Вы находитесь на странице: 1из 56

HERINNERINGEN

UIT DE EERSTE
JAREN DER
DUINOORDKERK

DOOR
Ds* J, M. JALINK.

HERINNERINGEN
UIT DE EERSTE JAREN
DER DUINOORDKERK
DOOR

Ds. J. M. JALINK.

Indocti discant
Ament memmisse periti.

INHOUD.
bladz.

1.

Verwondering

2.

De Kloosterkerk

3.

Handen uit de mouwen!

4.

Klimpartijen

14

5.

Nieuwe Locomotieven

15

6.

Commissie of bestuur?

17

7.

Een tweede en krachtige locomotief

18

8.

Tegenspoeden

19

9.

Het Orgel

21

10.

De Eerste Steenlegging

22

11.

Onze Kwartjes-Vereeniging

23

12.

Het Plafond

27

13.

De Banken

29

14.

Bij het Kroon-domein

30

15.

De Pastorie

31

16.

Het Koor-raam

32

17.

De Inwijding

34

18.

Geschenken

37

19.

Uitbouw

42

VERWONDERING.
Hoe heerlijk is het, zich over eenig werk des Heeren
te verwonderen!
Is het niet z, dat in die verwondering iets binnen in
ons juicht en tegelijk aanbidt?
Er liggen in onze verwondering vlak naast elkaar: de
jubel van de stem en de nerslag der oogen.
,,^Vij loven U, o God! en
Heer, ga van mij uit,
ik ben een zondig mensch."

Als ik op uitnoodiging van den Gemeente-Avond van


December 1932 en wel met het oog op het 12%-jarig bestaan
op 17 Juni 1933 in het onderstaande iets vertellen mag
van het ontstaan onzer hartelijk geliefde Duinoordkerk, dan
zal gewijde verwondering door alles heen schemeren.
Was het inderdaad niet verwonderlijk, dat God tot den
bouw van Zijn Huis in ons mooie, in aanbouw zijnde stads
deel, een man riep, die wegens lichamelijke zwakheid niet
eens naar een kerk kon gaan?
Emeritus-predikant geworden op betrekkelijk jeugdigen
leeftijd, zat hij s Zondag-morgens in de serre van het pand
no. 57 aan de Willem de Zwijgerlaan. Dit huis was toen
het laatste van die laan, het duinzand lag er tegen op
gestoven en het was door gegadigden onbewoonbaar
verklaard, wijl angstig afgelegen".
De Van Slingelandtstraat bestond nog niet.
Het viel hem op, dat, Zondagmorgens op kerktijd, van
de huizenrij aan de overzijde niet n enkele deur zich
ontsloot.

6
De kerkgang in Duinoord was uiterst gering. En
menschen die hoogst waarschijnlijk geen behoefte gevoelen,
's Heeren Naam gezamenlijk groot te maken en het Evangelie
te beluisteren, kan men redelijkerwijze niet gaan opwekken
tot den gang naar een Bedehuis dat zich op een half uur
afstand bevindt.
Toen kwam de roepstem in zijn hart: er moet noodzakelijk
in onze woonwijk-zelf een kerk komen. Het behoort een aan^trekkelijk Bedehuis te zijn; aantrekkelijk door zijn ligging en
inrichting; aantrekkelijk vooral daardoor, dat het aloude
Evangelie van Jezus Christus er wordt voorgedragen in een
vorm, die niet vreemd is aan den geest, de belichting en de
taal van onzen tijd.
Die roeping heeft den geroepene nooit weer verlaten.
Toen hij geleidelijk sterker werd en zitting kon nemen in ver
schillende besturen van philanthropischen aard, bleef het
steeds luiden in zijn hart: dat alles is goed; het belangrijkste
echter blijft de eisch, dat in Duinoord een kerkgebouw
worde opgericht.
Maar op welke wijze tot dien bouw te geraken?
De bewoners van Duinoord waren hem onbekend. Dan
een poging gedaan in de oude stad, bij geestverwanten.
Toen deed zich uiteraard geheel buiten zijn toedoen
eene opvallende gebeurtenis voor.

DE KLOOSTERKERK
meldde zich aan als bouwvallig.
Er had een vreeselijk ongeluk kunnen gebeuren. Het
gebouw werd dan ook onmiddellijk voor den kerkdienst
gesloten.
Toen bepleitte ik in twee artikelen in het dagblad Het
Vaderland", het loslaten van genoemde kerk. De artikelen
droegen tot opschrift: Kiezen of deelen . De strekking was
deze: Wanneer de kerkvoogdij der Haagsche Gemeente heel
rijk is, kan zij zich de weelde veroorloven n de groeiende

7
buitenwijken onzer stad van kerkgebouwen te voorzien n
tevens, in de oude stad, een kerkgebouw eene zeer ingrijpende
restauratie te doen ondergaan, ondanks het feit, dat zich daar
vier kerkgebouwen in elkanders onmiddellijke nabijheid bevin
den: n.1. Willems-, Klooster-, Nieuwe- en Groote Kerk; waar
zich nog bijvoegt het feit dat, binnen de oude stad, de parti
culiere woningen in snel tempo in gebruik worden genomen
door kantoorinrichtingen.
Daar de burgerlijke Gemeente te 's-Gravenhage, wegens
hoog noodige verruiming van den toegang tot de Parkstraat
belang heeft bij bezit van aangrenzende gronden, steekt in
het terrein, waarop de Kloosterkerk staat, een aanzienlijk
kapitaal.
Hoe uitnemend zou de Kerkvoogdij deze gelden kunnen
aanwenden voor kerkbouw in de buitenwijken der stad.
Tegen deze artikelen trad in het dagblad De Avondpost"
een anonimus in het krijt. Zijn argumenten komen meerendeels voor onder de aanstonds te vermelden bezwaren der
Kerkvoogden.
Het niet behoorlijk achtende, een zaak alleen indirect, via
de pers, voor een College te bepleiten, verzocht ik enkele
vrienden uit Duinoord met mij een schrijven rechtstreeks te
richten tot de Haagsche Kerkvoogdij der Ned. Hervormde
Gemeente. De uitgenoodigden gaven hiertoe gaarne hun
toestemming.
Men ziet hieruit, dat er toch in deze geestelijk verlaten
buurt een honger naar het Evangelie bestond.
Bij de hier genoemde personen denken we in de eerste
plaats aan Mr. L. Lietaert Peerbolte.
In den oer-tijd der Duinoordkerk-actie was, bij gesprek
ken in zijnen en onzen huiselijken kring, de kerk-stichting het
onderwerp, dat altijd opnieuw bezieling bracht.
Het aldus in Juli 1913 saamgestelde Comit bestond uit:
Ds. J. M. Jalink;
Mr. L. Lietaert Peerbolte;
Mr. R. Del Campo, genaamd Camp;

8
Mevr. de Wed. E. B. GunningKoning;
Mevr. de Wed. Mr. W. B. BergsmaVan Nouhuys.
Ook werden er lijsten verspreid ter teekening door perso
nen, die ons verzoek ondersteunen wilden.
Het antwoord der Kerkvoogdij luidde afwijzend.
Het College deelde ons mede, in zijn schrijven van 15 Juli
1913, dat het van de restauratie der Kloosterkerk niet kon
afzien, omdat aan het gebouw vele treffende, historische
herinneringen verbonden zijn; tevens niet, omdat de Kerk
voogdij de verantwoordelijkheid heeft voor sommige graven.
Familin hebben soms legaten gemaakt aan de kerk, onder
beding, dat het graf moest worden onderhouden.
Er zijn graven gekocht onder verplichting der Kerkvoogdij
om deze onaangeroerd te laten.
Kerkvoogden verzekeren echter, dat de behoefte aan een
kerk voor de Stadswijk Duinoord" door hen niet wordt
onderschat, en, mochten mettertijd de financin der Kerk
voogdij de stichting eener kerk in dat deel der gemeente
toelaten, dan zullen zij trachten zoo spoedig mogelijk aan onze
bezwaren tegemoet te komen.

HANDEN UIT DE MOUWEN.


Na bovenstaande erkentenis van onmacht der Kerkvoogdij
en zulks voor onbepaalden tyd, gevoelde ons Comit, dat het
oogenblik gekomen was, om zelf de handen uit de mouwen te
steken en het voelde ook de roeping en de opgewektheid
daartoe.
Degenen, op wie wij een beroep zouden doen om hun
moreelen en geldelijken steun, hadden recht te weten op
welken geestelijken- en rechts-grond onze Stichting stond.
Art. 1 van den Stichtingsbrief luidt: De grondslag der
Stichting is: de belijdenis van Gods genade, in Jezus Christus
geopenbaard, welke hare historische uitdrukking vindt in de
Apostolische geloofsbelijdenis, de belijdenis der christenheid
in alle landen. Zij is te vinden in de Symbolische Schriften der

9
Nederlandsche Herv. Kerk, (Uitg. J. J. v. Toorenenbergen,
pag. 76) en in de 23e Vraag van Zondag 7 der H. Catechis
mus. Art. 9 van den Stichtingsbrief waarborgt de onveran
derlijkheid van den grondslag.
Als rechtsvorm kozen wij eene Stichting". Wellicht
zal deze of gene lezer eene Vereeniging een betere corporatie
achten; maar deze zou voor ons doel de ongewenschte
mogelijkheid hebben ingesloten, dat de leden, bij verkiezingen,
het bestuur en den predikant konden aanwijzen in de richting,
welke wij voor Duinoord onbruikbaar achtten. Hier meenen
wij zooals ik in den aanvang van dit geschrift zeide dat
noodig is het aloude Evangelie van Jezus Christus, maar dit
voorgedragen in een vorm, die niet vreemd is aan den geest,
de belichting en de taal van onzen tijd.
Eene zeer uitgebreide Circulaire werd nu opgesteld en
verzonden. In de wl-doordachte bewoordingen valt meer dan
ns de hand te herkennen van ons onvergetelijk medelid, Mr.
R. del Campo, genaamd Camp.
Uit de onderteekening van dit stuk blijkt, hoe het ons
Comit was gelukt, verscheidene hooggewaardeerde personen
tot zich te zien toetreden.
Het eerste kleine Comit bestond uit de heeren en dames
genoemd op bladz. 7 en 8. Nu zagen we mede aanzitten: Mevr.
S. ParquiMalcomesius, Mej. B. Dudok van Heel, G. H. E.
Bergsma, W. J. Jalink, Dr. C. P. Gunning, P. J. Grondel en
J. L. van Verre.
Hoe vlot verliep die toevoeging. Toen ik Mr. del Campo
belet vroeg, luidde zijn antwoord: Je bent in elk geval
welkom; maar als het gaat over kerkbouw, betuig ik je van te
voren mijn sympathie."
Dr. C. P. Gunning, toen leeraar aan het lyceum hier,
was opgetogen over het plan en stapte, dadelijk na ons onder
houd, me naar den heer . L. van Verre, die, zveel voor het
plan voelde, dat hij niet eens bedenktijd noodig had.
Toen later de directeur der Indische Pakket Mij., L. J.
Lambach met pensioen in Duinoord kwam wonen, verklaarde

10

hij zich bereid met ons mee te werken. Ik betuigde hem mijn
vreugde, k een zakenman in ons midden te krijgen. Ik wist
welk een werkkracht hij had ontwikkeld als directeur der Ind.
Pakket Mij. Maar zijn eenvoudig hart deed hem antwoorden:
Och neen, zooveel zult u aan mij niet hebben."
Nog altijd betreurt ons bestuur zijn vroegtijdigen dood.
De laatste vergadering, welke hij meemaakte, was die van
onze commissie.
In zijn plaats was Dr. C. Oorthuys, ondanks zijn drukken
praktijk, bereid in ons midden plaats te nemen.
Onder de circulaire, reeds genoemd, staat de vermelding
eener Commissie van aanbeveling onder wie o.a.:
Jonkvrouwe H. B. de la Bassecour Caan;
Dr. J. A. Cramer;
Dr. J. H. Gerretsen;
Dr. F. van Gheel Gildemeester;
Ds. P. J. Molenaar;
G. A. Ouwejan;
R. W. J. Schill;
Dr. J. Th. de Visser;
Ds. W. L. Weiter.
Tot nog toe had ik alle bestuursfuncties alln vervuld.
Hoe rijk gevoelde ik mij, toen de heeren Bergsma en Van
Verre optraden als secretaris en penningmeester. Welk een
aanwinst en steun was dat! Ik ben er hen nog steeds dankbaar
voor!
Wat de Circulaire betreft, zij heeft als officieel stuk,
zeer zeker haar doel getroffen; maar ik vermoed, dat al mijne
toenmalige mede-bestuurders het er over ns zullen wezen,
dat tenslotte onze persoonlijke bezoeken de voornaamste
oorzaak van ons wlslagen zijn geweest.
Mutatis mutandis was hier van toepassing de verklaring
van Sir Chamberlain, (Engelsch minister van buitenlandsche
zaken): Men moet niet verwachten, dat de wereldvrede tot
stand komt, omdat wij hier een samenspreking houden."
Soms deden we die bezoeken met ons tween. Dat samen-

11

werken verhoogde onzen moed. Zoo waren we eens samen


bij een, als heel-rijk bekend zijnden, heer. We kregen een
belofte me, en werkelijk oogstte later mijn compagnon,
vakgenoot van den bezochten man, een der grootste giften,
welke we ooit ontvangen hebben. Meestal kwam er van
gezamenlijke bezoeken niet veel terecht. Dan kon de een, dan
de ander niet en zoodoende komen bezoeken, waar men tegen
op ziet, al spoedig in het gedrang.
Van bezoeken, ieder op ons-zelf, zouden anderen hier
moeten vertellen. Ik voor mij weet wel, dat ik niet zelden met
een bezwaard hart, tot mijn vrouw zei: Daar gaat de bedelaar
weer."
Toch is het merkwaardig, hoe eene bepaalde, duidelijke
roeping, door God in ons hart gelegd, kracht in ons brengt.
God verandert iets in een mensch, als Hij een taak oplegt.
De beschroomde durft; de klein-geloovige krijgt geloof,
de beklemming wordt vrijmoedigheid. Je kunt het niet
beschrijven en niet ontleden; maar het is er. Wondervol!
Zoo ging het mij.
Ik ga een trap op, bekleed met sierlijke, zware loopers,
naar een richard, dien ik nooit ontmoet heb en vind er een
pleiter voor onze zaak, dien ik k niet ken. Resultaat: een
plaatsing van 3 mille voor onze leening.
k Kom terecht in het Kabinet van onzen toenmaligen
Burgemeester. Hij laat mij rustig vertellen en concludeert
dan: O, dus u komt hier eigenlijk bedelen?" Ik kon, nch
wilde, de eenigszins ironisch geuite, vraag ontkennend beant
woorden; maar
binnen enkele dagen mochten wij een
mooi bedrag boeken.
Mijn stelling luidde nog al eens: wanneer wij niet eenige
personen vinden, die 2 mille toestaan, kunnen we aan geen
beginnen dezer zaak denken.
Resultaat was, dat een dame met een hart van goud, maar
brusque in haar optreden, dood-kalm 500. aan haar gift
toevoegde, en een heer, met een oolijk gezicht antwoordde:
Welnu, u taxeert mij en ik zal gehoorzaam wezen."

12
O, hoe dankt mijn hart, dat die beiden het bereiken van
het doel, dat, toen zij mild gaven, toch nog niet meer dan
eene gedachte was, hebben beleefd en heel vaak de Gods
dienstoefening in onze en hunne Duinoordkerk hebben megemaakt.
Eens ging het al hl gemakkelijk, toen een heer 5 mille
beschikbaar stelde, eenvoudig af te halen aan een Bank!
Mijn verhaal zou u allicht een beetje gaan verplaatsen
in de sfeer van een mooi sprookje, of u doen denken aan de
gemakkelijke houding van iemand die, in een club-fauteuil
gezeten, zich door een prima sigaar hult in een wolk van
aangename geuren.
Maar dan zal, als u geduld heeft, verder te lezen, het
onderstaande u toch getuige doen zijn van een wezenlijke
worsteling; soms er bijna onder; dan weer er boven op!
Wij bestuurders, hebben samen zoowel het n als het
ander biddend door gemaakt, op de meer genoemde studeer
kamer aan de W. de Zwijgerlaan. Een photo van deze bevindt
zich in de bestuurskamer der kerk; zij is meermalen haar
kraam- of geboortekamer genoemd. Zie clich bij pag. 16.

Moge de geschiedenis met het terrein vrgaan.


Wij hadden 't oog gevestigd op het stuk grond, hoek
Stadhouders- en Cornelis de Withlaan, waar thans een
Roomsche kerk staat.
De grond in het pas verkavelde Noorder deel van Park
Zorgvliet was duur. Hij gold 24. per Meter en wij
hadden er 2000 noodig, daar elk gebouw omgeven moest
blijven door een strook onbebouwd van 15 M.
Deze bepaling (iets soepeler toegepast voor twee
naast elkaar staande perceelen) bestendigde aan het erfgoed
van Jacob Cats het park-cachet.
Maar we hadden vernomen van iemand die de functies
van Kerkvoogd N. H. K. en Commissaris van Zorgvliet in
zich vereenigde en dat deze heer 2000 Meter voor zich had

13

gereserveerd tegen gereduceerden prijs ten dienste van een


eventueelen kerkbouw.
Toen nu het negatieve bouw-besluit van Kerkvoogden en
Notabelen door ons ontvangen was, draalden wij natuurlijk
niet, ons tot bedoelden heer te wenden.
Hem was uiteraard bekend, wat de Haagsche Kerkvoogdij
omtrent Duinoord besloten had en wij verzochten hem de
gunstige bepaling van zijne 2000 Meter te mogen over
nemen.
Nu is het in den regel vlot werken met zaken-menschen.
Het antwoord luidde kort en goed: Ga maar naar Hoek en
zeg hem, wat wij afgesproken hebben."
U begrijpt dat we daarover geen gras lieten groeien.
Weldra zaten we in het kantoor van den heer Z. Hoek,
desmaals directeur van de Maatschappij Park Zorgvliet."
Geld om het geheele terrein te betalen bezaten we niet;
maar, door storting van een deel per Meter, kregen we eene
voorloopige koopacte in handen, tegen 21. per Meter,
dus met een besparing van 6000..
Die acte vrkwam, dat de een of ander op een goeden
dag" een villa op ons" terrein ging bouwen, zonder ons
weten; maar zij bewerkte ook, dat een rijke Maatschappij, die
met soortgelijke plannen rondliep, moest aankloppen bij ons
en niet bij de Mij. Zorgvliet.
Zij deed dit dan ook en wilde het aangeduide stuk grond
van ons koopen. Het antwoord luidde onzerzijds: die grond
is niet te koop, wij hopen er nog eens een kerk op te bouwen.
De afgevaardigde kwam echter terug met hetzelfde voor
stel en gaf daarmede te kennen, dat het ernst was met het
aanzoek.
Ons bestuur heeft toen drie voorwaarden gesteld:
1 . wij zouden elders een terrein te onzer keuze bekomen
van ongeveer dezelfde oppervlakte;
2. de aanvragende Maatschappij zou het volle bedrag
voor den aankoop storten;
3. alle overdrachts-kosten kwamen voor haar rekening.

14
Wij meenden dat een en ander niet onbillijk was; te meer
waar de handeling liep tusschen eene corporatie, die als rijk
bekend stond en wij, die arme bedelaars waren.
De vertegenwoordiger der Mij. vroeg veertien dagen
bedenktijd en aanvaardde binnen dien termijn de overdracht
op de gestelde voorwaarden.

KLIMPARTIJEN.
Nu kunt u, in den geest, de leden van onze Commissie
zien klimmen over hekken en steggen. Een prettig werk was
't inderdaad, na veel vergaderen, om de heerlijke geuren van
het nog onbewoonde gedeelte van Zorgvliet op te snuiven en
een keuze te mogen maken van niets minder dan een flinken
lap grond. Soms waren we dicht bij Den Haag, een anderen
dag in het duin.
Aan een laan, die den naam van den heer Adriaan
Goekoop zou dragen, bevond zich een vrij hoog duin, met
Cats' thee-koepel (zie photo in bestuurskamer) en in de
nabijheid daarvan een aan te leggen plantsoentje van een
driehoekigen vorm. Dit laatste zou maken, dat de te bouwen
kerk nooit ingesloten werd. Men zou altijd een vrij uitzicht
op het gebouw behouden.
Wel was het terrein heuvelachtig, zoodat het afgegraven
zou moeten worden, maar het lag daarentegen mooi tegenover
de toekomstige Johan de Witt-laan en was, vanwege een
puntigen vorm, iets grooter dan het te verlaten terrein aan
de Stadhouderslaan.
De keuze werd bepaald op dit perceel en meermalen
beklommen wij het heuveltje en zagen, in de toekomst, de
kerkgangers reeds naderen.
De transactie kwam tot stand en wierp ons een aanzien
lijke bate in den schoot.
Waar nog bij kwam, dat sommige lieden, hoorende van
zulk een schot in de zaak, ruime bedragen beschikbaar stelden,

15
want ze zagen er oprecht een zegen des Heeren in, die Zijne
goedkeuring over dezen kerkbouw inhield.
Intusschen waren wij, door de verhuizing, aangeland op
Scheveningsch-kerkelijk terrein; daar de grens in dit opzicht
loopt door de Willem de Zwijgerlaan.
Ook kan van het nieuwe terrein gezegd worden, dat
het veel rustiger gelegen is dan het eerste. En allervoornaamste
eisch voor een plaats van aanbidding is zeker wel: stilte.

NIEUWE LOCOMOTIEVEN.
Wij hebben in het voorafgaande wat lang op den grond
gekeken, hetgeen de welwillende lezer niet irrationeel zal
vinden. Immers, wie kan een bouwwerk plaatsen of ook maar
serieus bespreken, zonder eerst te handelen over den grond
waar het verrijzen moet.
Sedert had er echter een groote wisseling van personen
plaats gehad. Onze Commissie was samengesteld uit menschen,
wier maatschappelijke positie al hun tijd in beslag nam. De
vergaderingen, des avonds gehouden, werden heel getrouw
bijgewoond; maar overdag riepen rechtbank, bureau, medische
practijk en school. Wij achtten onontbeerlijk een persoon, die
al zijn tijd en krachten aan de zaak geven kon.
Er werd dan ook overgegaan tot de benoeming van een
o.i. hoogst aanbevelenswaardigen man, een predikant, wien
wij met volle vertrouwen onze zaak in handen zouden geven.
Het antwoord was, helaas, teleurstellend. De benoemde
achtte de zaak-zelf belangrijk en aantrekkelijk; maar vond
zichzelf niet de rechte man daartoe.
We hebben ons daarna gewend tot iemand die zeer
begaafd was, zoowel op litterair, als op homiletisch gebied.
Wanneer hij een serie lezingen hield voor de Volksuniver
siteit, was de aula van het gymnasium aan de Laan van
Meerdervoort tjok-vol jonge-menschen. Wij durfden ver
wachten, dat dezen denzelfden man, k als prediker van het
Evangelie, gaarne zouden hooren.

16
De benoeming werd ditmaal door den benoemde in
ernstige overweging genomen, zelfs werd een woning gekocht
en toch sprong de zaak nog af, om redenen buiten ons werk
en buiten onze Commissie gelegen.
Wij zijn hierover zeer bedroefd geweest. We hadden er
ons zooveel van voorgesteld!
Maar nu kwam de oud-directeur eerst recht in actie. In
dezelfde vergadering, waarin de teleurstelling ons allen nerdrukte, richtte de heer Lambach zich tot mij met een woord
even hartelijk als onwerstandelijk: Ds. Jalink, nu moet u
het werk van Kinderzorg" en al het andere loslaten en u
voor de zaak der Duinoordkerk spannen, anders komt er
niets van terecht."
Ik vroeg en verkreeg van mijne mede-commissieleden een
bedenktijd van drie dagen; maar wist, vr de nacht inviel,
reeds muurvast, dat ik niet anders doen mocht en doen wilde
dan de opdracht aanvaarden.
Trouwens, het was voor mij niet meer dan een precisee
ring van de roeping, die reeds veel eerder tot mij gekomen
was. Alleen maar, mij tot de propaganda voor de kerk te
bepalen, was eenerzijds aangenamer, bracht echter anderzijds
een groote verantwoordelijkheid met zich mede, en de zwaarte
daarvan besefte ik diep.
Hij, Die riep heeft mij inderdaad wonderlijk begiftigd
met eene vrijmoedigheid en doorzettingsvermogen, die geens
zins van nature mij eigen zijn. Ook heeft Hij harten van
medemenschen geopend, waarvan ik hiervoren verteld heb en
kansen gegeven, als die met Mr. W. en de ongenoemde
Maatschappij en haar transactie, kansen, die eenvoudig
nig en verbluffend mogen genoemd worden.
Typeerend is ook het volgende: Wij, Commissie-leden,
waren nog niet in alle opzichten geheel zeker van onze
gedragslijn. Vandaar conferenties met personen, op wier
oordeel wij prijs stelden. Maar
zoo dikwijls wij het
aanlegden met groote hansen", (sit venia verbo) knapte de
draad af!

Plaats van samenkomst der Commissie.


Foto B. Jalink, Den Haag,

Kerk in aanbouw.
Foto B. Jalink, Den Haag.

Veen-laag in het Kerk-terrein.


Foto Bockstart. Den Haag.

17
Mr. Lietaert Peerbolte confereerde met minister Talma
en ik met den lateren minister De Visser; resultaat: twee
onopgevolgde adviezen!
Is het te verwonderen, dat Mr. Peerbolte als zijn stellige
meening te kennen gaf: alles wijst er in dit werk op, dat
wij in grooten eenvoud hebben voort te gaan?

COMMISSIE OF BESTUUR?
Neen, er was niets te besturen gedurende de eerste jaren
van ons optreden.
Er viel alln bekendheid te geven aan ons plan; en
voorts te hopen, te bidden en
te bedelen.
Maar als je bezitter van grond wordt en architecten
uitnoodigt om een bouwplan te ontwerpen
ja, dan wordt
de positie eenigszins anders.
Waar we dus, tot nu toe, ieder op de vingers getikt
hadden, die ons als bestuur" aansprak, daar gingen wij dien
titel nu aanvaarden en ook zelf voeren.
Hier zij vermeld, dat de Stichting ,,Duinoordkerk'' is
opgericht blijkens acte den 12 Februari 1918 voor Notaris
C. Bimberge te 's-Gravenhage verleden.
Inmiddels werden wij gewezen op een, tot nu toe aan
ons onbekenden persoon, en wel op collega H. W. Creutzberg,
predikant te IJmuiden.
Een delegatie uit ons bestuur ging met hem praten en
hij kwam bij ons kijken.
Ds. Creutzberg vond ons plan, als een zendingspost, zeer
lofwaardig en ons terrein buitengewoon geschikt. Toch nam
hij eene benoeming als medebestuurder en voorganger niet
aan. Hij meende, wij waren in meer dan n opzicht niet ver
genoeg gevorderd, om een predikant aan deze zaak te ver
binden.
Alzoo ging mijn arbeid door en kregen wij de hierboven
vermelde giften en de groote verrassing der transactie met
de genoemde Maatschappij.

18
Toen collega Creutzberg een jaar later bij ons infor
meerde, hoe het met de zaak stond, werd door hem erkend,
dat hij deze anders aangepakt zou hebben, maar, liet hij
er aanstonds op volgen : nu gaat u natuurlijk in dezen
weg voort. Tevens deel ik de heeren mede dat, indien zij mij
thans wederom zouden benoemen, ik deze roepstem zou
opvolgen."

EEN TWEEDE EN KRACHTIGE


LOCOMOTIEF.
Ziet, wij hebben Ds. Creutzberg dus tch moeten hebben.
Hij was ons, ondanks alles, van den Heer beschikt! Aan
's Heeren werk werd, van Zijnentwege, nu toegevoegd: een
man, die eene bijzondere predikgave en groote stuwkracht
in zich vereenigt. Hij is iemand die, als hij zich aan eenige
zaak geeft, dit niet anders doen kan, dan met eene algeheele
toewijding.
Dit alles heeft aan 's Heeren werk in Duinoord en aan
ons, Zijne bouwlieden, groote vreugde en dankensstof ge
bracht tot op dezen dag!
Ds. Creutzberg was alzoo in het bezit van uitnemende
geestesgaven; maar ook nog van andere goede dingen en wel
van teekeningen; of liever, hij wist iemand die deze bezat.
Ik kan niet zonder ironie die hij mij graag gunt
vertellen, dat collega Creutzberg adviseerde, onze projecten
en klei-modellen even" terzijde te leggen, en kennis te nemen
van hetgeen de heer Schller, architect, verstrekken kon. Dat
was een volledig stel teekeningen, ook in dtail-stukken, van
de kerk te IJmuiden. De overname daarvan kwam voordeelig
uit en de kerk was bewezen mooi.
Nu, wij hebben er inderdaad een mooie kerk door ver
kregen, met eenigszins diepere zijbeuken. Het ontwerp is van
Mr. Forsyt. Gothische kerkbouw blijft nog steeds de meest
aantrekkelijke. De omhoog strevende bogen wijzen naar Hem,
Wien we hier loven en aanbidden.

19
Uiteraard heeft het feit, dat het bestuur het werk van
een buitenlander ging uitvoeren niet nagelaten afgunst te
wekken en ons met tegenwerking te doen kampen.
Neen, dat lage muurtje met breeden kattenrug", was
niet toelaatbaar . Wij konden loonen uitkeeren aan metselaars.
die tot niets-doen veroordeeld waren
totdat schrijver
dezes, na veel betoog voor den vertegenwoordiger der
Schoonheidscommissie", dat juist z iets behoorde bij een
gebouw als het onze, ten slotte de goedkeuring voor de
ontstemde bestuursleden kon meebrengen!
Wij willen niet vergeten, dat gesprekken van Mr. Lietaert
Peerbolte met den betrokken Wethouder, de uitwerking
hadden, dat deze ons ten laatste zeer gesteund heeft.

TEGENSPOEDEN.
We hebben hierboven vermeld, dat we veel voorspoed
mochten genieten, maar ook aan tegenspoeden niet ontkomen
zijn.
Een groote tegenvaller was voor ons het veen.
Nu , zegt een lezer, die nog niet heelemaal klaar is
voor zijn examen in de geologie, wat zou dat dan met uw
veen?"
Ja, ziet u, dat bracht voor ons bestuur een verrassing
en een strop. De verrassing school daarin, dat je in Duinoord",
krachtens den naam, verwacht, dat het zand en niets anders
dan zand bevatten zal.
Dat doet het ook inderdaad, al heb je er een gat gegraven
van 6 a 7 Meter. Dat is toch een respectabele diepte! Maar
dan, op 't onverwachtst, vertoont zich een veen-laag van
ongeveer een meter dikte. Nu, is dat zoo erg?" zegt u, je
krijgt dan nog brandstof op den koop toe."
Precies als aan de Noorsche kust", merkt iemand op,
die al een poos geleden examen in de geologie gedaan heeft.
Heeft u geen paarden-cadavers gevonden?"
Ja, dat hebben we.
Nu, vroegere bosschen en weiden schijnen in oude tijden

20
door zand-massa's overstoven te zijn en vandaar uw vondst.
Inderdaad merkwaardig!"
We geloofden het gaarne; maar
in Den Haag
bestaat een zeker lichaam dat Bouw- en Woningtoezicht
heet. Het staat daarmede z, dat het niet alleen toeziet",
maar ook te bevelen heeft.
En
nu komt het!
Bouw- en Woningtoezicht commandeerde: Halt! Ge
moogt een zwaar gebouw als het uwe niet op veen fundeeren.
Hoe dan?" Wel, u gaat dr het veen heen en legt
uw fundamenten op de zandplaat. (Zie foto bij bladz. 17).
Ditmaal was onze architect het geheel eens met het
gegeven bevel. Veen is aan wisseling onderhevig; we zouden
verzakkingen kunnen krijgen en als zich scheuren in de muren
vertoonden, ware de ramp onherstelbaar.
Toen ontdekten we, dat we toch inderdaad niet geleken
op Sir H. W. A. Deterding, van wien de menschen, die het
weten kunnen, verklaren: Hi) Weet Alles .
,
Nu kunnen wij, na \2]/2 jaar, grapjes over het geval
maken, maar toen ter tijde stond onze muts daar al heel weinig
naar. Denk eens aan: tienduizenden steenen moesten mr den
grond in, dan waarop gerekend was. Het veen heeft ons
ongeveer 30.000. schade berokkend!
De heer Schller redde nog wat er te redden was, door
z.g. spaarbogen aan te brengen. U gaat dan ergens op volle
diepte den grond in en maakt daarna een boog van 2y2 a 3
meter, om daar ter plaatse weer op volle diepte af te dalen.
Dat haalt dus nog heel wat steenen uit.
Toen ontstond, op den koop toe, nog verschil tusschen
onzen architect en genoemd lichaam, dat te commandeeren
heeft of het bogen mochten zijn van 2'/2 of van 3 Meter!
Lezer, u kunt dus, als het stormt, wel buitengewoon
gerust in onze kerk zitten. U kunt zelfs tot de pilaren zeggen:
Jelui staat ongeveer even diep onder den vloer als er boven."
Zij zullen het u niet tegenspreken. En waar ze prat op
mogen gaan is, dat ze een soliede inborst hebben.

21
Niet van alle kerk-zuilen kan dit gezegd worden. Die
van de Groote- of St. Jacobs-kerk in Den Haag zijn opgevuld
met rommel, zooals mij niemand minder dan de president
kerkvoogd vertelde.
Of inmiddels de, in den kerkegrond gevonden, paarden
koppen nu prijken in onze bestuurskamer? Neen, dat doen
ze niet. Er zijn destijds jongens mee aan den haal gegaan, en
toen ik later van het merkwaardige dezer vondst op de hoogte
was gekomen, heb ik, zonder resultaat, gepoogd ze alsnog in
handen te krijgen
Verbeeld u, dat onder de lezers dezer
herinneringen zich een bezitter van zulk een museumstuk
bevond. Ik weet wel wat dan gebeuren ging!
Een tweede tegenspoed was voor ons bestuur: de
Europeesche oorlog. Den bouw stopzetten kon niet en alle
materialen werden duur, als we alleen maar noemen: eikenhout
en steenen. Deze laatste waren soms in het geheel niet te
verkrijgen.
Weet u wel, dat er in onze kerk meer dan 50 verschillende
vormen profiel-steenen zijn? Let maar eens op de raamkozijnen.

HET ORGEL.
Hoe gaarne hadden we het betrokken uit de werkplaatsen
van den heer Van Leeuwen te Leiderdorp, die in Regentesse
en Wilhelminakerk had getoond, wat hij op gebied van
orgelbouw vermocht. Maar de man moest, helaas, verklaren:
ik heb thans geen knechten en geen pijpen. Zoo trokken wij
naar de fabriek in Limburg van den heer Fransen, die in
plaats van met 40, toch nog met 25 knechts werkte en waar
we kennis konden opdoen van orgelbrei en formatie van
orgelpijpen.
Hij kon de levering van het instrument vr de inwijding
der kerk op zich nemen.
In later tijd heeft het orgel nog veel vereischt aan ver
betering en uitbreiding: wij hebben het uit de bekwame handen

22
van den heer Van Leeuwen, gerestaureerd en uitgebreid
terugontvangen; maar wij bezitten dan ook nu een instrument
met de nieuwste techniek wat registreering betreft, dat
behoorlijke ruimte biedt voor het stemmen en dat, door
uitbouw van de orgelgalerij, den organist in staat stelt contact
te hebben met den prediker en de gemeente.
Behalve voor den eeredienst, is het nu capabel voor
orgelconcerten.

DE EERSTE STEENLEGGING.
't Was mis op den 19den September 1919, den dag der
eerste steenlegging onzer kerk.
Dit wil zeggen, dat het (van onze kant bezien) mis was
met de weersgesteldheid; want het regende geweldig. Maar
het was in 't geheel niet mis met de stemming der aanwezigen.
Vreugde tintelde er in de harten van architect, aannemer
en werklieden; vreugde verwarmde niet minder de bestuurders
en predikanten, a.s. kerkgangers en steenlegster.
Met zoo n eersten steen" ben je al een aardig eind boven
den grond! Ik veronderstel dan ook, dat die bijvoeging
eerste" bedoeld is in den zin van voornaamste"; zooals we
ook spreken van aarts- (= eerste of voornaamste) vader,
aartsengel, aartsbisschop.
Drie sprekers; Ds. Tichelman van Scheveningen, Ds.
Creutzberg en schrijver dezes, uitten hunne beste wenschen
in hartelijke bewoordingen.
Toen kon de steenlegster met haar troffel te werk gaan
in den versierden kalkbak, Aan mijn dochter was, door het
bestuur der kerk, de vereerende opdracht gegeven, dit
mooie stukje arbeid te verrichten. (Zie photo in bestuurs
kamer).
Nu wil het geval, dat zij vier vrnamen rijk is, maar
zich geregeld tevreden stelt met de vermelding van n dezer,
en dit nog te meer op een dag als dezen, wegens de eer
die beschaamd maakt!
Maar
in het onderhavig geval had de architect een

23
voornaam woord mee te spreken en de heer Schller stond er
op, de volle dosis toe te dienen.
Zoo vermeldt dan de steen, dien gij zien kunt in de muur
op het koor, nabij den lessenaar van den liturg:
Me posuit
Wilhelmina, Maria, Douwina, Sophia Jalink,
Anno Domini MCMXIX.
A. D. XIII KAL Oct.
Als herinnering aan de plechtigheid ontving de steenlegster den zilveren troffel, waarme zij haar werk had
verricht, van den architectten geschenke. Die troffel verlaat
uiterst zelden het bijgevoegde foedraal, zijn fraaie verblijf
plaats.
Men vindt dit spijtig en heeft meermalen geadviseerd
den troffel te benutten als taarte-schep. Voor deze uiterst
practische raadgevers hebben de steenlegster en hare huisgenooten moeilijk iets anders over, dan een afwijzend gebaar.
Zij willen ons wel toestaan dezen troffel te beschouwen als
gewijd gereedschap? Wie gaat er bijv. in zijn toga ontbijten?
Iemand zegt: een toga bestaat toch uit een stuk gewone stof.
Inderdaad, maar deze is gewijd door haar gebruik bij den
dienst van 's Heeren Huis.
Intusschen merkte de broeder van de steenlegster op, dat
wij den datum van die gebeurtenis gemakkelijk kunnen ont
houden, n.1. 19-9-19.
De Oorkonde der le Steenlegging vinden we in de z.g.
Gerfkamer, de bestuurskamer onzer Kerk.

ONZE KWARTJES-VEREENIGING.
Wat al kostbare gaven waren gelegd op het Altaar, waar
boven wij mochten schrijven: Voor 's Heeren Huis in
Duinoord".
Gaven, die offers mochten heeten van toegewijde
menschen. De eerste bestond uit 10 van mijne zuster, Mevr.
HiemstraJalink, eene predikants-weduwe. Daarna voor en

24
na kleine en groote, soms heel groote giften, wat de gelds
waarde betreft.
Maar
't kwam alles van familie of vrienden, meerendeels uit Den Haag, uit de z.g. oude stad".
Daarin was iets dat niet bevredigde; het kwam van buiten
af; Duinoord-zelf had er absoluut geen deel aan. We gingen
iets opleggen aan onze woonwijk.
Was dat niet onnatuurlijk, iets waar warmte, noch groei
in school?
Maar
hoe dit te verbeteren? Niemand onzer wist,
hoe Duinoord stond tegenover kerkbouw. Een onzer beste
geefsters had mij gezegd, dat Duinoord een heidensche wijk
was en ons een zeer schaarsche opkomst te wachten stond.
Toen besloten we, de proef op de som te nemen. We
wilden de inwoners van Duinoord in de gelegenheid stellen
van hun gezindheid ten deze blijk te geven door het schenken
eener gave, en dan z ingericht, dat niemand, ter wille van
het geld, uitgesloten werd. Het was louter een vraag naar
belangstelling in het doel.
Het hoofd eener Christelijke school verschafte ons wel
willend een lijst van gezinnen, uit wier midden zijne leerlingen
kwamen.
Met deze gewapend, bezocht ik een 40-tal families,
ofschoon de gesteldheid van weer en weg van dien aard was,
als de nige voor wie ik pleeg thuis te blijven.
Het was zr glad. Maar het moest nu; want de Kerstvacantie was in het zicht en deze pleegt een groote dosis
vrijen tijd me te brengen.
De uitkomst der bezoeken was wel zeer aanmoedigend!
Niet n enkel gezinshoofd had bezwaar, zijn jongen of meisje
voor dit collecte-doel af te staan. Men vond het paedagogisch
zeer gezond voor de jongelui. Maar
laat hij binnenkomen
en vraag u het hem of haar zelf; en
in orde was het;
op n na, wiens gezondheid het niet toeliet.
Er zat inderdaad gang in de zaak. Vijf dames waren
bereid het bestuur te vormen, n.1.

25
Mei.

,,

P. Lambach;
A. Grundlehner;
J. van Verre;
C. J. Duetz;
H. A. Vosveld.

Met hoeveel blijde erkentelijkheid schrijf ik hier hare


namen af. Men moet het zelf ondervonden hebben, om aan
te voelen, welk een rijkdom daadwerkelijke steun inhoudt,
als het betreft een gewaagde onderneming, zonder antecedent!
Weldra stond een korte brochure op de pers, voorzien
van eene aanbeveling van het bestuur der Stichting Duinoordkerk" en ook van de predikanten der Haagsche en
Scheveningsche aangrenzende wijken: Ds. . C. Schuller, Ds.
B. Tichelman en van den oudsten predikant der Haagsche
Herv. Gemeente Dr. F. van Gheel Gildemeester.
Natuurlijk ontbrak een geperforeerd Inteekenbiljet niet.
Men kon zich verbinden voor een kwartje per week,
per maand, tot een jaar toe.
Met deze brochure gewapend togen nu onze eerste
verzamelaars en verzamelaarsters er op uit!
Toen zij en het bestuur op den afgesproken middag
samen waren, werden al de kwartjes-inschrijvingen herleid
tot een jaarlijksch bedrag; en
welk een verrassing! Het
cijfer klonk als een klok! Als ik 't mij goed herinner 800.
De Kwartjesvereeniging was opgericht: 15 December 1917.
We verzochten de jongelui nu Duinoord nog eens door
te gaan, eenvoudig huis aan huis, met de vraag, of hier
Protestanten woonden, en dan hetzelfde biljet af te geven.
Na twee weken hadden we opnieuw een samenkomst.
Wij meenden, het zou wel hl mooi wezen, indien ze het
verzamelde bedrag hadden opgevoerd tot 1000..
En zie, het was 1400..
O! beschaamd klein-geloof! Welk een kostelijke jaarlijksche steun. En dat waarlijk niet alln! Immers nu was
er belangstelling geboren in Duinoord zlf, de wijk welker
belang het betrof.

26
We hoorden van menschen die aan hun kinderen
vroegen: je loopt maandelijks voor een kerk, maar wanneer
verrijst die nu? En om nooit te vergeten is het, hoe twee
aardige, kleine jongens op den oud-zendeling den heer
H. Drost, hun buurman, op straat afkwamen en hem met blij
enthousiasme vertelden: Mijnheer, we hebben vandaag
steenen gekocht!". Hij vond dat wij" zoo'n kostelijk bewijs
van mee-leven, van geheel opgaan in de zaak
Er verschenen achtereenvolgens vier circulaires. De eerste
vangt aan:
Er ligt in Zorgvliet een buitengewoon mooi terrein gereed en
wacht op een vriendelijk kerkje. Heerlijk, als binnenkort de grond
afbetaald kon worden, om dan zoo spoedig mogelijk met den bouw
te beginnen! Stel u voor: in onze eigen omgeving een aantrekkelijk
gebouw te bezitten voor Godsdienstoefening, voor Lezingen en Uit
voeringen van gewijde Muziek!"

Ik doe een greep uit de 2e circulaire:


Eene Commissie, gevormd uit de bewoners van onze stadswijk
Duinoord, is zoover gevorderd, dat zij een terrein van ruim 2000 M.2
haar eigendom noemen mag. Nu nog het Gebouw zelf! Denk u eens
in: niet meer op de trams te stappen naar een minder of meer
afgelegen kerkgebouw, waar u bovendien moet afwachten, of er een
plaats voor u overschiet.
En dan anderen met recht te kunnen opwekken om hun ont
wenden kerkgang weer te beginnen!
De namen der onderteekenaarsters zijn nu eenigszins gewijzigd.
Zij luiden nu:
Mej.
Mej.
Mej.
Mej.
Mei.

De
De
worden
De

T. Lambach.
J. van Verre.
A. M. Duetz.
H. A. Vosveld.
A. van Rossem.

derde circulaire draagt tot opschrift: Goede tijding.


bouwvergunning is aangekomen, ja de fundamenten
gelegd.
vierde circulaire vangt aan:

Vrienden, we zijn er, en we zijn er nog niet. Ons kerkje is


gebouwd en ingewijd! Niemand onzer die den plechtigen avond van
17 Dec. 1920 ooit vergeten zal!

27
Hoe goed is de aandacht onder de godsdienstoefening! En hoe
flink komt de jeugd naar de jeugdkerk op.
Elke Zondag juicht ons tegen: we zijn er!
Toch zijn we er nog niet, daar de vaste inkomsten bij lange
niet opwegen tegen de vele uitgaven.
Aan deze bezwaren is een goede kant, want zij houden ons
nederig en afhankelijk.
Maar wij behooren ons allen naar vermogen in te spannen,
opdat het Bestuur aan zijne verplichtingen kan voldoen.
De eer van het Huis des Heeren eischt dit."
Deze 4e circ. is onderteekend door:
Ds. J. M. Jalink.
Mevr. M. PoolVosveld.
Mej. J. van Verre.
Mej. M. de Stoppelaar.
Mej. J. E. C. van der Horst.
Zij is gedateerd April 1921.

En nu getuigen wij bij het 12'/2-jarig bestaan der Kerk:


hoe heerlijk heeft deze kleine planting ons verblijd! En welk
een trouw schuilt er in! Nauwelijks roert Mej. De Stoppelaar
thans de ziel dezer beweging de alarmklok, omdat er
door verhuizing, of anderszins eene vacature is ontstaan in
ons corps verzamelaars en verzamelaarsters, of wij vinden,
onder de catechisanten, een, die met jeugdige blijmoedigheid
verklaart: nu wil ik dit werk wel eens op mij nemen!"
Is dit niet van kostelijke waarde, omdat wij op de
begrooting der Kerk deze post der kwartjes -vereeniging nog
onmogelijk missen kunnen; maar niet minder om de prijzens
waardige continuteit waarme het jongere geslacht het
oudere opvolgt.
Ja, ja, die eerste verzamelaars uit 1917 zijn nu in 1933
reeds gengageerde en gehuwde menschen. Toen 12 jaar
nu 27; maar nog altijd blij, over dit werk, gedaan voor
's Heeren Huis!

HET PLAFOND.
Vermoedelijk zal zelden een bezoeker onzer Kerk er
toe komen, naar het plafond te zitten kijken.

28
Ik denk hier aan het humoristische opstel van Cremer:
Kees Springer in en buiten de Kerk."
Er is aan het plafond al heel weinig te zien. Toch heeft
het aan de bouwers veel te zeggen. Er ontstond n.1. midden
in den bouw een uitsluiting, door patroons in het stukadoorsbedrijf geproclameerd.
Wij waren de wanhoop nabij. Immers, wie kan in dit
ondermaansche den witkwast hanteeren, zonder links en
rechts en overal kalksmetten ner te laten? Zoolang dus de
steigers der witters-gezellen in ons gebouw stonden, viel er
niet te denken aan het leggen van den vloer en het inzetten
der ramen.
Bezoeken bij het bestuur der stukadoors-organisatie
baatten niet. Zij zelf zaten met in-aanbouw-zijnde werken
danig in de maag".
Een onderkruiper diende zich bij ons aan. Tegen storting
van een bepaald bedrag, hadden we 't slechts voor het zeggen
op welken datum wij het werk gereed wenschten te hebben.
Mocht het Comit voor een kerk in onderhandeling treden
met een onderkruiper? Was dat oorbaar? De meeningen waren
verdeeld.
Tenslotte hebben we de volgende oplossing aanvaard.
Het stop-zetten van alle stukadoorswerk ging uit van de
patroons, als werkgevers, betreffende de stukadoors als werk
nemers. De patroons zelf konden desverlangd dus vrij
stukadooren. Dit is toen geschied door onzen patroon met
twee volwassen zoons.
Je krijgt, zulk werk aanziende van den beganen grond,
er respect voor. Van 's morgens tot 's avonds is het een steeds
boven het hoofd strijken op het riet-werk.
Het ging onder politie-bescherming. En het eind was:
dat den kranigen kerels een extra donatie ten deel viel, het
plafond gereed was, de verwijdering der reusachtige steigers
aan de beurt kwam en ons een pak van het hart viel, dat
een verlichting van ons draagvermogen mebracht, meer dan
Kees Springer of wie ook begrijpen kunnen.

29
Is het dan wonder, dat wij wi naar het plafond kijken;
er wl iets bijzonders aan zien en een stille dankzegging toe
voegen aan de vele?

DE BANKEN.
Moeten wij gemakkelijk zitten onder de Evangeliepredi
king, of behooren wij ons sterk te concentreeren op het
geestelijke, op de dingen Gods en te bedenken, hoe velen,
al worstelend op hun knien gekropen hebben, en Jezus-zelf
zich offerde aan het harde hout des kruises, zoodat we in
het Huis des Gebeds gansch niet denken aan onze zitplaat
sen?
Ziehier een niet gemakkelijk te beantwoorden vraag.
Toch moest een keuze gedaan worden, nu onze Kerk
hare voltooiing begon te naderen.
Wij dachten aan de banken in sommige kerkgebouwen
in 's-Gravenhage en herinnerden ons, hoe vele bezoekers
klaagden dat hun en haar aandacht schrikkelijk werd
afgeleid van de Evangelie-prediking door smalle zittingen
en loodrechte ruggen der banken. Men verlangde niet zelden
naar het einde van den Eeredienst, omdat het lichaam de
moeilijke houding niet uithouden kon.
Ons kwam te binnen het woord van onzen barmhartigen
Heiland: ,,de geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak."
Toen wendden we ons tot de directie van een fabriek
speciaal werkende voor kerkmeubilair.
Onze bedoeling was: een eenvoudige bank te ontvangen,
maar met eenigszins hellenden rug en breed zitvlak, zoodat
van een behagelijk zitten, vol comfort en sier, geen sprake was;
maar wel van eene, die gespeend was aan afleiding. De
geleverde proef-teekening ging geheel accoord met onze
bedoeling.
Aan enkele timmerlieden werd opgave gevraagd van de
levering der benoodigde banken in eiken- en vurenhout.
Nu was eene beslissing noodig, want de tijd drong.

30
Zoo zaten we in de reeds meer genoemde studeerkamer
in pand 57 der Willem de Zwijgerlaan en
de beslissing
moest genomen worden, hoe en aan wien de opdracht zou
geschieden.
Sommigen onzer meenden, dat gebeitst vurenhout wel
zou gaan; maar moesten toegeven, dat het niet zoo heel lang
duurt of de witte reten en houtkwasten gaan zich vertoonen.
Maar wat allen zwaar woog, was het geld. Het verschil in
houtsoort voor dezelfde banken bedroeg niet minder dan 3000
gulden.
Toen hakte een der Bestuursleden den knoop dr,
betuigend dat men binnen een kerkgebouw, in EngelschGothischen stijl, bezwaarlijk anders dan eikenhouten banken
kan plaatsen.
Zoo werd dan de keuze gedaan en werden eikenhouten
banken besteld. Het was een geloofsdaad!
Drie mille hooger gevoteerd door een bestuur, dat geen
cent bezat!

BIJ HET KROON-DOMEIN.


Wij, bestuurders der Stichting Duinoordkerk , waren
bezig een leening te plaatsen.
Persoonlijk gelukt dit het best.
Zoodoende kwam schrijver dezes te staan op de stoep
van een patricisch huis aan het Lange Voorhout.
Hij ging aanbellen en was dankbaar, dat geen arts
op dat moment zijn polsslagen telde. Zou hij het brengen
tot op de mat? Of misschien in spreekkamer of salon?
Geen van drien.
Het antwoord van den huisknecht luidde, dat ik mijnheer
zou kunnen vinden in het gebouw naast het Koninklijk Paleis,
waar de Hoofd-Administratie van het Kroondomein ge
vestigd is.
Naast het Paleis! Op een ng hooger stoep, vr een ng
deftiger gevel!
Nu moest de denkbeeldige arts, met zijn

31

denkbeeldige polsopname, nog maar meer op een afstand


blijven!
Binnen gekomen, zat ik al spoedig midden in mijn verhaal
over Kerkbouw in Duinoord en over een gewenschte en
waarlijk soliede geldleening
De hooge hof-ambtenaar liet mij rustig doorpraten en ik
zie hem nog de groote kamer op en ner wandelen.
Toen volgde de stilte van een enkele seconde, die vrien
delijk werd afgebroken door het korte en voor den bedelaar
blijde bescheid: Nu, ik wil gaarne drie aandeelen van duizend
gulden van u nemen."
De hooge stoep a f , geschiedde met vlugger en verkrachtiger tred dan de stoep op!

DE PASTORIE.
Toen de tweede benoemde predikant aan onze uitnoodiging gevolg gaf, zegde ons bestuur hem een jaarlijksch
bedrag toe, als huurprijs voor de woning aan de Willem de
Zwijgerlaan, welke hij gekozen had.
Maar Ds. Creutzberg stelde er prijs op, naast de Kerk
te wonen en wij begrepen, met de vervulling van dien wensch,
op hoog te waardeeren wijze te grijpen boven onze oorspron
kelijke bedoeling uit.
Wij hadden ons namelijk voorgesteld Duinoord eene
Evangelie-prediking aan te bieden, op de wijze, als in de
Badkapel te Scheveningen geschiedt; n.1. door voor ongeveer
60 predikbeurten per jaar predikanten uit te noodigen.
Nu gingen we echter, behalve Evangelie-verkondiging,
ook herderlijken arbeid verkrijgen in den vorm van huisbezoek
en catechetisch onderwijs.
We kochten naast het kerk-terrein een stuk grond van
1500 M. en verkregen van Mr. Forsyt de teekening van een
woning, die bij het kerkgebouw past. Uit geboden betrachting
van zuinigheid lieten wij de achterzijde der, op de teekening
aangegeven, pastorie vervallen.

32
In Engeland schijnt aan het huis van den predikant een
deel bestemd te zijn voor huispersoneel. Vandaar dat onze
pastorie, wat de achterzijde betreft, u eenigszins bot afgemaakt
voorkomt.
Overigens vormen thans Kerk en Pastorie met bijbehoorend en voorgeschreven plantsoen en tuin een passend geheel
en, naar ik weet, wordt het huis door zijn bewoners als
logeabel geprezen.

HET KOOR-RAAM.
De gelukkige tijd naderde, dat in ons kerk-ruim de ramen
konden worden ingezet.
Dat beteekende het einde van het opene en tochtige, en
het begin van het intieme en gewijde.
Zoo gaarne zagen wij het groote raam, waarop bij het
binnentreden terstond ieders oog valt, gevuld met gebrand
schilderd glas in lood.
Onze architect vestigde de aandacht op den heer
L. Asperslagh die de opdracht gaarne aanvaardde. Ik gaf hem
een lijstje met eenige sprekende Bijbelsche tafereelen en
hij koos precies het moeilijkste: den strijd van Jacob met den
engel: het geheimnisvolle nachtelijk gebeuren in Pnil.
De te overwinnen moeilijkheden waren vele. 1. Mocht
het geen gewone vechtpartij worden. 2. Mochten de aange
zichten der beide strijders niet komen in n en hetzelfde der
kleine afdeelingen waarin het raam verdeeld is. Dat ware te
dicht bij elkander en verder af werd de houding te koel.
De artiest heeft de strijdende houding aangegeven, door
de beenspieren sterk te accentueeren en het boven-aardsche
van den engel door lichte kleuren en veel wit, zooals men zich
dat bij een etherisch wezen denkt.
De man verscheen zlf als een engel, toen ik met mijn
gezin in zomervacantie te Gorsel logeerde.
Het goot op zekeren dag en van een mooie hei-wandeling
was geen sprake. Ik kon gezin en loge troosten door de

Kerk gezien van af de Ernst Casimir laan.


Foto B. falink. Den Haag.

Kerk met Paaschversiering op het koor.


Foto B. falink. Den Haag.

Preekstoel, Mozak en Koor.


Foto Frequin, Den Haag.

33

mededeeling: we krijgen vandaag kunst-genot binnenshuis.


De heer Asperlagh bevestigde de cartons, waarop zijn
ontwerp, tegen de porte-brise en liet zich rustig bewon
deren en
becritiseeren.
Het aangezicht van den aartsvader had m.i. een veel te
rustige uitdrukking.
Wat de financiering dezer zaak betreft, kreeg ik, van
geheel ongedachte zijde, een aardigen steun; n.1. van een
anonimus in het weekblad ,,de Haagsche Post"; die zooals
hij het uitdrukte in een tijd van verwording den bouw
eener kerk zeer toejuichte, herhaaldelijk mededeeling deed
der vorderingen van het werk en er ook een zeker bedrag
voor inzamelde.
Boven het vermelde tafereel vindt men in den top in
Hebreeuwsche letters den naam des Heeren, ons Jehovah,
beteekenende: Ik zal zijn, die Ik zijn zal" = gij zult het
wel ondervinden.
Ook is daar aangebracht het zegel der Duinoordkerk:
een hart met vleugelen, duidende op het verlangen van de
heuvelen in Duinoord naar de heuvelen in beter oorden. Het
randschrift geeft dezelfde gedachte: Donec veniret desiderium collium aeternorum."
Voorts ziet u nog de hoeksteen met de letters alpha en
omga: Ik ben de Eerste en de Laatste; en de ark als
symbool der kerk, dat reeds de oudste, vervolgde Christenen
teekenden op de wanden der catacomben bij Rome, hunne
ondergrondsche verblijfplaatsen. Men gaf er door aan: wie
in Christus' ark (kerk) zich bevindt, is veilig.
Let ook op de schitterende rood-goude zonnestralen
achter de beide worstelaars, wij lezen n.1. in Genesis 32:
een man worstelde met hem totdat de dageraad opging.'
Het grondvlak wordt gevormd door vele brokstukken,
duidende op het hobbelige, moeilijke levenspad.
Dat de karakters van het Hebreeuwsche woord Pniel
in omgekeerde volgorde en op den kop stonden konden we
ondanks alle protest van het glas-in-lood-atelier
3

34
onmogelijk laten passeeren. Het geval vormde de grappige
kant, die vaak aan ernstige dingen zit.
Onder het geheel lieten we uit Genesis 32 vs. 24-31 de
woorden aanbrengen: Ik zal u niet laten gaan, tenzij dat
gij mij zegent."
Zou mogelijk vroeger of later iemand, die de kerk kwam
bezichtigen, zich in de ziel laten grijpen door dat woord?
God geve het!

DE INWIJDING.
Drie forsche slagen op de deur der kerk, symbool van
een verzoek tot haar in-gebruik-neming, onmiddellijk gevolgd
door opening der deur door den fungeerenden Kerkvoogd,
den heer J. L. van Verre.
Z was het begin der plechtigheid.
De kerkklok begon te luiden. De binnentredenden
waren het bestuur der kerk met de beide predikanten Ds.
H. W. Creutzberg en Ds. J. M. Jalink.
Te voren hadden Dr. F. van Gheel Gildemeester van
's-Gravenhage en Ds. B. Tichelman van Scheveningen op
het koor plaats genomen.
Het koor zong: Ps. 118 : 10 Dit is, dit is de poort des
Heeren".
Bij de Avondmaalstafel las Ds. Jalink de oorkonde van
inwijding en wijdde de kerk in den naam des Vaders, des
Zoons en des Heiligen Geestes.
Ds. Creutzberg las uit het boek 1 Koningen de inwijding
van den tempel, waarop het koor zong Gez. 265 : 1 Geest
des Heeren, kom van boven."
Nu werd de kansel ingewijd door Ds. van Gheel
Gildemeester; het doopvont door Ds. Creutzberg en de
Avondmaals-tafel door Ds. Jalink.
De Gemeente zong daarop Gez. 212 vs. 1: Onz' eerste
toon vermeld' Uw eer."
Ds. van Gheel Gildemeester had intussschen den kansel

35
beklommen. De Heer regeert, de aarde verheuge zich",
laat dit de eerste toon op dezen kansel zijn, zoo ving deze
onvergetelijke prediker aan. Er is soms eenige stroefheid
in ons kerkelijk leven, aldus spr.; maar wij mogen ons
verheugen, dat God het een kring van menschen in het
hart heeft gegeven, om deze kerk te stichten in een misdeeld
stadsgedeelte. Het is een feestavond, en spr. is bewogen
in zijn hart; hij wenscht deze dappere mannen en vrouwen
geluk met dit mooie kerkgebouw en hoopt, dat op den
arbeid van het bestuur rijke zegen rusten pioge.
Ds. Tichelman spreekt er zijne voldoening over uit, dat
door de stichting van deze Kerk, de geestelijke belangen der
inwoners van deze zich steeds uitbreidende wijk beter
zullen worden behartigd. Voor hem alln was dit onmoge
lijk. Hij geeft eere aan het Duinoordkerkbestuur, dat ondanks
den hoon van verschillende zijden, rustig is voortgegaan met
dezen heilzamen arbeid. Ds. Tichelman eindigde zijn
toespraak met het Apostolische woord: Weest dan stand
vastig, onbeweeglijk, volijverig, altijd overvloedig zijnde in
het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet
ijdel is in den Heer."
Ds. Jalink, voorzitter van het bestuur der Duinoordkerk,
nam als motto voor zijn toespraak het woord uit Psalm 86:
Ik zal U loven met mijn gansche hart!" Er is vreugde in
het hart van allen, die hebben medegewerkt tot de stichting
dezer kerk.
Spr. geeft in 't kort de geschiedenis van de stichting der
kerk. Hij bedankt allen die tot deze hebben bijgedragen,
in het bijzonder H. M. de Koningin en H. M. de KoninginMoeder. De laatste zond bericht, tot Haar spijt verhinderd
te zijn, en drukte Haar voldoening uit over de voltooiing van
dit werk.
Spr. zeide dat het geheel in den geest van Jacob Cats,
den aanlegger van het park Zorgvliet, was, dat op zijn terrein
een kerkgebouw verrees. Immers in zijn versbundel op
Sorghvliet" komen deze regels voor:

36
Hier magh geen heuvel zijn,
Geen stil of eenzaam dal,
Daar ik niet mijnen God
Met ootmoed roemen sal."
Ook werden ontwerper der kerk, Mr. Forsyt, architect
Schller, de bouwers firma P. Heere en van Heyst niet
vergeten.
Ten slotte sprak Ds. Creutzberg. Hij wilde geen intreepreek geven, ook geen programma.
Spr. bepaalde de gemeente bij het gebed uit het door
hem voorgelezen hoofdstuk: Dat Uwe oogen open zijn over
dit huis, nacht en dag."
De plechtige samenkomst werd besloten met het zingen
door de Gemeente van Psalm 150 vs. 1.
Onder de aanwezigen bevond zich de toenmalige burge
meester der residentie, Mr. Patijn.
Wij waren allen zzeer onder den indruk der plechtig
heid, dat wij, toen Z.Ed. Achtb. ons kwam gelukwenschen in
de bestuurskamer, verzuimden hem uit te noodigen de Stichtings-acte te verrijken met zijn handteekening.
Ik stel mij voor, dat het dengenen, die behoorden tot
de schare, die toen onze Kerk vulde, goed zal doen, dien
avond in den geest nog eens te doorleven.
De 17 e December 1920 blijft ons onvergetelijk!
Niet weinigen der toen aanwezigen zijn reeds van ons
heengegaan, o.a. Ds. v. Gheel Gildemeester.
Maar ik vertrouw, dat het k voor hen, die toen nog
te jong of nog niet in Duinoord woonachtig waren, aange
naam zal wezen, iets te weten van den eersten dienst in de
Kerk, die thans ook hun lief is geworden en waarin zij
menigen zegen genieten.
Ik plaatste daarom op het titelblad van dit gedenkschrift
het Latijnsche citaat, beteekenende: mogen degenen, die er
niet van wisten er iets uit willen opnemen, en degenen die
het wl wisten 't aangenaam vinden het zich te herinneren.
Bij een Kerk behoort een koster. Wij bezitten er een

37
in J. du Foss, die nu reeds bijna 12'/2 jaar zijn taak aan
gebouw en plantsoen met nauwgezetheid en liefde vervult.

GESCHENKEN.
Verwende menschen zijn wij, Duinoordkerkers!
De zorgen houden ons wel in evenwicht, behoeden er
ons voor, dat het vele goede ons naar het hoofd sla;
maar
met dat al houd ik vol, dat we verwende menschen
zijn!
Men lette maar eens op al het onderstaande.
Allereerst de preekstoel, met haar mooi houtsnijwerk,
een antiek Vlaamsch stuk.
Het klankbord is voorzien van een soort draperie uit
eikenhout gesneden. Op het rugstuk ziet ge een wetsrol
met een kruis en op de paneelen een afbeelding der vier
evangelisten, v. 1. n. r. Johannes met een bezielde uitdrukking
van het gelaat en met het attribuut dat de oude kerk hem
gaf: de adelaar. Vervolgens Lucas, Marcus en Mattheus.
We letten ook op de trapleuningen met heerlijke
engelenkopjes en een aanbiddende engelenfiguur.
De kansel werd geschonken door de gemeente IJmuiden
bij het vertrek van Ds. Creutzberg naar Duinoord.
Over het Orgel sprak ik reeds. Het is grootendeels
bekostigd uit giften van toegewijde menschen.
Het Orgel wordt de koning der instrumenten genoemd;
nu, het onze heeft met koninklijk geluid al veel lofzang der
gemeente en k tere toonen van schuldbelijdenis deze
gewijde ruimte ingezonden.
Daar zijn voorts de galerij en het mozak. Elk dezer
twee vertegenwoordigt een waarde van vijf mille.
De galerij verschaft aan 80 menschen een zitplaats en
aan het kerkkoor ruimte bij feestbeurten.
Het mozak op het koor ontstond door de begeerte, op
de plaats waar wij het Heilig Avondmaal vieren, in beeld

38
iets te hebben van het allereerste Avondmaal, door onzen
Heer zelf gehouden.
Toen in Aug. 1925 J. Thorn Prikker tot ons overkwam,
zag hij aanstonds twee bezwaren, n.1. de uit het oogpunt
van vocht niet te vertrouwen Hollandsche muur en de slechts
vijf meter breede basis van den Gothischen boog, waarop
geen dertien personen, Jezus en twaalf discipelen, konden
geplaatst worden. Dus moest het gevraagde fresco een
mozak worden, welks steentjes ongedeerd blijven en vroegen
de Avondmaaltafels om een vertikale i.p.v. een horizontale
richting.
Hoe origineel is de opvatting van dezen grootmeester. Hij
koos het moment, dat de Heer dat vreeselijke woord had
uitgesproken: Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, dat een van
ulieden Mij zal verraden". We zien dan ook Joh. XIII : 21
onderaan geplaatst.
De groote ontsteltenis, door dat woord teweeg gebracht,
zien we aan de houding der jongeren. De een grijpt naar zijn
hoofd, de man links vooraan staart naar den Meester. De
groote voeten en de op den rug geslagen handen duiden op
den schrik van een eenvoudige.
Judas vooraan met den geldbuidel, het verst van Jezus af,
vormt een schril contrast met Johannes, den discipel dien
Jezus liefhad", vlak naast den Meester.
Christus is door den kunstenaar het laatst geteekend:
zeker een bijna bovenmenschelijk ondernemen. Als een
apocalyptische figuur schouwt Hij over al die onrust en zonde
heen. Zijn blik gaat uit naar een goddelijke toekomst, overeen
komstig Zijn woord in deze zelfde Paaschzaal gesproken: In
het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; Ik ga heen om u
plaats te bereiden."
Op het linnen van de tafels vallen de krachtig aange
brachte Grieksche karakters op, beduidende: Jezus Christus,
Gods Zoon, de Redder.
We zien de schotels met gebroken brood en den goud-

39
fonkelenden beker wijn, de teekenen van het gebroken
lichaam en vergoten bloed.
Het geheel der schildering geeft te aanschouwen, wat
de troost vormt van ieder die hier het eenvoudig en tevens
veelbeteekenend Avondmaal komt vieren, overeenkomstig de
opdracht van onzen Heer: Doet dat, tot Mijne gedachtenis."
Enkele opgetogen kunstvrienden, onder wie voornamelijk
n, stelden mij in staat, het kostbare werk aan ons bestuur
aan te bieden, geheel buiten bezwaar der kerkekas.
Nu deze grootmeester onder de beeldende kunstenaars
in de kracht van het leven overleden is, vormt de schildering
tevens een monument in zijn geboortestad.
Op zekeren dag deed eene Commissie een inval in mijne
woning, maar
de invasie geschiedde met een zr vrien
delijke bedoeling!
Bij monde van den heer }. A. de Klerk, bracht zij in
herinnering, dat nu tien jaren geleden, de eerste genotu
leerde vergadering der Duinoord-commissie gehouden werd.
Spr. gaf zijn meening te kennen, dat mijne vrouw mij
dikwijls had moeten missen, door den arbeid voor de
Duinoordkerk en bood haar eene mand met bloemen en
vruchten aan, z sierlijk en reusachtig, als ik er zelden een
gezien heb. Hoezeer gunde ik haar die attentie!
Voor mij was eene enveloppe met inhoud bestemd, ter
vrije beschikking.
Wij hebben toen een gezelligen Duinoordkerk-avond
gehad, dien ik niet licht vergeten zal.
Wat die hartelijke menschen nch ik toen vermoeden
konden, was, dat dit bezoek een muisje vormde met een
staartje; maar een staartje in gunstigen zin. Daar ik
den inhoud der enveloppe bestemde tot grondslag voor het
bedrag, benoodigd voor het Avondmaals-mozak en de pers
daaraan ongevraagd ruchtbaarheid gaf, werd daarop,
van ongedachte zijde, zdanig gereageerd, dat binnen
enkele dagen tot de ontbieding van den kunstschilder kon
worden overgegaan!

40
Een treffend geschenk vormde op Kerstavond eene
enveloppe met rijken inhoud en het volgende bijschrift:
Met den wensch, dat op het volgende Kerstfeest de
klokken over Zorgvliet luiden."
Ik heb het kaartje, versierd met kerstklokken, zorgvuldig
bewaard. De hand, die deze woorden schreef, is door den
dood verstijfd: maar nadat de luid-klok uit de fabriek te
Aarle-Rixtel was aangekomen, heeft de vriendelijke gever
vanaf zijn ziekbed, het proef-luiden gehoord en mocht daarna
nog menigmalen, bij een kerkgang met de zijnen, aan het
noodigend luiden gevolg geven met een toegewijd hart.
De klok weegt 200 kilogram en wij kozen in de fabriek
uit de beschikbare opschriften: Venite, adoremus Dominum!"
Komt, laat ons den Heer aanbidden!
Hoevele malen heeft de klok de vele komenden" langs
de rustige lanen van Zorgvliet, reeds opgewekt tot dit
grootsche doel: de aanbidding Gods!
Als geschenken mogen wij ons voorts herinneren de
schildering van Jhr. Smissaert: een Christus-kop en een
schilderij met hetzelfde onderwerp in de bestuurskamer.
Psalm- en Gezangborden in de kerk, een kostbaar en
onmisbaar geschenk.
De Apostelramen waarvan verklaring en herkomst te
vinden zijn in een boekje, verkrijgbaar bij den koster a 25 ct.
Daarin vindt men ook den koorbank.
Aardig geschenk vormen ook twee teekeningen van Cats
bezitting Sorgvliet", tot de zee toe, te vinden in de bestuurs
kamer.
In de kerk een met toewijding vervaardigd, groot
muurbord en uit den laatsten tijd twee muurschilderingen
naast de koorruimte.
Vooral niet te vergeten zijn de loopers en het koor-vloer
kleed in fraaie lila kerkkleur, uit zware wollen stof. Zij zijn
vervaardigd door de dames bestuursleden en echtgenooten der
heeren bestuurders.

41
Hoe kostelijk dempen zij geluiden en dragen aldus bij tot
eerbiedige stilte in het Huis des Heeren.
En het prachtige zilveren Avondmaal'stel door Aannemelingen van eenige opvolgende jaren aangeboden.
Tenslotte van dezelfde herkomst het Plantsoen-bord, dat
vreemdelingen op de hoogte brengt van ons werk. Ook een
vlaggestok. Tot nog toe moest een of andere waaghals over
den lagen kerkezolder kruipen, het raampje in het oog vattend,
waar de stok met vlag zou worden uitgestoken.
Een zeldzaam acrobatisch gebeuren!
Nu prijkt er in de moederaarde een standaard, waaraan
nog eenmaal een echte dundoek-vlag van het mooie Oranje,
Wit en Hemels-blauw moge geheschen worden!
Voorts twee soliede banken in het kerk-plantsoen, mede
door aannemelingen geschonken.
Misschien mompelt u: ..Wel wat al te arcadisch!"
Vormen ze echter niet eene incarnatie van liberaliteit?
Wij, Duinoordkerkers, zijn overtuigde voorstanders van een
liturgischen dienst; maar wij zeggen tot kerkgangers, die zich
tot de prediking wenschen te bepalen, met vriendelijk gebaar:
het wachten, tot de kerkdeur na de liturgie even open gaat,
valt u wellicht lang? Welnu, neemt u plaats."
Ten slotte nog de dooven-telephoon. Hoe waardevol voor
hen, die vaak zooveel moeten ontberen.
.
Zijn wij, Duinoordkerkers, geen verwende menschen,
van af de eerste tijden en zelfs in de dagen van spanning of
ons land ook in den wereldoorlog zou betrokken worden en
toen groote giften binnenkwamen?
Ja, dat zijn wij inderdaad. En toch
Wij mogen niet verzwijgen dat door den oorlogs- en
na-oorlogschen financieelen toestand, de bouw van Kerk en
Pastorie schromelijk duur zijn geworden.
In het hoofdstuk Tegenspoeden heb ik daar reeds op
gewezen.
Het heeft ons aan hulp ten deze waarlijk niet ontbroken.

42
Ds. Creutzberg heeft, door zijn inzicht in zaken, krachtigen steun aangebracht voor het financieel beheer; ook wist
zijn woord harten en beurzen te openen.
En dan onze penningmeesters, aan wier kunde en toewij
ding wij zooveel te danken hebben: de heeren J. L. van Verre,
W. J. Jalink en R. van der Ploeg.
De eerste heeft den zwaren vr-tijd gedragen. Onder
den tweede is, op zijn voorstel, een krachtige poging gedaan
om een deel van den schuldenlast af te wentelen. Hij vroeg
tegen Paschen 1923 om 50 mille en het plan is inderdaad
geslaagd.
Onder den derden penningmeester kwam, na zijn pleit
rede, de actie voor schulddelging tot stand, van welke Mej.
C. Lambach presidente is.
En toch
ondanks dat alles, wordt onze kerk nu nog
gedrukt door een te grooten schuldenlast. Deze noodzaakt
ons, jaarlijks een veel te hoog bedrag te storten aan aflossing
en rente.
Een schuld van ruim 225.000. tegenover verminderde
inkomsten!
Hoe buitengewoon zou het ons bestuur verblijden, als
meer dan n lezer of lezeres van dit Herinnerings-geschrift
overwoog: wat is er voor onze kerk in deze 12}/> jaar veel
gewerkt en geworsteld! V/ij moeten wat van dien drukkenden
last op hunne schouders af nemen.
Welk een dankbaarheid zou dit ons allen aanbrengen!

UITBOUW.
Met uitbouw bedoel ik het vele, dat in en om onze
Duinoordkerk in de doorleefde \2]/2 jaar gekomen is en
waarvan degenen, die den opzet maakten, geen notie hadden;
geen plan en geen denkbeeld.
Evangelie-verkondiging, deze was het vurig begeerde en
deze alln.
Nu komt er een reeks van belangrijke dingen.

43
We verheugen ons in het bezit van een eigen Kerkbode,
een onmisbare spreekbuis tusschen het bestuur en de
gemeente; met een trouw corps van personen, die het blad
week aan week bij de abonn's bezorgen. Door dit toegewijde
werk verschijnt op onze rekening geen post voor bestelling
en werpt de zaak een aardige revenu af, welke wij zoo goed
gebruiken kunnen.
Mevrouw Parqui en Mej. de Stoppelaar hebben hier de
leiding.
Dan ons eigen Kerk'koor, dat bij hoogtijden onzen eeredienst versiert.
Jeugd-diensten en Zondagschool naar de Westhillmethode. Deze vervullen het hart der ouderen met een
onuitsprekelijke vreugde. De jeugd is de toekomst!
Een Jong-Duinoord Clubhuis waaraan Mej. De Bruyn
van Melis- en Mariekerke haar krachten wijdt, vroeger met
Mej. van den Berg; nu met Mej. Kielstra.
Het clubhuis ligt aan de Anth. Duyckstraat.
Ook is er een Jong-Duinoord Maandblad, redactie
A. F. A. Grondel.
Dan is er het Huisbezoek, een werk verdeeld tusschen
collega Creutzberg en mij; zooals ook het geval is met de
catechisaties voor jongeren en ouderen.
In Duinoord is huisbezoek nog een weinig te overzien en
aan menig ziekbed mochten wij zeggen: u kunt nu niet naar
onze kerk komen, thans komt de Kerk tot u.
De band met de Kerk wordt aangehouden door OudAannemelingen-avonden, door Gemeente-kringen en door een
Meisjeskring, vroeger geleid door Mevr. Cost Budde, thans
door Mevr. Creutzberg-de Groot.
Voorts zijn er een Commissie van Bijstand, die het
bestuur bijstaat o.a. bij de kerkcollecten.
Een Fietsen-commisise die zeer mewerkt aan een
behulpzame ontvangst van een groot aantal kerkgangers en
tevens een niet onbelangrijk bedrag in het laatje van onzen
penningmeester brengt.

44
Natuurlijk vergeten we de Bibliotheek niet. Zij bevat een
aantal inhoud-rijke boeken, die bezwaarlijk door ieder onzer
voor zichzelf zijn aan te schaffen.
Onder de bekwame leiding van den voorzitter der
Bibliotheek-commissie, worden verschijnende werken bijge
houden in zeldzame volledigheid.
Dames-leden der commissie zitten eiken Zaterdag van
45 uur gereed, u op uwe wenken te bedienen", i.z. een
keus uit den catalogus.
Ik ben overtuigd, dat er nog veel meer lectuur zou worden
aangevraagd, indien men uit de bibliotheekkast k een dosis
lees-tijd kon bekomen. Uiteraard is dit een bovenmenschelijke
eisch; men zou dan in de bestuurskamer de tegenwoordigheid
van minstens een half-god moeten hebben.
Maar
wie weet wat Dr. Van Schothorst, z ver
trouwd met de classieke wereld, ook ten deze nog eens bereikt!
Wij zijn ook eene Commissie voor kerk-versiering rijk.
Zij bezorgt ons eiken Zondag versche bloemen op het koor;
zoo stillekens en zonder bezwaar van de kas, doet zij dit
liefdewerk.
Gelukkig bezitten we eene Commissie die door frare tegen
woordigheid ons in staat stelt, ons kerkgebouw dagelijks van
24 uur open te stellen voor personen, die gewijde afzonde
ring zoeken.
Over de Commissie voor schulddelging, presidente Mej.
C. Lambach, sprak ik reeds.
Eiken Zaterdagavond te 8 uur vindt er een bidstond
plaats in de zaal der Kerk aan de Ernst Casimirlaan.
Deze is bedoeld als voorbereiding voor den Zondag. Zij
staat beurtelings onder leiding van een 12-tal broeders. Ieder
die daartoe opgewektheid gevoelt, kan voorgaan in het gebed.
Een buitengewone uitbouw van ons werk vormt de arbeid
van een eigen zendeling.
Br. P. J. Grondel en Echtgenoote arbeiden met rijken
zegen op Nieuw-Guinee, het vroeger zoo onvruchtbare zen
dingsterrein, onder de Papoea's.

45
God zegene ook verder hunne personen, hun kinderen
en hun arbeid!
Er bestaat tot financiering van dezen zendingspost eene
Commissie, van welke de heer W. Wa^enaar penningmeester
is. Wij gedenken dankbaar degenen, die zoo trouw aan onze
woningen de contributies hiervoor innen; evenals degenen,
die dit zelfde doen voor de georganiseerde guldens-collecte
(G. G. C.) onder leiding van Mevr. Creutzberg-de Groot.
Daarbij: Hoevele jonge echtparen hebben in deze l 2 ] / 2
jaar onze kerk gekozen als Inzegening van hun huwelijk.
Intiem als het gebouw is, leent het zich ook wel heel
bijzonder voor zulk een plechtigheid.
Als we over belangrijke dingen handelen, memoreeren
we: den omvangrijken arbeid i.z. den internen dienst onzer
kerk, dagelijks verricht door Mej. M. de Stoppelaar.
Zij vormt het wandelend geheugen voor het bestuur en
een vraagbaak voor iedereen.
Wij weten waarlijk niet, hoe het zou moeten gaan, wan
neer zij, ook maar tijdelijk, aan onzen kerkdienst onttrokken
werd.
Zij is ons mede een gave Gods.
En tenslotte: wat is er veel dat wij niet kunnen aanwijzen
en dat waarschijnlijk, door Gods gunst, het allerbeste bevat.
Al den geestelijken zegen genoten door personen, die
hun kerkgang afgewend waren, gezinnen waar de samen
bindende werking van Gods geest zichtbaar werd. Verborgen
zegen aan ons hart, door het zich wenden naar God voor
't eerst, of tot voeding van ons geloofsleven.
Hoevelen onzer jongelieden zijn predikant geworden en
een werd zelfs zendeling!
Ook noem ik den goeden geest die onafgebroken in onze
bestuursvergaderingen heeft geheerscht! Gerretsen sprak van
kerkeraden waar de H. Geest niet presideerde."
Door Gods genade konden we, bij het uitn gaan, altijd

46
oprecht danken; want ook bij diepgaand verschil van inzicht,
bleven de eendracht en de goede toon bewaard.
Aartsvader Jacob sprak aan het eind van zijn leven tot
zijn zoon Jozef: Ik had niet gemeend uw aangezicht te zien;
maar zie, God heeft mij ook uw kinderen doen zien!"
Over dat woord handelende, zegt collega J. C. van Dijk:
Dankbaarder woord bestaat er eigenlijk niet. Ik had niet
gemeend" het wil zeggen, het had alles zoo heel anders
kunnen zijn, ja het had alles zoo heel anders moeten zijn,
wanneer ik zie op mijzelf.
Het is alles zooveel heerlijker uitgekomen dan ik had
kunnen denken."
Dat woord nemen wij, oudste Duinoordkerkers, van
heeler harte over, nu we terugzien op 12 3/2 jaarHet is alles zooveel heerlijker uitgekomen, dan wij hadden
kunnen denken!
Wij eindigen gelijk wij deze herinneringen begonnen.
Er is gewijde Verwondering. En het is heerlijk, zich
over eenig werk des Heeren te verwonderen. Het juicht en
het aanbidt binnen in ons!
Heere, laat Uwe weldadigheid en trouw ons geduriglijk
behoeden!" *)

*)

Ps. 40, vs. 12.

47

Het bestuur der Stichting Duinoordkerk bestaat thans uit


de volgende personen:
Mr. L. Lietaert Peerbolte, Voorzitter;
Dr. W. van Schothorst, Secretaris;
R. van der Ploeg, Penningmeester;
Ds. H. W. Creutzberg;
Ds. J. M. Jalink;
G. H. E. Bergsma;
P. J. Grondel;
Dr. C. Oorthuijs;
W. J. Jalink;
Mej. M. de Stoppelaar;
Mr. H. E. Cost Budde;
A. J. van Haaften;
R. F. C. Baron Bentinck;
Mej. W. E. Pont;
Mej. G. E. M de Bruijn van Melis en Mariekerke.

DRUK C. BLOMMENDAAL, 'S-GRAVENHAGE.

Вам также может понравиться