Maryko (12-99), spelregels:

verleg je grenzen, ga tot

het einde!

het doel van het spel:

Het doel van het spel is om een zo groot mogelijke stad te bouwen. En om zoveel
mogelijk punten te verdienen!
het begin:
Dit spel is voor twee tot vier personen, iedere speler kiest een stuk land.
stuk grond 1

stuk grond 3

stuk grond 2

stuk grond 4

Dit stuk land is jouw toekomstige stad! maar je hebt natuurlijk nog geen geld!
inbegrepen:
bordspel
gebouwen (zie verder)
puntentelingblaadjes
vragen
Eigen benodigdheden:
potlood/pen
rekenmachine
geld verdienen:
Om geld te verdienen is het de bedoeling dat je vragen beantwoord
De jongste speler mag beginnen en om de beurt mag je drie vragen
beantwoorden en je mag zelf kiezen hoeveel sterren je vraag heeft.
je hebt drie soorten vragen:
*ster vragen: waar of niet waar?
goed?= 5000 euro
en anders niks
**ster vragen: meerkeuze vragen
goed?=10.000 euro
en anders niks
***ster vragen: open vragen
goed?= 25000 euro
en anders niks
wat kan je doen met je geld?:
Nu kan je starten met het opbouwen van je stad! zoals je ziet zitten er bij het
spelbord allemaal gebouwen/dingen die kan je allemaal kopen en op je stuk
grond zetten elk gebouw kost een bepaalt aantal euros en hoe duurder je
gebouw hoe meer punten je kan verdienen en dat is je doel!
hieronder alle gebouwen die je kan kopen + het aantal punten (het aantal sterren
van de gebouwen hebben niks te maken met het aantal sterren van de vragen):

gebouwen:
huizen (4):
* = rijtjeshuis = 15000 euro (5 punten)
** = vrijstaand huis = 50000 euro (10 punten)
*** = landhuis = 125000 euro (20 punten)
woonblokken (2):
* = flat = 75000 euro (20 punten)
** = 2 onder 1 kap = 150000 euro (30 punten)
*** = villawijk = 500000 euro (60 punten)
scholen (1):
* = basisschool = 50000 euro (10 punten)
** = middelbare school = 100000 euro (20 punten)
*** = universiteit = 150000 euro (30 punten)
openbaar vervoer (4):
* = taxi = 20000 euro (5 punten)
** = bus = 50000 euro (10 punten)
*** = trein = 150000 euro (30 punten)
overig (1):
** = fabriek = 125000 euro (25 punten)
*** = hotel = 115000 euro (20 punten)
*** = sportcentrum = 200000 euro (40 punten)
winkels (2):
* = ijssalon = 50000 euro (10 punten)
** = supermarkt = 100000 euro (20 punten)
*** = winkelcentrum = 200000 euro (40 punten)
Ruilhandel:
In het spel is er een keuze om het spel moeilijker te maken. Je doet dan aan
ruilhandel, dit is best lastig om te begrijpen en heeft ook wat oefening nodig.
Maar het geeft wel een extra draai aan het spel waardoor je er nooit genoeg van
krijgt!
Als je aan de beurt bent kan je in plaats van een vraag beantwoorden een
gebouw van een andere speler ruilen voor een bedrag of een ander gebouw.. Je
noemt dan het gebouw dat je wilt hebben en hoeveel je ervoor wilt betalen.
Degene met wie je ruilt kan dan een tegenbod doen met voor hoeveel hij het
gebouw wilt verkopen. Je gaat dan onderhandelen over de prijs. Dat kan met geld
f met een ander gebouw van jezelf.
Als je bijvoorbeeld twee huizenwijken hebt en er geen meer in de pot zitten kan
iemand anders er een van je willen kopen. Die noemt dan bijvoorbeeld een
bedrag van 30.000 euro voor de huizenwijken. Als je wilt ruilen met diegene kan
je het bod accepteren en dan krijg je 30.000 euro en dan geef je jouw
huizenwijken weg. Als je wilt ruilen met een ander gebouw wissel je simpel van
gebouwen.
Punten bijhouden:

Er zijn blaadje bijgevoegd die er als volgt uitzien:

=
________________________________________________________

Daarmee houd je de punten en het geld bij. Op de ene kant het geld en op de
andere kant de punten.
Je omcirkelt plus en/of min, bij plus schrijf je hoeveel je krijgt en bij min hoeveel
er eraf gaat, als het beide is doe je eerst +[bedrag] en -[bedrag]. Bij is schrijf je
het vorig bedrag + of - [bedrag].

Het einde van het spel:

Het spel eindigt als een speler van het gezelschap 250 punten bij elkaar heeft
gespeeld
heeft gewonnen.