Вы находитесь на странице: 1из 71

%

KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK

GESCHENK

71S3 - '32

VAN

HOLLAND-ZUID-AFRIKA
H

OLLANDSOUTH-AFRICA

Hint.

J. F. L. DE BALBIAN VERSTER

HOLLAND-ZUID-AFRIKA
EEN GESCHIEDKUNDIG O V E R Z I C H T V A N S C H E E P V A A R T E N H A N D E L S B E T R E K K I N G E N IN OUDE E N NIEUWE TIJDEN

HOLLAND-SOUTH-AFRICA
AN

HISTORICAL

ACCOUNT

COMMERCIAL RELATIONS

OF

SHIPPING-

AND

IN OLD A N D M O D E R N

DAYS

A M S T E R D A M

BERNARD H O U T H A K K E R
332,

N.Z. VOORBURGWAL

DE UITGAVE V A N DIT WERK IS BEZORGD VOOR DE

H O L L A N DZ U I D-A F R I K A L I J N
DOOR B E R N A R D H O U T H A K K E R , A M S T E R D A M ,
DIE TEVENS DE ILLUSTRATIES HEEFT UITGEZOCHT.
THE PRESENT

BOOK WAS EDITED

FOR

HOLLAND-SOUTH-AFRICA

THE

LINE

BY B E R N A R D H O U T H A K K E R , A M S T E R D A M ,
WHO

ALSO

SELECTED

GEDRUKT BIJ H. J. KOERSEN

THE

ILLUSTRATIONS.

PRINTED BY H. J. KOERSEN

AMSTERDAM.

De Scheepvaart van Holland op


Zuid-Afrika

The Navigation between Holland


and South-Africa

R u i m twee eeuwen hebben de Nederlanders,

F o r more than two centuries, on their voyages

bij hun vaart naar en van Indi, om de K a a p ge-

to and from the Ihdies, the Dutch sailed round the

zeild. H u n vestiging in Z u i d - A f r i k a is zoo duur-

Cape. Their settlement in South Africa proved to

zaam geweest, dat het Hollandsche element, in

be so durable that the Dutch element in language

raseigenschappen en in taal, stand heeft gehouden

and racial qualities maintained* its position and

en overheerschend is gebleven, ondanks allen toe-

remained predominant, in spite of the stream of

vloed van vreemden en van vreemde overheer-

foreigners

sching. Dit is te merkwaardiger omdat na de ope-

much the more remarkable because since the open-

ning van het Suez-Kanaal, zelfs de vaart om de

ing of the Suez Canal the voyages round the

and of foreign dominion. T h i s is so

K a a p onder Hollandsche vlag, en daarmede de

Cape in ships flying the Dutch flag, and conse-

rechtstreeksche verbinding, geheel waren verloren

quently all direct communication, had ceased entire-

gegaan. Eerst in onze dagen is voldaan aan dien

Iy. It is only recently that the demand, which

steeds dringenden eisch, het herstel der directe

had become more and more urgent, for the restora-

verbinding van het stamland met Hollandsch Z u i d -

tion

Afrika, door de stichting van de H o l l a n d - Z u i d -

country with Dutch South Africa, has been met by

A f rika Lijn.

the establishment of the Holland South Africa Line.

of direct communication from the molher

In de volgende bladzijden stellen wij ons voor, een

In the pages which follow we wish to give a

vluchtig geschiedkundig overzicht te geven van de

brief historical sketch of the relations between the

betrekkingen tusschen Nederland en Z u i d - A f r i k a ,

Netherlands and South Africa. In this connection

W e kunnen daarbij vaststellen dat de Portugeezen,

we may begin by stating that the Portuguese, who

die ons op den weg naar Indi toch meer dan een

hadpreceded the Dutch by more than a century on

eeuw waren voorgegaan, geen ernstige pogingen

the route to India, made no serious attempt to est-

hebben gedaan om zich in het Kaapland te vestigen.

ablish themselves at the Cape. Neitherthe Spanish,

Spanjaarden, Franschen noch Engelschen, hebben

the French, nor the English saw the advantage of

het belang daarvan

doing so. Hence it was reserved to the Dutch to

ingezien. A l d u s

was

het

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA
weggelegd voor de Hollanders om, trouwens
eerst in net midden van de 17e eeuw, aan de
Kaap een kolonie te stichten. Zij hebben dit slechts
aarzelend gedaan, feitelijk door de omstandigheden
gedwongen, zonder de gevolgen en het belang te
beseffen, en eerst in later tijd is het groote nut
daarvan ten volle gewaardeerd. Laat ons nu eerst
de feiten aanstippen uit de
VOORGESCHIEDENIS.
In 1486 omzeilde de Portugees Batholomeu
Diaz een hoog voorgebergte in Zuid-Afrika, dat hij
Cabo Tormentoso of Stormkaap noemde, maar dat
door zijn Koning Cabo de Boa Esperanca werd
herdoopt. De hoop dat men langs dien weg Indi
zou bereiken, werd door Vasco da Gama in 1 498
verwezenlijkt. De Kaap de Goede Hoop had hij
niet aangedaan, maar oostwaarts daarvan ankerde
hij in een inham die thans Mosselbaai heet, en op
den eersten Kerstdag zeilde hij langs een prachtig
land, dat hij den naam Natal gaf ter gedachtenis
aan den dag waarop Christenen het voor de eerste
maal hadden gezien. Op een der volgende tochten,
in 1 503, liep het schip van den bevelhebber Antonio de Saldanha in een diepe baai, waar in het
midden van een ruime vallei een heldere rivier
vloeide. Op den achtergrond verhief zich een
hooge, afgeknotte rots, die hij beklom en den
naam Tafelberg gaf. Van den top kon men de
Kaap de Goede Hoop zien. De baai werd naar
dezen scheepsbevelhebber, Aguado de Saldanha
(de plaats waar Saldanha water innam) geheeten
maar een eeuw later kreeg zij den naam van
Tafelbaai. Voor de eerste maal kwamen Europeanen hier in aanraking met inboorlingen en daarbij
ontstond een gevecht waarin Saldanha zelf werd
gewond. In 1510 liep de eerste onderkoning van
Portugeesch Indi, Francisco d Almeida, op de
thuisreis die baai binnen. Na eenigen ruilhandel
met de Hottentotten ontstond een geschil waarbij
twee Portugeezen werden geslagen. Met hun
zwaarden en lansen gewapend rukten toen de
krijgslieden het land in om bloedige weerwraak
te nemen, maar toen zij bezig waren om vee uit
een kraal weg te voeren, werden zij door een

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

found acolony at the Cape, though not earlier than


the middle of the 1 7th. century. They set about it
hesitatingly, being practically compelled to do so
by circumstances, without realizing the consequences and the significance of the act, and only in later
times was its great value fully appreciated. W e
shall now recall the principal events in the
EARLY

HISTORY.

In the year 1 486, the Portuguese Bartholemeu


Diaz sailed round a high range of hills in South
Africa which he called Cabo Tormentoso or Cape
Storm, but which was rebaptized by his King the
Cabo de Boa Esperanca or the Cape of Good
Hope. The hope that the Inches could be reached
this way was realized by Vasco de Gama in 1498.
He had not touched at the Cape of Good Hope,
but came to anchor to the east of it in a bight which
is now called Mossel Bay, and on Christmas day
he sailed past a lovely country which he named
Natal in commemoration of the day on which Christians had first sighted it. On one of the subsequent
voyages, in the year 1 503, the ship of Antonio de
Saldanha, the commander, sailed into a deep bay,
into which in the middle of a wide valley a bright
river flowed. In the background rose a high,
flat-topped rock, which he mounted and named
Table Mountain. From the top the Cape of Good
Hope could be seen. The bay was called, after
the ship's commander, Aguado de Saldanha
(the place where Saldanha took in water), but
a century later it was given the name of Table
Bay. It was here that Europeans first came into
touch with the natives and on this occasion a
fight took place in which Saldanha himself was
wounded. In 1510 Francisco d'Almeida, the first
Viceroy of Portuguese India, put into the bay
on the home voyage. After some barter with the
Hottentots, a dispute arose during which two
Portuguese were struck. Armed with their swords
and lances, the soldiers then marched into the
country to take a bloody revenge, but while they
were engaged in bringing away cattle from a
kraal, they were attacked by a much Superior

Kaart van Zuid-Afrika uit het journaal van Willem Lodewycksz op de reis van De Houtman (1595).
Rechts beneden de Baai van Agua de Sam Bras (later Mosselbaai).
Map of South-Africa from the journal by Willem Lodewycksz on De Houtman's voyage (1595).
bottom corner the Bay of Agua de Sam Bras (later called Mossel Bay).

In the right

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

groote overmacht aangevallen, waarbij 65 officieren


en schepelingen met knopkieries en assegaaien
werden afgemaakt. Ook de onderkoning d'Almeida
deelde dit lot.
Het Portugeesche rijk in Indi, met Goa tot
hoofdplaats, breidde zich uit, en bijna een eeuw
lang was de handel van het Oosten evenzeer een
monopolie van de Koningen van Portugal als hij
het vroeger van de Arabieren was geweest, maar
na de slachting van d'Almeida en de zijnen in
de Tafelvallei, vermeden de Portugeezen zooveel
mogelijk de zuidpunt van Afrika. Het land had
onder hen den naam bewoond te zijn door de
wreedaardigste wilden en zonder dat het iets
opleverde. Van jaar tot jaar omzeilden hun vloten
de Kaap, maar zelden deed een hunner schepen
ten zuiden van Sofala een haven aan. Hun ververschingsstation was St. Helena en vandaar
stevenden zij zonder tusschenlanding naar Mozambique. Nooit hebben zij een poging gedaan om
ten zuiden van Delagoa Baai een tusschenstation
te vestigen. Dit verklaart waarom zij wel een vrij
nauwkeurige kennis verkregen van Afrika s Oostkust, maar dat hun vroegste kaarten wemelen van
onjuistheden, waarbij nagenoeg het geheele Kaapland wordt ingenomen door het fantastische rijk
Monomotapa, dat naar hun meening dicht was
bevolkt en met groote steden bezet.
Bijna een eeuw verstreek vr Afrika's zuidkust door andere zeevaarders werd bezocht. De
Franschen zijn de eersten geweest die de Portugeezen naar Indi volgden, daarop kwamen de
eerste vloten van de Engelsche Indische Compagnie, maar ook zij deden weinig om het gezag
der Portugeezen aan te tasten. Die taak was weggelegd voor een volk, dat te midden van den
strijd om vrijheid en onafhankelijkheid tot de
groote vaart werd gedreven: de Nederlanders.
DE EERSTE HOLLANDERS
A A N DE KAAP.
Verschillende Hollanders hadden in Portugeeschen dienst den zeeweg in Indi leeren kennen. Tot hen behoorde Jan Huyghen van Linschoten, schrijver op een koopmanskantoor te

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

force and 65 o meers and men were killed with


knob-kerries and assegais. The Viceroy d'Almeida
also shared this fate.
The Portuguese Empire in India, with Goa
as its capital, expanded and, for almost a century,
trade with the East was as much a monopoly
of the Kings of Portugal as it had formerly been
of the Arabs, but after the slaughter of d'Almeida
and his men in the Table Valley, the Portuguese
avoided the southermost point of Africa as much
as possible. Among them the country had the
reputation of being inhabited by cruel savages,
but producing nothing. Year after year their fleets
doubled the Cape, but rarely did their vessels
call at a port to the south of Sofala. Their
provisioning station was St. Helena and from
there they set sail for Mozambique, without putting
in anywhere on the way. They had never
attempted to establish an intermediary station
in between to the south of Delagoa Bay. This
explains why they acquired a fairly accurate knowledge of the East Coast of Africa, while their
earliest maps are full of mistakes in which practically
the whole of the Cape country was occupied by
a fantastic kingdom Monomotapa, which according to them was thickly populated and possessed
large towns.
Almost a century elapsed before the south
coast of Africa was visited by other navigators.
The French were the first who followed the
Portuguese to the Indies and then came the first
fleets of the English India Company, but neither
did much to undermine the power of the Portuguese.
This task was reserved to a people which, in
the midst of their struggle for freedom and independence, were driven to sail upon the high seas,
viz: the Netherlanders.

T H E FIRST D U T C H M E N
A T T H E CAPE.
Several Dutchmen had learned the route to
the Indies by sea while in the service of the
Portuguese. Among these was Jan Huyghen
van Linschoten, a clerk in a merchant's office

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

Lissabon, toen Portugal door Spanje werd veroverd, daarna in dienst van den aartsbisschop te
Goa. In 1592 kwam hij over Lissabon bij zijn
verwanten te Enkhuizen terug en vier jaar later
verscheen het beroemde boek met platen en kaarten, waarin hij alle bereikbare gegevens uit Portugeesche bronnen had verzameld en met eigen
ervaring aangevuld. Toen in April 1595 d'eerste
Schipvaerd naar Indi" begon, hadden de schepen
als een vertrouwbare gids en raadsman Jan
Huygen's boeck" aan boord. Op den 2
Augustus zagen De Houtman's schepelingen de Kaap
de Goede Hoop en, de kustlijn volgende, liepen
de vier schepen een paar dagen later een baai
(de Mosselbaai) binnen, waar zij het anker lieten
vallen om in de eerste plaats de watervaten te
vullen. De eerste aanrakingen van Nederlanders
met de bevolking waren van vriendschappelijken
aard. Voor gebroken messen, oud gereedschap
en stukken ijzer, werden zware ossen en vette
schapen gekocht. Vrouwen werden niet gezien en
de mannen maakten een weerzinwekkenden indruk.
In een der journalen worden deze Hottentotten
aldus beschreven: Sy syn cleyn van parsoon,
leelyck van gesichte, haer hooft staedt oft affgeschroyt waer van de sonne ende sien daeruyt
gelyck een dieff, die door het langhe hanghen
verdrooght es, sy gaen gans naeckt, dan hebben
een staert van een < wilt cleyn gedierte voor haer
schamelheyt, twelck door de staert seer weinigh
bedeckt es; daar beneffens hebben sy in plaatse
een cleedt een wilde beest syn huydt om den
hals hanghen, die van het smeeren wel sterck
ruycken ende stincken, alwaer het haer noch op
staedt, twelck het buytenste is, ende hanght haer
omt lyff gelyck een mantel. Belangende haer
spraeck is eeven gelyck ofte men een deel Calcoense hanen hoorden rasen, eeven gelyck is oock
haer spraecke, daer van gy weinich anders cont
hooren als clocken ende flueyten."
d e n

In Juli 1601 deedPaulus van Caerden op het


Hof van Holland", uit Indi komende, aan Afrika's
zuidpunt achtereenvolgens drie baaien aan, die ter
herinnering aan hetgeen de bemanning opdeed, de
Mossel-, de Vleesch- en de Vischbaai werden

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

at Lisbon when Portugal was conquered


by Spain, and who subsequently entered the
service of the Archbishop at Goa. In 1 592 he
returned home to his relatives at Enkhuizen by
way of Lisbon and four years later his famous
book with plates and maps appeared, in which
he had collected all available facts from Portuguese sources and supplemented them with his
own experiences. When in April 1595 the
first navigation to India began, the vessels
all had "Jan Huyghen's book" on board as a
reliable guide and counsellor. On the 2nd. of
August the crew of De Houtman's ship sighted
the Cape of Good Hope and, following the coastline, a couple of days later the four ships put
into a bay (the Mossel Bay), where they dropped
anchor first of all to take in fresh water. The
first intercourse of the Netherlanders with the
natives was of a friendly nature. In return for
broken knives, old implements and pieces of iron,
heavy oxen *and fat sheep were exchanged. No
women were seen and the men had a disgusting
appearance. In one of the ships' journals th
Hottentots were described as follows: "They are
small of stature, ugly of face, their heads were
as if they had been scorched by the sun and they
consequently looked like thieves who had dried
up from long hanging; they walk about quite
naked, and wear the tail of a small wild animal
before their parts of shame, which is but slightly
covered by the tail; besides this, instead of
clothing, they hang round the neck the skin
of a wild beast which is so dirty that it smells
and stinks and on which the fur is still standing
and is worn outside, and which hangs on their
bodies like a mantle. A s to their speech it was
just as if one heard a troup of angry turkey-cocks,
and such is their language that you can hear
little else than clucking and whistling."
In July 1601 Paulus van Caerden, on the
"Hof van Holland" on his way from India, put
in at three bays in succession along the coast of
the southern point of Africa, which in remembrance of what the crew took in there were
called the Mossel, the Vleesch and the Visch bay.

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

10

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

gedoopt. In November van hetzelfde jaar kwam


Joris van Spilbergen met zijn drie Zeeuwsche
schepen, naar Indi op weg, in de groote baai
aan den voet van den Tafelberg en hij gaf haar
voorgoed den naam Tafelbaai.
Dit waren de eerste bezoeken van Hollandsche
schepen vr de oprichting, in 1602, van de Vereenigde Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie.
In den eersten tijd zeilden hare vloten nog gemeenlijk langs de Kaap, slechts in enkele gevallen
deden zij f St. Helena aan, of liepen zij de
Tafelbaai binnen, om versch water in te nemen.
Soms bleef een bemanning er eenigen tijd, b.v.
om zeehonden te dooden, op het Robbeneiland,
of om walvisschen te vangen die hier nog zeer
talrijk waren. In 1616 echter gelastten de Heeren
Zeventien dat alle vloten van de Compagnie op
de uitreis de Tafelbaai moesten aandoen en sedert
ankerden zij daar bijna ieder jaar. Het eenige doel
was om zich te ververschen en van de inboorlingen vee te koopen. Het gebruik ontstond om
de namen der vertrekkende schepen met de data
van aankomst en vertrek, te beitelen in steenen
en op aangewezen plekken brieven te begraven
voor degenen die later zouden komen. A l s blijvende herinneringen aan dezen primitieven vorm
van postdienst, worden nog enkele dezer steenen
te Kaapstad bewaard. In andere gevallen werden
bevriende hoofden van de Hottentotten met het
bewaren en overbrengen van brieven aan later
komende scheepsbevelhebbers belast. Buiten deze
korte landingen werd in een lange periode overigens niets gedaan om het land te verkennen, zoodat de kennis van Zuid-Afrika tot omstreeks de
helft van de I 7 eeuw niet verder was gevorderd
dan tot het weinige, wat de Portugeezen in de
geheele 16 eeuw hadden verzameld of ondersteld
en wat door Linschoten was overgeleverd.

In the month of November of the same year


Joris van Spilbergen arrived with his three Zealand
ships, on his way to India, in the large bay at
the foot of the Table Mountain and permanently
gave it the name of Table Bay.
These were the first visits of the Dutch ships
before the foundation, in 1602, of the United
Chartered East India Company. A t first its fleets
usually sailed past the Cape, and only in a few
cases did they call at either St. Helena or at
the Table Bay to take in fresh water. On several
occasions a crew remained there for some time
in order to kill seals on Seal Island, or to catch
whales which were still plentiful there. In the year
1616 however, the "Lords Seventeen", directors
of the Company, ordered that all fleets should
call at the Table Bay on the outward journey,
and since then they anchored there practically
every year. The only object of the call was to
take in fresh provisions and to buy cattle from
the natives. The custom arose to carve the names
of the ships and the dates of their arrival and
departure on the rocks and to bury despatches
in places indicated for those who arrived later.
A few of these stones are still preserved at Cape
Town as a permanent record of this primitive
form of postal service. In other cases friendly
chiefs of the Hottentots were charged with the
custody and delivery of letters to the captains
of ships which called after they had left. Outside
these brief landings during quite a long period,
nothing was done to reconnoitre the country, so
that until about the middle of the 1 7th. century
the knowledge of South Africa had advanced
no farther than the little which the Portuguese
had collected during the whole of the 16th.
century and what tradition had passed on through
Linschoten.

Engelsche schepen deden mede vrij geregeld


de Kaap aan en in 1619 besloten de directeuren
van de Engelsche Oost-Indische Compagnie om
daar ergens een fort te bouwen, hetzij voor zichzelf alleen, hetzij in samenwerking met de Nederlandsche Oost-Indische Compagnie. Zij openden
daartoe onderhandelingen, maar de Heeren Zeven-

English ships also called fairly regularly at


the Cape and in 1619 the Go vernors of the
English East India Company determined to build
a fort somewhere in the neighbourhood, either for
their own use alone, or in co-operation with the
Dutch East India Company. They opened up negotiations with this end in view but the " Seventeen*

de

Gezicht

op de reede van Batavia,

vermoedelijk

zijne vrouw.

in 1641,

met den bevelhebber

eener retourvloot en

Naar het schilderij van A e l b e r t C u y p .

V i e w of the roads at Batavia, probably in 1641, with the commander of a return fleet and his wife i n
the foreground.

Rijh

After the painting by A e l b e r t C u y p .

Museum.]
\Amsterdam.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

12

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

tien sloegen het aanbod af en daarbij deelden zij


mede, voornemens te zijn een eigen ververschingsplaats aan*de Kaap te stichten. Wat de Nederlanders dus van plan waren, brachten de Britten tot
een begin van uitvoering. De eerstvolgende vloot
welke uit Engeland vertrok, vier schepen onder
Shillinge onderweg naar de Perzische golf, kwamen in Juli I 620 in de Tafelbaai en in samenwerking
met Fitzherbert, admiraal van een vloot voor
Bantam bestemd, namen de Engelschen formeel
bezit van het land. Daarvan stelden zij ook een
document op en zij heschen de Britsche vlag, op
een heuvel welken zij Kingjames's Mount noemden en die later den naam van Leeuwenberg
heeft gekregen. Toch heeft deze handeling geen
verdere gevolgen gehad. Er bleef geen bezetting
achter en de Engelschen behielden St. Helena
als geregelde ververschingsplaats, zonder geregeld
de Kaap aan te doen.
Een toevallige omstandigheid heeft, weer een
aantal jaren later, er toe geleid, dat de Tafelbaai
en omgeving bij de onzen beter bekend werd en
dat het reeds sedert 1616 slapende plan voor
een blijvende vestiging, eindelijk werd uitgevoerd.

declined the offer and at the same time stated


that they intended to establish their own provisioning place at the Cape. Hence what the Dutch
intended to do the British commenced to carry
out. The next neet which left England, four ships
under command of Shillinge and bound for the
Persian Gulf, arrived at the Table Bayinjuly 1 620
and jointly with Fitzherbert, admiral of a fleet
destined for Bantam, they formally took possession of the country on behalf of the English.
They drew up a document establishing this fact
and hoisted the British flag on a hill which they
named King James's Mount, and which was subsequently called the Leeuwenberg.

EEN SCHIPBREUK
EN H A R E GEVOLGEN.

A SHIPWRECK
A N D ITS C O N S E Q U E N C E S .

De retourvloot van 1646 vertrok, volgens den


regel in de laatste dagen van het jaar uit Batavia,
drie zoogenaamde naschepen" gingen echter eerst
op 16 Januari 1647 onder zeil naar het vaderland. Het waren de Nieuw-Haerlem* ' de Oliphant" van de Kamer van Amsterdam en de
Schiedam" van de Kamer van Hoorn. Alle drie
zouden de Kaap aandoen. De Oliphant" lag
reeds op de ree, toen de Nieuw-Haerlem", op
25 Maart den Leeuwenberg omzeilende, door een
verkeerde manoeuvre aan den grond liep bij het
.strand van den Blauwberg en niet meer was af
te brengen. Met groote inspanning werd verbinding
met den wal verkregen, waarna het volk, wapenen
met munitie en levensmiddelen werden geborgen.
De vice-commandeur Van 't Zum voer als de
laatste met een beladen vlot naar het strand.
Geholpen door volk van de Oliphant" werden

The homeward bound fleet of the year 1646


left Batavia, as was then the rule, during the
last few days of the year, but three so-called
"after-ships" only set sail for the mother country
on the 16th. of January 1647. They were the
"New Haarlem", the "Oliphant" belonging to
the Chamber of Amsterdam, and the "Schiedam"
belonging to the Chamber of Hoorn. A l l three
ships were to call at the Cape. The "Oliphant *
was already in the roads when the "New
Haarlem" rounded the Leeuwenberg on the
25th. of March and owing to an incorrect
manoeuvre ran aground on the beach near the
Blauwberg, from which she could not be got off.
After great exertions a connection was made with
the shore, whereupon the crew salved the arms
and munition, and the provisions. The vicecommander Van 't Zum left the ship last

This act did not however have any further


consequences. No garrison was left behind and
the English retained St. Helena as a regular post
where they could lay in provisions, without
regularly touching at the Cape.
A n accidental circumstance, a number of years
later, was the cause of the Table Bay and
surrounding country becoming better known by
the Dutch and of the plan, which had been
dormant since 1616, being finally carried out.

H O L L A N D ZUID-AFRIKA
langs een stroomend zoet water nabij het
midden van de tegenwoordige Kaapstad , hutten gebouwd, welke omringd werden door een
aarden wal als bescherming. Nog vr die primitieve
nederzetting gereed was, kwamen twee Engelsche
schepen uit Bantam op de reede. De bemanning
hielp mede bij de berging uit het wrak en op
verzoek van Van *t Zum namen de Engelschen
zelfs 40 Nederlandsche bootgezellen mede naar
St. Hel ena. De onderkoopman Leendert Jansz
bleef met 60 man achter. Zij zouden wachten
op de komst van de volgende retourvloot en intusschen van de lading uit de Nieuw-Haerlem"
zooveel mogelijk in veiligheid brengen. Weinige
dagen later verscheen ook het derde schip, de
Schiedam", waarna het lossen met vereenigde
krachten werd voortgezet. Talrijke zakken met
peper en suiker, balen met kaneel en levensmiddelen, ja zelfs kanonnen, werden aan wal
gebracht. Na korten tijd echter vertrokken de
Oliphant" en de Schiedam" naar Patria en de
60 schipbreukelingen bleven achter. Zij moesten
zich nu maar zien te redden. Met de Hottentotten
konden zij het wel vinden, maar het was toch
noodig hun met nadruk te beduiden dat zij niet in
de buurt van het kampement mochten komen. De
handel in vee ging vrij vlot, zoodat Jansz zelfs een
vaderlandschen bodem van vleesch kon voorzien.
Er was overvloed van wild en visch te verkrijgen
er daar men zaden en landbouwgereedschappen
uit de Nieuw-Haerlem" had kunnen redden, werden tuintjes aangelegd waarin velerlei groenten
welig tierden. Het grootste nadeel bestond in het
volk, dat dikwijls onwillig was en geneigd tot
oproerigheid. Daarover klaagde Jansz aan de Heeren Zeventien, in een brief dien hij in September
met een Engelsch schip medegaf. Nog enkele
malen kregen de schipbreukelingen bezoek, ook
van schepen naar Indi bestemd. Een dezer bracht
in Maart 1648 te Batavia bericht, dat de mannen
van de Nieuw-Haerlem" gezond waren, maar
dat zij steeds moeilijker waren te regeeren en dat
allen sterk verlangden naar de retourvloot die
hen zou afhalen.
Op enkele dagen na was het reeds een vol jaar

13

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

and reached the shore with a loaded raft. With


the assistance of the crew of the "Oliphant",
huts were put up alongside fresh running
water near the centre of what is now Cape
Town which were surrounded by an earthen
wall by way of protection.
Even before this primitive settlement had ben
completed, two English ships from Bantam
appeared in the roads. The crew helped to
salve the wreek and at the request of Van
't Zum the English even took 40 Dutch
sailors along with them to St. Helena. The
assistant merchant Leendert Jansz remained
behind with 60 men. They were to wait for the
arrival of the next homeward bound fleet and in
the meantime save as much as possible of the
cargo of the "Nieuw Haerlem". A few days
later the third ship, the "Schiedam" appeared,
whereupon the discharge of the cargo was continued with their combined forces. Many bags
of pepper and sugar, bales of cinnamon and
provisions, and even cannons were brought ashore.
Shortly after however the "Oliphant" and the
"Schiedam" set sail for Holland and left the
60 shipwrecked marmers behind, who were now
obliged to fend for themselves. They were on
friendly terms with the Hottentots, though it was
necessary to impress upon these that they were not
to come in the vicinity of the settlement. The
trade in cattle was comparatively easy and Jansz
was even able to s'upply a Dutch ship with
meat. Game and fish were available in abundance
and as the settlers had been able to save seeds
and agricultural implements from the "Nieuw
Haerlem", small gardens were laid out in which
all kinds of vegetables thrived luxuriantly. The
greatest difficulty however was the insubordination of the crew. They were subsequently
visited by various ships, also by merchantmen on
their way to India. In the month of March 1648
one of these brought the news to Batavia that
the men of the "Nieuw Haerlem" were in good
health, but that they were becoming more and
more dimcult to manage.
#

It was, all but a few days, a whole year that

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

dat de schipbreukelingen in de Tafelvallei hadden


gewoond, toen de retourvloot de baai binnenliep.
Zij telde niet minder dan 12 schepen, die onder
bevel stonden van Cornelis Wollebrant Geleynsz
de Jonge, extra-ordinaris Raad van India en laatst
president in Perzi. Hij was een Alkmaarder van
geboorte en daar in het Burgerweeshuis opgevoed.
Bij zijn uitersten wil heeft hij zijn door Van Everdin~en geschilderd portret aan dat weeshuis toegewezen. Het stedelijk museum te Alkmaar bezit
bovendien het curieuse schilderij waarop de groote
retourvloot van het vredesjaar 1648 is voorgesteld,
liggende op de ree van Batavia. Een zeldzame
voorstelling van zulk een jaarlijksche gebeurtenis,
maar nog van bijzondere beteekenis omdat op het
fluitschip ,,de Coninck van Polen", het kleinste
vaartuig in deze vloot, de man repatrieerde wiens
naam aan de geschiedenis van Zuid-Afrika voor
altijd zou worden verbonden : Jan van Riebeeck.
De instructie van Geleynsz luidde om aan de
Kaap de geborgen goederen van de ,,NieuwHaerlem" zoo spoedig mogelijk in de voor Amsterdam bestemde schepen te laden en het achtergebleven volk over de vloot te verdeelen. Dit werd
naar de letter uitgevoerd. Na 16 dagen hard werken kon de vloot vertrekken, maar men was er
niet in geslaagd voldoende vleesch en andere verversching voor de schepen in te nemen, zoodat
Geleynsz tot zijn teleurstelling genoodzaakt was,
om ook St. Helena nog aan te doen. Na den
gebruikelijken omweg, achter Ierland en Schotland
om ', een maatregel om het nooit geheel veilige
Kanaal te vermijden, bereikte de rijke retourvloot
in Augustus het vaderland. De Bewindhebbers
keurden het sterk af dat de geheele vloot er bij
te pas was gekomen om de schipbreukelingen af
te halen. Men had daartoe een enkel schip uit
Batavia kunnen afzenden, want nu had de vloot
een volle maand vertraging gekregen, hetgeen gelijk
stond met een grooter verlies dan de waarde van
de gebergde lading.
Leendert Jansz, tezamen met zekeren Proot,
leverden na hun thuiskomst, in Juni 1649, aan de
Amsterdamsche Kamer een rapport in over de
wenschelijkheid van een vestiging aan de Kaap

14

H O L L A N D - SOUTH-AFRICA
the shipwrecked crew had been living in the Table
Valley, when the home fleet dropped anchr in the
bay. It consisted of no less than twelve ships under
the command of Cornelis Wollebrant Geleynsz de
Jonge, Counsellor Extraordinary of India, formerly
President in Persia. He was a native of Alkmaar
and had been brought up and educated in the
Municipal Orphanage there. In his last will he
bequeathed his portrait, painted by Van Everdingen,
to this orphanage. The Museum at Alkmaar possesses the curious painting representingthegreatfleet
which returned home in the Year of Peace 1648,
in the roads at Batavia. This is a rare representation of such an annual event, and on this
occasion of even greater significance because on
board the flute the "Coninck van Polen", the
smallest vessel of the whole fleet, there was a
man, then returning home, whose name would
always be connected with the history of South
Africa, viz: Jan van Riebeeck.
Geleynsz' instructions were to take up the
merchandise which had been salved at the Cape
as soon as possible into the ships bound for
Amsterdam, and to distribute the ship's crew
which had been left there among the other vessels. This was punctually carried out. After sixteen days* hard work the fleet was able to set
sail, though they had not been able to take in
sufficint fresh meat and provisions for the ships,
so that Geleynsz, to his great disappointment,
was obliged to put in at St. Helena. After the
usual detour "round behind Ireland and Scotland" in order to avoid the Channel, never quite
safe for sailing vessels, the rich homing fleet
reached the Netherlands in the month of August.
The Governors strongly disapproved of the fact
that the entire fleet had been required to take off
the shipwrecked crew. A single ship could have
been sent from Batavia, for now the entire fleet
had been delayed a whole month, which meant
a greater loss than the value of the cargo which
had been salved.
Leendert Jansz, together with a certain Proot,
on their return home presented a report to the
Amsterdam Chamber on the desirability of making

De retourvloot van 1648, onder commando van C W . Geleynsz de Jonge, liggende op de ree van Batavia. Aan boord van
De Coninck van Polen", bestemd voor Amsterdam, het eerste schip van links, was Jan van Riebeeck.
The return fleet of 1648, under command of C. W . Geleynsz de Jonge, in the roadstead of Batavia. On board of De Coninck
van Polen", bound for Amsterdam, the first ship from the left, was Jan van Riebeeck.

Gemeente Museum-]

[Alkmaar.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

16

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

als een vast ververschingsstation, zoowel voor de


uit- als de thuisvarende schepen. Op grond van
hun ervaring gedurende bijna een jaar, spraken zij
er hun verwondering over uit, dat de algemeene
vyant", Portugeezen en Spanjaarden, niet reeds
lang tevoren daar een rendez-vous hadden gevestigd, ,,alsoo geen bequamer plaatse ter werelt dan
de Cabo souden cunnen gevonden worden.'
Het hier bedoelde rapport is de grondslag geworden voor de verdere overweging, maar het
duurde nog tot 18 Maart 1651 voor de Heeren
Zeventien het besluit bekrachtigden om aan de
Kaap een vaste nederzetting te stichten. Tegelijkertijd ontwierpen zij een instructie voor den bevelhebber. Zij luidde dat hij eerst aan de Zoete Rivier
een loods moest zetten met een logies voor 80
man en vervolgens op een geschikte plek bij de
rivier een fort bouwen dat ,,de Goede Hoope'
zou heeten. Er moest goede grond worden gezocht
voor de tuinen en om het vee te laten weiden. De
inboorlingen moesten te vriend worden gehouden
en het was streng verboden zich aan hun vee of
goederen te vergrijpen. Van onderdeden uit het
vaderland meegenomen, zouden loodssloepen worden gemaakt en aan land masten opgericht om
seinen te geven. Dit waren in hoofdzaak de orders
waarnaar men zich had ,,te reguleren."

a settlement at the Cape as a permanent provisioning station, both for the homeward and outward
bound ships. From their experience of almost a
year, they expressed their surprise that the "general
enemy", the Portuguese and the Spaniards, had
not long since established a rendez-vous there,
"for which no more convenient place than the
Cabo could be found in the world."
This report became the basis for further consideration but it was not before the 18th. of March
1651 that the "Seventeen" sanctioned the resolution to establish a permanent settlement at the
Cape. A t the same time they drafted instructions
for the Commander. They were to the effect that
he should in the first place put up a shed with
accomodation for 80 men and to build a fort,
which was to be called "The Good Hope' , at a
convenient spot on the Zoete Rivier. Plans were
given them for the purpose. They were to look
round for good soil for the gardens and as pastures
for the cattle. They were to keep on good terms
with the natives and it was strictly forbidden to
touch their goods and chattels. Pilot sloops were
to be constructed from parts brought along from
home and signalling masts were to be erected on
shore. These were the principal instructions which
the settlers had to follow.

DE VESTIGING
DOOR J A N V A N RIEBEECK.

THE SETTLEMENT
BY J A N V A N RIEBEECK.

De geheele uitvoering werd door de Heeren


Zeventien opgedragen aan de Kamer van A m sterdam. Leendert Jansz, de man die aangewezen
scheen voor dezen verantwoordelijken post, deed
daarnaar geen aanzoek. Zijn medeonderteekenaar
Proot is evenmin in aanmerking gekomen. Een
derde meldde zich aan met het verzoek om als
opperhooft nae de Cabo de Bona Esperanca
te gaan." Nadat vier bewindhebbers van de Amsterdamsche Kamer een gunstig rapport over hem
hadden uitgebracht en hijzelf in aansluiting met
de memorie van Jansz en Proot handig een stuk
had opgesteld hij was er immers maar zeer
kort geweest , werd de bedoelde sollicitant,
Jan van Riebeeck, inderdaad aangewezen. Hij

The entire execution of the project was entrusted by the "Seventeen" to the Chamber of
Amsterdam. Leendert Jansz, who seemed to be
the ideal person for this responsible post, did not
apply for it, nor did his co-signatory Proot come
into consideration. A third presented himself and
requested to be allowed "to go to the Cabo de
Bona Esperanqa as upper chief". After four of the
Governors of the Amsterdam Chamber had reported favourably upon him and he himself had
cleverly prepared a report in connection with the
memorandum by Jansz and Proot for he had
only been there a very short time this applicant,
Jan van Riebeeck, was actually appointed. Born
at Culemborg in 1618, he had embarked for

JAN V A N RIEBEECK
16181677
Stichter van Hollandsch

Zuid-Afrika.

Founder of D u t c h South-Africa.

Rijks Museum ]

[Amsterdam.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

18

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

was in 1618 geboren te Culemborg, in 1639 vertrok bij als onderchirurgijn naar Indi, waar hij
spoedig tot de zoogenaamde pennisten overging.
In 1642 ging hij als secretaris met een regeeringscommissaris mede naar Atjeh. Nadat hij het
volgende jaar weder op de secretarie te Batavia
had gewerkt, vertrok hij in den rang van onderkoopman naar Japan, waar hij op Decima dienst
deed, totdat hij in het laatst van 1644 werd
gezonden naar Tonkin, een belangrijke factory,
waar hij ondanks zijn jeugd, tweemaal als waarnemend opperhoofd fungeerde. Tot zijn teleurstelling werd hij toch niet met de leiding van dat
kantoor belast. Daartoe heeft blijkbaar de omstandigheid medewerkt dat hij zich, als trouwens zoovele anderen, aan particuliere negotie had schuldig
gemaakt. Met den rang van koopman keerde hij,
naar wij gezien hebben, op de retourvloot van
Geleynsz in 1648 naar het vaderland terug. Hij
vestigde zich toen te Amsterdam en in het volgende
jaar huwde hij met Maria de la Quellerie (Quevellerius), de dochter van een Hugenoot, Waalsch
predikant te Rotterdam. Hij maakte nu reizen naar
Groenland en naar West-Indi, maar hierover ontbreken gegevens. In ieder geval was hij in de
tweede helft van 1651 weder in het land. Toen
werd d'Edele Jan van Riebeeck door de Kamer
van Amsterdam met den rang van opperkoopman,
benoemd als opperhoofd van het volk dat bestemd
was voor de vestiging aan de Kaap. Hij voerde als
commandeur de vlag op het schip Drommedaris'
vergezeld van de Reyger" en't jacht ,,de Hoope".
Twee andere schepen zouden spoedig volgen. Het
vlootje vertrok op 24 December 1651 en reeds op
5 April 1652 kreeg men de Tafelbaai in zicht. Een
zeer korte en buitengewoon voorspoedige reis,
waarbij geen dooden waren te noteeren.

India in 1639 as Assistant Surgeon, where he


soon went over to the so-called pennists. In 1642
he accompanied a government commissioner to
Atjeh as his secretary. After having, in the course
of the following year, again been employed at
the offices of the secretary at Batavia, he sailed
for Japan with the rank of assistant merchant,
where he served in Decima until, towards the
end of 1644, he was sent to Tonkin, an important factory, and where, in spite of his youth
he was on two occasions in charge as acting
upper chief. To his' great disappointment he
was not entrusted with the permanent leadership
of that factory. This was apparently partly due
to the fact that he had been guilty of private
trading, as indeed so many others had been. A s
we have already seen he repatriated, with the
rank of merchant, on the fleet under the command
of Geleynsz in I 648. He then settled at Amsterdam
and the next year he married Marie de la Quellerie (Quevellerius), the daughter of a Huguenot,
a Walloon pastor at Rotterdam. He then made
voyages to Greenland and to the West Indies,
although no further information has reached us on
this subject. In any case he was again in the
Netherlands in 1651, for the Honorable Jan van
Riebeeck was then appointed, with the rank of
Upper Merchant, to be the upper chief of the people
who were to form the settlement at the Cape. He
flew his flag as commander on the ship "Drommedaris" accompanied by the "Reyger" and the yacht
"de Hoope". Two other ships were to follow
shortly after. This small fleet weighed anchor on
the 24th. of December 1651 and sighted Table
Bay on April 5th. 1652, after a very short and
exceedingly prosperous voyage during which, there
were no deaths to record.

Dit was het gelukkige begin, maar de taak die


van Riebeeck wachtte was veel zwaarder en omvangrijker dan iemand had kunnen vermoeden.
Hijzelf had zich voorgesteld slechts zoolang te
blijven tot, althans binnen een jaar, het fort was
voltooid, om dan naar Indi te gaan, waar hij zou
kunnen stijgen in rang en in het algemeen grooter
voorspoed bereiken. Het is geheel anders geloopen,

This was a happy beginning, but the task that


awaited van Riebeeck was far heavier and greater
than anyone suspected. He himself had expected
to remain there until the fort had been completed
and then within a year, to go to India where he could
rise in rank and attain greater prosperity. The
course of events was however entirely different,
for his sojourn at the Cape was extended to a

t t d * V c r t W i i t h c m nc T A F E L

B A Y Gelagen Acn C A B O de BONA ^PEEAISTCA.

Gezicht op de Tafelbaai in 1655.


View of the Table Bay in 1655.
Rtlha*M

De oudst bekende afbeelding van de nederzetting.

This is the earliest picture of the Dutch settlement there.


[ D c n

H a a g

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

20

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

want zijn verblijf aan de K a a p is tot tien jaar gerekt

period of ten years and his great merit, insuffi-

en zijn groote verdiensten, door de tijdgenooten

ciently appreciated and even undervalued by his

miskend of onvoldoende gewaardeerd, zijn eerst

contemporaries, were only fully realized and grate-

door het nageslacht begrepen en dankbaar erkend.

fully acknowledged by later generations.

D e bouw van het fort vorderde weinig, maar op

T h e building of the fort progressed very slowly

1 5 M e i 1652, toen de grondslagen waren gelegd,

but it was baptized on the 1 5th. of M a y 1652, as

werd

soon as the foundations had been laid. A s had

het

reeds gedoopt.

Zooals was voorge-

schreven kreeg het den naam ,,de Goede H o o p " ,

been ordered, it was named "the G o o d H o p e " ,

evenals het jacht in de baai, terwijl de bolwerken op

like the yacht lying out in the bay, and the bastions

de vier hoeken werden genoemd naar de schepen

at the four corners were named after the ships which

die onder V a n Riebeeck's vlag waren uitgekomen:

had sailed out under van Riebeeck's flag,

Drommedaris, W a l v i s , Olyphant en Reiger.

Drommedaris, W a l v i s , Olyphant and the Reiger.

the

D e teleurstellingen en tegenslagen waren vele.

M a n y were the disappointments and misfortunes.

E r braken ziekten uit, de proeven met zaaien en

Diseases broke out among the men, the experiments

planten mislukten en het slecht gevoede volk, dat

with seeds and plants failed, while the ill-fed troup

werkelijk reden tot kla gen had, was steeds onwillig,

of

weerbarstig, en bovendien onbekwaam. Enkelen

moreover incapable. Several of them recklessly

men, were

always unwilling, insurgent and

hepen roekeloos de wildernis in en kwamen in

went into the wilderness and came back in most

deerniswekkenden toestand terug. Diefstal en mui-

pitiable condition. Robbery and mutiny frequently

terij

occurred so that it was urgently necessary to ap-

kwamen

veel

voor, zoodat

het dringend

noodig was om een provoost-geweldige aan te

point a master-at-arms,

stellen, die tevens als scherprechter dienst kon

executioner. V a n Riebeeck himself was in danger of

doen. V a n Riebeeck zelf liep gevaar door een

being killed by a savage fellow. Dangers threatened

woesteling te worden vermoord. A a n alle kanten

from all sides: from wild animals, among which

dreigden gevaren : van het wilde gedierte, waarbij

were

leeuwen, panters, hyena's, jakhalzen, slangen, zee-

sea cows and even ,,renosters ; from the natives

koeien en zelfs r e n o s t e r s " ; van de inboorlingen

from the unexplored interior, and moreover from

in het ongerepte binnenland en bovendien van

foreign

buitenlandsche vijanden, niet alleen Portugeezen

Spaniards, but also, in the first war with England,

en Spanjaarden, maar nu ook' in den eersten

the British. T h e greatest danger however was no

Engelschen oorlog de Britten. H e t grootste ge-

lss than death from starvation, which at any rate

Hons,

panthers,

enemies,

not

who could also act as

hyenas, jackals, snakes,

only the Portuguese

and

vaar echter, was niet minder dan hongersnoo d. D i t

was averted when the settlers were able to buy

althans werd afgewend toen men van de Kaapmans,

large herds of cattle from the Kaapmans, a tribe of

een stam van Hottentotten van flinker slag dan

the Hottentots of sturdier build than the miserable

de armzalige strandloopers, groote kudden vee kon

shore savages. T h e relations were not always as

koopen. D e verstandhouding liet dikwijls te wen-

amicable as they might have been but it must be

schen, maar het strekte van Riebeeck tot eer dat

said to van Riebeeck's honour that, however great

hij, hoe hoog de nood soms drong, streng vasthield

was his need, he strictly maintained the rule never

aan den stelregel om nooit op onrechtmatige wijze

to seize sheep or cattle illicitly. If the settlers had

runderen of schapen te bemachtigen. A l s men op

been on bad terms with the Hottentots and the

slechten voet verkeerde met de Hottentotten en de

homeward bound fleet happened to sail past the

retourvloot eens de K a a p voorbij zeilde, werd de

Cape without putting into the bay, the entire settle-

heele nederzetting met den hongerdood bedreigd.

ment would have become a prey to famine.

Langen tijd hebben de eerste kolonisten in angst

For quite a long time the early colonists were in

gezeten over den oorlog met Engeland. N o g op

great anxiety with regard to the war with England.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

22 Juli 1654 werd er aan de Kaap een bededag gehouden, want natuurlijk was het daar toen nog onbekend dat de vrede van Westminster reeds op 1 5
April was gesloten. Eerst op den 1 5den Augustus
werd het heuglijke bericht gebracht door den A m sterdammer Gerard Huift, als eerste Raad van Indi
en Directeur-Generaal naar Batavia onderweg, die
een paar weken de gast van Van Riebeeck zou
blijven. (Hij is in 1656 als veldoverste" der Compagnie voor het belegerde Colombo gesneuveld). Bij
de vredesonderhandelingen beriepen de Engelschen
zich op de officieele bezitneming van de Kaap door
Shillinge en Fitzherbert in 1620, maar het baatte hen
niet. In het laatst van t jaar werd in het nu voltooide
fort een echt vredesfeest gevierd, toen Engelsche
Compagnieschepen de Tafelbaai binnenliepen.
De vele geschillen met de inboorlingen behooren
niet tot dit onderwerp. Op den duur was het fort
genoegzaam versterkt en om tegen aanvallen bestand te zijn, werd het Compagniesgebied beschermd door drie vooruitgeschoven blokhuizen
welke de sprekende namen droegen van Kyckuyt, Keert-de Koe en Houdt-den-Bul.
De kleine nederzetting slaagde er in om allerlei
bekende planten uit Europa en uit Indi aan te
kweeken, maar aardappelen en mielies (Turksche
tarwe) werden eerst veel later verbouwd. In den
aanvang mislukte telkens de oogst van graansoorten tengevolge van de gure winden. Daarna werd,
onder beschutting van den Duivelsberg, met het
beste gevolg een aanplant beproefd op een plek
waar een rond bosch van doornboomen stond en
welke daarom het Ronde Doorn Bossie" (Rondebosch) werd geheeten.
Ofschoon de Kaap reeds aan de bestemming
van ververschingsstation voldeed door het proviandeeren van de naar en van Indi varende schepen, bleef de plaats nog langen tijd weinig in tel.
De gezagvoerders waren weinig tevreden over het
gedwongen oponthoud, ook omdat zij daardoor
hun kans op de premie voor een snellen overtocht
zagen vermirjderen. Ook waren de kosten van het
station hooger dan de Bewindhebbers der Compagnie hadden verwacht. Om hieraan tegemoet te
komen, gelastten zij in 1655 dat eenige burgers

21

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

A day of prayer was held at the Cape as late as


July 22, 1654, for they naturally could not know
that the Peace of Westminster had already been
signed on April 15th. The glad tidings were
brought to the settlement on August 15th. by
Gerard Huift of Amsterdam, who was on his way
to Batavia as First Counsellor of India and Director
General, and who remained at the Cape a few
weeks as van Riebeeck's guest. During the peace
negotiations the English had appealed to the official
occupation of the Cape by Shillinge and Fitzherbert in 1620, without avail however. Towards the
end of the year a real festival was held in the now
completed fort in celebration of the peace, when
some of the English Company's ships put into
Table Bay.
A record of the many disputes with the natives
has no place in these annals. The fort was eventually sufficiently strengthened to resist all attacks,
and the Company's territory was protected by
three advanced block houses which were given
the expressive names of "Kyck-uyt" (Look-out)
"Keert-de-Koe" (Turn the Cow) and "Houdtden-Bull" (Hold the Buil).
The tiny settlement succeeded in growing all
kinds of well-known plants from Europe and India,
but potatoes and mealies (Indian Corn or Turkish
wheat) were only cultivated much later. A t first
the crops of cereals always failed owing to the cold
and keen winds. Later on, in the shelter of the
Devil'sPeak, acrop was successful in a spot where
stood a round copse of thorn bushes, which was
consequently named "het Ronde Doorn Bossie"
or the Round Thorn Bush (Rondebosch).
Although the Cape already answered its purpose
as a provisioning station for the victualling of ships
going to and from India, the place was not in favour
for quite a long time. The ships' masters were
dissatisfied at the compulsory delay, also because
they saw their chances diminish of earning the
premium awarded for a quick voyage. Moreover
the costs of maintaining the station were higher
than the Governors of the Company had counted
upon. In order to remove this objection they ordered,
in the year 1655, that a few burghers should be

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

22

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

stukken grond buiten het fort zouden krijgen, als


tuinders of kleine boeren. Dit plan werd in 1657
uitgevoerd en daarmede was de grondslag gelegd
voor een echte kolonie aan de Kaap.
Herhaaldelijk zijn, reeds onder Van Riebeeck s
bewind, exploratie-tochten naar het binnenland ondernomen, zoodat men gaandeweg beter met het
land en zijne gesteldheid werd bekend. In 1658
werd de wijnstok in Zuid-Afrika geplant, waarna
de Commandeur zelf, aan de Liesbeek boven
Rondebosch, een wijngaard aanlegde (Wijnberg).
In 1659 leidden de vele moeilijkheden met de
inboorlingen tot den eersten Hottentot-oorlog.
Daarbij werd de kolonie gedeeltelijk omheind en
het aantal wachthuizen vermeerderd, om tegen
overvallen bestand te zijn. Toen in het volgend
jaar na den vrede een overeenkomst was gesloten,
kon op groote schaal handel in vee worden gedreven. In 1660 leed een Fransch schip, dat van
Nantes naar Madagascar op weg was, schipbreuk
in de Tafelbaai. Alle opvarenden werden gered,
onder wie een groot aantal Hugenoten. Van dezen
gingen 35 in dienst van de Compagnie over. Hoewel de nederzetting meer en meer aan haar bestemming voldeed, was men daarvan in het moederland
nog altijd niet overtuigd. Het oordeel van de schippers was in tegenspraak met de rapporten van Van
Riebeeck, welke te optimistisch werden geacht.

given plots of land outside the fort, which they


could cultivate as gardeners and farmers. This plan
was carried out in 1 657 and thus laid the foundation
of a real colony at the Cape.
Even under van Riebeeck's rgime, repeated
expeditions into the interior were made with a
view to exploring the country, so that the settlers
gradually learnt more and more of the land and
its nature. In 1658 the vine was planted in
South-Africa and, shortly after, the Commander
himself laid out a vineyard on the Liesbeek, above
the Rondebosch (Wijnberg). In 1659 the many
difficulties with the natives led to the first war with
the Hottentots. A t this time a part of the colony
was palisaded and the number of guard houses
increased in order to prevent surprise attacks. When
in the following year, after the peace, an agreement
was made, the trade in cattle could be carried on
on a large scale. In the year 1 660 a French ship,
on her way from Nantes to Madagascar, was shipwrecked in Table Bay. A l l on board were saved,
among them many Huguenots. Thirty-five of these
entered the service of the Company. Although the
settlement answered its purpose more and more
fully, those in the home country were not yet convinced of the fact. The opinion of the captains was
in contradiction with the reports of Van Riebeeck,
which were deemed to be too optimistic.

De bemanning van de retourschepen, voor een


groot deel ruw en ongebonden volk, had tegenzin
in de Kaap, vooral omdat daar aan land gewerkt
moest worden. Door dit alles is de waardeering voor
het werk van Van Riebeeck benadeeld. Met groot
beleid heeft hij in dien eersten, moeilijken tijd het
bewind gevoerd, orde en rechtszekerheid weten te
handhaven te midden van allerlei woelige elementen en het hoofd geboden aan tallooze verwikkelingen met de inboorlingen, de kolonisten en het
oproerig scheepsvolk. Hij was gematigd in al zijn
optreden, verzoeningsgezind en minzaam, rechtvaardig tegenover de inboorlingen, ijverig en werkzaam, onbesproken in handel en wandel, een goed
huisvader, oprecht in den geloove.

The crews of the homeward bound ships, who


were mostly coarse and dissolute, had an aversion
to the Cape chiefly because they had to work when
on shore there. In consequence of all this the appreciation of van Riebeeck's labours was diminished. During these early and difficult times Van
Riebeeck governed with great skill and prudence,
and was able to maintain order and the assurance
of justice in the midst of all kinds of turbulent dements, while he bravely faced countless complications with the natives, the Colonists and rebellious
sailors. He was temperate in all his acts, of a conciliatory nature and amiable, just towards the natives, a zealous and industrious man, irreproachable
in word and deed, a good father, strong in religion.

Omdat hij inzag, dat hij het den Hoogen Heeren


toch niet naar den zin kon maken en zij zijn arbeid

Seeing that he could not please Their High


Mightinesses and that they did not appreciate his

Oost-Indisch Compagnie-schip, de Asia" van de Kamer van Amsterdam,


admiraalschip in de retourvloot van 1678- Naar het eenig bekende exemplaar
van de prent door W . Swidde, gedateerd 1680.
The East Indiaman Asia" of the Amsterdam Chamber, which was the
Admiral ship of the return fleet of 1678. This is a reproduction of the unique
copy of an engraving by W . Swidde, dated 1680.

Prentenkabinet.]

Amsterdam.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

24

niet op prijs stelden, had hij reeds meer dan eenmaal om ontheffing verzocht, maar eerst in 1662
werd hem eervol ontslag van zijn post vedeend.
Nadat hij te Batavia korten tijd lid van den Raad
van Justitie was geweest, werd hij in September
1662 Commandeur en President van Malakka.
Toen in het laatst van 1664 zijn vrouw hem was
ontvallen, schreef hij een roerenden brief naar
Batavia en toen eerst werd aan zijn verzoek voldaan. In November 1665 kwam hij te Batavia aan
en werd benoemd tot Secretaris van GouverneurGeneraal en Raden van Indi. Aldus kreeg hij wel
zitting in het hoogste college, maar niet als medelid.
Ook aan een anderen hartewensch is niet voldaan,
want het vaderland heeft hij niet teruggezien. In
den leeftijd van 58 jaren is hij in 1677 te Batavia
overleden en in de Groote Kerk begraven. Weinig
tijds daarna keerde zijn veelbelovende zoon,
Abraham, geboren aan de Kaap in October 1653,
die te Leiden in de rechten had gestudeerd, in Indi
terug. Deze bereikte geleidelijk de hoogste ambten.
Van 1 709 tot aan zijn dood in 1 71 3 is hij Gouverneur-Generaal geweest.
H E T H O L L A N D S C H BEWIND
1662 -

1711

Onder Zacharias Wagenaar, van Riebeeck's


opvolger, stichtte de Compagnie, met het oog
op het dreigende optreden van de Franschen, een
versterkte factorij op Mauritius, welke onderhoorig werd aan de Kaapstad. In het laatst van 1664
kwamen daar berichten over een vermoedelijken
oorlog met Engeland. Op last van de Bewindhebbers werden daarom 300 soldaten aan de Kaap
geland en werd veel volk te werk gesteld aan den
bouw van een echte vesting, in tegenstelling met
het eerste fort met aarden wallen, dat den naam
had gekregen van Van Riebeeck's Kasteel. De
eerste steen van het nieuwe, het Kasteel de Goede
Hoop, werd gelegd op 2 Januari 1666. Het station op het Kaapsche schiereiland was nu gegroeid tot een strategisch punt van groote beteekenis, een bolwerk tegenover Fransche en Engelsche
concurrentie. Dat iets dergelijks noodig was, daarvan had men reeds het besef opgedaan in het laatst

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

work, he had more than once asked to be relieved of


his post, but it was only in 1662 that his resignation
was accepted. After he had, for a short time, been
member of the Council of Justice at Batavia, he was
appointed Commander and President of Malacca in
September 1662. Towards the end of 1664, when
he was bereft of his wife, he wrote a touching letter
to Batavia and only then did they comply with his
request. He arrived at Batavia in November 1665
and was appointed Secretary to the Governor
General and to the Council of India. He thus
attained to a seat in the highest official body in the
Colony, but only as a scribe. He was notto become
Councillor of India, or to see his mother country once
more, for he died in 167 7, at the age of 58, at Batavia,
where he was buried in the Groote Kerk, without
having revisited the Netherlands. Shortly after his
death, his promising son Abraham,born at the Cape
in October 1653, and who became Doctor of Laws
at Leiden, returned to India, and in succession
occupied the highest posts in the Colony. From
1 709 until his death in 1713 he was Governor
General of India.
THE DUTCH

GOVERNMENT

1662

1711

Under Zacharias Wagenaar, van Riebeeck's


successor, the East India Company, owing to the
threatening attitude of the French, established a
fortified factory on the island of Mauritius, which
was made subsidiary to Cape Town. Towards
the end of 1664 reports reached the Colony of
a possible war with England, and in pursuance
to orders of the Governors 300 men were landed
at the Cape and a number of men were set to
work to build a real fortress, instead of the first
fort with its mud walls, which had been given
the name of Van Riebeeck's Castle. The
foundation stone of the new fort, named the
Castle of Good Hope, was laid on January
2nd. 1666. T h station on the Cape peninsula
had now become a point of great strategical importance, and was a strong bulwark against French
and English competition. That something of the
kind was necessary had already been feit at the

KAART VAN KAAPSTAD.

1660

MAP OF CAPETOWN.

A. Stadsgrens; B. Compagnies kabelloods; C. Hoveniershuis; D Waterkorenmolen; G. Koe- en schapenstal;


H. Ziekenhuis; K. Smidswinkel; L. Kombuis voor 't volk en de slaven; N- Hoofd; O. Versche rivier;
Q. Gracht; R . Steenoven; 5. Huizen van vrijluyden; V- Compagnie's huizen; IV. Tuinen der vrijlui.
RWu Archief]

[Den Haag

Het

nieuwe kasteel ,,De Goede Hoop", in gebruik genomen n 1674.


The

Rijks Archief.]

New Castle the Good Hope", garrisoned in 1674.


[Den

Haag.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

26

van 1668, toen een Fransche vloot van 12 schepen, naar Indi onderweg, de Tafelbaai binnenliep.
De Commandeur Cornelis van Quaelbergen wist
niet beter te doen dan de Franschen op ruime
schaal van alles te voorzien en hen te helpen bij
het kalefaten van hun lekke schepen. En dat hoewel deze mededingers aanstalten maakten om zich
in de Saldanha Baai blijvend te komen vestigen.
Zij richtten daar Fransche wapenborden op als
teeken van bezit. Die misplaatste hulpvaardigheid
is den Commandeur zoo zwaar aangerekend, dat
hij bij de eerste gelegenheid werd ontslagen.
De Bewindhebbers gelastten, dat vreemde schepen nooit meer uit de Compagniesvoorraden mochten worden voorzien, maar hoe dan ook, zich zelf
maar moesten redden.
Niet lang daarna was er gelegenheid om deze
instructie toe te passen. In 1670 liep een tweede
Fransche vloot onder Admiraal de la Haye de
Tafelbaai binnen, maar de toenmalige commandeur,
Hackius, weigerde pertinent haar uit de Compagniesvoorraden te voorzien. De Franschen namen
dit zeer euvel. Met zes hunner schepen gingen zij
naar de Saldanha-Baai en vermeesterden de Hollandsche versterking, maar daarna vertrokken zij
zonder bezetting achter te laten. Toen enkele maanden later het garnizoen met 300 man was versterkt,
werd ook deze post weer in bezit genomen. De
grootsche plannen van Frankrijk, die tegen de
Compagnie in Oost-Azi waren gericht, zijn ten
slotte totaal mislukt. De vloot van De la Haye werd
in 1674 op de kust van Coromandel door Rycklof
van Goens geheel verslagen.

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

end of 1668 when a French fleet of 12 ships, on


their way to India, put into Table Bay. The Commander at the time, Cornelis van Quaelbergen,
thought he could not do better than generously to
supply the French with everything they required and
to render them assistance in caulking their leaky
ships, in spite of the fact that these rivals showed
signs of establishing themselves permanently in the
neighbourhood, in the Saldanha Bay. The French
put up their coats of arms there as a sign of possession.
This misplaced eagerness to help on the part of the
Commander was taken so much amiss at home that
he was relieved of his post at the first opportunity.
The Governors issued an order that foreign
ships were never again to be victualled from the
Company's stores, but that they should look after
themselves as best they could.
Not long afterwards an opportunity occurred to
carry out these instructions.In 1670,asecondFrench
fleet under command of Admiral de la Haye called
at Table Bay. Hackius, the Commander then in
charge, positively refused to supply them with anything from the Company's stores. The French took
this in very bad part, and, with their six vessels, went
to Saldanha Bay and there seized the Dutch fortification, although they subsequently departed without
leaving any garrison behind. When a few months
later the Cape garrison was increased by 300 men,
this post was retaken. The grand plans of France,
which had been aimed at the power of the Company
in Eastern Asia, terminated in a total failure.
De la Haye's fleet was defeated by Rycklof van
Goens off the coast of Coromandel in 1674.

Het hier voorgaande gebeurde gedurende den


derden Engelschen oorlog, toen de Republiek ook
door Frankrijk werd aangevallen. Om die redenen
werd met groote inspanning voortgewerkt aan het
nieuwe Kasteel van Kaapstad. Uit Amsterdam
werd hout en steen aangevoerd, groote voorraden
werden bijeengebracht en alles voor een mogelijken
aanval ingericht.

The events outlined above took place during the


third war with England, when the Republic was
also attacked by France. On this account great
energy was devoted to the construction of Cape
Town Castle. Timber and stone were imported
from Amsterdam, a considerable quantity of stores
was collected and everything prepared to resist a
possible attack.

De gevreesde aanval van Engelschen of Franschen bleef achterwege, maar gedurende de oorlogsjaren werd de vrede verbroken met den machtigsten
stam van inboorlingen in de buurt van het Kaapsche

The expected attacks from the English and


French did not take place, but during the war the
peace was broken with the powerful tribe of
natives in the neighbourhood of the Cape peninsula.

Rycklof van Goens, Regeeringscommissaris aan de Kaap in 1657, Commandant in de zeeslag bij
Coromandel in 1674, en zijn gezin.
Rycklof

van Goens,

High Commissioner at The Cape 1657, Commander


Coromandel 1674, and his family.
B. van der Helst pinxtt 1655.

in the

battle off

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

28

schiereiland. Deze, de zoogenaamde tweede Hottentot-oorlog, in 1673 begonnen, duurde vier jaren
en bracht door het vervallen van den handel in vee,
de voedselvoorziening in groot gevaar. Toen de
vrede was hersteld, werd er ernstig naar gestreefd
dat de kolonisten zelf veeteelt zouden bedrijven,
om niet langer afhankelijk te zijn van de inboorlingen. Dit werd vooral bevorderd door

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

This so called second Hottentot war, which commenced in 1673, lasted four years and greatly endangered the victualling of ships owing to the
inability to trade in cattle with the natives. When
peace was restored, care was taken that the colonists should breed cattle themselves so that they
should no longer be dependent on the natives.
This formed part of the task of

SIMON V A N . DER STEL,

SIMON V A N DER STEL,

een der bekwaamste commandeurs die de Kaap


heeft gehad. Hij is opgetreden in 1679 en heeft
bijna twaalf jaren met groote energie het bewind
gevoerd. Kort na zijn aankomst maakte hij inspectiereizen en daarbij kwam hij in een prachtige
vallei aan de andere zijde van de landengte. Daar
vloeide een heldere rivier welke zich in twee
takken verdeelde en aldus een met zware boomen
begroeid eiland vormde. Om zijn naam te vereeuwigen, noemde hij dat eiland Stellenbosch en
daar stichtte hij eene nieuwe kolonie.

one of the most able commanders f the Cape.


He took charge in 1679 and governed with great
energy for the space of nearly twelve years.
Shortly after his arrival he made several voyages of
inspection and in doing so discovered a magnificent
valley on the other side of the peninsula. Flowing
through this valley he found a clear river, which
there forked and thus formed an island, covered
with large trees. In order to preserve his name to
posterity he named the island Stellenbosch and
founded a new colony there.

Alles stelde hij in het werk om haar tot bloei te


brengen en hij slaagde naar wensch. Toen de beste
gronden van Stellenbosch door boeren waren bezet, werd er een gerechtshof gesticht, later kwam
er een jaarmarkt met gepaste kermisvermakelijkheden, waar naar vaderlandschen trant naar den
vogel werd geschoten. In 1 683 werd er een school
geopend. Hij bewerkte ook, dat de groote moestuin,
welke diende voor het garnizoen en de aanloopende schepen, werd uitgebreid en vermaard werd
als de Compagnies Tuin", welke nog een eeuw
later ieders bewondering wekte door fraaien aanleg
en verscheidenheid van gewassen, als de schoonste
botanische tuin buiten Europa. Nog is de Laan
te Kaapstad daarvan een prachtig overblijfsel.

He did everything he could to make this settlement a success, and attained his desire. When the
best land at Stellenbosch was occupied by the
farmers, a Court of Justice was established, and
subsequently an annual fair, where according to
Dutch wont, birds on a pole were shot at. A school
was opened there in 1683. He also enlarged the
gardens of the Company, which supplied the garrison and vessels with fresh food, and became
famous as the "Compagnies Tuin" which a century
later was to be universally admired for its beautiful
arrangement and great variety of plants, as the
most beautiful botanical gardens outside Europe.
The Avenue at Cape Town is a still magnincent
remnant of these gardens.

In de eerste jaren hadden de aanplantingen te


Stellenbosch veel te lijden van insecten, maar in
1684 kon voor de eerste maal graan naar Indi
worden uitgevoerd. Sedert was Zuid-Afrika onafhankelijk van de buitenwereld voor den invoer
van voedingsmiddelen.
In den loop van den tijd, reeds onder Van
Riebeeck, waren herhaaldelijk hooge commissarissen aan de Kaap geweest om verbeteringen
aan te brengen naar den zin van de meesters in

During the first few years the crops at Stellenbosch suffered considerably from insects, but in
1684 the farmers were able, for the first time, to
export corn to the Indies. Since that date South
Africa has been independent of the outside world
for its food supplies.
A t various times since the establishment of the
Colony, even under van Riebeeck's rgime, High
Commissioners had repeatedly arrived at the Cape
in order to bring about the improvements desired by

H O L L A N D ZUID-AFRIKA
Nederland en in Indi. Dit geschiedde weer in
1685, toen Van Reede van Drakestein als commissaris-generaal met uitgebreide volmacht was
uitgegaan, om alle misbruiken in Indi te onderzoeken en tegen te gaan. Aan de Kaap vestigde
hij een geheel stelsel van bestuur met tal van
instellingen naar Nederlandsch model (colleges
voor burgerlijke, justitieele en kerkelijke zaken,
een weeskamer, landdrosten, heemraden, enz.)
Ook regelde hij de verhouding tot de slaven en
hun behandeling, waarbij huwelijken tusschen
Europeanen en vrijgelatenen werden verboden.
Vele van de wettelijke regelingen door Van
Reede van Drakestein in naam van de Bewindhebbers ingesteld, hebben zelfs de O. I. Compagnie overleefd. Van Reede had Van der Stel in
de buurt van Wijnberg een aanzienlijk grondbezit
toegewezen. Daar stichtte deze een prachtig landgoed, dat hij naar zijne vrouw Constantia noemde
en waar hij wijngaarden aanlegde. Toen er in 1687
in de buurt van den naar Van der Stel genoemden
Simonsberg eene nieuwe kolonie werd aangelegd,
gaf hij die den naam van Drakestein.
Steeds was men bedacht op het uitbreiden
van het aantal der kolonisten. Personen op de
aan- en afvarende schepen, die daarvoor in aanmerking kwamen, werden aangemoedigd zich als
boeren of vrije burgers te vestigen. Dertig jaar
na de stichting was er reeds een vrij talrijk nageslacht van de pioniers, maar het vrouwelijk
element bleef weinig talrijk. Daarom werden op
aanlokkelijke voorwaarden meisjes uit de weeshuizen te Amsterdam en te Rotterdam uitgezonden. Dit is inderdaad van 1685 gedurende enkele
jaren geschied, maar er kwamen telkens ten hoogste 7 of 8 en het totaal is klein gebleven. Die
weesmeisjes trouwden meest met de welvarende
Kaapsche burgers, gewoonlijk binnen enkele weken
na aankomst. In deze periode werd echter de
kolonie belangrijk versterkt door een vrij groot
aantal Hugenoten, die na de herroeping van het
Edict van Nantes, uit Frankrijk naar ons land
waren gevlucht. De Bewindhebbers oordeelden
terecht, dat deze Franschen bijzondere kennis
hadden van den wijnbouw, het winnen van olie en

29

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

the masters in the Netherlands and the Indies.


Such a visit was again made in 1685 when Van
Reede van Drakestein had been sent out as Commissioner General with extensive powerstoinvestigate and suppress all abuses in India. A t the Cape
he established a complete system of administration
with institutions based on the Dutch model (councils for civil, judicial and ecclesiastical matters, a
Court of Chancery, Magistrates, Dike-reeves, etc.)
He also regularized the condition of the slaves and
their treatment, prohibiting marriages between Europeans and freed slaves. Many of the laws instituted
by Van Reede van Drakestein in the name of the
Governors have outlived the East India Company
itself. This High Commissioner was gratefully
remembered by the Commander, for van Reede had
allotted to him a considerable property in the neighbourhood of Wynberg. Here Van der Stel laid out
a magnincent estate which he named Ccnstantia
after his wife.and where he planted a vineyard. In
the year 1687 a new settlement was established in
the neighbourhood of the Simonsberg, so called
after Van der Stel himself; it was named Drakestein.
The colonistswere always on the alert to increase
by all possible means the number of settlers.
Persons on board the numerous ships calling at
Table Bay were, if suitable, encouraged to establish
themselves in theColony as farmers or free burghers.
Thirty years after the date of the settlement there
was already a fairly numerous progeny of the
pioneers, but the feminine element continued to be
relatively small. For this reason, girls from the
Municipal orphanages at Amsterdam and Rotterdam
were sent out on attractive terms. This actually was
done for a few years after 1685, but no greater
number than 7 or 8 at a time ever went out, and
their total number was very small. A s a rule these
orphans were married to the most prosperous Cape
burghers, practically within a few weeks after their
arrival. During this period however the colony was
considerably reinforced by a fairly large number of
Huguenots who had left France to take ref uge in the
Netherlands after the revocation of the Edict of
Nantes. The Governors were rightly of opinion,
that these Frenchmen possessed special knowledge

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

30

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

van andere producten. Daarom werd hun emigratie


naar de Kaap aangemoedigd en op verschillende
wijzen gesteund. Voor een deel vestigden zij zich
te Stellenbosch, velen te Drakestein, anderen in
een nieuwe nederzetting, de Fransche Hoek.
Onder het langdurig bewind van Van der Stel
is veel gedaan voor het onderzoek van het binnenland. Het was een groot voordeel, dat deze
bekwame man zich aan het land gehecht gevoelde
en persoonlijk veel belang stelde in de welvaart der
kolonie. In 1691 werd hij verheven tot Gouverneur,
een titel welke voortaan blijvend werd gevoerd
in overeenstemming met de beteekenis van
het gewest. Daarna heeft hij nog geregeerd
tot 1699. Zoozeer was hij gehecht aan de Kaap
dat hij zich vestigde op zijn landgoed Constantia,
om zich te wijden aan den wijnbouw en aan
aanplantingen op groote schaal. In 1711 is hij
aldaar overleden.

of the cultivation of the grape, and of oil and other


products.Consequently their emigration to the Cape
was encouraged and subsidized in various ways.
Some settled at Stellenbosch, but most at Drakestein, and a few in a new settlement called the
"Fransche Hoek".

Omdat Simon van der Stel bij de Bewindhebbers in hooge eere stond, als de man, die de Kaap
in den werkelijken zin tot bloei had gebracht, werd
zijn zoon Willem Adriaan van der Stel, tot zijn
opvolger benoemd. Deze nieuwe Gouverneur was
ontegenzeggelijk iemand van veel bekwaamheid,
maar opvliegend, heerschzuchtig en bovenal be
lust op geld. Hij maakte zich meester van een groot
gebied, Vergelegen geheeten, hij verrijkte zich zelf
met het landbouwbedrijf, ja feitelijk beheerde hij
de geheele kolonie als een aan hem persoonlijk
ondergeschikte onderneming, van welke hijzelf
dus de grootste inkomsten trok. In het eind werd
deze tirannieke Gouverneur in 1 706 teruggeroepen,
maar met behoud van zijn rang en titel. Later
werden hijzelf en zijn gunstelingen niet eervol
ontslagen. Zijn bezittingen aan de Kaap werden
verbeurd verklaard en ten bate van de Compagnie
verkocht. Vergelegen werd in vieren verdeeld.
Tegelijk werd verordend, dat de leiders der kolonie
voortaan niet voor eigen rekening zaken mochten
drijven. Omtrent den ouden Gouverneur, Simon
van der Stel, werd bepaald dat hij in het bezit van
Constantia mocht blijven, maar dat ook dat landgoed na zijn dood zou worden verkocht. Dit is dan
ook in 1711 geschied. Ondanks zijn wanbeheer

A s Simon van der Stel slood high in the estimation of the Company, mainly as the man who had
really led the Colony to prosperity, his son Willem
Adriaan van der Stel was appointed his successor.
This new Governor was undeniably a man of great
ability, but hot-tempered, domineering, and, above
all, possessed of the love of gain. He took possession of a Iarge district, named Vergelegen, and
enriched himself by agriculture, indeed, he actually
administered the entire colony as if it were an
enterprise subject to himself personally, and from
which he thus drew the greatest possible revenue.
In the end, however, this tyrannical governor was
recalled in 1706, though he still retained his
rank and title. Subsequently he and his favourites
were "dishonorably" deprived of their office. His
possessions at the Cape were forfeited to the
Company and Vergelegen was divided into four
parts. A t the same time instructions were laid
down that the head of the Colony should no longer
be allowed to trade on his own account. A s to the
former Governor Simon van der Stel, he was allowed
to retain the possession of the Constantia estate,
but it was to be sold after his death, which was
actually done in 1 71 1. In spite however of his misgovernment, Willem Adriaan van der Stel did

During Van der Stel's long term of governorship,


a great deal was done in exploring the interior. It
has been to the Colony*s lasting advantage that this
most able man was much attached to the country
and personally interested in the prosperity of the
settlement. In 1691 he was promoted to the rank
of Governor, a title which, thenceforward, was
permanently given to the commander in view of
the importance of the Colony. He governed the
Colony until 1 699 and was so much attached to
the Cape that after his retirement he settled on his
estate Constantia, devoting himself to viniculture
and planting. He died in 1711.

Het Oost-Indische Huis, zetel van de O. I. Compagnie, Kamer van Amsterdam.


The East-India House, residence of the Amsterdam Chamber of the E . I. Company.

Het Burgerweeshuis te Amsterdam, afdeeling voor de meisjes, waarvan enkele naar de Kaap
zijn uitgezonden
The Burgher-Orphanage of Amsterdam. The female department. Some of the girl-orphans emigrated
to the Cape during the 17th cent.

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

32

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

heeft Willem Adriaan van der Stel, gropt en blijvend


nut gesticht, omdat hij groote waterreservoirs aanlegde voor de irrigatie in tijd van droogte.

much to the great and lasting benefit to the Colony,


because he built the large water reservoirs to serve
(or irrigation purposes in times of drought.

1711 1784

1711 1784

De volgende jaren werden gekenmerkt door een


reeks van rampen en tegenslagen. In het laatst van
1710 werd Stellenbosch door een zwaren brand
geteisterd. In 1713 werd door waschgoed op een
Indisch schip een epidemie van kinderpokken in
Zuid-Afrika aangebracht. Zij woedde onder de slaven, zoodat een derde van hun aantal bezweek,
verspreidde zich onder de Europeanen en deed
velen omkomen, waarna de besmetting zoo groote
verwoestingen aanrichtte onder de Hottentotten,
dat geheele stammen uitstierven. Drie jaren duurde
deze plaag en nog lang bleven de gevolgen merkbaar. Daarna ontstonden moeilijkheden met de
Boesmans, die de afgelegen boerderijen overvielen,
moord en doodslag bedreven en het vee wegroofden. In 1715 werd tegen hen een kommando van
koloniale burgers uitgezonden, het eerste in een
lange reeks.

The following years were marked by a series of


disasters and failures. Towards the end of 1710
Stellenbosch was ravaged by a great fire. In 1713
an epidemie of smallpox raged throughout South
Africa, the infection having been brought ashore
with the linen from an East Indiaman. The slaves
were so severely attacked by the disease that more
than a third of their number perished, spreading to
the Europeans, many of whom also died of the
disease. Among the Hottentots the epidemie made
such ravages that whole tribes were wiped out.
The plague lasted for three years and its effects were
still noticeable for many years after. After this,
difficulties arose with the Boesmans, who feil upon
isolated farms, killing and plundering and stealing
away the cattle. In 1715a commando of colonial
burghers was sent out against them, thefirstof a long
series of such expeditions.

Na den vrede te Utrecht in 1713, welke den


12-jarigen oorlog met Frankrijk beindigde, ging de
Compagnie haren handel aanzienlijk uitbreiden.
Nadien nam het scheepvaartverkeer ook aan de
Kaap sterk toe. (Van begin 1 71 5 tot einde 1 724
deden 871 schepen de Kaap aan, waarvan 645
Hollandsche, 182 Engelsche, 17 Fransche, 10
Deensche, 4 Portugeesche en 3 Vlaamsche). Er
kwamen voortaan minstens vier uit- en thuisvarende
Compagniesvloten per jaar. De overmacht van de
Hollandsche vlag werd nog sterker omdat de
vreemde schepen de Kaap vermeden, waar zij in de
volgende tijden van schaarschte veroorzaakt door
een nieuwe plaag, het mond- en klauwzeer niet
voldoende konden worden voorzien. De vreemdelingen brachten gereed geld in het land en toen zij
wegbleven, werd dit door de burgers sterk gevoeld.
In al dien tegenspoed waren, bij het toenemend
scheepvaartverkeer in de Tafelbaai, tallooze schipbreuken te betreuren met verlies van vele menschenlevens en groote waarde aan lading. Vooral in het
jaar 1 737 zijn vele schepen verloren gegaan. In

After the Peace of Utrecht in 1713, terminating


the Twelve Years' War with France, the Company
considerably extended its trade. After this date
shipping to the Cape greatly increased. (From the
beginning of 1 71 5 to the end of 1 724, 874 ships
called at the Cape, of which 645 were Dutch,
182 English, 17 French, 19 Danish, 4 Portuguese, and 3 Flemish). Thenceforward no fewer
than four fleets of merchantmen belonging to the
East India Company sailed out and home every
year. The superiority of the Dutch flag was even
more pronounced because the foreign ships avoided
the Cape as in the subsequent periods of food
shortage owing to the new cattle plague, the
foot and mouth disease they could nt sufficiently
replenish their fresh victuals. The foreigners had
brought ready cash into the country and, when
they stayed away, the absence of the revenue was
severely feit by the burghers. These days of
adversity were also marked by numerous shipwrecks which took place in the neighbourhood of
Table Bay, involving the loss of many lives and

Gezicht op Kaapstad met het kasteel in 1762 naar een teekening van J. Rach.
View of Capetown with the castle in 1762, after the sepia 'drawing of J. Rach.
Collectie Van Stolt ]

[Rotterdam.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

34

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

1742 werd een groote verbetering verkregen toen


in verband met de heerschende winden, de Simonsbaai werd ingericht om gedurende een deel van het
jaar als vluchthaven te dienen. Toen in het volgende jaar de nieuw-benoemde Gouverneur-Generaal
van Indi Van Imhof f te Kaapstad aankwam, werden
de plannen uitgebreid en de grondslag gelegd voor
de Simonsstad. Tegelijk werd in de Tafelbaai een
groote golfbrekende dam aangelegd, maar deze onderneming is vruchteloos gebleken, waarna het werk
is gestaakt. De resten van dien golfbreker zijn echter nog tegenwoordig te zien.

enormous values in cargoes. The year 1737 was


fateful in this respect, for a great many ships were
lost. A great improvement came in 1 742, when,
in view of the prevailing winds, Simons Bay was
made a port of refuge during part of the year. When,
a year later, the new Governor-General of India,
Van Imhoff, arrived at the Cape, the plans were
extended and thus laid the foundation of Simonsstad. A t the same time a large breakwater was built
out into Table Bay, but the project proved to be a
failure, and the work was stopped. The remains
of this breakwater can still be seen to-day.

Betere tijden braken aan onder het bewind van


den Gouverneur RijkTulbagh, die in 1 751 optrad.
Hij heeft ten volle bewezen wat een goed regeerder
vermag in wien allen onbeperkt vertrouwen stellen
door strikte onpartijdigheid en eerlijkheid. Te meer
werd dit op prijs gesteld in een tijd toen corruptie
en eigenbaat heerschten. Onder zijn bestuur werden
nieuwe bepalingen vastgesteld op de slaven, die
steeds van Madagascar en elders werden aangevoerd en groote moeilijkheden veroorzaakten. De
financieele toestand verbeterde na 1757 toen vele
Fransche schepen de Tafelbaai binnenliepen en in
zonderheid wijn insloegen. De Kaapstad breidde
zich nu gestadig uit, de werken te Simonsstad werden voltooid en Stellenbosch nam in beteekenis toe.
De verhouding met de inboorlingen onder Tulbagh's
bestuur was over het algemeen bevredigend en ondanks eenige jaren van droogte vertoonden de uitvoer van graan, erwten en boonen, en die van wijn,
stijgende cijfers. Daarbij werden nu ook paarden
gexporteerd. De Gouverneur, die den eerenaam
van Vader" Tulbagh had verworven, had volle
twintig jaren de Kaap bestuurd, toen hij in 1771
overleed, door iedereen betreurd. Zijn opvolger,
Joachim van Plettenberg daarentegen, miste vele
eigenschappen van een goed regeerder, vooral omdat hij zijn ondergeschikten gelegenheid liet tot
omkooperij en knevelarij. Het onrechtvaardige optreden van de justitie verwekte groot verzet, te
meer omdat de begrippen van vrijheid en vrijmaking
in deze dagen uit Amerika werden overgebracht.
Ondanks alle pogingen van den Gouverneur om
hun vertrek te verhinderen, vertrokken in 1 779 vier

The Colony passed through more prosperous


times under the government of Ryk Tulbagh,
who came out in 1751. He has shown what a
good ruler could do in whom every one placed
unlimited confidence because of his strict impartiality and honesty. This was appreciated so much the
more in a period when corruption and self-interest
were rampant. Under his regime new laws were
made with regard to the slaves, who were being
continually imported from Madagascar and elsewhere and caused great dirhculties. The Colony's
financial position improved considerably after 1757
when many French ships put into Table Bay and
particularly took wine on board. Cape Town now
gradually grew, the port works at Simonsstad were
completed and Stellenbosch increased in importance. During Tulbagh's governorship the relations with
the natives were on the whole satisfactory, and in
spite of several years of drought, the exports of
grain, peas, beans, and of wine showed increasing
figuies; these exports also began to include horses.
When the Governor, who had been honored with
the name of "Father" Tulbagh, died in 1771, he
had governed the Colony for twenty years and was
regretted by every one. His successor, Joachim van
Plettenburg, on the other hand, lacked many of the
qualities of a good governor, particularly because
he allowed corruption and extortion among his
officials to go unpunished. The unjust actions of the
judical authorities aroused considerable antagonism,
especially as just about this time the notions of
liberation had reached the Colony from America.
In spite of every effort on the part of the Governor

De Drostdij te Tulbagh, genoemd naar den Gouverneur Rijk Tulbagh (1751 1771). Voorbeeld
van den Kaapsch-Hollandschen bouwstijl.
The Government House at Tulbagh, named after the Commander Rijk Tulbagh (1751 1771).
A typical Cape Dutch building.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

36

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

afgevaardigden van de protesteerende kolonisten


naar Nederland, waar zij aan Heeren Zeventienen
hun klachten uiteenzetten. Van Plettenberg verdedigde zich schriftelijk, maar het geding werd in 1 781
onderbroken door den nieuwen oorlog met Engeland, waarbij de Republiek door Frankrijk werd
gesteund. Terwijl nu de moeilijkheden met de Boesmans aan de grenzen steeds toenamen, was de Kaap
zoo goed als onverdedigbaar voor een Engelschen
aanval. Een Engelsch schip dat argeloos binnenliep,
werd vermeesterd, maar een groote Britsche vloot
was nu naar Zuid-Afrika onder zeil. Een geluk, dat
zij in den slag bij St. Jago door een Fransche vloot
onder De Suffren groote schade leed. Deze bereikte
de Kaap het eerst en bracht er tijdelijke welvaart.

tostop them, four deputies were sent to the Netherlands by the protesting colonists, where they explained their grievances to the "Seventeen '. Van
Plettenberg defended himself in despatches but the
case was interrupted by the new war with England,
in which the Republic was supported by France.
Now that the troubles with the Boesmans at
the frontiers constantly increased, the Cape was
practically indefensible against an English attack.
A n English ship that unsuspectingly put into the bay
was seized, but a large British fleet was on its way
to South Africa. Fortunately this fleet had suffered
considerably at the hands of the French under De
Suffren in the battle off St. Jago. The latter reached
the Cape first and brought temporary prosperity.

Eerst na den oorlog met Engeland, in 1 784,


werden van hoogerhand veranderingen in het bestuur aangebracht, echter zoo weinig afdoende dat
de agitatie in Zuid-Afrika voortduurde.

It was only after the war with England, in 1784,


that changes were made by the home authorities in
the Government, but these were so inadequate
that the agitation continued in South Africa.

1784 1796

1784 1796

De Oost-Indische Compagnie, die in werkelijkheid reeds hopeloos bankroet was, trachtte door
machtsvertoon haar crediet nog op te houden. Van
Plettenberg* s opvolger, kolonel Van de Graaff
(Graaff-Reinet draagt de namen van hem en zijn
vrouw), deed niets omdeverdorvenheidende slechte
praktijken zijner ambtenaren tegen te gaan en zelf gaf
hij een slecht voorbeeld door in de grootste weelde
te leven en schatten te verspillen aan nuttelooze
versterkingen. Het deficit op den dienst werd reusachtig. Van de Graaff voelde zich sterk als een
gunsteling van Prins Willem V . Eerst in 1792
kwamen twee commissarissen, Mr. Sebastiaan
Cornelis Nederburgh, eerste advocaat van de Compagnie en de zee-officier Simon Hendrik Frykenius,
om ingrijpende veranderingen aan te brengen. Zij
slaagden er in, de uitgaven te beperken, maar de
algemeene ontevredenheid konden zij niet wegnemen en terwijl de grenzen door de Kaffers werden
aangevallen, vermeerderde de algemeene onrust en
het verzet tegen het bestuur. De heele kolonie verkeerde in een staat van achteruitgang en dreigend
verval. Toen Nederburgh en Frykenius in 1793
waren vertrokken en Sluysken tot Gouverneur was

The East India Company, which was in reality


hopelessly bankrupt, attempted to maintain its
credit by a show of power. Van Plettenberg s successor, Colonel de Graaff, (Graaff-Reinet bears his
name and that of his wife) did nothing to counteract the malpractices and corruption of his officials,
and he himself gave a bad example by living in the
greatest luxury and wasting fortunes in useless
defences. The deficit in the administrative budget
became enormous. Van de Graaff feit himself
strong as a favourite of Prince William V . It was
1 792 before two commissioners, Dr. Sebastiaan
Cornelis Nederburgh.the Company's chief advocate
and the naval officer Simon Hendrik Frykenius,
arrived at the Cape in order to make radical
changes. They succeeded in reducing the expenditure but they could not take away the general discontent and, while the frontiers were being attacked
by the Kafirs, the general unrest and opposition to
the government only augmented. The entire Colony
was in a state of decline and threatening decay.
When Nederburgh and Frykenius left in 1 793 and
Sluysken had been appointed Governor, there were
riots during which the burghers of Graaff-Reinet

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

38

benoemd, ontstonden opstanden waarbij de burgers


van GraaffReinet en Stellendam de landdrosten
wegjoegen en kleine republiekjes stichtten.
De gebeurtenissen in Europa verhaastten het
einde. De Fransche troepen waren in Holland met
geestdrift ingehaald, de Stadhouder was naar Engeland gevlucht en de nieuwe, de Bataafsche Republiek, sloot een verbond met Frankrijk. Onmiddellijk
zond toen Engeland een vloot uit om de Kaap
Kolonie te bezetten. In Juni 1 795 kwam zij in de
Tafelbaai aan. De bevelhebber, admiraal Elphinstone, bracht een bevelschrift over van den Stadhouder om de Britsche troepen als een bevriende
krijgsmacht, toe te laten tot het Kasteel en de forten,
welke de kolonie tegen een Franschen aanval zou
beschermen.
De overgroote meerderheid der bevolking was
Oranjegezind, maar men aarzelde, uit vrees dat de
Engelsche bezetting wel eens blijvend kon zijn. T e
midden van de onderhandehngenliepeenHollandsch
schip de Simonsbaai binnen. Het werd bezet door
de Engelschen die alle schrifturen in beslag namen
behalve n courant en daarin stond de proclamatie
van 4 Maart 1795, waarbij alle burgers inNederland
en Kolonin van den eed van trouw aan den Prins
waren ontslagen. Wel bracht dit bericht verandering
in de meening der Prinsgezinden, maar toch werd
tot weerstand besloten. De troepen werden versterkt
met gewapende burgers, zelfs uit het pas nog oproerige Stellendam.
De Bataafsche Republiek zond nog een vloot
van 9 schepen onder admiraal Lucas uit om de
Kaap te hernemen, maar toen deze in Augustus
1 796 in de Saldanhabaai aankwam, werd zij door
een groote Britsche overmacht, te water en te land
ingesloten en tot volledige overgave gedwongen.
Een groot aantal, meest Duitsche soldaten aan
boord, ging in Engelschen dienst over.
Dit was het einde der O. I. Compagnie in ZuidAfrika, na een bestier van 143 jaren.
Nog gedurende drie jaren is de Kaap hierna
onder Nederlandsch bestuur teruggekeerd. Bij den
vrede van Amiens op 27 Maart 1802 tusschen
Groot-Brittanje, Frankrijk en de Bataafsche Republiek, werd de Kaap Kolonie aan haar vroegere be-

HOLLAND SOUTH-AFRICA
and Stellendam chased the magistrates away and
founded little republics of their own.
The events in Europe hastened the end. The
French had been enthusiastically received in the
Netherlands by the patriots, the Stadtholder had
fledto England and the new, the Batavian Republic,
made a treaty with France. England then immediately sent out a fleet to occupy the Cape Colony,
which arrived in June 1 795. The commander, A d miral Elphinstone, had brought a written command
from the exiled Stadtholder to admit the British
troops to the Castle and the forts as a friendly force
which would defend the Colony against the attacks
of the French.
By far the greater majority of the Colonists
favoured Orange, but they hesitated because they
feared that occupation by the English might easily
prove to be permanent. While the negotiations
were proceeding, a Dutch vessel put into Simons
Bay. It was occupied by the British, who seized
all documents on board. A newspaper however
reached the shore and this paper contained the
proclamation of March 4th. 1795 which stated that
all citizens in the Netherlands and Colonies were
absolved from their oath of aUegiance to the Prince
of Orange. Although this news changed the opinion
of the Prince's partisans, they determined to resist.
The troops were reinforced with armed citizens,
recruited even from the so recently rebellious
Stellendam.
The Batavian Republic sent another fleet of nine
ships under command of Admiral Lucas to recover
the Cape, but when this fleet arrived in the Saldanha
Bay, it was surrounded on all sides, by a much
superior English force, and forced to a complete
surrender. Alarge number of the soldiers on board,
most of them Germans, entered the service of the
English.
This was the end of the East India Company
in South Africa, after a rule of 143 years.
Once more, however, but only for three years,
did the Cape revert to the Dutch. By the Peace of
Amiens made on March 27th. 1802 between Great
Britain, France and the Batavian Republic, the
Cape Colony was returned to its former owners.

H O L L A N D ZUID-AFRIKA

J. A . U Y T E N H A G E DE MIST.

zitters teruggegeven. In Februari 1803 werden de


Britsche troepen door een Hollandsen garnizoen
van 3000 man vervangen en de Engelsche generaal
droeg het bewind over aan den Bataafschen
Regeeringscommissaris J. A . Uytenhage de Mist,
die den nieuwen Gouverneur, luitenant-generaal
Janssens, installeerde. De le Maart werd gevierd met een dank- en bededag en er was groote
vreugde aan de Kaap. Onder nieuwe en vrijgevige
beginselen werden bevredigende regelingen getroffen voor allerlei onderdeden van het bestuur.
De vrede in Europa duurde slechts enkele maanden. Toen Janssens bericht kreeg van den nieuwen
oorlog deed hij het mogelijke om tegenstand voor
te bereiden, maar hij kreeg orders om zijn beste
troepen naar Java te zenden, zoodat hij slechts 2000
overhield. In Januari 1806 kwam een Britsche vloot
van niet minder dan 63 schepen bij Robbeneiland
voor anker. Tegen de verpletterende overmacht kon
weinig verzet worden geboden en na enkele dagen
werd, op eervolle voorwaarden, de overgave geteekend. Thans werden de troepen op kosten van
Engeland naar Holland gezonden. Een aantal ambtenaren, vrouwen en kinderen verkozen naar Europa
terug te keeren. Op 6 Maart 1806 vertrok het

39

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

C. S. V A N DER G R A A F F .

In February 1 803 the British troops were replaced


by a Dutch garrison of more than 3000 men and
the English General transferred the government
to the Commissioner of the Batavian Republic,
J. A . Uytenhage de Mist, who installed the new
Governor, Lieutenant General Janssens. The lst. of
March was celebrated as a day of prayer and
thanksgiving and there was great rejoicing at the
Cape. Under new and liberal principles satisfactory
regulations were laid down for all parts and members of the administrative body.
The peace of Europe lasted but a few months.
When Janssens received the news of the new
war, he did everything in his power to prepare
for resistance, but he received orders to send his
best troops to Java, so that he was left with only
2000 men. In January 1 806 a British fleet of no
less than 63 ships dropped anchor off Seal Island.
Against such an overwhelming superiority in numbers resistance would have been of little avail, and
the surrender, on honorable terms, was signed a
few days later. The troops were sent to Holland at
England's expense. A number of officials, women
and children elected to return to Europe. On the 6th.
of March 1806 the squadron set sail for Europe

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

40

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

eskader met den laatsten vertegenwoordiger van de


heerschappij der Nederlanders over de door hen
gestichte kolonie aan de Kaap. Na dit tijdstip behoorde de Britsche Regeering de Kaap te beschouwen, niet als nationaal bezit, maar als een gewest, dat
mogelijk nog aan den vroegeren bezitter moest worden teruggegeven. Toen de Prins van Oranje in
1814 uit zijn ballingschap was teruggekeerd en tot
Souverein Vorst uitgeroepen, werd er met hem een
overeenkomst getroffen, waarbij de Kaap-Kolonie
voor goed aan Engeland overging. De Hollandsche
kolonisten zouden vrijheid hebben om handel te drijven met de Nederlanders en Hollandsche schepen
van iedere soort mochten gebruik maken van al de
havens aan de Kaap de Goede Hoop voor het verkrijgen van ververschingen en reparaties, zonder
onderworpen te zijn aan zwaarder belastingen dan de
Britsche. Met deze, de Londensche Conventie van
Augustus 1814, waren alle aanspraken van Nederland op de Kaap Kolonie opgeheven. De voorstelling dat de Kaap aan Engeland was verkocht is
onjuist, ondanks de overeengekomen uitkeering in
geld, want Koning Willem I werd geen keus gelaten.

having on board the last representative of Dutch rule


over the Colony founded by them at the Cape. After
this date the British Government was to have considered the Cape not as a national possession but as a
colony acquired by conquest, which might possibly
be returned to its former owner. When however the
Prince of Orange returned from exile in 1814 and
was proclaimed Sovereign of the Netherlands, an
agreement was made with him on certain conditions,
according to which theCapeColony was permanently transferred to England. The Dutch colonists
were to be at liberty to trade with the Netherlands
and Dutch ships of every kind were to be permitted
to make use of all the ports at the Cape of Good
Hope for purposes of victualling and repairs, without being more heavily taxed than the British subjects were. By this, the Convention of London, of
August 1814, the Netherlands surrendered every
claim to the Cape Colony. Although the terms of the
convention included the payment by England of a
sum of money, the suggestion that the Cape Colony
was sold to England is incorrect, for King William I
was left no other choice.

Volgens een volkstelling in 1805, toen het Nederlandsch bestuur ten einde liep, telde de kolonie toen:
25,755 blanken, de soldaten niet meegerekend.
Deze kolonisten waren eigenaren van bijna 30.000
slaven en hadden bovendien in dienst ongeveer
20.000 Hottentotten, bastaards en Boesmans.
Een nauwkeurige studie door Dr. H . T . Colenbrander, op grond van officieele gegevens, heeft uitgemaakt, dat toen in 1806 de bevolking ophield uit
of door bemiddeling van Nederland te worden gevoed, de afkomst der kolonisten voor ruim 50 pCt.
Nederlandsch was, voor 27 pCt. Duitsch, voor
meer dan 1 7 pCt. Fransch en voor ongeveer 5'/ pCt.
van andere nationaliteiten. In een studie, van Dr.
D. Brink Bosman Oor die afkomst van die Boere"
Vragen van den Dag, 1923 blz. 305, wordt
becijferd: Nederlanders 53, Duitschers 28, Franschen 1 5, andere nationaliteiten 4pCt. De meerderheid der bevolking van Zuid-Afrika vertoont de
karakteristieke raseigenschappen der Hollandsche
stichters en, onder het streven naar vereenvoudiging,
heeft zij ook de taal van de stamvaders behouden.

According to a census taken in 1805, towards


the end of the Dutch administration, the white population of the Colony numbered 25.755, not counting
the soldiery. These colonists possessed nearly
30.000slaves and had in their service about20.000
Hottentots, cross-breeds and Boesmans.
A careful study made by Dr. H.T.Colenbrander,
based on official records, has shown that when
in 1806 the population ceased to be fed from or
through the Netherlands, the origin of 50 per cent
of the Colonists was Dutch, 27 per cent German,
more than 1 7 per cent was French, while 5 /* per
cent was of various nationalities. In a later study,
by Dr. D . Brink Bosman, "Oor die afkomst van
die Boere". Vragen van den Dag 1923, p. 305,
the proportion is given as: Dutch 53, German 28,
Frensch 1 5 and other nationalities 4 per cent. The
majority of the population of South-Africa still
shows the racial characteristics of the Dutch founders of the 1 7th. century and have, though with
a tendency to simplify its forms, retained the speech
of their forefathers.

De 19e Eeuw en later.


Toen het Hollandsche bewind voor goed was
afgeloopen, is een lange periode van meer dan een
eeuw aangebroken waarin de directe scheepvaarverbinding tusschen Nederland en Zuid-Afrika
totaal verbroken is geweest. Daarmede had ook de
emigratie op groote schaal uit het land van oorsprong opgehouden, maar het Hollandsche element
heeft zich over heel Zuid-Afrika uitgebreid. Het is
te danken geweest, naar Dr. A . Kuyper eens
heeft geschreven, aan de oud-testamentische
vruchtbaarheid van de Boerenvrouw, dat het volk
der Hollandsche Afrikaanders in minder dan een
eeuw van ongeveer 60,000 tot een half millioen is
vermeerderd. En dit ondanks de verliezen in den
jarenlangen strijd tegen de inboorlingen, in weerwil
zelfs van de oorlogen van de Boeren Republieken.
Deze geschiedenis behoort niet tot ons onderwerp.
We hebben dus slechts vast te stellen, dat het stamverwante volk in Zuid-Afrika in raseigenschappen,
in zeden en in taal, niet is ontaard, maar trouw is
gebleven aan zijn afkomst. Dit is ten allen tijde in
het moederland erkend en met de grootste waardeering en sympathie begroet. Daarvan zijn tallooze
en sprekende getuigenissen afgelegd. Vele Nederlanders en onder hen mannen van beteekenis, zijn
uitgegaan naar Zuid-Afrika en zij hebben aandeel
genomen in de cultureele ontwikkeling van het
broedervolk, evengoed als aan den worstelstrijd.
Omstreeks 1850 kwamen, in navolging van
Amerika, de ijzeren clipperschepen in gebruik welke
ook op Nederlandsche werven werden gebouwd.
Zij hadden een reputatie door hun snelheid. De reis
van Nederland naar Indi, die in den ouden tijd van
190 tot 250 dagen kon duren, was in het midden
der vorige eeuw tot gemiddeld 100 dagen ingekort,
maar toen de snelle" clippers in de vaart kwamen,
waren reizen van 75, ja zelfs van 70 dagen geen
zeldzaamheden meer. De schepen wedijverden in
snelheid, maar zij liepen altijd kans om in een stilte-

The 19th Century and after.


When the Dutch rule had come to end for good.
we find a long period of more than a century during
which direct connection between the Netherlands
and South-Africa was totally broken. Together with
the shipping, all emigration on alargescale from the
country of origin ceased, but the Dutch element at
the Cape did not deteriorate and, in spite of all
disasters and adversity, has spreadthroughoutSouth
Africa. It was due to what Dr. A . Kuyper once
termed the "old testamentary fertility of the Boer
women" that the Dutch Africanders increased in
less than a century from about 60.000 to half a
million, and this in spite of the losses in the long
struggle against the natives, in spite even of the
wars of the Boer Republics. This history does not
however belong to the scope of our subject. We
only wish to establish the fact that the kindred
pople in South-Africa have not lost their racial
peculiarities either of morals or language, but that
they remained true to their origins. This was always
recognized in the mother country and aroused great
appreciation and sympathy in return, of which
numerous and striking proofs have been given.
Many Dutchmen, and among them men of note,
went out to South Africa and shared in the political
development of the fraternal people, and also in
their struggles.
. About the year 1850, iron clippers, built in
Dutch yards, came into use in imitation of America.
They had a reputation for speed; the voyage to the
Indies which in the old days lasted from 190 to
250 days, was towards the middle of the last
century reduced to an average of 100 days, but
when the "fast" clippers came into use, voyages of
7 5 and even of 70 days were not unfrequent. The
ships vied with each other as to which could make
the swiftest voyage, but they always ran the risk of
being caught in the doldrums and thus losing a great
deal of time. In any case they attempted to sail to

HOLLAND

ZUID-AFRIKA

42

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

gordel te geraken en daardoor veel tijd te verliezen.

Batavia from Amsterdam or Rotterdam

In ieder geval trachtten zij van A m s t e r d a m or R o t -

calling at any intermediary port, and rounded the

terdam, zonder tusschenhavens Batavia te bereiken,

C a p e far to the South, thus without putting in at

waarbij zij ver zuidelijk de K a a p voorbijzeilden

T a b l e B a y . W h e n this d i d happen it was always

zonder dus de Tafelbaai aan te doen. W a n n e e r dit

due to some special circumstance.

w l gebeurde was het slechts als gevolg van een


bijzondere omstandigheid.

zeilvaart in verval. O o k de

stoomschepen

After the opening of the Suez Canal in 1 8 6 9 ,


navigation b y sailing-ships feil into a decline.

N a de opening van het Suezkanaal in 1 8 6 9 kwam


de

without

Nederlandsche

zochten de korte route, door welke

The

D u t c h steamers also took the shorter route, which


reduced the length of the v y a g e

to India by a

third. T h e number of voyages to India round the

de zeeweg naar I n d i met een derde was verkort.

C a p e gradually diminished and consequently also

Gaandeweg werd de vaart om de K a a p steeds min-

the number of ships flying the D u t c h flag which

der en daarmede ook de gevallen waarin de Neder-

called at South A f r i c a n ports.

landsche vlag in Z u i d - A f r i k a werd gezien.


V e l e jaren verstreken totdat, in het laatst van de

M a n y years passed before,

at the end of the

preceding century, the great events took place in

19e eeuw, de groote gebeurtenissen in Z u i d-Afrika

South A f r i c a w h i c h kept the world in tension and

de geheele wereld in spanning hielden en bewon-

filled everyone

dering wekten voorde strijdende Boeren, die langen

of the Boers, who long withstood

tijd groote Engelsche legers wisten te weerstaan.

armies. A s soon as hostihties broke out in October

with admiration for the

struggle

large English

Z o o d r a in October 1 8 9 9 de vijandelijkheden waren

1899, the Netherlands Government resolved

uitgebroken, besloot de Nederlandsche Regeering

send a man-of-war to Lourenco M a r q u s in order

to

een oorlogschip naar Lourenco Marquez te zenden,

to protect any Dutch subjects who might perhaps

tot bescherming van de Nederlandsche onderdanen,

take refuge there. F o r this purpose H . M . a r m o u r e d

die wellicht daarheen de wijk zouden nemen. Daar-

deck ship "Friesland" was detached for the time

toe w e r d H r . M s . pantserdekschip

Friesland"

being from the naval force i n India and sentto South

tijdelijk aan de scheepsmacht in Indi onttrokken en

A f r i c a . T h i s vessel stayed at Lourenco M a r q u s

naar Z u i d - A f r i k a gedirigeerd. Deze bodem is langen

for a considerable time where Netherlanders with

tijd in Lourenco M a r q u e z geweest, waar Neder-

their families, who had been put out of the country,

landers die met hunne gezinnen waren uitgezet, aan

were taken on board the "Friesland" in order to be

boord werden genomen om op andere schepen naar

transferred to other homeward bound ships.

het vaderland te worden overgebracht. D e F r i e s -

"Friesland" however also lay for some time at

The

l a n d " heeft ook in Kaapstad en in Durban gelegen,

C a p e T o w n and Durban where the officers and

waar officieren en bemanning talrijke aanrakingen

crew were in frequent

hadden met het Hollandsch-Afrikaansche element.

A f r i c a n element. It was A u g u s t 1 9 0 0 before the

Eerst in Augustus 1 9 0 0 kon het oorlogsschip naar

man-of-war could return to India.

I n d i terugkeeren.

contact with the D u t c h -

It is towards the end of 1 9 0 0 that the historie

U i t het laatst van 1900 dateert het historisch

event took place viz. that a ship under the Nether-

geworden geval van een schip onder Nederlandsche

lands F l a g was sent out to South A f r i c a with a very

vlag dat met een zeer bijzondere taak naar Z u i d -

special mission. It was at Nelspruit, onthe Delagoa

A f r i k a werd afgezonden.

T e Nelspruit, aan den

Railway, the temporary seat of the Government of

werd op 28 September 1 9 0 0

the Boer Republics, that a resolution was signed

het besluit geteekend, waarbij aan Staatspresident

on September 28th 1900, which granted President

Paul Kruger, een

P a u l K r g e r , leave to go

Delagoaspoorweg,

verlof naar E u r o p a werd ver-

to

Europe and there

leend om daar de zaak der Boeren te bevorderen.

promote the cause of the Boers. U n c l e Paul then

Daarop vertrok O o m P a u l

left b y train for Lourenco M a r q u s , where he hoped

met

den trein naar

Pantserdekschip G e l d e r l a n d " , van de Koninklijke Nederlandsche Marine,


ter

beschikking gesteld

van President

H . M . S. G e l d e r l a n d " , an armoured
at the disposal of President

Paul

P a u l Kruger in October

1900.

deck ship of the R o y a l D u t c h N a v y , placed

Kruger by Q u e e n W i l h e l m i n a in October

1900.

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

44

Lourenco Marquez waar hij aan boord hoopte te


gaan- Hij werd genoodzaakt zijn intrek te nemen,
niet bij den Nederlandschen consul-generaal, maar
bij den Portugeeschen Gouverneur, waar hij feitelijk
in gevangenschap verkeerde. In die donkere dagen
kwam, als een lichtstraal, het bericht dat H . M . de
Koningin der Nederlanden, een oorlogschip ter
beschikking wilde stellen van den President, om hem
naar Europa over te brengen. Het duurde echter tot
20 October vr Hr. Ms. Gelderland", aankwam
en de President met zijn gevolg aan boord kon gaan.
Door slecht weer was de reis zeer moeilijk. Alle
schepen die de Gelderland" ontmoetten brachten
een groet, enkele Fransche veranderden daartoe zelfs
hun koers. Eerst op 23 November kwam men te
Marseille aan. De welsprekende daad van Koningin
Wilhelmina is ten zeerste gewaardeerd en in ZuidAfrika zal hij nooit worden vergeten.
In 1910 kwam Hr. Ms. De Zeven Provincin" te Kaapstad op bezoek. Het onthaal dat
de Nederlandsche zeelieden toen te beurt viel,
is nog lang in het geheugen gebleven. Het werd
voor officieren en bemanning een lange reeks van
feestelijkheden en uitstapjes. De kommandant werd
met zijn geheelen tat-major door den toenmaligen
eersten Minister, Generaal Botha, ontvangen, op
Groote Schuur". Op een anderen dag werd na
vele toespraken een Juliana-boom" geplant. Er
warentuinpartijen en avondfeesten, welke aan boord
van het oorlogsschip werden beantwooid met een
tea waarop 500 genoodigden verschenen. Toen
De Zeven Provincin" vertrok werd zij uitgeleide
gedaan door een onafzienbare menigte die luide
hoezee's ten afscheid liet hooren.
Slechts weinige jaren later is de groote wereldoorlog, die zooveel veranderingen met zich bracht,
de indirecte aanleiding geweest, dat gedurende
eenigen tijd talrijke schepen onder Nederlandsche
vlag de Tafelbaai aandeden, als in den goeden
ouden tijd.
De Maatschappij Nederland" en de Rotterdamsche Lloyd" hadden intusschen reeds in het
najaar van 1914 een geregelden dienst me vrachtschepen geopend van Java naar New-York om de
Kaap; later sloten zich nog twee andere maatschap-

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

to be able to go on board. He was obliged to put


up, not at the house of the Dutch Consul General,
but in that of the Portuguese Governor, where he
was practically a prisoner.
In these dark days there came, like bright ray of
light, the news that Her Majesty the Queen of the
Netherlands wished to place a Dutch man-of-war
at the disposal of President Krger to enable him
to come to Europe. It was however the 20th. of
October before H . M . S . "Gelderland", had arrived
and President Krger and his suite was able to
embark. The voyage was a very bad one owing
to boisterous weather. A l l the ships which the
"Gelderland" encountered saluted, a few French
ships even altered their course for the purpose. It
was November 23rd. before the President arrived
at Marseilles and then commenced his triumphal
march. This eloquent act of Queen Wilhelmina
was highly appreciated and will never be forgotten
in South-Africa.
In 1910 H . M . S. "De Zeven Provincin"
paid the Cape a visit. The reception accorded
to the Dutch sailors on that occasion was long
remembered. The officers and crew were given a
long series of festivities and excursions. The
Commander was received, together with whole staff
of officers, by the then Prime Minister General
Botha, at Groote Schuur, and on the next day.
after many speeches, a "Juliana" tree was planted.
There were numerous garden parties and evening
parties, which were reciprocated by a tea on board
the man-of-war at which 500 guests were present.
When the "De Zeven Provincin" left, an
enormous crowd of people collected to see her
off and took leave of the ship and its crew with
loud hurrahs.
Only a few years later, the Great War, which
brought about so many changes everywhere, was
for a certain length of time indirectly the cause of
many Dutch steamers calling at Table Bay, as in
the good old days.
The Steam Navigation Company "Nederland"
and the "Rotterdamsche Lloyd" had, in the
autumn of 1914, established a regular freight
service between Java and New York via the Cape,

Jan Pieterszoon Coen,


een mailboot der Stoomvaart Maatschappij Nederland" bij Kaap de Goede Hoop, Januari 1916, op weg naar Indi.
a mailsteamer of the Steamship Company Nederland" near Table Bay, in January 1916, on her way to India.

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

46

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

pijen daarbij aan. Deze schepen deden, hetzij


Lourenco Marquez, hetzij Durban aan, om kolen te
laden. Een enkele maal ook de Kaapstad.
Gedurende eenigen tijd zou de Kaapstad echter
nog grooter belang krijgen als aanloophaven van
Nederlandsche schepen. Toen de kolenvoorziening
te Port Said hoe langer hoe onzekerder werd en
een aanval van de Turken op het Suez Kanaal
moest worden gevreesd, werd in den aanvang van
1916 de route van de mailschepen van Nederland
op Java veranderd in een driewekelijkschen dienst
om de Kaap. Het eerste schip in deze nieuwe
route was de Jan Pieterszoon Coen", van de
Maatschappij Nederland". Het was op 1 Januari
1916 van Amsterdam vertrokken en kwam op den
27ten
die maand in de Tafelbaai voor anker,
waar deze verschijning groot opzien en vreugde
verwekte. De gezagvoerder had reeds uit zee
draadlooze" uitnoodigingen verzonden voor een
feestelijk noenmaal aan boord, waaraan vele autoriteiten deelnamen. De toespraak van kapitein
Uilkens, werd beantwoord door den oud-Staatspresident F . W . Reitz, thans voorzitter van den
Senaat. Hij zeide, gehoord te hebben dat er nu
een geregelden dienst tusschen Holland en ZuidAfrika zou komen, en in dat blijde vooruitzicht,
voegde hij er gekscherend bij, had hij alvast een
vaatje pekelharing besteld. De spreker hoopte van
harte dat die dienst werkelijkheid zou worden, niet
zoozeer om die pekelharing, maar omdat men er in
Zuid-Afrika reeds zoo lang naar had verlangd. De
Zuid-Afrikaners waren tevreden met de vlag en de
regeering onder welke zij leefden, maar als de
kapitein aan land kwam zou hij er zich van kunnen
overtuigen, dat zij aan hunne zeden, aan hun kerk,
hun geloof en hun taal hadden vastgehouden.

in which two other companies subsequently took


part. These steamers in the Java-New York
Luie at first called at either Lourenco Marqus
or Durban for bunkering purposes, and once or
twice also called at Cape Town.
Cape Town was however to become even more
important as a port of call for Dutch ships.
When the supply of bunkers at Port Said became
increasingly uncertain and an attack on the Suez
Canal by the Turks was feared, the route of
the Dutch mail steamers between Indies and the
Netherlands was, early in 1916, changed by both
companies into a three-weekly service via the Cape.
The first ship to take this new route was the "Jan
Pieterszoon Coen" belonging to the S. N . C .
"Nederland". This mail steamer had left Amsterdam on January 1 st. 1916 and dropped anchor in
the Table Bay on the 27th. of . the same month,
where her appearance aroused great admiration and
joy. Her Captain had already while at sea, sent out
invitations by wireless for a festive luncheon, at
which many authorities were present. Captain
Uilkens* speech was replied to by the former State
President Mr. F . W . Reitz, then President of the
Senate. He said that he had heard that a regular
service would now be maintained between Holland
and South Africa and, in that pleasant prospect, he
jocularly added, he had already ordered a barrel of
pickled herrings! He earnestly hoped that such a
service would be realized, not so much for the
pickled herrings, but because they in South Africa
had so long desired it. The South-Africans were
happy under the flag and the government under
which they lived, but if the Captain came ashore
he would see for himself that they had stuckto their
customs, their church, their creed and their language.

De aankomst van de Coen" wekte groote geestdrift in heel Zuid-Afrika. Van heinde en ver, zelfs
uit Transvaal en Oranje Vrijstaat, kwamen belangstellenden om dit schip onder Nederlandsche vlag
te begroeten, het grootste dat op een Nederlandsche
werf was gebouwd en dat tegelijkertijd zulk een
schoon voorbeeld gaf van moderne Nederlandsche
kunst en kunstnijverheid. De honderden die gebruik
maakten van de gelegenheid om het te bezichtigen,

The arrival of the "Coen" created great


enthusiasm far and wide in South Africa, and many
people came even from the Transvaal and the
former Orange Free State to visit this ship flying
the Dutch flag, the largest ship ever built in a Dutch
yard and which at the same time represented such
a fine example of Dutch art and craft. The hundreds
who seized the opportunity to view the ship were
filled with admiration. Never had such a beautifully

v a n

Tewaterlating van het S.S. Klipfontein van de H o l l a n d Z u i d - A f r i k a


Launch

of

the

S.S.

Klipfontein

of

the

HollandSouth-Africa

Lijn
Line

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA
waren vol bewondering. Nooit had men in de Kaapstad zulk een prachtig, rijk ingericht schip gezien.
Juist een maand na de Coen" verscheen te
Kaapstad een vaartuig, dat vermelding verdient.
Op 3 Februari 1916 vertrok van Rotterdam de
Insulinde", van den Rotterdamschen Lloyd naar
Indi. Aan boord was de nieuwbenoemde Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indi, Mr. J. P.
Graaf van Limburg Stirum met familieleden en gevolg. Het schip deed Lissabon en Las Palmas aan
en kwam op Zondag 27 Februari voor Kaapstad.
Zijne Excellentie had gewenscht enkele dagen in
Zuid-Afrika te verblijven en te Durban weder aan
boord te gaan. Bij zijne aankomst werd hij verwelkomd namens de Rsgeering van de Unie en de
Kaapkolonie. Daarop werden hij en de zijnen gasten
der Regeering. Gedurende hun verblijf aan de Kaap.
In het laatst van 1916 is de Rembrandt" van
de Maatschappij Nederland", naar Indi onderweg, ten gevolge van machineschade genoodzaakt
geweest om tien dagen te Kaapstad en daarop nog
twee weken te Durban te blijven liggen. Met de
Sindoro" van den Rotterdamschen Lloyd, is dit
een der laatste mailschepen geweest in de tijdelijke
route, waarbij het Suez Kanaal werd gemeden.
Ongeveer tegelijkertijd, in den aanvang van
191 7, werd de route van de Java New-York Lijn
verlegd. Zij ging niet meer om de Kaap, maar door
het Panama Kanaal naar San Francisco. Het heeft
toen volle twee jaar geduurd, vr de gewone route
kon worden hersteld.
Het eerste schip dat aldus de vaart om de Kaap
hervatte, was de Bawean" van de Maatschappij
Nederland", dat in Februari 1919 van Batavia
vertrok. Toen het te Durban aankwam, was er daar
reeds sprake van dat een deputatie onder Generaal
Hertzog naar Europa zou vertrekken om een onafhankelijke stem van Zuid-Afrika te doen hooren bij
de vredesonderhandelingen te Versailles. In de
Kaapstad was alles er vol van. Men had eerst
plaatsen besproken op een Engelsche mailboot,
maar de bemanning had met staking gedreigd indien
deze passagiers aan boord zouden gaan. Daarop
zouden de heeren met een Engelschen kruiser worden overgebracht, maar er rezen zooveel moeilijk-

48

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

equipped and richly fitted ship been seen at Cape


Town. The "Coen" also called at Durban where
a repetition of the festive reception took place and
where large numbers of visitors went on board to
view the magnincent decoration and fittings for
themselves.
This event opened the service of these steamers
round the Cape. The mailsteamers of the "Nederland" and of the Rotterdamsche Lloyd then came
in regular succession, and called at Cape Town
and Durban. Exactly a month after the appearance
of the "Coen" a steamer arrived at Cape Town
which deserves separate mention.
The "Insulinde" of the Rotterdamsche Lloyd left
Rotterdam for the Indies on February 3rd. 1916.
On board was the newly-appointed GovernorGeneral of the Dutch East Indies Count van
Limburg Stirum, together with his family and suite.
The ship had called at Lisbon and Las Palmas and
appeared in Table Bay on February 27th. His
Excellency wished to stay in South Africa a few
days and to rejoin the ship at Durban. On his
arrival he received an official welcome on behalf of
the Government of the Union of South Africa and
of the Cape Colony, and he and his party were the
guests of the Government during his stay.
A t about the same time, early in 191 7, the route
of the Java-New York line was altered; the steamers
no longer went via the Cape but trough te Panama
Canal to New York. It was fully two years before
the regular route was again taken.
The first ship on this service which resumed the
voyage to India via the Cape was the "Bawean" of
the S. N . C . "Nederland", which had left Batavia
in February 1919. When she arrived at Durban
there was already some talk of a deputation
under General Hertzog going to Europe to voice
South African opinion independently at the peace
negotiations at Versailles. Cape Town was full of
the idea. The Deputation had at first reserved
passaged on an English steamer, but both the crew
and the doek labourers threatened to go on strike if
these passengers went on board. The deputation
was then to have conveyed by an English cruiser,
but so many difficulties arose that it was not to be

H e t etablissement van de
The

H o l l a n d Z u i d - A f r i k a Lijn te Rotterdam met de schepen Springfontein en

Klipfontein.

steamers Springfontein and Klipfontein of the H o l l a n d S o u t h - A f r i c a L i n e at the C o m p a n y ' s Pier at Rotterdam.

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

heden, dat aan dezen overtocht niet viel te denken.

HOLLAND -

50

SOUTH-AFRICA

thought of. Just at the right moment however the

T o e n verscheen de B a w e a n " als een redder in den

Dutch steamer appeared, like a friend in need. After

nood. In overleg met zijne officieren, en nadat de

consulting the ship's officers and when neither the

Regeering van de Unie noch de Nederlandsche

Union Government nor the Netherlands Consular

consulaire ambtenaren politieke bezwaren heten

officers had made any objection, Captain Vollewens

gelden, stemde kapitein Vollewens er in toe om den

consented to take the party to N e w Y o r k from where

heeren passage te verschaffen naar N e w - Y o r k , van-

they could take passage to Europe. Everything on

waar zij dan naar Europa zouden kunnen reizen.

board was arranged as comfortably as possible for

A l l e s werd zoo goed mogelijk ingericht. H e t heele

the passengers on this freight steamer. W h e n the

geval verwekte in Kaapstad groote geestdrift. Bij

ship sailed an cnormous crowd collected on the

het vertrek werden vaderlandsche en stichtelijke

quays where patriotic and sacred songs were sung,

liederen gezongen, redevoeringen gehouden, bloe-

speeches made and gifts of flowers and fruit presen-

men en vruchten als geschenken aangebracht.

ted to the party.

O p 30 Maart is de B a w e a n " te N e w - Y o r k aan-

T h e " B a w e a n " arrived at N e w Y o r k on the

gekomen. H e t was niet zonder veel moeite dat men

30th. of March, and it was not without difficulty

er in slaagde om passage te verkrijgen op een boot

that the party were able te secure a passage on

van de Holland-Amerika Lijn en aldus in Nederland

board one of the steamers of the Holland-America

aan te komen. T e Versailles had Generaal Hertzog

Line aud thus reach the Netherlands. A t Versailles

een onderhoud met Minister L l o y d George, maar

M r . Hertzoghad an interview w i t h M r . L l o y d George,

het doel dat men zich had voorgesteld werd niet

but d i d not attain the object he had hoped to gain.

bereikt. W e wenschen alleen nog in herinnering te

W e now need only put on record that this

brengen dat deze Odyssee van Zuid-Afrikaansche

Odyssey of these South African politicians was not

politici met het voorafgaande nog lang niet ten einde

yet at an end. T h e members of the deputation,

was. D e deputatie is, verdeeld op twee booten

divided between two mailsteamers of the " Neder-

van de N e d e r l a n d " naar Colombo vervoerd en,

land", sailed to Colombo and when they could not

toen zij daar geen scheepsgelegenheid naar hun

secure a passage from there to their homes, they

vaderland vond, mede gegaan naar Batavia. H i e r

continued the voyage to Batavia. From here they

kon zij op een boot van de Holland-Amerika Lijn,

were at last able to reach Cape T o w n on a steamer

eindelijk Kaapstad weder bereiken. H e t opmerke-

of the Holland America L i n e . T h e remarkable

lijke is, dat de geheele omzwerving onder Neder-

fact

landsche vlag was volbracht.

made entirely under the Dutch flag.

about

these wanderings is that they were

U i t het voorgaande blijkt dat de in Z u i d - A f r i k a

From the foregoing it appears that the desire for

duidelijk uitgesproken wensch naar een geregelde

a regular steamship service with Holland which

stoomvaartverbinding met Nederland in den aan-

had been clearly expressed in South A f r i c a , was

vang van het jaar 1916 reeds scheen verwezenlijkt.

already partly realized early 1916, and it was not

H e t zou niet lang meer duren tot deze werkelijk

long after, when the regular connection was actually

tot stand kwam, door de oprichting van de

brought about by the foundation of the

HOLLAND -

Z U I D - A F R I K A LIJN.

HOLLANDSOUTH AFRICA

LINE.

D e directie van V a n der E b & Dresselhuys'

In the year 1919 the management of V a n der

Scheepvaart-Maatschappij te Rotterdam besloot

E b & Dresselhuys' Scheepvaart Maatschappy at

in het jaar 1 9 1 9 een schip naar Z u i d - A f r i k a te

Rotterdam determined to send a ship to South

zenden. Dit was het ss. M o n t B l a n c " dat na eeni-

Africa. T h i s was the s.s. " M o n t Blanc", which

gen tijd werd gevolgd door het s.s. Zuiderdiep* .

was followed shortly after by the s.s. "Zuiderdiep".

S. S Jagersfontein, 8820 T. D. W.

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

52

De met deze beide reizen behaalde resultaten waren


zoo aanmoedigend, dat de reederij ernstig overwoog
om een geregelde verbinding met Zuid-Afrika te
openen en zij daartoe ook besprekingen ging voeren
met de N . V . Furness' Scheepvaart- en Agentuur
Maatschappij, mede te Rotterdam.
In denzelfden tijd hadden enkele groote bankinstellingen in Nederland plannen ontworpen voor
een geregelde stoomvaartverbinding tusschen Nederland en Zuid-Afrika. Reeds was de Koninklijke
goedkeuring gevraagd op de statuten van een daartoe
op te richten vennootschap. Na onderhandelingen
zijn de beide combinaties tot elkaar gekomen, met 't
gevolg, dat op 19 November 1919 werd opgericht:
de Naamlooze Vennootschap Zuid-Afrikaansche Scheepvaart-Maatschappij, Tot directeuren
werden benoemd Mr. J. C . Heyning en C. Vermey.
In den loop van het jaar 1920 heeft de Regeering
een wetontwerp ingediend om de jonge onderneming steun te verleenen, door een voorschot van
totaal vijf millioen gulden, in vijf jaarlijksche termijnen van n millioen. De Regeering wenschte aldus
blijk te geven van waardeering voor het streven om
een nationale stoomvaartverbinding te vestigen
tusschen Nederland en het stamverwante ZuidAfrika. Het wetsontwerp is op 28 Juli 1921 door
de Tweede Kamer, en spoedig daarna ook door de
Eerste Kamer aangenomen.

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

The results obtained with these two voyages


were so encouraging that the Company seriously
considered establishing a regular line of steamers
to South Africa, and with this end in view entered
into negotiations with the Furness' Scheepvaart &
Agentuur Maatschappij, also at Rotterdam.
About the same time several large banking
concerns in Holland had prepared plans for the
establishment of a regular line of steamers between
the Netherlands and South Africa. The Royal
Sanction had already been applied for on the statutes.
After negotiations the combinations met and came
to an arrangement, with the result that on the 19th.
of November 1919 the deed of incorporation of the:
Naamlooze Vennootschap Zuid-Afrikaansche
Scheepvaart Maatschappij (South African Shipping
Company Ltd.) was passed. The managers appointed were Dr.J. C . Heyning and Mr.C.Vermey.
In the course of the year 1920 the Government
presented a bill to Parliament proposing to subsidize
the young concern by advancing the sum of nve
million guilders in five yearly instalments of one
million guilders each. The Government wished in
this manner to express its appreciation of the attempt
to establish a national steamship connection between
the Netherlands and kindred South Africa. The bill
was passed by the Second. Chamber on July 28th.
192 I and shortly after by the First Chamber.

Daar ten tijde van de oprichting de aangeboden


scheepsruimte uiterst schaarsch was, werd de dienst
in het eerst onderhouden met gehuurde schepen.
Op 20 November 1920 echter kon het eerste eigen
schip, de Jagersfontein", van Rotterdam vertrekken. De maatschappij heeft haar pogingen om een
eigen vloot te krijgen krachtig voortgezet en zoo
konden achtereenvolgens de volgende stoomschepen in de vaart worden gebracht: de Randfontein"
de Bloemfontein", Rietfontein", Springfontein"
en Klipfontein"..

A s at the time of the establishment of the line


the amount of available tonnage was very small,
the service was at first maintained with chartered
steamers. The first ship actually owned by the
Company, the s.s. "Jagersfontein", left Rotterdam
on the 20th. of November 1920. The company
continued its efforts to secure a fleet of its own and
was eventually able to put into service, one after the
other, the following steamers: the "Randfontein"
the "Bloemfontein", the "Rietfontein" the "Springfontein" and the "Klipfontein".

Gedurende 1920 en 1921 werd een maandelijksche dienst onderhouden, maar in 1922 werd het
aantal afvaarten tot 1 7 opgevoerd. In het jaar 1923
zou dit aantal waarschijnlijk 18 bedragen.
De Holland-Zuid Afrika Lijn bezit thans eigen
kantoren te Durban, Joannesburg en Kaapstad.

During the years 1920 and 1921 a monthly


service was maintained but during 1922 the number
of sailings was increased to 1 7 , and for the year
1923 this number will probably be 1 8.
The Company non have their own offices at
Durban Johannesburg and Capetown.

S. S.
E

Rietfontein
Dining-room

'S. S. Rietfontein
Damessalon

Ladies

room

H O L L A N D - ZUID-AFRIKA

54

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

Voor het innemen en lossen van lading en voor


het in- en ontschepen van psssagiers, worden de
volgende havens aangedaan, in Europa: Rotterdam,
Antwerpen en Hamburg; in Zui d-Afrika: Walvischbaai, Lderitzbucht, Kaapstad, Port Elisabeth,
Oost Londen, Duiban en Delagoa Baai.
Het uitgaande vervoer omvat in hoofdzaak:
bouwstoffen, ijzer, hout, cement, kunstmest, gebruiksartikelen en stukgoed. De voornaamste inkomende lading omvat: mas, wol, schors, vellen,
huiden, lood, erts, walvischolie, enz.
De passagiersschepen van de vloot zijn: Springfontein"(1 0580 ton D.W.), Klipfontein"(9420),
Randfontein" (9000), en Rietfontein' ' (8825).
Deze vier stoomschepen zijn ingericht voor groote
hoeveelheden lading en voor een beperkt aantal
passagiers. Modern laad- en losgerei waarborgt snel
laden en lossen in de tusschenhavens. Het aantal
passagiers dat kan vervoerd worden, bedraagt voor
alle schepen pl.m. dertig, uitsluitend in de 1 e klasse.

The steamers take passengers and cargo at and


for the following ports; in Europe: Rotterdam,
Antwerp, and Hamburg; and in South Africa:
Walvisch Bay; Lderitzbucht; Cape Town; Port
Elizabeth; East London; Durban; and Delagoa Bay.
The outgoing cargoes consisted chiefly of:
building materials, iron, wod, cement, fertilizers,
household articles and general cargo. The principal
cargo of the homeward bound ships was maize,
wool, bark, hides and skins, lead, ore, whale-oil.etc.
The Company's passenger steamers are the
"Springfontein" (10.580 tons D . W . ) the "Klipfontein" (9420 tons) the "Randfontein" (9000
tons) and the "Rietfontein" (8825 tons). These
four steamers are freight steamers with passengers
accomodation, fast modem boats built to carry a
large cargo and a small number of passengers. The
latest type of loading and discharging gear enables
them to take in and discharge cargo in the shortest
possible time at the intermediate ports.

De schepen zijn alle geplaatst in de hoogste


klassen van Lloyds of Veritas. Zij zijn van staal
gebouwd en hebben vijf dekken: tusschen-, shelter-,
hoofd-, promenade- en brugdek. De gemiddelde
snelheid bedraagt beladen ongeveer 1 2 mijl.
Bij de passagiersinrichting is in alle onderdeden
eenvoud met degelijkheid vereenigd. Daarbij is gestreefd naar ruimte, licht en lucht, orde en netheid.
Aan de bereiding van het eten wordt de meeste zorg
besteed, zoodat ook hierin de goede naam van de
Hollandsche stoomvaartlijnen is gehandhaafd.
De ruimten voor de passagiers bestaat in hoofdzaak uit: vestibule, eetzaal, damessalon, rooksalon
en promenadedek. Indeeling en ligging is op alle
schepen dezelfde, met uitzondering van de Klipfontein" welke een afwijkende inrichting vertoont
Op het promenadedek dat aan den voorkant geheel
en aan de zijden gedeeltelijk is voorzien van verplaatsbare glasschermen, is de toegang tot de vestibule.waar men langs een dubbele trap naardeeetzaal
afdaalt. Rondom de vestibule met haar gezellige
zitjes, zijn de dekhutten, welke door hun ligging en
doordat zij in plaats van patryspoorten van ramen
zijn voorzien, zeer frisch zijn.

A l l these steamers can accomodate about 30


passengers each, exclusivelyfirstclass.
The ships are all in the highest rating a Lloyds
and Veritas. They are built of steel and have five
decks, viz: 'tween deck, shelter deck, main deck,
promenade deck and the bridge deck. The mean
speed is about 1 2 miles.
In the passengers quarters simplicity and solidity
have been combined in all details. The designers
have tried to allow as much room, light and air, and
orderliness and neatness in the amount of space at
their disposal. The greatest care is devoted to the
food, so that the excellent reputation of Dutch
steamers is also maintained in this respect.
The rooms and spaces for the passengers are,
as a rule, the hall, the dining room, the ladies'
drawing room, the smoking room and the promenade
deck. The size and situation of these are exactly
the same on all the steamers, with the exception of
the "Klipfontein", whose accomodation is slightly
different from the general type which was first laid
down in the "Springfontein". From the promenade
deck, which is entirely closed in front, and partly
so along the sides by removable windows, the hall
is reached, and from there a doubl staircase leads

De stemmig betimmerde eetzaal bevat vijf ronde

S. S. Rietfontein
Rooksalon

Smoking room

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

tafels voor de gasten. Buiten de voor de maaltijden


bestemde uren wordt de eetzaal ook als salon gebruikt. Naast de eetzaal en uit deze door openslaande deuren toegankelijk, ligt aan stuurboordzijde de damessalon.
Tegenover de damessalon is de rookkamer met
gemakkelijke stoelen en een schrijfbureau. Dit
vertrek is in donkerder toon gehouden.
Door kleine vestibules ter weerszijden van de
eetzaal, komt men in de gangen aan stuurboord- en
aan bakboord, welke aan de uiteinden door een
dwarsgang zijn verbonden. Alle hutten, behalve de
genoemde aan dek, liggen aan den buitenkant van
die twee gangen. De badkamers en toiletten daarentegen liggen aan den binnenkant daarvan.
De hutten zijn voor drie personen ingericht, maar

Hoofdkantoor te Durban.

Head-Ofnce at Durban.

zij kunnen desgewenscht worden voorzien van een


vierde bed, waarbij dan het derde, indien dit niet
gebruikt wordt, tot sofa kan dienen.
De betimmeringen van trappen, eetzaal enz. zijn
eenvoudig maar smaakvol ingericht door zulke bekende meubelfirma's als Mutters en Pander. Hutten

56

HOLLAND -

Kantoor te Kaapstad.

SOUTH-AFRICA

Office at Capetown.

down to the dining room. Comfortable seats are


arranged in the hall, round which the deck cabins
are situated. These are very airy owing to their
position on the deck and because they havewindows
instead of portholes.
The soberly decorated dining room contains five
round tables for the passengers, and can also be
used as a drawing room outside meal hours, for
which reason there is a piano in the room. Next to
the dining room on the starboard side is the ladies
drawing room which is reached trough doubl
folding doors; it is fitted with cosy corners, a
bookcase and a writing table. The whole is
tastefully decorated and upholstered with bright
materials.
Opposite the ladies' drawing room, therefore on
the port side of the ship, we find the smoking room
with easy chairs and a writing table. In view of the
nature of this room its decoration has been kept in
darker colours.
Small corridors on either side of the dining room
lead into corridors on the port and starboard side
which are connected at the end by means of a
corridor across the ship. A l l the cabins except the
deck cabins already mentioned are situated on the
outside of these corridors, while the bath rooms
and lavatories are all on the inside.
The cabins contain three berths and can if
necessary be fitted with a fourth, in which case one
of them can, when not in use, be used as a couch.
The decoration of the staircase, dining room,

HOLLAND -

ZUID-AFRIKA

en gangen, badkamers en toiletten zijn ruim en luchtig, en alle helder wit beschilderd.
In alle verblijven treft men electrische waaiers
aan, welke op de reis in de tropische wateren goeden
dienst doen, en centrale verwarming welke op het
noordelijk deel van het traject onmisbaar moet
worden geacht. De schepen zijn voorts alle voorzien
van een krachtige installatie voor draadlooze telegraphie, van welke de passagiers tegen betaling
gebruik kunnen maken voor het verzenden en ontvangen van telegrammen. Op deze wijze zijn de
passagiers voor persoonlijke of zakelijke aangelegenheden gedurende de vaart steeds te bereiken.
Aan boord van elk schip is een geneesheer, die de
beschikking heeftover eenhospitaal en een apotheek.
Voor het overige is ook gezorgd voor middelen tot
afleiding en verpoozing gedurende de reis.

Het doel van deze uitgaaf, een overzicht te geven


van de historische betrekkingen tusschen Nederland
en Zuid-Afrika, is in de voorafgaande bladzijden
bereikt. Wij zijn echter in staat hieraan nog iets toe
te voegen. Dank zij de zeer gewaardeerde medewerking van de Directie van de Zuid-Afrikaansehe
Staatsspoorwegen en Havens, welke op deze wijze
een duidelijk blijk van belangstelling heeft willen
geven, volgt hier een door die Directie zelve opgestelde beschrijving van Zuid-Afrika als een aantrekkelijk land voor toeristen.

57

HOLLAND -

SOUTH-AFRICA

etc. has been made in simple but tasteful style by


such well knownfirmsas Mutters and Pander. The
cabins and corridors, bath rooms and lavatories are
roomy and well ventilated and are all painted white.
Electric fans which render excellent service in
the tropics, are to be found in all rooms and cabins
and there is central heating which is indispensable
for the northern portion of the voyage. A l l the
steamers are fitted with a powerful wireless station,
which is available, at reasonable charges, for the
use of passengers, so that they can in this way
always be communicated with for personal or
business matter.
On board every steamer there is a surgeon, with
an infirmary and a dispensary. Provision has also
been made for the recreation and amusement of the
passengers during their stay on board.

The special object of this book, viz. a rsum


of the historie relations between the Netherlands
and South Africa which have now so definitely been
sealed by the establishment of the Holland-SouthAfrica Line, has been realized in the foregoing
pages. W e are now however able to add a few
words with regard to the history of South Africa
as a country of novel attractions for the tourist,
written by the Management of the State Railways,
who in this way have clearly shown their interest
in this publication.

ZUID-AFRIKA

SOUTH

Ben aantrekkelijk land voor toeristen

AFRICA

A country of novel travel attractions

Zuid-Afrika is een der aantrekkelijkste

South Africa

landen ter wereld- De bekoring die er

attractive counlries in the World. Its

Van uitgaat is moeilijk te beschrijven,

charm Would be hard to analyse, but

is one of the most

maar dat zij bestaat is onloochenbaar.

undoubledly it exists. This cannot be

Dit is niet uitsluitend te verklaren door

set down entirely to climale, beautiful

het klimaat, hoe heerlijk het ook moge

though that is, or to the wide expanse

zijn, noch door hel grootsche der bergen

of the rolling Veld, or to the grandeur

of door de bekoorlijkheid van het bosch-

of

its mountains, or to the charm

landschap. De werkelijke reden ligt die-

of

its woodland scenery. The real

per en is te verklareri door het feit,

cause lies deeper, and results in the

dat voor hen die Zuid-Afrika tot vaste

fact

Woonplaats hebben gekozen en zelfs

South Africa

voor degenen die er slechts lijdelijk

to those who have made only a

verbleven, Zuid-Afrika altijd het eenige

temporary sojourn there, it will always

land zal blijven Waarnaar zij terug Ver-

remain the one country to which they

verlangen.

desire to return.

Dominions R o y a l Commission.
O m Z u i d - A f r i k a oprecht te waardeeren, te beseffen

that to those who have made


their home, and even

Dominions R o y a l Commission.
Properly

to appreciate

South

Africa

what it

en waartoe het zich kan ontwikkelen,

stands for a n d may develop into one should know

behoort men iets te weten van geheel A f r i k a , het wereld-

something of A f r i c a as a whole, the continent usually

deel dat bekend is als ,,het zwarte ' , maar waar even-

known as d a r k

wel

had

wat het nastreeft

de beschaving haar

bakermat

vond en nog tot

its infancy,

, but where nevertheless

civilisation

and where it may yet have a high

manifestation.

hoogen trap kan stijgen.


A f r i k a is het werelddeel geweest dat het laatst werd

Africa

was the last continent to be explored, but

dooxvorscht, maar dat het eerst i n de geschiedenis ver-

the first to figure i n history. N i n e tenths of it has no

scheen.

authentic

Over 9/10

deel bestaan

geen

betrouwbare

record,

and until

affected

beschavende

the northern fringe of the continent, what other portion

invloeden niet aangeroerd.

M a a r welke

by civilising

modern times was little

bronnen en tot i n de nieuwere tijden werd het door

influences.

But the tenth part,

andere streek ter wereld dan het n e tiende deel, de

of the world

noordkust van het werelddeel, kan bogen op zulk een

past? T h i s was the A f r i c a of H a n n i b a l , all-conquering

afwisselend

in its

Afrika

en wonderbaarlijk verleden? D i t was het

has had so varied and so wonderful a

d a y ; the monumental Africa of the Pharaohs,

van H a n n i b a l , d e n al-veroveraar zijner dagen;

socially and architecturally spectacular beyond anything

het monumentale Afrika van de Farao 8, maatschappelijk

before or since; the A f r i c a of the Ptolemies, boasting

en architectonisch grootscher dan eenig land te voren

a rule almost modern i n its enlightenment; the literary

of daarna; het Afrika, van de P t o l e m e e n , trotsch op

brilliant Africa Augustine knew ; the Africa of A n t o n y

een i n zijn vooruitstrevendheid bijna modern b e w i n d ;

and Cleopatra, steeped i n romance.

het

A f r i k a , zooals Augustus

But, even i n that northern area. the ancient grandeur

het heeft gekend; het A f r i k a van Antonius en C l e o -

letterkundig schitterende

is gone. Solitude and decay have taken its place. S o

patra, i n romantisch waas gehuld.

completely

T o c h is zelfs i n de noordelijke streek de grootsch-

Algeria

is this

to-day,

so, that,

it is with

travelling in E g y p t or
something of shock one

heid van de oudheid verdwenen, om plaats te maken

realises, not only how far Northern Africa has fallen

voor verlatenheid en verval. D i t is zoo waar, dat men

from

tegenwoordig reizende in Egypte en A l g i e r s , plotseling

remind one of the great past.

its o l d estate,

but how little there is even to

het besef krijgt hoezeer N o o r d - A f r i k a slechts een scha-

T h e very languages in which its history is recorded,

duw i s van weleer en hoe weinig er nog over is dat

the illustrious civilisations of o l d , are dead. Carthago,

herinnert

aan het grootsch verleden. Z e l f s de talen

waarin de geschiedenis staat beschreven zijn dood, zoo


goed

als de beroemde

oude

waaraan 3 0 0 steden hulde

beschaving. Carthago,

brachten,

is weggevaagd

to
been

which

three

hundried cities paid homage", has

w i p e d from the face of the earth. Thebes, the

hundred-gated, is fallen. A l e x a n d r i a , that seat of ancient


learning and luxury, h o w different its world-status to

Kaapstad
Kampen Baai

Capetown

Kaapstad
Camps Bay

van' net aangezicht der aarde. Het honderdpoortige


Thebe is gevallen- Wat is de hedendaagsche beteekehis van Alexandri, eens de zetel van het klassieke
weten en de weelde? En de groote Afrikanen der
oudheid, de redenaars, wetgevers en krijgslieden, die
zelfs aan de groote wereld van Griekenland en Rome
een Othello-achtigen luister verleenden, zijn te ruste
gegaan. Waar zijn hunne nazaten?
Bij den opmarsch der beschaving is Afrika hoe dan
ook, achtergebleven, van de spits in de achterhoede
geraakt en steeds verder afgezakt. Aldus is Afrika,
ofschoon door de eeuwen heen bekend, tegenwoordig
minder vermaard dan zulke veel jongere ontdekkingsvelden ars Noord-Amerika en Australi. Alles saamgenomenis het minder vatbaar gebleken voor toenemende
beschaving en minder onder vreemden invloed veranderd.
Zelfs in Azi hebben de opeenvolgend van buiten
indringende volkeren hun merkteekenen achtergelaten
op de zeden en gewoonten, het geloof, de eigenschappen
en de kleur der bewoners. In Afrika echter hebben
Phoenicirs, Grieken, Romeinen of Perzen wel bloeiende rijken gesticht, maar deze hielden geen stand en
lieten zelfs geen blijvenden indruk na. De kolonisatie
der antieken is een bankroet geworden. In plaats dat
zij hun stempel op Afrika hebben gedrukt, heeft dit
langzaam maar zeker zijn stempel gezet op hen. Zijzelf werden overheerd. Achter den sluier welke zoovl
in Afrika met geheimzinnigheid omhult, zijn zij op hun
beurt verdwenen. Het groote werelddeel heeft hen opgeslorpt in zijn heidenschen schoot en hun persoonlijkheid is opgegaan in die van het sterkere Afrikaansche
geslacht. Duidelijk herkenbare nazaten hebben zij niet
achtergelaten, hunne werken liggen in puin, en gelijk
het oorspronkelijk is geweest, is Afrika brjna onveranderd gebleven, het werelddeel vol raadselen en nagenoeg onbeperkte mogelijkheden.
Ofschoon dus naar zijn afmetingen het tweede, en
naar zijn toekomst wellicht het grootste der wereld-

gezien van Seinheuvel

Capetown
from

Signal Hill

day. A n d the Africans of old orators, legislators,


soldiers who Othello-Iike gave lustre to the society,
of even Greece and Rome, have gone to their rest
and left no successors.
In the march of civilisation, Africa somehow lost
step, and from the van feil to the rear, and there
lagged farther and farther behind. So that though
known through the ages, Africa is really less famous
to-day than those modern discoveries, North America
and Australia; it has on the whole proved less amenable
to progressive civilisation, and has been less changed
by foreign influence.
Even in Asia, successive tides of invasion have
left their mark on the manners, habits, laws, beliefs,
features and complexions of the people. In Africa
invasion, whether Phoenician or Greek, Roman or
Persian, established regimes splendid in their day, but
they did not last; they did not even leave a lasting
impression. The ancient colonists were failures. Instead
of setting their stamp on Africa, slowly but surely it
set its stamp upon them. They were absorbed. Behind
the veil that shrouds so much of Africa in mistery,
they each in turn disappeared. The dark continent
took them to her pagan bosom, their identity was lost
in that of the stronger African blood. They have left
no clearly recognisable descendants, their works Iie
buried in ruin, and Africa is again much as originally
it was, a continent with problems and possibilities still
almost virgin.
Therefore though in the size the second, and in
possibilities perhaps the largest of the continents, Africa
has on the whole contributed much towards the edification, but little to the support of mankind. Though
fruitful, with large areas under the best of climates, it
has on the whole proved impervious to colonisation.
Will this always be 80, in a world gradually becoming
crowded?
The problem is as interesting as it was in the days

deelen, heeft Afrika veel bijgedragen tot de voorlichting,


maar weinig tot den vooruitgang der menschheid. Hoe
vruchtbaar ook met zijn uitgebreide gebieden, onder
het beste klimaat, is het bij slot van rekening ontoegankelijk gebleven voor kolonisatie. Zou dit altijd zoo
blijven in een wereld die geleidelijk overbevolkt wordt?
Het vraagstuk is even belangwekkend als in de dagen
der grootheid van Egypte, maar het terrein voor de
proefneming is verplaatst.
Niet als in overoude tijden in het noorden, maar in
het zuiden van Afrika, ligt tegenwoordig de beteekenis
van het werelddeel. Oudtijds kwamen alle vreemde
invloeden, alle pogingen tot kolonisatie uit het noorden
Afrika binnen. Onder de moderne wijze van koloniseering is het proces omgekeerd en van het zuiden uit
begonnen. Van deze manier nu, de Europeesche vestiging
op blijvende, groote en steeds toenemende schaal,
wordt in Afrika het beste, het meest uitgebreide en
tegelijk het oudste voorbeeld gegeven, in het gewest
dat thans bekend is als de Zuid-Afrikaansche Unie.
Hier zijn gedurende bijna drie eeuwen, Europeesche
gebruiken ingeworteld en zij verkeeren er in bloeienden
toestand terwijl zij zich bevruchtend uitbreiden over
het omringende land. Hier hebben de blanke kolonisten
niet alleen vasten voet gezet, maar pok hun vaderlandsche kracht en hun huidskleur bewaard.
Het is waar dat het noorden met name Algiers
een aanmerkelijke Europeesche bevolking omvat, maar
deze is noch zoo groot, noch zoo lang gevestigd als
die van Zuid-Afrika- Zonder overdrijving kan men
zeggen, dat de Zuid-Afrikaansche Unie tegenwoordig
den last heeft te torsen onder welke Egypte, Griekenland en Rome zijn bezweken. Want de Unie tracht
het vraagstuk op te lossen, welke plaats in het stelsel
der volkeren aan de Afrikaansche rassen behoort te
worden toegekend. De Zuid-Afrikaansche Unie beslaat minder dan n
twintigste van heel Afrika s oppervlakte en naar verhouding van haar grondgebied is zij volstrekt niet het
dichtst bevolkte gewest van het werelddeel. Toegerust
als zij is voor de bestudeering en voor de oplossing
van het groote Afrika-vraagstuk, vormt de Unie echter,
het zij dan slechts een klein, maar toch een belangrijk
en zeer belangwekkend deel van Afrika. Naar het
klimaat gerekend gelijkt dit land veel op Nieuw-Holland,
in maatschappelijken zin stemt het overeen met de
oudere vestigingen in de Vereenigde Staten welke eveneens aan Hollanders, Britten en Hugenoten hun oorsprong te danken hebben. De vergelijking gaat alleen
hierdoor mank, dat de Unie met hare reeds lang gevestigde Europeesche bevolking, bovendien een groote,
steeds aanwassende zwarte bevolking bezit, waarbij
elk ras echter zijn eigen karaktereigenschappen bewaart,
ook al leven zij in onderlinge vriendschap en streven
zij beide naar gelijkmatigen vooruitgang.

of Egypt s glory, but the scne of the interest has


shifted. It is not the north, but the south, that plays
the leading role in Africa to-day- In ancient times all
foreign influences, all attempts to colonise, entered
Africa from the north- Modern colonisation reversed
the process and started from the south. A n d of this
colonisation, of European settlement on a permanent,
considerable and progressive scale, the best because
the most extensive and oldest example in Africa to-day
is found in. the southerniost extremity of the continent,
in what is now known as the Union of South Africa.
There, through nearly three centuries, European
traditions and institutions have been acclimatised, and
now flourish and permeate the surrounding country.
There white colonists. have retained not only a footing
but their native vigour and complexion.
Algeria, it is true, has a considerable European
population, but neither so large nor so long-settled as
that in South Africa. Indeed it is hardly exaggerating
to say that the Union of South Africa to-day carries
the burden which Egypt, Greece and Rome let fall;
for the Union is trying to solve the problem of the
African races' proper place in the scheme of things.
It is a more important problem than is generally realised.
If satisfactorily solved, not only will the native of the
south benefit directly, but the solution of the south
may leaven, and in time transform, the conditions of
life throughout the whole of Africa. It may bring into
line with the rest of the progressive world that mightly
continent which has lain so long in darkness and in
tethargy.
The Union of South Africa is less than one-twentieth
the size of the continent of which it forms part, and
relative to area, by no means the most densely populated portion of that continent; but with its equipment
for studying and perhaps solving the problems of
Africa, the Union, though only a small part of Africa,
is an important and most interesting part. Climatically
it is much like Australia. Socially it resembles the
older communities of the United States, having the
same foundation of Dutch, British, and Huguenot bloodYet in essentials it differs from both in this, that
besides its long established European population it
has a large and growing black population, each race
preserving its own characteristics yet living in amity
and for steady progress.
In history this is something unusual, almost unique.
Generally either the colonist or the native has succumbed
In America it was the native; in ancient Africa, the
colonist. In Asia Europeans have never established
themselves, except as a small ruling" caste. But in
South Africa native flourishes and increases under
European colonisation, which gives South Africa a
political significance, and international interest, greater
even than that of larger Dominions-

Pretoria

Market street, Johannesburg.


Regeeringsgebouw

Ziedaar een ongewoon, zelfs een bijna eenig verschijnsel in de geschiedenis. In het algemeen zijn f
de kolonist, f de inboorling ondergegaan. In Amerika
is het de inboorling, in het oude Afrika is het de
kolonist geweest. In Azi hebben de Europeanen zich
nergens gevestigd, tenzij als een kleine klasse van
overheerschers. In Zuid-Afrika daarentegen komen onder
Europeesche kolonisatie de inboorlingen tot welvaart
en vermenigvuldigen zij zich. Dit verleent aan het land
zijn internationale beteekenis, grooter zelfs dan die van
veel uitgestrekter kolonin. .
Aldus treedt Zuid-Afrika dikwijls op den voorgrond
en toch is het land, hoe tegenstrijdig het klinken moge,
over het algemeen nog weinig bekend. Ieder heeft gehoord van den rijkdom aan mineralen of van de politiek
van Zuid-Afrika, maar buiten de Unie hebben slechts
weinigen een juist besef van alle aanspraken welke
het land mag maken op meer algemeene waardeering.
Er zijn uitbundige lofredenen gehouden, ook door
personen die bekend waren met de schoonste deelen
der aarde, met de slotsom dat indien Zuid-Afrika's
lustoorden maar beter bekend waren, zij door bezoekers bestormd zouden worden. E n gedurende enkele
tientallen van jaren hebben de gebeurtenissen in het
land de wereld in beroering gebracht. Die lofspraken
zijn echter meest ongeschreven gebleven en zij klonken
niet ver genoeg door om de aantrekkelijkheden van
Zuid-Afrika zoo wijd vermaard te maken als b.v. die
van Itali of van Japan. De naam die het land zich
in de wereld verwierf dankt het aan het goud en de
diamant, of aan de ondernemende daden van zijn
staatslieden, veel meer dan aan zijn romantisch verleden.
Zelfs door degenen die door belangen aan het land
zijn verbonden, is Zuid-Afrika in den vreemde meer
voorgesteld als een erfdochter dan als een bruid. Bij
het bewonderen van haar rijkdom werd haar schoonheid voorbijgezien.
De tijd om dit te herstellen is aangebroken. Thans
is het mogelijk om de Unie bekendheid te verschaffen
op een wijze als twintig jaar geleden niet kon worden
gedaan. Toen was het land verdeeld over vier regeeringen, de republieken van Transvaal en Oranje Vrijstaat,

Union Building*

South Africa is thus often in the public eye, yet,


paradoxical as it may seem, is on the whole little
known. Everybody, has heard of its mineral wealth
and politics, but comparatively few outside the Union
have any conception of its other claims to attention.
Eulogies, suggesting that were its pleasant places better
kno wn they would be thronged, have been bestowed
unstintingly, even by those acquainted with the best
elsewhere; and for a decade or two the affaire of
the country have been prominently before the world.
But the eulogies were generally oral, did not carry
far enough to make the attractions of South Africa
as widely known as those of, say, Italy or Japan;
and the world wide prominence of the country had
reference to its gold and diamonds, or the enterprising
experiments of its statesmen, rather than to the country
tself its scenery, climate and romantic past.
South Africa, even by those wedded to her interests,
somehow was pictured abroad more as an heiress
than as a bride; in the contemplation of her riches
her beauty was lost to sight.
The time for remedying this has arrived. It is now
possible to view and introduc the Union in a way
that could not be done twenty years ago. Then it was
divided under four Governments : The republics of the
Transvaal and Free State, and the colonies of the
Cape of Good Hope and Natal. Now it is united
by one Government, under the British flag.
It merits mention too, that twenty or thirty years
ago, when neither the railway, shipping nor hotel
accomodation of South Africa were nearly so good
as now, the country was too remote, entailed too
much discomfort and expense on travellers to be popular
asaresort; and the attractions of Europe and the then
novel East were still too absorbing for travellen to
seek new fields. It is different to-day. The remotest
part of Africa is now reached and enjoyed with ease
and comfort; not only have the travelling facilities
been modernised, but the attractions to which they
lead are of the kind for which the demand had noticeably increased. They are fresh and uncommon.
The convenience and charm of European and North-

de k o l o n i n
is

het

de

van K a a p de

vereenigd

Goede

H o o p en N a t a l . N u

onder n G o u v e r n e m e n t

en

onder

B r i t s c h e vlag.
Het

verdient

geleden,

are

travel resorts,

such

het

dat

twintig of dertig jaar

spoorwegwezen,

het

scheepvaart-

wears

oir- M o r e

or along the

waren als tegenwoordig,

all the innovations

groote

afstanden,

en

kostbaar was

aantrekkelijkheid
toen

met

te veel

dit

land

ongemak

o m toeristen

met zijn

ging gepaard

York.

Brillant

to make life super-luxurious, are there.

De

They

van E u r o p a en van het O o s t e n ,

dat

nothing like it to offer-

zeer in tel was,

voldeden

te zeer aan den reislust

make travel d o u b l

g o o d . It is

well

suimy

new

is

and

het

deel

alles anders

geworden.

H e t verst verwijderde

van A f r i k a kan thans zonder moeite of ongemak

w o r d e n bereikt en bezichtigd. N i e t alleen


gelegenheden
heden

gemoderniseerd,

zijn juist van d i e n aard

w o r d t gezocht.
De

welke

Z i j zijn nieuw

en

Afrika
den

toeristenplaatsen

recht

in

meer

en

wel

en

d e verwoestingen door

Overal

voorstellingen,

vindt

men

er

schitterend

gezelschap,

om

hoogste weelde.

het

op

te

voeren

tot

H e t reizen wordt daardoor zeer

Niets

aan te bieden.

leven

van

dat

alles heeft

M a a r juist een

de
ver-

distant

parts

closer

already

kende

menschen,

de

atmosfeer

en d e n toonaard van

het dagelijksch - milieu te verwisselen


vreemde

voor een

geheel

omgeving.

Zuid-Afrika

heeft den reiziger v l aan te b i e d e n . A l s

The

between
in A s i a

so

noticeable

in

if not

in

heart.

themselves

The

more

colonies

closely

So

that

in

time,

one

is

fashionplate

of

the

conventional. T h e etiquette a n d

kraal, a n d already the

buxom

knows

something

of b a l l g o w n s ;

whose

ancestors

were content

a n d the native d a n d y ,
w i t h the skins of

enters domestic service that he too may p r o m e n a d e

South

Africa

therefore

should

boots.

be

it

h e b b e n . gezien een

dominions,

general

is

out

transition

of
it

the
is

commonby

no

maar het is zoo gesteld dat het op verkleinde schaal het

interest.

verscheiden-

European

antiquity

and

h e i d van l a n d s c h a p en van economisch belang, bijna elke

memories

not

of

soort plantengroei, van d e n p i j n b o o m tot d e

South

Op

het

schappen,
schoonheid

Kaapsche

gelijken met de

de

berg-

en

zeegezichten.

D r a k e n s b e r g e n is w e l

Alpen,

of

the

means

continent,

Asiatic
national

in

lost.

a field of travel

devoid

of

or

historie

w h i c h , if they

lack

pageantry, .still stir


but of w o r l d events

have seen, is only a small part

yet

so

situated

as

to

reflect

in

miniature the whole. .

schiereiland zijn heerlijke

boschpartijen,
van

en tropische

only
as w e

also is

U n l i k e most colonies

Its coast has associations

Africa,

seen before

its distinctiveness

geheel weergeeft. H e t omvat een

geslacht-

the

animals they slew, or the cloth of the bark they w o v e ,

It has m u c h to offer the traveller. A s

tusschen het gematigde

the

Kafir w e n c h of the town

aan wereldgebeurtenissen- Z u i d - A f r i k a vormt naar wij

en elk type van het menschelijk

be

differences

b o u l e v a r d creep gradually to

digen zij d e herinnering, niet alleen aan nationale maar ook

klimaat afwisselend

model
distinct-

c o m p l e x i o n a n d climate. E v e n S o u t h

becoming

the

p a l m , een

East

there will

national

rische van E u r o p a en de praal van A z i , toch verleven-

groote

nations,

Japan, the

may s u p p o s e ,

little variety for the traveller, few

kusten het antiqua-

klein gedeelte van het w e r e l d d e e l ,

the

com-

iveness lessens, the quaint a n d the picturesque depart-

now

de

the

and dominions

in lavender gloves a n d patent-leather

ontberen

going
of

a n d A f r i c a , no

on E u r o p e a n lines,

nin

rische be teekenis. . A l

no

development

toeristenland is het buitengemeen. A n d e r s dan vele koloen bezittingen, is het in geene deele z o n d e r histo-

everywhere,

i m p r o v e d a n d rapid

intercourse

is

te m i d d e n

onbe-

sympathies,

becomes W e s t e r n , in costume a n d outward semblance,

te

en

widen

uniformity.

As

Africa

tafereelen

and
It is

d o u b t tend to material a d v a n t a g e ; but increasingly they


create

except i n speech,

van n i e u w e

only

scnes

strange.

there may be

E u r o p e a n spheres of influence

onder geheel andere, zonnige

dolen

not

atmosphere

are h o w e v e r

soon

of the globe,

verkeeren

rond

how

true sense?

sterk aan en is n o o d i g . H e t is heerlijk o m bijwijlen te


luchten,

has

by going far a b r o a d .

innovation

the

munication,

the

to enlarge ideas,

and

in

Zuid-Afrika

sterke tegenstelling trekt

to ' shift

parts altogether

to

shall say

abroad

beneath

to w a n d e r a m i d fresh

life

w e l l occasionally

Change

A l l are good-

South Africa

people,

one's

functions,

B u t a thorough change is also

skies,

a n d vary experience

Parijs of N e w -

partijen, kortom alles wat geld en m o d e

aanbrengen

aangenaamd.

is er af.

te C a i r o en aan d e R i v i e r a ,

lijkt meer en meer op die in L o n d e n ,


York.

Noord-

niet w o r d e n overtroffen. Z i j h e b b e n

in R o m e ,

of

enjoyable

occasionally to get

unfamiliar

and who

in

op die populariteit, maar het nieuwtje


season

but

tenor

meer

ongemeen.

Europa

uitgaan, z u l l e n , ondanks

oorlog,

kan

zijn de reis-

d e aantrekkelijk-

aantrekkingskracht en de b e k o r i n g welke van d e

bekende

De

maar

that of L o n d o n , P a r i s

throngs, setscenes,

that m o n e y and fashion can contrive

aan te trekken.

dan dat men uitzag naar andere o o r d e n . T e g e n w o o r d i g

Their
novelty

a n d more the season in R o m e , C a i r o

or N e w

reizen in

of the war,

unrivalled.

edge of their

R i v i e r a resembles

verkeer en het hotelbedrrjf lang niet zoo goed verzorgd

te

despite the ravages

as w i l l p r o b a b l y continue

popularity is d e s e r v e d ; but the

opmerking

toen

African

landDe

niet te ver-

maar in haar soort is de natuur

It has great variety of scenery a n d interest nearly


every species of foliage
a climate
and

every

from the

pine to the palm

varying from the temperate


type

of

to the tropical,

m a n k i n d from the O r i n t

to

the

Polana Beach

' Lourenco Marquez

Esplanade

hier even grootsch en indrukwekkend. In Natal en in


gedeelten van de Transvaal heerscht de levendige
schoonheid eener sub-tropische natuur.
De voornaamste aantrekkelijkheden zijn hiermede
vermeld, maar ook de zijwegen lokken aan. Rondom
Pieter Maritsburg en Bloemfontein, evengoed als in
den omtrek van Port Elisabeth en Oost Londen, in
het bovenland van de Transvaal en den Vrijstaat, in
het Boschveld of in de bosschen van Knysna, ja zelfs
op de dorre fCarroe-vlakte, overal vindt men wijde
luchten, een ongerepte bestaansruimte, bijna dagelijkschen zonneschijn, en vele belangwekkende menschen,
hetgeen alles bijeen in dit uitgestrekte reisgebied samenwerkt tot zuiver genieten.
De belangstelling word verlevendigd door zulke totaal
verschillende merkwaardigheden, als de machtige Victoria
watervallen, de geheimzinnige bouwvallen van Zimbabwe
het hardnekkige Calvinisme van de pioniers, waarmede
plaatsen als Pretoria nog zijn doortrokken, en de
beteekenis van Johannesburg, de wereldstad van het goud.
De afwisseling van het tafreel is zoo groot, en
bovenal, het klimaat zoo verrukkelijk, dat het onaandoenlijkst gemoed voor de lokking van Zuid-Afrika
moet bezwijken. Daarm is hier getracht een denkbeeld
te geven van hetgeen zij, die besluiten om te trekken
naar het zonnige land, er zullen vinden. Hoe genotvol
Europa en het Oosten ook mogen wezen, de toeristen
zullen niet minder worden bekoord door Zuid-Afrika.
Een gellusteerd boekje met algemeene voorlichting
omtrent Zuid-Afrika kan kosteloos aangevraagd worden
ten kantore van den Hoogen Commissaris van de ZuidAfrikaansche Unie, op Trafalgar Square in Londen.

Occident.

Durban

In the Cape Peninsula are exquisite scnes, woodland,


mountain and marine. In the Drakensberg you have
not exactly Alpine effects, but a grandeur in its way
as impressive. A n d in Natal and parts of the Transvaal
there is the vivid beauty of the sub-tropics.
These are the main attractions, but the byways
also call. Around Pietermaritzburg and Bloemfontein,
as around Port Elizabeth and East London; on the
upper altitude of the Transvaal and Free State, as
in the Bushveld or in the forests of Knysna; ven on
the arid Karoo, genial skies, clean breath of existence,
almost daily sunshine, and many interesting people,
conduce to a serene enjoyment of this field of travel.
The splendour of the Victoria Falls, the mystery
of the Zimbabwe Ruins, the lingering Calvinism of
the pioneers, which still invests places like Pretoria;
and the peculiar interest of Johannesburg, that golden
metropolis, combine by their piquancy to keep the
interest from flagging.
Such is the variety of scne, and such, above all,
the delightfulness of the climate, that the least pliant
minds may be calculated to yield to the lure of
South Africa.
Hence this effort to convey some idea of what
may be expected by those who elect to come sunward,
this in the belief that however enjoyable Europe and
the East, travellers will be pleased with South Africa.
A n illustrated decriptive booklet and general information about South Africa may be obtained gratis
from the Office of the High Commissioner for the
Union of South Africa, Trafalgar Square, London.

Вам также может понравиться