Вы находитесь на странице: 1из 10

Een optimistische

kijk op de huidige
ontwikkelingen in
het onderwijs

Ricoh
whitepaper
modern
onderwijs

Technologie maakt gedifferentieerd, flexibel, modern onderwijs


mogelijk, waardoor de liefde voor leren een hoofdrol kan krijgen

Inleiding
Inhoudsopgave

Inleiding 3

1 Pleidooi voor ander onderwijs: prikkel de nieuwsgierigheid van het kind

2 De spelregels voor verandering van het onderwijs

7
Het borrelt in het Nederlandse onderwijs, het bruist en het knelt. Ontwikkelingen volgen elkaar

3 De hoekpunten van het onderwijs uitgelicht


3.1 De organisatie

in razendsnel tempo op. Een greep uit de gebeurtenissen rond de start van dit schooljaar:

3.2 De leraar

10

3.3 Het systeem

12

De challenge Onze nieuwe School in Amsterdam waarbij iedereen mee kon denken over een
nieuw, ander, beter schoolconcept, leverde maar liefst 124 heel verschillende plannen op. Een

Epiloog 14

paar van deze gedroomde scholen zullen echt opgericht worden.

Onderzoek onder leraren en schoolleiders over een jaar passend onderwijs wees uit dat
vrijwel alle ondervraagden de achterliggende gedachte steunen (Alle kinderen gaan als het
kan naar het regulier onderwijs). Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Leraren voelen zich
klem zitten: Hun werkdruk is gestegen; klassen zijn te groot en verschillen tussen kinderen in
n klas zijn groter geworden. Leraren voelen zich niet goed genoeg opgeleid en hebben niet
genoeg tijd om alle kinderen de extra ondersteuning te bieden die ze nodig hebben.

In alle media bepleiten gedreven onderwijsmensen verandering, omdat ze telkens tegen de


grenzen van het systeem aanlopen. Het vaste lesrooster met versnippering van lesuren voor
elk vak, de starre indeling van lokalen en de verplichte toetsen belemmeren het verlangen van
docenten om langer bij bepaalde themas stil te staan of ergens dieper op in te gaan. Leraren
voelen te weinig vrijheid om hun lessen vorm te geven, leerlingen krijgen te weinig kansen om
vanuit hun eigen belangstelling zelf te kiezen wat ze nog meer willen leren.

Zo presenteerde een groep leraren het manifest #Leraar2032. Hierin bepleiten zij dat

leraren niet alleen uitvoerders van het curriculum zouden moeten zijn, maar ook

actieve vormgevers ervan; in dialoog met elkaar binnen school en met de

schoolomgeving

Docenten Ren Kneyber en Jelmer Evers brachten (als hoofdauteurs) zowel een

Nederlandstalig vervolg als een internationale versie uit van het veelgeprezen boek Het
Alternatief, respectievelijk Het Alternatief 2 en Flip the system. In deze boeken breken zij een
lans voor het achter ons laten van de huidige instrumentele benadering en de afrekencultuur
binnen het onderwijs. Zij pleiten voor een verandering die van onderop begint met leraren die
zelf de regie nemen over het onderwijs en zelf aan het roer gaan staan.

Hoofdstuk

Pleidooi voor ander onderwijs: prikkel de


nieuwsgierigheid van het kind
Op onderwijsconferenties worden de filmpjes van onderwijsgoeroe sir Ken Robinson nog steeds vaak
getoond. Die hebben als strekking: De tijden zijn veranderd, maar het onderwijs veranderde niet mee.
Scholen zijn leerfabrieken, waar in feite op precies dezelfde wijze wordt lesgegeven als 100 jaar geleden

De brede maatschappelijke dialoog onder de noemer Onderwijs2032, over onderwijs dat


kinderen optimaal voorbereidt op toekomstige uitdagingen, mondde uit in een voorstel voor
een advies aan het Kabinet door Platform Onderwijs2032 (onder leiding van Paul Schnabel):

en waar creativiteit de kop wordt ingedrukt.


Hij gaat daarbij wel erg kort door de bocht en doet onrecht aan al die scholen en leraren die zich een
slag in de rondte werken om hun leerlingen zo goed mogelijk les te geven. Maar toch zijn ook de
meeste leraren en schoolbestuurders het met Robinson eens dat onderwijs flexibeler, gedifferentieerder,
persoonlijker, creatiever en moderner kan en moet.

Onderwijs moet leerlingen begeleiden in hun ontwikkeling tot zelfstandige volwassenen die
behalve vaardig, ook waardig en aardig zijn, voor zichzelf en voor hun omgeving.

Robbert Dijkgraaf verwoordde dit zo in een filmpje bij de start van de dialoog over #onderwijs2032:

Het Platform pleit voor samenhangend onderwijs waarin leerlingen een solide

en wordt door henzelf vormgegeven. Het is of je in n keer de iPhone25 moet ontwerpen. Daarom

gemeenschappelijke basis krijgen, die ze op grond van hun persoonlijke capaciteiten en

is het belangrijk dat we niet alleen de goede antwoorden geven, maar ook kinderen leren om de

interesses verdiepen en verbreden. Het onderwijs van de toekomst heeft als kenmerken:
prikkelen van creativiteit en nieuwsgierigheid; leerlingen leren omgaan met vrijheid en

Onderwijs bereidt kinderen voor op de toekomst. Het probleem is, die toekomst is ver weg en onzeker,

goede vragen te stellen en zelf het pad naar kennis af te lopen. Gelukkig is ieder kind een natuurlijke
onderzoeker en borrelt van nieuwsgierigheid; die leerknop staat allang aan. Wij, ouders en docenten,
moeten alleen met onze vingers van de uitknop afblijven.

verantwoordelijkheid; hen leren de kansen van de digitale wereld te benutten; maatwerk


bieden.
Het Platform is van mening dat leraren een stevige rol moeten spelen bij het uitwerken van de
voorgestelde visie. Leraren zullen in samenwerking met hun schoolleiding meer zelf de regie
over de onderwijsinhoud krijgen en daar met hun team vorm aan geven.

Biedt moderne apparatuur soelaas?


Vaak wordt gesteld dat moderne technologie gedifferentieerd, flexibel, modern onderwijs kan faciliteren,
mits didactisch oordeelkundig en goed gedoseerd ingezet.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bracht half september een
onderzoeksrapport uit dat deze stelling lijkt te ondergraven. De inzet van ICT doet onderwijs geen goed,
zo kopten veel media over dit onderzoek. Het rapport zelf is echter genuanceerder en onderscheidt
drie groepen scholen: scholen waar nauwelijks iets met ICT wordt gedaan, scholen die matig gebruik
maken van ICT en scholen die overmatig ICT gebruiken. De media richtten zich vooral op de eerste en
de derde groep scholen, en dan blijkt dat onderwijs achteruit gaat als je te veel ICT gebruikt. Maar in de
middengroep is wel vooruitgang merkbaar. De winst van het gebruik van technologie in het onderwijs
zit in het goed gericht en gedoseerd inzetten ervan. De media maakten er een discussie van over vr
of tegen technologie in het onderwijs; maar die discussie moet op een dieper niveau gevoerd worden.
Die moet gaan over wanneer, waar en voor wie je ICT kunt inzetten om tot het best mogelijke onderwijs
voor elk kind te komen. En elk kind is verschillend, dus die inzet van technologie zal ook steeds per
leerling verschillend moeten zijn.

Wat betekent dit voor scholen, voor leraren?


Het is wel duidelijk dat je er niet bent met het volhangen van het schoolgebouw met digiborden of
interactieve schermen, het aanschaffen van kistenvol met tablets, het verstrekken van een laptop aan
alle leerlingen, of met de afspraak dat iedereen zijn eigen apparaat meebrengt naar de les. Dan begint
het pas; want hoe gebruik je als leraar die mooie spullen om je repertoire aan lesvormen uit te breiden,
waardoor lessen aantrekkelijker worden en beter aansluiten bij de behoefte van de leerlingen? En hoe
ontwijk je de valkuil dat nieuwe hulpmiddelen alleen worden gebruikt om de bestaande lesinhoud in een
mooi nieuw technologisch jasje te steken?
Technologie biedt veel mogelijkheden om andere werkvormen in te zetten in de les. Bij het ontwerpen

Ricoh whitepaper modern onderwijs

van hun lessen moeten leraren niet alleen nadenken over lesdoel en werkvorm, maar ook over de manier
waarop ICT die lessen anders, interessanter, leuker, indringender kan maken. Leraren moeten er dan wel
de tijd voor krijgen om daarover na te denken, anders blijft het wellicht bij een filmpje vertonen op het
interactieve bord.
Technologie kan ook helpen bij het differentiren. Eigenlijk zou je voor elk kind een individueel leerprofiel
willen opstellen, zodat iedereen op eigen niveau, in eigen tempo en naar eigen belangstelling aan
het werk kan. Dat is moeilijk te organiseren, maar toepassing van technologie helpt hierbij. Groepen
leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk gezet worden op hun eigen niveau; wie vooruitloopt op de
rest, krijgt een speciale uitdagende opdracht en wie ziek geweest is, kan wat stof inhalen. Zodat de leraar
zelf zn aandacht bewust kan verspreiden, interactie kan stimuleren en diepgang kan aanbrengen.

Hoofdstuk

De verandering van het onderwijs

Het speelveld
Als je onderwijs wilt veranderen met de inzet van moderne technologie, wat kom je daarbij dan
tegen? Hoe ziet het speelveld eruit?
Er zijn drie belangrijke partijen aan te geven, hier voor de overzichtelijkheid in een driehoek geplaatst:
1) De schoolorganisatie,
2) De persoon van de leraar en

3) Het onderwijssysteem.
De leerling staat hier middenin.

leerling

De drie partijen, de drie hoekpunten staan in verbinding met elkaar: Als op een punt van de driehoek
een besluit genomen wordt om iets op een andere manier aan te pakken, heeft dat ook impact op
de andere twee. En op al deze drie niveaus in het onderwijs kan technologie een ondersteunende rol
spelen om uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
1) De organisatie
Dit is het strategische, beleidsmatige niveau van het College van Bestuur of de directie van
een school. Hier wordt de schoolvisie ontwikkeld, hier vallen beslissingen over verbouwingen
en over aanschaf van apparatuur. Hier wordt nagedacht over vraagstukken als Hoe blijf ik
aantrekkelijk als school? en Wat betekenen bepaalde beslissingen over aanschaf van materiaal en veranderingen in aanpak binnen ons onderwijs voor de roosteraar, de administratie, de
ICT-afdeling?. Maar ook over Hoe kunnen we binnen de regels die de Overheid ons oplegt,
toch voldoende ruimte pakken om onderwijs vorm te geven op onze eigen manier?. En over
kwesties als Kunnen we de leraar niet centraler stellen, meer vertrouwen geven en minder
regelen vanuit de schoolorganisatie? en Hoe kunnen we stimuleren dat onze mensen al hun
kennis en kwaliteiten met elkaar verbinden, meer leren van elkaar en meer durven delen?.
ICT kan op dit niveau helpen om ideen makkelijker met elkaar te delen en zo plannen en
beslissingen op elkaar af te stemmen.
2) De leraar
De leraar stelt zich op als overdrager van kennis of als coach bij zelfstandig leren. Om ander,
moderner, afwisselender en gedifferentieerder onderwijs te kunnen geven en leerlingen beter
te kunnen begeleiden, zal de leraar routines moeten doorbreken, zn repertoire van manieren
van lesgeven uitbreiden en vaardigheden aanleren om technologie gericht en goed gedoseerd
in te zetten. Bij het voorbereiden van de lessen zal de leraar nadenken over de stimulerende
invloed van ICT op interactie, groepsdynamica en samenwerking tussen de leerlingen. Welke
onderdelen van de les zijn geschikt voor zelfstudie; en waar kan gebruik van een interactief
bord of lestafel het beoogde groepswerk stimuleren?

Ricoh whitepaper modern onderwijs

Ricoh whitepaper modern onderwijs

3) Het systeem
Hoe geven we onderwijs op een moderne wijze vorm, terwijl we ook de normen en eindtermen in
het oog houden? Hebben we nog wel het juiste onderwijssysteem voor deze tijd? Moeten we het
nog steeds vooral hebben van (klassikale) instructie in groepen van gelijke leeftijd? Of zetten we

Hoofdstuk

De hoekpunten van het onderwijs uitgelicht

ook andere leervormen in en gaan we uit van lesinhoud die leerlingen aanspreekt en stimuleren we
21e eeuwse vaardigheden, zelfsturend gedrag en eigen verantwoordelijkheid met behulp van
technologie? Kennis en expertise van buiten kan de school ingehaald worden door bijvoorbeeld
gebruik te maken van videoconferencing. Zo kunnen experts van over de hele wereld gastcolleges
verzorgen of kunnen native speakers lessen verzorgen in moderne talen waar een school geen

De verschillende hoekpunten hebben in het veranderingsproces van onderwijs hun eigen


specifieke aandachtspunten en invalshoeken. In dit hoofdstuk zoomen we hier uitgebreider op in, zonder de samenhang uit het oog te verliezen.

vakleerkracht voor kan aannemen.


Zoals al geconstateerd werd: Beslissingen op een van de drie hoekpunten hebben impact op de andere.

3.1 De organisatie

Die samenhang moet steeds in het oog gehouden worden, anders gaat ieder zn eigen weg. Om synergie
tussen die drie niveaus te versterken, zal ieders onderwijsvisie en manier van handelen op elkaar
aangesloten moeten worden, en de structuur en de verschillende rollen op elkaar afgestemd.
Een voorbeeld:
Als je onderwijs anders wilt inrichten dan de vertrouwde klassikale vorm waarin de docent de
voornaamste leerstofoverbrenger is (systeem), heb je niet veel aan een gebouw met alleen grote
vaste klaslokalen (organisatie). Als onderwijs gedifferentieerder is, persoonlijker en ook meer
gericht op samenwerken, zoek je ook naar diversiteit in werk- en leerplekken. Dat houdt dan wel
in dat niet elke docent meer zn eigen lokaal heeft (leraar). En misschien worden lesroosters wel
overbodig (organisatie).

Visie ontwikkelen
De visie op goed onderwijs zal leidend zijn in alle discussies op organisatieniveau. Vanuit die visie (Waar
willen we heen, hoe willen we dat ons onderwijs er over drie of vijf jaar uitziet?) kan gezamenlijk een
groeipad ontwikkeld worden voor de school:

Hoe zorgen we dat ons onderwijs past bij onze onderwijsvisie, bij elke individuele leerling, bij de

capaciteiten van onze leraren?

Hoe organiseren we dat ons onderwijs wint aan flexibiliteit, samenwerking en persoonlijke

invulling?

Wat is er voor verandering nodig op het gebied van het gebouw, van (les)materialen en

hulpmiddelen, van scholing en coaching van personeel?

Welke goede initiatieven zijn er al en hoe kunnen we de krachten bundelen en ontwikkelingen

verbinden, zodat ze elkaar kunnen versterken?

Ruimtes vormgeven
Wellicht overweegt een school het onderwijs anders te organiseren en bijvoorbeeld af te stappen van
de routine dat lessen gegeven worden door n leraar aan n klas tegelijk. Om in plaats daarvan een
groepje leraren met verschillende vaardigheden in samenwerking de lessen te laten verzorgen; waarbij de
n bijvoorbeeld heel goed instructie kan geven en de ander kan goed ontdekken hoe kinderen leren en
daarop inspelen. Vanuit die samenwerking kunnen leerlingen misschien wel beter gestimuleerd worden
in hun ontwikkeling.
Dan moet tegelijkertijd worden nagedacht over de inrichting van ruimtes: Wat wil je bereiken? Instructie?
Gefocust leren? Samenwerken in kleine groepjes? De indeling en de inrichting van een ruimte kan die
nieuwe manier van werken ondersteunen, en zelfs uitlokken.
Een voorbeeld:
De TU Delft heeft op de faculteit Industrieel Ontwerpen een project Next generation classroom.
Hierin wordt onderzocht hoe technologie zodanig flexibel ingezet worden dat docenten als het
ware vanzelf worden uitgedaagd tot betere interactie-op-maat, die aansluit bij de belevingswereld
van studenten.
Er wordt op de TU Delft bijvoorbeeld onderzocht wat er gebeurt als je in een lokaal drie
interactieve schermen plaatst, in plaats van n. En scherm of digibord lokt uit om dat te
gebruiken als een veredeld krijtbord of whiteboard en dus bijna als vanzelf om standaard
klassikale instructie te geven. Plaats je drie van die schermen, dan wordt een docent als het
ware gedwongen om na te denken over hoe die technologie zo effectief mogelijk te gebruiken
afgestemd op lesinhoud, leerdoelen en de samenstelling van de groep studenten.

Balans vinden
De technologiediscussie op organisatieniveau moet niet louter gaan over de aanschaf van laptops of
8

Ricoh whitepaper modern onderwijs

Ricoh whitepaper modern onderwijs

iPads, maar over Hoe ziet de optimale balans eruit tussen techniek, context en doceren van de lesstof?

doen en hoe lastiger of zelfs enger het is als om het opeens anders te gaan doen. Ineens is iemand

Hoe vinden we die balans? Hoe kunnen we technologie inzetten om verschillende leersituaties te creren

dan weer een beginner in plaats van ervaren docent.

die aansluiten bij en rekening houden met het onderwerp, de opdracht en de achtergrond van de

Het helpt daarbij om te kunnen leren van elkaar in een leergroep met collegas. Je gaat je pas realiseren

studenten? Dat is voor iedere situatie, voor elke onderwijsinstelling verschillend. Vanuit deze discussie kan

dat het anders kan, als je het een collega anders ziet doen. Je kunt je bovendien door een ander

dan passende technologie uitgekozen worden.

laten helpen in plaats van altijd zelf het wiel opnieuw uit te willen vinden. Je kunt ook (en dat is een
noodzakelijke vaardigheid van de moderne tijd) voortborduren op wat een ander bedacht heeft, en zo je

Routine doorbreken
Als de onderwijsorganisatie een visie ontwikkeld heeft waarin bijvoorbeeld gedifferentieerd onderwijs
een speerpunt is, betekent dat nogal wat voor de leraar. Die leraar moet anders gaan lesgeven en het
klassenmanagement anders vormgeven, vaste patronen en routines zullen doorbroken moeten worden.
Dat is niet eenvoudig, dat vergt een heel leerproces waarin gewoontes stukje bij beetje veranderen. Het
is geen lineair leerproces, het gaat met vallen en opstaan, en weer vallen en weer opstaan.
De schoolorganisatie kan het doorbreken van de routine ondersteunen door training en coaching. En
door te zorgen voor een veilige omgeving waarin leraren dingen durven uitproberen en durven praten
over wat goed ging en wat niet. In zon veilige en stimulerende omgeving kunnen leraren samen gaan
experimenteren, leren van elkaar, elkaar helpen, kennis delen en ideen uitwisselen.

lesaanbod verfrissen, verrijken, aanvullen en verdiepen.


Een voorbeeld van leren in een leergroep met collegas:
Training van docenten van het Willem van Oranje College in Waalwijk
De directie van het Willem van Oranje College besloot in 2014 om voor alle klaslokalen digiborden
aan te schaffen. Bovendien won de school in dat jaar de Learning Challenge van Ricoh, waardoor
deze nu beschikt over een compleet ingericht interactief klaslokaal.
Ricoh Learning Services verzorgt de training en coaching van docenten. Zij leren niet alleen om met
de aanwezige technologie te werken, maar ook om die technologie zo in te zetten dat de lessen er
echt door verrijkt worden.
De eerste workshop (voor alle docenten) gaat over de noodzaak tot verandering in het onderwijs,

Vasthoudendheid

dat moderner, flexibeler en persoonlijker zou moeten worden.

Om de oude routine te kunnen doorbreken en onderwijs echt op een andere manier vorm te geven is een

In het tweede deel van de opleiding staat centraal: het leren omgaan met de aangekochte

bepaalde vasthoudendheid nodig. Veranderingen moeten de tijd krijgen om te kunnen uitkristalliseren

technologie, de specifieke digiborden die in alle klassen hangen. Met het schoolmanagement is

en wortelschieten. Het is belangrijk om te blijven doorpraten over wat goed gaat en bestendigd moet

afgesproken dat elke docent een bepaald basisniveau moet hebben. Iedereen moet in elk geval het

worden, en over wat nog beter kan. Voor doorgaande verandering en verbetering is de kracht van

digibord kunnen gebruiken om hiermee de lessen attractiever en meer activerend te maken.

herhaling erg belangrijk, de cirkelgang van proberen, reflecteren, bijstellen en opnieuw proberen.

Tussen docenten onderling is een enorme variatie in ervaring met ICT. Daarom heeft dit deel van

Dat is nog een hele uitdaging voor organisaties, waar meestal meer tijd en energie gestopt wordt in het

de training een gepersonaliseerde aanpak. Wie die daar behoefte aan heeft, krijgt persoonlijk

ontwikkelen van nieuwe dingen en het uitdenken van de volgende transitie dan in het optimaliseren van

instructie in het omgaan met de nieuwe spullen.

bestaande zaken en het in de gaten houden van de rode draad.

Verder krijgen de docenten een waaier aan zelfstandig (individueel of in een klein groepje) te

Het is dan ook aan te raden om van de verandering een doorgaand en zich steeds herhalend proces te

selecteren en uit te voeren leeropdrachten, om te oefenen met het toepassen van de technologie.

maken. Dit kan door de reflectie op hoe het gaat telkens als agendapunt op te nemen, in vergaderingen,

Om te borgen dat het leerproces niet verwatert in de waan van de dag, is de afspraak dat

een-op-een gesprekken, of in een online community.

elke opdracht een product oplevert, een tastbaar bewijs van de veroverde vaardigheden (een
PowerPoint, een uitgewerkt lesidee, een filmpje). Dat product wordt gepload naar het SharePoint-

3.2 De leraar

platform van de school. De bedoeling is dat docenten inhoudelijke feedback geven op elkaars
producten, als je dit zou aanpassen, wordt het nog beter. Op zon manier peerfeedback geven
verdiept het eigen leerproces. Bovendien ontstaat zo een ideenbank waaruit collegas kunnen

Op zoek naar andere werkvormen


Stel dat de onderwijsvisie van een schoolorganisatie is om beter, leuker, persoonlijker en moderner
onderwijs te verzorgen voor leerlingen (voor zover mogelijk binnen het onderwijssysteem en de
regelgeving). Dan moeten leraren op zoek naar andere werkvormen die instructie-overstijgend zijn en
naar hoe beter gedifferentieerd kan worden in het leerstofaanbod. Veel leraren willen al langer graag
gedifferentieerder lesgeven, maar voelen zich belemmerd door het systeem of de organisatie. Ook hier is
het van belang om de krachten te bundelen.
Technologie kan een ondersteunende rol hebben. Met de inzet van technologie kan onderwijs levendiger
vormgegeven worden. En door de lesstof te digitaliseren, kunnen leerlingen zelfstandig aan het werk
op hun eigen tempo en niveau en naar eigen interesse, terwijl de leraar zo de handen vrij krijgt voor
begeleiding en verdieping.

putten en waardoor ze zich kunnen laten inspireren.


Als basis hiervoor worden competentieniveaus gedefinieerd waaraan de opdrachten worden
gekoppeld. De docenten kunnen tot op zekere hoogte zelf beslissen hoe ver ze willen gaan met
hun eigen scholing. Wie op school de expert wil worden op het gebied van het inzetten van de
interactieve projector, kan en zal veel dieper gaan dan iemand die het genoeg vindt om wat slides
te laten zien, daar ter plekke in de klas aantekeningen op te maken en die dan op te slaan.
In een volgende workshop krijgen de docenten nog wat voorbeelden van toepassingen van andere
technologie te zien en gaan ze in groepjes aan het werk om ideen te ontwikkelen voor hun
eigen lessen, samenwerkend en lerend van elkaar. Door de groepjes te mixen wat betreft vak en
het eigen handigheidsniveau met ICT, ontstaat een fijne stimulerende sfeer van elkaar op ideen
brengen en elkaars creativiteit stimuleren. Natuurlijk reiken we wat ideen aan om hen op gang
te helpen, maar docenten zijn zelf de experts op hun vakgebied. Dit soort vragen staan centraal:

10

Veranderen is lastig

Wat wil ik in mijn les? Wat zijn de leerdoelen? Welke leerlingen heb ik straks voor me in de groep?

Deze andere manier van lesgeven vergt een verander- en leerproces. Elke leraar moet zelf uitvinden

Hoe kan ik mijn les het beste vormgeven? Welke technologische hulpmiddelen zijn daarbij in

hoe dat voor hemzelf uitpakt en hoe zon andere manier van werken past bij zijn persoonlijke visie op

te zetten? Een mooi voorbeeld van creatief lesontwerp is de jonge wiskundedocent die allerlei

onderwijs. Hoe langer iemand al leraar is, hoe meer hij gewend is om het op een bepaalde manier te

speelse wiskundetoepassingen bedacht heeft voor de interactieve leertafel (een soort tablet op

Ricoh whitepaper modern onderwijs

Ricoh whitepaper modern onderwijs

11

tafelformaat).

Een voorbeeld:
Laat leerlingen op een interactieve leertafel het reistraject van Amsterdam naar Groningen

Een dag in de week is iemand van Ricoh aanwezig op het Willem van Oranje College om

ontdekken. Zo leren ze aardrijkskunde, kunnen ze uitrekenen hoeveel benzine nodig is voor dat

docenten die moeite hebben met het gebruik van de technologie persoonlijk te begeleiden; en

traject, of welke treinstations je daarvoor moet passeren, wat er onderweg te zien is, de

om docenten die nieuwe onderwijsideen bedacht hebben, te helpen bij het realiseren daarvan.

geschiedenis van de bouw van de afsluitdijk, getijdenstromingen, etcetera. Zo leren ze meerdere

Docenten kunnen op die dag altijd binnenlopen bij Jan. Vragen stellen is zo erg laagdrempelig.

vakken tegelijk, in plaats van allemaal losse vakken.


Dan krijgt het leren betekenis, wordt het leuk. Dat is wat kinderen willen.
En eigenlijk moet je die trip daarna ook echt maken, bijvoorbeeld door een paar ouders met

3.3 Het systeem

busjes te laten rijden. De kinderen kopen dan broodjes voor onderweg (rekenen, met geld omgaan,
voedingsleer) en smeren die.

Fundamentele vragen
Als een van de fundamentele problemen in ons onderwijssysteem wordt vaak genoemd dat kinderen al
zo vroeg worden voorgesorteerd in een schoolsoort, aan het eind van groep 8, als ze 12 jaar zijn. In veel
landen om ons heen is dat later, en niet voor niets. De ontwikkeling van jonge hersenen is dusdanig dat
zulke jonge kinderen de verantwoordelijkheid nog niet aankunnen om te kiezen: Wat wil je leren? Wat
maakt jou gelukkig? Wat is jouw wens voor de toekomst en welke vakken passen daarbij?
Waarom laten we dan in Nederland kinderen nog steeds op 12-jarige leeftijd kiezen voor een bepaalde
leerrichting, terwijl ze gezien de hormonale ontwikkeling en hersenrijping pas op 15-jarige leeftijd in staat
zijn die beslissing te nemen?
En waarom ontwikkelen we eigenlijk geen echt doorlopende leerlijn van 4 tot 18 jaar?

Gepersonaliseerd leren
Als het systeem zou veranderen en die keuze uitgesteld zou worden, gaan kinderen dus langer samen
naar dezelfde school. Dat heeft gevolgen voor de schoolorganisatie en vooral voor hoe het er in een
klas aan toegaat. Op deze manier krijg je op de middelbare school in n klas nog grotere verschillen in
tempo, niveau en interesse. Dan moet er wel overgegaan worden tot gepersonaliseerd leren. Voor een
leraar is het lastig om zo te differentiren, technologie helpt om dat te ondersteunen.
Scholen zouden het leeuwendeel van het onderwijsmateriaal dat ze gebruiken, kunnen digitaliseren. Stop
alle feiten die kinderen moeten weten in een goed georganiseerd technologisch leerplatform. Dan kan
elk kind met een eigen leerplan zelfstandig aan de slag om zich via de technologie de standaard-leerstof
eigen te maken.
Leraren krijgen hierdoor extra ruimte en tijd die ze kunnen besteden aan persoonlijke interactie met
leerlingen voor begeleiden, stimuleren, inspireren, coachen, en om specifieke vragen te beantwoorden en
vakmatig de diepte in te gaan met leerlingen die dat willen of aankunnen.
Bovendien komt er zo ruimte vrij om invulling te geven aan sociale vorming, aan omgaan met keuzes en
dilemmas die je tegenkomt als je opgroeit tot volwassene en je leven zelfstandig vorm gaat geven.
Als leerlingen met een jaar of 14 of 15 de vakken kiezen die passen bij wat ze zelf willen ontwikkelen,
kiezen ze wellicht voor vakken die de school niet kan aanbieden. Via technologie (applicaties, tools
zoals videoconferencing, internetgestuurde leerplatformen en een persoonlijke leeromgeving) kun je
individuele leerlingen toegang verschaffen tot die specifieke leerwensen.
Van leraren en leerinstituten wordt dan verwacht dat, ze hier een visie op ontwikkelen en dit faciliteren,
dat ze investeren in leerplatformen die dit persoonlijke leren mogelijk maken.
Technologie kan ook helpen om het leren van de basiskennis en de basisvaardigheden die elke leerling
nodig heeft, aantrekkelijk te maken. Technologie ondersteunt vakoverstijgend of thematisch onderwijs.

12

Ricoh whitepaper modern onderwijs

Ricoh whitepaper modern onderwijs

13

Epiloog - Oproep aan de leraar


Wat we nodig hebben, zijn leraren die vertrouwen durven geven aan leerlingen dat ze zelf

Mooie vernieuwende onderwijsinitiatieven


die zichtbaarheid verdienen

verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun leerproces.


Leraren die een veilige omgeving creren waarin leerlingen fouten durven en kunnen maken zonder

Er gebeuren op dit moment veel waardevolle, vernieuwende dingen in onderwijsland.

negatieve consequenties, zodat ze zelfvertrouwen en moed ontwikkelen.

Een inspiratielijstje:

Leraren die het leuk maken om te leren en de leerstroom bij kinderen openen, zodat ze zich verheugen
op de volgende les.
Leraren die, verzekerd van hun eigen kunnen, ook hun zwakheden durven toegeven en elkaar om hulp
en advies durven vragen; binnen de vaksectie, binnen de school of (via sociale media bijvoorbeeld) aan
collegas elders in het land.
Leraren die het vanzelfsprekend vinden om elkaar te helpen om beter te worden, die ideen en
lesmaterialen delen met elkaar.
Leraren die buiten de bestaande kaders en vakoverstijgend durven (en kunnen) denken en handelen.
Leraren die input verzamelen van collegas, ook van andere vakken, en van mensen uit de gemeenschap,
maatschappelijke organisaties en bedrijven.
Leraren die technologie, apps en digitaal materiaal durven inzetten bij hun lesdoelen en die openstaan

Stichting leerKRACHT
Stichting leerKRACHT werkt met scholen om een cultuur van elke dag samen een beetje beter te creren. Hierin werken leraren
en schoolleiding intensief samen om het onderwijs op school naar eigen inzicht te verbeteren. Leraren leren van elkaar en
innoveren samen het onderwijs door lesbezoek en feedbackgesprek, gezamenlijk lesontwerp, en gestructureerd kort overleg in
kleine teams om leerlingdoelen en verbeteracties te bespreken.
Sinds de start in 2012 doen ruim 350 scholen mee. Hier zijn scholen uit po, vo, mbo en pabos en lerarenopleidingen bij
betrokken. Streefdoel is om in 2020 overbodig te zijn en de stichting te kunnen opheffen.
www.stichting-leerkracht.nl

om nieuwe dingen te proberen.

Onderwijs2032

Beste leraar, de tijd is er rijp voor om het heft in eigen hand te nemen, om op zoek te gaan naar like-

voortgezet onderwijs moeten leren om klaar te zijn voor de toekomst. Massaal hebben leerlingen, docenten, ouders, bestuurders,

minded people, om je te verenigen en krachten te bundelen met anderen binnen de bandbreedte die
je hebt.

In februari 2015 startte het Platform Onderwijs2032 een maatschappelijke dialoog over wat leerlingen in het basisonderwijs en
wetenschappers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven hun stem laten horen. Onder leiding van Paul Schnabel is op
basis van al deze reacties een (voorstel tot) een advies geschreven.
www.onsonderwijs2032.nl

Onze nieuwe school


Onze Nieuwe School is een zoektocht van de Gemeente Amsterdam naar schoolmakers die de verwachte leerlingengroei in
Amsterdam kunnen opvangen. Iedereen met een idee of plan voor een nieuwe school, kon meedoen met deze challenge. Uit
de 124 ingediende plannen zijn er inmiddels 15 geselecteerd om verder uit te werken; uiteindelijk zullen 3 of 4 scholen echt
opgericht worden.
www.onzenieuweschool.nl

Nederland Kantelt
Nederland Kantelt verbindt mensen in het samen bouwen aan een spannender, leuker, mooier en energieker Nederland. Een
maatschappij waarin mensen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor duurzame energie, gezond voedsel en mensgerichte zorg en
onderwijs. Niet omdat het moet van de gemeente, de belastingdienst of de leraar, maar omdat je zelf zo wil leven.
www.nederlandkantelt.nl

Operation Education
Operation Education focust zich op veranderingen in het onderwijs, op het transformeren van onderwijssystemen. Tijden
veranderen, en onze onderwijssystemen moeten zich hierbij aansluiten. Onderwijs moet leerlingen voorbereiden op de snel
veranderende samenleving en hen in staat stellen hun eigen toekomst vorm te geven, hun eigen waardevolle samenleving te
ontwerpen.
www.operation.education

United4Education
United4Education is een netwerk voor iedereen die het onderwijs wil vernieuwen. Met elkaar maakt U4E vernieuwingen in het
onderwijs zichtbaar en vindbaar. U4E deelt en verbindt studenten, ouders en onderwijsprofessionals om zo een gezond en zeer
divers ecosysteem voor educatie te creren.
www.united4education.nl
14

Ricoh whitepaper modern onderwijs

Love2learn
Het allerbelangrijkste dat onderwijs kan en moet doen, is kinderen en
jongeren liefde voor het leren te laten vasthouden en verder ontwikkelen.
Helaas wordt die liefde voor het leren vaak met alle goede bedoelingen
juist afgeremd door volwassenen.
Dat begint al jong. Bijvoorbeeld als een dreumes speelt met een
blokkenstoof. Krijgt dat kind de vrijheid en de ruimte om 100 keer te
proberen het kubusblokje in het ronde gat te stoppen? Of neemt een
volwassene het na 5 keer over en leidt dat handje naar het goede gat?
Doe je als volwassene, als leraar, vr hoe het moet, geef je zelf het goede
antwoord? Of laat je het kind zelf leren, geef je vertrouwen dat-ie dat kan?
Moedig je het kind aan om iets steeds opnieuw te proberen tot het zelf
lukt? En stimuleer je zo plezier in leren?
Dat is belangrijk in het leerproces.

Love to learn is het motto van Ricoh Learning Services.

Met dank aan:

Jeroen Spierings, Marketing and Business Development Director, Ricoh Learning Services.

Lilianne Buckens, Manager Learning Consultancy & Training, Ricoh Learning Services

Norbert van Halderen, Head of Ricoh Learning Services

voor hun bijdrage. En Carla Desain voor het schrijven van deze whitepaper.

Waarom Ricoh
Naast dat Ricoh leverancier is op het gebied van print- &
documentoplossingen, helpen wij onderwijsinstellingen in
binnen- en buitenland met onderwijsvernieuwing en ICT. Wij
organiseren de transitie op basis van een gedeelde visie door het
aanbieden van verandermanagement, programmamanagement
en consultancy. Wij introduceren nieuwe leervormen om huidige
lessen, methodes, leerlijnen en lesmateriaal te verrijken door
het aanbieden van training en begeleiding voor docenten.
Wij implementeren en beheren technologische en digitale
oplossingen door gebruik te maken van een uitgebreid
hardware-, software- en serviceportfolio.

Ricoh Europe (Netherlands) B.V


Postbus 114, 1180 AC Amstelveen
Tel: +31 20 5474 111
E-mail: learningservices@ricoh-europe.com

www.ricoh-europe.com
Alle merk- en/of productnamen zijn handelsmerken van hun bijbehorende eigenaren. Specificaties en uiterlijke vormgeving
kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
Copyright 2015 Ricoh Europe (Netherlands) B.V. Alle rechten voorbehouden. Deze E-book, de inhoud en/of layout ervan
mag niet worden gewijzigd en/of aangepast, gedeeltelijk of geheel worden gekopieerd en/of opgenomen in andere werkstukken zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Ricoh Europe (Netherlands) B.V.

Вам также может понравиться