Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Examen Nederlands
E2
/50: scriptie
/45: LEZEN
/20: woordenschat: alle woorden in de les gezien: betekenis & spelling
kennen
/25: taalbeschouwing:
- Taalkracht 10: LES E12 en F7: Barbarismen en purismen
- LINGUÏSTIEK: idem Herhalingstoets (behalve Taalproblemen en –
stoornissen):
Politieke taal
Kindertaal & Vrouwentaal
Dialectologie
Psycholinguistiek
Pragmatiek & Taalfilosofie
1. SCHRIJVEN
Pleonasme Tautologie
Is geen volledig synoniem, Is een synoniem
maar is overbodig in de zin bv
witte sneeuw Alvorens ik met de oefening begin, lees
ik het eerst aandachtig
België is bekend voor het exporteren van eerst en alvorens zijn synoniemen
zijn chocolade naar het buitenland
exporteren is sowieso naar het Een bommoeder
buitenland bom =bewust ongehuwde moeder
~ er staat dus één keer moeder teveel
Overbodige ballast meezuilen
ballast is sowieso overbodig , dus Ik heb slechts en alleen die arts
overbodig hoeft er in principe niet bij. geraadpleegd
synoniemen
Uiterlijke schijn vertonen
schijn is altijd uiterlijk Ik heb het recht te mogen wonen
wanneer je iets mag , heb je altijd het
Nader toegelicht recht
toelichten is altijd naderbij
Daarom >< dan ook
Dat moet mondeling worden besproken synoniemen
we spreken altijd met de mond
Hiv – virus
Eerste aanbetaling de V in HIV staat al voor virus ; er
het woord aanbetaling gebruiken we staat dus één virus overbodig
altijd bij de eerste betaling
Hst-trein
Geplande Toekomst de T staat voor trein , één keer staat
iets gepland is altijd in de toekomst de trein dus overbodig
Vooraf waarschuwen
je waarschuwt altijd iemand vooraf
Vooraf voorspellen
je voorspelt altijd iets vooraf
2. LEZEN
WOORDENSCHAT
Gewonnen prijzen
Taalgebruik en taalbeschouwing
een prijs is altijd gewonnen
Ander alternatief
Pleonasme en tautologieën
een alternatief is altijd iets anders
Of maw. Iets anders is altijd een alternatief
E
TT19
CORRECT TAALGEBRUIK
FOUT TAALGEBRUIK JUIST TAALGEBRUIK
Accident Ongeluk
Achtereen Achter elkaar
Begeesterd Geestdriftig
Camioneur Vrachtrijder
Begraving Begrafenis
Aanvaardbaar Acceptabel
Achterduimse Stiekem of achterbaks
Cache – pot Sierbloempot
Camionette Bestelwagen
Caleren Afslagen ( “ de motor slaagt af” )
Cachet Stempel
Begoede Gegoede
Café glacé Koffie-ijs
Begeven Bezwijken
Accordeondeur Harmonicadeur
Beginners Beginnelingen
Accu Batterij
Capot Motorkap
Begrijpelijkerwijs Vanzelfsprekend
Calamiteit Ramp
Begoochelingen Illusies
Cache – poussière Stofjas ( van een dokter )
Geaccordeerd Gestemd ( piano stemmen )
Filmcabien Filmcabine
Cafard Neerslachtigheid
“ Hij begeleidt haar naar het bal” “ Hij gaat met haar mee”
“zoeken achter de sleutel” “ zoeken naar de sleutel”
In de achtergrond Op de achtergrond
TT 20
Taalgebruik
Archaïsme verouderde woorden
Neologismen nieuwe woorden
Jargon groepstaal / vaktaal ( vooral gebruikt als vaktaal bijvoorbeeld tussen dokters )
Modetaal een taal die een tijdje opleeft en dan weer verdwijnt ( modegevoelig )
Contaminaties woorden + uitdrukkingen die verwant zijn met elkaar
Barbarismen woorden ontleent uit andere talen (bijvoorbeeld computer )
TT 25
ZUS OF ZO ?
Je moet het verschil tussen de woorden zien, ik heb ze opgezocht in Van
Dale
Dat het Nederlands wordt bedreigd is volgens critici een beetje overdreven:
- Het Nederlands neemt al eeuwenlang woorden over van andere talen , en
velen van die overgenomen woorden lijken zelfs “normale” Nederlandse
woorden.
- Het aantal ontlening ligt helemaal niet zo hoog als men dacht of denkt.
- Vele leenwoorden zijn modewoorden , en hebben slechts een korte levensduur.
Vaak worden ze daarna vervangen door echte Nederlandse woorden
- Het Engels zelf bevat meer ontleningen dan het Nederlands. Toch wordt zij
bezien als één van de krachtigste talen op aarde. Daaruit kunnen we besluiten
dat niet de taalveranderingen de taal goed of slecht maken ; maar de
taalstructuur.
- Het is praktisch ook onmogelijk om een taal volledig te zuiveren. Je kan dit
moeilijk waarmaken. Je kan bijvoorbeeld geen wet opstellen etc..
Zinvolle ontleningen
af te keuren ontleningen
TAALKRACHT 10 : LES F7
Het barbarisme
- gallicisme
uit het Frans
bijvoorbeeld: chauffage centrale verwarming
garçon ober
mutualiteit ziekenfonds
solden koopjes
gevoelig ingrijpend
- germanisme
uit het Duits
bijvoorbeeld: elektrieker elektricien
optieker opticien
slagwoord leuze
- anglicisme
uit het Engels
bijvoorbeeld: frontpagina voorpagina
gedood worden bij een ongeval omkomen
vroeger of later vroeg of laat
koffie maken koffie zetten
het purisme
dit is een zuiverder woord dat gebruikt wordt in plaats van een vreemd. Het
hoort echter niet tot de standaardtaal. Enkele voorbeelden:
- betoelagen ipv subsidiëren
- duimspijker ipv punaise
- geldbeugel ipv portemonnee
- inwijken ipv immigreren
- voetpad ipv trottoir
- regenscherm ipv paraplu
na verloop van tijd kunnen sommigen purismen wel tot een standaardtaal doordringen.
Bijvoorbeeld:
Simon stevins wiskundige woorden ; aftrekken, delen , meetkunde, optellen, rechthoek,
…
Taalkundige woorden zoals bijwoord , buiging,…
Ook dialectwoorden kunnen AN woorden worden ; prietpraat ,uitbater ,
betoging, beiaard
Taalbeschouwing
Zinloze ontleningen
Bijvoorbeeld mutatie wordt gebruikt in een zin ; maar eigenlijk heb je dit woord niet nodig
om dat er een eenvoudiger Nederlands woord bestaat.
* Je mazzelt/hebt geluk/zwijnt
Verschil in stijl
Mazzelt : informeel
Hebt geluk: gewoon
Zwijnt :informeel
Barbarismen ( = woord uit een andere taal halen zonder dat dat mag )
het juiste woord staat achter het pijltje
psycholinguïstiek
3. MONDELING
LES 20 : Fin de siècle : proza en toneel
- Frederik van Eeden met zijn werk van de koele meren des doods
Dit gaat over hedwig Marga de fonteyne. Zij is een aantrekkelijke jonge vrouw uit een streng
burgerlijk en rijk milieu. Ze wordt voortdurend heen en weer geslingerd door haar
aangeboren sterk erotisch verlangen en haar hevig doodsverlangen. In de wereld die zij als
vuil ervaart zoekt ze reine schoonheid. Na een vroege verliefdheid met schilder Johan ,
trouwt ze later met een kandidaat notaris Gerard. Haar huwelijk bevredigt haar niet en ze
valt van de ene depressie in de andere. Haar kennismaking met de pianist Ritsaart fleurt
haar weer helemaal op. Hun platonische liefde slaagt daarna om in een passionele relatie. Na
een tweede zelfmoordpoging zet ze haar man aan de deur en vertrekt ze met Ritsaart naar
Engeland , waar ze een doodgeboren kind ter wereld brengt. Dan trekt ze naar Parijs, waar ze
in de prostitutie belandt & aan de morfine verslaafd geraakt. Dankzij verpleegster Paula komt
ze er bovenop en keert ze terug naar Nederland, waar ze zich vestigt naast haar ouders in
een hoeve.
Van Eeden was een schrijver die de kunst liefhad om het esthetische ; om de boodschap die
hij verkondigde. Hij is zijn levenlang een zoeker geweest naar het ideale. Hij heeft ook een
socialistische commune” walden “ opgericht , maar dat werd een groot fiasco. Daarna kreeg
hij belangstelling voor het spiritisme en de oosterse mystiek. Later wendde hij zich tot het
katholicisme
Het werk van deze schrijvers behoort voornamelijk tot eenzelfde stroming nl.
Het naturalisme of sociaal realisme
Dit kan beschouwd worden als een realisme dat verder doorgedreven is op een
doctrinaire , wetenschappelijke basis.
Uitgangspunten
- positivisme : het feitelijke , zinnelijke waarneembare is belangrijk
- sciëntisme : alleen wetenschap kan ware kennis bieden
- deterministische levensbeschouwing: de mens is een product van
verschillende factoren
doel:
aandacht vestigen op en aanklagen van sociale wantoestanden en miserie
kenmerken :
- vergroving van het realisme en reactie op de romantiek
- streeft naar objectieve voorstelling van de werkelijkheid , maar toont
een voorkeur voor de zelfkant van de maatschappij>> het lelijke in de
maatschappij ( dronkenschap , losbandigheid, criminaliteit , … )
- Het determinisme : noodlotsgedachte leidt tot fatalisme >> de mens
leeft niet ,maar wordt geleefd.
dit alles leidt tot PESSIMISME
IN DE LITERATUUR :
- gedetailleerd beschrijving met een voorkeur voor een ruwe taal (
vaak een dialectische invloed )
- vooral romans en ook toneel
LES 21 : INTERBELLUM
WO I EN WO II zijn geen onbekende fenomenen, ook voor wie ze zelf niet heeft
meegemaakt. Het interbellum is eigenlijk de periode tussen deze twee grote oorlogen. In
deze periode komen de stromingen expressionisme,futurisme,kubisme, dadaïsme en
surrealisme.
volgens mij zijn deze eerste kenmerken niet zo belangrijk, het is vooral de
literatuur dat belangrijk is
1. expressionisme 2. futurisme 3. kubisme 4. dadaïsme 5. surrealisme
- weinig details,
zoeken naar één
kenmerkend
element
IN DE LITERATUUR
- Voorkeur voor -aanpassing aan - de dichter geeft - klankgedichten , -écriture automatique =
dramatiek en lyriek het technologische de werkelijkheid klanken zonder automatisch,
tijdperk , zowel gefragmenteerd betekenis ongecontroleerd
- Streven naar een qua thema en vorm weer schrijven
strakke taal , die - de taal is
recht op de man - logische - logisch losgemaakt van elke -vrije seksuele expressie
afgaat grammatica maakt verband tss de betekenis en krijgt
>> gevolgen : plaats voor verschillende daardoor iets - zwarte humor ,
korte , heel opeenstapeling van fragmentarische universeels groteske grappen
geconcentreerde substantieven en indrukken
zinnen waarin het infitieven - collagetechnieken , - waanzin om afstand te
substantief - de onderlinge met citaten en creëren van de
( onderwerp ) een - schrijven zonder relatie kan ook fragmenten uit werkelijkheid
grote rol speelt rem berusten op tijdschriften en
associaties kranten
- geïsoleerde Het futurisme
woorden heeft geen grote - typografische
literaire werken experimenten
- weglaten van voortgebracht ,
hoofdletters maar wel grote
schrijvers
- versvorm niet beïnvloedt
gebonden
aan
rijmschema,versmaat
,strofen
- gedurfde
beeldspraak
Wij proberen gegevens binnen en buiten onszelf onder te brengen in een voor ons
samenhangend en zinvol verband op verschillende manieren bijvoorbeeld :
- in natuurwetenschappelijke werken
- in historische werken
- kunstwerken
Economisch vertaald betekent dit dat indien kunsthistorici nu reeds merken dat de
kunstenaar over belangrijke vernieuwingen beschikt ,die een keerpunt kunnen betekenen
de kunstenaar beter zullen verkopen
Waaraan moet een kunstwerk voldoen ,voor iemand die niet dagelijks bezig is met kunst :
- het moet een schilderij of beeldwerk zijn
- het moet een voorstelling zijn van de werkelijke omgeving
- het moet mooi zijn
waarin moeten we ons dus meer verdiepen om dit allemaal ( = kunst in het
museum ) te begrijpen ?
- problemen van de kunstenaars
- iets weten van de geschiedenis van de kunst en kunstenaars
- het onderwerp snappen
Eerste periode
Inhoud:
- beeld van de moderne stad en het café chantant
- dandyisme
verklaring dandyisme: Een dandy is een (doorgaans mannelijk) persoon die
vanuit zijn levensvisie veel aandacht besteedt aan zijn uiterlijk. Het dandyisme
begon als een vorm van verzet tegen de Franse revoluties, rond 1790. Dandyisme
kan de vorm aannemen van snobisme.
- gevoelens van eenzaamheid en verlangen naar samenhorigheid
- unanimistisch geïnspireerd
- gaat uit van het idee dat de mensheid wordt doorstroomd door één ziel
- richt zich niet op het individu , maar op de groep
Vorm :
- kenmerken van oud en nieuw
- vrij eenvoudige vergelijkingen
- expressionistische taal en vorm , maar ook vrij traditioneel
Tweede periode
Inhoud :
- gemeenschapsidealen en broederschapsgedachte
- humanitair , menselijke solidariteit over de grenzen heen
- optimistisch , vertrouwen in een betere mensheid en wereld
- kosmisch “ al “ gevoel
- sociaal en socialistisch geïnspireerd
vorm:
- expressionistische taal en vorm
- bijna een soort poëtisch proza in versvorm
humanitair expressionisme
Dichtbundel : SIENJAAL
Derde periode
Inhoud :
- nihilistisch – afrekening met de schijnwaarden
- roes , angst en innerlijke ontreddering , onrust
- vervreemding van de moderne mens
- waanzin van de oorlog
- duidelijke sporen van dadaïsme
- ironische en cynische ontmaskering van de burgerlijke samenleving
spotten met het gezag
Vorm :
Vierde periode
Inhoud
- gedichten zonder maatschappelijk doel : woordkunst
- wil niet overtuigen maar fantastische uitbeelding tonen
- vertrek vanuit persoonlijke ontroering
- gedicht als autonoom weergegeven , waardoor dichter zelf verdwijnt
vorm
- grote muzikaliteit
- taalspel
organisch expressionisme = zuivere lyriek
In dertienhonderd en twee
beken naar de stroom, stromen naar de zee,
zó de verdedigers van het vlaamse-gemeente-sisteem, sterk in de strijd,
wal, tegen de aanval van de franse leenroerigheid;
zee-wal, pal, als de Rode Zee ten tijde van de Exode
was, tocht van godsvolk naar Kanaän, tocht der Joden.
Periode : 2
Dichtbundel : SIENJAAL
Gedicht 2 : Polonaise
Ik zag Cecilia komen
op een zomernacht
twee oren om te horen
twee ogen om te zien
twee handen om te grijpen
en verre vingers tien
Ik zag Cecilia komen
op een zomernacht
aan haar rechterhand is Hansje
aan haar linkerhand is Grietje
Hansje heeft een rozekransje
Grietje een vergeet-mij-nietje
de menseëter heeft ze niet gegeten
ik heb ze niet vergeten
ei ei ik en gij
de ezel speelt schalmei
voor Hansje en voor Grietje
Hansje met zijn rozekransje
Grietje met haar vergeet-mij-nietje
zijn langs de sterren gegaan
Venus is van koper
de andere zijn goedkoper
de andere zijn van blik
en van safraan
is Janneke-maan
Twee oren om te horen
twee ogen om te zien
Twee handen in het lege
en verre vingers tien
periode : 4
dichtbundel : nagelaten gedichten
Zo is zielloos de Music-Hall,
Wanneer de mensen de zaal
Verlaten hebben, plots, in een drang,
Uit hun eenheid gedrongen.
Als het volk buiten was,
Hebben de kellners ras
Opgeruimd het glas-
Werk en de stoelen boven
Op de tafels geschoven.
Dan zijn de kellners verdwenen
En de lichten, die voorhenen
Zo vrolik de zaal doorschenen,
Ook zijn uitgedoofd. De Dood,
Zij werkt steeds onverdroten,
Heeft de Music-Hall als 'n prooi omprangd
En haar dood-stille adem over hem heen doen glijden.
Zo is gevallen
Als teer porselein,
Gebroken met 'n korte knallen
En het doven van de kinoschijn,
De ziel die even één was,
Wijl zij haar blijheid op de kino las.
Gedicht 5 : Februarie
Dat is het eerste van de lente in de havenstad: een volle bries van de
stroom,
zo vol als het gelaat van een boerejongen die in een mondharmonika blaast,
een bries die over de stad vaart en even onvermoeid is als die dorpsmuziekant.
De wind die de eerste maal dit jaar een zelfstandige vreugde heeft
gevonden.
Enkel wind te zijn, tomeloos, mateloos, ongebonden.
Wind te zijn, te waaien in de boom,
in al de bomen. Geen enkele vertoont groen
en toch is geen enkele nog winterdood. Tijd van de blijde
boodschap,
zelfstandige tijd die een eigen leven scheppen gaat:
een eigen geboorte, een eigen leven, oogst en dood.
Wind te zijn; de kerktorens, de oude heksen, te buigen, te dwingen
tot kinderspel.
Wind te zijn even dwaas tegenover de jonkvrouwelike katedraal.
En zó 'n goddelik genot met de ernst te zwetsen:
de hoed van een parlementslid vijftig meter ver te dragen
of legendaries akelig te doen achter schilden en uithangborden!
Een grote dag die de kristelijke liefde bezingt in een nog heidense
roes.
Als gister misschien schijnen bomen even dood. Maar de lucht is de
miljonaire trilling van leven daarrond.
Geen winteravond meer, doch elk gerucht vergaat in een
vreugde-echo.
Zo'n dwaas geluk kent een knaap die plots te zwemmen gevat heeft,
of fiets te rijden.
Er is nog niets tastbaar veranderd. Dat is juist het grote van het genot.
Gister: aleksandrijnen over wintermajesteit.
Gedicht 6 : Vers 5
Moeder hier
zit
de veelbelovende knaap
ik
de laatste katholiek
de laatste gnostieker
de laatste heresiark
van de leer der immanens
zoon geboren uit Montanus en Maximilla
ik ben bang
Gedicht 7 : Vers 6
Ik kan geen postzegels verzamelen
ik kan geen vrouwenfoto's verzamelen
ik kan geen amourettes collectioneren
en geen wijsheid
ik kan niets meer
ik kan niets meer
waarom
ik niet werd een postzegelcollectioneur
Ik zal beginnen mijn debacle te geven
ik zal beginnen mijn failliet te geven
ik zal mij geven een stuk gereten arme grond
een vertrapte grond
een heidegrond
een bezette stad
marsj mortieren
Pruisies Pruisies
marsj mortieren
de Masochistiese marsj
het d e b a c l e
Uitleg : Het gaat duidelijk over Februarie ; er is geen groen , maar toch is het
toch niet meer winterdood. Het is een heel optimistisch gedicht over het
hervatten van alles. Daaruit blijkt dat het uit de tweede periode komt en dus
uit de dichtbundel Sienjaal
Uitleg : Hier gaat het over polonaise. In polonaise spreekt men van Hans en
Grietje, Janneke maan, vergeet-mij-nietjes,.. Ook herkennen we duidelijk enkel
rijmpjes. Dit komt dus duidelijk uit de vierde periode , een periode waarin er
niet echt een maatschappelijk doel moet zijn , en de woordkunst eerder
centraal staat. Het gedicht is duidelijk ontstaat uit een persoonlijke ontroering
van de schrijver. In het gedicht zelf zit ook een grote muzikaliteit , waardoor
het nog maar eens wordt bevestigt dat het uit de vierde periode komt en dus
ook uit de dichtbundel nagelaten gedichten.
Uitleg: In vers 5 zie je duidelijk het gebruik van aparte woorden, klanken , …
Ook speelt Van Ostaijen met verschillende lettertypen ( HALT ! ) en
inktsoorten. Daardoor lijkt het alsof zijn zinnen uit elkaar vallen. Dit alles zijn
duidelijke kenmerken van de derde periode en daarom is vers 5 een gedicht uit
de dichtbundel bezette stad
Uitleg: Bezette stad gaat over de bezetting van de Duitsers . Het thema alleen
al maakt duidelijk dat het uit de dichtbundel “ bezette stad “ komt. Ook maakt
Van Ostaijen gebruik van klanken, individuele woorden en een aparte manier
van zinsconstructie. Daardoor is het dus uit de derde periode.
Uitleg: De gedichten Music Hall 2 en 5 geven een beeld van de moderne stad
en zijn heel unanimistisch geïspireerd , ze richten zich dus niet op het individu
maar op de groep ( =solidariteit ). Ze zijn ook vrij traditioneel geschreven ,
toch is het vrij expressief
Gaston Burssens
Hij was een voorstander van het Vlaamse activisme , dat ernaar streefde van de Duitse
bezetting gebruik te maken om de machtsorganen op te bouwen die voor de
verwezenlijking van een Vlaams maximumprogramma noodzakelijk leken.
Hij debuteerde met Verzen, omstreeks zijn twintigste leerde hij het Duits expressionisme
kennen en kwam zijn dichtbundel Yadefluit uit. Zijn volgende bundel ( liederen uit de stad
en uit de sel ) vormen een merkwaardige getuigenis van zijn gevangenschap ( zijn
activisme bracht hem tijdens de oorlog in de cel )
Nadien kwam hij meer en meer onder de indruk van het futurisme,dadaïstische en
surrealistische stromingen en brak nadrukkelijk met zuivere poëzie. VANAF DAN GING
HET HEM OM KLANK EN WOORDSPEL. Velen zien in hem de opvolger van Van Ostaijen.
Wies Moens
Moens probeerde de artistieke opvattingen van vooral Duits expressionisme te verenigen
met zijn vlaams-nationalistische gevoelens en zijn humanitaire katholieke
levensovertuiging. Moens is daarvan ook het typische vertegenwoordiger ( van het
humanitair expressionisme - ) Hij was vervuld van idealisme , had een onwankelbare
liefde voor mensheid en wereld.
Hij verantwoorde deze ideeën vaak in psalmodiërende verzen. Na de wereldoorlog werd
hij veroordeeld voor activisme
Activisme: Taalactivisme is het actief opkomen voor de eigen taal en
Na 1926 liep hij warm voorcultuur met de middelen van politiek activisme. Het wordt ingezet als
een groot Nederlandse middel voor een taal- dan wel onafhankelijkheidsstrijd, en tegen
gedachte. Dit leidde later cultuurimperialisme en taalracisme. Organisatorisch verenigt men
tot fascisme. zich in actiegroepen of verbindt men zich met een politieke partij.
Hendrik Marsman
Hendrik Marsman is de belangrijkste Nederlandse expressionist. Zelf omschreef hij zijn
werk als vitalisme, dat kunnen we omschrijven als de drang om intens te leven zonder
zich te bekommeren om de gevolgen en de opvattingen van de ‘ zwakken ‘.
Hij was ook sterk beïnvloed door het futurisme, een vorm van hypervitalisme en een
levensopvatting die door haar verheerlijking van militarisme en anarchie aanleunt bij het
fascisme.
Marsman kwam om het leven door dat zijn boot werd getroffen door een duitse torpedo.
Vitalisme :
Is een kosmisch levensgevoel , een drang naar groots en hartstochtelijk leven
Kenmerken:
1 de mate waarin men slaagt de vitaliteit en intensiteit van het leven weer te geven
2 de kunstenaar moet hartstochtelijk durven te leven
3 directe zegging , op de man af
4 individualistisch levensgevoel
5 anti – intellectueel
6 beschavings en cultuur kritiek
Martinus Nijhoff
Martinus Nijhoff is eigenlijk een overgangsfiguur tussen de generatie van 1910 en de
nieuwe richting. Hij is beïnvloed door tal van stromingen. Opvallend is dat hij in zijn werk
aangrijpende emoties in eenvoudige taal weet weer te geven. Kenmerkende motieven in
zijn werk zijn de eenzaamheid , de gebrokenheid van het bestaan, doodsverlangen,
zoeken naar intimiteit , godsdienst, eerbied en liefde terugzien op zijn moeder. De
dichter komt niet echt los van de werkelijkheid.
Gerrit Achterberg
Al zijn gedichten hebben datzelfde thema: een “ ik “ op zoek naar een “ u “ die probeert
om die persoon – die je meestal aantreft als gestorven geliefde - te bereiken door middel
van het gedicht. Je kunt de gedichten dan dus ook herleiden tot een gedicht “ IK SCHRIJF
U“.
Thebe : Achterberg
hoofdpersonage : “ ik personage “
ik personage op zoek naar een “ u “
Vlam : marsman
kenmerken van vitalisme ( direct op de man af )
individualistisch leven
Rozen : burssens
veel klanken spel rozelaars bloeien rood , blanke rozen bloeien
ook woorden spel door het te herhalen
Liedje : Nijhoff
makkelijk taalgebruik
hij heeft het over eenzaamheid
Fado : Slauerhoff
persoonlijk gedicht
zwerflust en opstandigheid
geen reden om te leven
XII : Moens
heel christelijk geïnspireerd
zijn gedicht lijkt op een psalm
eeuwig geloof in de mens en de wereld
De wolken : Nijhoff
makkelijk taalgebruik
op zoek naar zijn moeder
Misschien: Achterberg
ik personage op zoek naar een U
hoofdpersonage is ook een ik – figuur
Één man één woord : Burssens
klanken en woorden spel
stijl lijkt hard op die van Van Ostaijen
Proza
Hoewel het expressionisme en aanverwante stromingen grote dichters met zich mee
hebben gebracht blijft dat bij proza nogal achterwege; Ze hebben allemaal hetzelfde
probleem : geen hechte compositie.
De opkomst van de roman voltrekt zich vooral op het einde van de jaren ’20 en ook het
proza wordt beheerst door het modernisme en de poging om schrijvend de chaos van het
bestaan te ordenen. De prozakunstenaars verwerken al het nieuwe echter op erg
verschillende manieren.
Om toch te kunnen ordenen ; kiezen we voor een driedelige ordening
Auteur :
- Studeerde rechten
- Zijn echtgenote krijgt bekendheid als componiste van orkest en koorwerken
- Hijzelf maakt onder het pseudoniem TONVEN zijn debuut als schrijver met “
paddestoelen”
- Van 1946-1955 schrijft hij literaire kritieken voor een nieuwsblad
- In 1947 wordt hij voorzitter van de ereraad voor letterkunde en oordeelt hij over
het gedrag van schrijvers in WOII ( collaborateurs krijgen publicatieverbod)
- In 1957 krijgt hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn ganse oeuvre
- Hij overlijdt op 80jarige leeftijd in 1965
Samenvatting Bint :
De bree wordt aangenomen als nieuwe leerkracht op een middelbare school. Aan het
hoofd staat directeur Bint. Volgens Bint sluit het onderwijsssysteem niet goed aan op de
noden van de maatschappij. Op deze school heerst daarom stalen tucht. Een product van
deze tucht is klas 4D , ook wel de hel. De voorgaande leerkracht van deze klas was
weggepest , maar De Bree denkt hen wel aan te kunnen en wordt zelf een superstrenge
leerkracht
Na een ontvangst van een slecht kerstrapport pleegt er een leerling zelfmoord. Er
ontstaat oproer onder de leerlingen maar dankzij de klas 4D wordt het neergeslagen ( 4D
mag àlles van de directeur ). Aan het einde van het jaar besluit De Bree dat hij toch wil
blijven lesgeven. Bint heef t ontslag genomen , hij bleek zelf niet opgewassen tegen zijn
eigen systeem.
Samenvatting:
In dit boek wordt een beschrijving gegeven van de jeugd van Anton Wachter .Hij wordt
geboren als enig kind en daarom hebben zijn ouders hoge verwachtingen. Als kind is hij
ziekelijk en staat angst centraal in zijn leven. Hij heeft angst voor de maan en ook voor
schoorstenen , ook heeft hij moeite met in slaap vallen. Het jaar voor hij naar school
gaat speelt hij vaak op zolder, om niet bang te zijn neemt hij altijd zijn poes mimi mee. In
datzelfde jaar belandt hij ook in het ziekenhuis. Wanneer hij uit het hospitaal komt blijkt
dat hij wat van zijn angst kwijt is. Wanneer hij dan naar school gaat wordt hij vriendjes
met Murk Tuinstra. In het laatste deel van het boek gaat Anton logeren bij zijn
grootouders. Daar krijgt hij een liefde voor naakttekenen. Omdat Anton nog geen 12 is
mag hij niet naakttekenen. Dankzij zijn oom Moos krijgt hij dan toch de kans om naakt te
tekenen. Hij krijgt ook de gelegenheid om het rijksmuseum te bezoeken; Daar ontdekt hij
HET SCHILDERIJ SINT SEBASTIAAN. Anton spreekt over het naakttekenen met zijn nicht
Jet. Wanneer zijn vader vraagt of hij dit heeft gedaan ontkent hij. Daar krijgt hij zoveel
wroeging door dat hij stopt met de twee dingen die hij het leukst vind: naaktschilderen en
de bewondering voor Sint Sebastiaan.
Samenvatting:
Hier beschrijft Gilliams de belevenissen van Elias op het familielandgoed. Vanuit de ogen
van het hoofdpersonage wordt een toverwereld opgebouwd waar een oud kasteel de
hoofdrol speelt. Hij beschrijft alles vanuit zijn standpunt en op het einde vanhet verhaal
moet het jongetje naar een kostschool.
Samenvatting:
Twee boerendochters, Lien en Liza, zijn beiden verliefd op een zwerver, Jan Houtekiet, die
op de heide leeft. Als Lien zwanger raakt van Houtekiet wordt zij bij haar thuis verbannen
en zoekt ze toevlucht bij Houtekiet. Nadat hij beseft dat dat constante gezever van een
vrouw op de achtergrond best aangenaam kan zijn, besluit hij haar een hut op de heide,
Deps genaamd, te bouwen. Terwijl hij wacht op de geboorte bouwt hij stalletjes rond het
hutje en begint hij zelfs een tuintje aan te leggen. De jaloerse Liza besluit ook op Deps te
gaan wonen en verleidt een boerenzoon, die voor haar een huisje bouwt op Deps. De
basis van het dorp Deps is gelegd. Na een tijdje komt de familie d’Hurlemont, een
verarmde maar adelijke familie, aan de andere kant van Deps wonen, met toestemming
van de graaf. Zij runnen een postkoetsenbedrijf. Met een van die postkoetsen komt de
‘medestichter’ van Deps in het verhaal terecht, nl. Nard Baert, een gedreven handelaar
die vanuit het hotelletje van d’Hurlemont een handeltje begint tussen de stad en Deps.
Deps groeit ondertussen, want men mag er doen wat men wil en er is plaats genoeg,
waarvoor men geen pacht aan de graaf moet betalen. Houtekiet stoeit met elke vrouw op
Deps, en zo ontdekt hij de dochter van d’Hurlemont, Iphigénie. Zij wordt zwanger van
hem en dit maakt haar vader zo kwaad dat hij met zijn geweer op pad gaat om Houtekiet
te vermoorden. Houtekiet is hem echter voor en weet ook het gerecht te mislijden.
Omdat hij niet voor Iphigénie kan zorgen vanwege Lien, gaat Iphigénie samenwonen met
Baert, de handelaar, op Deps. Baert bouwt daar een groot huis met opslagplaatsen, van
waaruit zijn handelsrijkje nog meer groeit en bloeit. En ook het dorp breidt uit, want van
overal komen mensen die in een samenleving willen wonen waar men vrij is en mag doen
wat men wil. En door Baert wordt iedereen ook rijker en rijker. En als het dorp een molen
nodig heeft, bouwt Houtekiet een watermolen. Heeft het dorp stenen nodig, dan graaft hij
klei en bouwt hij bakovens. Jan Houtekiet bouwt, leidt en heerst en slaagt in alles wat hij
onderneemt. Zijn relatie met Iphigénie blijft echter bestaan, maar Houtekiet ‘stoeit’ met
alle vrouwen, en alle vrouwen hebben wel een kind van hem, dus dit vindt men normaal.
Zij is echter nog zeer gelovig, en begint zich, samen met de andere vrouwen, zorgen te
maken over het leven na de dood. Als zij niet naar de kerk gaan en in ongewijde grond
begraven worden, wat dan? Zo kan Iphigénie Houtekiet overhalen, de bouw van een kerk
toe te laten. Ze krijgen zelfs een pastoor die zich snel heeft aangepast aan het leven op
Deps. Houtekiet gaat echter niet naar de kerk, want dat vindt hij tijdsverspilling. Maar op
een dag wordt het hem te veel: hij bemerkt dat hij veel te ver van zijn leven als zwerver
is afgedwaald, en laat dus alles en iedereen achter en vertrekt uit Deps. Als hij 2.5 jaar
later terug komt, is iedereen gedoopt en getrouwd. Deps is veranderd van een speciale
samenleving in een gewoon dorp. Lien, zijn ‘vrouw’, wil hem enkel terug nemen als hij
met haar trouwt. Houtekiet doet dit uit pure onmacht. Als op een dag Iphigénie ziek wordt
en sterft, beseft hij dat zij de liefde van zijn leven was en begint hij haar geloof in leven
na de dood over te nemen. Zijn vrouw kan hem echter niet overtuigen mee naar de mis
te gaan. Als het mis is, kruipt hij tot boven is de kerktoren, die hij gebouwd heeft, en kijkt
hij uit over zijn dorp, de onvruchtbare heide die vruchtbaar is geworden, en de
omliggende dorpen.
Samenvatting:
Het boek beschrijft de avonturen van een volwassen boerenkerel. Pallieter woont in Lier
met zijn huishoudster Charlot, zijn paard Beiaard, zijn hond Loebas , .. ter gelegenheid
van de kermis is er een groot feestvoor de hele familie. Ook het petekind van
Charlot,Marieke , wordt uitgenodigd. PALLIETER wordt verliefd op haar. Wanneer hij hoort
dat er een spoorlijn zal worden aangelegd in zijn geliefde weiland wilt hij de weide wereld
intrekken, maar hij vraagt eerst Marieke ten huwelijk. Hij wordt dan de vader van een
drieling, dan trekt het gezin met charlot de weide wereld in