Вы находитесь на странице: 1из 4

Toelichting - Lesontwerp natuur

Voordat ik mijn les heb gegeven, heb ik het boek (Praktische didactiek
voor natuuronderwijs) gebruikt.
Kennis over de kinderen ( gedrag en niveau)
De beginsituatie heb ik ook in mijn lesvoorbereiding beschreven.
Het is de eerste les die de kinderen op die dag hebben. Over het algemeen
is de concentratie en betrokkenheid van de kinderen op dit tijdstip het
hoogst. Ik ga proefjes laten zien, dus dan kan het zijn dat de kinderen over
enthousiast worden en over de tafel komen kijken. Daarom is het
belangrijk dat ik van tevoren duidelijke afspraken maak. Dit houdt in dat
de kinderen moeten blijven zitten en dat ik er voor zorg dat iedereen het
kan zien. Ik geef ook kinderen de beurt om iets in het glaasje te schenken.
Hierbij is het belangrijk dat ik het overzicht houd zodat er niks kan
gebeuren. Ik laat ook echte medicijnen zien, dus ook daarin moet ik
duidelijk zijn.
Verder heb ik naar de belevingswereld van de kinderen gekeken. Tijdens
mijn les is het belangrijk dat de kleuters ontdekkend leren en dat ze het 5
stappenplan volgen.
Lesdoelen
De lesdoelen sluiten aan bij kerndoel 42.
Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en
natuurkundige verschijnselen.
Bij dit kerndoel ligt het accent op het proces van het ontdekkend leren. De
leerlingen volgen het 5- stappenplan. Tijdens deze les leren de leerlingen
water een andere kleur te geven d.m.v. crpepapier.
Didactiek
In deze les ga ik de 5- stappenplan uitvoeren. Dit stappenplan biedt
structuur, waarbij diverse leeractiviteiten logisch uit elkaar voortvloeien.
Op deze manier krijgen de kinderen nieuwe informatie die een echte
betekenis hebben. Het stappenplan is niet alleen bruikbaar voor
afzonderlijke lessen, maar ook voor een lessenserie of een thema van
langere duur.
Het 5- stappenplan heeft een aantal stappen:
Stap 1: Er komt iets binnen introductie/confrontatie
Bij deze stap gaat het om oproepen van reacties, het prikkelen van de
nieuwsgierigheid bij kinderen, het openen van concepten (kinderen bewust
maken van hun denkbeelden) en het delen van ervaringen. Ik heb gekozen
voor een proefje wat te maken heeft met kleur en water. Ik ga dit tijdens
de kring doen, waar alle kleuters aanwezig zijn. Een aantal kleuters

worden hierbij betrokken door te helpen. De kleuters zijn dan geprikkeld


om dit proefje bijvoorbeeld thuis te laten zien.

Stap 2: Vrije exploratie of aanrommelen spontane verkenning


Wanneer kinderen uitnodigende spullen in handen hebben, gaan ze daar
vanzelf mee aanrommelen.
Deze vaak speelse spontane verkenning heeft de volgende functies:
- Kinderen raken vertrouwd met het onbekende;
- Ze kunnen bekende eigenschappen weer oproepen;
- De verkenning kan vragen oproepen over nieuwe aspecten;
- Alle kinderen krijgen op deze manier een vergelijkbare ervaring met
de spullen/verschijnselen.
Tijdens deze vrije exploratie ga ik de kleuters observeren in het doen en
luisteren. Op deze manier kom ik te weten of ik de interesse goed heb
ingeschat. Spontane vragen zijn een belangrijk uitgangspunt als je wilt
aansluiten op hun ontwikkelingsniveau.
Stap 3: Vraag het de zelf maar onderzoek en vastleggen van
resultaten
In deze stap gaan de kinderen doelgericht te werk. Bij een klassikale
activiteit leidt je het onderzoek door kinderen beurten te geven en hen te
laten assisteren. Dit doe ik ook door het onderzoek te leiden en naderhand
kleuters de beurt geven om te vragen of ze mij willen helpen. De kinderen
mogen het medicijn in het glaasje doen, het crpepapier in het water doen
en vervolgens roeren totdat ze een kleur krijgen. Met een activiteit als een
demonstratie of observatiekring kunnen verschillende bedoelingen
hebben:
- Reacties uitlokken
- Een vaardigheid aanleren
- Nauwkeurig waarnemen en onderzoek van het materiaal door de
kinderen
- Illustratie van datgene wat is uitgelegd.
Bij de voorbereiding van de demonstratie en observatiekring zet ik een
tafel klaar met de bijhorende materialen zoals: vier glaasjes, een kan met
water, soorten medicijnen ( hoestdrank, oogzalf en een neusspray), in elk
bakje komen er stukjes crpepapier te liggen, een doekje (zodat het geen
rotzooi wordt) en zes lepeltjes om het crpepapier met water te mengen
en een extra glas voor de restjes crpepapier.
Stap 4: Vertel het elkaar rapportage/communicatie over resultaten
In deze fase gaan ze de antwoorden delen. In een verslagkring of
nabespreking kun je de resultaten naast elkaar zetten en samen de

oorzaak van de verschillen opsporen. Wanneer de resultaten elkaar


aanvullen, of met elkaar overkomen, kan ik de kinderen stimuleren om de
ontdekkingen samen te vatten en conclusies te formuleren.
Ik heb gekozen voor de verslagkring waarbij de gespreksvaardigheden van
de kinderen een belangrijke rol spelen.

Stap 5: Toepassing en/of de juf/meester vertelt nog wat verbreding of


verdieping
Tijdens de eerste vier stappen zijn de kinderen actief bezig geweest. Je
kunt nu nagaan of de kinderen het geleerde ook in andere contexten
kunnen toepassen.
Andere redenen om de les met deze stap af te ronden zijn:
- Er ontbrak een essentieel deel in de verslaggeving.
- Uit vragen blijkt dat de vorige stap verwarring opriep.
- Er kan heel gemakkelijk een verbinding gelegd worden naar een
onderwerp dat later op het programma staat.
- Het onderzoek was exemplarisch, zodat je kunt laten zien in welke
gevallen de resultaten ook geldig zijn.
Als je de concrete voorbeelden voor het onderzoek goed hebt gekozen,
kan deze stap veel extra leeropbrengst opleveren. Gebruik de ervaringen
die je in eerder stappen hebt opgedaan: je weet nu in welke richting de
belangstelling van de kinderen gaat. Zorg bij deze stap voor zowel
concreet, echt materiaal, als voor duidelijke afbeeldingen of modellen.
Activiteiten / instructie die ik voor deze les gekozen heb
Ik heb gekozen om deze les met heel de groep te doen, omdat groep 1 er
ook wat van kan leren. Tijdens de inleiding wil ik wat voorkennis ophalen.
Wie heeft er ooit een hoestdrankje of een zalfje moeten gebruiken? Waar
moet je die dan halen? En hoe heet dat dan?
Ik wil gebruik maken van concrete voorbeelden, zodat ze een echt beeld
krijgen. Ik laat een aantal medicijnen zien ( neusspray, hoestsiroop, zalf.)
Medicijnen kunnen ook gevaarlijk zijn, daarom wil ik met de kinderen
duidelijke afspraken maken. Ze mogen niks proeven of innemen. Dan wil ik
graag over de kleuren van de medicijnen hebben. Een aantal kinderen
mogen mij helpen om het medicijn in een glaasje te schenken, zodat ze de
kleur in het echt zien en niet door het medicijn zelf. Ik laat ze zelf
waarnemen en ontdekken.
Daarna krijgen de kinderen een filmpje te zien over kleuren. Naderhand
gaan de kinderen zelf kleuren mengen met crpepapier. Als we de kleuren
rood, blauw en geel gemaakt hebben, wil ik twee kleuren met elkaar gaan
mengen (paars, oranje en groen) De kinderen mogen dit zelf gaan doen.

Als afsluiting kijken ze het filmpje van hoelahoep af waarin ze zien hoe dat
zij de twee kleuren gaan mengen.
Evalueren
Ik heb gekozen voor co- evaluatie. De leerkracht (ik) en de leerlingen
evalueren samen. Het zorgt voor een open sfeer van gelijkwaardigheid en
respect naar elkaar toe. De evaluatie gebeurt ook effectief samen. Hierbij
worden de leerlingen maximaal betrokken bij het evaluatieproces.
Bronnen:
E. de Vaan en J. Marell. (2014). Praktische didactiek voor natuuronderwijs.
Coutinho (hoofdstuk 9)
http://www.diversiteitenleren.be/sites/default/files/Evalueren_om_te_leren_0.pdf
http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L11.html
http://www.schooltv.nl/video/hoelahoep-afl-52-toveren-met-kleuren/

Вам также может понравиться