Вы находитесь на странице: 1из 15

RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Het wat en hoe van gebiedsgerichte


clusterontwikkeling
Mechanismen, voorwaarden, valkuilen

Presentatie voor het Bedrijventerreinencongres 2007

Prof dr Pieter P Tordoir


Universiteit van Amsterdam
Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Outline

 Wat is lokale clusterontwikkeling


 Bronnen van meerwaarde
- vertikale, diagonale en horizontale relaties
- externe effecten
 Modellen van aanpak
 Kritische voorwaarden
 Enkele valkuilen
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Wat is het?

 Samenhangende ontwikkeling
 Met een (zekere) planmatigheid
 Binnen een duidelijk afgebakend gebied
 Zodanig dat het geheel meer waard is dan de som
der delen
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Meerwaarde door vertikale relaties


Het gebied als complex
Voorbeelden: fabricagecomplexen, Central Business
Districts, creatieve complexen, woonwerk- en
woonzorgcomplexen. DSM-terrein, Greenports, Zuidas
Gebaseerd op:
 toeleverantie, uitbesteding & afzet in bedrijfskolom
 hoge transportkosten: nabijheid dus efficiënt
 hoge transactiekosten: je wilt je naburige partners goed
kunnen monitoren
Planmatige ontwikkeling: noodzakelijk om technische
redenen (dedicated infrastructuur) of hoge transactiekosten
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Meerwaarde door diagonale relaties

Het gebied als formatie


Voorbeelden: Schipholcomplex, havencomplex,
stationslocaties/trafficcentra, technologieparken
Gebaseerd op:
 gemeenschappelijke voorzieningen
 Hoge transportkosten: nabijheid dus efficiënt
 Voorziening vraagt groot draagvlak van gebruikers
(zogenaamde marktdrempel)
Planmatige ontwikkeling: noodzakelijk om marktdrempel te
halen voor voorziening en gebruik daarvan ruimtelijk
efficiënt te organiseren
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Meerwaarde door horizontale relaties

Het gebied als ‘warenhuis’


Voorbeelden: gespecialiseerde winkelcentra, leisuregebieden
Gebaseerd op:
 waarde van keuzemogelijkheden en multi-purpose bezoek
van klanten
 En op marktstrategisch gedrag van aanbieders
(spiegelgracht-effect)
Planmatige ontwikkeling: in principe niet noodzakelijk
(markt werkt vanzelf)! Maar toch: goede ruimtelijke
organisatie en branding helpt
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Meerwaarde door externe effecten

Externe effecten: wisselwerking tussen (naburige) partijen


buiten de markt om
Positieve externe effecten: het gebied als innovatief cluster
Voorbeelden: clusters van creatief ondernemerschap,
concentraties van bedrijven met specifieke nationaliteit
Gebaseerd op:
 lokale circulatie van kennis en informatie (it’s in the air)
 sociale relaties en pre-competitieve samenwerking
Planmatige ontwikkeling: in principe niet noodzakelijk:
organisch proces. Maar toch: ontwikkeling kan soms een
handje worden geholpen
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Minderwaarde dor externe effecten

Negatieve externe effecten: het gebied klapt (zonder


ingrijpen) uit elkaar
Voorbeelden: gespannen relaties tussen kantoren, logistiek,
wonen, leisure, etc. etc. (alomtegenwoordig!)
Gebaseerd op:
 verschillende activiteiten die geen nabuurschap verdragen
 gelijksoortige activiteiten die geen nabuurschap verdragen
 voorzieningen die geen nabuurschap verdragen
Planmatige ontwikkeling: de klassieke case voor planmatig
ingrijpen! De markt faalt hier. Essentieel: zekerheid bieden
met bestemming en zonering
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Mechanismen in de praktijk
 Er werken vrijwel altijd (vele) verschillende mechanismen
tegelijk, met ieder hun afstandsgradiënt
 Gebiedsgerichte clusterontwikkeling moet daarom altijd op
vele schaalniveaus tegelijk worden bezien: van de straat tot
mondiale netwerken
 Cruciaal zijn de verbindende netwerken, tussen actoren,
tussen schaalniveaus, binnen en vooral ook tussen
gebieden.
 Een algemene trend: mechanismen op micro- als
macroniveau nemen toe in relatief belang. Amsterdam is
belangrijk voor de Zuidas, maar de lokale kwaliteiten en de
(inter-)nationale netwerken zijn nog belangrijker.
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Modellen van aanpak

 Model 1: organische groei. Clusters ontwikkelen door


markt en verdragen weinig planning. Zeer gebruikelijk!
Vb: meeste creatieve clusters
 Model 2: kavelgewijze ontwikkeling langs kernfaciliteit.
Gebruikelijk: van kantorencentrum bij afslag of station tot
haventerreinen
 Model 3: ontwikkeling vanuit kernbedrijf, research- of
onderwijsfaciliteit. Gebiedsintegraal. Nog weinig
gebruikelijk in Nederland. Kansrijk onder voorwaarden
 Model 4: combinatie van 1-2-3; programmatische
ontwikkeling van verschillende gebieden en netwerken. In
Nederland alleen rond mainports. Kansrijk maar ook lastig
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Succesfactoren

 Inspelen op autonome en endogene ontwikkelingen.


Clusters zijn niet maakbaar, wel beïnvloedbaar en
breekbaar. Autonome trekkers meekrijgen
(coalitievorming)
 Weten welke mechanismen waar en hoe (kunnen) spelen
en wat hun waarde is. Dit kunnen overbrengen
 Dansen tussen de schalen. Afstemmen in regionaal en
nationaal kader
 Dansen tussen aspecten. Ruimtelijke ontwikkeling +
fysieke infra + kennis- en onderwijsinfra + woonklimaat +
institutioneel klimaat
 Tijd hebben en zekerheid bieden. Lastig!!
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Organisatie

 Niet, tenzij: klassieke kavelgewijze uitgifte


 Regionale context: masterplanning & afstemming ruimte
& infra, liefst ook verevening, koppeling van
(her-)structurering bestaande aan ontwikkeling nieuwe
lokaties, 1 acquisitieloket
 Gebiedsniveau: autoriteit voor ontwikkeling, gatekeeping,
beheer & gemeenschappelijke voorzieningen. Publiek,
privaat of (liefst) combinatie daarvan. Essentieel:
ruimtelijke en financiële reserveringen voor
schuifprocessen & continue optimalisatie
 Nationaal/regionaal niveau: gerichte integrale stimulering.
Een Zuidas is nog geen Finanzplatz!
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Een paar valkuilen (niet alle!)

 Overnemen wat de buren hebben bedacht


 Ontwikkelen wat er nog niet is
 Ontwikkelen zonder schaarste
 Ontwikkelen om de verkeerde redenen (vb: kantoren als
geluidsscherm
 Grondboeren aan de macht
 Niet weten wat zich binnen bedrijven afspeelt
 Geen stamina hebben
 Te lang trekken aan dood paard
 Kortom: niet of niet slim faseren
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR
RUIMTELIJK ECONOMISCH ATELIER TORDOIR

Вам также может понравиться