
*
1
*
-
'
11
*
'
'
-
1 !--1 .
,..- l 7* .j
y. -
, -
;
I g.-
'' y
1= . g
- -- .-- c k
c: - - .. =
-.--.
- -
I - = .-. k . -=r
c & =
Fc = .=== x
l=s =-
-
- .
'
..
. ' ,s.
.=
X j t '. ...
=. g.-.w-s. j jy-.j
.
.
Z..U . .. j -- a-z .. g - = = K.= a-... . r
.a.- =.
j-=LhI-...n-kj g.,- j-. ..
.
= .c== -- .
...,.z.. ....o.
.
..w
'J.- j*'*-* .
....
= ...-u j j .- r& -
!-'.--.=. -- - I- z=u a- . - =
.
1I '
j, --. -.
,
'
I
j
! ,k.!$,jj
r- I
l..- .'- XV .-= - '- Y --ir-.
- &' - j
. 2r
-.= . .
==za n L
1 = .
.k-=L=e'-c
= .- c.u.'=-
- % .
cF7-.
.L.su - .&.-z... J- .-. ..s.
-.a
.
.Wf
.
k N..-. QH.'W ' = 1
p
m .
% ..--..
=&'.j(1 .( m'. .a 1
.
+ . .,
Opening D t0t aan den bovenrand zal kunnen be-
wogen worden. Met den zuiger is een stang verbonden
,
die door den bodem
van den cylinder heengaat en bestemd is Om de beweging van den zuiger
over te brengen.Het van boven afkomende water,welks drukking
, afhankelijk
van de hoogte der waterzuil,Op den zuiger za1 werken
, vloeit door de buis C,
die tOt aan den bovenvergaarbak is voortgezet,door het kanaal D onderaan
in den cylinder en drukt den zuiger naar boven.Zoodra deze zijn hoogsten
stand bereikt heeft, wordt de
sloten en
genleenschap tusschen de buizen O en D ge-
tegelijkertijd de gemeenschap van het kanaal D met de afvoerptjp G
door de ruimte boven de
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
geopend.Het in den cylinder aanwezige water zal zich dan langs dien weg
kunnen verwtderen ; en de zuiger,alzoo niet langer Opwaarts gedrukt wordende,
za1 ten gevolge van ztjn eigen gewicht en van den druk van den dampkring,
die uithoofde van de door het afstroomende vocht veroorzaakte zuiging sterker
drukt Op zijn boven dan tegen zijn Ondervlak,dalen.Wanneer de zuiger ver-
volgens wederom in zijn laagsten stand gekomen is,wordt de gemeenschap
tusschen de buizen G en D afgebroken en die tusschen de buizen O en D her-
steld. Daarna zal alles zich weder Op de boven beschreven wijze toedragen.
Opdat de zuiger A een Op- en nergaande beweging aanneme,za1 het noodig
zijn,dat het kanaal D bij afwisseling in gemeenschap zij met de buizen O en
G,waarlangs het bovenwater aangevoerd en na gewerkt te hebben Ontlast wordt.
TOt het bereiken van dat doel dient de regulateur E F,dien men in de voor-
gaande af beelding links van den cylinder B in ztjn laagsten,in de daar nevens-
staande af beelding in zijn hoogsten stand voorgesteld ziet.Deze toestel bestaat
uit twee cylinders,E en F, van ongelijke middellijn en met elkander verbonden
door een stang,die zich in den cylinder, waarin men ze geplaatst ziet, Op en
ner bewegen kunnen.Als men de meer genoemde fguren nauwlettend gade-
slaat,za1 men bemerken, dat de middellijn van F die van E Overtreft ; dat
verschil is noodzakelijk, zooals wij straks zullen aantoonen, Om de Op- en
nergaande beweging van den regulateur in zijn cylinder,die afwisselend de
buizen O en G met het kanaal D in gemeenschap brengt, te doen plaats heb-
ben.De beschouwing der :guren zal, naar wij vertrouFen,OOk zonder nadere
toelichting voldoende zijn om het verband te doen zien tusschen de beweging
van den regulateur en het in- en uitstroomen van het bovenwater in en uit
den werkcylinder B.W U kunnen mitsdien aanstonds overgaan tOt de verklariflg
van de wijze,waarop die beweging door de machine zelf geregeld wordt.
Het bovenwater vult bij al de standen van den regulateur de geheele ruimte
tusschen zijn twee zuigers ;het drukt echter met een grooter vermogen tegen
den zuiger F dan op den ander,omdat het gedrukt wordende oppervlak van
den eerstgenoemden, zooals gezegd is, grooter is dan dat van den laatstge-
noemden ; dit verklaart alzoo de Opwaartsche beweging van den regulateur Op
het Oogenblik,dat hij zijn laagsten stand,in de voorgaande af beelding,inneemt.
De regulateur zal in den hoogsten stand bltjven,totdat een tegenovergestelde
werking hem weer benedenwaarts doet glijden. Daartoe is aan den cylinder,
waarin hij beweegt,de buis H aangebracht ;met het Ondereinde is deze,Onder
den zuiger F,in bestendige gemeenschap met den cylinder en met het boven-
einde,door middel van de buizen K en 1,btj tusschenpoozen, boven den zuiger
F,althans boven het onderste gedeelte daarvan, dat hier a1s de eigenlijke zuiger
te beschouwen is.Als de laatstgenoemde gemeenschap geopend is, zal het
bovenwater in de buis H sttjgen en door de buis 1 tot boven den cylinder
vloeien ;dr evenwel drukt het niet Op de geheele bovenvlakte,maar alleen
Op den rand,die rondom den smallen cylinder, welke een deel van F uitmaakt,
F
vrijgelaten is,zoodat de benedenwaartsche drukking
met,mpar kleiner zal zijn dan de opwaartsche persing.De buis I is niet be-
stendig n gemeenschap met de buis H,maar afwisselend met deze en met de
niet in evenwicht zal zijn
214
21: WATERDRUK-MACHINES.
buis M,welke in de afvoerende buis G uitloopt.ln het afbreken en herstellen
van deze gemeenschap ligt de aanleiding tot de heen- en wergaande beweging
van den regulateur ;het middel daartoe wordt gevonden in den zuigertoestel
K L.Als de gemeenschap met 1 geopend is)overtreft de druk op het boven-
vlak van F het verschil in druk tegen het ondervlak van F en Op het boven-
vlak van E ; de toestel zal mitsdien dalen ;is de buis l daarentegen in gemeen-
schap met de buis M,dan drukt Op het bovenvlak van F nOg slechts het
gewicht van de daarop rustende waterkolom ; de opwaartsche druk zal de
overhand hebben en de regulateur wederom rtzen.Zien wij thans nog,hOe
de inwerking der machine de beweging van den zuigertoestel K L ge- doqr
regeld wordt.
De genoemde toestel bestaat uit twee met elkander door een stang verbon-
den zuigers K en L, die in een cylindervormige buis op en ner kunnen be-
wogen worden.Bij afwisseling is de stand van den zuiger K beneden de buis 1,
zooals in de voorgaande af beelding,of tusschen deze en de bovenste Opening
van H, zooals in de daarnevens staande af beelding ; en,naar gelang hij den
eenen of anderen stand inneemt, zal de buis 1 in gemeenschap zijn met het
bovenwater,langs H en C, of met het benedenwater, langs M en G.De bewe-
ging van den toestel K L wordt door den zuiger A geregeld.Daartoe is de
met den zuiger verbonden stang N welke zijn rijzende en dalende bewegingen
mede maakt .voorzien van twee nokjes Of neuten, X en Y,van welke de
eene tegen haar voor-,de andere tegen haar achtervlak aangebracht is ;deze
vatten btj afwisseling,als de zuiger nagenoeg in zijn hoogsten en a1s hij bijna
in zijn laagsten stand gekomen is,de Omgebogene einden van den boog P en
geven daardoor aan den met dat boogvormige stuk Onveranderlijk verbonden
hef boom 0 P een draaiende beweging om de vaste spil 0.Het staafje Q R
brengt de beweging van den hefboom 0 P over Op den hefboom S T,die be-
weegbaar is om het punt S en met zijn andere einde,T,de verplaatsingen
van den toestel L K bewerkstelligt.
In de voorgaande af beelding is de machine voorgesteld op het oogenblik,dat
het bovehwater,langs C en D,in den cylinder B stroomt en den zuiger A
zijne Opwaartsche beweging doet aanvangen.De zuigers K en L zijn in hun
laagsten stand ;het bovenwater,in de buis H stijgende,vloeit langs 1 tot
boven den zuiger F,drukt op zijn bovenvlak en houdt den regulateur aldus
in zijn laagsten stand.Zoolang hij in dien stand blijft, zal de zuiger A.bestendig
rjzen.Als de laatstgenoemde boven aan den cylinder genaderd is, vat het
nokje X llet Omgebogen boveneinde van het boogvormig stuk P en doet dit,
terwijl de zuiger het laatste deel van zijn opgaanden slag volbfengt, den hef-
boom 0 P om het punt 0 draaien.Daarbij wordt ook de hefboom S T gelicht
en de zuigertoestel K L in zijn hoogsten stand gebracht, in voorgaande af beel-
ding. Van dat Oogenblik af Ondervindt de zuiger F geen nederwaartschen druk
m eer van het bovenwater, aangepien de gemeenschap van de buizen H en 1
heeft opgehouden en het water boven den zuiger F door de buis M met de
afvoerende buis in gemeenschap is.De regulateur zal dan,ten gevolge van den
druk van het bovenwater tegen het ondervlak van den zuiger F,verminderd
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
met dien
door O
op het bovenvlak des zuigers E,rjzen ; de toegang langs D voor het
aangevoerde water houdt op ;het water, dat zich in den cylinder B
bevindt, vloeit weg door D en G naar het benedenpand ;en de zuiger A daalt
ten gevolge van zijn eigen gewicht en van den druk d:s dampkrings,die ster-
ker is Op ztn boven- dan tegen ztn ondervlak.Voor dat de nergaande slag
volbracht is,vat llet
drukt het neder en
voorgestelden stand terug; de zuigers K en L komen dientengevolge weder
in hun laagsten stand ; het bovenwater begint weder te wrken Op het boven-
vlak van den zuiger F ; het drukt den regulateur neder ;en het water uit C,
opnieuw Onder den zuiger A toegelaten ztjnde,voert dezen weder opwaarts
enz.Uit de beschrijving blijkt, dat de inrichting der machine van dien aard is,
nokje Y het Ondereinde van het boogvormig stuk P ;'t
brengt den hef boom tOt den in de voorgaande afbeelding
dat,als zij eenmaal aan den gang is gebracht, de beweging zonder verdere
hulp zal kunnen blijven voortduren.De kleppen U en V in de buizen C en G
zijn bestemd Om de snelheid van den zuiger te regelen of zijn beweging geheel
te doen ophouden.Daartoe za1 men deze kleppen slechts gedeeltelijk of geheel
behoeven Om te draaien ; immers, als ztj Onder een zekeren hoek met betrek-
king tot de assen der buizen gesteld zijn,zal er een vermindering plaats grijpen,
zoowel in de hoeveelheid water,die in een bepaalden tijd Onder den zuiger A
vloeit,als in die, welke in een gelijk Wdsverloop kan wegstroomen ; zoodat
in het eene geval de snelheid van den opgaanden, in het andere die van den
dalenden slag kleiner za1 zijn,dan wanneer de genoemde beletselen niet bestaan.
Het verschil in snelheid met die, welke plaats heeft,als de kleppen in het
verticale vlak van de as zijn gelegen,zal grooter zijn, naargelang de hoeken
minder van 90O verschillen. Als de hoeken gelMk zijn aan 900,houdt de bewe-
ging op ;de buizen zullen dan geheel gesloten zijn.Het is daartoe evenwel
voldoende alleen de buis C af te sluitell,omdat daardoor het bovenwater ver-
hinderd wordt drukking op den zuiger uit te oefenen.
gewone omstandigheden,dat wil zeggen,als het stuiten der beweging
slechts tijdelijk is en het voornemen bestaat de machine weldra weder aan
den gang te brengen, maakt men, om de werking der machine te doen ophou-
den,geen gebruik van de kleppen U en V, maar sluit men de twee aan de
buizen H en M aangebrachte kranen,die men in de fguur ziet tegenover K
en even boven de aanhechting van de ptjp M ; daardoor wordt de oorzaak van
Onder
de beweging des regulateurs E F weggenomen en blijft hij in den stand,waarln
hij zich tijdens het sluiten der kranen bevindt.Het za1 zelfs voldoende zijn
n der twee genoemde kranen te sluiten,Om de machine te doen stilstaan.
W enscht men haar,na korteren Of langeren tijd,wederom aan den gang te
brengen,dan zal men slechts de genoemde kranen hebben te Openen en terstond
zal de zuiger zijn beweging hervatten,in den zin van het oogenblik,waarop
hij daarin gestuit werd.
De groeven boven- en onderaan in den zuiger E zijn bestemd om de voor
het werktuig nadeelige schokken te voorkomen,die een onvermijdelijk gevolg
zouden zijn van het plotseltjk af breken en herstellen der gemeenschap van
den cylinder B met de buizen O en G. Terwijl de zuiger E,dalende, voorbij
P16
WATERDIIUK-MACHINES. 217
de Opening D gaat, zal het bovenwater reeds toegang hebben Onder den zuiger
A doo1-de bovenaan in den zuiger E gemaakte groeven ; en,Omdat die groeven
naar boven verwtjdend uitloopen, zal het water,naar gelang de zuiger E daalt,
in een steeds toenemende hoeveelheid in den cylinder dringen,totdat het,als
de opening D geheel vrij geworden is,onverlet naar binnen zal kunnen vloeien.
Op een Overeenkomstige wijze zal bij het rijzen van den regulateur de cylinder
B door middel van de groeven onderaan in den zuiger langzamerhand in ge-
nAeenschap Niorden gebracht nAet de afvoerende buis G.
De verwijding van den cylinder, waarin de regulateur beweegt,tegenover
de buis D heeft ten doel,de wrijving van den zuiger E tegen den cylinder-
wand op het oogenblik,dat hij voorbij de buis D gaat,weg te nemen.Zonder
die verwijding zOu de zuiger door het in den cylinder B aanwezige vocht
tegen den wand aangedrukt worden en dientengevolge een aanmerkelijke
wrijving ondervinden ;terwtjl hij nu?Over zijn geheele ronde Oppervlak ge-
lijkelijk gedrukt wordende)slechts de wrijving tegen de waterdeeltjes heeft te
overwinnen en noch naar de naar de andere zijde zal afwijken van
de
eene,noch
richting, waarin zijn verplaatsing geschiedt.
Twee met deze beschrijving volmaakt Overeenkomende werktuigen zijn naast
elkander in de mijn van Huelgoat geplaatst.Zij worden in beweging gebracht
door een waterval van 60 meter hoogte. De met de zuigers der machines
verbonden stangell gaan door de bodems der cylinders heen,zijn verticaal in
de mijnput voortgezet en brengen een pomp in beweging,bestemd om het
water uit de mijn op te voeren. Deze pomp brengt het water ineens 230
meter hoog op en wel in dier voege, dat als de zuiger A,in den cylinder B,
zijn opwaartschen slag volbrengt,de op te voeren vloeibare massa in de stijg-
buis geperst wordt.Gedureltde den tijd,dat de zuiger A daalt,heeft hij geen
nuttigen Wederstand te Overwinnen.Het snelle dalen evenwel van zulk een
groot gewicht, a1s dat van den zuiger met de lange, met hem verbonden
pompstang, zOu nadeelig voor het werktuig kunnen zijn.Ten einde daarin te
voorzien heeft men een middel uitgedacht)waardoor de dalende beweging ver-
wordt en dat nochtans niet met het een onnutten traagd
wederstand
aanbrengen van
gelijk gesteld kan worden.De cylinder B namelijk is niet geplaatst
in de gang,waardoor het opgebrachte water wegstroomt, maar 14 meter lager ;
deze stelling maakt, dat de hoogte van den waterval niet 60 meter,zooals boven
Opgegeven is,maar 74 meter za1 bedragen ;het water,dat, na in den cylinder
B gewerkt te hebben, door de buis G de machine verlaat,zal dus alvorens
door die buis te kunnen wegstroomen,nog 14 meter hoog Opgebracht moeten
worden.De daartoe vereischte arbeid wordt door den zuiger verricht gedurende
den neergaanden dlag en is zoodanig berekend, dat de zuiger niettemin een
behoorlijke snelheid bltjft behouden.Door het vernauwen van de afvoerende
buis G zou men de snelheid van den zuiger bij zijne daling insgelijks hebben
kunnen verminderen ; doch de aldus verkregen tegenstand zou een verlies
teweeggebracht hebben, zonder door eenig voordeel te worden opgewogen ;
door de beschreven inrichting daarentegen wordt tegelijkertijd de valhoogte
vergroot en bijgevolg de bewegingsarbeid vermeerderd.
218 HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
De wekktuigen van Huelgoat worden met recht als zeer merkwaardig ge-
roemd : er heeft een gelijkmatige werking plaats,zonder schokken Of nadeelige
botsingen,terwijl gebleken is,dat men voor den nuttigen arbeid genoegzaam
twee-derde gedeelte van den bewegingsal-beid kan stellen.
W a t e r d r u k - m a chi n e v a n d u b b e l e w e rk i n g.Dit in de eerstvolgende
afbeelding voorgestelde werktuig is van het voorgaande hoofdzakeltjk hierin
onderscheiden,dat de cylinder B geheel gesloten is en dat zoowel de op-als
de neergaande slag
an den zuiger A v
veroorzaakt wordt
door de drukking
'
- -
* v van de vochtkolom .
.-
U
13 v Het bovenwater , '
j ' = . .. j ; q j j (j (j(j z jj ; yuj* g .T- V 1
.
-
= -s- s /
..- ''--
.
( . y j*g y g j*kj y a p jy g j
-
- ..
j
. /
-
. .
-
.
, I
hoogste punt tot
*M zz A * e* -
-
wj=z=--' y--y-.v.yyg - guuy wuay jjg wgyk. -u . .
;r .- = -'-r yg - . -w.. j
-. - -
==r- ---* - U-
# # # * ' N @ N *
4 .J. .,
, , , h.,. Cyllnqer IS OPg0- :,,,,##
- -J' -a= - -.'
u j. . L-
- - -'
.WW.su.-2.-sq .'>r-j.y , gtgjdjgyj d: yujggyj
...= ...g& w.
.a ...r w ygw y -
- n.
n.X l= - -==.= F eyj G dj: j)e( j rj -
> . , .w
-u-ur -- w . --
qg '.7.2 -=s =u
.r . ! da yegulateur-kast
- Q-.k=s- -= . .-= = z ' -
- =U
w X- -.
m.s u == .m = ,j, p ; y ; j.s d j; ; y. -
. -) ,,h voeren.
.I.llI k .7- 1 ,j
.
I (l'jl = =. l mlddel van de ka- !
' i II v.,s
,
X'
-
-
-
'
a.- ----
V
- % ' . ,..,. j nalen C en D )'n --- umy. . a...x ...
- -'=-c-
-,.
= s. .-
.
t,. u jj y --- --= .-w-uE = . , emeen sc ap m 0 =
..u, -=-cu =-- ..n--
=.ua =..
a -. t l I V
' := =- I , 1
. q
'
y (j :yj cyjj'u d:y s . jj:t . - - a ! ---.% j = L j
'-
- - -.-.
-
- .
;
=
.
.-q-
.
.
j'
,
!.j'j y
j bo venw ater z al ,bl) ' -.qr,'E -
.....--.
= -.=':b-
l- .
v.-,.- .- g ,.j jjj. ajwjsseling,hetzij x srs = zuo.ys
.-
s --
-
su ,.a - l.,llI i
- - - I
=
- r= ' 't>.- . langs F en O boven
'-
; r== 'W -.7% XQ S WO
j .--
S#'-:> - :.- - .
o-rx-cw deyjzujger A.hetzij ..-.c== = --.-. a..w -zz .um - -r=== U-= =---= .., ,,
, , ,. v langs ().en p daar .
:. csN
''i --> -: beneden jn den cy-
'l< = ==G r'.r-*-;*-'VUn ' '
.
=--=-A = - - ''-.L-=u=.-= '7 J= . . . w ,z-
, llnder vloelen , het-
de zuigertoestel
langs G en D in den cylinder,zooals in de af beelding is 'voorgesteld,dan zal
het den zuiger Opwaarts drukken ; tegelijkertijd wordt voor het boven den
zuiger aanwezige water de gelegenheid Opengesteld zich tb ontlasten langs O
en 'de uitloopbuis L in den bak M,waaruit het verder wordt afgevoerd naar
het benedenpand.Zijn daarentegen de zuigers H en K tot beneden de kanalen
C en D gedaald,dan zal het bovenwater langs F en C in den cylinder stroomen
en den zuiger naar beneden drukken,terwijl het Onder dezen aanwezige water
langs D naar de uitloopbuis L gevoerd en vervolgens insgelijks in het be-
nedenpand ontlast zal worden.
K H X - waarover straks nader - inneemt.
geen afhankelijk is
van den standj dien
Stroomt het water
219 WATERDRUK-MACHINES.
TOt het afwisselend afbreken en weder herstellen van de gemeenschap tus-
schen den cylinder
de r egul a t e u r K H X.. Hij bestaat uit drie,op dezelfde stang bevestigde
zuigers K,H,X.Van deze bewegen de zuigers K en H in denzelfden cylinder,
die tevens de buizen F en G onderling verbindt ;de zuiger X daarentegen,
door welken de beweging van den geheelen toestel geregeld wordt,beweegt
B en de afvoerbuis E Onder en boven den zuiger A dient
zich in een afzonderltjken cylinder,
dellijke gemeenschap
lateur gadeslaat, dat de af beelding op bladz.218 den zuiger voorstelt,
die met den eerstgenoemden geen Onmid.
heeft.Het is duidelijk, a1s men den stand van den regu-
hij zijn opgaanden slag volbrengt.Heeft hij het hoogste punt
de regulateur moeten dalen, om het bovenwater gelegenheid te geven boven
den zuiger in den cylinder te dringen.Daarop zal de zuiger,op zijn
gedrukt wordende,zijn neergaanden slag aanvangen.ls hij vervolgens in zijn
laagsten stand gekomen, dan moet de regulateur Opgeschoven worden,Opdat
bovenvlak
de zuiger opnieuw kunne opgaan enz.Het afwisselend op- el1 neergaan van
den regulateur bij het einde van elken slag geschiedt
zuiger X. De kraan 0,dubbelweg-kraan genaamd,
standen,Overeenkomende met de hoogste en laagste standen van den zuiger A,
door middel van den
kan in twee Onderscheidene
bereikt,
terwijl
dan za1
gebracht wor-
den. In den
eenon
Op
afgebeeld,
heeft het in R
stand,
bladz.218
opstijgende bO-
venwaterlangs
X k
Nx
h
N k
:9
A
C %
B
T
S
-ri;-- -
B
Q toogarlg b0-
neden den Zuiger X on dl-tlkt dit h0m Opwaarts ; tegelijkertijd vloeit het boven
dien Zlligor aanWozigo Vooht langs P en S Weg en Ontlast dit zich in den
bak M.W ordt do kraan 90O Omgedraaid en dtls in d0n tWeeden Stand,in de
tW00d0 af beelding,gebracht, dan za1 juist het tegenovergestelde plaats hebben :
h0t bovonWater dringt boven dol1 Ztligor X in do l-ogtllatellrkast en doet den
regulateur dalen, terwijl het water,dat zich beneden den zuiger X bevindt,
langs Q en S wegvloeit.Ten einde de kraan te kunnell draaien,
een kruk T voorzien;en de knop van deze wordt door het Oog
gevat, waarvan het andere einde aan de hoofdzuigerstang bevestigd is. Gedu-
rende het grootste gedeelte van de beweging van den zuiger A Oefent de
iszij van
van de stang U
stang U Volstrekt geen Werking Op de kraan uit, Omdat het OOg Over den
k13op Zal heenglijden ;doch,als de zuiger bijna in een zijner uiterste standen
gekomen iS, Stuit de knop tegen het eene Of andere uiteinde van het O0g ;
terwijl dan de zuiger A het laatste deel van ztjnen weg aflegty wordt de kraan
Omgedraaid,de regulateur dientengevolge verplaatst en,voordat de ztliger A
zijn slag geheel volbracht heeft, zal de beweegkracht wederom zoodanig geleid
zijn,dat ztj hem in den tegenovergestelden zin zal doen bewegen.
De bovengenoemde d u b b e l w e g - k r a a n of k raa n m et du b b e l e b o ri n g
220 HYDRAULISCHE MACHINEG POMPEN EN BRANDSPUITEN.
is in de voorgaande derde en vierde afbeelding op een grootere schaal afzon-
derltjk voorgesteld.Evenals in de voorgaande eerste en tweede af beelding ziet
men hier doorsneden rechthoekig op de as der kraan, op de hoogte der
boringen.De kraan vertoont in de werkelijkheid aan hare oppervlakte vier
cirkelvormige openingen,die in hetzelfde vlak loodrecht Op de as gelegen zijn.
Bekend zijnde met de inrichting, kan men weten,dat de genoemde openingen,
twee aan twee,tOt hetzelfde kanaal behooren ;doch die kanalen zijn niet
zichtbaar.In de voorgaande eerste en vierde af beelding hebben de kranen
overeenkomstige standen, en zOO oOk in de tweede en derde af beelding.De
beschouwing der twee eerstgenoemde af beeldingen maakt duidelijk, dat het
van boven afstroomende en in de buis R Opstijgende water langs C, B en Q
Onder den zuiger X in de regulateurkast za1 vloeien, terwijl het boven dien
zuiger aanwezige vocht langs P,T en S de buis bereiktj die het ten laatste
in den bak M uitstort.Wordt de kraan Op boven beschrevene wijze n-vierde
cirkelomtrek in de richting O T S B omgedraaid,dan verkrijgt zij de in de
tweede en derde af beelding voorgestelde standen.Het bovenwater vloeit dan
langs 0, T en P boven den zuiger X in de regtllateurkast ;het vocht beneden
den zuiger wordt afgevoerd langs Q,B en S en uitgestort in M. Bij het begin
van den volgenden slag wordt de kraan weer in haar eersten stand terug-
gebracht enz., zoodat zij afwisselend in den eenen en anderen zin, van 6 naar
T en van T naar C,over een boog van 90O zal bewogen worden.Het is uit
de beschrijving op te maken,dat de machine,a1s zij eenmaal aan den gang
gebracht is, zal blijven doorwerken, zoolang de door het afstroomende water
Ontwikkelde beweegkracht
wederstanden te overwinnen.
voldoende is om de met den zuiger A verbondene
De waterdruk-machine van dubbele kan werking tOt het drijven van zeer
Verscllillende Werktuiglijke inrichtingen
dat nlen de heen en Weergaande beweging Van den Zlliger A Verandore in
een draaiendo beWeging Om e0n as,Waarvan Wij in het vervolg Versohillende
toepassingen Zullen aantreFen en reeds terstond een in de volgende beschrijving.
Bij een ronddraaiende beWeging Za1 men den regulateur kunnen Wijzigen,in
dier
aangewend worden.Daartoe is voldoende,
voege,dat mell met de as der machine een excentrisch geplaatste schijf
verbindt, waardoor aan den zuigertoestel H K een heen- en weergaande be-
weging zal worden meegedeeld door de machine zelf, zonder dat er een derde
zuiger vereischt wordt, die onder den invloed van het bovenwater staat.Wij
zullen Ons thans niet Ophouden bij de beschouwing van een zoodanige excen-
triek-beweging, aangezien daartoe later meermalen de gelegenheid zal zijn,als
Wij Over de StoomWerktuigen zullen handelen.Voldoende is,voor het Ooge1l-
blik indachtig gemaakt te hebben,dat men het excentriek Op de Waterdruk
naachines za1 kunnen toepassen.
W a t 0 r d r u k - m a c h i n e v a n GIRARD.De Waterdruk-machines, van Welke
Wij hierboven beschrijvingen gaven, worden in werking gebracht door den
arbeid Van 't Water, dat van een aanmorkelijke hoogte afstort,waarbij slechts
0en goringo hoeveelheid water verbruikt wordt. Het door GIRARD uitgedaohte
Workttlig, d001*hem m 0 t e u r p 0 m p e genoemd,behoort t0t dezelfde soort van
W ATERDRUK-MACHINES .
werktuigen als de beide eerstgenoemde ; het verschilt echter van deze hierin,dat
de waterval, dien men als beweegkracht behoeft,een groote hoeveelheid water
met een gering verval zal moeten leveren.Dit werktuig is Op de volgende
wijze
Een
ingericht.
houten cylinder A.,hieronder afgebeeld, is zoodanig Opgesteld,dat de
bodenl op de hoogte van den benedenwaterspiegel komt,terwijl het Opene
boveneinde zich hooger dan de bovenwaterspiegel verheft. l-let bovenwater
wordt in den cylinder toegelaten en kan zich door een ringvormige Opening B
van den bodem in het beneden-
pand Ontlasten.Het middeldeel
van den bodem,dat binnen den
omtrek der Opening ligt,is Op
een hechte wijze door metalen
staven met den cylinderwand
verbonden ; de horizontale door-
snede der genoemde staven is
zoo klein, dat de vloeistof geene,
althans weinige, belemmering
bij het uitstroomen Ondervindt ;
terwijl de staven niettemin,door
hare hoogte, de vereischte
sterkte bezitten. Een ringvor-
mige klep C,die volkomen in
de bovengenoemde Opening past,
houdt haar gedurende den Op-
gaanden slag van den zuiger,
waarover straks, gesloten. De
klep is vastgemaakt aan een
m of, die langs de vaste as D
Op en neer za1 kunnen schuiven,
doch die,als de boven- en Onder-
vlakken der klep C geltjkelijk
gedrukt worden,door een spi-
raalveer E opgehouden wordt,
zoodat de opening B dan vrij blijft.De zuiger,
bewogen wordt, is in het midden doorboord,om de as D door te laten, die
zo0 de richting, waarin de zuiger zich verplaatst,zal bepalen ; in den zuiger
is bovendien een ringvormige opening gemaakt,die door de klep F gesloten
zal kunnen worden.De opening en hare ltlep zijn volkomen gelijk aan die,
waarvan bij den bodem gesproken is. De klep
langs den
die in den cylinder Op en neer
is verbonden met een mof,die
op den zuiger geplaatsten
evenals de klep 0, door een spiraalveer Opgehouden wordt.
Om de wrijving van den zuiger tegen den cylinderwand
men de middellijn van den zuiger aanmerkelijk kleiner genomen dan die van
den cylinder. Opdat echter het bovenwater niet door de aldus Ontstane
cylinder G op en neer kan schuiven en,
te vermijden,heeft
M
;--
,$: 1I.-- 1( :i r;l ;$ t
, , t, :,, pgF
--- # ' ', X
;Y
z !. / 4
z' :
! I$)-;h T
.z ' '-''
# ,% z
, j)i :' J -'I h
y ....u..sua=--
-.. - - . j. . . . . ... .
f y
.- m om-.q y - - - . ...- .. -
z g --$
Z . .. ... . -
--= > JS.w g-yc .. msm
mmmm.y 'y - .- .. .
-
.a .
yy 4
- . -..- z -cu= -- '#z --- - +.e. .......-...
..---
Iz j'Zy --
...
- -
-
-
.
.
-
.
w
.
u s
. .
.-
.
z
z
F z '-' .
..
.
.
-
..
-
.l
jj... (.-..g-$.
u . xu
ss
..
u u s x
s
''
''
'X X > z l,. xxxx v X
z
z 1 =-
Yz >
- - -
'
-
'
-
'
-
'
,
l*.,- .<- ' =n,X y X
x
z - ' '- -...sw ... - 4
z ,.,.=' '@-t $
'
zmuw ap.
-=-=-
.. --
'z . x
- <.-
.
&
s-:R
.
:- ---
.
*
-
:E'
XX
xx
. Tz= -
.
.
- '
. -
.
=
,
Xx .
' ' -
-
-uz.w---n+= -=
x =.=..=.-.. --= .- -- - -.;. ->.yy ,-s-ua -uy g f. y ...y.s.z.z.....u -...y-z .--y y Yx
ux .= = =Q'Z = jcj =gym..'. ..- .
y;j..
-
j .j.-....-....,y=.v'j-. j-- ...
.
........a
.-
.a x
.
.
'
' x x xx 'x xx 'x xxx xxx xxxx xx xx xxxxxxx xxx xxxxxxxx. . X , '
x kx XXXNXXXXXXXXXXXXXXXXXXX/XXXX .
221
222
speelruimte naar beneden zou stroomen,heeft men den zuiger van een lederen
zak zonder bodem voorzien en den wijden kant van dezen bovenaan tegen
den cylinderwand vastgeklemd l).Gedurende den opgaanden slag komt de zak,
dle uit zeer buigzaam leder bestaan moet,in plooien op het bovenvlak van
den zuiger te liggen.Bij den neergaanden slag daarentegen Ontplooit zich de
zak,naarmate de zuiger daalt,en strekt hij zich langs den cylinderwand uit.
De zuiger zal bij deze inrichting we1 is waar eenigen tegenstand Ondervinden,
veroorzaakt door het plooien en ontplooien van den lederen zak,doch deze
tegenstand is aanmerkelijk veel minder dan die, welke Ontstaat door de wrijving
van een goed sluitenden zuiger
Behalve door de as D is de
bepaald,n1. door een stang,die Op het bovenvlak van den cylinder G is aan-
tegen de wanden van het pomplichaam .
zuiger nog Op een andere wijze in zijne beweging
gebracht en bij het Op- en neergaan
midden van llet bint I glijdt.Aan het Ondereinde dezer stang is de trekstang
K zoodanig vastgemaakt,dat zij Om een spil draaien kan ;haar andere einde
van den zuiger door een opening in het
is verbonden met de kruk L ; Op de as van deze bevindt zich het voerwiel A1,
dat bestemd is Om de ronddraaiende beAveging,die de genoemde as van den
zuiger Ontvangt, eenparig te doen ztn.
Zien wij thans,hoe de beschreven toestel werkt. Als de kleppen in de door
de af beelding voorgestelde standen geplaatst zijn,zal het bovenwater niet in de
ruimte onder den zuiger kunnen vloeien ; doch het daar aanwezige vocht zal
vrtjin het benedenpand, door de opening B,kunnen wegstroomen.Het boven-
water zal derhalve op het bovenvlak van den zuiger drukken ; het wegstroo-
mende vocht zal tegelijkertijd een zuiging daar beneden veroorzaken ; en het
dientengevolge ontstaande verschil in druk,tegen de boven- en ondervlakken
van den zuiger,zal n de klep F gesloten houden n den zuiger doen dalen.
Deze beweging van den zuiger wordt door de trekstang en de kruk op de hori-
zontale as overgebracht,zoodat zij met het voerwiel een halve omwenteling
zal volbrengen.A1s de zuiger doorgaat met dalen,za1 hij eindelijk de mOf der
klep 0 ontmoeten ;vervolgens,terwtl hij de spiraalveer samendrukt, zal hij de
klep C doen dalen en aldus de Opening B sluiten.Dit geschied zijnde, zal het
water zich niet meer in het benedenpand ktlnnen ontlasten ; het zal dus tus-
schen den zuiger en den bodena van dencylinder een weinig saamgeperst worden
en, Op die wijze ontstanen Opwaartschen druk Ondersteund,za1 nu
de spiraalveer van den zuiger de Op haar rustende klep F kunnen lichten.Het
bovenwater zal dan vrij door de opening van den zuiger stroomen ; en, terwtl
de as,ten gevolge der traagheid van het wiel zijn tweede halve omwenteling
volbrengt,zal de zuiger door de gemeenschappeltjke werking van de kruk en
de trekstang opgevoerd worden,zonder bij die beweging van het vrtj door-
stroomende bovenwater een aanmerkelijken tegenstand te ondervinden.Gedu-
rende het grootste deel van den opgaanden zuigerslag zal de klep C gesloten
door den
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
1) Het gebruik van lederen zakken,om de wrjving van den zuiger te verminderen, is
niet nieuw ; men heeft ze reeds voorlang op de pompen toegepast en goed bevonden.
CHALDESS,die er de uitvinder van is,heeft ze tot het samenstellen van scheepspompen gebezigd.
WATERDRUK-MACHINES.
blijven,daar de op haar uitgeoefende nederwaartsche druk dien van de spiraal-
veer E zal overtreFen.W anneer echter de zuiger bijna in zijn hoogsten stand
gekomen is,zal de klep F door twee aan het bint 1 aangebrachte knoppen
tegengehouden worden ;zij zal derhalve bij de verdere klimmende beweging
van den zuiger achter blijven en als 't ware in de ringvormige opening gedrukt
worden,zoodat van genoemd oogenblik af de toegang voor het bovenwater tOt
het onderste gedeelte des cylinders wederom zal gesloten zijn.Genoegzaam Op
hetzelfde oogenblik zal er een vermindering van druk plaats hebben bij de nu
van het bovenwater afgesloten watermassa ;de opwaartsche druk der spiraal-
veer E za1 weder de overhand verkrijgen,de klep C dientengevolge gelicht
worden en het onder den zuiger aanwezige vocht zal weder vrij in het be-
nedenpand ktlnnen wegstroomen.Het werktuig bevindt zich dan weder in den
toestand,dien wij bij den aanvang onzer beschouwing aangenomen hebben,
en de werking zal verder op de beschreven wijze blijven voortgaan.
Men zal hebben Opgemerkt, dat de beweegkracht alleen gedurende den
dalenden slag op den zuiger werkt en dat het Opgaan van den zuiger het ge-
volg is van de traagheid van het wiel.Daaruit za1 noodzakelijk een Onregel-
matigheid in de beweging Ontstaan, die echter op een eenvoudige wijze kan
weggenomen
het punt van den omtrek,dat middellijnig tegenovergesteld is aan dat,waarop
de kruk L is gericht.Deze massa m oet worden opgevoerd,als de zuiger daalt,
en zal dan een tegenstand vornAen, door Tzelken een deel van de Op den zuiger
worden.Men vemeerdert te dien einde de massa van het wiel in
drukkende kracht in evenwicht gehouden wordt.Gedurende den Opgaanden
zuigerslag daarentegen daalt de genoemde massa en werkt zij dus als een ver-
snellende kracht,waardoor de tegenstand,dien de zuiger ondervindt,gedeeltelijk
Overwonnen zal worden.De genoemde vermeerdering der massa van het voer-
wiel zal dus de beweegkracht van het water tegenwerken en tevens een drijf-
kracht doen ontstaan,als de zuiger door de traagheid van het voerwiel rijzen
zal.De verm indering der beweegkracht in het eene geval en de verm eerdering
in het andere zijn klaarbltjkeltjk gelijk en het laat zich
mogeltk zal zijn de grootte der aan te brengen
dat de hoofdas een eenparige beweging zalverkrijgen.
De met dit werktuig,dat zich door de eenvoudigheid zijner inrichting aan-
beveelt, genomen proeven hebben tot zeer gunstige uitkomsten geleid.Bij die
proeven werd de op- en neergaande beweging van den zuiger gebezigd tot het
drijven eener zuigpomp. Men bevond,dat de nuttige arbeid,afgeleid uit de
hoeveelheid opgevoerd water, het 0,8-deel bedroeg van den bewegingsarbeid,die
uit de tot het drjven der nAachine verbruikte Nvaternlassa berekend werd.J7an-
neer het N7erktuig tot het verrichten van een anderen arbeid dan tOt het op-
begrtpen,dat het
raassa zoodanig te regelen,
brengen van water door middel eener pomp wordt gebezigd,zullen de mecha-
nismen, benoodigd om de beweging van den zuiger in die voor het beoogde
werk te veranderen, in de meeste gevallen althans, saamgestelder moeten zijn
en zal er mitsdien een grooter verlies aan arbeid plaats hebben ; evenwel zijn
de btj de proeven verkregen uitkomsten van dien aard,dat men Ook in die
gevallen nOg voldoend gunstige uitkomsten zal kunnen verwachten.Een nadeel
223
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
echter van het werktuig van GIRARD is,dat het niet geschikt is om door een
waterval gedreven te worden,van welken de afstroomende watermassa en het
verval aan aan-
zienlijke en tegen-
overgestelde ver-
anderingen onder-
hevig zijn.
Een kettingmolen.
W e r k t u i g e n
o m w a t e r o p
t e b r e n ge n. Wij
gaan over tot die
toestellen, welke
eigenlijk
van waterraderen zijn, die door
dienen om zelven het water op
het
tegenovergestelde
nedervallend water bewogen worden,daar zij
te brengen. Reeds in de hooge oudheid wordt
er melding van gemaakt.De eenvoudige water-
em m er,
Of aan een koord Of ketting loopende Om een
schijf,gelijk men ze nog in sommige afgelegen
dorpen ziet, is wat reeds in de aartsvaderlijke tijden
ten behoeve van menschen en kudden werd ge-
boven een pht hangende aan een hefboom,
bruikt.ZOO worden OOk langs den Nijl en de Indische
rivieren sedert onheuglijke eeuwen de akkers be-
waterd door middel van schepraderen, die het
water opbrengen.En behoeven wij verder te gaan
dan ons vaderland om honderden molens te zieny
die,enkele door stoom)maar de meeste door wind
bewogen,het water Opbrengen, Om het uit laag
gelegen polders in boezems Op te nemep,die het
water verder Wegvoeren, Waardoor een groote
oppervlakte voor landbouw Of veeteelt geschikt
gehouden wordt.Bij zulke schepraderen is,om
zOo te zeggen,het water niet actief,maar passief ;
het w O r d t verplaatst'; het scheprad, door een
kracht wind of stoom in beweging gebracht,
vat met zijne schoepen het water en schuift of
slingert het weg.De hoogte, tOt welke men het
op die wijze opvoeren kan, is altijd iets minder
dan de halve middellijn van llet scheprad.Doch
Een kettingmolen.
de vindingrijkheid heeft Ook hier reeds sedert overoude tijden werktuigen weten
te vervaardigen, die het water hooger opvoeren.
Een zeer belangrijk werktuig tot het Opbrengen van water is de eerste op deze
bladz.afgebeelde k etti n gm O 1e n, bestaande in een ketting zonder einde,Om
224
VERSCHILLENDE WERKTUIGEN OM WATER OP TE BRENGEN. 225
twee tandraderen A en B (zie de eerste af beelding) loopende.De afbeelding toorlt
duideltk,hOe de toestel in de richting van het pijltje Omloopt en hoe de schoepen
langs het hellend vlak water medenemen,dat zij op het hoogste punt uitstorten.
Dat dit hellend vlak van zijwanden,duidelijkheidshalve niet afgebeeld, moet voor-
zien zijn tegen het zijwaarts afloopen van het water,spreekt van zelf.Zoo behoeft
oOk niet vermeld te worden,dat deze toestellen op verschillende wijzen in
beweking kunnen worden gebracht ; 'tzij door een kruk, 'tzij - hetgeen
reeds sedert eeuwen bij de Chineezen in gebruik is door middel van voet-
treden.Hoe zulk een kettingmolen ook steil Overeind werken kan, vertoont
ons de tweede af beelding op bladz.224 te duidelijk dan dat er nog eenige
verklaring btj z0u worden vereischt.Slechts zij met een woord opgemerkt,dat
men bij den.kettingmlenjeen gedeelte van het water opoflbrende,de schepen
desnoods misjen kan.Indien men een touw met groote snelheid op dezelfde
wijze omvoert,zal het, ten gevolge der aankleving,vel water medevoeren,
dat dan opgebracht kan worden,indien men zorgt,het niet te spoedig te laten
afloopen, groote snelheid,Ook het opwaarts loopen door een
koker noodig is.Eindelijk kan men den toestel nOg voorzien van bekers Of
bakken,die in het nederdalen met water gevuld worden,dat zij bij of na het
waattoe, bij zeer
bereiken van hun hoogste
waarrdige, O0k in 0ns
PMnt uitstorten.Gelijksoortig zijn de hoogst beziens-
vaderland werkende
machines,dienende om
zand uit de rivieren op
te. brengen. Aan een
ketting zonder eind,een
eigenlijken kettingmo-
len, die door stoom
wordt omgevoerd,han-
gen eenige ijzeren
emmers, van opschep-
pende bovenkanten
voorzien.Evenals de schoepen van den tweeden afgebeelden kettingmolen op
een voor een in het water af en bereiken zij den bodem, bladz. 224 dalen zij
waar zij vol zand geraken en alzoo bovenkomen.Over het hoogste punt,bij
het rad A gekomen,storten zij zich ledig en zij dalen daarna opnielxw af.
Duideltjkheidshalve moet men zich echter voor deze werktuigen het pijltje in
omgekeerde richting voorstellen :eerst dalen de emmers af,in de rivieren
scheppen zt zich vOl en bkhet Omkantelen boven A storten zij zich ledig.
Op andere wijze werkt de s c hro ef v an Alzcl-zzvEoEs,die wij hierboven
af beelden,alvorens haar voor te stellen in den vorm van een tonmolen (zie
de afbeelding op bladz.226). Of ARCHIMEDES het werktuig uitgevonden heeft,
laten wij onbeslist, alleen Opmerkende,dat de Oude Egyptenaren lang v6l-
den Griekschen natuur- en wiskundige deze wijze van wateropvoering kenden.
Om de werking van dezen toestel wl te begrijpen,neme men allereerst in
aanmerking, dat het Omdraaien plaats heeft in de richting, tegengesteld aan
VIII.
De schroef van Archimedes.
Q26 HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
die van
tweede
de slangvormig omloopende buizen in de eerste, de vlakken in de
afbeelding.Het benedengedeelte schept een zekere hoeveelheid water
op ; terwjl door de Omdraaiing het w@ter ztn steunpunt verliest, valt het door
zijne zwaarte,maar het wordt dan weder opgevangen door den volgenden
omloop van den molen, die het medeneemt,totdat het weder door verlies van.
steunpunt valt,maar terstond wordt opgeyang6n door het hellend vlak, dat
het weer n omloop hooger brengt. Aldus ontstaat, daar het benedeneinde
der schroef gestadig water opneemt,een gestadige waterstraal, die zich onder
de kruk ontlast.In hoever de kruk, door de hand Omgevoerd, hier door andere
beweegkrachten kan vervangen worden, behoort tot het practische gedeelte
der zaak, waarmede wij Ons hier niet hebben in te laten.
mp e n.Terwijl de zooeven beschreven werktuigen en toestellen min of
meer den arbeid van het s c h e p p e n vervangen,berusten de pompen op de
drukking van de dampkringslucht.De inrichting der waterpompen heeft niets
PO
duisters meer voor
Z u i g p O m p e n
ztjn die toestellen,
in w elke de ophef-
;ng van vloeistof-
fen bewerkstelligd
wordt door middel
vaneenbeweegba-
ren zuiger.W ordt
deze zuiger OP-
waarts bewogen, dan wordt de lucht in de buis beneden hem
daarvan het water in do buis door de drllkking van de dampkringslucht op het
water buiten de buis Opgestuwd.In deze buis bevindt zich een klep, tOt welke
de zuiger dalen kan en die zich alleen 11 a a r b 0 v e n opent.Deze klep mag
niet meer dan 10,33 M. van het Ondereinde der buis verwijderd zijn, Omdat
de drukking der dampkringslucht evenwicht maakt met het
waterzuil van 10,33 M. Aan het wator verleent men een zijdelingschen afvoer
gewicht van een
boven de klep in de buis en m6n kan dan door voortgezetten arbeid het water
verdund enten gevolge
zOo lang in de buis doen stjgen,als het benedeneinde van de buitenlucht afge-
sloten blijft.
vallen van het reeds
kleppen voorzien,welke dienen om het terug-
opgepompte water te voorkomen en zich naar boven
De zuiger is van
openen.Door k l e p p e n verstaat men een soort van deurtjes, die een vloeistof
een bepaalden weg vrij laten,maar welker sluiting het terugstroomen belet.
Bij pompwerken slaan alle kleppen natuurlijk naar boven open.Naar de ge-
Il
=.- .
N'
'- N ............. %
-
.'hk I ' --
-- - .
j 4 -- h ) - t!
'
'
N =--
..<ax-. ---*** x x
-Z - . 'N .
-
. .. ,
x
Q=' N N
- 1
..- %
- . x
Om- w - . .. . - - - - -w . .. -
-
y
x h N.
% N
X
De tonmolen.
hen,die met aan-
dacht gelezen heb-
ben hetgeen wij
ten aanzien der
luchtpompen hier-
boven hebben op-
gemerkt.
POMPEN. 227
daante is de werking dezel-kleppen zeer verschillend,geltjk de drie volgende
af beeldingen aanschouweljk maken.Men ziet daar de drie voornaamste inrich-
tingen aanschouwelijk voorgesteld.De eerste is de oudste ; ztjis bij gewone
pompen de meest gebruikelijke.Zulke kleppen worden geopend en gesloten
door een scharnier, hetwelk niet zelden slechts in een strookje leder bestaat.
Men vervaardigt ze gewoonlijk van een metalen ring of schijf,verbonden met
leder, vilt en dergeltjke.Bij wtjde zuigers, die een hoogen gang hebben)maken
deze kleppen een zeer Onaangenaam geluid. Beter werkt dan uit dien hoofde
de dubbele klep, welke twee scharnieren heeft, die tegen elkander staan.Bij
pompwerken, die met meer zorgvuldigheid zjn vervaardigd,zijn de kleppen,
alsmede de ringen,waarin zj vallen,van metaal gedraaid en zOO afgewerkt,
dat de eene nauwkeurig in
de andere sluit.Deze kleppen
zijn k e g e 1- of k o g e lklep-
pen. De eerste hebben een
gedaante zooals de middelste
hguur toont ; ztj heeft veel
overeenkomst met een stop
van kurk of glas, die op den
mond van een flesch Of karaf
I
1
R..< -e
- . M.NA <' ..'r-....w'-
z lIl
1.jIjI-j,jjj lI'I,
I' I
1 l' dl ' jI' < !IIli
1- - ..- R
l- - '-
XNx <
Kleppen. sluit.Opdat de klep zich niet
kan verplaatsen,is zij ver-
bonden met een beugel,in welken een aan de klep vastgemaakte staaf0P-
vzordt voorkonaen.De beu- en nedergaat, waardoor alle zijwaartsche uitwijking
ge1 en het staafje kunnen 0ok naar beneden gericht zijn ;in dit geval is het
uiteinde van het laatste voorzien van een knop,die het te hooge stijgen verhindert.
Veel overeenkomst met de kegelklep heeft de s c h 11 1 p k 1ep , van de andere
hierdoor alleen onderscheiden,dat zij in plaats van den kegelvorm dien van
een gedeelte van een kogel heeft.Naar dien vorm regelt zich dan ook die van
de pan,in welke de klep valt. NOg een schrede verder gaande,komt men tot
den besten vorm eener sluitingsklep,de k o g e l k l e p.Zij
bestaat in een goed gedraaiden metalen bol. Deze bol rtjst
opwaarts,wanneer het water stijgt,en valt daarna weer
in de pan terug.HOe de bol nu ook gedraaid is,bltjft geheel
en al Onverschillig,daar de bolvorm medebrengt, dat de
kogel alttjd in de pan sluit,zoodat dan Ook geen scharnieren of behoedmiddelen
X''k'''AX *%%. z'' N A.x.k'
,k.x+k'.
x
De schulpklep.
tegen het uitwijken noodig zijn.Deze toestel heeft dan Ook slechts noodig een
middel tegen het te hooge rtjzen, hetwelk eenvoudig bestaat in een paar kruis-
gewijs geplaatste staven in de buis op de verlangde hoogte.
HOe zorgvuldiger de kleptoestellen afgewerkt zijn,des te eerder ltjden z ij
door zand en andere onreinheden.De kogelklep heeft ditvoor
,
dat telkenmale
een ander gedeelte der Oppervlakte in de pan valt,zoodat zelfstandigheden
,
die
er zich tusschen hebben geplaatst,het gemakkelijkst van zelf worden afgevoerd
en de toestel zich zelf schoonmaakt T0t het oppompen van minder zuivere
vloeistofen,b. v.gier,beer enz., gebruikt men uit dien hoofde andere kleptoe-
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
stellen,die minder gevoelig ztjn.De buizen voor zulke pompen worden zelden
rond gemaakt, maar bestaan doorgaans uit vier planken. De zuiger heeft dien-
volgens ook een vierkante doorsnede ;er ztn niet zelden onderscheidene gaten
in, die met lederen kleppen sluiten.Maar men vervaardigt den zuiger ook van
vier driekante en van gaten voorziene stukken, zoojdat htj het uiteinde van
de zuigerstang bij wijze van een schijf omringt,terwtjl de binnenztde de
kleppen bevat. Zulke zuigers noemt men trechterzulgers.TOt gewoon gebruik
is zeer doelmatig een andere inrichting, die hieronder in twee verschillende
standen is afgebeeld en dit voor heeft,dat zij vervaardigd kan worden zonder
dat daartoe eenige kunstvaardigheid noodig is.De zuiger doet daarbtj zelf den
dienst eener dubbele klep en men heeft niets noodig dan eeh dw:rsstuk aan
het uiteinde van de zuigerstang, waartegen de beide gedeelten van den zuiger
bij het ophalen steunen.
De kleppen moeten bij ieder pompwerk zO0 nauwkeurig mogelijk sluiten,
en hetzelfde geldt OOk van den zuiger.Ten einde dezen laatsten zbo dicht
in mogeltjk de pompbuis te doen
vooriet men hem aan den
(bauden van kabelgaren gevlocht:h),
of iets dergeltjks, zoodat de zelftun-
digheid vast tbgen den binnenwlnd
van de pompbuis sluit en toch ge-
makkelijk op- en nederschuift.De
juiste sluiting van den zuiger is wat
het veelvtlldigst aan een pomp ont-
breekt ;het spreekt van zelf,dat zij beter is,naarmate de binnenwand van
de buis gladder en evenwtdger is.Een metalen sluiting,gelijk m:n haar in
stoomwerktuigen vindt,zOu natuurlijk ook voor pompen de beste zijn.
gewone pompen onderscheiden we den zuiger, die in het watbr op-
en nedergaat,de pompbuis,die aan de benedenzijde tegbn het indringen van
belemmerende zelfstandigheden niet zelden van eene soort van zeef voorzien
is, en het hart der pomp,zijnde dat gedeelte,warin de ziger
Aan de
loopt en dat door middel der kleppen f gemeenschap met de
buis heeft f daarvan wordt afgesloten.Hoe de pomp werkt,is
nu uit het Opgemerkte gemakkeltk af te leidn.Wtj geven har
op bladz. 229 in drie verschillende standen.Indien de zuigers
goed dicht zijn,moet de pomp zoowel lucht als water kunnen
P0mP0n
geheel of ten deele zonder water is ; men pompt dan we1 eenigen
tijd zonder water te krijgen,maar daarom niet vruchteloos.W ant
bij elken slag wordt een gedeelte lucht uit de buis gehaald,
in de pompbuis aanhoudend verdund wordt ;bij elken slag dus dringt zooveel
water opwaarts in de buis,dat de lucht in de buis boven het water zooveel
verdicht is, dat zij dezelfde dichtheid heeft als de buitenlucht.En z0o klimt
zoodat de lucht
en het hindert dus in geenen deele, indien de pompbuis
sluiten,
rand met een.krans qran leder, wb'rk
(uitgeplozen Oud touw) of plattih:
228
229 POMPEN.
het water eerst door de b u i s k 1 ep en daarna
q
r
'
rr-.r
=m.Z=- * * - =
'= r 'v - -
= Y=
=
.a
Ar /
1<
rx
/ -
' /
/ - ,/
- w,,/
/ ,
Z z/
///'----:::z: -. --- -- -..--..--- ----
---. ---,'k'j,
/ .. - = = a''/
-...... -.--...-.. --------.,//'k,
/ '*' - e ?
# .----.-.------ t'.z/r
- zzzg
beide
te
De zuigpomp.
door de z u i g e r k le p ,totdat
het begint te loopen.De wer-
king der kleppen is volmaakt
dezelfde bij het uitpompen
van water a1s btj het uitpom-
pen van lucht.W anneer de
zuiger naar boven gaat,sluit
zich de klep,die erin is,Omdat
zij gedrukt wordt door de
lucht en door het water,dat
er zich boven bevindt ; maar
tegelijk gaat de buisklep open,
omdat ztj een Opwaartsche
drukking Ondergaat,aange-
zien de afstand tusschen de
en dus water of lucht van beneden
W anneer
kleppen toeneemt,
opwaarts dringt.Op het oogenblik, dat de zuiger naar beneden
begint dalen,wordt de buisklep gesloten en de zuigerklep
gaat Open,Omdat de lucht Of het water tusschen de beide
kleppen geen genoegzame plaats vindt in de kleiner geworden
ruimte, zoodat de eenig mogelijke llitweg,door de bovenklep,
wordt gezocht.De kleppen der pompen zijn dus alleen dn beide
het werk stilstaat ; overigens gaat altijd de eene open,
wanneer de andere zich sluit.
gesloten,
= .
de pomp eenmaal vol water staat, - W anneel
kan zij Ook gebruikt worden,al sluit de zuiger
-
= niet goed, geltk dit trouwens bij gewone
pompen doorgaans het geval is.Het eenige
ongeval is, dat de pomp dan wat m inder
- p water geeft ; maar de benedenklep moet in
allen gevalle goed sluiten, want, indien dit
l het geval niet is
,
loopt het water weg en de
buis staat droog. Om dit te verhelpen giet
men de pomp in,dat is : men laat snel een
'ijtl hoeveelheid water boven in de pomp gieten
- en pompt dan met kracht, totdat men voelt,
dat de pomp weder rtrekt''.Het ingegoten
water werkt gedeeltelijk door het nat maken
' der droog geworden kleppen
, doch vooral r- y . , s
.
b
7- .- daardoor, dat het, voor zoover het boven den
-
. u-
-
.
-
- ,
zuiger blijft staan,de tusschenruimten stopt
=
. -v - , ,,-.
en een betere sluiting veroorzaakt.
. ' > .
D0 p e r S p O m p kenmerkt zich vooral daar-
Eene perspomp. dool. dat haar zuiger een vast sttlk zonder
kleppen is.Zij staat in het water zelf,waaruit zij putten wil,en drtjft het in
230 HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
eene buis
slechts de
wter te
Opwaarts.Deze buis kan een willekeurige hoogte hebben,indien
wanden sterk genoeg zjn Om de drukking van het opgeperste
wederstaan en het werktuig kracht genoeg heeft om het water z00
hoog op tepersen.Bij de perspomp komen mede twee kleppen in aanmerking,
die bij afwisseling werken :eene van Onderen (B) en eene Op zijde (0).W anneer
de zuiger Oprtjst,dringt het water door B
onder den zuiger naar boven, terwtjl de
zwaarte van het water de klep O sluit en
dit zich daardoor den terugweg afsluit ; btj
het dalen van den zuiger wordt de zuiger
B gesloten, maar de klep C Opent zich
door dezelfde persing, die het water in de
hooge buis opdrijft.Gelijk men ziet, werkt
o0k de perspomp niet geheel zonder zuigen ;
maar wegens de geringe hoogte van den
gang eischt dit niet veel kracht,terwijl de
voornaamste kracht, in tegenstelling met
de zuigpomp, wordt gevorderd bij het
lledergaan van den zuiger.De hier be-
schrevene
kelijk in een pers-en zuigpomp veranderen.
Indien men zich voorstelt, dat het aanvoer-
water der pomp n0g veel lager staat,heeft
men slechts uit het midden van den bodem
pomp laat zich echter gemak-
des cylinders een buis naar beneden te
leiden,die dan door de klep B geopend en
gesloten wordt. Dit benedenste gedeelte
werkt dan a1s een gewone zuigpomp en
met betrekking tOt de lengte der buis geldt
de bekende voorwaarde, dat de geheele
dampkringsdrukking geltjk is aan het ge-
wicht van een zuil water van 10,33 M.
hoogte. Nu moet men bij het pompen
natuurlijk meer kraht aanwenden,want
de rijzing van den zuiger moet het water
uit de diepte in den cylinder trekken en
de daling moet het in de buis D opwaarts
persen.0Ok btj handpompen vindt m:n
van de zuig- met de perspomp. Dit heeft plaats, niet zelden een vereeniging
wanneer het water te diep staat voor een eenvoudige zuigpomp, geltjk Ook
wanneer het water, na tOt de vereischte hoogte Opgehaald te zijn,nOg naar
elders moet worden gestuwd. In het eerste geval wordt de cylinder zoo diep
in de put gelegd als noodig is ; de zuiger daalt er los in naar beneden, maar
wordt dan doorgaans opgehaald door middel van een kruk of windas,boven
de opening geplaatst.
231 POMPEN.
De af beelding op bladz.230 vertoont een goede,van metaal (doorgaans ijzer)
Nervaardigde hu i s - of s tr a atp o m p ,die zoowel tOt zuigpomp als tot zuig-
en perspomp kan gebruikt worden.De slinger A B C draait om de as B ; aan
den korten arm C hangt door middel eener geleiding een stang O D, die aan
Czijn benedenzijde, mede door een geleiding, met de zuigerstang varbonden is.
W anneer nu door het nederdrukken van den slinger A.de zuiger E wordt
opgeheven, openen zich de twee kleppen P en G; er rijst een hoeveelheid
water door de buis H in het hart der pomp,terwijl tegelijkertijd het water,
dat zich reeds boven den zuiger bevond, nOg hooger opgeheven en door de
klep G in de buis daarboven Overgebracht wordt. W anneer de zuiger naar
beneden daalt,sluiten zich de kleppen F en G ; de kleppen van den zuiger
gaan open en er komt een nieuwe hoeveelheid water boven den zuiger.Daarom
heeft ook de het maar OOk het zuiger bij Oprijzen niet alleen de wrijving,
geheele gewicht van het water te overwinnen)hetwelk van den waterspiegel
in den put tOt aan de uitgangsbuis staat ;bij het nederdalen daarentegen
alleen die wrijving,welke plaats heeft tusschen de vaste deelen) alsmede
tusschen den zuiger en het water,dat door zijn klep vloeit.De geheele krachts-
inspanning is overgebracht op de rijzing van den zuiger, en dit met,recht,
daar alleen in dien stand,d.i.bij het nederdrukken van den slinger,en niet
in een omgekeerde richting,bij het Ophalen,de spierkracht zich het best Ont-
wikkelen kan. W anneer men de kraan K opent,loopt al het opgepompte
svater weg en de pomp is dan slechts een gewone zuigpomp, die met veel
minder kracht in werking kan gebracht worden.
lndien men de uitpersing van het water door 1 slechts Op een geringe
hoogte wenscht te brengen,b.v. 2 meter boven de kraan K,kan dit doe)
met een eenvoudige zuigpomp bereikt worden, mits men er de hoogte der
pompbuis slechts naar inricht.De pomp gaat dan bij het openzetten van de
buis I moeieltjker,omdat een hoogere waterkolom voortgeperst moet worden.
ln 't algemeen is het gemakkelijk na te gaan,dat het water,eenmaal boven
den zuiger gekomen, evenzoo wordt opgehaald,alsof men het in een emmer
optrok.Daarom kan men ook dit bovenste gedeelte der buis naar willekeur
verlengen,vooral wanneer men de kracht der hand aan den slinger door die
van een werktuig vervangt.Pompen met buitengewoon lange buizen bij klelnen
gang van den zuiger vindt men veel in de mijnen, uit welke het water niet
zelden uit een groote diepte moet worden opgehaald.Het pompwerk staat aan
den mond der schacht,wanneer het een zuigpomp is ; een perspomp natuurlijk
in de diepte zelf.W anneer de hoogte echter honderden voeten bedraagt,kunnen
geenerlei pompen het water ineens naar boven brengen,zotldat men Onder-
scheidene pomptoestellen boven elkander plaatst,van welke iedere hoogere dat
water ontvangt en verder opvoert, hetwelk de lagere zoover heeft gebracht en
in een vergaderbak uitgestort.
Bij de perspomp geldt het oogenschijnlijk alleen de taak door persing het
water in een engere ruimte bijeen te dringen en het daardoor te noodzaken
zich een voorgeschreven weg te banen.De vorm van het vaste lichaam,dat
de watermassa verdringt,doet in dit geval niets ter zake.Men neemt dan ook
232 HYDRAULISCHE MACHIN;S, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
daartoe niet altijd een zuiger van den gewonen vorm, maar in plaats daarvan
dikwjls een langen, gladden, massieven of ook wel hollen metalen cylinderr
d1e het bovengedeelte der pomp wel eenigermate vult, doch zonder tqgen de
wanden te wrijven.De afsluiting van den zuiger en hetgeen
er Onder is wordt in dit geval niet aan den zuiger,maar in
den hals der pompbuis aangebracht en bestaat uit een kran
van leder of wefk,gelijk doorgaans Ook de inrichting is va
de stoomcylinders. De voordeelen dezer inrichting bestaan in
een verminderde
h wrtjving of gemakkeltk en een juiste sluiting,die zelfs een ze drtlkking weerstaankan.Zulke toeste monnikswerken of met een Engelsch w duikers).Zie de nevensstaande af beeldin Men heeft ook dubbel werkendo zui welke vier kleppen liggen,die altijd pa toegaan.De zuiger perst dan zoowel het dalen water weg,zoodat er een Ona
staat. 0m de werking nog eenpariger te maken worden d
perspompen
handeld worden.Een
somtijds o0k van windketels voorzien, over welke nader zal ge-
vernuftige wjziging der zuigpompen zijn de zoogenoemde
z akpompen.
Behalve
met een
buigbare
de pompen met Op- en neergaande
rondwentelende beweging. Die, welke
buis of slang, die m et het eene einde
bladz. 190,beschreven en bladz.
194 afgebeelden toestel der Pn eu m ati s ch D i s p at s c h C o m p any te
Londen.Het beginsel,dat daarbj ten grondslag ligt,is dat der middelpunt-
vliedende kracht en de werking wordt door niets beter opgehelderd dan door
tOe eene soort van toestellen,
die kringvormig en zeer krachtig
werken en hier en daar in noor-
delijk Duitschland en elders t0t
waterontlasting dienen. Zij ge-
lijken zeer Op de groote lucht-
werktuigen, door welke men
versche lucht in de mijngangen
brengt, alsmede op den boven,
die van den gewonen kafmolen tot zuivering van het graan. In dit werktuip
zuigers zijn er oOk onderscheidene
hieronder is afgebeeld,heeft een
in het water hangt.Ztj wordt
eenigszins samengedrukt door
vuisten,verbonden aan een Om-
loopend rad. Hierdoor wordt de
vloeistof in de slang van het
eene einde naar het andere ge-
dreven. Bovendien behoort hier-
POMPEN.
wordt de lucht,die aan de zijden binnendringt,door de Omdraaiende wintl-
vleugels naar die Opening gedreven,waar zij een uitweg vindt.Bij het lucht-
zuiveringswerktuig der mijnen en de daarmee overeenkomstige draaipomp be-
vinden zich de vleugels niet in een rechtstandigen,maar in een liggenden
stand en in plaats van in een kast gevat te zijn hebben zij alleen aan weers-
kanten eene schtjf ;overigens is alles open,daar bij den uiterst snellen gang
van het rad aan alle zijden gelegenheid moet zijn Om de lucht Onmiddellijk
weg te slingeren.De bovenste schijf heeft natuurlijk geen Opening ; de be-
nedenste,die tOt den aanvoer van versche lucht juist op den mond der mijn
sluiten moet, heeft in het midden eene opening.W anneer nu de toestel wordt
Omgedraaid, stijgt er Onophoudelijk door die opening lucht naar boven,ter
vervanging van die,welke door de windvleugels zijwaarts afgevoerd wordt.
Stellen wij nu ons voor, dat er van de opening in diebenedenschtf een buis
liep,die tlitkwam in een water,dat Op 3 6 meter diepte stond.Bij den
aanvang der draaiing wordt nu ook lucht uitgedreven) doch,daal'deze van
Onderen geen nietlwen toevoer bekomt,blijft de door de windvleugels in de
buis teweeggebrachte luchtverdunning voortgaan en zal het water eindelijk in
de buis moeten gaan opstijgen.Eindelijk bereikt het water den mond der buis
en vervolgens kom t het ttlsschen de windvleugels,door welke het nu Op
dezelfde wijze wordt weggeslingerd als de lucht,terwijl het in den vorm eener
breede klokvormige fontein wegvloeit.
Indien eenmaal het werktuig op die wijze in gang is gebracht)komt er
geen verdunning der lucht meer in aanmerking ;maar toch is het de druk
der luchtOp den waterspiegel,die het water in de buis doet stijgen.
Andere soorten van kringvormige pompen oefenen een krachtige werking
tlit door een klein wenteltrapvormig rad van omtrent 30 centimeter middelltn,
dat aan de benedenzijde eener buis Omloopt in het op te drijven water.Dool'
een drijfriem of een raderwerk in zulk een snelle beweging gebracht,dat
het 700 of 800 omloopen in de minuut doet,zuigt dit rad eensdeels het
water op en drijft het het anderdeels in de buis, alleen door de middel-
puntvliedende kracht van het rad.Terwtjl de boven beschreven werktuigen
dus tot de zuigpompen behooren,is het hier de werking eener eenvoudige
porspomp.
Een belangwekkend werktuig tot het opbrengen van water is de h y d r a u-
li s h e r a m , aldus genoemd, omdat de beweegkracht,hier bestaat in het
voortduwend vermogen van het stroomende water. MONTGOLFIER,die dezen
toestel uitvond, bemerkte de hevige werking van een in zijn 10Op plotseling
gestuiten waterstraal aan de aanvoeringsbuis eener badinrichting.Wanneer hij
de kraan van de buis sloot,trilde en dreunde de geheele buis en Op zekeren
dag werd de kraan geheeluitgedreven.MONTGOLFIER liet nu achter de kraan
een loodrechte, van boven opene buis inzetten,ten einde te zien,hOe hoog
het water daarin wel mocht worden Opgedreven.Het bereikte een aanzienlijke
hoogte en deze omstandigheid werd door MoxTgolulnlla terstond
het samenstellen van zjn belangrtjken toestel,die OOk van veel
gebruikt tOt
nuttig gebruik
kali zijn,wanneer de omstandigheden er gelegenheid toe geven)dat wil zeggen :
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
waar men een snel vlietend water,gelijk b. v.een beek of iets dergelijks, te
ztjner beschikking heeft.
Deze toestel bestaat in zijn eenvoudigsten vorm slechts .uit weinig deeleny
t.w.uit twee buizen en tweekleppen.De waterstroom wordt (zie de onder-
staande af beelding) uit den hooger liggenden vergaarbak geleid dodr een lig-
gende buis A B.Het vloeit uit door een
daar is een klep geplaatst, die van binnen kan toeslaan en aldus de buis
sluiten.Deze klep is zoo zwaar
, dat zij afhangt,zoolang het water stilstaat ; '
opening a aan de bovenzijde der buis ;
De hydraulische ram.
dayrdoor echter erlangt
toenemende snelheid weg.Zoodra het nu een bepaalde snelheid bereikt heeft,
werkt de drukking van het water op de oppervlakte der klep ; deze sluit zich
en al het stroomende water is plotseling in ztjn beweging gestremd.De
het N7ater een vrijen loop en stroomt het met steeds
drukking, die aarbij op den geheelen binnenwand derliggende buis werkt,
hangt af van de valhoogte en van de massa van llet uitstroomende water ;
doch altijd is zij vrij aanzienlijk ;die drukking perst een klep b Open,die zich
in de opwaartsche buis bevindt ; het water sttjgt in deze laatste buis Opwaarts,
tel'wijl het niet kan terugvloeien, daar de klep zich ten gevolge van de druk-
king der waterkolom terstond weder sluit.Zoodra de stoot heeft opgehouden,
Fordt de eerstgenoemde klep weer geopend ; want het water in de buis, nu
stilstaande, oefent geen tegenstand genoeg uit om deze beweging te beletten.
Ilet Niater begint dientengevolge weer te vloeien en wel met toenemende
snelheid,totdat het na een bepaalden ttjd zooveel snelheid heeft verkregen,
dat de klep a zich opwaarts bewegen en daarmee den weg afsluiten moet.De
opwaarts staande buis heeft nu weder een zekere hoeveelheid water moeten
DE HYDRAULISCHE RAM.
opnemen
van zelf voort. lndien de
en aldus Werkt de toestel Onder afwisselend Openen en sluiten geheel
0PWaartS
d0 ZWaarto d0r daarin Staande Waterkolom met Zlllk een kracht Op do sluit-
klep werken,dat deze btj verderen aandrang van
'Opengaan ; men heeft alzoo bij het vervaardigen van zulk een toestel tOe te
zien, dat men de overeindstaande bllis niet tot de uiterste hoogte opdrijft.Deze
hoogte neemt toe met de snelheid van den stroom en hangt alzoo geheel af
van de Omstandigheden,in welke men den toestel bezigt.ln allen gevalle laat
.
zich het water op deze wtze tot een hoogte oppersen,
is dan die, van welke het water oorspronkelijk is afgevloeid.
die veel aanzienlijker
In onze afbeel-
ding heeft de tweede klep geen onmiddellijke gemeenschap
staande buis,maar met een windketel,
mende water wordt samengeperst.Op deze wijze
in welken de lucht door het instroo.
met de overeilld-
wordt de drukking gelijk-
matig'ol* 0l1 d0 fontoin Springt m0t 0011 Onafgebroken straal,terWijl de aanvoel'
het water niet meer kon
bij tusschenpoozende stooten plaats heeft.
Veel samengestelder is de
llitvilxdol* VZl1 d0Z0l1 t00St01, di0 a110 Werktuigkundige Voordeolen in Zioh 7e1'-
van den waterram van MOXTOOLFIER, inrichting
eenigt.Het water stroomt hier (zie Onderstaande af beelding) uit een kleinen,
hooger gelegen vergaarbak in de buis A en stijgt' een cylindervormigen bak
zoodat het over de
staande buis al te hoog was,zOu natuurlijk
'
OP)
randen heenvloeit.Daarbij F ' 'l4i$h,--$l-Il,j-li'l-!'ll''-'i(lj$i!$-,-;;111! z' . i.1. ,1,1..,.,
.
'werkt het op de schijf B, .
-
.
11.',1t1'lllIl(lI.111111Il$11l'1'U1I!1111!1IklIijlI'l'.I
4ie in een beugel loopt, .VzV
2.
- '
.1111l11111IItllIl1q?l''l'l''.I!.1111111IIIItl
. ''
Z y, j$li'1,$tj'jIiI'Ik$1!ljjl$'kj!l',ljl,!l'j''1,1,jlIIjjlI-jtIkjjlj$
'
jljt!,,- terwill de stang in een t 1i' - -
t'c N'-N.s'1IlI'l4Illil.(il;It,I1ll.itli-.k l.1j2'i'.'1!I.1 l'4.'I11.;1I..I bOs kan heen en weder V'
.
'
,
'
I, .Iy. . :u
j..:j;:gI:;1,
11.
,
I
jlJjjiljj!l1)1,jj4ttt.).) 1,s,j ,j,ji'jj,jj,jjfI::Ij,Ijj), schuiven
. De afgebeelde zzzz' ': .l'1
;
-
1I!.Ij1111,:1jIijIj.I.-) j!iIj-.j,..t.i.I.lIjIl(IlItII'j1,17/111lt.(I' -
. Itt.I.l . . ..
stand van deze schijf kan 'z' *. ',..ksitlj
,I!j.yt'ljt,t!''j.,.,,1;.(:...,jj!,l!!,,,:.,$t:,,'$'I!jI;j'!!1,I,tIIjI'-, k
'
t II
echter alleen dan plaats ffz/z u k il1I'',Ili!'1111(111,1.':Ii.1.11!.111)11,1:,.1l!1/''
-
.,,-;-
'
; .-..-- IklN'. 'k:1:
1..1,,.,-1,,,,1,
'
jj.t.,llf1..l.!i!Iil.4..11.!1!...1'.:.' 'vinden,wanneer het wa- fz.zzl ww -w l
z,
!5 1--z7----- .
l.'..jk$$jgjlkjjjjjjj1,jIj;j'jjyjjtj 'n volle snelheid niet .z
.
D*1 - =--- .2-:-,7 'ill'I . i 0r ZiJ
, - ..
.. ,j-y j,j,,y,,,
,
gjt,j;,j.,.s. './z k I-s >X
-. I.,1.lI11l i.II. heeft
. Doch, zoodra de ,,
y - a- - ..- jjj;J,l,jjjj,jjjjj,jrkjj,j,jkj;:4p,.,. V/V ! z.a- .2
.tcc-:g - . ..li
j , y strooming haar volle yzp - .. --
-
..
.s .
-
..
u - - ;jlj,jIjs,- I!1,!j:,i,I,!l41j(:, zzz ZV Z ' KXX
-
kracht heeft bereikt, is :,'fA
.
-
.7---.2 -- ) -'w:= . - ' '..' x'd -
'
.. -47..h..- it%.h-- l'l -;''
de opwaartsche drukking .lz-'sz z . 't'('t'?.'h,.';.!(g2'''y' I.1I: I'';,,' .F, l
l.I.!i .I 'l ..,zzz
tegen de schijf B z00 '.'.* - ,'i '- Zz - -
.u . . . LS... -'' v ,n= ,rzf1- V ' = = MP
@ ,.)''t --. -=--=---- .
- - - -- v
.
sterk geworden, dat ziJ z Lf. = y .
.
s - -.-- z
,,,
-'
,j =-= - --.L-- L---.-
plotseling oprijst en stuit ' . .. ''
e '.'z.z--.z- '----r .
''
.NNAA ') N.. ..'.t% .=-. -..-.- s- Nx'x9 %1.)'NfNixx.''--N'bk h yZ; z = - .. . .s
,q
.
A; ;N x . --, ..
''-
z ,.
/
. .l'.LNk.
.x N.
. .z..y e..y,,,;a e' pyzz ,s , tegen de borst, die aan -. g
..
.
.jf.y,,. ,...., ss . sk -. -. .
weerskanten van den voet
des beugels is aange-
bracht.Daardoor nu is de
De waterram van Montgolfier.
uitvloeiing van het water naar en Over den rand van dezen bak geheel belet,
maar daardoor ondergaat oOk het water in het kanaal A een plotselinge strem-
ming en oefent het een hevigen stoot uit Op de wanden,die het omsluiten.
Deze s/ot opent de kleppen E E,zoodat een zekere hoeveelheid in den ver-
235
HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
gaarbak F wordt uitgedreven.Doch na weinige oogenblikken heeft het aan-
stroomende water zijn volle snelheid verloren ; de drukking op de schijf B
neemt zoo veel af, dat deze door haar eigene zwaarte weder naar beneden
daalt,terwijl tevens de kleppen E E door den aandrang van het water in den
vergaarbak F gesloten worden ; en op dat oogenblik begint de werking opnieuw.
De geheele toestel bestaat dienvolgens van de uitvloeiing des waters in A tot
aan de uitvloeiing in G uit een gesloten stelsel van buizen,dat afwisselend
door de schijf B geopend en gesloten wordt.Het hier wegloopende water
wordt door het kanaal weggeleid.
Het aanvoeringskanaal A eindigt aan de linkerzijde in een loodrechte buisz
uitkomende in de klokvormige ruimte 0,in welker wanden zich de beide
kleppen E E bevinden.Deze ruimte O is tevens een zoogenoemde windketel
en de lucht,die in het bovenste gedeelte besloten is, heeft een voordeeligen
invloed op den gang van den toestel.Indien het water overal binnen vaste
wanden besloten ware,wanneer het door de sluiting van B plotseling gestuit
was,zouden niet alleen de stooten den geheelen toestel hevig schudden, maar
bij iederen stoot zOu Ook de waterkolom in de buis G opnieuw uit den toestand.
van rust in beweging moeten gebracht worden,waardoor een gedeelte van het
arbeidsvermogen zou verloren gaan.De lucht in den windketel nu belet dit.
W ant van het oogenblik af,
het de lucht in den windketel
lieverlede verliest. W anneer het water tot stilstand is
lucht,haar vroegere ruimte weder willende innemen,wederkeerig een drukking'
Op het water uit,dat nu naar het kanaal A terugvloeit. Inmiddels blijven de
gekomen, Oefent de
kleppen E E geopend en het water vloeit er zoolang door af, totdat de druk-
king,welke er steeds van boven op werkt,grooter is dan die,welke van de
binnenzijde werkt.Het water,geperst door de lucht,die zich uitzet,wijkt
inmiddels nog altijd terug, totdat de drukking der lucht van binnen gelijk aan
waarop het water geen uitweg meer heeft,perst'
ineen,zoodat het op die wijze zijn snelheid van
of zelfs nog iets minder is dan die van de dampkringslucht.Bij dezen stand
van zaken moet dan noodzakelijk de schijf B weder nederdalen ; het water
vloeit daar nu weder uit, en dat zoolang, totdat het water der aanvoeringsbuis
A snelheid genoeg heeft verkregen om zich dezen weg opnieuw af te sluiten.
Indien boven den windketel D nOg een andere grootere F (geltjk in de af b.)
gemaakt is, behoeft het daarin geperste water niet onmiddellijk een uitweg
in de afvoeringsbuis G te zoeken,maar het rijst in dien grooteren
omhoog en perst de lucht samen, welke zich daarin bevindt.Het
het arbeidsvermogen, dat hiertoe besteed wordt,is echter niet
na den stoot zet zich die lucht weder uit en perst zij op
in de afvoeringsbuis G. Zonder deze inrichting zou de opwaartsche persingy
vergaderbak
gedeelte van
verloren, want
hare beurt het water
die tOt het Openen der kleppen noodig is, veel grooter moeten zijn,daar de stoot
dan onmiddellijk en zonder een veerkrachtig tusschenmiddel op de waterkolom
in de aftoeringsbuis G z0u worden overgebracht.Daar echter de kracht ge-
deelteldk op de lucht wordt overgebracht, oefent deze ook in de tusschen-
poozan tusschen de stooten een drukking op de oppervlakte des waters uit
en het gevolg daarvan is,dat de uitvloeiing een doorgaande wordt, terwijl zij
236
DE WATERRAM VAN MONTGOLFIER. 237
anders btj horten zOu plaats hebben.Het is juist hetzelfde beginsel,dat wtj
btj de beschrijving der brandspuiten zullen aantreFen ;daar,evenals hier)is
deze inrichting de regelaar der eenparige werking.
Het Water neemt altijd een gedeelte der lucht, met welke het in aanraking
is, in zich op, en dat wel te meer,naarmate de drukking grooter is,met
welke ztj op het water werkt.Daarom zou in het opgegeven geval de lucht
in den windketel Onophoudelijk dunner moeten worden,indien er geen lniddel
bestond om de met het water afgevoerde luchtdeelen weder te vervangen.
Daartoe dient een horizontale Opening bij H,die voorzien is van een klep,
welke naar binnen opengaat. Op het Oogenblik, waarop door het terugvloeien
van het water naar A een luchtverdunning in den windketel ontstaat,drukt
de buitenlucht deze klep open en er dringt een weinig lucht naar binnen,
welke zich vereenigt met die, welke in den windketel voorhanden is. Bij den
stoot klimt tevens een kleine hoeveelheid lucht door de kleppen E E volgenden
naar binnen en vergoedt deze het verlorene in de ruimte F.
Zulke toestellen zijn vooral'geschikt om hoog gelegen tuinen of de boven-
vertrekken van gebouwen uit een voorbijvlietende beek van water te voorzien.
Trouwens, hunne kracht is bij een werking op groote schaal zeer groot.Te
Senlib in Frankrijk bestaat zulk een toestel,die,naar opgegeven wordt,280
kilo water in de minuut tOt eene hoogte van 20 meter opstoot.De kosten
A'an zulk een machine komen nauweltks in aanmerking en daarin kan de
k niet liggen, dat men er zoO weinig gebruik van maakt.W at deze oorzaa
waterram tegen heeft,is dat de voornaamste gedeelten,met name de beide
kleppen, zooveel te lijden hebben en dus zoo licht onklaar worden ;zelfs bij
de nauwlettendste vervaardiging ztjn ztj op den duur niet bestand tegen stooten,
die elkaar zoo snel opvolgen,dat de kleppen zich dagelijks tOt 80,000-maal
openen en sluiten.
Het meest heeftde kopklep B te ltjden,die vroeger tegen een niets mede-
gevende m etalen plaat sloeg. Ten einde dit te verbeteren, heeft de ingenieur
FoEx te Marseille er die inrichting aan gegeven,dat hij niet tegen metaal,
maar t'egen een waterkussen gedrukt wordt en dus op hetzelfde oogenblik,
waarop de stoot van Onder plaats heeft, een even sterke drukking van boven
werkt.
Pomptoestellen
weest; maar werken op grootsche schaal zijn in dit vak alleen mogeltjk ge-
worden door toepassing der stoomkracht,en wel vooral door stoomwerktuigen
Nan eenige honderden paardekracht.Eerst met behulp van zulk een Ontzettende
groot zijn er in mijnen,zoutwerken enz.altijd ge-
beweegkracht werd het mogelijk,
die de weldadige vloeistof niet op spaarzame wijze aan een paar
toevoegen, maar in ruime mate,t0t Overvloed toe, in ieder huis,
ja tot op de bovenverdiepingen toe,inrichtingen,die badkuipen, waschtoestellen
en dergelijke van water voorzien,die in geval van brand het water naar wel-
groote steden te voorzien van waterwerken,
stadspompen
in elke keuken,
gevallen in alle hoeken kunnen
het schoonhouden van straten,
spuiten, en bovendien nog dienst bewtjzen tOt
riolen enz.Rome en New-York moeten wel de
in het
HYDRAULISCHE MACHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
waterrijkste steden der wereld zijn, maar ztj ontvangen hun benoodigd watel-
door middel van verbazend groote kanalen uit het gebergte.Bj vele steden
daarentegen laat de plaatseltike gesteldheid een zoodanige inrichting niet toe.
en, waar in dat geval het leiden van water naar en door de stad geen be-
zwaren zou hebben,daar kan het Opvoeren naar de bovenverdiepingen alleen
door middel van groote pompwerken plaats vinden.De vruchtbaarste water-
werken - indien men er dien naam aan bezitGlasgow,waar
ieder der 380,000 inwoners dagelijks gemiddeld 60 liter zuiver water ontvangt'.
Te Manchester is op slechts 32 liter gerekend,hetgeen echter zeer ruim is,.
daar op het vasteland weinig steden zijn,die door middel van waterwerken
meer dan 15 liter
geven D3ag
per hoofd ontvangen. In de laatste jaren worden deze water-
Nierken echter nAeer en naeer naet vereischten ernst ter hartegenomen,in ons.
vaderland zoowel als elders.Elders reeds hebben wjj over de waterleidingen
gehandeld ; hier ter plaatse zouden zj alleen wegens de pompwerktuigen in
aanmerking komen.Doch,daar het niet mogelijk is alle voorname toepassingen
van de hydrauliek in dit werk op te nemen,bepalen wij ons btjeen der reus-
achtigste pompwerken Onzer eeuw : de machines ter droogmaking van het
Haarlemmermeer.
Men dat reeds in weet,
met meren en
overoude Wden het geheele N.W .van ons vaderland
meertjes bedekt was.Het grootste,Flevo genoemd, breidde zich.
van ttjd tot tijd meer uit en werd, waarschijnlijk door den grooten watervloed
van het jaar 1170,met de Noordzee vereenigd. Deze zeeboezem draagt thans,
den naam Zuiderzee.Tusschen haar en de Noordzee bestonden in Noord-Holland
tegen het einde der 16de eeuw nog verscheidene aanzienlijke meren,door'
droogmaling later in vruchtbaren grond herschapen ;het noordelijkste,de Zijper
in 1593, ter grootte van 5260 hectaren ; voorts de Beemsterj1607 - 1612,
ruim 7000 hectaren ; de Purmer, 1616 - 1622, 2540 hectaren ;de Schermery.
1631- 1635,4440 hectaren. Deze droogmalingen geschiedden door middel vart
een zeer groot getal watermolens.
Was alzoo ten noorden van het IJ een aanzienlijke
ten zuiden van dien stroom lag in
Oppervlakte aan het
het begin dezer eeu:w water ontwoekerd,
nog een uitgestrekte waterplas,Haarlemmermeer,- in het zuidelijke gedeelte
Leidsche meer genoemd. Stormen en watervloeden hadden in den loop des.
tijds de oevers steeds uitgezet en bestendig bleef nHollands waterwolf'' aan
de omliggende laaggelegen landen knagen, zoodat menigmalen voorslagea
werden gedaan Om door droogmaking zoowel land aan te winnen a1s aan
verdere verwoestingen paal en perk te stellen.De waterbouwkundige JAN
ADRIAANSZ.LEEGHw-&TER (geb.1575,gest.omstr. 1650)was de eerste, die in
een dikwijls herdrukt Ha a r l e m m e r m e e r - b o e k een ontwerp van droog-
making leverde.Sedert werd de onderneming dikwijls ter sprake gebrachtr
doch steeds hielden de bedenkingen en bezwaren tegen haar de overhand,oOk
nog in 1821 tegenover een doorwrocht wel'k ter aanbeveling,door den baron
F. G.VAN Lvxosx vAN HEMMEN in het licht gegeven.Doch,toen de zware.
stormen van November en December 1836 opnieuw de gevaren deden kennen,
welke zelfs Amsterdam van dezen waterplas te duchten had,werd
.
de zaak
238
239 DE DROOGMAKING VAN HET HAARLEMMERMEER.
het Onderwerp van ernstige Overweging bij de Nederlandsche Regeering. Bij
koninkltk besluit van 1 Augustus 1837 werd een commissie t0t Onderzoek
henoemd, uit welker rapport een ontwerp van wet ter droogmaking vloeide.
Dit ontwerp werd,niet wegens den inlloud,maar wegens den vorm ,door de
Staten-Generaal verworpen, doch later werd de wet van 22 Maart 1839 aan-
gonomen:waarbij aan de Regeering het sluiten eener geldleening werd inge-
willigd, groot 8 millioen gulden, ter uitvoering van het werk,dat dan Ook
eerlang met ijver werd ondernomen.Nadat de eigenlijke uitmaling door het
aanleggen van rngdijken en het graven eener ringvaart was voorbereid, plaatste
men achtereenvolgens drie reusachtige stoomwerktuigen,naar de voornaamste
voorstanders van de droogmaking de L e e g h w a t e r (1845), de C r u q u i u s
(1848) en de L y n d e n (1849) genoemd,die ruim 800 millioen kubiek meter
water afvoerden,zoodat,indien men den aanvang der eigenlijke uitmaling stelt
op 1 April 1849, in 3 jaren en 3 maanden want 1 Juli 1852 was het meer
droog - ruim 18,500 hectaren grootendeels vruchtbare grond zijn drooggepompt.
De geheele onderneming kostte btjna 9 millioen.
De oudere ontwerpen spraken natuurlijk van gewone watermolens,van welke
men ver over de honderd meendo te zullen noodig hebben ; de uitvoering had
plaats door middel van de drie genoemde stoommachines ; deze zijn het,die
wij hier ter plaatse te vermelden hebben.Alle drie zijn zoogenaamde Oornwallis-
machines ; elders in dit werk,bij het beschrijven der stoommachines, zal er
nader over gehandeld worden.Zij zijn in het Engelsche graafschap Cornwallis
vervaardigd volgens opgaven van de ingenieurs DEAM en GIBBS ; trouwens,de
Nederlandsche fabrikanten vroegen zulke hooge prijzen, dat men er van moest
afzien bij deze nationale Onderneming de nationale nijverheid te begunstigen.
Alleen de ketels en balansen ztjn te Amsterdam gemaakt.Elke machine had
500 paardenkracht, maar werkte doorgaans slechts met 350.De af beelding Op
bladz.240 geeft een denkbeeld van de inwendige inrichting.
De stoomcylinders zijn op een geheel eigenaardige wijze ingericht.De cylinder
bestaat in een ijzeren cylinder A,Omsloten door een ringvormigen mantel,die
aan de buitenzijde door een wand C wordt ingesloten.Beide ruimten staan
onder het dekstuk met elkander in verband.Aan vall de eene zijde,links
boven, staat de cylinder door zijn buitensten ring in verbinding met de stooln-
buis,uit welke naargelang van den stand der klep N stoom alOf niet toe-
stroomt. Aan de andere zijde bestaat er gemeenschap tusschen het boven-
gedeelte van den cylinder en de condensatorruimte M door een klep bij d c,
die door middel van den hefboom b door de zuigstang U V geregeerd wordt.
Het benedengedeelte van den ringvormigen mantel des cylinders is steeds in
Opene verbinding met den condensator.
De zuiger is insgelijks,in Overeenstemming met den vorm des cylinders!
samengesteld uit een inwendig cirkelrond stuk B en een ringvormig D D.
Beide zijn verbonden met zuigerstangen,die door het dekstuk van den cylinder
lqopen ; die van den ring zijn 4 in getal,de hoofdzujger heeft er slechts
Zij vereenigen zich in het groote tegenwicht van gegoten ijzer E E,hetwelk
zonder het l0Od, waarmede het gevuld is,Ongeveer 3000 cent.weegt.Ten
240 HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
einde deze zware massa tegen slingeringen te beveiligen, loopen er onder-
schbidene staven ff langs ; wij zien die aan de bovenzijde door de zware
,t' 2''.,'' ''''
,;'<..
# j
1 ' ' - 1 j i#- . 'l-j,1p' '-I'jj l ! '- l1
. Ix. ' . l , I 11
' - I l! I I , I 11 'I.I II I l 1 I I
-
,
I
!jj .- S%% N . 1
u..> l j N .< . . ' . s j.
.h I ; , lII $% I .1'N
....-. ! ! NN
p
'
lh:% I j .
.....
j.N j
'
q
. '. ' N.N
. ...
''
l - - .- > qj j
s s . x . y. --...-...- ..e' I IIj,j,. : -...w ...... . . - . rl. --- - . I I jlIj;j. -- - x ---.-- - l j.
. .xI..x sss. I lI$I.j x . N. -
-. ) j. j jj. xx ,xq .k.
'... x !1 r1I III111, x.. - .. :
%N4 4 .. .*...-
.$u x .. , rljljjj .q.-s %.....
.- , ;,-jIIj11Illjj N%Nk1. j1
,. .I,1111 N N.. NKj.NN ' ... h x .NN - --. - --- . - w -.- - - .N . - *q ....
w N- h N N ''- .. . ..- -'-
...- - v : N%xx N .. .- V IC,% - a. x ....- IW NN N 44 > N . N < . . - ...0 x o . .- .-
INNN = ='=-==. . .= --e - - > '* . -''-- . I .. > %% q >&' . .. - - - .- I N - . x - ---- II - I II . -- . -...,...
. . j jjj , x
:sq
, kj,r 1 %.N
,x
'N
'
.,q >.
,
jI'1j, I,I j j,,q v ,-. x .Nsx j 1 I. x %4x
.,1 . II q, . rx
xn4 .,q -- j I . & .% -- -- I ,N. : .: . - x x e ..- &-.z! 2. l x qx
N% %N .a'- ' ' %h . - v N N1: -
s I j u NNNNq.N .x%% t' # . N'%'.x. .= ... ..n e = , . j1II u :qN., 4 N .* ''*- ' . h xN .Nq
'
. .N N '-w , z , Ijj .N. . . ' -
. EGFrvI * , l -- * l .. Nh -
.szz- -- ep ,1 111: q....... .v 4.., .-= .. ,, gr h. N
'
- .
.-
.q.
..q-2:-JE5 -' 441- .'$,- -1: ...-.- -' 11..11111 . N.%.' * I N x - = ,, ; .> ' : - #
. .N - 1 .vA KNN .. ' .h .... *. #
'
'II l h%
'
..<-h N
'
'''''- hNx .. . l I : k.. x.. w.h. .
.x.NNNN . IjjI111j ,xNp y %..xxN q
x. , 1 N '.'' N%hx %% , .p x x s N . . .x. ,,. k . x
.x..wb..- 1 ', - w.NqVN-uN % , I j Ij,I1IIjf N%& hx xqN ..% h y .. , .lj .s N N q .'x h .q%y%% N --- . q, .s .,. ..N N = , -
1 ,...1Iq j x ..xxxx'.. ...x .x.N. = , ' x .x x .N . . .
x.x.%w .x ..,.- # ..- .. .%% N.x ... -. , . .
h'x .XN -
# .,! I x >' v , .. $%x NN'.. . .
. N .NNx..s.% x ., , 1 I-
.s..,..'.s .r, , 4 I , xkw%% : - M
'xN%h*.NN''NO X NN.. l * ' > N q&. .x ..x 'xq.NN W . g I ,
. .gs' ...N'N Nx N .x s:.x ,,1./ ,, @ , > . .. hNNN .k h- .- N ,... 1 KN N .ux .
N'x 'KN...x..hNN .I N x r NN . NIN ' I $ . q. Nq N NN *.... xx w. 1 ' ,.,- .N .sqN.qN.qNN %% N x .. ....%s* . *
i - % ---' *' N. sx x . . a ,,s . . ,. a h N %.% %N - .' .. N => . j . q q. NN - . * :.J>hd
N .% NNN 1 ' .%
'
*' .se x . N. - > x'4.y
'
1.
..xN.. - %% , h.I j ,N; Ij .. ''N N .u%.. := . 4.sh N I x...1 -. 1 ..(.N s s 9 , N N NJ ''. -..
y .., .,,. ., 11j h.x N..Nx' v.-...u-- ',A I '
x%xN .s %N. xx - - -- hk x.
:j N *%. jj 1jI1r.I I I N.,x n-r fzs y , , '' .s., ,, . == x x' . '
x -'hx
.
x..j '' -=- , lj j 1 il N ..Nk .N J .... ,.. . x..w =.... XN N .N = - - -
xN ..N %.. < - = =. ) jI .- = .>.a.-.. - X% .x %' x . ' rl f - / w - ' -j ' jj - .
='.*' @ - -
kk..N x. . . j :a. ... x N N N > %- -. %. . W - ' - .- c. lI- - - .,, lllI-'w=....-' N N.%NNN qu ,.. -- .- - -'=- . . = m - ''*'- *I '' Ij .. hN .N%% ..xx I .-, , -
1 ,j j)j. ,jjjj. g..,,..- x x... -& ' . NxxN.N. = j..-.- : - ljI -..= e. I , 1 h
hN
x
%
x ,
- '*''-*''*'
.'h ...2 & ( ' w r.- o .I lZk '-! s-= 1jlIl: '* x..x.%%%h ..
s ..= 'I lk = . j I'. -- Y h. - r
. . . x--z-. ....x. .> .x =.h- I .--. . 'z- jjpjj.11jj.-.-.-a:.j N P
... %.hq = 1 . II II1 - - .- > hq q p am ' - - . ,1 I I , IgjljlllIII -- h j . .u Q
. . r':b. %
e czar------ -- -- > . x.. j 1 i %'%K.. eeD:w- ' - ---
: x*. 1.x . l ------- %
- ..
''
'
j ''*G- ---j k-1. . j '.-L ' -. . l-.-- -- ---
N I '- = - ... .Nkh. .N%'. . 1 -.., -'
h' - .
.. .x h ! i !1 .y...z=.- l . hh. ..4 -. .-X. -
I.. x .h jl 1 r..=-- - .h N. h.N NN ' . --
x .N -- - .
K
c <.'..-..hw'..k-.x.N%% N j j j -* - .- q.N. l .1 -
h ' Ix ....t.%ov ' 1 l -.'-'- . *'%'-'' ' -
.
- -
.
-
%''2--xh
.-.'t .
'
x - Ij- - l1 ...''' ''- .
h% . . x .'-.... ... --.=-.-. ':-C ---.-..
-''':z-..B:.-+. ,.-, hwu
Y..' ! . ,,wN ..x - -:Q1- '.--J - --.N -.j.v . N.w.1, jI , I I x . I x NxN'.. 'xx x x +%.. *;4 . . w
'
% I h.xN !-.. .N.. - .. ..k..y . IIj1 '.. -.. N...--
) , N .%N x whxh -... . ..% I . -q ..
NNx II k .l N.h.NN
x.Nhx N% 1I j ' %% hq x : N .x .N.x yh.... I hxN
'
. N
'
. . 1 x
'
..:.
. %%.NNN I X i %.w . K * h r. x.Nh K NN 'N > % NNhNh..vt .%.. .--- ...x
N W- j w% x , qNr ..'y.Nv xIq)NNK 1 :q I -- . .
-
. .N.NN N v . -<..-x x .xN .l ' x..I%. .N . .. l . v ..,h.... h
N hV X * K.'N %h.N .NY O .N II. *N % N x g ' * -h '=hN '.1h% hh. q% 1lj ..N.IN xx %
'
. .' .h . .
N x .Nx .N Nx ' ' % * . xx . I N x .N.%.. . ,. . ..h..xx x h. -
N ..Nx x N h ' %.N. + j1. ,.I'II , h*% %*4 . .x%.X.-'%..Nl
N. h%'.x.x..Nx .xNN. ' . h .h'X ..%%.
' . ..N. q%
.h .Nx xx .Ixxx ' N .NhNxxXq%.%k 1 ' ..Nx .. ... ..x ..
,x ,x .xN ..h'.k N .xq .I 'I , N.-..Nx .h.x.%%... jj - -x. .'xx x...u. xx.xxx x 'I l .'' .x -w ..v...kal--.-.'h-xxx x.s.x.x- '.
. x .x N 'N.')N. ' ' 'Nx; N X.N.xNx 'xx '7 V - llI x .h %'x. N , x .x xx x. . h
x2 N1 .h N
. x x..x4 N Nh.N...x N.hhhN'..x.'%..h. . X ...NY ..'N N.N K.1
. q
.'.%xN.
..x %..stxxx xx.'.N. %s%%%%%%%%%%%%$%%$ N.N x- x x .> Nx..N..v ...N *
*
'
'%.%% N1.-N.'N''wx .. .N .NNxqN j &
'
v.N%Nh.%'N x
'
:Nh%%xx jl!*% 4Nx K
'
h
jl ,X v xA.x.xN x. N x %%% xx ...x xx ..%%..xNNh..<.XXX .'8 xkN.'N jI XNsx x.X,
'
N.X NX NY .'
, x .
N 'x...x.h'x. x x x x 4x. x x .< . .. - < x sx x x v N xx ' kI N .... . < .xh- %%N.) '..%Av -1 sx x%'u .i-- - ,x x.vN.xxqvx -.x xjs
.
, . N .,.,':ix.v...s. x N ,' ri'l NN :':%.<N NN.x.Njx .x A NN
N ,rs . ,Nhhs Nxx x..Nx''*.',*'..:.N''.x .q'.X N NK4Axx.qa. jqx .vq . . . %N N. .%. ..N NN xx .s... ,. ,. h.NssNNN,.. N..xxN 'NNXN% .'N%% x N ...x...k. ( ...l x..,s x
s..Nx
q
.
..XNx qxNb h.$,% Nx .- Il ',..s.N Nx x.kx xN .'x.%.xx'N.x x .V .'.!,N..- --. . .X .'.,.:i.N%'..j N N .%x..x '... %%N NN rxc ' N%s%N .hN,N .N'....s .y x .xs%.s.%... N.NN .N ...N . .xN.N X... N%xx.xwx.h%%w%%h e N ..N.x.x ..x .... jx'.% NX .x..'.x x '....x jN N qNyxN x:.N'NY x'N. N 1 NNhNN.-x.'xhs-s 'N W ..'.x x s,..%'..xqNNN GANXN'hXX NNx x.x.x. N...
4 .... N.'. ..N%%xx Nx..%% .
%..'hs%.%%.%%h.'X .% l N N : x .N
.N... % .. ..N.NN Nq
..Nu %. xN ..N . x x .. . j , . ..NNx N
'
'
II N.NNN .N
'
N . .dNx . ,. ., q
'
.. qx . .. y x. .Ni:x j N. ,. q.j N x%x .hx Nx .x N..Ns N xN.x... '.w N
. .. N NN .,NN.'N sgss % .' .h. x!.xN .ss'
. .s - NN .%.VX hNx.. % q1. x I 2%. N 'N. q I %% .. .x.. N , Ny N q NNN. q
'
4. x ...N h x.. .%N %%' hx ' N .:k N .N. x .: hx N. . N x NN .
NN hNN %..: .X .N. N N. N..NNN .. ..N.%.N.lh.N 'uxh ... N. ',x :Nx lxx N '' hN XNN x %%Y% x xh., -N. .x'.h.'sx x..xx Nuv xN.h '.qxNN.xN''NN ' % %x 2hN'.. . N..N%'.%.N. .tN'NY '*'x .. 'NN 'N N N qNq xNN . .Nw$N'. ..q
'
$% ,% 4 x 4 . . . s
'
. % x h.x,.h Iqhq
'
NN.q.g% q ,44q q,N .4h%qj. %
'
j NNI .Nix x .N, ..j II 'N%...INN.%..Ixq ,.p. q
'
N N N K
'
. ..w..x ....: N' . . , . .. Nx %.q,$%NN NN .NxXN Nx%% I N x.q..'x N x q
'
Nx t
q'Xx $h% I1 N'..%N* p
'
..
h. .. I x . %. x'w.%N..%%%hx.%wN'.K' %.I%NNi wN <
'
s Ij 'NhxN XN.NNx.NNN...N ,.:%%N.%x..NN Nh%x Nkxh.-jx h .I. q
'
%K .:xI.y. x x.Nx . w.h.'.NxNxs. x . I % ..N .4 I xx VX . NNX.. .N %%NN<1. ..x .s%%%% N .NX N .% .xhk xN:..Nxq. .
N .% '.N.
xyhh.xhN ....... %.:..s.h .x x.xxx .'*'%*% %%
%
.
N
N.%% NGY '.NX'N$%%N% %N
.
x%x NN NNNw NX.N%%$%>X %x xNN.X '..hx % %'xN,%x.'. h ' h . .x ..x., ..q Nx .N'rx . 'N ,N NX .x x NXNx.N7.'i- .x' 'x NXXNNN%%hN'X NN''.%%%%...) '%h...*w2 'C h':.-h.NNN'.hN '.%h..... h. ..
.
N r . .. ' NN '.xx xN:q N N N x x x %.NX N NN .N'''NQ . /' ..''.N N xN h h..'h....h w. .x . . . :N . . N
N'NNN N x N
'
q N xh N %S %% hN h*N%
'
N..q..% .q..'.N..h. .. -.- ..t. K. . . ,4 xh ...NN'NN X xN NNN xN %x.
Nh.. NNIhN q .
:
. .%% ..xyx.%.YX % ..%N.,%x ''.NlK''.....KN Y..w ' ...NN- .- a . . .... h'%v %.h.* .%J.N. <..x .vNh .
. NN.NN .N NAN X . N Y -.=. 5 x hN NX N'h-N 'N X . % x ?N.N- .x.-q-' ' . q%%.%x .h.N %%N.x% .. h 'N* % x x7 =='''*N 'A'% N'. % :N.:.... <.q N x XNN . h v. 'VX .hv5. .xx .. qN,N. 4.xx . ..N . .' % ..q:.. ,, ..4.x. vN..x...N. xx.x.Nv.
%
.
% xx x .ux hN'h N N
.:NNNN'NNN-..N N .%.N%N. *-x %%wx.A' N N n N:.*N ' <. ' .....qxx.s.%'. ,%xh.st...%, x x ,x' ..u -%.w%X% x xxq-xx .':.q.hx x'x x x x.% % x xu% *. xNsb
q Nxx:.% ' .Nh% .. x UN 'x X .q.%X..-. w-..5 .,<..x,x ....'.w.%.%o ..' 'XN.;NN'.kxvvw-u vx vv ...wN .h % .N .. h.. .
dekbalken steken. Aan het gewicht E zijn door middel van ijzeren staven-#
de balansen G G bevestigd,die, gelijk men aan de rechterzijde der :guur ziet,
buiten het gebouw in F uitsteken en met de pompen K in verband staan.
DE DROOGMAKING VAN HET HAARLEMMERMEER. 241
In de af beelding wordt het oogenblik Ondersteld, dat de zuiger zijll laagsten
stand heeft en bijgevolg de buitenarm der balansen zijn hoogsten. De machine
begint van dat oogenblik af aldus te werken :DOOr een in de af beelding niet
zichtbare buis,welke men zich moet voorstellen als achter N liggende,dringt
de stoom, nadat er door middel van den hef boom a een klep in geopend is,
uit den ketel onder den zuiger B in den cylinder,welks hooger gedeelte nu
met den condensator M in verbinding staat,zoodat de uitzetting van den
stoom onder den zuiger geen tegenstand ontmoeten kan.Dienvolgens wordt
de zuiger, en dus ook het gewicht E,omhoog gedreven,de balansen slaan
om,zoodat de buitenzijde F naar beneden daalt en de zuiger der pomp K
insgelijks benedenwaarts gaat.De pompzuigers bestaan alleen uit twee houten
kleppen,die om een horizontale as draaien ;de af beeldingen bladz.240 geven
er een denkbeeld van.W anneer de zuigerstang rtjst, wordt het water boven
den zuiger opwaarts getrokken en in het afvoerkanaal overgebracht, welks
spiegel zooveel hooger dan die van llet meer liggen kan als de lengte van
den zuiger bedraagt.
W anneer nu de zuiger B tot zijn hoogsten stand gekomen is,sluit zich de
klep d,die het bovengedeelte van den cylinder in verbinding brengt met den
condensator, terwtjl daarentegen aan de andere zijden de klep N geopend wordt,
zoodat er b o v e n den zuiger stoom in dringt.Door S heeft een verbinding
plaats met het benedengedeelte vn den binnenstqn cylinder beneden B,zoodat
alzoo dezelfde spanning boven en Onder den zuiger plaats heeft.De buitenste
ring echter, die aan de benedenzijde voortdurend gemeenschap heeft met den
condensator,Ondergaat aan de bovenzijde de meerdere drukking van den toe-
stroomenden stroom en werkt met het gewicht E mede Om dell naar
van de balansen daalt en de
zuiger
buitenzijde beneden te drukken;de binnenztde
rijst,waardoor de pompzuiger K Opnieuw wordt Opgeheven.De luchtpomp,
door welke de lucht in den condensator aanmerkelijk wordt verdund,bevindt
zich in onze af beelding achter M.Door middel van de klep c staat zij in ge-
meenschap met den condensator.Zij wordt in beweging gebracht door een
afzonderlijken hefboom,welks steunpunt in het vaste muurwerk van het
gebouw ligt,zoodat zij er Om rijzen en dalen kan.
Gedurende de droogmaling werkte de L e e g h w at e 1- beurtelings met 11,10,
9, 8 en 7 pompen; de Ly n d e n met 8,7,6) en 4 ; de Oru q u i us met
8, 7 en 6 pompen.Te zamen hebben de 3 machines van April 1849 tot
1 Juli 1852 14 004 032 slagen gedaan. Elke sla/ van de L e e g h w a t e r bracht
per pomp 6,van de L y n d e n en de C r u q u i u s 8 kub.meter water Omhoog.
Indien men hiervan l/jp of 92 426 611 kub. meter voor het waterverlies aftrekt,
blijft er 831 839 501 kub.meter (bijna 832 000 millioen liter) over, welke de
drie stoomwerktuigen hebben gepompt.Daar nu de bodem gelniddeld 4,1 meter
beneden A.P. ligt en de oppervlakte des waters, toen men met de droog-
maling begon,0,65 meter beneden dit peil lag,bedroeg de gemiddelde diepte
van het water 3,45 meter en was er over een oppervlakte van 18 000
hectaren 624 450 000 kub.meter water. Er is dus 207 389 501 kub.meter
water meer uitgepompt dan bij den aanvang van het werk aanwezig was,
V11I. 1i1
242 HYDRAULISCH; MACHINEG POMPEN EN BRANDSPUITEN.
welke
Ten
door de
er dus gedurende die 39 maanden alsregen en sneeuw bij is gevallen.
dat inderdaad de watermassa
nism e,
zien is,doch welks werking
is
nagaan,
heeft men zich bediend van een pompen gegaan,
de zoogenoemde h y d r a u 1i e k , waarvan in de af beelding
afzonderltjk mecha-
weinig te
Dit mechanisme wij zullen trachten te beschrijven.
heeft alleen ten doel, dat de zuiger met zijn zware tegenwicht E een korte
wijl in zijn hoogsten stand blijft,Opdat het water tijd hebbe Om geheel in de
pompbuis te loopen. Het hydrauliek brengt dien korten stilstand teweeg. Met
einde met zekerheid te kunnen
het gewicht E zijn twee zuigers verbonden,een voor en een achter,
de eene vr het gewicht zu moeten zijn afgebeeld,de andere er achter
ondersteld wordt te staan.Deze zuigers,of eigenlijk de cylinders, waarin zij
loopen, hebben door middel van een klep in R gemeenschap met den ver-
gaarbak G.Alzoo loopt in elken cylinder gedurende het rijzen
water,dat de cylinders beneden den zuiger altijd gevuld zijn.W anneer B t0t
den hoogsten stand is gekomen,sluit zich de klep R en,daar water genoeg-
van B zooveel
zaam volstrekt niet samenpersbaar is,
het geheele door den stoom opgedreven gewicht op, totdat het ingedrongen
drukt er door lriddel der beide zuigers
water door R weer een uitweg vindt. Het geheele mbchanisme wordt in
beweging gebracht door de stang U V, die door het verschuiven van het
zoodat
DE DROOGMAKING VAN HET HAARLEMXERMEER.
aanvatpunt op de zuigerstang de mindere of meerdere hoogte van den slag
laat regelen.
Omtrent evenals de Cr u q u i u s is de L e e g h w ate 1- ingericht ; van de
laatste geeft de op bladz.242 geplaatste af beelding het uitwendig voorkomen.
Overigens is het hier de plaats niet Om uit te weiden over de verkavelingen,
den verkoop,de ontginning enz. van den drooggemalen grond,de stichting van
dorpen enz.Dit alleen zij met n woord gezegd,dat men bij het Ontblooten
der oppervlakte weinig oudheden en merkwaardige voorwerpen heeft aangetrolen.
De Leeghwater,geplaatst aan de zuidzijde van het meer bij het dorp de
Kaag,is het eerst vervaardigd ; zij was reeds eenigen tijd in Gerking,toen
de Cruquius en de Lynden op hunne grondslagen verrezen.Eenige bezwaren,
die bij de eerstgenoemde waren opgemerkt,heeft men bij de twee laatstge-
noemden vermeden ;daardoor verschillen zij Onderling eenigermate, ofschoon
slechts in Ondergeschikte punten.
De b r a n d s p u i t e n zijn zuig- en
gelijk mechanisme als de springbronnen waterstraal, zelfs in de opene
lucht, zOO hoog en ver mogelijk te spuiten.Het water kan niet,of genoegzaam
niet ineengeperst worden.Indien er dus aan (ne zijde een drukking Op wordt
uitgeoefend,moet het naar elders ontwijken.Wij zien dat in de eenvoudige
glazenspuiten.zoodra de drukking ophoudt,doet het natuurlijkerwijze Ook de
straal ; evenals in de perspomp heeft de spuiting bij stooten plaats.
Doch indien men zie de af beelding hieronder in een goed geslotene en
half met water gevulde flesch een glazen opene buis steekt,zoodat het be-
nedeneinde in het water en dan door een tweede buis lucht in de flesch
ingericht Om dool- een sool-t- P01*SP0mp0n,
00n
staat,
blaast en deze alzoo samendrukt,loopt uit de eerste buis een
Onafgebroken straal, die van lieverlede zijn grootste snelheid
bereikt en weder afneemt,als men ophoudt met blazen.ln
de chemische laboratoria bediellt men zich van zulke flesschen.
De lucht is samenpersbaar en door het blazen neemt hare
spanning tOe en langzamerhand weder af ; daardoor verdeelt
zich de werking over langeren tijd en wordt zij gelijkrnatiger.
ln de fontein van HERO wordt krachtens dit beginsel een
aanhoudend doorloopende waterstraal gevormd,W anneer men
een vloeistof door een Opening in een der horizontale wanden
van het vat,waarin zij geplaatst is)laat opspuiten,gelijk in
de af beelding op bladz. 244 is voorgesteld,berekt de straal geen grootere
hoogte dan die van den waterspiegel in het vat.Doch,als men de vloeistof
in twee deelen afzondert,die dool-een gas gescheiden zijn,zal men den straal
tOt een veel grootere hoogte kunnen opvoeren. De beschrijvng der f O n t e i n
M a n H e 1- O zal hetgeen hier met een scheiding in twee deelen bedoold wordt
ophelderen en tevens de juistheid van het gezegde bewijzen 1).De af beelding
1) HEao,door wien de naar hem genoemde fontein uitgedacht en het eerst vervaardigd is,
was een Grieksch wiskundige,die ruim een eeuw voor CHslsTus' geboorte te Alexandri
leefde.
HYDRAULISCHE MAOHINES, POMPEN EN BRANDSPUITEN.
hieronder stelt een gebogen
bolvormig uitgeblazen is en
andere slechts een kleine
glazen buis voor, die Op twee plaatsen, B en C,
wier eene einde een trechtel- A vormt,terwijl het
opening heeft.W are nu de geheele buis met water
gevuld, dan zou de vloeistof in de buitenste armen Op dezelfde hoogte staan,
daar men de buis als een samenstel van met elkaar gemeenschap hebbende
vaten kan beschouwen.Doch dit is het geval niet ; het water in de buis is
door een zekere hoeveelheid dampkringslucht, die het gedeelte B C der buis
inneemt,in twee deelen gescheiden.De beslotene lucht drukt, indien wij haar
gewicht buiten rekening laten, hetgeen uithoofde van het gering bedrag ge-
schieden kan,naar alle zijden, en dus OOk Op de waterspiegels B en C, met
hetzelfde vermogen.Haar spankracht zal gelijk zijn aan de drukking van den
dampkring, vermeer-
derd m et het gewicht
van een waterzuil ter
hk
l
2 - ,
'
:
'
lF.!
'
---
',
l hoogte van A B
. De op
C uitgeoefende druk- 1!
king, die aan de zoo -
even genoemde gelijk - AU-=---i-iC
-
is, zal niet in evenwicht 0.:.
kunnen gehouden Nior-
-x.x<.gr,zagym//.g. / den door den luchtdruk
l Op de linkeropening,
vermeerderd met het gewicht van de water- (
> ..(j I
gu - ..
.. zuil, die den verticalen afstand van de ge- .
I
noemde opening tot aan C t'Ot hoogte heeft, (
.
.
tenzij die afstand gelijk is aan X B.De spuit-
buis echter is korter dan A B. Dientengevolge l
zal het water boven de spits opgedreven
worden, tOt een hoogte,die gelijk is aan het l
,,J
verschil tusschen A B en den boven genoemden j !'!
afstand,behoudens een kleine vermindering, I ' iI
,
waarover reeds vroeger gesproken is. A1s
l men de fontein za1vullen
,giet men zooveel
watel'in den trechter,dat de bol B daarmee l
'
w @
genoegzaara geheel gevuld zal ztn;daarna a - h i
doet men het water overgaan in den bOl C, )
hetgeen moet geschieden door de buis in '
4 , verschillende
,
doelmatige,standen te brengen. - .
Inmiddels laat men de spuitopening vrij,om ,-s , .
. - -
c
,
de lucht te laten ontsnappen. Als men de
fontein wil laten springen,giet men wederom
Niater in den trechter,totdat hij tOt aan den
rand gevuld is,terwijl men inmiddels de sptlitbuis gesloten houdt.W anneer
men den vinger van de spits verwijderd, za1 het water terstond beginnen Op
te spuiten.Gaandeweg zal het vocht in C verminderen, in B sttjgen en in
DE FONTEIN VAN HERO.
A dalen ; de
zaam, daarna
Een nadere
door den straal bereikte hoogte zal gestadig afnemen :eerst lang-
sneller, eindelijk,als C geheel ledig is, houdt het springen Op.
toelichting der Opgenoemde verschijnselen achten wij Overbodig.
De fontein van HERO komt in verschillende vormen voor ; wij kunnen ons
echter bij het gezegde bepalen, Omdat het beginsel bij alle hetzelfde is en
men dus geen moeite zal hebben,na het voorgaande Ook andere inrichtingen
te begrijpen.Een hevelvormige en twee rechte buizen van Ongelijke lengte,
benevens twee gedeeltelijk met water gevulde flesschen,die men met kurken
luchtdicht sluit, door welke de buizen worden gestoken,zijn voldoende, om
een zoodanige fontein te vervaardigen ; de eene flesch komt dan in de plaats
van den bol B, de andere in die van C, en men ziet daaruit, dat de eene
boven de andere moet gesteld worden.
op rollen geplaatste en aldus vervoerbare brandspuit is volgens
sommigen in 1518 te Augsburg,volgens anderen door zekeren l'lwt/Tscl.l te
Neurenberg uitgevonden.Van de belangrijke uitvinding der slangen en der
windketels - de eerste laten toe een willekeurige ricllting aan den straal te
de laatste veroorzaken een onafgebroken straal komt c1e eer,hoewel
het
De eerste
g0V0n,
ten aanzien van
laatste door de Fran-
schen betwist, Onte-
gensprekelijk tOe aan
onzen landgenoot JAN
VAx OER I'IEVDEN,ge-
boren te Gorkum in
1637, die na zijn On -
waardeerbare uitvin-
ding in October 1672
tot algemeen brand-
m eester van het mach-
tige Amsterdam werd
aangesteld,met Octrooi
om zijne uitgevonden
brandspuiten aldaar alleen te mogen maken en verkoopen. Deze bekwame
man, ook als schilder, teekenaar en uitvinder der stadslantaarns bekend!
overleed te Amsterdam den 28Sten september 1712.Latere tijden hebben geen
ingrijpende veranderingen aan de samenstelling der brandspuiten zien Ontstaan,
hoewel door kleine verbeteringen en nauwkeuriger bewerking de kracht zeer
'k.
Y
$ Xx
111'' 11
Z - - -m q'j!11.1..Ij'11'''.1 '11jjjjjjj:',j'I'I'ij!11il''$7 *
-,I-IIIII!-II- !1 1,- IIIII.1II I
-
I',- -! ! -t-- ,l--1, I
1 !11 I .. lt 4;:14 I .
1 ->- II
k kl
l .
x
l I I , - 1 C
II
I ,.l
I p ' ' l :
111 ' . I ' 'I; !
-
,II!- I'-.111 #
z I ' J -=-'F62 -- --
.#/'' j ..., '''''l'' .. jjj!:;jjj;,,jjjjj . = .
--- u4:.
.-.
.=.. .
r.
= jI,
I,. 11I - lrI $ - zI .k - I I
' - -'11 --- -
a - --.- -s-.- I 'Fw --. r
I - - = - p
/3 = T - '
.!. .- e , -
.
j . ... .--. ....x .. p z - jrzj.,
.
x ,
--- . . ;
II'I - ,- , , ----11k -, - ... .....!I;., / '
o -' ----.-=.= - L. .. .
? - - -=-.---- .- - -- -.-- -, ..:= L.E::-''5 oz,z l-=- -- - ---
- - -- - ....-............. ...c.. .% T ..
Dwarso doorynede eener brandspuit.
is verhoogd.
ln een pompen
,
die door een boven den
wagenbak uitstekenden dubbelen hef boom derwijze worden in beweging ge-
bracht, dat altijd de eene
brandspuit werken altijd twee
zuiger rijst,terwijl de andere daalt.De buizen,in
welke zij loopen, kunnen zoo geplaatst zijn,dat zij f over de lengte van den
wagenbak achter elkander f dwars nabij de achteras naast elkander staan.
Hiernaar regelt zich ook het
eerste geval ligt de hef boom Over de
uitwendige voorkomen der spuit)want in het
VIlI.
lengte van den wagenbaky in het laatste
16 *
246 HYDRAULISCHE MACHINES)POMPEN EN BRANDSPUITEN.
Over de breedte. De eerste inriohting heeft dit voor,dat zij gemakkelijker is
Om de spuit door nauwe straatjes te rijden ; de andere is geschikter om er
veel arbeiders tegelijk aan te plaatsen.De Op blz.245 afgebeelde doorsnede
van het inwendige eener brandspuit vertoont de laatstgemelde inrichting, die
gegrond is Op de plaatsing der beide pompharten en van den windketel nabij
elkander ; spuit verdeeld zijn,kunnen
zij verder uiteenstaan, in welk gevalzij aan de benedenzijde door een dikke
verbindingsbuis vereenigd zijn.Na het vroeger Opgemerkte zal nu de werking
der spuit nauwelijks eenige verklaring meer noodig hebben.Wij zien in de
af beelding de beide,btj afwisseling op- en neergaande zuigers in hun cylinders
wanneer deze drie over de lengte der
loopen. Deze cylinders zijn van metaal, doorgaans geelkoper, aall de binnen-
zijde :jn afgewerkt en gepolijst.Met vilt of leder zijn zij goed water- Of lucht-
dicht gemaakt.Daar de stangen der buizen in hun Op- en neerschuiven niet
nauwkeurig in een rechte lijn kunnen blijven, zijn zij met de zuigers niet ge-
heel vast, maar door middel van scharnieren verbonden ; ook zijn er nog betere
toestellen om ze recht te houden. De kleppen b en c hebben geen afzonderlijke
De b verleenen doortocht aan het water in den
daarin
verklaring noodig. kleppen
buitenbak, waarin het pompwerk staat;het spreekt dus van zelf? dat
alttjd water moet voorhanden zijn.De pompen drijven het water in den mid-
delsten gemeenschappelijken vergaarbak,den windketel,die doorgaans van
koper is en alzoo Onophoudelijk van weerszijden nieuwen toevoer bekomt.
Zonder dit gedeelte van llet werktuig z0u de straal bij stooten en niet Onaf-
gebroken spuiten ; maar aldus wordt de lucht,die zich boven het water in
den koepelvormigen windketel bevindt, samengeperst,en wij hebben dus hier
wederom denzelfden toestel als boven bij de beschrijving van den waterram is
aangeduid. Terwijl de waterspiegel in den windketel door het pompen steeds
hooger wordt opgedreven,Niordt de lucht in een steeds engere ruinlte sanAen-
geperst,terwijl zij Op hare beurt, evenals een gespannen veer, op het water
perst.De kracht,die zich dus in de lucht in den windketel Ontwikkelt,werkt
nu als een regelaar,zoodat de straal niet langer alleen van het Op- en neer-
gaan der zuigers af hangt.En zoo ontstaat er een Onafgebroken straal,die door
een buis aan het benedeneinde van den windketel een uitweg vindt.Deze buis
is omgebogen en zoodanig ingericht,dat men er een slang aan schroeven kan.
Zelfs kan de laatstvermelde buis geheel gemist worden,in welk geval een
kort kanaal met een kraan aan de benedenzijde van den waterhouder het,
water onmiddellijk afvoert,zoodat natuurlijk dan de slang daar kan worden
vastgeschroefd. Nu en dan, doch zeldzaam, wordt een draaiende Omgebogen
buis zonder slang gebruikt,doch doorgaans kan men met de spuit niet dicht
genoeg bij den brand komen, om er den waterstraal Onmiddellijk in te bpuiten.
De tegenwoordige blusch-inrichtingen zijn echter van dien aard,dat men de
slangen doorgaans zeer lang moet nemen, zoodat de kracht van den water-
straal aanmerkelijk verloren gaat, dermate zelfs,dat het spuiten van water
bijna in een gieten overgaat.
De buis,door welke het water in de open lucht komt,hetzij deze al of niet
aan het einde van een slang staat,is een belangrijk gedeelte der spuit. Haar
BRANDSPUITEN.
opening wordt naar den mond steeds enger,zoodat het gaatje,
water uitkomt,veel nauwer is dan de buis of slang. Daar nu het water door
een zooveel nauwer geworden Opening dringen moet, erlangt het daardoor een
snelheid,die grooter is dan die,welke het in de slang had.De snelheden zijn
namelijk omgekeerd evenredig met de doorsneden van slang en Opening ; indien
waardoor het
b.v.de doorsnede der slang 20maal grooter is dan die van het uitvloeiingsgat,
dan beweegt zich het water bij de uitstrooming 20maal sneller dan in de
slang ; de snelste straal spuit het verst en de dunste moet de snelste zijll,
maar hij Oefent ook de minste werking uit,zoodat men de doorsnede der
Opening aan het einde der buis zelden kleiner maakt dan 1 c.M. en zich van
die maat zelfs slechts in geval kan hooge noodzakelijkheid bedient.
Men kan Ook gebruik maken van de zuigkracht der spllit zelf en haar het
water laten aanvoeren door middel van een slang, die in een stroom enz.
gelegd wordt ; het is niet noodig te zeggen,dat daardoor de arbeid van het
pompen zeer wordt belnoeilijkt.Voorts kan de eene spuit de andere als aan-
jager dienen, wanneer zij haar water door middel van een slang in den ver-
gaarbak van de andere uitstort. Anders heeft men tOt het aanvoeren van
water ook afzonderlijke zuig- en perspornpen,uanjagers genoemd,die eenvou-
diger van inrichting zijn dan de brandspuit zelve en staan moeten tusschen
de spuit en de plaats,die het water levert,terwijl slangen van de laatste'naar
den aanjager en van dezen naar de brandsptlit zelf loopen.Er zijn Ook spuiten
vervaardigd met een enkele dubbelwerkende pomp,die een liggenden cylinder
heeft.De spuiten zijn klein van omvang en hebben het voordeel, dat de oplig-
gende cylinder bij vorst door vuur kan worden verwarmd tegen het vastvriezell.
lnmiddels hebben deze en andere afwijkingen van den gewonen vorm der
brandspuiten geen goedkeuring ingeoogst,daar zij alttd gebreken verraden
hebben,hetzij met betrekking'tot de eenvoudigheid der samenstelling',hetzij
ten aanzien van duurzaamheid of kracht van werking.Hiertoe behoort ook de
draaispuit, die in 't m idden der 19de eeuw door RElosotzo is uitgevonden en
door haar uitwendig voorkolnen gunstig voor zich innam.Zij vertoonde zich
als een rond vat,Op een stellage liggende en aan weerszijden van een kruk
voorzien.Van binnen draaien twee rOndgaande zuigers tegen elkander,zijnde
twee lichamen,uitgesneden en in elkander vattende, a1s twee raderen met
zeer diep ingesneden tanden.Terwijl de insnijdingen aanhoudend water door-
laten en in de slang persen,Ontstaat daardoor aan de andere zijde een besten-
dige zuiging, die door middel van een slang telkens nieuw water aanvoert.
De zwakke zijde dezer inrichting ligt hierin,dat het moeielijk is,tusschen de
zuigers en de wanden een behoorlijke
sluiting te
andere klacht
erlangen,zonder de beweegbaarheid te zeer te bemoeilijken.Een
was,dat de spuit moeielijk liep.Ook bij de gewone pompspuiten
is het moeielijk de zuigers goed af te sluiten,omdat zj meestentijds droog
staan.Het beginsel, dat men t0t het volkomen dicht maken bij waterpersen
bezigt, wordt tegenwoordig Ook met goeden uitslag bij brandspuiten toegepast.
De zuiger is van een ingesneden rand voorzien, waarin een lederen kraag is
gemaakt. Van de ruimte achter het leder loopen kleine kanalen dool'den
in dit geval uit leder bestaande
HYDRAULTSOHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
zuiger en deze komen aan zijn benedenkant uit. Het water,dat zich daarin
verzamelt,houdt den lederen kraag gespannen.
Een andere nieuwe inrichting is die, welke sedert eenige jaren bij het brand-
wezen te Parijs bestaat en hier en daar is nagevolgd.Zij vertoont Oogen-
schijnlijk de grootstmogelijke gemakkeltkheid van arbeid ; de spuiten zijn klein
van omvang en worden door 3 of 4 man op een stelling met 2 wielen naar
hare bestenAnAing gebracht.TOt gebruik Nvorden
en op den grond
gemakkelijk naar
S t o O m s p u i t e n worden alleen in groote steden naast gewone brandspuiten
ebruikt. tloewel zij groote hoeyeelheden water kunnen geven, hebben ztj g
echter dit tegen zich, dat er veel tijd verloopt,eer er stoom gemaakt en de
spuit in gang is.Bovendien is zulk een werktuig zeer kostbaar.Men kan zich
de stoomspuit voorstellen als een vereeniging van een locomobile en een spuit ;
het mechanisme kan niet anders zijn samengesteld dan b$jde gewone spuit ;
het eenige verschil is, dat de stoom de hand vervangt.Doch aan handen tot den
arbeid bij brand Ontbreekt het in den regel,vooral in steden,doorgaans het minst.
Bij de stoombrandspuit volgens het stelsel van MERRVwEATHER is de stoom-
ketel verticaal ;deze rust met veeren op het achterste paar wielen.De stoom-
cylinder ligt horizontaal in de nabijheid van den ketel.De zuigerstang is
bevestigd aan den dompelaar eener zuigperspomp, die haar plaats heeft aan
den voorkant van den wagen.Boven de zuigperspomp bevindt zich de wind-
ketel.De pomp zuigt het water uit de grachten Op en perst het in den wind-
ketel.De in dezen aanwezige lucht, zoo gecomprimeerd wordende, perst het
w ater in het gesloten reservoir,waaraan de slangen m et spuitbuizen geschroefd
worden.Zoo'n stoomspuit kan 900 L.water in de minuut tot een hoogte van
zij van die stelling afgenomen
dat zij door middel van een paar rollen gezet, doch zoo,
allerlei richtingen kunnen verplaatst worden.
nog die toestellen, welke in de
vrij algemeen,schoon naar het
schijnt nog niet genoeg,ztjn verspreid geworden.lnzonderheid bij een pas
ontstanen brand bewtjzen deze toestellen uitstekende diensten, oneindig beter
dan de zeer onbeduidende zoogenoemde handbrandspuiten,die weinig water
g0V0DyW0g0ZS d0R OYVRD; h2F0Vijzeren waterbakken moeielijk Op de plaats
der bestemming te brengen zijn en aan het brandwezen op vele plaatsen ten
plattenlande meer kwaad dan goed hebben gedaan door het aanschaFen eener
goede brandspuit uit te stellen.Doch een eigenlijke beschrijving hebben wij
hier van de extincteurs niet te geven, daar ztj hunne werking niet ontleenen
aan het bijzondere van het pompwerk,maar aan den aard van de vloeistof,
die zij in den brand drijven,water, met koolzuur verzadigd, hetwelk btjna
oogenblikkelijk de vlam dooft, zoodra het in het vuur geworpen wordt.
Er zijn nOg meer toepassingen van het beginsel der pompen, zooals b.v.
de in den laatsten tijd bekend geworden toestellen tot het ledigen van privaten,
door onzen landgenoot LIERNLTR uitgevonden.
Eindeltk komt hier nog in aanmerking de h y d r a u l i s c h e p e r s of w at e r-
p e r s , een uitvinding van JosEpH BRAMAI-I,geboren te Stainborough in 1749,
45 M.spuiten.
Slechts met een woord vermelden wij hier
laatste jaren onder den naam e x ti n c t e u 1- s
248
24$) BRANDSPUITEN)WATERPERS.
Overleden te
uitmuntend
Londen in 1814. Htj was zoowel theoretisch als practisch een
verdienstelijk door verschillende
uitvindingen,als : een verbeterde kraan,eel uitmuntend veiligheidsslot,
groote verbeteringen aan pompen en brandspuiten.Zijn hydraulische pers be-
staat uit een massieven ijzeren oylinder,die Om een Zwaren Zuiger Van g0-
goten jjzer luchtdicht sluit. Deze cylinder is vastgemaakt
de
van den bodem rijzen vier sterke ijzeren kolommen naar boven en deze zijn
aan den bodem van
POI'S 0n Vindt m0t dezen Zijn Vast Standpunt in het Onderstel der pel's ;
met het zeer sterke,massieve bovengedeelte der pers,haar kOp genoemd,
alsmede
door
werktuigkundige en maakte zich
schroeven verbonden.De zuigerstang is gedekt
die tusschen de vier stijlen op en neer kan gaan. DOor een Of meer pers-
pompen, waarvan de zuigers slechts geringe middellijnen hebben,en door
middel van een ijzeren pijp, wier middellijn de helft is van die der zuigers,
wordt water in den cylinder gebracht. De pompen worden meestal door een
drijfmachine in beweging gebracht, maar dit kan Ook met de hand geschieden ;
zij ztjn van verscheidene kleppen voorzien,
zoodat zij alle te zamen of ieder op zich
zelf werken kunnen,naarmate de aanvoer- '
buizen door bijzondere kleppen Open of ge-
sloten zijn.Om het water uit den cylinder
te laten wegvloeien dient een ijzeren pijp, .
die van een sluitklep voorzien is.W anneer
nu de aanvoerbuis geopend,maar de afvoer-
buis gesloten is en men dan water door een
pomp in den cylinder drijft,wordt de zuiger
langzamerhand opgeheven en de daardoor
naar boven gaande persplaat zal Op de tus-
schen haar en het bovenste dekstuk der pers
bevindende voorwerpen een zekere drukking
uitoefenen. Nadat de toevoerpijp gesloten
en de afvoerpijp geopend is, drukken de
zuiger en de daarop rustende last het water
I uit de afvoerpijp en de stang daalt weder
.
De drukking,welke op de kleine oppervlakte
.
1 i)
van den ponlpzuiger wordt uitgeoefend,staat
tot den druk,Op den grooten zuiger uitge- . #
II'
Oefend,als de doorsnede van den pompzuiger 1
staat tot de doorsnede van den grooten zuiger.
. .,1!!y Yianneer dus deze doorsneden tot elkander j
taan als 1 100 dan zal eell waterstraal,r - -- - -t--'t)-..--(L---
-
-
=,.-
-.?>.t:)7cur=..p '%= --z* S ) z ..
die met de kracht van een kilo door de D
e waterpers.
d001* 0011 ZWRI'O ijZ0l'0l1 Plaat,
klep gedreven wordt,een drukking van 100
kilo op den grooten zuiger uitoefenen.Men kan dus zeer gemakkelijk en zonder
eenige inspanning een drukking van 10 000 centenaars met de waterpers
uitoefenen.
250 HYDRAULISCHE MAOHINEG POMPEN EN BRANDSPUITEN.
Doch beschouwen wij de machine
voudige taak bestaat hierin,dat door
sterken metalen cylinder A (zie de
daarin loopende zuiger B langzaam
j --* 1,
.' $1
' l
z *
l1Ir!
I 1
1
I
II lI ' IIIIl
I I. 1 l1
%%NXN NR.N .NN . II. N
'
...x4, N: q4j .xlN q q,q
'
xqx -, - <
'
. N . . I .. N s N ..
N k z
'
I .e N.'o. *1 N
N e#'# N
z,$Z $ /Z.Z ' Nx .
Z ' : i Xx .e'# ' ,,, khX 'N ' .xk .N. . . I z z Z N
'
. .q %%XNN ,z . l z ...NN
'
N. .N .
'4 .Z jI ..;z/;/''z:X..%
'
N. N' %X %
N
'
. 1b.yjp//' :' :' l ' '. . '. -,',//----//''
'/.. I t'''.t'''. -tt' t'z'z-z' '- I ed
'
. : ze,'zz .ee ', . ..o ez ' #
'
. z ,. . . . .p.z.$z ,z I. I III,I I,/.z ;,,;<t.N...
f:.z
'
6, ,, ..,
,e,... I I Ij,, jzazzzz,xs p % I , # .
''3.z?z z.. ..zh 'f'z..#.z z 'z '.zz .zz #,e zz/#z'zz,zzzzz . ,. #,sp. , ee'n.p. e,,e.... ..,. . .' , d
, : ,,#&#W # >yr,z zjz, z q jCZZ (Z'4 yz >
N.%%%%%x x +%'.N).. . xh . ' x R N% qNy h.N.xN.hx N> ....%%xNxxxxN%
De waterpers.
n0g nader in hare werking.Haar een-
middel van een pomp het water in een
onderste af beelding)gepompt en dus de
Omhoog gestuwd wordt. Op den kOp van
de stang ligt de eene
persplaat, terwijl de
plaat,tegen welke de
drukking plaats heeft,
aan twee zware en ste-
vige kolommen (zie ne-
vensstaande af beelding)
is vastgemaakt. De be-
nedeneinden der zuigers
staan vrij in het water,
zoodat de waterstraal
niet o n d e r den groo-
ten zuiger behoeft,maar
Ook verder naar boven
water zich
den zuiger
instroomde.
mag uitvloeien.Omdat
de drukking van het
naar alle zijden voortplant,is de drukking Op de benedenzijde van
even groot als in het geval dat het water verder naar beneden
De plaat der perspomp heeft slechts een
en de aanvoerbuis is niet wijder dan
Indien derhalve de sluiting
tusschen dien cylinder en
zijn zuiger niet volkomen
ware, zOu er licht zooveel
water kunnen terugvloeien
als er aangevoerd wordt,
zoodat er dan in het ge-
heel geen persing zou
plaats hebben ; aan den
zuiger van de pomp zOu
hetwelk door meer arbeid dan n0g
te vergoeden
vervaardigd.In den hals van den cylinder laat men een groeve open en men
plaatst daarin een lederen Of tegenwoordig ook gutta-percha-ring,die aldus
gemaakt wordt.Men laat zulk een platten ring eenigen tijd weeken,totdat
de stof zich gemakkeltk laat rekken en buigen.Die buiging geschiedt zoo,
ware.Die sluiting nu van den pers-cylinder wordt volgenderwijze eer een klein verlies kunnen plaats vinden,
Nvater in den grooten cylin-
der Niordt overgebracht.
1
.jtj j i
ilt , ./t' E
. 1
.X.
x x ,j .xxx -..-lq: x
-
.
;x
( ,t - xx- .Xxx --xx x ..y. .-xw x xy ,jsx--y
. -k ;l, - x I'
l ''x --x- hxNx 'xxxA u ....- ww -...',,.
,
y . x xjjj x xxwx . . . , j j
,uy . .. e.,' $ j 1.
xx $ N !I X , 'x
x ,l x x . . 1f xx
,, .
Nx
x , l x'.x . . r V
xhxx .x :;'' N
x x .sx
,j yz xx . X
.
v.x7 :f k% '
'!',kkf's. -sk .,
De voornaamste gedeelten der waterpers in doorsnede.
kleine doorsnede (3- 6
een centim eter.Daaruit
elke persing
zeer kleine
centimeter)
volgt dat btj
slechts een
hoeveelheid
DE WATERPERS. 251
dat er een halve ringvormige buis ontstaat (zie de onderstaande af beelding,
die er een gedeelte van voorstelt).Dezen ring maakt men goed vast in de
zoo even vermelde groeve aan den hals des cylinders ; men noemt hem s l u i t-
k r a a g of m an ch e t.De zuigerstang A wrijft dus aan alle zijden tegen
dezen lederen Of gutta-percha-kraag. W anneer nu de
cylinder vo1 water gepolnpt wordt,dringt dit water ook
in den hollen ring en drijft het het leder uiteen, zooveel
slechts de wand van den hals des cylinders aan de eene
en de zuigerstang aan de andere zijde het tOelaten.Daaruit volgt dus, dat,
hoe meer de persing van het water toeneemt,hoe sterker het leder tegen de
zuigerstang wordt aangedrukt. En op die eenvoudige wijze wordt elke door-
tocht van water afgesneden.
W anneer men nu het voorwerp, dat men persen wil,Op de plaat legt en
de pomp aan den gang brengt, heeft men aanvankelijk slechts een kleinen
tegenstand te overwinnen, maar die tegenstand neemt toe met het stijgen van
den grooten zuiger.W anneer men de pomp niet meer in gang kan houden
en toch deze zuiger nog meer wil doen stijgen,kan men den hef boom een
gat verplaatsen.Daardoor wordt de lastzijde van den hef boolll tot de helft
verkort,terwijl de krachtzijde even lang blijft, zoodat men dan een tweemaal
zoo groote kracht uitoefent.Natuurlijk zal ten laatste bij voortgezette persing
het werktuig vaneen moeten springen, aan de pomp,de buis of den cylinder.
Om dit te vermijden is tusschen de pomp en den cylinder een v e i l i g h e i d s-
k l e p aangebracht,die zoodanig belast is als met den aard van het werktuig
overeenkomt.Zoodra de persing haar uiterste hoogte heeft bereikt,Opent zich
de klep en het water spuit er uit.Doorgaans ligt er een andere klep R naast,
dienende Om het water te laten terugloopen,wanneer de persing moet Op-
houden. Wanneer men deze Opent, daalt de zuiger B met zijn last neder en
het water loopt in den vergaderbak onder de pomp terug.Daar de inwendige
deelen van het werktuig zoo ftjn moeten afgewerkt worden,dat reeds een
zandkorrel eqn stoornis kan veroorzaken, moet men zorgvuldig acht geven op
het zuiver houden van het water.Daarom ligt onder de pomp een fijne zeef)
door welke het water heen moet.
p01*S0n
de ijzeren kokers van de tubulaire brug over het Menaikanaal)die het eiland
Anglesey met de vaste kust van Wales verbindt)op de pijlers te he/en.Twee
reusachtige kokers, ieder uit vier stukken bestaande,van welke de lengte der
middelstukken 140 en die der buitenstukken 87,5 M.bedraagt, zoodat de totale
lengte 455 M.is,zijn daar nevens elkander geplaatst en door beide loopen de
spoortreinen tusschen Chester en Holyhead.De B 1*i t t a n n i a b 1- u g ,gelijk
men haar genoemd heeft,rust op vijf gemetselde,met marmer bekleede
pijlers of torens,van welke er twee, Op de tegenoverliggende oevers ge-
plaatst,de uiteinden dragen,terwijl de drie overige de brug in die punten
ondersteunen,waar de gedeeltelijke kokers met elkander verbonden zijn.De
middelstukken ztjn Op het strand geheel afgewerkt, vervolgens Op vlotten
In Engeland heeft men zich in 1850 van hydraulisclle bediend om
gelegd en ald us tot aan den voet der torens gevoerd. Daar zi
.jn ztj ciool-
252 HYDRAULISCHE MACHINES,POMPEN EN BRANDSPUITEN.
middel van hydraulische persen Op de ruim 30 M.hooge pijlers geheven.
Hydraulische persen worden ook gebruikt tot 't samenpersen van hooi.
Daardoor kan men de dichtheid van dit van 0,09 tot 0,4 vermeerderen,wat
het vervoer gemakkelijker gevaren,die bij
staan, vermindert. Bovendien kan geperst hoo'i een geruimen ttjd bewaard
worden, zonder dat het in deugdzaamheid verliest of broeit ;balen geperst
hooi werden n0g gaaf bevonden veertien jaren na 't persen.'t Beproeven van
de sterkte van ankers,ankerkettingen,kabels,kettingen en staven van hang-
maakt en de brand kunnen Ont-
bruggen,bouwmaterialen,stoomketels enz.geschiedt meestal met behulp van
hydraulische persen.
I4 U . '' .*MA A A w
.. .y)1IIII -----...---.-........z-:'j-:-:'& . z .,.x .v .z' - - .u-- .-- --c%- '''
. .
- - - -- - -
,.uuuuz-.
.
.
.
.
.
..c.u.v zx , ..x .x' =
'Y-Z-Z-Z-Z-Z-Z-M 'V-
t=- -= .% $ . > . .y. -- z,, A , A - ..<.L...-......-.-L C====e==z====u=-'= ----.=------.Jr----='
x. . . . .
z, --yzqz-z ...x - .
- - -
. . ..
.
= x
x x w cx ( , ,g , .. z y , yy .
.
.u.u.s - ==.=
'
==..======--- - Nx
xxsN G.' '/e xy zzzzz zy x
.
.
.......ss .
% e.t-- - ---v . w wx .
q z a>
....- -.- =
-''===='=-=-=-='=-=-=-=-'>
- - 'N W ,,.v 7 . '; v A' -s-
--= -
&- '-' ...- '''-' .
.
.
W xx +. xr M . ........ '' y.Y =a=-=-v ------'--- '''N , ' ' x ,'Z- -'
. '
'
' ' = = , ' = . . . - '
-
-
-
-
-
-
->
- x-a --- '-''
vo : s . ;,.v J: 'A
...- rsccs ...- ' -- -- ==-----w = -
N . - -
= - -
= O O -, - N. - .
.,,
-::z'- % zzz t,/ -- - - . ..-..0
.
' ..-' .--- = ? . - i x
N = .
=== . .A > J -- '= ,. j jj =-..a - N ,- -------- --A- ' '. <Nx- .
x ..
M
..x'x ' .-. uc- , zk kdk o. 'w . -gLyL....-.. ---'--- , - -c.> -'= .'.. x .x ., zzx,l .w..s x. x------- ...-.-v .
.
.cr czzzz. -==% -=af- -
N' N'. A M W 'z ov -''xxxwx azuuo. . -..z.>
-- -
S-
-
' '
. ..
-=u-
-.
y-.w w N ,y .,z' .-- - - - -- ........o .fz , z x w .. x-w --xx w .. .
r -- x )
m.
aw -
-
.-
x -w xzz -- - .- - jcjp . w x xx
.
xxw . ..z . -
.
.- - .- -
=A <w w --N -p....- N
,z- - - --0 xv x .a
x .
.
.x wx . -..
=
-
=
.
'
.
. . = u-
s ,. Nu x ; w=-% . - - ..- - - - - = -'
zvcyr-z-..= vl -- -:>N ' A . z ' .= - -w'-- vr .
x . .'
x
z'(yq.yy 'j ,j y x xx Nx x skssss- ,-=y... s- uxyx ,,.wLcS u ..==Avs- '-' .--a=..w7 ) ...u- ,k , csssvszxxx
z
, .-=-s-=- vz. .j ,= = -'-'>w --..w u yzf.,x .- - =.
= z p . xx Y.w -=v-.-- ,. ,w.'u...r h zgg.s .w
.. s x. -.e y y .-uuzax- '-'-'=vo' ' c v ' -w
x
=
.
u
.
-
.
m - .- ' .--
, yyyy , . .,xyy x u''xs .. - uu- xw..w -.w- m..w-.V -.- su= o- -aw . -..=.=-- C'U-ZZ-- '
.
'
-
,
/ V l's'rg- y x mns..- '- - '--- Mx.- -
.
sxv ,. U s. ,
.
,
,
,j,;
/
jj,,
,
h
.....,0 . u W .
..
'
X'
v . &
=
.'Z'W=O ' .
.
.
.
.
.
.
.
.
..S.-- .. ->
..g..
.>'='=--
---
s .----,.
--
. - - x--.v.-z ''- . - - .-- - .
,-..-..-.-.-.-
vz'
z
=-,rL- '- - -''
.
.
e'z-s- . . .'Il,l...h.h'.-c .'w--se- .
v -
.--zs...zcuc:s.--
-s- - --:c> . .. . .
NN ---' N . .
. .
> .' = ' ' * .
N r .a.- . . .W o > .
,, , '> ., - . . >
. . w . - ...
-==.
% -m ==--- ==U -.x.u---- ..- r . -=w -- . 5
,.L.v
Q= N A . / . - .. -- -- -
-
= - .x - -- - y ..c=.u-
-
==
...- .
rX- . -
. 'ssj ==-=----= . ..- - ..-..... . ..
J I
N / .
-- k . w
! W ..>- .
- ..
*
4N --- i
,' yxsj ' ...xz.. -
- /
y,,' y'yx .. J), - xw ... -u- .
/; kty yy .-- .
,;/ <z Xy J . -
-
.
-- ?/ l , j -'-' h
w ' X -**
-
'
j ,,yux.o....--j v ..
- -e.--N w ,:'Iy
g
'-
- ' X.
c : *
.
.F % 11 / k- :4 -... -
.-.
gjyyillk -d. lk---...gyy....
-- -
$4
,,, J
,
Jo
.
-
x-s.h
yjj
'''s
ss -k,,
:2,
,.q
-4:,
-.. bjy
yyyy kkiiy- itty..
..
,, x
-, . -----..-.
----
-.,, - . - -.. ---hsh !j 'i -.-. .....
.
.
.
.
.....,... t/; j -,fj x...--.-- -... o'./ ----xw t.z s . . -
:-I9/ >-. y , --.-...---..---
.-,e. j,), -,,,
- ,;.. , .r.,.-....-.
. vx4j .-.- yy,/,y,, ,,) #)t
.
jjjjjt.Jy.-;p/,jj .,,.qjljpy.jgjjj Jy yyjjjj,s.y..
.
jj
.. ajj ,# :4 . ... ...x .
j(t'.. ...
,k$k,(,(j,, ,,.
,'.'3t' w %
N
K. x
a- ---..
'''')
---
.
--------- ---- --,
tz-
N
.,
x x *
-
% F z - %. -- -- .
. . Jz.z . rrw s. o ,.,% ' -- N
w upjy , yyyag y.w u jSA - . .
x
x
24:
.
AQ xY.'.u . -.ga Q y s y jwp . ( -
cs.sv . -w
. x,=- -
,
-
- ,
= $ . -
-
----------x Nx -.-- -...-
t?ql;llp 4442)14,jf:p ----------------czr-. - -
---------- -------::-
---- v
.;,
jgjr ---:;k !lj . --..-
'-
--
.
-
u. . iK ..p.lk- N .
. - 'N.N
-...-
---
4:
N
. t
-
oy 64 jp Q N' . L htclk Het llcht
.
N
!yhV. %-'
l Yx,m 1'' '-' lden der ouden aangaande dit Onder- . . penkbee '''''
'--- '--.- v > , .; N
.L'---. .. '
-. werp. - KEPLES. - CAsrzlmrs. - HUY- '
:'--- '----.w % z 'N-- * 5 ' Q
xx .
---- -
.
'-'
-
. , oExs.- NlwTox.- De undulatle- en de N
v . .
j x NNN
X.
NX h AN . p . . - '
-
x- u s. w .s-w .. emanatzeleer. - Het llcht beetaat ult trll-
--
-
--
w. . . .
-
-
- ' 1% .
x,'m'X ' x- llngen. - Voortplantlng van het llcht.- N
. -x-.
.- > hu .
'
''--
-xx -- .
'
w N '. .,.
N-.-4x Bepaling der snelheid van het licbt door '-
-'Q ox . ' x'o .)x k . . .
'
-
''
'
* .' waarnemlng der verdulsterlngen van de wach- hs ti'-
) ,, I- $.,. ! I .
. () cxssyxy en Ro''MER.- > , .,v - ters van Jupltely O0r
N.. ..w . , . . ---
N .
x-
.w .
Aberratle der llchtstralen. BRADLEY.- -
--
- .. . Uw . . 4
-->. ' Q y . '' De maohlne Yan FIZEAU.- Af hankelpkhel
( N -----.
x. . . .j vau jyrj jjnuj vau den af- -' j .) f'
j
Van de lntensltel
h A j ; ' . tand. - De photometer van RUMFORD.- - : j x s Yx
Ng Y ''''<'k'
G lariseerd en gewoon licht.- Toepassing . $ epo
,, .k
- < N x . ' der polarisatie op de fabrlcage van beet-
n ! 4 ,
NVQ , , , x .
Aswww ''x /,' ' ''. Nx N. wortelsulker. ' N 'x
x.x ------.
-----
..--,..-- t1#ht- .kh -.--.---. x k z *
.ze #, j xNv
x@' . N
' Licht en Warmto,de geschenken d0r # .
A ' , I uz .
j! s laeft eu g ich be. Yl ' Z0n Waardoor a 0 zcftdt
..s.,.. 'h
'
/ -
h . r .
bthj %N L &
17C. 1
HET LICHT.
voorwaarden van alle organisch bestaan en,terwtl de
kracht, beteekent het licht heerlijkheid,geest en ver-
ons lichaam warmte bij en veerkracht aan onze spieren ;
maar hulpelooze schepselen zouden wij blijven, indien wij geen zintuig bezaten
voor het licht, geen vatbaarheid voor het opnemen van zichtbare indrukken
der buitenNiereld.lletOOg verrijkt ons met indrukken,die geen onzer overige
zintuigen in staat is te geven.Daarom heeft in elke taal het woord licht de
beteekenis van helderheid,wijsheid en doorzicht,Zeer belangrtjk is dan ook
de vraag naar het eigenlijke wezen des lichts en dit valt vooral dan in het
oogj wanneer wij aay de eene zijde letten op de gewone verschijnselen van.
net licht, aan de andere zijde op die, welke wij kunstmatig doen Outstaan.
Door de laatste ontwaren wij OOk nauwkeuriger het Onderscheid tusschen licht
en warmte. Btj een zoo ingewikkeld Onderwerp als de leer van het llcht kan
het ons niet bevreemden, dat er eeuwen verloopen zijn,eer men tot eenigszins
heldere denkbeelden hieromtrept,kwam.
Toch heeft men reeds in de oudheid over dit Onderwerp nagedacht en denk-
beelden geopperd.Doch de wijsgeeren bewandelden een verkeerden weg.Uit-
gaande van overeenkomst tusschen de zintuigen,stelde men zich het zien voor'
als een soort van betasting.Uiterst .ijne gevoelswerktuigen gingen,meende
men,van het oog uit en ontvingen indrukken,wapneer zij in aanrakinp
kwamen met voorwerpen uit de buitenwereld. De werking ging derhalve,gelijk
het nog in een aan EUCLIDES toegeschreven boek Over de gezichtkunde heetr
niet uit van de voorwerpen,maar van het oog.rDe vorm onzer oogeny''heet
het in een werk van HELIODORUS van Larissa,rdie niet hOl is,noch ingericht
als de andere zintuigen,bewijst,dat het licht eruit stroomt''. Men meende,
dat het oog moest gevormd zijn als een opnemende hand,zou het iets v a n
b u i t e n o ntv a n g e n ; en,daar dit het geval niet is,daar de oogen schitteren
en vele menschen en dieren zelfs bij nacht kunnen zien, gaf men zich onwille-
keurig Over aan een denkbeeld,dat bij nauwkeurig onderzoek weldra bltjken.
moest Onhoudbaar te zijn.
PLATO besefte het Onbevredigende dezer theorie,maar kon haar toch niet
geheel ter zijde zetten.Hij geloofde slechts,dat het licht - de oorzaak van
het zien niet alleen van het Oog, maar ook van de voorwerpen zelve uitging
en dat de wefking van het zien bestond in het ontmoeten der beide aange-
duide stralen. Eerst ARISTOTELES verwierp het oude gevoelen, dat het Oog
eenigermate bij een lantaarn vergeleek.Het oog kon van geen vurige of'
gloeiende natuur zijn, maar moest inwendig veeleer waterachtig en doorschtnend
wezen,Om dat de gezichtszenuw achter in het oog ligt ; het zien heeft plaats
ten gevolge van de bewegingen eener doorschijnende middelstof tusschen het
VOOI'5VOFP
De Latijnsche leerdichter LUCRETIUS opperde het gevoelen,dat de voor-
werpen afschaduwingen van hun omtrekken - hij noemt ze dunne schilletjes -
naar het oog afschieten,en,als wij bij ARISTOTELES de kiemen van de theorie
der golving van de lichtstralen meenen te vinden,mogen wij niet nalaten
.:
'
LucRETltTs te houden voor den vader der eerste sporen van de straal-
en het00g.
weegt,zijn de eerste
warmte een beeld is der
stand.Voedsel zet aan
2
VERSOHILLENDE THEORIEZN.
schieting
Dat
vOOr een
ARISTOTELES van de undulatie-.LUCRETIIJS van de emanatieleer.
Arabier
gezichtkundige
ztde aanvatte.
De eerste, die zich met een nauwgezet onderzoek der zaak inliet,was
KEPLES.Het licht zelf hield hij voor geen stoFelijk voorwerp. Hij laat zich
wel niet nauwkeurig uit over de natuur van het licht, maar niettemin bepaalt
hij den graad van de afnemende sterkte, de breking,de terugkaatsing enz.
Daar hij begon met aan te toonen, dat die verschijnselen onderworpen zijn
aan de wetten der mechanica,heeft men aan hem de eerste juiste en heldere
voorstellingen aangaande dit Onderwerp te danken.De eigenlijke aard van het
licht bleef daarbij geheel buiten spel.
Het eerste, waardoor de vraag aangaande de eigenlijke natuur van 't licht
weder
straalbreking. DESCARTES of CARTESIUS (1596 - 1650) heeft zijn leer
Over het wezen van het licht in drie van zijn werken meeged eeld.Hij gaat
den voorgrond geplaatst werd, waren de merkwaardige verschijn- Op
selen der
de ruimte uit. De moleculen van de
het licht van de zichtbare voorwerpen uitgaat, ,gold in de middeleeuwen
Onbetwistbare waarheid,0.a.blijkens de 0 p t i ca van den geleerden
AL-HAZEN.Doch onder allen,die zich bezighielden met het licht en de
verschijnselen,was er niemand,die de zaak van de wiskundige
Van
lichtgevende lichamen zijn in beweging en Oefenen op een zekere middenstof
een druk uit,die zich momentaan, d. i.zonder tijd,tOt de verste punten voort-
plant. Hij vergeltjkt deze soort van voortplanting met de voortplanting van
voorstelling van een geheel gevulde
een druk van het eene einde van een staaf tOt het andere,welke voortplanting
hij O0k voor momentaan houdt.Het denkbeeld van
door golfbeweging was DESCARTES Onbekend.Ztn
voortplanting van het licht
meening Omtrent het wezen
der warmte komt echter met de hedendaagsche voorstellingen Overeen.DESCARTES
was in zijn meening Omtrent het wezen van het licht geenszins vast.Het
zwakke zijner theorie kwam voor den dag bij de afleiding van de door SNELLIIJS
Ontdekte brekingswet.De aanname van een momentane voortplanting van het
licht is zoo Onvruchtbaar, dat DESCARTES zich bij de verklaring van de wetten
van terugkaatsing en breking genoodzaakt zag zijn toevlucht te nemen tOt een
Ongeoorloofde analogie. De druk,die door de lichtende lichamen uitgeoefend
Wordt, zegt DESCARTES, moet a1s een zich in de richting van den druk be-
Wegend projectiel teruggekaatst worden en hieruit Verklaart Zioh de terug-
kaatsingswet. Zal deze vergelijking ook gelden tot het verklaren van de ver.
schijnselen der straalbreking, dan moet men aannemen, dat het licht in een
dichte zelfstandigheid (glas en water) sneller bewogen wordt dan in een dun-
nere (lucht).FERMAT (1608 - 1665)bestreed zulks met te beweren, dat dichter
middenstofen grooter tegenstand aan de beweging van 't licht bieden moeten
dan dunnere ;hij nam ter verklaring van het breken der lichtstralen zijn toe-
vlucht tOt een afzonderltk beginsel in de natuur.De tijd van FERMAT is dien-
volgens zeer belangrijk, omdat destijds voor het eerst de gewichtige vraag
aangaande de snelheid des lichts Op den voorgrond trad.lndien die snelheid
in dichter middenstolen inderdaad grooter was dan in dunnere,lieten zich de
verschijnselen der straalbreking verklaren door de Onderstelling,dat kleine,
HET LICHT .
stolelijke lichtdeeltjes door de lichtende voorwerpen worden uitgestooten (de
e m a n a t i e- t h e O r i e). Vertraagde d>arentegen het licht, indien het door
dichter middenstoFen loopt, dan was die onderstelling ontoereikend ter ver-
klaring der verschijnselen en moest men naar een andere omzien.
W ij houden er 0ns van overtuigd,dat geen onzer lezers het als een Over-
tollig en spitsvondig werk zal aanmerken, dat groote mannen met de ijverigste
inspanning getracht hebben de Oplossing der Opgeworpen vragen te vinden.
Maar zelfs hij,die den hoogen stand onzer tegenwoordige beschaving in vollen
omvang Overziet en zich :er en gelukkig een zoon van zijn hoogverlichten tijd
gevoelt, wendt den dankbaren blik doorgaans niet ver genoeg terug en is
maar al te vergeetachtig ten opzichte van al wat niet onmiddellijk bruikbaar
is in het dagelijksche leven.De groote menigte heeft Oneindig meer oog voor
den naan,die de vruchten verkoopt) dan voor hen:,die de boonaen plant.Doch
Op
tot recht begrip en juiste waardeering van den tegenwoordigen stand der geest-
ontwikkeling,rust dan ook de verplichting te wijzen Op hen,die den bodem
een werk als het Onze, dat zich ten taak stelt het groote publiek te brengen
elenden en de grondslagen legden voor het thans verrezen gebouw,ja zelfs
wier vruchtelooze navorschingen op ztjn minst tot waarschuwende op hen,
bakens hebben gestrekt.
na OARTESIUS trad HOOKE Zeer spoedig Op (1635- 1703) met de bewering,
dat het licht bestaat in trillende bewegingen ; hij hield echter de voortplantings-
snelheid van het licht evenals die van het geluid voor Oneindig groot ;HUYOENS
ontwikkelde het denkbeeld der trillende beweging tot een volledige theorie.
D e t h e o 1- i e v a n H U Y G E N s : g O lv i n g e n e n tr il li n g e n.A1s men
steentjes op hetzelfde punt in den vlakken waterspiegel van een vtjver werpt,
ziet men,dat,gelijk de dichter MCILLNER zich uitdrukt 1) :
. . . op de eFen baren *
Zich een kleine kring ontsluit,
Verder vloeit en wjder uit,
Tot hj, reikende aan de zoomen,
Wegvloeit onder 't loof der boomen.
De eene kringgolf volgt de andere en,
van den waterspiegel gevestigd houdt, zal men er bij
diepten op zien.Het water verandert daarbij niet van plaats,
deeltjes Ondergaan, blijkens een ingeworpen houtje,alleen rijzing en daling ;
hoogstens beschrijven zij een klein boogje.Aldus ontstaan golvin g e n.Deze
golvingen houden op, wanneer door de wrtjving de kleine waterdeeltjes hun
snelheid verloren hebben.
naaar de water-
De golf zelve is derhalve niets stoFeltjks,
Zij heeft de gedaante van een cirkel of ten strengste genomen die van een
gedeelte van een oppervlak ; de beweging trouwens gaat boven water op de
lucht en onder den waterspiegel Op de watermassa over.In de laatste moet
als men hetoog op hetzelfde punt
afwisseling golvingen en
maar alleen een soort beweging.
1) In het treurspel :D i e S chuld.
t') ' VOORTPLANTING VAN HET LICHT.
zij uithoofde van den grooten tegenstand spoedig ophouden)in de eerste wordt
zij voor onze zintuigen onbemerkbaar.De watergolving laat zich gemakkelijk
door middel onzer zintuigen waarnemen,gelijk zij het best kunnen getuigen,
die haar aan het strand der zee gezien of in een zeebad gevoeld hebben.
Golvingen der lucht,welke niet als die van het watel-in een weinig dichte
middenstof kunnen ontwijken en derhalve bestaan moeten in afwisselende ver-
dikkingen en verdunningen der lucht, worden ons eerst dan bemerkbaar,
wanneer ztj elkander met groote snelheid opvolgen ;zij bereiken dan het
trommelvlies dragen den naam geluid Of klank - een Onder- 0nZ0r O0r0n 0n
V-erp, N7aarop T;j later terugkonnen.
Gelijk de oorzaak van het geluid slechts bestaat in eene voor onze zenuwen
bemerkbare trilling of beweging,zoo is het ook volgens HUYGENS met het
zien van het licht.Met andere woorden:het licht zelf is slechts de beweging
eener uiterst ijne door de geheele wereldruimte verspreide stof - den 1 ic ht-
a e t h e r - ,die zich ook in alle zelfstandigheden bevindt.Komen die lichtgol-
vingen in ons oog,dan geschiedt hetgeen wij z i e n noemen,evenals de tril-
lingen of golvingen in de lucht het h O o r e n veroorzaken. W anneer de elasti-
citeit van den lichtaether naar alle zijden dezelfde is, zullen de trillende
lichtgolvingen, van een middelpunt uitgaande,bollen zijn,welker gemeen-
schappelijk middelpunt het lichtpunt is.Doch ingeval de elasticiteit naar alle
kanten niet dezelfde is,zullen de golven,van (n lichtpunt uitgaande,andere
vormen aannemen.Zulks heeft plaats in kristallen en de daarin waargenomen
verscheidenheid maakt de theorie van HUYGENS nOg te aannemelijker.
NE w T o N e n d e u i t s tr a li n g s th e O ri e.Het is vreemd,dat NEwTON zich
niet zonder bedenking aansloot aan de Omschreven theorie) die volgens Onze
tegenwoordige begrippen zoo eenvoudig is en - gelijk wij later nog meer in
bijzonderheden zien zullen
verklaart.Wel blijkt niet,
tuigend,dat htj zich juist
z0u men uit enkele uitdrukkingen afleiden)dat hij haar niet afkeurde.Maar
bepaald te harer gunste heeft lltj zich niet verklaard.Doch de voorstanders
al de verschijnselen op de ongezochtste wijze
gelijk velen beweren willen, uit zijne werken over-
t e g e n de golvingstheorie verklaard heeft ; veeleer
der uitstralings-temanatie-) theorie kunnen er zich even weinig op beroemen,
dat NEwTON zich in hunne gelederen schaart.Hij liet,evenals KEPLER,de
vraag naar het eigenltke wezen des lichts in het midden en hield zich uit-
sluitend bezig met het onderzoek naar de verschijnselen en hunne wiskundige
behandeling.
De uitstralingstheorie is geen
door hem in haren vollen Omvang
liggen hare wortelen veel verder.
vinding van NEwTON ;zij is zelfs niet eens
aangenomen.Gelijk
Dat echter hare
wg aangetoond hebben,
aanhangers zich op den
groten wiskundige beriepen en deze theorie tOt in onzen tijd, door BIOT en
BREwSTER gesteund,zich staande kon houden, heeft ztn grond in een ver-
keerde Opvatting van eenige uitdrukkingen in sommige van NEAVTON'S ge-
schriften, voor welker Ontwikkeling het hier de plaats niet is.
De tegenwoordige stand der wetenschap houdt het voor een besliste zaak,
dat het licht, in overeenstemming met de theorie van HUYGENS, bestaat in
HET LICHT.
golvingen.FaESNIL, YOUNG,OAIJCHY, ARAGO en anderen hebben zulks langs
wiskundigen en proefondervindelijken weg Overtuigend aangetoond.
V O 0 rtp l a n ti n g v a n h e t l i c h t.Gemakkelijk is de waarneming,dat het
licht zich in rechte ltjnen voortplant : men behoeft slechts tusschen het OOg
en een lichtgevend voorwerp een ondoorschijnend iets te plaatsen,en aan de
zoogenoemde schaduw ziet men, dat het licht Onderschept is.Doch Oneindig
moeiltjker is het,door proeven uit te makell, met welke snelheid de voort-
planting van het licht plaats heeft.
Zoowel de golvings- (undulatie-) als de uitstralings- (emanatie-) leer eischt,
dat het licht eenigen tijd noodig heeft Om zich in de ruimte voort te planten.
Doch wtj hebben reeds Opgmerkt, dat het niet enkel de vraag is, hier een
eenvoudig nja of neen''te zeggen,
is, de middelen en wegen na te gaan,door welke de snelheid des lichts in
onderscheidene zelfstandigheden wordt bepaald.Onder alle bewegingen op aarde
is er
maar dat het veelmeer uiterst belangrijk
geene in staat een denkbeeld en een maatstaf van die snelheid te geven.
Men moet dus bij een zoo buitengewone zaak gebruik maken van buitenge-
wone hulpmiddelen.
H e t m et e n v an d e s n e l h e i d de s l i cht s.Men meent algemeen, dat
OLAF RMEs,een Deensch sterrenkundige,de eerste geweest is,die - in 1675 -
de snelheid van het licht uit het waarnemen der verduisteringen van de
wachters van Jupiter heeft afgeleid.Doch, indien zulks OOk al het geval ge-
weest is, heeft toch MONTIJCLA volkomen bewezen,dat men de eigenlijke waar-
neming en de ontdekking harer oorzaak aan den beroemden sterrenkundige
Doxlxlco CAsslxl te danken heeft.
De planeet Jupiter eerste,d.i.die,welke het dichtst
bj genoemde planeet staat,heeft een omloopstijd van 42 u.28 m.42 s.;de baan
dezer maan ligt bijna in het baanvlak der planeet, zoodat zij bij elken omloop
in de schaduw van deze treedt en verduisterd wordt. De omloopstijd van den
wachter liet zich met betrekkeltjk groote nauwkeurigheid berekenen en daaruit
lieten zich, in verband met de beweging van Jupiter in zijne loopbaan en die
heeft vier Niachters.De
van onze aarde in de hare,het begin en het einde van elke verduistering
voorspellen.Bij een zorgvuldige waarneming echter bevond CAsslxly dat die
verduisteringen altijd te laat begonnen en eindigden,wanneer de afstand tus-
schen Jupiter en de aarde grooter was dan de gemiddelde, en daarentegen te
vroeg, wanneer de onderlinge afstand van Ons en Jupiter kleiner is dan de
gemiddelde. Nader Ondarzoek bracht CAsslxl tot de Overtuiging,dat dit ver-
vroegen en vertragen dier verduisteringen in een eenvoudig verband stond tot
den afstand van den Niaarnenaer tot den Tiachter,
maakte hij Openlijk ztjn verklaring
staande, dat het licht zich niet in
maar dat het eenigen Wd noodig
lichamen en de aarde te doorloopen.
kunde waren n de berekening n de waarneming nog niet
0n d0n 12denAugustus 1675
als hierin be- van het verschijnsel bekend,
n Oogenblik door de ruimte verspreidt,
heeft Om den afstand tusschen de hemel-
Doch bij den toenmaligen stand der sterren-
rtp genoeg voor
zoodat OAsslxl,door ge- een nauwkeurig toetsen van de eene aan de andere,
brek aan overeenstemming tusschen berekening en waarneming misleid, zijn
6
SNELHEID VAN HET LICHT.
denkbeeld niet alleen weder lietvaren,maar het zelfs ernstig bestreed tegen
II,I,MTEI:,die naar Parijs beroepen was en de opvatting zoo aannemelijk vond,
dat hij een menigte nauwkeurige waarnemingen aanving,met welker behulp
het hem gelukte,de niet-momentane voortplanting van het licht niet alleen
tegen de bedenkingen van CAsslNl zelf en van zijn volgelingen onwederlegbaar
te verdedigen, maar zelfs de snelheid dier voortplanting te bepalen op Omtrent
42 000 geogr.mijlen in de seconde.Latere waarnemingen hebben die bepaling
bevestigd.En dat die snelheid zich niet bepaalt tOt Ons zonnestelsel, maar OOk
plaats heeft in de hoogere streken des hemels,werd ruim een halve eeuw
later, in 1729,bevestigd door de schitterende ontdekking van BRADLEV, de
zoogenoemde aberratie van het licht,hierin bestaande,dat alle vaste sterren
gedurende (len loop van een jaar een kringetje s c h ij n e n te beschrijven van
20''boogs.Bij sterren in Of nabij de pool der ecliptica is dit kringetje een
cirkel ; Op grooteren afstand van die pool wordt het een ellips met een groote
as van 20'',wier kleine as kleiner wordt, naarmate de ster nader aan de ecliptica
ltaat,en die vool- sterren in het vlak der ecliptica zelve in een lijn van 2t)'/
boogs overgaat. Het is hier de plaats niet aan te toonen, dat deze schijnbare
beweging van alle vaste sterren een gevolg is Nean de voortplanting des lichts ;
alleen zij nOg Opgemerkt,dat, daar de middellijn van het kringetje bij alle
sterren even groot is,odk de snelheid van het licht bij alle sterren even groot
moet zijn,zoodat wij gerechtigd zijn het voor een volkomen bewezen natuurwet
te houden,dat het licht van alle lichtgevende voorwerpen zich met een snel-
heid van 41 518 geogr.mijlen per seconde voortplant.
De uit de verduisteringen der wachters van Jupiter het eerst afgeleide snel-
heid van het licht is later door rechtstreeksche metingen velkomen bevestigd.
De Fransche natuurkundige FIZEAIJ werd tOt deze waarschijnlijk gebracht door
proeven,met een ander doel eenige jaren vroeger genomen door zijn beroemden
landgenoot ARAGO.De lezer vergunne Over deze laatste een kleine uitweiding ;
zij zal de daarna te vermelden proeven van FlzEwu helpen verduideltken.
Ten einde den duur van het bliksemlicht te bepalen liet ARAGO een toestel
vervaardigen,die gebaseerd was op de volgende redeneering. Indien men een
Tad met spaken met groote snelheid doet draaien,ziet men de afzonderlijke
spaken niet meer, maar schijnt het rad alleen uit een hoepel te bestaan.ZOO
za1 Ook een spaak van matzilver,om een harer uiteinden in yIs eener seconde -
want de indruk van een voorwerp Op het netvlies van het oog duurt nog zoo
lang na de verwijdering van het voorwerp
doen geboren worden, onadat de verschillende standen der spaak elkander te
rondwentelende,een witte cirkel
snel opvolgen om afzonderlijk te kunnen worden gezien.Vier spaken,a1s een
kruis geplaatst,zullen hetzelfde Op het OOg uitwerken, indien zij in 0,4 secon-
den worden omgevoerd, 100 spaken bij eene Omwenteling in 10 sec.enz. Bij
deze snelheid heeft elke spaak 0,1 sec.tijd noodig om tOt den stand te komen,
in welken zich de vorige zooeven bevond.Stelt men nu,dat dit onderstelde
spakenrad in het donker wordt omgevoerd en er plotseling een licht wordt
achter gehouden,dan za1 men,indien dit licht slechts een Onberekenbaar korten
tijd dtlurt,het rad zien, alsof het stilstond.HOe men het rad zien zal,hangt
8
af van het getal en de dikte der spaken,den tijd der Olpwenteling en den
duur van het licht.
Nu liet ASAGO, ten einde den duur van het licht der bliksemstralen in een
donkeren nacht te meten, tegenover de hemelstreek van het onweder een
metalen rad Oprichten,van 100 jne spaken voorzien. Een uurwerk gaf aan
dat rad de snelheid van 10 omwentelingen per seconde of van een Omwen-
teling in 0,1 sec.tijds..Hij plaatste zich tusschen het rad en de onweers-
wolken,zoo echter, dat de vrije toegang van het bliksemlicht tot het draaiend
rad daardoor niet verhinderd werd.W egens de duisternis zag hij niets van zijn
toestel.Maar een bliksemstraal verlicht het rad.Hij ziet llet dus, maar irl
welken stand, dat zal afhangen van den duur van het bliksemlicht.Heeft het
slechts gedurende een onberekenbaar kort Oogenblik geschitterd,dan zal het
rad zich gedurende den tijd,dien de indruk Op het Oog duurt (0,1 sec.),als
100 verlichte,onbeweegltjke spaken,schtnbaar van dezelfde breedte a1s de
werkelijke, vertoond hebben.Heeft het licht het duizendste gedeelte eener sec.
geduurd,dan zal het rad zich als een hoepel zonder spaken vertoond hebben.
Aan den duur des lichts,welke met een halfduizendste,met een derde,een
vierde, een vijfde duizendste gedeelte eener seconde
cirkelvormige gedaanten beantwoorden,waarvan ! , ) ,(, ) van de geheele
oppervlakte des cirkels gelleel van licht zullen verstoken zijn.In 't voorbijgaan
gelijkstaat,zullen schijnbaar
zij nog opgemerkt,dat AsAgo,na de spaken van 't rad zooveel mogelijk ver-
luenigvuldigd te hebben, na de grootste snelheid te hebben in het werk ge-
steld, welke met raderwerken behoudens eenparigheid der beweging te be-
reiken is,het draaiend rad bij nachtelijke bliksemstralen nooit als een onaf-
gebrokene oppervlakte gezien heeft,maar dat altijd do spaken zoo scherp en
duidelijk zichtbaar waren, alsof het rad had stilgestaan,ja dat de spaken zich
in 't minst niet als verbreed voordeden.Hieruit leidde hij af, dat de bliks6m-
stralen geen duizendste gedeelte eener seconde duren en dat de schijnbaar
langere duur slechts het gevolg is van den duur des indruks Op het netvlies
het Van 00g.
En nu komen we tot de
P r o e f v a 11 F I z E A u.Stellen wij ons eene schijf voor, in achten verdeeldz
indiervoege dat de acht spaken of stralen Om beurten langs een Open en een
gesloten vak loopen ;met andere woorden :een rad met acht spaken,tusschen
welke overkruis vier vakken
deze schijf regelraatig in 8 sec. Niordt
Open en vier beschoten zijn.Onderstellen wij,dat
rondgedraaid, dan zal een bepaalde
richting tusschen de opene en geslotene vakken bij afwisseling Open en gesloten
schijnen. Ondersteld voorts,dat men door een der vier openingen - we nemen
aan :tusschen de gesloten vakken 1 en 2 - een veerkrachtigen bal werpt, die
door den achterwand teruggekaatst wordt.lndien de schijf stilstaat,zal de ba1
o0k Avedor tusschen 1 en 2 terugvliegen ; maar,indien de schijf draait,zal de
ba1 btj zjne terugkomst f tegen een der vier gesloten vakken stuiten f door
een andere opening terugkomen, omdat inmiddels de stand der schijf ver-
anderd is.Indien de ba1 tOt het bereiken yan den wand 0,5 sec.noodig heeft
en evenveel tijd tot den terugweg,heeft de schijf gedurende den tijd,dat de
HET LICHT.
PROEF VAN FIZEAU.
bal heen en teragvloog,juist j eener omdraaiing volbracht en de bal stuit Op
zijn terugweg tegen het gesloten vak 2.lndien daarentegen de snelheid van
den ba1 slechts half zOo groot is,zoodat hij voor heen en terug 2 sec.behoeft,
kan hij ook weder door ; nu echter niet tusschen de gesloten vakken 1 en 2,
lraar tusschen 2 en 3.En zO0 zal raen steeds uit den bekenden tkd, dien de
bal noodig heeft Om den uit- en den terugweg af te leggen,kunnen voorspellen
tegen welk gesloten vak hij Op zijn terugweg stuiten Of door welk Open vak
hij terugkomen moet.
Op dit eenvoudige beginsel berust de proef van FlzEwu.Hij bezigde daartoe
een rad, dat aan den Omtrek een groot aantal regelmatige insnijdingen O P GK
had,Op de wijze van een getand rad.Stellen wij Ons voor,dat zulk een rad
met den rand voor een lichtend punt geplaatst wordt, dan zullen wij,wanneer
het rad gedraaid wordt,het licht slechts bij tusschenpoozen zien, Omdat telkens
een tand voor de licht-
bron komt
. en Ons oOg
zich dan in de schaduw
van den t'and bevindt. Zijn
nu twee dergelijke rade-
ren Op eenigen afstand
van elkander op dezelfde
spil geplaatst en stellen
wij Ons OOg achter een
R
Q x
df 4 t%
L
tand van het tweede rad ;
verder de raderen in
@
11
zijn
dier voege op de spil be-
vestigd,dat zich een Ope-
ning van het eerste rad
juist voor het lichtende
punt bevindt,w anneer een
is,dan zullen wij, wanneer
het licht van het lichtend
Opening
de spil met de beide raderen wordt rOndgedraaid,
oog geplaatst
punt telkens waarnemen, wanneer er een opening
voor het oog komt. Bewoog zich echter de spil zeer snel en was de snelheid
van het licht gering,dan zou het kunnen gebeuren,dat wij de lichtbron niet
waarnamen.Hadden namelijk de beide raderen elk 500 tanden en bewogen zij
zich met een snelheid van 10 omwentelingen in de seconde,dan zOu er slechts
.
).;v deel van een seconde noodig zijn om een opening van het rad voor het T 'E
oog te doen plaats maken voor een tand.Had het licht juist dien tijd noodig
gehad,om den afstand van de beide raderen af te leggen, dan zouden wij
geen licht zien,want het licht, dat door een opening van het eerste rad is
gedrongen,zou dan, bij het oog gekomen,een tand van het tweede daarvoor
aantrefen,
zOu moeten
terwijl,wanneer een Opening voor het Oog geplaatst is,het licht
aankom en, dat van de lichtbron werd uitgezonden,toen een tand
van het eerste rad er voor geplaatst was,en dat dus werd tegengehouden.
Werd de snelheid van de spil verdubbeld,dan zouden wij het licht weder
waarnemen, omdat nu het licht, dat door een Opening van het eerste rad
van het tweedb rad voor ons
9
10
werd doorgelaten, bij llet tweede rad komende, een Opening aantreft,waardoor
het tot het oog kan doordringen.Bij een drievoudige omwentelingssnelheid
der beide raderen zOu het licht weder verdwijnen, bij een viervoudige weder
komen,enz.
snelheid van het licht is zOo groot,dat in de hierboven aange-
een afstand van 30 800 meter nomen onderstellingen
zouden moeten geplaatst zijn,en het zou niet mogelijk wezen op zoo'n grooten
0P
afstand twee raderen met volkomen gelijke, zeer groote snelheid te doen
dlaaien.FIZEAU nam daarom een inrichting te baat,waarin n rad den dienst
der beide raderen doet.Op een grooten afstand van het eerste rad R werd
namelijk een spiegel M N opgesteld,die het licht, door de Openingen doorge-
laten,naar het rad terugkaatst. Plaatst nu de waarnemer zijn OOg achter dit
Tad, dan kan dit laatste tevens de rol van het tweede rad vervullen.Opdat
echter de lichtbron daarbij niet zou hinderen,werd deze een weinig ter zijde
bij L geplaatst ;door een schuine plaat spiegelglas P Q werd het.licht in de
richting A B naar den vasten spiegel M N weerkaatst. Van den spiegel komt
nu het licht naar de glazen plaat P Q terug.Het daarachter geplaatste Oog
van den waarnemer kan nu het licht door de schuine plaat heen waarnemen.
ls nu in den tijd,dien het licht noodig heeft om van het rad naar den spiegel
fn weer naar het rad terug te komen,een opening van het rad door een tand
vervangen, dan wordt het licht voor het oOg van den waarnemer Onderschept.
FIZEAIJ plaatste de lichtbron en het getande rad te Suresnes en den spiegel
te Montmartre bij Parijs.De afstand tusschen deze twee plaatsen bedroeg 8633
meter. 0m het licht, dat dezen afstand tweemaal had doorloopen,nOg te kunnen
waarnemen,moest FIZEAv hulpmiddelen te baat nemen, die wtj in een volgend
hoofdstuk zullen leeren kennen. Zij moesten dienen om de lichtstralen, die
zich van het lichtend punt uitspreiden,bijeen
richting naar den vasten spiegel en van daar terug te doen gaan,opdat het
uitgezonden licht zooveel mogelijk in zijn geheel terugkome en een voldoendell
indruk Op het o0g des waarnemers teweegbrenge.
Het gelukte nu werkelijk aan het ronddraaiende rad zoo'n snelheid te geven,
dat het licht,hetwelk zich aan den waarnemer als een flauw sterretje voor-
deed, eindelijk geheel verdween; btj n0g
grootero snelheid werd het licht weder helderder,btj drievoudige snelheid ver-
dween het ten tweeden male. Uit deze proeven berekende FIZEAU met do ge-
meten Omwentelingssnelheid en het aantal tanden van het rad en met den
bekenden afstand van Suresnes naar Montmartre de snelheid van het licht op
al zwakker en zwakker werd en
te houden en alle in dezelfde
de beide raderen
te voorschtln
Maar de
315 364 kilometerper seconde.
van de s nelhei d v an he t licht d O O r C oRx U. OORNU B e p a l i n g
heeft in 1873 deze
opleverden.Hij koos t0t standplaatsen
een dakkamer der polytechnische school te Parijs en een vertrek van de
kazerne van den Mont-Yalrien ; de afstand van het rad tot den spiegel be-
vrij nauwkeurige
bepaling
proeven
van de snelheid van het licht
droeg daardoor 10 310 meter.DO0r de Omwentelingssnelheid
durig te doen toenemen k0n hij het licht tot zevenmaal doen verdwijnen. Htj
van het rad ge-
zorg herhaald, zoodat ztj een met
HET LICHT.
IaEOEF vAx FOt/CAt/IUrr.
verkreeg de volgende waarden voor de snelheid van het licht,berekend uit de
omwentelingssnelheden bij het tweede tOt het zevende verdwijnen van het licht :
2de verdwijnen
3de
4%
3de
6de
7%
302 600.
287 300.
298 500.
298 800.
297 500.
300 400.
De waarschtjnlijkste waarde vcor de
kring werd hieruit door OORNU bepaald
B e p a 1 i n g v a n d e s n e 1 h e i d v a n
Teeds bij zoo'n verbazende snelheid een
dien llet licht besteedt om een weg van
is n0g veel ver-
der gegaan ; hij
slaagde er in,te
bepalen,hoeveel
lijd het licht be-
hoeft om een af-
stand van 20 me-
ter heen en terug
te doorloopen.De
betrekkelijk klei-
ne afstand,dien
het licht nu
moest d00rl00-
11
e
...
A'
l e ,;
'T. IJ
'
,
1) kv
l
= i x
l
N
$
h
snelheid van het licht in den damp-
Op 298 400 kilometer per seconde.
h e t l i c h t d O O 1*F 0 IJ c A IJ L T.ls het
moeilijk vraagstuk den ttjd te meten?
20 kilometer af te leggen, Fotrcwtrl,'.r
pen Om een be-
paling der snel-
heid
Ten, mogelijk het licht niet alleen door lucht,maar ook door
andere sto/en te laten gaan, bijv.door een zuil water,en zoodoende uit te
maken,of de snelheid van het licht in water grooter of kleiner is dan in de
te leve- Op
nAaakte het
lucht.Het beginsel, waarop de handelwijze van FOTJCAULT berust,kan met
behulp van Kovenstaande hguur worden verklaard. Een bundel zonnestralen,
door een spiegel zoo teruggekaatst,dat zij horizontaal wordenjvalt op een
verzilverde glasplaat 0,waarin eenige hjne verticale strepen Op onderlingen
afstand van y'q millimeter zijn getrokken.De stralen,die door deze jne spleten
vallen,Ontmoeten Op eenigen afstand een vlakken spiegel M, die ze naar een
hollen spiegel C zendt,op 4 meter afstands van den vlakken spiegel geplaatst.
Tusschen beide spiegels,zeer dicht bij M,is een vergrootglas L geplaatst,
hetwelk, evenals het glas in den toestel van een photograaf, een beeld van
de spleten der verzilverde plaat juist Op den hollen spiegel vormt.Deze spiegel
kaatst nu de stralen weder zO0 terug,dat zij den Omgekeerden weg volgen
en na ten tweeden male doo1' het vergrootglas gegaan en Op den spiegel M
12
teruggekaatst te zijn,ten slotte op de verzilverde plaat een beeld ontwerpen,
juist even groot en evenzoo geplaatst a1s de spleten zel.f.Dat de stralen,die
door de spleten der verzilverde plaat ztjn binnengedrongen, na op den spiegel
te zijn teruggekaatst en door het vergrootglas te zijn gegaan, juist weder op
de spleten terugkomen en we1 elke straal juist in het punt, vanwaar hij ver-
trok,is een gevolg van een algemeene eigenschap,hierin bestaande :dat een
lichtstraal, welken weg hij O0k door terugkaatsing op verschillende spiegels
genomen moge hebben en welke doorschijnende lichamen hij ook moge door-
gegaan zijn,wanneer hij ergens in zijn baan in tegengestelde richting wordt
teruggeworpen, altijd juist weer denzelfden weg in Omgekeerden zin zal door-
loopen. Ontstaat er dus een beeld der spleten Op den hollen spiegel C, d.i.
komen hier al de stralen, die eenig punt eener spleet uitzendt, te zamen, en
N7orden zij alle zOo teruggeworpen,alsof zij van een lichtend punt Op den
hollen spiegel uitgingen,dan zullen zij weder tot hetzelfde punt terugkeeren,
vanwaar zij vertrokken waren.
Voordat echter de terugkeerende stralen de verzilverde plaat weder kunnen
bereiken,vallen zij op een schuin geplaatste,vlakke glazen plaat L',die wel
de stralen gedeeltelijk doorlaat,doch een ander gedeelte in de richting 0'
terugkaatst, zoodat OOk hier een beeld der spleet Ontstaat, dat met behulp
van een vergrootglas kan worden bekeken.In plaats van den hollen spiegel C
zoo te stellen,dat de stralen terstond naar den vlakken spiegel M teruggaan,
kan men hem,zooals in de hguur is aangeduid,eenigszins schuin plaatsen,
zoodat de stralen naar een tweeden hollen spiegel C'en van hier naar een
derden C'' waardoor de holle spiegel C' door het
C w eder een beeld
van het beeld,
vergrootglas op den spiegel gew orpen, op het oppervlak C''
vormt. Deze laatste werpt de stralbn nu weder in den omgekeerden weg terug.
FOUCAULT is in werkelijkheid verder gegaan en heeft op dezelfde wijze 5 holle
spiegels gebruikt, zoodat het licht,van den vlakken spiegel M vertrokkenz
tweemaalden weg van 20 meter had af te leggen om daar terug te komen.
Het is nu duideltk,dat slechts bij een bepaalden stand van den vlakken
spiegel M een straal 0 M na herhaalde terugkaatsingen in het punt 0'zal
terecht komen. Vindt echter een straal,die Op M werd teruggekaatst naar het
glas L bij zijn terugkomst van de holle spiegels den spiegel M verplaatst, dan
zal hij OOk niet meer volgens M 0 teruggekaatst worden,maar in een zijde-
lingsche richting,naargelang de spiegel meer Of minder in den een of anderen
zin verplaatst was geworden.De tijd echter,dien het licht noodig heeft Om
een weg vall 40 meter af te leggen, is zoO kort,dat een merkbare verplaatsing
van den spiegel in dat tjdsverloop slechts te Arerkrijgen is door een groote
omwentelingssnelheid.Het gelukte intusschen aan FOUCATJLT aan den spiegel
zoo'n groote omwentelingssnelheid mee te deelen) dat niet alleen de terug-
gekaatste straal merkbaar afweek van den invallenden,maar dat oOk de ver-
plaatsing,die het beeld in 0'daardoor onderging, k0n gemeten worden.Uit
het bedrag dezer verplaatsing,d.i.uit het verschil in stand der beelden bj
rustenden en draaienden spiegel, de omdraaiingssnelheid en den afstand des
spiegels tOt de verzilverde plaat kan nu de tijd berekend worden,dien het licht
gaall, spiegel
HET LICHT.
POLARISATIE VAN HET LICHT.
noodig heeft Om den afstand van den draaienden spiegel t0t den laatsten
hollen spiegel heen en terug in het geheel 40 meter te doorloopen, waar-
door aldus de sn:lheid van het licht bepaald wordt.
Op deze wijze verkreeg FOUCATJLT t0t uitkomst,dat het licht zich met-een
snelheid van 298 000 kilometer
weg tusschen de holle spiegels genoodzaakt door een zuil water te
per seconde voortplant. W as het licht Op den
gaan,
werd daardoor de verplaatsing van het beeld vergroot en aldas aangetoond,
dat het licht zich in water langzamer voortplant dan in lucht.
dan
0ok kan men de snelheid van het licht afleiden uit de zoogenoemde aberratie
der strren.Door devereenigde beweging namelijk van de aarde en van het
licht zien wij de sterren niet volmaakt in de richting,waarin zij zich met be-
trekking tot ons Oog bevinden,maar schijnt iedere ster gedurende den lO0p
van een jaar een klein kringetje Om hare ware standplaats te beschrijven.
HOe echter daaruit de snelheid van het licht wordt afgeleid, behoort te zeer
tOt de sterrenkunde Om het hier nader te ontwikkelen.Genoeg zij het met
een woord te zeggen,dat de uit de aberratie afgeleide snelheid van het licht
308 080 Zlometer in de secondebedraagt, een uitkomst,zeer weinig verschil-
lende van die,welke FIZEAU uit zijne proef afleidde.
0m van de zon de aarde te bereiken heeft het licht 8 m.13 s.noodig ;van de
naaste vaste sterren eenige jaren ; en, als wij het oog naar den sterrerihemel
ophelen,vertoont hetuitspansel Ons geen beeld van het tegenwoordige oogen-
blik, maar geeft het de hemellichamen te zien, zooals deze vroeger waren.
Een ster kan plotseling verdwtnen en toch nOg jaren lang hare stralen afzenden ;
haar licht doorloopt nog de Oneindige ruimte en beholldt haar beeld aan het
uitspansel, totdat de laatste straal) van de ster uitgegaan, de aarde bereikt.
L i c h t s t e r k t e.Daar zich het licht naar alle zijden voortplant, moet volgens
een eenvoudige wiskundige berekening de lichtsterkte in een punt omgekeerd
evenredig zijn met het vierkant van den afstand van dit punt tot de lichtbron.
Een kaars geeft op een afstand van 2 M.slechts j der lichtsterkte op den
afstand van 1 M.van de lichtbron.Rux>noso heeft deze natuurwet
om de sterkten van verschillende lichtbronnen
de p h o t o m e tr i e te bepalen.Daartoe plaatste htj op een niet te grooten
afstand van de beide lichten een ondoorschijnend lichaam,namelijk een dunnen
stok,aan welken hij door het nader of verder plaatsen van het eene licht
gebezigd
Onderling te vergelijken,m.a.w.
zoo'n stand gaf, dat de beide schaduwen van den stok zich even donker ver-
toonden. De vierkanten der afstanden van de lichtbronnen tot den stok waren
nu evenredig met de lichtsterkten van de lichtbronnen.
P O l a r i s a t i e v a n h e t l i c h t.De deeltjes van den wereldaether trillen
rechthoekig op de richting van den straal.De eenvoudigste toestand,in welken
het licht verkeert,is dan ook die,in welken alle aetherdeeltjes van een straal
in dezelfde richting trillen,zoodat de trillingen Onderling evenwijdig zijn.
Zoodanig licht heet g e p O 1 a r i s e e r d en zoo'n straal een ge p O l a 1- i s e e 1- d e
straal.
Bij natuurlijk licht komen alle trillingsrichtingen vool-.Men kan echter
uit deze een bepaalde trillingsrichting afscheiden
,
dit noemt men het licht
14
p o 1 a r i s e e 1-e n en de toestellen,van welke men zich daartoe bedient,heeten
p o l ari s a ti e - t 0 e s t e l l e n.De Deen ERASMUS BARTHOLINIJS ontdekte in 1669,
dat een lichtstraal in een kalkspaathkristal in twea stralen gebroken wordt el1
dat gen der gebroken stralen de wet van de gewone brekipg volgt. HvvgllExs
Onderzocht de wet der dubbelbreking in kalkspaath nauwkeuriger en gaf een
in sommige opzichten nog Onvolkomen theorie der dubbelbreking. 0Ok ontdekte
hij de dubbelbreking in kwarts.Kalkspaath en kwarts bleven tOt in het begin
der 19de eeus de eenige bekende dubbelbrekende stolen.Toen ontdekte MwLvs,
dat de dubbelbreking ook bij andere kristallen optreedt,en verrichtte hij aan
verscheidene kristallen metingen.HAIJY vond,dat alle kristallen,die niet tOt
het regelmatige stelsel behooren, het licht dubbel breken.Maar eerst,toen
Mwluus in 1810 te Parijs toevallig Ontdekte,dat zonnestralen,onder bepaalde
hoeken door vensterglazen teruggekaatst',dezelfde eigenschappen vertoonen als
het door kalkspaath
zocht,Nvaarbt MALUS
Laat men een straal A B loodrecht op een kalkspaathkristal K K valleny
zoodat hij zich in twee stralen verdeelt,den gewonen B O en den buitenge-
wonen B C', die volgens C D en C'D'tlittreden,en vangt men deze stralen op
gebroken licht? werd het verschijnsel nauwkeuriger onder-
de polarisatie Ontdekte.
een tweede kristal K'K'
A eerste gelijk geplaatst is
,
stralen zich in het tweede niet weer Opnieuw.
De straal C D,die het eerste kristal als ge- B
X wone straal verliet
,
wordt in het tweede
kristal enkel als gewone straal volgens D E
gebroken,de straal C'D',die als buitengewone
K straal uit het eerste kristal trad, gedraagt
C' C
zich als een buitengewone in het tweede en
wijkt daarin enkel volgens D'E'af.En dit
geschiedt niet alleen, wanneer de kristallen
juist gelijk geplaatst zijn,maar,telkens wan-
D' D r slechts de beide hoofdsneden samenvallen
. x, nee
Doch beide stralen gedragen zich weder
anders, wanneer het tweede kristal 90O wordt / omgedraaid,zoodat zijn hoofdsnede loodrecht
X./ . .y E' j'E op het vlak van teekening en op die van hat
eerste kristal zotl zijn.De buitengewone straal l c'D'gaat nu recht door het tweede kristal l
en gedraagt zich a1s een gewone ;de gewone
straal C D daarentegen Ondergaat een afwijking, - in ons geval zou hij buiten
dat met het Op,
dan verdeelen deze
het vlak van teekening treden, alsof htj een buitengewone straal was ge-
worden.Zoo dus het tweede kristal, dat de stralen opvangt,die zich in het
eerste kristal als gewone en buitengewone straal hebben onderscheiden,90O
Om den straal A B gedraaid wordt, verkrijgt ten opzichte van het gedraaide
kristal de gewone straal het karakter van een buitengewonen en Omgekeerd.
Het is alsof in de beide stralen verschillende zijden te onderscheiden zijn, in
HET LICHT.
SACCHARIMETER.
dier
0Qn
gewone.Zulke stralen, die een verschil van eigenschappen vertoonen,hetwelk
samenhangt met een verschil van richtingen loodrecht op den straal,heeft
men g e p O l a r i s e e r d e l i c h t s tr a 1 e n genoemd.
dat wanneer men een voege
rechten
gewonen
hoek laat beschrijven)hij zich juist zo0 voordoet als een buiten-
straal Om zijne richting als as
kalkspaathkristal op een afzonderlijke wijze gespleten en er
een prisma van gemaakt, dat een der beide stralen afzonderlijk doorlaat. Zulk
een prisma van NlcoL is een zeer geschikte toestel bij het bekomen van ge-
polariseerd licht ;van de veelvuldige wijzen, waarop het gebezigd wordt,kiezen
wt slechts eene ter vermelding :die t0t h e t O n d e r z O e k e 11 e n b e p a l e n
Nlcolz heeft het
v an h et s u i k er g e h a l t e. W anneer een lichtstraal onder een bepaalden
hoek op een spiegel valt, is de teruggekaatste straal gepolariseerd.Vangt
men dezen op een tweeden spiegel zoodanig op,dat het tweede invalsvlak
loodrecht is op het eerste, dan wordt hij door den tweeden spiegel niet
teruggekaatst, maar geheel geabsorbeerd.Draait men nu den tweeden spiegel
Om den normaal,dan komt dp tweemaal teruggekaatste straal weer voor den
dag,terwijl zijn intensiteit al grooter en grooter wordt. Deze bereikt haar
maximum, wanneer de beide invalsvlakken evenwijdig zijn.Het invalsvlak op
den eersten spiegel heet het p O l ar i s at i e v l a k van den teruggekaatsten
straal en men zegt, dat de teruggekaatste straal i n d a t v 1 a k g e p O l ar i s e e r d
is.Zijn trillingen geschieden loodrecht Op het polarisatievlak.
S a c ch a ri m et e r. Daar de draaiing van het polarisatievlak, door een zuil
van gegevene lengte teweeggebracht,dienen kan Om het eener suikeroplossing
suikergehalte der Oplos-
sing te bepalen en dus
een toepassing vindt, van
welke in de suikerindus-
trie een veelvuldig gebruik
gem aakt wordt,heeft m en
er zich op toegelegd toe-
stellen te vervaardigen, die
veroorloven de draaiing
nauwkeurig te meten.Toe-
tot stellen,
1-1-cht
m e t e r s
dit doel inge-
worden s a c c h a ri-
genoemd. De
meest gebruikelijke is die
van SOLEIL,nevensstaand
afgebeeld. Hij bestaat uit
een glazen buis m?
m et de te onderzoeken
die
vloeistof wordt gevuld ;zij
wordt aan de uiteinden door twee vlakke glazen platen gesloten en nu hori-
zontaal Op een koperen drager gelegd.Voor de buis bevindt zich nu eerst een
nicol S om het licht te polariseeren,daarop volgt bij r een kwartsplaat, die
16
uit twee nevens elkander staande stukken van geltke dikte bestaat,waarvan
het eene rechtsdraaiend en het andere linksdraaiend is. Zij ztjn van zoo'n dikte,
dat zij aan de gele stralen een draaiing van 90O mededeelen,zoodat zij tusschen
evenwtjdige nicols beide de overgangstint vertoonen. Een geringe draaiing
van het polarisatievlak doet de violette kleur van de eene helft der kwartsplaat
in blauw,die der andere helft in rood Overgaan.Om de draaiing te meten,die
het tusschenplaatsen der vloeistofzuil teweegbrengt, dient de zoogenaamde
compensator.Deze is salnengesteld uit twee wigvormige platen van kwarts,
die,naarmate zij meer of minder ver over elkander geschoven worden, een
plaat vormen van grootere Of kleinere dikte.Deze toestel,tusschen de buis
en den analysator geplaatst, dient nu om de draaiing, die het polarisatievlak
in de vloeistof onderging, weder op te heflbn. Daartoe worden de platen met
behulp van den knop b zoover over elkander geschoven,dat de gelijkheid van
tint der rechts- en linksdraaiende kwartshelften,welke door de vloeistof ver-
stoord werd,weder wordt hersteld.Een verdeelde schaal e,aan den compen-
sator aangebracht,stelt dan in staat op te maken, met welke kwartsdikte de
loeistofzuil in draaiingsvermogen Overeenstemt. v
-,. .-,cczcn--------= N
x- lkji
il'''I1 .I1$1<
'
.j. x )kjy
'
N
'
:j. %$ I :
'
r$
'
IIl i
) h '
N
J .
1 *
'
- . , t . ;y
= . : V .c- t x G
f t: 'Wi w. z ,., j .
,. 2 . '' : ..e z z .' .,,pI
z ., y I
.'-., -;,sl >
.y q. ,yjjp. ' /gFJ ),1t z e
e j g: eg .j. w..J' ? 4Jjjl z; 1 '' # --#. < 'h
.z - / $t
,/kk'z . ' I %l
.. e1
- kj .jjf xk S ),I'
N. * *:-se.* z'ezgllfl V. . %
'
tI
1
1 I
:j.. * IF *. /
p : jg jlIj I -,. .' l x.1,..,-> - O . >.. l . . ,z,o r.
e . o
N v- r : ' h!
Nkk. #
. 31
l ,
@ * 1 '
)
*< W <
% x 4 z
4e
! 'As
y,
x . , f'!1/, , m'- - N 141
.----
- %
'
j1 s N
N '-xw !
N. N' . ,
x'Nx - a'r'e - .c-
- s
yj,N .
f% '
z - * Y j:1 . ,* - p y
1 *
.=e %
. y' d
, /.).yx y j jj ., *9 ,
, xq , , ,
, jj ,
, . ,Ijt,,,, j ,
;
ii
I - jk;j) ljl31tt j
'
ltI ,! , h , 1 j' . - .
h.. 1;'tk. ' '7'
,
*'
-. !( llI -' /
z..,
rz?
,
/ )
-
1. j
.
'
,!t l19, - '$
'
, l .
s s... > ll' x - l h.l'
'
- ! /q? . $j .. ) , lI , ,,,,,.
lt ' pk I %
.11 ' -. l k
( /,, I :.y.
' ! ' $ N -- -
-
, . :j; '
$.2 # % ? :-f ;l
, z t /f 4 ( ) 1$ -.-,
1 , ! ! j .,. X ' /t
I !,Il , ' -
. ,
,
1
,,1I ,, .
'
N
'
- , 1 //''jll' ... .
- .,-..
,, j
'
, ,,
)'
j',!.'i ---- .---. .--.. - - j' hy 5
j1'j1('--. --.u.. !f ,,. (-I,l - )-t x. /
-/? ,',!! - --.. ,?, .s
.?x- t .
..... ......... '''''' ij' h
.-J ---- . - .....-
j y - -- '
c-- y .
zz -.. z - .. Ny -slzr--=>'vx.y - j .
. l
?z #' - MA
.hx ' e
t
/ e < > w . . w ws y, j.j . ... . m y
yyy, .y --. y / ,
x j x;r. .
...- u, x...... .x'v
y .....-Ajvj j j I
- .-.-
-
.
-=-
--
> : '-
:y /'y w .
,'-
z.> I '- ZKVA J=>--
' ..e' ,y-- Y* ' - ' 1
@ .j --A ' It' .&. . $
''''
v. j. ' 'isr-t'-
--. .,-,. I' %
/ - .
Y !
%<
<
) N -.'c. s * j z . P 1 e g e S .
Il
, N '
/ . -. . '', N
. -- . .c. !
. . Ne %j. . ,.
' ' <s'-.cv .- --x c $..x-zx 'j De splegels algemeen en reeds oudtpds
''< a t:l- '.> -'N- -.u 'e. 2 '. <'<
. bekend. etten der terugkaatslng van
het licht.
spiegel.
H et
debnSCOOP.
spiegelbeeld.
-
De
-
Geestverschijningen
De
OP het tooneel. De hoelt-
caleidoscoop. - Het spiegelsextant.- De reflectie-
goniometer.- Heliostaat en helioscoop.- Terugkaatsing door gebogen vlakken.- De
holle en bolle spiegel.- Brandpunt en brandpuntsafstand.- Wezenljke en schjnbeelden.
Nooit heeft een dichter de heerlijkheid van het terugvallend licht volzongen ;
nooit eens stervelings oog er al de schakeeringen van aanschouwd.Al wat
men ziet is in waarheid een spiegel,want van alle zijden zien wij het licht
terugstralen.De kleurentooi der bloemen, de pracht der avondwolken, ja de
heerlijke blik van het oog het is geleend en teruggeworpen licht en, als
niets hetvermogen bezat het Opgevangen licht terug te werpen, zouden wij
oOk niets zien.lndien de lichtstralen alle Opgeslorpt werden door de lichamen,
Op welke zij vallen) hoe treurig zou dan de wereld zijn !W ant niets zouden
wij zien dan in den stikdonkersten nacht de zon en de sterren,het noorder-
licht en een brandende vlam.Ja,een rottend stuk hout of een bedorven visch
zouden heerlijker voor ons zijn dan het schoonste menschengelaat, het kun-
stigste menschengewrocht,want alleen het zelflichtende zouden wij kun-
nen zie n!
1X.
18 SPIEGELS.
Hoe minder OneFenheden eene oppervlakte heeft,des te volkomener kaatst
zij ook het licht terug.Daarom spreekt men, waar
't Gestarnt zich spiegelt in het meer
,
Waarop geen windje blaast,
van den pwaterspiegel'', d.i.de oppervlakte van stil water. Dat zal ook wel
de eerste spiegel geweest zijn en gewis heeft menige schoone zich over een
stille beek gebogen, eer het vool'de schoone helft des menschdoms onmis-
baarste huisraad was uitgevonden.Toch is die uitvinding Oud, zeer oud.Hoewel
zij een zekere mate van natuurkundige ontwikkeling,nadenken en groote
kunstvaardigheid eischt,vinden wij haar in zeer uiteenloopende vormen over
de geheele aarde verspreid.Veelkleurige glaskoralen en kleine handspiegels
behooren onder de voornaamste geschenken, door welke zich de beschaafde
wereld toegang verschaft tot de wilden.W aar goud en kunst te kort schieten,
daar beweken die blinkende dienaren der ijdelheid toenadering,vertrouwen
en ten laatste arbeidzaamheid, ten einde zich de middelen tot het erlangen
van bevrediging der Opgewekte behoeften te verschaFen. Aldus worden de
eerste schreden gedaan Op den weg der beschaving.
0ok Op de hoogste trappen der beschaving treft men den spiegel aan.De
oude Grieken,het beschaafdste volk der oudheid,legden in de graven hunner
vrouwen een spiegel,als het zinnebeeld der schoonheid.
De der Ouden waren meestal doch
Z0
spiegels
vaardigde men
metalen
ook van glas uit de beroemde glasfabrieken
spiegels daarentegen kwamen uit Brindisi ; zij bestonden uit een
mengsel van koper en tin. PLlxlvs maakt ook melding van zilveren spiegels,
gelijk PRAXITELES die ten tijde Van POMPONIUS Vervaardigde.lndien de platen
een aanzienltke dikte hadden,waren het niet zelden kostbare prachtstukken.
Zelfs hadden sommigen in den weelderigsten tijd van het Romeinsche keizerrijk
spiegels van goud. NERO bezat,naar verhaald wordt,een spiegel van smaragd ;
doch waarschijnlijk was dat edelgesteente geen
voorwerp op de wijze Onzer loupes,want hij
renperk naar de kampstrijden der zwaardvechters te zien.Doch ook edelge-
spiegel,maar een doorschijnend
bediende er zich van om in het
steenten,met name de robijn en de obsidiaan,werden tot spiegels geslepen.
De spiegels der Ouden zijn meestal klein, rond of ovaal,met een handvatsel,
gelijk men nOg tegenwoordig zulke zak- Of handspiegeltjes heeft ;doch volgens
5*1*oeg V01*-
van Sidon ; de
QUINTILIUS hadden Sommige VrollWen OOk groote ps p e c u l a t o ti s p a r i a
co rp o r i b u s'',waarin zij zich ten voeten uit konden bezien - de zoogenoemde
van metaal, reeds
psych-spiegels voor boudoirs en derg. terwijl de rijke dames,die er deze
spiegels op nahielden,Ook slaven bezaten,die ze gedurende het gebruik moesten
vasthouden.Reeds vroeg kende men Ook de gebogen spiegels,zoowel holle als
bolle, en gebruikte men ze tot Onderscheidene doeleinden.
Doch het wordt tijd,dat wij overgaan tot het beschouwen van de wetten
der terugkaatsing van het licht.
T e 1- u g k a at s i n g v a n h e t l i c h t. Ieder oppervlak kaatst licht terug,het
eene meer, het andere minder : het minst doen dit de gasvormige zelfstandig.
19 SPIEGELS EN SPIEGELBEELDEN.
heden,welke dienvolgens dan Ook dikwijls onzichtbaar blijven.Nemen wij
een glad gepolijste vlakke metalen plaat (zie onderstaande af beelding),m. a.h%.
een v l akk e n s p i e g el ; indien men Op die spiegelvlakte een lichtstraal in de
richting R C vallen laat,wordt die lichtstraal teruggekaatst en wel in dier
voege,dat de hoek van inval R C N gelijk is aan den hoek van terugkaatsing
N O 1,terwtl de stralen R C en 1 C met de normaal C N in hetzelfde platte
vlak liggen.Indien men de blinden eener kamer sluit en slechts een kleine
opening laat,door welke het zonlicht heendringt, kan men zich van de waar-
heid van deze wetten proefondervindelijk Overtuigen door dat zonlicht op een
spiegel te laten vallen.
lndien wij ons oog in de richting van den teruggekaatsten straal brengen,
vangen wtjden indruk van het licht Op en zien wij in de richting van die stralen,
welke in dat oog vallen, het beeld van het lichtafstralende voorwerp.De
plaats, waar het spiegelbeeld zich bevindt,verandert niet,indien wij het OOg
verplaatsen.Die plaats is gemakkelijk door proefneming te vinden.Een licht-
gevend punt ligge voor den spiegel.Men zoeke nu
slechts de richtingen der teruggekaatste stralen voor
verschillende standen van het
te komen van een punt,
verlenging der loodlijn,uit het lichtgevend punt op
den spiegel neergelaten,liggende,terwijl dit punt zich
juist zoo ver a c h t e r het spiegelvlak vertoont a1s het
voorwerp zelf er v o o r staat.Elke spiegel maakt dit
aanschouwelijk,gelijk mede het feit,dat btjplatte spiegels het beeld symme-
trisch is met het voorwerp ; bijgevolg wordt rechts wat links was en Omge-
keerd.Zoo heeft in den spiegel een ridder zijn lint in het rechter knoopsgat
enz.,zoodat hier hetzelfde verschijnsel Ontstaat als dat,waarop graveerder,
steenteekenaar enz.bij hun arbeid altijd te letten hebben.
Onze spiegels worden doorgaans van glas vervaardigd en aan de eene zijde
van eene dunne tinlaag, eig.een mengsel van tin en kwikzilver,voorzien, ten
einde ze ondoorschijnend te maken. De kunst groote glasplaten te gieten werd
in het jaar 1688 door ABRAHAM THEwART in Frankrijk uitgevonden ;doch
RwlMuxous LuLTuus beschreef reeds in het laatst der 14de eeuw de kunst van
Oog ; alle zullen schijnen
achter de spiegelvlakte in de
achter te glas een spiegel te Inaken,door er een laag lood
G e e s tv er s c h ijn i n g e n o p h e t to o n e e 1. Hoewel ondoorschijnende
lichamen het best de lichtstralen terugkaatsen, wil men toch voor som mige
doeleinden spiegelvlakken, die doorschijnend zijn.lets dergelijks ontmoetten
brengen.
wij reeds bij den spiegel in FlzlAu's toestel ter bepaling van de snelheid van
het licht ; Op andere wtze heeft men er zich in den laatsten tijd van bediend
tOt zekere tooneelvertooningen,namelijk van zoogenaamde geestverschijningen,
die men er op de bedrieglijkste wijze door doet Ontstaan.Het is niet Onwaar-
schijnlijk,dat reeds Oudtijds de zoogenaamde toovenaars zich van zulke spiegel-
toestellen bedienden bij hunne voorgewende
en in het openbaar werd het denkbeeld
een Engelschen natuurkundige PEPPER verwezenlijkt ;langen tijd vertoonde hij
geestenbezweringen.ln het gl.oot
echter eerst voor eenige jaren door
20 SPIEGELS.
in het gebouw der polytechnische school te Londen alle avonden ztjne zooge-
naamde rpepperghosts''(geesten van PEPPER) voor een talrijk publiek,dat er
heen stroomde en er voor sidderde ;hij nam octrooi voor zijne uitvinding en
de vertooning baande zich een weg naar het tooneel.
Verplaatsen wij Ons in een grooten schouwburg.Er wordt een stuk gegeven,
waarin een geestverschijning de hoofdzaak is.Het gewichtig oogenblik is nabij.
De lichten worden al flauwer en flauwer ; de zaal is nagenoeg geheel donker ;
ook het tooneel is slechts zeer weinig verlicht ;wij gevoelen, dat er iets ge-
wichtigs Ophanden is. Daar vertoont zich op een bepaalde plaats van het
tooneel een helder licht, dat al grooter en duidelijker wordt ; in het eerst ver-
toont het flauwe,bijna Onkenbare nevelachtige Omtrekken, die daarna al
scherper en scherper worden, totdat Opeens een Onbeschrijf bare gedaante zich
plaatst voor den acteur,die op het tooneel is.Deze herkent een reeds voorlang
gestorvene, maar het is een geest ; de gedaante spreekt, doch met eene holle
stem ;zij beweegt zich en hare bewegingen worden door geen voorwerp be-
lemmerd ; zij gaat door boomen en struiken heen,zonder dat een blad ritselt ;
als men haar aangrijpt,tast men naar - een schaduw ; een degenstoot gaat
er doorheen als door een tabakswolkje.Ten laatste verdwijnt zij even plotseling
en geheimzinnig als zij verschenen was,en Onwillekeurig gevoelen wij diep
medelijden met den Ongelukkige,dien zij verschrikte.Immers, als bij ingeving
gevoelen wij,hoe vreeselijk het moet zijn, op die wijze uit de geestenwereld . . .
misschien aan onvervuld gelaten beloften herinnerd te worden.
W ij zouden niet zo0 rillen van ontsteltenis,indien wij gedurende de tooneel-
voorstelling reeds wisten,dat het gordijn niet gevallen is, Of de man, met
wien wij zooveel medelijden hadden, gaat,gearmd met den geest van ztn
vader of van een doorstoken medeminnaar,naar een wijnhtlis. En,als wij
daar den felgeplaagde spraken,zou hij ons verhalen, dat hij van de ver-
schijning in 't geheel niets gezien heeft.En dit komt ons allerzonderlingst voor.
Is hetwaar,dat wij,aanschouwers, alleen de misleiden zijn ? Maar hoe dan ?
Het tooneel heeft behalve den gewonen plankenvloer nOg een anderen,die
een weinig lager ligt.Daar bevindt zich de tooneelspeler,die aan zijn makker
op het tooneel als geest verschijnen zal.Door verschillende hulpmiddelen en
schermen, struikgewas enz. is dat beneden-tooneel voor het publiek bedekt.
Het wezenlijke van den geheelen toestel nu bestaat in een grooten, goed ge-
polijsten glazen wand,eenigszins hellende tegen de zaal van het publiek ge-
plaatst en zoO
toeschouwers
opgesteld, dat het verborgen tooneel tusschen dat glas en de
komt.Ten einde een duidelijk denkbeeld van de inrichting te
geven diene de afbeelding op bladz. 21 ; het is de dwarsdoorsnede van een
toestel, door DIRKT en PEPPER V00r Vele schouwburgen Vervaardigd.
De opening a,die naar het verborgen tooneel b leidt,kan door een valluik
gesloten worden,zoodat de acteurs vrij heen en weder kunnen gaan,zoolang
de geest niet medespeelt ; J is de glasplaat, welker randen en voegen op de
eene of andere wijze achter ramen, guirlandes of iets dergelijks verscholen zijn.
Deze plaat werkt a1s een spiegel ;zij weerkaatst de voorwerpen we1 niet zoo
scherp en duideltjk als een eigenltke verfoeliede spiegel,maar dit komt er bij
GEESTVERSCHIJNINGEN.
een geestverschijning ook niet op aan.De glasplaat is volkomen doorschijnend
en men kan er de acteurs en tooneelvoorwerpen zeer duidelijk en natlwkeurig
door heen zien,zoodat de toeschouwer niet vermoedt,dat zij de oorzaak is
van het beeld,dat zich aan hem vertoont.Trouwens,Ook in een heldere ruit
van spiegelglas wordt ons beeld weerkaatst,en toch zien wij er alles door
heen, als het glas maar een donkeren achtergrond heeft.
Om nu het verlangde doel te bereiken,moet het bovenste tooneel gedurende
de geestverschijning donker gemaakt worden. De geest wordt nu op het be-
nedenste tooneel gefabriceerd.Aldaar bevindt zich een wand k,waartegen de
naar eisch gekleede acteur leunen kan.Zijn beeld zal,daar het geheele be-
nedenste vertrek met zwart bekleed is,bij de heldere verlichting zeer duidelijk
uitkomen en als geest op de glasplaat J afgespiegeld worden.Uit het parterre
-- '''.w -- .. '- - - 'w x
A
$
e a. -.----'
- - - . .
f-.'''-- y
.
I j -'-'-- $ -a-, 6 ,-.x fr
'
$
'
.
l l I
1 ,
p
j rg: i!i
< xx . xx xx xxx xxx x 'x x
en de loges gezien, schijnt dat beeld zich achter de onzichtbare glasplaat te
bevinden ; de acteur,aan wien de geest verschijnt, bevindt zich insgelijks achter
die glasplaat ;hij moet natuurlijk nauwkeurig bekend zijn met de plaats,waar
zich het spiegelbeeld bevindt,om er b.v.zijn degen tegen te trekken enz.,
want hij zelf ziet van het gansche beeld niets.De wand k loopt nauwkeurig
evenwtdig met de glasplaat J,zoodat het beeld overeind verschijnt.De glasplaat
zelve is gevat in een beweegbaar raam ,dat men door schroeven Of koorden
1% i de juiste stelling kan geven.Dat stellen gebeurt tusschen de bedrijven,Of,
als het gordijn niet kan vallen,op een oogenblik,dat de aandacht van het
publiek Op iets anders is gevestigd, Natuurlijk moet men in dit geval den
iuisten hoek van helling vooraf zOo na mogelijk gevonden hebben.Daar nu t'
de persoon,die voor geest speelt, wegens de helling der glasplaat ook in zijn
schuilhoek een schuinen stand aannemen moet,waardoor elke zijner bewegingen
zou bemoeilijkt worden?kan de wand k Op rollen en assen verplaatst worden.
Het licht c (zie de kleine af beelding) wordt tegelijk met den toestel k bewogen,
22 SPIEGELS.
tenzij odie lichttoestel zoO zij ingericht,dat het geheele benedenste tooneel er
door verlicht wordt, terwijl de persoon, die .als geest verschijnt,zich beweegt,
de armen uitstrekt of opheft,enz.Indien men een vast licht heeft,b.v.elec-
trisch licht,kan men de verlichting afsluiten door een scherm, dat het licht
van het verborgen tooneel afscheidt.Btj hydro-oxygeen-gaslicht geschieden de
verzwakking en de versterking van het licht het gemakkelijkst door het Open-
Of dichtdraaien der gaskraan.
0 o p.De lichtstralen,door een spiegel teruggekaatst, kunnen
op een tweeden spiegel vallen, die ze insgelijks terugkaatst ;zij volgen dan
dezelfde wetten en maken dezelfde hoeken als de eerste maal.W ij weten, dat,
a1s wij midden tusschen twee spiegels staan,elk dier spiegels onze vO0r- en
D e c a l e i d 0 s c
achterztde naast elkandel'vertoont,en wel niet slechts lnmaal,maar, naar
gelang van den onderlingen stand der spiegels,een grooter of kleiner aantal
malen herhaald. Zulke tegenover elkander staande
s p i e g e l s. Zij hebben aanleiding gegeven tot het vervaardigen van aardige
en niet geheel nuttelooze toestellen,daar de herhaalde afspiegeling der vOOr-
spiegels heeten h o e k-
werpen Onder bepaalde verhoudingen zeer regelmatige guren doet Ontstaan,
Wier Onuitputtelijke verscheidenheid een rijkdom van patronen tot verschillende
doeleinden oplevert.
Op de allereenvoudigste wtjze kan men zeer fraaie :guren doen ontstaan,
wanneer men twee kleine vierkante spiegelq onder een bepaalden hoek tegen
elkander plaatst.Men heeft daartoe den hoek slechts zo0 te nemen,dat hij
een gedeelt:
uitmaakt, vormen de voorwerpen
enz.) regelmatige 4-,5-,6kante
van 3600 uitmaakt.Naargelang die hoek .t, j,) enz.van 360
(gekleurd: stukjes glas, snippers tule, draadjes
@
figuren, ja sterren van verwonderltke Orde en
werd een toestel onder den hoogklinkenden,
debusco0 p in de couranten Opgehemeld;n0g
schoonheid.Voor eenige jaren
maar niets beduidenden naam
tegenwoordig worden zij t0t vrij hoogen prijs verkocht.Deze debuscopen zijn
slechts zeer eenvoudige hoekspiegels,zooals ieder ze van een paar spiegel-
glaasjes, of nOg beter van twee glad gepolijste,verzilverde koperen platen
maken kan.En bij dat eigen werk heeft men nOg het voordeel, dat men de
spiegelplaten zoo kan stellen, dat ztjvyrplaatsbaar zijn en dus naar welge-
vallen vtjf- Of zespuntige sterren enz. leveren,terwijl bij den nOg we1 ge-
octrooieerden debuscoop de spiegels een vasten stand hebben.
De caleidoscoop (dit wil zeggen :kijker,waarin men fraaie voorwerpen ziet)
is in 1817 door BsEwsTEa uitgevonden. Doorgaans zijn er 2,ook wel 3 spiegels
onder een hoek van 60O in geplaatst.Indien men nu aan de eene zijde tusschen
twee glazen
werpen, gelijk de bovengenoemde,legt en aan de andere ztjde den toestel sluit
met een deksel,waarin een ktjkgaatje, ziet men door omdraaien eene Oneindige
verscheidenheid van gekleurde hguren samenschieten. ln het eerst werden
schijfjes (de buitenste van matglas) eenige doorschijnende v00r-
zulke caleidoscopen Op de kermissen,evenals de rarekieken,voor een kleinig-
heid vertoond ; later in het klein bij duizenden verkocht, doch thans is die
lief hebberij zeer aan het afnemen,
van fraaie en regelmatige hguren eenigszins jammer is.
hetwelk wegens de eindelooze afwisseling
23 OPTISCHE INSTRUMENTEN.
Het belangrijkste en nuttigste gebruik,dat men van de terugkaatsing door
platte Oppervlakten gemaakt heeft, bestaat in de vervaardiging van sommige
instrumenten,met name het sextant, de reflectie-goniometer,de heliostaat en
de heliotroop.
1Iot S 0 X t a n t diont Om d0n hoek te bepalen,Onder Welken men twee, min
Of meor Van elkander verwijderde voorwerpen ziet.Dit instrumellt 5Vordt aldlls
genoemd naar het gedeelte van den cirkel Op zijnen
Van den geheelen cirkel. Het eerste denkbeeld van zoodanig werktuig is
afkomstig van den Engelschen natuurkundige HOOKE.NEWTON heeft het ver-
botol'd on SADLEY hooft er het eel-ste naar Vervaardigd
hoid WaS het een Octant,Want de cirkelboog Omspande slechts 450.
in 1731.ln werkelijk-
D0 Onderstaando afbeelding vertoont een in graden Verdoelden oirkelboog D,
do arm A E beweegbaar is.Die arm draagt aan de V001--
graadboog,zijnde 60O of )
om welks middelpunt
zijde een op het vlak
van den graadboog
loodrecht staanden
platten spiegel A,
die door middel van
kleine
vastgezet is. Aan het
schroeven
uiteinde van den arm
bevindt zich een zoo-
genaarade
zijnde een nauwkeu-
n O n i u s ,
rig verdeelde graad-
boog, die op een later
te beschrtven wtze
00n
rigst aflezen van de
allernauwkeu-
graadverdeeling 0P
l -- -- --w = --w -- %>w -.
* - >. =; e
*- w
> ew * .- ..
4 --w
N ..- $ **< - a .u
. '-*.w
< *-
eo -- ... >.... ,Il'' of' -e - --- , %hN I16l11lIldI1'j 1111111- .>-%
# -e V -****
Z * **** ..- G * Z %' G U 'e' * ** # - -*** *
* # --**** * G
d - * * e
#' ---
# ..--* *H * * W'
= ..- o x ..- -
. A N f. - . G
-. - x N
.- - e- = - 5. -- 4
.--* 5 -
v x NNx . j rl re.
N - t 1.
k <. -
wiwz s
........x . <.
4* ..- 4
* ,.z. - J1* t* ' *
Q w' kr (ttj
t4jyjj -. kr *< ttt
kr - 'tttjttt - w .- //j
-
I 1Er i
p ...'-- - jj e *
ee
Qv
Q ...- Q ...- e
2' '11 i''u'.ZZZG ---- '''''''li'$I'iil'''''''''i''''-- A' Nl) 1111II.lI$i'II..i1$.$..1.IiI'',l'Iil'.'I''I''I.nI'I11..'.,! ---- 'qsk ,II,,I o
ssss y-s x a/'
./ ..;r' u;z;;i-
czzw N X // z - .> W
- l V ////
/ .ms:sr..- N ,,- ,/4, ?,k, .---------. -------- .--..--.. '''' --'-'
''''''-'
--''--------
--,----,---,--,,-- ------
---
---------' ---------- ---.------ ..---.--.--
.--.--.---- --
'-
-
--
-
--
-
--
-
'---'--'---
'/'t?r?'kl//
k/k/k/ktkt
k/,r/,- --' !k----?-?''- ---. / Il
------ -'% ----
:'''
-;:'- ! > -
=
den boog D toelaat.
F is een klein vergrootglas,
aflezen der ijne verdeeling gemakkelijker maakt ; H G een kijker,
weegltk vast staat en daarom O0k bij H vast Omklemd wordt. Deze kijker is
nauwketlrig gericht naar de bovenzijde van een tweeden loodrechten vlakken
spiegel B,dermate,dat men door den kijker niet alleen het beeld uit den
spiegel opvangt, maar Ook nog die voorwerpen zien kan,welke in dezelfde
richting als
iuist evenwtjdig met den beweegbaren spiegel staat,
nulpunt.Bovendien zien wtj Op de af beelding bij K en L nOg twee gekleurde
glazen, dienende om bij zonswaarnemingen het felle licht te temperen,en bij
I het handvatsel,waaraan het instrument btj het gebruiken wordt vastge-
houden.Het sextant is een onmisbaar instrument voor den zeem an ;om de
W anneer de vaste spiegel de spiegel
,
maar achter dezen, liggen.
teekent de nonius het
breedte eener plaats te bepalen is het noodig de hoogte
te meten,d.w. den hoek, dien de vizierlijn naar de zon bij den doorgang
der zon in den meridiaan
aan een bevzeegbaar staafje vastgenaaakt,dat het
die Onbe-
24
van deze door den meridiaan met den horizon maakt.Juist omdat het sextant
zOo gemakkelijk met de hand kan worden vastgehouden? is het Op schepen
van zoo'n groot nut, daar de slingeringen van het schip op een vaststaand
instrument een stoornis zouden uitoefenen.Op alle schepen,die den grooten
Odeaan bevaren,wordt het sextant dan ook aangetroFen.
De ref le cti e - g 0 n i o m e t e r is een door W OLLASTON uitgevonden werktuig,
dienende tot het meten der hoeken,onder welke de vlakken der kristallen
elkader snijden. Daartoe bedient men zich insgelijks van de terugkaatsing
van het licht door de kristalvlakken,'tzij deze van nature het vermogen van
terugkaatsing hebben,'tzg raen ze daartoe door bevochtigen Of door het aan-
hechten van kleine spiegelplaatjes in staat stelt.Het beginsel is zeer eellvoudig.
Men brengt het kristal aan de as van een verticalen,aan den Omtrek van een
graadverdeeling voorzienen cirkel, zoodanig, dat de ribbe van den te meten
tweevlakshoek horizontaal is.Aan dien kant tracht men nu van een verwijderd
voorwerp het spiegelbeeld ter bedekking met een naderbijgelegen voorwerp te
brengen. Tndien men dit tweemaal achtereen verricht,de eerste keer met de
eene,de tweede met de andere oppervlakte,zal de hoek, over welken de ver-
deelde cirkel gedraaid moet worden)het supplement zijn van den te lneten hoek.
De h e li o s t a a t heeft ten doel, het zonlicht steeds in dezelfde richting te
doen vallen.De inrichting van dit werktuig wordt daardoor ingewikkeld,dat
de zon niet stilstaat en de spiegel derhalve altijd hare beweging volgen moet.
Intusschen bestaat het wezenltjke niet in den spiegel, maar veelmeer in het
uurwerk, dat den
spiegel richt ; daar-
om kunnen wtjhier
ter plaatse eene
nauwkeurige be-
schrijving voorbij-
ga3n.
De helio tr o o p
is een spiegeltoe-
stel,waarmede men
Daar namelijk een het zolllicht tot op ver verwijderde punten terugkaatst.
van 1 D d., helder door de zOn beschenen,nog tot op meer dan 7 mijlen
is, kunnen dergelijke
worden.Het is alleen
spiegel
zichtbaar
gebezigd
andere standplaats werpen wil,oOk zeker is, dat het daar aankomt en niet
buiten het veld van een waarnemingskijker valt.De door GAuss uitgedachte
heliotroop bereikt dit doel op een uiterst scherpzinnige wijze.STEINHEIL te
lichtsignalen met groot nut bij landmetingen
noodwendig,dat hij,die het licht naar een
Mnchen heeft een ander instrument aanbevolen,dat zich door groote eenvou-
digheid aanbeveelt.
Als wij hier nu nog de verschillende spiegeltoestellen vermelden, welke in
den laatsten tijd gebezigd ztjn geworden om inwendige lichaamsdeelen met
het oog te kunnen waarnemen, geschiedt zulks slechts in het voorbijgaan. De
talrtjke Oog-,oor-, keel- en andere spiegels zijn bijna alle holle spiegels, die
SPIEGELS.
25 SPIEGELS MET GEBOGEN OPPERVLAKTEN.
licht Op de te beschouwen deelen werpen en een zeer kleine opening hebben
ora er doorheen te zien.
S p i e g e 1 s m e t g e b o g e n O p p e 1- v 1a k t e n. op een
gebogen Oppervlak valt,volgt hij dezelfde wetten als bij een plat oppervlak.De hoek
van terugkaatsing is gelijk aan den hoek van inval en de invallende en de terug-
gekaatste straal liggen met den normaal aan 't Oppervlak in hetzelfde platte
vlak.De gebogen Oppervlakten zijn van tweerlei soort,b O l l e en h o l l e , Of
COL V OX O 0n COL CRV0.
W anneer de lichtstraal
Een horlogeglas is aan
de buitenzijde bol, convex,
aan de binnenzijde hol,
concaaf.Daar echter de
kromming zeer Onder-
scheiden kan zijn,cylin-
drisch,conisch,kogelvor-
mig,ellipsodisch,parabo-
lisch, bestaat er bij die
spiegelbeelden een groote
mate van verscheiden-
'N
N N
-- 5jh ''''
x
(.x . N x w
N >. Nw N'
N - w. - xw - w t v -
N x
M - l w ww
N. N.
N N. N. <. M N.
- N
N ww 3 h N<. ! e N.
:;i%$
<.N
N<
f '
/ / z z '
.' ./ Ae
I l xe ..-
I .ee >-''e >
l R .,''e''e * < - ..-
A A . V
,e.
' A .-
k e <
A - x .Ye
heid,hoe eenvoudig OOk
de grondregel moge zijn.
Bij holle spiegels vereenigen
kleine hoeken met den normaal
weer in n punt (b e e l d
de spiegelvlakte, gelijk in die figuur,
bol is en de lichtstralen van zoo'n grooten afstand komen,dat zjj als Onderling
evenwijdig kunnen worden aangemerkt;ligt dit punt midden tusschen het
alle van n punt komende stralen,die Onder
0p
van het
den spiegel
lichtpunt) (zie de figuur op blz.24).Indien
een gedeelte van de binnenzijde van een
vallen, zich na de terugkaatsing
m iddelpunt van den bol en
de spiegelvlakte in de a s
v a n d e n s p i e g e l , d.i.in
de middellijn, die evenwtdig
is aan de lichtstralen, en
wordt hethet br and p unt Of
f o c u s genoemd. De afstand
tusschen het brandpunt en
de spiegelvlakte heet de
b r a n d p u n t s a f s t a n d
van den spiegel.Indien ech-
ter het licht van een naderbij
gelegen punt komt,
verwijdert zich het beeld naar het middelpunt van den boog ; eindelijk valt
het in dit middelpunt,indien het lichtende punt zich in dat middelpunt be-
vindt.Ingeval het lichtpunt nog nader komt,wijkt het beeld steeds verder
van de spiegelvlakte en wel tot op Oneindigen afstand,indien het lichtpunt
juist in het brandpunt F staat ; de teruggekaatste stralen loopen dan Onderling
zoodat de lichtstralen onderling niet meer evenwijdig zijn,
SPIEGELS.
evenwijdig en,ingeval het lichtpunt tusschen het brandpunt en de spiegelvlakte
komt te staan, spreiden zich de teruggekaatste stralen hOe langer hOe verder
uiteen. In onze vergrootende
een allerduidelijkst denkbeeld
die in het laatste geval gevormd worden. Het schijnbeeld vertoont zich achter
den spiegel,vergroot (zie bovenst: af beelding Op bladz.25).
scheerspiegels hebben wij een toestel, die ons
geeft van de schtnbeelden (v i r t u e l e b e e l d e n),
De b o l l e (c o n v e x e) spiegels kunnen in 't geheel geen wezenlijke (r e e 1 e)
beelden geven,omdat de door deze teruggekaatste stralen zich naar alle ztjden
verspreiden of divergeeren.De virtuele beelden vertoonen zich rechtstandig
en naar gelang van de kromming en van den afstand des voorwerps meer Of
minder verkleind.De meer ouderwetsche groote flesschen Of bollen van donker-
groen flesschenglas, alsmede en vooral de nieuwerwetsche spiegelkogels,hier
en daar a1s sieraad in tuinen enz.te zien,geven gelegenheid tot zeer onder-
terwijl de laatstvoorgaande af beelding houdende waarnemingen daaromtrent,
de zaak volkomen Ophelderen zal.
De Opgegeven voorbeelden van gebogen
samengestelde verschijnselen,welke de natuur
kunnen alle volgens de hier ontwikkelde wetten verklaard worden.Belangrijk
gebruik wordt er niet van gemaakt,met uitzondering alleen van die elliptische
en parabolische spiegels,van welke men zich bij verlichtingstoestellen,b.v.
spiegels zijn de eenvoudigste. De
in ontelbare wijzigingen oplevert,
kustlichten,bedient.Noch de misselijk verwrongen beelden,die,Op bol- Of
cylindervormige spiegels opgevangen,regelmatige guren vertoonen,noch de
in de lucht zwevende beelden van holle spiegels, die vroeger bij zoogenaamde
geestenbezweringen dienden,verdienen onze bijzondere aandacht.Bolvormige
spiegeloppervlakken zullen wij elders, met name bij de spiegeltelescopen,nog-
maals ontmoeten en bespreken.
26
& .....> - - - - -- .
. -z , X X , ..-. -- ..x --- x - l/.r 4x. e--j w .' .k x-x- x. xx . . . l h .
,a N x . Axh Ax a..., -
x NN--X < --' V x
xx - . w
> % x . Z'- x - ..x
w v
r N > * .-
Y 'f ****% '> < X
A
x w. *
q >' - . <
' :
N < x
* c.w
N v It N I l 'I ''
i $.Il l1 -..r- --
$Y i.
tjf . -- .. *' Z t$jN 1.4j)jj!jyjjj'j 1j j;y .-...-. w x'' .y o..,yx , k. Ilj ...j - x .<ka
.'z= . N t'h
x Q x
tx %axx
, - . 'N x l ''N <
$ a p ! .- . <. xw xz
. I..- j* .>
. r - .s -- -- ... C') - s.g 2
t x . Y
u .-- < w. - . - - ug 'c ) > h + .
w < xj t ..- x - '
wA .-- - 1
= * a.f &azi,
''- -. ,p.o & Nfx.N> . '* M<
-. - .
-. 4.--- .
qx 'h ''- = .'l 1 1
< .= - A .. .. J v ! z
M' c. ''- - - .- t >. - .- .j w N *& W
,..-'
!
*.
-
.. lkt...s !$, -.a . . v. 2
- v x
a=-- - - /z
.
-*,4 . . - '-
K . - # ' '
== - . .'- r-e'x . -su -- ) -= e.M
' -
@ x e >
* <' -- R > X - a ) - * w
l)))))J .'n-x--.. e--c--c. c *. fj z. z
.j,y ,,.,x k ..j hh- .azaeo Nxxx >* *
w & arow. w s -w W
' N'--' o 'Z* - O
Z -*'= A 'W-D xvx ex s
x kqgo . . Jwox &%* ww
Het prisma en de spectraal.analyse.
Een oude mythe.- De straalbreking.- Fata morgana.- Het prisma.- Totale terug-
kaatsing.- De camera lucida.- Het zonnespectrum.- Ontleding van het witte licht
in gekleurd licht.- NEwTox's theorie der kleuren.- Het daltonisme. - Fluorescentie.-
De ltjnen van PRAUNHOEES.- verschillende spectra bij verschillende lichtende voorwerpen.--
Heldere ljnen. - Spectraal-analyse.- KlRcHlol':aen BUNSEN.Hnn spectroscoop.-
Nieuw ontdekte metalen.- Gebruik van het spectroscoop bj het onderzoek der hemel-
lichamen.- Bestanddeelen der zon.- Protuberanzen.
maagden aldus luidt een lndische mythe vereenigden zich tOt
viering der aankolnst van Krischna, den God van het licht.Toen deze echter
verscheen en haar Opriep Om voor hem te dansen,moesten zij weenende be-
kennen,geen dansers te hebben.Daarop verdeelde zich de god in zeven deelen
en elke danseres bekwam haren cavalier,Krischna.
Deze mythe heeft een treflbnde overeenkomst met een verhaal,door Plxowsvs
geboekt.Toen de goden de aarde onderling verdeeld hadden, hadden zij den
zonnegod vergeten en Om hem schadeloos te stellen bleef alleen (n eiland
over, dat juist uit de zee Oprees ; hij bekwam het dan Ook ;het was het eiland
Rhodus,aldus genoemd naar de minnares van den zonnegod,wien zij zeven
zonen vall verwonderlijke begaafdheden schonk.Dat eiland bleef dan ook aan
den dienst van het goddelijke vuur gewijd.Op de oude af beeldingen is Apollo
versierd met een diadeem,die uit zeven lichtpunten bestaat,en bij JtTulAxtrs
heet de godheid der zOn nde zevenstralige zon'', welke zinrijke benaming,
naar men zegt,van Ohaldeeuwschen Oorsprong is.
Zeven
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
Deze dichterltke voorstellingen uit lang verleden tijden worden Op hoogst
merkwaardige wijze in sommige streng wiskundige beschouwingen terugge-
vonden.Het moge waar zijn, dat de zevenjonkvrouwen in het Krischna-verhaal
en de zeven zonen der nimf op Rhodus,
gevalle van het heilige zevental aldus zijn
volgens een zevental kleuren in den regenboog gevonden is,
geltjk zoovele andere verhalen,ten
ingekleed en dat eerst later dien-
toch ligt in de
beide aangeduide mythen voor ons de oudste wortel eener kennis van de ont-
leding van het licht,die,door NEwTON op wetenschappelijke gronden gevestigd,
den thans algemeen voor ontwijfelbaar gehouden grondslag uitmaakt van een
reeks verschijnselen in de natuur.
De s tr a a l b r eki n g.Het verrukkend schoone kleurenspel van den diamant,
de zinsbegoochelende fata morgana,het vergrooten en nabij trekken door lens-
xee
. x x e
Z w.-e
. ..'e
G,ee'
K -
..- =..s yy==.--rz ..
=-= G= w M= .-- ' . = .>'
--- .. w . .wu .w A . w . w.>.. >.w w
=- = .w% .- % N.V ' -W > Nx W N WMN
X a .. xc x .. x
.w-.- w-w --w '.w w -
.w w .xxx . . -
x x-ww w-w. xwx
x
. x. x . w
w w-.w .xw .w ww x . 'Nx ''N N N ''.
.w . r ' 'N N'N
-- N-'- N ' '. N N . N N
9
denzelfden grondslag n.l. dezen,
dat de lichtstraal een andere rich-
ting neemt, zoodra hij van de een
doorschijnende zelfstandigheid in
de andere Overgaat,hetgeen ook
het wanneer de dicht-
vormig geslepen glazen, de rvan
parelen gebouwde brug'' de regen- )
boog, dat alles heeft (n en
geval is,
heid der
digheid,door den lichtstraal doorloopen,
heet s tr a a l b 1-e ki n g.Men maakt het gemakkelijk aanschouwelijk, indien
m en in een kom , van welke ons oog zoo ver
juist door den rand aan het gezicht onttrokken
verwijderd is,dat de bodem
wordt,een stuk geld of iets
dergelijks legt.Dat stuk geld is dan niet zichtbaar.Maar, als men de kom
vol water giet, is het, alsof het stuk geld gerezen is en in het water drijft.
Dit Nvordt hierdoor veroorzaakt,dat de
door het stuk geld teruggekaatste licht-
stralen een breking Ondergaan,wanneer
zij uit het dichtere water in de dunnere
lucht overgaan, ten gevolge waarvan zij
Ons OOg
geval niet
werp, het stuk geld, vertoont zich dus
bereiken, hetwelk vroeger het
was.Het beeld van het voor-
in een andere richting dan het voorwerp
zelf, en dit heeft Ook ten gevolge, dat
men een visch in het water niet raak
doorschijnende zelfstan-
niet overal dezelfde is.Dit verschijnsel
schieten kan,tenzij men lager mikt dan
waar de visch zich vertoont (zie den knaap op het titelvignet, de plaats,
bladz.27).
De lichtstraal wordtbtjhet uittreden uit het water in de lucht van de lood-
ltjn op het brekingsvlak af gebroken en omgekeerd wordt de lichtstraal, die uit
de lucht in water overgaat)naar de loodltjn tOe gebroken.De hoek a c d
28
29 STRAALBREKING.
(bladz. 28 afgebeeld), door den invallenden lichtstraal a c met de loodlijn d c
gemaakt,heet de hoek van inval ;de hoek van breking is de hoek b c e, welken
de gebroken lichtstraal b c met de verlengde lijn d e maakt.De verhouding
van den sinus van den hoek van inval tot den sinus van den hoek van breking
is bij twee bepaalde middenstoflbn constant. Deze wet werd in 1620 door
SNELLIt7S ontdekt,maar eerst in 1637 door DlsscARl'Es bekend gemaakt.Aan
genoemde constante verhouding geeft men den naam b r e ki n g s i n d e x.Men
is gewoon bij de Opgave dezer brekingsindices voor verschillende stoflbn steeds
lucht a1s een der twee middenstolen,die de breking veroorzaken, te kiezen.
0ok noemt men een stof optisch des te dichter,hoe grooter haar brekings-
index is.Deze dichtheid moet niet verward worden met de massadichtheid der
stof.Benzol bijv.breekt de lichtstralen veel sterker dan Onderscheidene soorten
van glas en is dus Optisch
dichter dan deze, hoewel
zijn soortelijk gewicht klei-
ner is dan dat van een
dezer glassoorten.Bestaat
een hoeveelheid van een
bepaalde stof uit lagen van
verschillende dichtheid,dan
zal een lichtstraal,d o o r
haar gaande, ook gebroken
worden.
De f ata m 0 f g a IR a le-
vert daarvan een voorbeeld,
daar de lichtstraal hierbij
in n en dezelfde zelfstan-
digheid gebroken wordt.
De verwarming door de
zOn en voornamelijk de
uitstraling der aarde ver-
oorzaken, dat de luchtlagen
Op
verschillende
krijgen,ten gevolge waar-
van de straalbreking in
verschillende hoogten
dichtheden
den dampkring
Evenals het stuk
de kOm kan dus Ook door
Ontstaat.
geld in
zoogenaamde opdoeming
een landschap aan gindsche zijde van den
een gelijkmatige afwisseling van dunner en
zullen, ten gevolge van totale terugkaatsing,
nevensstaande iguur). Het is volstrekt niet
aan de dorstige karavaan het beeld eener
horizon zichtbaar worden.lndien
dichter luchtlagen plaats heeft,
luchtspiegelingen Ontstaan (zie
Onverklaarbaar, dat de lucht
verkwikkende Oase voorspiegelt ;
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
trouwens nog onlangs ontrolde zich op den tOp
de verbaasde blikken dergenen,die haar bestegen, de
die er duizend mijlen van verwtjderd is.
Alle lichtstralen,die door den uiterst
dichteren dampkring komen,
1 'Ilj
l
'
-
I - -
- j I
l 1 lI l
l jg jjj(j(jj ; -'I,)j1,-1,11,! l lI
........-...--.-.
.
-lkyyyr,,,,j;y
r
U
...
.a- --=-
&
=-.- - -- .
;.) 1... ..
-s-s...s
- ----.= . . .
-.
QL..uap
.
= = -.U-.
' -
rW &W = . . s
= .
, 1111 II1 ! I 11111!!1 /
der piek van Teneriflb voor
bergketen van Alleghany,
dunnen wereld-aether binnen Onzen
worden eveneens gebrokeh en wij zien dienvolgens
alleen die sterren op hare ware plaats,welke
juist boven ons in het toppunt (zenith) staan ;
al de overige zien wij een weinig te hoog
en het verschil tusschen de ware en de schijll-
bare hoogte is des te grooter,naarmate zij
nader bij den horizon staan.Men geeft aan
dit verschijnsel den naam d a m p k r i n g s-
straalbreking.
H e t p ri s m a. GTI-IE noemt het reen
werktuig, in het Oosten zo0 hoog geschat,
dat de keizer van China aan niemand in zijn
rijk vergunt er een te bezitten,opdat hij zelf
dat voorrecht alleen geniete,welks verwon-
derltke eigenschappen Ons in onze jeugd ver-
bazen en op elken leeftijd tot verwondering
wekken ; een werktuig,dat bijna de eenige
wegwijzer is naar de aangenomen theorie der
kleuren''. W at een prisma is behoeft niet te
worden onaschreven. Gelukkig hebben de ver-
den der zon''voor ons bodswetten van )ZOOn l
kracht.Het geen
te
verbindende eenvoudige voor-
werp,nauwelijks een werktuig
m et gladde
verspreid,
lijke hanteering bij natuurkundige
dit geval van zeer ;jn glas geslepen is, van een
noemen, bestaat in een driekantig geslepen,
doorschijnend stuk glas ; het is zoo algemeen
zijn kleurenspel kan vermaken.Ter gemakke-
proeven voorziet men het prisma, dat in
oppervlakten voorzien,
dat ieder kind zich met
koperen klem, verbonden
met een voetstuk, ten einde het in den
begeerden stand te zetten en te houden.
Behalve van glas maakt men ook prisma's
van andere doorschijnende stofen,zelfs
uit vloeistoFen en gassen,die men dan
door dunne, glazen platen omsluit.
W at gebeurt nu met een lichtstraal,
die door het prisma loopt ? De verklaring
N*
%
. e - e . N *
w e N W
! Yw A -A
>-
w A .A > A
Yx
.
Ae
N ww A
hw > . xe
w >.. zez %. oe >
>y# * -
Yw e w e
T z ' R x
<
der nevensstaande hguur zal dit duidelijk
maken. De driehoek A B O stelt voor de doorshede van een gelijkzijdig prisma
met een plat vlak, loodrecht op de as van het prisma ; R 0 is de invallende
lichtstraal ;A.C en AB zijn de vlakken van breking ; de door C A en B A bij A
ingesloten hoek is de hoek van breking.De straal R p wordt bij zijn intrede
in de dichtere zelfstandigheid naar de loodlijn op A C gebroken en bij zijn
30
HET PRISMA. 31
uittreden door het vlak A B,Omdat hij nu weder in de dunnere lucht komt,
van de loodlijn op A B verwijderd.In plaats van zijn oorspronkelijke richting
te volgen loopt hij dienvolgens in de richting p'R'. Plaatsen wij dus Op de
aangeduide wijze een prisma voor ons Oog,dan zullen wij de voorwerpen,die
er achter zijn,
niet in de rich-
ting M R zien,
maar Op een an-
dere plaats,en
wel (zie de On-
derste af beel-
ding Op bladz.
30 en nevens-
staande afbeel-
ding) hooger ;
trouwens het-
geen van n
straal geldt,
geldt 0Ok van
al de stralen,
welke van ll
en
V00rN70rP
gaan.
hetzelfde
uit-
De grootte
der afwijking
hangt af van den hoek A,van den brekingsindex van het prisma en van den
invalshoek der stralen.
D e c a m er a lu c i d a.Er zijn omstandigheden,bij welke de straal, uit eell
middenstof van grooter lichtbrekend vermogen komende,in 't geheel niet in
een met kleineren brekingsindex kan treden. Er is dau namelijk een hoek van
inval, die zoo groot is
(zie nevensstaande af-
beelding)
kingshoek 90O wordt.
W ordt de hoek van in-
dat de bre-
val nog grooter, dan
wordt de straal tegen
de minder dichte mid-
denstof
en wel veel volkomener
teruggekaatst
dan Op een gewonen
metalen spiegel,die altijd een groot gedeelte van het licht opslorpt.Aan dit
verschijnsel geeft men den naam ptotale tel-ugkaatsing''en de hoek van inval,
die een hoek van 90O tot brekingshoek heeft, heet grenshoek. Bij water
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
en lucht is de grenshoek 48O 30',bij diamant en lucht nOg niet ten volle 240.
Een belangwekkende toepassing van die volkomen terugkaatsing,die wij
overigens aan elke daarvoor ingerichte glasschijf waarnemen kunnen, treft men
aan in de c am e r a l u c i d a.Deze toe-
;/'1.
,, t
:
-
='. & ,y r-- Z. .
> '
--
.-
-
-.- ....
--
-- .. ...... j'e
(1 - Z i
v . kh..w , . --'
x # p > .
. -
g
. A(: =
, - -
xy os
.. - v %'->
--
--.- .
.
kq u Nm !1 el c- vv
q .c . . .1.
'R.V
x g
.; ql - L - ., -.y e.-.-n
; - jjt..Jy hx'kxx c'Nw % tL- y -
't'h hltj.- 1''q Ay-j, -- = /'- -& .y? y n .. , -
. A ,er a?.w
'
k 3 l lu x
w . i w,- vo r
'..p l .x,. '-
y '''xx .-*k1 - -..w. NX xh 'x
)h *X15A
q ''xh ' k xx
o xxN . ...yN. n 'ii7)t
--t--$--h- --$k --t--',i
!$,
'kF,k,- -..h- ----- -h---h$
.-
-'--
$- --h
.,
----
--. --
'-'---b
bhk
--
.h b-
'-hk
k
''
'h ,-...........:,-,$ $
. > .
=--'=-- -=> r-=s ,/,,' ===
-=-= == > 'I l
< -..- - ------= )1,
= r - -- .. - ..m.. / -- / Q '
.-.0+.e-.-./ - / g . I
.,....-.w-.--.. /1$ ' ,
-.=s. ,$ - , .x
wJ =a- .-- - ,,' -> , /- . , 'v's
.
--'-
= / / X x 'D )xv
' 11 N
x. .
t / ,/ j ''...x. t(g( t.j /
#ZZ/S ::Z'S
t/ I -
...#.
-
%- -
stel
zeer klein
bestaat eigenlijk slechts uit e0n
vierzijdig prisma a b c d (zie
nevensstaande af b.).De lichtstralen,die
loodrechtOp het vlak a b vallen,willen
er door het vlak b c weder uit schieten.
Doch zij komen er te schuin tegen en
worden dienvolgens ternggekaatst,zoodat
zij op het vlak c d vallen, hetwelk ze
eveneens terugspiegelt.Eerst het vlak
cz d bereiken zij in een richting,steil
genoeg Om ze door te laten. lndien dus
de waarnemer zijn Oog in de richting
der uittredende stralen brengt, zal hij
het beeld der
de
V001'W0rP0n,van welke
uitgingen, zien.En,indien
het prisma kleine afmetingen heeft en
stralen
men er een stuk wit papier ver genoeg
van af legt om duidelijk te kunnen zien,kan men met een potlood de om-
trekken van het voorwerp, welks beeld Op het papier valt,duidelijk schetsen ;
immers,men ziet er genoeg naast om met het Oog den loop van het potlood
te kunnen volgen.
In dezen vorm
Door de beide aan deze ribbe samenkomende zijvlakken wordt de stralenbundel
gebroken en men vange hem nu op Op een scherm .Hierop (onderste af b.van deze
blz.) zien wij nu een zeer breed beeld der spleet,uit lichtbanden van verschillende
kleuren gevormd. Dit beeld wordt door de natuurkundigen het s p e c tr u m
en aldus gebruikt
heet het een ca-
mera lucida.
Het s p e c-
t ru m.Wij kee-
ren terug tot het
prisma.Door een
spleet in een luik
valle een bundel
zonnestralen Op
een der zijvlakken
van een prisma,
welks brekende
ribbe evenwijdig
is aan de spleet.
32
33 HET SPECTRUM.
genoemd en,indien het door het zonlicht Ontstaan is,het z O n n e - sp e c t ru m.
Het gelijkt op een gedeelte van den regenboog ;wij zien er dezelfde kleurell
in en in dezelfde rangorde :rood, oranje,ge:l,groen,blauw,indigo en violet.
Men ziet het verschijnsel het fraaist,indien men het licht door een smalle
verticale spleet laat vallen, het door een prisma van flintglas laat gaan en
dan de gebroken stralen door een kijker beziet.
W OLLASTON heeft in 1802 deze waarneming Op de aangeduide wtjze het
eerst doen kennen ;doch de eerste,die in het algemeen het spectrum in een
donker vertrek door een rond gaatje Opving,was NEwTON.Aan hem hebben
wij Ook de juiste verklaring van het merkwaardige verschijnsel te danken.
De roode stralen van het spectrum worden door het prisma minder gebroken
dan de violette en de brekbaarheid van een straal is des te grooter,hOe
verder hij van de roode grens en hoe nader hij bij de violette ligt.En,daar
nu geen ander licht dan dat der zOn Op het prisma gevallen is, moet men wel
aannemen, dat het witte, Ons als enkelvoudig toeschijnende licht inderdaad
niet enkelvoudig is,maar dat het bestaat uit een bundel afzonderlijke stralen
van verschillende breekbaarlleid ; die stralen worden door het prisma gesplitst
en naar gelang der verschillende breekbaal-heid als het ware gesorteerd. Hier
hebben wij dus den in zeven deelen verdeelden Krischna,de zeven zonen der
nimf op Rllodus,de zeven lichtpunten Om het hoofd van den gOd der zon.
Licht,dat door het prisma niet verder gesplitst kan worden en geen spectrum
met kleuren geeft, heet h o m O g e e n l i c ht.De afzonderlijke overeindstaande
streepjes in het spectrum bestaan uit zulk homogeen licht.
lndien wij het witte licht in zijn verschillende bestanddeelen kunnen Ont-
leden,moet noodwendig ook weder wit licht ontstaan,zoo wij de gesplitste
stralen weder bijeenvoegen.En zoo is het inderdaad ook.Het middel daartoe
is mede door NEwTON opgegeven.lndien men namelijk -door middel van een
tweede prisma,dat zoo geplaatst is,dat het aan de lichtstralen een afwijking
geeft,die gelijk en tegengesteld is aan .de afwijking,door het eerste prisma
veroorzaakt,het spectrum beziet,worden de ontbonden lichtstralen weder tot
n bundel bijeengevoegd en men lleeft het witte licht,zooals het door de
Opening viel,terug.lndien men niet het geheele spectrum,maar alleen een
gedeelte der stralen opvangt)ltan men de bestanddeelen er van o0k door een
tweede prisma met elkander vereenigen ; doch dan ontstaat er geen wit) maar
er vormt zich een die eerst wit zou indien er de andere g0-
klellrde stralen waren bijgevoegd.A1s men het rood wegneemt,geven de overige
kleurstralen groen ;a1s het blauw ontbreekt,verkrijgt men geel.Rood en groen
Nvorden,
vereenigd leveren wit ; zOo ook blauw en geel, oranje en violet.ledere kleur
heeft derhalve een aanvullingskleur,met welke zij den witten lichtstraallevert.
Twee zulke bijeenbehoorende kleuren noemt men c o mp le m en tair e k le ur e n
ell ieder daarvan bestaat altijd uit meer dan n gekleurden straal.De leer
dezer verschijnselen maakt de
De kleuren zijn dus slechts
eigenlijke leer der kleuren volgens NEwTON uit.
verschillende indrukken op Onze gezichtszenuwen,
Ontstaande door de verschillende breekbaarheid der stralen,evenals de toon-
hoogte in geenen deele iets is, dat buiten Ons Oor ligt,maar slechts een indruk
IX. 3
kleur,
34 HKT PRISMA EN DE SPEUTRAAL-ANALYSE.
is op onzen gehoorzin, welks zenuwen door regelmatig opeenvolgende lucht-
golvingen met bepaalde snelheden aangedaan worden.Wij zullen later over dit
laatste onderwerp handelen ; hier maken wij .slechts met een woord Opmerk-
zaam op de geltksoortigheid der indrukken van geluid en van kleur.
De breekbaarheid der lichtstralen is een gevolg van de snelheid, met wplke
de golvingen des aethers op elkander volgen, en de kleuren staan onderling
tot elkander a1s de tonen der muziek ;slechts met dit onderscheid,dat, daar
de lichtstralen door een veel ijnere middenstof, den zoogenoemden wereld-
aether,worden voortgeplant,oOk bij deze van veel geringer tijdruimten en
veel grooter snelheden sprake is.Terwtjl ons oor reeds golvingen, die elkander
ten getale van Omtrent 41 in de seconde Opvolgen,a1s afzonderltjke tonen kan
onderscheiden,maken Op het oog eerst die golvingen indruk,welke het met
eene snelheid van 450 billioan in de seconde Ontvangt. De plaagste''kleurtoon
is het donkerste rood van het prisma.De hoogste muzikale toon,dien ons Oor
nog kan onderscheiden, bestaat uit 24 000 trillingen in de seconde en wij zijn
in staat meer dan 9 octaven met het 001- te onderscheiden.Het oog Omvat
zoo'n groot
eindigt de
verschil niet ; immers reeds bij 800 billioen golvingen in de seconde
vatbaarheid van het OOg om Op te nemen met het plaagste violet''
zoodat het OOg nog niet eens een vOl octaaf overspannen kan.W aar het oog
ophoudt duideltk te zien, omdat de golvingen elkander te snel Opvolgen,
bestaan niettemin die golvingen (hetgeen blijkt uit thermische en chemische
zoodat het niet-waarnemen alleen een gevolg is van het gebrekkige Werkingen),
Onzer waarnemings-organen.
Doch evenals ermenschen ztjn,die slechts zeer onduidelijk de ijnste schakee-
ringen in de geluidsgolvingen hooren kunnen, zoo zijn er ook, bij wie de ge-
voeligheid der gezichtszenuwen geringer is dan bij anderen.Zeer algemeen is
bekend, dat vele menschen bij kaars- of lamplicht geen Onderscheid kunnen
zien tusschen blauw en groen,tenzij men beide kleuren naast elkander legt ;
Inaar er ztn
kunnen; voornamelijk is zulks het geval met rood en groen,welke op sommige
oogen niet den indruk van verschillende kleuren teweegbrengen,maar eenvoudig
wit schijnen.Z0o OOk, doch zeldzamer,met andere kleuren; ja,er zijn enkele
ook personen, die sommige kleuren in 't geheel niet Onderscheiden
voorbeelden van menschen,die, wijze, waarop zij zich
uitdrukken,in 't geheel geen kleurverschil,alleen lichter en donkerder,kunnen
onderscheiden.Dit gebrek aan vernaogen
te Oordeelen naar de
om een of meer kleuren te zien wordt
d a l t O n i s m e genoemd,
voorbeeld er van heeft bekend genaaakt.
omdat de beroemde natutlrkenner DALTON het eerste
Men noemt het OOk wel c hr0 m a t 0 -
p s e u d o p s i e (een verkeerd zien of gezichtsbedrog ten aanzien van kleuren).
Het is veel algemeener dan men Oppervlakkig zOu denken. Ten gevolge der
jongste nasporingen mag men aannemen?dat in Duitschland - en er is geen
reden om aan te nemen, dat het elders anders zOu zijn gemiddeld Op de
38 personen n daltonist is.Btj sommige spoorwegen
gewoonte geen personell tOt beambten of bedienden aan te stellen, die bij
onderzoek gebleken zijn daltonisten te wezen, daar zij in dit geval de kleuren
der seinlichten niet zoulen kunnen Onderscheiden - iets,dat groote ongelukken
heeft men de loFelijke
35 DE LIJNEN vAN FRAUNHOFER.
zou kunnen veroorzaken. Het ware daarom hoogst noodzakelijk,dat deze
maatregel algemeen ware : ook op stoombooten bedient men zich van gekleurde
seinlantaarns.
Behalve de gekleurde stralen van het spectrum heeft het licht der zon n0g
stralen,die op ons Oog g e e n indruk maken.Ztj worden door het prisma
eveneens gebroken als de andere ;doch, geltjk wij buiten staat zijn al te hooge
tonen te hooren, zOo gaat het ook met de lichtstralen :de stralen in het licht,
welker breekbaarheid voorbij die der violetkleurige ligt,werken niet meer Op
Onze gezichtszenuwen.Daarentegen bestaan er zekere scheikundige verbindingen,
die er door gewijzigd worden,en dit heeft veroorzaakt, dat BECQTJEREL in 1842
bij het opvangen van het zonnespectrum Op een daguerreotypplaat de
noemde chemische stralen ontdekte.Thans weten wij,dat dit chemische
hetwelk een hoofdrol in de photographie vervult, Ook door Onderscheidene
Z00g0-
licht,
andere zelfstandigheden,b.v. door een oplossing van stllphas chininae en 't
afkooksel van kastanjeschors,z i c h t b a ar kan gemaakt worden. Men noemt
dit verschijnsel f lu o r e s c e n t i e.
D e lij n e n v a n FaAUNI-IOFER.Reeds W OLLASTON had bij zijn onderzoekingen
van het zonnespectrum bevonden? dat het niet) gelijk aanvankeltjk scheen, uit
onmiddelltjk tegen elkander sluitende gekleurde strepen bestaat,maar dat er
tusschen deze eenige donkere scheidingsstrepen worden aangetroFen.Doch
FSAUNHOFER, de beroemde gezichtkundige te Mnchen,was de eerste,die dit
verschijnsel nauwkeurig onderzocht (1815) ;hij bevond daarbij,dat die donkere
strepen zich alttjd op dezelfde plaats van het spectrum vertoonen en dat zij
in grooten getale worden aangetrofen.En, evenals de Melkweg zich in zeer
sterke ktkers in een Ontelbare menigte afzonderlijke sterren ontbindt,zoo OOk
Ontbonden zich voor zijn sterker werktuigen de aanvankelijk donkere strepen
in gescheiden lijnen.Hij zelf onderscheidde er
v an FRAUNHOFER worden.
steeds nieuwe, van elkander
Omtrent 600, die naar hem de 1ij n en
Die,welke het gemakkelijkst te onderscheiden
met letters en zij zijn zeer belangrijk,daar zij
opgespoord en aangewezen, waardoor zij Ook het
genoem d
zijn)duiddeFRATJXI-IOFER aan
altijd kunnen worden bepaald,
allerzekerste middel opleveren
onl de straalbreking btj verschillende zelfstandigheden op het nauwkeurigst te
bepalen.Zij hebben o. a.onschatbare diensten bewezen aan de sterrenkunde
en de photographie en bij
levert een proeve van het
lnicroscopische waarnemingen.En deze btjzonderheid
dadelijke nut,dat, zonder dat men het vermoedde
navorschingen,welke voor het Oog
van het groote publiek niets anders schijnen te zijn dan spitsvondige theore-
tische muggesprongen.Trouwens,in de natuur is niets klein of groot - alles
behoort in gelijke mate tOt het groote geheel. De af beelding in kleurendruk
stelt verschillende spectra voor. Fig.1 geeft het zonne-spectrum te zien met
de Fraunhofersche lijnen.De boven het zonne-spectrum aangebrachte schaal
dient Om iedere kleur Of lijn gemakkelijker te kunnen aangeven.
of verwachtte, gevonden wordt in zulke
Uit de lijnen van FRAUNI-IOFER blijkt,dat het zonlicht stralell van eene be-
paalde breekbaarheid nlist Of dat deze er althans in veel mindere hoeveelheid
in aanwezig zijn dan de Overige.Trouwens, volkomen zonder licht zijn de
36
bedoelde lijnen niet, maar zij zouden onder bepaalde omstandigheden voor meer
verdonkering vatbaar zijn.
In plaats van het zonlicht kah men Ook ieder ander licht,mits het slechts
sterk genoeg zij, bezigen.Het kalklicht van
Dsuxxoxo en het electrische licht geven zeer schitterende spectra, die zich
(laardoor van het zonlicht Onderscheiden,dat zij d o O r l o o p e n d zijn,d.i. geen
donkere Strepen Of vakken vertoonen.
B ij
hat electrische licht zijn het gloeiende koolstofdeeltjes
het licht van DRUMMOND bestaat de lichtgevende zelfstandigheid in kalk,
b ij
Gelleel anders zijn echter de spectra, die ontstaan, wanneer wij het licht van
beide vaste lichamen.
asvormige gloeiende zelfstandigheden op de vereischte wijze door een prisma g
laten gaan. De spedra der gassen loopen niet door,maar bestaan integen-
deel uit een reeks schitterende, gekleurde lijnen,door donkere tusschenruimten
Van elkander gescheiden.Het licht van gasvormige zelfstandigheden Onderzoekt
men met behulp van gasbuizen,die door den beroemden natuur-
tot het verkrijgen van spectra
kundige PLCKER Ontworpen, door den werktuigkundige GEISSLER
uit Bonn vervaardigd en algemeen bekend zijn onder den naam
buizen van GEISSLER. Zj hebben gewoonlijk den vorm van nevens-
gaande
vereischte gas gevuld heeft,
dichtgesmolten. Tevens worden er aan die uiteinden draden van
af beelding.Nadat men ze luchtledig geraaakt en nAet het
Tzorden ze aan de uiteinde a en b
platina in gesmolten,die met een inductie-toestel in verbinding
staan en den electrischen stroom uit den toestel naar het gas
in de buis leiden.Het gas gaat dan gloeien en zendt een eigen-
aardig licht tlit, dat in het nauwe gedeelte der buis,w aar het
electrisch licht dicht ineengedrongen is, het sterkst schijnt.Dit
gedeelte dient uu bij voorkeur om het spectrum te onderzoeken.
Is een bllis van GEISSLER b. v.met waterstofgas van n atmos-
feer-drukking gevuld, dan zal het nauwe gedeelte, zoodra de
inductietoestel werkt,een helder karmijnrood licht verspreiden.
Dicht voor de spleet van den spectroscoop gebracht,za1 dit licht
een spectrum voortbrengen, bestaande uit drie scherp uitkomende
ltjnen,een roode, een groenblauwe en een blauwe ; de tusschen-
ruimten tusschen deze lijnen zijn echter niet geheel zonder licht ;
er doen zich veeleer sporen van een doorloopend spectrum voor,
die bij gas van grootere dichtheid nOg duidelijker zijn waar te
nemen (:g. 9 van de plaat der spectra).
W ordt de buis met sterk verdund waterstofgas gevuld,dan
zal men een geheel ander spectrum verkrtgen.Dit is niet rood,
maar groen, en bestaat niet uit drie,maar uit n enkele lijn.
Uit de verschillende spectra's kan men dus onmiddellijk den
meerderen of minderen graad van dichtheid eener stof afleiden,en niet alleen
de dichtheidmaary.bij gassen,ook de drukking.
Daar nu alle gloeiende vaste zelfstandigheden doorloopende spectra geven
en de heldere,kenmeqkende ltnen zich alleen in de spectra der gasvormige
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
DE SPECTRAAL-ANALYSE.
vertoonen,za1 men bij Onderzoek van een lichaam door middel van zijn eigen-
aardig spectrum er alttjd het eerst toe overgaan, het in een verbinding te
brengen, die door de hitte in gas- Of dampvormigen toestand wordt Overge-
bracht.Voor verschillende zelfstandigheden staan daartoe verschillende wegen
open ;wij bepalen Ons bij het vermelden der voornaamste uitkomsten.Het
eenvoudigste spectrum geeft het natrium,een metaal, dat in keukenzout aan-
wezig is en zoowel op zich zelf als in deze verbinding in damp kan worden
veranderd.Het spectrum van natriumdamp (zie :g.5 van de plaat der spectra)
bestaat uit (n enkele heldere gele lijn,welker ligging,het zome-spectrum als
maatstaf genomen, door de D-lijn van FRAUNHOFER wordt aangewezen ; lithium
(;g.6) vertoont tweelijnen,die meer naar het Oranje en rOod liggen; caesium
tfig.4) eene groep lijnen in het geel, oranje en geelgroen en buitendien oOk
nOg twee zeer eigenaardige indigo-blauwe lijnen ; rubidium (5g. 3) heeft 5
groepen lijnen,in het rood,Oranje,geel,groen en violet ;thallium tfig.7) een
lijn in het groen ; indium (fig. 8) een in het blauw en een flauwere in het
violet ;gloeiend zuurstofgas heeft twee lijnen in het rood,een in het geel,een
groep lijnen in het groen en drie talrtjke groepen in het blauw en het violet.
Deze en talrijke soortgeltjke waarnemingen hebben in de laatste jaren een
geheel nieuwe wijze van onderzoek in de natuur- en de scheikunde doen Ont-
staan ; zij is even eenvoudig in.haar grond als verrassend in haar uitkomsten.
Men noemt haar
D e s p e ctraal- analy s e.
ten aanzien dier ontbrekende
Reeds FSAIJNI-IOFER maakte de opmerking,dat
lichtstralen het licht van dezon,
van Onderscheidene
de raaan en
Venus gelijk staat,doch dat daarentegen in de spectra
vastesterren,gelijk Procyon, Oapella en Betelgeuze,slechts sommige strepen,
met name de streep D, overeenkoinen met die in het spectrum der zon.
BREMTSTER Onderzocht in 1822 de lijnen van FRAUNHOFER bij onderscheidene
gekleurde vlammen en zag daarbij nieuwe en eigenaardige strepen ; vijf jaren
later verklaarde HERSCI-IEL, die zich veel m et zulke Onderzoekingen bezig ge-
houden en vooral de eigenaardige spectra gevormd had van vlammen,in welke
chloorstrontium, chloornatrium en andere zouten verbrandden, dat elk dier
zelfstandigheden hareaanwezigheid in de vlam toonde door afzonderlijke lijnen
Of strepen, zoodat men i n h et v e r s c h i l d e r s p e c t r a e e n z e e r n a u w-
k e u r i g m i d d e l h a d ,o m z e e r kl e i n e s p o r e n v a n b e p a a l d e z e 1 f-
st a n digh e d e n t e o nt w ar e n.Even bepaald zegt TALBOT,na bevonden te
hebben, dat in het spectrum eener alcoholvlam door kali-verbindingen een
gansch eigenaardige roode streep wordt veroorzaakt : i n d i e n d e z e w a a r-
n e m i n g e 11 j u i s t z tj n ,z a l e e n b l i k i n h e t s p e c t r u m t o e r e i k e n d e
w e z e n o m z e l f s t a n d i g h e d e n t e o n t d e k k e n ,d i e a n d e r s s l e c h t s
d o O r i n g e w i k k e 1 d e s c h e i k u n d i g e O n t l e d i n g e n k u n n e n w o r d e n
g e v o n d e n.
Maar in weerwil van de zOO duidelijk uitgesproken groote belangrijkheid van
dit onderwerp duurde het nog zeer lang,eer men er zich opzettelijk mede
ging bezig houden.Er viel OOk aangaande de natuur der lijnen van FSAUN-
HOFER nOg te veel na te sporen,dan dat de tijd reeds daar zou zijn,Om zulke
37
38
opzettelijke tochten op dit gebied, als door HlRscuElu en TALBOT waren aan-
geduid,bij den trapsgewijzen voortgang der wetenschap te kunnen verwachten.
Hoe ontstaan de ltjnen van FRAUNHOFER? Het zijn lichtstralen,of eigenlijk :
het zijn aanduidingen van het geheel of genoegzaam geheel ontbreken van
lichtstralen.Maar het is de vraagjOf deze stralen reeds bij het uitgaan van
het licht uit zijn bron ontbraken,dan wel of zij er
stonden, maar hetztj btj
gaan door het prisma,hetzij op andere wijzen,ztjn zoek geraakt.Meh zou
bijkans ondersteld hebben, dat het laatste het geval moest ztjn ; ten minste
BnEwsl'ls zag ten jare 1832 sommige ljnen eerst Of ten minste met veel
meer d uidelijkheid te voorschijn komen,toen de zOn laag aan den horizon
oorspronkeltjk wel in be-
het doorloopen van den wereldaether, hetzij bij het
stond en dus haar stralen een grooteren weg door onzen dampkring hadden
af te leggen. Doch er waren daarentegen andere verschijnselen, diejal liet
men de onderstelling van enkele opgeslorpte en dienvolgens verdwenen stralen
gelden, toch noopten om aan te nemen,dat nevens deze strepen 0Ok nog
andere Oorspronkelijke,van het lichtgevend lichaam zelf afhankelijke lijnen
bestonden. Men wees daartoe
vlammen,Op gedane Ontdekking, dat de electrische
vonk andere strepen vertoont, indien zij van kwikzilver,dan indien zij van
de verschillende spectra van verschillende Op
de in 1835 door S7OLLASTON
zink,tin, cadmium en andere metalen afspringt,welke strepen dienvolgens
haar Oorzaak moeten vinden Jn den aard der gloeiende metaaldeeltjes. De
Oorspronkelijke lijnen en vooral de heldere strepen van homogeen licht, welke
men bespeurt in sommige vlammen bij het verbranden van metaalzouten, zijn
de grondslag geworden der spectraal-analyse,welker ontwikkeling in de laatste
jaren de namen der Heidelbergsche natuuronderzoekers KIRCIII-IOFF en BUNSEN
zoo beroemd gemaakt heeft.Btj het geschiedkundig Overzicht dezer hoogst
schrandere ontdekking mogen wij de waarneming van WOLLASTON niet Ver-
geten, dat, indien een electrische vonk tusschen twee verschillende metalen
overspringt,het spectrum de lijnen van de beide metalen tegelijk vertoont ;
maar tevens hebben wij Ook acht te geven op een ontdekking,die FOTJCAULT
heeft gedaan,nadat FSAUNI-IOFER de plaatselijke overeenstemming van twee
lleldere lijnen in de gewone spectra van vlammen met de lijn D van het zonne-
spectrum had aangetoond.FOUCAULT nameljk Ontdekte, dat electrisch licht,
dat insgelijks de bedoelde heldere lijnen vertoont,
alleen buiten staat was om de donkere strepen D te verlichten,maar dat zij
Licht hier derhalve door licht
met zonlicht vereenigd, niet
zich zelfs nog veel donkerder vertoonden. werd
weggenomen.De lichtgolvingen vernietigen elkander - iets dat wij mede be-
speuren kunnen aan watergolven,welke z0o tOt elkander in betrekking staan,
dat, wanneer de dalen der eene golf met de bergen van de andere samen-
vallen,het water eFen blijft.Dit verschijnsel heet bij de natuurkundigen
interferentie.
Bovendien mogen wij niet nalaten den arbeid te vermelden van VAN DER
WILLIGEN,SWAN,STOKES,LANTEDESCHI, 0n V00ra1 do bolangrijko nasporingen
van PLCICKER te Bonn over het Opslorpingsvermogen van Onderscheidene gas-
soorten.
HET PRISMA EN DE SPEPTRAAL-ANALYSE.
39 DE SPECTRAAL-ANALYSE.
KIRCHHOFF en BIJNSEN, de eerste hoogleeraar der natuurkunde,de tweede
der scheikunde,beiden te Heidelberg, vereenigden eindeltk de talrijke navor-
hingen tOt een schitterende slotsom ;trouwens zij verzamelden de verstrooide sc
waarnemingen, maar verrijkten ze Ook met nieuwe navorschingen,vooral met
die over den invloed,dien verschillende zelfstandigheden in de vlam,onder de
meest uiteenloopende omstandigheden,btj zeer lage en aiterst hooge tempe-
ratuur, Op het spectrum uitoefenen ; de uitkomst was hoogst verrassend en
bracht merkwaardige verschijnselen aan het licht.
Doch wij moeten allereerst eene beschrijving geven van den toestel,waarvan
men zich tot een meer nauwkeurige waarneming en tOt het onderzoeken der
vlam-spectra bedienen kan.Daartoe strekt de onderstaande af beelding.ln de
eerste plaats ziet men de lichtbron, een zoogenoemde brander van BUNSEN,a ;
aan de bene-
denzkde van
den toestel
Nvordt het aan-
gevoerde licht-
gas met damp-
kringslucht
vermengd.Dit
mengsel geeft
weinig licht,
maar ontwik-
kelt zeer veel
ki7i?-'t tr.ki!rl'jjljkll , ------ llI
.llItIIlll11.,.11k j1 6
11 4jrlp /
-.
: ) j '1J#J
J .
jj. -Nvw j i
1.
MN
-.w.....x . ..
-'-''-x
jj 11
.
'-
L
--
--- ..w jjj '
''- l ''''''''.
> 1 --------------------
--jrl,jlt 11 hitte en laat de
heldere lijnen
van de door
middel van den platinadraad b in de vlam gebrachte zelfstandigheden ten
duidelijkste Ontwaren.De stralen der vlam dringen door de enge spleet van
het deksel c,dat een van binnen zwart gemaakte en naar het prisma gekeerde
buis,c o l li m at o r genoemd,afsluit.Het door het prisma d gevormde spectrum
zelf wordt door den ktjker e waargenomen.Dit prisma kan door middel van
een hef boom J om een as draaien ; een bijgevoegde toestel laat de maat dezer
omdraaiing nauwkeurig aflezen.Een loodrecht in de buis van den kijker ge-
spannen
komen? en,als men voo1- de voornaamste donkere lijnen van het zonne-spectrum
de draaihoeken gemeten heeft,kan men de ligging van andere lijnen van een
ander spectrum met betrekking tot het eerste met groote zekerheid waarnemen.
Deze toestel is wegens ztjn omslachtigen
gebruik en dit heeft ten gevolge gehad, dat natuur- en
draad levert een punt,waarmee al de lijnen moeten in aanraking
vorm niet zeer gemakkelijk in het
werktuigkundigen er
verbeteringen aan bedachten,deels t0t het meten, deels tOt het zeer spoedig
vergelijken der spectra.Altijd echter onderscheidt men bij zulke werktuigen,
v O 0 re e r s t de spleet, waardoor het licht van het lichtende lichaam gaat ;
ten tw e e d e het prisma,dat het licht in een spectrum Ontbindt ;ten d e 1- d e
den ktjker, door welken men het spectrum waarneemt.lndien men het
40
spectrum door onderscheidenepersonen tegelijk wil doen beschouwen,kan de
ktjker worden vervangen door een wit scherm, waarop men de gebroken stralen
Opvangt. Doch men moet in dit geval een krachtig licht tot zijn dienst hebben,
daar de vergrooting van het veld veel van de helderheid doet verloren gaan.
Om de stralen evenwtdig Op het prisma te doen vallen, plaatst men tusschen
Trisma en spleet een verzamellens,de zoogenoemde collimatorlens,en ten einde
de dispersie te versterken laat men de lichtstralen door twee of meer prismata
gaan.Zelfs heeft BROwNTNG te Londen, een man van naam in dit vak,ten
dienste van de sterrenwacht te Kiew een die uit spectroscoop vervaardigd,
bestaat.Doch zulke toestellen hebben het een stelsel van negen prismata
nadeel,onbruikbaar te zijn voor spectra, niet uitgaande van een vast, blijvend
lichtpunt.Immers, daar de invallende stralen met de assen van de kijkers een
hoek maken, kan het instrument niet snel genoeg Opgesteld worden om b.v.
vallende sterren waar te nemen.Daarom heeft men zoogenaamde r e c htlij-
n i g e s p e c t r o s c op e n bedacht. AMIcI was de eerste, die,in het jaar 1860,
het vraagstuk heeft opgelost.Het is bekend,en wij zullen er btj het behan-
delen der achromatische lenzen op terugkomen, dat de afwijking der lichtstralen
en de verspreiding, de zoogenoemde di s p er s i e, van het spectrum bij pris-
mata van verschillende soorten van glas Onder alle Omstandigheden niet gelijk
zijn. Een prisma van flintglas geeft bij een even groote afwtking van de
*
.
middel-stralen een spectrum, dat veel meer uitgerekt is dan dat van kroonglas.
Indien men derhalve een flintprisma met een gelijk geslepen kroonprisma in
omgekeerden stand zoodanig vereenigt, dat het eene de afwijking van het
andere herstelt,zullen de stralen wel in de richting van het invallen verder
gaan,maar,daar de dispersie niet zoo volkomen weggenomen is,ztlllen zij
nog verstrooid blijven en
van kleiner breedte.Door
te verbinden kan men nu de dispersie vermeerderen, en volgens dat
zijn toestellen van Onderscheidene gedaanten door AMIcI, JAxsssx te
bt uittreding een spectrum geven,zij het dan O0k
onderscheidene zoodanige paren prismata met elkander
beginsel
Partjs en
BRowxlxg te Londen vervaardigd.De laatstgenoemde heeft zakspectroscopen
in den handel gebracht,die niet langer ztjn dan 8 centimeter ; men richt ze
als een gewonen verrekijker naar het lichtende punt en heeft ze zeer geschikt
bevonden voor het spectroscopisch onderzoek der vallende sterren.Zij zijn
evenals de grootere toestellen voorzien van een zevenvoudig prisma-stel,van
collimatorlenzen en van een kjker. Aan de instrumenten van
gen zijn somtijds nog toestellen verbonden Om metingen
verschillende spectra tegelijk waar te nemen ; bij de kleine kan daarvan
natuurlijk geen sprake ztjn.
Sedert het bekend worden der ontdekkingen van KIRCHHOFF en BuxslN zijn
grooter afraetin-
te doen en tNiee
de spectroscopische onderzoekingen een onderwerp geworden, waaraan de
natuurkundigen groote vltjt besteden ;zij hebben de algemeene aandacht des
te meer getrokken, daar zij,in verband met de ontwikkelde kunst optische
werktuigen te vervaardigen,de verrassendste uitkomsten hebben geleverd. Van
de lijnen in de spectra van verschillende aardsche zelfstandigheden zijn, na
zorgvuldige metingen,af beeldingen vervaardigd, zoo nauwkeurig,dat b.v.in
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
DE SPECTRAAL-ANALYSE. 41
het spectrum van titanium 170 lijnen, in dat,van ijzer bt de 500 lijnen aan-
ewezen ztjn.
Hetgeen de spectraal-analyse boven alle soortgelijke Onderzoekingen doet
uitmunten is de verwonderlijke nauwkeurigheid, die, a1s de onderlinge afstanden
van lichtstrepen betreflbnde, alle dwaling uitsluit.Verbazend is ook de gevoe-
ligheid van het spectrum,zoodat b.v. bij natrium svvlw.;.j- van een pond, in
3 000 000 deelen verdeeld,nog duidelijk de kenmerkende lijn vertoont.Men
ontwaart door den spectroscoop,dat er btj westenwind meer natriumzout in de
lucht is dan bij noordoostenwind, daar in het eerste geval de wind Over het
zoute zeewater, in het laatste over uitgestrekte landen uit Rusland tOt Olls komt.
Doch btj de onderzoekingen van KIRCI-II-IOFF en BIJNSIN deed zich niet alleen
het verschtjnsel voor, dat vele zelfstandigheden,die, naar men vroeger meende,
slechts zeer zeldzaam in de natuur voorkomen,plotseling uiterst verspreid
bleken te zijn,hoewel dan ook in zeer geringe hoeveelheid,maar er vertoonden
zich dikwijls heldere lijnen in het spectrum,geen overeenstemming hebbende
met die van alle overige bekende zelfstandiglleden. Zoo werd de aandacht der
beide genoemde geleerden zeer getrokken door een somttds voorkomende
prachtige roode lijn)nog vr de kalium-lijn staande,terwijl tegelijk met haar
nOg eenige andere lijnen Op verschillende doch vaste plaatsen in het spectrum
werden gezien, tot geen andere bekende zelfstandigheden behoorende.OOk
Zagon zij nu en dan een zeer heldere blauwe lijn van fraaie kleur,eveneens
van andere lijnen vergezeld, doch die met de blauwe strontium-lijn niets te
maken had.Somttjds vertoonden zich de beide nieuwe ltjnen tegelijk ; somttjds
zagen zij de roode alleen met haar gezelschap en somtijds de blauwe alleen ;
vooral waren het sommige delfstoFen,b.v.lepidolithium en Drkheimer steen-
zout,die lijnen van heerlijke schoonheid vertoonden.
ZO0 verrassend als deze Ontdekking was,zOO verrassend moest voor de ge-
heele wereld de gevolgtrekking zijn, die er uit werd afgeleid.pbie lijnen moeten
een oorzaak hebben ; volgens de gedane waarnemingen moet die Oorzaak in
Overeenstemming zijn met die van andere heldere lijnen.Nu worden de Overige
heldere lijnen veroorzaakt door zelfstandigheden,wier damp in de vlam gloeit ;
in deze vlam moet derhalve een of moeten meer zelfstandigheden aanwezig
zijn, die met de tot dusver bekende even weinig overeenkomen als de beide
heldere lijnen, welke zij in het spectrtlm veroorzaken,overeenkomen met de
andere bekende. Derhalve moeten in het lepidolithium en het Drkheimer
steenzout een paar grondstoflbn aanwezig zijn,van welke de scheikunde nog
niets afweet-''
Aldus oordeelden en BUNSEN. oordeelden Op soortgelijke wijze
ADAMS en LEVERRIES, toen zij uit de storingen vooral van Uranus het bestaan
der planeet Neptunus berekenden. Neptunus werd gevonden ; ook de beide
nieuwe grondstolen,welker bestaan door het spectrum aan het licht was ge-
bracht,werden gevonden, en we1 door de ontdekkers zelf,die ze naar de kleur
r u b i d i u m (spectraplaat, hg.3) en c a e s i u m (spectrapl.,;g.4) noemden.
Beide zijn metalen,die grooter verwantschap 'hebben met de zuurstof dan het
kalium, met welks verbindingen hunne zouten eenige overeenkomst verraden,
KIRCHHOFF
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
zoodat zij zich in zuiveren gedegen toestand in de natuur niet kunnen ver-
toonen. Zij worden in zuiveren toestand voortgebracht door middel van de
galvanische batterij.Later werden OOk nOg op dezelfde wijze het i n di u m en
het th al l iu m ontdekt,het laaiste door een zeer duideltjke groene lijn.
Doch deze ontdekking van nieuwe chemische bestanddeelen was het niet
alleen,welke den plotselingen opgang der spectraal-analyse bij de beoefenaars
der natuurwetenschappen veroorzaakte. Zij verbleekte voor den glans der ver-
bazendste ontdekkingen in de hemelruimte ; ontdekkingen, die men vroeger
onmogelijk z0u geacht hebben.W ij hebben geen ander aanl-akingspunt met de
lichamen buiten onze aarde dan door die lichtgolvingen,met welke wtj weinig
verder kunnen haar werking niet begrijpen.En deze is door komen,als wij
de spectraal-analyse duidelijk gemaakt.
Nadat men de spectra van alle mogelijke aardsche zelfstandigheden Onder-
zocht en de wetten had nagevorscht, volgens welke zij veranderingen onder-
gaan, al naardat in de vlam een zelfstandigheid alleen of in een chemische
verbinding gloeit,en die zelfstandigheid vast,vloeibaar of gasvorlnig is ;nadat
men den invloed van hoogere of lagere drukking bij de lichtgevende zelfstan-
digheid had leeren kennen of de temperatuur,bt welke deze tOt gloeiing komt ;
nadat al deze omstandigheden op de schranderste wijze onderzocht waren,met
behulp van daartoe uitgedachte werktuigen en toestellen,- kwam men door
onderlinge vergelijking der verkregen uitkomsten en door voortbouwen op de
gedane waarnemingen tot geheel onverwachte ontdekkingen.Men werd niet
alleen ingelicht ten opzichte van de chemische natuur der lichamen van ons
zonnestelsel,maar ielfs ten aanzien van de bestanddeelen der vaste sterren,
van welke de dichtstbijzijnde toch 4 billioen mijlen van ons verwijderd is ;
zelfs mocht men van de spectraal-analyse antwoord verwachten op vragen als
deze : bewegen zich die verwijderde hemellichamen in de wereldruimte ? Zoo
ja,in welke richting en met welke snelheid? De voortreFelijke Engelsche
sterrenkundige HUGGINS b. v.heeft het licht van Sirius onderzocht en uit een
bepaalde donkere eindstreep
heelals,waar ons zonnestelsel
in de seconde verwijdert.
afgeleid,
zweeft,met een snelheid van 29,4 Eng. mijlen
dat Sirius zich van het gedeelte des
Toen KIRCHHOFF het bewijs geleverd had vanzijn spectraal-analytische grond-
stelling,dat het gas of de damp van een lichaam dezelfde lichtstralen opslorpt,
die datzelfde lichaam afgeeft,wanneer het in den gasvormigen toestand t0t
gloeiing gebracht wordt, toen lag in de eerste plaats een juiste bepaling der
beteekenis van de Fraunhofersche lijnen in h:t zonnespectrum voor de hand.
Bij vergelijking met de spectra der aardsche zelfstandigheden bleek,dat de
plaats van een zeer groot aantal dier donkere lijnen juist dezelfde was als de
plaats van vele der heldere lijnen in de spectra der aardsche zelfstandigheden.
Het ijzer b. v.vertoont 460 heldere lijnen,nauwk-rig terzelfder plaatse als
even zooveel donkere in het zonnespectrum ; KIRCHI-IOFy,, HOFFMANN, ANGSTRM
en THALXN hebben zulks aangetoond ;het titaniumspectrum heeft meer dan
100 helderelijnen, die met de ltjhen van FRAIJNHOFER overeenkomen ;de heldere
lijnen van natrium,mangaan, chromium,nikkel,calcium, barium,magnesium,
42
DE SPECTRAAL-ANALYSE. 43
goud, waterstof enz.vindt men in het zonnespectrum terug, maar a1s donkere.
De wet van KIRCHHOFF was dus bewezen ; zij vond een gewettigde gevolg-
trekking in de stelling, dat de helderlichtende zon gehuld ls in een dampkring,
die al de genoemde zelfstandigheden in damp- of gasvormigen toestand bevat,
en dat deze dampkring het van den gloeienden zonnebol uitgaande ?)doorloo-
pende''licht ten deele op het groote getal lijnen, die
in onderscheidene spectra overeenkomen met de donkere lijnen van het zonne-
spectrum, zal lnen ophouden aan een toevallig overeenkomen te gelooven en
Opslorpt.lndien men 1et
o0k bij eenige wijziging in de bijzonderheden de algemeene gevolgtrekking
gewettigd achten, dat de door het spectrum aangewezen zelfstandigheden
inderdaad op de zOn aanwezig zijn.Zilver,kwikzilver,antimonium, arsenicum,
tin,lood,cadmium ,strontium en lithium missen zulk een Overeenkomst der
spectra,alsmede silicium en zuurstof ; doch het zOu gewaagd zijn daaruit af
te leiden, dat deze zelfstandigheden niet Op de zon voorkomen. Immers er
kunnen zeer goed vooralsnog onbekende Oorzaken zijn,door welke de spectra
dezer zelfstandigheden gewijzigd worden.
Maar bovendien heeft de spectraal-analyse nog andere blikken in het wezen
der zOn doen slaan. In den spectroscoop heeft rnen een werktuig Ontdekt,dat
uitsluitbel
welke Onder den naam protuberanzen bekend zijn.Men kOn die verschijnselen
vroeger alleen bij zon-eclipsen waarnemen,doch met behulp van den spectro-
SCOOP
llaar plaats,
is men in staatze ten allen tijde bij helderen zonneschijn te zien en
gedaante en grootte te bepalen.ln de jaren 1868 en 1869,toen
er zoovele eclipsen voorkwamen,werden er uitgebreide en kostbare expeditin
uitgerust,om dit verschijnsel te onderzoeken ;thans kan het dagelijks Op ge-
geeft Omtrent die raadselachtige uitsteeksels aan den zonnerand,
makkelijke wtjze waargenomen en onderzocht worden. Alles duidtaan,dat de
protuberanzen niets anders zijn dan geweldige uitstroomingen van waterstof!
die uit den zonnebol op enkele plaatsen plotseling en onder zeer groote druk-
kng uitschiet ; im m ers haar
overeenkomende met die van waterstof
. lndien men de
spectrum bestaat uit onderscheidene heldere lijnen,
fijne spleet van den
spectroqcoop, door welke men het licht voor het
naar den rand der zon richt
, dat
dekt,verkrijgt men,indien zich daar ter
beranze bevindt,
0n m 0n
zij elkander,daar het spectrum der zon dollkere lijnen bevat,terwijl dat der
protuberanzen enkel heldere vertoont
, die bij een bepaalde verflauwing van het
plaatse op dat oogenblik een protu-
behalve het spectrum der zon ook dat van dit uitsteeksel
,
kan beide zeer goed van elkander onderscheiden
,
ook al bedekken
zonlicht door hare zeer sterke verspreiding zelfs Op het zonnespectrum be-
spectrum laat invallen,zo0
hij dezen voor een klein gedeeltemede be-
merkbaar zijn.
Men heeft door spectroscoop de nevelvlekken als dampvormige wolken
leeren kennen, de verschillende sterren en vuurkogels als gloeiende
,
vaste
bollen, want hunne spectra's zijn doorloopend.Het spectrum van de nevel-
vlekken is niet doorloopend
. Het bestaat uit afzonderlijke lijnen en daaruit
heeft men afgeleid, dat de cosmische gedaanten
, van wier stoFelijke natuur
m en zich nooit een voorstelling had kunnen maken
, gasmassa's zijn,die in
den
HET PRISMA EN DE SPECTRAAL-ANALYSE.
een toestand van sterke verdunning verkeeren.En de overeenstemming tus-
schen de spectra's van eenige dier nevelvlekken met het spectrum van stikstof
liet verder aannemen, dat dit gas in de massa's dier vlekken aanwezig is.
Ten tijde,dat de komeet van DONATI aan den hemel stond,was de spectraal-
analyse nOg niet t0t ztllk een graad van volkomenheid gebracht,dat zij tot
het Onderzoek van deze merkwaardige verschijning kOn worden gebruikt. In
de weinige jaren,dat de physische astronomie den spectroscoop in haar dienst
heeft genomen, is slechts het licht van kleine kometen kunnen worden
onderzocht.
Heeft de dus de macht Ons Opheldering te geven aangaande de
stofl-en, die eindeloos ver van Ons verwijderd zijn, htj blijft ons evenmin het
antwoord schuldig,wanneer we hem vraagstukken laten Oplossen,die zich in
onze Onmiddellijke nabijheid voordoen.Hij vereenigt de eigenschappen van den
microscoop met die van den telescoop.LOCKYER deelt in zijn voorlezingen het
volgende geval mede, hetwelk dit aanschouwelijk maakt. Een Engelsche dokter
spuitte eene Oplossing van een lithiumzout,die slechts ) gram van dit zout
bevatte, Onder de huid van een zeezwijntje,Om de snelheid waar te nemen,
met welke de dierlijke lichamen zekere stoFen in zich opnemen en in hun
organisme verspreiden.De eigenaardige lijn van het lithium in het spectrum
deed zien,dat de ingespuite stof reeds na vier minuten in de gal en na tien
minuten door het geheele lichaam was gedrongen. Voor de practische genees-
spectroscoop
kunde is deze vraag
0ok vele technische irl
zeer belangrijk.
den laatsten tijd de spectraal-
analyse aan zich dienstbaar gemaakt.De Bessemerstaalfabrieken produceeren
het staal tegenwoordig zeer veel goedkooper, doordat m et behulp van het
spectrum het geheele proces geregeld wordt. Daar n.l.het gietstaal slechts
een zeker procent koolstof mag bevatten en het van het grootste gewicht is
juist op het oogenblik,waarop dit gehalte beTeikt is,het proces te storen, is
een verzuim van enkele Oogenblikken voldoende om den inhoud van een retort,
die dikwijls meer dan 100 centenaars bedraagt,te doen bederven.De spec-
troscoop nu laat het juiste oogenblik bepalen.De dampen,die bij de felle hitte
uit de retort opstijgen,brengen een telkens anders wordend spectrum voort,
dat verandert met het gehalte aan koolstof en doet zien, wanneer precies het
juiste gehalte bereikt is.Hier is dus de spectroscoop een middel tot het slagen
van een proces.Ook bij het onderzoek van vervalschte levensmiddelen kan de
spectroscoop uitmuntende diensten bewijzen. Het noorderlicht,de kometen, de
lichtkransen Om de zon,de zoogenoemde corona Of lichtkrans in de zon-eclipsen,
het zodiakaallicht in n woord,alle lichtverspreidende verschijnselen aan
den hemel zijn met de spectraal-toestellen Onderzocht ;en,hoewel deze uit-
vinding nog slechts van zeer jongen datum is,heeft men op deze wijze de
kennis van de natuur der hemellichamen reeds aanmerkelijk verrijkt.JAxssEx,
die d: zons-protuberanzen als waterstof leerde kennen,HtTc4glNs,MILLER,SEccHr,
HERSCHEL,LocxyEs en TI-IALXN zijn namen,met roem aangeschreven in de
geschiedenis der spectraal-analytische ontdekkingen,terwijl die van STEINHEIL,
MERZ en BROwNING daarnevens verdienen vermeld te worden W0g0nS de
wetenschappen hebben
44
DE SPECTRAAL-ANALYSE.
scherpzinnigheid, schranderheid en nauwkeurigheid, waarmede die kunste-
naars de uitnemende werktuigen hebben uitgedacht en vervaardigd,waarme:
op het gebied der spectraal-analyse zoovele verbazende Ontdekkingen ztjn
gedaan.
Het doet ons leed, niet uitvoeriger t,e kllnnen zijn over een zoo uiterst aan-
lokkeltk Onderwerp,daar de spectraal-analyse een schitterend bltjk geeft van
de schrandere wijze, waarop de wetenschap een hoogst eenvoudige grond-
gedachte heeft gebezigd om te geraken t0t waarnemingen en ontdekkingen,
welker mogelijkheid vroeger niet eens werd vermoed.
De cam era obscura.
Beelden van voorwerpen in een donkere kamer.- De lenzen,haar soorten en beginsel.-
Sphaerische aberratie.- Convergeerende lenzen.- Brandpunt.- Brandpuntsafstand.-
Beelden der lenzen.- Achromatische lenzen en haar uitvinding.- Het optisch instituut
te Mnchen.- De camera obscura.- Af beelding der zon bj een zonsverduistering. -
Tooverlantaarn en nevelbeelden.
0P
Op een blad wit papier
Er is nauwelijks n natuurkundig toestel,dat een zOO verrassende werking
den beschouwer uitoefent als de camera obscura.
of een gespannen wit doek zien wij het landschap
uit de nabtjheid met alle natuurlijke kleurschakeeringen,licht en schaduw.
Tusschen groene beemden slingert zich een beek, op welker heldere opper-
vlakte de zon weerkaatst ; Overhangend struikgewas of steile Oevers werpen
donkere schaduwen en de helder verlichte gebouwen aan den stroom, de bogen
der brug
kreupelhout bezet. Op den voorgrond zien wij de straten en pleinen eener
groote stad en Over het geheel is een helder blauwe lucht,een beeld van het
Oneindige,uitgespannen.Al kan 0ok het penseel des kunstenaars de omtrekken
en vormen op het doek brengen,toch is het hem onmogelijk, de schakeeringen
van Jicht en kleuren a1s op het verwonderltjke tafereel te bereiken.En al kon
alles spiegelt in het water.Verderaf verrtzen heuvelklingen,met
VERSCHILLENDE LENZEN. 47
hij dat oOk - onbereikbaar is voor zijn kunst de beweging Op deze schilderij.
W tj zien geen stilte, alsof in n ptlnt des tijds de beweging der voorwerpen
Op het doek hadde opgehouden - want niet anders is het met de schoonste
schilderij.De wolken drtjven voorbij ; de golfjes der beek zijn in beweging ; de
toppen der boomen slingeren heen en weder ; de korenakkers golven en 't is
0ns als hoorden wij den wind, die de oppervlakte des waters krult en het ge-
bladerte doet ritselen.
Daar komt een boot aan de kromming van den vliet ; vooraan zitten de
roeiers en klieven met vluggen riemslag den stroom .Men legt aan.Eenigen
van het gezelschap stappen op den oever en wandelen naar het gindsche tuin-
huis,welks deur open en toe gaat.In het midden van het tooverachtige doek
ontwikkelt zich een veelbewogen leven.Het wordt later Op den dag en de
koeler geworden lucht lokt tal van wandelaars naar buiten.Sierlijk gekleede
vrouwen,mannen in deftig zwart,huppelende kinderen,honden,rijtuigen,
paarden - al wat beenen heeft,wriemelt met schaduw en al Over het tafereel,
verdwijnt om den hoek der straat,en nieuwe voorwerpen komen te voorschijn.
't Is als hoort men de personen met elkander spreken - men houdt den adem
in a1s zou men z een woord hooren.Uren lang kan men dit gewoel be-
schouwen zonder het moede te worden en nimmer is men uitgeput er Op te
staren.Toch is niets eenvoudiger : een tooverstaf zou niet eenvoudiger kunnen
ztn : een papier of doek,een spiegel en een paar lenzen.rLenzen'' wat
zjn dat?
Lenzen de doen hebben - optische, met welke wij hier alleen te
zijn geslepen glasschijven,wier oppervlakte minstens aan (ne zijde gebogen is.
De nevensstaande af beelding vertoont ze in doorsnede.
De meeste lenzen worden aan beide zijden begrensd
door sphaerische of platte vlakken.Lens a noemt
men d u b b e l b O l of b i c o n v e x ,lens b p l a t b O l of
p l a n c o n v ex ,lens c h o l b o l of c o n c a af c o n v e x ,
lens d d u b b e l h o l of b i c o n c a a f )lens e p 1 a t h o l
Of p l a n c o n c a a f en lens J b 0 l h O l of c o n v e x-
c o nc a af.De lenzen b en die in 't midden 't C,
dikst zijn, c o n v e r g e e e ,v e r z a-
m e l e n d e Of p o s it i e v e lenzen ; de lenzen d,e en f,
die
g eer e n d e, v e r s p r ei d on d e of ne g ati e v e lenzen.
in 't midden 't dunst zijn, heeten ook d i v e r-
De
sphaerische oppervlakken gaat of,
rechte lijn)die door de middelpunten der beide
door 't middelpunt
rend
van het sphaerische oppervlak gaande, loodrecht Op
het platte Oppervlak staat,heet de h o of d a s der lens.W anneer een licht-
straal,die Op de lens valt,met deze hoofdas samenvalt, zal hij dool- de lens
niet gebroken worden, maar deze weer volgens de hoofdas verlaten.Op de
hoofdas ligt een punt,dat de eigenschap heeft, dat alle lichtstralen
,
die zoo
op de lens vallen, dat zij in de lens door dit punt gaan,na den doorgang
door de lens niet v a n r i c hti n g verandqren.Dit punt Op de hoofdas heet
J,
heeten o0k
DE.CAMERA OBSCURA.
het O p t i s c h m i d d e l p u nt der lens en elke rechte lijn,die er door gaat,
heet een b i
.j as van de lens.Gaan van een lichtend punt Op de hoofdas licht-
stralen uit, die door de lens gaan,dan zullen deze zich weer in een punt
(beeld van het lichtpunt) op de hoofdas snijden,indien ztjslechts kleine hoeken
met de hoofdas maken. Hetzelfde geldt voor lichtstralen,die van een punt
van een der bijassen uitgaan,indien men van de dikte der lens afziet.
W tj willen hier de biconvexe en biconcave lenzen nader beschouwen,waaruit
het overige duidelijk genoeg zal worden.Wij hebben reeds vermeld,dat stralen,
die van n punt afkomstig zjn en
#
..-
z
e M '- - z
2
' '
'w z
-N 1
- ' '
- 'A
kleine hoeken met de hoofdas maken,
zich weer snijden in een punt, dat Op
de bijas van het lichtgevend punt ligt.
Dit tweede sntpunt heet het beeld van
het lichtgevend punt.Een belangrtjke
wet is nu de volgende : W ordt dit tweede
snijpunt het lichtgevende punt (m.a.w.
gaan vandaar de lichtstralen uit), dan
wordt het punt, dat eerst het lichtende punt was,beeld.0m deze reden geeft
men aan deze bij elk. behoorende punten den naam k o p p e l b r an d p u n t e n.
Liggen deze aan verschillende zijden der lens,dan heet het een het r e e 1 e
beeld van het andere ; liggen zij aan dezelfde ztjde der lens,dan heet het een
het v i rt u e l e beeld van het'andere. Vallen evenwijdige lichtstralen z op de
lens (m. a.w.komen de lichtstralen van een
Z
punt, Op oneindigen afstand
vereenigen deze zich na de
lens in een punt A.,dat
die evenwijdig is aan
gelegen),dan
breking door de
gelegen is op de as,
de richting der licht-
stralen, en het h o o f d b r a n d p u n t of het
b r an d p u n t op die as genoemd wordt.Op
elke as door het optisch middelpunt liggen
dus twee brandpunten,omdat de evenwijdig aan die as op de lens vallende
stralen zoowel op de eene als op de andere zijde der lens kunnen vallen.De
plaats dezer brandpunten hangt af van de stralen der sphaerische oppervlakken,
die de lens begrenzen,van den aard der media,die de lens begrenzen,en van
den aard der stof,die de lens vormt.Is de
- *
A'
x.r me xrw.-
KN N w -.. > > mw w>.**- x.% **xo wN *
A. N
> % A$
lens
zijn d e
ill een homogeen medium geplaatst en
stralen hurer oppervlakken gelijk,dan
zijn de twee brandpunten op eene as Op geltjke
afstanden van de lens gelegen. Onder
van een brandpunt tOt een lens (de
afstand genoemd) verstaat men den afstand van
den afstand
brandpunts-
dat punt tOt het 't 't dichtstbij zijnd grensvlak
d@r lens. Spreekt men van den brandpunts-
afstand eener lens, dan bedoelt men meestal den afstand van een der brand-
punten op de hoofdas tot de lens.
48
V:RSCHILLENDE LENZEN.
voor, op een biconvexe lens stralen, evenwijdig aan een
bijas,vallen.Deze zullen zich na de breking in een punt (het brandpunt) op
die as vereenigen,terwijl ztj oorspronkelijk schenen te komen van een op
oneindigen afstand gelegen punt.Beweegt dit punt zich Op de genoemde bijas
naar de lens toe,dan zal het koppelbrandpunt, aan de andere zijde der lens
gelegen, zich van deze af bewegen,totdat het op oneindigen afstand gekomen
is,wanneer het lichtpunt in een der hoofdbrandpunten Op de btjas is.Licht-
stralen dus,die van een hoofdbrandpunt uitgaan, loopen na de breking door
de lons evenwtjdig aan de btjas
door dat hoofdbrandpunt.Ligt
het lichtpunt tusschen de lens
en een hoofdbrandpunt, dan
treden de lichtstralen diver-
dat Ik stel m e nu
geerend uit,liggen de koppel-
brandpunten aan dezelfde zijde
der lens en heeft men een
virtuel beeld.Een toepassing
hiervan heeft men bij de loupe.
De bovengenoemde wet 0141-
trent de
punt
dan
verwisseling van licht-
en beeld luidt hier aldus :Vallen convergeerende lichtstralen op de lens,
het hoofd- vereenigen deze zich na de breking in een punt,tusschen
brandpunt en de lens gelegen.
HO l l e l e n z e n of divergeerende lenzen maken de divergentie der licht-
stralen grooter dan zij voor het vallen op de lens was.Evenwijdige lichtstralen
hebben steeds een virtuel hoofdbrandpunt.Alleen convergeerend invallende
lichtstralen kunnen evenwijdig of convergeerend uit een holle lens treden.
Daar de kustlichttorens ten doel hebben het sterkstmogelijke licht op den
verstmogelijken afstand zooveel mogelijk te verspreiden,bewees FRESNEL een
onschatbaren dienst aan de zeevaart met zijn uitvinding een menigte lenzen
te vereenigen.Htj liet nameltjk de lenzen voor de lichttorens samenstellen uit
eenige lensvormige ringen.Eene doorsnede der zoogenaamde traplens (lentille
chelons) van FltEsxzzu is bovenstaand voorgesteld.De kromming der voor-
vlakte van elken ring is des
te geringer, hoe schuiner de
stralen der lichtbron daarop
invallen.Men kan nu rondom
de lamp een zeker aantal (btjv.8)
dezer traplenzen plaatsen,die
aldus 8 evenwtjdige bundels
R
N I - '''.
.w
N
.
. ,M
N '
l
t-
stralen naar verschillende stre-
ken van den horizon zullen zenden.Aan den geheelen optischen toestel wordt
nu een zekere standvastige omdraaiingssnelheid gegeven, waardoor deze bundels
achtereenvolgens alle punten van den horizon bestrijken.Een zeevaarder zal
nu periodieke lichtschtnsels? afgewisseld door verduisteringen,opmerken en
1X.
49
50
aan het Wdsverloop tusschen deze afwisselingen, hetwelk voor elken vuurtoren
bepaald en bekbnd is, de plaats van den toren kunnen herkennen. W il men
het licht gelijkmatig over alle deelen van den horizon verspreiden, dan bestaat,
de lichtbrekende toestel uit een glazen omwentelingslichaam, waarvan de be-
schrijvende fguur overeenkomt met de doorsned: der traplens, bovenste fguul-
bladz.49 voorgesteld.
L e n s b e e l d e n. Bt een lens zal het beeld van een klein recht lijntje,dat,
loodrecht op de hoofdas staat,weer een recht lijntje zijn,dat loodrecht op de
hoofdas staat.Geheel en al juist is dit niet, maar de afwijkingen zijn zoo
gering,dat wij van haar
gevende ltjntje geen der
straal, die door het Optisch middelpunt gaat,gaat Ongebroken door en een
evenwijdig aan de hoofdas invallende lichtstraal gaat na de breking door het
brandptlnt der lens.Met behulp van deze regels is het beeld, Onderste fguur
mogen afzien,indien slechts van het rechte licht-
punten ver van de hoofdas verwijderd is. Een licht-
op bladz.49,door de lens gevormd, geconstrueerd.De afstand van de kaars
tot de lens is grooter dan de brandpuntsafstand en daarom ontstaat er een
reel beeld van de kaars. Het is omgekeerd en of het vergroot of verkleind
de tot de lens af.Indien de kaars zal zijn,hangt van den afstand van kaars
zich op den dubbelen brandpuntsafstand van de lens bevindt,is het ontstane
beeld even groot als de kaars en staat het insgelijks op den dubbelen brand-
puntsafstand ;indien de kaars nader btj de lens staat, is het beeld vergroot.
en staat het verderaf ; staat de kaars daarentegen verder,dan heeft men een
kleiner beeld,dat dichterbij staat.Is het voorwerp geplaatst tusschen heL
hoofdbrandpunt en een
biconvexe lens, dan geeft
deze er een vergrootr
rechtopstaand virtuel
beeld van (zie nevens-
staande fg.). Divergee-
rende lenzen geven ver-
kleinde, rechtopstaander
virtuele beelden. Zijn
lichtstralen door een lens
echter reeds convergeerend gemaakt,dan is 't mogelijk,dat een divergeerende
lens,op welke zij daarna vallen, een reel beeld vormt.Een reel beeld kan
steeds Op een scherm worden opgevangen, een virtuel beeld niet.
Bij lenzen,die door boloppervlakken begrensd worden, worden echter de
lichtstralen,die nabij de doorsnede der boloppervlakken invallen, vereenigd in
een punt der hoofdas, dat iets dichter bij de lens ligt dan het snijpunt der
stralen,die nabij de hoofdas op de lens vallen.De zoogenoemde s p h a e r i s c h e
a b e rr a t i e Of afwijking wegens bolvormigheid zOu vermeden kunnen worden
door aan de lenzen een andere gedaante tegeven, maar,daar dit het slijpen
zeer bemoeilijkt, bedient men zich liever van het hulpmiddel lenzen van grooten
brandpuntsafstand te bezigen en slechts van dat middelgedeelte gebruik te makenz
op hetwelk de stralen nog Onder een niet te grooten hoek met de hoofdas vallen.
DE CAMERA OBSCURA.
VERSOHILLENDE LENZEN.
A ch ro m ati s ch e le n z e n. Het licht, dat van de zichtbare voorwerpen
uitgaat,wordt evengoed door het prisma in stralen van verschillende kleuren
ontbonden a1s het zonlicht.Een gewone lens moet noodwendig een gelijke
werking uitoefenen.Immers, indien men zulk een lens in een kleine Opening
van een kamerblind plaatst en er het zonlicht door in een donker vertrek laat
komen,ontstaat Op den tegenoverstaanden wand zelfs Op den juisten brand-
puntsafstand geen volkomen wit zonnebeeld,maar wij zien dit beeld omringd
door een flauwen gekleurden rand en,indien wtj het opvangscherm verder
naar achteren plaatsen en het veld vergrooten,gaat het zonnebeeld hoe langer
hoe meer over in concentrische ringen, met de kleuren van den regenboog.
Dit komt daardoor,dat het brandpunt der violette stralen nader bij de lens
ligt dan dat der roode.Bij gewone toestellen hindert die kleurenrand weinig,
maar btj jner optische in-
strumenten,als kijkers, mi-
croscopen, photographische
toestellen enz.,heeft het een
zeer grooten invloed op de
schoonheid van het beeld deze
afwijking zooveel mogelijk te
voorkomen en al de stralen
*N .
.
' '
v w N - N '.
w
( N-.--... .x.
.
-x
w
l
I - .- A
in n punt te verzamelen.
Indien men gebruik maken wi1van de lichtbrekende eigenschap
schijnende lichamen, schtjnt het Op het eerste gezicht onmogelijk,breking zonder
dispersie te verkrijgen,en Nlwl'ox zelf Ontkende de mogeltjkheid rachroma-
tische lenzen'' te vervaardigen, n.l.zulke,die hot vergroote of verkleinde beeld
zonder gekleurde randen geven.De groote wiskundige ETJLER gaf door zijn
beweren,dat zulks niettemin mogelijk was,het sein tot een levendigen strtjd,
aan welken eerst KLINGENSTIERNA een einde maakte door een valsche Onder-
van door-
stelling in de redeneeringen van NEwTON aan te wijzen.NEwTox ging namelijk
uit van de meening,dat de breedte van het spectrum evenredig was met de
afwijking.Dit is echter niet het geval,want er zijn doorschijnende zelfstandig-
heden, die bij geringer afwijking een even breed spectrum doen Ontstaan als
andere bij grooter afwijking.En hiervan nu uitgaande,nam men proeven Om
lichtbrekende lenzen zonder kleurschifting te vervaardigen
verbetering der kijkers van het grootste belang was.
Men zegt, dat een edelman in Essex,CI-IESTER MosE HALL,die de natuur-
wetenschappen a1s uitspanning beoefende,te Londen het eerst het vraagstuk
opgelost en reeds in 1733 achromatische kijkers heeft vervaardigd,doch zonder
iets dat voor de
aan iemand eenige mededeeling daaromtrent te doen. Zelfs liet hij,ten einde
ontdekking te voorkomen,de afzonderlijke bestanddeelen zijner lenzen welke
uit twee soorten van glas waren samengesteld - bij verschillende glasslijpers
naar een Opgegeven maat gereed maken ; doch juist dit had ten gevolge, dat
de zaak ontdekt werd.lmmers DOLLOND,de beroemde gezichtkundige, wiens
ktkers desttds voor verreNveg de beste gehouden N7erden, droeg een dergelijken
arbeid aan dezelfde werklieden Op en met verwondering zag hij bij het
51
52 DE CAMERA OBSCURA.
bezoeken van verschillende werkplaatsen,dat er glazen geslepen werden van
eenige Overeenkomst ten opzichte der afmetingen,terwijl bij nader onderzoek
bleek, dat die glazen door denzelfden persoon besteld waren. DOLLOND ver-
moedde,dat daar eenig geheim achter school ; hij vergeleek en onderzocht de
glazen zeer nauwkeurig en kwam aldus op het spoor eener ontdekking,die
aan de optische wetenschappen de uitstekendste diensten zou bewijzen.Want
daardoor werd het eerst mogelijk, zich bij kijkers en microscopen van belang-
rijke vergrootingen te bedienen en toch de duidelijkheid van het beeld te
behouden.
Nenaen wij (zie onderstaande af beelding) twee prismata A en B,het eerste
van kroonglas met een lichtbrekenden hoek van P50,het tweede van flintglas
met een brekingshoek
dan zullen
A van omtrent 120, en onderzoeken wij beid wij bevinden,dat zij .wel niet on hoeken afwijken - want,wanneer het prisma glas een afwijking van omtrent 13,650 veroorz afwijking bij het prisma van het flintglas slech maar dat toch de verspreiding der kleuren i spectra even groot is.Het eene spectrum is
als het andere. En,wanneer wij nu de beide prismata zo
met elkander verbinden,als in Onze hguur is voorgesteld
zullen de stralen van het door het prisma A gevormd
spectrum door het prisma B in tegengestelde richting weder worden afgeleid ;
en,dewijl het prisma B een even breed spectrum vormen wil, worden de
violette en roode en alle daartusschen liggende lichtstralen weder op en punt
gebroken. zich de verschillende stralen en er ontstaat Op dat punt vereenigen
een eenvoudig wit beeld.De kleurverspreiding is weggenomen, maar en dit
maakt hier de groote zaak uit - niet de afwjking.Van den door het prisma A
ontstaanden >fwijkingshoek van bijna 14O heeft het prisma B slechts 80
onschadeltk kunnen maken.Het overschot van 60 is winst voor den kunstenaar,
die achromatische lenzen vervaardigen wil. Men kan gemakkelijk nagaan, dat
men bij lenzen dezelfde uitwerking als bij prismata kan doen ontstaan,indien
men een bolle lens van kroonglas en een holle van flintglas met elkander
vereenigt; en inderdaad heeft HALL zulks reeds gedaan.Later hebben DOLLOND
en FsAUxuOFEs de lenzen tot een hoogen trap van vollnaaktheid gebracht.De
stralen der oppervlakten der lenzen moeten berekend worden uit de brekings-
indices der verschillende glassoorten.De oppervlakten, welke tegen elkander
komen te liggen,hebben dezelfde kromming,zoodat zij elkander Overal aan-
raken,zelfs al zijn zij door geenerlei zelfstandigheid aaneengehecht.Ten einde
ze echter aan elkander vast te hechten, brengt men er eene dunne laag Canada-
balsem tusschen ;deze zelfstandigheid is volkomen doorschijnend en heeft geen
invloed op den loop der lichtstl-alen. Wanneer wij dus in het vervolg bij het
behandelen der optische instrumenten alenzen'' noemen, bedoelen wij in den
regel en zonder het uitdrukkelijk te zeggen achromatische lenzen,zooals die
op bladz.53 ztjn afgebeeld.
H e t s l ij p e n d e r 1 e n z e n.W at de practische vervaardiging van lensvormige
53 HET VERVAARDIGEN VAN LENZEN.
glazen betreft,hierover willen wtj nog het een en ander in bet midden brengen.
Over de chemische samenstelling der voornaamste gebruikelijke glassoorten
zal later worden gehandeld bij de vervaardiging van het glas in het algemeen ;
hier komt enkel in aanmerking wat uit een Optisch oogpunt het voornaamste
is :de wijze waarop men de vereischte gedaante aan de
geeft.De kunst,lenzen van glas te slijpen,werd het
maar ten aanzien van den tijd der uitvinding heerscht groote onzekerheid. Men
oppervlakten der glazen
eerst in Holland beoefend,
heeft onlangs beweerd, dat in de bouwvallen van Ninive een oud Optisch glas
gevonden is,zijnde een convexe lens van 4l/u d.brandpuntsafstand ;doch
zulke berichten kan men niet onvoorwaardelijk aannemen,daar men geen
grond heeft om aan te nemen,dat de Oude Assyrirs de kunst van lenzen te
slijpen reeds hebben beoefend.Zooveel is echter zeker,dat de Oude Romeinen
bekend waren met lenzen van bergkristal en glas.
Groote lenzen worden f eerst zeer ruw gegoten f uit dikke glasplaten ge-
slepen ; kleinere,gelijk die voor brillen, worden uit glazen platen gesneden.
Het slijpen geschiedt Op slijpschalen van geelkoper,die voor convexe glazen
werkelijk holle schalen, voor concave glazen daarentegen,
zooals men gemakkelijk begrijpt, bol zijn. Om zulke
schalen te vervaardigen maakt men eerst uit geelkoper-
blik twee proielmodellen der schalen,die juist de krom-
ming hebben, welke de oppervlakken der lenzen moeten
verkrijgen ; de eene heeft deze kromming naar buiten,
de andere naar binnen gekeerd,
juist in elkander passen.Naar deze profielmodellen worden
dan op de draaibank twee schalen,een holle en een ver-
zoodat beide stukken
vzz )
J 4
4 x:
6 x r N
0k
zxX'
x +
pk
ko Z
t / zz'
-'/z a .
: #' # k
x
'x
-''' ''' ''' ''''''''' .-..
'''''
''-'''...-.,.-...
.-'''- ''-....-.,-.-..
'
xx-
.-------
'
-iiE5!!-
yxx xj N
.=4 1
4
$, $,J x >
:t:::)::(((,,
'
'''''' ''''--'--..
'-'---.
.'.'-'.'''.-- ------..
'
.'-.-.,-------- -.
'
''''-'''' -''----.
'
.... .--. x-
yjryyy- y
'----- j- --.
.--h-q .-,
.- b22::::y ,-,y yjy -,
) )) >Xx
, ,: ; )t : t
z; -
hevene,bewerkt,die ten laatste met jn puimsteen op
elkander afgeslepen
polijst en zuiver
slijpen der lenzen ; zij wordt op een zeer eenvoudigen handslijpmolen,die
rp/'z z z/t z/
z k z k
z .%-
yX 'N
'
X4,
XX
').'k
; &y
y/ X
'z'z'
-
-
--
----
---
--
--
----
-- --
--
--- -tt---- ----
-..
>
# / # k
4 ?4
Ax J
Xx ;
'xh ; 'xx
x , Xx
, Xy
x'.t ; Y
x ; J kx
'' z k Zz
z,,,'A
worden,waardoor zij tegelijk ge-
bolvormig worden. Een dezer schalen bezigt men tot het
echter gewoolllijk evenals een spinnewiel of een draaibank door een voettrede
bewogen wordt,zoodanig bevestigd,dat zij een snelle,horizontaal ronddraaiende
beweging verkrijgt.De lens,of ook wel vele lenzen tegelijk,worden met een
kleefmiddel op een soort van handvat bevestigd,de schaal wordt met puim-
steen en water bestreken,het handvat met een lichte drukking daar tegen
de schaal lenzen voort- geplaatst, en,terwijl
durend veranderd. Hoe verder de
ronddraait,w ordt de plaats der
bewerking vordert,des te jner slijpmiddel
wordt er gebezigd.Heeft de lens op de eene zijde den juisten vorm verkregen
en is zij vrij van alle krassen, dan wordt zij omgelegd en de andere zijde
eveneens bewerkt,waarna zij gepolijst wordt. Dit laatste geschiedt op dezelfde
schaal, die echter hiertoe met eene laag pik en colophonium is Overtrokken,
waaraan men,dool- er den tegenvorm,de tweede schaal,tegen aan te drukken,
de juiste gedaante gegeven heeft.Op het pik wordt dan parijsch rood gestrooid
en de bewerking geschiedt Op dezelfde wijze als het slijpen.Ofschoon het slijp-
middel het meest het glas aangrijpt,zoo slijt toch Ook de metalen schaal min
Of meer,zoodat deze na eenigen tijd Onbruikbaar wordt.0m dit te vel'helpen
54 DE CAMERA OBSCURA.
bezigt men weder den tegenvorm,en wel zoodanig,dat beide schalen van tijd
tOt Wd op elkander afgeslepen worden.
Langen tijd hebben de lenzen slechts een ondergeschikte r0l vervuld :zij
dienden tot brandglazen,
voor dat alles behoefde de
De Saksische edelman TSCHIRNHAUSEN heeft zich grooten naam verworven
vergrootglazen,brilleglazen en eenvoudige loupes ; en
bewerking niet zoo uiterst :jn te zijn.
door het vervaardigen van bijzonder groote lenzen ; maar wezenlijke vooruitgang
was dit niet.'t Is waar,TSCHIRNHAUSEN stichtte Op een zijner goederen in de
Opper-Lausitz een watermolen tot het slijpen zijner glazen en vervaardigde er
brandglazen tot 1 M.in doorsnede en van 4 M.brandpuntsafstand.Die lenzen
waren goed om de aardigheid te vertoonen van visch en kreeften in het water
alleen door middel'der zonnewarmte
dien
gaar te koken, maar dat was Ook alles.
TSCHIRNHAUSEN leefde in het laatst der 17de eeuw - was Nu, in ttjd
zulk een curiositeit eene zaak van belang !
Tegenwoordig moet de Opticus een geheel anderen weg inslaan en de werk-
tuigen en toestellen,die te ztjner beschikking staan,zijn met de uiterste scherp-
zinnigheid en de sjnste nauwlettendheid uitgedacht.W ij zouden een boekdeel
kunnen vullen,indien wij een eenigszins volledige beschrijving wilden geven
van een inrichting als het optisch instituut te Mnchen,door UTZSCHNEIDER
en REICHENBACH opgericht, dat onder FRAUNHOFER en later onder STEINHEIL
en METZ instrumenten heeft geleverd, die wereldberoemd zijn.
Een groot bezwaar is echter gelegen in de groote kostbaarheid dier glazen.
In den laatsten ttjd echter is hier eenige verandering in gekomen.De Gebr.MOLTENI
te Parijs hebben voor eenige jaren glazen in den handel gebracht,zooveel goed-
kooper,dat ook een zakkijker, grooter en fraaier dan een uit Mnchen,die
op J 40 komt te staan,
leverd,
een voetje met schroefbeweging komt zulk een kijker op /'26.Men kan er niet
alleen de zonnevlekken,maar ook de zonnefakkels mede waarnemen,voorts
de schijngestalten van Venus en Mercurius,de strepen Op de
dat men ze voor f 14 krijgen kan.Met een sterrenkundige oogbuis en
Jupiter,ja strepen,
den ring van Saturnus en diens heldersten
sommige dubbele sterren ontbonden,
zelfs de oneFenheden in die
oppervlakte van
de wachters als heldere sterren,
wachter, Uranus en Neptunus,
enkele nevelvlekken in treFende schoon-
heid.In 't kort,met zulk een kjker kan de belangstellende liefhebber ztjn
uit de fabriek van MOLTENI zoo goedkoop Niordt afge-
weetgierigheid ruimschoots bevredigen.
D e ca m e r a O b s c u ra. Vele onzer lezers hebben waarschijnltjk wel eens
dat wanneer de zonnestralen door het lommer van een boom Op opgemerkt,
een wit tafelkleed of het kiezelvallen,alle lichtvlekjes een cirkelronde gedaante
vertoonen ; zij nemen den vorm niet aan van de openingen,die tusschen het
gebladerte Overbltjven, maar zijn alle rond.Dat deze gedaante alleen van die
der zonneschijf af hangt, bltkt, indien men lichtbeeldjes bij een zonsverduistering
beziet.W anneer de zon gedeeltelijk door de maan bedekt is, verschvnen op
den grond geen ronde verlichte plekken,maar sikkelvormige guren,Overeen-
komende met het verlichte gedeelte der zonneschijf (zie de afbeeldingen Op
bladz.55).
55 DE CAMERA OBSCURA.
is de volgende gemakkeltke proef.Men make een ver-
*en kleine Ope-
ning ; deze ope-
ning zal Op den
tegenoverstaan-
den wand een
witte vlek doen
ontstaan, welke
men op een ge-
spannen doek of
papier kan op-
vangen. Zoodra
m en nu de vooraf
gesloten Opening
ontsloten heeft,
zoodat het licht
er door kan val-
len,vertoont zich
op den wand al
wat men naar buiten door die
wolken, men-
schen,alles in de
natuurlijkste
kleuren en in volle
bweging,evenals
in de werkelijk-
heid, maar alles
onderstboven.
Hoe kleiner de
opening is,des te
scherper zijn de
beelden,m aar des
te geringer is ook
de verlichting.
Nemen wtjtOt
verduidelijking
van dit geval een
eenvoudig voor-
werp, b.v. een
gebouw,waarvan
lichtstralen door
de enge Opening Op den achtergrond der kamer vallen,dan blijktuit de
opening zou kunnen zien :huizen, boomen
,
NOg veel treFender
trek volkomen
'
donker en brenge
in een der luiken
- 6Q O
eerste af b.Op deze blz.,door welke oorzaak het dak der kerk naar beneden,de
grond na>r boven staan moet.Hoe dichter men het vangscherm bij de opening
brengt, des te kleiner wordt het beeld ; Omgekeerd wordt het beeld grooterr
hOe verder men het
scherm van de opening
wijdert ;doch tevells wordt,
het beeld dan zwakker ver-
Vang-
Ver-
- --
----1-11...,................-..-.....-.
l
:
l
,
V
t
:
l
,
l
t
,
l
,,
l
:-,,
l
,
l
;
ltllll
,
lltl-lllli.l-kltlqt
.
)
-
t
-
tq
.
l
---
---- -
1
:
k--- 1111111l-tltltkltt ,,-:-.---,
j-
,----.
--tp)
---,
-
:--
--
----
-
----
,---#)
.
-
k!kkjj-!.!'jihtyttjty----------------- !1.111-$1jtllltll-tt't t ttlllicht. Hier heeft men eig reedscamera obs doch de toestellen
,
die dezen
naam dragen,onderscheiden
de
zich doordien er spiegels en lnzen bij gevoegd zijn, deels ten einde de beelden
overeind te plaatsen,deels om ze scherper en duidelijker te maken.De af beqldinp
aan het begin van dit hoofdstuk (bladz. 35)vertoont de camera obscura irt
het groot.Deze toestel bevindt zich in een donker vertrek,Opdat de duideltk-
heid der beelden niet door ander licht benadeeld worde. De Opening, door welke
de lichtstralen van buiten invallen,is veel grooter dan die in de fguren op
deze bladzijde. Een hellende spiegelvangt het licht Op en kaatst het naar een
DE CAMERA OBSCURA.
Z K .= m = .= = = - Z. > . - .o .
a ..w e / z / z =.= == - - - - - - . = = - - - ' = - -M
z < = -
. , - ----
= ==-.v= '-N . . .--* Z Z z . = - - . '... - ='-- ----'.'.= =-'== === === w -..-.--- - -- ..-w< = * = = = = .. == == == === - - - .- - - - - =
=
. = n.>
Z '#N N '< ' = = ''- -= U.=*v< W ZZ,. xe .=,..- r=-= - .- -- -- =.----- . > w . = . . . . - > . '=s NN N- '' --''= Q= < > NN
X. N NN > ' . d ..-e-'J'k.''''...w.'- - x . -' - .
/Z/ z ,.z,N-'-' -.- ''-- .r N --
-w
.Nx ...x.
'.
=
= = - . = - . =
''
'.
..x w--., .= .. - zz.z 'NxN. w w .' = -. . '==- - - - v- - - - - = = - - ' '. . = - - - - '- -- = - - .- - - ..- = ,
.Z / g. .> .N> ===- ... =----. ------w --'--,..-- . 'z/ > == . . =======-----.- -----..- - .
..''/W ''N -= . ..'.' ==.= - - . x =- - - -''N - - < - N '.
N ' 'D '> ' ''-> , > - 'M ' >
N N x. < . ..'' = - '.'.'= - ' ''- - -' '- m P.p , '..< --.a == . -==' -======='..- / ''''X '''X < = = - .== ' . '.' .- .' -- -=- / e. '-N '-N
--x.-x- .-..- .- . .. ',. =N -..<-. -''
< =..<. u -..- = .& .. rv--- / z,
'
,/ --''-- ''---. -- ' .,. . = -. . -v -. ---------= - .- - - - -
..x
-- - - - - - - - .-=s N N . -->-w - .- .. - --- ------.->.-....
? V ,zz ''Z----- -- - - ------------ ----==------ ------- ' - .'. ='< 'N N - '
. . =- z,Zzzz, --- ------- - . . ======.--.
N ' N ' M ' - M .. . . '='..-= . ''< .= -= . . > . .
. =*
- = - =< ' '% *
' < .m =
. <
<. . N > = - * N N > . - ' - - - - > = - >
. N .
= m > . =
w . = . w . G
. .w.w .vc- c .
. yw =
I . ,. Z===='- - -
Iij'1 I l.- '-- - - ----= --.--.=-- , . l .l '.., = - c
, ''''''''= - ...
''
''= '
'
11E11
*
1.
*
1
*
''
!''' jj'''
'
''''''' .,..'''''''''' .....
'
- - .. --- -
..-..--.
- l,, $ . jj,j-. j-..t. j - -. = --- --.--z I$1 j
.-
# . I I....1- w . j . l - .- = I . 1 rv= .- 1, ..- -
11 ,j; l Q . - ' '< ''<.. l4 *
< o & lI *e **'1 M ----* 'A .a
N
jt.
d
!'
,
'
p,
.'
*
1111 ,,. $444 ,,,,,.
'
.,,.,,,,..,,,..,
'
.,....,.,
'
11 I -'TI - I r-.-,c /
z; - -. p'I - ' - - r--
!I I. ' - -- - /
z. =-- ' - '-' - ---
.= = - - * '
a '-''' ' w - - Vz.
J.
zz
/ /// . / .- ...-- . -
convergeerende lens, die zich in een verplaatsbare buis bevindt en ten doel
heeft,de stralen te vereenigen tot een wezenlijk beeld, dat zich op een wit,
vlak laat opvangen Zonder de lens zou bij een groote opening - en deze moet
men hebben tot het erlangen van genoegzaam licht - in 't geheel geen beeld
gevornad kunnen worden.
Een tweede vorna dercanlera Obscura is de draagbare, in de onderste fgtlur
DE TOOVERLANTAARN.
Op deze bladz.afgebeeld.Zij bestaat in een vierkant houten kastje,rOndom
gesloten en van binnen zwart geverfd ; vroeger bediende men er zich veel van
tOt het Opnemen van landschappen,waartoe het uitnemend geschikt is)daar
men het beeld kan laten vallen op de benedenzijde van geolied of halfdoor-
schijnend papier, zoodat men de duidelijk geteekende Omtrekken lichtelijk kan
natrekken.De inwendige inrichting is het Omgekeerde van de vorige.Wij zien,
dat de lichtstralen eerst
de lens moeten door-
loopen ; deze lens breekt
de
naar elkander toe) waar-
bteenbehoorende
na zij door den hellen-
den spiegql Op de glas-
plaat k'i (nevensstaande
af beelding)
worden. lndien die glas-
goAvofpen
plaat
vertoont
matgeslepen * lS,
het
k
0 1* zich
beeldOp, aangenomen dat de lens juist geplaatst is - iets dat door verschuiving
der buis geregeld kan worden.lndien de glasplaat geheel doorschijnend is,
moet men het beeld door middel van doorschijnend papier Opvangen.Het deksel
dient tot luik, ten einde de zijdelings invallende lichtstralen te Onderscheppen.
De camera obscura behoort tegenwoordig tot de meest algemeen verspreide
toestellen,want ieder der ontelbare photographen bedient er zich van en kan
er niet buiten.De toestel zelf is reeds in het midden der 16de eeuw door den
Napolitaan PORTA uitgevonden tijdens
zijn onderzoekingen aangaande
werking van het
laatsten tijd
een geheel nieuw tijdperk van haar
bestaan ingetreden,daar zij van een
Doch in den OOg.
is de camera Obscura
speelgoed tOt een hoogst belangrijken
en nuttigen toestel gestegen is.De
photographische toestellen zijn niet
voorzien van n enkele lens,maar
van een geheel stel lenzen,ten einde
zoowel de sphaerische als de chro-
matische aberratie weg te nemen.
De t o o v e rl a n t a a r n.Deze toe-
de
stel,op bladz.58 afgebeeld,is sedert
lang bekend en door ATHANASIUS
KIRCHER in 1640 uitgevonden,hoewel
velen beweren, dat ROGER BAcO er
zich vier eeuwen vroeger reeds van bediend heeft. In den laatsten tijd heeft
deze toestel, vroeger naar de kinderkamer verwezen, weder grooten opgang
I
. h I.1l
l.l t
I
1
I I
I'!j I-
- I j
$
I -.-e'' $ r. I * c '
I I l <- 1
--1 oo $
'
j
'
$
'
' 1 1
1 j 1 I , 1
$x t jj fw= x. l..v .v j .s. 3. -- '$ I .- .,'ft .-z <..* $I > f )' '' I , 1 11 * ' ' a-.- ui--.V d l
j ta--- ... ,j l
j l x), # 1
yp jl
j! t jx 11i l ,l '! ,
'
f
'
Ijt l ( j jj , 1 N l l $ '
I lN
'
4 1' l l l x , t) o 1 1 t' & ' o l * ! $ 1 %' ..-
a w N.-z o o 1f rI ''.'
q j * ' k y.,
! ,$ l#-- -- - - -o ...- - l) ''
v- -.,- - - -,
.a.
; --= 1t l 1 l$,' '1 -.s.
I .'''I (* -e
.
'h ** I , I
y x- I ). 1 x e 1 l
I .' FM , u
. , , ; X I ! ' 1
1 I t
'
1
lI '
I l 1
l
1k 1 I
l $ A.-------;o--- l mx > ---- ---
. -- I.e'' .-'e k-'
e.
p.J..- z' .... ......... ...- .....-..... - - -*
II i1
II (h(l
'j11 li
'
IIjj
58 DE CAMERA OBSCURA.
(gemaakt a1s een middel tot het voortbrengen der zoogenoemde nevelbeelden
D i s s 0 l v i n g - v i ew s) en tot het vergroot vertoonen van microscopische
voorwerpen ; in dit geval heet de tooverlantaarn lampmicroscoop.De toestel
bestaat,gelijk algemeen bekend is, uit een geheel geslotene kast met een
vooruitstekende buis aan den nen kant.Daarbinnen bevindt zich een helder
brandende lamp en daarachter tOt versterking der verlichting een holle spiegel,
die alle lichtstralen evenwijdig naar voren tertlgkaatst. In de buis bevinden
DE TOOVERLANTAARN.
zich twee bolle lenzen - het best is een platbolle en een dubbelbolle 0n
tusschen de achterste lens en de vlam, een weinig
brandpunt van beide lenzen,
glazen platen,waarop de voorwerpen,die men vertoonen wil,in doorschijnende
verf geschilderd zijn. De lichtstralen, die door het beeld dringen,worden door
achter het gemeenschappelijk
bevindt zich een spleet tOt het inschuiven van
de lenzen gebroken en gekruist
ontstaat dientengevolge
hetwelk, daar de gekleurde stralen in uiteenloopende richtingen (divergeerend)
uit den toestel komen, des te grooter is, hoe grooter de afstand tusschen den
toestel en den wand, waarop het beeld wordt opgevangen,is.Daar men de
beelden natuurlijk rechtop wi1 vertoonen,moet men de geschilderde glazen het
onderstboven inschuiven. De beelden kunnen f in dikken rook f Op een
witten muur opgevangen worden.Bezigt men daartoe een raam,dat met door-
schijnend mousseline is overtrokken,zoo zijn de beelden Op beide kanten
zichtbaar.Het komt er natutzrlijk bij de tooverlantaarn veel Op aan,dat de
glazen juist geschilderd zijn.De werking wordt versterkt,als de gedeelten,
die buiten het beeld liggen,donker gemaakt zijn,zoodat het beeld zich op een
donkeren grond vertoont. W itte beelden,zooals bijv.geestverschgningen, worden
ln een zwarten dekgrond gekrast,waarmede de glazen plaat aan de eene zijde
en, als zij ()p een vlak worden opgevangen,
een olngekeerd beeld van het geschilderde voorwerp,
overtrokken is.
beroemde De
19de eeuw
kunstenaar en luchtreiziger ROBERTSON gaf in het begin der
voorstellingen van geestverschijningen,die de geheele wereld in'
verbazing brachten. Geen geleerde kon begrijpen,welke middelen hij daartoe
bezigde,en het duurde eenige jaren, eer dat geheim niet g e r a d e n ,maar
v e rr a d e n werd. Het was slechts de tooverlantaarn met eenige werktuig-
kundige en tooneelmatige toestellen. De plaats,waar de toeschouwel-s gezeten
waren, was door een tusschenwand geheel gescheiden van de plaats,waar de
kunstenaar bezig was.Een scherm van gespannen mollsseline,in dezen wand
geplaatst, w as. verborgen door drapeeringen, die eerst werden weggenomen,
wanneer voor het begin der voorstellingen alles donker gemaakt was.Daar
echter ook achter het scherm van mousseline al het licht werd Weggenomen,
men nu het behalve hetgeen uit de tooverlantaarn de beelden voortbracht,zag
scherm van mousseline niet,maar slechts een gedaante, die vrij scheen rond
te wandelen en nu eens den verschrikten toeschouwer nadert,dan weder in
de verte verdwijnt.Deze veranderingen worden nu eveneens op hoogst een-
m
di e wijze voortge'sracht.Hoe verder de tooverlantaarn verwijderd is van A Ou g
het scherm? waarop de beelden opgevangen worden,des te grooter worden
deze laatste ;hoe meer de lantaarn nadert,des te kleiner,zoodat op den aller-
kleinsten afstand het beeld niet veel grootor is dan de opening van de lensbuis.
De kleine beelden houd: de toeschouwer aan den anderen kant voor meer
verwijderde,de grootere voor nabij geplaatste voorwerpen.Verder kan de buis
uitgetrokken worden, waardoor de afstand der lenzen wordt veranderd.Brengt
men de voorste lens van hare juiste plaats meer naar voren, dan wordt het
beeld aan den wand kleiner en minder scherp,hetgeen den toeschouwer nOg
meer den indruk geeft,alsof het beeld zich verwijdert.0m de verschijningen
59
NEVELBEELDEN. 61
nog natuurltjker te maken,behoort men alleen nog maar voor een inrichting
te zorgen,waardoor de beelden, als zij in een kleine ruimte worden samen-
gedrongen Of grooter worden, niet tevens in lichtsterkte toe- Of afnemen.Dit
wordt zonder moeite door een tusschen de beide lenzen geplaatst schermpje
bewerkt, hetwelk ROBERTSON het kattenoog noemde en dat men zich a1s een
schaar met breede halvemaansvormige bladen kan voorstellen,die aan beide
zijden der voorste lens geplaatst zijn en daarover zoodanig kunnen heen ge-
schoven worden,dat men elken graad van lichtverzwakking tot een volkomene
verdllistering gemakkelijk kan teweegbrengen.Door een behoorlijke verbinding
van deze middelen, door toenadering en verwijdering van den toestel, door
xerandering der lichtsterkte en verplaatsing der lenzen,werden de vroeger
zoozeer gezochte geestverschijningen teweeggebracht. Een hierbij passende
'muziek, wat kunstmatige donder,storm en regen dienden tot versterking van
den indruk.De kunstenaar zoowel als de toestel gaan natuurlijk altijd Op
zijn bekleed, Onhoorbaar van sokken,daar de toestel op raderen, die naet doek
de eene plaats naar de andere wordt gebracht.
De tooverlantaarn en dergelijke toestellen,onder welke oOk de zonmiroscoop,
hebben meestendeels tot niets anders gediend dan tot vertooningen op ker-
missen en in huiselijke kringen.Doch een nuttig gebruik hebben er de Parij-
zenaars in den laatsten oorlog van gemaakt.Trouwens gedurende het lang-
durig beleg leverden deze toestellen het eenige middel om gemeenschap met
de buitenwereld te Onderhouden.
Zooals men weet,kon men uit die stad slechts door middel van luchtballons
brieven en andere tijdingen verzenden.Maar alware het ook mogelijk geweest,
een luchtballon af te zenden met de mogelijkheid,dat hij Op bevrienden bodem
aanlandde,toch kon men niet Op dezelfde wijze van buiten berichten binnen
de stad brengen.Hiertoe was slechts n middel :duiven,die men uit de stad
met de luchtballons verzonden had. Dit heeft men dan OOk Op uitgebreide
schaal en op voortreflblijke wijze gedaan ; brieven,tijdingen, ja geheele couranten
werden door middel van photographische toestellen tOt den grootstmogelijken
trap van verkleining gebracht, zoodat het blad onder den vleugel eener duif
kon worden gebonden en aldus naar de belegerde stad verzonden.De Fran-
schen bedienden zich daarbij van het photographische negatief,waardoor zij
het dubbele voordeel erlangden,dat n een tweevoudige photographische over-
brenging Onnoodig was n de inhoudyal ware het blaadje in vijandelijke
handen gevallen, onleesbaar bleef voor ieder,die de noodige photographische
toestellen ter vergrooting miste. De Duitschers zelven moeten erkennen, dat,
hOe schrander OOk van hunne zijde in dezen OOrlOg is te werk gegaan, zij
nochtans aan dergelijke photographische en microscopische toestellen niet hebben
gedacht.Te Parijs werden de aangekomen couranten, wier schat van berichten
op een violet blaadje verkleind waren, eerst weder photographisch vergroot,
vervolgens door een microscoop met lamp- Of hydrogeengastoestel vergroot
op een helderen wand zichtbaar gemaakt, ten einde te kunnen worden gelezen
en zoo noodig afgeschreven.
N e ve l b e e l d e n. Door denevelbeelden,die voor eenige jaren uit Engeland
DE CAMERA OBSCURA.
kwamen overwaaien en nog altijd zoo gaarne door jong en oud bezichtigd
worden, trok de tooverlantaarn opnieuw de aandacht, want deze bekende,
dikwijls zoo schoone verschtjnselen worden door geen anderen toestel voort-
gebracht.Hierbij worden echter twee tooverlantaarns gelijktijdig gebruikt en
het tweelingpaar is zoodanig geplaatst,dat beide met hun openingen naar een
zelfde punt gericht zijn, zoodat beide lichtcirkels samenvallen.Schuift men nu
in de eene kast een beschilderde glazen plaat, terwijl het licht van de andere
bedekt gehouden wordt, dan heeft men de werking van een enkelen toestel.
Nu moet echter het beeld zich voor onze oogen in een ander veranderen,dat
in de nog donkere kast reeds gereed staat, en dit wordt eenvoudig hierdoor
bereikt, dat men het licht van de eerste lamp allengs tempert en tegeltjk in
dezelfde mate het licht der andere lamp vrijmaakt.Hierdoor zal eerst het voor
ons staande beeld beginnen te verflauwen en steeds onduidelijker worden,
want allengs mengen zich de eerste beginselen van het nieuwe beeld daar-
onder ; deze worden steeds krachtiger, terwijl het vorige beeld al meer en
meer verdwijnt,totdat eindelijk een nieuw beeld in alle helderheid voor ons
staat. Deze afwisseling kan men desnoods reeds teweegbrengen,door tegeltk
de pit van de eene lamp op- en die der andere neer te draaien ; intusschen
gebruikt men in den regel zulke schermen als in de tooverlantaarn van
ROBERTSON,zoodat men in elke lenzenbuis twee halvemaansvormig uitgesnedene
stukjes papier of metalen plaatjes heeft, die,wanneer zij tot elkander gebracht
worden, het licht verzwakken en, als ztj uit elkander worden bewogen, het
licht weder vrtjmaken.Beide paren zijn door trekstangetjes zoodanig verbonden,
dat het eene zich sluit a1s het andere zich Opent en Omgekeerd.
H et kom t er nu vooral op aan, de beelden zoodanig te kiezen, dat er een
zekere smaak in hunne wisseling heersche en dat de vermenging van twee
voorwerpen niet te wanstaltig worde.Als de aard der voorwerpen dit niet
toelaat, is het beter in de eene kast een af beelding van een groep wolken te
plaatsen en e1k beeld zich uit deze wolken te laten ontwikkelen en er in te
laten verdwtjnen. Zeer schoon is bijv. de verandering van een zomer- in een
winterlandschap, waarbij men dezelfde boomen, huizen enz. eerst in hun zomer-
en daarna in hun wintergewaad ziet.Aangenaam wordt men verrast,als men
een landschap met een meer en een dikken toren op den voorgrond allengs
ziet verbleeken, zonder dat de toren van plan schijnt het algelneene voorbeeld
te volgen.Terwijl wij daarom nieuwsgierig den toren beschouwen, merken
wij misschien niet eens,dat van zijn top zich bogen beginnen uit te strekken,
totdat wij eindelijk een kruisgewelf voor Ons zien,waarvan de toren den
middelpijler uitmaakt.
nog
stellingen te brengen. Zoo kan men, door de glazen over of voorbij elkander
heen te bewegen,nog veranderingen teweegbrengen en een spoortrein Of iets
dergelijks laten verschijnen.Het sneeuwen kan men zeer fraai nabootsen,als
men voor een derde tooverlantaarn een lange met gaten doorstoken reep papier
over een schijf met een kruk in de richting van boven naar beneden beweegt.
Daar de gaten Op het papier telkens dichter bij elkander staan, vallen de
Er zijn allerlei kleine hulpmiddelen Om afwisseling in dergeli.jke voor-
62
CHROMATROPEN.
vlokken steeds dichter 011) daar het winterlandschap steeds helderder verlicht
wordt, meenen wij de sneeuw op dan grond steeds te zien toenemen.
D e w O nd e r - c a m e r a.Onder dezen naam is door den Hamburger KRttss
een belangrijke uitbreiding van de tooverlantaarn in den handel gebracht.Terwijl
men namelijk bij de gewone inrichting van dien toestel zorgen moest er alleen
doorschijnende voorwerpen, met name af beeldingen op glas,in te plaatsen,
vervaardigde KRflss een tooneellantaarn, waarin men allerlei ondoorschijnende
voorwerpen plaatsen en atzoo op den achtergrond vergroot vertoonen kon,
b. v.af beeldingen Op papier,penningen,bloemen, de wijzerplaat van een horloge
met de voortloopende wijzers enz.Hij plaatst de voorwerpen in een donker
kastje in eeq zeer zwak,alleen op die voorwerpen zelf vallend licht,met be-
hulp van een lamp en een hollen spiegel, terwijl hij de alzoo teruggekaatste
63
///
k
.---
N
.....''''
.
'
XY //
stralen door middelvan een lensvergroot Op het witte vertoonveld Overbrengt.
Deze eenvoudige inrichting
kelijk te vervaardigen en te
levert een zeer fraaie vertooning n is zeer gemak-
gebruiken.
Hebben wij de nevelbeelden lang genoeg beschouwd, dan wijden wij nOg
een oogenblik onze aandacht aan de chromatropen,deze schoone phantasie-spelen,
die men zeer goed kleurenmuziek z0u kunnen noemen.Velen hebben zich zeker
bij een eerste bescllouwing niet kunnen vorstellen, met hOe eenvoudige mid-
delen deze steeds veranderende kleurenbeelden worden voortgebracht
. Het zijn
C h i n e e s c h e v u u r w e r k e n t zooals Ouderen van dagen zicll zeker nOg Zullen
herinneren uit hunjeugd,maar nu, in plaats van in een groote kast geplaatst
en rechtstreeks gezien, in een tooverlantaarn geschoven en met behulp van
deze op een doek geworpen.Zij berusten op het gebruik van glazen schijven,
die met allerlei kleuren gekleurd zijn en van wier voorkomen de bovenstaande
fguren eenig denkbeeld geven,
toelaten.Minstens twee ztllke
wand en,
en de gekleurde
kruisen,ontstaan
natuurlijk alle mogelijke wijzigingen
schijven vertoonen tegelijk hun beeld op den
daar de eene in deze,de andere in gene richting wordt rondgedraaid
die echter
lijnen, stralen en golven elkaar op allerlei wijze bedekken en
die praclltige kleurenwisselingen)die even gemakkelijk teweeg-
't!k! ,''j4/','''/''''./' -h
-
.
.
j j,,,j y, ,y .s'hy x
-s,--
-y
-h -,
-
hj .( / X
s-v
s
-
y
b)
,
.
-
,
'
j1/
,
,
,
.
.
.-,,--. 'x
x x-
--
-'
''
o .,,t ,
- ,-
-
- xx
x. -x .$. $ .v
.w
-
--
x
xw
. w.x ,u x ..,j ( y ( , zz... ..,.- , ... -W x w vq
zz
M zz .ww.....--
.u . . .-- --. .
..
s a o- ...-'
w. ----. ...-m
c==ur=r .z---7/=, :u..-
-
' '= = =..
..r= =='
< ===x -
- -. - =='== ' . .-
G wp
== * U..M ' -.
w
==>: .->M 7-N- --- . .-
.
. ...,..M
.
.
.m
u y yyy
s s
x
u %*'
..:(**j x.'eV .z'yy v p : N x x. x. r,
z x z..aaz
,,
j y,yy;jjyy y ,x..yy x. xe''-
,;* z/ (( j//,rj q5yy y,y Nxx
x
x -x XN.
x ' / ?' ' l j /'//!!yyy ,.sqxuxx
x z z,,,,,z,
,
z
zz
y
y y,,( ,jjj ,y
,
,
y xy u - / -'-'
/ //'t!(j , k /;/,$-
64
tebrengen als moeilijk te beschrijven zijn.TOt verlichting dient de tooverlan-
taarn. 0p de plaats,waar de glazen platen ingeschoven worden, komt een
plankje met een ronde Opening en aan elke zijde van het plankje voor dit
venstertje staat een beschilderde schijf, die in een metalen ring is gevat,welke
door drie wrijvingsrollen Op ztjn plaats wordt vastgehouden.Aan den bovensten
rand van het plankje is een kleine kruk,op wier as een kleine katrol is ge-
plaatst.Twee ztjden koordjes loopen over deze katrol en elk loopt om eene
der schijven ;het eene koordje is gekruist,het andere niet. Hierdoor draaien
de beide schijven, a1s de kruk in beweging wordt gebracht,naar verschillende
richtingen. Zooals van zelf spreekt, kan men Ook uit de tweede lichtkast nog
medewerken en daardoor aan de vertooning n0g meer verscheidenheid geven.
Desnoods zou men Ook zonder verdere toestellen zulke voorstellingen kunnen
als men slechts heeft.De eerste moeten dan in geven,
het midden een klein rond gaatje
sttjven staaldraad kunnen gestoken
lamp gehouden en met de andere in het rond gedraaid kunnen worden.
Hiertoe behooren ook de zoogenaamde chromatropen, d. z. schijven,welke,
uit een opening ter zijde van haar middelpunt gezien en dan snel omgedraaid,
inderdaad bewegingen vertoonen van b.v. opgeworpen ballen, springende kun-
stenmakers en dergelijke.Hier ztn op de draaiende schijf onderscheidene guren
geteekend in Opvolgende standen, van welke men er slechts n te gelijk ziet,
maar door de snelle draaiing te kort Om een blijvend beeld Op het netvlies
achter te laten.Deovergangen zijn niet minder afwisselend dan die van den
kaleidoskoop, maar fraaier, Omdat men den Overgang van de eene flguur naar
de andere ziet.
schtven en een lamp
hebben,waardoor zg paarsgewgs op een
worden en zOO raet eene hand voor de
DE CAMERA OBSCURA.
H et zien.Panorama en stereoscoop.
A et oog als optisch werktuig.- Het zen met n oog. - Het beeld op het netvlies.-
Gezichtshoek.- Schjnbare grootte der maan.- Perspectief.- Het panorama en het
diorama.- Snelheid van den illdruk des lichts op het oog,- De chromatropen.- De
kleurentol.- Subjectieve gezichtsverschjnselen.- Harmonie der kleuren.- Het zien
met twee oogen.- De stereoscoop.- WHEATSTONE.BnEwsTEa.- De spiegel- en de
prisma-stereoscoop.-- De telestereoscoop van HELMHOLTZ.
De volmaaktste camera Obscura, die men zich denken kan,hebben wij altijd
bij ons.Zijn de toestellen der photographen in staat afbeeldingen te doen
ontstaan,wier ijnste bijzonderheden alleen door middel van den microscoop
kunnen worden opgespoord,ons o o g is een nog veel hjner toestel. En in
weerwil van dat jne en van de moeielijkheden,die in vroegeren tijd de ver-
klaring van het nzien'' schenen te belemmeren,valt die sluier van zelf weg,
zoodra wtjde zaak slechts van de juiste zijde aanvatten,en wij vragen ons
af,wat meer verbazing wekt,het eenvoudige der oorzaken en wetten Of de
wonderlijke werkingen,die de natuur er mede te voorschijn roept.
De pogingen en bespiegelingen van vele eeuwen hebben Ons geen duidelijk
begrip kunnen geven van de werkzaamheid der oogen.Zoolang ulen het inwen-
dige der werkplaats zelve niet opende, moest men in het duister rondtasten
aangaande hetgeen er plaats had.W at het oOg doet kan men nOg minder uit
1JC.
66 HET ZIEN.
het Oppervlakkig bezien van een oog afleiden, dan uit de wijzerplaat de inrich-
ting van het uurwerk. Maar, terwijl iedereen althans het raderwerk wil zien
bewegen, verliepen er eeuwen, in welke men er zich tOe bepaalde een O0g aan
te zien en voorts te gelooven,te meenen,te beweren - maar zonder er iet:
van te w e t e n.
Eerst,toen het scherpe mes der Ontleedkunde met vaste snede de afzonder-
lijke deelen van het oog bloot legde,verkreeg men opheldering.Daarom willen
wij ons de inrichting van het oog door een ontleedkundige laten verklaren.
Een doorsnede van het menschelijk oog, en wel van het rechteroog van
boven gezien, is voorgesteld in de onderstaande afbeelding.De buitenwand van
den oogbol wordt gevormd door een peesachtig,wit omkleedsel S,dat de harde
y///> vz , Z
.z / V
J' W
z
z
#
c z'
!/ c '
z -=F#
/
px kA
.
x,,:
,
M >,,''
--.
---,
'
.--,,,-,-,-,--,,-----,-,,--,,,,----..
---,---,-,-,,,,,-,,----.------,'..
-,,,-,-,-,--,,z
--''--
'
.::!11.----!1---:,1---.
----
*
.--,,,,,,-,,,,,-,,,--,
z z, '''- -
'
.''--.
--js:E:EjElllEEElEl.EEEEEEEllllilll'lliiir'
'
.,,,,,,-,,-,,-,,----,----,---------'''''
, k--
I w-.w. .'>
/
z'
Oogrok genoemd Voorzijde Van het OOg
huid ;Zij is daar Vorvangon d00r 00n doorschijnende hoornachtige huid 0,die
het hoornvlies genoemd wordt en iets sterker gekromd
deel van den oogbol. De binnenruimte van het oog wordt door een gekleurd
vlies de regenbooghuid of i ri s I in twee deelen of kamers verdeeld.Dit
is dan het overige
vlies is ondoorschijnend en heeft in het midden eene Opening ;het doet dus
dezelfde werking a1s een diaphragma.Achter deze opening, die pupil genoemd
wordt, bevindt zich een lensvormig doorschijnend lichaam,- de kristallens.
Zij is door een doorschijnend vlies omgeven, dat lenskapsel heet.De binnen-
ruimte van het oog voor de regenbooghuid of voorste oogkamer is met een
vocht het zoogenaamde waterachtige vocht - gevuld.De ruimte achter de
regenbooghuid
naamde glasachtige lichaam,ingenomen.De kristallens is een doorschijnende
en de kristallens wordt door eene geleiachtige massa,het zooge-
ontbreekt deze harde Nvordt.Aan de
HET OOG. 67
dubbelbolle lens, waarvan het voorste vlak minder sterk gekromd is dan het
achterste.Zij bestaat uit verscheidene lagen van dunne zeszijdige vezelen,die
van het midden der lens naar de randen loopen.De binnenste lagen hebben
een grooteren brekingsindex dan de buitenste.De binnenvlakte van het oog
achter de iris is met de aderhuid bekleed,een dun,met een donker pigment
bezet vlies,dat grootendeels uit hjnvertakte bloedvaten bestaat.Tusschen de
aderhuid en het glasachtige lichaam bevindt zich het netvlies, dat in den achter-
wand van het oog het dikst,doch niet dikker dan 0,22 millimeter is.In het
netvlies onderscheidt men nog verschillende deelen szan een eigenaardig maaksel.
De binnenste laag,die met het glasachtig lichaam in aanraking komt, bestaat
uit een menigte staafjes,van 0,063 tot 0,081 millilneter lengte en nog geen
2 duizendste deelen van een millimeter dik.Zj staan als palissaden naast
elkander. Tusschen deze staafjes,doch meer binnenwaarts,bevinden zich kleine
spoelvormige lichaampjes,die twee-tot driemaal dikker zijn dan de staafjes
en die de eigenlijke lichtgevoelige elementen schijnen te wezen.Ztj loopen aan
de oppervlakte der staafjeslaag als een gewoon staafje uit.De gezichtszenuw
treedt in den achterwand,doch eenigszins zijwaarts naar den kant van den
neus, het oog binnen.Op deze plaats ontbreken de lichtgevoelige deelen,daar
de buitenoppervlakte der zenuw zelve door het licht niet wordt aangedaan.
Een weinig ter zijde van deze plaats,meer buitenwaarts, treft men daarentegen
in het netvlies eene plek G''aan,die zich door een lichtere kleur onderscheidt
en daarom de g e 1 e vle k heet. In deze vlek Ontbreken de aderen nagenoeg
geheel en bestaat de Oppervlakte van het netvlies enkel uit de uiteil'lden der
lichtgevoeligespoelvormige lichamen.Zal men een lichtpunt duidelijk zien,dan
moeten de lichtstralen)die van dit punt afkomstig zijn, na de breking in het
oog,elkaar snijden in een punt van het netvlies.Is dit niet het geval,dan
kan men de kromming van de voorvlakte der lens zoodanig vergrooten of
verkleinen! dat het beeld van het lichtpllnt Op het netvlies valt.Een goed
oog kan zich nu zoodanig veranderen, dat zoowel evenwijdige stralen zich in
het netvlies vereenigen als stralen, die van punten af komen,wier afstand tot
het Oog verandert van oneindig tOt ongeveer 25 c.M.(de kleinste afstand van
dtlidelijk zien).Geven evenwijdige stralen steeds een beeld v (5 r het netvlies,
dan is het Oog b ij z i e n d of m y o o p ;in dit geval zal een concaaf brilleglas
van dienst zijn.Geven evenwijdige stralen steeds een beeld a c h t e r het net-
dan is het v e rz i e n d of h yp e r m e t 1*o o p ; in dit geval zal een vlies)
convexbrilleglas van dienst zijn.
00g
H e t z i e n m e t n O O g.Het veranderen van de kromming der voorvlakte
van de kristallens noemen wij het a c c o m m o d e e r e n van het oog.Waar-
schtjnlijk heeft de daartoe vereischte spierbeweging een niet Onbelangri.jken
invloed Op onze voorstelling ; immers,Ook al zien wij met slechts n oog,
toch gevoelen wij duidelijk, welk van twee punten Ons het naaste en welk
het verste is.Met dat,al heeft de afstantl,waarop een voorwerp kan geplaatst
zijn Om nog duidelijk te kunnen worden gezien,zijn grenzen.Geschreven
schrift b.v.kunnen gezonde oogen slechts Op een afstand van 20 - 45 c.M.
duidelijk lezen.Bovendien leveren niet alle punten van het netvlies even
68
scherpe indrukken. lndien wij iets nauwkeurig willen zien,richten wtj ons
oog zoo, dat de stralen in de middelltjn of as van ons oog vallen.Is dus het
gezichtsveld alttd slechts zeer beperkt en kunnen wtj daarom beelden van
groote uitgebreidheid niet Opeens in al hun deelen even nauwkeurig Onder-
scheiden,die Onvolkomenheid wordt ruimschoots op'gewogen door de buiten-
gewone beweeglijkheid van het oog,waardoor wij met de grootste snelheid
die punten bezien, tOt welke wij Op dat Oogenblik onze gedachten bepalen.
Het beeld,dat op het netvlies valt,is omgekeerd en verkleind.
Men heeft dikwijlsde grootst mogelijke scherpzinnigheid en spitsvondigheid
aan den dag gelegd in het zoeken naar een antwoord op de vraag,vanwaar
het komt,dat wij niet alles Onderstboven zien,daar toch de beelden onderst-
boven op het netvlies vallen.Zij, die deze vraag eenvoudig als een dwaasheid
afwijzen, beweren het volgende :de ziel ziet het beeld niet van buiten af, gelijk
wij het op het netvlies van een osseoog zien staan ;zij ontvangt een alge-
meenen indruk,dien zij Op eigenaardige wtjze verwerkt. Ztj voegen er we1
eens den kwinkslag btj, dat men,zoo men daarmee geen vrede kan hebben,
met te onderzoeken of niet wellicht Onze ziel onderstboven beginnen
.
moest
staat, zoodat zij het omgekeerde Op nog eens omkeert en
alzoo beide recht zet.Maar met zulke kwinkslagen is de zaak niet uitgemaakt.
En, indien men er niet in berusten kan,dat deze zaak tot de n0g onverklaarde
natuurvel-schijnselen behoort,dan geven we in bedenking de vraag, of niet de
ziel er zich van lieverlede aan gewent, onmiddellijk bij het opnemen der voor-
stelling alles Orn te keeren.Opmerkelijk is het ten minste, dat kinderen,bij
het zien van een ongewoon voorwerp, nog wel eens verzuimen de voorstelling
aldus op te nemen.Hoewel zij aan het nederzetten van hun drinkbekertje te
veelgewoon zijn Om het onderstboven te zetten,zullen zij zeer dikwijls een
prentenboekje Onderstboven bezien.W aarschijnlijk is hun dat voorwerp nog te
ongewoon,dan dat hun ziel er altijd Op bedacht zOu zijn,eerst de voorstelling
om te keeren.Trouwens,0ns gezicht is niet het eenige zintuig, dat zijn indruk
beeld het netvlies
alleen dan geregeld aan de ziel overbrengt of beter het omgekeerde : van
hetwelk de ziel alleen dan den indruk geregeld ontvangt - wanneer zulks
plaats heeft op de wijze,aan welke de ziel,mogen wij het zoo uitdrukken,
gewoon is. W anneer men een knikker in de holle hand legt en dien met de
toppon van twee vingers der andere betast,zal men,ook al rolt men den
knikker een weinig heen en weder,geen anderen indruk ontvangerl,dan dat
er n knikker is. Doch legt men de twee voorste vingers der hand over
elkander en rolt men dan den knikker een weinig, zoodat hij beurtelings door
den top van den eenen en van den anderen vinger wordt aangeraakt, dan zou
men er op zweren, twee knikkers te hebben. De zaak is eenvoudig deze :de
ziel ontvangt den indruk Op een andere dan de gewone wjze en daardoor
dwaalt ztj in haar oordeel. Doch keeren wij tOt ons Onderwerp terug.
De s c h ij n b ar e gr 0 o tt e van een zichtbaar voorwerp hangt af van de
grootte van den g e z i c ht s h o e k , d.i.dien hoek, welken de stralenj die van
de beide uiterste punten des voorwerps naar ons oog gaan,met elkander
maken.Met dien gezichtshoek verbinden wij in gedachten den afstand en bij
HET ZIEN
69 GEZICHTSBEDROG.
gevolg maken wij ons daaruit een voorstelling van de w e z e n 1 ij k e g r O o tt e.
Hoeveel het daarbij op de laatste omstandigheid aankomt,bewijst de algemeene
volksmeening, dat de maan grooter is,als zij laag aan den horizon staat,dan
wanneer ze hoog aan den hemel schijnt.Dit opmerkelijke verschijnsel kan niet
ontstaan uit een verandering van den gezichtshoek ; want deze is bij de beide
standen der maan dezelfde,maar dit verschijnsel is een wezenlijke gezichts-
misleiding,waarschijnlijk teweeggebracht door de in horizontale richting zicht-
bare aardsche voorwerpen.Sommigen geven er de volgende verklaring van :
Ten gevolge van de ongelijke dikte der luchtlagen zien wij het uitspanselniet
in den vorm van een halven bol,maar in dien van een ingedrukt gewelf,
zoodat 0ns de maan hoog aan den hemel a1s naderbij voorstellen dan de Wt
maan aan den horizon.
Op de verandering van den gezichtshoek bij toenemenden afstand berust'de
p e 1- s p e cti e f ,welker juiste inachtneming de voorwaarde is van een nauw-
keurige teekening of schilderij.Het waarnemen en volgen der regelen van d:
perspectief vereischt een nauwkeurige beschouwing der natuur,zoodat wij haar
eerst bij meerbeschaafde volken aantreflbn ;uit de middeleeuwen hebben wij nog
schilderijen en teekeningen,die met betrekking tot verdieping,voor-en achtergrond
enz.veel overeenkomst hebben met de wanstaltige tafereelen der Chineezen,
die van de
standbeelden enz.
perspectief in 't geheel niets afwisten.Ten einde landschappen,
OP een plat vlak zOo nauwkeurig mogelijk af te beelden,
gelijk zij zich aan onsvertoonen, heeft men Onderscheidene hulpmiddelen uit-
gedacht. Het eenvoudigste is,dat wij tusschen het Oog en het af te beelden
voorwerp eene glasplaat stellen en Op deze de omtrekken Onmiddellijk naar
de natuur natrekken.
Maar elke verdraaiing van het oOg zOu ook een volslagen verminking van
het beeld ten gevolge hebben.Men heeft daarom een toestel uitgevonden Om
Oog te verzekeren door met het zijstuk (zie de af beelding
op bladz.70) een vizier te verbinden,door welks kleine opening de teekenaar
het landscbap beschouwt. De af beelding wordt niet op een glasplaat,maar
onmiddellijk op een blad wit papier geschetst. Daartoe dient een raam met
een zoogenoemden teekenaap, waaraan het potlood vastzit,dat zich met behulp
van een wijzer Over het papier beweegt.zoodat aldus de in het glas waar-
genomen af beelding op het papier wordt overgebracht.
H et p an o r a m a.Tot hoever de gezichtsmisleiding eener volgens de regelen
van de perspectief vervaardigde teekening kan gaan,ziet men duidelijk aan
l'zet panorama.Hieronder verstaat men een af beelding,zoo vervaardigd, dat de
toeschouwer in het middelpunt er van staat.Naar het standpunt der toe-
schouwers is ook de af beelding berekend en,daar deze bezien wordt uit het
punt,waarvoor de af beelding ontworpen is,heeft men voor den toeschouwer
de vastheid van het
een afzonderlijke standplaats ingericht. lndien men de af beeldingen uit een
ander standpunt beziet,vertoonen zij zich verminkt.
Volgens dit beginsel nu zijn de af beeldingen der panoramata vervaardigd.
Daar reeds ALBERT DURER de regelen vau de perspectief op uitstekende wijze
heeft Ontvouwd,is het niet Onwaarschijnltk, dat reeds voor langen tijd kleine
70
geschilderde panoramata ztn vervaardigd.Ztj zijn echter eerst in 1798 in het
groot vervaardigd en openlijk ten toon gesteld. In dat jaar namelijk vertoonde
BARKES te Londen een panorama,voorstellende de streek tusschen Portsmouth
en het eiland W ight.Het eerste panorama, dat in Duitschland vertoond werd,
was een panorama van Londen, in 1800.Van toen af werden deze vertooningen
h0e langer hoe algemeener en vooral hebben de panoramata te Parijs,het
eerst die van den landschapschilder Pslvosl', veel naam gemaakt.De naam
17 a s s ag e d e s p a n o r a m e s brengt dit nog tegenwoordig in herinnering.
V0Or 80 jaren stonden daar twee ronde tenten van omtrent 45 v.doorsnede,
in het midden met een tribune voor de toeschouwers,onltrent 18 v. in door-
snede groot.Dit was de vertooningstent van PsEvosT.Het publiek was ver-
HET ZIEN.
rukt over de voorstellingen,
het stichten van een grooter gebouw overging.
Na den dood van PREVOST vertoonde de overste LANGLOISaan de Parjzenaars
de voornaamste voorvallen uit de toenmaals kort te voren plaats gegrepen
Veldtochten,die hij zelf bijgewoond had.Zjn panorama stond in de R u e d e s
m a r a i s
af beelding van den zeeslag btj Navarino,die LAxgraols vertoonde, wbst htj zeer
bijna driemaal zOo groot.De du t e m p 1 e en was in doorsnede
levendbg te rnaken,doordat hj aan de plaats voor de toeschouwers den vornA
gaf van het achterdek van een volkomen uitgerust oorlogsschip van 74 stukken.
De middelzuil,die het gebouw stutte,had de gedaante van een mast geltregen ;
het andere gedeelte van het schip was slechts geschilderd.Het doek sloot
tegen het achterdek en verleende het uitzicht op de golvende zee en de strtj-
dende schepen.Voor ruim 60 jaren vervaardigde LANGLOIS een nieuw,groot
panorama, waarin mede de veldslagen der Fransche legers de hoofdvertooning
uitmaakten. Doch het gebouw moest ter gelegenheid der groote tentoonstelling
en zO0 groot Nias de btval, dat Daen Nieldra tOt
HET PANORAMA.
van 1855 afgebroken worden en eerst sedert 1859 bezitten de Parijzenaars
weder een panorama, welks verrassende uitwerking het Prijsche publiek zeer
w eet te boeien.
Het vermaarde panorama van Londen werd door THOMAS HORNER vervaardigd,
toen de koepel der Paulskerk herstelling onderging.Het werd Opgesteld in
een reusachtige ronde tent in Regents-park.De toeschouwers werden ondersteld
zich in de kleine opene lantaren van den koepel der genoemde kerk te bb-
vinden en moesten rondgaan,daar op die wijze het gezicht stuksgewtze beter
kon worden
gemaakt door de panoramata, met welke hij de voornaamste steden bezocht.
ln den laatsten ttjd hebben kunstenaars van den eersten rang groote pano-
ramata vervaardigd van de slagen uit den Fransch-Duitschen oorlog. W ie kent
niet den slag bij Gravelotte, door CAMPHAUSEN,dien bij Sedan,door A.v.WERXES
In Duitschland heeft zich vooral de schilder LEXA naam genorien.
geschilderd,en zoovele andere stukken,in de Duitsche stedell tentoongesteld.
Terwtl de werking der panoramata voornamelijk op de theorie van de per-
Spectief berust, worden er geen minder verrassende vertooningen geleverd door
het di o ra m a , een uitvinding van DAGIJERRE,den bekenden vader der daguerre-
otypie.Een groote lap doorschijnend taf wordt aan weerskanten,maar op
verschillende wijzen, beschilderd.Aan de voorzijde heeft men b.v.de af beelding
van een door de zon beschenen landschap, terwijl de keerzijde wel hetzelfde
landschap, maar nu bij bewolkten hemel,sneeuwstorm enz.vertoont. De verf-
Stoflbn moeten zooveel mogelijk doorschijnend
het licht enkel op de vr- Of ook Op de
tooningen afzonderlijk en snelna elkander doen Ontstaan,terwijl gelijktijdige
ztn en men kan)naar gelang
achterzijde valt,deze beide ver-
werking van het aan de voorzijde op het doek vallende en van de achterzijde
4001-het doek schijnende licht bovendien nOg zeer fraaie tafereelen oplevert.
S n elh e i d e n d u ur v a n d en in d r u k v a n 't l i ch t.Wij z i e n niet Op
hetzelfde oogenblik, waarop het licht op het netvlies van Ons OOg valt. De
zenuwen hebben een zekeren tijd noodig om den indruk op te vangen; zij
hebben voorts tijd noodig om dien over te brengen naar de hersenen en de
ziel heeft weder eenigen tijd noodig om daarllit de voorstelling te vormen.
Natuurlijk duurt dat alles slechts zeer kort, zoo kort,dat de gewone waar-
nemer het niet bemerkt ; maar niettemin hebben de beoefenaars der natuur-
wetenschappen hulpmiddelen uitgevonden om deze snelheid nauwkeurig te
meten.Daaruit is gebleken,dat,hoewel die snelheid voor alle menschen niet
dezelfde is, de tijd? die verloopt tusschen het invallen van het beeld op het
netvlies en de duideltjke bewustheid van het zien,gemiddeld ,1s tot 1.sec.
bdraagt en dat alle sterrenkundige waarnemingell met dit bedrag moeten
verbeterd
Gelijk nu
dien Ook niet
Oog den indruk niet zonder tijdverlies Opneemt,zoo laat het
onmiddellijk varen.Wanneer wij een brandend stuk hout in een
donker vertrek snel ronddraaien,wordt het lichtende punt een vurige cirkel.
De bliksem is een enkele vonk,maar vertoont zich alleen daarom a1s een
heen en weder schietende straal, wtjl de indruk nog eenige oogenblikken na
het verdwtjnen van het beeld op het netvlies blijft bestaan.Reeds boven
Nvorden.
het
71
72 HET ZIEN.
Opgemerkt, dat de
bepaalde snelheid
voorbeelden zullen
afzonderltke spaken van een rad na het bereiken eener
niet meer kunnen worden waargenomen.Mer dergelijke
den lezer zelf zeker voor den geest komen, al meesmuilt
hij 0ok bij het verhaal van zekeren
reiziger,die er zijn verwondering'
over te kennell gaf,dat langs een.
spoorlijn in Amerika een hooge
- - .> .wx,
ee w xe v
w A Nx
*
%
a -
--
.
.
.
-. planken schutting geplaatst wass
- -
-- -.
.
, terwijl hem later bleek, dat de
trein zo0 snel liep, dat hij de van /
?
afstand tot afstand geplaatste tele- ,/
/'
graafpalen voor (n Onafgebroken
' schutting had aangezien.Over de //
'
eveneens hiertoe behoorende chro- l matropen is op bladz
. 63 reeds I,
gesproken.
I
Een eenvoudig middel Om proe-
j ven te nemen aangaande den duur
-
van den indruk,dien het licht in
y weee
y onze ziel teweegbrengt, is de kleu-
rentol,bestaande uit een massieven
platten tol,van Omstreeks 15- 2:
- ,
, .
y- '-- , - -,t.-u s.- u's--'-us c.M.middellijn.Evenals een brom-
==U- = .
7
-
.
-
.u ' ,, tol brengt men dezen tol in be-
.%% ..
.
= -'- = =
. J-..-
weging dOO1* h0m snol af te zetten
door middel van een om de as
gewonden stuk touw (zie bovenstaande af beelding).Op de bovenste opper-
vlakte van den tol kan men onder het draaien ronde gekleurde stukjes bord-
papier leggen,die natuurlijk in de draaiende beweging deelen en de schoonste
kletlrenmassa's teweegbrengen,vooral, wanneer ze in gekleurde vakjes zijrk
1))) :: !j
1)l l
N ,,4.,3'
*
''* '' '
'
,'
//
-//
''
-
'-'
hs
-
' .
-
,r' h
k ,, /
, z' : ) z
'
.#
'
1: // q.: /
. :: / .
/' x
* >. j; *
,
( . '
// l1 y
. / NN
i/ %'$ - z v. y y
NN
. .. Nqj
. .
% l'.111* x
N
verdeeld.Onze zenuwen en onze ziel ztjn niet zoo vlug als de tol,ztj kunnen
de verschillende kleuren niet elk afzonderltk opnemen, maar mengen die
dooreen. Is de schijf b.v.half geel, half blauw, dan wordt ze onder 't draaien
groen ; blauw en rood geeft violet,enz. Men kan met deze tol nog andere
M9 io HET PANORAMA
.
proeven nemen ; indien b.v.het bovenste gedeelte van de as hol is,kan men
er verschillend gebogen eindjes ijzerdraad insteken,die bt de snelle omdraaiing
het voorkomen van holle lichamen krijgen.
Wie kent ook niet die kleine papieren schijven, die aan beide zijden met
verschillende af beeldingen beschilderd zijn en die,wanneer men de schijf snel
ronddraait,n enkelbeeld worden, dat uit de bestanddeelen der beide andere
bestaat.Een leege kooi aan
geven bij het draaien een vogel in een kooi.
goedwinkels te krijgen zijnjworden wonderschijven of thaumatropen genoemd
en zijn in 1827 in Parijs uitgevonden.lets dergelijks is de zoogenoemde wonder-
trommel,een Amerikaanscheuitvinding.
S u bj e c t i e v e g e z i c ht s v e r s c h ij n s e l e n. Het zijn niet enkel de licht-
stralen, die op het netvlies werken - wij ondervinden ook andere invloeden
Op de gezichtszenuwen, wier eigenaardige werkzaamheid in de ziel dezelfde
voorstellingen van licht opwekt,ook al is in de buitenwereld niets van dien
den eenen en eyn vogel aan den anderen kant,
Deze schijven, die in alle speel-
aard aanwezig.Om dit te betoogen behoeven we Ons nu juist niet te beroepen
Op den bekenden baron VoN MflxcHHAusEx, die bij gebrek aan een vuursteen
Op ztn geweer zich zoo met de vuist op het Oog sloeg,dat de uitspringende
vonken het kruit deden Ontvlammen.Lichtflikkeringen ontstaan in het Oog
0.a.door drukking en door den electrischen stroom.Men noemt dit s u bj e c-
t i e v e g e z i c h t s ve r s ch ij n s e 1 e n. Het is onnoodig op te lnerken,dat daarbij
geen sprake is van werkelijk licht,evenmin als het vertelsel waarheid bevat,
dat zeker iemand eens een roover, die heln bij stikdonkeren nacht aanviel,
herkende,doordien deze hem zoo'n geweldigen slag in het
het vuur uit de oogen sprong.En toch worden dergelijke
aangezicht gaf, dat
dwaasheden geloofd,
een bewijs,hoe weinig heldere denkbeelden het algemeen nog heeft aangaande
de n'leestgewone natuurverschijnselen.Yoor eenigen tijd nOg werd het zonder-
linge nieuwtje opgedischt,dat Op het netvlies van iemand,die met geopende
oogen een gewelddadigen dood stierf,de laatst geziene voorwerpen bleven staan,
zoodat het kenbaar beeld van een moordenaar eens op het netvlies van zijn
gevonden was.Grooter onzin kan men zich wel slachto/er gephotographeerd
niet voorstellen.
TOt de schijnbare gezichtsverschijnselen behoort ook de zoogenoemde h a r-
m 0 n i e d e r k l e ur e n ,eveneens berustende op de eigenaardige Opwekking
der gezichtszenuwen.Indien wij twee volkomen gelijke schijven papier, een
zwarte en een witte,snijden, zal,indien wij de zwarte op een wit en de witt:
Op een zwart blad leggen, de witte grooter schijnen te zijn dan de zwarte.
Het heldere licht trekt Op ons netvlies niet alleen de onmiddellijk aangeraakte,
maar ook de nabijliggende zenuwen binnen den kring der gewaarwording
(i rr a di a ti e) ; het veld der aangedane zenuwen wordt grooter dan dat van
het beeld.Een borstbeeld schijnt kleiner als het van brons dan als het van
gips of marmer is.Zwarte handschoenen maken de hand sierlijker dan witte,
en,als een kantwerkster hare kunst aan den dag wil leggen,za1 zij beter doen?
zwarte draden te verwerken en op een wit veld te ieggen,dan omgekeerd.
Wanneer wij de witte papierschijf op den zwarten grond eenigen tijd nauw-
74 HET ZIEN.
keurig hebben bezien en dan het oOg Op een wit blad richten, zien wij nOg
alttj'd het vroegere beeld,maar,wat zeer opmerkelijk is, nu als een donkere
ronde vlek.Er is een volgbeeld (zou men kunnen zeggen) ontstaan door prik-
keling en daaruit'voortgevloeide tijdelijk6 verstomping der gezichtszenuwen.
Van lieverlede verdwijnt het beeld weder .- de uiteinden der zenuwen zijn op
alle punten van het netvlies weder even gevoelig.Gelijk hier nu door het wit
de zenuwen eenigermate verlamd of verstompt werden,zoo oefenen Ook de
kleuren een merkbaren invloed uit,en dit 'levert een belangrtjk voordeel op
aan schilders,katoendrukkers, verlakkers,fabrikanten van behangselpapierj ja
in alle kunsten en bedrijven,welker voortbrengselen moeten g e z i e n worden.
Neemt men in plaats van een zwart een rood stuk papier en beziet men
hft op eell wit blad,dan ziet men, na het te hebben weggenomen, mede een
volkbeeld, dat echter groen is, na geel een violet,na groen een rood.De
zenuwen van het netvlies worden door langer werking eener kleur verlamd
en zien dan in het witte licht nog alleen die stralen,welke na aftrek der
stralen van de geziene kleur overblijven,nameltjk d: zoogenaamde complemen-
taire kleur.
Bekend is het,dat, indien men onderscheidene schakeeringen van dezelfde
kleur na elkander beziet,de elkaar opvolgende nuances oogenschijnlijk merkelijk
aan schoonheid verliezen en dat daarentegen de complementaire kleur het van
zulk een kleur wint,indien het
toe beschouwd heeft.Daarom
zulk
Oog vooraf die kleur lang en tot vermoeiends
trachten degenen,die gekleurde stofen verven,
een vermoeien der Oogen te voorkomen ;daarom houden zij in hun
patronen ee bepaalde afwisseling der kleuren in het oog.- Geen kleur is op
zich zelf leelijk, want elke kleur kan,naar eisch nevens een andere geplaatst,
een aangenamen indruk maken en de goede uitwerking kan vooruit worden
berekend door acht te geven op de prikkeling,door de afwisseling van helder-
heid en kleur veroorzaakt.Wij kunnen geen ander denkbeeld van schoonheid
hebben, dan datgene, hetwelk wij met Onze zinnen zelf uit de ons omringende
verschijnselen van lieverlede afleiden.Het opzetteltk verwaarloozen dezer grond-
waarheid heeft de wereld met de Onzaligste smakeloosheid gezegend,door
welke eeuwen achtereen de vrije ontwikkeling van den geest in bepaalde
opzichten gestremd is geworden. Naar hetgeen de Oude classieke schrijvers in
hunne eenvoudigheid onbewust, slechts door hun onbedorven gevoel geleid,
enkel omdat zij meenden rhet moest zoO'',uitmuntends geleverd hebben -
daarheen moeten wij Ons laten terugleiden, maar nu Op grond van te w e t e n ,
dat het zO0 zijn moet''. ))
O o g 6 n.Al de tOt dusver behandelde verschijnselen
zouden wij zoo waarnemen als Opgegeven is, indien wij in plaats van met
twee
wijziging plaats van sommige indrukken,welke wij aangaande het stoflblijk
oogen evenals de cyclopen met n begiftigd waren.Doch er heeft eenige
Niezen der
culai
voorwerpen verkrijgen,Omdat Ons gezichtswerktuig dubbel,b i n 0-
r,is. Wij willen dit onderwerp wat nader beschouwen, deels omdat het
tot d: kennis der gezichtsgewaarwordillgen in het algemeen noodzakelijk is,
deels omdat de theorie van het zien door twee Oogen aanleiding heeft
H e t z i e n m e t t w e e
75 DE STEREOSCOOP.
gogo5Tel1
hare aantrekkelijkheid heinde en ver heeft verspreid.
Op het netvlies van ons Oog ontstaat een vlak beeld.Het is natuurlijk,dat
het even nauwkeurig, als het door een wezenlijk voorwerp?een huis? een
uithoofde van scherpzinnige uitvinding, die zich in korten tijd
boom enz.,Ontstaat,Ook door een
kan.Nu zou de afbeelding alle
af beelding van zoodanig voorwerp ontstaan
bijzonderheden van perspectief,kleur en licht
juist moeten teruggeven.Met (n oog kunnen wij slechts twee afmetingen,
tot een
breedte en hoogte,onderscheiden.
lndien wij dus een lichaam wezenlijk als lichaam en niet als vlakke teekening
willen zien, moeten wij het oOg in lneer dan ne richting tOt dat voorwerp
brengen.Beschouwt men bijv.op korten afstand een kleinen kubus,die zOO
geplaatst is, dat een vlak,door evenwijdige diagonalen van het grond- en
bovenvlak gebracht,juist midden
tusschen de oogen doorgaat,dan
zal het rechteroog het zijvlak D
(zie nevensstaande ;g.) breeder dan
G)het linker daarentegen het zij-
vlak G breeder dan D zien en deze
ongeltkheid zal des te grooter zijn,
naarzhate het voorwerp dichter bij ons oOg is geplaatst.Dit verschil stelt Ons
ook in staat over den afstand te oordeelen.
Daar OnS een groote ervaring met een Oneindigen rijkdom Vall denkbeelden
ten dienste staat,kunnen wij uit weinige waarnemingen volledige voorwerpen
samenstellen.W ij zouden dus desnoods met n oog de buitenwereld in hare
lichamelijke vormen kunnen leeren kennen ;maar deze toestand zou toch zeer
gebrekltig zijn in vergelijking met de bestaande inrichting
Organen,die ons in het geltktijdig gebruiken van twee oogen de mogelijkheid
verschaft
slechts
Opeens en volkomen datgene waar te nemen wat wij met n OOg
stuksgewijze het een na het ander kunnen zien.
Onze beide oogen nu g0V0n Ons de beide blikken Op de dobbelsteenen - zie
nogmaals de afbeelding tegelijk.De ziel knoopt beide voorstellingen tOt n
enkele aaneen en juist de prikkeling,die in het vereenigen van twee ver-
schillende indrukken der zinnen ligt)
Onzer gezichts-
is de Oorzaak van het zien van diepte-
afmetingen bij een lichamelijk voorwerp.
geen nieuwe Ontdekking te zijn,dat het er
bij de stereoscoop evenals bij het zien op aan komt twee beelden te vereenigen,
die onderling verschillen door het verschillend standpunt,van 'twelk men ze
ziet.BREwSTER is van oordeel,dat reeds EUCLIDES met het beginsel bekend
geweest is en dat Gwl,Exus het al voor 1500 jaren heeft ontwikkeld.BAPTISTA
De stereos c O o p.Het schijnt
PORTA gaf, naar men meent,in 1599 volledige teekeningen van voorwerpen,
met elk der beide oogen afzonderlijk gezien,alsmede met de twee Oogen samen.
Hierin ligt niet alleen het wiskundig beginsel van den stereoscoop,maar zelfs
in hoofdzaak de uitvoering van het denkbeeld. Aan de schilders,die zich vroeger
meer dan tegenwoordig met de wetenschappeltjke grondstellingen hunner kunst
bezighielden,waren de wetten van het zien der lichamen a1s zoodanig reeds
76
lang bekend.Immers juist zulke teekeningen als de door PORTA vervaardigde
heeft,naar men verhaalt,JAc0P0 DA EMPOLI (geb.1554, overl.1640) vervaar-
digd,die in het museum WlcAs te Rtjssel bewaard worden.
Doch de geheele zaak schknt later in het vergeetboek
raen raag het er gerust voor houden, dat S7HUATSTONE zkn
geheel
zelfde
teekeningen van het-
voorwerp,juist zooals de beelden op het netvlies van de beide oogen
moeten zijn, en vond, ten einde deze af beeldingen zonder moeite gelijk-
geraakt te zjn en
schoone ontdekkinp
uit zich zelf heeft gedaan.Hij vervaardigde twee
zouden
tijdig onder e1k der beide oogen te brengen, den toestel uit,die thans algemeen
bekend is onder den naam stereoscoop, welks inrichting wij nader in oogen-
willen nemen.Doch wij moeten met eenige voorafgaande opmerkingen
HET ZIEN.
schouw
beginnen.
Het Oog neemt alle lichtstralen op,welke een niet te grooten hoek met de
gezichtsas maken ; zullen zij echter door de ziel totn beeld Niorden vereenigdr
dan moeten ztjop de zoogenoemde i d e n ti s c h e p u nt e n v an d e n e t-
v li e z e n der twee oogen vallen, wat alleen 't geval is voor de lichtstraleny.
die van het snijpunt der gezichtsassen uitgaan.Wij moeten ons namelijk de
gezichtszenuw voorstellen als een streng van verschillende draden,die zich in
twee geltjke, op de netvliezen uitloopende takken verdeelt.De aldaar in be-
paalde orde liggende uiteinden dier draden behooren in het rechter- en in het
linkeroog paarsgewijze bij elkander,gelijk de vingers der handen.Er ontstaat
n enkele voorstelling, indien deze symmetrische zenuwstelsels op het netvlies
in de beide oogen op een en dezelfde wijze worden aangedaan.Daarentegen
blijven de beelden in onze ziel afzonderlijk,indien de indrukken niet door ge-
lijkgeplaatste (identische) punten van de netvliezen opgenomen zijn geworden-
0ns zien van lichamelijke voorwerpen a1s zoodanig, d. i.niet als platte vlakken,
bestaat derhalve daarin, dat wij onze Oogen derwijze richten,dat de van n
punt komende lichtstralen in beide oogen op plaatsen vallen,die met elkander
overeenkomen.Zulks is ten strengste genomen voor ieder oogenblik altijd ook
slechts voor n punt mogelijk,terwijl wij alle andere punten dubbel zien,
maar daarop letten wij doorgaans niet,daar het eene beeld over het geheel
het andere vrij nauwkeurig bedekt en de onduideltkheid weldra verdwijntr
wanneer wij met oplettendheid de dubbele omtrekken in oogenschouw nemen
willen.
W anneer wij twee brandende kaarsen in een rechte ltjn achter elkander
plaatsen en nu de eene, dan de andere met beide oogen aandachtig bescholzweny
bemerken wij,dat wij slechts n enkel beeld ontvangen van die vlam,op
welke wij Op dat oogenblik onze oogen richten en die zich in het snijpunt der
gezichtsassen bevindt,terwijl .daarentegen de andere vlam altijd dubbel wordt
gezien. Men kan nu naast een van de beide kaarsen, om 't even de naaste Of'
de verste, een tweede licht plaatsen, zoodat de dri: lichten met het oOg in
hetzelfde horizontale vlak staan, en men krijgt dan,indien men het oog op
de alleenstaande vestigt,van de beide andere vier beelden.De beide middelste
ervan kunnen bedekt worden, en we1 op tweerlei wijze : men kan de alleen-
staande kaars, op welke men het oog vestigt,zoo stellen,dat de verlengde
DE STEREOSCOOP.
gezichtsassen door de beide andere kaarsen gaan,Of men kan de beide vlammen
in de richting der gezichtsassen vr haar snijpunt plaatsen.
ln plaats van de beide kaarsen kunnen wtj echter stereoscopisch geteekende
afbeeldingen nemen, en het nut dezer oefening van het oog zal ons op trefende
wijze blijken.Do onderstaande afbeelding stelt het geval voor,dat de Oogen a
zod zjn gericht, dat de gezichtsassen elkander in b snijden, of dat
het punt b door beide oogen bezien wordt.Ingeval deze richting der
oogen bewaard blijft, moeten twee stereoscopisch geteekende af beel-
dingen Op de identische plaatsen van het netvlies vallen en elkander
bedekken,zoowel indien zij bij 6 in de richting van het gezicht worden
gebracht, als indien zij in d worden geplaatst.ln elk der beide ge-
vallen vereenigen zich de beide af beeldingen in onze voorstelling t0t
ne enkele, en wij zien het vool-wel'p als lichaaln,d.i. hetgeen achter
en voor staat ook als zoodanig.
Nadat W HEATSTONE zich eerst van spiegels bediend had,bedacht
hij weldra een andere inrichting van zijn toestel :in plaats van spiegels
nam hij prismata,bestaande uit de beide helften van een bolvormige
lens (onderstaande afbeelding) a tz, zoodanig in de Oogbuizen geplaatst,
4at beide scherpe zijn toegekeerd.Deze
laatste handgreep - het doorsnijden van een lens tot het verkrijgen
van twee prismata
kanten b b naar elkander
is eigenlijk afkomstig van BREwSTER en een
gevolg van demoeite,die W HEATSTONE had Om twee volmaakt golijke
prismata bij afzonderlijke bewerking te bekomen. De bolvormigheid
verschafte nOg het bijkomende voordeel van vergrooting.
Na het voorgaande kunnen we met weinig woorden volstaan om
bladz.78 voorkomende doorsnede van een
!
l
1 t
I
5
)
c
-% r
x.. >f'y
... - .A
,,#'N
a,
V.s
w 7'x
+ <.-
verklaren.W e zien er in a en b twee
deOp
Nierking te
hetzelfde voorwerp,uit verschillende gezichtspunten genomen ;de lichtstralen,
welke zij in de richting f e uitzenden,vallen op de prisma's,welke in de oog-
buizen bevestigd zijn, en worden daardoor naar de richting h h'gebrokell,
waardoor zij in het oog van den beschouwer geraken.Deze bespeurt er niets
van, dat deze lichtstralen,welke hem de beelden doen zien, gebroken zijn ; hij
heeft dezelfde gewaarwording, alsof zij
y .---- >->>.. q uit de richting g h gekomen waren.De <
-
-
.
-
. s>
.
-- - - - . -
- - - . . - - - - -
beide lilnen h g moeten echter, daar zi
qj
naar elkander toeloopen,ergens samen
komen en dit geschiedt in .Hier nu
verplaatst Ons Oordeel onwillekeurig het
voorwerp, dat wij zien en dat nu geen
dubbel beeld meer is, maar ons n werkeltk lichaam toeschijnt,mits de
N <'
teekeningen behoorlijk vervaardigd zijn.Dat de stereoscopische verschijning
werkelijk uit de beide beelden voortkomt, ontwaart men reeds,wanneer men
.
de beide beelden uit hare juiste plaats brengt en van elkander verwijdert ;
m en ziet dan verwarde stukken van d ri e beelden.
stereoscoop en zijn
teekeningen van
Over den uitwendigen vorm van een zooalgemeen bekend werktuig behoeven
77
HET ZIEN.
wij niets te zeggen.
tooneelkijker voor twee
Wie lleeft niet dat kastje gezien, in den vorm van een
oogen (binocle) ; wie heeft zich niet meermalen ver-
lustigd in de fraaie, verrassende ge-
7. 7 ' lz
.-O A
-- g
e. y qyz' c '
./' s J
*
z
Ux
I''hx ' .
11')- ) l
!
l. N 1,
K-- x
cc 5
zichten, in welke onduidelijke,soms
verwarde photographische plaatjes in
het kastje veranderen !Geen enkele toe-
stel heeft zo0 den weg gevonden naar
de huisgezinnen en,eenmaal een stere-
oscoop bezittende,kan men door het van
tijd tot Wd
voor eenige centen een schat van onder-
bijkoopen van af beeldingen
houdende vertooningen bijeenzamelen.
Aanvankelijk trok de stereoscoop
weinig de aandacht,noch in Engeland,
zijn vaderland,noch in Duitschland,
waar de hoogleeraar MozER in 1844
photographische af beeldingen voor den
stereoscoop vervaardigde en in een wetenschappeltk tijdschrift Op de zaak
opmerkzaam maakte.Eerst in het jaar 1850,twaalfjaren na zijn ontdekking,
begon hij algemeen Opgang te maken,
naar aanleiding van een bezoek,dat
BREwSTER te Parijs van een Schotsch
natuurkundige ontving. De Franschen
maakten dadelijk met den meesten
ijver werk van den toestel en,dat
deze zich zoo snel verspreidde, heeft
menvooral aan hen te danken.W HEAT-
STONE had Opzettelijk slechts enkele
omtrekken van teekeningen zonder
/w
<k $pj .
Xr-z- zz' z' .zz ' ' .,, . y
g jj / /./
/
schaduwen en kleuren gebezigd,om
toonen,dat de werking van zijn stereoscoop niet van deze hulpmiddelen
afhangt.
werktuig vertoonde,zoolang de teekeningen met
De eenvoudige voorwerpen, die het
de hand moesten vervaardigd worden,zooals een
urn,een spiraalveer, genoeg
bekeken ; meer samengestelde voorwerpen Op de
behoorlijke wijze te teekenen is echter zoo'n
had men spoedig
uiterst moeielijke zaak,dat zij den besten kun-
stenaar niet altijd gelukt.
Geheel anders werd het, toen men de licht-
beeldkunst tOt het vervaardigen der dubbele
af beeldingen begon te bezigen.W el is waar had
men reeds vroeger dit middel aangewend,maar
te Parijs was men eerst Ondernemend
proeven en uit te voeren.Reeds in
genoeg
het eerste
om er iets grootsch mede te be-
jaar werden meer dan duizend
78
DE.STEREOSCOOP. 79
werktuigen uit de fabriek van Dusosco te Partjs verkocht en naar alle oorden
verspreid. Men kOn nu het schoonste en schilderachtigste op het gebied van
natuur en kunst met de grootste getrouwheid den verbaasden beschouwer
onder de oogen brengen, zonder dat een teekenaar er het minste aan had ge-
daan, en beide manieren der photographie,zoowel die op verzilverde platen
als die Op glas,zijn daartoe geschikt.De eerste levert vooral marmergroepen,
portretten enz., de tweede landschappen,stadsgezichten,gebouwen enz.in de
grootste volkomenheid. Om een voorwerp met de daguerreotype voor den
stereoscoop op te nemen moet men natuurlijk twee teekeningen uit twee ver-
schillende gezichtspunten vervaardigen.W ilde men dezen afstand aan de maat
deroogen ontleenen,dan zOu men,gelijk Ook wel geschiedt,een glazen lens
in tween moeten snijden en deze Op 7 9 c. M.afstand in de camera obscura
moeten zetten,en men zOu zoodoende de twee beelden ineens verkrijgen.Maar
dat gaat niet meer met voorwerpen,die hooger zijn dan 3 4 c.M.Een zekere
Amerikaan wilde ineens heele reeksen van dubbele beelden verkrijgen door
nlaar alleen in den voorsten N7and der canlera obscura geen lens te gebruiken,
kleine gaten te maken, die zOo groot zijn a1s de pupil van een menschenoog
of nog kleiner ;maar,ofschoon men op die wijze zonder twijfel wel beelden
zal krijgen, is het zeer onzeker, of zij wel krachtig genoeg zullen zjn,en is
het even zeker, dat zij Onzuiver en verward zullen uitvallelt.0m dus grootere
voorwerpen op te nemen moet men zich op verschillende standpunten plaatsen.
Men zou twee toestellen tegoltjk kunnen laten werken,als het niet zeer
moeielijk was,twee juist overeenstemmende glazen te vinden ; men neemt
daarom liever de beide beelden met denzelfden toestel achter elkander,nadat
men eerst de punten heeft bepaald,vanwaar dit moet geschieden.Deze punten
worden vooreerst bepaald door den afstand van de camera Obscura tot het
voorwerp en deze afstand hangt weder af van de grootte der beelden,die men
wil vervaardigen.Er zijn vole regels voor (le bepaling van dezen afstand ge-
geven of liever elke kunstenaar heeft zijn eigenen,meestal door ervaring ge-
vonden regel. Ook moet men letten Op de natuur der voorwerpen,die men
wil opnemen ; zoo zal een diep perspectief van andere punten moeten worden
opgenomen dan een alleen staand gedenkteeken ; meestal echter za1 de afstand
der beide punten,die men kiest, op het eerste gezicht bijzonder groot schijnen.
De bevreemding houdt echter op,wanneer men bedenkt,dat de photographisclle
toestel de voorwerpen met vergrootende oogen bekijkt en dat met de oogen
oOk noodzakelijk de ruimte tusschen beide moet vergroot wordan.
Onze lezers zien op bladz.80 een nauwkeurige voorstelling van een stere-
Oscopisch dubbel beeld, dat een Tyroolschen bergpas voorstelt.Zij zullen bij
een aandachtige beschouwing spoedig de kleine verschillen in de teekeningen
Ontdekken,die het gevolg zijn van de omstandigheid,dat beide teekeningen
uit verschillende standpunten zijn gekozen,waar de geheele zaak eigenlijk op
neerkomt.Verder is er aan de afbeeldingen niets bijzonders te zien ;toch zal
men wel willen gelooven,dat,zij in den toestel een schoon stereoscopisch
beeld van een landschap opleveren.Misschien gelukt het den een Of ander
lezer de beelden te zien samellvloeien door Op elk van beide een der beide
80
oogen te richten,hetgeen nog gemakkeljker
bordpapier of iets dergelijks tusschen beide te
vallen geschiedt meestal na eenige seconden.
Men heeft de stereoscopen een speeltuig
N7ordt genaaakt door een stuk
houden.llet plotseling sanAen-
in de mode is ge-
raakt ;wij gelooven
echter dat een uit-
vinding, die Onzen
geest, Ons gemoed
.
;' x en onze phantasie ?#
'
,
/g'')':.
goo naachtig bezig- /'ft
houdt en treft,zeer
, ,,. '
'
,;)
.
''
.
,
'
.
'
;,,
,,
f,
j rnoet worden op prij s
tt $. ' , ! esteld
. Immers, er ,
,
rl,
. ,. 14j2 !
jd
'
.. is geen .middel,dat
'
.hh'.. .
yjzo eigau besohou. <x . . 0
Nk-
I
.
. ,, - wing zoo volkomen
'
'
.s..
x .-, .
'
l
,
,
lleorvant als de ste- x. scoop. Evenals
N
x R
' '
, een toovermantel
- s X .
thktx verplaatst hiJ 0ns in
1)1 '%.',.
.
-
.-.
j. eayj oogerjtjljk jn de ,,d,1p
verwijderdste stre-
ken,te midden van
de wonderen der Al-
z ' penwereld, in de
.g/ .,k -w w u. x.
zz
,
-' 5.
,
,
schilderachtige val-
L !
,x l leien van het Zuiden, z >
z ,
% '
,
z? A 1 in de beroemdste t
?
.
Y #?
.t
! I -.
-
,1 co -:
- . steden en plaatsen
;;' - -..;-t
- * der wereld.Hij brengt 22
-
qr=
. alle voorwerpen van
, Y
;
, , tuur en kul1st on- 1. j l'la
'
, j (je)-ons bereik
. Hoe t
p tooverachtig schoon,
/ / , NN.....
.-
-- ss-
.
x hoe natuurlijk en . 4
. x
! ..j, waar ZiJX di0 l'OtS0I1,
.! ,> .
'
! !''1 ,,/ die boomgroepen,die
l:
.
'N$
y . yjj .,1., i .
, door storm bewogen
zee ;en de versnelde
middelen zijn zelfs in
*
staat een paard in
1le draf een vogel in de vlucht - men zou bijna zeggen : in beweging - sne ,
af te beelden.En dat alles met de grootstmogelijke nauwkeurigheid.In de
af beelding eener kerk ziet men zelfs de cannelures der zuilen,het snijwerk
der gestoelten.Op een verweerde marmeren zuil meenen wij de af brokkelingen
genoemd,dat
HET ZIEN.
DE STEREOSCOOP.
te kunnen betasten ; in n woord : het is de natuur zelf)die wij voor ons
meenen te zien. Vandaar dan ook,dat men reeds enkele voorbeelden heeft
van reisbeschrijvingen met plaatjes,die bestemd zijn om in den stereoscoop
geplaatst te worden.W ij behoeven niet te zeggen,welk een uitnemende wer-
king daardoor wordt teweeggebracht en hoe de beschouwer als bij de afgebeelde
tooneelen meent te verwijlen.ZoO wordt 't sprookje van den welbekenden baron
VON MNCHHAUSEN maanbewoners de oogen uit het
hoofd nemen en die overal heen sturen, waar maar iets te ktjken valt.Kunnen
wij door middel van den stereoscoop niet iets dergelijks doen,althans wat de
uitkomst betreft? W ij krijgen een kunstmatig Oog in een kastje gezet,dat
voor ons de dingen bekijkt ;een kunstmatig netvlies voelt voor ons hetgeen
bekeken wordt en houdt het vast, zoodat wij het daarna op ons gemak kunnen
beschouwen,als stonden wij voor het voorwerp zelf.Zoo vormt
verwezenlijkt,die vertelt,dat de
de stereoscoop,
verbonden met de photographie,als 't ware een versterkten telescoop,die de
voorwerpen uit nog veel grooter afstanden binnen den van nature beperkten
gezichtskring der menschen brengt.
D e t e le s t e r e O s c o o p.Op het
gebergte slechts
eerste gezicht kunnen wij Op een verwijderd
moeielijk de onderling mindere Of meerdere verwijdering der
gedeelten onderscheiden.De oogen staan te dicht bij elkander, om verschil in
de beelden te ontwaren.Daarom behouden gebergten Op grooten afstand altijd
iets plats,iets schilderijachtigs.Doch door den telestereoscoop wordt om zoo
'
te zegen de onderlinge afstand onzer oogen eenige M.vergroot,zoodat de
gezichtsassen een grooteren hoek maken.
Ten slotte willen wij nog opmerkzaam maken op een practisch gebruik van
stereoscoop,door DovE uitgedacht.
Wanneer men, zegt hij,twee af beeldingen, onderling aan elkander gelijk,
den
'b.v.twee banknoten,in een stereoscopischen toestel plaatst of wel met het
'
bloote O0g zO0 beziet,dat de beide beelden zich tOt n vereenigen,dan zal
m en, hoew el de oogen twee beelden zien, echter slechts den indruk van n
plat beeld hebben en geen
noten niet van dezelfde
hoogte of diepte ontwaren.Doch,indien beide bank-
plaat gedrukt zijn,zal de overeenstemming nimmer
volkomen wezen,omdat zelfs bij de grootste nauwkeurigheid der zetters Of
graveurs de regels en letters niet volmaakt even ver van elkander staan.Zulks
wordt in den stereoscoop verraden,want in het vereenigde, uit de twee afzonder-
lijke beelden ontstane beeld vertoonen zich de anders geplaatste letters niet
meer in hetzelfde vlak, maar staan ze trapsgewijs achter elkander :zij zweven
in de lucht.
Nu slaat DOvE twee voor, gedrukte stukken,over wier identiteit twijfel is
gerezen,b.v. een echt en een verdacht bankbiljet, te zamen irk den stereoscoop
te plaatsen.Elke afwijking van letters, hguren Of handteekeningen buiten het
platte vlak duidt onfeilbaar een vervalsching aan.Even zOo zou men door
stereoscopische proeven terstond nadruk van echten druk,een wezenlijken
tweeden druk van een zoogenaamde titelultgave enz.kunnen onderscheiden.
En hetgeen van den druk geldt,is ook waar van ieder namaaksel.Al is de
.
nabootsing nog zoo kunstig,de gtereoscoop is,altijd volgens DOvE,een middel
IX.
81
82 HET ZIEN.
om de vervalsching te Ontmaskeren en, al maakt het den vervalscher oOk Op
het gebrekkige van zijn namaaksel opmerkzaam,toch blijft het hem onmogelijk
er zich tegen te vrijwaren.
Dit alles luidt zeer fraai,maar wij betwijfelen de juistheid der toepassinp
zeer.W ij laten daar,of de kunst tegenwoordig geen middelen aan de hand
doet OnA eenig gedrukt,gegraveerd, gesteendrukt Of Op andere Nvjze vervaardigd
geschrift v o l k 0 m e n na te maken,maar vragen alleen,of er wel iemand ter
wereld een zO0 volmaakte vastheid van handteekening - en juist de hand-
teekening is in zulke soort geschriften van 't grootste gewicht - bezit, dat
twee er van, Op dun papier gesteld en tegen het licht gehouden,elkander
volmaakt zouden bedekken. Ja,bij de jnheid der hulpmiddelen ter vervalsching-
en bij het onmogelijke, dat b.v.door ongelijke persing,indroging enz.van
het papier twee afdrukken v o 1 m a a kt aan elkander gelijk zouden zijn,achtert
wij het zeer licht mogelijk, dat twee echte stukken in den stereoscoop onder-
ling Ongelijk zouden blijken te zijn,terwijl een echt en een kunstig nagemaakt
daarentegen geen merkbare afwijking zouden verraden.
. tm
&#
l
16 l
I
I
IiI N -
1, I % .... . I
.II. .t1 - .-.
j--....-, !11$'lj'Ifl-jj-jj , g!,,' I1
,1
j k. 1.-.1., 1. 11 l j jjI 11 ' - '' l Id ( '
ll-.'-.'.'...11111-1-',
.
,
.,
-
.
i :' . ,,, 1 1,l...- - . 1'j-. ,
,1 . , ... !-;( ,j - l 'I l , .
-
.
jIj;'. - ,-..,...... <.--t , ,'I ' , j'=->''>. I - ! ! (
1 .j ,7';i$1 m=..= .=- . . 1
,ij (..-:- '-
.
'III (8!. -:1j,,Irj 's- k 1 --
,
j- -, j,j , l j (I
.....
,
jI l
q
l...
.
. .
tj ...,..j q
j
b .-.-
'
j1.( h '.,' .- ! *
l ;..
eo
4 .
.-
.-
-
' .
tj
.
y ' jb '
'
.
. 1k,h))k
'
l 1,. . ' . . !
11121 -
,.
! j!$, 11, /II I - -
/ ta - p
I v-
h l - .
I h-
,N - -
-= /
.-Nr--.
.. . -
.v >
....-**
I 1. ..
.
# '
. I
2 -
-=U .
&. .. . - .* - 2-- X
De verrekijker en de telescoop.
Geschiedkundige berichten aangaande de uitvinding.- De inrichting van een verrektjker.-
De Nederlandsche en de sterrenkundige kjker.- KEPLEa.- Het Campanisch oogglas.-
Kijkers voor aardsehe voorwerpen.- Uitwendige inrichting en opstelling.- Volmaking
der kjkers door EtmEa,DoLLoxo,FaAUNHOFER.- Het passage-instrument.- Verder
gebruik der kjkers als meetwerktuigen. - De nonius en de micrometer.- De spiegel-
telescopen.- Geschiedkundige bijzonderheden.- Groote telescopen.Newton iaansche,
Gregoriaansche, Herschelsche.- Wat ziet men door den kjker?
uitvindingen,van welke de eer onbetwistbaar
aan Nederlanders toekomt, is er geen,die lzun door het buitenland meer be-
twist wordt dan de uitvinding der boekdrukkunst,en geen,van welke men
hun meer de eer laat dan die der verrekijkers.De buitenlander,anders tuk
op het ontfutselen dier uitvindingseer aan het geminachte rHolland'',weet
geen gegronde bedenking in te brengen tegen het verhaal,dat in ()f omstreeks
het jaar 1590 de kinderen van den brillensltjper ZACHARIAS JANSEN te Middel-
burg in Zeeland toevallig twee brilleglazen, een bolrond en een holrond,op
eenigen afstand achter elkander hielden en met verwondering zagen, dat de
haan van den nabijstaanden kerktoren zich veel grooter en dichterbij vertoonde.
Ztj deelden dit aan hun vader mede en, toen deze zich van de waarheid over-
tuigd had,kwam hij eerlang op den inval twee brilleglazen Op den vereischten
Onder de vele ontdekkingen en
HET ZIEN.
onderlingen
in een buis.
te maken,eerst waarschijnlijk op een plankje, later
bracht het door herhaalde proefnenaingen z00
dat hij kijkers lengte vervaardigde,
MAIJRITS (en volgens een ander bericht Ook aan den aartshertog ALBERTUS)
aanbood,tegen belooning geheimhouding belovende, daar de nieuwe uitvinding
dienst zOu kunnen bewtjzen in den oorlog. De zaak lekte echter uit ;er kwam
ver,
waarvan hij den beste aan prins
een vreemdeling te Middelburg)die naar een brillenslijper, gdicht bij de Nieuwe
kerk''woonachtig, vroeg.Men bracht hem echter niet bij JANSEN,maar bij
HANS LIPPERSHEY,die den man op schrandere wijze wist'uit te hooren,zoodat
htj zelf in stilte aan het werk ging en een kijker vervaardigde.Hij diende bij
Hun Hoogmogenden de Staten-Generaal, den zden October 1608, een verzoek-
schrift in,waarbij hij te kennen gaf,dat.hij een instrument had uitgevondenj
dienende Om ver te zien, en, vermits deze ontdekking niet algemeen bekend
behoorde te worden,een octrooi voor 30 jaren Of wel een jaargeld verzocht
om die kijkers alleen te mogen maken ten dienste vallden lande.Hun Hoog-
mogenden benoemden een commissie Om van LIPPERSHEY te vernemen,of hij
het instrument niet zoodanig zou kunnen verbeteren,dat men er met beide
oogen tegelijk door zou kunnen zieq,m.a.w.dat het een binocle werd.Twee
dagen later, den 4den October, werd uit elke provincie nog rl lid aan de
commissie toegevoegd, het instrument beproefd en met den vermeenden uit-
vinder onderhandeling geopend over het leveren van een zestal instrumenten.
Hij vervaardigde ze,ook de binocle, naar genoegen, en dit schijnt vele schrijvers
op het verkeerde denkbeeld gebracht te hebben,dat LIPPERSHEY als de eigeq-
lijke uitvinder der verrekijkers moet worden aangemerkt. Maar de onjuistheid
dier meening wordt buiten allen twtjfel gesteld doordat de Staten-Generaal het
verzoek om octrooi afsloegen,daar intusschen gebleken was,dat Ook reeds
verscheidene anderen van de zaak kennis droegen.Dit nverscheidene'' moge
nu een weinig overdreven wezen ;zooveel schijnt echter zeker,dat LIPPERSHEY
zich ten onrechte de uitvinding der verrekijkers had aangematigd.Met dat al
heeft zich later en oOk nog in onzen tijd het gevoelen staande gehouden,dat,
m oge al aan JANSEN de eer der uitvinding van dell microscoop worden toege-
kend,die van den verrekijker toekomt aan den Middelburgschen gezichtkundige
HAxs LIPPERSHEY.
afstand vast
De uitvinder
van 4 d.M.
JACOB METIt7S, broeder van den Leidschen hoogleeraar ADRIAAN METlus,
wendde zich, met hetzelfde doel a1s LIPPERSI-IEY,bij request van 17 October
1608 tot Hun Hoogmogenden,die dus allen grond hadden om het octrooi aan
laatstgenoemde niet in te willigen.Misschien was hij de nvreemdeling'',die
zich naar Middelburg ha'd begeven,en hebben hij en LIP/ERSHEY elkander op
weg geholpen om de uitvinding elk voor zich te exploiteeren.CSEPI,uit Sedan,
is waarschijnlijk de soldaat,omtrent wien in een brief van den beroemden
staatsman JEANNIN melding wordt gemaakt.Deze n&melijk,destijds Fransch
gezant btj de Nederlandsche Republiek, schreef den 23Sten December 1608 aan
koning HENDRIK IV en aan SVLLY over de nieuwe uitvinding, van welke hij
zich in den oorlog veel nut voorstelde.Hij had zich tot LIIYERSIIEY gewend
om van dezen een kijker te verkrijgen, doch een weigerend antwoord gekregen,
84
DE VERREKIJKER.
zeker omdat bij de bestelling bedongen was,dat LIPPERSHEY zOu beloven
gheen sulcke instrmenten meer te maken zonder consente van de Heeren ))
Staten''. Waarschijnlijk heeft toen de gezant zich tot de Staten gewend, althans
dezen bezorgden er hem twee voor koning HENDRIK twee afzonderlijke kijkers
Of n binocle - die JEANNIN door een soldaat naar Frankrijk liet overbrengen.
De gezant had dezen man daartoe uitgekozen,omdat hij een zeer schrander
kenner van werktuigen was en denkelijk wel in staat zOu zijn Om in Frankrijk
den kijker na te maken.'t Zij nu - gelijk 't,waarschijnlijkst is - deze krijgs-
knecht OREPI heette,'tzij hij zijn kennis van het instrument aan een zekeren
met name OREPI zooveel is dat een werktuigkundige mededeelde, zeker,
Franschman,waarschijnlijk CREPI zelf,zich in Mei 1609 naar Milaan begaf en
aldaar aan den graaf DE FRIENTES een kijker Overhandigde.Zekere SIRTURTJS
zag dien en reisde terstond naar Veneti,ten einde er glas te koopen en zelf
het namaken van het belangrijke instrument te beproeven.Als een bijzonderheid
voegen wij hier nOg bij,dat zich op de herfstmis te Frankfort, mede in het
jaar 1608,een Nederlander bevond,die er een verrekijker te koop aanbood, #
doch tot zoo hoogen prijs,dat niemand dien hebben wilde.Was het misschien
LIPPEaSHEY,zelf een Duitscher uit Wezel, die iemand met een of meer kijkers
naar de beroemdste mis van Europa gezonden had, ten einde geld van zijn
uitvinding te maken ? Zooveel mag men wel als zeker aannemen, dat de snelle
bekendwording geen gevolg was
dat de eerste uitvinding ter kennis
Te Veneti hoorde GALILE over het
personen gekomen is.
nieuwe instrument spreken in Juni 1609,
zoovele zelfstandige uitvindingen,maar v>n
van verschillende
dus een maand nadat SllzTuRus er tot het aankoopen van glazen gekomen was.
Doch ook de kardinaal BORGHESE had er een uit Vlaanderen Ontvangen.GALILE
had dus gelegenheid Om zich door eigen onderzoek te Onderrichten aangaande
de inrichting en de werking van het geruchtmakende voorwerp.Of hij zulks
al dan niet gedaan heeft,doet weinig ter zake.Trouwens,het is slechts een
betrekkelijk kleine bijdrage tot den roem van den onvolprezen Pisaner,als het
waar is, dat hij alleen op de losse geruchten aangaande de werking van bijeen-
gevoegde lenzen een kijker vervaardigd heeft.En eveneens ontvalt hem slechts
een minbeduidend blad uit zijn Onsterfelijke Lauwerkroon,indien men aanneemt,
dat hij zijn eersten den 23Sten Augustus 1609 aan den Doge van Veneti Over-
handigde en dien vervaardigd heeft na nauwkeurig kennis te hebben genomen
van het uitNederland overgewaaide instrument.
Weldra waren de verrekijkers niet alleen in Nederland,maar ook in Frankrijk,
Engeland, Duitschland en Itali bekend ;reeds in 1609 waren zij te Londen te
koop.0Ok te Neurenberg
en in Itali vonden de
schijnen zij al spoedig in 't groot vervaardigd te zijn
gezich
.tkundigen d:n prijs,dien GALILE er voor vroeg,
J 1000,uitlokkend genoeg Om zich Op het namaken te bevlttigen.Hoogge-
plaatste voorstanders en bevorderaars der wetenschappen,onder wie destijds
velen waren,die zelf de hand aan '.t werk sloegen,slepen hunne eigen glazen.
Zoo vervaardigde,niet lang nadat GALILE zijn eerste ktker vervaardigd had,
prins
het
CEsl,stichter de! academie d: Lincei te Rome,een glas en deze gaf er
eerst, Op aanraden van den uitmtlntenden kenner van het Grieksch
85
86 HET ZIEN.
JoAxxls DExzsclAxvs, den naam t e l e s c o p i u m (kijker in de verte,verre-
ktker) aan.Hiermede besluiten wij dit kort geschiedkundig overzicht. Maar,
zal menigeen vragen, hoe staat het dan met dien ZACHARIAS JANSEN, den
brillenmaker uit Middelburg,aan wien toch algemeen de uitvinding van den
verrektjker wordt toegeschreven.Uit gerechtelijke onderzoekingen in 't begin
der 17de eeuw is gebleken, dat JAxslx geen deel heeft gehad aan genoemde
uitvinding ; niettemin heeft htj recht op de dankbaarheid van het nageslacht,
want htj is de uitvinder van d:n microscoop.
D e s am e n s t e 1li n g va n d e n v e rr e k ij k e r. De verrekijker is,
de microscoop,samengesteld uit twee lenzen Of stelsels van lenzen, Welker
Optische assen samenvallen. Een daarvan,het zoogenoemde o bje c t i ef ,Ont-
vangt de lichtstralen van het voorwerp, naar 'twelk de kijker is gericht,en
evenals
A:'
'
qx%x wx
N N. 1
x. *
.. N 1 Y>%
AN 4 k
. 4zN-w I >
. < 1 24 N
kw- l wxN
l * x.N N x
I h-w xp N
xN N. I XN N w
1 %Mx N-
N % - 1 Nhwx N
x l %<x - 'h
.< N. 1
.v .
t Yx N. < A 1 Q - N x N N x Nxw , . 1 x w
w 'L I N N 'x
.x .-. w x g , I *%x w. N w N Nx 1 N w. l %ww N - .'-
x <%x .- -* N N -- -
I XN < A N N N
- ' - x f
, t w :. '
-. .y- ' F ' , . ##'I x x..
*
, I hw ** e.
1 N X< N ' N l
j N -- - N
w
1 1 e'
l ,.A N -... 'w. $
- w-
zwo:/
< A# l M
l wx.e r L l
ae B : x'
I .'A E
j .''
1 ...
l .,,ee
l ,.e
l ..
l .eeee
1 .e'
j ,'''*
l 'e
1 ...
! ...ee
A
R# e
A
vereenigt ze
het oog en dat beeld
VOOrWOIT, glas,
geplaatst,heet het o c u l a i r of o o ggl a s en dient om
dat kleine beeld vergroot te zien.ln de s p i e g e lt e l e s c o p e n , die hier ook
toe behooren, wordt het Objectief vervangen door een hollen spiegel, die,gelijk
wij reeds weten,in de natuur van het beeld niets verandert.Doch wtj komen
op de spiegeltelescopen nader terug.
De glazen zijn geplaatst in een van binnen zwart gemaakte buis,die uit
verschillende stukken bestaat, die uit- en ineengeschoven ltunnen worden,
zoodat de beide glazen naar gelang van het gezicht der waarnemers min Of
meer van elkander verwijderd kunnen worden.
D e N e d erlan d s ch e k ij k er, OOk die van GALIL E genoemd,is in zijn
oorspronkelijken
De verzamellens L L vormt weder van een voorwerp .& B een omgekeerd
beeld A'B'; voordat echter de stralen van A B zich t0t een beeld hebben kunnen
vereenigen,worden zij door de verspreidingslens L' L'Opgevangen.De lens
vorm hierboven afgebeeld.
tot een klein beeld van het het andere tusschen
INRICHTING DER KIJKERS.
L'L'is zoO geplaatst,dat het objectief beeld A' B'zich verder van de lens be-
vindt dan het brandpunt F'1 dier lens.Er Ontstaat nu een rechtopstaand beeld,
waarvan in de hguur de constructie is aangewezen met behulp der bijassen
A''0'A' en B''0'B' tusschen welke het beeld moet begrepen zijn, en den
straal A Oydie, door het eerste brandpunt van het objectief gaande,evenwijdig
met de hoofdas volgens C D op de tweede lens invalt en nu volgens D E zO0
gebroken wordt,dat hij van het vr de verspreidingslens gelegen tweede
brandpunt F'a van deze lens af komstig schijnt.Het snijpunt A''van F'z D en
A'0'wijst het beeld van A aan.
Deze kijkers,die door hunne geringe lengte gemakkeltjk te hanteeren ztjn
en het voordeel hebben een rechtopstaand beeld te leveren,worden voornamelijk
als tooneelkijkers gebruikt.Hun vergrooting is in den regel gering ; zij Over-
treft zelden het twintig-of dertigvoud.ln tooneelkijkers bedraagt zij gewoonlijk
slechts het twee- of drievoud.
Overigens heeft GALILE reeds in 1618 een instrument voor twee Oogen,
evenals onze tooneelkijkers, vervaardigd, zoodat men hem als den vervaardiger
der ei g e nlij k e b i n o c l e s kan aanmerken.
D e a s tr O n o m i s c h e kij k er of die v an KE la L E s. De eerste weten-
ontwikkeling der beginselen,Op welke de verrektker berust,gaf schappelijke
KEPLER ; hij werd
door ztjn onder-
zoekingen oOk ge-
leid tOt de uit-
vinding van het
naar hem ge-
noemde instru-
ment, dat zich van
het laatstbeschre-
in
+=
2 N# wz l
.,..-.---.-.....-.....,...-.....----,;
'
' ..,.'-
0 )- + g
- j -- l/1--- lr
s z
.' l .k-,
Y
P'Mm
vene
4e biconvexe lens C
zoover onderscheidt,dat het (zie de bovenstaande af beelding) de door
gaande stralen tot een beeld A'B'in 0'vereenigt,hetwelk,
door het oogglas C'bezien,zich in 0''vergroot vertoont als A''B''Het oogglas @
is dus in dit geval niet, als bij den Nederlandschen ktjker,een biconcave,maar
evenals het objectief een biconvexe lens.Doch bij deze inrichting kan het door
het objectief omgekeerde beeld niet weder recht gezet worden,eer het door
het oogglas bezien wordt ;daarom vertoonen zich in den kijker van KEPLISR
alle voorwerpen 't onderstboven ; deze kijker is dus alleen geschikt om naar
den sterrenhemel te worden gericht, waarbij die Omgekeerde stand niet hindert.
Bij hjne instrumenten is ter plaatse,waar het beeld A.'B'gevormd wordt,een
spinnewebdraad gespannen, ten einde kleine veranderingen van het hemel-
lichaam te kunnen waarnemen.
Overigens plaatst
derde lens,het zoogenoemde c o l l e cti ef gl a s.Dit glas behoort eigenlijk nOg
tot het objectief,want het dient om de stralen,eer zij zich tOt een beeld
vereenigen, nog meer convergent te maken ; daarom staat het tusschen het
beeld en het objectief.Daar het echter doorgaans in dezelfde buis met het
men ook tusschen het Oog- en het Objectief-glas nog een
87
88 HET ZIEN.
oogglas staat, heeft men het naar den uitvinder het C a m p an i s c h e o O g g la s
genoemd.
D e k ij k e r v o O r a ar d s c h e v o o r w e rp e n.Ten einde den kijker van
IIEPLES bruikbaar te raaken voor aardsche voorwerpen, nloet raen, gelijk reeds
door den uitvinder werd opgemerkt, nog een derde lens aanbrengen, en wel
vr het Oogglas. Intusschen heeft men die verandering niet aangenomen ;
RHEITA plaatste daarentegen de glazen ten behoeve van den kijker voor aard-
sche voorwerpen zooals door de onderstaande afbeelding duidelijk wordt ge-
maakt.A B is het voorwerp ; b tz het beeld,dat daarvan door het objectief
? * .> $ +
4 AR.. #
v xk7
>Lh
#
>*
@
gevormd wordt; de
lenzen 8 en f keeren
het beeld om, t is.
het collectiefglas ;
u is het Oogglasr
Niaardoor het beeld
a'b'wordt waargenomen.In de tegenwoordige kijkers heeft men de lens s-
door twee lenzen vervangen,van welke de eene als een zwakke nogmaals
verzamelingslens werkt.
D e u i t w e n d i g e i n r i c h t i n g
deze kan,
dezelfde
geltk van zelf spreekt? voor de drie verschillende soorten van kijkers
Binnen in de buis zijn s c h e rm en geplaatst,die dienen Om de ztn.
teruggekaatste stralen, die de duidelijkheid van het beeld zouden kunnen be-
nadeelen,op te vangen. Bij sterrenkundige kijkers is dit niet zoo noodig) daar
er geen ander licht invalt dan dat van het waargenomen voorwerp.
De v er gr o o ting der kijkers is afhankelijk van den brandpuntsafstand van
het objectief alsmede van den brandpuntsafstand van het oogglas en in beide
llen is zij geltk aan het quotint van heide.Dienvolgens is het ver- geva
vaardigen van glazen met grooten brandpuntsafstand een hoogst belangrijke
vraag voor de gezichtkundigen en korte Nederlandsche kijkers hebben behalve
hun klein gezichtsveld (wegens de verspreiding der stralen) ook slechts een
geringe vergrooting. Sterrenkundige kijkers echter hebben om dezelfde reden
een grooten omvang, die veel zorgvuldigheid btj het vervaardigen en bepaalde
voorzorgen noodig maakt,opdat de as der glazen altijd dezelfde blijve en de
opstelling vast en toch licht beweegbaar zij,zoodat aan de buis gemakkeltjk
de juiste stelling kan worden gegeven, die door de verplaatsing van het hemel-
lichaam gevorderd wordt.Bovendien echter zijn ten behoeve van nauwkeurige
meting toestellen uitgevonden,door welke men de as van den kijker horizontaal
en verticaal kan stellen Onder de vereischte correctin ; zoo ook tot het meten
van hoeken enz.Zulk een instrument met alztjn toebehooren is dus een zeer
samengesteld voorwerp,ja in zijn grootste volkomenheid het grootste kunst-
werk der practische werktuigkunde.
Nog heden ten dage streven wetenschap en kunst als om strijd er
naar de verrekijkers meer en meer te volmaken, zoowel wegens het belang-
rtke doel, waarmee het Oog zich vooral van het begin af wapende, hemel en
aarde te onderzoeken, de grootte,Oppervlakte, massa en beweging der hemel-
betreft allereerst de plaatsing der glazen ;
GROOTE KIJKERS.
lichamen te bepalen en de grootte en gedaante onzer aarde door graadmetingen
te leeren kennen, als omdat men na de uitvinding der kijkers geen beter hulp-
middel kende tot waarnemen en meten.
De verschtnselen der straalbreking zijn nauwkeuriger onderzocht geworden.
CwsTEslvs en Hvvglxs brachten de theorie van den telescoop tot hooger vol-
komenheid ; EIJLER toonde de mogelijkheid aan achromatische lenzen te ver-
vaardigen en Doluruoxo SE.xIoR bracht zulks inderdaad ten uitvoer, nadat
KLlxtyExsTlEsx-,t de zaak boven allen twijfel verheven had.
Van toen af Ontstond een Omwenteling in dq practische gezichtkunde,die,
welke de vereischte glassoorten leerde vervaardigen
,
met behulp der scheikunde,
en der werktuig-
kunde, die we-
derkeerig dien-
sten bewees en
ontving, in
FRAUNHOFER en
STEINHEIL en
MERZ haar top-
punt bereikte.
W ij kunnen
hier niet treden
in een uitvoerige
beschrijving der
werktuigen, die
Op een sterren-
wacht voorhan-
den
paar dier instru-
zijn. Een
m enten zien we
Op nevensstaan-
de
rechts den groo-
af beelding,
ten refractor,
door FRAtTXI-IO-
FER voor de ster-
.wh
b
'$
.
..
'-*= '-'' - j --- h. l ,
'
l ,
'
1 ,,
! 5.
' . .4 .
t l j
' .
I'lk1$ JA /
-
j jj r?4 X-== /
I4-'lt . , '
1,,l,-.,,!:I$' ---s
1jjjjjI1 ).. . y l!-,'-.: /
, l:;' 'f ;/ 1
. ,
. j . j! , : l
,
,
/ t j / , -. // z
; / / A, J'
I /
/
r ' 3
-
fj K
XOU-UG ....S. . -
'
x . -..== =' -. - '' '
= . . - - - =
. = . . . . .> .
. .. o
,- ,= 1
= * .= ' ' . < . ..w ra.
- ' '* - , ' '
C.V'&-
< '
- = l -... = .
w.- = =L=--K =.%.= = = TO i -m -
.a .O aaasxs- r ..= . = =s .-gg-yu-- z.uy.-r - = L-Xzv,z ..'.'zm -. -
renwacht te Dor-
OP de sterrenwacht
van den Pulkowa bij St.Petersburg.De eerste is een der volmaaktste werktuigen,
ooit door de kunst aan de wetenschap geleverd.
Het objectiefglas heeft een
doorsnede van 9 Par.d. en een brandpuntsafstand van 160 d
. ;het laat een
1420malige vergrooting toe ;de buis B is 13 v
.
lang.E E'zijn tegengewichten,
die deels dienen om de buis tegen buigen te beveiligen
,
deels om het even-
wicht bij de verschillende richtingen te bewaren en dus de bewegingen van
den kijker gemakkelijk te maken.Daar echter de buis,hoe groot ook,slechts
een betrekkelijk klein gezichtsveld heeft,loopt er een andere kijker van zwak
pat vervaardigd,links den meridiaankijker van RElosoluo
89
90 HET ZIEN.
vermogeny maar met een veel grooter veld,een zoogenoemde zoeker, D D',
evenwtdig aan.Met dezen kan men een grooter gedeelte van den hemel Over-
zien en men gebruikt hem dus om het verlangde hemellichaam in het veld
van het hoofdwerktuig te brengen.Het
Dit voetstuk is voorzien van een as
van een uurwerk e Jg,dat dient om den kijker zoo om de as F te bewegen,
dat in (n sterredag een omwenteling volbracht wordt en dus dezelfde ster
steeds in het veld van den kijker blijft.Bij den grooten kijker te Dorpat is
geheel rust Op een stevig voetstuk A.
F,evenwijdig aan de hemelas,alsmede
die inrichting zoO volkomen, dat een ster,eenmaal in het veld van den ktker
gebracht,zonder eenige afwijking haar stand ten opzichte van de gespannen
kruisdraden behoudt.
Het andere werktuig,links afgebeeld,staat niet als in de fguur naast den
refractor van FsAuxl-ltnlass, maar op een geheel andere sterrenwacht,die van
den heuvel Pulkowa. Het is een zoogenoemde m e ri di a a nk ij k e r of p a s-
het dient om den afstand der hemellichamen van de s a g e - i n s t r u m e n t ;
p00l te bepalen op het Oogenblik, dat zj door den meridiaan der sterrenwacht
gaan.De meridiaankijker rust Op twee zware pilasters van graniet A A ; de
kijker kan door middel van een afzonderltken toestel worden overgehaald,
zoodat het objectief oOk naar de tegenovergestelde zijde kan worden gericht
en men de hemellichamen even goed bij hun doorgang door het noorden a1s
btj dien door het zuiden kan waarnemen. Daar het er vooral op aankomt het
juiste oogenblik waar te nemen,waarop een hemellichaam door den meridiaan
gaat, moet het verticale vlak van de vizierltjn van den kijker het vlak van
den meridiaan zijn.Een gespannen kruisdraad duidt ook hier de vizierlijn aan.
Het sterrenkundig uurwerk geeft het oogenblik
meridiaan gaat. nauwkeurig te
meten,dienen de beide groote cirkels aan weerszijden van den ktker.Deze
de ster door den aan, w aarop
Ten einde de declinatie van het hemellichaanl
cirkels zijn van een uiterst nauwkeurige graadverdeeling voorzien en loopen
langs een vaststaanden
hemellichaam in het
wijzer.lndien nu het werktuig zoo gesteld is,dat het
veld van den kijker staat,kan men aan den cirkel met
een loupe en m et behulp van een nonius tot in de kleinste verdeeling de hoogte
van de ster aflezen.Op onderscheidene punten van het werktuig ztn water-
passen geplaatst, ten einde zich te Overtuigen, dat het goed staat.Daar het
bij den nleridiaankijker niet op belangrtke vergrooting aankomt, vergroot dit
instrument hoogstens 245 maal.
ln Engeland heeft men later veel grooter werktuigen vervaardigd ; vooral
de vicaris CRAIG te W andsworth maakte veel Opgang met zijn werktuigen,
vOOr welke SLATTER de bestanddeelen leverde.Maar de grootte doet er eigenlijk
niet veel toe en,alles samengenomen, zijn de glazen uit het Optisch instituut
van MERz te Mttnchen Onovertref baar.
LITTROw bedacht een uitmuntende verbetering van de objectief-glazen. Het
is nameltk veel moeielijker flintglazen van groote afmetingen te bekomen dan
kroonglazen. Legt men intusschen die beide glazen vlak op elkander, dan
moeten zij,zullen er geen lichtstralen verloren gaan, van gelijke grootte zijn.
Doch nu beproefde LITTROAV, het flintglas op eenigen afstand achter het kroonglas
GROOTE KIJKERS. 91
te plaatsen en het
het laatste slechts
begonnen te vervaardigen ;
in grooten getale verkocht.
Yermelding verdient nog,dat ongeveer 1860 de Gebr. MOLTENI te Parijs er
in geslaagd zijn, de glazen voor kijkers zOO te vervaardigen, dat zij zakkijkers,
zoowel met oogbuizen voor voorwerpen op aarde als voor den hemel, voor
aanzienlijk lageren prijs konden leveren dan de beroemde fabriek te Mnchen.
Deze kijkers,aanmerkelijk grooter en schooner van uiterltjk voorkomen dan
de Mttnchensche,stonden zOo fabelachtig laag in prijs beneden deze,dat Onze
beroemde KAlsEs 1) ze aanvankelijk nauwltks der moeite van een Onderzoek
waardig oordeelde.Echter bleken zij zeer goed te ztjn.De heeren KTIV EN ZOON
te Delft hebben er een menigte afgeleverd.Men koopt thans voor f 16 een
voortreFelijken kijker, terwijl een uit het Optisch instituut.te Mnchen met
minder kracht en ook niet zoo fraai J 40 kost.Er behooren ook Oogbuizen bij
eerste zooveel kleiner te nemen a1s de straalbreking van
veroorlooft. Zulke kijkers heeft PzassL te W eenen in 1832
zij zijn onder den naam dialytische kijkers spoedig
vOOr sterrenkundige waarnemingen.
Met een woord moeten wtj hier ten aanzien van de vergrootingen der ktjkers
en in het algemeen van gezichtkundige werktuigen aanmerken,dat het getal
de zoogenoemde lineaire vergrooting uitdrukt ;dat wil zeggen : dat de afstand
van het eene punt tOt het andere zooveelmaal wordt vergroot.De kijker te
Dorpat,naar de maan gericht, vertoont dus met de grootste vergrooting van
het Oosten naar het westen gerekend de maanschijf 1420maal grooter dan het
bloote oog. Maar dit is evenzeer het geval met de middellijn van het noorden
naar het zuiden, zoodat de o p p e rvl akt e der maanschijf niet 1420maal, maar
1420 x 1420maa1,d.i.2 016 400maal)grooter dan met het bloote oOg gezien
wordt. Zulk een vergrooting is echter voor de maan in het geheel niet en
V0Or sommige andere hemellichamen slechts in zeer zeldzame gevallen bruikbaar.
lmmers,men meene niet,dat men slechts sterker vergrooting behoeft aan te
wenden om de hemellichamen duideltjker te zien en de voorwerpen op hunne
oppervlakte beter te kunnen waarnemen.Er zijn vele redenen,die daartegen
pleiten en het aanwenden eener sterke vergrooting rechtstreeks onmogelijk
maken.W ij zullen met een woord die redenen vermelden, welke het gemak-
kelijkst te begrijpen zijn.V o o r e er st , hoe zuiver en zonder blaasjes Of
strepen de glazen ook mogen vervaardigd wezen,volmaakt in den strengsten
zin zijn zij niet,en het is dus gemakkelijk na te gaan, dat ook de gebreken
zich honderdduizendmaal grooter vertoonen
,
indien de vergrooting zelve tot
dat bedrag is opgevoerd ;zoodat eindelijk de gebreken ook bij de voortreflb-
ltkste werktuigen de werking zouden gaan overtreflbn en de beelden hoe
langer hoe onduidelijker worden.T e n t w e e d e. Het Oogglas kan natuurltk
niet meer licht naar llet oog zenden dan het van het voorwerpglas ontvangt.
HOe groot men dus de vergrooting neme, altijd zal de hoeveelheid licht dezelfde
1)Na deze kjkers te hebben onderzocht heeft hj er een belangrtk bericht over gegeven,
zoowel in den tweeden druk zjner B e s c hr jv in g e n a f b e e 1 di 11g v a n d e n s t e r r e n-
h em el als in het Alb um d e r n atuur, 1854.
92 HET ZIEN.
zvn.Nu moet,gelijk van zelf sfreekt,de hoeveelheid licht Op e1k deel van
het beeld verminderen, naarmate het beeld zelf grooter wordt.Overdreven
vergrooting maakt
gaat richten om
groot,vergroot men alles,dus Ook de snelheid, met welke de voorwerpen aan
den hemel ten gevolge van de aswenteling der aarde van het oosten naar het
westen gaan.Btj een stilstaanden ktker zou,met een betrekkelijk middel-
dus,dat het aan licht Ontbreekt en men derhalve den ktjker
eindelijk - niets meer te zien. T e n d e r d e.Als men ver-
matige vergrooting, het hemellichaam reeds door het veld van den kijker
heenvliegen. Nu heeft men wel toestellenjdoor welke de kijker zoodanig be-
wogen wordt, dat een ster,eenmaal in het midden staande,er ook bestendig
in bltjft; maar dit zijn raderwerken,door eene veer of een gewicht in beweging-
gehouden, en,hoe jn men nu die instrumenten vervaardigt, nimmer kan men
de stootende beweging, die uit het achtervolgens vatten van den eenen tand
in den anderen Ontstaat,volmaakt in een eenparig draaiende beweging ver-
anderen.Bjj zulke verba>nde snelheden
malige vergrootingen ontstaan, duidelijk de aanhoudende
afwisseling van stooten en stilstaan, waardoor het nauwkeurig zien van eert
a1s door zulke honderdduizend- nu,
verraadt zich zeer
hemellichaam,gesteld al dat de kijker volmaakt ware, belemmerd wordt.
.
'
D e n o n i u s e n d e m icr o m'e t er.De eigenltjke kijker maakt het
bestanddeel uit van vele andere werktuigen, bijv.den theodoliet,den multi-
plicatie-cirkel, den heliotroop?het sextant, de nivelleer-instrumenten enz.BU
al deze en nOg vele andere werktuigen dient de kijker M
.A e
w -
l!!'y
. .
1'-
,,
'j$
zl).lI! :- -
.
,,-.-,i..p-.r
*
-1
,
1)
*
/! - p///2/,1//,r
,?/-,?,.,,,,,-.-,,-
r-
.
- ,
-
a
om dolr het nader brengen van verwijderde punten de
grootste juistheid in hun plaatsbepaling tell opzicht:
van een vast punt, b.v.de poolster, te verkrtgen.
Daarom vermelden wij hier de toestellen,die tot het
nauwkeurig meten van hoeken dienen.Trouwens, bijna
alle astronomische en goodetische metingen zijn hoek-
metingen, en het vertrouwen op de zekerheid harer
uitkomsten kan alleen verkregen worden door een hel.
hoofd-
dere voorstelling van de handelwijze.
lndien de toestel, dien wij het eerst vermelden,naar zijn uitvinder zal geu
noemd worden, zullen zij,die den Duitscher WlRxEs voor den uitvinder houdenz
er den naam v e r n i e 1.aan geven, terwijl zij, die llem n o n i u s noemen, ten
voordeele van den Portugeeschen geestelijke NTJNEZ beslissen.De laatstgenoemde
naam is te onzent de meest gebruikeltke.De nonius,hierboven afgebeeld,i:
een hulpmiddel tot het nauwkeurig uitmeten van hoeken (bij een andere samen-
stelling Ook van lengten). Een verdeelde cirkel b.v., die de hoekbeweging van
een kijker doet aflezen, toont tot 10'boogs,maar men wil tOt Op 30''bepalen.
Daartoe dient de nonius.Dit instrument is eenvoudig een wijzer,die met den
ktjker zelf verbonden is en zich bij het omdraaien van dezen langs den ver-
deelden cirkel beweegt.Doch die wtjzer loopt niet in n punt uit, gelijk een
gewone wijzer, maar is zelf een verdeelde cirkelboog.L (zie de afbeelding) is
de verdeelde cirkel,A de met den ktker verbonden arm,die van een graad-
verdeeling a b voorzien is.Deze laatste verdeeling staat tot die van den cirkel
DE NONIUS EN DE MICROMETER. 93
in een bepaald verband. Dezelfde lengte b. v.,die Op L in 29 deelen verdeeld
is,heeft Op den nonius A 30 deelen, zoodat telkens de 30%t.e streep op L met
de 3lste op A overeenkomt,terwijl de overige van elkander verschillen,de
eerstvolgende xlv,de volgende .,2.,de derde :3q enz. Deze verschillen laten zich
gemakkelijk Onderscheiden en men kan met zekerheid die deelstrepen vinden,
welke juist met elkander overeenkomen.Ligt nu het nulpunt van den nonius
tusschen twee deelstrepen,b.v. 30O 20'en 300 30' en valt eerst de 13de deel- )
streep van den nonius samen met een streep van den verdeelden cirkel,als
deze in zesde deelen van een graad (10')verdeeld is,dan zullen bij de S0'nog
j? van 10'of 4/20''mooten 0
300 24'20'/bedraagt.
worden bijgeteld, zoodat de gezochte hoek
Naast den nonius is de m i c 1-O m e t e r een zeer belangrijke toestel voor
nauwkeurige metingen.ln plaats van den nonius stellen wij ons voor,dat
met den draaibaren arm A een kleine verrekijker verbonden is,naar de graad-
verdeeling op den cirkel gericht en in zijn brandpunt voorzien van kruisdraden,
gelijk hiernevens is afgebeeld.Het punt,waarin de draden
elkander snijden,is dat, waar de graadverdeeling afgelezen
wordt ; maar zelden zal dit punt juist op een deelstreep
vallen.Men kan dit echter toch teweegbrengen, daar de
kruisdraden met behulp eener micrometerschroef ver-
schuif baar zijn en het aantal omdraaiingen en het onder-
deel van een omdraaiing geven de kleine getallen aan,
welke moeten worden bijgevoegd Of afgetrokken. Gesteld,
dat de cirkel tot in zesde deelen van een graad verdeeld
.
.:
l
eq
-N
is en 30 van de schroef vereischt Nvorden der
naar de andere
Omloopen
draden van de eene
om het kruisptlnt
deelstreep te bewegen,dan komt ne
schroefwending overeen met een hoek van 20'/en)daar men gemakkelijk een
schroefwending t0t Op ?v kan bepalen, kan men Op deze wtjze boogjes van
n seconde uitmeten.Bij sterrenkundige waarnemingen is 1''geen kleinigheid ;
immers de schijf van Jpiter heeft slechts een schijnbare middellijn van omtrent
B8'' en grootheden van lfv'''mogen bij de tegenwoordige sterrenkunde in 't ge-
heel niet meer verwaarlosd worden.
Tot zulke sjne metingen gebruikt men enkel r e f r a c t O r s ,dat zijn kijkers,
die alleen uit lenzen bestaan.Doch er is ook nog een ander soort van sterrenkundige
ktkers ; zij werden vroeger,toen men de kunst van achromatische glazen te
maken nog nietverstond, veel
tijd echter bewijzen ze de
D e r e f l e c t O r s o f s
spoedig na de kijkers met lenzen uitgevonden.Het schijnt dat zekere Zuccl-ll
gebruikt ; later geraakten ze in onbruik ; sinds eenigen
sterrenkunde weder gewichtige diensten.Wij bedoelen
p i e g e l t e l e s c O p e n. Deze werktuigen zijn zeer
de eerste geweest is,die Op het denkbeeld kwam metalen holle
plaats van glazen objectieven te gebruiken en de aldus gevormde
spiegels in
beelden door
middel van een oogglas te beschouwen.Men vertelt, dat hij dit denkbeeld ook
in 1616 ten uitvoer heeft gebracht,hetgeen te opmerkelijker is,daar KEPLES
eerst eenige jaren later in den sterrenkundigen ktjker de holle lens als oogglas
plaatste.De uitvinding van ZvccHl werd buiten ltali niet bekend.ln Frankrijk
HET ZIEN.
plaatste MERSENNS in 1639 holle spiegels in de kijkers,maar noch daar, noch
in Engeland,waar GREGORY zich bijzonder op het verbeteren der spiegelteles-
copen toelegde, sloeg men er bijzonder veel acht Op.En ook NEwTON wiens
onjuiste maar zwaar wegende bewering,.dat de vervaardiging van achromatische
refractoren een onmogelijkheid was,weinig hoop aan gezicht- en sterrenkun-
digen overliet - liet de reflectoren zelf weder varen,nadat hij eigenhandig
twee vervaardigd llad,van welke de eene nog in het museum der koninklijke
academie bewaard wordt met het opschrift I n v e n t e d b y si r IsAAc NEwTON
and m ade w ith his 0 wn han d.In the 16 7 1. y e a r
De spiegeltelescopen kwamen meer in gebruik,taen
en CASSECAAY in Frankrijk dergelijke uitmuntende
door HADLEY, HASVKSBEE
instrumenten vervaardigd
werden, doch
de gelijktijdige
verbeteringen
der glaslenzen
deed er vrij wat
af breuk aan.
Beroemd was
de Engelsche
vervaardiger
van spiegelte-
lescopen JAMES
SHORT, doch
zijn naam werd
nog ver over-
schaduw d door
dien van W IL-
LIAM HEs-
scHEl,,die door
het vervaardi-
gen van spie-
geltelescopen
de vermaardste
gezichtkundige
Van
werd,
zij n tij d
terwij l
hij zich tevens a1s sterrenkundige Onderscheidde.Iets vroeger! en OOk nog
tegelijk met HyRscHzruvervaardigde te onzent een eenvoudige Fries,JAN
VAN DElt BILT,uitmuntende spiegeltelescopen.Deze man,in 1709 te Vrouwen-
parochie geboren,was een eenvoudige dorpstimmerman, maar begaafd met een
buitengewonen aanleg voor werktuigkunde.Hij begon met het herstellen zijner
huisklok,maakte vervolgens klokken en horloges, zette zich te Franeker neder
en leerde onder de leiding van den hoogleeraar Lon allerlei physische instru-
menten kennen. Van lieverlede begon hij nu glazen en spiegels te slijpen en
hij bracht het ten laatste zoo ver,dat hij telescopen vervaardigde,die bij de
94
DE SPIEGELTELESCOPEN.
beste Engelsche van dien tijd niet achterstonden. Hij zette dit bedrijf voort,
op zijn Ouden dag met behulp zijner beide zonen,tot aan zijn dood,die in
1791 plaats had.Een goed bewaarde ,)Van der Bilt''behoort nog tegenwoordig
onder de zeer geachte sterrenkundige kijkers.
Op uitgebreider schaal arbeidde HERSCHEL.Hj vervaardigde een menigte
spiegels,waaronder eenige van zoo groote volkomenheid,dat hij bij reflectors
95
van 20 v.brandptlntsafstand een zooomalige vergrooting kon verkrijgen, zonder
dat de beelden onduidelijk werden.De grootste zijner telescopen, op bladz. 94
afgebeeld,werd in 1789 voltooid.De lengte der buisbedroeg 12 M.,de door-
snede 1,5 M. en het gewicht van het geheel ruim 2500 kilo.De spiegel alleen
woog meer dan 1000 kilo ; dit instrument vergrootte 6400maal.Met opstand
en al kostte dit werktuig ruim J 25,000 ; dotlh ondanks alle moeite en kosten
gaf het niet wat men er van verwachtte ;
w w . xz Nxxkxc/ -%
ln'1 1-n OFS nlot lang na het Op stellen verl O Or '..-------J-.-.--- - -----------------------.--
.,
...
-
...z..
,
..
,
.
.
.
.
-
-
-,-
-
-
-
-- --
-:-
z
-
-
-
-- % --x
x
de spiegel in e'e-n enkelen vochtigen na.cht ' ,-'''--..--.-..---
,,s..-
-
.
. k,---. - -.-.-..- ---.-- -- .'u''- -.-
-
----- w ...---- .
*@ @@ .* *
.
t 4 ----... 4. Z1J n heerlllke pO1lJ Stlng. s '---'---,-..-
' ----
..-
-----
-
-
-'u---ix- -'-- ---''-''- -.vzu%,..u.-zp::-.---,'-z--
h . u . - N
.
> ln de laatste jaren is deze groote tele-
z.,k
scoop nOg overtrofen door den reuzenkijker
van lord RossE.Dit verbazende werktuig, in do bovensteg.afgebeeld,heeft een
meter lengte ;de spiegel een doorsnede van 2 m.en een gewicht
van 3800 kilo,terwijl het geheel 15,000 kilo weegt.l-let is Opgesteld tusschen
muren van 20 m.lengte en 13 m .hoogte.Men verhaalt,dat het den lord
buisVan 16
anderhalve ton
De inwelldige
gouds gekost heeft.
inrichting van een spiegeltelescoop is zeer eenvoudig.De bijge-
96 HET ZIEN.
voegde afbeeldingen zullen haar ophelderen.De Onderste af beelding Op bladz.95
vertoont een Newtoniaanschen telescoop in doorsnede.Hij bestaat uit een
groote houten buis, op welker bodem een parabolisch holle metalen spiegel
C D ligt. Ontvangt van het voorwerp A B lichtstralen,die Op den kleinen
den,zoodat het voorwerp dan
.,A
,,,,.
--
.,,---- door de vergrootende lens (1.H
.
''''''-'
bezien wordt. In plaats van den
-
kleinen spiegel bedient men zich
....-
m tOt het terugkaatsen van het
J .,--'''' kleine beeld Ook van de totale
..'-
-
,''7'*
.
terugkaatsing van het prisma.
.
.
-
>< .IItylttltllqltltljlyq s e or e g o r i a a ns ch e te- '
I / -.11lIlllll''P 11. lescoop, in de nevens- en onder- -
j1111'Il''j'jjjjjlj'jj)'-,jIjjllj, staaudo uguroy).,oerst van buiten, ' '1)1!1.!l
,
'
'
-l'.,'jj')')j)))h!!jt,lI$!,,r/,..,ik,$,rk.,.,,j.,!ij,, daarna in doorsnede afgebeeld
,
11 11.,111 l!', ( t'$.1!j h
ooj.t eas annoro inrichting-xan
11(il.$1111j!l! IjlI j-,
,
j ''lj $,1,11.111..1!jlfj,I11 I11j
.)l het benedeneinde u p is een (jl.. 'I '.?l:,1,
,
I
,
I.jj1, groote spiegel geplaatst, die in !ll!!I 3J/! j
,
1:j,
, hot yuiddorj (.tooruoord js. so !1'!! !'! ' jjj'lljj. straleu
,
die van het voorwerp ,j Ij l-. I j '13
14.$(1),./f ... iiji
,
,'1.Ij'jfJjjjj,lg',r
...
,
.
(. j'jtjj; tvoarlulen,worden door dien spiegel l,,ll'I,,111 ,,,.,....:: ggekaatst naar een kleineren
g -L= w. ' ...m
- F r
= -
-- . ,-
L- spiegel N,naar eisch gekromd ;
u--X JX --s.- --L deze werpt de st
ralen door de W
' ' '' -- -
-- - -- -- - -
.===X - ' - X ' E '-
.- -
-
-
.-.-u> opening naar een oculair, dat VJ
-
/::u:::::u:2:7..
'
- ---
7 U ' '', . = 7- -
--
t, -=
-
-
crP
-
--
.
k-.s- . '.=--;-.# zich bevindt in het ktjkertje, op o
ul .=
y .y.---.yz=...,v,y= jy . (j, urvrusstaande fguur d00r B </ --.= - - ;-.... ..
jy. y. -
spiegel E F teruggekaatst wor-
aangeduid. In deze fguur is A
een ktjkertje met groot veld,een zoogenaamde zoeker,van welk hulpmiddel
reeds melding is gemaaktbij de beschrijving van den grooten kijker te Dorpat.
0ok op de Newtoniaansche telescopen vindt men ze en ze zijn daar vooral
beze
noodig om het instrument vooraf te richten, daar men er op zijde in ziet.Op
de kleine Gregoriaansche telescopen vindt men doorgaans geen zoeker. Op
zijde ziet men een staaf met schroefwerk ; deze dient om den afstand tusschen
de beide spiegels grooter
&
t''.
: of k leiner te maken,naar
t m :-- ! --- ' .'X .
. - . gelang van de gesteldheld N z' o o
..- -
0--.- --------.--------'------------ ---r------------------------------F------------7
-- .
..,
'
yayj jjgt ggg yan don Waar.
j,
...... .... .... ... ....
: ... tjjjjj
,:.,. nemer en den afstand van 1
-
het voorwerp.
De af beelding Op bladzijde 97 eindelijk vertoont in doorsnede den grooten
telescoop van HssscHllz.De waarhemer staat met den rug naar het voorwerp
0 O en beziet door middel van een oculair O het beeld a l)
,
hetwelk door den
eenigszins schuin geplaatsten spiegel M wordt gevormd
.
e
NUT VAN bEN KIJKER.
genomen,kunnen wij zeggen,dat al de spiegeltelescopen,
van KEPLER en die voor aardsche voorwel'pen tot een en benevens de kijker
dezelfde soort van instrumenten behooren, terwijl men den Nederlandscllen
tot de andere rekenen moet. kijker met zijn verspreidingslens
T0t lenzen worden bij alle kijkers meestal platbolle glazen genomen,die
met de platte zijde naar buiten worden geplaatst.Het oogglas wordt op ver-
schillende wjjzen nader bij Of verder van het beeld gebracht ; het versclluiven
der inschuivende buizen geschiedt bij gewtlne werktuigen met de hand,bij
Alles te zamen
sterk vergrootellde fijne glazen met
een microm eterschroef daar een
kleine verplaatsing reeds een aan-
merkelijke verandering in de rich-
ting der stralen medebrengt.De
verplaatsing is eenigermate noodig
wegens de verschillende afstanden
der voorwerpen, bijzielldelz
het Oculair altijd een weinig nader bij het olljectief moeten brengen,Omdat zij
de uitgaande stralen niet parallel,maar een weinig divergeerend begeeren te
hebben. W tj willen hier n0g het een en ander laten volgen omtrent de ge-
bouwen, die tot plaatsing en beschutting der verrekijkers dienen,de zooge-
naamde sterrenwachten.Tusscllen de eenvoudige waarnelningsplaatsen der oude
maar voornamelijk wegens de Omstandigheid,dat
volken en onze hedeqdaagsche Observatoria bestaat een groot verschil.Reeds
bij de keus van een geschikte plaats voor een sterrenwacht 1et men tegen-
woordig op geheel andere dingen dan vroeger.Toen gaf men in de eerste
plaats de voorkeur aan hoog gelegen plaatsen,tegenwoordig komt het er vooral
op aan, een vasten grond en een stille afgelegen plaats te kiezen,om de
instrumenten zoo juist mogelijk te kunnen opstellen.Vroeger richtte men de
sterrenwachten wegens liet ruimere uitzicht op torens in.ln den laatsten tijd
heeft de heer BISC'HOFFSI-TEIM te Parijs de som van anderlalf millioen francs
tot het bouwen van een sterrenwacht te Nizza beschikbaar gesteld.Thans is
die inrichting voltooid,ztj heeft een oppervlakte van 350 000 A12.en deze
kolossale ruimte maakt het,mogeltjk den vurigsten wensch der tegenwoordige
bevredigen, n1.voor ietler instrument een afzonderlijk ge- sterrenkundigen te
bouw te hebben.
Nu t v an d e n k ij k e r.Het,is bijna overtollig,iets te zeggen over het nllt
van een werktuig,dat in btina ieders handen is.Het is niet alleen onontbeerlijk
voor den reiziger,die zich vooraf bekend wil maken met de streek,welke hi
.j
van plan is door te t'rekken ;uit de vrije natuur lleeft zich het gebruik van
den kijker ook verplaatst binnen de meer enge ruimte van tooneel en tentoon-
stelling. En,gelijk het werktuig dr strekt tOt 's menscllen uitspanning,zoo
dient het elders tot hooger doeleinden.W ant,wordt het Op de sterrenwachten
naar den hemel gericht Om door te dringen in de Ongemeten diepten des
heelals, de natuuronderzoeker neemt het mede naar de diepte,ten einde de
kleine schommelingen van den slinger te doen dienen tOt het bepalen van de
massa en de dichtheid der aarde.De'dagelijksche veranderingen van de declinatie
lX.
98 HET ZIEN.
der magneetnaald zijn zOo klein,dat zij alleen met een goeden kijker kunnen
worden waargenomen en gemeten.In den kijker verraadt zich het noorderlicht,
dat in hetzelfde Oogenblik Over een uitgestrektheid van vele honderden mijlen
aan den noordeltken hemel schittert,geltk ook zelfs de tijd, dien het licht
STERRENXUNDIUE ONTDEXKINGEX.
noodig heeft Om van het objectief naar het oculair te loopen,zich nog laat
bepalgn ;en inderdaad heeft BRADLEY langs dien weg de snelheid van het licht
berekend. De meeste en de nauwkeurigste metingen der natuuronderzoekers
berusten op de hulp van den ktjker en dit durven wij gerust beweren,-
ware de kijker niet uitgevonden, dan zOu Onze tegenwoordige hoogte van be-
schaving nooit zijn worden bereikt.Gewis was tegen het einde der 16de eeuw
de rechte weg toL het Onderzoeken der natuur reeds ingeslagen ; maar uit de
99
-x. # ' '1 j . .. p# * -x / '*** A'
-
-
--
,
'
).
s
.,
.
'
j
jjjjjjjI jjj ,. o l.j, ,/jjjlj/;@,jtjy,,(... j'... v.,g...,l j,wsy-..,,y *1@ ' -
. ,.,'11!11 .
.
1 -. ,,,-
;,../ ,,,/,(-,:. dllllll,k----'riii;,-' -.' ..I ----' (((li$$Il,--.---t--'-.....
-$i;;;w .- -.:;. -.
-.,
---t' -. .,,:.-
,!;.,,j/l/'p'/1-'.
,,y:, 't''' --- - ' -----' '
-1
,j. - .. j,j g.)-. I ) j I 'qu. - . --... ,.sj jj, jjjjjjjjjj, ;.-,''1,;
'
.
-
., ...,
--.f!lp. -..kj$. ....-a.
jjjjjz, jjjjjjjyjj,,,rpjjjpr, t'''/'j' 't
) '.''.
'
,g..,,,,,t..'j
'
l.
-,(, .-, --.. --.
-
.
.
,gjyjjjjjj; jl/y-rI/j.?,.j,,,,, -.tl
v
i Il ,h-
t... .. % o - j j . fjj;,,. .
-...,
. .
'
.,.,, y
,
. )
y 1'- l'/ ,ru ,h,k .jIy'ty ,;;I,j,II v ! . ... .
gg) ,-.- -y - ..y,,.. yy
-
y.,.j N
'
',. I
'
w -J .. % jJ! x . v .
l'f1 .' j- . ..l . % . . (' j ,,
,
l
..u .
,
j..-;y .j ' ) j,'
,
./1
.
'
b,
'
..... I. jj,,
.
,
-
.
w-..- )q ,
j ,
,r , ,;jjj j
.
.
v
yw ( j lj'?/',
,
!
-
-
,.
u.
-
-
.
''
.j ,. . .
.
1i
,. ,
,
.
. z
)
,
.!9
j.
,
j,j,,y,j,J,j
j
j.
jy,I'! , ,,.1.,j,,,,j!....,...
.
,j %'> & '1!!1:,1.,,l!lj'jtr
,, -.-
'
,
-.
,..
-
,
,,1k ,4
,jl.ljljjj,jjjjj,I,,tjj
yjjjjjjjjjj411,,j ....-j, r.'11iI(j ,, ,,. ...-...-.. .....
.
jtj,jjjjj ,:jj,k,, -jj-,j --,-11tl(1IllI11l$jj:'.k- . j,$qy-; jjjjjjj, --- j'1-j! j i kt
,
'
.r1,lts, (t!,, ;'-1-4,,1- .-I' .jjjjjjj.11, . jj
,
I
1,
I
j j j J .,u.',yp
.
2
,
y
.
. *
j ---liI I//t- d1,,,4111,,,
,
(; , l (l!1-1!11I . l
-
.
'
'11j..J', @ -, # : /
l.:,
R * ' ' i
A . . P
.
+ 'z j e l
'
P e
@ *
1
.qZ @ % I j....'' ;
1
.....
,- ,; .I1I''
j x.:,,.q
'
s
.*
'
f ...x.,a.?,, .r . #
. h
waarnemingen en proeven ktlnnen,zoolang deze niet onderling vergeleken en
Onder n gezichtsptlnt gebracht worden,
wetten worden afgeleid.Slechts meten en wegen Ontraadselt de waarheid en
daartoe was de verrekijker een uitnemend hulpmiddel.
zaak, dat aardrijks- en sterrenkunde het eerst hun
voordeel met de nieuwe uitvinding zouden doen ; in het eerst diende dan ook
de verrekijker eenvoudig Om verwijderde voorwerpen naderbij te halen e11 vel'-
Het lag in den aard der
alleen Onderstellingen) geenszins
groot te beschouwen ;eerst veel later werd hij als hulptoestel met andere
instrumenten verbonden,welke daardoor tOt de grootstmogelijke nauwkeurigheid
100
gebracht werden.En, hoewel een zekere mate van bekendheid met de natuur-
wetenschappen vereischt wordt om den invloed, dien het gebruilten van kijkers
te dezen heeft uitgeoefend,in vollen Omvang te Overzien,toch kan ook de
mingeoefellde zich gemakkelijk Overtuigen van de vooruitgang der sterrenkunde
ten gevolge van de volmaking der kijkers.
HET ZIEN.
l
'
tk11,// N
,. Z N Z'
,Z .
N M
-...
ys=. j...a e.. .- y
;-.. .om.ra a.
'% A
z NN
.,w / * -- i
'---
,-
;)ff/ll/)/ ,kpklkIklk!/#)1I))l))))11''
@
%
@
. q* *
*. : .- * @
*. % *' $ . *. $ * # 4 #
+ * j 4 * * . q . N ,
e' #4 $* a . .-', * .
x, .. x 4 .p . *. wq 4 , rj* v . *w *. $ . .p . ,*. . q p+ .>p ,.. . . > e * . . (a a
. > $. ...k. o . x x . . *. .+ $4.-*.*
- . .. $ N * kw.q . * h.w :e * . * . * # * '*'#* . % 4 K
..+ .x *'* *1 ..
. - z + $'..# . . % *' . . . *
q h ..e*.
w> * * ** .1 w w .w. w $tw * # *A . * . -
(,4 .. $ .5 .%* * , qr't..
*. k .K . **f : ,* : * . .. %.* .
. l+ '. * *% ' Q' . . *@ *<.> t
- h.*. *-.' * %
we * '>*' * * . w > * A %* * *
% #' .. . .. . : u #.% * p @
.* . > .
R ..+ q*.% a,*'
o . e> . 4w.:. v > j.
44 -*.t * w .* * p<' >#p-> T 4 *% % . > q. . . * x. a. 4, # .
. * @Q .* **' g,*-* #' * * $ * * r 4
* e .: #.
* @. #
g
#
e4 <z+,y .y
yy
W, A< Z'? ZX .ze. / z .C?. '>
Wij behoeven slechts na te gaan,van welken Omvang de kennis des hemels
was ten tijde van PTOLEMAEVS, hoeveel zij van toen tOt het einde der 16de
eeuw vooruitgegaan is en op welken trap zij thans, na zooveel korter tijds-
verloop, staat.W ij zullen nu niet eens herinneren, dat de theoretische sterren-
kunde voor een gedeelte - maar dan Ook voor een zeer belangrijk gedeelte !-
met behulp van den kijker tot de hoogte gebl-acht is,op welke o.a.KEPLER
STERRENKUNDIGE ONTDEKKINGEN.
en GALILE, NEwTox en HUYGENS,
hebben geplaatst ;genoeg zij het te
kunde sedert derdehalve eeuw doo1-
De vooruitgang der sterrenkunde
PTOLEMAECIS en de der
aanvullen der door
LAPLACE en OLBERS,Gwuss en STRUVE haar
zeggen,dat voor de waarnemende sterren-
de kijkers een Onoverzienbaar veld geopend is.
in de anderhalf duizend jaren tusschell
uitvinding kijkers bepaalt zich hoofdzakelijk tOt het
dien sterrenkundige vervaardigde lijsten van vaste sterren.
Men kende zeven planeten ;sommige groote kometen joegen een algemeenell
schrik aan door haar zeldzaam en Onverwachts verschijnen ; de melkweg was
een onverklaarbare nevelwolk.
Toch hadden sherpzinnigheid en vlijt een uitnemend gebruik gemaakt van
de gerillge hulpmiddelen ; trouwens in de wetten van KEPLER en het zonne-
stelsel van OOPERNICIJS waren de toenmalige kundigheden Op de uitstekendste
wijze verwerkt.Maar daarmede had men het OOk zoover gebracht als mogelijk
was, en zelfs deze belangrijke gevolgtrekkingen hadden nOg maar al te veel
hehoefte aan bevestiging door Onmiddellijke waarneming en nauwkeurige
meting.
Door de Ontdekking der
en Venus - een der eerste
afwisselende schijngestalten van Jupiter,Mercurius
Ontdekkingen,door GALILE met zijn kijkers g(?-
daan - verkreeg de stelling,dat de zOn stil stond, een Onwrikbaren steun.De
kijker zette de grenzen van het bekende heelal plotseling tOt Ondellkbal'e
afstanden)want bij de snelle volmaking van het werktuig scheen (lok het
Onzichtbare zijne wetten te moeten Openbaren.De melkweg en de nevelvlekkell
werden Ontbonden in sterren.TOt dusver had men de sterren naar llaar grootte
Onderscheiden in 6 klassen ; met het gewapend Oog zag GALILE Op plaatsell
van het hemelgewelf,vroeger vool-ledig gehouden,Ontelbare nieuwe wereldell.
Hij rangschikte ze Onder eell 7de grootte,die hij pde eerste der Ollziclltbare
dingen''noemde.ln Orion Ontdekte hij meer dan 500 nieuwe sterren el1 meer
dan 36 in den sterrenhoop,dien men naar het tot dusver bekende getal het
Zevengesternte'' noemde.En,toen hij het gewapend oog uit de diepten des ))
heelals naar de zOn richtte) Ontdekte hij de zonnevlekken.rl-let getal kometell
aan den hemel is grooter dan dat der visschen in de zee'',riep KEpL12lt uit,
toen hij met het pas uitgevonden werktuig verrast de menigte dier llemel-
lichamen aanschouwde. Uit de verschillende vormen der vlekken Op de maan
trok men het besluit, dat er zich bergen, dalelel1 zeen op bevinden.Men
vergelijke slechts een gedeelte van den sikkel der wassendemaan,
bloote Oog dien ziet,met het beeld,dat een goede kijker vertoont (zie bladz.98).
Of
scllap op de maan voorstelt, zooals het zich door een grooten ltijker vertoollt,
wanneer er de zon voor Ondergaat.Het bovenste gedeelte geniet het licht der
zooals ltet
nOg beter,men vestige het oog Op de af beelding op bladz.99,die een land-
zoll nog,llet benedenste is l-eeds il1 nachteltke duisternis gedompeld, met uit-
zondering der toppen van hooge bergen en ringgebergten)die nog (1001,de zolt
beschenen worden. ln llet nog verlichte gedeelte van het landschap ziet luell
mede de donkere diepten tusschen de ringgebergten,di0 mede reeds van llet
licht verstoken zijn.Alen heeft de merkwaardigste plekken op de maan gelloelnd
naar vermaarde wis- en sterrenkundigen.Zoo is Op de af beelding Op bladz.99
H ET ZIEN.
ct de omwalde vlakte C l a v i u s ,b de Omwalde vlakte M a g i n u s , c de krater
T y c h 0 , d de Omwalde vlakte L o il g O m o ntan u s. Trouwens, was voor
vroeger eeuwen de maan niets dan een nu eens ten deele, dan weer geheel
lichtende bO1 met eenige vlekken, in welke de verbeelding vanouds af een
menschelijk gelaat meende te vinden,
ons gekeerde zijde der maan kaarten,
onzer aarde. Trouwens, oOk de hoogte der maanbergen de C a li p p u s is
5050 M.,de H uy g e n s 4760 M.hoog - is Ons waarschijnlijk veel nauw-
ketlriger bekend dan die van de hoogste bergen des aardbols.In plaats van
tegenwoordig hebben wij van de naar
veel nauwkeuriger dan van vele streken
de achtplaneten,die nog voor een groote 30 jaren werden genoemd,kennen
wij er thans ver Over de honderd, zoodat de mythologische namen uitgeput
zijn en men zich met eenvoudige nommers moet gaan behelpen.Een geheel
leger dier planeetjes bevindt zich tusschen de banen van Mars en van Jupiter
en,hoewel zij meestendeels driemaal zoo ver van de zon verwijderd zijn a1s
de aarde en de kleinste nauwelijks een middellijn van 10 mijlen zullen hebben,
zijn zij door de steeds in sterkte toenemende kracht der kijkers Ontdekt,de
elementen harer beweging nauwkeurig bepaald en haar loopbanen berekend.
W ij zouden de ruimte,die ons hier ten dienste staat,verre Overschrijden,
indien wtj in bijzonderheden wilden treden aangaande de sterrenkundige waar-
nemingen en Ontdekkingen van onzen ttjd ; alleen veroorloven wij ons,door
eenige afbeeldingen te toonen, hOe het gewapend oog in de diepten des heelals
voorwerpen ziet,welker bestaan men vr de uitvinding der
kon verlnoeden.W ij bedoelen de nevelvlekken,van welke
allergrootste voor het bloote Oog zichtbaar zijn.Van de :guren (zie blz. 100)
verbeeldt 1 den sterrenhoop in den W aterman,volgens HERSCHEL ; 2 de nevel-
vlek in den Leeuw, a volgens HERSCHEL,b volgens Ross: ; 3 de dubbele nevel-
vlek in de 'fweelingen,volgens RossE ; 4 de nevelvlek in den W aterman,
volgens RossE ; 5 de nevelvlek in den Stier, volgens HERSCHEL ; 6 de ring-
kijkers niet eens
slechts enkele der
vormige nevelvlek in de Lier, volgens HERSCHEL ; 7 de ringvormige nevelvlek
in Andromeda. Doch deze af beeldingen geven slechts een zeer flauw denkbeeld
van de Onbeschrijfeljjke pracht dier voorwerpen, zooals zij zich door een grooten
kijker vertoonen.Het allerprachtigst vertoont zich de bekende nevelvlek in
Orion, die echter zeer moeielijk zonder verminking kan worden
zonder nadere aanwijzing ziet men gemakkelijk, dat de hier
werpen een aswenteling hebben, waaruit hunne gedaante ontstaat.Of het ver-
zamelingen zijn van ontelbare sterren,die zich alleen wegens den alle ver-
beelding overschrijdenden afstand als nevels vertoonen,dan wel Of het inderdaad
afgebeeld.0Ok
afgebeelde voor-
ophoopingen van die nevelstof in de ruimte
verdikt
omvatten ?
zijn,die zich tot hemellichamen
wie zal het zeggen ? Trouwens, wat eindig wezen zal de oneindigheid
De microsco oP.
Een nieuwe wereld. - De eenvoutlige microscoop. - Brillen en vdrgrootglazen. --
LzzuwlxHoEx. - De zonmicroscoop, uitgevonden door LIEBERKI4HN.- De samengestelde
microseoop.- De microseoop van CHEVALLIER en die voor meer dan n waarlemer
tegelijk.- Geschiedkundige bjzonderheden aangaande de uitvinding en volmaking der
microscopen. - Gebruik van den microscoop.-- Wat men er mee ziet.
In tweerlei Opzicht heeft ons
der natuur Ontsluierd :m et den
afstanden,met den microscoop
daarin Overeen, dat zij ons in
schouwelijk maken,waarin de
grootste eenheid een eenheid,
wonderen,hoe in KEPLER'S geest
van het zonnestelsel geschied
tonen de harmonie uitmaken.
Wij staan midden tusschen twee werelden,diO van het oneindig groote en
die van het oneindig kleine.ln de eerste worden wij binnengeleid door den
verrekijker Of den telescoop,in de tweede door den microscoop.Onze geleid-
ster - is twijfelachtig wie het meer zij,de wetenschap of wel de kunst.
Beide hebben een belangrtk aandeel aan het vervaardigen en gebruiken der
het bezigen van geslepen lenzen de gelleimell
verrekijker Ontdekken wij het groote op groote
het kleine op kleinen afstand.Maar beide komell
de wonderen der schepping een tafereel aall-
grootste verscheidenheid zich paart aan de
zoO Opmerkelijk,dat het Ons niet kan ver-
het denkbeeld Opkwam,dat de samenstelling
was volgens de regelen,die in de wereld der
HET ZIEN.
beide werktuigen, Over welke wij
vooruitgang der eene dwingt de
einde mede voorwaarts te schrijden.
Oorspronkelijk is de uitvinding van den microscoop veel ouder dan die van
den verrektjker, doch eerst in de beide laatste eeuwen hebben zekere sedert
lang bekende verschijnselen der vergrooting tot een hooger wetenschappelijk
doel kunnen leiden. En,indien wij letten Op de ontdeltkillgen op het gebied
der organische natuur,de kennis van dieren en planten,door welke de vroegere
natuurlijke historie dier beide natuurrijken eerst tot den rang van wetenschap
spreken.Beide geven elkander de hand ;
andere Om alle krachten in te spannen,ten
gestegen is,indien wij de
scheidt van de vroegere
klove Overzien,die de tegenwoordige natuurbeschouwing
Onwetenschappeltjke ervaring en willekeurige verbeelding,
kunnen wij indringen tOt het waardeeren eener uitvinding, die voor een juiste
natuurkennis bijna nOg gewichtiger is geworden dan die van den verrekijker.
Immers dit werktuig,hOe het OOk den blik verruimde en den geest verhief,
bracht in den grond door de schoonste Ontdekkingen slechts bevestiging aan
het licht van wetten,reeds bekend of ten minste ook uit bekende verschijn-
selen af te leiden.De microscoop daarentegen bracht den waarnemer in een
geheel nieuwe wereld Over, de wereld der Organische veranderingen,de wereld,
zO0 niet van het worden)dan toch van het wassen ; hij opende een blik in
de der zooals door wiskundige noch
door
geheime werkplaats natuur, formules
den microscoop voorbereid, noch vervangen kan worden.Al wat Ons
Ontdekt wortlt van die wereld in het klein, welke het Ongewapend OOg Ont-
vlucht, was tot het begin der 17de eeuw een onbekend gebied en al wat te
dezen Ontdekt werd een nieuwe verovering.
D e e n k e l v o u d i g e m i cr o s c o o p. Dq gewone bolle lens is reeds een
microscoop ; het beeld van een door zoodanig glas gezien voorwerp is grooter
*
dan het voorwerp zelf.De vroegere hulpmiddelen tot vergrooting bepaalden
zich ook enkel tOt een eenvoudige lens ; van glas geslepen en in een rand
van hoorn Of koper gevat, heet zij lo u p e.Hoe grooter de kromming van de
lens is,des te grooter is de vergrooting.De zoogenoemde glasdroppel is een
klein kogeltje, dat tOt vergrootglas dient.
Hoewel reeds SENECA melding maakt van de waarneming, dat men door
holle,met watel- gevulde kogels de daarachter geplaatste voorwerpen grooter
en duidelijker ziet,en hoewel andere getuigenissen uit de oudheid Ons doen
zien, dat men reeds vroeg met het vergrootend vermogen van kogelvormig
glas moet zijn bekend geweest,schijnt toch een bepaald waarnemen van dit
verschijnsel eerst vljj laat te hebben plaats gehad.De verbazend fljne en sier-
lijke voortbrengselen der Oude Grieksche steengraveurs doen het vermoeden
Ontstaan, dat zij niet zonder behulp van vergrootglazen vervaardigd zijn.Maar
bewijzen vinden wij er in de geheele Oudheid niet voor,want de Opgegraven
lenzen kunnen even goed enkel tot brandglazen gediend hebben, daar de
Vestaalsche maagden het heilig vuur, als het bij Ongeluk was uitgegaan,enkel
aan het zonlicht mochten Ontsteken.De Arabier ALHAZEN, die in het midden
der llde eeuw leefde,was zeker de eerste) die eigenlijke lenzen van den vorm
van segmenten eens kogels tot vergrootglazen gebrtlikte. Opmerkelijk is het
104
DE MICROSCOOP.
echter,dat de zaak daarbij bleef staan.Dit vond vtnorllamelijk daarin zijne
oorzaak,dat ALHAZEN en Ook nog latere waarnemers hunne glazen Onmiddellijk
Op de letters legden,die zij wilden vergrooten, en dat zij geheel niet tOt de
Ontdekking kwamen,hoeveel beter het doel bereikt werd,indien men de lens
op eenigen afstand van het voorwerp hield.
Met de uitvinding der b 1*i l l e n in de 13de eeuw werd het slijpen van lenzen
een bedrijf, dat zich spoedig Over alle landen verspreidde,en daarbij kon het
niet missen of er werden,opzettelijk of toevallig met de nu in menigte voor-
handen ztnde glazen,proeven genonaen, die verbeteringen van de loupe deden
ontstaan. Men gaf aan de glazen een groote kromming en gebruikte ook wel
twee of drie lenzen tegelijk,die zoo dicht bij elkander geplaatst waren,dat
zij op dezelfde wijze werkterl, door namelijk de stralen steeds meer te doell
convergeeren.Zulke vereenigingerl van lenzen noemt men e n k e l v O u dig e
m i c 1-O s c O p e n.Zij zijn doorgaans in geel koper gevat en worden bij twee
en drie of meer verplaatsbaar aaneenverbonden,zoodat men ze naar welgevallen
afzonderlijk Of vereenigd gebruiken kan.De vergrooting van zulke microscopen
kan vrij aanzienlijk Opgevoerd worden.Men heeft lenzen geslepen van 304pmalige
lineaire vergrooting en met den daartoe vervaal.digden glasdroppel kan mell
het tot eell 8oomalige brengen.Doch daarmede ging het nadeel gepaard, dat
het gezichtsveld kleiner werd naarmate de vergrooting toenam.W at mell
echter tot volmaking der kleine werktuigen doen kOn had plaats en zij werden
al spoedig tot een volkomenheid gebracht,die het mogelijk maakte,dat ze tOt
wetenschappelijke doeleinden gebruikt werden.De eerste toestellen waren gewis
me6r aardigheden,v i t 1*a p u l i c a ri u m ,vl()o- of muggeglazen,en men ver-
llaalt,dat de in zijn tijd hoogvermaarde ScHElxEl:t,toen hij Op l'eis in een
Tyrolsch dorp overleden was,nog een groote opschudding Onder de boeren en
de geestelijkheid deed ontstaan.Men had namelijk een merkwaardig glas bij
llem gevonden.Toen iemand er uit nieuwsgierigheid in keek,zag llij een zoo
vreeselijk groot en afzichtelijk gevormd voorwerp,dat hij,meenende den duivel
in eigen persoon te zien,het glas verschrikt wegwierp.Een ander nam het
Op met hetzelfde gevolg.Natuurlijk hield men nu den overleden vreemdeling
voor een toovenaar en heksenm eester,die den duivel in een glas had gesloten
en lnede op reis nam.Aan zoo iemand moest een eerlijke begrafenis geweigerd
worden !Maar,terwijl men er nog over beraadslaagde?lloe zich 't best van
het afschuwelijke lijk te ontdoen,werd het glas opengelnaakt en de vermeende
duivel was slecht's een gewone vlOO) die door het lensvormige deksel zeer
vergroot gezien werd.
Dienden deze toestellen,die men nOg wel eens hier en daar Op kermissell
aantreft,enkel tOt vermaak,reeds LEEIJwENHOEK (geb.1632,Overl.1720) llield
zich ijverig bezig Om met toestellen,door hem zelven vervaardigd,de inwen-
dige gesteldheid van plallten en dieren te Onderzoeken,en zijn uitmuntellde,
llaar de natuur geteekende afbeeldingen zijn de beste bewijzen voor den trap
van volkomenheid, tOt welken hij zijn werktuigen heeft gebracht.l-lij had zijn
lenzen aan een Overeindstaanden stijl vastgemaakt en daaronder een Objectief-
plaatje geplaatst, dat hij door middel van een sfchroefdraad Op de juiste hoogte
HET ZTEN.
in het brandpunt der lens brengen kon. Bovendien vereenigde hij daarmede
reeds een verlichtingstoestel van holle spiegels, waardoor veel meer licht Op
de kleine voorwerpen viel. Deze bijvoegsels ztjn door latere natuurkenners,
Musscl-lExssollt, Hoolts enz.,behouden,maar met velerlei veranderingen en
verbpteringen.
D e z O n m i cr o s c o o p staat wat de inrichting en de samenstelling betreft
ttlsschen den enkelvoudigen en den samengestelden microscoop.Terwijl de
gewone loupe slechts veroorzaakt,dat de van het voorwerp uitgaande stralen
Onder grooter toteenbuiging (convergentie) naar het Oog worden geleid, vormt
de zonmicroscoop een wezenlijk, omgekeerd beeld van het voorwerp,dat, Op
den vereischten afstand opgevangen,veel grooter is dan dit ;bij den samen-
gestelden microscoop daarentegen wordt een binnen in de buis gevormd beeld
nOg door een oogglas,evenals in den verrekijker,bezien.
De inrichting van den zonmicroscoop is deze ;zie onderstaande afbeelding
.
spiegel a,b vallen de zonnestralen d 6,die,wanneer de spiegel
door de schroeven bij b en c in den behoorlijken stand is gebracht,evenwtjdig
teruggekaatst worden naar de lens
Op een platten
vereenigd
Jg, door welke zij gebroken en samen
dient Om het voorwerp,dat men wil waar- worden.Deze inrichting
nemen, gOed te verlichten.
Het voorwerp h wordt Op een reep helder glas i /;
brandpunt van de lens gebracht.Men moet echter
m
l @ 1 + e
1 ' j jl $
'
I
- 4Il I 1 - -<
i ---'- Y -WW'''''''*- -- j j . . ..x .m . m ... <
I j- ..- .- --.. .-'--w ->.. . .- x 1 jjj ( .- .- - - . .w.- .- ..-. x . .. .. x. .- .- *w
I j j 4. . - - .- - m xr w - - A
l l $ ---'- -- --- .-
.j- '-- - M v' .----' . '- .* M - ,.-- > - .- . w .- . -
# . %
/ ft
bevestigd en dichtbtj het
zorgen het niet juist in het
brandpunt te plaatsen,
daar het Op die plaats zOu
vernield worden. Brengt
men nu Op de andere zijde
een tweede kleinere lens 1,
dan zal deze evenals in
een tooverlantaarn een
grooteren afstand van den microscoop te plaatsen
Daar nu, wanneer men met den microscoop . wi1
door het minste wolkje mag bedekt zijn en dit in
dikwijls plaats heeft,gebruikt men bij sterk vergrootende microscopen het
kunstmatige licht,dat door DRUMMOND uitgevonden is en waarvan de inten-
siteit zeer groot is.Dit licht wordt voortgebracht door een stuk kalk,dat tot
de wit-gloeihitte
mengsel van twee deelen waterstof en een deel zuurstof of van
verwarmd wordt in 0en stroona van brandend gas,
lichtgas en
uit een
zuurstof bestaande.De zon- of
op,dat een groot aantal personen tegelijk het voorwerp kunnen beschouwen.
Het kan de diensten van een goeden handmicroscoop niet vervangen en nog
gasmicroscoop levert voornamelijk het voordeel
veel minder overtreFen, want de sterke vergrooting brengt een gebrek aan
helderheid en scllerpte mede.00k met den handmicroscoop gebruikt men het
liefst een middelbare vergrooting, daar door de sterkste vergrootingen de
beeld vormen, dat men op
een wit scherm m w,
vangen en op
willekeurig vergrooten kan.
OP-
door dit
Niaarnenaen,de zOn niet
onze streken maar al te
DE ZONMICROSCOOP.
beelden minder duidelijk en donkerder worden. lntusschen schenkt een ver-
tooning met den zonmicroscoop meestal een rijk genot.Men ziet daar de
kleinstevoorwerpen,als boekwormen,bladluizen,kleine torretjes, haren,visch-
schubben,bladeren van boomen en planten, infllsiediertjes enz.,in bui%nge-
wone vergrooting.Vooral moeten wij hier n0g Opmerkzaam maken Op de
schoone kristallisatin van verschillende zouten uit hunne Oplossingen, die met
verbazende regelmatigheid en schoonheid onder deOogen der tOeschouwers plaats
grijpen.De uitvinder van dit schoone werktuig was zekere LIEBERKfkI-IN (1738).
D e s ame n g e s t e l d e m i cr o s c 0 o p.Het is Opmerkelijk, dat de samell-
gestelde microscoop,hoewel even vroeg uitkevonden a1s de eenvoudige toe-
stellen met samengevoegde lenzen,zoo lang'bij de verbeteringen van laatst-
genoemden achter bleef,dat nog in het begin der 19de eeuw bijna alle
wetenschappelijke microscopische onderzoekingen met
den gewonen lenstoestel bewerkstelligd zijn.De reden
waarom men de voorkeur gaf aan den tot zoo groote
volkomenheid gebrachten enkelvohdigen microscoop,
was gelegen in de chromatische aberratie,in de ge-
kleurde randen, welke de beelden in den samenge-
stelden microscoop onduideltjk maakten, zoolang men
nog niet geleerd had goede achromatische lenzen te
vervaardigen.Doch,toen men daarin een zekere vaar-
digheid verkregen had,ging men zich met grooten
tjver op het verbeteren van den samengestelden micro-
scoop toeleggen,aangezien het nu mogelijk werd meer
vergrooting t.e bereiken, een grooter gezichtsveld te
hebben en de sphaerische aberratie te ontgaan,die
b ij
dat bijna alleen die stralen bruikbaar zijn, welke in
de onmiddellijke nabijheid der as invallen.De samen-
de enkelvolldige lenzen zoo'n invloed uitoefent,
r 2:
Jf f/
1
j/ l
! '? xtl / , /
#fl .,..Wff/ B
F T
l
l
l
$

C D
J .B
gestelde microscoop onderscheidt rich van den'enkel-
voudigen daardoor, dat men twee stelsels glazen, eell
o c u 1 air, zoo met elkander vereenigt, dat men een wezenlijk beeld van llet
voorwerp binnen in het werktuig doet Ontstaan en dit met een vergrootende
o b j e (, t i e f el1 een
oculaire lens beziet. W ij behoeven ons slechts de inrichting van den verrekijker
te herinneren,om llit de bovenstaande af beelding terstond te Ontwaren,lzoe
de werking plaats heeft. A B is llet voorwerp,welks beeld door het objectief
C D in A'B'ontstaan zou,wanneer niet de tusschengeplaatste collectieflens de
stralen eerder bijeenbracht en het beeld reeds in B''A.''deed verschijnen.De
van daar verder gaande stralen worden nu door het oculair G H naar het oog
gericht en veroorzaken door hun samenloopen, dat het beeld,Op duidelijken
afstand geplaatst,ter grootte A'''B''' gezien wordt.
Dit is het grondbeginsel van alle samengestelde microscopen.W elke wijzigillgen
de vervaardigers ook in den uitwendigen vorm hunner instrumenten maken,
e plaatsing der lenzen blijft altijd dezelfde.Het getal glazen is niet zeldell
v eel grooter dan in onze afbeelding,lnaar dat komt daardoor,dat men in
108 HET ZIEN.
plaats van n biconvexe lens liever twee planconvexe gebruikt; tOt Oogglas
bezigt men doorgaans het campaansche ;tot objectief zet men Onderscheidene
lenzen achter elkander en men verkrijgt dan door verschillende bijeenvoegingen
dier glazen vel'schillende trappen van vergrooting.Bovendien wordt het getal
lenzen daardoor verdubbeld, dat men voor de beste soorten van instrumenten
tegenwoordig geen andere glazen dan achromatische neemt.
De Onderstaande afbeelding vertoont een samengestelden lnicroscoop uit de
beroemde fabriek van PLsstzte W eenen.
Op een drievoet J/'J is een koperen stijl e geplaatst,waarin de stang b is
bevestigd.Over deze driehoekige stang schuift een koperen busje,waaraan de
arm is bevestigd, die den microscoop draagt.Door middel van de schroef d kan
de microscoop Op en neder worden be-
en men moet dit *' lang doenj wogen zOo
. totdat men het voorwerp met de grootst-
111 mogelijke duidelijkheid ziet.Onder den
lI .
.
microscoop ziet mell in h een tafeltje ' j l
t eene opening tot doorlating van het ! '
,
II'11 I m o
..
j
. .
> jl . licht.Op die opening legt men het voor- .t. I jl
.
jaasj: ij % Werp, dat doolgaans 0P 00n g
- '
>
' j' 1l ! tusschon twee glaasjes ligt.Indien het 1
j 'i vorwerp doorschtjnend is -
en dat is
.
-
-
met vele voorwerpen het geval,die mell !
.
(jj' ='o w, doorgaans niet voor doorschijnend houdt, 'k
j jjggjg;jj yj .y
.
jjl y .< gelijk mineralen,llotlt, beendelen enz.,
.
y't x .j'Ij' j daal'men Ze VO0r een microscopiscll -
* ljlj onderzoek doorgaans zeer dun snijdt of 111,
'' T wso' slijpt - wordt het verlicht door den be-
--e>
r , .. . weegbaren hollen spiegel g, die het dag-
x X v N.-' I
!
licht opvangt en onder de opening van
a l e llet tafeltje h brengt.
Meestal zijn het
'
twee spiegeltjes,aan elke zijde een,het
eene hol en het andere vlak.Het eerste
zal dus het licht versterkt terugkaatsen,
voor sterke vergrootingen ;en,als men het andere niet ;de platte spiegel dient
deze gebruikt,kan men de voorwerpen bij het zonlicht
geenszins het geval is bij het gebruiken van holle spiegels. Hoe sterker ver-
grooting men bezigt,des te sterker moet de verlichting zijn ; voorwerpen,die
geheel doorschijnend zijn, zouden bij het bezigen eener te sterke verlichting
geheel en al verdwijnen ;daarom moet men het licht Ook kunnen temperen
en hiertoe dient het zoogenoemde diaphragma onderaan het tafeltje,een
hetwelk Waarnomerl)
schijf,die draaien kan,voorzien van Openingen van onderscheidene grootte,
van welke men op het oog het geschiktste voor een bepaalden graad van licllt
uitzoekt.Om voorwerpen te bezien,die wezenlijk ondoorschijnend zijn,legt
men ze in plaats van op glas op een zwarte opporvlakte en verlicht men ze
van boven,namelijk door middel van de lens k, die op een stijt met geledingen
DE SAMENGESTELDE MICROSCOOP.
staat.De verlichting komt in dit geval natuurlijk slechts van (n zijde ; beter
is het, dat men door een tweeden spiegel,aan het einde der microscoopbuis
geplaatst,het licht,door den hollen spiegel weerkaatst, andermaalopvangt en
op het voorwerp laat vallen.TOt het behoorlijk stellen van alles is niet alleen
wetenschappelijke kennis,maar ook aanhoudende oefening lzoodig.En dan nog
is het lastig,dat men altijd naar beneden moet zien.Ten einde het moeielijke
hiervan W0g te nemen,heeft PlussTu een scharnier (zie de kleinere af beelding
bij 'm) bedacht,waardoor men den gelleelen toestel kan omdraaien,totdat hij
llorizontaal staat.Het spreekt
echter van zelf,dat dit niet
kan gedaan worden,inclien
het voorwerp,dat men bezien
wil,een vloeistof is.
CHEVALIER heeft een inrich-
ting Opgegeven,bij welke de
stralen horizontaal naar het
oogglas worden geleid, zoodat
de waarnenAer niet genood-
zaakt is boven in het werk-
tuig te zien,maar het rechtuit
kan doen.
Het objectief bestaat uit
drie lenzen,welke men ieder
afzonderl%k) twee aan twee
samengevoegd of gelijktijdig
gebruiken kan ;deze lenzen
zijn genummerd en altijd
moet die,welke het getal 1
draagt, het eerst aan de buis
geschroefd worden ;voor het
oculair heeft men 6 genum-
merde lenzen, waarvan n0.5
en 6 achromatische lenzen
van kleinen brandpuntsaf-
stand zijn, terwijl de andere
nummers uit een dubbellens
A
I
c
j
l =
Q
o
-- (.'.) - o o --
.
'
.) .o - x t- s X
-
u JV J
--- -dJ
.
'
- .
zj o y
- n k
:
1 - g-
/JO i
l
-
! /
= F
I
l --.
j ... yyj.
-
'
W ( o jw o )
Mwxx x
N
-
0
O
<
ieder Van deze bestaan ;
ooglenzen kan met elke verbinding van het objectief gebezigd worden.
Eindelijk maken wij nOg melding van een inrichting,die het aan meer dan
#q 06n persoon tegelijk mogelijk maakt, hetzelfde voorwerp door den microscoop
waar te nemen.Zulks geschiedt door prismata, hiertoe bepaald ingericht,over-
eenkomende met de uitvinding van CI-IEVALISR,doch iedere waarnemer heeft
zijn eigen Oculair.Om Over het geziene
te spreken en voornamelijk bij het
voordeelen bezitten ;immers, het nauwkeurig waarnemen van microscopische
bij gemeenschappelijke onderzoekingen
Onderwijs moet deze inricllting zekere
HET Z1EN.
voorwerpen eischt groote Oefening en een scherpen blik,dien men eerst erlangt
door die langdurige Oefening,na welke men niet meer in de war gebracht
wordt door onderscheidene luchtblaasjes,stofdeeltjes en
minder
derg.,die men bij
Oefenillg voor afzonderlijke voorwerpen houdt.
D e g e s c h i e d e n i s %' a n d e n m i c r O s c o O p hangt,gelijk wij reeds hebben
opgemerkt, in haar eersten Oorsprong samen met die der lenzen en met de
uitvinding der b 1* i l l e g l a z e n.Dat zij tOt hooge oudheid opklimt,hebben wij
o0k reeds gezien enjindien de bekende smaragd van NEso een kijkglas ge-
weest is,zOu deze Omstandiglleid bewijzen,dat men reeds destijds bekend was
met de vervaardiging en werking van holle lenzen ; want Nllto
.wordt door
gelijktijdige schrjvers bjziende genoemd.O-erigens vinden wij echter zelfs n0g
bij BAco (overl. 1392) gewag gemaakt van bolle lenzen,.die deze geleerde aan-
beval aan bejaarde lieden,welke aan verziendheid leden.De u i t vi n d i n g
d e 1-b r i l l e n had reeds vr BAco's tijd plaats ; waarschijnlijk heeft men haar
te danken aan ARMATI,die in het laatst der 13de eeuw te Florence leefde,
terwijl de kennis der uitvinding dool- ALEXANDER van Spina verder is verspreid.
Het eerste authentieke bericht aangaande de rnietlw uitgevonden glazen, brillen
genoemd, een wezenljke zegen voor Ongelukkige Oude lieden met een zwak
gezichtp''is af komstig uit het jagr 1299.Een zoo heilzame uitvinding moest
zich snel den weg naar alle landen banen en reeds in het begin der 14de eeuw
waren,gelijk HIJMBOLDT in zijn K o s m o s schrijft, de brillen te Haarlem zeer
bekend.De groote behoefte deed een nieuw bedrijf, het brillenslijpen,ontstaan,
dat weldra in elke stad van slechts eenige beteekenis werd uitgeoefend ;in
Nederland vooral, waar destijds groote welvaart gevonden werd,yond deze
kunst vele beoefenaars, zoodat wij ook te Middelburg tegen het einde der
16f1e eeuw minstens twee brillellslijperijen,die van ZACHARIAS JANSEN en die
van HANS LIPPERSHEY,aantrelen.
Twee volken'',schrijft de lloogleeraar HARTING 1),die dit onderwerp met ::
nauwkeurigheid heeft nagevorscht,rbestrijden elkander tot op den huidigen
dag de eer der uitvinding van dit werktuig.Het zijn de ltalianen en de Hol-
landers. De eersten noemen FONTANA en
Alkmaarder?en twee Middelburgers,namelijk HAxs en ZACHARIAS JAxs:x.Wie
van deze vier - want de beide laatsten,vader en zoon zijnde,willen wij liefst
a1s n Erma uitmakende beschouwen - wie van deze vier, zeg ik
,
is de ware
GALILI4,de laatsten DREBBEL, een
eerste uitvinder ?''
De a'anspraak van FoxTwxA is zeer zwak ; zelfs zijn landgenooten erkennen
haar onhoudbaarheid ; ztj bestaat enkeldaarin,dat in 1625 een Jezuet ver-
ltlaarde: in 1618 een microscoop bij hem gezien te hebben.Doch in dit jaar
was de microscoop reeds lang algemeen bekend.
Aangaande GALILE verhaalt diens
den uitvinder van den verrekijker Op het denkbeeld van den
levensbeschrijver VIVIANI,dat hij door
microscoop is
gekomen en zoodanig werktuig in 1612 aan den koning van Polen heeft ten
1) B ij d r a g e n t o t d e g e s c h i e d e n i s d e r m i c 1- o s c o p e n i n o n s v a d e r l a n d
(Utrecht 1847).
OESCHIEDENIS VAN DEN MICROSCOOP.
geschenke gezonden.lndien door dit jaartal moet worden aangeduid,dat de
uitvinding kort te voren zou zijn gedaan, vervalt alle aanspraak van GALILE
op de eerste uitvinding,want reeds eenige jaren vroeger was de microscoop
in de Nederlanden bekend. Dat met dat al GALILE,langs den boven door ons
opgegeven weg met de uitvinding van den verrekijker bekend geworden,uit
zich zelven daardoor tOt het vervaardigen van een microscoop gekomen is,
kan bij een man van zijn wetenschap geen verwondering baren, aangezien een
verrekijker Op meer dan n wijze in een soort van microscoop kan veranderd
worden.
Hoe DREBBEL aan den naam van uitvinder der microscopen komt,blijkt het
best uit hetgeen wij aangaande de JwxsEx's te berichten hebben.WIT.IUEM
BllREslu,een Middelburger,gezant der Republiek aan het hof van Frankrijk,
onderzochtop verzoek van PETRUS BORELLIJS, lijfarts van koning L()llEwlll XtV,
de geschiedenis van de uitvinding der kijkers, waarover de laatste in 16:5
een thans zeer zeldzaam boekje in het licht gaf onder den titel : D e v e 1*()
t e l e s c o p i i i n v e n t O 1-e.Daaruit blijkt,dat,BoREllu de JANSEN'S zeer goed
gekend heeft en een speelmakker van ZACHARIAS geweest was. Volgens hem
hadden vader en zoon lang vr 1610 een rnicroscoop aangeboden aan prins
Mwulul's en een aan den Oostenrijkschen aartsllertog AT,BEUT.De laatste gaf
den zijnen aan DREBBEL,die destijds te Londen woonde en bij wiell BOREET,
het werktuig
evenals volgens HUYGENS andere in 1621.
Het schijnt dus dat f de uitvinding der microscopen en der verrektjkers
door dezelfde
warring
Middelburg
is eenige grond in zoover, dat zich de zonderlinge dwaling versllreid heeft,
dat Jwxssx een microscoop zotl hebben vervaardigd van ($voet lengte.Op
grond dier lengte kan,m eent m en,het door J'AxsEx uitgedaclzte w erktuig geen
microscoop geweest zijn.Maar deze dwaling rust op het verkeerd verstaan der
woorden van BOREEL : ra d s e s qui p e d e m l o n g 0'',hetgeen beteekent niet
6 voet m aar anderhalven voet.
ook i'n 1619,toen hij zelf gezant in Engeland was, gezien heeft,
P01*S0n0l1
in de berichten is en
ten zelfden tijde heeft plaats gehad f dat er een ver-
dat,indien n der uitvindingen aan JAxsEx te
moet worden toegeschreven,de andere Onzeker is.TOt het laatste
samengenomen dunkt ons het volgende het waarschijnlijkste.Omstreeks
bet jaar 1590 had de uitvinding voorwerpen vergroot te zien door middel van
twee op eenigen afstand van elkander geplaatste lenzen op de boven lleschreven
wijze te Middelburg plaats.De brillenslijper JANSEN zal dientengevolge proeven
genomen hebben om gezichtkundige vergrootingswerktuigen te vervaardigen
en vond waarscllijnlijk eerst den microscoop uit)waarvan hij (n aan prins
Alles
MAURITS en n aan den aartshertog Van Oostenrijk aanbood.Dit lleeft Waar-
Sohijnlijk betrekking Op den microscoop,niet Op den verrekijker.W ant (leze
laatste alleen was dienstig in den Oorlog en het laat zich van de trouwhar-
tigheid eens toenmaligen Nederlanders niet als waarschijnlijk denken,dat lltj
den vijand een Oorlogswerktuig zal hebben gegeven.Maar weldra llratrllt een
veranderde plaatsing der glazen Op het denkbeeld van den verrekijker.Daardoor
hoopte men allerlei Ongehoorde en vreemde zaken te zullen zien.Verschillende
112
Omstandigheden deden den verrekijker, die uit den aard der zaak meer geschikt
is om gerucht te maken,veel meer bekend worden en de microscoop,blijkbaar
alleen een instrument voor de bedaarde kamerstudie,geraakte Op den achter-
grond,totdat de nieuwigheidszucht uaar den verrekijker bevredigd was en de
microscoop door de ontdekkingen van HOOKK, LEEUwENHOEK en anderen in
welverdiende achting geraakte.
Letten we een oogenblik op het gebruik, dat al vroeg van den microscoop
gemaakt werd.ltali verdient te dezen het eerst genoemd te worden.FRANCESCO
STELLUTI had reeds in 1625 den bouw der honigbijen microscopisch Onderzocht ;
MARCELLO MALPIGLIE te Bologna toonde den Omloop van het bloed in de haar-
vaatjes der zwemvliezen tusschen de teenen van den kikvorsch ; de gezicht-
kundige DIvINI nam, in plaats van een biconvexe Oculairlens, twee planconvexe
glazen, die elkander Op het midden hunner gekromde Oppervlakte aanraakten ;
daardoor werd desphaerische aberratie aanmerkelijk verminderd ;CAMPANI WaS
de uitvinder van het naar hem genoemde oogglas.
ln Engeland schreef ROBERT HOOKE in 1665 zijn M i c 1- o g 1- ap hi e , bestaande
in waarnemingen over den vorm van afzonderlijke gedeelten van dieren en
had die waarnemingen gedaan met werktuigen,door hem zelf
bestond uit een buis van vier ineen
planten ; hij
vervaardigd. Zijn
stukken, voorzien
schroef kOn het
bracht worden.00k
microscoop
van objectief-,collectief- en Oculairglas.Door middel eener
werktuig op den vereischten afstand van het voorwerp ge-
GALILE had zijn microscopen reeds van beweegbare buizen
voorzien. Na HOOK: verdienen in de geschiedenis der microscopische Onder-
zoekingen de Engelschen HENSCI-IAAV en NEHEMIA GREAV te worden genoemd.
ln Duitschland heeft zich te Neurenberg STURM vooral ten opzichte van de
volmaking der microscopen verdienstelijk gemaakt,doordat hij tOt het ver-
mijden der sphaerische en der chromatische aberratie en het zooveel mogelijk
vormen van scherpe en kleurlooze beelden het objectief het eerst samenstelde
uit twee vereenigde lenzen, twee biconvexe of een planconvexe en een biconvexe.
Hij slaagde echter niet naar wensch en ten gevolge der genoemde gebreken,
die ook in de door HuvgExs voorgeslagen lenzen met grooten brandpunts-
afstand niet geheel werden verholpen,bleef de eenvoudige louptoestel zeer in
gebruik, terwijl de samengestelde microscoop slechts door weinigen en bijna
alleen bij wijze van proefneming gebezigd werd.
De verbeteringen aan de mechanische inrichting bepaalden zich voornamelijk
t0t het vatten der objectievell en het plaatsen van een lichttoestel.De eersten
werden al spoedig volgens het denkbeeld van HOOKE voorzien van een schroef-
toestel,terwijl tot het aanbrengen van licht lenzen en spiegels,zoowel elk
afzonderlijk als samen verbonden,werden gebruikt.Veel werd ook de manier
van den Duitscher HERTEL nagevolgd.Deze voorzag zijn instrumenten van een
spiegel,die naar alle zijden kOn gedraaid en dus in alle standen ten opzichte
van het voorwerp geplaatst worden ;de voorwerpdrager had een ronde opening
voor doorschijnende voorwerpen en,naar vereischt werd, eene witte of zwarte
plaat. De buis kon in een scharnier gedraaid worden en zoowel van schroef-
nlicrometers als van netmicrometers ten behoeve van microscopische metingen
te schuiven
HET ZIEN.
GESCHIEDENIS VAN DEN MICROSCOOP.
voorzien worden. De instrumenten van HERTEL dienden tlithoofde van hun
uitnemende bruikbaarheid als modellen voor latere gezichtkundigen,als M'ARTIN,
ADAMS, DOLLOND, REINTHALEC, BRANDER en anderen, en de tegenwoordige
microscopen dragen er over het algemeen nog vele sporen van.
Men bracht destijds Ook reeds verzamelingen van microscopische voorwerpen
voor lief hebbers van natuurktlndige Onderzoekingen in den handel.
Doch de eigenltjke kern van den microscoop,het glas,bereikte eerst na
EULER'S tijd een grootere volkomenheid.ROBERT BARKER en anderen sloegen,
wegens de nadeelige en nog niet geheel overwonnen kleurverspreiding,t e r u g-
k a at s e n d e m i c r o s c o p e n voor,in welke evenals in de telescopen het
objectief zou vervangen worden door een hollen spiegel ;maar de uitvoering
werd belet door gebrek aan licht.DELLABARE daarentegen trachtte door een
bepaalde samenstelling van het Oculair uit kroon- en flintglas de sphaerische
aberratie weg te nemen en door het plaatsen van een collectiefglas het ge-
zichtsveld te vergrooten.Evenals STIJRM vervaardigde hij ook verschillende
Objectieven tOt het verkrijgen van verschillende vergrootingen en hij richtte
dienovereenkomstig zijn buizen zoO in,dat zij verlengd konden worden.DELLABARE
zelf had echter nog geen achromatische dtlbbele lenzen vervaardigd;de eerste,
die dit deed,was Alplxus en waren na hem de Nederlanders BEELDSNIJDER,
JAN en HERMAN VAx DEYL, die uitmuntende microscopen vervaardigden.Die
van AIIPINUS hadden echter altijd nOg het gebrek,dat de brandpuntsafstand
der lenzen te groot was,waardoor het instrument te lang en dus moeielijk
te hanteeren was.De objectieven van VAx DEvTu(1807), van welke iedere
microscoop er gewoonlijk twee bezat,hadden daarentegen slechts een brand-
puntsafstand van 4 Of zelfs slechts van 2 c.M.; zij bestonden uit een bicon-
vexe lens van kroonglas en een bijna planconcave van flintglas.Volgens het
Oordeel van den alleszins bevoegden HARTINI.I moeten die glazen zoo voortrelelijk
geweest zijn, dat zij zelfs boven latere ver 1;e verkiezen waren.
Het heeft inderdaad eer lang geduurd,
om te voldoen aan de .steeds
de gezichtkundigen in staat waren
hooger stijgende eischen der wetenschap en,
indien ook al de microscopen van FRAIJNI-IOFER (1811) de volmaaktheid niet
bereiken, toch spiegelen er zich de denkbeelden van het genie in af,door
welke de weg tot aanhoudende verbetering'gewezen werd.Volgens de denk-
beelden van FlRwuxl-loyaElR gaf de Fransche natuurkundige ERNST SELLIGIJE aan
den opticus OI-IEVALIER (1824) voorschriften tot het vervaardigen van een
microscoop, die in zijn werking alle vroegere overtrof.Vier achromatische
dubbele lenzen van 37 m. M.brandpuntsafstand,die met elkander konden ver-
bonden worden,waren zoo geplaatst als btj alle latere microscopen met het
beste gevolg in practijk is gebracht.Met dat al hadden de beelden te weinig
helderheid,daar CHICVALIER bij zijn objectief de gebogen oppervlakte naar het
voorwerp geplaatst had.AMIcI)door dezen uitslag aangemoedigd, liet zijn
destijds in een soort van wanhoop begonnen spiegelmicroscopen terstond liggen
en begaf zich ook weder aan het vervaardigen van lenzen voor Objectieven.
Doch ht maakte ze zoo,dat zoowel bij het objectief als bij het Oculair de
platte oppervlakte naar buiten stond,terwijl hij door de kogelgedaante (1e
IX.
114
aberratie bijna
ti s c h e n.Het
vervaardigde,
altijd gedenkwaardig blijven.
De samengestelde microscoop
over den enkelvoudigen
De namen Multz Ex ZONEN te
geheel wegnam.Men noemt
jaar 1827,waarin AMIcI zijn
za1 daarom in de geschiedenis der
dezen 1Alicroscoop den ap l a n a-
eerste Zoodanig ingericht Werktuig
gezichtkundige wetenschappen
had daarmede een volkomene overwinning
behaald en die zegepraal werd meer en meer bevestigd.
Mflnchen,ROBERT te Greifswalde,Plzsslu te
Weenen,SculEclt te Berlijn,OBERH:USER en NACHET te Parijs, Ross,PowElzlus,
SMITH en BscK te Londen,KELLNER te W etzlar (later :BELTHYLE en RsxsoTil),
W ASSERI,EIN en W APIOEXI-IAUS te ZElss te Jena en andere BEscHu,
sloten
Berlijn
zich rOemrijk aan de belangrijkste Ontdekkingen,welke de laatste vijftig
jaren in z0o groote mate Op het gebied van het
leverd ;immers, die Ontdekkingen zjn voor het
geworden door behulp van de microscopen, die uit de werkplaatsen dezer
kunstenaars zijn afgeleverd.
H e t g e b r u i k e n v a n d en m i c 1-o s c o o p.De groote verspreiding, welke
Organische leven
grootste gedeelte
hebben opge-
eerst mogelijk
aan deze instrumenten ten gevolge van hun goedkoopheid in den laatsten tijd
is ten deel gevallen,en de daardoor Opgewekte lust voor microscopisch Onder-
zoek 'geven Ons aanleiding Om hier het volgende nOg bij te .voegen met be-
trekking tOt het hanteeren van den microscoop.
Vooreerst is aan te dat men zich nietbepaalt bij het bezien van
gereed genaaakte praeparaten, gelijk zij atlerwegen in den handel
zelf eenige voorwerpen praepareert.Aanbe- gebracht worden,
veling verdient daartoe het volgende voorschrift van WILLKOMM 1).
Men voorzie zich van een aantal vo o r w e r p d r a g e r s en d e k g l a a sje s y
eenige scherpe p r a e p ar e e r m e s s e n en n a a l d e n ,een s c h a ar,een p i n-
c e t ,een inrichting tOt het s n ij d e n t u s s c h e n ku r k , een s l ij p s t e e n ,
een s t r ij k r i e m , eenige p e n s e e l e n , eenige h O 1- l o g e g l a z e n , g l a z e n
s t a a f j e s , p o r s e l e i n e n s c h a a l tj e s , een s p i ri t u sl a ln p , een aantal
scheikundige r e a g e n ti a ,eindelijk een goede l o u p e en als het maar eenigs-
zins kan een d O u b l e t.Als voorwerpdragers dienen langwerpige vierhoekige
glazen plaatjes van ongeveer vier c.M. lengte,twee c. M. breedte en een paar
144. M.dikte.Zij behooren kleurloos te zijn en geen luchtblaasjes te bevatten
en worden dus het best uit spiegelglas vervaardigd ; de dekglaasjes zijn kleine
vierkante,zeer dunne plaatjes van wit glas, ongeveer een c.M.in het vierkant ;
zulke glaasjes worden in Engeland zeer goed geblazen.Nog beter zijn de ge-
slepel) dekglaasjes ; zij zijn echter veel duurder.Als praepareermessen bezigt
nAen bij voorkeur zeer scherpe Engelsche scheernaessen,waarvan de eene ztde
geheel vlak geslepen is.Bij het snijden moet de vlakke kant van het mes ge-
keerd zijn naar het voorwerp,waarvan men iets wil afsnijden.Telkens wan-
neer men met het mes twee- of driemaal gesneden heeft,moet men het een
bevelen,
microscopische
maar dat men
HET ZIEN.
1) WuaruxoxM's W u n d e r d e s M ik r o sk o p s is in het Ned.uitgegeven rbj den uitgever
dezes als gedeelte van de 2de serie der Familiebibliotheek.De hier aangehaalde plaats
vindt men blz.15.
115 HET GEBRUIKEN DER MICROSCOPEN.
paar maal over den strijkriem halen.De praepareernaalden moeten van hard
staal,niet te dun,met zeer scherpe punten voorzien en Op een heft gestoken
zijn.Men moet de punt steeds roestvrij houden en haar daarom van tijd tot
ttd op een fijnen slijpsteen onder herhaald omdraaien afslijpen.Behalve rechte
naalden heeft men bij vele Onderzoekingen oOk aalden met haakvormig omge-
bogene punten noodig.De naalden komen vooral bij het praepareeren gedurende
de microscopische waarnemingen te pas en moeten reeds daarom alleen zeer
ftjne punten hebben,daar zij anders onder den microscoop,althans bij sterke
vergrootingen, dikke lompe stokken gelijken en de waarneming hinderen.Het
pincet Of tangetje tot het aanvatten van kleine voorwerpen behoort van staal
te zijn en zeer hjne,juist op elkander slaande en aall den binnenkant vol-
komen gladde punten te hebben.Om fijne doorsneden van plantenstengels,
wortels,bladeren en andere steel- of vlakvormige lichamen te verkrijgen,be-
dient men zich het doelmatigst van een kurk,die in de
en tusschen welker beide helften pen het voorwerp
van de kurk dunne schijfjes
de kurk afsnijdt.Tegelijk met het schijfje kurk verkrijgt men dan hjne doo1'-
sneden van stekels, angels en zelfs van haren.Daar deze laatste zeer dun zijn,
klooft mon 00n aantal haren met een gomoplossing aaneen en men snijdt dan
QOR QIIS V01'kl*0g0l1 btllxdol 0V0l1Z00 aIS Wij boschreven hebben.V00r het gemak
lengte is doorgesneden
vastknijpt,waarna men
in een ricllting loodrecht Op de langste as van
verbindt men de beide helften van de doorgesnedene kurk aan de eene zijde
met een stukje linnen,dat met gom wordt vastgehecht, zoodat de kurk evenals
een oesterschelp kan openslaan. De voornaamste scheikundige reagentia zijn :
zeer zuivere wijngeest (alcohol),een oplossing van bijtende potasch,jodium,
verdund Engelsch zwavelzuur (3 deelen zwavelzuur op n deel water),een
oplossing van chloorzink,calciumnitraat,salpeterzuul',citroenolie,Oliezoet (gly-
cerine),copallak,canadabalsem en een suikeroplossing.De oplossing van cal-
ciumchloride, het oliezoet, het copallak en de canadabalsem dienen tOt het
bewaren van microscopische praeparatell,waarover wij later het noodige zullen
zeggen.De Overige reagentia worden vOoral bij het onderzoek naar de scheikun-
dige samenstelling van plantaardige en dierltke weefsels gebruikt.Belangrijk
is ook het microscopisch onderzoek van delfstoFen en steensoorten,waarbtj
men Op de volgende wijze te werk gaat.Vroeger stelde men zich tevreden
met het onderzoeken van fljn gruis Of kleine splinters steen ;doch deze manier
van onderzoeken liet veel te wenschen over.ln lateren tijd echter kwam men
op het denkbeeld van de harde steensoorten dunne plaatjes te vervaardigen,
die geheel doorzichtig waren.Met den hamer slaat men daartoe kleille scherven
van een stuk steen af en men maakt deze eerst aan de eene zijde geheel glad,
door ze met de hand Op een ijzeren plaat met zeer jn smergelpoeder af te
slijpen.De aldus verkregen gladde kant wordt nu door middel van canada-
balsem op een klein plaatje van spiegelglas vastgekleefd en de andere zijde
wordt daarna zoolang op dezelfde wijze afgeslepen,tOt het scherfje steen zOO
dun is geworden,dat men er doorheen kan zien,ja er gedrukt schrift doorheen
kan lezen.Bij
dik
vele steensoorten moet het schjjfje dan nog slechts 2 m.M.
zijn.Vervolgens wordt dit van het slijppoeder gereinigd en 't is nu ge-
116
schikt om met den microscoop onderzocht te worden.Bij dit Onderzoek be-
speurt men dan duideljk de verschillende bestanddeelen, waaruit de steensoort
is samengesteld ;hun vorm) kleur, geaardheid,enz.De loupe behoeft niet sterk
te vergrooten, maar behoort een scherp beeld en een groot gezichtsveld te
geven.Eene dubbele loupe, dk i.een loupe met twee lenzen,die over elkander
kunnen geschoven worden,met een vergrooting van 5 maal,is het meest aan
te bevelen. De instrumentmaker ZElss te Jena vervaardigt zulke loupen in
groote volkomenheid. Behalve de loupe, die dient Om den algemeenen vorm
der te onderzoeken voorwerpen te leeren kennen,is oOk een zoogenaamde
d 0 u b le t zeer wenschelijk en zelfs bij de vervaardiging van jne praeparaten
onontbeerlijk.Doublet noemt men een enkelvoudigen) voor het praepareeren
ingerichten microscoop met dubbele lenzen.Zulk een werktuig behoort behalve
goede dubbele lenzen een vaststaande niet al te kleine tafel met daaronder
geplaatsten spiegel te hebben en aan een statief bevestigd te ztjn.Op de tafel
moeten een paar klelnnaen naet veeren aan gebracht zg n,ona de voorwerpplaat
vast te houden.De doubletten,die door ZElss te Jena vervaardigd worden,
zeer aan te Men kan 3 tOt 6 dubbele zijn
lenzen
er, als men het verlangt,
leveren.
deksel het werktaig wordt vastgeschroefd,en een aantal voorwerpplaten en
bij Ontvangen,die vergrootingen van
Zulk een met drie lenzen voorzien
15,30,50,120, 200 en 300 maal
doublet kost met de kist,op welker
dekglaasjes,slechts J 19,80,een doublet met vier lenzen J 25,40.Uit de ver-
melde vergrootingen blijkt, dat zulk een doublet in vele gevallen een samen-
gestelden microscoop kan vervangen ;deze doubletten zijn derhalve voor be-
ginners Of voor degenen, die zich een samengesteld microscoop niet kunnen
aanschalen en toch gaarne voor hunne uitspanning microscopische w aarnemingen
willell doen,zeer aan te bevelen.
Wat de prijzen der microscopen betreft,men kan uitmuntende microscopen
van NACI-IET voor Ongeveer J 70 bekomen. Wil men meer besteden,dan ver-
dient een instrument van ScHlscx,dat een kleine J 100 kost,ten zeerste aan-
beveling,inzonderheid voor physiologische waarnemingen.Uiterst ijne waar-
nemingen kunnen gedaan worden met instrumenten van KELLNER,Pzusss en
OssltH:usss,doch deze kosten omtrent J 240 en meer,terwijl de grootere
Engelsche microscopen op de prijscouranten genoteerd staan tot /'900,ja f 1500 ;
maar dan heeft men ook een menigte noodelooze en nuttelooze btj-toestellen
bevelen.
op den koop toe.
Altijd krijgt men bij
grooting der verschillende Objectieven.
de instrumenten opgaven met betrekking tot de ver-
Indien men echter daaromtrent in
Onzekerheid verkeert en in de noodzakelijkheid is Om zelf de vergrooting van
een microscoop te Onderzoeken,dienen daartoe micrometers,die wij bij het
behandelen van den verrekijker hebben leeren kennen,of toestellen,die veel
overeenkomst hebben met de camera lucida, in welke door middel van een
spiegel het vergroote beeld van een microscopischen maatstaf met een daar-
naast geplaatste bekende maat tOt bedekking gebracht wordt. Uit de verge-
lijking der beide grootten laat zich de verhouding dan gemakkelijk berekenen.
De sterkste vergrooting,welke men btj de beste instrumenten gebruiken kan,
HET ZIEN.
HET GEBRUIKEN DER MICROSCOPEN.
is Ongeveer een lsoovoudige.lntusschen is die grens niet de uiterst bereik-
bare, maar alleen die, welke bij den tegenwoordigen stand der optische techniek
werkelijk bereikt is.Men kan voor dezelfde glazen het vergrtlotingsvermogen
nog vermeerderen door het uitschuiven van buizen,het vergrooten van den
afstand tusschen het Objectief en het Oculair ; en hierop moet men acht geven.
indien btj het onderzoeken der vergrooting bij een gewonen stand van het oculair
de opgegeven getallen niet Overeenkomen met die,welke het instrument geeft.
Een microscoop kan echter zeer aanzienlijk vergrooten en toch Onbruikbare
beelden geven. hebben,evenals de grootte
van het gezichtsveld, veel meer invloed Op de beoordeeling der waarde van
H e l d e r h e i d en d u i d e l ij k h e i d
een instrument dan de vergrooting.Er zijn sommige voorwerpen, b.v.de stof-
achtige schubben van een dagkapel,de H i p p ar c h u s J a n i r a , die men ge-
reed gemaakt
onderling te
eerst een groot getal evenwijdig loopende strepen ;onder sterker glazen ver-
toonen zich die strepen onderling verbonden door een netvormig weefsel van
koopen kan en die uitnemend geschikt zijn om microscopen
vergelijken. Deze schubben vertoonen bij genoegzame vergrooting
uiterst ijne dwarslijnen.Indien men die dwarslijnen met de 300 - 4oovoudige
vergrooting van een microscoop van middelbare.grootte duidelijk kan onder-
scheiden, is llet een goed instrument.
Indien de ongeoefende met zijn
moet hij het daarom niet terstond voor onbruikbaar verklaren.De schuld zal
microsctlop geen goede beelden verkrijgt,
allicht bij goed vervaardigen van
praeparaten.Daar doorschtnend licht in allen gevalle te verkiezen is boven
opvallend licht,moeten de voorwerpen in zeer dunne?fijne plaatjes gevat
hem zelven liggen. Alles hangt af van het
worden.Dit is niet zoo gemakkelijk ; een vgorloopig onderzoek met de loupe
zal echter kenbaar maken of het praepareeren al dan niet gelukt is.Vervolgens
wordt het praeparaat, met een droppel zuiver water bevochtigd, op den voor-
werpdrager gelegd en met het dekglaasje bedekt,zoodat geen luchtblaasjes of
vreemde lichamen er bij kunnen komen f)f blijven.De grootste netheid is
daarbij noodig en alle glazen moeten telkens zeer zuiver schoongemaakt worden,
waartoe men zich 't best van een oud, schoon linnen lapje bedient.Chemische
reagentia,die nu en dan t0t het behandelen der voorwerpen gebruikt,worden,
mogen niet in aanraking komen met de metalen gedeelten van den microscoop '
ook mag men er de lenzen niet vuil door laten maken,daar deze zijn samen-
gesteld uit loodhoudende,gemakkelijk aantastbare glassoorten.
Voor een nauwkeurig onderzoek doet men het best met een zwakke ver-
grooting in een groot gezichtsveld en eerst, wanneer men aldus de merkwaar-
digste gedeelten van het voorwerp heeft waargenomen,met een sterker ver-
grooting te bezigen.Bijzonder goed gelukte praeparaten vat men tusschen
twee kleine dunne langwerpige glasplaatjes, waarna men de randen tot het
afweren van stof enz.met papier omplakt,en eindelijk met asphaltvernis of
met copallak,in wijngeest Opgelost, vastlijmt.De doorschijnendheid wordt
beWaard door? naargelang van den aard der praeparaten,tusschen de beide
glazen een droppel water,wijngeest,terpentijn,olie,canada-balsem,oplossing
van chloorkalk Of dergelijke te brengen,eer men ze samengeperst vastlijmt.
1X.
118
W at ziet m en door
HET ZIEN.
kunnen hier niet een
j *-Y.w
z :%* - xw #
. I * w .. '
/ .. &.
.
j.xu '''h'x l%. NN . $* x
t I .
% lj
.
. j 'ts. ! h.
t 'K 44. '* /r
.! .1 N NK t , :'l
l .1 .: j. t jr .-
j ,pj :&; , t
,11 j . e / N'N'A- l %bb l . '
. . $
'
o .<.1 l j ....
'
% t ,> 'w.
. l . ? - $1 * %.
'
# ' . $ j . wx k ?, .. l' $.j ,
zz'. .< . # 4 ., I . $ .. . N. x , j'jij
j t) $ . > .... yj .v
N . ! 3 > I ' j6/*2 %' '''
x. i ,1I. lju 1 ,.,' *
I . .. . t 5 > 4
1 . :2 ,...., $ . l p
l ,.i 4 i ... . '
I11 -.t p '', (r ... -.
j .7 4 .- '-1 , l -'- - j
. j $ . kq l
. t 11 . ' - I
t . ' ,.
'
Il'ki ' t. bb N '
syt , q' y '. 9 1$' l xN < .
,.'-z , jy' $,b qj -$ . N.. M * .- .. j j w
j .......- l1 , j j j l l) I. > t , 1. z 1 )
-
+ 1, , 1.
# l $ <. j , p . *.z l $ ..'w ., n11I.a x . , : ' f ljl* '- I % K I; ... II v* z ,
, . , w
'
# wj .lk . y '@'. ! . w y -- h . .. 4
l 'l @ # x .v I q j , / e f
l I A .a $j zz w
. qt .. t- & j: * 4 , I w ,. T I , xx . l . , ' q
..d . j. ya ..s,. , .. X .. % X . ..< tt ..eh. ,: ..
*. % 1./ 11 ..- , .. 'k kv-->t .
< w.-. J r w .' ..
P 4 I N.*.- hq jp 1 h t
, & . 1 * j, ! x
x z/ ! *
qq.ppt ..,. !' jr 11 1ik 4 .i..1$ :' ... .K +'i., lk$ -'*.xi I li ''
>. $x - -. 4 1 , .. -
* l # 14 a. . A q. .$ *
:'% h N% % ? s
. < *' - ... j zz . ,;e, - -.# . l k . %.dy aj,k I ,, % wyx *, I a x-.. I% o : N
vhx. % ' .. e # x -... d . .. ,' k,
. .. K.A e'#
. ' z..;>. . '
l. # .P k I
*' x ..%. **'.p e . d. 3 %% l - . .. ..- , j , 4
.,. .; .
j -.w4gk.' ,. l * -...
.c
%'k'
..
'
.jxjN . ...
,
%
w
A '-
.....
...x.
l
.
J . z 4(.e jq
h <*
> N..
M .
eenigszins volledige be-
schrijving,ja niet eens
een korte schets geven
van den invloed,dien de
microscoop op de uit-
breiding'dernatuurweten-
schappen heeft uitgeoe-
fend. Daartoe zou een
groot boekdeel vereischt
worden. W anneer wij dus
met eenige Opmerkingen
ten besluite afscheid ne-
men van het gebied der
gezichtkunde,ten einde
Ons de vruchtell voor te
stellen, die door het na-
vorschen van de verwon-
derlijke verschijnselen des
lichts zijn bekend kewor-
den, zullen wij slechts
als het ware de voor-
naamste omtrekken van een rijk bebouwd landschap zien.
een stuk
den m icroscoop? MTj
o xw *
l o'G ''-'R J'..u , r' .
V. v.Y# 'xxx < e. . w t:lF J'J' .
l * ' %Q
w'F < >x ..> X-*w MJ> . . .$' t. , . .a t x '
e tt- ,,, // J ty.,,,, -. < ,- /# '/ xee., s..;:,,.. -,z
. . - yaw-..-- ;/ .. k x tj - z eq ..,.2, *-x
%%. x
' e'''''..4. -'.1
. o vh e t.., . x:..x. . T j j ( D -x.Nv j - *e:/ 4 , .- x..,> .,..,, . /uw ry a.. / .-''= N.'r1 ...9.le .
.F .- / . ''''-w . x e''7 # .1 I
,,--0 sz l
df -% , . f
'
x x
--
--.,//
,- NNqq
. a.q ,.-- ,,,z' . l!!!j . .eXY I
I w s %
e= x . %. ., *j ----
..-- u- . - (c * < > to tf--
- ' j 4 /''... .,.w
'
.
>- -' ;
y4)(Ijj . y Ayl
j
$j
'
j%,y)j'jjlyjj a lj
j *13 lr/ 17 l j:1e'''1$ '... . (& /' rl,,,t ' v . / j
jjjy ,tsk kqj
.h k'k.. - .z ' t. .' ,I ,i. m ..-
. . 'N I $ <,- -,'.' ..W'hc= - $d II I ...-.,,>- .z 4 I ''' I 1u - I.:=. ..v ' e.u u ' . # j j.
.
-
..
, -'x- < -. o o l 5. ', , ---
. '/.N-4ik ----
v
k
.
-
- :---..-
a
q
- --z
-
o
o e%d' :ks '.. '-s; '.q-?l,,,'/..r.j -w- .,. h
.x.
'-
.'
'
.. I4 ... . qq .1..Kj I tk-
, . . - . ) , s.-e--;(:. . ',,.ws- Nx e -. w h .ww...:h1 - l
1! ., e. .. . ---.- w .4 . H.r
''.-, ., .'r -- <'- - - -
' /.' .t% -, -%'l -- ''
.
*
a .e't '
1
-Q'
1 ---- o o k .?$mh -' ;<L-e-T --- 4 . . *
$* Q aq ' # c . ,.. . N
a & G l '
' N 'q,) . . . '
*n ! ) t(1 -'.- -- ,' . % ' * e' . 4 , *.
$ .Ii jjq.... % j:! k y:. 'A o
.
,'
j 1'! . -% l qNj
,
h.. I4 .h. ..,.. :,. i. o X , N =c
n? v . v ....g./ . lj az:r''e .. a v .
. * p '4 -.'.'.'k.- J' ' 1. j e
'
@
'
I 1. . I,,' e- , z . z '? - . ., u .
', - N . W ,. ' 'V , # h# . <..1. t ... . ? h' t A1/
,' - 4 'e' . o rc * l @
.w .
%
.. . , a - o (9 /!' G ' ? , @ .,I.xx..<. ,j . ,.u# * . i '
; '' 4 a#-xxw...#' o - w ' .
-.
a . . .' o , * w . 9,. r ... . n ., * r .r. qlk* rc +.n
.
'
I# >I.
. . , o %w 'o' o .
o -,J &. o
o ..4,e . @ .w 1 l
** o *- o o .* .f O .;l o .. r,y . ,. 'd * f. n e I h ' , I(.'3
, o o u .t k-q $ F l '
' o o o *# 1't * - - J ? n 6 fl N <
o ve.- 0 ...
D O o o * * .
a> a .' . .e. '''''N G & * O ' o - *
p o % ,
x . ' N x V..4' - 7 N @
. @
w l* e * r
% A o - p
tw * N .- o
Q g * o
< .- * o
Men neme
en krijt brenge het fijne
stof,dat aan den vinger
kleeft,Onder den micros-
coop.W elk een rijkdom
van regelmatige vormen,
die hun Oorsprong ver-
schuldigd zijn aan het
organische leven !De ge-
heele witte klomp bestaat
louter uit kiezelachtige en
kalkachtige schilden en
schulpen van polythala-
min en geraamten, zoo
klein,dat in een c.M3.
krijt dikwijls meer dart
15 000 millioen bijeen-
zitten. En in de Alpen
vindt men ergen van
vele duizenden voeten
hoogte - alleen uit zulke
overblijfselen van dieren bestaande,en de krijtformatie is over de aarde ver-
HET GEBRUIKEN DER MICROSCOPEN. 119
spreid van 57O N.Br.tot aan Kaap Hoorn !En niet alleen dat deze afzonder-
lijke deeltjes kunnen onderscheiden worden wat hun oorsprong betreft, maar
zij zijn ook geclassihceerd,evenals met de visschen en de vogels gedaan is.
EHRENBESG,de beroemde onderzoeker der microscopische wereld,die onder alle
menschen het meeste nieuwe het eerst gezien en de kennis der natuur het
meest verrtjkt heeft, telde alleen in het Op bladz.118 (bovenste af beelding)
afgebeelde krijt van Gravesend 51 verschillende schalen van polythalamin en
in het daaronder afgebeelde krtjt van den Antilibanon 43 en de vergeltking
van beide afbeeldingen zal elken beschouwer er van Overtigen, dat zij een
verschillenden oorsprong en zelfs den invloed van vroegere en latere tijdperken
in de formatie der aarde verraden. De slgtstlmmen van microscopische Onder-
zoekingen van gesteenten,voornamelijk die van de in lagen bezonken gesteenten,
heeft EHRENBER/ tot een afzonderlijke wetenschap, de m i c r o g e o l o gi e , ge-
rangschikt, en deze heeft ten taak,alsnog de belangrijkste hoofdstukken uit
de geschiedenis van de ontwikkeling der aarde te schrijven.
Wij gaan Over tot de plantenwereld.Ginds vloeit eene heldere beek; haar
bedding is bedekt met een zachtgroen tapijt,bestaande in wierbladen,Op
allerlei wijzen dooreengeslingerd.ln het begin d er lente snijden wij een stukje
af,ten einde het thuis te bezien. Wij maken voorzichtig eenige vezels l0s en
de microscoop toont ons, dat zij uit enkelvoudige Of bij andere soorten in
cellen verdeelde buizen bestaan,in welke kogeltjes Of korreltjes liggen.Deze
voorwerpen,sporen genoemd, beginnen,als het daartoe de tijd is,in hun ge-
vangenis zoolang te persen,dat zij de wanden doen Opensplijten ;zij verlaten
de buis,elk afzonderlijk of bij hoopen,en geraken alsdan in een levendige
beweging, zwemmen in het water heen en weder, zinken en rijzen,zoodat
men meenen zou, dat de plant een dier heeft voortgebracht.Maar neen het
is iets anders.Het merkwaardige voorwerp roeit zich eerst voort door middel
van ijne haartjes,die in een levendige beweging zijn ;maar de beweging is
geheel en al Onwillekeurigy het rondzwerven hangt van duizend toevallige
omstandigheden af ; men ziet het voorwerp op hindernissen afgaan en het
blijft dikwijls ronddraaiend aan dillgen hangen,van welke diertjes, die zich
naar willekeur bewogen) zich wel in allerijl zouden verwijderell.Deze trillende
beweging is een zeer algemeen verschijnsel in de wereld der dieren en der
planten ; hare ware oorzaak is nog niet bekend.Nadat de spoor omtrent een
kwartier lang heeft rondgezworven, wordt de beweging steeds Jangzamer ;
eindelijk komt zij na een paar uren totrust,de trilbeweging houdt Op,de
trilhaartjes verdwtjnen?de spoor neemt een kogelgedaante aan) er schieten aan
alle zijden takjes uit en er groeit een wierplant uit.W t hebben een plant
zien geboren worden :de spoor is de kiem eener plant.En hoe groot is dan
zulk een spoor ? Met het bloote Oog kan men haar moeielijk zien ; bij 400vOu-
dige vergrooting schijnt zij zoo groot als een kersepit en bijna Ook zoO van
gedaante.Maar gelijk de microscoop alzoo het eerste leven eener plant aan-
toont,zoO legt hij ook de geheimen harer hoogste ontwikkeling bloot ; dit
instrument onderricht ons aangaande het ware wezen der bevrchting en met
behulp van lenzen zien wij,welke de verrichtingen zijn van de verschillende
HET ZIEN.
uit het btjeenvoegen van verschillende waar-
aangaande de eigenlijke natuur eener plant ,
verrichtingen kennen en geraken alzoo op den
weg om op goede gron-
den haar groei en haar > -. < @ l #
6*
1
r
1 z . w
/
$ 1
4,1!k.
*
41,,4,j11' '''''
* .
* o e <
* +
A . et ' u
bloei te begunstigen, na-
deelige
W oren
selen in de plantenwereld
invloeden
en
af te
de verschijn-
naar OnZ6
behoeften
Eerst
Van
ons de c e l als grondbe-
wenschen en
te wijzigen.
door het gebruik
den microscoop is
standdeel der plant be-
kend
bezighoudt met de ver-
geworden en is de
kruidkunde door de
anderingen van het organische worden en
p 1 a n te np h ys i o lo gie ,die zich
wassen, benevens de Oorzaken van
het een en ander, inderdaad tot den rang eener wetenschap gestegen
.
Hetgeen ons op brood en andere spijzen als walgelijke schimmel hindert,
verandert Onder den microscoop in een sierlijk bosch met en afwis-
gedeelten van den bloesem.En
nemingen komen wij Op het spoor
wij leeren hare behoeften en
e
.*a
:* ; #-
#
< % .
.
evX . j$!* e * a
'
e - ..ilr , *4 l- -...
j qp H' '
@ #@ . $. *
.... j .* :. 4 # e- s f
1 .* < r, . .>. 1 .-
z e , *
'
'f *fz *. .. 'I . # .e
'
'w X4 4 # @ . </
I @. - . # *
! t w* '
: gj w
le r ,tI y . .4 yw >' Ia. %. y
l . * . . 'z' .dI . -- .''...r.-- ..;, . . .. . . *z. . * .*' . > .
. w
'
.. e .. *
J f,. i#
'
*. ,' ..x
'
1 t Z : I *
j,Y . :q I. * <
'
@+
'
. ..n . . #* #
'
1..'. ...
.. ) 1 .. .
.! ' p.e:.. - g... . , ..:ze +.- l. 1 .
'
. .-
1 l .-'- -- .0 h N o 1 - 4
. < - + ' e
> '> .1 $ -** e
*e1 :..- %'.h'x . r ...-w p -*j
.w,.' $*
.: x .'- cx .% . >*1$
1 .N. s, $1.% % # wx e ,
u K@ j x & I &Y I ' #
m w.-# : .N
. v e @*/ '
d;;;'''$.. .,... ',' ,,, ,t.-,,. ,',.
tn ' N * 1 .a - + 4h ' v A +- x
,e5% .# p N# v <.T 'r s > *+ t N' f # * . h ? , J; %' q:
j
'
u . K
k p' e %
' v i #.> p + =A . % ..! 'x..... .v * L. * r#
'
.
'
@ Nx 1 . ?.
.x >: N . .j w - St . x Kw & *. *. e'. .,< #-* <k- *q >
<' .v w
-> f e
> .> <
'
.e' j
planten medegedeeld en
spreid. Bacterin en bacillen
wie heeft niet deze nietigste vor-
men der plantenwereld hooren
noemen als de oorzaak dergevaarlijkste ziekten,cholera,diphteritis,typhus,
enz.? Door den microscoop is men tot die ontdekking gekomen
, en men zal
door verdere onderzoekingen steeds betere inzichten in die vreeselijke ziekten
krijgen en middelen vinden om ze te bestrijden.
De diatomen, uiterst kleine voorwerpen,die het bloote oog eerst ziet,als
er eenige millioenen van bijeen ztjn, bestaan uit een omkleedsel van kiezelaarde
met een weinig sltm van binnen en zien er nu eens uit als schuitjes, dan
weder a1s stokjes, schijfjes,zeven enz. Haar fabelachtig snelle vermeerdering
rijker tooi
selender vormen dan onze schoon-
ste wouden.De druivenschimmel
bestaat uit celachtige vezels,die
zich f door loslaten (zie de ne-
vensstaande af b. bij gj f door
afzonderlijke vruchthouders (?t)
met talrijke kiemcellen voortplan-
ten.Aldus plant zich het gewas
met groote snelheid voort.Niet
alleen de bekende aardappelziekte,
maar zelfs ziekten van menschen
en dieren worden door schimmel-
V01'-
120
ONTDEKKINGEN MET MICROSCOPEN.
geschiedt somwijlen doordat de eene uit de andere groeit Of door verdeeling.
Zij leven in water Of in den vochtigen grond,maar hoe leven zij ? Zij drijven
en schommelen in het water heen en weder, en dat is alles.Geen spoor van
Organen tot het opnemen van voedsel of andere kenteekenen van een dier is
er bij hen te ontdekken en de strijd Over de vraag,Of men met dieren of
planten te doen had, duurde zeer langen tijd ;tegenwoordig houdt men ze
lneestal voor planten.
De beroemde natuuronderzoeker EHRENBERG Ontdekte, dat bijna geheel Berlijn
op zulke wezens is gebouwd,die in de bovenste lagen nOg leven.Daar hunne
bekleedsels van kiezelaarde niet kunnen verrotten,is de menigte der gestorven
zooals men begrijpen kan, nog veel grooter.Geheele lagen van mergel,
zulke schalen ;
niet minder groote
menigten van die-
ren-huisjes vindt
men in het krijt
en andere stden-
soorten en deze
behooren tot die
soorten,welke '
eenige Overeen-
komst nlet poly-
pen en slakken
hebben. Aan de
diatom en sluiten
zich de desmide:n
aan, die nOg m eer
verscheidenheid in
hare dikwijls sier-
lijke vormen ver-
toonen
t %
I
A Nk %
.N %
N fq .(s. ..-xj %q%, #
p'
/- ,, -.,, $ ; , ., -- . x
xx - . ,,y.. .- k..,x s ...
t. - . .f 7 k . -- ) .-Jr. --x - - . 'k -.xtx'----.h'.'Q MX , ,, ,- y ., ,y-
-
--
-
-
% r /,/ xk
s
: Ay
y . t N q j #
.
j ..-.,., y (.;k. 'Lz ,''' $j / s lr
,
-
. . % / .
,
'
Y 'ky h
z $ x N'h
j Nh
k 'k f;jk - -.
$,
$yyy -
N
y-
y- yy-
,
..
, .y .
j,.; ' .. t w ,/ 'p
- -
Nh .
. l.t y
j l x
. // '
o . /,/ y ,
j
,''
y
jjy y;tvs
l I '/ XX 41
% ,h ',) & /
'
' C / z
r . . (g.-.
-
.
(2:/ tjj;;l,,.yyy;j
.
-
.
-
.
.
.
.
.
-
-yj ,/?/ s:--
.e #
. '
c.'u V ,' ? C
*J
.
% <z'
N Mh / ;' C
diertjes,
groote steenklom-
pen en gansche
bergen bestaan
grootendeels uit
0l1 6V0l1-
eens zulk een twtfelachtige en droomerige manier van leven hebben,Zt heb-
ben geen schalen,maar zijn slijmachtig en groen gekleurd, misschien wel
niets anders dan kleine waterplantjes:Ofschoon zij Ook eenige beweging ver-
toonen.
Evenals de kruidkunde, zoo heeft flok de dierkunde oneindig veel aan den
microscoop te danken. De geneeskllnde heeft mede in die aanwinst gedeeld.
De geneeskunde, vroeger eigenlijk slechts ervaringsleer,is van vaste beginselen
begonnen uit te gaan, sedert de werkzaamheden van zenuw
,
huid en spieren
met behulp van den microscoop zijn nagespoord.Dit instrument leert het
Onderscheid kennen tusschen het bloed van den mensch en dat der dieren en
HET ZIEN.
daardoor is de weg gebaand tot het ontdekken zoowel van misdaden als van
het vervalschen van levensmiddelen en geweven stoFen.
Doch wij kunnen niet dieper op dit onderwerp ingaan.Alleen nog het vol-
gende.Omstreeks 1860 Ontdekte Dr. ZEMKER te Dresden kleine woekerdiertjes,
trichinen, die zich nu in groote, dan in kleiner aantal in de spieren van
afgestorvenen vertoonden en die in verband schenen te staan met sommige
ziekteverschijnselen.Van het oogenblik af,dat de aandacht op deze diertjes
gevestigd was,nam het getal waargenomen gevallen
men niet zelden reden had om hen voor de naaste
houden,werd de zaak hoogst belangrijk.Reeds uit de waarnemingen Omtrent
de ingewandswormen, vooral den lintworm, wist men, dat sommige dieren
zekere levensttjdperken in Onderscheidene groote dieren doorloopen,en het
duurde niet lang,Of men kwam tot de Ontdekking, dat Overbrenging van de
trichinen voornamelijk door het nuttigen van rauw varkensvleesch bevorderd
wordt. Voor het varken deze
Ongeloofelijk tOe en,daar
Oorzaken van den dood to
zelf zijn diertjes waarschijnlijk niet 'nadeelig,
doch in het menschelijk lichaam vermenigvuldigen zij zich ongelooflijk snel en
zij weten dan hun weg door het doorboren der ingewanden naar de spieren te
vinden, waar zij zich in een kalkachtig hulsel wikkelen en die ptjnltjke toe-
vallen teweegbrengen, welke in vele gevallen de Oorzaak van den dood zijn.
Voorzeker zijn de trichinen geen uitvinding van onze dagen ;zij zijn vroeger
evenzeer verschenen en hebben evenzeer als nu plotselinge storfgevallen ver-
oorzaakt.Maar,wanneer raen de ware Oorzaak niet kende, had naen de keus
uit honderd mogelijkheden.Meermalen heeft men gedacht aan opzettelijke
vergiftiging en Op Opperylakkige verdenking onderzoekingen ingesteld,die,
nadat men de trichinen in opgegraven lijken kon aanwijzen, ongegrond bleken
te Het is wederom de microscoop, aan welken wtj deze gewich- zijn geweest.
tige ontdekking te danken hebben.
Ook van het plotseling verschijnen van bloedvlekken in sptzen,brood,hos-
tin enz.,dat men reeds sedert langen tijd somwijlen heeft opgemerkt en dat
dikwijls niet weinig schrik heeft veroorzaakt, is met behulp van den micro-
scoop de ware verklaring gevonden. Zij worden veroorzaakt door een nietig
klein infusiediertje, dat men om ztjn verbazend snelle vermeerdering de won-
der-monade noemt.Wij willen onzen lezers zulk een voorval m:t de eigen
woorden van EHRENBESO verhalen.
van masmeel) van een welgestelden boer,PITTARELLO genaamd, te Legnano
bij Padua, die men op den zden Augustus 1819 in een kast in de keuken had
Op een schotel met polenta (een dikke pap
weggezet,vond men den volgenden dag roode plekken,evenals bloeddruppels.
Men wierp de bedorvene spijs weg,maar den volgenden dag vond men de
vlekken Op een andere polenta weder. In stilte haalde men den geestelijke uit
het dorp Om de spijs te zegenen.Desniettegenstaande werd het dagelijks
erger.Een schotel rijst en een broodpap voor een klein kind vertoonden na
verloop van twaalf uren dezelfde kleuren.Vasten,gebeden,sacramenten
alles was vergeefsch. Een halve kip werd in de kast met bloed bedekt.De
zaak vervulde het gezin en de buren hoe langer hOe meer met schrik en
angst. Op den 12Cen Augustus zond de politie van het district den heer SETTE
122
123 ONTDEKKINGEN MET MICROSCOPEN.
OnA de zaak te Onderzoeken en daarvan een rapport Op te maken.De weg van
Padua en Legnano werd allengs bedekt met menschen van alle standen en
ouderdom, die naar het huis van PITTARELLO stroomden.Deze goede lieden,
zelven l'eeds verschrikt,sidderden bij de jammerltke voorspellingen, die zij
telkens moesten hooren.Het domme volk sprak van een tuchtiging des Heeren
voor het achterhouden van granen bij de duurte van 1817, waaruit waarschijn.
lijk het meel was bereid.De heer SETTE meende al spoedig,dat het verschijnsel
door een nog onbekende schimmelsoort werd voortgebracht en het gelukte
hem deze op andere voorwerpen over te planten.Daar de geestelijke door
kerkelijke zegeningen het bijgeloof bevorderde,beproefde SETTZ de gewaande
schimlnel in het huis van dien man over te planten.Dit gelukte dadelijk,en
zoo werd de meening,dat zij alleen in een misdadig huis kOn voorkomen,
spoedig weggenomen.Toen dezelfde vlekken in 1841 te Berlijn zich in een
spijshuis vertoonden,gelukte het EHSENBERI deze inftlsiediertjes nauwkeurig
te onderzoeken.Htj bevond,dat zij tot de soort der monaden behoorden en
een lengte van svlvv tot .gil,v eener ltjn bezaten, zoodat Om een cM2.te
bedekken 46,656,000,000,000 tOt 884,736,000,000,000 zulke beestjes noodig
waren. De monade beweegt zich snelen rusteloos met behulp van een kleine
snuit en,terwtjl men aan een enkel dier geen kleur bespeurt,vertoont het
alleen bij hoopen een roodachtige kleur.
Dat deze infusidiertjes in buitengewoon aantal kunnen voorkomen,houdt
men voor waarschtjnlijk ; dat echter groote weidevelden en andere vlakten uit
niets anders dan zulke diertjes bestaan, schijnt bijna ongeloofelijk,en toch is
het zoo.Neemt men bijv.uit het met gras bezette veld tusschen Moabit en
Charlottenburg bij Berlijn een weinig van den vochtigen grond tusschen de
vingers,dan voelt deze zeepachtig glibberig, een bewijs, dat men daarin onder
den microscoop infusiedieren,en ook wel de navicularin Of scheepsdiertjes
als hoofdbestanddeel vinden zal. Men vindt daarin Ook inderdaad voor een
gedeelte nOg levende diertjes en de bekleedsels der gestorvene.Te Berlijn zelf
vindt men eene gansche laag van zulke infusiedieren en dit was er de Oorzaak
van, dat voor eenige jaren,door het wegzinken van den lichten grond,eenige
pas gebouwde huizen instortten en de fundamenten van het museum zulke
groote sommen kostten.Diezelfde lagen van kiezelschalen vindt men weder in
het dorp Birkenwerder,eenige uren van Berlijn,ja op de Lnebergsche heide
vindt men in een heuvelachtige streek bij het eenzame gehucht Oberohe,ten
westen van Ebsdorf,zulk een laag, die 450 rOeden lang,200 roeden breed en
40 voet dik is en tusscllen 1 en 15 voet diep onder de Oppervlakte ligt.Deze
laag is vrij van water en toch houden de diertjes,op sommige plaatsen nog
in grooten getale levende, haar in den droogsten tijd vochtig.De schalen
geltken in menigte bij elkander veel op meel.ALEXANDER voN HUMBOLDT 7Ond
in Zuid-Amerika een volk, dat gedurende den regentijd vochtige klei van de
Oevers van den Orinoco at.Uit onderzoekingen is het gebleken,dat deze klei
rijk was aan infusiedieren.
Maar niet alleen ontdekte de microscoop verbazende menigten infusiedieren
diep onder den grond,in de kalk-of krijtbergen deed het werktuig nog grooter
124
wonderen aanschouwen.De krijtrotsen van het eiland Rgen in de Oostzee
zijn alleen uit infusiedieren met kalkachtige schalen, de polythalamin,
gebouwd en de geweldige kalkrotsen,die zich bij Nieuw-oaliforni over een
lengte van 100 mijlen uitstrekken, bestaan voor meer dan de helft uit der-
gelijke dieren. Terwijl men het er vroeger voor hield, dat het krijt een neer-
slag uit het water was,heeft de microscoop duidelijk genoeg aangetoond, dat
het door een langzame afzetting van de overblijfselen der gestorvene polytha-
lamin ontstaan is,wier invloed op de vorming der krijtrotsen in vroegeren
tijd onberekenbaar is geweeit; en toch is het diertje in zijn overblijfselen met
het bloote oog niet te onderscheiden.Neemt men echter een borsteltje, roert
men daarmede een stukje krtjt in het water en spoelt men het aftreksel dan
eenige malen met water, dan zal men, als men het onder den microscoop
brengt,de doorschtjnende bekleedsels der diertjes bespeuren.0Ok tegenwoordig
vindt men aan zeer vele zeekusten polythalamin,die de meest verrassende
overeenkomsten hebben met de diertjes,welke in het krijt voorkomen. Ofschoon
wj bj den tegenwoordigen staat van onze kennis geen grond hebben Ona aan
te nemen,dat Ook in de lucht onzichtbaar kleine wezens zich ophouden,ver-
toonen toch de zwevende stofdeeltjes onder sterke microscopen somwijlen een
merkwaardige verzameling van dierlijke en plantaardige overbltjfselen,onder
andere Ook infusiediertjes,die in vele gevallen misschien slechts schijndood
zijn, want Ook in het droogste stof kan nog leven wezen.Als men bijv.,
nadat het in weken niet geregend heeft,het zand uit de goten of het verdorde
mOs van de daken onderzoekt zonder het met water te begieten,dan blijft
daarin alles rustig en zonder beweging ;bevochtigt men het echter slechts
een weinig,zoo zwelt er reeds na vijf of tien minuten een vormloos leder-
achtig verschrompeld klompje op, dat men te voren in het geheel niet
opgemerkt had.Wij brengen het onder den microscoop,en zie ! het wordt
allengs doorschijnend en begint zich te bewegen ;men onderscheidt zijn
inwendige bewerktuiging,spieren, darmkanaal,een eigenaardigen toestel,die de
spijzen :jn maalt,het krijgt oogen en op de plaats van den nek ziet men een
vingervormige holle buis, waardoor het thans dier geworden vormlooze klompje
water inneemt.Zoo wordt een raderdiertje uit zijn doodslaap weder levend ; het
beest is echter kleiner dan het puntje van de i uit dit boek,want zes zulke
diertjes hebben naast elkander gelegd nog niet de lengte van een paar millimeters.
Een der meest verbazingFekkende verschijnselen op zee is het lichten bij
nacht.De zee schtjnt dan niet alleen aan haar Oppervlakte,maar zelfs tOt op
een tamelijke diepte als gesmolten ijzer, en men heeft langen tijd niet
geweten, Gaaraan men dit verschijnsel moest toeschrijven.De microscoop
heeft Ook hier de verklaring gegeven en geleerd, dat,a1s het lichten aan de
oppervlakte gezien wordt,het meestal een gevolg is van het rotten van zee.
dieren ; verbreidt het zich echter tOt in de diepte,dan wordt het voortgebracht
door een Onmetelijk aantal microscopische diertjes, eene soort van mollusken
of weekdieren, die zelfs door het scherpste menschelijke Oog, zoolang het
ongewapend is, niet kunnen worden gezien.
HET ZIEN.
-- -.-.. . . v . wrr .<N - - - -,...- - .m e. * -xe' Nh c..-=......=- - - == r- - . n < a2N >' u - ---. = . .+ . <. * ....... w.* x x .% - %-@ e* & v 1* ....-
* - - * w %*,-# <N.. -%. e v <' . ..pe - . h ...-- .. -j . .*u 11 I - -: -.-' '-- *e. *,, *&%*P. ..' ** .w '> .rcc -r-----o-'-. '-. - . r
-. - .L> >.w 'xR . 'QR - U-- - < .. .. =. .. - Nax j .-- ...a > w . 1c-'z-mz=zu-z .': '1* . ,. . -.. v -r& hu .. ..W j ---- - .. u -.- z I= .
-
.w u= = -----
..
..---.
-
.
-- -
. z * .f1 MJ'..%+.u' ...-.. q v' , . . . x . .. . , w a - .- -- - -..-. j * . w.k r ..-
-
..
- -
.. $ . t *q . A - -z.. - W X ' '*'- ' - / 'h
-: t' 1'-'= ' . .&. L. -...= -- . b .. .. :.... 11 ,1 j
.. - -- v N , j - - , ;.. -- . .. . . q s re
- . I t #
- - i w k
.- . . -
y -- - . * # . ---- % .. j.* . e' ''-'- . t . - - . 'r . . - -
-- - # , Iu (. g I -. : - - '' t . I ' : z f I - =- .
-.7s. lk .% e ... -*--
- fjln ' ....-. ' ' / ''''!M - (zll , xe ''(ltt --- ....'
l''' .'$ % '.'. ''
t,(j!...'1 , .' . -,.---Ta,-. ;$.%' l . . J- . I . m.q
11 ' , . h - e
I # I * <
#.' Ilk .' , kjp' 1' -- 1 p '
!*e. % * !' ' .. j jjj' s t.i ,.
., , m , s.j .g. ( ,j. .;j. . x
'
,. @
'
.
j j1l ** 2- X '-?. .1. & . jj ,. p: jq:.j g .. j- .,.g k v ..1- .. : ! ,''-w ,.q w N ' Iz I . ' R I ..., b . 'h '.' . , .
$ . . , jj , j,N , -.v f' ..#
'
,., . j j ., . ,., ., ,. ,.., . - . Ke- w. g ja . - 4- . $ kk' dk !j j . .f , .- . h
k$ ,$, ) - - ,, ./N , r . .,. . <. ,$ . . % y. , .
< y .@. ) x :j.q . NN $.
-
L Yq . w t. .y I 4 j x - . . e g o- : % - . > , ( .<. jl. .*u%. M.' .......J- .,A. 1'1 z , ,.% . N N -' .x N I s...,.., -
,
* .
v y y.s.j .. v..#jy *>..
j . . .. N ' ' . .. j ..-%. ** > h !.# , ...i . N ... . . . . , z ,. .1y.a - . Y . * '- . I , ' & lhw. ... .. . .x- .. - '. ... .- . *2 1 hx p. .. .. - . d . . q ,. <# % '1x N%
. . - - , z .x . u # q , ' - . . .. - x . x e w. t k,
. . < .
j %I -/1 ll Z ... h' * ' . X N. '' 1
. - l - -. -- . tI
. I .' . ''' ..
..... p I , .. : l z , ..'- *
'
/ K 1 *' * * W -M * ... . 1 . .
'' '' * / -*'--- % ... ..- . * .. , ..
. Y I e' -* * 1 - *#e o - * iQ - / * - y. -..:2.'-.Y..w e - *' '
- . . -.--. w. . J X . .= I
. '- : #'- A - - .. # . : x .m ' w =r.u-# N u > j ... c .... .. 1: h + %
'
- , .' ' : . .
: . -....... .. - W !*... prq . '' j ... : / .. *>== q. -> - I p , - . . .. jm j I .. , . qw -
..ZL'- - x''-.. ; F i q. * N. , ., : - - . .. .:- y-g .o -,,sr .. . l- .. -. ' -. - > 1 - N * . . . e I''*. -'''* .,'. - ( - . N
'
. . . - . ! . x
'
- . ... - !# , 1 I ' I , J' 1 - .'- - qI -. . -
j . .. I - .u N m #. 11e * * I%% . 1%/ I y. ... q. r..e' . , J - Il #
:: ' I * s N I ' 1
I.q, , 1 , j p , .# / w $; u . p q . 'j I . # q. '
''. - .
I/J'r' q '' ! - . - ' .J '4.,h x . . - . -. .,-
1 j1 ..,. . v @% 1 !. - $)N $ q .Ix *' , . r ..% ' ,21/;$ /
,
1
. 'j - . - . -- r-s .z, * j). z jy jy.je-.z?j jjk dr!r .. t: -@14 1, '* *'*%Q %,.. , # , ') *# % .', *- .' *'-' * ..
;' .. '.1e . . n , :.' $-F . .' h
.
'
.m. . - r.
- .. -- I' l l- f-'-. l * >z 'I j x . - . I z h .. ,- . 5',
.,,,ta q y . . , j . . , x, I h . u - . , .' , e.
- # q e .,.> ' : w I .z. ) . I '% l e h, 1 :I
q j Fu I ! . .j j . y N
a.7v.i' ) I ., ' p # ' * . 1r I ' -
. p .
'
e I&,i . ..wk e . * I #
-
.
, - $
'
%
'
- I . ..- , $
'
... . f ' 'k - .- : , k '
I I . - ..
'
- . .l *
o .- + * e* ) I- * l! j ..b., ... .,.-. .---. x .p , ,
, < j . ,k . ., ... . .... j 1 j/ ., .- j l j . - v. 1 s.-. .. . . . :, l, . . j 5 e . . p .. e.. - - .
..A-.. I ' w. 1 .. 'h I 11 , ' I . - .,* - . b z . $ I I ; I1 ,- .. . . J . - I
i I, .'. 'I .. -- ---- r.e ' i .i -*. - -
pt 1l I y , 1 *
q 'A j Ij jhi('j 4 .'N .. ..x, .,. q e..ze + .g 'j . , ----' I I d # - . w
I < w II I # @ .- - N : <V
. . , I II - * ..- - . 'N
,.. j
J N h 1j .w. .je-j 'j .. . .. ( kqq 'jz..
. - . l - A e - . , I. I I .s - jjg Nyp:x-uh - y v !(> x ow-=
. , < l. . o -0 q ...u.. .... . i --.- .- ' * k. .* . - . *' .. l II j I - ''''*'-'*' * . . .. h Il I j . e.. *.-- ... ('* :e-) -- %' -
I ; q ... ,..-- .
-
. . j j . - .,.....j, / 1* l .- ,
- . , z ..,;.. .> . z. .,. r .. x u 'o
. . ......-.- ; , j.l Y .. l I .., - .t-' -v lb
.. . . WN .1 .,-, # ...e N.' -
* i .
*'
N t .. .,. y
l$II .. -
' 'I - j, I ...... ,.. ..,...
.
.
I *-'- *'*' * I * - - .,..
Kg * ez , i )j >..,....z z y a..- -.
..m...y g. ... . '
. e' ..0. - - : .. -# >. .. . . *' .. e' , *#
1 '* * -- - 1 - -
l jt V . -
Q44- 1 l ----'%.c...N h''.*.-. I
' lJ ''R .-- 't '--h.n - Il 11 --2z13%T *X.% %'E - .,,..,e#' ,: . ' '-I --
..,
Ae ' j 'jj %.,.. % .. *:-. * s - -- * '*-- <' *-A.-JN.A. ...
e e 1 . N<.- . l.. N'd
. .. ,1 * $.q l x , 'w. .... . '** l -*
t . i 'w - . , # -ee + '- -
,f/ . . - j. K r** - $
,
',/', ,. ..-- - 'j.. .'l If e .- .
kl I 2 we - .>'e' .QQ >. * > jf @ + * I
w 4 : s. !. vw @ ' . . w
'' ' k 1i' .... A . .
.
... .. m
.
.
. .
*: e,z' .'e' -- w.- ef .e' e .p. x..x...- j x - ''/
. z.zz' x ....'--%.- h/!.,! % A - .... j ., .. j,jjj '-...= ,, , s e e #, , j . .
'
.'. ,
'
- .
' '!
. . orzaak voort lantlng en snel e)d vean e /
. --- (4 , I ' d z, !!j**'---.
d # 'l '- ' *
Ie ,' -- 1. &X -' * * I ,''.... / ..- ,. --- . , . et elul . erug aatsln .
j ,
'l
j ,z - . .. ljI11'( '
z
.
.. y
'
, .
.
'-
.z- . e.su .
,.
.- . .
.,, ,r, , y .u y.s o y.g u v o o r .$ e , . - s -..::'>. . . 1..j, ,. . e.,- - - c 0. ree . ,
I' , - T -.! x I . 1I @ . '- -
= , .. . l1lII, '- - u''' o L.w.#.----q- - '' '
;. . -- - c.a,s%'x- ' ' ' dooven 00n en leur Taa e 11t . l',1 .... II . @
'
@
'
l - - .. . q%
I -*= 1 I :, . - -*** : .
. > 1j .. : .W , I t 'j j e n d e s n a r e 11 .-l1l-. - -. - xx...,?l' .-.: en Ooge Onen . rl .
.. 'p
: Vxd: . .. % .
. - - . .
Interferentle. et monoc orde lo *
h h
* *. w
'
.'
' - ''
' Intervallen. ur en mol. ETu3r- * 1
l > R 1 : . .j x ..m.
jN, , .j jj u y k u o (j j;o u y a p y u a . .q - & .-,....-. , H () L rl Z . r ) p ' q
q - . I. 1x %q .-,w.'-- .=.- t '
q': .A -. x '
.
'
xkx- -- . ren en laten. e lank guren van .-.
N . . . q. . I % :
e % w:. . ..v
'
.' - .
.s', -
- g , uyuasxl . lankkleur der instru- . h K . * t
ljj '- *-N ..z -., ; , 1i x . *. .. z-.'. '' '
x. !. '
-.-. ''. -.,e' .- .
x $ m en ten . P 1j n k) () ttprs . 0011 -
x .. N j I
1l . .. . Il*
.. w I :q @ . 1 : .
. -
-- $ (.) wuvyxj en xoytcE ,j.'' - - -. . $ ver ln lngen. x .
a-e.--w--'''''-' i''- ,.. . l .1 .. .y a v'.
' ..
--
- - -
- -
'
I ! r e 1 P IJ P e n . - O 1e O O n . > x'1.l 0 r 0 - , * . $ ,# # *Iy . .. i I ,1 j x I z
, .. .. , ) N .- :'- . . , oon. onograaf . P OtO ()()n . ..-::-1::L.% ..- . l . hx . ....- ,?,. . hs
. . xI ' 6.h '
w
e'I ,
q j ..u. . ..u q '
, II N % y k I . $
'
. l Il I %
'
. *
'
1:
8
,1
'''
',
'
.,,,- dI
'
'-
'
'''
--.-. :!::;:::::::7.---...!1,11,11.
8
11 1 1, o c. . . .I - . i
k . .
-
- -'%''''- --- . .. I .. ..m.. j. * .--j# 3) - . / a ,.'' 'J w I1 l, .- -- N , )) 0 C ,Z 0 0 B 0 L D T z -'''- k -.. .
. : . - g
, : j -- l,f sx- .
.-- -p- z,',.. ....-.. -- 4kyk N
N w...w w $ .w j : .
--
...
-- . .. .
.x
.aeer
'
.
' '
w -...- - - -; , n-M'
z ,-
/ r ?
. .
-
.-
-
- .
,
.
,
,
l Z l O S 1,1A O S , v l S 0 1-a a S 01 -.,''''R'
ly .=--. ...e vt . . -- - .'e ''w-i'''----w
- w. .'- Xx
- ee ..v * .- - '*-<...x -....<. g > ...- x
z.< - / - I 4 'w.xx .- ....e )f
A * .M '% W
.
< f- - X
e j'<.=-.ww. i DR Nx- Z
. r'
X.
HET GELUID.
van het geluid,derhalve Ook de draagster van de mededeeling der denkbeelden,
van het gezellig verkeer Onder de volken.lndien de aarde den dampkring
miste,zooals de maan,zouden wij ons haar hebben voor te stellen als een
treurige woestenij zonder eenig geluid.''
Oog
door de golfbewegingen in den licht-aether op een bepaalde wijze worden aan-
gedaan,z0o zijn de indrukken,die wij door het oor
.
7xxu .x
,z'' kt '
-t ''st >
'o -
,-
)>y
-
,y .
, -
,.!y !
.
,..
jjjjj t !kt
'
! I ;
'
lI- .
,
,
Itj
i!1
*
1!-
l:1 1
, lI ll
@
1' @
I l
= ' ..
I1
.
-
>
Zooals ons indrukken van het licht ontvangt,doordat de gezichtszenuwen
ontvangen,niets anders dan het gevolg van bewegin-
gen,die door middel der gehoorwerktuigen tot de ge-
hoorzenuwen worden overgebracht.Wij hooren een
geweerschot en kunnen tegeltk aan het rinkinken der
vensterruiten bemerken,dat de lucht zich sterk beweegt.
Al wat wij hooren noemen wij g e l u i d , en men
geeft den naam geluidstrillingen aan de trillingen,die
het geluid voortbrengen. Zij worden voortgebracht
door afwisselende verdichtingen en verdunningen der
lucht.Waar lucht Ontbreekt kunnen wij niets hooren.
Op hooge bergen wordt onze stem uiterst flauw, Omdat
de lucht er ijler is.SAU:SURE schoot op den Montblanc
een pistool af en de knal was niet sterker dan de
klank van 't Op elkaar slaan van twee stukjes hout.
00l10r
Indien wij het slagwerk eener klok onder den ont-
hooren wij
niet naarmate
vanger luchtpomp brengen, de klok goed slaan,zoolang de
pomp nog in werking is. Maar, de lucht door uitpompen ver-
dund wordt,vermindert ook het geluid en 't wordt eindelijk geheel onhoorbaar,
als de lucht weggepompt is,hoewel wij den hamer zien slaan.
De v o o r tp l an ti ng der geluidsgolven geschiedt gelijkmatig naar alle zijden,
zoodat men het veorwerp, dat geluid geeft,heeft aan te merken als het middel-
punt van een steeds grooter wordenden kogel.De rechte lijnen getrokken van
dit middelpunt naar punten van den
--....e.,- =* ::E.....:% zo.'.k -c .z'**N xNNN.%.*' N 'b. %. $j$'11jj,Nqj *Xe> ...- ... ..(. x N.N N N%q N :q $ q W ..- 'r---..- ''*rc >> ..4.1.22.7..>.xN .vNNN*....N NNN !h :I .',k$:j 5 f '.7.'-*..---- - '-- x ..w.2.ON u n xs Nu 4 xxx'lxN N N N NN.N Nh ' l'ljj 1l'1 l o r .....- ..- . N.4 x N ! f'..e......- - ...
'--.ww
xk-k x2o x'x xN NN.. %% ' .h!t!1 ..y$l ., ..--- -.
. w c' x k xy ss N N .sb' 'k !l,'.!. ,#'...- ..............*'*
... xv4.lj k. '. ,, qh .l q,$ 1!. j ,' ...e ......-....'p x h.vN x xx NNN/ NN .N N N N !N $..l jjj','.ldl$,.,$hjj A .e'...- x ,q1j i I,!. ...e'.,...u --- ....-.....z N x'hhM X NXN,NNNNNNNNN hky N .. j k'!$q j x ... ...:........-...-..Q'u N xN x NssNNN y $'I$'j
h$'. jjl!IlI j j,'j, p '
..e z fe-csr.g.-----.'.r-L4x xxxq.hN N NNN N. X NNNyh.h.h $,$ jl. jh.'t.l''.ilh1.
.z''JJJ..X P'-r-.HL-x--f N.)xx N
,NN jj :'N$'l)Nbby.j,j.,b, hy $,l.ilj!,k$$,jk! zz
xw x-c7. *.4-x N :yry) r $j.jj$.,(!l:$$,, i
,.k1jj,jj 'z trzf/e z.'..e x'---xxtkxk xqX N.N q .$yh..hj .Il,$kIt ,,,$ kj1!,!j$ *. ....%% 'hhx..'''k'N
'
NN '&
'
j $
'
j'i:$,j!$jjjjjIjj1!!j$jj.j,!jji I!j$
, ''x XN'VN '.(N,L$ j$
'
!
'

'
hljt,.1lj $ l!
'
1$l I!j!,!
'
l
'
Ijjji .@ z'fg.; z .e' 'N x.N
'
'$
'
'$.:'$
'
.
)jj!!j!qlltlj
'
jjlijjljjI,
lI
jjj,jj,j1I l jj$I / ..v NN fs'j
'
k!pg!'l $,kI I ,!kj1jI11!!1!jj j/. N
'
N
'
j!j!jjll!IjI,ltjIjI$jjjj,jjljjljjjjjjyjjjjjjj$jj 1,IIIl// $!j1!jltjl
j
'
jjjjjIIjltl$j1i Ij I jj jj!j ,.
'
11 k( ! $1j,jjj p'jjjj:jjljjIIIjj1j,jjljIjyj!
j
-
j,yIjjjjjjjj:
y
jjkjj 1!!tl$ l ,y llllljj
y
'
Itjjjjjj,jjjjjjjjjjjjjjjjj
,
j,1j
,
;jjIjjj
jj
j
,jjjjjjjjj
y
yjjyjjj
:jj
j
'
N x z /14?p//,,g
'
,,.;,,j,j,yy,tjyj,,,,,r,;,,g,,,,!,j,j,,,,j,jjj,j
$-ty. . ..z .,,,,t,., , h
y- jh,k %x ''-.-.''.- z ''//'/l' t,tg, ! ; :j;jI jjI;jp yjj h N x....
.. ...,,
.,'
z z //?;Jl; /// /)y/# jl;,/j/ j,,t y(,;jIjpjjjjjjr;,jyjjjjjjjj 'skhh Nxx w '''-- .,..zz f/# /'l /t,/t ! /jpl;I ,
;;:j j jj j Nv.N .,... ...<'/ yv; y /./)/,f)j)j jj/j jjtjjjjj jjj .,
..% -...... '$z;' vyl//jr / jjtjgjljjj jj ,jj,j
..
%. .. w...-...-.. ,,zz / ; / ;?; !'Iyljqj //jjlII,, jjpj;tjgjjjj j,,jy))jj Q--.'7,i-%. #z'ez'z / ;/&'// 'kll'?'/ ''?, /l/lp/,'1),!j.!.!!',/11qpI c'.
= -,w . z z ;g; gg/1)/ ll'l, ljl, lyIj ;jj x. .rz'g ..... e z Zz / /,/'; / )j,lt,Igj !,I ) x -..'...- - . ..,. z z z 'yyh;z/ g // / / t1ltjIj,ljtt!.j N . w
w
- - --
... z z zz #.gz'// g ; ' , ./,?j
,,j/, !,j/ j h'whhw .......- -.-....A'.,..z.x zjzzzzg/ ; ,l,f,, t,l , w ... ....-...-...-. ..e. ...
,.zz.; ..z,gygg g / ,,,y;l ., p?t j w.*w '.h.......-.....'*,ez (.9 z /,t I/ l h'h 'h'.... .''e ,.Ce''ZZ'/: z zzz Z ; / ' ? .'? ' l x Q -......-- .-...-
...,....y; .j z z z z Z g / ,l ?/tl,'! // )> Q '...<....
...- .-..a -..'ey ..le,,j ..z zzz z z .yz /,g yg,,, .y,j :j .. A :r2> <.- .--- ...x .ee.,. .e ..z . z.,, .,.z <N>
..OQ ,7.:.E.-'--.:,yw-'% s.x .;x' z.euw'.eo aez ' zz z yz, .,g..,; ,',...,..g,lp,g,.,j,t,.z) z. - ..w-= . .,z .a.z
kogel noemt mO geluidsstralen.Het
geluid gevende voorwerp deelt aan
de omringende lucht een heveelheid
arbeidsvermogen mee, die zich Over
den steeds grooter wordenden bolver-
spreidt.Van deze hoeveelheid arbeids-
vermogen hangt de sterkte (i nt e n-
sit eit) van het te voorschtn geroe-
pen geluid af. Omdat nu de Opper-
vlakken van twee bollen zich ver-
houden als de vierkanten hunner stralen,moet de intensiteit van het geluid
in een zeker punt omgekeerd evenredig zijn met het vierkant van den afstand
van dat punt tot de geluidsbron.De knal van een pistool, dat op 1 m. afstands
van Ons wordt afgeschoten,is dus honderdmaal sterker dan de knal van een
pistool,dat 10 M. van het OOr is verwijderd.In de lucht plant het geluid zich
2
VOORTPLANTING EN TERUGKAATSING.
voort met een snelheid van ongeveer 333 M.in de seconde,waarbij nog Op
te merken is,dat de snelheid iets geringer is bij een kleine intensiteit.Terwijl
dus een lichtstraal den afstand van de zon tot de aarde in 8713''doorloopt ,
ZOtl het geluid daartoe 16 jaren en 8 maanden noodig hebben.Geluidsgolven
planten zich ook voort door vloeibare en vaste lichamen heen.De snelheid van
het geluid is zelfs in vloeibare en vaste lichamen grooter dan in de lucht.
Voor tin is zij b. v.7maal grooter ; in ijzer,staal en glas 10j,in zilver,geel-
koper en notenhout evenveel ; in roodkoper 12,in ebbenhout 14y ,in dennen-
hout 18maal grooter dan in de ltlcht.Dennenhout is alzoo uitnemend geschikt
om de geluidsgolven op te nemen ; daarom is het van zoo veelvuldig ge-
bruik bij het vervaardigen van muziek-instrumenten.Vool-al dient het voor
snaar-instrumenten in die gedeelten,welke door eigen trillingen moeten mede-
fluiten,klarinetten en andere instrumenten,welke zelve niet werken,terwijl
in trilling geraken moe-
ten,van ebben- of beu-
kenhout, Of van ivoor
en zulke zelfstandig-
heden vervaardigd wor-
den. Het brullen van
den vulkaan Morne Ga-
rou Op St.-vincent
hoorde men tot aan het
der-
N
A1
.-.'- 1
..'-e P i
j *
-' 1.1
g u-.u. ..u .. - . . lI'11IlII
-.
I11III' l11II11llIIIIIIIIllII11
4 .... ---- j -....-.....
= = .. -. . *. - .- ... .. - ce . = =- =
pj- i - ..,- - ..
j- .....--.- .-- .-.'-v. - .. .. - - . .> w
tjl . '.=.. = = '=c --- =--==--'-..'== =
dw ==---
-,- - ,
' ''' .-,..-...
==-v.--== lrI...--- ..-'.'' - ->--.''- '- .- .W----- -.===- --''''''''====-===----- '' = - -- ' == ,,....- ......... ' '' ''- '- ' '- - '' '- ' '--
W *X-* * -= a $ - . = ..... .,...... .. .
- .- j - ...*... .. .C - = ...=.. .= = = .- .- = .---.c .. ....-=-=r = ..- . .. . < -'> - ...
> I - .. - . - .. - ' - '''
N ' j .- . ..- .--- - N .x
'e l
:.
T ''1( '.11 ---.-..----....-..- --.--- $( .-
-
.--
-
-
'-
-
'-
--
.
n. .,
--- '- - - .. - - ---- -
. -
-
'- - ' . . ' . ... '
= - , j. - ' - '/ 1 -- .-..-.-.--------.-.--.-.. --
.- A1
v- - .-. h
Maracaibo-meer,
halve Op een afstand
van 150 geographische
mijlen.Dit geluid werd
niet voortgeplant door
de lucht,maar door den
grond ; en het is beltend, dat de W ilden m et veel nauwkeurigheid den afstand?
de richting en de getalsterkte van vijanden onderkennen door het Oor op den
grond te leggen.In vloeistoflbn plant zich het geluid insgelijks zeer gemak-
kelijk voort,zooals men bij het baden ontwaart. De bovenstaande af beelding
vertoont een toestel Om de snelheid van het geluid in water te meten.De
klok C wordt onder water door middelvan den hamer M aangeslagen. De
af beelding toont duidelijk,hOe dit geschiedt. Men weet nauwkeurig den
afstand tusschen de klok en den mond T der hoorbuis 0.W anneer nu
hetzelfde
OP
oogenblik,waarop de hamer aanslaat, in P een licht wordt Ontstoken,
ziet de waarnemer in 0 dat zoo goed a1s onmiddellijk,terwijl hij eerst een
weinig later den slag hoort,waarvan het gelllid door de buis tot zijn oor
wordt overgebracht.Die verloopen tijd,Op een seconde-uurwerk afgelezen,
Ongeveer de tijd,dien het geluid noodig gehad heeft om van C naar T
loopen.
T e 1- u g k a a ts i n g v a n h e t g e l u i d.lndien geluidsgolven van de eene
middenstof in de andere Overgaan,kaatsen zij gedeeltelijk terug.Zelfstandig-
heden,die licht beweegbaar,maar weinig veerkrachtig zijn,kaatsen de trillingen,
%)
HET GELUID.
welke zij opnemen, niet terug ;wollen dekens,tapijten en dergelijke dempen
het geluid Op plaatsen,waar ztjuitgespreid zijn.Zij laten de golven niet ge-
heel door en kaatsen ze niet krachtig terug.Met harde,veerkrachtige lichamen
daarentegen is het anders gesteld.Deze toch kaatsen de geluidsgolven terug
en wel volgens dezelfde wetten,volgens welke het licht wordt teruggekaatst.
Nu zijn de geluidsgolven veel grooter en hebben zij veel grooter trillingstijd ;
de langzaamste lichttrilling geschiedt in v) ;.billioenste gedeelte eener seconde,
terwijl de laagste hoorbare toon uit trillingell van 4/v seconde bestaat.Daarom
worden tot eene volkomene terugkaatsing zeer groote en gladde oppervlakten
vereischt,hoewel zij niet spiegelglad behoeven te zijn.lndien de terugkaatsings-
oppervlakte op
geplaatst is, zoodat het geluid vrij veel tijd noodig heeft om ons Oor te be-
eenigen afstand van ons en ook van het geluidgevend lichaam
reiken,hooren wij de teruggekaatste.geluidsgolven Op zich zelven en later dan
de Onmiddellijk naar Ons oOr schietende ; dit noemen wij een e ch 0. W aar de
omstandigheden gunstig zijn,kan zulk een echo niet alleen woorden,maar
ook geheele volzinnen herhalen ; vooral ztjn de streken van de quaderzandsteen-
formatie met regelmatige,steile en groote wanden,zooals in Saksisch Zwitser-
land,Adersbach enz., bekend door talrijke echo's tot groot ongerief der
reizigers,daar de vindingrijkheid er op uit geweest is om van deze eigenschap
der natuur partij te trekken en door middel van allerlei kras- en rateltuig het
oor der vreemdelingen te vergasten op geluiden,bij welke de ketelmuziek nog
een uitgezocht concert geeft.Beroemd is de echo der Loreley-rots,alsmede die
op het slot Simoneta bij Milaan,waar door de herhaalde terugkaatsing een
schot bijna 50 keeren gehoord wordt.
echo
Merkwaardig en vermaard is OOk de
op de voormalige,thans met Hofrust vereenigde buitenplaats Rustwijk
bij Muiderberg, waar geheele zinnen woord voor woord herhaald worden door
een echo, die verwekt wordt,wanneer spreker en hoorder ieder op een be-
paalde plaats gaan staan.Door deze twee bijzOnderheden Onderscheidt zich deze
beroemde echo van alle andere bekende Op een zeermerkwaardige, nOg niet
geheel verklaarde wijze.Gebogene oppervlakten kunnen de afzonderlijke geluids-
stralen evenzoo vereenigen als holle spiegels het licht en, zooals men weet,
wordt hiervan gebruik gemaakt bij het bouwen vanconcertzalen,schouwburgen
en dergelijke gebouwen.Men zorgt er niet alleen voor de wanden te vervaar-
digen van zelfstandigheden,die zOO weinig mogelijk het geluid opslorpen en
onderdrukken,terwijl men, zooveel mogelijk,hoeken,pilaren en dergelijke
geluidsbelemmeringen vermijdt,
den elliptischen vorm te volgen zich de westen der geluidsterugkaatsing ten
nutte te maken. De ellips heeft nameltjk twee brandpunten.Alle stralen,die
van het eene brandpunt uitgaan,
gekaatst,dat zij alle door het andere brandpunt gaan en dat de tusschen de
brandpunten doorloopen wegen voor alle stralen dan dezelfde zijn ; daardoor
gaat zoo weinig van het geluid verloren,dat in eene zuiver elliptische ruimte
op de bepaalde plaats het Op de andere zeer zacht gesproken woord duidelijk
worden door den binnenomtrek zoo terug-
gehoord wordt.De verraderlijketrappen,
van vroegeren tijd dikwijls met groote moeite in ltasteelen en andere gebouwen
vensters en zalen,die bouwmeesters
maar men tracht zich ook door zooveel doenltk
4
5 VOORTPLANTING.
hebben aangebracht,zijn daarvan duidelijke bewtjzen en vermaard is het zoo-
genoemde Oor van Dloxvslvs,eene tOt gevangenis ingerichte spelonk,waarin,
naar men verhaalt, de staatsgevangenen nooit een woord spreken konden
zonder beluisterd te worden.Eveneens is bekend de zoogenoemde whispering-
gallery (fluister-gaandert) in den koepel der St.-paulskerk te Londen,waar
twee punten zijn)op een van welke men een op grooten afstand in het andere
punt gefluisterde woord duidelijk hoort.Men verhaalt oOk van eene kerky die
eene soortgelijke eigenschap had,welke daardoor aan het licht kwam, dat
iemand in een ander gedeelte der kerk hoorde)hoe in den biechtstoel eene
vrouw hare ontrouw beleed.
W aar de geluidsgolven door zijwanden genoodzaakt worden zich slechts in
ne richting voort te planten,wordt haar intensiteit weinig of niet veranderd
en het geluid veel verder gedreven.De beroemde Fransche natuurkundige
BIOT heeft proeven genomen met buizen?die voor eene waterleiding te Parijs
werden gelegd.Hij plaatste zich in een stillen nacht aan het eene uiteinde
eener buis van 900 meter lengte en liet aan het andere uiteinde onderscheidene
instrumenten spelen, spreken en geluiden van onderscheidene sterkte voort-
brengen ;hij kon niet,bespeuren,dat eenig geluid door het afleggen van dien
langen weg iets van zijne intensiteit vefloren had ;de zachtste toon werd
duidelijk gehoord en het eenige middelom niets te hooren was,zooals hij zich
uitdrukt, dat aan het andere uiteinde der buis geen geluid gegeven werd.
Sedert lang heeft men van zulke waarnemingen gebruik gemaakt tot het ver-
vaardigen van spreek- en hoorbuizen. ln een oud werk,iI1 1516 uit het Ara-
bisch vertaald, te Rome gedrukt en ten Onrechte aan ARISTOTELES toegeschreven,
wordt verhaald, dat ALEXANDER DE GROOTE een horen zou gbhad hebben,met
welken hij zijn leger Op 100 stadin afstands kOn bijeenroepen ; waarlijk,dat
was we1 een krijgshoren als die van den fabelachtigen ROLANP,waarop hij in
het dal van Roncesvalles voor h6t laatst blies ; maar het was geen spreek-
trompet, die de woorden Irerstaanbaar overbrengt. Zulk een werktuig werd
het eerst uitgevonden door den ridder SAMUZL MORLAND in 1670 ;hij nam er
proeven mede te Deal,in tegenwoordigheid van den Engelschen koning KAREL 11
en van prins ROBERT.Hij bediende zich daartoe van eene koperen buis,ter
gedaante van een afgeknotten kegel, 1,68 M. lang,aan het eene uiteinde
5 centim., aan het andere 52 centim.wijd.Een geluid,door deze buis voort-
gedreven? Nvas op een
Twintig jaren vroeger had reeds de bekende ATl-lwxwslus KIRCHER een toestel
afstand van 3 Eng.mijlen (1 uur gaans)hoorbaar.
aangoprozen 0D;hardhoorigen in het verstaan te hulp te komen ; deze bestond
Ook uit eene kegelvormige buis,welker nauwste uiteinde in het 001- werd
gestoken,terwijl de spreker den mond nabij het trechtervormige uiteinde
brengen moest.KIRCHER heeft echter eerst latel- doen opmerken, dat,als deze
hoorbuis wordt omgekeerd en men aan de nauwe zijde spreekt,zij Ook als
spreekbuis te gebruiken is.In onzen tijd heeft de spreekbuis door de verschil-
lende wijzen van telegrapheeren het nut, dat zij vroeger had,grootendeels
verloren, hoewel de zoogenoemde spreektrompet nOg niet geheel buiten gebruik
is Op schepen,Op hooge bergen Of torens,Om bevelen of boodschappen naar
HET GELUID.
beneden te zenden,terwijl men ook de spreekbuizen,door welke men uit het
eene vertrek van een huis naar het andere spreekt,tot deze toestellen rekenen kan.
De hoorbuis of hoortrompet daarentegen heeft eene blijvende waarde en is
in zeker opzicht vool- het 0or, wat het vergrootglas of de bril is voor het
oog.Deze trompet bestaat uit eene buis, aan de voorztjde eenigermate kegel-
vormig,met eene verwijding aan den mond ; zij beoogt eene grootere menigte
geluidsgolven op te nemen en als het ware tOt een bundel vereenigd naar het
oor te zenden ; doch hare bruikbaarheid beperkt zich tot hen, die nOg niet
d00F' 7) )
percha buizen,die door hare buigzaamheid allergemakkeltkst in het gebruik
ztjn,terwijl het door verbinding .van Onderscheidene mondstukken met eene
maar slechts phardhoorend''zijn. Veel meer waarde hebben de gutta-
hoofdbuis zelfs mogeltjk iq gemaakt, vrij doove menschen het genot van het
deelnemen aan de gesprekken eener geheele tafel mogelijk te maken.
Reeds hebben wij de geluidsstralen met de lichtstralen vergeleken ;die ver-
gelijking heeft niet alleen betrekking op de wijze van voortplanting en terug-
kaatsing;wtj kunnen de Overeenkomst nog verder Opmerken.Wat de kleur
is bij het licht,is de toon bj het geluid ; beide hangen van het a a n t a l
trillingen af,dat in de seconde plaats heeft.Een kanonschot,het geluid van
een voorbijrijdenden wagen,het geblaat van een kudde,een rollende donder-
slag - deze verschillende geluiden geven aan ons o0r indrukken, die zich
eenigermate laten vergelijken met hetgeen voor het Oog het zonlicht,het licht
van vuurptl,de bliksemstraal enz. ztjn.lndien een stoFelijk punt zich in een
bepaalde richting zoodanig uit den evenwichtsstand beweegt,dat de versnel-
lill I,
evenredig is met de uitwijking ujt dien evenwichtsstand,komt het eindelijk
tot rust en gaat het daarna versnellend naar den evenwichtsstand terug, dien
het voorbijgaat om op dezelfde wijze naar de andere zijde een uitwijking te
maken.Een dergelijke beweging noemt men een e n k e l v o u d i g e t r i 11e n d e
die het op zeker oogenblik heeft,naar dien evenwichtsstand gericht en
b e w e g i 11 g of een e n k e l v o u d i g e tri l l i n g.De grootste uitwijking uit
den evenwichtsstand heet de a m p l i tu d o en de tijd,noodig om van uit den
evenwichtsstand eenmaal een uitwtking naar rechts en naar links te maken,
de tr i l l i n g s t i.j d.Een s a m e n g es t e l d e t r i l li n g is ee'n beweging, bij
welke een stolelijk deeltje schommelingen om een evenwichtsstand maakt,die
beschouwd kunnen worden als samengesteld te zijn uit e n k e lv o u d i g e tri 1-
l i n g e n. Deze samengestelde trillingen kunnen dus van allerlei aard en vorm
zijn.'t Licht nu bestaat uit trilling
van de ponderabele stof. De intensiteit van het licht is evenredig met het
vierkant van de amplitudo dier trillingen ; de i n t e rl s i t e i t van het geluid
van den aether en 't geluid uit trillingen
eveneens.De kleur van het licht hangt
h o 0 gt e van het geluid eveneens. De vorm der trillingen doet zich aan Ons
voor als het meer of minder gepolariseerd zijn bij het licht en als k l a n k bij
't geluid. Door intensiteit, toonhoogte en klank worden de verschillende
geluiden van elkaar onderscheiden.Wtj spreken van hooge en lage tonen en
deze uitdrukking wijst eenvoudig op 't verschil in trillingstijd of 't verschil
in snelheid,waarmee de geluidsgolven op elkander volgen.
af van den trillingstijd ;de t o O n-
6
TRILLINGEN DER SNAREN.
TOt de bepaling van de toonhoogte leent zich niets zoO goed als de zooge-
noemde s ir e n e ,bestaande in een tandrad, tegen welks tanden men met een
nauwe buis blaast. Wanneer het rad draait,snijdt iedere tand den luchtstroom
en houdt htj dien een Oogenblik op.Zoolang de tand zich voor de Opening
der buis bevindt,wordt d: lucht in db laatste verdicht,en door deze afwisse-
ling Ontstaan golven,die elkander te sneller Opvolgen,naarmate het rad met
grooter snelheid omwentelt. Men kan het getal golven in een gegeven tijd
bepalen en heeft bevonden,dat de laagste toon uit 1.6 trillingen in de seconde
bestaat ; in de muziek duidt men dezen t0Or1 aan door 0.Trillingen,die n0g
langzamer zijn, Openbaren zich slechts als afzonderlijke luchtbewegingen.De
hoogste toon, dien wtj in staat zijn te Onderscheiden, bestaat uit 24 000 tril-
lingen in de seconde.W at dit getal te boven gaat valt buiten het bereik van
ONZO gehoorwerktui-
gen. Overigens weten
wij,dat elk veerkrach-
tig lichaam geschikt is
tot het voortbrengen
van een muzikalen
toon, daar het namelijk
in staat is Om de lucht
door snelle, regelma-
tige trillingen in eene
door plotselijke ver-
dunning en verdichting
ontstane golf beweging
te brengen.lndien men tegen
strijkstok langs strijkt,
ten gevolge
welke men gemakkelijk kan voelen,als men den steel der stemvork tegen de
tanden houdt Of den rand van het glas met de punt van den vinger aanraakt ;
hoort men een toon.Er zijn trillingen ontstaan, welke
der elasticiteit van het staal Of glas gelijkmatig voortduren en
ja men kan de trillingen der stemvork door haar zelve laten aanduiden, a1s
men aan het eene been eene stift vastmaakt en die langs een met lampzwart
bedekt voorbijschuivend blad papier laat schuiven.De trillingen kunnen Ontstaan
uit een enkelen stoot Of slag,zooals in dit geval ; of aanhoudend voortgaan,
zooals in de viool en de blaasinstrumenten.Eene gespannen
den met hars bestreken strijkstok uit hare rust getrokken ; zij wil den oor-
spronkelijken stand hernemen,maar wordt wederom door den strijkstok aan-
snaar Nvordt door
geraakt, en dien ten gevolge
in de seconde ; elke slingering
Bij de blaasinstrumenten zijn het de elastieke lippen of de trillende tongetjes,
veeren en plaatjes,die door de samengedrongen lucht,bij het blazen in bewe-
veroorzaakt eene nieuwe luchtgolf Of toon.
ging gebracht worden ; in sommige gevallen ook eigenaardige bewegingen van
den luchtstroom,die wij later zullen behandelen.
maakt ze honderden en duizenden slingeringen
HOe de 0P deze Onderscheidene oorzaken van het ontstaan der tonen rus-
tende muziek-instrumenten Onderling ook mogen verschillen,toch liggen bij
eene stemvork of eene klok slaat of er met een
HET GELUID.
alle zekere algemeene natuurbeginselen ten grondslag,Omtrent welke ons het
allereenvoudigste snaren-instrument, het monochorde,het noodige Onderricht
geven kan.
Het m o n o ch O r d e heeft, zooals de naam aanduidt, ne snaar ; deze is tot
versterking van den toon op eene holle houten doos, een zoogenoem den klank-
bodem,gespannen. De snaar ligt in het midden vrij op twee latten of zooge-
noemde bruggen en kan door het Onderschuiven van een klein bruggetje of
kammetje naar welgevallen korter gemaakt wordell ;de klankbodem heeft eene
maatverdeeling. Wanneer de snaar met den strijkstok gestreken Of met den
vinger in beweging gebracht wordt,maakt zij zoogenoemde transversale tril-
lingen.Het punt der grootste afwtking ligt in 't midden tusschen de beide
spanpunten ;als er twee snaren zijn en beide snaren even lang, even dik,
even elastisch en even sterk gespannen zijn,zullen zij OQk in denzelfden tijd
evenveel trillingen maken. Maar zoowel de amplitudo als het aantal trillingen
verschillen,naarmate de dikte,het specifek gewicht of de spanning der eene
snaar verschilt van die der andere. Ten aanzien van dit verschil bestaan vaste
het monochorde ons en eenvoudige wetten, aangaande welke
ondervindelijken weg inlichting geeft.De
door het eene uiteinde der snaar over
gewicht
evenredig
dus mdt
langs den proef-
spanning meet men het gemakkelijkst
eene rol te laten loopen en met een
te bezwaren ; men bevindt dan,dat het aantal trillingen eener snaar
is met den vierkantswortel uit het getal, dat het gewicht voorstelt,
den vierkantswortel uit de spanning der snaar. W anneer eene snaar,
met een van
maakt,zal zij bij 4 kilo
gewicht 128 trillingen maken. Immers de vierkantswortel uit 4 is
getal dus het getal trillingen (64) moet vermenigvuldigd worden ;
dezelfde snaar,met 9 kilo bezwaard, 3 maal 64 = 192 trillingen in de seconde
maken enz. Verder is 't aantal trillingen eener snaar omgekeerd evenredig
met den vierkantswortel uit het gewicht der lengte-eenheid van desnaar ; bij
twee snaren van dezelfde stof,lengte en spanning zijn die getallen dus omge-
keerd evenredig met de dikte der snaar en bij twee snaren van verscllillende
stoFen omgekeerd evenredig met den vierkantswortel uit het soortgelijk
gewicht. Daarom zijn de laagste snaren van
2,nAet Yielk
zO0 zOu
gitaren, violoncels enz. met een
metalen draad omsponnen, die haar gewicht vermeerdert en den trillingsttd
vergroot.Deze wetten komen echter minder in aanmerking bij het behandelen
dan bij het vervaardigen der muziek-instrumenten.Ten einde bij violen,gitaren,
citers en dergelijke instrumenten uit eene in bepaalde spanning gebrachte
snaar verschillende tonen voort te brengen, neemt men zijne toevlucht tot het
inkorten van het trillend gedeelte der snaar.
Naarmate eene snaar korter is, volbrengt zij hare trillingen sneller.W anneer
b.v.eene snaar 40 trillingen maakt,als zij over hare geheele lengte trilt,
zal zij er 80 maken,als men door het onderschuiven van een kammetje in
het midden de snaar tot op de helft verkort ; viermaal zooveel,d.i.160 tril-
8
9 TOONLADDERS EN TEILLINGSKNOOPEN.
lingen, als men slechts ) van hare lengte laat trillen,ellz. Uit dit omgekeerd
evenredig zijn van het aantal trillingen met de lengte der snaren blijkt de
reden,waarom men door het zetten van den vinger Op verschillende punten
eener snaar eene m enigte verschillende tonen uit haar lokken kan ;want,a1s
men den vinger op de snaar drukt tegen het hout, verkort men haar.Geene
snaar kan lager toon geven dan dien,waarbij zij over hare geheele lengte
trilt.Zooals elke kleur Op zich zelve wel goed is)maar eerst door samenvoe-
ging met andere een min Of meer aangenamen indruk op ons oog maakt,zoo
is oOk n toon op zich zelf niet van bijzondere bruikbaarheid ; eerst door
bijeenvoeging van verschillende tonen ontstaat eene toonspraak,die Ons genot
en aangename gewaarwordingen verschaft.Deze samenvoeging van tonen, 'tzij
(1e vereenigde werking van gelijkklinkende, 'tzij de afwisseling door Opvolgende
klanken,heeft haar waren grond in eenvoudige wiskundige betrekkingen,in
welke de trillingsgetallen tOt elkander staan.
1nt e r V al l e n e n t O O n l a d d e r s. Als wij een steen in een stilstaanden
vijver werpen) zien wij, dat er kringvormige golfjes van het getroffen punt
naar den Oever loopen.Denken wij Ons nu een tweeden steen Op dezelfde
plaats in het water geworpen)die echter golfringen met een trillingstijd,die
de helft bedraagt van dien der eerste,veroorzaakt,dan zal in den regellnatigen
lOOp der eerste, grootere kringgolven geen onregelmatigheid Ontstaan.Het
begin en het einde van elke zal Ook door een aanvang en een einde van de
kleinere worden aangeduid en
kenbaar maken.W anneer echter
eerste
zich ten hoogste daardoor des te duidelijker
de tweede steen in denzelfden tijd,waarin d:
er drie zullen de samenval- twee golfjes deed Ontstaan, veroorzaakt,
lingspunten eerst na twee grootere golfringen liggen en binnen dien Omtrek
de beide golvingen elkander veel meer storen dan vroeger.En zoo verder.
H0e grooter de Onderling Ondeelbare getallen zijn,die de verholzding uitdrukken
tusschen de trillingstijden der golfringen,des te meer Ontstaat er een Onge-
regelde golving,waarbij de ringen niet meer te onderscheiden zijn,geheel door
elkander slingeren en Ook des te ongeregelder den Oever bereiken.0ns Oor nu
is eenigermate de oever,waartegen de luchtgolven botsen,en dezelfde samen-
vloeiingen, die twee golfringen in 't water Ondergaan, hebben ook plaats in
het voortloopen der luchtgolven,die door het gehoorwerktuig worden Opge-
vangen.Het geheel eener verbinding van tonen is des te aangenamer, naar-
mate de golf beweging regelmatiger is,terwijl uit het opgemerkte volgt,dat
de verhouding van twee tonen, wier aantallen trillingen per sec. tot elkander
Staan als 1 : 2,de redelijkste is,Omdat zij de eenvoudigste is.Deze betrekking
Wordt in do mtlzikale kunstspraak aangeduid door het woord O c t a a f.De
Onderlinge afstand van twee tonen met betrekking tOt hunne trillingsgetallen
heet in het algemeen een i nt e r v al.De octaaf is eene zoo eenvoudige betrek-
king,dat men zelfs de beide tonen als gelijkwaardig aanmerkt en alle mogelijke
intervallen tot de verhouding 1 :2 terugbrengt.Men vindt haar Op het mono-
chorde,als men de beweegbare kam zOO plaatst, dat aan de rechterzijde der
snaar 1.en aan de linkerzijde j van hare lengte valt ; dan geeft het langste
gedeelte een toon, die eene Octaaf lager is dan de toon Van het kortere.
HET GELUID.
schuift men de kam zoo)dat aan de rechterzijde -j en aan de linker .) der
snaar komt,dan staan de trillingsgetallen in de verhouding 2 :3 en wij
bekomen dan het eenvoudigste interval : de q u i nt.Voorts 3 :4 de q u a r t ;
4 : 5 de gr o ot.e t ert s ;5 :6 de k le i n e t e rt s.
Een toonladder is een rij tonen, die elkaar volgens een vaste wet Opvolgen.
De door PYTHAOORAS ingevoerde diatonische t O onl a d d e r bestaat uit acht
van welke de laatste de eerste toon is tonen!
die elkaar Op
van een nieuwe reeks tonen,
dezelfde wijze opvolgen als de tonen der eerste reeks.Zij worden
aangeduid door C, D, E, F, G,A, B, c of door u t,r e,m i,f ajs o 1,
0 is de g r 0 n dt o o n, D de s e c un d ,
G de q u i n t, A de s e x t, B de s e p t i m e en c de o c t a a f van den
l a,s i, u t.
E de g r O o t e t e r t s,F de q u a rt,
W ond-
toon.Indien C 24 trillingen heeft,hebben de andere tonen aantallen trillingen,
die gegeven worden door 't volgende lijstje :
C D E F G
24 27 30 32 36
1 l .t 1 l
B
45
15
X
De onderste getallen geven d: verhouding der trillingsgetallen tot het aantal
trillingen van den grondtoon aan. De quint en de groot: terts vormen in
zelfstandige vereeniging met den grondtoon den eenvoudigsten harmonischen
klank :den drieklank in D u r. De
toon en groote terts,sext en Octaaf worden,als voor eene aangename opklim-
nOg overblijvende intervallen tusschen grond-
ming te ver van elkander liggende, aangevuld door van den grondtoon een
nieuwen drieklank (grondtoon, terts en quint) te doen uitgaan 'en die quint
eene octaaf lager te leggen.Naast de groote terts 4 :5 heeft m en de verhou-
ding 5 :6,zijnde de kleine terts ; zij is het uitgangspunt van eene andere
toonladder,die in M o 1,geworden.
ln de Dur-ladder is de Overgang van de terts tOt de quart en van de
septime tot de octaaf kleiner dan de Overige ; deze intervallen beeten halve
tonen, omdat men tusschen de overige heele tonen telkens een dergelijk inter-
val invoegen kan. De met halve tonen opklimmende toonladder heet de
ch r o m ati s ch e t o o n l a d d e r.Doch wij kunnen door het voortgaan met
deze beschouwingen niet van ons bestek afwijken.Dit slechts willen wij nOg
Opmerken,dat ons toonstelsel in zijne tegenwoordige inrichting, met zijn Dur-
en Mol.toonladder,hoewel vatbaar voor eene juiste wiskundige voorstelling,
daarom niet het eenige mogelijke is. Eene bepaalde ontwikkeling en smaak
hebben het in het leven geroepen en,zoo Ons de muziek van vreemde op
andere grondregelen voortbouwende volken niet bevalt)hebben wij nog in
geenen deele het recht haar leelijk te noemen. Zooals wij * onzen smaak
gewend hebben aan bepaalde toonopvolgingen,moeten wtj ook aan anderen
het recht toekennen evenzoo Op hunne wjze anderetoonopvolgingen te bezigen.
De theorie der muziek heeft eene classieke voorstelling gevonden in HELX-
l-loLTz'leer der klankindrukken ()?Die Lehre vOn den Tonemphndungen'',1862) ;
deze arbeid, die grooten Opgang gemaakt heeft, moet daarom vooral hier
genoemd worden, omdat niet alleen de theorie der muziek er een vasten
KNOOPEN.
grondslag door erlangt,nlaar Ook de practische voorschriften tot het vervaar-
digen en behandelen van instrumenten er uit voortvloeien.
Kn o 0 p e n. De zoogenoemde f 1ag e o l e t-t o n e n der snaarinstrumenten
geven Ons aanleiding tOt eenige belangwekkende Opmerkingen.Zooals men
weet, liggen zij veel hooger dan die,welke voortgebracht worden door eene
over hare geheele lengte trillende snaar ; zij ontstaan daardoor,dat men de
snaar Op een bepaald punt vasthoudt en dus teweegbrengt,dat deze zich in
gelijke deelen verdeelt, van welke ieder afzonderljke trillingen aanneemt.Eene
voorwaarde daarbij is, dat de afstand tusschen het eindpunt K en het punt
van vasthouding een geheel aantal malen begrepen zt in de volle lengte en
dus Ook in het overgeblevene gedeelte der snaar (zie K2 en K:) ; men behoeft
l
k
/#'
& k
'..
l
h
Xx ii
l
A
, -1
er slechts even den vlnger Op te houden Om dit punt Onbeweeglijk te maken ;
de Overige punten blijven dan van zelf in rust en al deze in rust zijnde punten
worden kn o op e n genoemd.0ok de uiteinden der snaar zijn punten in rust
en dus knoopen ;in de bovenstaande guur ziet men dus 4 en in de daarop
volgende hguur 5 knoopen; wanneer men Op deze punten kleine stukjes
A. B z
a : a s
g#
.K a K s S K '
LK a
w = = . >
= . - - = - -
- -
,yyy ,
,/ /yy //
, /l! zy .$ /> wg?z * i z
1
,t') /,/ '?'' j - t
/ / ,!
bll .
.----'.'.< ,1/
';- '--'z / : I
- Z
A A
kaarteblad zet,blijven deze stil zitten,terwijl zij van de daartusschen liggende
gedeelten der snaar (S1,Sa en Sa) afvallen.
Zooals reeds is opgemerkt, is deze verdeeling,door de snaren zelve bewerk-
HET GELUID.
stelligd,in de muziek van veel gebruik. De lichte aanraking eener snaar ter
plaatse,waar men den vinger zetten moet om eene quint te erlangen,geeft
eene hooge Octaaf ; de lichte aanraking der quart de hooge duodecime ;die der
groote terts de hoogere dubbele octaaf, enz.Knoopen Ontstaan niet alleen in
snaren,maar 0ok in trillende kolommen en trillende platen ;wij komen bij
het behandelen der vervaardiging van muziek-instrumenten op dit onderwerp
terug. Het gezegde aangaande platen Of
platte vlakken brengt Ons Op de klank-
hguren van CHLADNI,van welke men op
de onderstaande af beeldingen verschillende
voorbeelden ziet.
Eene plaat, Om 't even van welken
vorm, mits regelmatig,wordt Op een punt
vastgemaakt, met ;jn zand bestrooid en
door middel van een vioolstrijkstok in
trilling gebracht.Op alle trillende punten
geraken de zandkorreltjes in een levendige
springbeweging, ten gevolge waarvan zj
tot regelmatige figuren bijeenschuiven,wel-
ker middelpunt gelegen is ter plaatse waar
de plaat is vastgemaakt.Men kan veran-
deringen in de fguren veroorzaken door
hier of daar de plaat met den vinger vast
te houden en daardoor de trilling te beletten.
B o v e nt0 n e n.Deze Opmerkingen zijn
zeer belangrijk,omdat datgene wat wij
opzettelijk en langs een bepaalden weg te
voorschijn brengen, aanhoudend in de natuur van zelf Ontstaat,zoodat wij
kunnen beweren, dat een 'xenkelvoudige,onvermengde toon tOt de allerzeld-
zaamste natuurverschijnselen behoort.Indien b.v.een vioolspeler Op zijn
instrument de eensgestreepte C of eenigen anderen toon wilde doen hooren,
zou hem dit met al ztjne kunst onmogelijk wezen.ZoO vast en zeker kan hij
niet grijpen,Z0O handig niet met den strijkstok Omgaan,dat geen andere
h>..# .W .#' <
. . -. yj N !
..w x J * *'
z. z g , x
;'
f v j -i-.
kb* #e*****:*****K
-,.
jjjjj!l'i.f''
d
rjrl
'
illr
'
jj,
d
''4 ,,,-
'
.,
'' * ' 2.M .Q . ...,' t.
j z '
!
t ,8,.
.
l ad/r t - --,,' -7
' >
. % & 4 )
e m . z i$ z
.. t: x
tv . ,
1 z + Fr
e
t. . .k.
tonen meer of minder medeklinken, daar de snaar zich zelve evenzoo verdeelt
als bij de flageolet-tonen Of oOk de Overige bestanddeelen van het instrument
k
i -
*
> # ce
e. /'
. # ' +
.
JV
<), . ..
J
2 *lY.
1 e'
-
;
i
I
l o . V
-
' I -
-.
..j Zi - x -
BOVENTONEN.
klank voortbrengen, vooral OOk daardoor, dat ten gevolge der Ongelijke
beweging van de snaar over hare geheele lengte kleine golven voortloopen,
gelijkvormig aan de golven,die wij zien ontstaan, wanneer aan het eene
uiteinde van een gespannen koord een korte,sterke slag gegeven wordt.Al
die onderscheidene Omstandigheden veroorzaken afzonderlijke bijtonen,die alle
samenvloeien tot dien nen toon,welken wij in de muziek kortweg als
vertegenwoordiger van de verlangde noot en ook daarom als een enkelvoudigen
toon aanmerken.Kunnen de verhoudingen der trillingsgetallen van de mede-
klinkende tonen niet door eenvoudige getallen worden voorgesteld,dan neemt
de klank het karakter van gedruisch aan.Het suizen,bruisen,knarsen enz.
bestaat wel uit regelmatig verloopende tonen,maar hun trillingstijden ver-
houden zich niet eenvoudig genoeg Om tOt een zuiver geheel ineen te smelten.
De bijtonen of boventonen - want zoo worden zij genoemd uithoofde van
hunne grootere trillingsgetallen
elastisch lichaam staan tot den grondtoon in een regelmatigen samenhang en
van een in regelmatig'e trillingen gebracht
de intervallen zijn aitijd vast,doch af hankelijk van de stof,waaruit het tril-
lende lichaam bestaat,ten deele ook van de meerdere of mindere spanning en
de kracht,met welke de beweging is veroorzaakt. De grondtoon en de boven-
tonen samen heeten h ar m O n i s c h e tonen. De boventonen van een snaar
zijn dus de tonen, die een snaar voortbrengt,wanneer zij in twee,drie of
meer afdeelingen trilt.VOOr gespannen snaren, opene buizen enz.worden de
tl-illingsverhoudingen der boventonen door de volgende getallen uitgedrukt :
6
!
Van het meer of minder sterk uitkomen van enkele van zulke boventonen
hangt de klank af en de z0o te noemen k 1 a n k kl e u r der verschillende
instrumenten berust 't allermeest Op het verschillend uitkomen der hoogere
tonen in de klanken, welke op het instrument worden tew eeggebracht. Ook
de vorming der klinkers staat in verband met het ontstaan van bepaalde
boventonen.Wanneer een zanger eene noot zingt met de uitspraak a, laat llij
door eene bepaalde werking in de mondholte geheel andere bijtonen hooren,
dan wanneer hij er den klinker p Of welken ook voor gebruikt.Bij de een-
voudige uitspraak der klinkers heeft hetzelfde plaats.HELMI-IOLTZ heeft door
zijne navorschingen niet slechts deze bijzonderheden in het licht gesteld, maar
oOk als proef door het bijeensmelten der benoodigde tonen de klinkers kunst-
matig doen hooren.Hoewelde boventonen reeds lang aan de natuurkundigen
bekend waren,heeft men er toch niet dat gewicht aan gehecht als tegen-
woordig. Men had geene Of hoogstens slechts zeer gebrekkige hulpmiddelen
t0t proefondervindeltjk Onderzoek en hield dienvolgens veel voor enkelvoudige
tonen, wat men nu weet, dat sarnensmeltingen van verschillende zijn.De
inwendige inrichting van het 001- is ook in den nieuweren tijd eerst nauw-
keurig genoeg onderzocht geworden en daarmede is voor de gehoorkunde
(acoustiek) de weg geopend Om zich uit de vernedering eener natuulwkundige
asschepoetser tOt den rang harer zusters te verhelen.
14
V e r b i n d i n g s t o n e n Of c O m b i n a t i e t o n e n. W anneer twee krachtige
tonen tegelijk klinken, hoort men bij deze twee nog een derden,wiens trillings-
getal het verschil is der trillingsgetallen der gegeven tonen en die combinatie-
toon genoemd wordt Of Tartinische toon naar den vioolspeler r.gwsTlxl,die op
zulke tonen de aandacht meer bepaald gevestigd heeft.HELXI-IOLTZ heeft de
oorzaak van het ontstaan van deze tonen nagespoord en tevens andere com-
binatietonen gevonden, wier trillingsgetal de som is der trillingsgetallen der
samenstellende tonen en die door hem ook s u m m ati e - of s o m t o n e n werden
genoemd,terwijl de door TARTINI bedoelde topen door hem d i f f e r e n ti e - Of
v e r s c h i l t o n e n werden genoemd.De combinatietonen Ontstaan alleen bij
k ra c h ti g e tonen,dus bij tonen met groote amplitudines, Omdat bij deze de
versnelling niet meer evenredig is met de uitwijking uit den evenwichtsstand.
De combinatietonen zijn Ontdekt door SORGE,een Duitsch componist,in het
jaar 1740.
s7ordt een luchtdeeltje door twee tonen van verschillende hoogte aangedaan,
dan zullen deze tonen elkaar afwisselend versterken en verzwakken en zal 't
luchtdeeltje afwisselend in beweging en in rust zijn.Deze afwisselingen van
elkaar versterkende en elkaar verzwakkende of ophefende tonen heeten z w e-
vinge n.
des te meer
getallen,
zeer juist middel om de Orgelpijpen nauwkeurig in
HOe grooter het verschil tusschen de trillingsgetallen der tonen
zwevingen hebben in de seconde plaats.Zijn n en n'die trillings-
dan is het aantal zwevingen n - n'.De orgelmakers hebben hierin een
is,
stenlnaen. Alet
onderlinge verhouding te
deze verschtjnselen hangt ook het zoo te noemen m e d e-
k 1 i n ke n der snaren en pijpen samen.W anneer men in de open kast van
een klavier een bepaalden toon zingt,ontstaat een hoorbaar geruisch dopr het
klinken van een groot aantal snaren,die ten gevolge der luchttrilling in be-
weging worden gebracht.ln dit geruisch laat zich echter de gezongen toon
merkbaar boven de andere onderscheiden en deze toon klinkt nog voort, als
de andere reeds weggestorven zijn,omdat op elke snaartrilling eene gelijk-
tonige luchttrilling van den gezongen toon werkt en door deze herhaalde kleine
drukkingen de eerste steeds sterker wordt aangezet.Alle andere snaren hebben
trillingen van andere trillingstijden ;daarom kunnen de kleine, door lucht-
trilling ontstane stooten niet alleen niet in versterkenden zin werken, maar zij
zullen nu en dan juist tegen elkander inwerken en den toon doen wegsterven.
T r il l e n d e l u c h tz 11 i l e n.0 r g e l p ij p e n.Deblaas-instrumenten verschillen
zoowel ten opzichte van hun uitwendig voorkomen als van hun behandelings-
wijze
zelfde
veel van de snaar-instrumenten en toch berust hunne
begisel van trilling. De golfvormige verdichtingen en
werking op het-
verdunningen der
lucht volgen elkander volkomen Op dezelfde wijze op ;alleen bestaat er ver.
schil in de wijze van ze te doen Ontstaan.Het aantal verdichtingen en ver-
dunningen, dat in een seconde plaats heeft en waarvan de hoogte van den
toon af hangt,hangt af van de lengte der trillende luchtzuil in het instrument
en deze staat in verband met de lengte van het instrument zelf, zoodat wtj
in beginsel alle blaas-instrumenten kunnen terugbrengen tot eene eenvoudige
rechte cylindervormige buis,in welke de lucht afwisselend verdicht en verdund
HET GELUID.
VERBINDINGSTONEN.ORGELPIJPEN.
wordt. W anneer
veroorzaken wij
wij in eene lange,aan de benedenzijde opene buis blazen,
daardoor wel eene beweging der lucht in de buis,maar slechts
eene,die gelijkmatig voortschrijdt en geene heen en weder slingerende,zooals
tot het voortbrengen van een toon vereischt wordt.Zulk een kan b.v.worden
teweeggebracht door eene aan den mond der buis trillende tong,die telkens,
als zij zich naar de buis beweegt,eene verdichting der voor haar liggende
luchtdeeltjes veroorzaakt en btj het terugtrekken eene verdunning.Men kan
intusschen ook door de stootjes,welke een luchtstroom ondervindt bij het
stuiten tegen een tegenoverstaanden wand,eene luchtzuil tot trilling brengen,
en die beide beginselen komen bij de vervaardiging van blaas-instrumenten in
aanmerking.De trompet,de waldhoorn,de bazuin,de klarinet en de fagot zijn
voorbeelden Yan het eerste,de zoogenoemde t o n g w e r k e n ;daarentegen ver-
tegenwoordigen de orgelpijpen in sommige registers,benevens de fluiten,het
tweede.De af beelding Op bladz.16 maa/t dit duidelijk.De eerste en derde
iguur vertoonen het uitwendige, de tweede en vierde de doorsneden van orgel-
pijpen.In het benedeneinde wordt geblazen.Door een inlegstuk c geleid,
stroomt de lucht naar den mond a b en zij Ondergaat hier door stuiten tegen
den bovenkant b eerst een Deze duurt echter niet daar lang,
door de nastroomende lucht de lucht terstond een uitweg
Fordt echter hetzelfde gedurig herhaald en zOo ontstaan gedurige
afwisselingen van luchtverdichting en verdunning.De daardoor veroorzaakte
trillingen deelen zich mede aan de lucht in de pijp en trachten haar in derge-
lijke beweging te brengen.Daar echter de luchtzuil in de pijp het gemakke-
lijkst in haar geheel trilt, werkt zij Op de opvolgingssnelheid der aan den
vindt ;
en snelle
mond Ontstaande golven en geeft zij aan deze een bepaalden trillingstijd.ledere
pijp heeft dienvolgens haar eigen toon, welks hoogte af hangt van de lengte
der in de buis trillende luchtzuil, met andere woorden : van de lengte der
verdichting.
naar buiten
buis zelve.
Het is duidelijk,dat iedere stoot,elke verdichting, die uit het punt a Op
de luchtzuil in de pijp werkt,zich in de geheele lengte van de laatste a1s
eene verdichtingsgolf moet voortbewegen,totdat zij het gesloten uiteinde d der
vierkante pijp bereikt ; daar wordt zij teruggekaatst en zij keert dan naar de
Opening terug.De Ouderste luchtlaag bij d blijft daarbij in rust ;daar Ontstaat
een trillingsknoop. De toon, dien een gesloten pijp van l Par. v.lengte geeft,
komt volkomen overeen met dien der sirene bij 512 trillingen.ln de lucht
echter legt het geluid 1024 Par.v.in de seconde af en,daar de lengte der
golven gelijk moet zijn aan de lengte,Over welke zich het geluid gedurende
de trilling van een luchtdeeltje voortplant,moet iedere der golven,(lie den
aangeduiden toon doen ontstaan, 1s0j-2 = 2 voet lang zijn en de lengte eenel-
van boven geslotene,zoogenoemd rgedekte'', pijp bedraagt bijgevolg slechts
van die der golven,welke haren grondtoon veroorzaken.De hoogte van den
toon is Omgekeerd evenredig met de lengte der buis. Bij Opene pijpen,zooals
de afgebeelde ronde? wordt de knoop in het midden gevormd ; om denzelfden
toon voort te brengen moet derhalve de Opene pijp tweemaal zoo lang zijn
a1s de gedekte. Omdat 't van hare lengte af hangende trillingsgetal eener pijp
H ET RELUID.
eerst den trillingstijd van den aan hetmondstuk plaatsgrijpenden s%ot regelen
moet,klinkt eene dergelijke pijp niet oogenblikkelijk mede, doch zij vat toch
zeer spoedig den toon.
De verdichtingen en verdunningen,die op verschillende panten bij eene
trillende luchtzuil plaats vinden,zijn door KNIG a1s 't ware zichtbaar gemaakt.
Daartoe bracht hij langs de lengterichting in den wand van de houten pijp
eene rij openingen aan, die met een caoutchoucvliesje weer gesloten werden.
Over die openingen zitten platte doosjes,waarin eene gasleiding uitmondt en
waaruit een gasbrander steekt.De vlam wordt aangestoken. W anneer de lucht
in de pijp in trilling is, beginnen de vlammen op de plaatsen,waar knoopen
zijn,te flikkeren,maar daar, waar zich
geen knoopen bevinden, branden zij 11
J
#
rustig.
Evenals de snaar der vJOO1 zich onder
bepaalde omstandigheden uit zich zelve
verdeelt e11 Over hare lengte knoopen
doet Ontstaan,zoo hebben Ook de toon-
gevende luchtzuilen Onder bepaalde
omstandigheden de eigenschap zich in
onderscheidene afdeelingen te splitsen
en dienvolgens hoogere tonen te laten
hooren. Het spreekt vah zelf, dat men
met een instrurnent altijd slechts een
en denzelfden toon zou kunnen doen
hooren, indien de luchtzuil in eene pijp
altijd slechts tot ne wijze van trillen
in staat was. Door de aangeduide eigen-
schap der trillende luchtzuil wordt
intusschen de bespeler in staat gesteld
om verschillende tonen te doen hooren.
Zulk eene behandeling echter onderstelt
veel oefening en een :jn muzikaal
gehoor en vandaar,dat men veel minder
personen vindt, die een blaas-instrument volkomen meester zijn,dan die, welke
het ver hebben gebracht in de behandeling van snaar-instrumenten.De reeks
van de boventonen, welke in eene Opene buis ontstaan kunnen, zijn met den
grondtoon :
3iT. I
N
N
Nx
N
%
N
l
I
N N
N.
N
N
k
%
'
J
Yerderop vallen de tonen nog meer samen.Aan alle blaas-instrumenten, die
uit ne eenvoudige buis bestaan, maakt men die buis zeer lang,ten einde de
boventonen zOo zuiver mogelijk te bekomen ;zij worden daarom in hun grond-
toon zelden of nooit gebruikt. Daar het trillingsgetal der tonen zeer pauwkeurig
17 ORGELPIJPEN.HET 00R.
bepaald is,kan men een instrument!dat voor een bepaalden grondtoon ver-
vaardigd is, oOk niet goed voor een anderen toonaard bezigen.ln de muziek
zijn daarom bij deze soort van instrumenten verschillende exemplaren voor
verschillende toonaarden in gebruik, die reeds op het oog daaraan te onder-
kennen zijn, dat zij des te langer zijn,naarmat: de grondtoon lager is. Bij de
horens b.v.zijn C-horens, F-horens,E-horens, bij de klarinetten C-klarinetten,
D-klarinetten, B klarinetten ; voorts E-trompetten,Es-trompetten enz. Deze
omstandigheid gedoogt geen groote toonladder bij ieder afzonderlijk instrument
en,dewijl de bespeler,indien de muziek zich in verschillende toonaarden be-
weegt, telkens een ander instrument zOu moeten nemen en daar OOk de eigen-
aardige klank van het eene niet die van het andere is,zijn deze instrurnenten
in eene harmonische muziek altijd eenigszins lastig.Men heeft er zich dien-
volgens Op toegelegd instrumenten uit te vinden, die de voordeelen in zicll
vereenigen van Op verschillende grondtonen gestemd te zijn en is daarin
meer dan ne wijze geslaagd.
H et O o r. ln ons 001'stooten de golven der lucht en andere kunnengeen
trommelvlies,een dun vlies,dat gespannen toon teweegbrengen - tegen het
is voor de inwendige oorholte. Dit,
vlies neemt de trillingen op en brengt
ze over op de inwendige deelen van
het gehoorwerktuig,t.w.een beentje,
dat de hamer genoemd wordt, die
met zijn kOp een gewricht vormt in
het aambeeld,dat door middel van
een klein rond beentje verbonden is
met een ander,den stijgbeugel,die
met het breede einde aan het Ovale
venster sluit.Deze vier beentjes lig-
gen in de tromm elholte,uit w elke
eene gemeenscllapsbuis loopt naar
de mondholte.Deze heet de buis van
EusTAcHlus.Voorts heeft de trom-
melholte door middel van het ovale
P
NX)
$
'
-
, y, ., .! *
j '). 4.. S
j$' h x
k N. h *
y Y 'hhy >
'
.
''
NX ,
, N - y,. X
. N.
N.
p ' a => - ' .U=-.-
a
0.. ..- - w w w z.s..
X == N.'
.N x. - . h N
w .'
X . N
- )N
N N
xk x k . y.h u
.
j
N x N
''-------- --- ---- --..
''''''''' '-''-. ::l:-'-' ..
(Eqlllliiiiil:lllik---.
------ --- --
'
''''''-'
'
-'''-.
venster gemeenschap met den dool-
hof,eene vochthoudende holte in het
harde gedeelte van het slaapbeen.Aan dien doolhof nu deelen zich alle be-
wegingen der gehoorbeentjes mede, waardoor het vocht in eene heen en weder-
gaande beweging geraakt,welke beweging in snelheid nauwkeurig Overeenkomt
met de hoogte van den toon)die aan de buitenzijde van het trommelvlies
aankomt.Deze zuiver werktuiglijke bewegingen worden ten laatste door de
gehoorzenuw opgenomen door middel van afzonderli
.jke vezelen, zoodat door
een bepaalden toon O0k alttjd slechts bepaalde vezelen worden aangeroerd,en
hierop bertlst de gewaarwording van het toonverschil.
Hoe de luchtgolven Ook in getal en richting verschillen,toch heeft het oor
zoodanige inrichting, dat het ze nauwkeurig kan Onderkennen en onderscheidt
,
X.
18
b. in hct.gedruisch, dat de buitenwereld onophoudelijk maakt, het rollen
van een wagen, het lachen, spreken, het getjilp,gezang en geschreeuw der
vogels, het tikken van een horloge,en honderderlei geluid in het dageljksche
leven, en dat wel,als zich van alles door elkander laat hooren en allerlei
geluiden tegelijk ht trommelvlies treflbn.In dit Opzicht is dat gehoorwerktuig
een hoogst bewonderenswaardig geheel en veel fjner dan zelfs het oog.
wanneer dit laatste zich vestigt op een waterspiegel) ten gevolge
inwerpen van steenen Op verschillende plaatsen bewogen in allerlei tegen
elkander en naast elkander en over elkander loopende kringgolven,ziet het
wel eene verwarde beweging, maar is 't niet in staat den eenen kring van
den anderen te Onderscheiden.W anneer daarentegen een stroom van tonen tot
het Oor komt uit een vOl Orkest, onderscheidt men niet alleen de verschillende
W ant,
van het
instrumenten, maar een geoefend O0r Onderscheidt ne valsche stem te midden
van honderden zangers.
D e telep honie.Het klinkt inderdaad wonderlijk,als men verneemt,dat
het mogelijk is,dool' middel van een draad Op honderden mijlen afstands een
gesprek te voeren,zoodat aan de eene zijde van den draad het Oor met nauw-
HET GELW D.
keurigheid opvangt wat de Inond aan de andere zgde spreekt of
stonden de
reeds werkelijkheid geworden.Het was eene
beide personen in dezelfde kamer. En toch is die mogelijkheid
gelukkige gedachte van REls te
Frankfort a/M. om de electrische telegraaf,daar zij een over zeen en landen
reikend oog was,ook tot een kunstlatig oor te willen maken. De electro-
m agnetische toestel in dit reusachtige gehoorwerktuig neemt de taak over der
gehoorbeentjes, die de trillingen van het eene vlies naar het andere overbrengen,
en het eenige Onderscheid tusschen beide bestaat daarin, dat in het eene geval
zingt, evenals
DE TELEPHOON. 19
de luchtgolven het trommelvlies doen trillen en in het andere geval dat
een ijzeren staafje trilt.Wij geven op blz.18 eene afbeeldillg van den telephoon
van Rlls.Hij heeft de volgende inrichting.Op het eene station bevindt zich
een hOl kastje, aan de voorztjde van eene spreekbuis voorzien,in welke de
melodie wordt gezongen, die op het andere station gehoord zal worden.Het
kastje heeft aan de bovenzijde eene opening,strak bespannen met een vlies,
uit een dunnen varkensdarm vervaardigd.Op dit vlies ligt een zeer ;jn platina-
)
plaatje p en daarop bevindt zich de punt van een platina-veertje n:zoo geplaatst,
dat het plaatje,wanneer het vlies in rust is,er juist door wordt aangeraakt,
doch dat het het plaatje verlaat, zoodra het vlies in trilling ltomt.Door dit afwis-
selend aanraken en loslaten sluit Of verbreekt zich de electrische stroom,die
uit de Bunsensche batterij (van 3 Of 4 elementen) door de klemschroef c( in
het platina-plaatje p en vandaar naar het veertje n jnaar een tweede klem-
schroef b geleid wordt.Van b loopt de draad naar het andere station ; hij loopt
hier om de klos c c en van deze door de klemschroef d en den daarmede ver-
bonden draad e in de In het midden dunne der klos ligt een
ijzerdraad, met beide einden vastgemaakt in twee stijltjes)welke Op den klank-
bodem g g rusten.De gedeelten hi l k op beide stations behooren tot een sein-
toestel,door welken de Opmerkzaamheid van den hoorder Oj het beginnen
der mededeeling gevestigd kan worden.Het Overbrengen van den toon nu
berust Op het beginsel, dat het ijzeren staafje, in beweging geraakt,telkens
als het door den in de klos Omloopenden electrischen stroom magnetisch
gemaakt wordt.HOe Onbeduidend klein ne beweging ook is, toch is zij toe-
reikende Om door eene regelmatig snelle herhaling de gewaarwording van een
toon teweeg te brengen, terwijl deze door middel van den klankbodem ver-
sterkt en hoorbaar gemaakt wordt.De Opeenvolging der stroomen hangt echter
af van de trillingen in het vlies m op het eerste station en dienvolgens moet
er de nauwkeurigste overeenstemming in toon,inensiteit en klank bestaan
tusschen den nabootsingstoestel Op het andere station en het in de buis A op
het eerste station gezongene.
REls heeft met zijn toestel reeds in 1861 proeven genomen en ze ten aan-
hoore van een grooten kring toehoorders herhaald.Eene melodie,met matige
kracht gezongen, op een afstand van 100 M.duidelijk vergebracht.
Sedert hebben ontelbare verbeteringen de werking zeer verhoogd, zoodat het
vraagstuk van in de verte spreken als Opgelost kan worden beschouwd,zij het
dan Ook) dat de belangwekkende toestellen nOg zOo ver niet gebracht zijn)dat
zij het een redenaar mogelijk maken Op eene willekeurige menigte ver van
elkander gelegen plaatsen der aarde tal valt toehoorders aan zijne lippen te
Nverd
doen hangen. In den laatsten tijd wordt veel gebruik gemaakt van een bijzonder
soort telephoon,de microphoon of kooltelephoon ; dezen eersten naam hebben zij
te danken aan hunne bijzondere gevoeligheid. Bij deze toestellen wordt een
kool- Of graphietstaafje in den electrischen stroom ingelascht en daardoor een
metaalplaatje in trilling gebracht. De microphoon dient echter alleen om de
werking van een gewonen telephoon te versterken.Zelfs het loopen van eene
vlieg kan hiermee op zeer grooten afstand worden hoorbaar gemaakt.De
batterij terug.
20
eerste, die er mede optrad,was Eolsox. Noch wonderbaarlijker als de telephoon
is een toestel,die het niet alleen mogelijk maakt het gesproken woord ver
weg te geleiden,maar die het in al ztjne eigenaardighuid vasthoudt en kan
laten hooren, zoodat men na eene reeks van jaren in staat is hetzelfde woord
en hetzelfde lied met gelijkluidende uitdrukking te doen weerklinken.Deze
toestel is de phonograaf.De hoofdzaak van dezen toestel is een vlies,waaraan
eene metalen stift bevestigd is.Door de luchttrilling wijkt dit vlies uit en
daarbij maakt de stift indrukken in een voorbijschuivenden reep bladtin. Om
nu geluid weer te laten geven,slaat men den Omgekeerden weg in.De reep
bladtin schuift weer langzaam voorbij ; daarbij moet de stift dezelfde bewegingen
maken, waardoor het vlies weer in trilling komt en Op dezelfde wijze als bij
een telephoon het geluid teruggeeft.HOe vreemd dit alles ook.klinkt, het feit
bestaat ;de phonograaf zingt,spreekt,fluit alles wat hem voorgezongen,ge-
sproken, gefloten wordt en wel z00 vaak men het verkiest.Ongelukkig bewijst
de toestel tot nu tOe weinig diensten, maar hij is zeer belangrijk uit een n0g
wetenschappelijk Oogpunt.
NOg iets nieuws is de
Hiermede worden alleen
photophoon,door GRAHAM BELL in 1880 uitgevonden.
door invloed van lichtstralen zonder hulp van elec-
triciteitgeltliden naar verafgelegen plaatsen Overgebracht.Dit Overbrengen berust
op de eigenschap van selenium (een op zwavel gelijkend metallod) zijn gelei-
dingsvermogen te veranderen Onder den invloed van lichtstralen.Maar, omdat
deze lichtstralen van het verwijderde station Op het selenillm in het Ontvang-
station gericht moeten worden,bezit deze toestel nog geen practisch nut.De
proeven,
gevalle is
door BELL zelf genomen, gelukten tot op 213 M.afstands. In allen
op dit gebied het laatste w oord nog niet gesproken.
HET GSLUID.
5. ' $: r.
x
w
*
*:-=7.x,.;. J,' ..-j -- -
.z
!'.j
'
l ..
J k') - h e' <
.
t'
/ z d't s
L .......- .-.- w k!ln )x N rp
x . x j --'x $ g y
t r:7x---..--,- za jI .j1 j :j /'''---
'' -'------- > l kj$ hd
s tl -...x. 'X. ...-,. 4, -. h I ,, '
$ -.-....-
----
-
-
-
-'' -
--
-
-----)' -:22 -,,- --h'!,,I 1$/, '' l '.
-:,1,- ---N $k1,---.
-
-,k
-
-
-,-
)
-
-
--,
/
,.
-'
h.-!-h.-k
ht
- hg -..-
-
--. ..
--.
;E;j- y,
i
-
-''i.'-. ------
-
I kjlj, h.xx h v.y y.jj$ ;tqyjqqa
lj I . ' '.j . p .
i '$ , ;, . -: .j . ; ...+,- 4,
'
. - . l, , x- ,y$ ItI .... .x / .1 q ..... i .' ' -% %
- ' ,l,t
.
'.). l.k. - %-w N lk '-- --.-.- ,y -
* a -
,.D '1'?.!. '%n l t- ' ': v - -* -
l l h4 . .. l'j I g I. y., q , /
1. '
x
*
, . !. j ... j1 '. -... - .pN ' I/ .....- .N .... . -
I - % j ,.,. z Ij , 7..., j , ' 'r' ..-- ....-
'R3':-
.''
h ' J'I' '- ' ( -i$.$k ... .... -. fn..i rjjy, ,1,
,.
-
I
t
y,, . I jljyjqq jvt . , yjj j j jjjjjyg sy jyjy jy 1
I , / ?) ..-). v. :' /uj Ij . ,
. , . ,tb ..,.a I.x- . l . j .u . .s
I,
l
,#'+ 1..'. '.. ,- .. I . . ,j v..,k., X
x. :l.h.'. ,., . ; g.( , ,j z -. p. w. w ' r. I 4 l/ :.t .. .< .. q j , .j. .: .. .
h ,# j I '2.h.)
'<. I .j(1G .I z.-.-.... w .. /
, .v kt - . ..-.j$ ,.. (- .j
t . h... -. ' 4 :' % ,.. ,j-. .,1, y ,.z ...j. /
bA ,. ..-.--. b..- . N.'. - --- --.-. -- > -1 't'* .' -.- - c'
a --.r'N-A.4 . . / N.: ' .......-.- --
-
=-=- --'-%M 2%'Q '<.@ ,
'
I
' '**-- -
J ' 'N z 1' '<.UW ...w. W .. j '..j; o.p m w .K: j 1 1. v.w . 1 . .. .
x j ...a xx %
x, ) .f '-w.w z-- - - Ijq -w .. ..
'j q. I . . j j
11 , ) ' - -. , --...11 N! ; ! I%!
,
.
,j I , .
.. . ,
j, ( ,jjy - ' ''', , . '
'
I?, -- 'm----- .w - - ----.- -- .
'
.-
-
' --- '#' ,' '
4 ,../ jft ,, .. ,y ,t,yt . j,, ,y l I ,(,
,
. .
( -- k ,j./ .>1 l , j l1i. k '
.N .N , ,y,. ( ,1I,, y 1 1
., ,,. l,'?,:,
,
-
4 . , .pli, .......-- - @i.,jl,,/y,,. ,
i
'
I, t , $ jj( y ..,,....- .0 ,,/,,,j;, d / - .!,I ,:l ,., - o c $ k )4,, .
'' .e .* .
, j,.',I1,1I1I: , x ..... .p . / . . / lt ' l I .
-
IlIj w -- ....-l ! ,. ? ;t-' . $.-.....-.I'f ;!(I',!j,,J , x xp a, .
.
x ,.
,
.
j .
-
/ j, f
) . . .. , .I IIj . x v, ?(.../-a ..- :v .I.1.,lIII1II.. .'... , l-zy .e .. l
/. -- - -- :.m, - . x .rjyw . ( j '#-
...---
, . g
... jjjqjsqqqq jj.jj
,;g jyj ..m'
y
y
j syy
--
j j ,q;
y
yjj c t - , , v, l l
x., I .-. ...- . . .... ..
. j jq..v j , , N
x ub I . . .z . .. . . x ,
1.
Iz jN w... - ..$, y'z...y
j - - =..... I1,,1j,I,,,,jj'j,1jjl1j'j',,';IW.=-- M ',p r x. J
..
- -...-
....s.z.rs .. ., , % ssx- - . -- -- - = I.-'
I -= .. ' yx .-- - - d '.'J- S' . - - = = C--- - '- -.-''= - -'= . ,7 '
. --xxu . .. ...z -.z,.jlj
1 - = a - -uU- ---.== 1
e -vd' z . . #:C %Ju N. . ' '
De Muziek.in strum enten.
Af a a t - in s t ru m en t e n.Castagnetten. - Tamboerijn.- Trom,enz.- Pauken.- Klok-
ken en klokkenspel. - M e l o d ie - in strum e n t en.De s n a a r - i n s t r u m e n t e n. De
harp en hare uitvinding.- De Egyptische harp.- De Davids harp.- De pedaalharp.-
De Eolusharp.- De luit,gitaar en citer.- Het klavier.Ontwikkeling tot piano.Bouw
van de piano-forte. Hare samenstellende deelen.- De viool en dergeljlke instrumenten.
Hare geschiedenis.Theorie der viool.- Violoncelen contrabas.- Italiaansche violen.-
STAINER.MITT:ENMrALD.- De b l a a s - i n s t r u m e n t e n.Trompetten en dergeljke instru-
menten.Hunne inrichting en theorie. - De horen en bazuin.- Kleppen.- S.&x en
CEnvExxv.- De fuit.- De klarinet.- De fagot.- Het stelsel van BHM.- Het
orgel.Geschiedkundige bijzonderheden.Samenstelling van het orgel.Registers.Wind-
laden enz.Belangrjke orgels.
Zooals
gevallen geregelde cadans,zoO vinden wij ook op de laagste
trappen der beschaving bijna alleen zoodanige instrumenten,die door een
alle volken de allereerste muziek Ontstond llit zucht naar en wel- bij
in eene maat of
daarop verwekt geluid de maat bij het dansen aangeven.
D e m aat - in s trum e n t e n.Van het ruwe houtblok,
met houten knuppels slaan, tot de trommen en castagnetten,welker gebruik,
waarop de Fan-negers
hoezeer beperkt,echter zelfs niet geheel door de hedendaagsche Europeesche
muziek versmaad wordt,zijn er eene menigte instrumenten, welker uitvoerige
beschouwing,ook maar als voorloopers,niet valt in het bestek van dit werk.
Als eigenlijke muziek-instrumenten staan zij op den laagsten trap ;op zich-
DE XUZIEK-INSTRUMENTEN.
zelven kunnen zij niet als middel
Daar echter in iedere muziek de
tot uitdrukking van gewaarwordingen gelden.
maat evenzeer hare rechten heeft als melodie
In den oorspronkelijken vorm dezer instrumenten
heeft de tijd geene wezenlijke verbeteringen weten
aan te brengen,ja, als wij de thans gebruikelijke
vergeltjken met die in den Ouden tijd,zOu men bijna
zeggen,dat in dezen achteruitgang is te bespeuren.
Een groot aantal dergelijke instrumenten zijn,zooals
de hier afgebeelde k e m k e m of de Isis-klap der oude
Egyptenaars, voor Ons nog alleen a1s voorwerpen van
oudheidkunde in wezen.Intusschell hebben wij geen
reden om ons te beklagen over een achteruitgang,
die jllist het gevolg is van smaakverfjning. Tegen-
woordig bekleeden de maat-instrumenten
muziek van die volken,
hebben bewaard.De Spaansche volksmuziek bezigt bij de nationale dansen de
nOg slechts eene hoofdplaats in de
welke hunne eigenaardigheden het meest Onvervalscht
castagnetten,holle houtjes in
den vorm van noteschalen,
die door middel van 00n
W l
X
' 4
'4
l
,
,
''
,'1t
en harmonie, ja muziek zonder maat een onding is,
zullen de maat-instrumenten altijd hunne plaats
behouden.
f' '' ' .,-- .--
.
5j ,' '# ,.e..-.-xh -. y . j
. -- k ji , *
)p4 .-:l$,.-'...> i ..- < uc.v $ zp.-, k ze'e - . -
z ....,,e.$) j..... .j u j - p - 1
. w.
e
. a ....u (.. yy j
m > l %-%* Me
- -.> qt --.... ,... ,I1f- . . oum z
.e..
j .J /?t ,.'w.I ....s . 1.,.
N,j.,jy -., ....... . . yyhj ' ..--ry'w. w .
5 y.. h h'y - * hk kxh k ,
h . .. zq
.-x--x > # l w'. . A..# . .. W :* .- ,- - e----
f '.-. - ,-
x ''hv
e vg* Y ,
t %
'
.
j 'll!.k . d %
'
, .
j ,y.j - . 1,u j
. l 1'('& . 2 ll t l '
, .... ;: j t .
. x ' '
&
:(?.p.h-* j jf' 4: . ...
, tg'-',
'
x
.
'
j,j j ( j . I . ; ...'3; (
-( uj r ! I t -uF. .
G tj j-, I !-.-ir, l , '
il w *(1
.
'
1 ! I g.) b . . j;,p.. . /j
-
1)jC''$.i'b 1l'' ' ..
f'4 I , ) ,r jt
y j . - 1 ,,erpj , f 'l
(.$ ' l',ll ,, f ,! t
'
, kt gk
'tII' ,,, It' ,, 1 4 4
. ..k1
. l I1
'=<
I N
' k.
I jj1I$ , '
j,j,.. =
.,( ,. R
@ 1,
1 ,$
6i .
' 't f
'v l t
<..
. ' - -< - . o. w .u ..'&.r - - K=. . A --,.
w.>. *
* . - e'r'y > .- -*' '* * .- M - . .
< <- A
beide ztjden
genoemd.
Als metalen slag-instrumenten vermelden wij :de bekkens,koperen holle
koord om den vinger gebon-
den en Op de maat tegen
elkander geslagen w orden.
Daarbij dient de tanaboert n,
een houten hoepel,m et een
blad perkament bespannen en
dikwtls met schelletjes bezet)
tot het maatslaan. Dit instru-
ment wordt bij het dansen
gebruikt en in de linkerhand
omhoog gehouden, terwijl
men het met de knokkels
der rechtervingers slaat.
Nauw verwant met de tam-
boerijn zijn de trommen in
hare verschillende vormen,
van de thans platte militaire
af tot de groote of Turksche.
Zij bestaan alle uit een hou-
ten of koperen cylinder, aan
bespannen met een vel als dat van de tamboertn,trommelvel
22
23 PAUKEN)ESZ.
gesmede platen,die tegen elkander worden geslagen ;den triangel, die uit een
driekant,niet geheel gesloten stuk staal bestaat en, aan een riempje of koordje
in de hand gehouden,met een stalen staafje geslagen wordt ; de halve maan
met de schelletjes, die zooals aan het gewone sieraad,een paardestaart,
te zierl is afkomstig is en door plotseling Op-
en nederrukken van den stok,waarop zij staat,geluid geeft ;den Chineeschen
tamtam, die men beter uit de Onderste af beelding op pag.22 dan uit eene
beschrijving leert kennen ;en den
van de muziek der Janitsaren
gong,mede een Chineesch instrument,zijnde
eene groote ellipsvormige trommel.
Geen der opgenoemde instrumenten Onderscheidt zich door een bepaald ken-
baren toon.Zij geven slechts klank en uitdienhoofde is hunne lnuzikale waarde
zeer gering. Overigens is de allernieuwste muziek in het bezigen van dergelijke
voorwerpen weder veel verder gegaan en de zucht ?leflbct te maken''heeft
niet alleen aan schellen en anderen rlevenlnakenden''toestellen plaats inge-
ruimd Op het orkest,maar ook meer dan ((n componist heeft het voor eene
schitterende zaak aangezien) de aandacht te trekken door het doen nabootsen
van allerlei geluiden, zelfs het fluiten eener locomotief,het klappen eenel-
zweep en dergelijke ;kan dat den naam van vooruitgang dragen ?
Een trap hooger,ofschoon met de
opgenoemde nog verwant, staan die
instrumenten,welke inderdaad reeds
niet alleen maat-, maar ook toon-
gevend zijn.Daartoe behooren hoofd-
zakelijk de pauken en het klokkenspel.
De p au k e n zijn tromvormige in-
strumenten ;op een koperen
den vorm van een halven
(waarnaar zij Ook keteltrommen hee-
ten) is een ezelsvel gespannen,dat
met houten hamers geslagen wordt.
Een paar zoodanige pauken behooren
ketel in
kogel
bij elkander.De toon kan door schroe-
ven hooger of lager w orden gestem d.
Daar de pauken de beide hoofdtonen
van het sttlk: waarin zij gebruikt
Rvorden, rnoeten aangeven, Nzorden
zij doorgaans paarsgewijze gebruikt?
en wel zoo, dat de eene,zijnde de
kleinste,den hoofdtoon en de andere,
de grootste,een langeren,t.w.den
dominant,aangeeft.De kleine wordt tusschen / en B,de groote tusschen
en F gestemd.Het spreekt van zelf, dat,indien de componist in hetzelfde
stuk de pauken in verschillenden toon begeert te doen hooren)hij tusschentijd
moet laten tOt verstemmen door middel van de schroeven Of dat anders de
Orkestmeester voor meer dan n paar pauken! in de vereischte tonen
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
gestemd, te zorgen heeft.Deze instrumenten, die
ook door wrijving bespeeld worden volgens
gesteld wordt,doen in het volle orkest eene zeer
vooral heeft dit instrument zeer ontwikkeld.
niet alleen door slaan, maar
muziek, die in den bassleutel
krachtige werking.Bxsrulosz
W at eene k l o k is behoeft niet te worden beschre-
ven.Daar het vervaardigen van klokken eigenljk bij
de metaalgieterij thuis behoort,zij hier alleen gezegdj
dat de oudste klokken niet gegoten, maar van rond
gesmede en vastgeklonken platen vervaardigd waren,
gelijk men ziet in de nevensstaande af beelding van
de zoogenoemde S au f ang in de Cecilia-kerk te
Keulen,die uit de 6de eeuw herkomstig is.De klok-
ken zijn van Christelijken Oorsprong.Volgens GRIMM
is het Hoogduitsche woord Glo ck e n en dus O0k
het Nederlandsche kl O k Ontleend aan het Oud.Duit-
O N 4
; . D )
-,# * y l 1
. .e
x/a
>
t
' 9 *. r e
- ?
...,j .
'r Q ' i l-
$, j s
;,z //
, ,
/,#o ,) l' h
y syj,y j c .j,. //
c tt //
. ------
:::'-kl,, $..,
--!$
-
/ * *- h'TR b?/
/.
Ljy .. g 1/ - ''* '//
,,,
sche woord C l o ch a en dit weder van c l o he n,
slaan, kloppen, af komstig.In het
ze O
Latijn noemt men
a m p a n a e of N o l a e,naar sommigen zeggen,
Omdat ztj te Nola in Campani zouden ztjn uitge-
vonden ;volgens anderen, omdat daar do beste grond-
stof t0t het gieten van klokken- klokspijs - gevonden
wordt. De hoofdtoon eener klok hangt af van hare
wijdte,dikte,zwaarte en de samenstelling der spijs. Doch elke klok geeft
behalve haren hoofdtoon eene menigte boventonen, van welke vele zeer
wanluidend klinken. Daardoor en door de ontstaande combinatie-tonen,van
welke men vooval bij het naklinken de lage hoort, erlangt het geluid ztjn
vollen toon.Daar het metaal zeer broos is en eene nabewerking op de draai-
bank met veel moeite en kosten gepaard gaat, is men er op uit den verlang-
den toon terstond bij het gieten te trefen en een goed stemmend geluid is
uit dezen hoofde nogal kunstwerk.
ter of kleiner aantal een
Klokkenspelen,samengesteld uit een groo-
toonladder uitmakellde en in kerktorens klokken,
opgehangen, werden vroeger meer dan tegenwoordig vervaardigd.W aarschijnlijk
zijn de klokkenspelen ten jare 1477 te Aalst in Vlaanderell uitgevonden.0ns
vaderland telt Onderscheidene voortreFelijke :het vermaardste is dat in den
toren der Nieuwe kerk te Delft, bestaande uit 38 klokken,dus ruim 3 octaaf.
NOg drie klokken meer telt dat te Middelburg. 0ok Arnhem, het paleis te
Amsterdam, de domtoren te Utrecht, Goes enz.hebben uitmllntende klok-
kenspelen,
Het Nvordt klokkenspel
Elke klok heeft een
Op twee verschillende wijzen in werking gebracht.
hamer, voorzien van een tjzerdraad.Deze jzerdraden
van klavier,de klavierbalk genoemd.De toetsen worden komen uit een soort
nedergedrukt f met de hand f door eene trommel.Het eerste,waarvan wij
Op bladz. 25 eene afbeelding geven,is het zoogenoemde beieren en geschiedt
door de stads-klokkenisten bjj feestelijke gelegenheden,op marktdagen enz.
Men slaat op de toetsen met de pinkzijde der half gesloten hand, die van
24
25 HET KLOKKENSPEL.
dikke handschoenen voorzien is ; ook treedt men tevens een pedaal.Eenige
tientallen jaren geleden heeft een Maastrichtenaar,F.SMULDERS,een allernuttigste
uitvinding gedaan,namelijk het vervaardigen van een handklavier,waardoor
het klokkenspel op de wijze eener piano met veel gemakkelijkheid kan
bespeeld worden.
Doch het klokkenspel dient OOk om vr den uurslag en op de kwartieren
korter Of langer te spelen.Daartoe dient eene zware ijzeren trommel met
nootgaten) waarin volgens de melodie, welke men er Op wil zetten?stiften
worden gestoken,die bij het rondloopen van de trommel tegen een anderen
klavierbalk de toetsen aanraken.De trommel wordt omgevoerd door gewichten
en staat door een raderwerk in verband met het uurwerk.Men heeft in den
laatsten tijd proeven genomen Om de klokken te vervangen door groote staven
van gietstaal.Deze zijn veel
gemakkelijker Op den verlang-
dell toon te vervaardigen en
ook veel gemakkelijker en
,
t!'l :.11ilI', '''!l''''Ik!!Ilzlll1jlt!I!IijjI'j))jl111111412I(1j Illlj ?II111Jl' l '1I l.1
,
: Ijljjj:!111'-i,1IjI!11,11IIjj(1!11Ijjj ijjjj ,
,, jjj,,jjjjjyjj l : l ;(,. ..,
t!.,,
,, ,Ij)-($kj,,j 1I-!k, , - -
--,-
!j,j goedkooper te plaatsen,daar y!I ,;, j
ij niet behoeven te slingeren, I ,' $ j' - ' l' tj!ll! z
lechts worden aangesla- ' 'j . .11 maar s
/ , . ,,
gen. Men heeft het voorbeeld j
reeds lang in het klein in de '.. . e ' .
veeren Onzer huisklokken en 'b . . ' s '
.
- --
.
. -- -
.
.
--...,.-
,u ,
i. er is geen twijfel aan
,
Of het - t =
1 <.
-
-
u klokkenspel kan ook vervangen )
. //-J'
worden door de bekende speel- y h
doosjes op grooter schaal te t
vervaardigen. -
De vermelding van de klok-
ken, die ieder op zich zelve
tot de maat-instrumenten be-
hooren, bracht Ons op het
klokkenspel,dat genoemd moet . -
worden bij de
M e l O d i e-i n s tr u m e n te n. De meer volkomene instrumenten,tOt welker
beschouwing wij nu Overgaan,
daardoor,dat hunne inrichting
deling der toonverbindingen vergunt. ln dit korte Overzicht willen
uit een muzikaal Oogpunt meer eenvoudige
die,met welke men minder,tot die,
De bedoelde instrumenten worden verdeeld in zulke,
afzonderlijk bestanddeel bezitten, bijv. eene snaar of een luchtkolom van be-
paalde afmetingen,en in zulke,bij welke een toongevend lichaam door ver-
andering van lengte,spanning als anderszins eene geheele reeks van tonen
met welke men meer kan doen,overgaan.
die voor elken toon een
den kunstenaar eene min of meer vrije behan-
wij van de
tot de meer samengestelde)van
naar het welgevallen van den bespeler laat hooren.
De eerste,waartoe de harp,de piano-forte, het Orgel enz.behooren,
onderscheiden zich van de boven opgenoem de
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
zijn ten aanzien van muzikale werkings-vatbaarheid eenigszins meer beperkt
dan de laatste,de viool, de bazuin en andere ;doch het zou eene verkeerde
keoordeeling ztn,indien wij uit die omstandigheid,het gevolg van zuiver
werktuigltjke Oorzaken,een besluit tOt de geringere werking der eerstaange-
duide trokken.Kunstvaardigheid in het behandelen,smaak en vooral het ge-
voel van den kunstenaarg0V0n aan ieder instrument eerst ziel en leven.0ok
hierop is toepasseltjk wat de apostel in een anderen zin zegt :pzonder de
liefde een klinkend metaal en eene luidende schel''. Daar wij hier ter plaatse
minder te doen hebben met het aesthetische dan met het werktuigltjke der
muziek-instrument6n,letten wtj hoofdzakeltjk op den vorm.Daarom beginnen
wtjin de eerste plaats met den eenvoudigsten vorm,bestaande in :
G e s p a n n e n s n ar e n , tOt een muziek-instrument bteengevoegd.
De h a rp is Onder de snaar-instrumenten in zoover het eenvoudigste, dat
elke der gespannen snaren hare eigene hoogte heeft. Elke snaar geeft dus een
afzonderltjken toon en deze wordt voortgebracht door tokkelen met de vingers.
De verschillende lengten der snaren brengen een driekanten vorm van het
instrllment mede, zoodat de kortere discantsnaren naar den eenen hoek,de
bassnaren de Aan de langere nabtj
bovenzijde staan stiften,
draaien stemmen kan. De
tegenoverliggende zijde zkn opgespannen.
waarom de snaren gewonden ztjn,zoodat men ze door
benedenztde bestaat doorgaans uit een hollen klank-
bodem tot versterking van den toon.Dit wegens zjn heerlijken toon voor-
tre/eltjke oqde instrument is helaas tegenwoordig door onderscheidene later
uitgevondene verdrongen.Men vindt het nOg hier en daar in den schouwburg,
wel het meest in de handen van straatmuzikanten,maar ziet geen harp meer
op het orkest en evenm in in den familiekring. Schotland m aakt in dezen
eene uitzondering, want daar heeft de Oude Davidsharp tot heden toe hare
plaats gehandhaafd in het familie- en volksleven.
De eenvoudigheid van samenstelling en het heerltke van den toon,welken
eene eenigszins goede harp geeft, mag aangemerkt worden a1s de oorzaak,dat
men haar bij bijna alle volken van eenige beschaving aantreft. Slechts de oude
Hebreeuwen schijnen de harp niet gekend,althans niet ingevoerd te hebben.
De inrichting der harp berust op zulke eenvoudige beginselen,dat men bij
haar natlwelijks van een uitvinder of ttjd van uitvinding spreken kan,zoodat
de Oudste volksverhalen genoodzaakt waren den uitvinder der harp onder de
goden te zoeken,daar zkn leeftijd tOt zOo hoogen ouderdom opklom, dat lmen
geen nadere kennis droeg van ztjne persoonlijkheid.CENSORINUS,die het fabel-
achtige verhaal aangaande de uitvinding der harp zonder twtjfel aan Grieksche
schrtjvers ontleend heeft,meldt, dat Apollo de eerste was,die den vollen en
heerltken toon bemerkte,welken de koord van den boog zijner zuster Diana
bij het losgaan liet hooren,en dat hij daarop eenige snaren naast elkander
spande, ten einde door hare vereeniging een harmonisch geluid teweeg te
brengen.Deze fabel is eene zeer schoone veraanschouweltking der waarheid,
dat n talentvol mensch oor het verstandig toepassen eener enkele waar-
neming een belangrijken dienst aan het menschdom bewtjzen kan.Het staat
aan ons, Of wij het Arerhaal aangaande zulk een oorsprong der harp willen
26
aannemen of niet ; toch schijnt er eenige waarheid bij ten grondslag te liggen,
blijkens eene onderlinge vergeljking der oudste Egyptische harpen,waarbtj
llet niet moeielijk is van de meer eenvoudige vormen tOt de samengestelde
op te klimmen. Dit ziet men in de onderstaande af beelding,ontleend aan
voorwerpen in het Louvre-museum te Parijs. De klove tusschen den vorm
van den gespannen jachtboog (1) en den oudsten harpvorm (3)heeft FRANCESCO
BIANCHINI getracht aan te Vtlllen door te beweren,dat instrumenten als ;g.2
in eene oude sarkophaag gevonden ztjn.Dit zij waar of niet,in allen gevalle
heeft de af beelding voor 0ns geene andere waarde dan die eener zeldzaamheid.
Bij de Oude Egygtenaars,op welker Overblijfselen wij het eerst de harp Ont-
moeten, had dit instrument verschillende vormen, naargelang van hare be-.
doeling. De kleinere harpen (3 en 4) werden bij voorbeeld Ook bij het Optrekken
van krijgslieden gebruikt en bij die gelegenheid Op den linkerschouder gedragen,
vermoedeltjk door middel van een riem,in nagenoeg horizontalen stand, en
met beide handen bespeeld ;het getal snaren was grooter bij grootere instru-
menten en bij ontwikkeling der muziek nam het meer en meer toe.0Ok werd
achtgegeven op den uitwendigen
vorm en het meer nauwkeurig af.
werken
zoowel af beeldingen a1s Oorspron-
kelijke tOt Ons gekomen voorwer-
van het instrument
pen leveren bltjk van de kunst-
vaardigheid en den smaak,waar-
mede de toenmalige instrument-
makers wisten te arbeiden.Vooral
schijnt men alle mogelijke moeite
te hebben besteed aan de instru-
l
l
t
4,e;*
menten,welke bestemd waren voor
de priesters!die er zich bij de godsdienstplechtigheden van bedienden.Het
houtwerk was zeer kunstig gesneden, beschilderd, met zinnebeeldige figuren
versierd,verguld en somtijds met ledel-,marbkijn enz.Overtrokken.Op het
grafteeken van SEsosTals ziet men een priester,die op de harp speelt ;zijn
instrument heeft 13 snaren.Aan de voorzi
qjde draagt de kop eene goddelijke
afbeelding met den heiligen PSCHENT.
Wij mogen het er voor houden,dat de harp van de Egyptenaars tot de
llebrers is overgegaan.Doch een rechtstreekscll bewijs hebben wij er niet
voor,want er zijn uit het Oude Isralietendom geene af beeldingen overge-
bleven,uit welke wij eene bevestiging van die Onderstelling afleiden kunnen,
terwijl ook de schriftelijke overleveringen er niets van melden.0ok de berichten
aangaande Davids spelen op de harp 1) alsmede die in h:t boek JOb 2) kunnen
even goed,zoo niet beter,op andere instrumenten toepasseltjk zijn,terwijlde
naam,in de bijbelvertaling voorkomende,geen genoegzamen waarborg vOor
1) I Sam. XVI :23. 2) Job XXI :12.
28
den aard van het instrument levert 1).We1 is het bijna zeker,dat bij het
nauwere verkeer, dat tusschen Egypte en Klein-Azi plaats vond,eene weder-
keerige bekendheid met alle voortbrengselen van kunst en nijverheid niet zal
hebben Ontbroken,doch wij vinden nergens grond voor de meening,dat de
beide instrumenten ki n n o w en n e b e l 2) inderdaad die instrumenten
zgn,welke N;j door deze woorden aanduiden, Nieshalve wg ook deze vraag
geweest
onbeslist moeten laten,tenzij wij willen aannemen, wat door sommigen be-
weerd wordt, dat de Joden in den klank der harp geen behagen gevonden
hebben en dat dienvolgens dit instrument niet algemeen bij hen ingeyoerd is.
Bij de Grieken daarentegen mogen wij het gebruiken der
instrumenten als zeker aannemen,zij het dan al dat de
lijke snaar-instrumenten niet volkomen gelijkvormig met de .tegenwoordige
harp en dergeltjke
k ith ar a en derge-
harp waren.Eene menigte af beeldingen,met name uit de overblijfselen van
Pompeji en andere gedeelten van zuidelijk Itali,waarheen Grieksche gewoonten
en beschaving het eerst verspreid Niaren,leveren daarvan sprekende be:vtzen.
Op monumenten van zuiver Romeinschen Oorsprong vinden wij er echter geen
voorbeelden van en wellicht is de harp ook meer in gebruik geweest in de
zuidelijke, door Grieksche kolonisten bevolkte landstreken,terwijl de meer
ruwe aard der Romeinen, weinig toegankelijk voor de zachte indrukken der
kunst, muziek genoeg had aan de kleine trompet, wier schetterend geluid hlln
kl'ijgsmansgeest beter uitdrukte. Meer naar het noorden,in de wouden van
Germani, vinden wij reeds desttds,zooals nog in de nevelachtige bovenlanden
van Schotland,de harp als het eigenlijke nationale en heilige instrument, dat
door de Barden bespeeld werd bij het zingen hunner bezielde liedeqen.De als
't ware bovenaardsche klank m aakt de harp ook boven ieder ander instrum ent
geschikt om met hare tonen de bovenzinnelijke voorstellingen van het grijs
verleden aanschouwelijk te maken of den blik op de gesluierde beelden der
toekomst te werpen. Een 0ssIAN en FINGAL zonder harp kan men zich niet
denken.
Uit 9de Oude af beeldingen blijkt, dat de harp der eeuw zeer weinig van de
tegenwoordige verschilt. Doch dezen haren eenvoudigsten vorm heeft,zij niet
altijd behouden. De vermeerdering dersnaren, gevolg van de ontwikkeling van
muziek en muzikale eischen,bracht Onderscheidene proeven ter verandering
der gedaante van het instrument mede,inzonderheid ten einde het bij den
toegenomen omvang behoorlijk draagbaar te houden.ln oude handschriften
uit de 12de eeuw vindt men af beeldingen, harpen voorstellende van de zonder-
lingste en grilligste gedaanten,m et vierhoekige, driekante en ronde kasten ;
somtijds rtlsten zij met een staart, in allerlei dierenkoppen uitloopende, op den
schouder van den bespeler ; somtijds Ook werden kleine harpen,zooals die der
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
1)Het Hebreenwsche woord,ia de Staten-vertaling pharp''vertaald,beteekent in allen
gevalle een'snaar-instrument ;,,luit''daarentegen een blaas-instrument.
2) In de Staten-vertaling der H.Schrift is het eerste woord met ,,harp'' en het tweede
met pluit'' vertaald.
29 DE HARP.
meistreels,evenals tegenwoordig nog de gitaar eener straatzangster,aan een
lillt om den hals gedragen.
In de 16de eeuw werd een harp voor andere instrumenten achteruit gezet.
De in ltali en Spanje geliefde snaar-instrumenten,de gitaar,de theorbe, de
mandoline en andere,traden a1s solo-instrumenten in hare plaats ; slechts daar,
waar zij als 't ware een eigendom van het volksleven was, vooral op de Britsche
eilanden, behield zij haar oude aanzien.De thans nog gebruikelijke Schotsche
harp is een vrij oorspronkelijk instrument,hetwelk een muzikalen smaak slechts
zeer weinig bevredigen zou.ln Engeland en Frankrijk zijn daarentegen harpen
in veelvuldig gebruik,die zich door volkomener inrichting Onderscheiden en in
dien vorm onder de voortreFelijkste nluziek-instrumenten te rekenen zijn.
De kunst heeft in den laatsten tijd het verbeteren der eenvoudige harp tot
eene groote hoogte opgevoerd.Terwijl het Oude instrument slechts (n diato-
nischen omvang had en den bespeler weinig ruimte liet om zijne kunst ten
toon te spreiden,heeft men van ttjd tot tijd veel gedaan Om dit gebrekkige te
verhelpen.Om er zooveel snaren op te brengen als de chromatische toonladder
eischt,was geene plaats op een instrument, welks
grootte beperkt wordt door zijn aard en gebruik.Men
behielp er zicll dus eerst mede,dat men,zooals nog
de harpspeelsters op markten en kermissen doen,dool'
spannen met een kruk orlder het spelen de snaren
een halven toon hooyer stemde,voor zoover zij in
den grondtoon vn dit instrument te laag stonden
vOOr een anderen toonaard. Daartoe Nias een sanaen-
stel van haken en krukken vervaardigd.Hoe ver men
draaien moet,weet men spoedig door oefening. ln
den eersten tijd maakte men de snaar eenvoudig kor-
ter door vasthouden met den vinger.Maar reeds in
1720 w as de vermaarde harpspeler H OCHBRUCKER te
Donauwrth de uitvinder van eene inrichting, die met
den voet bestuurd werd, daardoor de snaren zooveel
mogelijk verkortte en dus hooger stemde.Daarmede
ontstond de pedaalharp,waardoor voor de volmaking
van dit schoone instrument een nieuw ttjdperk geopend
werd.Zij werd dan Ook in korten tijd door geheel
Europa verspreid en door instrumentmakers en kun-
stenaars spoedig aanmerkelijk verbeterd.Vooral SEBAS-
N N
>
N
* N
1
TIAAN EHRHARDT,uit den Elzas,later gevestigd te
Parijs,waar hij onder den naam EIRARD eene later beroemde fabriek van muziek-
instrumenten Oprichtte, bracht aanmerkelijke verbeteringen in de samenstelling
der pedaalharp, door het uitvinden van een zeer vernuftigen toestel,die door
middel van n enkel pedaal het instrument achtervolgens twee en een halven
toon hooger kon stellen,zoodat wij terecht zulk eene pedaalharp rvan ERARD''
mogen rekenen onder de volmaaktste instrumenten,die er bestaan.Eene eeuw
was er sedert I'IOCHBIRTJCKER'S uitvinding verloopen) eer deze hooge trap van
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
volmaking bereikt werd,gedurende
thans tamelijk in onbruik, hare plaats
tegen de algemeene verspreiding der
J 1800 tOt J 2200, een groot beletsel.
De klank of toon dezer soort van
welken
zonder
harpen
tijd de harp van HOCHBRIJCKER,
mededinging bekleedde.Trouwens,
van ERARD is de prijs)dikwijls
snaar-instrumenten is,afgescheiden van
het onderscheid ten gevolge der zelfstandigheid van snaar - metaal of darm
ook vooral af hankelijk van de wtze,waarop de snaren aan het trillen gebracht
worden.Dit kan geschieden door tokkelen met de vingers, of met eene stift,
zooals bij de harp,gitaar en citer, Of door het aanslaan met een hamervormig
lichaam,zooals bij het klavier,enz. Hoe grooter de ongelijkheden in de ver-
oorzaakte beweging zijn,des te aanzienlijker is de intensiteit en het getal der
boventonen ; de klank wordt scherp en rinkelend,en hierin is de Oorzaak
gelegen, door welke eene snaar, met de stift getokkeld,anders klinkt dan
een, met den vinger getokkeld.In het eerste geval namelijk is de hoek, dien
de snaar met de spitse punt van de stift maakt?scherper en er loopen Over
de geheele snaar heen en weder bewegingsgolven, welke de Oorzaak van tal-
l'ijke boventonen worden. Daarmede overeenkomstig is bij de klaviervormige
instrumenten het geval,dat de snaren aangeslagen worden met een harden,
scherpkantigen hamer,die terstond na het aanraken der snaar weder afspringt ;
heeft daarentegen het aanslaan plaats met een breederen hamer, welks kop
vilt Of zeem bekleed is,dan hoort men zulke wanklanken niet,daar de
den tijd krijgen Om zich Over de geheele lengte van de snaar te
met
trillingen
verspreiden.
Nauw verwant met de harp is een ander snaar-instrument,dat
laat hooren dooc de kracht van den wind,de E l u s h a r p. rDe
een instrument, dat, evenals de zingende boom in eene Arabische vertelling,
tonen laat hooren,a1s men haar aan den wind blootstelt.Deze tonen hebben
veel overeenkomst met de zacht toenenlende en van lieverlede weder weg-
stervende gezangen van een op grooten afstand geplaatst koor ; zij heeft meer
van het harmonische goochelspel van bovenaardsche wezens dan van een
zijne tonen
Elusharp is
gewrocht van menschelijke kunst.'' *
van dit eenvoudige instrument, hetwelk bestaat uit een platten, loodrecht
staanden hollen klankbodem, waarover 6 - 12 darmsnaren naast elkander en
Aldus beschrijft MATTHISSON de werking
lndien dit instrument aan den Wind Wordt blOOt- eenstemmig gespannen zijn.
gesteld,zoodat hij er in de lengte Over strijkt, komen zij in trilling ; zij geven
den grondtoon aan of laten verschillende akkoorden hooren, waardoor eene
reeks van harmonische tonen Ontstaat, die wel niet regelmatig,maar daarom
lliet minder verrassend zijn, zoodat elk,die dit instrument niet kende, er zeker
door is verrukt geworden.
De g i t a a 1-en de c i t e 1*vertegenwoordigen eene geheele reeks van snaar-
instrumenten,bestaande uit een min of meer rond,weerklinkend lichaam)van
geluidgaten voorzien en bespannen met darm of metalen snaren,waaruit men
tonen laat voortkomen door tokkelen met de vingers of met eene metalen stift.
Het holle lichaam is verbonden met een langen hals,aan welks uiteinde zich
de wervels bevinden,die tOt het spannen der snaren dienen ;deze hals dient
30
31 DE GITAAR.
tevens onA het
de snaren te
instrument vast te houden en dool-vasthouden met den vinger
verkorten tOt het voortbrengen van een hoogeren toon dan ieders
eigen grondtoon, waartoe men de snaar tegen den steel of hals aandrukt.
Deze steel is voorzien vah dwarsltnen, doorgaans van ivoor,welke de maat
aanduiden der verkorting van elke snaar voor de verschillende hoogere tonen.
De geheele klasse dezer instrumenten was vroeger begrepen onder den alge-
meenen naam l tl i t en naar eene Oude overlevering heeft na eene overstroo-
ming van den Nijl de achtergebleven schaal eener schildpad aanleiding gegeven
tot de uitvinding van dezen instrument-vorm.Men bespande die schaal met
snaren,schiep behagen in de uitwerking en poogde later het holle lichaam na
te naaken van hout of andere
dat deze geheele gekomen is,
maar ook, dat die,waarvan de gedaante peervormig is,de oudste moeten zijn.
Dit vei-haal geeft niet alleen een dunk, grondstof.
klasse van instrumenten uit het Oosten tOt ons
lnderdaad waren de peervormig gebogen instrumenten veel verder verspreid
dan de platte gitaarvormige,
latere uitvinding spande de snaren over eene brug,
evenals bij de viool.Nog tegenwoordig hebben de Indirs?
Perzen en Arabirs ontelbare vormen van luiten en
zelfs nOg tOt het laatst der 18de eeuw.Eene
gitaars, vrtj geltk aan den oorspronkelijken vorm.De
nevensstaande af beelding van de chelys der Indirs levert
Ons daarvan eel) voorbeeld.Bij ons echter heeft de
vorm der gitaar wegens gemakkelijke vervaardiging den
meesten opgang
menigte soorten van dusdanige instrumenten,die wij
meerendeels
gemaakt.Vroeger bestonden er eene
nOg alleen bij naam kennen :de luit,de
mandoline)de theorbe enz. behooren er toe.Zij waren
dikwtls van elliptische vormen en hadden een molligen
toon. De oudere luiten hadden slechts weinige snaren
en de vijfsnarige luit was lang in gebruik ; zij was ge-
stemd c f a d f.Later werd dit getal aan werszijden met
twee snaren vermeerderd.Van lieverlede kreeg de luit
tot 14 snaren.De hoogste,de cllanterellen, gaven de
melodie aan,terwijl de laagste de harmonie verstrekten.
Hiertoe behoort ook de m a n d o l i n a ,ook mandora,
m andorine genoem d,
zij was ook vroeger in Duitschland bekend en MOZART heeft het air in den
D o n Ju an ,hetwelk tegenwoordig doorgaans pizzicato Op de viool gespeeld
vooral in het zuiden van Ttali en in Spanje in gebruik
wordt,Oorspronkelijk voor de Napolitaansche
De g i t a ar verving,
ronden klankbodem. Zij was goedkooper te vervaardigell en uit dezen hoofde
werd zij spoedig algemeen verspreid.Maar zij stond daarom ook lager in
aanzien en PsAEToluus,die haar in 1627 onder den naam g ui n t e r n a Of c h i-
t er n a vanwaar c i t e r als een ltaliaansch instrument bekend gemaakt
zooals reeds is gezegd,in het eerst slechts de luit met
heeft, spreekt er met vrij veel minachting Over als Over een instrument voor
straatmuzikanten. Volgens de beschrijving hadden de toenmalige gitaars
rnandoline geschreven.
:
'
)
z' (
7t') 7
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
bijna dezelfde gedaanten als de tegenwoordige;zij hadden vijf,meestal darm-snaren.
Het schijnt, dat de gitaar uit Spanje,waar zij door de Mooren is ingevoerd,
zich over Europa heeft verspreid.In Afrika gebruiken eenige negerstammen
dergelijke instrumenten, zooals do hieronder afgebeelde citer der Schekiani's
bewijst.In Duitschland kwamen zij sedert 1788 door de hertogin AMELIA van
sveimar zeer in gebruik ; de meeste instrumenten van deze soort zijn door den
instrumentmaker OTTO te W eimar vervaardigd; op aanraden van den kapel-
meester NAUMANN kregen zij omstreeks het jaar 1797 eene zesde snaar, de
lage E,zoodat de gitaar nu gestemd was :E A d g h e. De hooge belangstelling,
die het instrument terstond bij het publiek vond, daalde echter al spoedig en
de genegenheid voor dit instrument is bij afwisseling gestegen en gedaald,
zoodat de gitaar beurtelings in en uit de mode geraakte.Goedkoope prijs en
gemakkeltjke behandeling ver-
schalen haar ook nOg heden
ten dage veel beoefenaars ; de
hoofdzetel der vervaardiging
van deze instrumenten is Mark-
neukirchen.
De c it e 1- is het instrument
der bergstreken.Zij is waarschijnlijk het oudste platbodem-instrument, dat in
Duitschland bekend is geweest,en schijnt lang haar verbltjf in Stiermarken
te hebben gehad.Vandaar kwam zij met de bergwerkers in het Hartzgebergte
en verspreidde zij zich over al de berglanden van Duitschland.Haar naam
heeft aanleiding gegeven Om haren Oorsprong,nevens dien der gitaar,uit de
oude Grieksche Kithara af te leiden,doch ten onrechte.Im mers,het is bekend,
dat de Ouden aan hun maat-instrumenten geen steel hadden ; integendeel was
de Kithara een harpvormig instrument,dat alleen gebruikt werd tot begelei-
ding van den zang. De citers daarentegen,hoewel aanvankelijk ook slechts
ntoonmatig gebruikt,hebben de meeste overeenkomst met het monochorde,
en zijn er vermoedelijk uit ontstaan.Het zijn harmonie-instrumenten,zoodat
zij niet van ouder ttgteekening kunnen zijn dan die van de uitvinding der
harmonie zelve. Het beginsel,volgens hetwelk de citers vervaardigd zijn,is
hetzelfde als bij de gitaar.Het lichaam bestaat eigenlijk uit een rechthoekigen
driehoek,wiens langste zijde (hypothenuse) van den bespeler afgekeerd ligt.
Het getal snaren is van lieverlede van 2 tOt 31 gestegen,naarmate de harmonie-
muziek steeds rijker samenvoegingen heeft vereischt.Ztj liggen boven een
langen steel, die,evenals bij de gitaar,door dwarslijnen is afgedeeld,en worden
met de vingers der linkerhand neergedrukt,terwijl zij met die der recllter
worden getokkeld. De bovensnaren, doorgaans 14 in getal, dienen voor de
melodie ;het zijn doorgaans koperen Of metalen draden. Zij liggen naar den
bespeler gekeerd en worden getokkeld door middel van een ring met haakjes,
die aan den duim wordt gestoken. De lagere snaren dienen tOt accompagne-
ment en zijn doorgaans van darmen vervaardigd.Bij het bespelen legt men
het instrument f op de knie f voor zich Op tafel.Behalve deze z0o te
noemen tokkelciters zijn er Ook citers van afzonderlijken vorm,uit welke de
32
HET KLAVIER. j.l O.a
tonen gehaald worden door middel van een strijkstok ; de snaren liggen dien-
overeenkomstig niet plat, maar evenals bij eene viool in gebogen vorm.
Het kl av i e r en de daarmede verwante instrumenten, d.w. z.die, Op
welke de snaar door middel van een hamertje wordt aangeslagen, zijn reeds
oud. Men verhaalt gewoonlijk, dat het klavier uit den dOp gekomen is in den
vorm van de m O n O c h o r d e, waarvan men reeds in de llde eeuw in de
maakte.GTJIDO van Arezzo naar men einde kloosters gebruik ZOu, zegt,ten
een bepaalden toorl gemakkelijker te kunnen vinden,de monochorde voorzien
hebben van houtjes, die door middel van toetsen werden in beweging gebracht.
Intusschen beduidt dat weinig, daar de monochorde-snaar Op andere wijze
bespeeld werd,namelijk door verkorting,terwijl het klavier een instrument
is, dat voor iederen toon eene afzonderlijke snaar heeft.De uitvinding der
toetsen is zeer Oud en is naar den Latijnschen naam van deze (c l a v i s)!
dat die instrumenten den naam hebben, welke in de algemeene benaming
klavier begrepen is.Men meent',dat de Oude lsralieten instrumenten gehad
hebben,de m a s ch r o t i k a en de m a gr e p h a,die met klophalnertjes bespeeld
werden,evenals de waterorgels der Grieken.Sommige berichten wekken ook
het vermoeden,dat de oude Isralieten reeds de snaren tonen wisten te doen
geven door penneschachten,met toetsen verbonden.Doch dergelijke berichten
zijn zeer onzeker en hooger
hamertjes niet opvoeren.De Oudste dier instrumenten dienden alleen om bij
den zang den toon aan te geven en omspanden nauwelijks een octaaf.De
toetsen zelven hadden destijds reeds hare tegenwoordige gedaante,die van een
dan tot de llde eeuw kunnen wtjde toetsen en
dubbelen hefboom, waarvan het eene uiteinde met den vinger nedergedrukt
wordt,terwijl het andere verbonden was met eene stift,of beter een wigvor-
mig blikken plaatje, dat met den platten bovenkant tegen de snaar sloeg.
Deze kleine voorwerpen werden van tijd tot tijd met meer snaren voorzien,
zelfs tot 20 ;zij waren destijds 3 tot 4 voet lang,2 voet breed en 4 of 5
duim hoog ; de snaren liepen dwars van den rechter-voorhoek naar den linker-
achterhoek. De 20 toetsen waren ingericht volgens ons notenstelsel,maar op
de 7de en 15de plaats was eene b ingevoegd.Eerst later,in de 14de eeuw,
ltwamen er nog c i s en f i s bij, en weder een eeuw later d i s en gi s.Nu
werd het ook tijd om op betere schikking der toetsen bedacht te zijn en men
kwam tot de thans nog gebruikelijke verdeeling in platte en hooge toetsen.
0ok breidde men ze steeds hooger en lager uit, zoodat men in het.begin der
16de eeuw reeds 35 - 38 toetsen kad. De verbetering dier clavichorden,zooals
zij heetten (waaruit later de naam klavier Ontstond), hield gelijken tred met
de verbetering der overige snaar-instrumenten en vooral werd het h a k k e-
bord
van een zeer geliefd instrument van grooten invloed. Er bestaat een
af beelding van uit het jaar 1 536 ;de Benedictijner monnik Luclxlt;s (Latijnsche
vertaling van zijn Duitschen naam NACHTIGALL) geeft haar in zijn werk over
thans een scheldnaam voor eene zeer slechte piano, maar vroeger die
de
bespannen
werden gestemd ; men sloeg ze met hamertjes,die met blilt of leder beslagen
x. 3
muziek. Volgens die af beelding'bestond het uit eene viel.kante doos?
met 5 darmsnaren van gelijke lengte,die door middel van krukjes
84 bE MUZIEI-INSTRUMENTEN.
waren. Volgens MICHAEL PRAETORIUS, die in 1619 eene af beelding van dit
instrument gaf,had het 16 snaren efl werd het ook met de vingers getokkeld.
Later voegde men er nog meer snaren bij, en wel stalen)zoodat het in de
18de eeuw tOt 3 octaaf omvang had en Onder den naam cimbaal Of Perzisch
hakkebord in aanzien was.
Nevens het hakkebord moet ook het s p i n e t als voorlooper Onzer piano-
forte worden genoemd.Het komt reeds in de 14de eeuw voor en had de
gedaante van een onregelmatigen vierhoek,overlangs met snaren bespannen.
De snaren werden aangeslagen deor middel van vorksgewijze toetsen, die p a 1-
m u l a e heetten en aan het einde van dopjes voorzien waren.ln plaats van
deze gebruikte men later ravenpennen en vandaar dat het instrument, ook
c l a v f - c y m b a l u m (klave-cimbaal)genoemd, den naam s p i n e t verkreeg,
naar de penneschacht (s p in u l a).In de 17de en 18de eeuw was het spinet
veel in gebruik ; het had 4 Octaaf.Het kreeg in verschillellde landen Onder-
scheidene namen,als :sy m p h On i e,m a g a d i s, p e ct i s en v i 1-g i n al. Doch
de toon moet naar berichten en spotnamen uit dien tijd niet machtig veel
aangenaams gehad hebben.De bovenstaande afbeelding stelt een klaviertje uit
het jaar 1520 voor.Deze instrumenten hadden niet altijd voor elken toon eene
afzonderltjke snaar,maar goedkoopheidshalve liet men ook wel dezelfde snaar
voor twee tonen dienen, hetgeen desnoods kon bij de oorspronkelijke samen-
stelling, bij welke de aanslagstift, de t a n g e n t,met den hef boom der toets
een geheel uitmaakt.In dat geval vormt de tangent,wanneer de toets stevig
nedergedrukt wordt, de eigenlijke brug der snaar, zoodat alleen het daarboven
liggende gedeelte klank geeft; deze toon is natuurlijk hooger ten gevolge van
het korter worden van het slingerend gedeelte der snaar.Een snel,kort
aanslaan van de stift geeft dus den toon der geheele snaar,een langer neder-
drukken een.hoogeren,terwijl men door een vereischt plaatsen der stift den
laagsten toon een half interval hooger kan doen worden.Klavieren met zOO-
danige inrichting heetten g e b o n d e n e ;v rtj e daarentegen die,bi) welke
iedere toon zijne eigene snaar had.Doch die gebonden klavieren kunnen geen
ander dan een ellbndig geluid hebben gegeven.De verschillende lengten der
snaren gaven aanleiding tot dan vorm,die v l e u g e l werd genoemd ;reeds
14ET KIUAVIEII. 85
PswEToslus geeft eene af beelding van zoodanig instrument ; er blijkt reeds de
algeheele overeenkomst met de tegenwoordige vleugels uit.Zij schijnen in de
16dO eeuw algemeen in gebruik geweest te zijn.
Men had ook instrumenten,welker afzonderlijke tonen door het gelijktijdig
aanslaan van vier snaren werden voortgebracht ; men noemde ze viersnarig.
Eene dezer vier.snaren werd dan somtijds een octaaf lager dan de grondtoon
gestemd en eene tweede een quint hooger.Het aanslaan geschiedde als bij het
spinet door ravenschachten,later met gouden plaatjes,die zeer kostbaar
waren.Het bezigen van vogel- (vooral raven-) pennen was Overigens tot in
het laatst der 18de eeuw in gebruik.Ten einde het naklinken te voorkomen
vlocht men een band of eene reep laken tusscben de snaren achter de stiften,
die de snaren aansloegen.Grootelijks week van die vleugels het Neurenberger
hakkebord af.Het was oOk metsnaren,en wel darmsnaren,bespannen,doch
de tonen werden op eene geheel andere wijze voortgebracht,daar de snaren
niet door hamertjes werden aangeslagen, maar men tegen iedere snaar een
klein wieltje liet Omdraaien ; de daardoor Ontstane wrijving deed een toon
Ontstaan,naar die eener viool zweemende.De beweging der wieltjes werd
door een groot drijfrad veroorzaakt ; het bevond zich buiten llet instrument en
werd met den voet getreden ;door lniddel van toetsen werden de wieltjes in
aanraking gebracht met de snaren.Deze uitvinding was af komstig van HANS
HAYDN te Neurenberg (1610) ; zoodanige instrumenten waren nog in het begin
dezer eeuw in gebruik en zij Ondergingen vele verbeteringen.Zij hadden OOk
weder onderscheidene namen,gelijk de taal van dien tijd verbazend rijk was
op het punt van namen geven aan muziek-instrumenten. Het Oudere instru-
ment,dat den naam klavier behield, doch ook klavecilnbel genoemd werd,was
insgelijks van vogelschachten voorzien en had in het begin
omvanj van 4) octaaf.De toetsen der halve tonen werden hooger?die der
diatonische lager gelegd, zooals
instrument voor verschlllende
sedert in gebruik is gebleven.Ten einde het
toonaarden te stemmen, volgde men Op het
voetspoor van den uitmundenden Organist AxoltEws W ERKMEISTER (1698)den
gebruikelijken weg der quint-opklimming,terwijl men de afzonderltjke inter-
vallen een weinig lager liet zweven.Met de tegenwxrdige instrumenten kan
het oude klavier in geen de minste vergelijking treden, noch ten aanzien van
zuiveren, molligen toon, noch ten Opzichte van omvang en bewerking.De
der 17de eeu w een
klavieren waren kleine,magere instrumenten, die den tegenwoordigen smaak
in geenen deele meer bevredigen zouden.MozAs' .
r verhaalt nog,dat hem bij
het bezoeken van een ltaliaansch klooster het klavier aanhoudend werd nage-
dragen, opdat men ieder oogenblik en overal gerlot van zijn spel zou kunnen
hebben wel een bewijs,dat het kleine voorwerpen waren !De prts was
dan ook niet hoog :voor een goede vijftig gtllden had men er een.Maar dit
laatste was dan ook oorzaak,dat men ze even algemeen verspreid zag a1s
tegenwoordig de pianino's. SCHUBERT zeide reeds voor eene kleine eeuw in
zijne A e s t h e ti k d e r T O n k u n s t :ralles speelt)slaat en trommelt op het
klavier,edelman en burger, zwakke en sterke,man en vrouw,jongen el1
meisje - dat behoort zoo t0t de Opvoeding.''Een onaangenaam iets,dat men
DE MUZIEK-INSTRUMKNTEN.
bij geen der vermelde instrumenten kOn ontgaan, bestond hierin, dat men
geen meester was van de meerdere sterkte of zachtheid van denzelfden toon,
noch OOk van het naklinken der snaren.In het eerste opzicht gaf het hakke-
bord, dat met in de hand gehouden hamertjes geslagen werd,eenige verande-
ringen en deze brachten BARTOLOMEO OHRISTOFALI te Padua Op het denkbeeld
het eigenaardige van het hakkebord met dat van het klavier te vereenigen en
de hamertjes te verbinden met toetsen, door welke zij tegen de snaren sloegen.
Dit afscheiden of losmaken van hamertje en toets maakt het eigenlijke onder-
scheid uit tusschen piano-forte en klavier en CHRISTOFALI,die dit denkbeeld
het eerst verwezenlijkte,verkreeg daardoor inderdaad de verlangde versterkin-
gen en verzwakkingen van den toon, die den naan'l (forte-piano,sterk-zacht)
ten volle reclltvaardigden.Daar zijne uitvinding reeds in 1711 beschreven en
afgebeeld is geworden,heeft hij alle recht op den naam van uitvinder der
piano-forte.Het is echter mogelijk,dat de organist SCHRTER,geboren te
Hohenstein in Saksen,die insgelijks op den naam van uitvinder der losse
hamertjes aanspraak maakte,deze inrichting bedacht heeft zonder iets van
CHRISTOFALI te weten.SCHRTER leverde in 1717 bij het Saksische hOf twee
modellen in ; bij het eene sloeg het hamertje van boven,bij het andere van
Onderen. De eerste inrichting beviel llem zelven niet lang en Ook voor de
andere inrichting vond hij eerst later de ter uitvoering noodige hulp,toen
namelijk in het jaar 1726 de vermaarde Orgel- en klaviermaker SILBERMAXN
te Freiburg zich de zaak aantrok en een instrument vervaardigde volgens de
uitvinding van SCHRTER, maar door hem verbeterd.Bijna tegelijkertijd had
zich ook te Florence, alsmede te Parijs,een instrumentmaker beziggehouden
met het uitdenken van een toestel met hamertjes ; maar hunne denkbeelden
verwezenlijkten zich niet door uitvoering.De Duitsche uitvinding stond Op
zelve en SCI-IRGTER als uitvinder van de
zich
zich
forte-piano.Zeer snel verspreidde
is de algemeen zoodanig erkende
zijne uitvinding ;zij gaf een krachtigen
stoot aan het vervaardigen dezer soort van muziek-instrumenten ; zelfs kan
men zeggen, dat het vervaardigen van toets-instrumenten van toen af eell
afzonderlijke tak van kunstvlijt werd,want vroeger was het eene bijzaak voor
orgelmakers en organisten. De familie SILBERMANN legde zich met groote
kracht tOe Op het vervaardigen der niellw uitgevonden forte-piano's, zoowel te
Freiburg als te Straatsburg.Hunne instrumenten onderscheidden zich van de
t0t dusver gebruikelijke clavichorden alleen door de hamertjes,alsmede door
een delnper, bestaande in een lat,met doek overtrokken of met een wollen
strook voorzien,die tegen de snaren kon worden gedrukt en het naklinken
van den toon belette.Door Duitsche kunstenaars werd devervaardiging van
piano-fortes volgens de inrichting van SCI-IRTER weldra naar Parijs en lkonden
overgebracht,waar er nog vele verbeteringen aan werden bedacht,zoodat het
vaderland der piano-forte ze a1s eene nieuwe Fransche of Engelsche uitvinding
terugzag. In Duitschland zelf was het de bekwam e organist en instrum ent-
maker ANDREAS STEIN te Augsburg, een leerling van SILBERMANN,die de door
SCHRGTER uitgevonden inrichting verbeterde Of eigenlijk eene geheel nieuwe in
het leven riep en daardoor mogelijk maakte,hetgeen SCHRTER slechts gezocht
36
37 HET KLAVIER.
had,de wijziging van
gevestigd, bekwam de
Orgelmaker LENKER te
den demper,daar hij in
aan elke snaar haren
pertjes
lagen ;
zij zich
toetsen
den toon.Nadat de zoon van STEIN zicll te W eenen had
tlitvinding den naam van het 'W eener mechanislue.De
Rtldolstadt maakte zich verdienstelijk ten aanzien
1756 begon m et in plaats van een algem eenen dem per
afzonderlijlten te geverl.ln het eerst waren deze dem-
in verband gebracht met de hamertjes,zoodat zij Onder de snaren
doch later gaf men hun den tegenwoordig gebruikelijken vorm,zoodat
boven de snaren bevinden. Zij worden door het nederdrukken der
0n dan 1Os van de doch vallen er Opgeheven zijn
zoodra men den toets loslaat.De
Slaal')
na het eerste
Op neder,
tijd vel-sohijnel'l der piallo-forte
tot aan het eerste vierde gedeelte der 19de eeuw was vrij vl'uchtbaar in aller-
lei uitvindingen en verbeteringen met betrekking tot dit en andere muziek-
instrumenten, die echter grootendeels slechts als 'voorbijgaande verschijllselen
aan te merken en weder in vergetelheid geraakt zijn.ANDREAS STEIN maakte
het staartstuk en de piano-forte tOt (an instrument en vervaal'digde ze Oolt
met fluitgelllid ;zeltere werktuigkundige I-IOHLFELD maakte in het jaar 1737
een vioolklavier ;er werden instrumenten gemaakt met twee of drie klaviel'ell
en allerlei veranderingen,die,naar men Opgaf, zelfs t0t 100) ja tOt t23.0 liepell.
MA'rTHECIS MIJLLEIt vervaardigde te W eenen eene zoogenpemde Ditanaltlasis,
instrument,dat overeind stond weerszijden een klavier el1 een
snarenstel had. JOI-IANNES JAcosus SXELL nam in het jaar 1790 eene lliet
kwalijk g'eslaagde proef Om de snaren eener piano.forte te dtlen ltlinken door
middel van een windstrooming, die door koperell buisjes werd veroorzaakt.
instrument den naam A n e m O c 11 O 1.d e : het moet Z00l' i'-i j n
aangenamen gegeven hebben en maakte te Parijs een buitengewonel
Opgang. Het was vooral geschikt t0t het begeleiden van zang el1 :,001'een
langzaam spel,waarbij de eene toon werd aangehouden)totdat de andel'e zicll
liet hooren, evenals bij het Orgel het geval is.O0k kwam een kundig werk-
m an Op het denkbeeld het oude m et het nieuwe te vereenigen en een instru-
m ent te vervaardigen, dat door m iddel van eerl pedaal als piano-forte Of als
clavichorde kon worden bespeeld. Het langst hielden zich de bijvoegselen bij
de piano-forte staande, welke het een of ander instrument nabootsten of
voorstelden,b.v.de tamboerijn met de schelletjes,de fagot-trilling,llet harp-
getokkel enz. Doch in den laatsten tijd is men zich meer op eenvoudigheid
gaan toeleggen en tracht men bij het weglaten van die aanllangsels,de waarde
der instrumenten meer te zoeken in kracht en schoonheid van toon,maar
vooral in de volmaking van het mecllanisme tOt hetgemakkelijk en aangenaam
bespelen. De platte piano-forte heeft in den regel slechts en pedaaltl'ekker
t0t het opheflbn van een demper) terwijl aan piano's en staartstukken som-
tijds nog een trekker verbonden is tot het verschuiven van het klavier.De
Oudste piano-fabriek te Londen was vroeger de grootste der wereld ;zij werd
aldaar in 1732 door den ZwlrrsEr.tTscl-ltTol Opgericht en droeg later en nog
tegenwoordig den naaln van diens schoonzoon Blto-towooo.Zij lleet't 7$f')l)
werklieden in het werk en levert jaarlijks Omtrent 23t)f) stuks af.Tot
had deze fabriek in het geheel een getal van 108 000 stuks afgeleverd.Altijd
droeg
toon
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
staan er 600 Of 700 gereed Om uit te laten kiezen.In 't geheel worden te
Londen jaarlijks Omtrent 23 000 pianino's gemaakt,Ongeveer de gezamenlijke
waarde van 2 millioen P.st.(24 millioen gulden) bedragende,terwijl Frankrijk
voor 16 millioen franken (7l/z mill.gulden) levert,Belgi 1500,Weenen
2500 - 3000 stuks,welk getal door Leipzig?Berltjn,Breslau en Stuttgard zeker
Overtroffen wordt. Doch de voornaamste piano-fabriek vindt men tegenwoordig
BLTHNER, welke daarom eene eenigszins uitvoerige be- te Leipzig, die van
schrijving verdient.
ln het westelijke gedeelte van Leipzig, ter plaatse,waar de met villa's Opge-
luisterde Plagwitzerstraat en de W eststraat uitloopen,ligt BLTI-INESS piano-
fabriek,aan welker producten Op de groote tentoonstelling te W eenen de eerste
prijs Wel'd toegekend.Zj beslaat 210 000 vierk.voeten en bestaat uit vijf
groote gebouwen,van welke n,dat de gedaante van een hoehjzer heeft,het
grootste gedeelte der Werkplaatsen bevat.Op het binnenplein ziet men Ontel-
bare ZWare boomstammen en kolossale balken Opgestapeld, die voor eene
fabriek als die van BLTHNER Onmisbaal'Zijn.D0 houtstapel is eigenlijk de
schatkamer van zulk een (tablissement,en, gelijk men vroeger de gegoedheid
eener huisvrotlw taxeerde naar de moerdere Of mindere gevuldheid van hare
linnenkast,mag men naar de hoeveelheid en de waarde der verschillende hout-
soorten,die hier voorhanden zijn, tOt den omvang der pianofabriek zelve be-
sluiten.De stukkell hout van verschillende grootte en soort zijn in deze ruimte,
die 2() 000 vierk.voeten groot is,naar de jaren geordend en gerangsclliltt en
voorzien van het jaartal van veiling. ln het drooghuis is het onuitstaanbaar
heet. Niet lang na de aankomst uit de Thttringsche Of Poolsclle bosschen,
vanwaar de meeste boomstammen komen en waar zij doorgaans in den wintertijd
geveld worden,valt hun beurtelings dit verblijf in het drooghuis ten deel.Eene
lloofdzaak is, dat het hout te voren luchtdroog moet zijn.Planken van denne-
en pijnboomen bezitten reeds na een enkel jaar in de Open lucht te hebben
gelegen den graad van droogte, die vereischt wordt om naar het drooghuis
Overgebracht te kunnen worden ; eiken-, beuken- en ahornhout moet daaren-
tegen 2 Of 3 jaren liggen, vr het de verdere bereiding kan ondergaan in het
drooghuis, eene loods van 140 voet lengte en 30 voet breedte,waar eene
temperatuur van 40 tOt 50 graden Raumur Onderhouden wordt.Het machille-
gebouw is het hart van het geheele organisme.Van de 380 werklieden,die
de fabriek in dienst heeft,zijn natuurljk slechts enkelen bij de machine zelve
aangesteld,
De machine,30 ,35 paardekracht sterk,is naar het stelsel van CoRLlss ve1--
vaardigd en heeft drie ketels.Zij brengt 41 andere machines en toestellen in
beweging,die gezamenlijk het werk van 200 menschen verrichten.Er zijn
3 machines Onder, die de snaren omspinnen. De heer BLTHNER beeft er zich
doch deze oefent door transmissie hare krachten in alle lokalen uit.
bijzonder Op toegelegd, btjde vergrooting van zijn tablissement den arbeid
zooveel mogelijk door machinerien te vereenvoudigen ;iets,waarin hij uit-
muntend is geslaagd.De groote schaafmachine dient o.a.om ruwe planken
spiegelglad te maken.In 20 30 seconden is dit werk aan de beide zijden
der planken verricht.In Ontelbare vormen moeten de ruwe stukken hout hier
38
DE PIANO-FORTE EN PIANINO.
verwerkt worden,voordat zij zoodanig bij elkallder passen,dat er eene piano
uit gemaakt kan worden.De verschillende modellen voor de groote stukken
zijn ten getale van omstreeks 200 voorhanden ell staan gerangscllikt langs
den muur der zaal,waar de schaafmachine geplaatst is.Op hoeveel verschil-
lende wijzen de hulpmachines gebezigd worden tOt het vervaardigell van de
stllkken,die golvende lijnen hebben,als de pooten,de gebogen kanten elAz.,
moet men zelf zien,want het laat zich niet beschrijven.De werkkratlht dezer
lnachines is zoo groot, dat in BLCITHNERS fabriek elken dag 1204) f1 12D0
instrumenten onderhanden kunnen zijn. ln de smederij zijn 31 man werkzaam.
De aanwending van ijzer bij de piano's is steeds toegenomen.Vooral in de
laatste twintig jaren is gegoten ijzer er Overvloedig bij aangebracht,totdltt
lnen Op het denkbeeld kwam,ijzeren ramen uit n stuk te gieten.Bij BLCITHNEIt
is daarmede eene eigene gieterij belast en in de lokalen bijde snaederk en OOk
elders ziet men die metalen ramen in groote hoeveelheden Opgestapeld.Met
de afwerkillg dier ruwe ramen,ten einde ze voor de plaatsing in het instrument
geschikt te maken, zijn vele handen bezig, die er de vereischte gaten in boren,
de oneflbnheden wegnemen enz.Deze werkplaats is eene der belangrijkste en
uitgebreidste van de geheele fabriek.Op de zes verdiepingen van het middel-
gebouw worden de grondstoflbn zoover afgewerkt?dat zij gereed zijn oln tot
een compleet instrument in elkander gezet te kunnen worden.Eene der redenel),
waarom de fabriek zoo veel en zoo goed werkt,is,dat de verdeeling van den
arbeid er zoo ver mogelijk is gedreven,zoodat een werkman,zich weken el1
soms zijn leven lang uitsluitend met het vervaardigen van n enkelOndel'deel
bezighoudende,daarin eene groote geoefendheid verkrijgt.Voor het vervoer
van de deelen der piano's
machines,die door alle
in beweging
pakkamer en dientengevolge is eene piano binnen een uur, nadat de kooper
zijne keuze gedaan heeft,behoorlijk ingepakt op weg naar het station.In alle
werkplaatsen?waar schrijnwerkers arbeiden?wordt de lijm door stoom ge-
smolten en voor het drogen van verschillende deelen der instrblmenten zijn
verwarmingskasten aangebracht,die van denzelfden warmtegraad zijn voorzien
als het groote drooghuis voor het hout.Dit is vooral van groot belang in de
zalen,waar de klankbodems vervaardigd worden.Bij het samenlijmen der
afzonderlijke stukken van het tOt dit doel gekloofde,niet gezaagde hout is de
naar de verschillende werkplaatsen bestaan hijscll-
verdieyingen heen gaan en waarvan vier door stoom
worden gebracht.En daarvan voert uit de verkoopzalell naar de
grootste voorzichtigheid noodig ; de vensters wOrden gesloten en vr en na
het lijmen gaat het hout in de verwarmde kast.Op deze werklieden wordt
vooral vertrouwd ;zij behooren tot de bedachtzaamsten en dragen de grootste
verantwoordelijkheid.leder hunner maakt zijne klankbodems van het eerste
tOt het laatste af en zou zijne eer er mede gemoeid achten,indien die Ooit il1
een afgewerkt instrument sprong.Bijzondere .machines Omspinnen en spannell
de snaren. 0ok het politoeren der instrumenten geschiedt in bi
.jzondere werk-
plaatsen.Het in elkander zetten van het mechaniek geschiedt in bijzondere
zalen,waarna de instrumenten geheel in Orde worden gemaakt door de afwel'-
kers en pianostemmers,om eindeltk in de verkoopzalen Over te gaan.De
39
40
ineenzetters en afwerkers behooren tOt de meest ervaren werklieden en ver-
dienen van J 2100.leder ineenzetter zijn
na,waarbij htj het geheel uit elkander neemt.Is het daarna nOg door den
meesterknecht genspecteerd,dan komt het in handen van den afwerker, die
het weder herhaalde nlalen uit elkander neemt.Eerst dan is het gereed voor
de laatste beproeving,welke in de verkoopzalen
bestaan uit negen groote en hooge zalen op
f 1200 tOt ziet instrument tweemaal
plaats heeft.De verkooplokaien
de eerste verdieping,waar zich
ook het kantoor, eene concertzaal en de magazijnen bevinden.De magazijnen
kunnen bij eene jaarmarkt in het klein vergeleken worden ;men vindt er 20
of 30 soorten van laken in alle denkbare kleuren, vilt,scharnierell,schroeven,
van de grootte eener mug tot 7 c.M.lengte, van eene middelljn van 2 milli-
meters tot 6 centimeters enz.ln hulpmagazijnen liggen de fijne houtsoorten,
als : mahonie-,noten-, palissanden en ebbenhout. ln groote mate heeft de
fabriek haren bloei te danken aan de algemeene directie van den eigenaar,
den heer JuLzus BLTHNER.Zelf in dit vak Opgegroeid, is htj op de hoogte
van elke btjzonderheid en kan hij dus ztjn werklieden op het juiste Oogenblik
den juisten raad geven.Daarbij bezit hij in bijzondere mate de jaaf zijne
inzichten aan anderen mede te deelen,zoodat zijne meesterknechts slechts eene
Opgave in zeer algemeene trekken noodig hebben Om ztjne bedoelingen naar
eisch uit te voeren.Nan zulke meesterknechts telt de fabriek er 14, terwijl
een broeder van BLttTI-INER als chef of inspecteur aan het hoofd staat. De
meesterknechts moeten de werkzaamheden der onder hen gestelde arbeiders
leiden en daarover regelmatig rapporten aan den chef doen,omdat het dezen,
bij de tegenwoordige uitgebreidheid der fabriek,Onlnogelijk is, een volledig
toezicht,in alle lokalen te houden.
De fabriek, die 7 November 1853 Opgericht werd,begon met 3 werklieden
en vervaardigde in het eerste jaar 10 staartstukken.ln 1866 werd reeds de
sooste piano afgeleverd ; tegenwoordig levert de fabriek 1500 instrumenten in
het jaar af.De 3 werklieden warn 10 jaren na de oprichting der fabriek tot
40 gestegen, in 1866 tOt 80,in 1871 waren er reeds 250 en tegenwoordig 380
(waarvan het 7/a gedeelte gehuwd),die gezamenlijk /'306 000 arbeidsloon in
het jaar verdienen.
DE MLTZIEK-INSTRUMENTEN.
gaan wtjover tot de vervaardiging en het mechanisme der piano-
fortes.Zij hebben, behoudens eenige Onder-afdeelingen,drie voorname vormen :
staartstukken of vleugels,ten deele van groote afmeting,voor copcerten ;platte
piano's, die meestal langwerpig vierkant,maar Ook zes- en achtkantig,Of Ook
Thans
wel rond zijn ; en piano's met Overeind staande snaren, doorgaans pianino's
genoemd.Al deze uitwendige verscheidenheden hebben natuurltjk oOk invloed
op den vorm en de plaatsing der inwendige deelen.
D e k a st , waarin de toongevende geesten huisvesten,is wel grootendeels
schrijnwerkers-arbeid,maar om ze goed te maken is toch nog eene afzonderltke
kennis en veel zorgvuldigheid noodig.Het r a a m ,op hetwelk al de snaren
zijn uitgespannen,heeft ten gevolge dier spanning eene kracht te wederstaan,
die bij groote stukken van 225 snaren op meer dan 10 000 KG.berekend is.
41
Deze kracht poogt
trekken en raoet door den tegenstand van het raam aanhoudend in toom ge-
houden worden, want, indien het slechts een haarbreed medegaf, z0u het
instrument merkbaar ontstemd worden.Het blijven in een zuiveren staat van
stemming is echter klaarblijkelijk een der eerste eischen,die men aan een
goed gemaakt instrument doet. Uitgezocht en volkomen droog hout van Onder-
scheidene soorten is de voorname grondstof tOt dezen eersten aanvang vall
de beide eindstukken van het raam naar elkander t0e te
het fabrikaat en men moet van
eene goede bergplaats voorzien
zijn)Opdat het hout een behoor-
lijken tijd drogen kan.Dit drogen
moet gedurende verscheidene jaren
aanhouden en er zijn harde soorten
van hout, die nimmer volkomen
droog worden, zoolang mell Z0
als stammen Of dikke blokken
laat men liggen ; daarom zaagt
ze in dunne planken of zoodanige
stukken, dat zij reeds eenigerlnate
zijn voorbereid voor hunne toe-
komstige bestemming. OOk dat
hout, lletwelk volkomen lucht-
droog is, komt vr het gebruik
n0g in de droogkamer,waar er
dool'eene kllnstmatige warmte
het laatste Overblijfsel van voch-
aan ontnomen wordt.De tigheid
harde houtsoorten,die m en door-
gaans gebruikt? zijn :eike-) beuke-?
ahorn-,pijn- en denneboomen.De
pianomaker moet niet alleen nauw-
keurig bekend zijn met de eigen-
schappen en de geschiktheid van
elke houtsoort in betrekking tot
elks vastheid en rekbaarheid,maar
Ook kunnen beoordeelen,wat hij
met ieder afzonderlijk stuk doen
kan,want klaarblijkeltjk bestaat er een groot Onderscheid Ook in hout van
dezelfde soort,naarmate het in den eenen of anderen tijd des jaars geveld of
Op de eene of andere standplaats gegroeid is.Geheel in tegenstelling met den
wijngaardenier kiest de pianomaker zijn beste hout, dat het fijnste van draad
en het hardste is)aan de noordeltjke helling van bergen,van boomen,die
afzonderlijk Op een drogen,armoedigen grond gegroeid zijn.Meestal worden
twee Of drie afzonderlijke houtsoorten met elkander verbonden, opdat elke door
hare bijzondere eigenschappen iets bijdrage tOt het algemeene doel.Het
W'W s cM ' I
-
''-
h-
- j '------ '-'-----
) 2
l z /
.
l ! ,. ...-
! lf
l.. .. ..
l -
l
i
1 - - -
.k <
42
geraamte namelijk wordt niet samengesteld uit stukken zoo groot mogelijk,
maar uit onderscheidene dunne planken, bij welke men harde en zachte hout-
soorten onderling verbindt en wel door middel van goede lijm,waarop het
bijzonder aankomt, daar deze stof de afzonderlijke stukken tot ne enkele massa
Onafscheidelijk moet vereenigen.Bij het aaneenlijmen worden oOk de stukken hout
warm gemaakt en dan door middel van bindschroeven Of op andere wtjzen bijeen-
gehouden, totdat alles volkomen droog geworden is.ln onderscheidene fabrieken
bezigt men hiertoe een even eenvoudig als bruikbaar middel.Omtrent 4 voet
boven de lijmbank ligt eene soort van loos dekstuk ; de aaneengelijmde houtstuk-
ken komen op de bank te liggen en nu neemt men dunne latten Of veeren van
elastiek hout, die een weinig langer zijn dan de afstand tusschen het hout en het
dekstuk,doch ten gevolge van het drogen krombuigen en daardoor juist Op de
vereischte maat van lengte ltomen.Een dertig- of veertigtal zulke houten veeren,op
n lijmstok gezet, geven het eene zeer sterke drukking; terwijl zij,zoodra
alles droog genoeg is geworden,n voor n met een ruk kunnen worden
weggenomen.
Daar men in den lOOp
sterken en daartoe de
raamwerk Ook steeds
steeds sterker en sterker
des tijds den toon der instrumenten steeds wilde ver-
spankracht der snaren zoozeer Opvoerde, dat men het
meer tegenstand deed Ondervinden,moest men het,0ok
maken.Behalve de streksche en dwarse houtregels,
die men in het raam plaatste,voegde men er Ook nog ijzeren spijlen bij,in
het eerst slechts n Of twee,daarna langzamerhand meer, totdat bj verder
Ontwikkeling van dit fabrikaat steeds meer en meer gebruik van ijzer gemaakt
wordt'.De beide wijzen van samenstelling,de W eener en de zoogenoemde
Engelsche, onderscheiden zich reeds in het voorkom en der kasten zeer van
elkander,zoowel door de keuze van hout als door de bearbeiding en door de
samenvoeging der afzonderlijke bestanddeelen ; het Engelsche werk is dunner
en minder zwaar, zonder daarom nOg minder tegenstand te kunnen bieden.
W at de platte piano's betreft,de geheele samenstelling is bij deze minder
gunstig voor eene veilige rekking der snaren,daar hier het klavier diep in
het raam valt en dus de ruimte wegneemt,die voor schoren zou hebben kunnen
gebruikt worden.Hier moet het grootste gedeelte van den tegenstand tegen
het trekken der snaren gediagen worden door den bodem der kast,die daarom
ook met bijzondere zorgvuldigheid moet behandeld worden,zoowel wat de be-
werking a1s wat de keuze van het hout aangaat.Daarom wordt die bodem
samengesteld uit drie Op elkander gelijmde planken ,
van eikenhout ;de draad van deze loopt in dezelfde
de binnenste en zwaarste
richting als de snaren,de
beide andere zijn van dennenhout en liggen dwars op de eerste.
Bij platte piano's heeft men tweerlei inrichting,die men eene v r- en
a cht er-stemmige kan noemel).Zij Onderscheiden zich door de verschillende
ligging der snaren)waarmede de dienovereenkomstige inrichting van de samen-
stelling des raams en de lengte der toetsen samenhangt.Het spreekt van
zelf,dat deze verschillende ligging ook aanwijst,waar de stemregel komt te
liggen,dat is die zware houten regel, in welken de ijzeren pennen staan, om
welke een gedeelte der snaren gewonden is. Bij het z00 te noemen vr-
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
43
stemmige instrument,van welks bovengeraamte wij hieronder eene af beel-
ding geven, is b de stemregel, aan welken wigvormige steunstuk d
is vastgelijmd ;de snaren loopen van de pennen Op den stemregel schuin
naar het stuk c,waar zij mede zijn vastgemaakt ; de snaren liggen diellvol-
gens z00,dat zij zich van het linker-beneden- naar llet recllter-boveneinde
uitstrekken. De stemregel, die in allen gevalle uit een stevig, llard llout
bestaan moet, kan hier alleen zijn steun vinden in de beide zijwanden vall
de kast ;overigens moet hij de hef boomen der toetsen beneden zich lzebben
en ligt hij dus van onderen los,waarom hij ook door eene ijzerell staaf van
a naar b ondersteund wordt.Bij het a c h t e l'.stemmige illstl.ument, van welks
inwendige in-
richting wij
de onderstaan-
de af beelding
geven,
de stemregel
achter,
geen reeds op
ligt
het-
zich zelf het
voordeel geeft,
dat hij niet hol
belloeft te lig-
- = iu!
-7..
. . -rs= . - - -
11 --- ,. I
--- -
= wa
v . w =>
'''v -.w ,,-
'
.
'11 - --- ' W
- -
j ''N L- - :. -v
-w. .
.
. k; =
=.w ..9r
;l' . -= * - . *
- -
-
a 11!l!tlllfrllr1
,rl jyyrrgpj..r.y,
,
l
,jpj,.r. ytj y..y..yj y,,jjjj..yy j
jj
i
.
'
'
.
.
-
,
-
=
,
,
0
.
-
--
=
-
-
'-
-
,.' -''Q' '''''''E'' - -
h=
'1I
X W- =-=-i lpIIl1!ll!1#lllp
$l,'I1,
-
j,
-
Il,Ij(I)jjjygj-pjjg)-,-jg.j
,
,
,
jy ,;j
,
.
'i
-,
>
v
.
=
--
-
.---*
v.
e J = =w
1..
gol'l,m aal'0V0r
Z IJ 11 0
lengte
geheele
Op den bodem vastgelijmd Ook heft men en dit strekt mode
ter aanbeveling van deze inrichting daarbij eene grootere ruimte voor de
t
Snaren te zijner beschikking,daar deze van den stemregel links naar boven
loopen.Indien men zich de snaren van de voor- en de achtel'stemmige instru-
m enten voorstelt a1s boven elkander liggen
,
zouden zij elkander schuin
kruisen,a1s
N0g meerruim-
te wordt voor
de snaren daar-
door gewon-
nen, dat het
klavierwerk
met de hamer-
tjes boven de
snaren komt te
liggen, zoodat
de toetsen bij
het drukken
''.!1'i$,...'..'hh'l!$.!I.hy.'.,i'f!!jlhf'jhy .h$.,.,.'h$$$.'$'!I,'-,hr-'t-l'!..'q.j,jjl'.),ljlj''h.'..1$!'jlbt$j(jjj(jj'(jyhhhl,'1.,'.$.l.,''ihil'''.?ki.!.)::l''hl1'..l tj iI-l,1----'h'----jlh'.:'--.!-'-'$h$i.'$$ ,,- -
'
qhj,j-$,,j--,,h$. ,jjijjhjssh ,,
1$
,,,
-
jq,
$
I
b
b$-
,
-
-hj j,jjhq,-,-hj-q
k
!
,
.
,
j;
,
j
.
j2-
j
j.jjyj,jbjj-,,,-
jj-,!jyqyjIj--:,-,tj,,,,,,
j
j
'
j
y
hkj
j
-
jjj,j,yj$j,j,,y$jjjj.,..qjk!jk..hjkh$j; .,
hjqkjy;-hljhihkl-$$,,,,$,,-y-,
-
,- ,
,j.
,-;..:(.-- '
- II 'k4: -.
.
-.
:).'''.hIi'.$:..',..$-.h.-.$$-,i'.--.$..,-..''hIk.,-,),,I,.!..-$$$$$. i i....,..;s ., .!..--,,
,.
,
,A
,,,
(
,j
'h!
,,
'
,
,
hl
,-
,
.$$l..$, ..
(, Itl 1I'i$-jb,!.-
'
-
y -'.--'-i-'i-(jh(hk'j',',--j'l1i,.1,-$$--,.-$'1j..h'-'hkhj
k
hs'l.,!j'';b',',j,j'j',i,',lslyhjhkhjhkhkhkhkjjSyj-hk!qz!'k$!)., 1l'I!..:.,I;'z -!1k--l-!'qj$-h$,,bhjjjjj$b,,----1b -1!
j!-)j '--,l,h,'hd,lj',',',---,-..-jj-Ijj:,,y$1,$j
m) hj'jjjj... jhk'$'jj .-j,j .,$,k,,,klk
j,k.j,jjyy,
,j
y
,jy$jj ,
,
,
,-
j,,$',j$$!jkhjj .$,j1jk-, '- ,j --,,,
:
,,.
,
,,,,..,
.i
'
!..,. y.,j,,..!.!.j- jtkt.k,-j,jyy-y,,,jq,,jy,y,,
,
,
yyy,yj,j,yjjjjj,y!,jyj ,jj- kjyj j
'
,
ll11IIl-.'.-..',.!i.'---:.! ,
-
:-,-,$--,,!',-'---'-i--.t)-i-'.-$-''-l-:j!i'$k --i-$-,$-hkjjy',,,--,qq,q!Ij$
,
j$ ,
,
,j$ !
.--(--------. :' - --- ---r--i.,j!!-
-,-,,,yhk-,!$$j$I!. j1IjII1I1j1I:-'.---'-?.i?(i$$-yi--$1.b-i--i-!ih$h$',,!hk.'- ----.....- I
$III'1I,'--!------.----b-''-----'-'h'.'b'h'$-h'!$h!b--bb-bbbbb$b ---------. I-'7 :-,---t'-'.-
-b-b$,',li-:k'
Ilt '-!,!-,,,,.'-$'
I ,-
-h$
j--- l(I -
'A 1
l 7
-...... Iu
- = . . . . .
1
U-N-=L= - - '
16...--
.
,.- . .-..
.- .. . - . Y- i
=.2- -
j, - -L .-' . .- . --U
-- .a- :< . . .- .-...- .. '.. p;= - L= - : j
. ' S ' W -''- a . U - G
j = .R=- ', - .- . -- ' ----'-------''---*-.== .'MZ.Z.Z.Z..
= -2' --- -
. q. w . .> . m ..,-A
evn-.a,. -=.w. jl
= ..-u.- .. x a ..---- . jlll
*= -=
=> . v w ' =.= sw- m. --
-=
-. :i,&
1> = u= .-=E,- -==--.=--',j:.x
IK-= ' =-
- . =
=
* Iwx mu. . ...v.r > l
pm 'v- .i=- - ....-.---.- = =.g
w-== - w v-w <- oww - = . ,
Q. -' - - U- -'' ' '-
nederwaarts
slaan. Zulke instrumenten worden in sommige der voornaamste fabrieken
vervaardigd en moeten zich door eene gemaltltelijke wjze van bespelen en
44
door het lang zuiver blijven voordeelig Onderscheiden.In het algemeen zijn
zij echter n0g weinig bekend.
Voor pianino's heeft de bodem een vierkanten vorm en de snaren staan
loodrecht of schuin in het raam, a,f hangende van de wijze,waarop dit laatste
zelf is gemaakt.
Het ijzer werd het
stemregel en de daar
plaatsen.Daar men
eerst gebruikt bij staartstukken,daar men tusschen dell
liggende 1at een paar korte schoren wilde
ondervond, dat de aldus gemaakte
moesten gestemd worden,heeft dit aanleiding gegeven m ze meer en meer
te gebruiken.Aan het staartstuk, op bladz.41 afgebeeld,zien wij boven de
snaren een viertal schoren met eenige bijstukken.Maar bovendien is aldaar
n6g meer gebruik van het ijzer gemaakt.lmmers,men heeft ook op het
instrumenten minder
bodemstuk eene ijzeren plaat geschroefd,op welke de stiften staan,aan welke
de snaren, zijn vastgemaakt.. 0Ok de stemregel is nu en dan van ijzerellbe-
kleedsels voorzien.Doch alle metalen schoren en platen zijn Onnoodig?indien?
zooals in den laatsten tijd dikwtjls plaats heeft, het geheele raam yoor'de
snaren van ijzer g e g o t e n wordt,zoodat alles n geheel uitmaakt. Daardoor'
is al het mogelijke gedaan om het instrument tegen valsch worden te bevei-
tegenover
ligen ; maar de klank van zulke instrumenten is scherp,zoodat zij slechts verkozen
worden door allen, die alleen op de duurzaamheid zien)namelijk 't meest door
Noord-Amerkanen, zooals dan ook de zaak zelve haren
sVil,
eene
schoorstukken Of van tusschenliggende platen een zeer gunstigen
lleeft op dell toon.Eene deugdeltke verzorging door schoorstukken in platen
naar D;0n 001'SP1*0I1g,
in Noord-Amerika heeft.De ondervinding daarentegen heeft geleerd,dat
juiste vereeniging van hout en ijzer het laatste in den vorm van
invloed
Of gegoten ramen wordt vooral gevorderd bij pianino's en alle instrumenten
met staande snaren, Omdat deze van beneden naar boven door onderscheidene
en daarom aan verschillende warmte- luchtlagen loopen
graden.De ziel der piano's,
is de klankbodem.Deze is
deelt ; want een gespannen
voor het oog, maar geeft
hare nabijheid een lichaam
wanneer Eerst, de
klankbodem worden
Ook blootgesteld zijn
evenals van alle snaar-instrumenten in het algemeen?
het,die eigenlijk stem aan het instrument mede-
snaar, die aangeslagen wordt,beweegt zich wel
weinig of geen geluid voor het oor,tenzij zij in
heeft,waaraan zj haren klank kan mededeelen.
trillingen van de snaar door middel van de brug op den
overgebracht, ontstaat er een toon. Doch nu laat het
zich denken, dat niet.elke plank van de gekozen houtsoort en dikte zich even
goed tot een klankbodem leent.Deze en de snaren staan veel meer tot elkander
in zulk een nauw verband en de eerste heeft een zOO grooten invloed Op den
toon, dat men niet nauwlettend genoeg kan ztn op de keuze van het hout
voor en de bewerking yan dit gedeelte
bestaat in eene plaat,welker geda/nte afhangt van de ligging der snaren ; zij
bestaat uit dun hout,van boven vlak,maar aan de benedenzijde voorzien van
Onderscheidene houten latjes,die er in verschillende richtingen Op zijn gelijmd,
ten einde het geheel te ondersteunen en bijeen te houden.Aan de bovenzijde
is slechts ne lijst van stevig hout zOo Op den klankbodem vastgemaakt) dat
van het instrument.De klankbodem
DE AIUZIEK-INSTIRUMENTEN.
DE PIANO-FORTE EN PIANINO.
zij in de nabijheid der verbindingslijst komt te liggen en hetzelfde beloop heeft
als deze.Dit is de brug,over welke de gespannen sllaren zoo heenloopen, dat
zij er vast op komen te liggen en er alzoo eene drukking aan mededeelen.
De klankbodem is dus geen voorwerp van ingewikkelde samenstelling en de
vervaardiging van dit gedeelte des instruments geschiedt gewoonlijk door
middel van schaven en .lijmen. Maar de hoofdzaak ligt in eene goede keuze
en behandeling van het hout,alsmede in de overeenstemming,die er moet
bestaan tusschen den klankbodem en de zwaarte der snaren, benevens de ge-
steldheid van het hout zelf.Het hout nu is zOO onderscheiden van hardheid
en elasticiteit? dat men ternauwernood twee stukken zal vinden,volkomen
aan elkander gelijk.Dit luistert zoo nauw, dat men zelfs in denzelfden stam
nOg verschil zal aantrefen,naarmate men eene plank uit zijne noord- of uit
zijne znidzijde zaagt.Bij het vervaardigen van den klankbodem komt alles
aan op een geoefend
in het maken van
oOg en een gerijpt oordeel en werklieden,die uitmunten
goede klankbodems,zijn niet alledaagsch en worden hoo-
gelijk gewaardeerd.Tot het maken van klankbodems bedient men zich meestal
van uitgezocht dennenhout,
houtsoorten,zooals van ceder-,lorke- en verschillende soorten van pijrlboomen,
laten er zich zeer goed toe gebruiken.Men ileeft Ook beproefd zich te bedienen
van metalen platen, vooral van koper en blik,alsmede van gespannen perka-
ment, maar geen voldoen zoo goed als die van hout en alle zijn Ook veel
dat geheel vrij is van hars ;doch OOk andere
kostbaarder.De platen van eenig metaal veroorzaken een schellen,scherpen
toon.Men neemt tOt het vervaardigen van klankbodems glad hout m6t recht-
loopende vezels of jaarringen.De toon schijnt niet af hankelijk te ztjn van de
ligging dezer vezels met betrekking tOt de snaren :evenwijdig, schuin of dwars.
Men maakt het eene zoowel als het andere en de hoofdzaak bestaat alleen
dat men er meer naar of het ziet, hout,Overigens geschikt zijnde,
kleine, ditlht bijeenstaande jaarringen heeft, hetwelk tevens hardheid en gewicllt
aanduidt,dan Of het meer Open,breed gestreept en dus zachter is.Het eerste
is geschikt om onder de hoogere snaren geplaatst te worden ;het laatste dient
m eer voor de snaren van de bas. Bovendien m aakt m en den klanltbodem
voor de bas dunner, voor de hoogere octaven dikker.Een dun plankje van
zacht hout laat reeds bij kloppen een lageren toon hooren dan een dikker en
harder.De eigenlijke kunst van het vervaardigen der klankbodems bestaat
alleen daarin,dat de klankbodem Overal dezelfde elasticiteit hebbe als de snaar,
die er boven ligt - iets dat gemakkelijker gezegd dan gedaan is.lndien aan
deze voorwaarden voldaan is,za1 de klankbodem met de aangeslagen snaar
gelijktijdige en harlnonieerende trillingen geven ;het eene lichaam zal aan het
andere eene trilling van geheel Overeenstemmenden aard mededeelen en aldus za1
een heldere,zuivere toon kunrlen Ontstaan.lndien daarentegen geene genoegzame
overeensternming bestaat tusschen snaar en klankbodem,zoodat de eene of de
ander te sterk of te zwak is, zullen beider trillingen elkander storen of geheel
wegnemen
kan dragen.Er is nOg iets.De klankbodem moet niet alleen van den discant naar
de bas geltkmatig dunner worden,maar daarbij hangt Ook nog veelaf van de
en er zal een geluid ontstaan,dat in geenen deele den naam yytoon''
daarin,
46 bE MUZIEK-INBTRUMENNEN.
kracht en den aard van het instrument,want staartstukken eischen zwaarder
klankbodems dan kleiner instrumenten. De Jikte ligt doorgaans tusschen j en
1 centim.De noodige vastheid en de op alle plaatsen geljkmatige elasticiteit heeft
de klankbodem van de regels en lijstjes,die ter dikte van 2 -- 3 centim.aan
de benedenzijde worden aangebracht en van hetzelfde hout als deze zijn. Voor
het getal en de richting der houtjes bestaat geen bepaalde regel ;ten opzichte
van de richting tracht men alleen zooveel mogelijk te maken,dat ztj met
betrekking tOt de houtvezels dwars liggen, zoodat, wanneer het eene in de
lengte van het hout wordt genomen,het andere over de breedte komt.Men
heeft in houtrijke streken bekwame menschen,die hJt hout voor klankbodems
en andere gedeelten der piano's uitzoeken en ten ruwste gezaagd en geschaafd
in den handel brengen.Belangrijk is ook dat gedeelte der piano's,hetwelk
men het bewegende noemen, zijnde al wat behoort tot het
aanslaan der snaren.Het is oOk daaraan, dat de uitvindingsgeest het meest
mechanisme kan
moeite heeft besteed tOt voortgaande verbetering.Vandaar dan ook,dat het
getal van gebruikelijke inrichtingen zeer aanzienlijk is, zoodat wij alleen
zooveel
kunnen
onze lezers eenigermate mede bekend
aangaande dit
zeggen als noodig
Onderwerp
is om er
$
t$. l
N N.
-,< &
ym 'y*- '' $ '
'x. y., ..xc---. 1,2..
/ ''M' '...- N 'N
'x t Nx
, '-v / // ---
-zz .
'
ykkh!-j.kl',/ -- -.''-6 .'' ,/J lr l
-.yy jyr ...,,'
,/ '?.
jzz I & j j/ .j j, j G--<..,..
; pjjjjj l
) , $. x .....z#-. ,-'.x r
z/ ( ' k 4x- jr ,''//''
-. -./110...--
.-.-
)///',-'''-
-XxtN .0 --- - t l
A 1 I xx'x .w
. cxx . , '
. tx.o x y(
, 1
., :j,%$ h- . --. ,J,/J-./. ' ,'''11111(j j '%.
.A. j ''$ '*
'
!, : , I,,1,, !
'
h -. ---- *
-
:
11 h d - 1
: Il
......- .- j h$ -.--. - - ..,!:j( Xs
- l '. -- ---
N '( N*'Nq
q-.
'Nq
q-.
j'ii.. .-:::-z -.......-.-. ----.-- ..,.,4 .........-..-----. ...... . 1l', Xx l - p !iuv--
.-
-
N ., .
ji, ---.-. - .-- -.
- I
,j 'N
e '
Xx l - .- 'x''A-=
xl
R--# - . Jcm
.. .a' / l1f11It:)
te maken.De talrtjke wijzigingen van
het mechanisme hebben natuurlijk
b etrekking Op het achterstegedeelte,
het hamer- en demperwerk,terwijl
de t o e t s e n krachtens hare bestem.
m ing Zeer eenvotldige v0OrW 0rP0n
Zijn en dan O0k nOg denzelfden vorm
de overige gedeelten
hebben, dien men er aanvankelijk
aan gegeven heeft. In de klavier-
werken van de oude samenstelling
worden dehamertjes door de toetsen
zelven gedragen)terwijl in de instru-
menten van den nieuweren tijd de
toetsen geheel niet samenhangen met
van het mechanisme en er slechts door het aanstooten
werken. Daarin bestaat het kenmerkend onderscheid Op
de nieuN;e
tusschen de oude en
samenstelling.Men maakt de toetsen van zacllt hout,dat echter
niet krom trekt,zooals linden- en dennenhout enz.Zooals het geheele mecha-
nisme vooral e6n stelsel van Onderscheidene samenwerkende hef boomen
uitmaakt,
draai- of
kan en
zo0 zijn oOk de toetsen dubbele
steunpunt van belang is,terwijl de
af hankelijk is van de samenstelling van het instrument en de
hef boomen, bij welke vooral het
lengte van den hef boom verschillen
ligging
welken der snaren.Het steunpunt voor de toetsen bestaat in een regel,Op
platte stiften geslagen zijn,die door eene sleuf in den toets komen.Voor de
hooge toetsen,die zooveel korter zijn, ligt het steunpunt naar evenredigheid
verder voorwaarts.Van de ligging van het steunpunt hangt vooral af,Of het
DE PIANO.PORTE EN PIANINO.
bespelen van het instrument luider Of zachter zal zijn ; voorts hangt daarvan
en van het doorzakken der toetsen bij het bespelen (zijnde omtrent .t centim.)
af, hOe hoog de andere zijde van den hefboom zal oplichten,zoodat klaarblij-
keltk die geheele inrichting zoo moet worden samengesteld,dat de hamertjes
zich naar den eisch kunnen bewegen.W ij hebben alzoo hier reeds eene
menigte lengten en getallen, onderling samenhangende, die met elkander in
overeenstemming moeten zijn ten einde een goeden aanslag van het instrument
teweeg te brengen.Terwijl wij nu de verschillende mechanismen van de
hamertjes een weinig nader willen in oogenschouw nemen)vestigen wij het'
eerst de aandacllt op
de Oude inrichting van
SCHRTER,zooals zij,na
eene kleine wijziging
door den Straatsburger
SILBERXANN,bij de toen-
malige instrumenten
gebezigd werd.Daarto
diene de af beelding op
deze bladz.Het bene-
denste stuk is de ach-
terzijde van den toets,
waarop het hamertje met zijn drager staat.Wanneer de toets door het neder-
drukken op de voorzijde opwaarts gaat,wordt de achterwaarts staande staart
Of snavel yan het hamertje door den kant van de tegenoverstaande lijst
tegengehouden ; het hamertje zelf slaat nu Om en wel opwaarts.De speelruimte
/ ', /7 (////
-
/-'-
-
1 >
--
)
'f' '
k ) - o - ' h
. ,
X /
, /
,
'
Q (..
...
x
s
' ' * '* -'*'- **M*- '-- -
l

u . . . . - . ... - -V. . .
47
zr -w ' x h
-
j'z'---s--- u'-- u -,A --'<L sqy r(( Wt
.
.
as
v
jj y *jA( tyjly '
jyI .yyyhyz,! N jzv . y
.
q >x hi
t
'is
i
lk
-
'
ltt
j
'
/-j'1j'1 ::7--7:::-.--.-----------------..-..--.. ri',;,d l'
..
.
y': j 1 1ill'lll'
-tC' --:)
- ' ----Z'----
- /' .
/ - .
x' - -
=
.
'-
van den toets zelven wordt door de Onderste zijde van die lijst beperkt.Daar
nu de hamersteel een veel
moeten ook de weg en de
grooter zijn.Bij
onder den vinger des spelers hiertoe in reden a1s 1 tot 8 ;alzoo is de weg,
langeren hef boomsarm vormt dan het staarteinde,
snelheid van den hamerkop in diezelfde verhouding
de hedendaagsche instrumenten staat het dalen van den toets
DE MUZIEK-INSTRUMENTES.
dien de hamerkop doorloopt in denzelfden tijd,waarin de toets wordt neder-
gedrukt,achtmaal langer en alzoo ook zijne snelheid achtmaal grooter.Die-
zelfde SILBERMANN kwam O0k reeds op het veel betere denkbeeld den hamer
van den toets af te scheiden, zoodat hij zich aan een afzonderlijken onbeweeg-
baren ligger beweegt en door middelvan een op den toets staanden Opstooter
wordt voortgestuwd. Dit denkbeeld vond echter, zooals reeds gezegd is,in
Frankrijk en Engeland - schoon alleen bij Duitsche fabrikanten zijne voor-
standers ;later kwam het als eene Engelsche uitvinding in zijn oorspronkelijk
vaderland terug, Ofschoon niet n Engelschman iets tot de volmaking had
toegebracht. In Dtlitschland zelf sloeg men met de verbetering van het blijk-
baar zeer onvolkonlen mechanisme van SCHRTSR een anderen weg in :daar
was het STEIN,een Augsburger,die er de inrichting aan gaf, welke zoo langen
tijd, en ten deele zelfs tot in Onze dagen, als Weener mechanisme is in stand
gebleven.STEIN bedacht ter vervanging van de harde afstootlijst den ac h t e r-
a f s t o o t e r, die den hamer meer speling laat ; Om die speelruimte echter naar
eisch te beperken, voegde hij er den li a m e r v an g e r bij.De afstooter is op
zijne lijst met een reepje perkament vastgelijmd en eene draadveer drukt
hem bij voortduring binnenwaarts tegen de bekleede aanslaglijst. De hamer
slaat door dezelfde oorzaak als bij het vorig mechanisme naar boven ;hier
echter is het beletsel een Ontwijkend,want Op zekere hoogte der ophef:ng,
nadat de hamer voortgedreven is,moet de vertrager van het hellend vlak der
hamergaFels afglijden ;de hamer valt dan terstond terug,al blijft de toets nog
opgeheven.Het voortduren der drukking op den toets heeft dan nog slechts
die uitwerking, dat de demper niet nederzakt en de aangeslagen qnaar alzoo
blijft voortklinken.De afstooter heeft zich,nadat de hamer is afgevallen,weder
tegen het bekleedsel gelegd ; daarop weder,dan wijkt hij voor
de drukking van de geronde Onderzijde des galels andermaal terug en hij
schiet er weder boven, zoodra de galel zoo laag is gedaald, dat de kop van
den afstooter zich boven hem plaatsen kan.
daalt de toets
Alzoo blijkt,dat de werkzaamheid van den afstooter bestaat in een voort-
durend inschieten van zijn kOp beurtelings onder en boven den hem voorbij-
gaanden hamergalel.Het afgltden zoo noemt men zulk eene inrichting,
waardoor de hamer van zelf, nadat hij heeft aangeslagen,terstond terugvalt -
wordt onder een of anderen vorm op elke soort van mechanisme aangetro/en ;
het nut er van is duidelijk.De hamer wordt echter door de getroflbn snaar
met zooveel kracht teruggekaatst, dat hij van zijn bekleeden legger zou
kunnen opspringen; daarom is er dan ook een hamervanger, dat is een kleine,
bekleede en een weinig schuin geplaatste tegellhouder,die den hambl'kop f
door de wrtjving der beide zachte ruige oppervlakten f ook wel door een
meerder Of minder klemmen Oogenblikkelijk in rust brengt.Hoe krachtiger
een toets wordt aangeslagen, des te sterker slaat Ook de hamer door de
tel-ugkaatsing in den vanger terug.Na het voorafgaande zal de inrichting van
het op de vorige bladz.Ond.afgebeelde W eener mechanisme wel geene ver-
klaring meer behoeven. Het gedeelte, dat in het midden rechtstandig is geplaatst,
is de aflichter van de demping.
48
b2 PIANO-VORTE 2N PtANINO.
De zoogenaamde Engelsche mechanismen Onderscheiden zich,zooals reeds is
aangemerkt,in het wezen der zaak daardoor van het W eener,dat de halners
niet aan de toetsen vast zijn ; zij liggen integendeel met hunne zwikjes in
eene Onbeweegbare lijst vastgeklemd,waardoor de mechanische verhoudingen
veel eenvoudiger en gunstiger worden dan bij het voorgaande mechanisme.
De beweging wordt van den toets op den hamer Overgebracht door een
Opstooter Of stoottong, die dus eene gewichtige 1-01 bij het mechanisme vervult.
Hij staat loodrecht Op den toets en brengt den hamer,als die naar boven
rijst,kort voor zijn draaipunt den stoot toe,die hem naar boven slaat.Zoodra
de stoot heeft plaats gehad, wordt de hamer Op eene bepaalde hoogte door
afglijding vrij van den stooter en valt htj in zijn vanger terug.Het afglijden
wordt altijd teweeggebracht door eene vaststaande hindernis,die den opstooter,
lladat die een eind gestegen is,tOt eene zijdelingsche beweging dwingt,zoodat
zijne spits haar stootpunt Onder de hamernoot verlaten moet.Om die reden
is de Opstooter in den toets met een scharniertje vastgehecht - bij eenvoudige
werken dikwijls met een reepje perkament, meestal echter met pen en gat.
Eene kleine veer tracht hem voortdurend in een loodrechten stand te houden
en brengt hem dan ook telkens
gehad.Btj goede instrumenten
verbindingspunt van den stooter
daarin terug, zoodra de afglijding heeft plaats
is de inrichting somtijds zoodanig,dat het
met den toets door stelschroefjes iets hooger
verplaatst worden ;want het is blijkbaar van veel belang, dat de
opheffng nauwkeurig kan geregeld worden.De bovenstaande figuur
meest gebrtlikelijke inrichting van llet Engelsch mechanisme.Hier
wordt het afglijden bewerkstelligd door eene schroef met een kllop,die schuin
door de hamerltst steekt ;en het is duidelijk,dat, als de Opstooter rijst,diens
hellend Oppervlak met den schroef kop in botsing komt en de opstooter zoo
ver links uitwijken moet,dat de gaflbl boken aan de hamernoot loslaat.Bij
het in gereedheid brengen wordt door voor- en achterwaarts schroeven het
punt gevonden,waar aanslag en afglijden het best en het snelst op elkander
volgen. Op het achtereind van den toets rust een tweede hef boom,die den
demper draagt.
Het afgltjden der stoottoug kan nog Onder verscheidene andere vormen
X. 4
of lager kan
hoogte der
vertoont de
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
voorkomen;wg geven op deze bladz. nOg twee
zelven,
en het is licht te zien, dat het rijzen van den laatste Ook tegelijkerttjd een
wegduwen van dezen naar de rechterzijde door den schuin uitloopenden
hamersteel moet ten gevolge hebben.Btj de nevens.
staande constructie heeft de opstooter den vorm
van een winkelhaak, wiens horizontale arm,als de
toets rijst,door eene stelschroef, die loodrecht'in
eene lijst steekt, wordt tegengehouden,waardoor
eveneens een uitwijken van de stoottong naar de
linkerzijde wordt teweeggebracht.Die afgltjdingen
echter, waarbij hellende vlakken in toepassing
gebracht ztjn,vinden den meesten bijval en worden 'X''
o.v' V*
...f
*
.%.*
.pfv4. ,, JX
-JJ hot veelvuldigst gebezigd
, omdat zij ,goed vervaar-
-
digd zijnde, de gladste uitvoering waarborgen,
terwijl b.v.zulke mechanismen,die den winkel-
haak tot grondslag hebben,zich al spoedig door
een gevoel van trilling bij den speler kenbaar
nnaken.
die veel gebruikt wor- vormen,
den.Bij de onderste sguur steekt het stelschroef je in den Opstooter
door vooruitgang in de piano.forte-constructie, die
wordt geprezen,maar bij anderen niet zoo hoog staat velen
aangeschreven, is het
zoogenaamde r e p e ti t i e-m e c h a n i s m e of de dubbele afglijding.Het denk-
beeld daartoe is af komstig uit de werkplaats van ERASD te Parijs en door
FRANS LlszT werd die nietlWigheid Op de baan gebracht en beroemd gemaakt
.
Bij ieder gewoon mechanisme namelijk moet de toets na elken aanslag weder
geheel kunnen Opspringen,a1-
vorens hk Opnieuw kan worden
aangeslagen) want de afgegleden
stoottong moet eerst weder hare
plaats
tegen den hamer hebben inge-
het Onder opstootpunt
nomen.Het repetitie.mechanis-
me geeft daarentegen gelegen-
heid
toets
slaan,wanneer hij maar gelegen-
den nedergedrukten
voortduring aan
0D3
J:) ik
cj te
heid heeft 1 a 2 millim.te
Hierdoor wordt den virtuosen
i'zen r J .
Een nieuwere
veel gemak verschaft bij het
pianissimo's,ofschoon het ontegenzeggelijk is,
dat een geoefelld speler met vlugge vingers Op een gewoon instrument dat
even goed
kunstjes met het repetitie-mechaniek veel zekerder en gemakkelij.ker kunnen
worden uitgevoerd,waarom een beroemd meester en onderwijzer gewoon is
het een ezelsbrug te noemen. 't Is dan oOk eigenltk een punt,dat meer den
zal uitvoeren. Maar d i t is niet tegen te spreken, dat sommige
snelle trillers en uitvoeren van
50
bE PIANO-FORTE 2N PIANINO.
virttzosen dan den spelers
instrumenten door het
voor eigen genoegen aangaat,en dat te meer,daar zulke
samengestelde mechanisme nogal kostbaar zijn.Hieruit
blijkt weder,hOe de aandrang tOt vooruitgang zich in alle richtingen aan den
dag legt. De groote pianisten van Onze eeuw zouden niet hebben kunnen
Optreden, indien het instrument niet een trap van meerdere volkomenheid
bereikt had ;op hlxnne beurt toonden zij weder wat al op de piano kan worden
ten uitvoer gebracht en wezen zij niet zelden den weg tot verdere verbeteringen.
Het door ERARD bedacllte mechanisme bestaat uit eene aaneenscllakeling van
deelen,wier Ordening nogal te wenschen overlaat.Sedert zijn er eenvoudiger
mechanismen vervaardigd, die dezelfde resultaten opleveren ;de onderstaande
f'iguur is eene af beelding van een er van.De toestel is in rust voorgesteld ;wij
zien,dat de stoottong,die den vorm van een winkelhaak heeft, meer naar boven
nOg met een tweede zijstuk is voorzien,waarop een kromme stalen veer steekt,
wier uiteinde,met een bekleed kopje voorzien,tegen de hamernoot aansluit.
Bij gewoon spel werkt het mechanisme Ook slechts op de gewone manier,en
het veerende kopje heeft niets te doen ;het ligt voortdurend tegen de hamernoot
z z
....--ZLb-.L-'---=- 7'ox -:-
.'C:::.
'
.::.;;;;;;.--' ,,
,,,.,........ ..........:::::::::::::::::::25::.........'
*
.......
''''''''''''''''''''''''''.''''''-
'
'
,,.,..z
z
Z-
Z'' Z'Z
.
z' Nx
, -N->
/ -
/ / !
I //; ' ///
//zz z / /
. d , ''xv
x.
-
N .
(S(j N%%%%k N yy/ 1I11111
/

l
= =
'>
, #
z
zy zz xx //// / z . .
.
aangedrukt en volgt hare bewegingen op- en nederwaarts.Hotldt de speler den
toets echter neergedrukt, zoodat de stoottong afgegleden blijft,dan valt de
hamer slechts een weinig af en blijft hij op hetkopje rusten.Nu neemt de veer
voorloopig de r0l van steunsel en hef boom over, want zij heeft krachts genoeg
om den halner zwevend te hotlden en de korte stooten, die de neergedrukte toets
Ontvangt,door het kopje Op de hamernoot over te brengen,zoodat de snaar met
groote snelheid zwakke,kort uitgehaalde
Bij o p s t a a n d e i n s t 1- u m e n t e n,
slagen achtereenvolgens kan ontvangen.
waarbij de hamer alzoo in eene andere
richting moet aanslaan,vereischt het mechanisme natuurlijk eene andere con-
structie.Ten gevolge daarvan worden de bewegingen allicht iets trager,want
hierbij kan op de medewerking van de natuurlijke zwaarte der hamers minder
gerekend worden,tenzij men kleine (looden)tegenwichten wilde aanwenden,
hetgeen trouwens reeds bij sommige constructin wordt gedaan.
Horizontaal aanslaande mechanismen zijn er oOk in aanzienlijke getale.Vool'
eene aanschouwelijke voorstelling kiezen wij een der eenvoudigste,waal.van
52
men uit het voorgaande den bouw en de werking licht begrijpen za1 en die
bovendien eene fraaie inrichting voor het dempen bezit. De demper zit hier
insgelijks aan den eenen arm van een winkelhaak,terwijl de toets Onder het
rijzen een stangetje Opwaarts duwt, dat Op den anderen arm draaiend werkt
en daardoor den demper Van de snaar afduwt ;zie de Onderstaande afb.
Ten laatste is de modelkamer ook n0g met verscheidene b e n e d en w a ar t s
a an s l a an d e mechanismen voorzien en daaronder bevinden er zich ook, die
vrij samengesteld zijn. Bij sommige vindt men reeds bekende deelen,de
afglijdingen namelijk,maar met gewijzigde inrichting,terug.Bij benedenwaarts
aanslaande mechanismen ligt het klavier b 0 v e n de snaren ; daarom wordt
het achtereind van den toets
r.>= 'N
:'' niet gebezigd Om een stoot /
//
,,-
V naar boven aan te brengen,
l v' maar om er een van onder
.A ' t
op n a a r b 0 v e n te halen.
In plaats van de stoottong
gaat van den toets een ver-
. bindingsarm naar beneden,
N die f aan den hamer vast-
I
@ zit f met een staarteinde
II '%/3'
' er van,die boven het draai- $
'
punt uitsteekt, derwijze in 11
/ verband is gebracht,dat htj
I beurtelings aanstoot en af- l
iglijdt. l In tegenstelling met de
. opwaarts slaande mechanis-
.
. j men staan de hamers schuin
naar boven gericht en wor-
Q
( den zij, wanneer llet staart-
A deel een stoot naar boven
e- . ontvangt,natuurlijk bene-
denwaarts tegen de snaar
aangeslagen.Eene veer of
!
liets anders, tot dit doel aan- /
'
'
' lebracht,heft den hamer 1,' g
terstond, nadat hij heeft
' aangeslagen,weder op.
cY . 1141l
J Het op bladz. 53 afge-
l ,,. ,,-1 '= ' -
=- w .
jD001(10 mochanisme,dat Van
- - -
jGREINER,is bij Zjne grooto
- leeuvoudigheid zeer practisch
en maakt veel opgang. De
hamer wordt aangetrokken door een rechtstandigen draad,die van onder haak-
vormig is omgebogen en in eene sponning der hamernoot ingrtpt.Het lichaam,
DE MUZIEK-INBTRUMENTXN.
os z'lAxo-laos'l'x Ex lolAxlxo.
dat aan het einde der laatste zichtbaar is,is eene soort van vilten vanger.
De daarop volgende iguur is de af beelding'van een klavier en een hamer-
mechaniek,zooals het zich in zijne natuurltke ligging en samenvoeging pleegt
53
N
'o - : W''/
. .z>
I
(
'
I$
1 .w
I .-
)
! %X. k-..,e - '
$
lq
y
h
z#z * 'y''.E'Z# ?'.'z''- hhh Z'Zv'z z z .a ,'z
p
zz,
'
.,
?'
p. ZzA z.zz,
>a'''J 7v.K 'z ' pz zl 'z F 4V'.
@'4:@r
'
R('#' p, , ./z'/ -+.,z
yxi!k
voor te doen.Natuurlijkerwijzo liggen
buiten het gezicht en het geheel ziet er niet zo0 samengesteld uit als inder-
daad het geval is.Het getal der stukjes van verschillende hotltsoortel), tjzer-
erl koperdraad,laken, vilt,leder en perkament?benoodigd tot het mechanisme
van een grooten vleugel, die
naar de vernuftigste constructie
gebouwd is,zal wel ruim 3000
bedragen, en ieder hunner is
uit de hand bewerkt en met
dezelfde nauwkeurigheid in het
geheel op zijne plaats gesteld.
Onderscheidene houtsoorten
worden daartoe gebezigd, al
naar gelang van hare hoeda-
nigheden.De eene kiest men,
omdat de staafjes,die er uit
vervaardigd worden,niet krom
trekken,de andere,Omdat het
recht van draad is ; n0g andere
soorten weder,Omdat zij hard
Of week Of taai enz.ztjn.Het
meest wordt appel- en peren-
hout,linden-,ookwel mahonie-,
ceder-, fernambuc- en braziliehout gebrtlikt. Het grenst aan het wonderbare,
dat zulke zwakke houtjes kunnen doorstaan wat zoo dikwtls van de piano
wordt gevergd ; juist hiel-in kan de fabrikant toonen,dat hij zijne materialen
J- -JID. .Zi .. - ..w--* ** *wv. -.. mJa-i --....--..- --- z-L;z -- = = W .= -- - -. - - X - - W - = = -
bt $
t , $ . 4 u
g
r
i o o o o o o o o a
$ ...- ...
! I 1 1 l l l 1 l 1 I l I I
I I I 11 I 11 1 11 I 1 11 l 11 l l
l
1 %...- ..
de meeste deelen van het mechanisme
54 DE MUZIEK'INSTRUMENTEN.
kent en gepast weet te kiezen ;dat hij aan alle deelen de juiste verhouding
en vormen gegeven en het geheel zoo in elkander gezet heeft,dat nergens de
vrije beweging der deelen eenige stoornis ondervindt.Yan niet minder gewicht
is de goede hoedanigheid der verschillende zachte stoflbn, die bij het piano-
mechanisme worden gebezigd, namelijk bij de hamers en de dempers.Het
goede Overtrekken der hamers oefellt een grooten invloed uit Op het voort-
brengen van een schoonen krachtigen toon.W ordt het bekleedsel door het
aanslaan mettertijd hard, dan moet de toon veel verliezen ;zOo zal ook een
hard geworden demper de snaar niet meer volkomen tot zwijgen brengen,
maar allicht een nasissend geluid doen hooren.Vroeger, toen men slechts
schaapsleder en eene katoenen stof tot dit doel kende, waren dergelijke ge-
breken onvermijdelijk.Men leerde Ook wel hertsleder tOt het bekleeden der
hamers gebruiken, en dit zOu aan alle eischen voldoen, indien het maar in
genoegzame hoeveelheid te verkrtjgen ware.Een belangrijke vooruitgang was
het derhalve)toen men - allereerst in Engeland - voor de hamers en dempers
bijzondere soorten van vilt begon te vervaardigen,die thans algemeen gebruikt
worden en een zeer gewild handels-artikel geworden zijn.ln Frankrijk werd
de fabricage van dergelijke vilten spoedig nagevolgd, maar Dtlitschland moest
langen tijd het benoodigde uit beide landen Ontbieden ;het is ecllter Op den
weg Om zich ook in dit opzicht Onafhankelijk te maken.Reeds jaren geleden
zag men Duitsch hamervilt,dat op het oog zeer goed voldeed ;er ontbrak nog
slechts dat helder wit
onderscheiden : het was
aan, waardoor het Engelsche en Fransche vilt zich
n0g eenigszins geelachtig en daarom trokken de piano-
makers er de schouders voor op en meenden zij, dat men er toch wel op den
eerstell blik aan kOn zien,dat het geen Fransch voortbrengsel was.Ofschoon
nu dat witte niets ter zake deed,wist men het toch spoedig aan het vilt te
geven. Het vilt voor de hamertjes is lOf ) centim.dik en uiterst hjn en
zacht ;het bestaat uit zuivere schapewol,somtijds echter vermengd met een
weinig katoen. Het vilt,dat men in de fabriek van BlRowowooo gebruikt,is,
naar men zegt, van Hongaarsche wOl uit de kudden van vorst ESTERI-IAZY ;
deze wol moet er door hare groote jnheid bij uitnemendheid geschikt voor zijn.
De dikte,ronding en zachtheid van de koppen der hamertjes is het grootst
bij de laagste noten en neemt dus naar de rechterzijde evenzoo af als de
lengte en dikte der snaren zelve.Slechts de vilt is van bovenlaag van het
eene zoo :jne soort ;Ondel'haar ligt eene andere van grover gehalte. De stukjes
vilt worden met lijm op het hout vastgemaakt en bij de groote kussentjes
minder, bij de kleinere sterker aangetrokken.Voor de discant-noten gebruikt
men tegenwoordig ook leder in plaats van vilt.Terwijl zoo de zachte hamertjes
en dempers met,de snaren in aanraking komen en eensdeels den toon helpen
vormen, anderdeels hem doen zwijgen,is Op andere plaatsen doek Of leder
gebezigd met het doel elk bijkomend geluid te verhinderen, zoodat de gang
van het mechanisme geheel en al Onhoorbaar wordt.Overal dus, waar twee
harde deelen van het mechanisme met elkander in aanraking komen, vindt
men eene bekleeding met doek of eenige andere stof ter wegneming van alle
mogelijke gedruisch,b.v. aan de voorzjde der toetsen en daar waar zij in het
DE PIANO-FORTE EN PIANINO.
binnenwerk eenigen hoorbaren stoot kunnen geven.Deze bekleeding is natuurlijk
het dikst en zorgvuldigst gemaakt,waar men llet liclltst den stoot zou kullnen
hooren.Het aanslaan, terugvallen enz.der hamertjes geschiedt dus tegen eene
soort van kussentjes ; ja bij piano's van de beste soorten gaat de voorzorg
zOo ver,dat zelfs de draden,b.v.tOt Opheffing van den demper,door gaatjes
loopen,die van eene bekleeding vOorzien zijn.In n woord,al wat slechts
het allergeringste gekras Of gestoot Of geluid zOu kunnen veroorzaken,is met
groote zorg zoo ingericht,dat eene zachte bekleeding de grootstmogelijke stilte
bij de beweging van het mechanisme doet plaats hebben.Doch ne zaak
bleef :het hamertje slaat tegen de snaar,daarmede is de toon aangegevell,
maar de trillingen der snaar verflauwen en de toon sterft weg.Bij blaas-
instrumenten daarentegen blijft de toon aanhouden,zoolang wind in de buis
wordt aangevoerd en hierdoor Onderscheidt zich de piano van het orgel.De
vindingrijkheid echter heeft hierin weten te voorzien.Men heeft een middel
gevonden om de dempel-s)in verschillende groepen,afzonderlijk of gelijktijdig
te kunnen Oplichten.ZACHARIAS te Frankfort a/M., WOLFF te Parijs en EI-IRBAHR
te W eenen hebben ieder Op eene afzonderlijke wijze toestellen vervaardigd,
met welker behulp men het geluid van een Of meer toetsen,evenals die op
een Orgel) kan aanhouden.Men heeft aan deze met den voet bestuurde toe-
stellen den naam p e d a l e s O n al e gegeven.
komen nu tOt de s n a r e n en alzoo tOt het Vall Wij
alles,
belangrijkste gedeelte
instrtllnent dienen.De verande- waarvoor alle overige gedeelten van het
die sedert eene halxe eeuw te dezen aanzien ringen) zijn ingevoerd? hebben
zoowel betrekking Op de soort van deugdelijkheid der snaren zelven als Op de
dikte der draden, van welke zij gemaakt worden.De Oude klavierfabrikanten
bedienden zich van veel dunner draad en wel voor de lage tonen van ijzer-,
voor de hoogere van koperdraad ; het laatste werd nergens beter gemaakt dan
te Neurenberg,het ijzerdraad te Berlijn.Tegenwoordig gebruikt men Ineestal
gegoten staal,eene verbetering,uit Engeland af komstig,vanwaar langen tijd
de stalen snaren die van W EBSTER - overal naar elders werden Ontboden.
Dit is goeddeels nOg het geval, want tot dusver bestaat er op het vasteland
van Europa nog geene fabriek van deze snaren,die met de Engelsche wed-
ijveren kan.Trouwens,lnen is nog niat acilter het fijne van de bearbeiding'
der Engelsche stalen snaren,en vooral weet men niet juist,hOe zij gehard
worden.De Engelsche snaren toch zijn hard en breken scherp af.De toon
eener snaar hangt af van hare lengte)in zoover zij vrij trillen kan,van hare
dikte en van hare spanning.Deze drie zaken moeten in een zeker Onderling
verband staan, zal de krachtigste en zuiverste toon bereikt worden,welken
de snaar Onder gegeven Omstandigheden voortbrengen kan.Doch hier komt
nOg bij,dat de snaar slechts dan het krachtigst en zuiverst klinkt, wanneer
hare spanning zoo sterk is, dat het op springen af gaat ;doch,indien de
zuiverste toon niet bij elken graad van spanning kan gevonden worden, dan
is het natuurlijk,dat men het doel moet trachten te bereiken door eene ge-
paste verhouding tusschen de twee andere Opgenoemde gegevens :de lengte
en de dikte der snaar. Daarom is het een belangrijk werk, te weten,hOe lang
DE MUZIEK'INSTRUMENTEX.
desnaren van bepaalde dikte zijn moeten, terwtjl die dikte zelve weder af hangt
van de samenstelling van het instrument. De pianomaker moet in dit geval
eene soort van natuurkundige zijn en gehoorkundige berekeningen kunnen
maken, behalve in die gevallen, in welke men er zich slechts Op toelegt
,?manneke naar manneke''te werken.De gemiddeide lengte der snaren kan
reeds daarom niet gelijkmatig afnemen,omdat voor elken toon geen afzonderlijk
nommer van snaren bestaat, en vandaar de harpvormige gedaante van den
klankbodem en van de stiften daarop. De ware lengte van de snaar wordt
alleen gemeten door den af-
stand tusschen de stiften aan N
I''l'lt , '- il y!-k
- p-jtrj
j ,, --)2
,
q.tjIyt..j j,,,g '.9 l
,
,r
tj
t,jt-), ,j//jj jy-jy, yyyy
r
jy
-y-jj
yy
y,
jy
-
yyjjy,-j,-yyyj,y -
-
2JJ?!(!y,,'' 1;' -'''''-'- jk
'-
'-
- i/ rl -1'.lr1grl-/,-
,.;.jj t -j!1-
-
-1t!-'..j,pi,, .-...------
l / '! ''/-(1 '.
1krjlk/1-1)-Ilq--'-t(
-
!-- ..
-,-...- -:,-::
1
i
$1g
..r
l-'-''' '--b'----
'
1
-
-
;'
,
-
-!.-
f'
-
;-
--
--
-
'
--
s
'
-
-
-
'
th-,,',
-
-
1
,1Ijj jjjik,
,
J u-: .jjj:
,jjjj,.yyj;
jj
p
j
1
,
,
,
,
,
1
,
j
,
'
f/lJ1////l1/ff/711)'ltlli 'l1J)l17/?// ''i'i'1''''iJ'iti 'i -111fllt!'ll tl ''tl'f.(./Er!lllltx?11-,:- l2!
...
t-t.,,.,..!',-...,.-- (I.J -
'.
J '''!
. I I, ,, t
,,..- ..
,.# ;
de eene en die aan de andere
zi,jde. Mep behoeft dan ook een
geopend instrument slechts te
zien om zich te overtuigen,
dat het tusschen die beide
punten liggende gedeelte der
snaar het eenige is, waardoor
de trilling gaat en dus het
geluid gegeven wordt. Het
volgende diene nog tOt beter
verstand der verhoudingen
tusschen de dikte,lengte en
spanning der snaren.Men zOu
twaalf snaren van dezelfde
lengte en dikte zoo verschil-
lend kunnen spannen,dat men
de twaalf halve tonen van
een Octaaf bekwam ; en op
dezelfde wijze zOu men twaalf
even dikke en gelijk ge-
spannen snaren zOO verschil-
lend van lengte kunnen ma-
ken,dat zij mede de twaalf
halve tonen van een octaaf
geven ; terwijl eindelijk bij
gelijke lengte en geltjke span-
ning de dikte der eene snaar
zooveel van die der andere
zOu kunnen verschillen, dat hetzelfde doel bereikt werd.Maar in de
zOu het eene al even Onvoldoende zjn a1s het andere. Elke trap
lengte en spanning brengt een bijzonderen aard van toon mede ; indien dus
twee snaren van dezelfde lengte en dikte zOo verschillend worden gespannen,
dat hare tonen een Octaaf van elkander verschillen, zal de hooge misschien
goed, de lage daarentegen zwak en flauw klinken.Doch, indien men Omge-
keerd,ten einde de beide tonen te verkrtgen,de eene snaar slechts in lengte
practijk
van dikte)
56
57 DE PIANO'FORTE EN PIANINO.
Of Ook in dikte van de andere
kracht van toon wel niet zoo
laat verschillen,zal het onderscheid in de
groot zijn als in het eerstgenoemde geval,maar
in kracht van toon zal zich toch niet laten de
bemerken.Het geoefend oor van den instrumentmaker hoort reeds duidelijk
het verschil tusschen twee Onderscheidene nommers der snaren,hoewel er in
hetzelfde stuk snaren geplaatst worden van 12 tot 20 verschillende nommers.
ln de practijk legt men zich er Op toe)dat men zoowel de lengte als de dikte
en OOk in geringe mate de spanning van beneden naar boven laat afnemen.
Er zijn daarvoor wel regels,maar altijd moet men het gemiddelde nemen en
ten laatste de beslissing der zaak overlaten aan de
gehoor.Zoodra m en eene piano openmaakt, ziet men,
blank staaldraad zijn ;in de bas is de stalen snaar met fijn draad omwikkeld.
Hiertoe bezigt men fijn,zacht koperdraad Of Ook slechts voor het eerste Octaaf
koper,in de andere hjn ijzerdraad.Door den Omgewonden draad is de snaar
geoefendheid van het
dat niet alle snaren van
zwaarder geworden en alzoo genoodzaakt langzamer te trillen, met andere
gewenschte eenparigheid
woorden : een lageren toon aan te geven. De omgewonden draad brengt
daarbij hetzelfde teweeg?alsof hij t0t de snaar zelve behoorde ; indien b. v.Om
eene snaar even veel draad wol'dtgewonden als zij zelve weegt,dan klinkt zij,
het Overige gelijkstaande,een Octaaf lager dan ingeval zij niet omwonden is.
Om echter een even lagen toon Op eene snaar van de dubbele zwaarte te
erlangen, zou men meer
snaar inderdaad h O o g e 1- gespannen moet worden,maar Omdat er meer deeltjes
moeten veroorzaken, niet omdat de dikkere spanning
in gevonden worden,die
het Omwinden bestaat
weggenomen,die anders, vool'al in de bas,een Onaangenaam geluid zouden
spanning eischen. Een ander belangrijk voordeel van
hierin,dat daardoor eene menigte bijtonen worden
VaL
geven.
DOOr dubbele Of driedubbele snaren wordt, zooals zelf spreekt,een
krachtiger toon voortgebracht ;in dit geval brengt de vermeerdering der snaren
hetzelfde teweeg als hare verzwaring.Vandaar dat alle kleinere instrumenten
dubbel besnaard zijn ;de groote worden driesnarig gemaakt,althans tOt in de
lagere bastonen,waar insgelijks slechts twee snaren voor elken toets zijn.
Grootere en fijnere pianino's met staande snaren worden tegenwoordig ook
driesnarig bespannen,want deze heerlijke instrumenten, die dan Ook meer en
meer in gebruik komen,kunnen bijna tot dezelfde kracht gebracllt worden als
de staartstukken, en het is inderdaad verwonderlijk,dat zulk eene kracht van
toon in een betrekkelijk zoo klein bestek is verborgen.Slechts zulke hooge
instrumenten,als men er aan het begin van dit hoofdstuk een uit de fabriek
van Bnowowooo afgebeeld ziet,ztn niot zeer gezocht,omdat zij, zooals men
mede op de af beelding zien kan,moeilijk te stemmen zijn.De eigenaardige
samenstelling dier instrumenten maakt, dat de toetsen hunne werking door
middel van lange staaf jes naar de boven in het werk liggende hamertjes
moeten overbrengen.
Geenszins onverschillig is het,op welk punt het hamertje tegen de snaal-
slaat ; er is slechts ne plaats,waar de toon het helderst klinkt,en dat punt
ligt niet,zooals men vermoeden zou, in het midden.Eene snaar, die men in
58 DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
haar midden aanslaat,klinkt zwak en flauw en een instrument,zooals men
ze in de vorige eeuw volgens dat beginsel vervaardigde,moest wel den btnaam
d 'am o ur verwerven.Het beste punL voor het aanslaan ligt bij eene volkomen
gespannen snaar op j. van hare geheele lengte en deze maat - eigenlijk tus-
schen j en j - is die, welke bij het vervaardigen val instrumenten wordt in
het oog gehouden.Een aanslaan daar ter plaatse veroorzaakt anders gevormde
en kl'achtiger trillingen in de snaar dan dat in haar midden.
Eindelijk zat de kunstige en nauwluisterende vervaardiging van het instru-
ment oogenschijnlijk geindigd zijn en toch is ernog veel arbeid aan te
verrichten.Hetgeen nog volgt bestaat in het afwerken van het geheel en in
het gelijkmaken der tonen.Eerst worden al de deelen van het inwendige
mechanisme nauwlettend nagegaan,ten einde te zien,Of het naar eisch werkt
dan of llet nog op de eene of andere wijze moet verholpen worden.Men moet
Onderzoeken,of de toetsen alle gelijkmatig doorgaan,en, zoo neen, daaraan
de noodige herstellingen doen, waartoe men zich van een gewicht bedient.
Voorts moet alles nog nader worden in Orde gebracht,met name de vereischte
werking van alle veeren,de werking der hamertjes - in n woord, al wat
betrekking heeft Op de inwendige inrichting van het geheele mechanisme,terwijl
daarna eerst wordt overgegaan tot het regelen van de Onderlinge verhouding
der tonen.In dit opzicht ontmoet men velerlei zwarigheden ; er kunnen holle,
schelle,krijschende en valsche tonen voorkomen ;de Oorzaak daarvan is niet
alttjd gemakkelijk te vinden en kan bestaan in de lederen bekleedsels, in d:
stof der snaren zelven of zelfs nog wel dieper.Tn de eerste gevallen voorziet
men door het verhelpen van gebreken aan de bekleeding en door llet aan-
spannen van eene nieuwe snaar ; indien dit niet helpt,kan men het er voor
houden,dat er andere gebreken schuilen,zooals er zich bij de eene of andere
gelegenheid dagelijks vertoonen.Misvattingen bij de vervaardiging der afzon-
derlijke deelen of bij het ineenzetten van het geheel kunnen een nadeeligen
invloed Op (n Of meer tonen uitoefenen ; de brug,
in n woord al de afzonderlijke deelen kunnen verborgen gebreken hebben;
er kan een plekje zijn,waar de lijm niet goed houdt,er kan hier of daar
een splintertje zijn blijven zitten en dergelijke.Al die verholen vijanden moeten
Opgezocht en onschadelijk gemaakt worden.Eindelijk kunnen de tonen, e1k op
de klankborden, de richels -
zich zelven,goed en zuiver ztjn, en toch niet goed samenstemmen ;kleine ver-
anderingen in het mechanisme kunnen Ook deze leemte verhelpen.En zOO
Ontstaat eindelijk,door de vereeniging van vaardigheid, kunst en wetenschap,
dat samenstel,hetwelk zijne bestanddeelen uit al de rijken der natuur,mis-
schien uit alle werelddeelen heeft Ontleend en dat)geheel in orde zijnde, een
sieraad van de huiskamer kan zijn en een deelnemend vriend in vreugde en
droef heid namelijk indien het met gevoel, kennis en smaak bespeeld wordt.
Eene eigenaardige uitvinding op het gebied van instrumentbouw is het
adiaphoon, door FlscHER uitgedacht. Uitwendig verschilt het niet van de
pianino en 't heeft inwendig met de vleugels de hamermechaniek gemeen.
De klank is echter zeer verschillend.De hoofdgedachte was een instrument te
verkrtgen,dat een langen en schoonen toon en tegelijk eene zuivere stemming
DE V100L.
geven ;daarom gebruikte FlscHEa stemvorken in plaats van snaren.Het
zal hoofdzakelijk dienen voor begeleiding,waarbij de klank het beste tOt haar
recht komt.De toon is niet bijzonder krachtig.
Docll van alle snaar-instrumenten is geen zOo volmaakt als de v i o o 1; tevens
echter heeft hierdoor de theorie harer vervaardiging
aan de hoogste en moeilijkste eischen te beant-
woorden.Het is Opmerkelijk, dat niet in onzen -
tijd, maar in de zeventiende eeuw,1600 - 1680, de ')t'' vooruitgang van het vervaardigen der violen
,
tegelijk met de ontwikkeling der muziek-weten-
happen, heeft plaats gehad. j! scD
e viool bestaat uit een klinkende houten holte, jj b
oven welke eenige snaren gespannen zijn.De jjj lf lyl
Il Vol'm Varl het instrtlment 01l de Zelfstandigheid der Ijj jjjj
j
Sl121'611 Vofschillen in de Ondersoheidene landen)in
.-
. j1 j
-(,.7.
,
,
l welke bij slechts eenigszins ontwikkelde beschaving (
,
0V0ra
-p
'
-.
j;
d
1.-'.IE
'
11-
-
*
;,-,-11!,-
*
1-!i:
'
--
11
*
i
'
-,
'
i,
'
--
i'
'
-?---,-
-
1---
--
::
'
-,
,,
'
i,
d
!1-li-
-
,-'i--,
'
..........,.,..
aangetroflbn. Overal echter vindt men dezelfde
wijze van bespelen,namelijk door middel van een 1
.!..1l'?
strijkstok,bespannen met paardenhaar,dat men '
met hars bestrijkt Om het gladde te benemen,
terwijl de tonen van elke snaar worden verlloogd door met den villger ter
vereischte lengte tegen den steel te drukken,aan welken men het instrument
vasthoudt.De bovenstaande af beelding vertoont twee Arabische violen.Mell
vindt de viool bij de Hindoes als accompagnements-
instrumellt,zooals zij OOlt in de middeleeuwen in Europa
door rondtrekkende zangers gebruikt werd.Het Fransche .
e
:l;l
woord voor die driesnarige viool der m iddeleeuw en, -
R a b e l of R e b e 1, is afkomstig van het Arabische *
. *
R a b i b, beteekenende eene soort van lier.I-let woord -.
viool is van het Spaansche V i O l o n. z'
De viool is reeds vroeg in het W esten aangeland, - '
blijkens talrijke oudere afbeeldingen Op gebouwen en in
handschriften.In het kapiteel van de St.-George-kerk te
Boscherville vindt men eene groep van elf muzikanten 1
$
'k''
t '
.
uit de llde eeuw uitgehouwen, Onder welke een (zie I /
P
nevensstaande afbeelding) eene driesnarige viool heeft, .
weinig van de tegenwoordige verschillende. Aan de
Notre-bame-kerk te Parijs zag men vr de Omwenteling
aan een der portalen een staande igullr,die voor koning CHILPERIK gehouden
werd.Deze af beelding dagteekent mede uit de llde eeuw;het beeldje hield
eene viool in de hand,welker meer sierlijke vorm van een aanmerkelijken
vooruitgang in het vervaardigen dier instrumenten getuigt.0Ok is uit de lzde
eeuw de af beelding van een vioolspeler bekend,in het portaal der abdijkerk
van St,-Germain des Prs te Parijs ; zijne viool heeft 5 snaren,Uit een minia-
kOn
59
DE MUZIEK'INSTRUMENTEN.
tuur der 14de eeuw in de
uit eene gelijktijdig vervaardigde figuur aan het portaal der kapel St.-lulien
groote bibliotheek in de Rue Richelieu te Parijs en
des Mntriers (zie Onderstaande af beelding) blijkt, dat de toenmalige Rebel
vrij nauwkeurig met eene driesnarige viool overeenkomt,ja dat de steel,
evenals thans, in een gesneden spiraalkrul uitloopt.Wij mogen dus vaststellen,
dat de tegenwoordige viool reeds van dien tijd af dagteekent.Zooals wij uit
de af beeldingen Op de St.-George-kerk zien, waren er vroeger,behalve de
gewone vioolvormige instrumenten,nog veel grooter snaar-instrumenten,welke
men, als de violoncello's,tusschen de knien plaatste en die met drie,vier of
vtjf snaren, naar landsgebruik, bespannen waren.
In het wezenlijke ztn dergelijke instrumenten zOO nauw aan de viool ver-
want en in de Ontwikkeling van hun gemeen-
-=-.
schappeltjk gebruik tOt versterking of begeleiding
'
+ der viool dermate hand aan hand met deze gegaan,
'
/ dat wij de geschiedenis van het voornaamste in-
vv strument tevens kunnen aanmerken als die der '
/
Y Overige.De kunst violen te vervaardigen ontwik- %
. '
,/ kelde zich vooral in het muzieklievend ltali, waal
jI!'
, ,,,J,''//, de instrumentale kerkmuziek niet anders dan hoogst '''
/1 bevorderlijk aan .de ontwikkeling der kunst kon l
' -
,,
/, ,
t
l ztn.oaar heeft dan ook dit instrument ztjn schit- '
,
'
!,''i l ,1 / terendst levenstij'dperk bereikt.oe eerste violen t
.'
/
,I') l ,2 jt met 4 snaren werden door zekeren Tsszosl ver- '
t l'th &. vaardigd,doch zij waren nog zeer onvolmaakt en l .? - l-'t
- ... zwak van toon.De opvolger van TlsTosz, AxossAs )''
-L>
! . AMATI te Cremona,bracht het vioolmaken spoedig
)$-1 ' ' -'
!
,
yhyy'., tot een hoogen trap varl volkomenheid,zoodat zijn '$
!
'
''Jy$.
,
'
naam zich ver buitenslands verspreidde en de h y '
X $ t ? '- - bestellingen,hem door KARE,- lx gedaan,aan de .... --. .-
-
-. x
j . --. u,:m q - , - lr
- -
'
.L-
-.- - . -
'
.- .
- '
Italiaansche violen den voorrang boven alle andere
verzekerden.Ztn zoon, Of zonen,AxToxlo en HEN-
Rlco AMATI het is onzeker, of het twee personen zijn
schillende namen slechts (n aanduiden wijdden hun geheele leven aan
hetgeen hun vader zOO vermaard had gemaakt,waardoor zij het zo0 ver brachten,
dat de volmaakste instrumenten,die er bestaan,
kunnen worden toegekend.De jaren 1594 tot ongeveer 1625 ztjn dat ttjdperk,
waarin,naar men algemeen meent, de beste Amati-violen vervaardigd zijn.
Deze schitterende roem was oorzaak, dat in de familie AMATI dit bedrijf bleef
voortleven. In het tegenwoordige Beiersche stadje Ftlssen alleen werkten zes
vioolmakers voor de Oremoonsclle fabrieken.De groote hoeveelheid violen kon
dan wel of de ver-
aan hunnb kunstvaardigheid
echter geen voordeeligen invloed uitoefenen Op het gehalte en vandaar dat
Omstreeks het midden der 17de eeuw de faam 0P een anderen vioolmaker
Overging, AxonEAs GtrARxlslo,die,evenals zijn
der 18de eeuw zich te Oremona op het makbn van strijk-instrumenten toelegde.
Hun leerling was AxToxzo SI'SADIVARI en dit drietal kunstenaars kan als
zoon Joslrl-l,tOt in het begin
60
D2 W 001u.
waardige Opvolgers en kunstgenooten van de AMATI'S worden genoemd.Een
leerling van NICOLAAS AMATI te Cremona en van den insgelijks beroemden
VIMERCATI te Veneti - JACOB STMNER uit Absam in Tyrol - bracht dezen
tak van kunstvlijt naar Duitschland over.
Doch met hem is ook het classieke tijdperk van deze kunst gesloten.Na
de genoemde kllnstenaars is het vervaardigen van violen wel altijd een levendig
beoefende tak van nijverheid, zoowel in Itali a1s elders,gebleven en zeer
goede, ja voortreFelijke instrumenten zijn ook in lateren tijd gemaakt,maar
geen roem zo0 groot als die der genoemden viel na hen meer aan iemand
ten deel.Men kan niet aannemen, dat goede violen vroeger beter betaald
werden dan thans ;integendeel zijn voor de allerbeste instrumenten prijzen te
bedingen,die door de AMATI'S en GIJARNERIO'S nooit zijn Ontvangen. Het
schijnt wel, dat men het geheim verloren heeft van de afmetingen,de keus
van hout, het snij-
den der afzonderltjke
gedeelten,
00nV00g0n,
het
hetgeen
oude vioolmakers als
het bij -
ja zelfs
aaneenlijmen,
alles bij de
't ware instinctma-
tig Nverd uitgevoerd,
en slechts door het
volgen der Oude mo-
dellen kan men
eenigermate
voortreflblijkheid na-
hunne
bijkomen.Met dat al
is de overheerlijke
schoonheid der Ama-
lph. ?
)f h
ti's Guarnerio's en
Stradivari's ten deele een gevolg vall hun ouderdom.lm mers de
rnet de jaren beter,
bijna
nog geen aanspraak hadden, terwjjl omgekeerd
dage in weerwil van hunne onberispelijke vervaardiging op verre na den zui-
veren en vollen klank der oude violen niet kunnen bereiken,eene halve eeuw
later misschien onder de allervoortreFeltjkste zullen kunnen gerekend worden.
zoodat dezelfde instrtlmenten,welke tegenwoordig voor
volmaakt worden gehouden, voor honderd of minder jaren Op
instrumenten,die heden ten
dien rOem
Maar evenals bij de wijnen,zoO schtnt ook bij de violen een grens te bestaan
voor dat tijdperk van toenemende volmaaktheid,na lletwelk zij weder achter-
uitgaan, en waarschijnlijk zal hierin de reden te zoeken zijn,dat tegenwoordig
aan de Guarnerio's en Stradivari's dikwijls de voorkeur gegeven wordt boven
de Amati's.Intusschen schijnt in weerwil van dat alles een bereiken,laat
violen worden
staan een overtrelen dier voortreflbltjkheid nauwelijks mogelijk te zijn.Dat
echter die hooge voortrelelijkheid niet bereikt is door het volgell van hetzelfde
61
62
lnodel, wordt door de instrumenten dier oqde meesters voldoende bewezen.
Onmiskenbaar veroorloofden zij zich meermalen afwijkingen,en wel zulke
belangrijke, dat geoefende beoordeelaars in staat zijn den vervaardiger van
ieder oud instrument op het oog te noemen.Het moge waar zijn,dat de
beste vorm door de AMATI'S is uitgevonden,maar het is tevens waar,dat de
Overigen geen slaafsche navolgers van de AMATI'S waren.De veranderingen en
bijzonderheden bewijzen,dat ztj zelfstandig hun instrumenten vervaardigden
volgens andere beginselen en geholpen door Mndere ondervinding.
De vorenstaande af beeldingen (blz.61) vertoonen oude vormen van violen en
strijkstokken volgens MERSENNE.Het grootste instrument is herkomstig uit de
laatste helft der 16de eeuw en men ziet, hoe weinig verandering die vorm
heeft ondergaan, als men het oOg slaat Op den tegenwoordigen.Het kleinere
instrument is eene zoogenoemde zakviool (P o ch e tt e), welker gedaante het
voor de dansmeesters gemakkelijk maakte, ze in de toenmalige
hunner wijde rokken te steken.Deze klasse is uitgestorven.
groote zakken
Grooter dan de
veranderingen aan de violen zelven zijn die aan de strijkstokken ;de af beelding
op bladz. 61 vertoont die sedert het begin der vorige eeuw.
B e s t a n d d e e l e n e n t h e o ri e d er v i O o 1.De klankkast
der viool is uit Onderscheidene stukken samengesteld,van
welke ieder zijn bepaalde afmetingen heeft.De gebogen boven-
bodem wordt van wit dennenhout (P i n u s a b i e s) of dergeltjk
hout genaaakt; de keerztde benevens de zgstukken doorgaans
van eschdoornhout (A c er p s e u d 0 p l at a n u s).De onderbo-
dem is mede gebogen, schoon niet zooveel a1: die,Op welken
de snaren liggen.De deugdzaam heid van het hout,voornl van
dat der bovenbodems, heeft den grootsten invloed op de
schoonheid van den klank,omdat het hoofdzakelijk zijne
veerkrachtige eigenschappen ztjn,welke ronding en volheid
aan den toon geven. De keuze en het bearbeiden van het
llout voor den bovenbodem is dan Ook een zeer gewichtig gedeelte der kunst
van den vioolmaker en men verhaalt,dat oude meesters zelven het hout in
de bosschen uitgezocht en zich daartoe tochten naar de afgelegenste berg-
streken getroost hebben.De jaarringen moeten met groote regelmatigheid op
elkander volgen en mogen noch te llabtj aan,noch te ver van elkander liggen.
Binnen in het lichaam der viool is eenwdennen staaf Over de lengte vastgelijmd,
zoodat ztjjuist onder den linkervoet der kam ligt.Op die wijze wordt de
laagste G-snaar op eene eigenaardige wijze met den boventoon verbonden.De
discant-snaren worden zoo ondersteund,dat onder den rechtervoet van den
kanA tusschen de beide boderas eenrechtopstaand cylindervormig staafje vast-
geklemd zit.In den bovenbodem zijn twee klankgaten van J-vorln uitgesneden.
Deze Openingen zijn van het grootste belang voor den klank,doch zij werken
Op eene geheelandere wijze dan men vroeger meende, toen men onderstelde,
dat zij een uitweg Openden voor de stooten der lucht binnen het instrument.
De snaren loopen in de lengte over den bovenbodem.Zij liggen ten deele
Over een plankje,toets genaamd,en worden Op ongeveer gelijke afstanden
D1:MIJZIEM-INSTRUMENTEN.
DC V1001z5'01RM1GE INSTRUMXNTEN. 60
rlver den gebogen kam geleid. De vereischte lengte bekomen zij door zich uit
te strekken tOt nabtj het uiteinde van den steel, aan welks kop de snaren op
wervels gewonden zijn,die tot het stemmen, d.i.het teweegbrengen van de
tot een zuiveren toon vereischte spanning,kunnen worden aangedraaid.Bij
dezen steel vat de bespeler de viool en hij kromt er zijne vngers zoo onn,
dat deze boven de snaren komen,ten einde die des vereischt op den toets te
kunnen drukken en ze alzoo korter te maken,waardoor zij hooger tonen laten
hooren.De snaren zijn zoo opgespannen, dat aan de linkerzijde de dikkere of
lagere bas-,rechts de dunnere of hoogere,de discant-snaren,liggen.De eerste
zijn met zilverdraad omwonden. De stemming is van links naar rechts G da e.
Die stemming is evenwelniet altijd dezelfde geweest ; BARBELLA b.v.stemde
ct d /78 cis,LOLLI D d a e, PAgwxlxl as 6,: b /', enz.
De A l t - v i o 0 l onderscheidt zich van de viool door meerder grootte ; zij
mist de hoogste snaar der laatste,doch heeft daarentegen eene lagere dan de
laagste der viool.Nog grooter is de v i O l O n c e l
(zie de nevensstaande af beelding),die daarom 0Ok
niet)a1s de viool, tusschen den schouder en hals
kan worden gelegd,maar op den grond rust en
tusschen de knien geplaatst wordt.Reeds sedert
den vroegsten tijd heeft men verschillende viool-
vormige instrumentan van verscllillende grootte
en toonhoogte gehad ; vooral was in de 17de eeuw
de v i O l a d e g a m b a zeer in zwang.Zij was
grooter dan de Alt-viool en kleiner dan de violoncel
en diende in concerten vooral tOt accompagne-
ment der viool.De violoncel in hare tegenwoor-
dige gedaante is eene uitvinding van ANTONIO
DETARDIEU,een geestelijke van Tarascon,broeder
van oen destijds vermaard kapelmeester.Zij was
in het eerst met 5 snaren bespannen,gestemd
C G d a d ; de vijfde,de d,liet men echter al
spoedig weg.In Frankrijk werd de violoncel
onder Loouwlllt IIV ingevoerd ; bij het Orkest
verscheen zij in 1720.De voor eenigen tijd Over-
leden SERvwls te Brussel was de beroemdste
violoncellist van den tegenwoordigen tijd.
De c O ntr a b a s ?dikwijls Ook bas genoemd,
is een vioolvormig strijk-instrument van zeer
groote afmetingen ;zij heeft stevige snaren,die
niet dan met vrij wat lichaamskracht door de vingers kunnen worden nedel'-
gedrukt;ja bij de buitengewoon groote contrabassen, die nu en dan meel'
als eene aardigheid dan tot eigenlijk gebruik - gemaakt zijn,heeft men llet
grijpen met de vingers tot het erlangen van hooger tonen doen bewel'kstelligen
door een mechanisme.
(
z :
s /)
$
,.
'q y ( ,).)
h /t > !$ /'/
l
J
'
1, kq -
;
l q .
,
'
/ -- h't
,
y
l
h
s
,1
..
-.
.
7
,
z
)
l
t.
. j
ln de muziek speelt de viool demelodie,terwijl de laatst beschrevene instru-
64
menten dienen tOt harmonisch accompagnement,waarbij de contrabas den
grondtoon aangeeft.De ltaliaansche violen zjn doorgaans iets langer en smaller
dan die, welke elders worden gemaakt.De beste Amati's hebben een sterk
gebogen bovenbodem,tot eene hoogte van 3 c.M.; ztj zijn rank, sierlijk en
hebben geene hoeken, die veel vooruitsteken. De rand is vrij zwaar en met
smaak afgerond.De geluidopeningen staan,uithoofde van hare geringe breedte,
dichter btj elkander. De benedenbodem is meestal van gevlamd eschdoornhout
en met bruin barnsteenlak gekletlrd.Men vindt echter Ook instrumenten, met
name van NlcoLAws AMX'TI, die eenigszins anders van afmetingen en ook hel-
derder gekleurd zijn.De bovenbodems der Stradivari's zijn veel platter,terwijl
de violen van GUARNERIO meer overeenkomst hebben met die van Nlcoluwws
AMATI.STAINER hij maakte den bovenbodem zoo krolu, dat
men, houdende,door de beide J-openingen heen
kon zien. Het is moeielijk te zeggen, welke der afzonderlijke gedeelten van de
viool en de met haar verwantschapte snaar-instrumenten medewerken t0t de
zuiverlleid en helderheid van den toon. Er komen hier zo0 vele en veelsoortige
ging n0g verder ;
de viool horizontaal voor zich
bjzonderheden in aanmerking, dat het hoogst moeilijk is,den invloed van
iedere afzonderlijke met volkomen juistheid aan te wijzen.SAVART heeft ge-
tracht de theorie der viooluit natuurkundige beginselen in het licht te stellen,
maar zoo goed als vruchteloos,daar het doodkistvormige iristrument,dat htj
zes geen was, uit rechthoekige
hoewel SAVART ht
plankjes samenstelde,met viool te vergelijken
aanmerkte als de eigenljke standaardviool.De wetten van
trillende vlakken, die men in de natuurkunde uit eenvoudige beginselen afleidt,
worden bij de viool zeer ingewikkeld,deels door den vorm van het instrument
in het algem een,deels door de krom ming van den bovenbodem , deels door de
plaatsing, den vorm en de grootte der J.openingen,deels door de dikte van
het hout, deels door de geheele btjeenvoeging der deelen, en wat dies meer zij.
Gewis heerscht daaromtrent de grootste regelmatigheid,maar het is Onmogelijk
de uitwerking in al hare samenstellende oorzaken te ontbinden. Het is waar,
te veel zOu het gezegd zijn,
het opsporen der factoren van den beteren of minderen klank der viool ; integen-
deel kan ook ten deze de theorie uitnemende diensten maar dan
als men alle natuurwetenschap wilde afwijzen bij
bewijzen,
Niachtezij zich van priori voor te schrijven,hoe eene viool z ij n m O e t. Zij
spore integendeel posteriori Op, waardoor eene viool goed is.De viool is
meer dan eene eenvoudige bijeenvoeging van stukjes hout en van snaren ; zij
is een geheel,in zoover geltjk aan een levend wezen,dat Ook bij haar al de
deelen zO0 nauw Onderling verbonden zijn,dat er geen kan worden gemist,
geen gebrekkig kan wezen, Of het gelleel wordt gebrekkig - de ziel is er uit.
De eigenaardige werking van den klallk der strijk-instrumenten vindt volgens
HELMHOLTZ daarin zijn grond,dat de grondtoon vooral sterk uitkomt en sterker
dan in de snaren van klavier en gitaar, die nabtj haar uiteinde worden aan-
geslagen of getokkeld, terwijl de eerste boventonen daarentegen betrekkelijk
zwakker zijn en eerst de hoogere boventonen van de zesde tot de tiende duidelijk
kunnen Onderscheiden worden en d: scherpe toon-onderscheiding teweegbrengen,
die het kenmerk van alle strijk-instrumenten is.De nieuwere instrument-
DE MUZIEX-INSTRUMENTEN.
DE VIOOLVORMIGE INSTRUMENTEN. 65
makers,onder welke vooral VUILLAUME te Parijs,PADEAVET te Carlsruhe,GRIMX
t,e Berlijn, OTTO te Keulen en LBMBCK te Weenen uitmuAen,hebben er zich
ook minder Op toegelegd violen te maken volgens nieuw uitgedachte begin-
selen dan de oude modellen na te volgen en de wijze,waarop
hunne taak hebben gekweten, legt beter dan iets anders het
dat dit voorshands de eenige goede weg is.
zij zich van
getuigenis af,
Men heeft wel allerlei nieuwe violen,van koper,zilver, met elliptische of
geheel ronde buiken, met metaaldraden bespannen enz.,vervaardigd, maar, al
heeft men op die wijze bruikbare instrumenten te voorschijn gebracht,toch
waren het geen violen meer,maar andere muziek-instrumenten met geheel
nieuwe Ondoelmatige eigenschappen. W il men den vioolklank hebben,zooals
wij dien in het Oude instrument zoo gaarne hooren, dan blijft er niets over
dan dat wij met dezelfde hqlpmiddelen denzelfden weg inslaan als AMATI,
GUARNERIO en STRADIVARI.
Het vervaardigen van violen in Duitschland heeft een ouden,aanzienlijken
zetel te Mittenwald in Beieren. Het wordt daar fabl-iekmatig uitgeoefend en
zoowel de goedkoope prijs als de goede qualiteit hebben de Mittenwalder violen
zoo bekend gemaakt, dat wij een paar woorden Over dien tak van kunstvlijt
willen zeggen. Hij dagteekent van de 17de eeuw en is verbonden met den
arbeid van den ouden meester STAINER.Jwcos STAINER,geboren te Absam, bij
Hall in het Inndal,den 14den Juli 1672,kwam als knaap bij een Orgelmaker,
doch verwisselde spoedig wegens lichaamszwakheid dat bedrijf met het minder
krachten eischende vervaardigen van violen,hetwelk desfijds te Cremona
bloeide. Door aanbevelingen kwam STAINER bj NICOLAAS AMATI,Wiens methode
hij zich z0O eigen maakte,dat AMATI den wensch koesterde STMNER bij zich
te houden en tot schoonzoon te hebben.Dit laatste schijnt aanleiding te hebben
gegeven,dat STAINER heimelijk vluchtte en zich te Veneti bij VIMERCATI ver-
voegde.Later vestigde hij zich in zijne geboorteplaats Absam en hij richtte
daar eene vioolmakerij op,waartoe de plaats uitnemende gelegenheid aanbood,
wegens de in de nabijheid groeiende voortrelelijke houtsoorten,die hij dan
ook met veel nauwkeurigheid uitzocht. Weldra verspreidde zich zijn naam en
lokte die Onderscheidene leerlingen en medehelpers. Onder hen bevond zich
ook zekere EGlolus KLol'z,uit Mittenwald, een stadje,eenige uren tn noorden
van Absam gelegen.Deze KLoTz,wiens instrumenten bijna met de Stainers
gelijk gesteld worden,keerde naar Mittenwald terug en leidde zijn zoon mede
in hetzelfde vak op,hetweik hij in den grond verstond,toen hij, Om zich nOg
verder te volmaken,naar ltali trok.Daar te lande bezocht de jonge KLOTZ
de beroemdste werkplaatsen en hield hij zich vooral te Oremona en te Florence
een geruimen tijd Op.In het achtste jaar keerde hij naar Mittenwald terug
met het plan,zijne geboorteplaats tot een Duitsch Cremona te verhefen.Ztne
veelzijdige Ontwikkeling stelde hem in staat aan zijne leerlingen mededeeling
te doen van de theoretische grondslagen,volgens welke de vervaardiging van
snaar-instrumenten in ltali plaats had.Inderdaad bracht hij door zijne krach-
tige pogingen het destijds zeer armoedige plaatsje tOt nieuwen bloei en thans
Ilog,
X.
na twee eeuwen, moet die geheele streek dien man als haar weldoener
5
66
zegenen,hoewel overigens de muzikale nakomelingschap zijn naam slechts
weinig in eere sch4'nt te houden.SCHAFFHUTL heeft in zijn uitmuntend verslag
over het muzikale gedeelte der tentoonstelling te Mflnchen in 1855 den ver-
dienstelijken stichter der Mittenwalder fabrieken van instrumenten voor het
eerst in een helder licht gesteld en zijn geschrift is hier genoegzaam onze
eenige bron.Met recht noemt hij MATTHIAS KLOTZ 0en engel in den nood.
Trouwens,dat de door hertog SIGISMUND beleedigde Venetiaansche kooplieden
de beroemde jaarmarkt te Botzen sedert bijna twee eeuwen niet meer hadden
bezocht,was de bron van.aanzienlijke welvaart geworden voor Mittenwald,
naar welke plaats zich die markt iniddels verplaatst had.ln 1679 echter had
Botzen zijne aloude jaarmarkt hersteld en tevens ontstond een nieuwe handels-
weg over Finstermflnz,Fernstein en Reutte ; daardoor echter verdroogde de
welvaartsbron van Mittenwald en slechts eene geheel nieuwe industrie,zooals
KluoTz en ztjn zoon JosEpH haar in het leven riepen,kon de volkomene ver-
arming van dien Omtrek voorkomen.De vroeger zeer in zwang zijnde en ten
ttde der kloosters ook doelmatigste wtjze van verkoopen, het rondventen,was
de eerste, van welke zich de vioolmakers bedienden ; met hun fabrikaat op
den rug trokken zij van huis tOt huis en zj vergenoegden zich,als eenvoudige
berglieden, met eene geringe winst.Intusschen maakte de verandering in de
handelsbetrekkingen weldra eene andere verkoopwtjze noodig.Kooplieden,
opkoopers,werden voor lage prijzen eigenaars van het fabrikaat en op die
wijze hebben zich handelshuizen gevormd, die nog heden ten dage de Mitten-
walder violen n=r alle werelddeelen verzenden.Men staat verbaasd over de
fabelachtige goedkoopheid,waarvoor de minste, maar toch alttjd n0g goed
bewerkte soorten verkrijgbaar zijn ; eene viool van een rijksdaalder is reeds
zeer goed, terwijl de goedkoopste voor vijf en een halven gulden het dozijn te
koop zijn.Behalve te Mittenwald vindt men Ook belangrijke vioolmakerijen te
Markneukirchen en te Klingenthal in Saksen.
DE MUZIEK-TNSTRUMENTEN.
Alvorens onze beschrijving van het vervaardigen der strijk-instrumenten te
eindigen,moeten wij ook nog melding maken van het paardenhaar, waarmede
de strijkstok) en de snarenj waarmede het instrument zelf bespannen wordt.
Het paard en het schaap hebben het aloude,naar het schijnt onverstoorbare
voorrecht de twee voornaamste hulpmiddelen te leveren voor de vioolvormige
muziek-instrumenten,welke tOt de schoonste utvindingen van den mensche-
lijken geest op dit gebied behooren.Alleen de zijderups kan eenigermate den
dienst van het schaap vervangen ;van de Chineezen hebben wij geleerd uit de
draden van haar spinsel bruikbare quintsnaren te vervaardigen, doch zij be-
zitten den vollen toon der darmsnaar niet ;daarentegen zijn zij minder bloot-
gesteld aan springen en uit dezen hoofde Avorden zj nogal eens gebezigd door
diegenen,welke het op een goedkoopje moeten aanleggen.Het bezigen van
darmen van dieren tot allerlei snaar-instrumenten schijnt overoud te ztjn ;in
Duitschland werden reeds voor vier eeuwen niet alleen draad-, maar ook
darmsnaren vervaardigd, vooral te Neurenberg en te Augsburg.Het is echter
algemeen bekend, dat ltali sedert lang geacht wordt de beste snaren te
DE DARMSNAREN.
leveren ;de vioolspeler zou zijn instrtlment minachten,a1s Rome - eigenlijk
Napels,schoon Rome er den naam van heeft hem de snaren niet leverde ;
maar tegenwoordig worden in Duitschland en Frankrijk misschien betere snarell
vervaardigd dan in Itali,omdat van daar nog slechts quintsnaren begeerd
worden,waartoe ook die grondstof moet worden verwerkt,welke overigens
juist de beste niet is.De oorzaak van den grooten naam der ltaliaansche
snaren heeft men lang gezocht in een fabrieksgelleim,Of wel daarin,dat het
warme,droge klimaat invloed had op de natuurlijke gesteldheid der schapen.
Doch de eigenlijke grond ligt in de Omstandigheid, dat de meeste Italiaansche
schapen reeds in hun eerste levensjaar ter slachtbank worden gevoerd,omdat
hun wol de moeite van het aanhouden niet loont. De snaren-fabrikanten
hebben dus in den slachttijd geen gebrek aan goede darmen,vooral Omdat zij
ze goed betalen.Voor de quinten dienen de allerbeste ;zij zijn zoo fjn,dat
elke snaar er drie bevat.0Ok de fabrieken te Lyon leveren driedraads-snaren,
hetgeen mogelijk wordt gemaakt doordien in sonlmige streken van het zuiden
van Frankrijk de schapen zeer klein blijven ;Overigens maakt men ze twee-
draads of men splijt ook wel hetgeen men vooral te Parijs goed verstaat
de darmen Overlangs en verwerkt die yeepen in plaats van geheele darmen.ln
ltali begint het slachten der lammeren en het vervaardigen van snaren Omstl'eeks
Paschen ; die dieren zijn dan echter nog te jong en hebben weinig of geen gras
gegeten ;de snaren, die er van komen,deugen volstrekt niet,hoewel zij een uit-
nemend fraai voorkomen hebben.Men herkent ze daaraan,dat zij niet volkomen
glad, maar een weinig rimpelig zijn.Van Juni tot September zijn de darmen op het
best ; later worden zij te dik voor quinten en leveren zij nog alleen de zwaardere
nommers ; doch men verstaat tegenwoordig in ltali de kunst van de darmen te
ten einde ook die zwaardere tOt quinten te verwerken.Nog eer het jaar
de 00n Om met Paschen te worden hervat.
splijten,
om is,neemt fabricage
Bij de vervaardiging van
in het behandelen der
zorgvuldigheid
bezigt alleen de
der darmen uit dunne darmen.Zooals de huid, bestaat ook de zelfstandigheid
drie lagen,van welke alleen de middelste bruikbaar is,zoodat het buitenste
en het binnenste gedeelte verwijderd moeten worden.De darmen moeten dien-
volgens eene soort van ontbinding ondergaan, ten gevolge waarvan het
onbruikbare los wordt en gemakkelijk kan worden weggenomen. Zoodra dus
terstond na het slachten de darmen schoongemaakt zijn, legt men ze in ltali
24 uren te weeken in schoon water,dat onderscheidene malen ververscht
einde,
snaren komt het vooral aan op groote
darm en, eer m en ze ineendraait.Men
wordt.ln de fabriek van SAVARESSE te Parijs laat men gedurende 12 - 15 uren
door den steenen weekbak water van 25 0 C.langzaam doorloopen en er dan
nog 5 uren lang een waschrad in rondgaan.Bij warm weder kan men dez:
Ontbindillg OOk met stroomend water- bewerkstelligen, doch dan mislukt de
bewerking zelfs bij de ltalianen meer dan eens. Zoodra de darmen uit dit
weekwater genomen zijn,worden zij door middel van een stomp mes Op eene
plank geschrapt en zoo van het slijmerige binnenvel Ontdaan,waarna het
buitengedeelte in reepen afgehaald wordt ;deze reepen worden te Parijs mede
gedraaid)gezwaveld en gladgemaakt,waarna zij voor het maken van zweepen,
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
enz.dienen.De Overgebleven middelvliezen moeten nu n0g hunne eigenlijke
bewerking Ondergaan ; deze bestaat in eene behandeling met alkalisch lOOg,
dat eerst zeer zwak,maar daarna sterker en sterker genomen wordt.In Itali
gebruikt men wijnmoer,bij SAvAREssE te Parijs wijnmoer met potasch,som-
tijds oOk we1 enkel potasch.lnmiddels echter gaan de darmen we1 twintigmaal
door de handen der werklieden,omdat ztj telkens,als ztjuit eene loogoplos-
sing genomen worden om in eelle sterkere te worden gelegd (hetgeen door-
gaans elken dag plaats heeft),vooraf tusschen den duim en den wijsvinger
doorgetrokken worden,de eerstgenoemde voorzien van een koperen kapje ;
daardoor ondergaan de darnaen eene zekere drukking en worden zg van alle
aanhangende Onzuivere zelfstandigheden Ontdaan en tevens uitgerekt.Bij elke
verwisseling van loogoplossing blijven de darmen een uur lang in de lucht
hangen,zoodat zij half droog worden,in welken toestand zij nOg eens Op de
beschrevene wijze tusschen duim en vinger worden doorgehaald. Bij deze
herhaalde behandeling worden zij steeds zuiverder en doorschtjnender ; zt
worden gedurig boller en drijven eindeltk op het water.Als het zoo ver is,
moeten zij onverwijld in schoon water worden afgespoeld tot het wegwasschen
van alle loogdeelen, gesponnen en opgedraaid,doch dit laatste eerst, nadat
men ze zorgvuldig gesorteerd heeft.Hierbij zoekt men de jnste darmen uit,
die geschikt zijn voor driedraads-quintsnaren; men voegt lichte bij lichte,
donkere bij donkere (welke laatste rood Of blauw kunnen geverfd worden),
sorteert oOk naar de dikte en splijt de zwaarste,indien men zooveel mogeltk
quintsnaren noodig heeft. Daar de darmen altijd nOg aan het eene einde dunner
zijn, legt men die,welke voor n en dezelfde snaar bestemd zijn, Overshands
bgeen, ten einde eene gelijkmatige dikte te erlangen.Als men ze tot dit doel
later afschrapt, maakt men,dat de snaren bij het gebruik hare gladheid
verliezen. Het s p i n n e n of bijeendraaien der n0g natte darmsnaren heeft
plaats op eene soort van touwslagerswiel; men moet daarbij nauwkeurig op
de snaar letten en er altijd den vinger heen en weder over laten gaan,ten
einde bultjes te voorkomen en eene zuivere winding te verkrijgen. De snaren
houden gemiddeld een paar honderd draaiingen, de quinten meer, de dikkere
betrekkelijk minder.Men brengt het echter niet ineens tOt den vereischten
trap van draaien,maar van lieverlede.W anneer de eerste, losse draaiing heeft
plaats gehad,spant men de snaar dadeltjk, terwijl zij noch vochtig is,op een
raam met pennetjes,ten einde ze te houden, zooals ze zijn. Zoodra het raam
vol is, wordt het in de zwavelkamer gebracht.Daar Ondergaan de snaren
eerst eene vereischte verhitting,zoodat zij in 12 uren eenigszins,doch in den
regel niet geheel,droog zijn. Daarna steekt men de zwavel aan en sluit men het
vertrek. Na een etmaal neemt men er de nu gebleekte snaren uit en doet
men ze op het wiel eene tweede draaiing Ondergaan.Zulks is voor dunne
snaren toereikend,doch bij zwaardere nommers herhaalt men het zwavelen en
draaien nOg naar vereischt wordt - een- of tweemaal.In de fabriek van
SwvwsEssl te Parijs blijven de darmen 2 - 8 dagen
men neemt ze er nu en dan uit, om ze nat te maken en aan de lucht bloot
te stellen.Ten laatste worden de opgespannen snaren glad geslepen,waartoe
in de zwavelkamer,doch
68
DE DARMSNAREN.
men ze natmaakt en er een bundel paardenhaar 50- of meermalen over strijkt.
In Frankrijk 'vervangt men dezen vermoeienden arbeid door een eenvoudig
mechanisme.Eindelijk worden de snaren met poeder van glas droog gepolijst
en met goede Olijfolie ingewreven.
Voor de hoogste mandoline-snaren gebruikt men alleen tweedraads-snaren,
t0t viool-quintsnaren driedraads,Of,als men er het noodige niet v00r bezit,
4 - 6 bteengedraaide halve ; voor de c-snaar 3 - 4 geheele, voor de d.snaar
6 - 8.Voor gitaren neemt men fijner snaren,voor de violoncel tOt 10, voor
harpen tot 22, voor de quintsnaar van de contrabas tot 40,voor de D
contrabas tot zelfs 85. Naarmate de snaar zwaarder is,kan men van den
tlitersten eisch der volkomenheid iets laten vallen en zich van eene andere
en Frankrtk gebruiktraen Ook darnaen grondstof bedienen.In Duitschland
van kalveren,in Itali die van geiten.
De geschiedenis der b l a a s-j n s t r u m e n t e n is nauw verbonden met die
der muziek in het algemeen.ln het eerst kende de muziek slechts weinige
tonen en de oudste uitvinders hadden bij het vervaardigen hunner instrumen-
ten eene betrekkelijk gemakkelijke taak.Het instrument,dat Ons dien vroegsten
toestand het best vertoont,is de zoogenoemde p a n f l u i t,eene bijeenvoeging
van onderscheidene gedekte pijpen,bestaande in buizen,die onderling in lengte
verschillen, zoodat de laagste en langste zich in het midden bevindt en de
kortere en hoogere aan weerskanten regelmatig afloopen.Men vindt haar nOg
enkele malen als kinderspeelttlig ;men blaast er op als in het pijpgat van een
sleutel,zOo namelijk, dat men den luchtstroom schuin in de pijp laat vallen
en dat hij tegen de zijde stoot.Zeer spoedig echter werd Ook gebruik gemaakt
van de opmerking,dat eene luchtzuil,in eene gedekte pijp in trilling gebracht,
korter wordt, als men haar gelegenheid geeft oln naar buiten te Ontsnappen,
eer zij het uiteinde der pijp heeft bereikt.Wanneer men derhalve in eene pijp
Overlangs onderscheidene gaten snijdt,geven deze, n voor n geopend,
onderscheidene tonen, afhangende van den afstand tusschen het gat en het
uiteinde der pijp.Deze gaten werden in het eerst zoO geboord, dat zij voor
den grondtoon met de vingers konden worden dicht gehouden ; door het
Oplichten van den eenen of anderen vinger kon men den verlangden toon doen
spreken.Onze fluit,klarinet,fagot enz.zijn voorbeelden van zulke instrumen-
ten,alsmede de zeer oude Tscheng der Chineezen.
De geheele reeks van blaas-instrumenten laat zich in drie klassen verdeelen :
1) die,welke slechts n toon geven en gedekt of open zijn, zooals wij die
in de Orgels aantrelen ; 2) die,welke bij gelijkblijvende lengte door verschil-
lend blazen meer tonen geven, zooals de trompet, de waldhoren enz.,die
ketelvormige mondstukken hebben ;3)die)bij welke tonen van verschillende
hoogte door verlenging Of verkorting der trillende luchtzuil worden teweeg-
gebracht.De laatste zijn ook weder zeer Onderscheiden,naarmate veranderde
lengte der luchtzuil door verandering van de lengte der buis Of door zijgaten
veroorzaakt wordt. Onze verdere beschouwing doet Ons dienvolgens Onder-
scheidene wegen inslaan en het behoort tot ons Onderwerp
,
althans de vOOr-
naalnste instrumenten nader te beschrijven.
69
70
D e tr o m p e t e n d e h o 1-e n.De oude blaas-instrumenten waren zoo ingericht,
dat er slechts weinige vast bepaalde tonen op gevonden werden ; het waren
dus f opene buizen,die n enkelen toon konden
zijgaten verschillende tonen konden voortbrengen.
geven,f zulke,die door
Tot de laatstgemelde klasse
behooren buiten kijf die instrumenten, welke men in de oudheid met den naam
Quiten aanduidde; doch nAen denke daarbt niet zoozeer aan Onze hedendaagsche
d'iarsiuiten dan Nvel aan instrunAenten,wier inrichting en Nierking raeer naet
die van Onze klarinet en hobo overeen-
komen. De trompet en de horen in
beider Oorspronkelijken vorm hetzelfd
instrument schijnen tOt de alleroudst
instrumenten te behooren, in zoover d
natuur zelve er den vorm van aanbood i
G schelpen,runderhorens enz.Wij
de I l i a s het gedrtlisch van den strij
vergeleken bij llet geklank der trompet (Salpinx)en,hoewel Ons geene afbee
dingen uit den overouden tijd van Hoxlsus overgebleven zijn,laat zich toch
uit die vergelijking het een en ander afleiden aangaande den aard van het
instrument.Reeds de Grieken bedienden zich voor hunne trompetten niet alleen
van rechte buizerl, maar Ook van gebogene,want op de eigenaardigheid van
den toon heeft het geen invloed,of de buis recht of gebogen is.Van het
mondstuk af wordt de buis in kegelvormige
gedaante wijder en zij loopt eindelijk uit in eene
soort van beker,van meerder of minder wijdte.
In lateren tijd onderscheidde men verschillende
instrumenten naar
bezigde men die
Met de lange, rechte trompet b.v. werd het volk
den uitwendigen vorm en
tot verschillende doeleinden.
tot oleren geroepen.De voorstewijdte,de mond,
o.a.die van de erlangde onderscheidene vormen,
Celtische trompet (zie de bovenstaande af beelding),
de C a r n o n of G a r n i x,dien van grillig ontwor-
pen dieren.Op de
men Onderscheidene
beeld. De Paphlagonische trompet liep in een
Trajanuskolom te Rome vindt
dergelijke instrumenten afge-
ossekop uit,de Medische in eene soort van klok ;
evenzoo de Tyrrheensche Of Etruscische.De R0-
meinen bedienden zich in den Oorlog van trom-
petten,die dikwijls eene gebogene buis hadden ;zij
noemden ze t u b a. Onze tegenwoordige jachthorens, welke bijna geheel
kringvormig zijn,zoodat zij doorgaans Onder den linkerarm van den persoon,
die ze blaast,worden gehouden en de beker boven zijn hoofd staat,herinneren
den l i t u u s (kromhoren)der Romeinsche ruiterij.Op zulk een instrument
blies de b u c c i n at o r, als hij het oogenblik aankondigde,dat de gladiatoren
van het gevecht met wapenen tOt dat met de vuisten Overgingen.De heldere
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
DE TROMPET EN DE HOREN.
klank van al de tot deze soort behoorende instrumenten maakt ze vooral ten
Openbaren gebruike geschikt.Btj de Romeinen was het een voorrecht der
Manzienlijken, met trompetgeschal begraven te worden ; bij den gemeenen man
moest men het met een fluitje doen. Bekend zijn de klanknabootsende vers-
regels van ENNIUS :
At tuba terribili sonitu taratantara dixit,
en van Vlalulzlus :
At tuba terribilem sonitum procul aere canoro.
ln Egypte schreef men de uitvinding der trompet aan OslRls toe en wij
vinden op oude monumenten talrijke voorstellingen,betrekking hebbende Op
het gebruik van dit instrument,zoowel bij het marcheeren van krijgsbenden
als tot het geven van signalen en het bijeenroepen van volk.In Egypte
leerden de Isralieten de trompet kennen,die bij hunne godsdienstplechtigheden
eene aanzienlijke plaats bekleedde. pMaak u twee zilveren trompetten ;van
dicht werk zult gij ze maken ; en ztjzullen u zijn
tot
des legers,'' heet het in de H.Schrift 1), waarbij zelfs
saraenroeping der vergadering en tOt den Optocht
de verschillende klanken tot verschillende doeleinden
N7orden opgegeven.Bij de bestorming van Jericho
schijnen mede trompetvormige instrtlmenten - ba-
zuinen, ramshorens) koherim - gebruikt te zijn ge-
weest. De oudste vorm dezer blaas-instrumenten
naar de monumenten te oordeelen, recht)voor zoo-
ver zij namelijk van koper vervaardigd werden ;
W aS,
dierenhorens hadden natuurlijk hunne eigene gedaante.
De halfcirkelvormige vinden wij het eerst bij
Egyptenaars en Lydirs.
De Ohineezen bedienen zich van
de
k'rN
1 ''....'. lii
'
)' ')?f
t
.1,. , v. ,z. y
-
//
q / J
, /1 l /
?; / ,
't ' k /? /
l
'''' ...
...
j
jjjjjf jjj ;, /
xt '
g
'</ k
-,z / Nk ? qx
/ . t #
# koperen instru-
menten,welker uitvinding zij in den tijd van FOE-HI
(2950 j.v.Chr.) plaatsen.De af beelding op bladz.72 vertoont den beroemden
gouden horen,een instrument met rijke versierselen.Bij de Hindoes vinden
wij soortgelijke instrumenten mede reeds in de vroegste Wden vermeld.Het
is waar,bij verschillende volken vindt men ten gevolge van Onderscheid in
smaak groot verschil in gedaante,in stof en dientengevolge in klank,zoodat
vele dier instrumenten afwijken van hetgeen wij een trompet noemen ; maar
het beginsel isbij alle hetzelfde.
In de trompet en soortgelijke instrumenten trilt eene luchtzuil,welker dikte
ver door hare lengte overtroflbn wordt ; door het verschil in kracht van blazen
kan zij genoodzaakt worden om zich in verschillende deelen te splitsen en
daardoor de tonen van de diatonische toonladder voort te brengen.Uit dien
hoofde noemen wij hier niet alleen de eigenltjke trompetten? maar oOk den
1) Num.X :2.
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
h Oren,
kennen
Daar
welks Duitscbe naam w al dh o r en (boschhoren)zijn oorsprong te
geeft.
de eerstetonen, op dergelijke instrumenten kan voortbrengen,
zeer ver uit elkander en wel de tweede een Octaaf,de derde een 12m0,de
vierde twee octaaf boven den grondtoon liggen, zoo zijn die boventonen,welke
nagenoeg bij elkander liggen om aan alle muzikal: eischen te vol-
''' doen,reeds tonen van eene aanmerkeltjke hoogte en,om ze met
11#t
,
j
de noodige zuiverheid en kracht voort te brengen,moet, zooals
.1 .
''
,,
'''.''''t reeds gezegd is,de buis zeer lang gemaakt worden.De waldhren
,
y jj heeft eene lengte van 6 M.en stemt in Es.Deze toon echter wordt
t' iet gebruikt doch wel de hoogere tonen B,e8,g, h,den'6:'/'g' ,.:* n , p , ) z
i!1...
' 7 a8' p,'
, b'enz. Deze groote lengte maakt ombuiging noodig,doch tq
-ttt!: -''
'' 1ke gebogen buizen te vervaardigen heeft veel moeite in.Trouwens, zu
;ec-lt
..1 y-:,,., het is btna niet mogeltk,eene zoo lange buis behoorltk te ronden,
31$1-:' te buigen en toe te soldeeren
,
zonder dat er kreuken en bulten in !.1zv
,, k
:.
''
.
'
komen, die een nadeeligen invloed op den klank uitoefenen. Het
:
,
best handelt men nog,als men eerst eene rechte buis vervaardigt,
't/ . lgeyjs Iih die men overal zeer zorgvuldig soldeert en aanklopt en velvo
$
y
1l ''
.
,
r met gesmolten lood vult, en daarna de tOt ne massa geworden
I 11!(
,,' stof in de verlangde bochten buigt.De Onefenheden,die daarbij
y
'
c ,j
'
''' ontstaan,kan men gemakkelijk met den hamer bijkloppen.Ten
'
'
'
1i t1'l laatste laat men het lood weder smelten en uitloopen. W anneer :1,
l--h,,,i);' '
j , men van Oudere gebogen horens spreekt, kan men daarmede slechts
l
.
.
zulke bedoelen,die een halven cirkel voorstellen.De bogen,welke
i
in geheele cirkels of ellipsen bestaan, dagteekenen eerst uit het
begin der 16de eeuw.
':, In de muziek beslaan deze metalen blaas-instrumenten zonder
3
zijgaten eene belangrijke plaats. Tot aan den tijd van H:NDEL,toen
1
de harmonie nog veel eenvoudiger was en de componisten een be-
t'' trekkelijk klein getal hulpmiddelen voor de uitwerking van het
k!.,f. orkest hadden,was de trompet, met de viool,het instrument,dat
!1!11-
,
de melodie aangaf.Haar heldere klank maakte haar daartoe zeer
geschikt. rDe trompet is een heerlijk instrument,a1s een meester,
die er goed mede weet om te gaan,er den mond aan zet'',zeide
MICHA:L PRAETOSIUS in het begin der 17de eeuw. Later echter
bezigde men ze meer als vul-instrumenten en stemde men ze dien-
volgens meestal in de middeltonen.Daardoor echter is de kunst van
den trompetblazer veel achteruitgegaan,zoodat er slechts weinigen meer zijn,
die zouden kunnen doen wat HXDEL 7an hen vergde. Vooral schijnt de kunst
met gemak de hoogere tonen uit een trompet te halen zo0 zeldzaam geworden
te zijn,dat MozAR'.r bij het instrumenteeren van Hxollus M es s i a s de trompet-
partijen over verschillende instrumenten verdeelen moest.
De voortgaande Ontwikkeling der harmonische muziek,die aan de diatonische
toonladder niet genoeg heeft,moest leiden tot het aanwenden van pogingen
om de luchtzuil binnen in het instrument naar welgevallen te kunnen ver-
die men
73 DE HOREN EN DE KLEPHOREN.
lengen of verkorten en daardoor de tusschenliggende,de chromatische tonen,
te kunnen voortbrengen.Bij den waldhoren,die een zeer wijden beker heeft,
kOn men best eene verandering van hoogte Of laagte van den toon veroorzaken
door de vuist in den beker te steken ;maar bij trompetten was dit hulpmiddel
niet bruikbaar,zoodat men een anderen uitweg m oest zoeken. 0m den grond-
toon van het instrument te veranderen,b.v.een O-horen tot een Es-horen of
F-horen te maken,bracht men er inzetstukken in, die de buis naar verkiezing
verlengden.Volgens PswEToslus was er in 1600 slechts ne eenige gtrompet
Of taran-tara''in d.rvoor weinige jaren'',scllreef hij in 1619, rheeft men ze
bij eenige heeren langer gemaakt of er verlengstukken Op gestoken,opdat de
bas een toon lager in den hypo-ionischen toonaard vallen zOu''.lntusschen
baat dit hulpmiddel altijd alleen onder bepaalde verhoudingen van toonaard.
Daarom heeft men de s c hu i f tr O m p e tt e n uitgevonden, die uit stukken
bestaan, welke luchtdicht uit- en inschuiven, naarmate men den grondtoon
verlagen of verhoogen wil. Hetzelfde beginsel heeft O0k den Oorsprong gegeven
aan de b a z u in , die in den grond niets is dan een trompet van grooter
lengte en bijgevolg van lageren grondtoon.
Na eenige pogingen, die echter nietgenoegzaam voldeden,waren het OLAGIET
in Engeland, tegen het einde der 18de eeuw, en HEINRICH S'rsslu te Pless
in Opper-silezi, in
van het instrument
die met de hoofdbuis
bij-buizen ver-
bonden,welke in de eerste uitloopen en door mid-
del van kleppen of pistons geopend en gesloten
kunnen worden, ten einde het geheel der lucht-
zuil in het instrument tot de verlangde lengte te
brengen.S'rsslz bediende zich aanvankelijk van
slechts twee kleppen, van welke de eene een hal-
ven toon lager stemde dan de andere, waardoor
de chrom atische toonladder tot op g i s kan worden
voortgezet.Om dezen toon zelven te erlangen werd
er laternog een derde bijbuis bijgevoegd en wel
door MULLER te Mainz in 1830,waardoor dus de
klephoren in zijn tegenwoordigen toestand te voor-
schijn trad.Van zeer uiteenloopende samenstelling
zijn de mechanismen,door welke de verschillende
gedeelten van het gezamenlijke buizenstelsel met
elkander worden in verband gebracht.De af beel-
ding Op bladz. 74 geeft van de Duitsche manier
een helderder denkbeeld dan eene breedvoerige
beschrijving zOu kunnen doen;zij stelt (bij 1) de inwendige verbinding duidelijk
voor.Het hoofdbezwaar is echter,dat eene gemakkelijke beweging en tevens
volkomene luchtdichtheid zoo moeielijk te bereiken zijn.Daarom vond MEIFRIED
$
/
!
Z
...f
te Parts eene gewijzigde samenstelling uit (2),die door den Brusselschen
instrumentmaker ADOLF SAx in 1813 is vervaardigd,ook met de wijziging in
3 afgebeeld ;4 eindelijk vertoont in doorsnede een mechanisme met zes
1815)
Onderscheidene
74
pistons. Indien men die af beeldingen met oplettendheid beziet,bemerkt men,
dat de luchtstroom,a1s hij door de piston-opening gaat,een vrij scherp ge-
bogen weg lnoet doorloopen, waardoor de geluidgeving van het instrument
niet alleen bemoeieltkt, maar ook de zuiverheid van toon bedreigd wordt.
SAx,die zich intusschen naar Partjs begeven had,veranderde den vasten en
slechts met twee nauw schuivende buisjes voorzienen stempel in een van
binnen hollen cylinderj welke gaten had, uitkomepde in buizen ;daar nu de
lucht op die wijze eene veel grooter ruimte tOt ontwijken bekwam,Werd de
toon veel molliger en zuiverder.De af beeldingen op bladz.75 geven wederom
duidelijker denkbeeld van de zaak dan eene uitvoerige beschrijving.Men zidt
het voorwerp Op Onderscheidene wijzen,van buiten, in doorsnede en in ver-
schillende standen van den cylinder.
SAx heeft volgens zijn stelsel bijna alle blaas-instrumenten ingericht en,hOe
rijk zijn magazijn is,blijkt uit de af beelding
op bladz.75.Vele der daar afgebeelde instru-
.. ./' >..4 zo . d' z'.
l . v.x.Nx xNy -.u ..j NxNy NN4),N. xNy y y,qyNy,
k q A.
s
Nvq wxk x- . xv .j .'A
,
'g N y
N N k'.x k .. Xqs 'x.x --
%*q .ykkkx .:KNkqfk kkjl:*.)q :44 ,
..:$
4, :1 $. - -h$$
-
h$
yh-.
'.
hh
-
-$
.-;k -k.A.N-> -.--. -- h'lk
qk hit'kx 35$44 '$' * l
.% .
! -H
< .
1 I
menten vertoonen weinig overeenkomst meer
met den ouden horen Of de trompet in haar
eersten vorm.De teekeningen zijn ontleend
aan het Fransche ociele verslag aangaande
de Londensche tentoonstelling van 1862.De
instrumenten dragen Onderscheidene namen,
als :saxhoren, Ophiclede)baroxyton)eupho-
nion, enz.
De k l a r i n e t en de f a g O t. De lucht-
1.
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
zuilen, die in de trompet, de bazuin, den waldhoren enz.tonen verwekken,
worden in beweging gebracht door de elastieke lippen van onzen mond.Ztj
trillen in de ketelvormige mondstukken en dienvolgens zijn de afmetinen dier
mondstukken van groot belang voor de behandeling van het instrument.Doch
er is ook nog eene andere soort van instrumenten, bij welke het trillende
BLAAS'INSTRUMENTEN.
elastieke lichaam met de buis zelve verbonden is en uit eene trillende tong,
een plaatje, bestaat,dat door zijne snel Op elkander volgende bewegingen den
voorbijtrekkenden luchtstroom
bij afwisseling verdicht en ver-
dunt en op die wijze de golf-
beweging doet ontstaan.
De grondvorm dezer instru-
menten bestaat in den hollen
bloemsteel van de paardenbloem
&
1 g3 a a
,., e . ;
i
-
1
!s
:
1
....
, .
jl tI!;....
.
y, l . 3
)#
(Leontodon taraxacunl officinale),
waarvan de klnderen een geluidgevend buisje maken door het eene einde plat
b - # '; -.
.=-- -
g - gnyjz-Z :-: - - '.5( c-
.y-.y.- :IF'.JY..11Y'- - sa 11 .j ; L z-1 -r- r.. j;,-j=.
s -1 fr-
j
j- c--l - *. . j j 1:- 4 -
-$
-, ' 'r)// -.,,,/- - ';' - 'J)-' - ':j-.(-,
h ,1 / f ' / ' X ' / '''
J' ' / ' / ' l'' ' 11'l !
1 I ' I ... j t r f / $/ , I ?
.
) - I ; h-d h/r /,l h,l,; / ..y ,,,.
. ! , j
, y
,
, 3 l 4 l.1 '!i'. 7 . l 1, 2
,
y I -jj . ../ I, ? '
,/ - t.,/, ,1) 11I
u 11
I
1I, ' ;
; .. I
r . ' 16 .11. '% h I
, ' I' ;, i I'
l I I I ' .
- j I ' jj I
.-
I -1jl11 l % '.a , 4 :jjj j
-
- !j j, ,1, ''''(,-'--' ''''CEEE----,-, .....
..:::::y..yy.......y::y ...,..... yj , ..j, ....... 1,...,,,,l
,
jII
,,
j. ..., t'
19
y
/ - *
.
.
,
.
,
: . j ; P / ./- -.,.-k--- z t I V=y - . -J9.'-- 1 - - '' ','$
' r/ r - ----= '
j: p f) - x ...,.e'
'
'
l / -f./ -- l 11 --
,
'
/, j $ 12 - ---
. l y, -, $r 1 1
r '
'$( - 'I ,
x-.
( sL- '--. '
-
-j lL ,
'
.
cs ,-.
1 - jy ' 18
-
j, i $
, h
k /4 .-X j . --
'?Ct; :jL2f''' ,,,''-' 1 -'--- . --
h //' 162 (/ 1 2*
'' j / 20 yp h
. ..
'
t 1 - .... - J!J ---
2 ! -'# 2 z -b l
N k
- ..
$ f s. g s
- l;l
22
.
v - -.'' ' x
,
..
- 2a
/
. r
f
'
j .i -. --. , 20 ..-- w
'
i - i I '
-..> p
. . . 11 2p ' ' '
kv 3/
- ..
Blaasinstrumenten van A.SAx te Parijs.1)Saxhoren (scherp).2)Sopraanhoren.3) Althoren.4)
Alttromba.5)Barytontromba. 6) Bashoren.7) Contrabas.8) Zware Contrabas.9) Contralt.1U)
Trombone N pistons.11) Trompette ,cilindres.1)Cornet ,pistons.13) Trombone pistons.14)
Sax-trombone met 7 pistons.15)Bas-sax-horen. 16,17,18) Cornet ,pistons.19) Cornet ,eilin-
dres.20) Sax-horen.2l)Cornet tt pistons ,deux cls.22) Saxo-tromba alto h,cls et t pistons.23)
Cbrnet h,pistons.24)Trompette cilindres. 25-30) Sax-horen- en instrumenten ,pistons en
:1cls.31) Trombone (bazuin).
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
salnen te drukken. De klarinet, de fagot, de hobo,de schalmei en al dergelijke
instrumenten zijn er,wat het hoofdbeginsel betreft,nauw mede verwant.Alle
bestaan uit eene deels cylindervormige,deels kegelvormige buis, die aan de
bovenzijde uitloopt in het mondstuk met het trillende plaatje en aan de be-
nedenzijde kelkvormig wijder wordt.
De klarinet heeft slechts n trillend plaatje, de hobo en de fagot hebben
er twee.Het mondstuk der klarinet heeft daarom in zijne niet trillende ge-
deelten meer dikte,terwijl dat der andere veel dunner,maar ook veel langer
van vorm is.De plaatjes bestaan doorgaans uit dun geschrapt suikerriet. Ieder
zoodanig instrument zOu behoudens de boventonen - slechts n enkelen
grondtoon hebben,evenals de bloemsteel der paardenbloem.Vermits daarmede
echter in de muziek weinig te beginnen is,heeft men de houten buis, die
zich niet zoo gemakkelijk als die der koperen bazuin laat verlengen en ver-
korten,Over de lengte van gaten voorzien, door welke,als zij Open zijn,de
trillende luchtzuil met de buitenlucht in aanraking is en dus de trillende lucht-
zuil in de buis kan worden verkort. nAet Bij het bespelen worden deze gaten
den vinger gesloten gehouden en naar vereischte geopend.De sluiting van al
de gaten,m.a.w.de geheele lengte der buis,geeft den laagsten toon ; opent
men dat gat,hetwelk het naaste bij het mondstuk is,dan maakt men de buis
zOo kort als mogelijk is en doet men dus den hoogsten grondtoon hooren.
Met deze tonen alleen .is echter de reeks der mogelijke en bruikbare tonen
niet geheel gesloten ; Ook de Onderdeelen der trillende luchtzuil kan men bezigen
en eene soortgeltke reeks van boventonen bekomen als bg de koperen blaas-
instrumenten.
Het oudste, maar zeker ook 't onvolkomenste
de z a k p ijp Of do e d e lz a k.Eene buis met
haar mondstuk in een luchtdichten lederen zak
door eene andere buis opgeblazen en door middel van den arm gedrukt.De
lucht,welke dan in de eerste buis stroomt,veroorzaakt tonen,die naarmate
de arm sterker of zwakker den lederen zak perst,krachtiger of zwakker zijrl.
Een klein dekstuk op het mondstuk beveiligt het laatste tegen onklaar worden
en dient tevens om den luchtstroom te leiden.De doedelzak is een zeer ver-
instrum ent van die soort is
eenvoudige luchtgaten is met
vastgemaakt ; deze zak wordt
spreid instrument. Van de
thans bekleedt het nog
Schotten en der Polen en
Joden en Grieken kwam het tot de Romeinen ;
eene aanzienlijke plaats in de nationale muziek der
0ok in ons vaderland ziet men er nu en dan een
vreemden straatmuzikant mede rondloopen.De Schotten hebben het naar de
Britsche kolonin overgeplant e11 in Amerika en Australi heeft het een gunstig
onthaal gevonden.Het is zeer gemakkelijk te vervaardigen en nog altijd heeft
de doedelzak denzelfdell vorm als in het oude Griekenland,waar een geitevel
Op de vleeschzijde werd gelooid,terwijl men er de haren benevens de huid en
de horens van den kOp aan liet,slechts met de voorzorg Om alle openingen
dicht te naaien.Overigens kan ook elke lederen wijnzak dienen.De doedelzak
is een instrument voor herders, maar het is een te armoedig instrument Om
hooge muzikale eischen te bevredigen.Immers,het is niet alleen klein van
omvang der tonen,maar men kan er ook onmogeltk het forto en het piano
76
BLAAS-INSTRUMENTEN.
mede uitdrukken. Ieder blaas-instrument erlangt eerst ziel en leven door
's menschen mond en daarom kunnen alleen die, welke onmiddellijk door de
lippen worden geblazen,mettertijd tOt meer volmaking
De 11o b o kan mede,wat haar beginsel betreft,uit
geraken.
de buisvorm ige voort-
brengselen der natuur worden afgeleid,in zoover daarbij de teedere,aan het
eene uiteinde platgedrukte schors van jonge twijgen of zachte holle stelen van
plantaardigen oorsprong ten grondslag liggen.Bij de Oude Grieken vinden wij
de syrinx, die volgens de beschrijvingen eene Onvolkomene hobo moet ztn
geweest.De schalmei (ch al u m e au ,herderspijp,van c al a m u s ,een riet) is
echter het instrument, dat den overgang maakt tusschen de tegenwoordige
hobo en de oorspronkelijke rietpijp. De naam hobo moet worden afgeleid van
het Fransche h a u t b O i s ,Omdat het lichaam van het instrument van hout
wordt en vr de uitvinding der klarinet alleen de melodie moest
aangeven. aangaat,bestaat het uit eene kegelvormige buis,die
aan de benedenzijde wijder uitloopt.Moest men bij de vroegste instrumenten,
Onder welke ook waarschijnlijk de f i s t u l a e en de t i b i a e der Ouden be-
hoorden,de gaten Onmiddellijk met den vinger bedekken, zoodat men nooit
meer dan acht gaten kOn hebben,het was eene wezenlijke verbetering,toen
men op het denkbeeld kwam de gaten te sluiten door middel van kleppen,
welke men met den vinger door een hef boom kon Openen. Op die wijze kan
men het getal der gaten vermeerderen, zoodat dan oOk de tegenwoordige
instrumenten er in den regel 16 llebben.Doch daardoor werd niet alleen de
behandeling,maar ook de vervaardiging van het instrument bemoeilijkt,zo0
zelfs,dat nog tegen-oordig eene hobo, welke alle verlangde tonen volkomen
zuiver geeft, tot de nvrome wenschen''behoort.Hoeveel er ook aan verbeterd
en uitgevonden is,toch blijven er eene menigte tonen over,die nu te hoog,
dan te laag zijn en slechts door allerlei kunstgrepen van den bespeler tOt
eenige zuiverheid kunnen gebracht worden.De gaten zijn doorgaans niet juist
te dier plaatse geboord,waar zij volgens de natuurkundige wetten staan
moesten,en slechts eene geheele verandering der inrichting kan de gebreken
verhelpen,waarmede men tot dusver te worstelen heeft.
De E n g e l s ch e h o 1' e n heeft ten aanzien van inrichting en klank zeer veel
Overeenkomst met de hobo.De eigenaardige toon wordt in beide instrumenten
veroorzaakt door het bezigen van twee plaatjes.De omvang der tonen is bij
den Engelschen horen dezelfde als bij de hobo,van c chrolnatisch over 1) Octaaf,
doch de hoogste tonen worden niet gebruikt.Het instrument bestaat in eene
rechte buis, met eene verwijding in het midden.ln de oudere muziek heette
het instrument : o b o i d i c a c c i a.
V0 f 22Y 0 t is l1ot d0fd0 illstl*llmollt (IOZOF ZZSSO.S0t l00Pt Vall B t0t f)''0l1
heeft acht gaten,aangaande welker plaatsing echter hetzelfde,ja nog veel
meer, geldt wat ten aanzien der hobo gezegd is.De fagot is een der gebrek-
kigste instrumenten en toch doet het eene werking, die het Onontbeerlijk
maakt.De buis der fagot is 2,62 M. lang ;daarom moet zij een Omgebogen
vervaardigd
W at den vorm
vorm hebben.
De drie Opgenoemde blaas-instrumenten zijn ook in allerlei afmetingen ver-
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
vaardigd en hebben dan verschillene namen.Op de eerste tentoonstelling te
Londen bevond zich eene contra-fagot van acht octaaf omvang.
De k l a r i n e t is een betrekkelijk nieuw instrtlment ;zij werd in 1696 door
CHRISTOPH DENNER te Neurenberg uitgevonden.Zij heeft slechts (n trillend
plaatje, hetwelk langer en dikker is dan dat der hobo.De doorsnede der buis
is Ook wijder dan bij het genoemde instrument ; daardoor heeft het een anderen,
volleren toon.Een eigenaardig uitvloeisel van de jnrichting der klarinet is eene
wijziging van het geluid in de boventonen.Die inrichting trouwens belet de
octaven door denzelfden greep voort te brengen,zoodat er een tweede stelsel
van gaten bij gevorderd wordt.IwAN MULLER,die de klarinet verbeterde,
voorzag haar van 13 kleppen ; deze inrichting is voldoende Om uit alle toon-
aarden te doen blazen,maar met dat al blijven er nOg Onvolkomenheden over,
die alleen door eene geheele verandering der inrichting zouden kunnen over-
Wonnen worden. Vroeger had men allerlei klarinetten,die gebruikt werden
naarmate vereischt werd.Tegenwoordig bedient men zich alleen van C-,D- en
A-klarinetten.
men er
uit hare samengesteld natuurlijke
l,l1/ 14,,11/J?lll/// C c g c e g b c d e enz.,zooals bij de hobo het geval is, in welk instrument
alleen de tonen c'c''g''c'''enz.zwakker dan de tusschenliggende klinken,maar
de klank bestaat alleen uit de tonen C g'e'' b''d'''enz.
Het mondstuk van de klarinet is Overigens in den laatsten tijd gebezigd tOt
eene reeks instrumenten,die in hunne voormalige inrichting met andere koperen
blaas-instrumenten Overeenkomen, en daardoor is eene reeks van instrumenten
ontstaan, welke wij op bladz.75 hebben afgebeeld.
De f l u i t.Eene andere soort van instrumenten is die, bij welke de lucht in
de bllis niet bij afwisseling wordt verdicht en verdund door middel van tril-
lende elastieke lichamen, maar door den stoot, welken zij bekomt door een-
voudige inblazing.Als wij b.v.in een sleutelpijpje blazen, Ontstaat een geluid,
dat in het wezenlijke
de alleroudste muziek
Overeenkomt met dat der Oude p a n f l u it , zooals zij bij
gebruikt werd.Alle instrumenten,welke volgens dit
beginsel zijn vervaardigd,dragen den naam fluiten.Maar men zou zich ver-
gissen, indien men zich door het woord liet misleiden om de oude fluit met
de hedendaagsche te verwarren.Een oud verhaal zegt,
door haar uitgevondene fluit wegwierp en een vloek uitsprak over hem ,die
haar zou durven Oprapen,Omdat zij,zich gespiegeld hebbende in eene bron
dat Pallas Athene de
van den Ida,Ontwaard had, dat de reden, waarom Junfl en Venus haar hadden
bespot, gelegen was in het leelijke van hare Opgeblazen kaken,als zij haar
fluit bespeelde. En daaruit volgt van zelf,dat de naul O s'' der Ouden een
goheel ander instrument moet geWeest Zijn dan de tegenWoordige fltlit. Doch
er is ook nog iets,waaruit blijkt dat de raulos''
gehad hebben met de tegenwoordige hobo of klarinet.W ij lezen toch?dat de
f l u it s p e l e r s'' der Ouden een riem om het aangezicht vastmaakten,ten ))
einde de wangen niet stuk te blazen.Doch ook uit Oude afbeeldingen blijkt,
dat de zoogenoemde ,,fluit''der Ouden een instrument was van kegelvormige
naeer overeenkorast roet
naaakt,dat niet alle tonen op hebben
boventonen
De inrichting der klarinetten
kan. Zo0 is b.v. de O niet
78
BLAAS-INSTRUMENTEN.
gedaante, met 3- 5 gaten,dikwijls uitloopende in een kelkvormigen mond.
De tegenwoordige fluit schijnt eene Dtlitsche uitvinding te zijn.De militaire
muziek bestond vroeger uit trommels en pfluiten''.De laatste waren cylinder-
vorm ige buizen, in het eerst m et slechts zes gaten. Het zevende gat voor den
duim kwam er eerst later bij en het achtste werd door den vermaarden fluit-
speler QUANZ ingevoel-d.Het beginsel der fluit is dus zeer eenvoudig en de
samenstelling brengt een treurenden,droevigen toon voort,waardoor dit instrtl-
ment in de sentimenteele idyllen van GESSNER eene zoo aanzienlijke plaats
bekleedt.Uit een muzikaal oogpunt heeft dit eenvoudige der inricllting eenige
belemmeringen ten gevolge ; want, daar men met niet meer dan acht gaten
eene reeks van in de dertig tonen voortbrengen moet,ontstaat niet alleen een
onzuiver worden der tonen, maar wordt het zelfs moeilijk,ze uit het instrument
te halen.Het vervaardigen eener goede fluit is dienvolgens eene der moeilijkste
werkzaamheden van den muzikalen instrumentmaker ; BHME te Mflnchen is
die deze bezwaren in den laatsten het best is te de naan, boven gekomen.
llj vernneerderde het getal gaten
de gaten juist ter plaatse, waar ztj moesten,en
maakte ze zoo groot mogelijk. Dit laatste was noodzakelijk,ten einde den
invloed van het enedengedeelte der boven het gat liggende luchtzuil onscha-
delijk te maken ;trouwens, hOe kleiner het gat is,waardoor de lucht in de
fluit met die daar buiten in verband staat,des te minder zal het instrument
Op 14,van c'tot 0''.hij boorde .r
volgens de berekening staan
beantwoorden aan het beginsel, dat de fluit eene opene buis is, niet langer
dan tot aan het gat, hetwelk Op dat oogenblik geopend wordt.Daar deze
13 gaten natuurlijkerwijze noch met den vinger kunnen worden bereikt noch
OOk alle tegelijk gesloten worden,voorzag BGI-IME ze van kleppen,die hij door
een afzonderlijk mechanisme liet openen.
Bij de fluiten volgens de vroegere inrichting hingen het getal, de plaats en
de grootte der gaten af van de mogelijkheid ze door vingergreep te bereiken ;
doch?daar de w etten van trilling eener luchtzuil zich niet naar die omstandig.
heden schikken,moest de vereischte gedaante tot groot nadeel der klanken ge-
wtzigd worden,en de fluit werd ten laatste eene zeer ingewikkelde vereeniging
van verschillende kegel- en cylindervormige stukken, vol gebreken,die alleen
door eene buitengewone heerschappij over het instrument eenigermate onscha-
deltjk konden gemaakt worden.De ontbrekende halve tonen werden door
zonderlinge hulpmiddelen aangebracht ; b. v. men vereenigde de gaten van
twee naast elkander liggende tonen en deed aldus den verlangden tusschen-
toon doorop- of nederschuiven hooren.Het spreekt van zelf, dat op die wijze
de hoedanigheid van den toon groote schade lijden moest.BHME nu ontsloeg
zich van alle af hankelijkheid van deze Omstandigheden,daar hij de fluit in
een zeer eenvoudig werktuig veranderde, welks werking zich volgens gehoor-
kundige wetten ten nauwkeurigste liet berekenen. Htj scheidde de kleppen
van de drukhef boomen en zette de laatste Op eene voor de hand geschikte
wijze over de lengte aan eene as,zoodanig dat de gaten naar welgevallen
door middel van lange,rechthoekig gebogen hef boomen geopend en gesloten
worden.Bovendien werkte hij al de deelen van het instrument zeer nauw-
tijd
en bracht het
80
keurig af.Het stelsel van BHME heeft in den laatsten tijd steeds meer ingang
gevonden ; het is door den uitvinder zelven op de Overige soortgelijke instru-
menten,met name de houten blaas-instrumenten,toegepast geworden en het
laat zich aanzien,dat het ten laatste de Oudere inrichtingen geheel verdringen
zal.In Frankrijk volgt men het reeds geheel en de uitbreiding van het stelsel
DE MUZIEK-INSTRUM ENTEN.
&. ...
I
J
I
!
I
d
$
!
1-i s '' - - - U
c#J '-'' g ! j 6 r :, ,
; j j j , l 1
'
y l I
/
'
l
' /
t /
,
?
. ; I
--
,,,
,
''
j/?/ /- j
,j
-
: J '.
14 , - lt . ee J
l
1
;
'j 'h<.- i i
x r '
t0
1 ' f 1
( -('
r 1I
) zz d j
!
3J I
>
l
t
/
I
l
;
l
1
1
'-
,-
'
---
------- .
'.'
''
-'-- -. -- --
'
'''
--
'-----
--
'
,t
''
-
'
$ky
1)Fluit. % 8) Klarinet.4)Hobo. 5)Saxophone sopraan.6) Saxophone alt. 7) Saxophone tenor.
8)Saxophone barrton. 9) Fluit. 10) Fagot. 11) Contrabas-klarinet.12)Bas-klarinet.13)Klarinet
volgens de inrichting van Sax. 14)Sluitingen der kleppen.
heeft aanleiding gegeven tot eene
de voornaamste hierboven zoo
tentoonstelling te Londen gebracht zijn.
De t o n g w e r k e n behooren,wat het beginsel aangaat, tot de eenvoudigste
muziek-instrumenten,daar zij den toon Onmiddellijk voortbrengen door de tril-
lingen van elastieke metalen staafjes,zoodat iedere tong haren bepaalden toon
heeft,die niet verschilt met verschillende behandelingswijzen.Tn den regel
bestaan de tongen uit staal en worden zij door een aanstootenden windstroom
tot trilling gebracht.De snelheid der trillingen,m. a.w.de hoogte van den
toon, hangt af van de spanning of stijfheid der tong,benevens van haar ge-
wicht ; met de eerste wordt de toon hooger, met de tweede lager.Door het
trillende gedeelte langer of korter te maken,kan men dus den toon veranderen
en om dat te doen bedient,men zich doorgaans van een verschuif baar stem-
stiftje,dat aan de tong vastzit en hare lengte bepaalt ; doch deze verandering
is uit den aard der zaak niet uitvoerbaar gedurende het spelen.Zij is boven-
dien slechts binnen zekere grenzen mogelijk en daarom enkel bruikbaar voor
het onderling stemmen der tongen. Van de amplitudo of grootste uitwijking
uit den evenwichtsstand hangt btj de trillingen de sterkte van den toon af en
die amplitudo hangt af van de sterkte van den luchtstroom.Het Oorspronke-
menigte klep-instrumenten,van welke wij
af beelden a1s zij door SAx in 1862 op de
BLAAS-INSTRUMENTEN.
lijke instrument van dien aard,de bekende gtromp'' 1),die slechts uit ne
elastieke stalen tong bestaat,waarmede men echter onderscheidene tonen kan
voortbrengen, schijnt het Opgemerkteeenigermate tegen te spreken.Doch dit
is slechts schijnbaar. De veer heeft inderdaad slechts n toon,maar de ver-
schillende tonen Ontstaan door de aanblazing,zoodat de tromp inderdaad Op
een ander beginsel berust,en wel op hetzelfde als de versterking van het geluid
eener aangeslagen stemvork door haar boven den hals eener flesch te houden,
die tot op eene bepaalde hoogte met water gevuld is.De stemvork is dan in
aanraking met eene afgesloten luchtzuil van bepaalde lengte (naarmate de flesch
meer of minder gevuld is) ;daaruit ontstaat een bepaalde toon in de luchtzuil
en evenzoo doet men bij het aanblazen van de veer der tromp door verwijding
of vernauwing in de mondholte eene wijziging Ontstaan in den toon. Eigenlijk
gesproken doet dus de aanblazing den toon niet uit de veer hooren, maar de
aangeslagen veer geeft aan de aanblazing - eene in trilling gebrachte lucht-
zuil een muzikalen toon en de kunst van lltrompen''bestaat niet in het
aanslaan der veer, geene verscheidenheid is of zijn kan,maar in het
bewerken van de mondholte tot het hoorbaar maken van bepaalde trillingen,
ten gevolge van de aanraking met de altijd op n toon trillende veer.
Door m o n d h ar m o ni c a ' s verstaat men instrumentjes,in welke onder-
waarin
scheidene metalen plaatjes zoo Op eene plaat zijn vastgehecht, dat ztjheen en
weder trillen en bijgevolg een toon geven,als zij door een luchtstroom in
beweging worden gebracht.Ten einde elk staafje afzonderlijk te kunnen aan-
blazen, zijn zij elk in een afzonderlijk hokje met een blaasgaatje geplaatst.In
plaats van ne tong zijn deze doorgaans paarsgewijze geplaatst)van welke
de eene naar buiten,de andere naar binnen slaat)zoodat het instrument toon
geeft,niet enkel als men er in blaast, maar OOk a1s men door inademing de
lucht opzuigt.De toon wordt hier alleen door het trillen der veertjes veroor-
zaakt en ten hoogste werkt de plaat,op welke zij vastgemaakt zijn,een
weinig als klankbodem .Doch een veel beter instrum ent is de
R e g e l -h a 1-m o n i c a , naar de verschillende grootte ook harmonium, asclo-
dion, seraphine enz.genoemd.Dit instrument is in 1820 door den ambtenaar
EscnExBwcl.l te Knigshoven aan de Saale uitgevonden en was in zijn oorspron-
kelijken vorm een instrument met toetsen en een blaasbalg.Deze wordt met
81
1) Dit instrument heeft den vorm van een gewonen zak-kurketrekker,maar in plaats van
den schroefdraad een elastiek stalen veertje, aan de eene zjde aan den tzeren ring vast-
gemaakt, aan de andere zjde los,maar omgebogen.Men zet het aan de lippen en laat de
veer trillen door middel van aanblazing en geljktjdig aanstooten der veer aan het einde.
Het is ten onzent echter niet zoo ,,bekend'' a1s bljkens den oorspronkeljken tekst in
Duitschland.Volgens den schrjver worden uit Styer in Opper-oostenrtk Jaarljks millioenen
dier instrumentjes naar alle oorden der wereld verzonden.In vroeger Jaren was het 't meest
in de handen der boerenjeugd ;tegenwoordig is het in vele streken volstrekt niet bekend,
a1s zjnde geheel verdrongen door de mondharmonica'e,en dus ook niet te bekomen.In
Zeeland,waar het tegenwoordig ook zeer in onbruik geraakt is
,
noemt men het ,,tromp'';
ik weet er ook geen anderen naam voor;de Duitschers noemen het M a u ltrom m e l
,
mondtrommel.
X. 6
82 DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
getreden en aldus komt de luchtstroom naar kleine,door het aan-
toetsen opengaande windkanalen,voor welke gestemde stalen tongen
geplaatst
verbeterde
zijn.Deze spoedig algemeen verspreide on in onderscheidene Opzichten
instrumenten hebben eene uitmuntend schoone werking, maar zij
hebben een gebrek, dat hun gebruik zeer beperkt.De tongen namelijk geraken
niet terstond in volle trilling,zoodra er de luchtstroom tegen stoot, maar er
verloopen altijd eenige oogenblikken,eer de toon zijn volle kracht heeft ; eny
zoo al dit klimmen of zwellen van den toon in sommige muziek (b.v. het
koraal) eene heerlijke werking kan doen,is het instrument voor snelle muziek
niet goed bruikbaar.Zekere MARTIN te Parijs verbond daarom met het be-
schrevene mechanisme nog een toestel van kamers, op de wijze eener piano-
forte, zoodat de windstroom slechts die trillingen der veeren te onderhouden
had,welke door het aanslaan met de hamers waren veroorzaakt. Zulke instru-
menten heeten o r gu e s p er c u s s i o n. Bovendien maakte men nOg vele
andere inrichtingen ;men liet b.v. den wind eene trapsgewijze versterking en
d: voeten
slaan der
verslapping Ondergaan door kleppen in den 7Orm van zonneblinden ; of men
vervaardigde de windkanalen zoo, dat onderscheidene tongen door n toets
worden tot spreken gebracht, waardoor de klank eene wezenlgke verandering
ondergaat; of men maakte twee blaasbalgen,een voor elken voet, en bracht
nog eene afzonderlijke windholte aan,enz.Door al die verbeteringen,voor-
namelijk door SCHIEDMAYER te Stuttgart ingevoerd, is dit instrument tOt eene be-
langrijke hoogte Opgevoerd en bekleedt 't onder de muziek-instrumenten een
hoogen rang.In ons vaderland zijn in de laatste jaren onderscheidene kleine
kerken van zoogenoemde seraphine-orgels voorzien. En inderdaad, voor kleine
kerkgebouwen, waar ook een gewoon orgel slechts eene zeer eenvoudige
registrattlur zOu kunnen hebben,hebben deze veel goedkooper instrumenten
niet weinig voor.Doch aan de andere zijde heeft altijd de organist van een
pkporgel,ook al bezit het weinig registers, veel meer verscheidenheid van
toon tot ztjne beschikking dan die van een seraphine ;waarbij nog komt, dat
de behandeling van het laatste veel meer oefening eischt en daarom ten platten-
lande de organist niet zoo licht gevonden en bij voorkomende gelegenheid ver-
vangen kan worden ; alsmede dat aan de seraphines veel lichter iets in hes
Ongereede komt,al ware het alleen, dat zij zoo dikwijls door de temperatuur
ontstemmen. Alles samengenomen,is dus de lagere prijs het eenige,dat de
seraphines voo1-kerkorgels aanprijst boven de gewone, die wel duurder, maar
ook veel duurzamer zijn.
De t r e k h ar m O ni c a of het a c c o r d i o n is eigenltk slechts eene ver-
kleining van het vorige instrument, bij hetwelk de blaasbalg door de hand
wordt in beweging gebracht;het is zoo bekendydat wij het niet behoeven te
beschrijven.De tongen liggen in de dekstukken der boven- en benedenplaatj
tusschen welke zich het op- en nedergaande lederwerk bevindt.De klankgaten
ztn juist zoo groot als de daarin geplaatste tongen,zoodat er geen lucht door
kan.Bovendien ztn de tpngen zoodanig vastgenAaakt,dat zij naar beide ztden
overslaan en dus zoowel bij het in- als bj het uithalen van den blaasbalg
spreken.De windleidingen worden door toetsen geopend,die in den vorm van
DE HARMONICA S. 83
knopjes boven de dekplaat staan.In Engeland heeft WHEATSTONE eene aan-
merkelijke verbetering aan deze harmonica aangebracht,door den vierkanten vorm
in een achtkanten te veranderen, den Omvang Op 3 octaven van de chroma-
tische toonladder te brengen en de inwendige bestanddeelen met de grootste
nauwkeurigheid te vervaardigen.Die verbeteringen schenen een nieuwen naam
te eischen en de nharmonica'' werd eene c o n c e r ti n a.
Dit alleen zij ten aanzien der harmonica's,die bij honderdduizenden van J 6
t0t J 60 en meer fabriekmatig worden vervaardigd, nog Opgemerkt,dat de
dekplaat tevens voor klankbodeln dient ; dientengevolge zijn de tongen be-
trekkelijk dun.
De s p e e l d o o z e n behooren nauwelijks onder de muziek-instrumenten, daar
ztj, evenals de bekendo d r a a i o r g e l s , niet kunstmatig worden bespeeld,maar
door iemand zonder de minste muzikale kennis kunnen worden Opgewonden
en gedraaid.Zij behooren dus meer tOt de rubriek der werktuigen en,daar
van de speeldoozen het bewegend mechanisme eenigszins tot de kunst van
den horlogemaker behoort, zullen wij er,voor zooveel dit gedeelte aangaat,
bij de behandeling der uurwerken Op terugkomen.Wat het muzikale gedeelte
aangaat, zij alleen nog opgemerkt, dat,zooals bekend is,de trillende veeren
niet in beweging worden gebracht door een luchtstroom,maar door aanraking
met en loslating van pennetjes, in eene omloopende rol gestoken.Het geheel
der tongen of veeren is uit n stuk, doch de tongen zijn er tandsgewijs in
'
gezaagd. Die stalen plaat is schuin,Omdat de veeren voor de verschillende
tenen van verschillende lengten moeten zijn.Onder aan de laagste worden ook
nog kleine stukjes vastgesoldeerd,ten einde door verzwaring van de veer den
toon lager te stemmen. T0t het mechanisme meer dan tot het muzikale be-
dat de veeren
afstand van
hoort,
zulk een
aan de uiteinden dieper zijn ingesneden en dus daar op
elkander blijven,dat er pennetjes van de rol,zelfs in
grootere voorwerpen Onderscheidene, tusschen door kunnen ; dientengevolge
kan bij het zijwaarts verspringen der rol, hetwelk na het afspelen van elke
aria gebeurt,maar Ook naar willekeur kan gedaan Of verhinderd worden, eene
andere aria gehoord worden.lndien een stukje op de rol staat, grooter dan
dat het in n Omloop van de 1'01 kan worden afgespeeld,moet de inrichting
zoodanig zijn, dat de rol snel genoeg verspringt, om hetzelfde bij n door-
loopend stukje teweeg te brengen a1s anders voor twee of meer stukjes.
Eenigszins il1 verband m et de speeldoozen staan de 'aut o m at i s c h e s p e e 1-
w er k e n ,die mede door rollen werken, welker staafjes niet alleen veeren of
tongen van staal in beweging brengen,maar ook door middel van een inge-
wikkeld mechanisme allerlei toongevende zelfstandigheden.W tj bedoelen de
zoogenoemde 0 r ch e s tr i o n s ,omtrent welke ALEXANDER KAUFMANN te Dresden,
REBICEK te Praag,M.BlzEsslxg en M. W ELTE te Vhrenbach in het Schwarzwald
een grooten naam hebben verworven.De laatstgenoemde heeft voor de Londensche
tentoonstelling van 1862 een orchestrion vervaardigd,dat naar de uitspraak
van den vermaarden klavierspeler ERNST PAIJER te Londen het volmaaktste is
van alles wat tot dusver in dat vak werd geleverd.Wij geven op blz. 88 en 89
eene af beelding van dit kllnstgewrocht,dat naar den groothertog van Baden
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
genoemd is.Het mechanisme heeft twee voorname bewegingswerktuigen,die
door middel van gewichten werken.De pennetjes zijn op de rollell in acht
omgangen spiraalvormig zOo
pennetjes
Onderscheidene
koppelingen,evenals de registers op de orgels,allerlei geluiden nabootsen.Een
getal van 524 pijpen in 15 registers laten de volgende instrumenten hooren :
fluit,octaaf, piccolo,hobo, trompet,horen, fagot en bazuin.Buitendien is het
verdeeld, dat bij verspringing der rO1 dezelfde
niet meer onder de veeren komen.Met de 186 toetsen nu staan de
klankgevende voorwerpen in verband, die, ook in verschillende
instrument voorzien van eene groote trom met :en zwaren houten hamer en
pauken, eene kleine militaire trom ,een triangel en bekkens. De wind wordt
door drie blaasbalgen aangebracht.De noten voor een muziekstuk zijn Op drie
rollen gezetyindiervoege dat door de 39 rollen, van welke het werk voorzien
is, 13 groote stukken kunnen worden afgespeeld, waaronder ouvertures van
VoN W EBER,Rosslxl, RICI-IARD,W AGNES en MENDELSSOHN en het eerste gedeelte
van BEETHOVEN'S B-dur symphonie.Aan de vervaardiging van dit kunstwerk
lleeft W ELTE drie jaren besteed.
Geen grootscher muziek-instrument dan het o r g e 1 , dat, op groote schaal
ingericht, veeleer een muzikaal gebouw dan een instrument mag heeten. Zjne
tegenwoordige volkomenheid is het gevolg van de gezamenltjke ervaringen,die
bij de verschillende afzonderlijke muzikale instrumenten konden worden opge-
daan. Daar het orgel bestemd is om muzikale gedachten op zoo volkomen
mogelijke wijze voor te dragen en al de voortreselijke hoedanigheden van alle
andere instrumenten in zich te vereenigen,eischt de orgelbouw eene zorgvuldige
inachtneming der eischen van die alle,om ze ten voordeeligste te doen uit-
komen en tot n geheel te brengen.Ter bereiking van dit grootsche doel
staan echter den orgelmaker slechts betrekkelijk zeer geringe hulpmiddelen ten
dienste, omdat alles moet worden teweeggebracht door den wind,die in de
blaasbalgen opgenomen en vandaar door de windkanalen naar de pijpen geleid
wordt, en die windleiding alleen moet niet alleen den klank van alle blaas-,
maar OOk dien van snaar-instrumenten nabootsen. Orgels derhalve,die eene
menigte instrumenten (registers) met een zuiveren, vluggen toon in zich ver-
eenigen en al die verschillende klanken tot n harmonisch geheel maken,
behooren tOt de bewonderenswaardigste kunstgewrochten van den menscheltken
geest,Zoodanigo heeft 0ns vaderland onderscheidene.Tot de beroemdste orgels
in Nederland behooren :het wereldvermaarde in de Groote kerk te Haarlem ;
dat in de Groote kerk te Gouda ; dat in de Groote kerk te Rotterdam ,het
grootste in Nederland ; dat in de St.-lanskerk te 's-Hertogenbosch ; dat in de
Martinikerk te Groningen,een zeer oud werk, vervaardigd door den beroemden
Rvoolu>a AGRICOLA (1479) ; die in do Nieuwe en in de Oude kerk te Amsterdam ;
dat in de Groote kerk te Alkmaar, enz.Het orgel in de in 1832 afgebrande
Groote of St.-Lievens-monsterkerk te Zieriksee was door de toen vooral minder
algemeene bekendheid der plaats niet zoo beroemd als het verdiende ;er waren
bevoegde beoordeelaars,die het zoo goed als op gelijke lijn stelden met het
door geheel Europa beroemde Haarlemsche.
Het woord porgel''is afkomstig van het Grieksche o r g a n o n (Lat.o r g a n u m),
84
HET ORGEL.
waardoor in
instrument
soort van
het algemeen ieder uitingsmiddel,meor in 't bijzonder ieder muziek-
wordt aangeduid.0ud is echter de beteekenis van eene bijzondere
blaas-instrument.Doch tot de blaas-instrumenten behoorden gewis
de oudste orgels niet;deze waren w at e r o r g e l s , reeds aan de oude Grieken
bekend,doch Omtrent welker samenstelling men wegens het onvolledige der
berichten van VITRUVIUS, I-IERO en anderen geheel Onkundig is.Zulk een Orgel
werd door den Griekschen keizer OONSTANTINUS Copnoxyxus in het midden
der 8Ste eeuw ten geschenke gegeven aan den Frankischen koning PEPIJN ;
het w.erd in de kerk te Compigne geplaatst.Doch aangaande het windorgel
zijn de oudste berichten die, welke vermelden, dat paus JOHANNES V111 in de
9de eeuw aan Axxo,bisschop van Freisingen,verzocht,een bekwamen orgel-
maker en orgelbespeler naar Rome te zenden.ln 951 liet bisschop ELFEY in
de kathedraal te W inchester
een groot Orgel plaatsenymet
12 blaasbalgen boven en 14
onder, waaraan 70 sterke
mannen tepaskwamen, Om
het met inspanning van alle
krachten te doen spreken.
#
Het had 400 ptpen en ver-
eischte 2 organisten.W aar-
schijnlijk eischte het neder-
drukken dier toetsen eene
zoo dat n groote kracht,
het niet doen persoon kon ;
trouwens het kerkgezang,
tot welks begeleiding het
orgel werd gebruikt) was
niet zoO kunstmatig, dat de
tien vingers van een enkelen
Organist niet toereikende
zouden geweest zijn,indiell
de toenmalige orgels even-
eens ingericht waren geweest a1s de tegenwoordige ; maar er wordt ook ge-
meld, dat het geheele getal toetsen slechts 10 bedroeg,zoodat iedere toets op
40 pijpen werkte.Men voegt er bij, dat dit orgel onderscheidene registers had,
en wellicht was de hulp van een tweeden Organist noodig om deze registers
vereenigd te gebruiken ; maar,daar datgene wat wij thans rregisters'' noemen,
destijds nog wel niet in gebruik was,is die onerstelling Ook niet zeer waar-
schijnlijk.De geringe omvang der tonen gedoogde slechts de allereenvoudigste
toongeving, zoodat het geheele orgelspelen enkel daarin bestond,dat door het
met de vuist nederdrukken van een toets de toon werd aangegeven,uit welken
het koraalgezang plaats had.In Frankrijk vindt men in de 12de eeuw van
orgels gewag gemaakt;later dus dan in Duitschland, waar reeds in de 10de
eeuw Orgels waren te Freisingen,Alflnchen,Aken,Maagdenburg,Halberstadt
85
86
en Erfurt.Te Utrecht moet,naar men verhaalt,een sedert lang weggebroken
orgel in de Nicola-kerk zijn geplaatst geweest,dat van het jaar 1120 dag-
teekende. De oudste orgels hadden slechts 12 toetsen,zoo breed en zwaar,
dat zij met de vuisten of ellebogen of Ook met zware hamers bespeeld werden.
Het is nauwelijks noodig te zeggen,dat het geheele mechanisme van wind-
leidingen,sluitingen enz. nog zeer onvolkomen was,zooals reeds daaruit bltjkt,
dat de kleppen met de toetsen door koorden verbonden v'raren.
Van de vereeniging van sommige gelijksoortige geluidspijpen tot r e gi s t e r s
vindt rnen reedsgewag gemaakt in de oude beschrijvingen van het'bovenver-
melde Overoude orgel te Winchester ; maar,daar men die inrichting bij andere
orgels van veel lateren tijd niet vermeld vindt,zullen de nregisters'' van
ELFsv's orgel zeker iets anders geweest zijn.Het schijnt veeleer,dat destijds
elke toets op eene zoogenoemde m ix t u u r gewerkt heeft, zoodat al de daarop
staande pijpen,van welke afmetingen ook, tegelijkerttjd spraken,als men den
toets nederdrukte.Het moeielijke om de vereischte drukkingskracht met de
handen uit te oefenen m aakte,dat men zich hiertoe van de voeten bediende.
De blaasbalgen,dikwijls 20, 30 en meer in getal, waren nog zeer onvolkomen
en aan een gelijkmatigen,onafgebroken toevoer van wind was niet te denken.
Hiervan echter hangt de gelijkmatigheid van tonen af en dat gebrekkige zal
vermoedelijk wel de hoofdoorzaak zijn geweest van den tegenstand,dien in dat
gedeelte der middeleeuwen do invoering van het orgel bij het kerkgezang vond.
Doch niet zoodra werd men zich levendig bewust van die gebreken,of men
deed stappen om ze weg te nemen, en reeds in het begin der 13de oeuw
vinden wij de orgels zeer verbeterd. ln plaats van de vroeger algemeen ge-
bezigde diatonische toonladder voerde men de chromatische in; in de 14de eeuw
werd in de domkerk te Halberstadt een orgel geplaatst,hetwelk reeds 2 kla-
vieren had, een bovenklavier voor de rechterhand,den discant, en een beneden-
klavier voor de linkerhand,de baspartij.Het eerste llad 14 diatonische en 18
chromatische tonen, derhalve in het geheel 32 toetsen.Hetgeen men echter
vr het midden der 15de eeuw rpedaal''noemde was eigenlijk slechts het
eenig bestaande klavier, dat naar de kracht van den organist met de hand
bespeeld of met den voet getreden werd.Het eigenlijke pedaal werd in 1470
door den Duitscher BERNI-IARD te Veneti uitgevonden en van toen af kende
men het nevens het pmanuaal'',dat met de hand bespeeld werd.Doch nog
werden de windkleppen van het pedaal met koorden geopend.Men k0n ten
gevolge dezer uitvinding naar welgevallen volstemmiger spelen,indien men
het pedaal te hulp riep ; maar dit was ook tOt in de 16de eeuw al wat met
betrekking tot het karakter der tonen uitgevonden was. Tegenwoordig echter
is het de voornaamste voorireFelijkheid der orgelwerken,dat zij eene uiterst
rijke verscheidenheid in de verbindingen d:r pijpen gedoogen en alzoo door
n klavier eene reeks van bepaalde geluiden vereenigd hoorbaar wordt ge-
maakt.Naarmate nu de pijpen eene fluit,eene bazuin enz. nabootsen,behooren
zij tot verschillende pregisters''en deze inrichting dagteekent uit de 16de eeuw.
Met dat tijdstip begint dan ook een nieuw tijdperk in de geschiedenis van
den Orgelbouw.
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
HET ORGEL.
De inrichting der tegenwoordige orgels is de volgende :10.blaasbalgen,door
welke de buitenlucht wordt ingezogen en tot op een bepaalden graad verdicht;
20. windkanalen, door welke de lucht, die uit de blaasbalgen stroomt,naar
30. windkasten of windladen wordt geleid Om van daar naar 40.de pijpen te
gaan,die dan,naarmate van hare grootte,de verschillende klanken teweeg-
brengen ; 50. registers,door welke alle homogene pijpen van andere worden
afgesloten (registratuur); en eindelijk 60.de toetsen, waarmede men iedere
pijp afzonderlijk doet klinken (tastatuur).Al deze bestanddeelen kunnen naar
omstandigheden even goed eene ruimte innemen van 50 tot 60 voet hoogte,
met breedte en diepte naar verhouding, als samengedrongen worden in de
kleine ruimte, Orgel wordt bespeeld Ongeveer
a1s eene piano,met dit Onderscheid,dat men met twee,drie,soms vier kla-
vieren te doen heeft,behalve nog het zoogenoemde p e d a a l ,een klavier,dat
welke een kabinet beslaat.Het
met de voeten wordt bespeeld. Door te drukken op een toets van een dezer
klavieren trekt men een daarmede in verband staand klosje,c a n c e l geheeten,
naar omlaag ;dit klosje opent eene sleuf in de langwerpig vierkante windlade,
die voortdurend door den b a l g e n t r ap p er door middel van de blaasbalgen
wind de wind stroomt van de met wordt gevuld ; nu, door 't neertrekken
cancel,onmiddellijk in de boven de windlade geplaatste pijp, brengt de lucht
deze in trilling en geeft aldus een toon.Om nu zooveel mogelijk verscheidenheid
van tonen te verkrijgen, heeft men pijjen van verschillende grootte en omvang,
die naar den ondersten toon van het klavier genoemd worden ; staat er op
den ondersten toon een pijp van 16 voet lengte, dan heet men den daardoor
voortgebrachten toon een l6-voets toon en de daartoe behoorende reeks een
l6-voets geluid (Of register) ; Op dezelfde wijze spreekt men van B-voets,4-voets,
z-voets,l-voets, soms van 32-voets geluiden.Van deze pijpen worden duizenden
in een groot orgel gevonden ; zij zijn vervaardigd van metaal Of hout.De be-
trekkelijk weinige, welke in 't gezicht staan, heeten f r o
op eenigszins andere wijze dan de overige met lucht
elk der evengenoemde geluiden naar willekeur afzonderlijk of in verbinding
met n of meer der overige alsook met alle andere te zamen gebruikt worden.
n t p ij p e n en worden
gevuld.Nu kan voorts
Te dien einde heeft de speler ter zijde,boven of onder de handklavieren eene
reeks van registers, d.i.van trekkers,waarop de namen der geluiden vermeld
staan en waardoor, zooals gezegd is, alle homogene pijpen van de andere
worden afgesloten ;hij heeft deze registers slechts uit te halen of in te schuiven
om zachter Of harder, scherper of liefelijker geluid voort te brengen, Het aantal
blaasbalgen bedraagt gewoonlijk vier of acht, soms Ook meer, namelijk bij
groote Orgels ;zij worden natuurlijk voortdurend,zoolang er gespeeld wordt,
door den trapper in beweging
Het zou ons te ver voeren
tijd bij de orgels aangebracht
spelen van de tegenwoordige even weinig kracht vereischt als dat van een
gehouden.
alle verbeteringen na te gaan,die in den laatsten
zijn.Genoeg zij het op te merken, dat het be-
concertvleugel,maar hiervoor worden dan ook alle hulpmiddelen,zelfs bij enkele
Orgels de electrische stroom,aangewend.
Aan het slot van dit hoofdstuk vermelden wij n0g twee uitvindingen Op
DE MUZIEK-INSTRUMENTEN.
p y 1- O p c o m p o
Het beginsel der pyrophone, niet lang geleden door Fs.KASTNER uitge-
vonden, berust p de waarneming, dat het ineenvloeien van waterstof met
zuurstof eene vla'm in trillende geluidgevende beweging brengt.KASTNER ont-
dekte, dat, als men in eene glazen buis of in eene buis van eenige andere
stof twee of meer vlammen brengt,die elk op zich zelf staan en eene bepaalde
grootte hebben,en ze op 1/a van de lengte der buis plaatst, deze vlammen
een unison veroorzaken. Hierin heeft geene verandering plaats,zoolang de
vlammen van elkander gescheiden blijven,maar, zoodra zij ineenvloeien,houdt
het geluid op.Uitgaande van deze waarneming heeft KASTNER een instrument
het gebied der muzikale techniek : de h o n e en het n i u m .
vervaardigd,dat uitwendig veel overeenkombt heeft met een huisorgel,ontdaan
van zijn kast,doch Op breeder voetstuk.Hij heeft daarin drie klavieren aan-
gebracht, die men,zooals aan de kerkorgels,kan verbinden ;ook in een der
klavieren een pedaal.Door een zeer eenvoudig mechanisme staat elke toets
in verband met die buis, welke de vlam in de glazen pijpen toegang geeft.
Telkens a1s men op een toets drukt, worden de vlammen van elkander ge-
scheiden en het geluid wordt oogenblikkelijk vernomen.De afmeting der buizen
bepaalt de hoogte en de intensiteit van het geluid ; de klank is zeer liefelijk
en zuiver ; htj komt het geluid der menschelijke stem zeer nabij.Aanvankelijk
leed de pyrophone aan een groot bezwaar, namelijk dat men er zuiver water-
stofgas voor belloefde ; de uitvinder is er echter later in geslaagd,het gewone
licht- of steenkolengas te bezigen.
Er zijn deskundigen,naar wier oordeel de pyrophone zich zeer wel zal
kunnen ontwikkelen Om op orgels het moeielijkst te maken register, de v o x
h u m a n a , te vervangen.
Het c O m p o n i u m is een: Nederlandsche uitvinding.In het jaar 1821 ver-
vaardigde een bekwaam en vindingrijk werktuigkundige te Amsterdam, met
name W INKKL, een instrument, dat door middel eener rol,evenals de draai-
orgels, werkte.Deze rol was verdeeld in eenige van elkander onaf hankelijk
draaiende schtjven. Een thema,dat er Op eene bijzondere wtjze op gezet was,
werd door de eerste omwenteling afgespeeld,doch daarna ontstonden door de
onderscheidene schijven verschillend te stellen allerlei regelmatige variatin,
bijna tot in het oneindige.Dit instrument werd te Parijs tentoongesteld en
verwierf de algemeene goedkeuring, oOk die van BIOT en CATEL.Doch de ver-
vaardiger geraakte in ongelegenheid ten gevolge der zware onkosten,die hij
er aan besteed had.Zelfs werd het componium in beslag genomen,doch het
vond geen kooper, ten gpvolge waarvan het jarenlang ongebruikt bleef staan,
en wel onder den invloed van roest en vochtigheid.Eindelijk werd het door
een lief hebber voor een spotprtjs gekocht,maar na diens dood opnieuw ver-
waarloosd.Doch later kwam het, naar men vernam,in handen van iemand,
die het tot zijn oorspronkelijken toestand za1terugbrengen.
90
t zz # A .AAXy '=EB>r --
.
.
. .. - n;.- sup - y ..,--jt.. ? z z . .- -.L . -
.. i'/.s . '
. :. - ---W-''Ill/ ..v .
- w. '- .- ' - - --- - .s.%->.=:m
.
.
sy---:.,.,.,., y
.-0 '. .x
. / ' z a .o . ..- .- .-.
..
.
.
. . j
'7 -
.
- -'n-Q.l
-..-
a
-z
a
o.
.
.
x
----
am
- .x I
./ ..e ' ....--.. .. . . ..
...= - x . j . ..
.
. s .
,r R Z - -- - x.. m .. >..
x / ,, ,J ... . -.. .w- f.s -.- .... ..-.... h
h x i . ...- r .'' ''z--.J -<- .
'
.
'
.
'
.
'
.j.s...m..
N7.:
'
Q .. , '-,/
. .'
. .- . .r-.-rr , ?.:.1'. catm r fvj F.
' '
.
-' -
-
s< u's. -'--- N--.:ucr. .h.-''.
'
'...-'I N j...:
* . ,pe., ....-.--- I. ,
.
.. j k.xj kw a -- , .-YQ > xVVQV .z..........
.ar.w - < v A ..--x. .''1 ./g ' >
.,
A
j ) v '- x .
'
j
'
.
.
ccr- x
uux .--. -..< .. z x -'./ ..- x.
'' '
,, - - ..--wX m ( '-.-- .... ->. . - .' R
.* . I' Nj xm--oh - : -.--' jI .e e
- --.. .> !W %#T> l. -- jljIe**>&Ye-- Z e -'.- -- - l<
I
iv !- l'-y ,,, t'''r.'. $. 7 j .
#
-
.
., . -..'
---.- z . ) . .
'-
r x ..4- '-.-- ---u ''V .,.
V j. jl '' m..'7 '..-.L . - . . ..cE.
-
.
yzqg. ,j uzyjyj .I s(.
.
-
..,
$4j('')s..'''..z J----1 -.r x (;- ... -----u- .j j ,
,j/ - - .. - .'k j jjyj(j,,e'j,j ''j,g' j .
g l jjvf z
y .
-
y .y , xs xxu
,
,
j
'IIjfl/z . 1.-.., . . .' / , - I y, x :. x u , ilb'.. '
/ 1) . ) 11 ,II .J. 1-.....< ''lIj xx !
#
l j : .xj
axp4 ,g. .g .-.x.2 . : . - .x x N y, , .a j, I IIf l j , # s A ..j
>m - y - .
xx sz j.m.x yj j,y iIj j'j' j .-
,
N p' t . 8.$h h-- -.p U'.!. .- '-- ' X --
.u , ''-i!k.til. 'l' J -J ql .-' .,,'- --:'-->- .--.i-.- . x N. > X f ', 'II i
,
!l .
I cz. .., , . -:-=;p.c 1,c cu q .x $% /zm
'h '''1
.ly,''1h,.''l'q.y/
,
/''
,
,
,
'
.
.
))'. ) ,'j/j',J, .-..-s- '...( ''e,.-. -.-.''..'i,,y -- .. Nx'..<:.- ,,/yz wz .,......, - h.
.h '..,$'?// /.,'. lj,j..I- . -.
' - - .t
.>
+ ,s:j -
w
-
.
N
-Ny,- ,y,( ;lzs. ..t..- '# .,: , .
''
,1 ,/,.J' $ iI! 1 lzu tu .. .
..a ,. qww
..N p-j9! .,,v..
b,
ty -.r. .
x j$ -- .- y '''!, /,'.pI. j j) s .K I:,.'.= @' :-goaz ..
- l
j tyj?tj ...j,- . q x ,. ., jj h , '/ l./ ! ,4,,.,. - I .s,.,. - ,..,.sj q 'tk'-ilk
! ,k-'' ,F'-,$;''--iltlrjlg'
,
''
,,-'/
t-
.
,
dl
-,
t'(f
-
:'
-j),I1j-'j,'j,Ihs - ,
-
,-h$:- -
--,
;,,
--
,- .
-
.
,
,
--
..
,
..,
-
,.-------
-
'
s
'
,-
.
- '
-
,-
.
-
,,,,j,-
'-
--
i6lbtbt- --,--
-
.
? ,-(EII:jp ,.
.
.
.
. ... .............
. kh -
!#k''k'hi
!' lh'/!yhI$l!,)jjI,l j., ,.,.,..,r
,
$ .,
s-.azzz
-r
.
....-
y ,.r,...
,
j
-j;jjy.z.,ttL,-- .., ..-, j......
yj qjjj
j,
lk%'hjhjj lj!/jjjljjp ',j ! -,(j ,,, .. q
-
.
...
y-q.
y ,, yyjj,
-s .y.......
. y
, y .... , ..
...
........a
1 ,)1 l ....$yl'$'.', i 8 -
3 j t...1,'.y ,..4 t ',!j,wy..j.j ., .,s ..j,,,.z..j,,,, r j ,, . , $.''l /... I. 4'i j ., j., .:s., q ,q gb, '' ' l
jIl' j l .. yj ,,q- !
j
,jj,k
.jg,,
I .. jjqjj
j
l,.,
..qjj ..a.,.gyj.jy;jjr
.
(kfjjjgj ., ?,uy!t .......
,
1
qi
h'. t'tl/ ' I-, -' ,-.;.,, .,1,jlkjlj hk ,'..;.,,
I h '
.
.
-
t - K. ti .- .k-.u. .,,,,
,j'plllj -. -......$ j '-'-e'- .a::::zy .$ / . . k 'hh'
t-,/! -' iI - ' lk ' -kId1k--- -, ''i-,-.. . '!kl!r -1, ...........
..kkLLiib'' ......., --,- .-
.. !I$' !i/..I;l1.,
. l jjj.!ll '-1-
.),. j !j'-4..N,-- '1,, -... b
'
'
'
.
.!#-/'/''... j i.!$$.j'.
,hl, --w 1- s -4 . 'I) .hk -- ....-.:;''. .- ''';'l
.
'?j'-.,h/,..,/',,':');.. .!'ll,..i.j -'-, .k t -t..h .,,.,. :..,1.,jj::.,jo ,.,- .,v- - ,.,-- ? '
.
''h''
.././.'./
,
/,.''h,,
k y ij-'j!.t,j,j''jjtj gj--..'s,s .-h*...'k(,y, ....
-
..
.-
.
,
,
.
,l'
..
#
,(.yl,,t..,,,-'-...,... - ..-,.....- :.-0-; --) -.---' ....-. l1'j/jj/ 'lI1.l ,jj ,j ., .jyyq ,j , , ,,;y
J
y
,
..k:::::::::::::::::rr'
'
.
,
.
,
..
/',.''),/, 'j ,kl,'kj!,
l
j
.tIhjj !. j'kjj
,
.
jlI -= xN,, i.l,, , ,
.
! '.. --,
,
. ..... .
..,.-.-..-.
, 1,1/1;'./1 jj!1,jj'l!11 .1lj1.' ... yx-.qqxxxx-j.,.... $'(jj ,j.i f r ,. ,
-'
(, ,....... -- #
'
'/',7
,
'
.'
/ ,1 1ii,.Ijjt,'P q
.
,,p -
..x
j
'
-
h
.
xx '.
.
.
k N
'
, ., j . ,
/''',1'/ ,ll,.'. 'ltj1,
,1lj.j1,jkI,',j ,,.',,,
,
,
.
, . ....
.. w .xvya,y,j:......a....:
......
-
.
. ,.
m sqo y j,jj, ux. l,?''lj'jrjlIljjl jjjj
,j$1j,jIy
j,,,
y,.-yyj,
$
y
,
y, yy
jjyjjjjjjjjyjj. k:.j ......r...-s.....;;........ -.gyjjy,s.-.-, ..s...-.....---, ,
j,, ,,
j
)jj)
))jjj
jqj
y s--ss.-- - -
''
/ .1 jII, '. ..
jI$, , '
-
-
-
,-
,-'-
,-
,/- 1.k!kt-.j:-'.$h,
!-
i
-
--
-
--
,
- ',$ --
.
-
(...- .
-
.
> . - ..--......----
,
-.11------..
........,,
......
-
,,,
,hk,
,j;,- .... ''!'I/I/'''I
,
/ jII. p
'
j, j (! I - ,,j$pjj.j., . ',./'',,1,1:,,!//' 'i11,-,j..'
.
*
j,
'
!
.-
.
'
-!I. .-
.
,
--- -
-
-..
x
.'- -
--
.
'
k) ; '''/ /(k'
.
//./.. j.I .$. ljj. ,,. jjj !q,.- . .,,..,/.,,,' ,, ,,, 1. . l. ! !., - w x
.
).;.,.c.
'''
,1,.,
'
,
'
,.':/,'./.,'?
,./', 1,ilj'$
.
.
.xx
jlIIrl.1 t,,'.h.'
..
-t,.
-
-
.
--
.
-
.
.
.
y .. ....,,.- .::..5 '
!,t,'.k// , jj.q,,, - --x .. ..(-. '--,'!I''---, ! ,:I -,- .
.-..-r;
/,j','/,,' .llj h ,.<,-, f
,
I
j .
.
,
-
..
-
y..,
, ,.,-
% z ,& ..
..-'
J.% qy . . ,1 z -
l t , .>.v j , ) '-;$ f-b ..
/ h $ p,:-. ,,
/,?.:,;/,),,' t k .-,-4Jt'' ,':,I,
11! I 1 !
'
4 I
! lj 11 j' '
/ll,. l! (1 y.
'
k//'/(!k/ktl
-
' h
rl)!t$.l.!.'- '' //
.
.!y.-..jh!$$,.y. -$,,
!,
y, ,-, --1 j-jk!4,! j '
,,
///)/,'yliq, ij h'l!..j..t1jli,jjj h e l1.e r nA o ll.z e t e r. tl'' '-'/-/,-?-hk
- !jtjhk,-!j!k
,
j
1
,
jj
$l$k$
-
hh, -,, .! ' k'
-/'
! k-jlj,jjkj,,,,j,jjj,jjjj y,
j
j
j
jI.,j
,
jy //,1---'/,''---- kIk-1---!!y-jykh-!qkhk-Ij-!:,j,-,-jj- -''--/,,- -,
,-
,
-
-
- hikI,!j!i-j-j-,4
,
..,!j-hkhy--,,- ,, j-- L''' '
//''','' '''
k/''
k/,
'
,
''
--
'
ls
k j
hkhy''-$$.'-'---
,,
h
-
-
h-hhi,- - 'h
s-
i
-,$!;$
ii
-
l
j
l
l
-
l
.
---
-!.-
-
-h$
Ihk'
---..
hi.
-
!$1h1
.
hst,18
.- I ' ...... --.........- ...- -........- '' ;,//' -//'
k??'
,?!-
',/
-
l-
-
--h!k,h
$ -!
!#$
-
.
-,
--
$,-hhs !--h-
-
,$
!$k
,-b-,ij,,hs
k
.,
-
,-
-,
-
'
,
-l-
,,
.:
j
--
-1$
k -,
.
j
-hkhk-!.hk!.ti:
-
.'
,
-
/f,--'-l
-
hI!$-,h$
kiij-?( ,
,,, ,-, !k,-t,hjj,,qj
y
$
,,
, , k/d
,'I-'!$
k$$-hkh!i'i.hs)i,j!$$b-:(h-j-jq
,$
hs
jj hjj
j
,,hj
k,jy,,j,j!,qltjj.jjj-1,,--,-,jlkhkj$$rj; : '/'1121'11-!lIhhhhi-$bbitb---;-
, hk,j !j 11I
''I,,
'
,'t,','''''''. ...'
,.
h.: ''li.kqlljt..j,lj;,,,,.1,'j4,'.,jh,jljq. sq-a ru)te e 1) k (.,1.1(1e. H e t,,,, e ten der warmte.
!'hl.!.

'h'll'..'
'
$
'!
!
'
.
'!l'h.'(,2)$,.i'.,.!.)...)!.'hh' h'. yle the rtu $
.),,,e ter va 1)1) n Ess syu. '-rheori e van --..-:-...
...
,$qkjyj,jj,kjj,jjykjk, j -'w'! - I
,kjt$j V''
rr.x
..
.. t lyl,i'.i . (1e 1) the rl11o 1)1 e ter. M'Ta t,warrnte 1 s. Ui t-
-
..i. -.. ''. ,lt
'
i .1
.. . , ... . A.
:
''
cx '.u h
j
q!j'''
, we 1-lx'll1Je 11 (1e 1*W 11rnlte . DEAUAIUR, FAHREN-
q'xN
'
. 'Ij $
'
$ -
-
'
. - -
'' ,y h H ElT (-''F.I-> I I.Ts . 511, s 1111 11m - en nn ini m unn- . 'l'! .' ....
.'?.::2tkk,- . -. il
,1!.
.(1..' c'F , .. l t,l le rltl $.,111e te'l-. hIe t :t lellt..l.l errnol'n eters. De ,
r; ..j. ,v,a 1jj' 1x ' h*
'
. . g ..
js .aps s. w a 1.u)te Il141 e 11u l> 1) (- .1l1tlIl1g der n atuur .
y j ..>x,,-'.-,,, ! . '
j-, I , .. jtk. !'..k ir :!-
.
.
,i ,..
h 'tr $
h.., lj !k!,jq
'
@ 5 k
h 'u .
q
' . . :% Akg , , ,I , x a j . '
. (.''' s.lztqi.
,?.
.(j.,% y...
. ,(.jq. ?.A1 9- E tl0 11 r l1 e 1*1110 111 e t,9.1*n 0 11 q t l 0 d 0 1*0 0 F1. j I, ..'x , .
,
. j . j .o,(.jjy ,j,g j.jyyy , yy s.yyjr!j vau ja jtt: e f . y.v,' . ..s zjj..j) jezj k h & ! c 9
! $ fl . ..)l,4 ) . l . . .
. . ,
k o t jjjo a j(,j.j(.j,j.j: : jt j..j : ( j. : t s j.,.- t,l$#l N-N ', (.jj j.)j).j1jla.jt,.y:.) l) . ., ,.
''4'( '..!/ I/ . . j )') '
,')k ,,.
. ..
,) ,. , . N j
, .
k.N s..jk k e l) (ls a 1 s 1) ) o l.1z 1-1-n l 1--d e n v o l g e ).
A s $A 'C hx !,.?e...- .'tj. . .'j .k .. , N e l , . J . .-.x..... 1($ 'p'n '. v;. t. .. - -- > .....e.......J'.l.
. qi , x.a s va . '.
- '-- ''
- , -
'
, z' '
.

y h.! T-x -rl.a(.l e l'Iy.a l)l--kj.-A I.lM t:n e 1) PAT-TSENNEIT ult- .u


.
h - -.
y- .,,a ..,. ,j ,j .. ''-' 'G'r.w e.. -
- > ,pj -
- , -. ,,- (,- --.- ..- -
,. .
jj Ijj-ty k k e l.).k a l) ... Q* > '
- *-* W' 1 :
. paa. . . w-w'za :,$$
. ' -- .- I- - lI . -
'-
, g..-w - .. s4c ' , I lltle,ze u-f'.,t-.,l'Ie 1):-2) 11 (v'OETT-TE llgt veel - 1, - - ..
q N *%-.
j
* - '
jj' - .,
'
.
..
...,,.,,,,.r
- -'
.
.-.
-...
.
-
. .y , $y jq / 1 /
- w....w . *1 <:.- .
* -
92 DE THERMOMETER.
waarheid. Een natuurverschijnsel op eene schaal te kunnen leggen, is voor de
nAeeste rnenschen reeds genoeg OnA het dieper navorschen der Oorzaken Over-
bodig te rekenen. Met te zeggen :de thermometer teekent zveel graden,
wordt volstrekt niets opgehelderd aangaande het ho: en waarom der ver-
schtnselen. Wij spreken over warmte,hitte,koude ;maar deze uitdrukkingen
zeggen niets dan dat zij enkel een indruk met een anderen vergelijken.W at
toch de een heet noemt,is voor den ander slechts warm ;de begrippen heet,
warm en koud zijn slechts relatieve begrippen. De naam t he r m O m e t e r is
afgeleid van de twee Grieksche woorden x%'Qn6;,warm,en y'x'v,meten ;het
is dus : een warmtemeter. De uitvinding wordt aan verschillende personen
toegeschreven,doch het waarschijnlijkst aan CORNELIS DREBBEL van Alkmaar
(geb.1572,Overl.1634), die tOt teekenaar en plaatsnijder was opgeleid, maar
zich door zijne kunde de genegenheid van
keizer FERDINAND 11 verwierf,door wien hij
.. ..
m met de opvoeding van den keizerlijken prins
belast en tot raad verheven werd.0Ok anderen
.- - -1Jt'
hebben wel toestellen tot het bepalen der
temperatuur uitgedacht,maar deze zijn f
; niet algemeen bekend geworden f te verward
beschreven om als eene eigenlijke weten-
f- p1,Ij schappelijke uitvinding aangemerkt te kunnen V '
-
' J
- worden. Zoo vond,naar men beweert,een
.-...--
0
= .. - - - --:
-
f-''l- '-- <V-- Engelschman, ROBEST FLuoo,te Oxford zulk =
-ws:t/ - .H N ;
-
k .i . = een werktuig uit en is de arts SANCTORIUS
' W = .
=
..=--
Om streeks het Jaar 1600 door m iddel van een
- x
ajjjjjj;w- .w aa. . '
-=:c- daartoe vervaardigden toestel in staat geweest
.....c - .-.)-
..
y- -@.. .
Om de warmte van het menschelilke lichaam
te meten. Sommigen beweren ook,dat GALILE
in 1572 een thermometer uitgevonden heeft,
eene einde open en met water en lucht gevuld zou ge- welks buis aan het
weest zijn.
De thermometer zijn allereenvoudigsten vorm uit eene glazen
buis,aan het eene einde open, aan het andere uitloopende in een bOl B (zie
de bovenstaande af beelding).Wij onderstellen, dat die bOl en gedeelteltk de
buis, gevuld is met een vloeistof,bij voorkeur gekleurd,voor het gemakkelijk
zien. Als men den bol in koud water dompelt,komt,onderstellen wij,de
vloeistof in de buis tot m'.Indien men na den bol uit het koude water neemt
en in kokend water dompelt,zal de vloeistof eerst een weinig dalen,Omdat
de bol zich door de warmte uitzet, maar al spoedig zal de gekleurde vloeistof
zich uitzetten en in de buis tot m stijgen.Het spreekt van zelf,dat,hoe
enger de buis en hoe grooter het uitzettingsvermogen der vloeistof is,des te
sterker de thermometer teekenen zal.Volgens dit beginsel nu werd de
T h e r m o m e t e r v a n DREBBEL vervaardigd.Hij bestond uit eene buis en
een bo1 a1s de zooeven beschrevene,maar deze werd met het opene einde
geplaatst in eene dergeltjke buis met bol, welke laatste gevuld is met eene
bestaat in
HET METEN VAN W ARMTE EN KOUDE.
gekleurde vloeistof (blauwe koperzoutoplossing). De lucht in den bol werd door
verhitting verdund, zoodat zij ten deele ontweek en btjgewonen warmtegraad
de vloeistof tot zeker punt in de buis door de drukking der lucht omhoog
gedreven werd. Een verhooging van den warmtegraad had ten gevolge,dat
door de uitzetting van de lucht in den bovensten bol de vloeistof in de buis
teruggedreven werd.Bij verlaging van den
vloeistof omhoog.Deze toestel onderging
warmtegraad daarentegen steeg de
menigvuldige veranderingen.W eldra
werden beide buizen tOt ne,terwijl men aan het boveneind alleen eene
kleine opening behield. BECI-IER boog het been der benedenste buis weder
opwaarts en vulde haar ten deele met kwikzilver,waarop hij eene guur liet
drijven, die den stand door middel van een wijzer op eene schaal aanwees.
Deze iguur werd met een raderwerk in verbinding gebracht,zoodat daling het
opwond en van een beweging ontstond (een bij afwisseling warmtegraad
p e r p e t u u m m o b i l e p h y s i c o m e c h a n i c u m) .
De nog tegenwoordig gebruikeltjke en doelmatigste vorm der thermometers
is het eerst door de Florentijnsche academie d e l c i m e n t O bekend gemaakt.
Het instrument bestond uit eene loodrechte buis,aan het eene einde gesloten,
aan het andere in een bOl uitloopende ;zij is ten deele met wtjngeest gevuld,
het Overige is luchtledig.Deze inrichting heeft tOt heden geene belangrijke
veranderingen Ondergaan, behalve dat men bOl en buis,in plaats van met
wtjngeest, met andere vloeistoflbn,vooral kwikzilver,vult.Het kwikzilver
trouwens is zeer gevoelig voor afwisseling van temperatuur en zet zich spoedig
uit. Ten einde nu eene des hoeveelheid kwikzilver aan den invloed
zich
te grootere
der buitenlucht bloot te stellen, bediende men vroeger meer dan tegen-
woordig niet van een bol,maar van eene dikke spiraalvormige buis. De toestel
wordt zoo Opgehangen, dat de buis loodrecht komt,er1 zij is doorgaans op
een plankje of in een open kastje van eene schaal voorzien, welke in graden
verdeeld is en ook we1 sommige aanwijzingen (b.v.bloedwarm, de voorbeelden
van groote warmte en groote koude op bepaalde dagen en plaatsen enz.)
aanduidt.De graadverdeeling is bij verschillende thermometers verschillend
ietswaarop wij later terugkomen.
W at w ar m t e i s , daarover hebben de natuuronderzoekers sedert eeuwen
de meest uiteenloopende gevoelens gehad.Daar alle natuurverschijnselen met
warmteverschijnselen gepaard gaan,kwam men reeds zeer vroeg tot de meening,
dat warmte de voornaamste beweegkracht in de natuur is ;zelfs tot in den
jongsten tijd zijn de voorstellingen,die men zich vormde van het wezen der
voorwerpen, van den aard en de oorzaken hunner veranderingen, met n
woord van al wat Onder het bereik vanzinneltke waarneming valt,af hankeltjk
geweest van de voorstelling,die men zich van het wezen der warmte vormde.
En vandaar,dat de denkbeelden Over de warmte een zoo belangrgken invloed
op den gang der beoefening van de natuur hebben uitgeoefend.
Oudttjds hield men de warmte,en dus Ook het vuur,voor eene jne,ethe-
rische zelfstandigheid, verschillend van het stof der lichamen ; doch nader werd
de zaak niet bepaald. Eerst BAcO VAN VERULAM hield het er voor,dat de
Oorzaak der warmteverschijnselen gelegen was in zekere golfvormige bewe-
93
DE THERMOMETER.
gingen van de kleinste deeltjes der lichamen,en NEwTON hechtte daaraan zijrl
zegel, in zoover het den toestand van gloeiing betrof, waarbij dus ten gevolge
der warmte licht uitstroomde.Behalve dat viel het hem gemakkelijk, voor
velerlei verschijnselen eene zeer bijzondere warmtestof aan te nemen,welk
denkbeeld zich later meer en meer vestigde en Ook in de theorien van
BOERHAAVE en EULER over het vuur bepaald werd uitgesproken.Men nam op
dat standpunt eene afzonderltke w a r m te s t o f aan,eene vu urz elf s t a n-
d i gh e i d ,welker toevloeien of ontwijken do lichamen tot de verschillende
warmtegraden bracht en ze tegeltjkertijd met nieuwe chemische eigenschappen
toerustte ; eene Opvatting, die door oxydatie in de hitte en het roesten der
metalen schtnbaar werd bevestigd en daardoor ten grondslag strekte voor eene
theorie, die lang geheerscht heeft,maar niettemin onjuist was. Op het tegen-
woordig standpunt der wetenschap ltjdt het wel geen twtjfel meer,dat de
warmte,evenals het licht,uit bewegingen bestaat) welke in de kleinste deeltjes
der lichamen door verschillende Oorzaken Ontstaan. De omstandigheid, dat
warmte in licht kan veranderd worden en omgekeerd licht in warmte, pleit
hiervoor.De hoeveelheid warmte van een lichaam is een maat voor de leven-
kracht tOt dige dier beweging. W anneer wij de lichamen in hunne verhouding
de warmte beschouwen, ontwaren wtj eigenschappen geheel overeenkomstig met
die,welke wij bij het licht,de electriciteit enz.waarnamen. Wij zien lichamenz
die de warmte snel opnemen en in al hun stofdeeltjes ook snel voortleiden ;
andere daarentegen, die aan de voortbeweging der warmte een grooterell of
kleineren tegenstand bieden ; m.a.w. :men heeft g o e d e en s l e c h t e warmte-
geleiders.T0t de eerste behooren de metalen,glas,porselein,steen enz.;tot,
de laatste droge lucht, hout,leder,vilt, geweven stoflbn enz.De warmte gaate
van het eene lichaam in het andere over, niet enkel door Onmiddellijke aan-
raking, maar zij straalt ook door eene luchtledige ruimte ;d: licht-aether plant
derhalve ook de warmtegolvingen over ; de warmtestralen worden op dezelfde
wijze als de lichtstralen teruggekaatst,bltkens den brandspiegel,en eveneens
gebroken, blijkens de brandglazen.
U it w e r k i n g e n d e 1- w a r m t e.De warmte maakt zich eerst dan kenbaarz
wanneer twee lichamen van verschillenden warmtegraad met elkander in
zoover in aanraking komen, dat het 't meest warme warmte aan het 't minst
warme kan mededeelen, totdat beide even warm zijn,en dan zal beider warmte-
graad tusschen de beide vroegere liggen.Daarbj naoet echter in aanrnerking
genomen worden,dat de hoeveelheid warmte, die het eene lichaam aan het
andere afstaat, afhangt van de hoeveelheid en de hoedanigheid van de stof
der lichamen. Eene bepaalde hoeveelheid warmte b.v. kan de temperatuur
van een K.G. water met 10O verhoogen,doch om een K.G.kwikzilver 10O
warmer te maken heeft men slechts l/aa dier hoeveelheid warmte noodig.BM
af koeling geven natuurlijk deze beide vloeistoFen oOk slechts evenveel af als
zij ontvingen,zoodat ook bij geltjke temperatuurverlaging kwikzilver 1/aa van
de hoeveelheid warmte afstaat,die water afstaat.Uithoofde van deze groote
gevoeligheid,die het kwikzilver voor den invloed van warmto en koude bezit,
wordt het veel in thermometers gebruikt.
94
UITWERKINGEN DER WARMTE. 9 5.
De warmte werkt eenigszins den onderlingen samenhang der deeltjeq tegeu,
daar zij ze van elkander verwijdert.Daardoor vergroot zij den Omvang der
lichamen, en deze werking wordt uitgedrukt in de bekende stelling :warmte
zet de lichamen uit, koude krim pt ze ineen w aarm ede bedoeld wordt,dat
in het eerste geval warmte wordt toegevoegd,in het laatste onttrokken.Er
zijn ontelbare verschijnselen in de natuur, die dit aantoonen.W anneer een
kogel,koud zijnde,juist door een ring valt, blijft hij er op liggen,als men
hem sterk verhit ; laat men hem liggen)zoodat hij kan afkoelen,dan zal hijz
koud geworden,door den ring vallen.
Evenzoo is het gelegen met vloeistofl-en en gassen en deze eigenschap epen-
baart zich des te sterker, naarmate de deeltjes van eene zelfstandigheid be-
weeglijker zijn. Gassen zetten zich dienvolgens door de warmte geweldig uit
en de thermometer van DREBBEL is op deze eigenschap gegrond. De wijngeest-
thermometer der academie te Florence en onze gewone kwikthermometer
toonen ons de van vloeistolen de die vaste en Op
lichamen bij verandering van warmtegraad Ondergaan,bertlsten de p y r O m e t e r s
of hittemeters,die lnen in verschillende vormen tot het meten van zeer groote
hitte,b.v.in smelterijen, porseleinovens enz., vervaardigd heeft.
Behalve deze verandering in omvang Ondergaan ook vele lichamen eene in
soort of toestand.Een stuk ijs, dat verwarmd wordt, smelt en wordt water.
Daarbij blijft de warmtegraad dezelfde, om 't even hoeveel warmte men Ook
aanbrengt)totdat al het ijs tOt water gesmolten is.Eerst dan neemt bij voort-
gaande verwarming het water eene hoogere temperatuur aan,totdat eindelijk
de vloeistof ophoudt water te zijn en in damp of stoom verandert.Het water
geraakt daarbij ten gevolge der ontwikkeling van dampblaasjes in die beweging,
welke wij koken noemen.0Ok nu blijft de warmtegraad standvastig,zoolang-
er nog vloeibaar water voorhanden is.Hetzelfde a1s bij het smelten van ijs
en het verdampen van water - een verandering van den aggregaatstoestand
der zelfstandigheid - kunnen wij ook bij andere lichamen opmerken)b.v.
kwikzilver,zink,zwavel, phosphorus enz.De warmte,die noodig is om 1 K.G.
ijs van 00 C.in 1 K.G. water van 00 C. te veranderen,noemt men de
s m e l ti n g s w ar m t e van ijs en de warmte,die noodig is Om 1 K.G. water
van 1000 C. in 1 K.G. waterdamp van 1000 C. te veranderen, wordt de
v e r d a m pi n g s w a 1*m te van water genoemd. Ook alle andere stoflbn hebben
een smeltingswarmte en een verdampingswarmte.Vroeger meende men,dat
deze smeltingswarmte wel degelijk in het water voorhanden was, evenals de
verdampingswarmte in waterdamp.Men noemde beide daarom latente (d.i.
uitzetting verandering,
verborgen)warmte,warmte,die door den thermometer niet wordt aangeduid.
Tegenwoordig weet men,dat de smeltingswarmte en de verdampingswarmte
a l s w ar m t e verdwijnen,maar Op andere wijze a1s ar b e id s v erm o g e n
optreden. Gaat een lichaam uit den damptoestand of vloeibaren toestand in
den vloeibaren of vasten toestand Over,dan wordt door dit lichaam warmte
aan de Omgeving afgestaan,zonder dat gedurende de verandering van aggre-
gaatstoestand de temperatutlr van het lichaam daalt. Zelfstandigheden,die
spoedig verdampen, d.i. snel uit den vloeibaren toestand in den gasvormigen
96 DE THERMOMETER.
overgaan,nemen daarbij veel warmte in zich op en zijn in staat, daardoor de
nabijzijnde lichamen zeer af te koelen door er veel warmte aan te onttrekken.
W ij kunnen bijv.water laten bevriezen,indien wij een met water gevuld
voorwerp, een glas btjv.,onder de klok van eene luchtpomp plaatsen en door
uitpompen de zich ontwikkelende waterdamp snel verwijderen, zoodat zich aan
de oppervlakte voortdurend damp Ontwikkelt.W ij voelen op onze hand de
verkoelende werking van snel verdampenden alcohol ; bij groote hitte bespren-
kelen wij den grond met water, ten einde dit te doen verdampen,waarbij
warmte aan de Omgeving Onttrokken wordt. Omgekeerd wordt warmte aan
de omgeving afgestaan,wanneer de in de lucht zwevende waterdamp zich tot
druppels verdicht of de als nevel en wolken in de lucht zwevende vochtdeeltjes
in stukjes ijs - hagel - en sneeuw veranderen,E1k zoodanig weerverscllijnsel
wordt gevolgd door eene verhooging der temperatuur,aan den thermometer
waarneembaar.
Eene der belangrijkste werkingen van de warmte bestaat daarin,dat ztj
vaste lichamen vloeibaar,vloeibare gasvormig doet worden. Door haar alleen
is een organisch leven, zooals het tegenwoordig op deze aarde bestaat,mogeltjk ;
al de verschijnselen van het weder (onweders, windeny regen) zijn afhankelijk
van de warmte,want zij hangen grootendeels af van de aanwezigheid van
in de lucht en de hoeveelheid van dezen waterdamp hangt af van waterdamp
de temperatuur des dampkrings.Maar hier rijst de vraag :
W at i s d a m p ? W ij kennen de stoflblijke voorwerpen in drierlei toestand
(aggregaatstoestande n) :den vasten,den vloeibaren en den gasvormigen.
Van den eersten vorm hebben wij een voorbeeld in ijs, van den tweeden in
w ater.Tndien m en w ater
raaar rnen heeft daarbg
onvolkomen opnemen in den dampkring.W aterdampydien men ziet, b.v. als
wolk, als nevel,a1s damp, die uit een ketel kokend water Ontsnapt, is nog
verhit,gaat het in den
Onderscheid te m aken
dampvorm igen toestand over;
tusschen een volkonaen en een
niet volkomen opgelost.Men bezie den stoom,die uit de locomotief van een
spoortrein in de lucht zweeft.De witachtige damp is stoom,waterdamp.Men
ziet dien stoom zich splitsen in vlokjes en deze weder in kleinere,totdat de
stoom geheel en al onzichtbaar is geworden ten gevolge van Oplossing in de
dampkringslucht.W anneer het zeer koud is,gaat die Oplossing veel langzamer
dan bj groote hitte.Hoe warmer het is: des te gemakkeltker lossen zich de
dampen geheel Op in de dampkringslucht.En dit vermogen der lucht dampen
geheel in zich op te nemen en onzichtbaar te doen worden heeft zijne grenzen.
Eindelijk wordt de lucht er van verzadigd en is zij niet in staat meer water-
damp op te lossen ; 't gevolg is, dat er wolken ontstaan als verzamelingen
van onvolkomen Opgelosten en dienvolgens zichtbaar bltvenden waterdamp,
welke waterdamp 'zich bij toenemende af koeling in den drupvormigen toestand
a1s regen moet vertoonen.Dit verduidelijkt ook,dat een droge oostenwind,
die uit de uitgestrekte landen over geheel Middel-Europa tot Ons komt, gretig
de vochtigheid uit grond en planten opslorpt,terwijl de zuidenwind,uit de
Middellandsche zee komende,en vooral de westelijke,uit den Atlantischen
Oceaan,reeds van vocht verzadigd zg n en dus lichteltk regen aanbrengen.
DE HYGROMETER.
0m te bepalen,hoeveel vochtigheid in de lucht aanwezig is en dus of zij
nog veel dan we1 slechts weinig vochtdeelen Opslorpen kan,dient de
Hy gr o m e t e r O f v o c h t i g h e i d s m e t er.Er zijn eene menigte zelfstandig-
heden in de organische natuur,welke de eigenschap hebben den waterdamp
der lucht in hare porin te verdichten en daardoor in omvang toe te nemen.
Haar,balein,pennen, vederen,hout,stroo en dergelijke lichamen dragen wegens
deze eigenschap den naam hy g r o s c o p i s c h e (vochtigheid verradende).Daarop
berusten verschillende kleine toestellen,waaraan
te kunnen waarnemen.Hiertoe behooren de
m0l1 W001*SV0l'al1d01'il1g011 l13oont
zoogenoemde w e e r m a n n e tj e s.
Binnen in een huisje hangt eene ineengedraaide darmsllaar loodrecht en deze
draagt eeue plat liggende bordpapieren schtjf, op welke twee poppetjes, een
mannetje en een vrouwtje,staan.Als ten gevolge der groote vochtigheid de
darmsnaar ineendraait,komt het mannetje met eene parapluie
buiten ; wordt het droog,dan gaat hij naar binnen en het
vrouwtje komt buiten mt hare parasol.
Dergelijke toestellen zijn in groote menigte en in allerlei
vormen van allerlei zelfstandigheden vervaardigd,maar weten-
schappeltke waarde hebben zij niet.Den eersten hygrometer,
die den vorm van een werkeltjken toestel had, vervaardigde
Swussuss. Hij bestaat in hoofdzaak uit een menschenhaar c,
dat in loog is uitgekookt en met het boveneinde aan een vast
punt d, met het ondereinde aan den Omtrek van een katrol-
letje O is vastgemaakt.Wordt bij droog weder het haar korter,
dan verkrijgt het katrolletje en dus OOk de daarop gaplaatste
wijzer eene ronddraaiende beweging.Rekt het haar weder,
dan draait een klein gewichtje p)welks draad eveneens over
het katrolletje loopt en het haar altijd eenigszins gespannen
houdt, den wijzer in omgekeerde richting.De beide eindpunten
der schaal,welke de wijzer doorloopt,worden bepaald,door-
dien men het werktuig eerst Onder eene klok plaatst,waarin
*
I
1 $
l ..
1
; l -
l j
1i f't
-
)
?
!
'
l
,
1j o . j,% -- ,
'
---
'
.'.-'.......
..:;,,..., ----..,
.--,
'
j .-y,-,-.
! (l' tu,
1l !...
1 l t 4 j .
-
P ., '' v' Nxz
= .
==
@v Y# o
t - .-
K
de lucht door scheikundige middelen geheel droog gemaakt is.Op de plaats,
die bij deze proef de wijzer inneemt,zet men het cijfer 0,den hoogsten graad
van droogte.Onder eene andere klok,die van binnen met water bevochtigd
is,wordt daarop het hoogste vochtigheidspunt bepaald en de ruimte tusschen
deze beide eindpunten wordt in 100 gelijke deelen of graden verdeeld.Op
dergelijke wijze is ook de hygrometer van DELUC ingericht, in welken,in de
plaats van een haar,een stukje balein gebezigd wordt.
W erktuigen van 'deze soort zijn echter in het geheel geen meters, want ztj
wijzen slechts veranderingen aan, en dat nOg we1 tamelijk ongelijk,zonder
aan te geven,h o e v e e l vochtigheid er in de lucht is ; bij toenemenden warmte-
graad kan de lucht zelfs meer vochtigheid Opnemen, zonder dat de hygrometer
dit aanwijst.De weerkundige wetenschap verlangde dus een ander werktuig,
hetwelk het vochtgehalte der lucht rechtstreeks aanwijst en dus leert, hoeveel
gewichtsdeelen water in een kubieken voet lucht op een bepaald oogenblik
bevat zijn. Eerst door zulk een werktuig,verbonden met barometer en ther-
X. 7
97
DE THERMOMETER.
mometer,bestaat er kans, dat het eens den meteorologen mogelijk zal zijn
de verschijnselen in de lucht zoo nauwkeurig waar te nemen,als de sterren-
kundige die aan het uitspansel nagaat. Om daartoe
te geraken moest m en eerst de natuur der dampen
'
nauwkeuriger leeren kennen ; men moest vooral
. ..q
..::?
' ''r. 'k weten,dat de lucht bij elken warmtegraad slecht's
eene bepaalde hoeveelheid waterdamp kan Opnemeny
die met de temperatuur toeneemt.Brengt men een
'
'
l koud vast lichaam in warme lucht,dan wordt het
,
'
r.'! gewoonlijk beslagen,d. i.met een :jnen dauw over-
' '? % trokken
. Dit is het gedeelte water, hetwelk de lucht,
die het voorwerp aanraakt en daardoor afgekoeld
wordt,juist ten gevolge van deze afkoeling moet laten
varen.Hoe vochtiger de lucht is,des te eerder zal deze >
dauwaanslag zich vertoonen ;bij tamelijk droge lucht
--.
.
geschiedt dit eveneens,als men het voorwerp maar
rk
- -
koud genoeg maakt.Men tracht nu te bepalen,tot
welke temperatuur men een lichaam moet af koelen,
totdat het beslaat, en bij welke temperatuur de neerslag weder verdwijnt.Het
gemiddelde van deze beide temperaturen noemt men het dauwpunt; het is die
warmtegraad, bij welken de lucht juist met den
waterdamp, d i e n zij b e v at ,zou verzadigd zijn.Op
deze beginselen berust de hygrometer van DANIELL.
j Hj bestaat uit eene gebogene buis,die in twee bollen
s t uitloopt. Do bol a is voor de helft verguld en gepla-
, tineerd om den aanslag van vocht daarop beter te
&
doen uitkomen ; hij bevat een kleinen thermometer
x en is half met aether gevuld. De bol b is met een $
.
fljn linnen lapje omgeven.De buis is luchtledig? zoodat
s s de ruimte daarbinnen met aetherdampen is gevuld.
W ordt er nu aether op den bo1 b gedruppeld, dan
$ J
zal deze door de snelle verdamping kouder worden. I
De dampen binnen den bol worden dus verdicht en J
er komen nieuwe dampen Over,die zich uit den
aether in den bol a Ontwikkelen. Deze laatste moet
door deze dampvorming eveneens steeds kouder
worden,totdat eindelijk op de buitenztjde de dauw
I verschijnt.De binnenste thermometer toont ons aan, 1
1 ,, bij welke temperatuur de dauwvorming plaats vond ;
een gewone aan den standaard bevestigde thermo-
- .... .
meter wijst de temperatuur der lucht aan.Uit deze
-. ....*7Z--
'''
beide thermometerstanden en den barometerstand
kan men
tigheid de lucht op het oogenblik
gedurige berekeningen te ontslaan,
nu bepalen, welken graad van voch-
der waarneming had. Om zich van de
gebruikt men in den regel tabellen,
98
METEOROLOGISCHE W ERKTUIGEN.
waarin men met de waargenomen getallen onmiddellijk de uitkomst kan
Opslaan.
Een dergelijk en veel gebruikt werktuig is de psychrometer van Al/tyllsT.
Hij berust op het beginsel,dat, hoe droger de lucht is,des te sneller ook het
water verdampt. Bij elke verdamping wordt echter warmte gebonden; met
andere woorden : er ontstaat koude en deze afkoeling kan men met den ther-
mometer meten.De psychrometer bestaat dienvolgens uit twee naast elkander
hangende thermometers,die alleen onderscheiden zijn doordien de .bol van den
eenen met een lapje is bekleed, dat in een bakje met water hangt,zoodat de
bOl altijd vochtig gehouden wordt.W as nu de lucht geheel met damp ver-
zadigd, dan zou er geen water kunnen verdalnpen en daardoor dus ook geene
afkoeling ontstaan ; beide thermometers zouden in dit geval even hoog staan.
Neelnt echter de luchtnog waterdamp op, dan za1 de natte thermometer dalen,
en dat wel des te naeer,hoe verder de lucht van haar verzadigingspunt ver-
wijderd is.Het verschil tusschen beide thermometerstanden kan dus tot de
bepaling van de vochtigheid der lucht gebruikt worden en om de berekening
gemakkelijker te maken heeft men eveneens tabellen.lntusschen moet dit
werktuig ver bij het vorige achterstaan en kan het in het geheel niet als
Onberispelijk worden aangemerkt ;zoo zal bijv.Op eene tochtige plaats het
verschil der beide thermometers altijd grooter zijn dan daar,waar de lucht niet
in beweging is.Voor zeer fijne waarnemingen schiet dus geen andere
over, dan het water uit eene bepaalde hoeveelheid lucht,hoe grooter
beter, af te scheiden en zijn gewicht te bepalen.
Weg
hOe
D e m e t e o ro l o g i e e n d e m e t e o r o g r a a f.Bijna alle veranderingen in
den toestand van onzen dampkring, althans in hetgeen een Onmiddellijk merk-
baren invloed op het weder heeft,ontstaan uit veranderingen in de tempe-
ratuur. Van deze hangen in de eerste plaats de richting van den wind en de
meerdere of mindere vochtigheid af ;
do zwaarte der lucht en het is uit de
nog de doorschijnendheid en
samenwerking dezer oorzaken,dat het
w e d e r ontstaat. De wetenschappelijke waarneming en navorsching dier Oor-
zaken heet
voorts Ook
weerkennis. m e t e O r O 1o g i e ,
Electroscoop en electrometer dienen om den electrischen toestand der damp-
kringslucht te onderzoeken en te meten ;de anemometer dient tot bepaling
der sterkte en der richting van den wind,de pluviometer tot bepaling van de
hoeveelheid gevallen regen en de ozonometer tot bepaling van 't Ozoongehalte
der lucht.Die werktuigen (met thermometer,psychrometer, barometer e. a.)
te zamen zijn het,van welke de meteorologie zich bedient.
Het zal wel niet noodig zijn te ontwikkelen, van hoe
weder is, niet alleen op het welvaren van den afzonderlijkell mensch,maar
grooten invloed het
oOk
lieden
maar ook de wetenschap vorscht ijverig het weder na.Ten einde een gelijk-
tijdig Overzicht van de dampkringsverschijnselen te erlangen,heeft men op
raad van ALEXANDER voN HUMBOLDT de geheele aarde met meteorologische
op den toestand van geheele landen en volken.Niet slechts voor land-
en varensgasten is de waarneming van het weder eene belangrijke zaak,
waarnemingspunten bezet ; op e1k van deze worden de waarnemingen Op
99
100 DE THERMOMETER.
dezelfde uren van den dag gedaan en aangeteekend. De bijeenvoeging der op
die wijze verkregen uitkomsten en hare Onderlinge vergelijking heeft,om slechts
deze ne bijzonderheid uit vele te noemen,een helder licht verspreid over de
kennis van de natuur der stormen,waardoor deze nOg jeugdige wetenschap
bereids de allergewichtigste diensten aan de zeevaart bewezen heeft.Immers
men weet nu, dat vele der gevaarlijkste stormen niets ztjn dan geweldige
wervelwinden,die zich tOt een betrekkelijk klein gedeelte van den oceaan
bepalen, terwtjl de meteorologische wetenschap aanwijst,hoe men Op zee de
richting kan leeren kennen) in welke men den steven te sturen heeft Om
buiten de verschrikkelijke draaiorkanen in eene kalme lucht te komen.
Maarj al wordt O0k op de meteorologische waarnemingspunten op bepaalde
tijdstippen de gesteldheid des dampkrings waargenomen en aangeteekend, toch
kan men uit zulke afzonderlijke gegevens geen samenhangend geheel erlangen.
Daarom heeft men reeds sedert lang getracht,den onophoudeljk veranderenden
stand der instrumenten door deze zelve te laten aanteekenen. Men heeft dit
doel voortschuivende met een papierstrook
potlood of dergelijke stift door het instrument Onophoudeltjk den stand te doen
aanteekenen ; oOk wel zijn de instrumenten zoo ingericht, dat voortdurend op
daartoe geprepareerd papier een pho/graphisch beeld van h:t instrument in
zijn verschillende standen genomen wordt.Stellen wij ons b.v.voor,dat op
de oppervlakte van het kwikzilver in het korte,opene been van een barometer
bereikt door op eene langzaam
eene kurk drijft, verbonden met een potlood, dat Op eene voortschuivende
papierstrook eene lijn beschrijft,dan zal de gedaante dier ltjn eene nauw-
keurige
die stand
zal de papierstrook met eene rechte lijn beschreven zijn over eene lengte,
vereischt Om een uur lang onder het potlood door te schuiven.Maar btj elke
rijzing Of daling van de kwikzuil,en bijgevolg van de potloodpunt,moet eene
kromming in de lijn Ontstaan, die de maat en den tijd van elke rijzing of
daling des barometers ten nauwkeurigste aanwijst.Men z0u ook achter de
voorstelling geven van de opvolgende standen des birometers.W are
gedurende eenigen tijd,b. v.een uur,onveranderlijk geweest,dan
kwikzuil een photographisch papier kunnen laten voortschuiven,dat door het
licht in zoover zwart wordt gemaakt als het licht door de kwilzuil niet onder-
schept Niordt,enz.
Op zeer vernuftige wijze
een toestel vervaardigd, die, door een uurwerk in beweging gehouden: alle
meteorologische verschijnselen op die wjze in den vorm van kromme lijnen
voorstelt.Het heet de zelfwerkende meteorograaf, die op de laatste Parijsche
tentoonstelling de algemeene bewondering wekte en sedert op vele sterren-
wachten als een nimmer rustend waarnemer in dienst gesteld is. De eene zjde
van dit vrij groote werktuig vertoonde,behalve hetuurwerk, photographische
af beeldingen van den stand van barometer,droogte-thermometer en vocht-
thermometer, benevens aanwijzing van den gevallen regen, zoo ten aanzien
van tijd a1s van hoeveelheid.Aan de andere ztjde ziet men een opgave van
de sterkte en de richting des winds, een anderen thermometer tot het meten
van de temperatuur der zonnestralen,benevens eene contrle van barometerstand
hbeft de beroenAde sterrenkundige SEccHl te Rome
VERVAARDIGING VAN THERMOMETERS.
en regenhoeveelheid.De afbeeldingen aan de eene zijde liepen over 272,die
der andere over 10 dagen.Na zooveel tijd moesten zij vernieuwd worden.
Gedurende die dagen echter ontstond de aanschouwelijke voorstelling der ver-
schijnselen in den dampkring van zelf,daar al het werk werd verricht door
een scherpzinnig uitgedacht uurwerk,door het ineengrijpen van talrijke en
met de grootste nauwkeurigheid vervaardigde hef boomen en door electro-mag-
netische werking eener galvanische batterij,die op telegraphische wijze die
gedeelten in werking bracht, welke buiten de waarnemingsplaatsen lagen.
Doch keeren wij tOt ons eigenlijk onderwerp terug.
Daar het vriespunt en het kookpunt zich zoo bijzonder ondersclleiden,zijn
zij als vaste punten op de thermometerschalen aangenomen.
H e t v er v a ar d i g e n d e r t h e r m o m e t e 1*s.Indien men een thermometer
vervaardigen wil, moet men allereerst met de grootste nauwkeurigheid eene
buis uitzoeken.Zij moet overal volmaakt even wijd zijn en dit is ten gevolge
der wijze van vervaardiging slechts zelden het geval.Deze buis wordt aan de
eene zijde door middel eener glasblazerslamp tot een bol gesmolten en geblazen ;
het andere uiteinde blijft vooralsnog Open.Voorts wordt door verhitting alle
nog misschien voorhanden zijnde vochtigheid uitgedreven en daarna buis en
bol met goed uitgekookt kwikzilver gevuld. Om het kwikzilver door de nauwe
buis in den bol te brengen verhit men de buis en den bol,waardoor een ge-
deelte der lucht wordt uitgedreven,en men dompelt nu het opene einde van
de buis in kwik of men brengt aan het Opene einde eene trechtervormige
102
verwijding aan, waarin men kwik giet, waarna men de buis rechtop plaatst.
W ordt nu de buis kouder,dan ontstaat er eene luchtdrukking van buiten naar
binnen,
genoeg kwik in de buis gedrongen, dan moet men de bewerking herhalen.
Jemand,die aan het werk gewoon is,weet zeer spoedig te beoordeelen,wan-
die het kwikzilver in de buis drijft. Is bij een eersten keer n0g niet
neer hij de noodige hoeveelheid kwikzilver in den thermometer heeft.Thans
maakt htj de buis luchtledig en gesloten.Te dien einde trekt hij het opene
einde voor de glasblazerslamp tot eene fjne punt uit en hij verhit nu den ther-
mometer zoo sterk,dat het metaal de geheele buis vult en uit de jne punt
begint te dringen.Op dit oogenblik smelt hij de buis geheel dicht en, wanneer
nu bij het bekoelen het metaal weer teruggaat,bljft er eene luchtledige ruimte
Over. Hierop moet hij de hoofdpunten van de schaal bepalen.Een mengsel
van een weinig gedistilleerd water en zuivere sneeuw Of tjs moet na verloop
van eenigen tijd,wanneer het niet in enkel waler Of enkel ijs veranderd is,
een bepaalden warmtegraad aangenomen hebben,die juist het verlangde vries-
punt is. In zulk een mengselplaatst men de buis en men teekent daarop lzet
punt,tot waar de kwikzuil is gedaald, als het vriesplmt aan.De bepaling van
het kookpunt is even eenvoudig.Daar men weet,dat kokend water door aan-
houdende verwarming niet warmer wordt,maar alleen meer stoomt,heeft men
hierin in het algemeen reeds het tweede punt gevonden.Een geheel Onver-
anderlijk punt is het echter niet,want het koken geschiedt bij hooge lucht-
drukking moeielijker dan bij lage, zoodat in het eerste geval het kookpunt
hooger zou komen te liggen. Men moet dus den middelbaren barometerstand
(76 centim. Of 28 Par.duim)bezigen Of in rekening brengen,want men be-
hoeft dien niet altijd af te wachten.Weet men bijv.dat bij 70,7 centim.
luchtdrukking het water reeds op 98O van de honderddeelige schaal,bij 73,3
centim . Op 99O kookt, dan weet men,dat Onder deze Omstandigheden het
kookpunt 20 of 10 hooger moet liggen dan de thermometer aanwijst.Het
kookpunt verandert ook,wanneer er vreemde stoflbn bij het water gemengd
zijn ;daarom moet men altijd gedistilleerd water bezigen.En eindelijk dompelt
men het werktuig niet meer a1s vroeger in de kokende vloeistof zelve, maar
hangt men het in een fleschvormig vat, dat een weinig water bevat en van
Onderen verwarmd wordt,zoodat de waterdamp, die altijd dezelfde temperatuur
heeft als het water, waaruit het voortkomt,het werktuig van alle kanten
Omringt.De afb.op bladz.101 stelt den daartoe gebruikelijken toestel voor.
D0 afstand tusschen het vries- en het kookpunt kan Op verschillende wtjzen
in graden Verdeeld worden.Naar de Verdoeling Van RXAUMUR Wordt hij in 80,
naar die van CEluslus 1) in 100 graden verdeeld.Een dezer beide schalen en die van
FAHRENHEIT vindt men dikwijls aan den thermometer nevens elkander geplaatst.
Bij den thermometer van FAHRENHEIT,die veel in Engeland en Ook in ons land ge-
bezigd wordt,ligt een kunstmatig vriespunt ten grondslag,dat men verkrijgt door
DE THERMOMETER.
1)In de C o m p t e s r e n du s (T.XVIII,N4.23,pag.1063), vindt men,dat er een
eigenhandige brief van LlxxAzus bestaat,uit welken bljkt,dat hj beweert de eerste te
zjn geweest, die de thermometerverdeeling in 1000 heeft gebezigd.
VERVAARDIGING VAN THERMOMETERS.
den thermometer in een mengselvan sneeuw en zout te plaatsen.Van dit punt
tot het kookpunt telt de schaal van FAHRENHEIT 212 graden,waarvan er 180
tusschen het kook- en het vriespunt liggen,terwijl de 32 Overbltvende beneden
het vriespunt vallen.W il men de opgave van een thermometer in eene andere
schaal uitdrukken, dan heeft men op het volgende te letten.De lengte der
gradoll Vall RXAUMUR on OELSIUS
FAHRENHEIT. CELSIUS. RAUAIUR. staan tot elkander als 100 tot 80
,
dus als 5 :4 ; door vermenigvul-
diging naet 5 e11
wordt dus
thermometer van RXAUMUa in eene
deeling door 4
eene opgave van den
van den honderddeeligen Overge-
bracht ; door de omgekeerde be-
werking
CEluslus in graden RXAIJMIJR.0m
de aanwijzing van de schaal van
verandert men graden
FAHRENHEIT in die volgens RyjAuxtTa
te veranderen)trekt men van het
aantal graden FAHRENHEIT 32 af ;
men vermenigvuldigt daarna de rest
m et 4 en deelt het product door 9.
Om
HEIT
de opgave volgens FAHREN-
in die volgens CEluslgs te
- --
. -
l -
l
/
l
l
k
<
121 1?.....
194
176
158
140
122
104
86
68
50
= .@...
- - 90
80
f
- -- r;tj
60
50
40
j 80 6 ue
10
u (1,@.g.
l
#
7
'
;2
zr
Aw
- 80
i-- 72
64
56
48
1 IU l
8z
24
16
. 8
- 0
z'
veranderen gaat men
wijze te werk,
Tot gemak in het gebruik
zoo ingericht, dat men daaraan zien kan, welke de hoogste en de laagste
temperaturen zijn,die zij hebben aangewezen.Men noemt ze maximum- en
m inim um-therm om eters) ook w el dag- en nachttherm ometers. Het m eest be-
plaats van 4 het getal
lleeft men de thermometers op verschillende wijzen
kende werktuig Van deze soort is de thermometer van RUTHERFORD.TWe0
dezelfde Op
doch neemt in 5 als vermenigvuldiger.
liggende thermometers zijn Op een
plankje of bordje bevestigd,een,nlet
kwikzilver gevuld, voor de hoogste,
een, met wijngeest gevuld,voor de
laagste warmtegraden.In den eersten
ligt een klein staafje ijzer d,hetwelk
het kwikzilver bij zijne uitzetting voor
e '' == - - % = . > = = - =
' == ='- * e 'W .- -= m*K ' ' ,-
% j . < .> ..'== . - . - ... > . . . = . . '< -==- ' ..- ma .=
. - = = x v w a ,v W .x . .- .-v== = .- '.> . ... = . ..-.==.=.x..
!,lI jIl -.c---. -- 1l ---
l I .. .$I .. . ,>-' I ! l I ' -- == = - = I
11 ...=< ... .=...==-= .'' 'xu jIII ''' .= ,= ...=.. v-==' =< x- ==.===' = m = I ' =-' = =m-='===,-'=---=v = '-
1I l -', ' . '=..=
1111* 1 IfI ......-..... -- -- ... . . --- == .------up.... -
n=-yijjjjjujij... 11l - ----rt ..... j ..- - .... - v . .v- .=..-,1111jl ' ..
'.. .- '
.= - -= ... ..m .II jI=
; l I , I 1 1 1 %= -, ==- =- I I I ='-
.= > =
- - . . = = - -
.-. .= - = N w * * '' . = U H = -
. .. w..- - ,==% =z'
zich uitschuift en btj het inkrimpen laat liggen.
ligt eveneens een dun glazen staafje,dat met een zwart knopje of eene ver-
dikking aan de beide einden voorzien is.Dit wijzertje c is geheel door wijn-
geest omgeven en blijft Op zijne plaats liggen,wanneer de wijngeest vOOr-
uitgaat. Trekt deze zich echter verder terug dan het wijzertje Oorspronkelijk
lag, dan Wordt het door de aantrekking der vloeistof,die er aan blijft kleven,
modegenomen.Het ijzeren Staafje Wijst dus de hoogste,het glazen Staafje de
laagste temperatuul- aan,die do thermometer heeft aangeWezen. Bij elke
In den wijngeest-thermometer
103
104
nieuwe
:guur
proefneming moet men door de eene zijde van het plankje (in onze
de rechtsche) naar beneden te bewegen en zacht daartegen te kloppen
de staafjes
De thermometer kan
en d tOt aan de Oppervlakte der vloeistoFen laten zakken.
op verschillende wtjzen Op glazen platen of in glazen
buizen vastgemaakt worden, al naarmate men daarmede verschillende doel-
einden voor Oogen heeft. W erktuigen,die t0t proefnemingen met vloeistoflbn
moeten dienen,bestaan slecht's uit glas en kwilzilver en de schaal is f op
het glas getst f op papier aangebracht,dat in eene glazen buis besloten is.
Een goede thermometer met zorgvuldig verdeelde en aangebrachte schaal
kan als een standaard-werktuig voor vele andere dienen.Men behoeft den
thermometer, dien men wi1 regelen, slechts naast den eersten in verschillende
temperaturen te brengen en de aanwijzingen van den eenen op dp schaal van
d:n anderen Over to dragen.lleeft raen eenige punten overgebracht,dan kan
men de tusschenruimten in gelijke deelen verdeelen.De grenzen, waarbinnen
de thermometerschalen besloten zijn,zijn naar het doel,waartoe zij gebezigd
worden,meer of minder ruim.Thermometers bijv.voor huiseltjk gebruik be-
hoeven niet ver onder het vriespunt en boven het kookpunt te reiken ; daarom
kan men hunne graden grooter en dus hun stand gemakkelijker zichtbaar
naaken.
0nA nlet den thernaonAeter den warmtegraad van een lichaam te Onderzoeken,
is het noodig,dat men den bol en een deel van de buis zooveel mogelijk
daarmede in aanraking brengt,totdat de kwikzuil zich niet meer verplaatst.
0ok moet geene andere warmtebron een storenden invloed kunnen uitoefenen ;
daarom moet men bt nauwkeurige proeven zelfs de hand niet te dicht bij het
werktuig brengen.Om de temperatuur der lucht te leeren kennen plaatst men
het werktuig in de schaduw. Een thermometer,in de zon geplaatst, geeft
geene zekere uitkomst,daar alle omringende voorwerpen op den warmtegraad
invloed hebben ;men zou hem dus ten minste op eeno geheel vrije plaats
moeten ophangen.De hoeveelheid warmte der zonnestralen kan men eenigszins,
hoewelop zeer onvolkomene wijze,meten,a1s men die in een glas met koud
water laat vallen en de temperatuur van dat water onderzoekt.De natuur-
kundige meet ook het warmteverlies met dn thermometer.Plaatst men in
een helderen nacht, als de aarde de warmte,die zij bij dag heeft gekregen,
weder uitstraalt, twee thermometers in de open lucht,waarvan echter de een
onder eene bedekking is geplaatst, dan za1 de onbedekte altijd verscheidene
graden lager staan dan de andere, daar bij dezen de uitstraling wordt tegen-
gehouden.
De niet alle tempe- omstandigheid, dat metalen zich evenveel uitzetten bij
ratuurverhooging, heeft tot de vervaardiging der metaal-thermometers aan-
leiding gegeven.Het beginsel van deze thermometers is het volgende.Indien
men verschillende metalen vereenigt,bijv. aaneenschroeft of soldeert,za1 de
aldus gevormde reep of stang niet alttjd denzelfden vorm kunnen behouden,
maar moet hij bj verandering in warmtegraad krom trekken,daar de deelen
zich ongeltjk uitzetten.De metaal-thermometer van BRXGUET bestaat uit een
spiraalvormig gewonden metalen reep, die met zijn bovenste einde aan een
DE THERMOMETER.
105 METALEN THERMOMETERS.
standaardje vastzit, terwijl het onderste vrtjnaar beneden hangt'.Deze metalen
reep bestaat uit drie lagen, van zilver,goud en platina.De middelste dient
alleen Om de beide uitel-ste aaneen te soldeeren.Het goud heeft een uitzettings-
vermogen, dat tusschen dat van zilver en dat van platina ligt,en men kan
zich dan lichtelijk voorstellen,dat het vrije einde beneden niet altijd op dezelfde
plaatsblijft, daar de spiraal zich nu eens meer op-, dan weder meer afwentelt.
Deze kleine veranderingen worden nu op eene lichte, lange naald,die als wijzer
Op een cirkelboog dient? overgebracht.Nog menigvuldiger treft men werktuigen
aan,waarbij eene enkele stang van koper en zink dezelfde rOl speelt.Men
ziet ze in den regel in natuurkandige verzamelingen en er zijn reeds zoo
groote gemaakt, dat zij een wtzer van (n meter lengte bewegen en OOk in
torens kunnen Opgesteld worden.Zijn namelijk zink en koper bij middelbare
tenaperatuur tOt eenestang vereenigd geworden,dan wordt de stang bij klim-
mende temperatuur krom en wel zoodanig,dat het zink aan den buitenkant
van den boog ligt, want dit metaal heeft zich meer uitgezet dan het koper
en,daar het in rechte richting niet voortkan,wordt het koper gedwongen zich
te buigen.Het omgekeerde vindt bij lagere temperatuur plaats,wanneer het
zink korter is dan het koper en het laatste dus in den grootsten en buitensten
cirkel moet liggen. De verplaatsingen van het vrije einde der stang worden,
zooals men zich lichteltjk kan voorstellen, tot de beweging van een wijzer
gebezigd.
D e w a 1* m t e i n d e h u i s h 0 u d i n g d e 1- n a t u u r.W anneer wij diep in de
schors der aarde - met opgeblazenheid spreekt de mensch van rde ingewanden
der aarde'' doordringen,bevinden wij,dat met elke 100 v. diepte de tem-
peratuur Ongeveer met 10 0.toeneemt.Het uit de artesische putten opwellende
water heeft eene dienovereenkomstig hooge temperatuur,hetgeen doet ver-
moeden: dat de oorzaak van het heete der bronnen en het vloeibare van vul-
kanische lava alleen
Doch op groote
gelegen is in de groote diepte, uit welke zij opkomen.
diepten heeft die warmtetoeneming langzamer plaats dan nabij
de oppervlakte der aarde.Proeven,in 1875 door MOI-IR bij grondboringen tot
een diepte van 1250 M.nabij Berlijn genomen,hebben zelfs bewezen, dat de
toename van temperatuur, die beantwoordt aan een bepaalde daling,des te kleiner
wordt, hoe meer men daalt,zoodat op een diepte van 1623 M.die toename
reeds nul moet wezen.Volgens MOHR bedraagt de hoogste temperatuur in een
punt der aarde 5720 C.Bestond echter in het binnenstd der aarde een hooge
temperatuur, dan kon nog niet alles in dat binnenste vloeibaar zijn,Omdat
alle stoFen in het binnenste der aarde aan een zeer hoogen druk zijn onder-
worpen en een verhooging van druk het smeltpunt doet stijgen.
Alle Ons bekende hemellichamen en ook de aarde geven echter in hunnen
vorm getuigenis van een vroegeren vloeibaren toestand.De snelle aswenteling,
aan alle eigen,is de oorzaak hunner sphaerodische gedaante.Deze gedaante,
bij welke een afplatting is aan de polen, leidt tot het denkbeeld van een
oorspronkelijk vloeibaren toestand.
Vanwaar de verbazende hoeveelheid warmte haren oorsprong heeft, die den
gloeiend gesmolten toestand der hemellichamen in een hunner vroegel'e tijd-
106 DE THERMOMETER.
perken heeft doen ontstaan,is gemakkeltk na te gaan,indien wij de uitwer-
kingen van chemische aantrekking en mechanische verdichting in aanmerking
nemen.De wereldstof vervulde vr het ontstaan der hemellichamen de onein-
dige ruimte als eene jne nevelstof,waarin de Oorspronkelijke bestanddeelen,
elk met zijn chemisch aantrekkingsvermogen,afzonderlijk ronddreven.Hier en
daar had in den wereldnevel eene gedeeltelijke stofophooping plaats, die zich
over eene grootere Of kleinere ruimte uitstrekte.Daarbinnen volgden de afzonder-
lijke stofdeeltjes hunne wederkeerige aantrekking ; zij schoten bijeen tot de
e
samengestelde sto/en en ontwikkelden daarbij door verdichting en het opeen-
hoopen der deeltjes eene verbazende hoeveelheid warmte, ten gevolge waarvan
de pasgevormde dichtere lichamen als gesmoltell gloeiende kogels in de nu
van wereldstof ontdane ruimte zweefden. Dat deze werkingon,in het algemeen
uit een verbroken evenwicht voortspruitende,gepaard gingen met rondwente-
lende bewegingen, mogen wij gerust aannemen,te meer daar sommige nevel-
vlekken er de duidelijke sporen van verraden.Daarin ligt dan ook de dubbele
kringbeweging der hemellichamen :een Om eene door hen gaande as en een
om een buiten hen gelegen middelpunt.
De ruimte,in welke zulk eene vereeniging van stofdeeltjes plaats had,werd
een zonnestelsel. Van de algemeene massa rllkten zich in en nabij 't aequato-
riale vlak sommige brokken af en deze namen meestal eene elliptische beweging
aan om het middelpunt.Door de Omwenteling werden echter van sommige
dezer lichamen wederom stukken afgeslingerd, die zich tOt nieuwe wereldbollen
verdichtten en eene beweging om het middelpunt bleven behouden :manen,
Avachters,die hunne hoofdplaneten vergezelden Op haren weg om het gemeen-
schappelijk centrum,de zon.
zeggen,
stelsel omgeeft en aanvult,is koud,
onzer koudste winters.Men leidt uit verschillende, geheel van elkander Onaf-
De wereldruimte,dat wil de ruimte, die de lichamen van ons zonne-
veel kouder dan de laagste temperattlur
hankeltke bijzonderheden af,
-
54O C.moet,maar waarschtnlijk nog wellager zal zijn.Er bestaat intusschen
dat de temperatuur der wereldruimte voor 't minst
een onophoudelijk
D: warmte straalt van warme lichamen naar koudere in alle richtingen.Ten
streven der natuurkrachten Om het evenwicht te herstellen.
aanhoudend een gevolge daarvan verloren de gloeiend-vloeibare hemellichamen
gedeelte hunner warmte en hullne temperatuur daalde des te meer, hoe kleiner
zij waren. Bij
van buiten naar binnen
het sneller uitstralen van de Oppervlakte had een afkoelen
plaats en ten gevolge daarvan een zich naar het
middelpunt bewegen van vaste massa's.Vroeger vormde men zich van dit vast
worden een geheel andere voorstelling.De aarde bleef in haar binnenste vloeibaar
en de gescheurde vaste korst bleef netjes Op die vloeibare massa liggen of
erin drijven.Dat deze voorstelling strijdt met onze kennis der eigenschappen
van vaste en vloeibare lichamen,ligt voor de hand.
Terwijl nu deze voortdurende afkoeling bij wereldlichamen van kleinen
omvang zeer snel plaats had,zoodat de maan reeds een volkomen afgekoelde
bol is, duurde het bij grootere massa's langer en bij het hoofdlichaam van Ons
zonnestelsel, de zon zelve,heeft de afkoeling oogenschijnlijk dat punt nog
DE WARMTE IN DE HUISHOUDING DER NATUUR. 107
niet bereikt,waarbij vaste stolen ontstaan kunnen.Als wij onder de planeten
onze aarde in 't bijzonder beschouwen,Omdat wij bij haar de verschijnselen
het best kunnen waarnemen,dan moeten wij Opmerken,dat tot op haar tegen-
woordig tijdperk hare verstijving tOt aan het punt gekomen is,waarop de
voortdurende warmte-uitstraling naar de koudere wereldruimte door de toe-
straling van warmte uit de zOn naar de aarde opgewogen wordt. Sedert den
tijd van 2000 jaar heeft, blijkens de nauwkeurigste sterrenkundige waar-
nemingen, de middellijn der aarde geene merkbare verkleining Ondergaan,
zooals het gevolg zou moeten zijn,indien deinwendige temperatuur des aardbols
ook slechts een honderdste deel van een graad verminderd was.
HOe lang dit evenwicht tusscllen uitstraling en toestraling n0g duren zal en
hoe ver zich het tijdvak zal uitstrekken, waaraan wij den naam ?lonze wereld-
periode''toekennen,weten wij niet, doch zooveel is zeker,dat het niet eindeloos
zal voortduren. Het geheel der wereldlichamen,dat wij het ,,zonnestelsel''
noem en,
kapitaal, maar teert van het kapitaal zelf in.En hOe groot nu ook dat kapitaal
moge wezen, onuitputtelijk is het niet.De zon moet eindelijk ook op hare
oppervlakte verstijven, zoodat zij de warmte,die zij tllans nog aan de planeten
mededeelt, niet meer in die mate uitstralen kan) waarvan eene algemeene
af koeling bij alle lichamen in het zonnestelsel het gevolg moet zijn.Indien
tle kringbeweging der maan ophield,zoodat zij op de aarde nederstortte,zou
zulks wederom eene verbazende toeneming van warmte ten gevolge hebben ;
en zoO zouden ook de planeten, op de zon nederstortende,hare temperatuur
geweldig verhoogen en daardoor de levensvatbaarheid weder voor langen tijd
bestendigen.Maar hier eindigt al wat wij uit waarnemingen en op den trap
onzer kundigheden kunnen zeggen.
betaalt aan de eeuwige koude wereldruimte niet de renten van een
Toch moet er
eenmaal een tijd komen, waarin al wat stof is zich Op n punt samentrekt
en zonnen met zonnen ineendringen.Dan is door de onverbiddelijke af koeling
zouden wij Op Ons standpunt van wetellschap zeggen -
het rijk der verschijnselen ten einde en de geheele wereldstof wordt een doode
klomp.Door de oneindige ruimte heen heerscht overal eene gelijke temperatuur ;
nergens is het w arm er, nergens kouder ; nergens bew eging, Overal stilte ;
nergens strijd, overal vrede ;nergens leven, overal . dood !
Zoo zijn wij in de volle beteekenis des woords kinderen der zon.De licht-
en warmtestralen -- zij zijn immers hetzelfde ! die ons door dat groote hemel-
lichaam toegezonden worden,onderhouden de beweging des levens ; ieder ver-
schijnsel is een uitvloeisel van de warmte der zon.
w '
.>. * x
'
x
' Nx
X
j f 4? r
'

'
#
'
$ / -.u ,$
- ' N .k
* > k
bb4v -- .
?Z/ * XA ' - .# , Z
$
zl
'( . Iz' j .
jj j o x . v ,1 , % - 1 yk 'z' '
... z j y ;
....r- / - X N z ? ? , -.--.
x ., a ) z z Nj .- ;
,y ' e l -- I j.i'I :1 ' : 0. - .........
l .-- p, j ?. # o o -
.
lI'l111.,'' -.-.------ , #,/ kj. ,,,,?,' hb z' ' I - !....-' k , - Vf$i) > (!o
j .. ,. !xx , . y) ( / *' . . ''q - ..s.,- '<c>-''?RG N . . qx i4I l
$ -- 4I' . AXW i * <
u x . yN :>
.=''$ w w.h.j j='.E=. - - % R' ' . . . ,j J-
x b
r ( -e, .,u.. ? .x). - t '''''.< * - ' '- J
-, r; .j(;) ,
- 44 * - O )
'W
'''X- -=V -a' tlt 44j1, .-
*3 '; .,-'=-... .-. kr ..e -.-..4.-h - I
. N x . .7;r N . ..,a..
m .- 111. ,1'..'11k jjj.,, Jd, ,36
' ''''' ,...''
.. ,. ...
/ %N ' -- .-'' ll - - - '
,
j'...'lN
'
Ij -- .jj ,. ;. , '? w :>.-
';.'. . tz .11, - = Izti.1,,
'
.'k .,r j .p jq- . j ..x. y.z i xI
II' 1 -' ---.-' 423-;: I . . z x t;
.,
..
.
hh
.,$e
a I 1
6 c= N - w x
...ru. q i $$ Yj x h
. . 'a t
, y ,-'-e' r ,--'* ' r. - ,.
ql tj . 1 ...l ' , t, .
..
ez,4 ,) ..x j 'z . v Nx /3 l-;
,
N *' / $ ' ---- -. 119 /'$$1 l = , .,,,.e' . o l
, - .e- . - e< //y I>
. ez > :,-
,?,-..--- '4:y ,2, .-,- j) --,
,
.
..= js. ,r- ...z-. gy, .. . ,j :..R - .,)--' h f j / -
- f4. g.'
--...,
.. p%%,. ..Q.,: : q.
f> -
) l , = '-. ' -
..=.: .- xx z . ;w' j./ ...s . s . ,--- xxxxxx j
,
)J, z xx xy
x j) -hk -6$7
--iiirkx--- --v ..- ,ll - .1 h - -
-
X x - pl . -- .,ee l = + '.= l - .
.>. ''e-' -ee''
-
-. l.-.------ --'e .,,e - .. k
,#a''/r
z/////'/ *j e > N
o
De Stoom en de Stoom machine.
De warmte als arbeidsvermogen. - Wat is stoom? - Beginsel der stoommachine.-
Geschiedenis van hare uitvinding.- Haar ware ouderdom.- Het schip van DE GAaAY.-
SALOMON DE CAvs.- De markies van WoaczsTEs.- PH IN en de Papiniaansche pot.-
De stoommachine van SAVERY.- NEwcoxEx. -.JAMES WATT en zjne dubbelwerkende
machine.- Het parallelogram. - De machine met hooge drukking.- De machine met
ontspanning.- Afzonderljke gedeelten der stoommachine.- De machine met heen en
weder bewegenden cylinder. - De stoomketel.- Veiligheidskleppen.- De machines
ter vervanging van de door stoom bewogene.- Geschiedenis en inrichting van de gas-
machine van LENOIa en van de heete-lucht-machine van Emcxsox.
Veel,ja het grootste deel,van het arbeidsvermogen, dat den mensch ter
beschikking is,krijgt hij door middel van de warmte.Zonnelicht en zonne-
warmte zijn het arbeidsvermogen,dat gras en kruiden doet groeien,waardoor
m ensch en dier worden in staat gesteld tot het onderhouden hunner krachten.
0ok worden de lagen der lucht door de stralen der zon verwarmd,maar
ongelijk,waardoor ook die lagen zich ongelijk uitzetten ;de 't meest verwarmde,
lichtere,stijgen opwaarts,de koudere zijn zwaarder en zakken naar beneden ;
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE. 109
die Ongelijke verwarming der luchtlagen en dat rijzen en dalen is de oorzaak
der winden en daarmede van de kracht,die zeilschepen en molens drtft.
W armte is het)die het water Op de oppervlakte der aarde doet verdampen en
het a1s damp naar de hoogere luchtstreken drijft,waar het,als koudere lucht-
lagen zich met de warme, vochtige vermengen,tOt nevels en wolken verdicht,
op hooge bergen nederslaat en van daar,door de zwaartekracht der aarde
neder getrokken,in tallooze adertjes naar beneden stroomt.De geheele arbeid,
die op de schuine berghelling en verder tot aan zee plaats heeft, is slechts
een gewrocht van de warmte der zon.
W armte is arbeidsvermogen en alle arbeidsvermogen kan in warmte worden
Omgezet. W tj kunnen ons gemakkelijk van de onmiddellijke verandering der
warmte in mechanisch arbeidsvermogen overtuigen,zoo wij ons de llitzettende
kracht der warmte herinneren.ln het C o n s e 1*v a t o i r e d e s a r t s e t d e s
m ti er s waren de zijmuren van een verwulfde gang door de drukking van
boven naar buiten uitgeweken,zoodat de instorting van het gebouw te vreezen
was. De ingenieur MOLASD herstelde dit gebrek volkomen.Hij verbond de beide
muren met elkander door ijzeren staven,die door de muren staken en vast
aangeschroefd werden.Deze staven werden om de andere gloeiend gemaakt,
de gloeiende staven zetten zich uit en werden weer vast
het af koelen werden nu de muren met groote kracht naar
Daarna werd de bewerking met de andere stangen herhaald.
De stoom,die pasgeboren reus,reikt met zijne armen in de diepte der
mijnen ; hij brengt schatten der diepte bij millioenen centenaars boven den
aangeschroefd.Bij
elkander getrokken.
grond en verwerkt het gesmolten metaal tot de allerhjnste vormen. Als op
het bevel van een toovenaar verandert de leelijke ijzeren klomp in een sierlijk
schip ; de stoom bouwt het, de stoom brengt het in zijn element,dool- den
stoom vliegt het zijne houten mededingers voorbij,welker eiken inhoutell
eeuwen noodig hadden om tot de vereischte zwaarte te groeien. De stoom
ma%lt het meel voor het brood,dat wtj eten, de stoom spint de wOl en het
katoen tot onze kleedtj ;
het lichte weefsel. Duizenden raderen worden door den stoom bewogen ; ieder
de stoom weeft ze en drukt rijke bloemenpracht Op
daal-van Z0u een monsch kunnen verbrijzelen en toch is de zWakste kinderhand
in Staat Om deze geweldige drijfkracht te stuiten.De uitvinding der boek-
drukkunst gaf aan den menschelijken geest de middelen Om Over Onwetendheid
en bijgoloof te zegevieren ; de uitvinding
0m do bolemmeringell te OverWinnen, Wolke in vroegeren tijd Onoverklimbare
versperringen schenen te plaatsen tegen
kunst gaf vleugelen aan zijn geest, de stoommachine aan zijn
Als wtj de stoommachine bezien,staat een klein,sierlijk bewerkt en net
der stoommachine stelt ons in staat
's menschen lichaamskracht.De druk-
lichaam.
geschuurd voorwerp voor ons, waarvan men nauwelijks zOu gelooven,
zOo verbazend veel kracht kan uitoefenen als het verricht. HOe gemakkelijk
dat het
en geregeld beweegt zich die zuiger ;het drijfrad loopt alsof het niets was.
Het geheele drijfwerk ontleent zijne beweging aan n enkele kracht.Door
raderen.en rondsels,drijfriemen en andere toestellen wordt de kracht over-
gebracht en verdeeld tot waar men haar noodig heeft, dikwijls Op verre
110
afstanden, naar boven en naar beneden,hoek in,
paardekracht is die machine ?'' vragen wij.Van 15,
men Ons; Op spoorwegen
m eer paardekracht spreken. En al die verbazende
mogen - zij schijnen Op eenvoudigste wijze
bak steenkolen voort te
en stoombooten hooren
het Nvater
hoek om. ??van hoeveel
20,30 of nog meer,zegt
wij zelfs van 50,100 Of
hoeveelheden arbeidsver-
de uit een emmer water en een
komen ; wordt stoom en de stoom drijft
een zuiger Op en neder,en ziedaar het eenvoudige middel tot zooveel arbeid.
H e t b e gi n s e l d e r s t o o m m a c h i n e.Dat niet alle water in de natuur
terstond in wordt veroorzaakt der lucht. damp verandert,
Het k o k e n van een vloeistof is het
door de drukking
dat die vloeistof verschijnsel, zoo'n tem-
peratuur heeft,dat de spanning van haar verzadigden damp geltjk is aan de
drukking van de buitenlucht.Kokend water heeft dus zoo'n temperatuur, dat
de spanning van den zich in dat water ontwikkelenden damp ongeveer 1 atmo-
sfeer is.W ijst de barometer precies 1 atmosfeer
punt van water 1000 C.zijn.
1 atmosfeer, dan kookt het water iets beneden 1000 C. Is die druk iets
grooter dan 1 atmosfeer, dan kookt het water wat boven 1 atmosfeer.De
stoom is niet warmer dan het
aan, dan moet het kook-
ls de druk der buitenlucht wat kleiner dan
die verder aan het vuur
water,want heeft het water de temperatuur
van het kookpunt,dan dient de warmte,
wordt,om het vloeibare water in stoom te
Ontleend
veranderen ;die verdere Warmte is
de verdampingswarmte.
men een bak met sneeuw
wijze wordt er warmte verbruikt, wanneer
Op het vuur wil Ontdooien. Fordt de stoom weder
tot water, dan wordt warmte aan de omgeving afgestaan.Vult men derllalve
een vat,dat een inhoud van bijv.1700 kub.centim.heeft,met stoom van
100 graden,zoo zal deze, zooals wij zagen,met den druk van ne atmosfeer
Op dezelfde
tegen de binnenwanden drukken en zullen dus de druk van de lucht daarbuiten
en den stoom daarbinnen even groot zijn.Brengen wij nu 51 kub. centim.
ijskoud water in het vat,dan zal de stoom aanstonds zijne spanning verliezen
en zijne warmte aan het koude water afstaan ;de stoom wordt dan water en
het koude water verwarmd.Men verkrijgt zoodoendo 51 ktlb.centim. water
van 1000 temperatuur.
Uit deze proef,waarbij men moet onderstellen, dat het vat o0k eene tem-
Peratuur van 1000 had
, leeren wtj vele zaken tegelijk.Vooreerst zien wij, dat
de warmte, die stoom van 1000 C.uit water van 1000 C.maakt, niet is ver-
loren gegaan ; zij is weder teruggekregen,want om 1 kub.centim. water
geheel in stoom te veranderen of om 51
hitten is juist evenveel warmte noodig. Yerder zien wij,dat de stoom door
de afkoeling weder ineengekrompen is en eene ruimte inneemt,die 1700 maal
kleiner is.Er zou dus in het vat nog eene ledige ruimte van 16931 kub.
centim.overblijven ; eene ruimte, zelfs niet door lucht gevuld,want wij Onder-
stelden, dat de stoom tevoren alle lucht uit het vat verdreven had.Er za1
kub.centim.van 00 tot 1000 te ver-
dus noch lucht- noch stoomdrukking aanwezig zijn, maar onder die omstandig-
heden zal het water,door geene drukking daarin verhinderd,weder gedeeltelijk
in stoom overgaan.De drukking,welke die stoom uitoefenen zou, hangt af
van den warmtegraad, die nog binnen in het vat zou overblijven ; had men
DE STOOM.
DE STOOM.
dus nog meer koud water daarin gebracht om de temperatuur te verlagens
dan zou daarbinnen zeer weinig drukking Overblijven.
Zijn dan de wanden van het vat niet stevig genoeg, dan zal de dampkrings-
lucht daarbuiten, die nu van binnen niet wordt tegengewerkt,het vat geheel
indrukken en,was eene stop in eene buis Op het vat geplaatst,dan zou die
naarbinnen gedrukt worden.Verbeelden wij ons die buis met stop nog eenigs-
zins anders ;maken wij de buis wat breeder en van binnen gladgeslepen en
de stop eveneens breed en plat,zoodat zij juist in de buis past,en bevestigen
wij aan de stop eene stang,die met een of ander toestel in verband staat,
dan hebben wij reeds een der eerste stoomwerktuigen (de buis),den zuiger
(de stop) en de zuigerstang.
Het kookpunt eener vloeistof hangt, zooals wij reeds opmerkten, behalve
van de natuur der vloeistof,nog van de drukking af,waaraan zij is bloot-
gesteld. Daarom kookt op hooge bergen?waar de luchtdrukking geringer is,
het water reeds bij eene lagere temperatuur ;omgekeerd zal men nu ook het,
kookpunt kunnen verhoogen, wanneer men de drukking vermeel-dert.Kookt
men bijv.water in een gesloten ketel,dan zal, als de stoom niet kan ont-
wijken,de stoomdrukking zich voegen bij de luehtdrukking,die reeds op het
water wordt uitgeoefend;het water kookt daarbinnen dan ook niet meer btj
eene tempeiatuur van 1000.Had men te voren al de lucht uit den ketel ver-
wijderd,dan zou bij eene temperatuur van 100* de waterdamp de spanning-
van (ne atmosfeer bezitten en bij die temperatuur tegen de binnenwanden
van den ketel eene drukking van 1 kilo op den vierkanten centim. worden
uitgeoefend.Gaat men nu voort met verwarmen,dan zal de daarbinnen aan-
wezige stoom zich nog meer trachten uit te zetten en het watel- grooter
drukking gaan Ondervinden ; het kookpunt wordt dus tegelijk met de stoom-
spanning da&rbinnen hooger ; heeft het water daarbinnen eene temperatuur van
1210 bereikt, dan heeft de stoom eene spankracht van twee atmosferen en
drukt hij dus met een gewicht van 2 kilo op den vierkanten centim.;bij 1440
is de spanning reeds 4,en bij 2000 1 6 atmosferen.Herinneren wij ons,dat
de stoom bij eene drukking van n atmosfeer op ieder vierkanten centim.
met eene kracht van 1 kilo drukt,en vermenigvuldigen wij die drukking met
4,8,16,dan wordt het eenigszins begrijpeltk,hoe geweldige kracht de stoom
bezitten kan.Men kan door het verbranden van 40 gr.steenkolen 28,5 kubiek
centim.water in damp veranderen en bekomt daardoor de verbazende hoeveel-
heid van 49 464 kub.centim.stoom,die onder eene drukking,gelijkstaande
met n atmosfeer,is gevormd ; deze hoeveelheid stoom is in staat om 740
centenaars 1 voet op te heffen. Oeeft men aan dien stoom gelegenheid om
zich uit te zetten, dan erlangt men door zijne spankracht nog eene tweede
uitwerking,die de eerste bijna nabijkomt.
Het is niet onbelangrijk, deze verhouding tusschen verkregen stoom en
stoomkracht aan de eene en verbruikte brandstof aan de andere zijde nader
in oogenschouw te nemen.
Om de temperatuur van eene gegeven hoeveelheid water van het vriespunt
tot het kookpunt (0O - 1000 C.) te verhoogen,wordt altijd dezelfde hoeveelheid
112
warmte vereischten,als de steenkolen van dezelfde hoedanigheid zijn,hebben
wij ook altijd evenveel steenkolen noodig.Omgekeerd weten wij,dat eene be-
paalde hoeveelheid warmte altijd denzelfden arbeid zal verrichten.ZOo staat de
hoeveelheid warmte, noodig om 1 kilo water 10 0.warmer te. doen worden,
gelijk met een hoeveelheid arbeidsvermogen van 424 KGM.,d.i.met den arbeid,
die verricht wordt,wanneer 424 KG. 1 M.of 1 KG,424 M.wordt opgeheven.
Een kilo beste steenkolen zOu bij het verbranden,indien het mogelijk ware
alle warmte zonder verlies in arbeidsvermogen te veranderen,een last van
1 centenaar 67l KM.hoog Ophefen, en toch is de bij het verbranden van die
hoeveelheid ontstane warmte slechts in staat om 8086 kilo water 10 0.warmer
te maken.
W tj hebben voor de beoordeeling van mechanischen arbeid het opheFen van
lasten a1s maatstaf aangenomen.Zooals men weet,geschiedt zulks in de tech-
nische wetenschappen algemeen en spreekt men van een arbeid van 1 kilogram-
meter (KGM.)a1s 1 KG.1 M. hoog opgeheven wordt.
Onze stoommachines,hoe vermogend zij ook mogen schijnen,zijn echter op
verre na niet in staat al de door verbranding verkregen warmte in arbeid om
te zetten. ln de eerste plaats is een stoommachine allicht voor verbetering
vatbaar en in de tweede plaats is 't physisch Onmogelijk alle warmte in arbeid
om te zetten,hoe uitstekend de machine ook is ingericht.Een deel der warmte
gaat de lucht in of verwarmt het water van den condensator. De volmaking
van het stoomwezen en het besparen of liever het zooveel mogelijk partij
trekken van de brandstof is van het hoogste belang. De vrees, dat een zOO
uitgestrekt gebruik van steenkolen, bruinkolen en turf den voorraad eindelijk
zal uitputten,is echter niet zoo zorgwekkend als velen w illen doen voorkom en.
Vult men een stoomketel met water van 15O C.,dat dus door de steenkolen
tot 1000 C. verhit zal dan kan met de beste machine N7orden,
der Nvarnate in arbeid Niorden
hoogstens
wordt slechts 23 pct.
10 14
omgezet. ln werkelijkheid
pct.der warmte nuttig gebruikt.
Ge s c h i e d e ni s d e r u itvin d i n g.Men heeft bij de stoommachine, evenals
bij alle andere belangrijke uitvindingen,gemeend niet hoog genoeg in de oud-
heid te kunnen Opklimmen tot het vinden der eerste kiemen.Er zijn geschied-
schrijvers,en vroeger vond men ze in nog grooteren getale,die zich niet
anders kunnen voorstellen dan dat al het grootsche en gewichtige reeds in de
vroegere tijden aanwezig moet zijn geweest, althans aan enkelen bekend.
Dienvolgens moet ook de stoommachine reeds een twintigtal eeuwen tellen.
Met zorgvuldigheid werden alle uitdrukkingen bijeengegaard,die maar eenigs-
zins zouden kunnen schijnen er melding van te maken of op te zinspelen.Dat
de oude Grieken en Romeinen den waterdamp even goed kenden als wij,be-
hoeft men ons niet te bewijzen met bijgesleepte plaatsen der Ouden ; maar
het is boven allen twijfel, dat de Ouden geen het minste denkbeeld hadden
van een stoom m a c h i n e , d.i.van een wetenschappelijk gebruik van de
spankracht.Eene toevallige waarneming,eene onvoorziene ontdekking is geen
uitvinding. De uitvinding zelve heeft als zoodanig plaats gehad ; zij is eene
vrucht van nadenken en proefnemingen ;zij werd gedaan, omdat zij noodig
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
GESCHIEDKUNDIGE AANMERKINGEN. 113
was.D uitvinding van de stoommachine werd gevorderd door maatschappe-
lijke behoeften en,deed zij nieuwe behoeften ontstaan,zij was ook gereed ze
te bevredigen.
wijsgeer,die 150 j.v.C.leefde,beschrijft
in een zijner nagelaten werken Onder andere inrichtingen een toestel? die ge-
woonltjk in de eerste plaats genoemd wordt als men van de geschiedenis der
stoomwerktuigen spreekt.Uit de onderstaande af beelding en de beschrijving,
die wij van dezen toestel geven,blijkt,dat men aan HERO ten onrechte de
uitvinding der stoommachine toeschrijven zou.
HERO van Alexandri,
Een holle metalen kogel is van boven en beneden door tappen gesteund en
een Grieksch
heeft aan zijn omtrek een zeker aantal buizen,die van voren gesloten zijn,
maar ter zijde, alle aan
denzelfden kant, eene ,,vQ=0- .. .-yjg-g-yzg.-gz=-''....s = -2r - v
' =
.yp .- u )-z(-..- sys
w
yyyyy . s . -p. y .- -- -.L-.U-cHJO .- .= -g-.r .. . .. a.s-. ..
-g.7.-77222- 1,I
,w-
'
.k>-<=-:-
!o- --'-.Q ,,N..- - -
sc-,..-.- ;- ... op ening hebben.Bevindt -.-
vu
=
qs-qj,-
..sm - 7 jjlrljl:sgjp-s ,
sy --s -.r4 !j,, .
x,....
t ..
.
-
.
zsssu-t.
--
=,
,
y y.-s. hhgl ,1IIIjjI,jjI'jp jjI:jIIl1(j.j,jjjjjj ,jjy
.
,.,, .....u
j
-..) ...
y.jj.y.j.mm s . zich nu in den kogel een l. .,11:.l:,;Ijj!g;, -iLjyy.o
.
-
-ys - -j,!' 41Iyitsr.l
-!jl -..--:---:qrr:--Ej)r.-.y.-g.-.:-
j,
;q
,r
.,
j-.j;rr. -;E:
,...
..
--.
.
yyy...y.,
j ,
weinig water, dat door s j ,j
,,,,, .1,
,, ,
,
j ,; -!
,, , ,) ;, L-L' -
-
,Iljli ljjj;'.Ijjjj jjj,ljj 'j,!$:,jgtjjut. ,,$,;,. verhitting van den kogel .-
-
'
Nr1
,
(!1$t,j
,
;jj,,,yj j ,, -s-
y
-
u
.
. L.
jIj,jjj tOt stoom wordt gemaakt, :.
.
.
' -
v-
s-s- ---
iy. z -.
of leidt men uit eene >#
u
-- '
.
''
,
--- --i.,.
,$.,, t,,,j..t,l dere ruil-nte stoom On- .-
-= : ;,)t,ji ''an 1) jjjjtjj
4.:1-in don kogel,dan zal =)',,j, ':''' '(f1
,
$b ))!
:7-..-, , p/t13 ,.'h d
eze door de zijdelingsche l.1:1. .,,j
, -
-lrilkl -'Ik',!-)
-
-F:,- openingen van de buis .''
, ., -.o
1.-.ll.j-)!i- -...- $'-1 11./,-)I uitstroomen,waardoor de jb1
. ,uc- -- - -
$, g(
(:k--1)$ lll)j'j
j
lj,yjl,!l------- y-..-.- -...
-
--.
- -.
, $
, 1:
,;j kogel in de tegenoverge- 'x1t
-
-
-::-:
----.,-
- .
jk jjt)!i'-l-::tk,tt-L11- -t:-------. -jyI stelde richting eene snelle .
v: ...,,u . y, ,k ,)) ronddraaiende beweging
4
'
,k?,;tj ',J:.p ,
-
.-- ----:,,,.,@!,-tr!r,-. .... h-
yj!y. zal aannemen.De toestel ! . -
-tJ e -- c $ ., Y'
m
. - --. -
.
u. =.-m - .-=.t- - . WaS dtls 00T1 Z 0 OgolRazmd
:
2
, ---.-uQ -.m..-...... == - -o- .- .....
.
- - .w
.
u
..u..z.m.m . .. .. . .
.
=
.- . .z'.
reactie-rad,dat door de- u 1 .
--
N
j- ' ''- >
zelfde oorzaak werd rond- o --.'.p
. '....-- ' '-Q
bew ogen als een zonnetle 's-
.
Y'.-J.
.- biJ een vuurwerk, name- .
lijk door het terugstooten
van den uitstroomendenl damp, en even goed in de rondte zou gedraaid hebben,
als men lucht of water voortdurend in den kogel had gepompt.ln elk geval
was het eene beweging ldoor stoom, hoewel niet door opgesloten,maar door
uitstroomenden stoom, en dit is de reden,waarom de kracht, die men ver-
krtjgt,zeer onbeduidend moet zijn.
Eene andere oude stoomhistorie wordt ons uit den tijd der Grieksche keizers
verteld. ZENO en ANTHEMIUS te Byzantium waren boezemvrienden geweest,
maar werden, zooals dat meer gaat,de bitterste vijanden, toen zij toevallig
dicht bij elkander kwamen te wonen. ZENO gaf op een goeden dag eens een
gastmaal aan zijne vrienden,in een vertrek juist boven de kamer van ANTHEMIIJS.
Deze besloot ztn buurman eene poets te spelen en maakte daartoe een ketel
X. 8
114 DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
met water gereed, waaronder hij een duchtig vuur aanlegde.Den stoom wist
hij door buizen zoodanig tusschen het plafond van zijne kamer en den vloer
van de bovenkamer te leiden, dat de grond,waarop de gasten gezeten warenr
begon te beven en zij, in de meening,dat er eene aardbeving was,in grooten
schrik op straat vluchtten.In het verhaal wordt niet gezegd,of dit tamelijk
onbeduidend gebruik van den stoom in dien tijd iets nieuws of verwonderlijks
was; ook heeft ANTHEMIUS, voor zoover bekend i% geen ander gebruik van
den stoom gemaakt.
Ook de oude Keltische priesters schijnen eenig denkbeeld van de stoomkracht
gehad te hebben en maakten er al niet veel beter gebruik van dan AxTHExlus.
Te Sondershausen bestaat nOg een afgodsbeeld van den god Pusterich,waar-
mede de priestfrs,als het hun te pas kwam,den toorn van hunne godheid ver-
*
toonden. Het beeld is ongeveer een el hoog, hOl en uit erts gegoten.Het
heeft geene andere Openingen dan mond,neusgaten en Oogen.W anneer de
god zijn toorn moest doen blijken, vulden de priesters het beeld gedeeltelijk
met water en stopten zij de Openingen met proppen dicht.Onder den troon,
waarop het beeld gezeten was,werd dan een verborgen vuur aangestoken en,
wanneer het water aan het koken was geraakt, vlogen plotseling met groot
geweld de houten proppen uit mond,neus en Ooren en werd de godheid in
nevelen gehuld.
dergelijke kwakzalverijen ea
een waarlijk nuttig werktuiglijk gebruik en er moestnOg menige eeuw ver-
loopen, voordat dit laatste gelukte. De eerste sporen van eeno proefneming,
met dit doel Ondernomen, vindt men in Spanje. Een zeekapitein, BlaAsco
DE GARAY, kwam met een werktuig voor den dag,waarmede hij scheperl
zonder riemen en zeilen wilde voortdrijven. Op bevel van KASEL V werd tert
jare 1545 in de haven van Barcelona daarmede eene proef genomen.GARAV
hield de inrichting van zijn werktuig verborgen ; men zag alleen,dat het uit
een grooten waterketel bestond en dat zich aan beide zijden van het schip
raderen bevonden.Het schip,dat 200 ton mat, legde volgens de berichten in
twee uren drie zeemijlen af.
Maar er is n0g een groote afstand tusschen
rusten, hetztj dat de
zaak naar het oordeel der getuigen te ingewikkeld, te kostbaar of te gevaarlijk
was,hetzij dat andere beletselen, die bijna nooit btj eene uitvinding ontbrekenr
hare toepassing verhinderden. Over de inrichting van het
De uitvinder werd beloond,maar de uitvinding bleef
werktuig van GARAV
weten wij niets ; evenmin kunnen wij wijs worden uit hetgeen een predikantz
JOHAN MATHESIVS te Schneeberg, een vertrouwd vriend van LUTHES,zegt in
een werk,dat in 1562 te Neurenberg verscheen onder den titel psarepta of
bergpostil''. Hij verhaalt daarin,dat iemand begonnen was berg (steen en ertsl
en water met vuur op te heFen. Eerst in 1614 treft men in het werk vart
SALOMON DE OAUs rRaisons des forces mouvantes'' eene beschrijving van een.
toestel aan,die de uitvinding van het stoomwerktuig is voorafgegaan en er
aanleiding tOe heeft gegeven.Deze toestel, Op bladz. 115 afgebeeld,was eigenlijk
niets anders dan een fontein.Hij bestond uit een hollen kogel,waarin twee
buizen tot op den bodenl gestoken Niaren, die raet een kraan konden worden
11.5 SALOMON DE CAUS.
gesloten en dienden Om het water aan en af te voeren.W erd nu de kogel
met water gevuld en gesloten Op het vuur gebracht, dan drukte de ontwik-
kelde stoom op de oppervlakte van het water met zO0 groote kracht,dat het
water bij het openen van een der kranen tot eene aanmerkelijke hoogte spoot.
DE CAUS, die toen in den dienst van koning LODEwIJK X1l1 van Frankrijk
was,had de zekere overtuiging,dat zijne uitvinding kOn worden toegepast en
van het grootste belang kon zijn,doch het gdlukte hem niet dit denkbeeld
bij anderen ingang te doen vinden.Ofschoon weinige jaren, nadat het werk
van DE CAvs was verschenen,de ltaliaansche ingenieur GIOVANNI BRANCA den
uitstroomenden waterdamp tegen de schoepen van een scheprad liet werken
en het zoodoende met tameltjk goed gevolg in beweging bracht, geloofde toch
de kardinaal RICHELIISV, de alverlnogende minister van den koning van Frankrijk,
niet aan de uitvoerbaarheid der plannen van DE CAUS.
het voordeel van deze uit- In plaats van zijn land
vinding te schenken,was hij zoo verblind,Om,ten
einde zich van dezen geleerde te ontdoen,die hem
telkens weder kwam lastig vallen, hem voor krank-
zinnig te verklaren en in Bictre,het krankzinnigen-
gesticht te Parijs,te laten opsluiten.Hier bezocht
hem de markies van W ORCESTER, die,zooals de
Franschen beweren,aan DE Owvs het eerste denk-
beeld ontleende van de toepassing,welke hij later
van diens uitvinding maakte.
De markies van W oRclssTEs, een plannenmaker
en opsnijder, die een rhonderdtal uitvindingen''
tegelijk heeft uitgegeven,welke echter niet anders
dan hersenschimmen waren,leefde in den tijd der
burgeroorlogen, die onder KAREL I Engeland tot
een kampplaats van alle hartstochten maakten.
Daar hij voor den koning partij had getrokken,verloor hij al zijne bezittingen
en werd hij eindelijk in Ierland gevangen gezet.Het gelukte hem uit de ge-
vangenis te vluchten ; hij waagde het echter op verzoek van de verbannen
betrekkingpn des konings weder naar Engeland te gaan,waar hij andermaal
gevangen werd genomen en in den Tower Opgesloten.Hier rijpte het denk-
beeld,dat hij had Opgevat,toen hij in Frankrtjk in gezelschap van eene der
schoonste vrouwen uit dien tijd,MARIE DELORME,een bezoek aan DE Cwus
,/ ''''''X.N.
-
1 s.'-
n . --... 11-(h.
1k ) I ''x'%NN xN
1 -.*-- *' - -- *=.= -*,-
1 77 .Q..-=- = .v-* -.*- --..- *- W'L-X ...T - ,,-'-- '- '-r*. 1 = == -=-'--
- - n -u= ....= 1 '=' 7-*,=-5= .=X-- . . . ' = = =n = r = = =.-= --- .w..-- mnocs.-w -, v- . - - - - .- n=.
A I
!t kr .... 1
11 ri1 1
1 /tl) '
$ll 1.,
1,
r,
1j$ t
i.Ij J.'(
it
-)-jl
= tII y/ (' .;

' i. , -
-jj j
ti-
!
'1 . ? 1 w
1 Nw --tc'zFi=>I xa
a-eeirin-'= e.-
. .&Q 22 -...1 U.
ucr. :7a 'Oc '.
*-- -
,s:>pr- -gc,u zk-wx-.F- -,s---.
-
v.%-xk s ( mzv.
---%'4,:+,./------ . % ,-l.,g..s-x 'zz ,zIu .
x--. =s'e==--=w #p>N)j Nv . :LL. .z.- x a... --M E csrTA -c x .j w'Q-. W. ='W..-
j.1c rvfugy;-z.i:Er'u.a:c:-c=.:W at ak = :' .=
.z= -u.a .% s= .-a o.v :r o= .cye.szj.. .
f'-?E.7.-'r> .:'.-.r .n, c- -zy ---ul-=$.--1 --.
- ..7-. 1 c I,zujj;tl --%.;
--c-
.u . .
k=
.
J ---
a --p .jy e' 61-..z. .r-!:r .c. 1 . .1s.-. I
,j
.
.
- - kr.1 z- k.- -- 'T - r. l Q - - < -'
...L5z = -
-
1 ---'- x - .z:rr = -W..v= -es-- '
z. w H- -v ..-
- -j w =.e - , > c;E - flr.:'tr - .x--'
.-c.c=.-r .,- -.z'..:;;r .
$'%( .... , <%= r-, - r d# ' N
. s.-p j'--u - # , I < ' -.,y.Ae., rg' / j h
.
> - u L l ...,. . .s .q,v..,,'/#-. ., I
$. hjjj...e.p- u ajr j M e Cl * V * ' d N.
Nrm .a.V ,- 4! rs -.a. UXUNK
bracht.
Er bestaat nog een brief/ dien MARIE DELORXE (3 Februari 1641) aan CINQ
MARS,den stalmeester des konings van Frankrijk,schreef en waarin zij eene
beschrijving geeft van dit bezoek. Zij schrijft Onder andere het volgende :r'Wij
gingen naar de Bictre, waar de markies in een krankzinnige een uitstekend
man meende te vinden.Toen wij over de plaats van het hospitaal gingen,
was ik meer dood dan levend en angstig klemde ik mij aan den arm van mijn
begeleider vast, toen wij achter de tralies DE Cztus zagen,die onophoudeltk
riep : pik ben niet krankzinnig,ik heb eene uitvinding gedaan, die dit land
116 DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
moet verrtjken, indien ztj wordt uitgevoerd''.Nadat de oppasser ons meer
bijzonderheden Over den krankzinnige had lnedegedeeld, zeide de markies :
--NQ'@
Z , .
. z '..eM ,e ,' ,R
z,z' #
z .:ezZ ,/ z ,,eee
*
. :,
z'z ,.z z,'#2# . z , z z y z A ,
X'';'Z''1 *<: # /
'
Y X ' ''Y???'V'Z
,,, /z,
h #'/ ': . l' l... '. .
, l ;,,;.
. ,,
jj
// ,,,j/,:
' ,1,j,jp,-j/,.;t ,-$ , ' /l
. : ,,l, I 'ii kI
jj
1. ,1'
1,jr '
N N / /'' s . i h
N . N q' / , q N . N N N '' , N '
' AN I ' N .
%j l$
'
. N . . t. &
'
% . %
'
, %q
'
. q
'
. , N
'
& ::,, N qq..A j1,j
'
, q qq
'
y q 1,% , y . . .
.N. % q %
s . #
'
I
N
!, ,., N 1
,lj ljIIi,1.,,,.4jj,,!j
,! j
qk
. .1I,1 .
l
.. I
$4yjjktj(,jjj,jj,kygjjj,.
jjjj . js,,
l . l
5j1i T,j,11T'jj j.l1j jjI,jj jjj j
...
l '',tl1..1',.1..1...', ,.qa !l',i..' ''
I'.(,. 1,11l''I,'l14 II.l-s-v-x , I .'.1 I, , ,I,jj j ar ..--. . . ' I' 1. I 'I
l,:jjI,,----- ..,,u I I1j I
I
(j.jj$I(j-j,j1j1 (kjjIjlj..,jjjjjjjjy,jjjji j( j1 !.-,,1j;-jj,, ,, ... ,)j,,j lI,l,
-
! (.!l',.jIj--jIIjIj Ijjjjj-...jjj,,jjjjjr;g;yy;jj, II-
III '-IfI ,Ij I, j I '-
I - l-.. I.!-!I,.. I - lI ( IIIj I 111 aj
1 tl,'!I- ,Ij.. I ! !j .I!,jj,
i.1$# .I'IIIS I
I'I1 I' ,,
I11 I1.'-jjjj . III j' , I . -.
11.!,1. 1111,, II p a . -
,'l -l l
! j(1hr'- --.--)- - 1 1! - j
--.. 1
1j';, ,'-N!# I- j-jk,l( -;::'-. z
'
J'
rlII l ' , l
j <*e .--x lII / II ' $ k, I. I
l
j . g ... I1 j, 1
-1 ljI' ',
1l hk'-- -,-.. -1,ll ,'1-i11lI.- -'
...'J , t i !l x r lI jIrI ...
,.- 1
j
'
$g ,IIjp, . $
. , kl fk t
, N -& 1',k! l 1 'z--.x t .- .. ' 'Ne
x x - N. . ;
. f
'
1 T
l e . , '. , ,.e. , , jIjjr, N.x'h
'
II ' J l,,
' ..
xj w
!I' I. . s-.y
,
> > k'''
I I'l j,k,/ ) h - . - yy t1'f ,
: $ I. , ,1 ? ffjjj/ '
1I. . Il. ?, , X
x
fj .,-c. .
.11. l1..' -x -.# c. - I.. ,
,
),, , - -' 1 l 4jjll1
$.. , , w - t * t.q l t', sxxxsyx j..y.?.
N
. q- , - ---.....
--...,-..-. - --- -
p'
, '.- ! ..j,' Nj 'jk , - ''. -
..
J= v h
. k-y.,.,r.,..
r---'z
$ -.z - ,i1 .'?- N . ,.p -r'' -
j , .x ,'-.-,-..hj.-K I !j *'= .N,.% . p
- !-N
'
-
h '.v f ,.-----,5r-- J'K j!jJ .,. , .-- -- - .
v.x h $!, .. , /? s,.-. t
e 1.I z-r
e - 'jl Y* 4 - <Qk
< ' # Il// , j ? x.Sxw... x . .l +.A--X .- '' K.- $ 'x x--..- w < - a-.ssv f a xw . .-w -... D h . > -V - . & - .
e - > - x -x . <> < - -=
.# M * - --*
W< - --
- 1 = -
-
j -
- ' ......'e .
; . C* *dW MW * .
. r.c w -.- .< <--- -w..-
I a-- -.- u r -..,v- . ..-.'- t =
j .. ..r r ' ' >
v .-.--- zz z
' r > <
v - j , . ..-- -a -
. l ' >.- -=r- '> - . - M j ?z --L....'- - ,...- N . - ,, .< ' ..-= - . .- .
. .., ...-.- --w w-.-m.. .. ) -- ...N .v - ....''e ' .,- v ' '. . ' > '..-- ==.-
.- ,m ..- ...- .- . .r -' .- M - ..v ''wO ' ''. ' - G - -..''- <M ...v , ''A ' . - ...- ..y ..
XO * * UW U ' * . . ..- . > . ..w
..'' e ..= e . ' N e . ...''-'- e ..=' ,
..- ....---- x > .c, .-'e -.- N
% . = -
X N'O*
- N -
- . . =
v. , ...- y v -c y o .. . -= .-v w
''-Y x< .
- v .''-e . . .
' =.='-= ''-- ..m.- -- ... ...
.
s. . - ..- w ....-...-R ...-- o - .---.-. .
e= M .e M -''M ' ''.U-- 'e-'x ' W ' ' > ...- - ..> ' x .,.c.....- >w x > v . ..- - . . .= ....- - .- - . ., .. - - ...-- - . A . .'e
..- '> .-- .,.....-- ..- . ...x bw - x ,,-, .--- -- -.g, . -> -- -..< .A
--NU - -.-'e'NN v - *- '.
. > ' v 'U- - L< z.....- -.N- ..-.- ..-...- . ... - N ..,- .. .. .- '.- ...- .- .> a.. .. x M '- < .'e - ' r . ..- U -. M' . '
...- ...- - > - x > > . . ..- - w % .
. . . . - > .> . .- v <r.
N m ..v .''- ...=w x - - < -.-. M
- ..- .'e y' ' 'NN '. .- . .- '''''
- ===- - .. < >L- ,- , - '
De markies van W orcester in den Tower.
Brong mij bij dien man,ik wi1 met hem spreken''. Het werd hem toegestaan ))
en spoedig daarop keerde hij in eene ernstige en bewogene stemming terug.
Acl1'', riep htj uit, rde arme man is inderdaad krankzinnig ; miskenning,
1)
W ORCESTER EN PAPIN.
ellende en gevangenschap hebben hem van zijn verstand beroofd.Gijlieden
hebt hem krankzinnig gemaakt en,terwijl gij hem hier gevangen houdt, ver-
smacht het grootste genie van zijn tijd,geketend in zijn kerker. lr1 mijn
vaderland zou de man, in stede van door opsluiting krankzinnig gemaakt te
worden,met schatten Overladen geworden zijn.''
Toen nu later de markies van W ORCESTER in den Tower als govangono zelf
zijn middagmaal moest gereed maken,merkte hij de eigenschappen der dampen
van kokend water nog nauwkeuriger op en in zijne rllonderd uitvindingen''
spreekt hij daaroverop de volgende wijze :
,Ik heb eene verwonderlijke en krachtige manier uitgevonden Om het water :
tlcor vuur in de hoogte te drijven,niet door eene zuigpomp,bij welke?zooals
men Weet,de hoogte der opzuiging begrensd is,maar Op eene andere wijze)
waarmede, zoo de ketels nlaar stevig
gonoog
water tot
kullnen gemaakt worden,het
eene onbegrensde hoogte
kan worden opgevoerd.Nadat ik de
middelen had leeren kennen
ketels sterk
Om mij ne
genoeg
drukking te kunnen weerstaan, vulde
ik den eenen ketel na den anderen
te maken om de
b ij
verkreeg ik door het gebruik van dam-
afwisseling met koud water en
pen eene fontein,welke zonder 0p-
houden eell straal van 40 voet hoogte
af.2(n deel water,dat in dampen g
was veranderd, dreef zoodoende 40
deelen koud water in de hoogte,en
men had slechts n man noodig, die
niets anders te doen had dan twee
(N z. Ij ' 9J
'
1l1!I
1G > .
=x ==
=*x....=
4-- -=-- $ lv N
.Nv-- vx tv - ,
# '- >' $'4'.x. .
k:.... .. .......... '''''
> - t
r'..xr- 'r
'<>
l <
j u- .w....''-* -
$ --- -.-
1 ---
- - > D- G e- - ( - Yw - - u-> <- ..- > .-.. n.xw X
)w- ..-- - .. N.
a w ---- %,- j A x '- ....- cu. e x < - -- i & N ze - -<=
z '= U
% .2).4 h J ' .'-
.$ N g -...-.' j - z--. o N z - .-. .. --. .-.
k / ..- --- .m...j S ..-- - ' N z f-w-. .
x j< == - irr- wour a.wx.- j
N (j'- C --e 1$ <
'
. ... ... a aa
.- >. * . > ' > w- w N
x M, I
h A - . jj 1.. -w e .......R - -.--.
1jj,, s- '>. . .' w -...--.--* ..-- . -- -
j,jj.-. - e.r Ke - -..- 1I,;, . e ek ,j 1 .< . -, m .j.j %,,
.-- < p l- - -- jpz u k X -z . ( vq ..-- Nxi '. I N
, v <'N
< -'- . r- '. ---.-. tp!I1j(-j; ---- .,iqu. 1! w
'==-G = '- .'== =' = =.- 1x- = --'H - - - = M=
. 7X.. 0 '- - G- * 'aU'' ,.==m .=- l N = = .=- . *
j!rI j!'' ..... ...----=--....... <-=--------'''''' ... 44, dl!' .axxxr-
. -- '* I -
- Ij . .-,.- I - ' '
II 6..- l----....,,; . tI I?.-. I * I'>' -''-
%,
. --asr-c-j - N t =-=-'L=== ---- =-. .- I - .p- . 'u I'-1 .
...a -= H , l -
jz.MQ' -- ...-... qzzar= 3?b ..... uzzqau..u, - .... .-. .
- m ---=--J.- - l - j
x- '-'-
kranen om te draaien,ten einde f
dampen in het gevulde vat f koud water in het ledige te doen stroomen.
Het vuur moet echter voortdurend goed onderhouden worden.''
Wij betwijfelen zeer,of de markies zijn toestel ooit anders dan in zijn hoofd
heeft vervaardigd. Men kan zich intusschen wel eene voorstelling maken van
hetgeen htj bedoelt.Men stelle zich (zie de bovenstaande af beelding) een stoom-
ketel a voor met twee buizen,die e1k in een daarnevens geplaatsten bak met
water uitkomen.Deze bakken zijn van boven gesloten ;het water,dat zij be-
vatten, kan alleen door de rechtopstaande buizen,welker opening zich aan
den bodem der bakken bevindt,Ontwijken.Is nu een der bakken,bijv.de
rechtsche, met water gevuld, dan wordt de stoomkraan Omgedraaid en de
stoom drukt Op de oppervlakte van het water) zoodat het in de Openstaande
buis naar boven wordt geperst.Terwijl de eene bak zoodoende geledigd wordt,
kan de andere met water gevuld worden.De kranen kunnen z0O worden inge-
richt,dat zij in de eene stelling stoom?in de andere water toelaten,en zoo is
het dan gemakkelijk eene afwisselende drukking der beide bakken te verkrijgen.
118
Wat de arme DE OAUs mag uitgevonden hebben kan men natuurlijk niet
weten. De beschrevene stoomfontein kan hij niet bedoeld hebben,toen hij van
eene belangrijke uitvinding sprak.Een toestel)waardoor kokend water zich
zelf naar buiten drijft,heeft eigenlijk geen ander dan een natuurkundig belang ;
DE CAus gaf zich ook niet voor uitvinder daarvan uit, maar zegt in zijn boek
allqen,dat men Op die wijze water in de hoogte z O u k u n n e n drijven.Daarbij
zou echter,zooals men licht begrijpt,al het water,dat men in de hoogte wil
voeren, kokend heet gemaakt m oeten worden.In den toestel van W ORCESTER
wordt het opgedrevene water niet zOO sterk verwarmd, daar bij dezen de
stoom zich in een afzonderltjken ketel vormt. Dit onderscheid is van veel be-
teekenis ;de stoom wordt hier op dezelfde wijze behandeld als in onze werk-
tuigen : men vormt den stoom in de eene ruimte en laat hem in eene andere
werken. Men kan derhalve den markies toegeven,dat in zijne uitvinding een
gezond denkbeeld in een verward kleed is verborgen, hetzij dan dat het zijn
eigendom of een in Frankrijk gepleegde roof is.
Veel belangrijker personage in de geschiedenis derstoommachine is DloxYslus
PAPIN.Zijn naam is algemeen bekend ; ieder onzer heeft toch we1 eens van
den papiniaanschen pOt gellool-d, dien men dikwijls in groote keukens aantreft,
waar hij gebruikt wordt Om uit beenderen en afval van vleesch eene krachtige
soep te koken, omdat de stoom in den geheel gesloten pot het water met
geweld in de porin van het vleesch en de beenderen drijft, hetwelk bovendien,
eene hoogere temperatuur dan het gewone kookpunt bezittende,de bestand-
deelen van vleesch en beenderen tot een bouillon oplost.PAPIN nu,de uitvinder
van dezen kooktoestel, een Franschman, die in 1680 te Marburg professor
was, deed op bevel van den landgraaf K AREL van H essen proeven over de
practische toepassingen van den stoom en wij hebben aan hem eene aanmer-
kelijke verbetering in deze uitvinding te danken. Onze lezers kennen voorzeker
allen de inrichting van eene gewone pomp,in welker buis een zuiger, lucht-
dicht sluitend, wordt op en neer bewogen.W ordt de zuiger naar boven be-
wogen,dan Ontstaat daaronder eene luchtledige ruimte,hetgeen ten gevolge
heeft, dat het water uit de wel daarin door de drukking van den dampkring
wordt opgedreven, terwijl, wanneer de zuiger naar beneden zakt,eene klep
gesloten wordt, die belet, dat het water naar de we1 terugvloeit, en eene
tweede klep, die zich in den zuiger bevindt, geopend wordt en het water
doorlaat,dat, zich thans boven den zuiger bevindende,bij den volgenden pomp-
slag tot aan de opening van de kraan wordt opgeheven. Daar de drukking
van den dampkring het water niet hooger kan oppersen dan tOt ruim 10 m .,
kan men Ook geene pomp gebruiken,bij welke de zuiger meer dan tOt 10 m.
boven de oppervlakte van het water in de wel is. Eene dergelijke inrichting
wilde PAPIN bij het stoomwerktuig in toepassing brengen ; hij bracht echter
in den zuiger geene klep aan,maar maakte hem massief.Dezen zuiger wilde
hij door het uitzettingsvermogen van den stoom in de hoogte drijven ; daarop
wilde hij den stoom plotseling af koelen en weder in water veranderen.Daar
nu de stoom eene 1700 maal grootere ruimte inneemt dan de hoeveelheid
water,waaruit hij gevormd is,moest, btj de verdichting van den stoom t0t
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
119 SAVERY EN NEWCOMEN.
water,Onder den zuiger eene luchtledige ruimte ontstaan en de dampkrings-
lucllt met eene drukking van 1 kilo op den vierkanten centim, den zuiger
Tlaar bon6don drllkken.PAPIN OntWikkelde dit denkbeeld in een afzonderlijk
geschrift en maakte ook een model van het werktuig ; de zaak had echter
geen verder gevolg,daar zij in Duitschland werd aangevangen,waar, zooals
in meer landen geschiedt,alleen datgene opgang maakt, wat uit het buitenland
komt.De Engelsche kapitein THoxA.s SAVERY,die van de beschrijving van
PAPIN kennis genomen had,kocht echter,zooals men beweert,alle exemplaren,
die hij krijgen kon Op,vernietigde ze en kwam toen in het volgende jaar met
eene uitvinding van hem zelven voor den dag, die niets anders was dan eene
gepaste vereeniging van den toestel van den markies van W ORCESTER en de
uitvinding van PAPIN.
Het is treurig, dat men in de geschiedenis
beschuldigingen van ontvreemding aantreft, die misschien
ontbloot zijn.0ns schijnt ook het verhaal van het vernietigen dier boeken dool'
SAVERY volstrekt niet zeker en het is zeer waarschijnlijk, dat het uit een
van allen grond
nationalen is Zooals wij
in vele hoofden
zien,begon
der uitvindingen zoO dikwijfs
kinderachtigen
thans het
naijver
zich te
voortgesproten.
het denkbeeld Nfas stoonANverktuig Vormon ;
reeds Ontkiemd en,zonder dat men juist aan diefstal behoefde te gelooven)
kon nu eens hier)dan eens daar,eene verbetering uitgedacht worden. SAVERY
zelf verhaalt aangaande de wijze, waarop hij tot zijne uitvinding geraakte, het
volgende : Hij dronk een flesch wijn en wierp de flesch in het haardvuur.
Hetgeen nOg van den wijn in de flesch was overgebleven begon te koken en
als damp uit de flesch te ontwijken. SAVERY, die zich juist
kwam op de gedachte, eens te zien wat er gebeuren zou,als hij de nOg
stoomende flesch Onderstboven in de waschkom dompelde.Hij nam de proef ;
het Water steeg in den hals van de flesch in de hoogte,en deze Omstandigheid
b0WeeS hem,Zooals hij zegt,dadelijk de mogelijkheid om door afgekoelden
Stoom eono luchtledige ruimte te verkrijgen en zoodoende de drukking Van
den dampkring te laten werken.
R0t StoomWofktllig VRII SAVERY,hotWolk 0P bladz. 120 ill Zijne hoofddeelen
is voorgesteld,bestond uit twee ketels L en D,die elk een afzonderlijken
vuurhaard hadden)en twee stoom- en watercylinders P P.Voordat het vuur
wordt aangemaakt, vult men door de met kranen voorziene openingen N en G
4en ketel L tot op twee derden en den ketel D geheel met water,waarop de
beide Openingen lucht- en stoomdicht worden afgesloten.Nu wordt de stoom -
ketel L verwarmd en,wanneer de noodige stoom gevormd is,Opent men de
de handen wiesch,
kraan van den rechtschen cylinder
Dadelijk stroomt nu de stoom uit L door de buis 0 naar P Over en A'erdringt
hij de lucht) die zich daarin bevindt en door eene klep R in de buis S ontwtkt.
Zoodra de cylinder P met stoom gevuld is,hetgeen men aan het warm worden
van den bodem bespeurt,wordt de stoomkraan gesloten en de kraan van den
P (die hier in doorsnede is voorgesteld).
tweeden cylinder P geopend, waaruit tllans de lucht gedreven M-ordt.Tntusschen
wordt een stroom koud water Op den eersten cylinder geleid,waardoor de
stoom daarbinnen afgekoeld en verdicht wordt en alzoo eene luchtledige ruimte
DE STOOM EN DE STOOMMAOHINE.
ontstaat. Deze luchtledige ruimte wordt echter dadelijk weder aangevuld, door-
dien de drukking van den dampkring het water uit een vergaarbak Onder M
door de onderste buis,die van eene klep
Zoodra deze cylinder met water is
en de stoom,
in de buis S naar boven.De tweede cylinder dient alleen om bij afwisseling-
met den eersten te werken en alzoo eene Onafgebrokene Opvoering van heL
voorzien is,in den cylinder opdrijft.
gevuld,opent men weder de stoomkraan
die uit L wordt aangevoerd,drukt nu het water door de klep R
water te verkrijgen,omdat.wanneer in den eenen het water Opstijgt,het in
den anderen wordt uitgedrevel
k -
% ' , ex K
l
3
-
1 Nh N - &' ze-N zmxh
- rN ,'
I$ - :. J Cx ./,j.,!. u . p
l ... .
j - - .. 'j. . . --....... -n z N <''- * # - V j - j . w l- w
1 , w. ' *.--
- - -.-. l,'.. .. %- .
lp . - ,. c'- ' I . . ..- w I = -
-
r = -- +.
j , ...-.. .
- . -
,
m j j u
-
-- - -- .
- -
- =-....:. l.. -
-
---
-- .=
-
--
-':
.
-
s.
4-
...- .' -z 1! II - ., , k .. ..u IIj .-.. j v T - @ I l V ..* I .-
.
- - - -
j j> , ) v.o ,j.. .,.-r t s..mm....
--- *'-
. -
.
-
.
1
:
'
V y, . jj!I! '- .- . *m.< . .. -u- - - == ' ' I -'''* % lC' .- , j j -'-- -- I z p- - -
, h >-
II - -.-.-. . I. . r:c j - I - . I , *' *- - .- r . x -
- .--.
js.j . .,p I I . .. j j g
.-...--- -
'j e, o '-1 1. - jj .
.
mm
. .
. j
4 ;s g ,m jjj .
.
. )Y 1'rjj . - .. -.
.
js ,
.
.m x y m. !!1 rjt j q ' ---- - ,J m .
w :I - *- ' JJ , ,- - .. .-. , ,.,:.u. -zvz -z- <w-
J .e * j/ R -KKh i! l I * I
:..- -.
j .- l - <- -= = .
NJ j. Ig
u1'u
en omgekeerd. De buis E, die
wtj in onze af beelding zien, vormtz
eene verbinding van de buis S
met den tweeden ketelD,waar-
door men in staat is dezen steeds
met water gevuld te houden.Deze
ketel dient alleen als aanvuller
van den ketel L, daar, juist Op
de manier, welke door DE CAUS
is uitgevonden, door het vuur in
B zooveel stoom wordt gevormds
dat het water uit D door de buis
K naar L wordt overgebracht.
Nverktuig Ofschoon dit vele
en het bovendien nog zeer OnvO1- handen vorderde Om den gang te regelen
kom en was, xzerktuigen.ITet verkreeg echter eerst eane practische toepassing in de rngnen vormde het toch den grondslag van al onze tegenwoordige stoom-
van Cornwallis,
eigenlijk geheel veranderd was.W e1 is waar is de inrichting van NEwcoxlx
meer een atmospherisch dan een stoomwerktuig,maar zij is toch de overgang-
tusschen de eerste uitvinding en de volmaakte stoomwerktuigen, die uit de
nadat het door NlwcoMEN in 1705 aanmerkelijk verbeterd en
handen van den Onsterfelijken JAMES WATT kwamen.
Het stoomwerktuig van NEwCOMEN is in de guur op bladz.121 afgebeeid
en op de volgende wijze ingericht :De stoom, die uit den ketel A wordt Ont-
wikkeld,kan door het Omdraaien van de kraan a in den cylinder B tredenr
waarin zich de zuiger C op en neder beweegt.Door de spanning van den
stoom en door de zwaarte van het gewicht F, dat aan de pompstang E is
bevestigd, wordt de zuiger naar boven bewogen. Is dit geschied, dan wordt
de stoomkraan afgesloten en daarentegen eene andere kraan a'even geopendr
zoodat eenig water uit den bak G in de onderste ruimte van den cylinder
stroomt.Hierdoor wordt de stoom aanstonds tot water verdicht en ontstaat
Onder den zuiger eene luchtledige ruimte.De dampkring drukt dan, als het
luchtledig volkomen is, den zuiger C met een gewicht van ongeveer 1 kilo
op den vierkanten centimeter naar beneden en deze beweging wordt door de
balans D op de pompstang en het tegengewicht overgebracht.H0e grooter
dus de Oppervlakte van den zuiger is, des te grooter is OOk het vermogen
120
NEW COMEN.
Azan het
buitenvlakte te laten stroomen.Toevallig ontdekte men echter,dat het wel'k-
tuig veel sneller liep,toen de zuiger 1ek was geworden en een weinig water,
dat er bovenop stond,in de onderste ruimte kon dringen.Alen kwaln toen
Op het denkbeeld der beschrevene wijze van af koeling,die veel sneller ge-
schiedt. Het water, dat zich in den cylinder opzamelt,kan door de buis d
verdicht door water rondom de werktuig. Vroeger werd de stoom
worden afgevoerd,terwijl de ketel A nog voorzien is van eene veiligheidsklep,
die zich opent, zoodra de drukking van den stoom in den ketel meer dan
14 kilo op den vierkanten decim.bedraagt.
Onze lezers zullen uit deze beschrijving Opgemaakt hebben,dat bij elken
en die van de buis d bij afwisseling door een wachter zuigerslag de kranen a a'
met de hand moeten
omgedraaid worden en
't met eenige D dat dl
nauwgezethel'd dient
N x '
.
-------
j te geschleden
, zal de jj.
machine een regelma- ' - .4* :
.. .t.
.
,,-
r-.'i- qy tigen gang verkrijgen. ,'''
,, ' .
van hoeveel belang . i -.
I'lj
. . -- -
L- . deze bezlgheld ook
* j. u Wezen moge,zOO ls z J
daarom niet minder r l
II vervelend
, en het is .
'
-- -
''
.-
jl niet te verwonderen
, .'
,,$ ! .x. - L
-, dat een knaap die . l a c ) , ..-,
'
; fl daarnlede belast was
, '' j',',,',.,. .
haar juist niet bijzon- '.' '.....'':'. --
. , ,, ,
j , . .I;- $,: III l. ,'111I lI1Il!II.1I'.I d 0I'3
.
,1-1:01I2$2,1/1'1 Volld . ....q '.1''
,I''t'Ll''l''''''l'.f''!''''II--I --jIICIS-LD''s(ttucj',,t'p,j'jj'',,l,',',,t''j'',,,,'l,'j'l',,,','j',''',
.1.1I.114,:.1111,I'.I(.I' -
Z00 g-izlg llet oolt t-:'. ,
'
-.5t-..,,..'-,-,,,.,,,.,,,,,,. ,,..',..,,.,,,,.--/- ,-'. '-'
.
tr-jjijl., -.I1!-I-I. I-.r1.l-1''.---'.'III'I-I'.I
,
$ '''''I'I,lI 11.1: tI.1''IIJ''1.2 I 'VUAIPHREY POTTER, 11 k
r.rV ,!.,,,,,,..,..p.,, ''.'.....,,d,T, - 9
e;L.,-'-'' .3.:31.!IIII,1-I1II,II,,,I,1-1,-p-, -
..'I-II,I-I-1#I 1I1...... -
ongens di e ,p*$.
.
''
,
''''J,'''''''' ''-'l''''''' 4615,t(Ei?s(1:-.1.. dtEiil46E5,..!1:..
,()1 ;, ,- - ,,r11,Ij,-,,, j
-t.j:--;-,--,(Ijr-----7;--.
, '' '
1.. de machine van . ... , ,.
''
x
'
. aan
Cornwallis moesten
draaien.De en levendige
in deze zieldoodende
vlugge knaap had meer lust in spelen en lezen dan
werktuiglijke bezigheid en zoo trachtte hij een middel te
vinden om er zich af te maken. Met behulp van eenige touwtjes,die hij aan
de balans van de machine en aan de verschillende kranen
hem dit spoedig.Deze eenvoudige inrichting trok spoedig de aandacht en
,
de
touwtjes door ijzeren Of houten staven vervangende, bracht men het weldra
vastmaakte,geltlkte
zoover, dat de machine zelve de kranen m et de
het juiste oogenblik Opende en sloot.Deze
grootste nauwkeurigheid op
uitvinding van den knaap was van
onberekenbaar gewicht,daar zij het eerst de werking van de machine Onaf-
hankelijk maakte van de aanhoudende
men niet altijd rekenen kan.
Na de verbetering, die HTJMPHREY POTTER in 1718 aan de
Oplettendheid van een werkman,waarop
regeling van het,
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
stoomwerktuig aanbracht, is het nOg door verschillende werktuigkundigen
meer volmaakt geworden.JAMES W ATT, die het totnogtoe tamelijk lompe en
onhandige werktuig in den hoogsten graad volmaakte, bracht echter eene
geheele Omwenteling in de inrichting en het gebruik van h'et stoomwerktuig
teweeg.
JAMES W ATT,die in 1736 te Oreenock in Schotland geboren werd,was van
zijne vroegste jeugd af zeer zwak ;men Ontzag hem daarom en liet hem zijn
eigen weg gaan en zich bezighouden en vermaken,zooals hij zelf verkoos.
Al spoedig openbaarde zich bij hem eene groote neiging voor wis- en werk-
tuigkundige studin.Toen een vriend van zijn vader dezen een bezoek kwam
brengen, vond htj den knaap Op den grond liggen, terwijl hij met een stuk
krtjt allerlei lijnen rechts en links door elkander trok.))W at'', riep hij uit,
moet zoo'n groote jongen zich met zulke dingen bezighouden ? Voort met /1
hem naar school !''. rveroordeel den knaap niet zoo spoedig'',zeide de vadel-
van JAMES, rzie eens wat hij doet !''en toen bleek het,dat de zesjarige knaap
bezig was,Op den grond een wiskundig voorstel uit de Elementa van EIJCLIDES
op te lossen. ZOo had Onder andere zijn vader,toen hij den smaak van JAMES
voor werktuigktlnde had opgemerkt, hem eene kleine verzameling gereed-
schappen verschaft.Hiermede begon hij te werken en al het speelgoed,dat
hij maar krijgen kon, uit elkaar te nemen en weer ineen te zetten, totdat hij
er spoedig in slaagde Ook zelf wat nieuws te vervaardigen.Eindelijk gelukte
het hem eene kleine electriseermachine te maken,waarmede de arme zwakke
jongen en zijne speelmakkers zich niet weinig vermaakten.
Oppervlakkig scheen JAMES WATT niet vlug,want het was hem niet mogelijk
iets van buiten te leeren en het geleerde a1s een papegaai na te praten ;
daarentegen dacht hij des te meer na over hetgeen hem verteld werd en al
wat hem trof was voor hem een bron van nieuwe Onderzoekingen en ijverige
die hem niet kende, lichtelijk waarneming ; en zoo kwam het,dat iemand
kon meenen,dat hij een traag begrip had.
Gelukkig hadden zijne ouders scherpzillnigheid genoeg om den knaap juist
te beoordeelen, maar van zijne tante,mevrouw MTJIRHEARD,had hij veel uit
te staan, want deze berispte hem altijd om zijne luiheid en domheid en spoorde
hem telkens aan toch een boek ter hand te nemen Of zich Op andere wijze
nuttig bezig te houden. Zo0 zeide zij hem eens :rNu is er meer dan een uu4
verloopen,waarin gij geen woord gesproken hebt.En weet ge wat gij al dien
tijd hebt uitgevoerd? Gij hebt het deksel telkens van den theeketel genomen
en er weer opgezet ;gij hebt de kopjes en theelepeltjes boven den waterdamp
gehouden en de druppels Opgevangen, die er tegen neersloegen.ls dat nu
zooals het behoort en moest gij u niet schamen uw kostelijken tijd zOo te
OSOR 11' Vormol .
De goede tante wist zeker niet,dat misschien juist dat uur voor haar neef
van de grootste beteekenis was en dat de proef,die hij hier nam,de eerste
schrede zou zijn om den onsterfelijken naam te verkrijgen,dien hij zich later
verwierf.Zij zag in den knaap,die met den theeketel speelde en trachtte te
weten, waarom uit de dampen van het water zich weder water vormde,den
122
JAMES WATT. 123
grooten werktuigkundige niet,wiens Ontdekkingen de gansche wereld zouden
vervullen. Overigens behoeft men,zonder de geschiedenis veel tekort te doen,
de goede tante met haren theeketel niet zoO hard te vallen.Onze jongens
voeren ook wel allerlei kattekwaad uit, zonder dat er juist daarom veel W ATTS
I
'
--, .I, ,-,!;,,'!/;?J1J)f?') ' /lI1
,III.,,',''':';,,,,;
:
,
-
-,
:,, ,
-
-r!-I,,! 5 -, !
'
, , ,,p, -(,,--4,,, , ' '
'I) -1j ,!
'
I!-,1,! j-j!!'..,,-.,..,,.,. (-(- ................1 'tt-IIi'-!...1...-!.I1r,I--1 ;:-,-III---III(j.-l 't .. l 'r 1z, N k ..,k-'* -... II1 I II.11j : , . .$ -,t. z -x zsk$1 1 - - I ' .1 '-.- .- > ----..... *'....ee
t tl j.jIZ Z . I l h.1ll '''-xII$.l .j ---D - xl . x. $ :I!J ,,. 5N . ', .!I! .. .1. 5
-..... )'i 1 j4' /g ',y ....-- x ' s jI).-.---.-. h, .%1.1 '' .-.u -''.'>'--- --.z-
v-
k N 1 jj j (l j ,'p,/# z,w. x jIIz,,.z: ......- - ....r..... * 1 jjjrk C' ------- ----.-.---3.-i
t . I'kIt;j/I;f/'f,'tt:-'/z'--. N- -,
k
8I,'$. '$,'---.. -
'
': 1,'.',., t k'r .
x j , jj, jk, .
1
.
.i I ,, ((j-)
'
l . ?
jj1.. l j'j ,q '.(1'. 1 .u- .---..- ........w ... .- - ,e.ex . . .-a x . ..,.-- .-jb.y ) j u r
,!I .,,!jk .: .1 ;,j--.- - ...,-,
w- - - ,q.a z......s .u. . ,,e
, ,
ji ....c
,
.. .
,.(.y..- w.1 jIN
,
-
1l4 'IlIc - - ' ,ljjh -I1i jIjI..z... . .' . .I,,I(jl,j .-t-- .v -l.., -, .y
..'... .,......wz .,',.I1 '- '!.,-jl?ai1l',z' j''xq . .- . :,t
'
l)()1.I4, ! ly
j -- -- --- --* R ->w...- JjJ.I1,.jj jIjjj1: .- 3:-*' *- >ll j I 1.. T h 3
/l .,I lx .. ($
, ,
-
dlq. . jry.- .-.x..- .....z ,,
1,.. ?
, , jj , jyjj,, j )j - .- r .=..-..., $
'
, .
p' ,zj1,',, t'IjhIjIl..-j1.rjJj.k 1$,y
-,,.
s.. r- .wx-q -...
.j.sxx',q,.s .,,.,j1,jj1,$..1,,-j,-r , ,,., --k.<. '-'j * > . #z,l,I:l 1 1pjiII1l'j11I - *'-....<m.<.j qj,y . . .
.
.
.
.-j. ... . .
....-
. jj j j w -.
.) .... r--......,.'#' .../g lj#ju j..r.a,jIj Ij . ...
.eezk -.-.
x
ww I ..
y.q
:
; ,js.. ......... ...m..... ..xj.. .*.. Ii111' k'hiii. j jjjjjj! ....... .j jjjj . .#', ..,;s .
yj. jgj&, jjjj I -
...
.-u -
--'
. ..- - ,I .
,j-; ), ,j j,j',a .j 'kk-.,)jI)ljjjjIj'.1l . - .- j.v
'
rIj!jj! . .'u.q
'
j -:-. ...:.jj.tjrjj..q.j,t,l.. ' '? l lI. , -''N
'
-- . i --- -'- --- - r
w, - .- ..Z.- e .
/ #j1j jjjj,jj jj.).. -jjj yr''''- ,jjjjjk.. ,w,.uu .jjw wtyw jj ,y .
NjII
y,y,, .. / c... ,
c
,
. . .h
,erjjj,,' jI: ,j1 $ ,=. ,j1,j 1,... !jIj.,Ii x ,,.w,.x...,.u......!y.g.%jx...
, ..
..
,,;jj,
,
j,;,,...r $; 'N.
-
jtII1llI '1 '-,.-Ij-r ..... ,-j!jjj'$,Ilkl''1I-' ..-h;'k.$ ,. .11,'$$ q- j,I -.tII:I1,-j,,I,,-,j-, -,,
N.1 I 9,11 ...u.$ ! !Ijjf!,j .. .oax'hv3'N..<xx.. -l1.1l,fy!y .
%
j
j
. ;
'
,
jj!jlkj1...x1l,l,,I)I!I1-j-jjj -, u'x...jy. qjxe , .xx--acze. -,,.f,jjlj$jl..1:t...1,.,.4I,'jj,,Ijj,,j: .a l , l 'I.I- 'j ----lr $ - jj- ....t..,, . I ' s.- .Ir .1III z- qv . . ,. . . .xxZ1'k'e-'..n . - 11' ' <
-. . I 'jrlk N. jq &) aq.% jjj1zljl1! I -
-
--
---= --x . .--.Z -'-.=.
-*'.......-..-
*h . jxI . ..
j,qjjjjj qbqy ,. ...j.jj1.Irt;jjj.;,Ij ---- - . -- ----....... - --. . N -----..........-u.z- --.- . .. I 9$h4k ---------- ----- .------ -----1.- ...a,e) -. . . hx j , ,jhNq
yuj j I jjjIIfljjjjjjjjj!Ijjjjjl2111l =....-.- = - ......--. u . N xN.:.j ?j x:j .,! j;jjj . j
y
(j(j,jjjjj
y
j
y
j,jj;j ....... ......--- . . j .N.
'
&j j j xjj.). % ,I''T!!'111.1.1.,I.'-,1119 --.. . .'.--, 4! - -- 'lI. N.;:1..II'I'.II' '
11.'.)I.III'1.$1...'..1 -- -- s lI' -.. .-.---.,.s%? 1$,ll'' s.*...1..4'''1I'.II:I '1diIll
'.s........--, 1I I.',.. x- . ,'i,,j. xw ....%) -..-- -.z.w... jx I ,gj-j:..,j.I.'I,III . II..l,I II.I,,I .- IIJ'p zv , r I '
1'JI:lIl1.l'll,.ll'I:I $e . slII,. ,l. ,'I,., --- -.... .. -..-. jIj.1.t;lllljj,,lj,ITI. p,II1.1II.I4'l.,I4I . .l. ....-- 1 jI
.lIIJI-..-. l,1--- ll.1l4111,,III, I. 14IIllkllt1)t h,lllI ..'.11 II' ,-7---.-:a $j1k111 .111J l ,
1
,
':II'j
*
I''lIIlII11111,1.1:II1ll11111lIj,1:1,IIII'I'I'jI. 1111.$11-.1,11'II- $ -14,''.11 '. 1, ?'j .;,.,
1.rjx,,1-
,
I
,j;:,','I,j, '
1'.),1111 -* '''!pIj1l11!11I I!''l ;: $ ,.1-1
,If1.ll --!II.I!.i$1jl-l!jIy- .-;-,1It1. 7 1$1,, .;' , .
. .
'j:--LI.,r,,,.-..- t.,
------ 1,u---- p,(-- I..
-----
I*;. . 1**% ' I111 ,
1..'1,1(j.1'j 111,.'jj( 1,1jIjj! 'j j'j,j!.j.j''.. ,1j.jljlll1.1:jj1,:. jl .a 1x Ij jjjjj j , 1'h..NNqn
'
j1IIv-- -JIII.l-.4 .q,, jjj, g,j, hjj$jj1jjjrj,,jjj.,jjjty,j .
Ill.1Ill$-?x--x.-.%%.-x..
-
-.
'.
- ';;
,
1
,
'
Ii1.' . .,a ;jl-j,
,jj-'' j-jjl,It.I,!1llI-.j','Il . .,! ij 1.l y,.?j t t),.)l,..$,1.Ij!.,,,'':Iyjg,jj'jj1,;,j1,,1I-1I,'jkj.jjls,,,
,
j l1'Illl.
x
- -xx . -I
IaIIII Ijl.tl.y.',ks'..,.,',$./.'.,'i-,l.1I' I'l i I 1.1.1. '!1,-.'..h.'':211.1q..''.II:'l.3 '- Ij '.x N....q.-. j
'
-x.l j1I!I.,.jjj,,, . .K $.,,$. -.ktt,j.h.1jI,,jIjjljlj-''l' lIIjI,.11jj$11.j,, t,x -'q $$..x .Ik Il;...iI...11.- !
'
.. - -ia .1..h!,.:11...11...II.1...l..I.11 '' ' 1 N
'
h(ttk.h. 'ljl!j1.1l'lijl!,'jI'Ilxl'2,,j
--:l ,kjew
.,,
'
;
'
j,
(.,,Ij, ,11'''' jjljj-k .jj!jl.',j-h 1jwjI1-.,'',.j1jl1)jlIjji1jlj:. y,ys j.#t. j,.jj,. jjjjjjjjjjjjjjjjjj;;jy l. 1--'uIl1I.1,jl.1l.t. --.. z,. ..' ,..--. -- ,jji,h. 11i',.-!k.I'
j
''
.' l JIu
,jjjljjjjjlItjj. pjpj v.g.b ..# vjk jjjjjjjjjj1jjj'jjjljy,l'jjjjjjj,jjjjjjjljljljlr ',
' .jl.kIljl-.'k'II;'t,'l!.. llr.-l... .,,',, '!jj, !j'$, Ij$j,...$1,.lj'jyTlj,,jIIj,j..ll
'
111,,1.111j,1. '''/ .
1J.)$11)aj.,,jtjj),I,,1, . tj,,-.4jj Ij, , $, jIj.:yj,!,,
,j,j,,$,,,
,j 7r1 1j..1))j j,
; j !, ,!, .j , y )pIr,TI!,,! f, 11,.1ljjtjx.2j(!jji, , (1 jjj
yjjj jy.jjj jyjI,qxjqjyjIujjyjjj,,jj, $.d/ @i
!jj
ll ojql.1jIjj,I1j,$1.j,,,rljI, i,.
y jk, j jjjjjpyjI jj1jjjjj,jjjj,t jj
jy,1j,,:,j..ujj
jjgjjjy,jjjgyjyjjjjjjjjj
y
N Ijtj
jtljqqkjjjjayN ,
jjjsq
j
ljs
j
lj!,j a: .v
jj,yyjj ;jjj,jj, ;jjjjjyyyjjjjjyjjyyjjjymgtjyjjj . jlhj. lItjg ljx.j IjjyqNjjyjjj , --;. jj,jjjjy jj,j
'
.jj jjyjjyjjjj.,jyyyysjjjjyjj,jy
ygjjy A% .1-,1..1.l.11i.p.11,xtliI,-. I--. j.,,z l, . jt,I11 ,,1 % l
x'lt(j,'ll''.jj'1lNj1j'j! !.j/----; I$ 'j j: r jjjujjrqjjyyy.
lqq
jj jljjjjjl11I,j ' I(1 I , 1 ,j(jI1jiv
4jjj lk Ijlj2.'jjljjijjjj
.,
,
,
1
,1l II fIl ..,jj j jjjIjlj,j jj,I1,.v 9jllyjjrjjjjjIj,IIjjj,1j -%
-.. 1
.11llj'l11l.',,-.'---r , '.'.. :,k-' II,.jjjl ..r,!,I,',...h'l,,'f?- .J....I, '' ir -. .
j. I-1. j (,,1.Ir, Iijdllljjjr)IvIIj',, j,', 1..ir /. jI11j jjrjjj
,,,
yer,.$jjj 111, 1.11Il! k1.'I.- , kk! 'kh .
1
11)I jljIIpiprjI !,s
,11-,il.j:kI,,j * p l . 1'Iljjjj;j,#.,
I
y..x. yjI.of jjjIjj jjjjjjjjyyjjj:yjjjjjkjjxyjjjjjjjjjy 1:' l j I .. .. l
j .v--a fj jr. j :j;,j,1 jjjkjjjIjjjjjq.r
jp ,jjjj4jjjjj
jjljl
jjjj v
x
- j'',I l j ,N jlfjj Jljj,
(
'
,jjjr.;j!!jrpj.4lzl.lljjjjjyj
e- .- N q
j -..q%* .....x.,N .. i .#
, . jj1jj 1jjj!y,
%J w= -- .- IIIII.,l jI.=.... 1 .--..1l 'N I N-- - . . - ' a I .l -- ucsuc--. z'.a- '
.
'.e'
-.
-'
-.
'
q
.
.
.
, s ..'.:n see. jjI..jI lj. ,,,, :r.- .=.- -u..x>=..=r ..
. * j . . . . j, $,ow.. .......-azazz-.wa ! q ... .
. ,jjI jj j, .-ow..<w. .w...ss
*YKI1!:-*K: -- . ne . .- . j,j'!1l - rj1,1.jj - < . *.
.
%.w
'-
-> pI yw.oIjjjjj .> je' (IIj..j!jyj ....m......uyrzux.
'z.:m v.
m
caau. w ' - - . w Ijl > I .= W'N ..=s > x .x..p -
qquc .. .jk1j >v...j p ' j,j ..zas g = -'''N N''''''QD .....Lt's..&.'x m'Swxa''...a w
% w> . '. .-x s z w '..........0 w ...z.a -x .x ..11. . r .. .+.-'s czx--- .= .-,-.--.ue. - -.wx a--*
c '-' >wv.
. jj'j1 -.> -N w x w- .y-z'=n..=. .Sa. .azzm. yww w.J..1.s.- Np ..M..-.w--=...'.:i> R. .w.N.m....s
V.m-uuvxY.> 'S..r-*= .Wsssj > <>' .. 4 ! 4 N w -=m.. - .z.u .a
x e ''w-- DL''''.QN 2 < Q' .'- '- m 'w - '.'W. ''Q'M I -.. '.X --> - - 2a-- = -Q.m.. w . >v-'
I ''N . <. =.aooo 1 ..uw..wa.=.- .cy -. rf=-. .-ezu m = -a Y ch- .''''A'U i N . N-''ucp.n ....1 - ... .-<'=.-'.% x- ,'-.3 -r-Q.a j' > . - . m Q ap. .. ....
--.-.m-xz'...a ... a -..'u. q >.w j > < Q>. . -ww- ... - . I > '*v 4!l l '-'-- '-v-' .z -'-.-<' =-F- - -'A-
u jje . j >x.s II .x...x. ...w, . - - j x: v .- , i f:z--c - --a...z.u . -.. - - - .- I ....z -x...a - - < z - . .-. 1 x-. >.>o..pQ .<zwl w..ifI w >Q...w.xwQ
.. x -v' -r - %%.-a.. ! m.! I ..<>.. '..- .....
.. ..a...2 -
N. .q wc.ww I11 mr hI am - .a.cr l
..pxaz - p-a . - . ''- ...m k Q:c-.w> .-R l'
llIl - x p.w w x.wx wN II -.k ..
< u mx % '. .- .s - . . w ! .-A> >'N..ww , . x d '.N..-. .-.. ''.'Q < .. -.k.N l' ,
jjp -'.....<w..h.- - .--. '.N ..c < .-.<. 'L'.w'.....-+ -.j& -
hy'n sk , j . .. -- . .......c..a....v ., w .- ux , x xw . j K 'R 9* % O
k WW ; N W j.j . ..j xxxyw wx% x - jrs)j A ; . xw..z. ) .'% 'wm. .N -.hvx-.a ,j. . J'4$,1i x w w-....:.- , ,,. ., . '# a.sx -.....-, ,v
I1.'- ,1j ...... -'',,I;y,l;122' ..... ..,--.,:,!.,
.............
''.......
..,
::::,.. ..,..
...,
''.......
..,....--.,,
:::..,....::7,, -,--,, -.,
2,4E!:..... ,'781
,
I'
.. I. , l. ..'u.s- I 1 ' x . . h l .K -.:k..h 'Y! N I - . .N-. % l - < '>. ! -
.I 1 ..: .,,.a.- x.. si
J 'l x- ev .-' NN-Q ' I l 4VV*V;Z . e- >- -* > I . -
..- . > w j l r .x.-- > .-'c.>a.7.x.>
.. - .''e N ' 'wa.pxN '
,h .< l .- J''.< .- <' - Nw N I .'-.-.- >.hv<> '>w. Q' . - '> I ' . I-...''''*' -21''k... - W' ' Q.Q
- '- a z'Pk .h..q z. I ->...>wr.-- t2-* Q'Q. ' -x.s I ..-''''e' ....- w'wi'h.O- . >...m..- - '--f j ..,.,,..='-..- -.- NN N '> - '4. '< N. -> - --w .....h.w <.w N. > > ...- .-'- -v.> ....- N. w w'.><- .. w cx. . .
<.x . 1l - Ia..-,--;.J,...--' .......- . '.-n ---.o..
-- -'.-.c. - ...-- -
--
- - x w... r..;x
x--
.-
z
'1, - l.IsI.ij.,-. wx Nvhw x.wpwas-..z.w ;-w.v. <- x . ...... .- x w- ----
l1kK. -.--.
-'$- - t!!jj -.x.-..vwwx. x w..- .xx u'w.-.wN. xux . > .N. - -- w ...-'* r-j 4I-.-(-l
.j....c' Q.w .-c.x4. .m.-....w '''*''<-.---. - I)l .-4-t ,--iI- .b..c.'.S> :h.7--- - I$ -....--.- .- 1 v ! I . ..hx .- . I I ..- -.- I >. -xNxx N ..<- .>
- 1I I w .-'''e - 'N NNN2Q -: >
jj -. ..... j: w..h -w...wx.h.4.z,w . -......4 ': .J1 . 1 -'.w2 ''''h:L--.%'''Nh..x I - xNh..>. *%
.. i RW' %' %
< Nh.
> Y'S ... x . ' ' .N J' N
. z : q .% a .. .. .
van groeien. Toen men WATT later vroeg, hoe hij tot zijne uitvindingen was
geraakt,antwoordde hij :?ldoor Onophoudelijk nadenken''.
Toen WATT den ouderdom van 19 jaren bereikt had,trad hij als leerling
bij den werktuigkundige MOSGAN te Londen in dienst.Htj moest Om te Londen
te komen 12 dagen reizen en zal wel niet vermoed hebben,dat men denzelfden
124
afstand ten gevolge van zijne uitvindingen eenmaal in 12 uren zou afleggen-
Te Londen bleef hij slechts een jaar ; vandaar keerde hij naar Glasgow terugr
waar hij zich als werktuigkundige aan de hoogeschool vestigde.In dien tijd
was de beroemde staathuishoudkundige AoAM SMITI-I de glorie der academiestad ;
deze leerde WATT kennen en vond een bijzonder behagen in zijn omgang. Hij
bracht vele ztjner vrienden bij den jongen instrumentmaker en spoedig werd
het huis van W ATT het vereenigingspunt van geleerden en studenten.Onder
dezen bevond zich Ook ROBINSON,die later met W ATT in zeer nauwe vriend-
ROBINSON verhaalt over eerste schapsbetrekking stond.
W ATT het volgende : nDaar ik een lief hebber van wis- en werktuigkunde
zij ne ontmoeting met
W as,
werd ik door eenige bekenden aan W ATT voorgesteld.lk verwachtte een
eenvoudigen werkman te zullen Ontmoeten en dit scheen hij ook werkeltk te
ztjn,maar,hoezeer werd ik verrast,toen ik btjnadere kennismaking hem als.
een geleerde moest beschouwen,die, ofschoon hij van denzelfden ouderdom
was als ik,mij over alle punten van natuur- en werktuigkunde, waarover ik
hem vroeg, ophelderingen wist te geven.Ik dacht,dat ik in mijne studie
nogal goede vorderingen had gemaakt, maar zag spoedig in,dat W ATT ver
boven mij stond. ZoO ging het ook mijn medegezellen.Elke zwarigheid,die.
wij ontmoetten,onderwierpen wij aan het Oordeel van W ATT en hij was altijd
in staat ons daarover iets nieuws te leeren ; voor hem zelven werd elke vraag
het onderwerp van nieuw en ernstig Onderzoek en hij had geen rust,voordat
hij overtuigd was,dat de zaak van geenerlei beteekenis was of dat hij er van
gemaakt had wat er maar van te maken was.Deze eigenschap,verbonden
met de grootste bescheidenheid en een door en door goed hart,maakte,dat
al zijne bekenden met de grootste liefde aan hem gehecht waren.''
Naar het schijnt,begon WA'iT zich in de jal'en 1762 en 1763) toen hij vele.
proeven met den papiniaanschen pot deed,meer aanhoudend met het onderzoek
naar de natuur van den stoom en de mogelijkheid van zijne toepassing bezig
te houden, doch eerst het volgende jaar scheen bestemd om hem op den weg
des roems te leiden.In de verzameling der hoogeschool bevond zich een model
van eene stoommachine van NEwcoxEx, hetwelk men tOt opheldering bij de
academische lessen bezigde.Dit m odel was ontredderd geraakt,Of liever het
was nooit in orde geweest, en men droeg WATT Op het te herstellen.Hij
volbracht zijne taak naar wensch,maar zijn ijver stelde zich daarmede niet
tevreden. Zijne scherpzinnigheid had spoedig Ontdekt wat de Oorzaak was der
gebrekkige werking van den toestel van NEwcoxEx. Het werktuig had twee
dingen noodig, te weten :water van eene hooge temperatuur en eene volmaakt
luchtleedige ruimte onder den zuiger ; dit kon echter met het inspuiten van
het water niet verkregen worden,terwtjl daardoor bovendien het nadeel ont-
stond,dat de wanden van den cylinder werden afgekoeld,zoodat, wanneer de
stoom daarna in de ruimte onder den zuiger werd toegelaten)eene aanmerke-
ltke hoeveelheid door de afkoeling tot water werd verdicht en derhalve geene
nuttige werking kOn verrichten.
Deze opmerking bracht WATT op het denkbeeld, een afzonderlijken stoom-
verdichtingstoestel of condensator aan het werktuig aan te brengen, waaria
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
JAMES WATT. l25
de stoom, nadat hij zijne werking in den cylinder had volbracht, werd afge-
voerd en zoodoende buiten den cylinder neergeslagen.Deze uitvinding was
omstreeks het midden van het jaar 1765 voltooid en ztj leverde zulk eene
besparing van brandstofen,dat men thans,om dezelfde werking te verkrijgen,
slechts een vierde deel der steenkolen noodig had,die vroeger verbruikt werden.
Eene tweede belangrijke verbetering werd door WATT ingevoerd,doordien hij
niet de dampkringslucht,maar den stoom den zuiger in den cylinder liet neer-
drukken. Daartoe werd de cylinder van boven geheel gesloten op eene opening
na,die de zuigerstang luchtdicht doorliet)en werd de stoom afwisselend boven
en beneden den zuiger in den cylinder gebracht.Het duurde nog drie jaren
na deze uitvinding,voordat W ATT zich de middelen kon verschalen Om haar
op eene groote schaal uit te voeren, ten einde zoodoende het nut zijner vinding
door de proef onwederlegbaar te bewijzen.Eerst nadat hij met Dr.ROEBUCK
eene overeenkomst had gesloten,waarbij deze laatste twee derden van alle
winst voor zich bedongen had,werd hij in staat gesteld een proefwerktuig te
vervaardigen, waarmede dan ook eene zeer voldoende uitkomst werd verkregen)
hoezeer ook bleek,dat nog eenige kleine bezwaren moesten worden uit den
weg geruimd.
Decompagnieschap met ROEBUCK duurde echter niet lang,want reeds weinige
jaren daarna bleek het,dat diens zaken geheel in de war waren. Nu ving
voor WATT,die niet bemiddeld was,een moeielijke tijd aan.Gelukkig sloot
hij echter in 1775 eene nieuwe overeenkomst met AIATTHIAS BOIJLTON te Soho
bij Birmingham, waar hij in deze uitgebreide fabriekzaak de geldmiddelen en
fle hulp vond,die hij tOt de uitvoering zijner vindingen behoefde.
De fabriek te Soho was reeds zeer uitgebreid en behoorde tot de grootste van
Engeland,ofschoon zij toen nog niet te vergelijken was bij hetgeen zij tegen-
woordig is.En thans zelfs nog,nu men in alle beschaafde landen fabrieken
van stoommachines vindt,is die te Soho altijd overladen met bestellingen.
Met den eigenaar van deze fabrieken)die bij het gebruik van hare eigene
stoomwerktuigen nog uitgebreider werden,sloot W ATT eene llieuwe Overeen-
komst.Zijn octrooi,dat bijna verloopen was,werd voor den tijd van 17 jaren
verlengd.De uitvinder wijdde zich thans uitsluitend aan de volmaking van
zijne werktuigen tot in de kleinste bijzonderheden en de eerste uitkomst van
zijne bemoeiingen was het verbeterde
tuig,waarbij de stoom den zuiger
beweegt,terwijl de drukking van den dampkring de terugwaartsche
enkelwerkende stoomwerk-
richting,b.v.naar boven,
zoogenaam de
slechts in ne
beweging
bewerkt.
Daar de eerste werktuigen hoofdzakeltjk gebruikt werden om het water uit
de mijnen Op
van het werktuig van Oornwallis bleek, de pompstang Onmiddellijk aan de
andere zijde van de balans tegenover de zuigerstang vastgemaakt.De beweging
porapen, had raen ook, zooals ons reeds uit de beschrgving
was bij deze inrichting zeer onregelmatig
deze
greep, als de richting van de beweging der stangen veranderde.Dit gelukte
en Onzeker en W ATT wilde allereerst
ongelijkmatigheid in den gang wegnemen,die voornamelijk dan plaats
llem volkomen,doordien hij het stoomwerktuig tegelijk met de pompen een
te
126
groot,zwaar ijzeren rad,het zoogenaamde vliegwiel,liet rondvoeren,dat door
zijn groot traagheidsmoment de machine nog eenige oogenblikken aan den
gang hield, ook dan wanneer de stoom ophield te werken, en zoodoende het
werktuig over de zoogenaamde doode punten bracht.Hierdoor werd de beweging
van het stoomwerktuig veel regelmatiger en het schokken en stooten,dat
voor zijn samenstel zoo nadeelig was, geheelvermeden. Thans kwam eene
andere onregelmatigheid aan de beurt, die door de ongeltkmatige verwarming
van den vuurhaard werd veroorzaakt. Het is onmogelijk den toevoer van den
stoom door een gelijkmatig vuur zoo standvastig te doen blijqzen,dat de
machine niet nu eens een weinig sneller, dan wat langzamer loopt. W ATT
zocht dit eerst te voorkomen door eene zoogenaamde smoorklep in de stoom-
buis aan te brengen,waarbij een wachter werd geplaatst die,op den gang
van de machine lettende,den toevoer van den stoom tot den cylinder door
het omdraaien der klep m oest regelen.
Het bleek zeer spoedig,dat de minste onoplettendheid van den wachter de
machine kon in de war brengen.W ATT beproefdedaarop de volgende inrichting,
die zoo volkomen is, dat men haar zelfs bij sterrenkundig: werktuigen, die
een volkomen gelijkmatigen gang moeten hebben,heeft toegepast.De machine
nameltk brengt eene rechttlpstaande stang in eene ronddraaiende beweging ;
aan deze stang zijn twee armen bevestigd, die aan de uiteinden met metalen
ballen bezwaard en in scharnieren kunnen de bewe- draaien,zoodat zij
gingen iemand,die zijn armen eerst tegen het lijf uit-
gestrekt houdt en daarna opheft,totdat zij horizontaal zijn. Is de machine in
1-11st,dan hangen de armen met de metalen ballen door hunne zwaarte tegen
de stang aan ; zoodra echter het werktuig in gang is,wijken de armen een
weinig uit, omdat de ronddraaiende beweging van de stang eene zoogenaamde
middelpuntvliedende kracht doet Ontstaan,die de ballen van de stang verwijdert.
Hoe grooter de omwentelingssnelheid en dus ook de snelheid der machine is,
des te grooter wordt die middelpuntvliedende kracht en des te verder steekt
de toestel zijne armen uit.Nu valt het niet moeielijk in te zien,h0e deze
toestel, de zoogenaamde regulateur, den toevoer van den stoom regelen kan.
Verbeelden wtj Ons aan deze armen twee naar beneden hangende stangen door
scharnieren bevestigd en deze stangen weder door scharnieren tOt eene enkele
stang verbonden,dan zal, als de toestel de armen uitstrekt,deze laatste stang
worden opgetild, en nu kan men het gemakkelijk zo0 inrichten, dat door deze
eene klep in de stoombuis wordt toegedraaid. Loopt dan de machine te snel,
dan wordt door het toedraaien der klep de toevoer van den stoom verminderd,
de gang der machine wordt dan langzamer, de armen van den regulateur
zakken weder en de stoom kan ruimer toevloeien.Spoedig daarna volmaakte
WATT zijne uitvinding nog verder, door den stoom afwisselend op beide zijden
van den zuiger te laten werken, waardoor hij het zoogenaamde dubbelwerkende
stoomwerktuig verkreeg. Deze uitvinding is bijna het volkomenste werktuigy
dat men zich voorstellen kan ; later is er slechts weinig aan veranderd en het
is het model gebleven, waarnaar alle stoomwerktuigen vervaardigd ztn.
De afzonderltke deelen, die op zich zelven even zOo vele afzonderltke
ztn
kunnerl nabootsen van
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
127 DE STOOMMACHINE VAN WATT.
uitvindingen
moet geven
stoommachine
zijn, verraden eene
van het verstand
allereerst mogeltk
stoom afwisselend boven en onder
machine zelve wordt bestuurd.
stoomschuifkast draagt en door
aangeduid, kort beschrijven.
De stoomschuifkast is
verband door twee kanalen, waarvan het
in de ruimteboven)het andere
in de ruimte onder den zuiger
des cylinders zich te verspreiden.
In deze kast beweegt zich de
stoomschuif, in de eerste fguur
afzonderlijk voorgesteld, op en
neer door middel van eene stang,
die aan de schuif bevestigd is
en door het deksel van de kast
heengaat. De schuif zelve is
een koker, die boven en be-
neden eenigszins breeder is en
daar juist in de kast past,zoodat
deze daardoor in twee ruimten
is gescheiden, te weten : de
ruimte,
buiten-oppervlakte van de schuif
die zich tusschen de
en den binnenwand der kast
bevindt en door de breedere
boven- en Ondereinden der schuif
wordt afgesloten, en de twee
vakken,die nOg boven en be-
neden de schuif overblijven en
'
I
I
f
/' /
/
l
T N X
door den hollen koker van de
schuif met elkander in
1 1
Z z V '.
Zz z' '' ''XXX X 'ZZ ZZ ' k j .
z' z Nx x/ . y Xx . .J'k. x z zz' w x x
- X Y x N
xx xxh - z o x . <
, .. : . -
q
.
ja,s., x ,,xX,
'
N , l N '.. *
'
' . ' '
I I
. NNy N XN
' N N, N . ' I
%
h( Nq tt
,: .
j ' ' -
- , ' 1
,j l j
. .. 1
pd j 4 ....... .... .....
'
4:::;:,,
*
1.
..
*
. l --- . .I N -
'
....
-
.. .
$
' j I -
I '.... 1 '
-
.
j , j ... ,
..- 1 *
1 , .....
4 I-
j -
I 1
1' j 1 Il ... - -
*
1
*
1! 1
*
jjIj , I
- I
jj ,% ..- ' j
II .
'
Il
--
j,jI ,
'
11
. I I
jI ' - '
I . jI , .j III -- --
1, -
I11 .. $
l ,fII11I 11 -
1..- t.-- -. w ' - # '''G Ah * q%#IhP 1 .. I
.
h .x x jjj.. .u 1q %.%Ih2 **h--hb%* 'M' W -o
w 2 vr p..e , I )ko @4 ,-@#$.@#' Ij .. q
J W* *U**='' :
.. @* .+., I o.o j j j '
4
11II11 'I'II1I11l1lI1 l
:.....
'
- - 1

.. . . . j =
.
=
-
- -
! z ''''''.
.x K ' % % Nx
N
l''' 4
verband staan. De buis a staat in verband met den
stoomketel,de buis d met den condensator, waar de stoom tot watel- wordt
verdicht en daardoor eene luchtledige ruimte gevormd wordt
. Is de schuif kast
in den stand zooals hierboven is voorgesteld,d.i.in haren laagsten stand
,
dan zal de stoom,die altijd zich in de ruimte tusschen de schuif en de wanden
der kast bevindt, gelegenheid hebben Om door het Onderste kanaal in den
cylinder te stroomen,omdat de Onderste afsluiting van de schuif beneden die
opening is.0ok het bovenste einde van de schuif bevindt zich oner het
bovenste kanaal,maar daardoor zal dit met de buis d en dus met den conden-
sator in gemeenschap staan.Zoodoende za1 de stoom onder den zuiger drtlkken
en, daar de ruimte boven den zuiger luchtledig is,te meer werking doen
,
nu
hij geen tegendrukking te Overwinnen heeft. In de ;g.op bladz.128 is de schuif
scherpzinnigheid, die het hoogste denkbeeld
van den vinder.Hetgeen deze dubbelwerkende
maakte, was de inrichting, waardoor de
den zuiger wordt toegelaten en die door de
Wij zullen deze inrichting,die den naam van
de hguren op deze en volgende bladztde wordt
naast den stoomcylinder geplaatst en staat daarlnede in
eene den stoom de gelegenheid geeft
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
juist boven gekomen en wordt nu de stoom boven den zuiger in den cylinder
gebracht,terwtjl de ruimte beneden den zuiger door de benedenste ruimte der
schuif kast en de pijp d met den condensator in verband staat.
In de :g.Op bladz.l29 zien wij het stoonlwerktuig van WATT voor ons.
Onze lezers herkennen aanstonds weder de schuifkast a b en den cylinder A.
De zuigerstang 0 werkt op de balans D,aan welker andere uiteinde F de
drijf- of krukstang G is bevestigd, die aan de as K en het groote vliegwiel
L L eene ronddraaiende beweging geeft.
Met deze as staan de werktuigen)die
door de stoommachine moeten worden
bewogen, in verband. Aan de balans
ziet men
die alle met
nOg drie stangen bevestigd,
pompen in verband staan.
Een der pompen dient om de 0V0rg0-
blevene lucht en het warme water uit
den condensator te pompen ; eene andere,
de vOedingspomp, brengt het warme
water uit den condensator in den stoom-
ketel en de derde pompt koud water
uit de wel in een vergaarbak,waaruit
het in den condensator spuit. Men her-
kent voorts nog den regulateur, dien
wij straks kortelijk beschreven,aan de
beide met metalen ballen bezwaarde
arm on.
H et ex centri ek. Op de as van
het vliegwiel is
stel, het zoogenaamde excentriek,be-
vestigd,dat uit eene schijf bestaat,wel-
ker middelpunt echter buiten het midden
nog een bgzondere toe-
van de as ligt en die alzoo door de as
wordt in de rondte bewogen.Om deze schijf is een ring gelegd, die weder
a>n een samenstel van ijzeren stangen 8 8 is bevestigd.(Zie de onderste :g.op
bladz. 129).Deze geheele toestel is bevestigd aan een tuimelaar U. W anneer
nu de schijf op de as dn meest linkschen stand heeft
4e excentriekstang de tuimelaar naar voren getrokken ztjn ; is daarentegen,
dor eene halve omwenteling van de as, de schijf in haren meest rechtschen
stand gekomen,die door gestippelde lijnen is aangewezen,dan is de tuimelaar
naar achteren geschoven.De arm van den tuimelaar staat in varbinding met
de stang van de schuifkast,die de schuif op en neder beweegt.
De beschreven vorm van het excentriek is de eenvoudigste ; het spreekt
zal door aangenoEnen,
echter van zelf,dat men aan de schijf ook eene andere gedaante kan geven,
ten gevolge waarvan gedurende eenen omloop naar willekeur versnelling, ver-
traging en stilstand plaats kunnen hebben.De cirkelvorm heeft inderdaad dit
tegen zich,dat de schuifstangen te langzaam sluiten,zoodat inmiddels arbeids-
128
LATERE VEEBETERINGEN.
vermogen verlorerl gaat.lndien men dus,zooals dikwijls plaats vindt,het
fxcentriek driekantig maakt met afgeronde lloeken en het il1 een viel'kantig
sluitstuk laat draaien, vindt het opgegeven ongerief niet plaats.Ingeval de
machine met uitzettend vel'mogen (expansie) moet werken, moet men den
'vorm van het excentriek daal'naar inrichten) omdat klaarblijkelijk lliervan
afhangt,hoe de schuif-
o
stang loopt,terwijl dit
wederom invloed heeft
op de vervreeging of
verlating van de af-
koeling. Het uitzet-
tings-excentriek draait
tusschen twee aan de
stangen aangebrachte
wrijfrollen
eene Onregelmatige ge-
en heeft
da>nte, af hangende
van de verschillende
afkoelingswijzen.Door
middel
langt de stang vier
daarvan 01*-
afzonderlijke,door kor-
ten stilstand afgewis-
selde werkingen, twee
in de eene en twee in
*
l
l l ..
I I , -
% lj 1. . -, t!
, $ =
> ! '.'.* = -
j p 1 O - Y ' '
.- . A
* -= , F e
wx QK1---lM f'
sl- l v y e' *x
.. X ?
. 1 .- -
x . L , x
- -
- - X
--''E2-.-.
----
.---.I
'=.
% 6 -& j ...ti I ..- 1jj U ' ,# .I
L= # ,I rxr ' l '
==f ' 11 I ' j - > I ,.'
- I
j
t;
3 ll- I lElR x .b. .'
I .:yj:jygj; I VE '*% '
czm - 'lz II 1 I
m=c . - .1..'' '=-- .
li'--. .---. .r 't Nx -
.?,.. -:-:rl jlIj I N.# . ! I=- Ij I lN
.'. uu i 1j a I -:i
--= ., , ,e=,
j ,
j! = I ' IKv'''cc''mi-.
=.- - l z. 'w 'I-t= M -- ..--- 'I M.1. ; j. 1 -..-u j . .. 57.-.-..aa..;jj(j j K j- 'u
, ..a o ....acew ... .---
. -- a,,s . , b
I l1'11IIl '111
11 1111111 1I1ill-kj1,.1.1 'I1.1lI I ,, Ijj:
1 !l11 ! 1 llI t ' ''1111
de andererichting.De eerste stoot sluit den stoom af,terwijl het afveel.kanaal
nog wordt opengelaten,terwijl de tweede de Omwenteling teweegbrengt en
den stoom aan de andere zijdo laat indringen.Deze stoom-afsluitschuiven
ondergaan eene persing op hare baan,die van de stoom spanning bn de schuif-
kast af hangt en een verlies van arbeidsvermogen veroorzaakt.Dit ongerief
wordt voorkomen door de zoogenoemde O n t la s t e n (1 e schuiven, die hol
*
.
zijn en als eene soort van dubbele schuitkasten kunnen worden aangemerkt,
r-'>
w
>, 9 x t
f
' v / e' j ...w
e # & & ... /lyc ..e..w
- XN. ., u ..4t- . -- 1 . p j 1I = ...- .- N 11
'$ /l
/., ... % '.'.. : ' N q
'
$ Iz , k
- Nw
<* . . - b
door welke de stoom indiervoege in- en uittreedt, dat de werking aan weers-
zijden plaats heeft.Er is dan geen aanzienlijk vermogen meer noodig om den
loop van den stoona te veranderen.
Meer samengesteld zijn die,mede veel gebezigde, inrichtingen, bij welke
tw e e stangen in werking zijn,waarvan de eene eene beweging heeft,ver-
schillende van die der andere.De eene namelijk veroorzaakt alleen het inlaten
van stoom aan de boven- en aan de benedenzijde,terwijl de andere het afvoeren
X. 9
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
van den afgewerkten stoom regelt.Men heeft ook nog vele andere inrichtingen
gemaakt om den toevoer van stoom uit den ketel, zelfs gedurende den gang
van het werktuig,te verminderen Of te vermeerderen, 't zij door het draaien
eener kruk met de hand of met behulp van meor samengestelde regulators.
Door al deze verbeteringen werd de stoommachine een werktuig,dat btj zijne
verbazende krachtsontwikkeling zich met de regelmatigheid van een uurwerk
bewoog en met het grootste gemak kon bestuurd worden.Geen wonder der-
halve,dat het alras zijne heerschapptj in het fabriekwezen begon uit te Oefenen
en hoe langer hOe meer werd gebruikt.
Toen het octrooi van W ATT en BOULTON
ging W ATT uit de compagnieschap en sleet
verloopen was,in het jaar 1800,
htj de overige jaren van ztjn leven
op zijn buitengoed Heath:eld bij Birmingham, zich aan zijne lievelingsstudie
wijdende en den rustigen ouderdom genietende,dien hij zOO wel verdiend had.
ln het jaar 1819 stierf hj,in den Ouderdom van 83 jaren.Hij had wel is
waar zijn tijd van beproevingen gehad, die bijna nooit aan een uitvinder ge-
spaard bltft, maar toch ook het zeldzame geluk gesmaakt, dat hij de onbe-
rekenbare weldaden zijner uitvinding met eigen Oogen mocht aanschouwen.
Zijn uit steen gehouwen
dat in de W estminster-abdij zijn graf versiert, verkondigt,hoezeer zijne land-
beeld,door den beeldhouwer CHATREY vervaardigd,
genooten zjne nagedachtenis vereerden.
ttjd hebben de stoomwerktuigen zo0 velerlei veranderingen Onder-
gaan,dat wij daarvan slechts enkele bijzonderheden willen vermelden.
afgebeelde oude
stoommachine van WATT de latere vergeltjkt, zooals ztj Op bladz.131 afgebeeld isz
dan vinden wij wel het een en ander,dat netter is van vorm 'of eenvoudiger van
samenstelling,maar in den grond
Indien men echter met de boven beschrevene en Op bladz.129
genoegzaam geene wezenlijk nieuwe uitvinding.
Men begreep spoedig, dat de stoom,die bij hoogere temperatuur ook eene
Na dien
grootere spankracht bezit, Ook sterkere werking moest kunnen voortbrengen.
Bij de werktuigen,die tot dien tijd in gebrtlik waren, werkte de stoom slechts
met de kracht van 1 kilo
ofschoon men een enkelen keer we1 eens eene
op den vierk.centim.van de zuigeroppervlakte en,
hoogere drukking gebruikte,
zoo moest men toch alttjd om sterke werking te verkrijgen zeer wijde cylinders
of meer dan n stoomwerktuig bezigen. Door eene sterkere verhitting en
steviger ketels kan men een sterkere
vermogen van 2,3) 4 enz.kilo Op den vierk.centim.drukt en die dus stoom van
2,3,4 enz. atmosferen levert. De werktuigen,bij welke stoom van zOo hooge
spanning wordt gebruikt,heeten werktuigen van middelbare drukking
? a1s de
spanning van den stoom tusschen l en 4 atmosferen ligt,en werktuigen van
stomspanning verkrijgen, die met een
hooge drukking, als de spanning van den stoom meer dan 4 atmosferen be-
draagt ; zij kunnen met kleinbre cylinders even grootb uitwerking doen. ARTI-IUR
s7ooLF bevond echter
eens gewerkt te hebben,
spoedig (1804),dat de stoom van hooge drukking,na,
nog niet afgewerkt was, maar zich dan nog kOn
uitzetten en in plaats van te voren bijv.met 3 tot 4 atmosferen daarna
met 1 - 2 atmosferen spanning werken kan.Htj plaatste derhalve naast den
kleinen cylinder van de machine met hooge drukking nog een grooten cylinder
nOg
130
LATERE VERBETERINGEN.
voor lage drukking en leidde den stoom, die boven den zuiger van den eersten had
afgewerkt,Onder den zuiger van den tweeden en Omgekeerd, waar de stoom zich
dan uitzette en ten tweeden male werkte, voordat hij in den condensator werd ver-
Ia L'
w . A X' / x
' T
?lp
'r f T
x''e .
?z
.
x'
T @
o
A
; K ? l
!
j -o ;
!
W
A
y ). : ,.
. .
j u j
gl I K
illjl -''- . ,?, 0 P
Nx ' 1
* j /
X ., x X
.
xxx N 'x . X x
, ,
-' Xx
f
N
'Xxxxxxx- .---..,.....'''--.
'
.-'-- .
'
.,-' --.
'
.-xx=-'''--------------------------------. ''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''''x / 11.,@.11.11111.,@11.1.,.1!,,!11..,1111,,11!.,,.11.,,11.,,11111,
*
'llji!!il,,i'ii,------------''---.111;,1111.,11@1,---11;.:;;-------...,,g@1,,,@.1.@1111,,.'@@1,,-----------------.piil!.,,l!!;,j!!!;,iiiiii;----------,'''---.:,,,,1111,11111.,.1111,-----------,,-----
*
!,.,,111.,11.!,,111.,@.11.,1'@@11------------,,,---,
*
O stoomcylinder.- P stoomzuiger.- T zuigerstang.- LL'balans.- B kruk-
stang.- M zwengel.- R vliegwiel,dat de beweging van de machine regelt.-
K ring van het excentriek. - B' stang van het excentriek,die in verbinding staat
met den hef boom ll'en de schuif in beweging brengt.- T stang van de lucht-
pomp.- T'''stang van de aanvoerpomp.- e bekleedsel van de pomp.- C'
koelvat, dat het water ontvangt, a1s het uit de buis 11 komt.- AA'A'''L' paral-
lelogram,waaraan de stang van den zuiger verbonden is en die deze stang nood-
zaakt zich verticaal te bewegen.- A'A' '' hef boom achter het parallelogram
,
ver-
bonden aan het vaste punt A''' en aan den hoek A'. 9*!)4?',*'regulateur,waarvan
de ballen stjgen, naarmate de machine eene snellere beweging aanneemt.- V val-
klep,die zich gedeelteljk sl.uit,wanneer door de stkging der ballen het punt 3''
zich langs de stang ,./.'verheft.
dicht.(Zie de fig.op blz.144).Dezen cylinder van lage drukking)Ook wel expansie-
cylinder genaamd,omgaf hij met een ijzeren mantel,waarin stoom werd ge-
leid, Opdat de koude lucht van baiten den stoom niet reeds hierin verdichtte.
132 DE STOOM EN DE STOOXMACHINE.
Het was echter,zooals men later inzag,nOg eenvoudiger de uitzetting reeds
in den eersten cylinder te doen plaats grijpen en den expansie-cylinder met
alzijn toebehooren weg te laten. Dit verkrijgt men bij de tegenwoordig zeer
il1 gebruik zijnde exp ansie-werktuigen doordien men den toevoer van den stoom
niet Openlaat gedurende de geheele Opwaartsche beweging van den zuiger,
maar dien reeds afsluit,wanneer de zuiger nOg een derde of de helft van zijn
weg moet afleggen,terwijl men het nu verder aan den afgesloten stoom over-
laat door ztjne uitzetting den zuiger verder voort te stuwen. Dit zijn nu werk-
tuigen met standvastige expansie, die steeds dezelfde werking volbrengen.
-
-,.
t)
-,
,
,
y.ty) y'' t
, ,t, ;LI
y y' .
k
.- , . : x. T' m W'-'''''lC)))
yyy
... 4-)' x. : ' ''' -
l
/ z'
..J-
t J B I '
,
... j Z.-
C stoomcylinder.- P zuiger. - T zuigerstang,loopede tusschen de gelei-
staven G.- B krukstang.- M kruk.- R vliegwiel.- V stoomschuifkast. -
Q stoomschtlif.- E excentriek,werkende met de stang B' en den hefboom N op
de schuifstang T'.
Daar het echter ook gebeuren kan,dat men niet altijd dezelfde kracht behoeft,
bijv.in eene fabriek,waarin het aantal in beweging zijnde werktuigen ver-
anderltk is,vond men eene machine uit met veranderlijke expansie,waarin
d: afsluiting van den stoom naar welgevallen oogenblikkelijk bij elken stand
van den zuiger kan geschieden,zoodat men het verbruik van den stoom regelen
kan.De besparing van brandstof,die men daardoor verkrijgt,is nauwelijks te
berekenen.In den laatsten tijd heeft men zelf-inrichtingen vervaardigd,waardoor
de machine zelve, al naarmate zij meer Of minder werk te verrichten heeft, hare
expansie regelt,zoodat bijv.op het Oogenblik, dat in eene spinnerij eene spin-
machine wordt losgemaakt om stil te staan,aanstonds minder stoom gebruikt
Nvordten, wanneer ztj weder in beweging komt, ook meer stoom wordt toegelaten.
De benaming stoomwerktuig van hooge drukking duidt niet alleen aan,dat
het werktuig met stoom van meer dan ne atmosfeer werkt, maar ook dat
er geen condensator aan is. Het samenstel van zulk eene machine is dus nog
eenvoudiger dan hetgeen wij tot nu t0e leerden kennen, daar alles wegvalt
wat noodig is om den stoom in een afzonderltken toestel te verdichten en
STOOAIWERKTUIGEN VAN HOOGE DRUKKING.
dezen steeds van koud water te voorzien. Zulk eene vereenvoudiging was
vooral bij de locomotief noodig,die slechts eene kleine ruimte voor de machine
heeft. Op bladz. 132 is een machine zonder condensator afgebeeld,in welke
bovendien de zuigerstang direct met de krukstang verbonden is.Na gewerkt
te hebben Ontsnapt de stoom direct in de buitenlucht.Dergelijke machines
zonder balans verdringen meer en meer die met balans.
Daa.r de stoom dus het uitstroomen de drukking van den dampkring
moet overwinnen,werkt hij slechts door de Overmaat van drukking,die hij
heeft boven die des dampkrings,zoodat de stoom van 4 atmosferen slechts
met,een vermogen van 3 atmosferen werkt.Bij werktuigen met condensator
wordt de tegendrukking van den dampkring grootendeels weggenomen,door-
dien in den condensator een druk,kleiner dan die van den dampkring, is.
D e s c hu i f s t a n g.Twee belangrijke bestanddeelen van de machine,de
regulateur en het excentriek,zijn reeds boven vermeld ; Onder hetgeen n0g
overschiet, verdient die toestel de eerste plaats, welke bestemd is Om den
stoom naar en leiden.ln den eersten m0n
b ij
uit den cylinder tijd bediende
tOt de thans zich van kleppen en kranen,totdat men eindelijk algemeen ge-
bruikelijke s c hu i f k l e p p e n Overging.Ztllk een toestel is eene k.
romme of
rechte staaf, die voor de beide naar den cylinder loopende stoomwegen heen
en weder schuift. Door elken slag wordt de eene geopend en de andere ge-
sloten en aldus de afwisseling zeer eenvoudig gemaakt.De schtlifstang wordt
door eene andere stang beWogen,
die stoomdicht in den stoomschuif-
kast uitkomt en hare
weder-beweging
zelve
door eene buis uit den ketel in de
heen-
machine
0n
Van
De
de
stoom komt Ontvangt.
zoogenoem de schuif kast en de ver-
bruikte ontwgkt door eene kleine
buis.De linksche stand is die, bij
welken de
omlaag staat.Dan zijn de stoom-
zuiger in den cylinder
Wegen 0P0n;daarna komt nieuwe
X
n;
>
'
X pz
.ee
A x''
X v. '
XX 's. > ;f t 'z
, , z
z, #
zz' '
/ z' x'
,Z ' x
.Z
z
z' e
z'
'
V.z R
zz ,ze x
zz zz
%.s xN% ..6 k . h. .
Q x 'x.NNXX.% .,'Z 'Nx
--. .- 'J '
xo .'-
.N l z N k'
I4 %% Ir; .hIN l.),e
NNQ .N if qx
XN.' .-. j.q, xkx . x e.> . I.-eea z.k Nx ,
x.< ' .a .:.
y. ..f h 'x e - 4 l
x .N... ,..
. .tXx x NxlRh e l k
.Xx .xxx o -. . n
.= v. a.( Vz# z e
,z #
I. 'r
,
#,$
I*
7k
p4 .*
;- ;-;,
-, I
j '' i
;. l
z' z'
z
X ,/. x z ee
'
. qx.x%* . z'#
'
N XN%%'' z' . .Nq xh%s /'z a. .
u x a 'z hq?
s'- :q
'
, e %
Az;
#'' A N .
r- # # . 6, .'N z' '*ae . .. z .. , A
N . l .s (I)
*oh.
N
Z%
N N %$.% ZZ ** #' NNs
'
i *
##
'
* a''b
z#
C
/'
A Z
NN%% *''j j %''b . eZz
N. ,' N #,. NN ..
N . -.z'ez N e*R
z### $,# SN. .N .6-;.''.
N l . .''e .-
.'* aeaee -e
IF.ep:::' . e.e
%q r#' '* . & jaz . .. i z, '
.. 0 . re
. ,#
z 4> .x I .2'. .n '
xxx Nx ; s.. . I z,.
Nh Nx Z h
t
Z
z
'
*w
Ao '
#'
pe
1!-',,
stoom onder den en deze zuiger
drijft hem Opwaarts ; die,welke verbruikt is en zich boven den zuiger bevindt,
verlaat den cylinder. In het andere geval is alles Omgekeerd en de zuiger wordt
door den boven den zuiger instroomenden stoom verder naar beneden gedreven.
ln de beide lliterste standen staat de schuifstang een oogenblik stil.Over het
midden tusschen die beide echter moet de stang zo0 snel mogelijk heen-
glijden ;want,bleef zij halverwegen staan,dan waren de beide stoomwegen
benevens de afvoerbuis tegelijk gesloten en de beweging van den zuiger zou
moeten ophouden.Doch hier komt het vliegwiel te hulp.lndien men zich den
rug der schuifstang zooveel verlengd denltt,dat de beide schuifplaten zooveel
verder van elkander staan als de breedte van een stoomgat bedraagt,dan
worden niet slechts twee,maar vier verschillende standen op den heen- en
134
terugweg mogelijk. (Zie de 4 fguren Op bladz.133).Die expansie-schuivers
Onderscheiden zich van de bovenbeschrevene alleen door de grootte der beide schuif-
r
. j,- -- w k'
. .11,I: t h j
,l!,,,js... ' l
j <'
1*.' '--=:n.
j',
#
!
&
welken de stoom vrij onder den zuiger instroomen moet.
Tot de machines zonder balans behoort ook de zooge-
naamde schommelende of oscilleerende machine (zie de
nevensgaande iguur),die vooral daar nuttig is,waar men
slechts over weinig ruimte beschikken kan, zooals Op
stoombooten.Bij deze inrichting hangt de cylinder met
twee sterke tappen,
door deze tappen gaat tevens de stoom en,terwtjl de
loodrechtOp de as,Op kussenblokken ;
stoom in den cylinder aan de zuigerstang eene Op- en
nedergaande beweging geeft, is de cylinder wel genood-
zaakt heen en weer te schommelen. De zuigerstang is
dir e c t met de kruk verbonden.
In vele fabrieken dient n groote stoommachine tOt
het drtjven van alle arbeidswerktuigen, die dan in be-
Nveging gebracht worden door raiddel van assen,kam-
wielen,riemschijven,touwen e.a.dergelijke middelen.
Men heeft derhalve twee soorten van machines : 10. stoom-
werktuigen, waarvan het arbeidsvermogen
van een transmissie wordt cvergebracht naar de plaats,
door middel
waar men het gebruiken wil ;en 20.stoomwerktuigen,
dienende tOt 't direct drijven van bepaalde arbeidsmachines, met welke zij
onmiddellijk verbonden zijn en die hun geheel nuttig arbeidsvermogen vor-
deren. De fguren op blz. 135, 136, 137,138, 139,140, 142, 143 en 144,
ontleend aan N.0. H.VERDAM,,,De gids voor machinisten'',zijn af beeldingen
van stoomwerktuigen van de eerste soort.Tot de stoomwerktuigen van de
tweede soort behooren locomotieven, bootmachines, mijnmachines,polderge-
platen, die toeneemt met het afnemen van den ttjd,gedurende
malen, waterleidingsmachines, blaaswerktuigen, stoomkranen, stoomheien,stooln-
hamers,walswerktuigen en roteerende stoomwerktuigen.De locomobielen staan
op de grens van de eerste en de tweede groep.
Wij zullen hieronder nOg het een en ander meedeelen omtrent 't vermogen
van stoommachines.Onder een zuigerslag verstaan we een heen- en weergang
van den zuiger. Evenveel slagen a1s de zuiger verricht,evenveel omwente-
lingen maakt dan de as. De arbeid,dien de zuiger btj elken slag verricht,
hangt af van de spanning van den stoom,di: den zuiger beweegt, of liever
van de overnaaat van deze spanning boven den druk,dien de zuiger nog aan
de andere zijde Ondervindt, van de doorsnede van den zuiger en van de lengte,
over welke de zuiger zich beweegt.Is de overmaat van de spanning van den
stoom 1 atmosfeer, dan drukt deze op 1 vierk. c. M.met een kracht van
1 K.G.en dus op den zuiger,die een doorsnede O heeft,met een kracht van
O K G.Beweegt deze zuiger zich Over een afstand l M.,dan is de arbeid, dien
de stoom bij den heen- en weergang verricht,2 0 .l KGM.(kilogrammeter).
svas de Overmaat der spanning van den stooln niet 1 atmosfeer, maar
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
HET VERMOGEN VAN EEN STOOMMACHINE.
G . -
a
* @
lz
X. N N
v
N. -
x N -.-- x -
Nx X
-''xx -/-
-/4h.- -?$- '''
.. .-...... -.- !E!!! ...
z'- ////' /////' p/////' z ..''' .'-t'''' .t''''
-, - .- .. ,,4: jp/,//'
a, , -.---. ''' : # I
I = 11 I - .- . ' -..-
.- 2 E - .-.
1 'I
1I' '1' ;'z
, . z . z .
9 /'??X , N .
x j j j
i'N N%
/111 .- jljllpl11I1...1 -IIII,
'
IIIII ..a:E - t
-1, I,1/-1.1,-1-,111, x* it
. 'ljII ' : 1
*
1
*
1
*
j''
'
'
'
1
*
j
'
j
'
-
'
1
*
.
*
,
*
1
*
;
'
1
*
j
'
.
'
.
'
,
'
'
'
j
'
,
'
'' j I lI I
=
III''
'
II 'II' ' .
'
IjII;II I,j,JII,I--.I, II'I
II j I l $
I .I,
1
*
,-
1
*
-
'
jjjI11'
'
1
*
, - l ! ,,.! l--
1 I
l.'ccu l ' .1..,.
III11...111::1.IjIII1'I ;;;::: ....I I ' I1 I-III--lII--1 .,) - -
I I
I' jjjj II jj ;
'
I j jjjj
P III..1.lI l 1
I I, 1 .1 ,
I1111II'11''I'I1Il1 - '1I'
-III1I-IIIIIII-l1II-.:1
' I. I E
l ' = j , ,j jjjjjjjj
,jr,
j,, '
'
'
'
'''''''''''''''''''''''
'
..
'
EEiiiE:
'
........ 11 '
'
1
*
1
*
1
*
1,-
*
-
*
'
'
;-
'
'
1
*
111
*
.
*
.
*
1
*
111
*
1
*
1
*
1
*
-- .. , ,I,j.1,,,, H .
&- -
j
'
'.......... ,........E(::!:::!E!!!!2'
'
.......
'
.......
'
j
'
.
'
.
'
j
'
j
'
,
'
1.jI1.j
'
1
*
1
*
j
'
1
*
1
*
j
'
j,.
'
jI1
*
I'j
d
j
'
j
'
-
-. --. jj1,j .
:jj,,Ijjj.j,jjjj.j
'
y,
= . I' jjljjj j ' i'-
1IIlI!II-I1-II-IIIIIIII'l-
N
j
.............. ::::::::::::. 255EE22E2222.
*
.
'
1
*
1
*
1
*
j
'
1
*
j
'
j
'
j
'
j
'
1
*
,
*
1
*
'
'
111
*
1,:
'
-
'
j
'
;
'
''
'
lI,II ' .
'
. II I'I.1I,
l111111111.IJ1.'1'lz. ar= ----- --- . I,j,.jIjjltjjljjj:'j - = I 11 II 1.
ISqx-k
1J j jI jjj , I-
III-1II1 l l .''.' 'I
.,,
jI;j:1,:Ijjjj:'jI!j I .'I'IIIIllII 1 II'
'
I
I Il 1'
'
I
l: 1l ! IIIII. .II
I = .. . .
,
11111111jllll1114111I1111111111 I -, Ij
,jj,,I,
I jl ,j I .
'
'
II'I t I , . .
aA I - --
j 11 1
*
I'I...
'
I; - , lljIjj ,jj i - = '
j
j J1l11II1II ' 11
Ij I l 1 $ =. . jIj j 1 I
I 1 l -
l - Il
j ;
'
jI Ijj j jjjjjjjjyj
g .. .IjjjI.II'...1:.,111I.. II .
'
I 1I,III -I'I ,-
I1, ' l I
- j -e 1IIjI1,IjII .k1 I
, 1,11II11I,.11, - a l
.& I- '.. . 1:, 1 . .1u j..1I1,
,yjj,,jjj1,j,jj.1j :'E .1I .'. I.
s .
4j 'z- IIII. . III. '
III'-1IIII' I '':
'
-
l ---- - I' I II 1
'
l ' 111111,''''II'''111.'I'' ,, , I :
'
-
,-.j,-I,I-!
'
III-II.-:-, II
- '=
- - $.jj I ,jj j ..1.:jlk1i1p d,1 I I
.. . .. - j .1.. 11 111111 . l
l 1I I
.. r.l j,1 jj, . I I IlI I
. I ' 1 1''
I .I-IIII-III1
,
I
-,-j1-I- I ;jIjj .. ,-,---...--.- , '
1.'11.,-1I'I.-1 I IIlIIIIII11.
'
' :*1
l
I .I .
, I
;
# :# ., / e # ..
. .,G . . . . z .#z: ,.,.e:.. ,.w.., .;..$%',e ,.* e . ; ,. z'# :e . <z' z'?.# 1%'ruk .. '- .. . *'ha .. , .w. . .e ww , % ,.xw , . ,z .,: .. , z .z ' . . . ,
,
.
.v.jd % .., ;J . ,z .e e ,y,ez. -..) ya..z.,.....'.,h$'$e y . . e .,lj
I I / '# . . #
Pe verticale doorsnede van een zoogenaamde verticale of staande machine.
A stoomcyiinder.- O zuiger.- P drijfstang.- Q kruk.-- z stoomaanvoerbuis.-
K schuif kast.- t stang,die de stoomschuif beweegt.- 1.afvoerpjp voor den
afgewerkten stoom.- V regulateur.- X vliegwiel.
DE STOOM EN DE STOOAIXACHINE.
2 0 .1 .P KGM.verricht.Van dezert
arbeid wordt slechts eell
1$
deel als nuttige arbeid
# gebruikt en zal een an-
zvLtkk
.a
t ------. t, 1 der deel dienen om wrij-
j
l , vjng te OverWinnol'l)g0-
m y . 'j . ' jujd votlrt to brorlgolT 0f
- -
- .
'
wafmtoto d00Z OXtStZZZ. i ,,,,,,,,
,y,j,y, ,,k yyyost opgomerkt I k/?- //j-,
,,-,,// -- 1111/
Nvorden, dat de 'bere- I ,r;
- .
-
.
keujng van den arbeidr
t y
.
jtot - door den stoom Verl r
'
: in de meeste gevallen
l
:
, ' l
'
'
: 1 h
, ingewikkelder is dan li '
$ l ':,
'
,
,
jjarekeujug.Iu de. ,
, : OnZ0 i
, '
- .
.
' .
. eers e p 7 f . - ,
-
! '.' lijk de stoom gedurende -
l
. : l
'
k
d6n geheelen zuigerslap
... . 1 i
niet steeds dezelfde
Y
I anning houden. w e --;
. ! SP
.
l z t
'
''
1 h behoeven oln dit te doen h $
' . ,
I I E ':. l', inzien slechts te her- 1 1
- ,-- : 1
q '. inneren aan de stoom- 1 h
.

. machines met expansier j '''''''''''''''j .q,


ljj .. j
,
. l
,,
ju wejke da stoom zich l ,.
,
'
'
,
.
uitzet en dus zijn span- ' ;
! y t,
. - .-
-
'
- ning daalt.ln de tweede l
.
.
laats zal in de meeste ;
. p
i machines de zuiger niet
:
,. tot den bodem van den
cylinder kunnen gaan ;
'
.
' l dus tusschen den er za
H cylinderbodem en den.
zuiger steeds ruimte
zijn.In de derde plaats
is bij onze berekening l
,
1!1 niet gelet op de dikte i
.
yI . - j
orstang. 1 . van de zu g
' x Onder nuttigen arbeid
-
1 , .tj:j(j l
.1 $1 verstaan we den al )
c @1 (s krukas
. .
die door
- j w wordt overgebracht ;
deze arbeid wisselt gf
tusschen 0,60 en 0,90.
viln den door den stoom verrichten arbeid en bedraagt meestal0,75 van dezen-
atmosferen, dan werd een arbeid van
136
137
.- !
. 'j - Fl: '--11'
-
''--
1111,, 11111111 itikk----lhr 'iiil '2-1:1. 'W e v o n d e n v O O 1- j
jj,,. ..j .,.......m ..jj ;, $ 'k d0 0l-
' 1I'''' ' ' den werkelil
, -, . : '
:..
l > ' den stoom gele- ,.- .
.
> p j u
-
-
..s
jjj verden arbeid
.--sJ,
, ..
s-.;. -- , I
-
'
>' 2
. 0 . l .P K G M .; t ,
,. h-....x - ; lF
Ig:-e=.-.e -,)z..g . , VOOr ee
n enkel e(
. .
-
kende maohi- $ k ' ' ' Wel
x
tj -* ne bedlaagt e
= jt arbeid per zuiger-
:
-,.>.. lylks. J
slag slechts 0 .l .P .. '. ..I!il' '( J;
!:
l
'
:'''iitl-'
jjjjjjj III'j,-j'-
)
-
-
,
l'
:
j
'
;'1.
--!!1;14..--,,iII,.,-!i-!$Il'!
k'-:F';:EF- ;';;J''' :!t2- ll':! 1l'
:!,- x'().I.Een paarde- ,.
.
.- ,, j; -,< A.:,gJ k
racht is een ar- ''''
.
'
1 '''11
1$1 ..,,,s-a=j;lj
, .- 1.,u ;.11 , f,F
.
-lpki:7dtsl-(i!k/.(I :.-II'i;.----I!!/ i'---''''''''l' . - ;:J' beid van 75 . , !
- ': 1.l :,7- De stool'n verricht
: .tl t$
.
-
:'.tl j-:. d
us per zuigerslag
.
-
j
-''.I
- I
,
li
jltI,jl jo'j
een arbeid van g lj-'
i I I '
2 0 l P l - '1Il .. -(
.
.j.e. i j', , -- -- - paal j 75 i
.11. ! ' -!
.
j
t . p hten en dus i s
I . l
,
k r a c k
,j r
'
n zuigerslagen
,: 1'1 (111 biJ , ,,
, .$j j (! : jljj! of 31
, OnRwentelin- 11 i jI, .
1 $t,/ !:lyj, 1 .' llI '' E' zI1I gon Vall do RS P01*
. .-
. .w
tjl l! %' p4,
-
.
j minuut een arbeid * - 1 ' lt .
'
*
'
*
ki
!
d
'
'
!k
'
'
'
-
'
--
11
*
'111I-'-'-'
'
''
'
'
'
2 . 0 .l -P .31,
van -
y-,.- ,,
,
,
,,,($i
.
.
1 II11Il ..
j i!l,
44 paardekrachten I.:lj
...- .....--
y
j
,
!
...x. ,
l
yjj per nlinuut en
- -
Ij bijgevolg van
.
-.-'
-' tl
.
j.!: #'
, 2 .0 .l .C .'i'1 ' l '' 11
- I -....... -
, ,
/ j 6 0
.7 6 ,'' ' 'd i '
, . j jyt paardekrachten j
!!;, yII,I 1!11-2,1. -ti1iiip. per seconde.Deze ' ,1
-- 1,1:1
itkomst moet J j j -e) i1111.:'. u : . ,''.
-
Jjijjk ,!!111111111..111-,.,,.. lj , nOg met een ge
-
/ ..,',.. - -.- '''' ' ;)
.
(' zj .j'1'l':'I'i''.:i'.;''!1 tal,dat Tn eestal , jj
,jkjjjj-jjj Ill'jI!!,I,!I;l!:;Ij;:jjtjjjj.y jjll -j:Il
,t-, tusschen 0,60 en - - .--- .
,jjjjllllljjjjll 1I.I.I1:9. --
-
- jjjjjlj. jt.j
,
jjI,!- 0
,
90 ligt,verlnne-
, .,.
j jjjrrjjjjj ,11, .
nigvuldigdworden h ,,', ''''' l
''
b /J .1h 1 1. (,
,,,,. , .
j -,..- 0m den nllttigel'l .'
,
,
. ,=- , .,. i! ...-
'
j.
/ ',.v.-'e' ..:? . ''s 11,,. arbeid te vinden
, ., . .-z.', .'<<-- ..E,- -
qy
yy
yy
;; ,,-.-.. .
.sm
.
.. ,
,.
.
,,
,
yyjj, jy die per sec.dool- N
,
-- -r-; ,
...
.w , .
.l;
,j , * < .
. . . .
de stoomlnachine k
,
.
..
w,.
u.,x.:.4, ,jjjj .-- , NC 1'' ' geleverd wordt
. N. .' 1. N
, ,:,, 1jl Dezen
nuttigen ar- '.-
. , ' t11!,1!, -
--- (
-
j IjII beid noemt men -'--'-- -- .' '< ..
1.
138 DE STOOM Ex DE STOOMMACHINE.
't v e r m O g en der machine. Stoomwerktuigen worden in allerlei fabrieken
tegenwoordig gebruikt. 't Aantal is in Nederland dan ook van 1854 tot 1891
gestegen van 392 tOt 4345.In dat zelfde tijdvak steeg 't aantal stoomwerk- $
M
>
>
tuigen Op Vaartuigen Van 100 tOt 1249 ; 't aantal stoomgemalen,in het belang
Van den Waterstand Werkzaam,vermeerderdo in het tijdvak 1861 - '91 van
28 tot'451,terwijl het totaalvermogen van deze toenam van 2892 paardek.
139 HET AANTAL STOOMMACHINES.
tOt 20 198 paardekracht.In Pruisen had men in 1887 419 landmachines met
een vermogen van 3356 paardekr. en 4 scheepsmachines met een vermogen
van 158 paardekr.; in 1878 had men daar 29 895 landmachines met een ver-
mogen van 887 780 paardekr.(uitgezonderd 5536 locomobielen)en 609 sclleeps-
machines met 50 309 paardekr.(uitgezonderd de machines van de Oorlogsvloot).
In 1869 had Frankrkk
32 891, Engeland 52 440
en Noord-Amerika (de
Vereenigde Staten)
53 124 stoommachines.
't Aantal locomotieven
0p
geschat Op 109 000 met
een totaal vermogen
van 25 millioen paarde-
kracht.Van dit aantal
aarde T7erd in 1892
had Groot-Britanni (en
Ierland) 17 ooo,buitsch-
land 15 000,Frankrtk
11 000,Oostenrijk-Hon-
garije 5000,Itali 4000,
Rusland 3500, Belgi
2000, Nederland 1000)
Spanje 1000, Zwitser-
land 900, Noord-Ame-
rika (Vereenigde Staten)
35 000,Canada 2000 en
Engelsch-lndi 2500
locomotieven.
Ongeveer 1860 werd
't totaal vermogen van
alle stoomwerktuigen
op aarde geschat Op 15
millioen paardekr. en
in 1890
100
kracht.De jaarlijksche
0P Ongoveor
millioen Pa1ll-do-
regenvalOp aarde ver-
tegenwoordigt
e0I1
van 100 000 millioen
echter
arbeidsvermogen
1,111
I1
j . K T
1I I I I'
I II' I I j1 1 II'
'
I
I I . ' I . II11
'j I
I
411 .I .1 I. l ,.
#wq----' J11) -.
I 1
j 1
' I11
11
III' I
II
'II
,%
j
'
4 I 1
!'11III.1l1I111111IlI1II11II1111111IIfI1II11l1 1l
l I ' I I '
jII''I ' jII'
'
I I
jI'IjlII ' .III.1I' ,I;11I I
,,I,II'-I ' ',',Ij',I,I,II'I I,I , lII,1' ,
z,:!111 p p! l - I I
1' II'' I
1'1 ' 1 1 I
1 I I j ' I I
III II I I : II j II,I j
. I II III' I
I I'
'
I I'.
'
II' ; III I- III-I- Ij Ij
1Ij II 1 j,,; ;
I; 1; I'I 4,
II I1 ll'I,,, .1I',
'
!
'
1-!,III -!-'
'11,jI l1I''
1'I 1j .'I1III 1: 11 I 1
.
11'II 'I 1 ' j1 l 11I III I 1 1 Il ' I1
IjIII1II 1I - .111 l II.1I
' m. 1/II! . 'I .*' j .
,4,, , l;j,II 1.11II $: J II
I jI 1 1 11 I j'
I
/#
. .' /
' ' Z ' / 11 I #
1 &,
.1
@ I ,I I 11 I I q
.1 / . ' j, y
. j. , j # I l I 'p
. ' $ 11 1
. d' pI . !1I '- .
'
--
'-
. jl #. j $I
e.l11 , . 11 j ' i ... ... ..
> I m 11 , - .I,w , 1 , l.- I I
z r I 'N I I
j.. . jj j / l 11 4
: I .. j
I l =r> . l >.>' ' . -
pI * >.
- =< .- 'w*:.< T --.. e -L .' -zwx .......=c. > ....u < 4 j1jj . ....-j y h '.'.'.>r - .'lzv.rrazzL.nzw''----=- .- ... ew=...> -'> .J'ea x=''r..- I ' t .xr .r'...'v'.x..-....'e .......-=.m% 1l ' ' . .I..><-'...> -......-wwr , z 11..I - I .- . l....xr.=rvv-....w .,,.'.w.- I ? l11 - - I h'r=.=..'>=----.--'-'* % --='' - .-' ..-.'*.-
e. -.=ra.rx....rv .# qII! ....- ..- .-' .N 1INA 4t. v' ...> zwp .s. ' ' I'I-e .> v - .<.11t5t -z-u-z.> ; I . ---. .---. - -.-. = III1! --=J'- . I . '* 1IIh . * .r= J.';i..'''e N / II I - --r ' '> ,,'e-Q ....-- -..- '-.M- .. IIj4% *4 vw < . I . -.- .-.- ........c .:r.=. ..='' - I h.-...- . II . - -- .- .<.... 11I 4 I .- .. - .-- .= ....<. I ' @ . .. ..--- ....A.- 1II .,I h. ' -. *<= II ' ' G . < 'r- 11 #. . .,-'e -' ---'-- 11.. :.,. l ---' . '* - - 11 e . - . - - - .......- ., .IjN , *. -. - '.'-- . jI1lI1 .....< -'-....J - ..''-......''''-'* .,,.,....*..IIIjjN l -- ... IjllI11/1 -...'-''''e' .-..--'- > 'e>......e' Ipj -..-- jjIlI11 ..- ...-*> ..-- - -
-...'-r .-.--.. w - ''''.= l; '- : jpll1111 .- ....-'*--*2- -...- ..-.w.. --' -------*'--' ---- '! lk. ,jI1)lllIl -- ..-.--*-------.--.-..-.--- - :
.,.-.--.. ----.-....-.--. .- I #III!1, --..---.......--. --- e . ..- < ( e e - <
= -J- -...c ' jjj11I1111' - ...z.--..r - - ---' .- -- --------
--- 'I 1111.1111ll ---- -- --------'-- -----
- - ..v' .
..- ...A . ..x. M ' wv..x -
- ' ..-.... - ..'e' ' - - ,.'''e'-- - . v - .e' - '-'ZW ''<
. x - ....,e
Een verticale machine met den cylinder (A) boven
de kruk, 't zoogenaamde stoomhamertype.B is 't
gestel,dienende om den cylinder te dragen.- E ge-
vorkte drjfstang.- H kruk.- 11 regulateur en J
smoorklep, die door den regulateur bewogen wordt.-
M schuif kast.'t Vermogen van zoo'n machine bedraagt
21/c tot 4 paardekracht.
paardekr. per seconde,zoodat 't arbeidsvermogen van
onze machines daartegen in 't niet verdwijnt.
D e s t O o m k e t e l is een zeer belangrijk gedeelte der stoommachine en
WATT wijdde ook hieraan zijne aandacht.Hij begreep,dat bij alle bezuinigingen,
die een gelukkig samenstel van verntlftig tlitgedachte werkttligdeelen opleverde,
140 oE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
nog dit voorname doel bereikt moest worden :goedkoop stoom voort te brengen.
Hij verbeterde inderdaad de inrichting der stoomketels zeer aanmerkelijk ;
I'1i11 ' I )
! T
, 9
r !
'
1 d
! I
I %.%NNxx . xxxw% xxNxx e xxxx ''''''' ''- . k:!'.
d
.---2:).. ''''.,'-..
'
.-.. ,-.. '''''- .. .-.
'
..'....
'
gz N . * % z ..' . ' <
z
/' z z e,zzp'''zzz,.'z'z.,z. .zN' ' -/ hx z * e /,/ z,: x'k , ' 'z.// ,
N ,, zz z,z.w>* 'x z x , z x .zz,.zz ze.....xx
y/'z '
N
x % x. / / z'
x e ,d'
N N z z' 1 N
e , z swwY ! p.- p px. .N. z 4
, I g /
x Ne II z x; 1f., g / xx z
X xXNX z z/ 1 / g xx j' xx , / ,, z 11
, , z z .,. .. ......,.. j,,,' ,,./.
z z yr j gz ' z / z' .<' z z I z x J z h
,xxxNN x xxx z .z l F z
z x , y ' z , / z 1 , ; y
.w .-:#
zN N / Z / X Z Z'' 'Z z
.
z !.: / /z z , /
. ' g z ' z' / p ' ?/ / lI / . ---
, z .y v j . z -1-1---.-..11---.-,,1111.,,-,. , $ ,,-,. ,,,/??-' ,,,/--. ,,,,. ,,,. , j,
.
-/---. ,---r
- . I . / . zp' g . ,jj z: ... z, zy z
z
yz ZZv. .... z/f
/' , g z , / z z ; z 6 y,
- z / j. z z z / / z 1 z .. z . / / 1 z -- ....-.- . . g , . t y - - .
, z ; # g j z -.... j z g ; z F z -- . z y / z . ..... ' .'e # e . /' - ,.; y / , /
v . / f l / zz wz zz J /zz ; z/zz/ . ..-. g/z/zwzz, 1 4
xxxxxxx . dj .xxxxxxh ' ' N
. N t t Nxz ,. . x / ... ., I 'x x
......... z
....... =..: *.-.-.-. '- ...- ... 1 / -
t - -. / ..-.- - -= ' / - . ; -. - .-.-. .- .- *= mr y
- .----- - . - ..--
x= : : p ..- z... j z
j - ..-- - , -- x x - -.. x x
-...... jj ... . ! j .. xx xxN)xN NN WNXXXYNNNNNW
pI1 .....e'zz vh . I,I - .
''
. jj . .= , I .. o.-.- z= - -
1,,.,.41 -- Ijl ------- I llll11I --
.-
'
1
-- --- N.xxxNN)Nx t%NKNNN N & z
'Wg z 'zzz----- tj x'xX XN4 XXXX // x
... '-a '-a m y -*.*- m. mZX 'z g g 'zz zrzezzz/zzzz'z . - .
-
..
-
.c . g ...... .j r .,z ..-= --'- r -
.. - =. A - / * ..- r .r- ... - -.... j ..
-. --=-- Z':/ - /
- .= . . ... =.. / =-.- -
..= . ....- ...= ....r =
- .. . .. . .
x .m w..... .. .. ..n y =- r- m c'r !
- -- N.h'x xxxxx'x xxxx xxx'xxNxxxy xxxxN.x x xxxxXXN xx .- - - . .- * .-.- . .- . ---.. N
. 11- -- .. . x -''e - . .- X
N XNx
Snelloopende enkelwerkende machine met twee cylinders fI en 11).De ztzi-
gers zjn zonder zlligerstang direct met de drijfstangen verbondel).Is de eene
zuiger omhoog, dan is de andere omlaag.Tusschen de cylinders bevindt zich de
stoomschuif. 't Aantal omwentelingen per minuut van het vliegwiel bedraagt
800 500.Behalve vliegwiel en riemschjf zjn alle deelen door een gesloten
kast omgeven, waarvan het onderste gedeelte met water en olie gevuld is,welk
mengsel voor 't smerelt dient.
heden ten dage echter is men van
afgeweken en bezigt men meestal
of bouilleurs.
S t 0 0 m k e t e l s m e t v 0 0 1- w ar m e 1-s.Deze stoomketels zijn gewoonlijk
van plaatijzer (zie de beide ;g.Op bladz.141)en bestaan uit drie cylinders ;
de eerste V, de grootste,is de eigenltke stoomketel ; de beide andere zijn de
voorwarmers,die onder den ketel geplaatst en daarmede door vrij korte buizen
verbonden zijn.Het geheel is in een vuurhaard geplaatst,waarvan (1 d4
l'Ooster is.Drie tusschenschotten verdeelen den haard Over zijne geheele lengte ;
llet eerste,dat een horizontalen wand boven de kleine cylinders vormt,ver-
het model van den stoomketel van W ATT
andere ketels met zoogenaamde voorwarmers
DE STOOMKETEL.
deelt den haard in twee verdiepingen ; de twee andere,die verticale wanden
vormen,loopen langs den Onderkant van den grooten stoomketel en verdeelen
de bovenste verdieping in drie gangen,M,K en K'.De vlam en de rook vall
het vuur doorloopen eerst de geheele lengte van de onderste verdieping en
' * A 1T e
= . e 1,
T P Ix
fii $'$. *9,$k?l'2j N. -------- -'------'p,,gpx
. .j. - w--- .,. o p d * :
,: = --------.----- .:c- .
::jj jjjjjjyjjjjjj t',::. ,,,,,,..,,, w *(xQ ...
. hN *. -'-- --'- .+ .k x ---=--- . >--s-- . - .-
K j. - .. - U
w lk . . . z- .
.
,. . -- -
k - %
'xx &
%
KNXN NKXNX . . .. . -w
k *< > x
l KNXN KXNNN k . --- - '- ..h'ktA 'y kAO e
x
l KNXXX KXXXXX KNXN .x. ..v wxv .-...-.-- - .. .> -.-- .-.--. , .- -,w - wm
KNNX KNNNN KNXXX x N N -'R''- ''= - N
I ><. * .
* KNNA KNYA
'.KNNN .KNNN..N Nx kN . .. . .
WY GM WX O O O O O W WW O W O O *** WW W WMO...O W<W W V W t>'A>>>- >>- >Y- - >Y- l%>m>- > >>> GY-A.'-'
gaan dus on1 de kleine ketels heen ; aan het einde van den haard vindt de
rOok eene opening,waardoor hij in de binnenste gang M geraakt,die van
achteren naar voren wordt doorloopen ; de rook strijkt dan onder den stoom-
ketel langs ; aan het einde van deze gang geraakt hij in de beide gangen
K en K', waar hij andermaal van voren naar achteren en langs de zijwanden
van den ketel de geheele lengte van den haard heeft te
doorloopen,eer hij in den schoorsteen kan Ontsnappen.
Aldus blijft de rook geruimen tijd met de metalen wan-
den van den ketel in aanraking en treedt hij niet in den
dampkring,dan na alvorens eene aanzienlijke hoeveel-
heid warmte te hebben afgestaan.
De manometer is reeds boven behandeld.
Een woord nog over de v e ili gh ei d s k le p p e n.
Aan alle stoomketels heeft men inrichtingen aange-
bracht,welke door voorzichtigheid en de zorg voor de
meeste veiligheid worden voorgeschreven. Vooreerst moet
er aan den ketel een toestel zijn,die aanduidt, hoeveel
water er nOg in is.De inrichting daarvan is zeer ver-
schillend en bestaat of uit eene stevige glazen buis,die
?
'
T
't-uwA w ' -''+ >Q>x xxt' l)..( , .
..a.NN
.XKNNNNNk N N %. %%%%%%! 'x
'j%%a ' 4 x.N4 4 . WSk x x 'x .$ ' 1
tx.xx x > xs x .k -4 '$ INN
1'XN - -. < R kkt.' <xx . . - .
-. x --. Ix
x K = - ,.--..
.
--*/ z-- h*.N l
= . .. INx -- W ' *%x k
. -- #.k'tx. I
IqN.h .' x lq.qxAj.
$kk . h.x I'
.N h , A-w%% , - I%
:. 3 XA ja k 7
. a .k - -
4 q - -m''QL N1N 1sx --
-
- ,-- x A
.
-
j .u.- ,- g x lk
. .' . .
k A - $l4 ' N
xx k.. .
1' : N
t. :
N
1 ' g ' >. . .
h. YA KNNN '. A
N G %** N# %%m h
buiten den ketel g'eplaatst is en met het boven- en be-
nedeneinde in verband staat met de binnenruimte des ketels,f uit een drijver,
dat is een lichaam, dat op het water il1 den ketel drijft en de hoogte daarvan
door den stand eener stang,die door den bovenwand des ketels gaat,aangeeft.
Btjeen lagen waterstand kunnen de wanden van den ketel gloeiend worden
en dan Ontstaat er groot gevaar voor het springen van dell ketel,voo1'al,
indien het water in den zoogenoelnden spherodaal-toestand komt,d.i.zich
142 DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
in bolletjes verdeelt,die eene geweldige uitbarsting kunnen teweegbrengen,
doch wij kunnen daarvan hier ter plaatse geene nadere beschrijving geven.
.%
:u*
ppwww ...... . % ...
. *V XXXV X X ** **
. w x xy c , N zz v
% x d V.. . .. . .e'
. *o * . *
'
qp 'i.hk .%%.lh'k ' y. . . .h .
.a @ h
u '
%% * ' I h
x %e w . jj *.whhv. F - 1 . *% # l p . .
'
.... . #.
N * F Z4 ez e' * h z #
. z . - Nxx .. 'z . # . : - 2 y # ?
*
'
hh/ Z V %
'
z z # ' N > eNN z e * - -
eh y > . #
p # . y p#
# : #
d' # ; .- y #
, NN N 1 Ni e #' * N. ., e N d ., '. )'
t z' - e e NNN, N . e # J e y '
z
'
#
'
.. * 2 N % a. z # ? N
a' : . 'hI V .y xx
q>)**w.*o* )**.*.*..*xxxx # I N. N. z > N. N: Nu NN p % g # x . xx h.
# N. ; ? Y * G Y' 4 * Y #' ' * # - N # . % # d - x p #' - t. g ' x . y
.. xx x%% ' .# : V 2 #' * hh e *
N z z ' N
p' z d N , e - - ' # N
z z ' d -- N z, z . . .. : ' e N ., z r #
' . N Y . . e - N e z : xxxxx - -'c @
z: N ,
, NN Ig : .zI.k--.h .. ,e x xxxxxx %SX%%%%s '.%h.'.'x <ya > .. g j <.>. ) N : z .$ . ''ww
h N N ?' - e . :. t . NhN * J N ' 2 z ' ee ' N x x z
z . , x N. . x z. x - N J : I x : N
x j ?' , .
*
I
*.,
#
$ 1 I Nx ';l N z .,
e x N z I ' zzz N I zz Zz N
. . I
h N x xxh . . .%%%% N
qh . xxx x xx xx : ,r . . xx xx x xx x x .
s NK, '''. ,.yd ,
:.. % '-I',..
,1'!I)Ib''-I '-' I :; % ...- %- 1 ' %
. 11 , jf I - ,e = ===r % . -3 I . 1 h
- U NX ' ' ' ' ' -' 6* .- > N q - - ''-'' ' %xh # -* - e
e N% . ' u.b xN ' .....==- z Nw w ' ar .
1 / .-- # . , ra t - ; ; o z z .
e ,; .$ t.) z -a -j, . .....- . y
'
. r
'
a, I I j q ,
'
1 I1, ..
a. j ....,.,:,:,j !,jj ; ..... ...u..
.:.-
.Z ,I u. : .... # v . - I I ,
I = -.1. r 1( / p 1j. lj ...:.j k , jj $
,.. e.v ,,z 1I:' -e ' ''l s,zz zzz z'Z , . z' ! ,
Il -a II. z j N xx xxxwhxx .-
'
,
.
,
,1, '-
, j .I ..--wxw.v . ! - N .* w IJj
j jj jjjjljjjj .weapyze .- Nh j ,j . .- j A uj -.--.-..----- . -- --- , , zz .,
. j ,, : .-.-.- -.-. ll. ,.'i j1, t.o
. - .- . . rj - = 1. . j .- .-- --. , j v
. , 11.111 .1, j . I EE '
I.'lj'* I!' lI il Il' - ----- ---- i!
I ej) 1 '1 .#@,@*.'@e'###:###p- x
..
'
. .* !' l ? 11I l -.---.- - -,'.w . .
N
- .; - . .. .
mas.I!j j. ,.,a....... . s ' ..,v=:.,.-. II,
, l - - --- . Z - ' ' - -
rc.u=
1 x N W . ..p '=u=.-J=-Q=- ''- =.' . ... - - .. :
- .- -
N - - .-= - .-.=- y N
% ..== - >- h
..... xN . X h - - -- Y h - N . h N a v *
'
% *
...c % - - m .J- '- - Y :
..a- ..2. x x 1 A X NNNN .. - xx Yh-h **whwwhkhh*hwxvxxwhhhhww*wwxpwwhv hhhww*wplwkkvmlhwxpwxvvx*<*hwwwv***<<**&*w**wwN - >u N< z **2U - Y N % x . - xx /x .. %%%%% xx N N x %%% N = h x h - . - ='Q- x x t -== - N q - . -..cuuu..= x .----.- ...au * --.Qr- x -- . p
I x
:. WNN c:c:z= k . '--.. . xx
gxR :::z=. x
w'=.....
''= - . - -- - .- ... - ..l -.r - . - - -j
x xxxxxxxx - . - xxxxxxxxhk xx > NX ' .. - a ..w ... - .. . - - . - h
.- * ''n . N = ... . '- ==i- =. . -.- . .-....... ........ . - --= r--..- .- .v . .. . - - a'B. ... .. = = : ' = - -.- . - - . . - . ..... .--qr- . : ... . - -- -
- . -.Q . = -.. W J . - - - -
V-. ... =' W-- ' - - . b .- - - =.! -= ... ....m . . - . . . ... . ?- .- . . - = - u -. --u .!
'
'' '' '' ''
1- == 1 - vlR.m . - . - - = .. X . - - - = - - . -= .= >
- =.= .... = --*L - - -. - .- . ,. ..k-. = . -. ..-. .-z. ...& . .. c.. - . . -.
. -- zz -. . - 'i - = - v- - - .- . = - -.' -...-
.....-..= N b*N+ N,+,(ks.$w<.:sssg%%'ENNNC$.<,NAN k k.N.%N4s..KN.''NNN,.%t %'' ' N ..''...N..q%.%z t .N.. ..Kz'uvwslN41 ...N.v:.r.< . x > NK. K N.sw.*hkk.N .KNx...:.s .....N. .h.sN..N.KN .. . . ... :s:.+x<. .% .. x .. ..:#' .,''''e'
,.-.----
''l:=
%.- 'NNNNNNN.sj >NNNNNN--AN.y..%t47.*. = xNq&...KX...%s%%N.IN-'N'kNv M...N.NN1.NsN1.%5 k.kt...N'.A..'1-...l......n-'.-.....-.''.-...q,.%1M%%., s%..a &%r...a .:1.-sLl-$%k.N *'l.-t' ..).sr,..k ,.,......J
-
.-..-
'1.
.,
.. - < . - - - YX % '% 5NiNXNX XX .*%X% h%X.X'X X1YXX'V '.'X.*NXi%NNh%V'NtY.% *N:% 1.11N1%5hxN'%1.N klhN *l'tb X%* h1:NN:N%)i :.%N%*lhl% X N% 1%.k.hIN N.N*lNNN 5* ANu .Ns sN:5. s. N..1KNNNN%%%NN. .N%$Aq . : ... .N.NN...: ...&.... ..*NK '
:k1*I1*5:N)ikjN SjN N*NNNSNNNNNNNNR %>NN$%%9%$4 %1%$q %sNKNNNh%NN.N)%Nq N#NNNtl%%.s%L%%%%s'..'41.N'1%%%%N%-%%%.t*%%.)Nt. .%Ns.$d.:.%Ns%lN..4ht%%%.1.')..... ).*(N%sLt.t$%N)) Nq %$
q N.l s'isqh .'N. .N .#.N ..u .K
'
NN. N%...>..s ...Ns. ....... ..%.t....t..
'
.N.%%%:>
'
...NNq.'.N..%%%.....- .:.... ....s.N %%ChXNA
NAhk NNq
NNNKSN
q
NS
NSkNNA4hjN NSNNN NNN'NkNNx%x.k:skN%NNg %h%%NN%%'N%l%Nj;2%*j%5$4%'1)'Nj1%.%%%%%*.NN.'N.NN1 h.N.q'NNxN''>(*h%%.4$%k%.: ..%%%%%1'.tK*.hqNqk. '. .XNNs.NSxq..Nw. ..,1 xNs....s.UNNNN Nv.sw.s.s....ss?..k.k
'
.xs%t..k.k t..ss..s...%k
'
q -..x...... ...
'
-,%%s .... .'t..x.........xs. , ' . . N* .
. .q.Nxs.xs#%N.,NqNyqqqsquvqt%..%Naqj).:..:..:.4v.s&...vNNx..v.q .sNj.)j.jyx&j .:z 1%4 u?-N.q, *kNh.%%* .N,N4.KAANNNsNstkshNNN NQANNNNAN:yNNNNA NANN yA %%%.<sF2.:-N.2qy l ;h.%sS4N N Nqv.x .s..>... l.sy ..,x .....k..?xNN..N .&xN .t.sy...qx-,..$...-st .1.a ss)qq...:% aq ( nAq : . NNKN
%Sbyk
'iS
hk
'S#. FLN'%$$:
%.A
#.
N$$k A$' '-Nsb
hk
%%ikk *%SSN'Nh. 'k%$.$ .NhhS
'.''CS
. 'CL)kt$:t$.
:8 $
:$ $. %'h#. .q
%%% .;,4k-.S. ASSk %.NN'$.'.'N%k '.-.18. :$. %5.$$ 8.%lt'A'Nhsk
.s'.%b%%'6t9:.: 1$.
:
%.,.:8.%NN'.--.;'%h/-N1-:..%.%.%b6 %bbb%%'-N%.1%%4L3%N..Akt.'bihhN.l '-%. %.%'.:'k.%.66%-t%%%'btb%'',11%..' '$. ..'h . 'SN...'lt. ,i ...k%$ k . Ik. s .$..1q.'.%kk.i1$.s... .%%$...... NN.s%$ . ..$%Nsi...A'....i.N$..k.ksh.N's.....Ai,..s..lk..-.qi..' lN:ht.N..
h--...i.-ks..-.9$Ah. A%$$
AN
h..k.% I ! %... '4t-%%lkkj
s
A'Ns. .'.:1k9. %Nlh h
jy-qss jq %'j sj .yq'irkk NNjj%i5N ,
1%
.:.
,jq, N
%. q. %$.
. .
'.Nbh
yq
'Nhk .%'qhs jk qq..
N$ .NN
$q .'.lkkN.%l. ,k&.,.,j.&hk
.hjj
*
sh
jj
Nq
sq
%..k %
qhq
NKq
q
skkkk aq
'. .%b %k .%b
%%b 'b%
%
.
$. s
b6 .
%%bb %b
.
%- .q
q
1 .q
%. .
,
l
jq.yqk :.t>:N.sq NqqNqyk qyk .kNqs. ,hks
%..k ..k-.
:2'.s .:ydsyk
s
.h.%1Njq.
-jmqqq .ld
q
lthq%. .k:,.$j k
-1%%.i .k,k)..$4k ,k.kkk%-'N kqj u
%s
syk
'q 'q .kNhq
q
%
qk,
l:. .j.%qq.h
q
.sq
q
.li
,k
:k
.hj
kq.i
q
tt
,y.k
%
q
h..-
x.
s
%-
,s
'b hsth.
s
%.
q
%
q
.. s.%.q
--
.hh d ..,
.,j: %j4,
...
,,
-
-,'.
%%t.,j4y:.Aqhl- q.q.sk k.-jtNN NFk AI/I ,k...tt.s:s.q .'kk. ,k.%.q .,..qfq j'!j ll 1, .#.-'....* -.
. -.. N'..
.
-
qqyNq-syqqq.,bt hnvv -vb--v,.-,s-,-yjy- -s-yqsqyjyq qvwssqyq,ayyy -,-a-,-.:qsrk jjjk:q.--xy:xysy,.,k ..yq.ryq.s- q..-,q,:.q.jys -ss. :,k-N-qhkhj- .$tbb,. ,-..-.,- ..q ,$.kh,..-..,-:.,:-vs.%.4,- ..,,xt.q-.,j.$q s.,, ,-qt-.%;, ,
hyy
-
.-. k-
u
.
xqt q
q
tNN-.....,k.--...s,Nq..j,hq.j-q.$ -
-
-
.
.$- ,
.
-.
x-
s
....- ..
I-, .1
%%
- ..Nq ht ANNNS
S
N:N *Ns . hKNK %.$%$$ &'Nh
hk
Ns
qk
Ns
y.
%Nqs
jk
sskht'tjq %11 SSk
NNhsNS
N
h. S/ N
$hk
*%%$q .NN
N
Nh $q *h
hq
N>$q .
**'
.$N:jjk jNqhq Ahk-A$y
k
*h$
$k .
-.qN :l-<1kqh
$q -4k.$ N .'Ak.qyt%$$k %Khjs&k;-4kkNhkAIj, ArAN N!y%4jh$hqN$q *N>t&..*-ltNN%'ht-.*NN'--?$ '(:1.31t%%%b. %%9 <t''N)'N*)'''k.Nj ...hyk N)q-.l.kq$-kikjqk...-,$..hk.k &sq..q.
*
x x$. .yN %%A.N . .y.N Nx X KNN% N %NN..NNlsq:. .N N x...K& '4 4 ..NN .s ...*.1+1#K..K&,N:'...1.b....l.....N... hx
s N %*.% .NN. N x % xsp .N:NxvamsN,.1N NNNNN:'NNy .NN.p.sq: .q.NyN.sj .N,Ny..,mvq v z. w.%%....y..N .)t.s..%s...k.jqj..sq .%sp ...xa ,NNj h hx >*xvN .: 4
N
4. X ax .* N x .N%FXN hh .aNN N % .IYNXNA N>XNNA .NN.ss%.%ss YN NssXN NXNN'.KNNI...N :.j...N N..NN'XN h.N KN%..ss. s.'...N'.'.lt.t a .).KX.% % ssnsvN.N<... N NN:'.qN,.
N
..NN......w . x%.. N XN x A x -s.
N. xs%.v -N& N...w.-'s-wN sx-A.'q.qXy.4 'uyzsssshk t's-xk:NfkkhNs ..s N Nt%.NXNN* .T...s1.'t'xy.x Nh% '#t u-...'fv%-$%%s'q.h.ju .-.%xx ..- - N. ..x. k. .-$ .w%'tK wxxx 2tx %..s*xNw .x..xA.'.qxxvvsN j.x. . .ssNN kht>.:+ )..%a. d.>.e...Kd . q% 4 :.: . v
x
> - ..hw s. . >.N&.v .-xq # +vA -v ysqyNsNj syxp N.-..-<ssNAXNoh...N........ky.....1:*)$%4N.-w--......s%.%'..v -..-..w.--.'s u- wxx ''- XxksA . xt-Nk %% ttSNSN UN .N4N ..k<N. Ns.SNNYNva .N.ssSN ..N..sN N.sN. N.N..%%h'.NNNxqhNk.s%%$k.k..,sNs ....s.(..v.%.-..sx..xKN l..-.%%...*...-.
..tQ.NNN.XX z.h. hx.x..s- N '.-$ . . x -.N
. N hN4. s.xx v ..s.'x.-.NN N 'SNXN sv p.k.Ny....:NkkN., q-uxpv q'ppq'h.Ns pss....)?s.%s%%tw :.)%h'.vb.a1..s.. .ss>.. ..:.,.: -s.s..-s..yj-t..., xxxx x. XN s' N*NxaN.A-NNX'N %1.ss...NNX'CM ....tt......Nx.k 'A 'NN %h%ss-....4 ....Ne.-..sNx.Y.NNkl.'.'YM k z.-1$)%..q ... .N ..%. ...
'.
,.sh t...... h .k . x x%s .
. ..-.sss-+ .w 3%..ssv sssvh,N?..s,.tN..ysp.k%%s)a xlN,,..: s.qj.. .s.ssv'....)..1...kq..Ns 'sx. .'A NNAN NvAxkv s Nw.N qs...
qNNNS hsXNNNN..h.K..yxNx s.q:..11.%ss .$%..$'Nsx.' ....%h ..N..... . .'.N .t..s..sNy.
Verticale doorsnede van een machine met twee cylinders,bj welke echter de
stoomschuif (B) boven de cylinders ligt.C:en C2 ztjn de beide cylinders. -
E excentriek,op den tnimelaar T en verder op de stoomschuif werkende.-
A aanvoerbuis voor den stoom.- U afvoerbuis voor den stoom. - S is een
asregulateur.
Voorts kan de spanning van den stoom in den ketel zoo toenemen,dat de
wanden van den ketel de drukking niet kunnen wederstaan,maar uiteengerukt
oE STOOAIKETEL.
worden, waarbij,Zoodl'a e1* het minste soheurtje Ontstaan iS,de StoolT1 Zioh
1tj -I'
= j
l :
I I N.
,.,1. 1411 x 1II I 11. j. 1. '''-
'
.''- . -
'
'.
'
jI-
'
''iI '.1
*
1
*
1
*
1
*
'-
'
I:N j j 1,1 jjj 1Il,1Ilj. r. I I I ,j j :
l
- j --- 1.1. j , l
r ' =
I N
'
I I1 I .
x jjj'I'l1 jI111 I K 11N l .II1
, j(kjj j . jkx ,
!!j!I,uk,,-j-ijjl! ! 'll1.''- 1.Il-1lll.1-l''11ll--- ... -- t 1I .
'
Ii,, ' '11I4II 'I I..,
'
d.
= r
. = y- =
- u@ s = ..
Kleine hoogdrukmachine. A is de cylinder ;de drjfstang heeft den vorm
van een trapeziumvormig raam en kan vrj l a n g s den cylinder schommelen,
waardoor juist de totale lengte der machine zoo klein mogeljk gemaakt wordt.
A is de cylinder,die door middel van stoelen (B)op de plaat C rust.G G ztin
geleiders voor den kruiskop F.- H krtlk.- J excentriek.Deze machine wordt
nog dikwjls gebruikt op marineschepen.
met geweldige kracht een uitweg zOu banen. Tegen dit gevaar heeft men
144 DE sTOOx EN DE STOOMMACHINE.
verschillende beveiligingsmiddelen voorgestagen. Men heeft aan de bovenzijde
van den wand des ketels platen ingevoegd van bepaalde m etaallegeeringen,
welker smeltpunt men nauwkeurig wist en die er dus eer moesten afspringen
M > . * >
> e X o >
> g @Q*
= 1 = o o -
> 0 =
o M o
: > o E o e-
o . > o >
> Qu >
oa o < e
oM o >
> - o p
> N o
> > = = *
rz o .
O 9 . z B
7 - r o m
= >
. > o
* > 'N M > > =
- Y . . l
o 1 7 x -
> x .o
r z g =
A -.N 1
A c >
< x o o : 1 u M >
1 O v o
l p -'> .:
> >
= < . 1
o 1 > x o *
*: Q X r,; = x
> > > - L
r+ g .x x O = :
= M * * >
o > . >
: > o cv
= > = o =
o ='
* E - d > p w
> ; .x - * X
Y'='V
c Q O O *
o o > z
r H o m : >
. *
g > & L
x >
O N
> >
= 37 * g: M >
2 = x o
: - > =
> r > o e.
* & 1
o = a, > p
> =. g.
o .. X
H > O <
= L o >
p o M * N
& O
= O
- lol
c m A Q z
L =.
x > > M
0 * > *
= > >
= * H O <
-
* o > es
Ht - & 5
A w
. > =
g ; m o - g
> <
- > o : = '
o a * - N >
N
N
''''ihhqk-,
''- 'i-.
11::::::11!.11.
AN ly
l .. -
Xx M K
O @ ' -.. . >
' M 1 . - , ,
- %x = * I'=H
j H @. '
'- =p -
/ # ' * '
1 . = ' t = =.. ' a x
'
'lW'1l11 --'- ' W 1i ' X t i l
xhx h
Xx xs XX x '..l'.'I'''. j
.
x H Qx
.Xk k . N ,c z - .. .- ; --,
j x N 'Xx
x .N I x
. . .
-
.
= ..z=
...ks...a a
y N xtxxx x: j - - 'h
x - . u . - , y Xx -
j Xx * Xx # Y
.
&'N S x 'XA A u :=l 1- @ = '- xxu .xx 'xx - : '
x m x X :xx ' . s I t
x xx -x -''x . s x'x k
lxk 'xtlbvx.'xx lx N Q
1 ! ' > > i
l
I :eH y - :/
1 <=
!
+ - I
= l
:. I
xxxk % '
xxx ' x hX
. ) X xYN
x
X XYX N. - RW6 $ q'$.%x''x x k xi 1 k
XX xy x i Xx xx
, : x
. X.xqv -' Xxx ''. X . , . '',, N Xy > y
;x j 'N y UX .- - =- *-'* v= -'- .== ...=..... ... . . .y jjjjj V ,
sg'ssIAy'yX.'y ..- It,.1rIj1r.',qt N 'k0 . Xx xx x
xN . == = qjj119! rl '
$..
Aqqq
.
:).xx Ns
qs-
.s
q ! --- --- 11111jjjl-tjj'jj,j jtjjtli Y. t. xx - I ,1 Xy '>
.
'
jpjt .. N x 'xxx'kx y ssks.
n l.1,$1.1,,1,,,114,1 Nk x Ny -xx'y xx !.
I Y'A .'--si ''kx ssts) . ,?' XNx x x sy x . . ,,
%.t
xxx-AYu .s
X
x ' - Xx '--- -.
. Xx --'v-Ys-sns
-- -
--
.. :.. kk -.. - -----'-.- --- --- X
xk'%c -
k ysxx-- . x Xa''..
x ' x.x . ', XXX N q
x - - k kx Nx x.
'
x xx Xx x x u
- kxk kx-k xx Nk x ! - xx -- ,.
. - x t x
! x xx ..$). g .,
--'
-' l I1II I,,11jjIj
4. N
w %
Xhssx
hq .. %
e .Nqq,-
I1lj11 ilIl ,i-tIlll1I1111I '- ,
h NX W'-''* 1
..'t!!1 -v---qx --..t-, .ky --sx ---x. Fhk 5$. .- .xtltt: ------ 'k '''''
'
......
'
..1911:. ....
d
''''.'pjj.jjj,
''''.....,..
d
.,.
'
5
8
,j.
'
'..j ,
1.
''
.
kxx'qxx x t.r j QNNNNNXXNV: VyNk x11tk'y hj jg :
. . -xx./ - '$.,k,.' I
. A - --kx xxx -xx- yy, yt, , .
.
N. N N a ...-uhx xx .. yyy y.y %
.
...
YN %. x == . -*XY -- 'y 'by hj .. *-7 - ..q. -- - Nx h,
. N NNNN.. +% - yh .y, NN' hs
q
sq.q xx .-
k! 1 . . N .lk e - . ,k
%.
.N.
N-%$
.t..$
-'tkLShSSh- ..
AS
y,
k
%h
$$
$yq
'$
$$
$,
N$
$$
q
'$
k.%'$k/,$q
$ .h'
. -d
sy ..
-. - ...-.
---
h
-
'
, N
-'
.
k X ' YNU Y s-' t'. t'l.. x ..$
, y ,, y-s. vv.x '& - xxw , .y: ''i''''-' ''--. .-.
'
-,
'
,,.--
'
-,.
''''------ ---.
d
''--''-- -----...
'''''''''''''-'''..
''''.'.. '
'
k
'
-
'
'
ss
-
sh
. -h -
-- -h
. - l ts-j N 1 1 Y X
: $lk. - l i
k
1Il41y#Ily11Ifl1lI,#jfj1j1I$
'
1jy1j,111I,j,4j1j1ujpjt
'
jjj,:
'
pjipyjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjj jjyjjj y
i' jjj xj 1:,1.:1II ' IIl111IlI.111I1IllIlikllII111111111 111111 I ' It '' --
9 ll111lp11l' ' l
N
- <
N ,
- // --- i
.'j .o ---.....- ..... /yr
N- l
$
N e & j N . /
lr* z;, 411 'k
..lt d' ?'z
tt /-'/
N re ' . zz l
.,N e, ? N
N ' Nyh -W z, ,., w / -- -; ' bi-'6bqb;'k' ,,,r? ?''N
S..N =-.- z ,. y,
*
x'Y '4''.k X !-- : 'ru z ''s j ''
xX'k x .t'N x -.- = ->. - -,
dan het ijzer uiteensprong.Doch in de practtk is dit niet zoo doelmatig be-
vonden als het schijnt te ztn,en het best voldoet nOg de eenvoudige zooge-
noemde kegelklep, die met een voldoend gewicht belast en daardoor in eene
DE STOOXKETEL.
eng
in
sluitende Opening geperst wordt ; immers men heeft het hier volkomen
zijne macht,ieder oogenblik door het veranderen van den hef boom,op
welken het gewicht werkt, de drukking te doen toe- of afnemen, waarom
men er zich dan ook nagenoeg zonder uitzondering van bedient.'t ls waar,
juist dat gemakkelijke van vermeerderen Of verminderen der belasting heeft
lnen a1s eene bedenking ingebracht.Het deugt niet,heeft men gezegd,dat
'
men menschenlevens in gevaar kan brengen door de veiligheidskleppen aldus
bloot te geven aan onkunde en roekeloosheid.Maar spreekt men het banvonnis
uit over messen,hoewel men er iemand mede dooden kan ? Overigens lleemt
eene veiligheidsklep al l e gevaren niet weg,die een stoomketel zouden k u n n e n
bedreigen.De ketels kunnen springen door het barsten van de afzetsellaag, die
zich in den ketel vormt, waardoor de gloeiende bodem van den ketel met het
toestroomende water in aanraking komt en de stoom zich zoo snel en geweldbg
ontwikkelt, dat de wanden van den ketel de drukking niet kunnen wederstaan.
En zoo blijkt het,dat,waar de mensch zulke geweldige krachten aan zich
cijnsbaar maakt,de uiterste voorzichtigheid en de kalmste bedaardheid tegen-
over alle omstandigheden noodig zijn.
D e m a c h i n e s t e 1'v e r v a n g i n g sr a n d e d O o 1'd e n s t O O m b e w O g e n e .
De verbazende omwenteling,door het bezigen van de spanning des stooms tot
beweegkracht in alle takken van het maatschappelijke leven veroorzaakt,heeft
haren grond gedeeltelijk, a1s wij Olls zOo mogen uitdrukken, in de samenpersing
der kracht,waardoor i n e e n s een arbeid mogelijk is gemaakt, die vroeger
slechts bij gedeelten en in lang tijdsverloop kon plaats hebben.Doch,gelijk
geen menschelijk werk volmaaltt is,zoo laat ook nog de stoommachine te
wenschen over.En dat voornamelijk Avegens het verlies van arbeidsvermogen,
door het verlies van warmte.Als de stoom de goedkoopste beweegkracht is,
dan is zg het in weerwil dat de beste stoonnnaachines Ngeinig naeer dan 1/< der A#
door de verbruikte brandstof geleverde warmte in arbeid omzetten ;de overige 1(s
ontwijken ten deele met den waterdamp,die ontsnapt, ten deele met de ver-
hitte lucht door den schoorsteen,ten deele door uitstraling van warmte. Hoe
kleiner men de stoommachines maakte, des te meer bleek dat teloorgaan van
een groot deel der warmte ; de kosten zijn niet evenredig met de werking ;
sommige inrichtingen,het personeel enz.blijven voor elke stoommachine) zi'j
moge groot of klein zijn,even noodzakelijk, zoodat de werking van kleine
machines naar verhouding duurder wordt.Bovendien is het plaatsen van elke
stoommachine nog onderworpen aan politie-maatregelen,zoowel wegens het
vuur a1s de mogelijke Ontplofllng,waardoor haar gebruik in volkrijke steden
belnoeieltjkt wordt.Niettemin hebben vele bedrijven behoefte aan eene machine,
die wel niet boven de krachten van eenige weinige menschen behoeft te stijgen,
maar die goedkooper dan handenarbeid werkt,die voorts eene kleine ruimte
inneemt,geen uitgebreiden stooktoestel noodig heeft, zoodat hare werking tot
eene moeielijk te veranderen plaats beperkt is, en zonder veel voorafgaanden
x. l
DE ST00M EN DE STOOMMAOHINE.
omslag in korten tijd aan den gang kan geholpen worden,maar ook even
spoedig kan worden stilgehouden, als men haar niet meer noodig heeft.
Overigens spreekt het van zelf, dat de allereerste voorwaarde tOt algemeene
verspreiding van zulke machines daarin bestaat, dat ztj zoo weinig mogelijk
kosten van aankoop en plaatsing.
Een geruimen tijd lang hoopte men in het electro-magnetisme eene be-
weegkracht gevonden te hebben ; maar, zooals wij vroeger zagen, die hoop
werd niet verwezenltjkt. Geen geringer krachtverlies is te verwachten dan bij
het onmiddellijk bezigen van het uitzettend vermogen der warmte en de
stoommachine z0u Ongetwijfeld in den hoogsten rang zijn gebleven,indien zij
niet het krachtuitoefenend vermogen - den stoom - eerst nog moest voort-
brengen. De groote hoeveelheid warmte echter,die in den stoom als verdam -
pingswarmte mede verloren gaat,deed het denkbeeld Ontstaan den stoom te
vervangen door eene andere gasvormige zelfstandigheid,welke door de warmte
wordt uitgezet,en er de spankracht van als drijf kracht te gebruiken,en wel
eene zelfstandigheid,die overal in gasvormigen toestand voorkomt.Dit vrucht-
bare denkbeeld ligt zoowel ten grondslag btj de zoogenoemde c a l o ri s c he
machine van EslcKsox a1s bij de k n a l g a s m a c h i n e van LENOIR.ln beide
is het de dampkringslucht, die door de warmte wordt uitgezet en ten gevolge
der daardoor veroorzaakte spanning het op-en nedergaan van een zuiger in
een cylinder veroorzaakt; beide machines dragen derhalve hunne namen tell
Onrechte. Immers is elke stoommachine eene ,,calorische''
evenzeer als die van Eslcxsox, ja elke machine,
dellijk in arbeid wordt omgezet ; voorts is de machine van LENOIR in den
in welke de warmte onmid-
grond ook geene
geen knalgas is.Beide machines kunnen den naam
dat er in verbrand wordty knalgasm achine, daar het gas,
dragen
machines of enkel luchtmachines, welke laatste naam ten onrechte aan die
van EslcKsox in onderscheiding van die van LENOIR gegeven is.
van heete-lucht-
en die van LENOIR
lnderdaad verschillen zij hoofdzakelijk slechts in de wijzevan verhitting ;
bij de eene bekomt men de warmte door het verbranden van steenkolell
b u i t e n den cylinder, bij de andere door het verbranden van een brandbaar
gas b in n e n den cylinder. Het onderscheid tusschen beider practische uit-
voering is dientengevolge zoo groot, dat elke machine eene afzonderlijke uit-
vinding is.
ga s m ac hi n e v a n LENOIR.Als men 8 deelen (gewicht) waterstof en
1 deel zuurstof Of 2 deelen (maat) waterstof en 1 deel zuurstof met elkander
vermengt, heeft men knalgas, aldus genoemd naar zijne eigenschap bij
het naderen eener vlam met een sterken knal te ontploflbn. De beide stofl-en
De
verbinden
warmte ;
zich daarbij met elkander plotseling onder groote ontwikkeling van
en. ten gevolge dier vereeniging Ontstaat er water, hetwelk in damp-
vormigen toestand wegens de daarbij plaats hebbende belangrijke verhooging
van temperatuur eene veel grootere ruimte inneemt dan de gassen vroeger
bevatten.Door de plotselinge uitzetting wordt eene groote drukking teweeg-
gebracht,die, indien de Ontplong in een
geweld verbrtzelt.
gesloten vat plaats heeft,het met
146
DE GASMACHINE VAN LENOIR.
Gelijk men de werking van het buskruit,waarmede de ontplofling van
kpalgas 't best kan vergeleken worden,voor mechanische krachtsontwikkeling
heeft trachten te bezigen,zoo kwam men Ook al spoedig op het denkbeeld
machines te vervaardigen, door welke de bij de ontploffing van knalgas Ont-
stane kracht volgens de eischen der werktuigkunde kan worden gebrtlikt.
Intusschen had geene op dit gebied genomen
voornamelijk omdat men knalgas in geheel
proef eenigen gunstigen uitslag,
of bijna geheel zuiveren toestand
nam en dit te oogenblikkelijk ontplofte, terwijl het door de geweldige kracht
den nadeeligsten invloed op de duurzaamheid der machine uitoefende.De vraag
was dus eerst, hoe de werking te vertragen,ten einde een bedaard loopen
van den zlliger mogelijk te maken.
Aan LENOIR te Parijs is het gelukt,de bezwaren te overwinnen door onder
den zuiger geen zuiver knalgas alleen te brengen,maar een mengsel van
dampkringslucht met eene zekere hoeveelheid lichtgas. Dit laatste is kOOl-
waterstof ; als het in de verhouding van omtrent 3 tegen 1 met zuurstof vel--
mengd wordt, ontploft het,zooals door tal van gasontplofllngen bewezen is,
met groot geweld. LENOIR bevond echter dat voor de machine een mengsel
van 91 - 95 deelen dampkringslucht en 5- 9 deelen lichtgas het best voldeed.
Onder den zuiger der machine van LENOIR volgt dan namelijk geene Ontplofllng
in den zin als btj een mengsel van zuurstof en waterstof,waardoor de gassen
eerst verbazend worden uitgezet, maar terstond daarna dool-de plaats hebbende
verdichting t0t bijna verdwijnens toe ineengeperst worden.Hij bediende zich
van eene plotselinge verbranding van het lichtgas in lucllt.De warmte,die
daarbtjOntstaat,veroorzaakt eene wel zeer snelle uitzetting van de gevormde
verbrandingsproducten : water,stoom en koolzuur ; maar,daar zij tevens Op de
overschietende,insgelijks aangevoerde lucht moet overgaan,is hare werking
toch geenszins zoo oogenblikkelijk,maar eene,die slechts langzamerhand tot
haar hoogste punt klimt, w aardoor eene bedaarde bew eging aan den zuiger
w ordt verzekerd.
LENOIR,aan wien deze verbeteringen van het beginsel gelukt ztjn,was 001--
spronkelijk werkman (monteur) in eene bronsfabriek ; later hield hij zich bezig
met de galvanoplastiek en stichtte hij met zekeren GAUTIER eene galvano-
plastisclle inrichting Onder den naam : S O c i t g n r a l e d e g a l v a n 0-
p 1a s t i c.Deze Onderneming kon echter in een stoflblijk opzicht niet gelukkig'
genoemd worden ; het denkbeeld het electro-magnetisme als beweegkracht te
gebruiken faalde evenzeer. De kostbaarheid dezer kracht lnoest hem weldra
kenbaar worden als een onoverkomelijke hinderpaal ;daarom beproefde hij in
plaats van het electro-magnetisme de
beweegkracht en deze nasporingen
denkbeeld lichtgas en dampkringslucht
Ontploffingskracht van het knalgas tot
brachten hem eindelijk op het gelukkig
daarvoor te bezigen.LENOIR ging eene
compagnieschap aan met den machine-fabrikant HIIOPOLYTE MARINONI,lnet wien
htj de practische oplossing van het vraagstuk vond.ln Mei 1860 werd de
eerste machine van LENOIR in de straat Rousselet in de werkplaats van zekeren
LEVAQTJE Opgesteld.De nieuwe tlitvinding vond al spoedig haren weg door de
geheele beschaafde wereld.Voor Spanje,Brazili en Havana kocht zekere
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
JOHAN Pocv te Madrid de uitvinding voor 100 000 t'r.; in bijna alle landen zijn
verbeteringen aan de machine van LENOIR geoctrooieerd ;een bewtjs, dat zij
geen voorwerp van nieuwsgierigheid
stelling meer was,enkel geschikt om in
6
l
k( 1l
I
1
$
1
1 *
l
1
'
, T
l
x #
'
O v ? z .
f ..z w + - .. ee
K
O
l .
T'
Un
af beeldingen op dezo
en de volgende bladz.stel-
len c1e machine van LENOIR
voor ; de eerste op zijde,
de tweede in horizontale,
de derde (op bladz.149)
in verticale dwarsdoor-
snede.Reeds eene 0PPer-
vlakkige beschouwing dier
af beeldingen doet ons als
hoofdbestanddeelen terug-
vinden wat de stoomma-
chine Ons reeds leerde
kennen :een cylinder,in
welken door de spankracht
van eene zich uiteenzet-
of uitsluitend wetenschappelijke belang-
eene verzameling van natuurkundige
voorwerpen en werktuigen
geplaatst te worden, maar
dat zij voldeed aan eene
dringende behoefte.
De
tende zelfstandigheid een
zuiger loopt ; een toestel,die den zuiger tertlgdrijft ;het bekende krukmecha-
nisme, dat de heen- en weergaande beweging der zuigerstang in eene omwen-
149 DE GASMACHINE VAN LENOIR.
telende verandert ; een vliegwiel tot het erlangen eener eenparige beweging.
De horizontaal liggende cylinder C is van gegoten ijzer en daarin loopt de
zuiger K (zde af b.).Deze staat door de zuigerstang in verband met de kruk,
diq de heen- en wedergaande beweging op het in de teekening weggelaten
vliegwiel Overbrengt. Een excentriek beweegt de beide schuivers,die voorbij
T en T'(2de en 3de af b.) schieten.De eene T dient om de door de beweging
van den zuiger ingezogen dampkringslucht met het lichtgas te vermengen en
in den cylinder te leiden ; daartoe dient eene afzonderlijke inrichting,op welke
wij later terugkomen ; de andere schuiver T'regelt het Ontwijken van den
stoom en het koolzuur, die door de verbranding van het lichtgas Ontstaan zijn,
alsmede van de overgeschoten lucht, die door hare uitzetting den zuiger be-
woog.De warmte in den cylinder is vrij aanmerkelijk ;Om de wanden af te
koelen,is de cylinder om-
geven met een mantel,die
eene ledige ruimte E E om-
sluit.In E E vloeit water uit
een hooger liggenden ver-
gaarbak,aan de eene zijde
in,aan de andere zijde uit.
De buis,die het lichtgas
aanvoert)eindigt gaf-
felvormig gedeelte, G (zde
afb.).Aan ieder been bevindt
in een
zich eene kraan en door eene
geta percha slang kan dez:
toestel gemakkelijk met eene
gewone gasbuis in verbinding
worden gebracht. Door de
eene kraan wordt het gas
b 0 y
.
e n , door de andere
o n d e r den cylinder geleid.
z
w j co- . l
I
J
r E q>'l
Btj den in de 2de af b. voor-
gestelden stand van den schuiver kom t het gas uit het linkerbeen ; het
vereenigt zih in de holte T met dampkringslucht,die in de 3de af b.door A
wordt aangeduid, el1 stroomt dan door het ltanaal achter den zuiger.Heeft
deze laatste nu eene dan worden de genoegzarae hoeveelheid gas Opgezogen,
gasbuis en de luchtbuis beide afgesloten.Op hetzelfde Oogenblik moet de elec-
trische vonk overspringen,Opdat niet eerst de zuiger onnoodigen arbeid ver-
richt door verdunning van het mengsel ;doch anderdeels Ook, Opdat geen ge-
deelte van het zich uitzettende gas tijd en ruimte vinde Om buiten den cylinder
te ontsnappen, eer het den zuiger heeft gedreven.
De anderejnaar Ons tOe liggende schuiver blijft inmiddels onbeweeglijk en
laat de verbrandings-ovel-bltfselen,die van de laatste ontploffing nog aanwezig
zijn, Ongehinderd gedurende den teruggang van den zuiger door het daarvoor
bestemde kanaal Ontwijken.Kort voordat de zuiger zijn gang volbracht heeft,
150
wordt deze schuiver omgezet, zoodat nu de beide andere kanalen met elkander
in gemeenschap komen.Het verbrandings-overschot,dat zich nu n0g vr den
zuiger bevindt en door het Omzetten van den schuiver verhinderd werd te
ontsnappen, wordt door den zuiger ineengedrukt en werkt aldus als een
elastiek kussen in het oogenblik der Omzetting van den zuigergang.De andere
Over T loopende schuiver staat een Oogenblik stil,zoodra het gaskanaal aan
de linkerzijde afgesloten is,en komt weder in beweging, zoodra de vool'T'
liggende schuiver geheel Omgezet is en de zuiger,een nieuwen gang aan-
Vangende, het doode punt verlaat,daar het nu het rechtsche gaskanaal met
het been van de gasbuis in verbinding brengt. De schuif kast vr de gas-
leiding G is, zooals wij reeds Opmerkten, Op eene eigenaardige wijze ingericht,
waardoor eene volkomen vermenging van het lichtgas met de dampkringslucht
teweeggebracht wordt.Zij heeft nameltjk niet alleen ne enkele Opening,door
welke de gemeenschap met de gasleiders plaats heeft,lnaar ook beweegt zich
in plaats van deze vr (1e gasbuizen eene soort van rechthoekige geelkoperen
plaat met holle wanden,door welke in de richting der dwarse as eenige rijen
kleine buizen of kanaalachtige gleuven loopen, welke het gas in de naar den
cylinder voerende kanalen doen stroomen.De dampkringslucht wordt insgelijks
door de holle schuifkast ingezogen en wel door middel van kanalen, die,
overlangs in de schuif kast liggende,aan hare beide dwarszijden,rechts en
uitkomen en overeenkomstige wijze binnen in dell cylinder haren links,
anderen
Op
hebben. uitgang
Deze laatste hebbengenaeenschap nnet de beide gasbuisjes
De bovenvermelde kam bevindt zich in de beide deksels der schuif kast. Het
gas wordt dus in jne stralen door de buisjes,de lucht door middol der
Omloopen buiten de buisjes door de wanden van den cylinder in dezen geleid,
zoodat de vermenging, die terstond bij het samenkomen van gas en lucht
plaats heeft,geheel volkomen wordt.Daarom veroorzaakt de vonk geene onge-
regelde ontploffing,maar eene verbranding van het lichtgas in de dampkrings-
lucht, die zich over de geheele massa eenparig verspreidt.Het aansteken ge-
schiedt door eene electrische vonk, die door een inductie-toestel veroorzaakt
wordt.De eene pool der batterij, welke uit twee elementen van BTJNSEN be-
staat, staat in voortdurende gemeenschap met den cylinder.De andere pOOl-
draad loopt gesoleerd door den wand van den cylinder en staat met zijne
spits van binnen boven en onder den zuiger tegenover het metaal van den
cylinder,zoodat bij elke afsluiting,door welke een inductie-stroom veroorzaakt
Avordt, deze in eene vonk overspringt en het gas Ontsteekt. In de afbeeldin-
gen op bladz. 148 worden door de gestippelde lijnen f f' de draadgeleidingen,
in de eerste op bladz.148 wordt door a b c d, de ontstekende toestel aangeduid.
DOOr de beweging van den zuiger zelven wordt het afsluiten van den stroom
indiervoege geregeld, dat de vonk telkens overspringt,wanneer door de be-
weging van den zuiger de noodige hoeveelheid gas binnengestroomd is ; nu
Ontstaat wel bij iedere afsluiting eene vonk aan beide ztden van den zuiger,
welke vonk van de beide uiteinden van den draad op den cylinder overspringt,
doch ztjoefent hare werking bij afwisseling aan de eene en aan de andere
van de schuif kast.
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
DE GASMACHINE VAN LENOIR. 151
zijde van den zuiger uit,naargelang zich aan de eene Of andere zijde door
het openen der schuif kast ontplof baar gas bevindt. De gang der geheele
machine is nu aldus.Eerst is het noodig, dat men de as van het vliegwiel
in een strik draait,Opdat aan de eene zijde van den zuiger,in de onderste
af b.bladz. 148 aan de linker,gas en lucht zich vermengen en achter den
zuiger stroomen kunnen. De ingezogen gasmassa wordt,nadat de schuiver
de aanvoeropening heeft gesloten, ontstoken,en van dat Oogenblik af komt
de machine in geregelden gang.De uitgangschuiver blijft tot nabij het uiteinde
der zuigerstang open,opdat aan dd rechterzijde van den zuiger lucht en later
de ontplofte gasmassa zotl kunnen Ontwijken.Bij alle volgende gangen van
den zuiger wordt het inzuigen van gas van zelf door de snelle beweging van
het vliegwiel veroorzaakt.Het aan den gang brengen der machine alleen levert
eene kleine moeielijkheid op.
Het kan voorts in deele den geenen
zuiger het eerste Oogenblik met een schok gepaard
bemerken) naarmate er meer lichtgas
het mengsel gas en lucht nader aan de
gaat, die zich te meer laat
is binnengestroomd,m.a. naarmate
eigenschappen van het knalgas komt.
lntusschen wordt dit nadeelige stooten reeds gedeeltelijk
vliegwiel
gedeeltelijk ook, zooals reeds opgemerkt is,door de telkens tot verbranding
voorkomen door het
(men behoeft dat daarom niet buitengewoon groot te maken),maar
komende hoeveelheid
loopen, werken beide omstandigheden
De snelheid vall het vliegwiel kan Op zeer eenvoudige wijze door omdraaien
van de gaskraan worden geregeld,waardoor men de verhouding der hoeveel-
te verminderen.Daar men de machine snel kan laten gaS
elkander zeer voordeelig in de hand.
heden lichtgas en dampkringslucht wijzigt.
MARINONI heeft den cylinder van twee
elke rijzing van den zuiger een fijne straal
verandert terstond in stoom,die de drukking van het uitgezette gas verhoogt,
een gedeeqte der warmte opneemt en met het vet de binnenzijde van den
cylinder tot vermindering der wrijving smeert.De grootste machines van deze
kleppen voorzien,door welke er bij
verwarmd water in valt ;dat water
geloochend worden,dat de gang van
samenstelling meten 8 paardekracht.
ln de machine van LENOIR moest in de allereerste plaats het aansteken van
want de electrische vonk werkte al te het gas eene verbetering ondergaan,
onzeker.HUGON nam dan ook kleinegasvlammetjes.De schuiver, die het gas-
mengsel verdeelt,komt met zijne doorboring eenmaal boven en eenmaal be-
neden den zuiger voorbij steeds brandende gasvlammen ; zijne gaslading wordt
dan aangestoken en blijft lang genoeg branden om de ontbranding door het
kanaal in den cylinder Over te brengen,
buitenlucht tOt stand gekomen is.Bij
het vlammetje
nadat reeds de afsluiting met de
de ontploffing bluscht natuurlijk oOk
uit,dat aan den tegengestelden kant van den zuiger Ontbrand is.
Reeds vr Hugox hadden LANOEN en OTTO te Keulen deze ontbrandings-
wijze toegepast.en eene dergelijke machine op de Parijsche tentoonstelling in
1867 ingezonden.Bovendien verschilde dit werktuig nog in de manier,waarop
de zuiger teruggedrtlkt werd.Bij iederen zuigerslag werd het gasmengsel opge-
zogen en dan door de bovenbeschrevene gasvlammetjes aangestoken. Door de
152 DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
ontploffing werd de tameltjk zware zuiger zoo hoog Opgedreven,dat er onder
eene gasverdllnning ontstond en daardoor afkoeling plaats had.De dampkrings-
druk met het gewicht van den zuiger bewerkstelligden dan de neerdrukking.
De machine van LENOIR en HUGON is nOg verbeterd geworden door BlsHop,
die er,vooral voor kleine krachten, een goedkoopen motor van gemaakt heeft.
Van Juli 1877 tot Januari 1881 waren reeds 65 Octrooien aangevraagd en
gegeven voor verbeteringen in gasmachines.
Op plaatsen,waar geen gas te krtjgen is, kan men zich door toestellen a1s
de besprokene zeer gemakkelijk gassen verschafen uit de vloeibare stoFen
teerolie, petroleum en ligrone.Deze gassen geven een evengoed ontplo/end
mengsel als lichtgs met lucht.Alleen moeten de machines eene ruimte be-
zitten,waarin de vloeistoFen t0t gas gebracht kunnen worden.
D e z o o g e n a a m d e ca lo 1- i s c h e m a c h i n e v a n Eslcxsox.Deze machine
onderscheidt zich in zooverre van de machine van LENOIR, dat zij,evenals de
stoommachines, uit een cyljnder bestaat,in welken van buiten af eene zelf-
standigheid wordt geleid, die door toevoer van warmte reeds buiten den
cylinder genoeg spanning heeft verkregen om den zuiger te bewegen.De
machine,Over welke wtj spreken en welker inrichting op de volgende afbeel-
dingen is voorgesteld, is eene uitvinding van den Zweedschen kapitein Eslcxsox,
die daarmede een reeds vr hem opgevat denkbeeld derwijze verwezenlijkte,
dat zij uit een werktuigkundig Oogpunt alle aanbeveling scheen te verdienen.
De eerste,die zich met het gronddenkbeeld bezighield,was waarschijnlijk
JoHx STIRLING te Glasgow.Deze bracht reeds in 1827 eene luchtuitzettings-
machine in werking en ERlcxsox kwam met de eerst in 1833 voor den
Beide machines om dat
Ztjne
niet veel dag.
rechtmatige eischen niet voldeden.Eenigen ttjd na de genoemden trachtte 0Ok
de ambtman PREHN te Plasseburg het vraagstuk op te lossen,maar Oogen-
schijnlijk mede zonder naar wensch te slagen.ElucKsox gaf den moed niet op.
Htj begaf zich naar Noord-Amerika,waar hij kapitaal wist bijeen te krijgen
baarden aanvankeltk opzien, zij aan de
ten einde zijne calorische machine tot het voortstuwen van schepen te bezigen.
Rusteloos werkzaam, helder en schrander van doorzicht, zoodat hij elke kwets-
bare plek dadelijk onderscheidde,vol kracht en moed, zette hij ztjn werk
voort, zoodat het hem in 1848 gelukte,de eerste verbeterde calorische machine
van 5 paardekracht Op te stellen ; het volgende jaar vertoonde hij eene andere
van omtrent 60 paardekracht en Op de groote tentoonstelling te Londen in
1851 zag Europa voor het eerst zulk eene machine in werking.
Den 15den Februari 1853 ondernam de pErickson/') het eerste schip, dat door
een: calorische machine in beweging werd gebracht,zijne eerste proefvaart
naar Alexandria, de haven van W ashington.Het schip was 80 M.lang en
13 M. breed en mat 2200 ton.De schepraderen waren 3 M.breed en 10 M.
in doorsnede ;zij werden door eene machine valt ongeveer 600 paardekr.
omgedreven. In weerwil van de groote besparing van brandstof (naar men
verhaalde l/jo van eene stoommachine van gelijlt arbeidsvermogen) en in
weerwil van de allergunstigste berichten aangaande de nieuwe beweegkracht
moet de zaak toch tegengevallen zijn,ten minste de rErickson'' werd het
DE CALORISCHE MACHINE VAN ERTCKSON. 153
volgende jaar in een gewoon stoomschip veranderd en daarmede scheen de
uitvinding in vergetelheid te zullen geraken.Men hoorde er niets meer van,
maar in stilte werd aan hare volmaking gearbeid.Des uitvinders bewonderens-
waardige volharding werd niet uitgeput ;trouwens hij was tot de overtuiging
gekomen,dat het beginsel het voordeeligste toegepast zOu worden op machines
van gering vermogen, en de naar hem genoemde machine,die voor weinige
jaren de opmerkzaamheid der geheele wereld trok,was inderdaad eene nieuwe
uitvinding van geheel andere inrichting dan de vroegere.Zij berust Op de
volgende grondbeginselen.
Indien eene zekere hoeveellleid gewone dampkringslucht t0t 1000 C.verhit.
wordt, zet zij
zich meer dan
1/a uit (nauw-
keurig :12/a:) ;
als zij voor
deze uitzetting
geene ruimte
heeft,
zt eene span-
kracht van ge-
oefent
lijk vermogen
uit Op de wan-
den van het
vat,waarin zij
besloten is.bat
geldt niet al-
leen tusschen
00 en
m aar Ook daar-
boven of be.
1000
neden, in het
algemeen voor
elke verande.
ring
tegraad,en er
volgt uit, dat
de lucht bij
eene verhitting van 2720
drievoudige van haren
in Niarnn-
Omvang
zich tot het dubbele,bij eene van 5440 tot het
moet uitzetten,zoodat hare spanning, die bij
gewone temperatuur Omtrent 1 kilo (1
bij de Opgegevene graden van warmte
(3 atm.) Op den 1 centim.zal zijn. Terstond begrijpt men,dat deze spanning
een zuiger in beweging kan brengen.Voor de practische uitvoering van het
denkbeeld eener luchtspanningmachine is het de eerste vraag,de lucht altijd
atmosfeer) op den L-J centim .bedraagt,
respectievelijk 2 kilo (2 atm.)en 3 kilo
in dezelfde hoeveelheid en met dezelfde spanning onder den zuiger te brengen,
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
en dan : die hoeveelheid lucht telkens t0t denzelfden graad te verhitten,ten
einde een gelijkmatigen gang aan het op- en nedergaan van den zuiger,en
dus aan de geheele beweging der machine,te verzekeren.Laat ons zien,in
lloever de tlitvinder in het eene en het andere geslaagd is ; wij verzoeken den
lezer,de Onderstaande af beelding en die op bladz.155 daarbij te raadplegen.
De inrichting dezer machine is enkelwerkend,dat wil zeggen :de zuiger
wordt slechts in ne richting door de beweegkracht,de spanning der verhitte
lucht)voortgedreven, terwijl het teruggaan wordt veroorzaakt door het vrij
groote en zware vliegwiel. Het spreekt echter van zelf, dat men Ook twee
afzonderlijke machines zoo verbinden kan,dat zij bij afwisseling op het vlieg-
wielwerken. De cylinder is, evenals bij de oudste stoommachines van lage
drukking het gevalwas,aan de eene zijde bodemloos en aldaar alleen door
den zuiger gesloten ;aan de andere zijde is de vuurhaard A (bovenst.af b.)
zoo tegen den cylinder aan Of liever er ten deele in geplaatst,als in de af b.
bladz.155,de doorsnede Over de lengte, te zien is.Deze vuurhaard heeft alzoo
eene cylindervormige gedaante met een bOl einde,terwijl de zuiger niet alleen
op dezelfde
hittegever
wijze hol eindigt, maar ook nog in nauwer betrekking tOt den
staat, doordien er eene blikken doos of deksel C''op geplaatst is,
die, wanneer de zuiger zooveel mogelijk naar de linkerzijde is geloopen,den
hittehouder als een mantel omgeeft en in dien stand eene zekere hoeveelheid
warmte Opneemt. De verhitte lucht klimt van den rooster door de gebogen
buis D naar boven, sluit zich Om het achterste gedeelte van den cylinder en
Ontwijkt dan door de buis E naar den schoorsteen.
DE CALORISCHE MACHINE VAN ERICKSOX.
Trachten wij ons nu duidelijk te maken,hOe de machine werkt, d.i.lloe
zij bij elken Omgang eene hoeveelheid lucht vat en achter in den cylinder
schuift, waar die lucht verbazend snel wordt verhit en uitgezet en daardoor
beweegkracht verkrijgt om op de zuigers te werken.De zuigers,zeggen wij
in het meervoud, want wij hebben inderdaad twee zuigers B en C,die ieder
afzonderlijk werken.In onze af beelding hebben de beide zuigers hun buitensten
jtand,dicht bij elkander ;maar in hun heen en weder loopen,dat elke zuiger
onaf hankelijk van den anderen doet?vertoont zich nu een grootere,dan een
kleinere onderlinge afstand, daar de buitenste Of zoogenoemde werkzuiger zich
veel langzamer beweegt en toch slechts half zooveel afstand behoeft te door-
loopen als de binnenste Of aanvoerzuiger. Het doel van deze inrichting is,
zooals wij beneden zien zullen,de noodige lucht in den cylinder te brengen.
De binnenste of aanvoerzuiger dient echter Ook nog tot een ander doel
,namelijk
Om den buitensten zuger te beveiligen tegen te groote verhitting,want dit
zou nadeel toebrengen aan de sluiting.Deze zuiger is daarom Ook aan het
einde voorzien van eene zelfstandigheid! die de warmte weinig geleidt
,
b.v.
asch (Zie a a).
In dit opzicht vervult de ztliger zijne taak zoo goed,dat inderdaad de ruimte,
die door den werkzuiger wordt doorloopen,altijd betrekkelijk koel blijft, waartoe
misschien Ook wel de Omstandigheid medewerkt, dat bij iederen Omgang koude
lucht binnenstroomt.De buitenzijde van den zuiger staat in verband met eene
stang, die luchtdicht midden door den werkzuiger naar buiten steekt
. Vool-
156
den laatsten zuiger zijn dientengevolge de twee daarnaast staande stangen
noodig, welke Op het midden van de stang der aanvoerzuigers werken en
welker uiteinden men bij o o ziet.Opdat nu de buitenlucht van de rechterztjde
naar de verhittingsplaats kan stroomen,moeten de beide zuigers voorzien zijn
van kleppen,die zich beurtelings Openen en sluiten.Bij den werkzuiger be-
staan deze uit twee binnenwaarts Opengaande kleppen g g, die van veeren
voorzien zijn ; bij den aanvoerzuiger daarentegen dient daartoe een stalen ring,
die den zuiger nabij het achtereinde hoepelsgewtjze Omgeeft. Deze ring glijdt
met zijne buitenzijde luchtdicht langs den binnenwand van den cylinder : maar
hij ligt los in eene groef van den zuiger,tweemaal zOO breed als dik, zoodat
hij twee standen kan aannemen, naarmate de drukking der lucht aan de eene
of aan de andere zijde grooter is.Den stand,in welken hij tegen de rechter-
zijde stoot,neemt hij aan, zoodra de aanvoerzuiger n a a 1- b in n e n loopt,en
in dien stand sluit hij,d.i.hij laat zijne lucht niet van de linker- naar de
rechterzijde stroomen en drijft veelenr delucht,welke zich vr hem bevindt
en reeds gewerkt heeft,door de nu opene uitlaatklep F den cylinder uit ;bij
het teruggaan van den aanvoerzuiger echter blijft de ring, die nu eene druk-
king van de rechterzijde Ondervindt, achter en sluit hij zich aan de linkerzijde
van de groef.ln dien stand echter laat hij de uiteinden van eenige kleine
luchtkanalen open, die op den omtrek van den zuiger zijn uitgesneden, en er
bestaat nu tusschen de beide uiteinden van den cylinder eene opene gemeen-
schap, totdat de aanvoerzuiger weder naar binnen gaat.ln de af b.Op bladz.
154 is de groef in den zuiger bij h aangewezen. Gesteld nu,dat er een nieuwe
Olngang moet aanvangen, te beginnen van het Oogenblik,dat de stand der
zuigers zoo is als de af beelding aantoont,dan kom t eerst de aanvoerzuiger in
beweging naar de
tusschen de beide zuigers eene ruimte met zeer verdunde lucht ontstaan
linkerzijde,waarbij de ringklep zich sluit,en,omdat nu
m oet,
Openen zich de kleppen van den buitensten zuiger en de lucht stroomt zoolang
naar binnen als de onderlinge stand der beide zuigers toeneemt.Thans gaat
0ok de werkzuiger voorwaarts en deze tracht den anderen in te halen.Door
zijn voortschuiven sluiten zich natuurlijk zijne luchtkleppen aanstonds en de
lucht vr den zuiger ondergaat eene samenpersing
,
die nog grooter wordt?
Wanneer een oogenblik later de aanvoerzuiger begint terug te loopen.Het ge-
volg hiervan is,dat de ringklep zich opent en dat er koude lucht in de ver-
hitte ruimte dringt.Hoe kort zij er ook vertoeft, toch wordt zij door de
gloeiende wanden tot 3000 c. verhit,en in de uitzetting,welke het gevolg
van die verhitting is,bestaat nu de kracht, welke de zuigers naar het andere
einde van den cylinder stuwt.De aanvoerzuiger
, die nu open is,heeft bij dat
uitdrijven niets te doen en niets te ondergaan ; de spanning zet zich door
dezen heen tOt aan den
het voortstuwingsvermogen werkt.
Eindelijk komen de zuigers in hun 001--
spronkelijken stand terug en dan is ook een omloop van het vliegwiel vol-
werkztliger voort en deze laatste is het, op welken
bracht,natuurlijk in korter tijd dan men noodig heeft om deze beschrijving
te lezen.Dat de beide zuigers onaf hankelijk van elkander loopen,heeft zijn
grond in de stangen en tuimelaars, door welke ieder op zich zelf met de kruk
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
157 DE CALORISCHE MACHINE VAN ERICKSON.
van de drijfas verbonden is. Daartoe moeten wij verwijzen naar de verschil-
lende gedeelten der af beelding en geven wij eene beknopte aanwijzing van
den Weg,
vangt en kracht geeft ter beweging van de zuigers.Voor de dubbele stang
namelijk,en bijgevolg voor den werkzuiger,loopt die weg eerst naar be-
neden, daar door de stang de beide armen f.T 'heen en weder bewogen worden,
langs welken de machine bij afwisseling nieuwe drijf kracht Ont-
eene beweging, die door den langeren arm 12', welke met de as verbonden
is,mede moet worden gemaakt.Van de eene zijde van dezen arm loopt
de stang x%'naar de kruk K. Dit is de ware geleiding der drijf kracht.
Eene dergelijke inrichting,natuurlijk alleen met f3, is OOk aanwezig voor de
middelste zuigerstang ;hier ligt de wentelas E aan de bovenzijde ;een arm <
loopt van hare buitenzijde naar beneden en uit het eind loopt de arm .% naar
de kruk. Daar nu die
moeten de zuigers zich ook met verschillende snelheid bewegen.TOt het
stangen en armen ?/ ,$?'en ?j'a%'niet even lang zijn,
regelen van den gang heeft men een regulateur met twee
die Op eene kleine klep werkt, welke boven in den
kogels aangebracht,
cylinder tusschen de
zuigers staat. Die klep moet een weinig heete lucht uit den cylinder laten,
wanneer de spanning in dien cylinder ten gevolge der groote hitte te sterk
wordt.De hef boom M dient om de machine te doen stilstaan,daar de klep F
als men M nederdrukt. onmiddellijk opengaat,
Het belangwekkendste gedeelte der machine van ElRlcKsoN is buiten kijf de
vereeniging der beide zuigers.Bij de vroegere machines was de onvolkomen
sluiting een wezenlijk gebrek ; bij de hier afgebeelde en beschrevene is het zoo
goed als geheel weggenomen.Om den loopenden zuiger te sluiten is een een-
voudige lederen kraag voldoende en talk is goed Om te smeren,daar dit ge-
deelte der machine weinig verhit wordt.Maar ook nog in andere opzichten
heeft ztj voordeelen boven het stoomwerktuig, die gansch niet verwerpelijk
zijn.Hetgeen men er aan heeft ten koste te leggen, bestaat in het Onderhouden
van een klein vuur,dat driemaal minder brandstof eischt dan eene stoommachine
van even groote kracht,terwijl men gepne afzonderlijke afvoerbuis noodig heeft,
maar zich van een gewonen schoorsteen bedienen kan.0Ok levert de machine
niet het minste gevaar op ; zij neemt weinig plaats in,heeft geen water noodig
en eischt geen toezicht dan een oplettenden stoker, terwijl de warme lucht,
die btj elken omgang uit de klep stroomt, in den winter doorgaans warmte
genoeg aan het vertrek mededeelt of Ock tot andere diensten,b. droog-
kamers,kan gebruikt worden.
ln Duitschland heeft men met de machine van ERlcKsoN veel in boek- 0P
drukkerijen ; eene van 4 paardekrachten brengt 6 snelpersen in gang en doet
dus zooveel als 12 arbeiders. VOOr dergelijk werk is zij dan Ook uitnemend
geschikt? al is ztj op het tegenwoordige standpunt harer volmaking nog te
zwak voor zwaar werk.En dat zij d1t moet zijll,blijkt oOk uit het volgende.
De ingelaten lucht zet zich in den cylinder bij een temperatuur van 2300 tot
3400 C.met 0,75 van hare uitgebreidheid uit.Er bestaat dus in den cylinder
Op het hoogst eene spanning van 1,75 atmosferen,zoodat er een overschot
van 0,75 atm.bestaat,waarvan j door de wrijving in de machine teloorgaat.
158
Er blijft dus over 0,5 atm.bruikbaar arbeidsvermogen en dus eene drukking
van l KG. op den vierkanten centim.dbr oppervlakte van den zuiger.Om dus
veel kracht ter beschikking te hebben, zOu men de cylinders en zuigers tot
eene verbazende grootte nAoeten vervaardigen,en te dezen aanzien is de practj k
binnen enge grenzen beperkt.Reeds de naachine van 4 paardekrachten is eene
dubbele,d. i.eene vereeniging van 2,elk van 2 paardekrachten. Grooter kracht
is btj een kleinen cylinder in allen gevalle verkrijgbaar,indien de lucht,welke
men wil verhitten,eerst samengeperst wordt, en het is aan het vinden van een
daartoe dienstig'middel,dat zoowel ERIcKs0N als anderen hunne krachten hebben
beproefd.Er is nog meer,dat in deze machine als een wezenlijk gebrek moet worden
aangemerkt. De wijze van stoken maakt het onmogelijk,alle mogelijke partij
van de brandstof te trekken. De lucht is te warm,als zij uit de machine
treedt,en waar moge zijn, wat wij zooeven opmerkten,dat die warmte ook
voor vertrekken of droogkamers kan worden gebezigd, dat was de bedoeling
niet en even weinig het voordeeligst mogelijke bezigen dier warmte.Er komt
btj,dat het ijzer, Ofschoon men er tot beveiliging leem Over strijkt,toch door
de hitte al spoedig veel lijdt ; Ook oefent de droge lucht op de zelfstandigheid
van den aanvoerzuiger een nadeeligen invloed uit ;voorts heeft men veel smeer
noodig.Over de noodzakelijkheid zware of groote cylinders te maken is reeds
gesproken,maar wat nOg een zeer groot gebrek mag genoemd worden,bestaat
in het geweldige geraas,dat de machine maakt. Het slaan der hef boomen,
voornalneltjk het Openen en sluiten der klep,doen hooren en zien vergaan en
dit vooral,hoewel men door 't bezigen van verschillende metalen heeft getracht
het te voorkomen, heeft veroorzaakt, dat de machine van ElucKsox in de
practtjk weinig bijval gevonden heeft.Het spreekt niettemin van zelf, dat daar-
door geen veroordeeling over de calorische m achine is uitgesproken,evenm in
als het beginsel der machine van LENOIR verwerping verdient,omdat zij tot
dusver niet beantwoord heeft aan de hooggestemde verwachting. In den loop
van jaren echter zijn vele verbeteringen en ook wel nieuwe uitvindingen aan-
gebracht. Zoo vatte de Franschman LAUBEREATJ het plan Op eene zelfde lllcht-
massa beurtelings te verhitten en af te koelen.ROPER,een Amerikaan,vond
eene open machine uit met een gesloten inwendigen haard,De verschillende
veranderingen hebben ondertusschen weinig of geen Opgang gemaakt.Daaren-
tegen beloofde de luchtexpansie-machine van LEHMANN veel.Dit is eene machine
met open vuurhaard ;zij heeft met die van LAUBEREAU gemeen,dat ook hier
steeds dezelfde luchtmassa beurtelings verhit en afgekoeld wordt.Deze tempe-
ratuursverandering wordt bewerkt door eene vernuftige inrichting binnen i n d e n
cylinder, ten gevolge waarvan de lucht beurtelings geperst wordt in twee
ruimten, die slechts door een nauw kanaal gemeenschap met elkaar hebben.
Deze machine van LEHMANN is in Amerika dof)r RIDES nagevolgd.Het zou
ons te ver voeren alle verbeteringen te noemen, maar onze lezers zullen er
zeker van overtuigd zijn,dat de heete luchtmachines evenmin als de gas-
machines den hoogsten graad van volkomenheid bereikt hebben.
DE STOOM EN DE STOOMMACHINE.
.:
Locomotieven en Locomobielen.
9
I'
j
' ' d stoomwagen. Eerste uitvind ingen. Geschledenls van en 11
S'rzrHExsox. Hunne uitvindingen. Gzonos en ltossn'.
r f1
The Rochet.'' Latere verbeterlngen. Inrlchtlng der loco-
l1 o
'7 motief. De locomobielen. .11
.
'
1;'1;
lj1
'' de gesohiedenis Van de lotaol'notl'even !
:.. anneer W1J d
f
'
l l1) .. - .stludejyeu dat,deze '!
nagaan,moeten w1J er ons ovel velw , l-l
:1 g
i,iauaauaqorp . -
.:,,;jIjI ,,..
- 1111l'z' -.,11
,;;... i jjjl -..:jjjr
I j jII4l h.Nj . ,,11 I 1111
1l..11 111. .'lIkI 1. ,I1 -- kj
1.11 I ----- jlll I u11
'I IkiL kj: 1'i I' -'i l'' IIII'I
I
l ri jjll 11) -'$i11- illllj -- I .w
'
-u p : ji Ij N-lj lE
-zl I !: ,.$.1Ij
% h
.,,'j N 'I .
'
hI 'b
11 h1I i. h$tII ; 4 . . .c. j - . s.v., .. j.. .. . j j
--
iqjjg:'
,j
--.
-' -.''
Il -1 .. l(j
.
-.
;. jj--, -.....................::,......$.....!1I ,,...' ( jyjy
..-.. .. ,u.
v'J- -w d.kh....... . ,, z . .! 4-.-
---- .R---.- h, - . - L=..4 # :. ,
' , c- r: --.- - -... 1 -A'.'x '' I
-
=
.=.-- m 't---- - - -.... .
-
-. - -- ..
'
j
'l- N '
. , - ,... j....) ), .,.- ,
- -- , . ,g
, .aw ,s x
. , jc --. , , a,,.
. y ,jI,gj,jj,, , j . - a, .j '=> J= .. i
,lli1'.I.:il.:su.. ',1,.,I. . '- --
V --. -
-
-s-s
.
-
.
'
R j '..
,j
r
.
.l.
''--
...- . ''ll''@ 'N
.
v- ( . - . .-..-z -.- .r-c. u o t.N .s .yjyujNjjj,xy..-
,
l
jjj;,,jf j I
. -
--.jj--- --- -- - jjj - - - --v .-.- -- - - --- -
jg!( ,''j ';j, -- --------.. .. ....
..
I.(2:) .- - ..--- I--1 t;j I li.''
.. .a ..... . . ....a. ac . . jjj - '
. ... .. . 1. m ,
.
) s.m .
.- --
.
.
. xx . .....w.a. mx....:. .
>.- .. ,j!
Q v-n--u-z. . -- - =-
,
' l
. l
.. ' I Yb
N ' ..
4
l '
.x !
N '. h
. - Mh '
-;--: 71. ....-.--
. I)k-j.$ .I57&..W I .'.o- ..ux ...a
. . ..
.
.
.
wwa ..j ,, - - - l
. .
,
-
j
* =
- .
. IJ !l '' = 'Y
- -' . ,,...
'''''''''-
'.I.'I,,1'..'p'II IIII1l. N'' - = . I'I ''I
1 j:; jj,,j
'
j,!
'
jjj
'
jjjjjj jjj j jjjj -'w.
,.. -
l
.
'
.'l h .i-.!'lllil'liif,Ii$llifllllfIIfl! -
% t v . = ' - '
-'-''''-'
-
l ,1 .t'.'.'I!iI'il'lll1 111-// ---..>-....-----'-'-----
z,'
$,. .z , ;, z . z.
t::. 4 z-.z ey e- ,-.'t--s. ,i-'k1i*f'''-' ke-sz-W.'.'.t'''..': '' '--.'-'',1--: . -' 'ee- *
f.p.,t,$' .A -'dslere ... , '-.e-. .$- ' '',..'.''.-:7 - ',-1d' ,. .r ..'
I
< 1%# *%1 *
d e
###'jz.','
z0O hoogst nuttige werktuigen in hunnen bruikbaren vorm nog niet van zoO
lang geleden dagteekenen.Vooral in vergelijking met machines van stoom-
schepen is de Ontwikkeling zeer langzaam in haar werk gegaan en, toen de
raderstoombooten reeds alle zeen bevoeren, was de locomotief nog in wording,
iets,dat Ons te meer moet verwonderen?Omdat de laatste veel minder samen-
gesteld van inrichting is dan de machines der stoomschepen.W el hadden deze
het voordeel,dat men er de bestaande machines voor kon gebruiken,terwijl
voor de locomotieven in vele opzichten nieuwe uitvindingen gedaan moesten
worden en dan nOg een zeer kostbaren kunstweg aangelegd moest worden,
iets,dat alleen mogelijk werd,toen het verkeer zoo verbazend toenam.
In den beginne waren er vrij veel bezwaren te overwinnen ;in de eerste
160
plaats kende men slechts condensatiemachines,waarbij eene aanzienlijke l1Oe-
veelheid water als voorraad vereischt werd.Dezen hinderpaal kon men eerst
te bovenkomen,toen de machines met hoogen druk uitgevonden waren.In de
tweede plaats kwam de gesteldheid der straten en wegen. Deze bezwaren
Niaren echter zeker niet zOo juist
reeds het plan opgevat hadden de
kracht van stoom te
bekend,
trekkracht van
Zoo vertelt
dat niet eenige werktuigkundigen
paarden door de spannings-
dat reeds in 1759 een leer- mofl,
ling Van do GlaSg0WS0he academie, de latere Dr.ROBINSON,het plan had
Vervangon.
wagenraderen
die dit plan
d00r Stoom to doen draaien.D0 00rSt0 Werktuigkundige echter,
uitvoerde,schijnt de Franschman OutlxoT geweest te zijn.
JozEF OUGNOT,25 September 1725 te Void in Lotharingen geboren, was in
Duitschland ingenieur, maar trok naar Brussel om daar te trachten het ver-
voer van krijgsvoorraad door stoom te doen plaats vindep.In 1763 ging htj
naar Parijs terug, waa'r hij ztne proeven voortzette en in 1769 het model
Van 00n
GRIBEAUVAL
beweging gebracht,die uit 2 bronzen cylinders bestond.In deze, welke verticaal
stoomwagen vervaardigde,
vOorgelegd werd.Deze stoomwagen werd door eene machine in
stonden, werd stoom geleid
de cylinders in gemeenschap met de buitenlucht door eene opening, waardoor
de afgewerkte stoom
door eene buis uit een ketel.Bovendien stonden
ontsnapte. De vuurhaard bevond zicll in eene ruimte
onder den ketel, aan het voorste deel van den wagen.Het geheel rustte Op
drie raderen, twee achter en (n voor ;dit laatste,het kleinste, werd door
stoom bewogen.Om meer wrijving met den grond te veroorzaken)was het
dat den bekenden artillerie-ingenieur
drijfrad omgeven door een ijzeren hoepel met groote groeven.Het voorste ge-
deelte van den wagen was draaibaar en het geheel even gemakkelijk te wenden
als een door paarden getrokken wagen.De snelheid bedroeg 4 KM.in het uur.
W e1 is waar was deze locomotief een hoogdrukwerktuig, maar z00 onvolkomen,
dat haar gebruik geen gevolg k0n hebben.Zo0 lnoest OUGNOT ieder kwartier
water innemen en eene regeling van den druk was onmogelijk.Bij een proef-
tocht reed het gevaarte tegen een muur,die door den schok scheurde ; daarom
plaatste mn het in het rconservatoire des arts et mtiers'',waar het zich
nog bevindt.
CUGNOT,de
stierf in 1804
man,dien wij den uitvinder van de locomotief kunnen noemen,
Op 7g-jarigen leeftijd.Anderen,met name WATT,SYMINGTON en
MEuaoocH, beproefden het op hunne beurt,maar de zaak had geen verdere
gevolgen ; de behoefte was nog niet dringend genoeg. In Amerika vroeg
OLIVEa EvAxs in 1786 twee Octrooien, het eene voor een molen, het tweede
voor een stoomwagen,aan het congres van Pennsylvani.Tien jaar later vroeg
hij hetzelfde aan het congres van Maryland,maar in geen van beide staten
kOn hij het benoodigdo kapitaal bij elkaar krijgen.Toen wendde hij zich tot
Londen ; weder tevergeefs.Omstreeks 1800 had de ijverige man zooveel mid-
delen verzameld,dat hij aan den bouw van zijne machine beginnen kon, en
het duurde niet lang, of hj voer met zijne locomotief roructer Amphibolus''
door de straten van Philadelphia,zonder zich aan den spot der menschen te
storen.0ok hier bleef'alles zonder restlltaat ; niemand durfde zich aan zoo iets
LOCOMOTIEVEN EN LOCOMOBIELEN.
('IIIISCHIEDENtS DER LOCOMOTIEF. 161
Ongehoords wagen.In 1819 stierf EvAxs,maar zijne gedachten waren niet
onvruchtbaar gebleven.Twee werktuigkundigen, RICHARD TREVTTHICK en ANDREw
YIVTAN,zagen het voordeel in, dat EvAxs zich van den stoomwagen voorge-
steld had.Zij vonden eene locomotief uit en namen in 1802 een octrooi. Deze
wagen geleek in uiterlijk veel op de toenmalige diligences.H0e vindingrijk
het toestel ook in elkaar gezet was,toch kon het niet genoeg deelneming
vinden ;Lovendien was de groote wrijving van de wegen zeer hinderlijk.W at
op de gewone straten moeilijk ging, gelukte beter op de spoorwegen,die in
de Ellgelsche kolenmijnen aanwezig waren.ln 1802 verkregen de beide uit-
vinders een octrooi voor een stoomwagen met spoorweg.Maar nu was de
openbare meening weer, dat de spoorweg te weinig wrijving zou geven, daarom
maakte TaEVI'1'HICK een rad, dat met groeven greep in koppen van sterke
ijzeren spijkers.
De locomotief van BLENKINSOP, uitgedacht voor den
spoorweg Middleton- Leeds,had tot drijfrad een rad met tanden,dat in eene
eveneens getande rail greep.Vier andere raderen dienden als loopraderen.
Cl-lwpxwxx bracht langs de geheele lengte der baan een ketting
beide eindpunten vastgemaakt was en over eene rol liep,
machine zat. BRUNTON gaf zijne locomotief schuifstangen, als 't ware als
paardepooten.Al deze nuttelooze inrichtingen maakten de machine te inge-
wikkeld en wierpen oOk meer hinderpalen op.
Eerst BLACKET kwam Op de gedachte te beproeven,of werkelijk de wrijving
tusschen ijzeren rails en ijzeren raderen te gering was Om eene genoegzaam
groote trekkracllt te voorschijn te roepen, en de uitkomst leerde,dat de men-
schen maar losweg geoordeeld hadden en dat allerlei hulpmiddelen als de boven
beschrevene volstrekt niet noodig waren ; hiermede was de voornaamste hin-
derpaal uit den weg geruimd.Na treedt GEORGE STEPHENSON Op
denis der locomotief.Onder de handen van hem en van zijn zoon werd de
stoomwagen voltooid. G. STEPHENSON werd geboren den 9den Juni 1781 te
Wyglam bij Newcastle u/T.; hij behoorde t0t eene arme arbeidersfamilie en
werkte in zijne jeugd in de kolenmijnen. Op l4-jarigen leeftijd werd hij stoker
in de geschie-
btjeene stoommachine ; dit leerde hem de machine kennen en zijne vlugheid
stelde hem spoedig in staat herstellingen voor verschillende werkplaatsen te
verrichten. Zonder leiding,zonder onderwtjs gelukte het hem alleen door
ervaring en inzicht tot het hooge standpunt in de werktuigkunde Op te klim-
men,dat hij al spoedig innam.Zeer jong getrouwd zijnde,viel hem het geluk
ten deel zijnen zoon ROBERT, geboren in 1803,even vlug als zijn vader, tot
zijn medewerker te mogen Opleiden.ln 1812 werd GEOROE Opzichter over het
machinewezen van de Killingworther kolenmijnen.Hier waren reeds lang spoor-
die aan aan,
die onder aan de
wegen in gebruik en z0o nam STEPHENSON het Op zich eene locomotief te
bouwen.Deze machine had nogal eenige verwantschap met eene vroegere van
BLACKET en HADDLEY.Zij was in Juli 1814 voltooid.Bij eene helling van
1 :450 trok zij een last van 30 tOn nog met eene snelheid van 6 KM.in
het uur.Tot verhooging der wrtjving
maakt; bovendien waren de raderen door een riem zonder eind verbonden.
x. 11
had naen het gewicht nogal groot ge-
door dezen in 1811
LOCOMOTIEVEN EN LOCOMOVIELEN.
doorliep als eene buis den ketel en ging zoo naar den schoor-
Overwinning der hindernissen,die bij de locomotieven van
1814 Optraden, had deze vervaardiger een open O0g.De locom otief moest eene
bepaalde zwaarte hebben Om genoeg trekkracht uit te Oefenen ;de rails echter
droegen zulk een gewicht niet zonder gevaar van breken ;daarom moesten zij
verzwaard worden ;maar,als dit gebeurde,z0u het oordeel over de locomotief
zeker slechter worden en vooral bij kolenmijnen kon van meer onkosten geen
sprake zijn.Om de wrtjving nu te vermeerderen,beproefde STEPHENSON de
koppeling der raderen door eene vaste stang in plaats van door een ketting
zonder eind. De eerste kwam daarna tOt stand tusschen Stockton
De vuurhaard
steen. Voor de
spoorweg
O0k v00r het en Darlington ;hij diende
Deze spoorweg kwam
een aandeelhouder der
V0rV00r Van Vrachtgoedel-on.
voornamelijk tot stand op drijven van EDwARD PEASE,
kolenmijnen te Killingworth.Hij won STEPHENSON voor
KM. lange lijn,boewel de tijdgenooten het plan
onzinnig noemden, vooral ook omdat de weg ten deele door moerassen voerde,
die men het voor Onmogelijk hield te dempen.Na eenigen tijd kwam de
spoorweg tot stand. In vereeniging met PEASE,RICHARDSON en LONGRIPGE
vestigde STEPHENSON te Newcastle eene machinefabriek voor den bouw van
locomotieven en hij Opende die in 1824 Onder de frma ROBERT STEPHEXSON & O0.
het aanleggen van deze 61
Het za1 niemand verwonderen,dat de inrichtingen in het begin nog zeer
gebrekkig waren en dat eerst langzamerhand het punt bereikt werd, waarop
wij nu staan. Al spoedig echter werkte de eerste spoorweg zoo aanmoedigend,
dat er eene nieuwe lijn bijgelegd werd tusschen Liverpool en Manchester.
Het verbazend groote verkeer tusschen beide laatstgenoemde steden was in
handen van drie kanaalmaatschappijen,maar deze,door hun octrooi overmoedig
geworden,verhoogden de vrachtprtjzen zeer en het openbare belang leed er
onder.Na 20 jaar was de toestand onhoudbaar en na herhaalde meetings
werd eindelijk in Mei 1826 tOt den bouw van een spoorweg besloten.ln 1829
werd er eene prijsvraag uitgeschreven voor de beste locomotief,die aan de
gestelde voorwaarden zOu voldoen. De voorwaarden waren de volgende :De
machine met 6 raderen mocht niet zwaarder zijn dan 6 ton ;zij moest op
horizontale wegen eene snelheid van 16 KM.per uur bezitten en dan een
last trekken van 20
machine met 4 raderen mocht het
ton, water en steenkolen erin begrepen. Voor eene
gewicht 41 ton niet te boven gaan.De
prijs mocht niet hooger ztjn dan 550 p.st. (J 6600).Dat eene machine als die
Op de Stockton-barlington-baan hier niet voldoende
kanaalmaatschappijen als mededingers, is duidelijk.
geringe trekkracht en de kleine snelheid,die verbetering behoefden.Dit laatste
hing samen met de beperkte stoomontwikkeling en er was reeds aangetoond,
dat hiertoe de verhittingsvlakte vergroot moest worden.MARC SEGUIN, een Fransch
ingenieur,verving daarom de buis in den ketel,die STEPHENSON al ingevoerd
had,door verscheidene kleine buizen ; hierbij moest echter meer kool verbrand
en daarvoor weer de luchttoevoer grooter worden.Toen vond STEPI-IENSON uit,
nadat SEGTJIN reeds een ventilator beproefd had, den afgewerkten stoom door
den schoorsteen te doen ontsnappen en dit had het gewenschte gevolg. Nu
vooral Ook nAet de was,
Vr alles waren het de
GESCHIEDENIS DER LOCOMOTIEF.
was de ketel eerst in staat zijne volle werking uit te Oefenen e11 lnet dezen
spoorweg begint eigenlijk het nieuwe tijdvak in de geschiedenis van het
wereldverkeer.De locomotief,door STEPHENSON ingezonden,heette nthe Rocket'',
de raket;verder waren er nog de rsanspareil'' van HACKwORTH,de rNovelty''
van BSAITHwAITE en ERlcssox, de rperseverance''van BURSTALL en de rcycloop''.
De proefvaarten duurden verscheidene dagen.De rsanspareil''was te zwaar
en voldeed bovendien niet ;de nNovelty''was nog niet klaar en,toen zij de
eerste proefvaart deed,raakte de ketel in het Ongereede ; de rperseverance''
had bt het vervoer schade geleden; de ,,cycloop''beantNvoordde Ook niet aan
do V00rWaard0J). D0 ))Rocket''zelf Overtrof ze nog.Zij
V2l1 13 000 KG.eene snelheid van 22,5 KM.in het uur verkrijgen.Toen be-
:011 m01l 01'aall to donken OOk personen te vervoeren en dit gelukte zeer goed.
kOn met eenen last
Het Ontwerp,waarna nu nOg locomotieven gebouwd worden,
is in hoofdzaak hetzelfde als dat hetwelk de beide geniale St
)
* *'
lngenleurs samengesteld hadden.Maar,toen men besloot de
spool-wegen Over stroomen en dool'smalle dalen te leiden en
Soherp. e bochten te laten maken
,
stonden de bouwmeesters
.z' ?
: il
l
z >) . ' % - .
r '= . 'u.%. 88
-
! k/?/y --' : -
.
.E: --jjj zz,,/ . l
x . - .
x X .
- .:.- u ..- .w=au = .-. .-=---=- ... .........:-c.
U- == - =-. -.m c== Z =.
-Q- '7J-------
Q
-J'I-- Y.V--F-':,:V:--'::';---:--,.Z;.:.;.;.- R ===,,- ,,,....-..-.. .--..-
= -'vc:siz?:.R=s.*m. ,) a -.. . . .. j
. . . ... g.
..ymrz. i *U-.- V
- ...-- . -
QU == y 9 h l- -.-.
.f = - -..- .
.u.-r . .
L= . .... .. .m .
. - -U . . . -=-U -= > - v. ..-. l
% #
'
,
l , 'r * ''''' .
- . -* -
!71114.. , o .
. F
j - - - - ..- . - -mc&% ...x
.
>
. N .- -
- .'$d$' . ; .dI%
11 -- 1
.jq Ip1'' .-.- p -- --
'A . ,
R t
. lz #
.
.
.
.. d
Qj.---. o kj
163
voor nieuwe bezwaren.Reeds in 1833 waren door Bwluoulx en NoR1:ls in
Philadelphia locomotieven met beweegbaar voorstel gemaakt en bij den aanleg
der Semmeringbaan in 1850 had men bi
.jzonder sterke en zware trekmachines
noodig. Men kan begrijpen,dat grootere zwaarte voor berglocomotieven eene
voorwaarde was,maar dan werd ook de last,die voortdurend meeging
,
grooter ;
daarom beproefde men Op eene andere wijze het doel te bereiken.De uitkomst
was,dat lnen tandradbanen aanlegde ;daarbij is tusschen de looprails nOg een
derde aangebracht, die van tanden voorzien is en waarin de tanden grijpen
van een rad Onder de locomotief.
B e s c h r ij v i n g d e r l O c O m o t i e v e n.Men ondorscheidt verschillende soorten
van locomotieven?o.a.met smal spoor en groote snelheid voor expl-estreinen
,
164
lnet breed spoor en geringe snelheid voor goederenvervoer?en met breed en
met smal spoor en gemiddelde snelheid voor personenvervoer.Wij bepalen
0ns bij de beschrijving van eene locomotief,die nOg heden vervaardigd wordt,
en zullen verder sommige verbeteringen aangeven.
Btj de vervaardiging van eene locomotief met middelbare snelheid wordt
gerekend op eene snelheid van 35 40 KM. in het uur. Een sterk ijzeren
raam in den vorm van een rechthoek r11st, door veeren T gedragen (zie de
hguur op bladz.163), op de assen van twee paar wielen.Tusschen deze assen
bevindt zich eene derde as,waaraan de zoogenaamde drijfwielen,die eene
grootere middellijn hebben,bevestigd zijn.
met opstaande randen,de flensen,aan den binnenkant.De ijzeren spoorstaven
U zijn bevestigd,hetzij op houten leggers,die door dwarsbalken gesteund
worden,hetzij,zooals tegenwoordig algemeen,Onmiddellijk op laatstgenoemden.
Bij de beweging rolt de gladde velling over de staven,terwijl de Opstaande
randen het uit het spoor loopen (derailleeren) tegengaan.Op het raam ligt de
De vellingen der wielen zijn glad
cylindervormige stoolnketel X X.Hij is vervaardigd van
met eene kuip vall eene slecht geleidende stof,hout
plaatkzer en bekleed
of caoutchouc, onA de
LOCOMOTIEVEN EN LOCOMOBIELEN.
I
.' j
t 11
l I
l
f ,
# ...... - . ..
' =+ -
@ 1 *
'
l p .1 IK-. N
- cu &= w. = - - - .- == .= - =
m kr > - .. - .-..- - .- - == = ee - -- *'W * - - *- - -' 'v -' - $
=. ' * ... - -'- R..= - r-t.z- J .O -.o Na '- * - 1 . = -- -. . J . -- - . . - - --- .-=..>. .. --.- >- . -..- --- ...-/ - - ..-
FJ<..a - + . >. .- * .. a - *.w eo + - v* u.. O - -- &# x'') ... . .. a'&., ; . .. - . -
..- z .....-. . . F l.j,.. ;
'
,e
'
-.. - ' . , J e* .' . - . - . - T : A 'Z 'Me- ==='-==== . -- - K'== '' *
l z z ... r... o * -
,./.-Jz,fi,./->zj . --. ----.--- --.- - - t; - .,,/ . . , tk,tIr ./ ','/ / 4 .,( - ---= = ...x.-.- -= - ----
. 1?,1,z.kt ,,''t't #dl ------ N h'$$ ' ,' *> -- - - -
I * lw ex * -. * ( .w w a * x - . $ ..- . % - ...-
1h - v * x f .- -=
- = = R
W -- * * '*
x . -'''
- I y
'
N * - z
<
NK!x.x,t a e. >' b *
-,. if . jjb !w - --- .''
- z' $ -.
xNhx = . N xx .... .... *
N . - => Nx
*# O -
y - #
- e .xe + - we-XNVNNNNNXYNNXN*'%% *.-* '%* '.e., ..* * *7#- *<'e :' o qJ *..> * XNNNNNNNNNNNNN ** ..* *** tu %'**e'e'+ e >* **-*- + .*4 * @ e * -e -* * .*. @e* * * NNNNNNNk'4 NNNXV e e'. x ..,e K..:':...we y w a .v.*.Ae .- *F.z- ..-- - . > .a: . %. .* $.>* .- .>- Yo ..A zW* e * . ..*'..e'.-.* .* wl . %N.x
uitstraling der warmte zooveel mogelijk te verminderen.Tegen den achter-
kant van den ketel is de vuurhaard aangebracht.Ht is meestal met schroef-
bouten aan den ketel verbonden. Deze inrichting is te verkiezen boven die,
waarbij de vuurhaard binnon den ketel is opgenomen,Omdat de vuurhaard
spoediger dan de ketel vernieuwd zal moeten worden.De vuurhaard bestaat
165 BESCHRIJVING DER LOCOMOTIEF.
uit een vierkanten bak van plaatijzer (zie de figuur Op bladz.164).Zijn bodem
wordt gevormd door een lossen rooster,liggende op de hoogte D (zie de hguur
Op blz.163).Daaronder bevindt zich de aschplaats,van welke de bodem naar voren
af helt ; zij is aan den voorkant gesloten door eene loshangende klep,welke
door de asch en het gruis wordt
hoeveelheid in de kolk verzameld
weggedrnkt,zoodra er zich eene zekere
heeft. Het vuur wordt gestookt met steen-
kool Of met cokes,laatstgenoemde vooral bij treinen, die door tunnels gaan,waar
de kolendamp hinderlijk zijn zou.Bij 0 is de deur,waardoor de brandstof in
den haard gebracht wordt.De verdere inrichting van den ketel is vroeger al
behandeld.Het aantal pijpen, de vlampijpen,is zeer Onderscheiden ;in de ketels
der locomotieven verschilt het van 70 tot 150 ; de in de voorlaatste iguur
voorgestelde stoomsleper heeft er 125.
Boven den vuurhaard is de stoomkap Z verhoogd.Daardoor is naen in de
gelegenheid aan de stoombuis A eene bocht opwaarts te geven,aldus hare
monding hooger te brengen en het overstorten van water,dat door de dreu-
ning van den ketel doorgaans eene sterke beweging heeft,in de stoomleibuis
te beletten. Aan den ingang der stoombuis is de regelaar 1 aangebracht.Hare
bestemming is de toelating van den stoom te regelen Of geheel af te sluiten.
De inrichting is eenvoudig : vr de monding der stoomleibuis bevindt zich
eene vaste schijf,met sectorvormige openingen ;eene tweede schijf,in alle
Opzichten met de eerste overeenkomend, ligt tegen deze aan en is beweegbaar
om haar middelpunt,Als de Openingen van de beide schijven overeenstemmen,
za1 de stoom vrijen toegang hebben tot de stoomleibuis ; bij gedeeltelijke
samenvalling zal de toevoer in meerdere Of mindere mate belemmerd worden
en, als de Openingen van de eene tegenover de vaste deelen van de andere
komen,zal de toegang geheel afgesloten zijn. De beweegbare schijf staat door
lniddel eener inwendige as en hef boomkoppeling G in verband met een krukarm ,
die aan de achterzijde van de stoomkap is geplaatst,waarmede zij in de
bovengenoemde stellingen, ten opzichte van het opengewerkt sluitstuk, zal
kunnen gebracht worden. ln de flguur houdt de machinist de hand aan de
kruk, gereed Om de toelating van den stoom,al naar de omstandigheden het
vorderen,te regelen.Aan den achterkant der stoom kap m erkt m en het water-
peilglas op.Bovenop de kap bevindt zich het mannegat.ln het deksel daarvan,
bij i, zijn twee veiligheidskleppen aangebracht, die door middel van spiraal-
veeren belast zijn. Daarnevens eindelijk is de stoomfluit geplaatst, binnen llet
bereik van den machinist Om seinen te kunnen geven.Het mannegat is eene
Opening,waar juist een man door kan Om,als dit noodig is, een ketel van
binnen te herstellen.De stoom wordt door de buis A.naar de twee cylinders F
gevoerd.Deze waren bij de eerste locomotieven Onder den ketel geplaatst ; bij
de tegenwoordige brengt men ze aan'den buitenkant der wielen aan.Een ge-
deelte van den cylinderwand is weggelaten,zoodat de zuiger P zichtbaar wordt.
De zuigerstang gaat door de werkbos V. Zij is aan den buitenkant voorzien
van neuten, die tusschen geleistaven r bewegen ; daardoor zal de zuigerstang
steeds in de richting d:r cylinderas blijven.De drijfstang K heeft,zooals men
kan zien, aan het eene uiteinde eene vork ; daarmede vat zij eene door de
166 LOCOMOTIEVEN EN LOCOMOBIELEN.
zuigerstang gaande pen,die met spien opgesloten is. Met haar andere einde
vat ztj de neut M,die,op eenigen afstand van het middelpunt, op het rechter
drijfwiel bevestigd is en tot krukpen dient.Op het linker drijfwiel is eene
dergelijke neut aangebracht,
met de as een rechten hoek
doch in dier voege,dat beider verbindingslijnen
vormen, om de asbeweging zoo regelmatig mogelijk
te doen zijn.Deze wijze van verbinding van de drijfstangen met de drijfas is
een der voordeelen, die het aanbrengen der cylinders buiten de wielen aan-
biedt ; want, a1s de stoomcylinders geplaatst zijn Onder den ketel,moet de
drijfas op twee punten zijn uitgebogen,om de krukken te vormen.Door het
uitbuigen verliest zij aanmerkelijk in sterkte en zal zij in geval van averij
niet zoO gemakkelijk en stevig hersteld kunnen worden.Een ander voordeel
bestaat bij de uitwendige plaatsing der cylinders daarin,
machinedeelen meer voor de hand liggen,hetgeen voo1- het Onderhoud en voor
reparatin verre.van onverschillig is ; daartegenover staat,dat de cylinders
spoediger afgeltoeld worden. De machines zijn directwerkend en van hooge
drukking.De zuigers hebben gewoonlijk eene metallieke pakking.Aan den
binnenkant der cylinders liggen de stoomschuifkasten.De afgewerkte stoom
dat de eigenlijke
ontwijkt door de pijpen E)de blaaspijp
Bij sommige locomotieven laat men den stoom niet onmiddellijk wegvliegen,
maar leidt men hem eerst om de cylinders,waaraan nog een gedeelte der

en den schoorsteen in den dampkring.


warmte afgestaan wordt.
In de voorlaatste iguur is C eene trekstang.Zij is verbonden met een
hefboom van de tweede soort B.Door middel van dezen hefboom, dien men
Op verschillehde punten van den getanden boog b zal kunnen vastzetten,regelt
de machinist de stoomverdeeling ;hij doet de locomotief stilstaan,voor- Of
achteruitgaan en bj de beweging den stoom min of meer met expansie werken.
Deze inrichting werd door STEPHEXSON uitgevonden en heet dan ook de cou-
lisse van STEPI-IENSON.De beugel N (zelfde figuur) aan den achterkant van de
locomotief is bestemd tot aanhechting van den kolenwagen of tender, die den
benoodigden voorraad water en brandstof inhoudt.De bedoelde aanhechting
kan niet door kettings geschieden,want deze beide wagens moeten voortdurend
denzelfden afstand behouden voor de waterbuizen R)die het voedingswater
aanvoeren.Deze buizen zijn meestal gemaakt van koperen ringen, want ze
van bochten eenigszins kunnen buigen.Het voedings- moeten bij het omgaan
water wordt door een van twee perspompen onderaan in dep ketel geperst.
De inrichting van den tender is gewoonlijk de volgende :de waterketels aan
den kant, de brandstof in 't midden en voorin nog eene kleine bergplaats
voor gereedschappen,dienende om onderweg kleine gebreken te kunnen herstellen.
Verder zijn m voettreden voor machinist en stoker ; L is eene lamp, tegenwoordig
zijn er meestal twee ; H eene spuikraan ;S een uithouder,dienende om kleine
voorwerpen van de rails te verlijderen ;t zijn kranen, dool- eene trekstang v be-
tuurd en ten doel hebbende water uit de cylinders te laten loopen.Wij moetencnog s
even terugkomen op de coulisse van STEPHENSON.De stoomtoevoer wordt door het
excentriek nu eens voor Jan achter den zuiger gebracht.Nu bevinden zich btj
de locomotief twee excentrieken,die tegenover elkaar staan,zoodat de eene
DE COULISSE VAN STEPHENSON.
den stoom vr, de andere
is de excentriek door eenen
hem achter den zuiger brengt.Zooals wij weten,
ring Omgeven,waarin de schijf en waaraan de
schuifstang bevestigd is.Van de beide schijven is echter slechts de eene in
verbinding met de schuif ; door een hefboom kan dadelijk de schuifstang Op
de andere excentriek geschoven en daardoor bewerkt worden, dat eene tegen-
overgestelde stoomtoevoer plaats vindt en dus de machine zich in andere rich-
ting beweegt.Een derd: excentriek dient voor het stoppen.Voor sneltreinen
moeten,om eene grootere snelheid te verkrijgen, de raderen eene groote
middellijn hebben.Maar bj dit grooter worden kwam de machine, die op de
assen rustte,te hoog te staan voor de stabiliteit.
Toen, in 1848, kwam een Engelsch ingenieur, genaamd CRAMPTON, op
gelukkige gedachte de assen niet meer Onder maar achter den ketel te plaatsen,
en zOo kreeg men Orampton-locomotieven met raderen van 2,60 M. nliddellijn.
De eerste spoorbaan, die deze machines in dienst nam,was de Fransche
Noorderbaan,die daardoor treinen liet loopen met eene snelheid van 80 KM.
per uur ; men kon er zelfs 100 KM.in 't uur mee atleggen.Zie de boven-
staande iguur.De vier voorwielen zijn door een raam verbonden en vormen
een beweegbaar voorstel,dat bij een snellen rit voordeel Oplevert bij het maken
van bochten.
0V0ll 00110 n00m011)llitgovondon
door den Oostenrijkschen ingenieur ENGERTH,die zich toelegde Op vermeer-
dering der trekkracht vooral voor de meergenoemde Semmeringbaan.Hierbij
vordt een gedeelte van den ketel, het achterste,Op de eerste as van den
tenur geplaatst ; de koppeling der raderen brengt het
eWicht Aedraagt ongeveer 60 ten
. Nog geheel andere
overige tot stand.Het
wijzigingen vereischt de
Crampton-locomotief moeten wij n0g Naast de
LOCOMOTIEVEN EN LOCOMOBIELZX.
machine van eene baan als de Rigibaan.Bij deze locomotief staat de ketel
verticaal om de helling d:r wateroppervlakte zoo gering mgblijk te makbn.
Het is natuurlijk eene tandradlocomotief.
S tr a at l o c o m o t i e v e n.De oorspronkeljke gedachte de stoomwagens op
Onze gewone straatwegen in te voeren is door de Ontwikkeling der spoorwegen
een weinig op den achtergrond geraakt,maar daarna trad dit aanlokkende
vraagstuk meer in 't licht en het ontbrak dan 00k niet aan proefnemingen.
De uitkomsten bleven echter beneden h:t middelmatige en het woord van
G.STEPHENSON pspoorwegen en locomotieven behoorbn bij elkaar als man en
vrouw'' schijnt waar te blijven.
De l o c o m o b i e l e n of eigbnlijk d: locomobiele stoommachines verschillen
in zooverre van de locomotieven,dat de geheele inrichting op een soort wagen
geplaatst is, waardoor de geheele locomobiel door eenige paarden zeer gemak-
keltjk verplaatst kan worden. De locomobielen hebben 0Ok hoogdrukmachines ;
het verschil met de locomotief ligt slechts in de plaatsing der afzonderltke
deelen. De ketel en de schoorsteen, dien men neer kan laten, vormen het
hoofdlichaam. Aan den eersten is de geheele bewegingsmechaniek aangebracht.
Het vliegwiel dient meteen om de asbeweging door een riem zonder eind over
te brengen naar d: werktuigen, die men arbeid wil laten verrichten.Deze
machines zjn nog geen halve eeuw oud ; ztj ztjn vooral in gebruik in Amerika
en Engeland,maar dringen Ook btj Ons meer door.Ztj dienen voor het inheien
van palenj het ophijschen van lasten, het verrichten van landbouwarbeid,het
Oppompen van water,enz.Het ljdt geen twijfel,dat o0k dezewerktuigen
meer en meer volmaakt zullen worden,waartoe,zooals met alles,de wedijver
der fabrikanton onderling niet weinig zal bjdragen.De af beelding op blz.159
geeft eene zeer eenvoudige locomobiel te aanschouwen.

Вам также может понравиться