Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Actualiteitscollege
LeergangPensioenrecht
Dinsdag22maart201618u30
FaculteitRechtsgeleerdheid
Tiensestraat41
3000Leuven
LokaalDV191.54
Actualiteitscollege
LEERGANG PENSIOENRECHT
Deuittreding
Inhoudsopgave
1. HoofdstukUittredingWAP
2. Presentaties
DeheerGerhardGieselink
MevrouwCarolineDeRidder
DeheerYvesVanWassenhove
3. DeontwerpcirculaireoverdeMIPs
4. Demededelingoverdeuittredingsfiche
5. VoorbeeldlessenroosterLeergangPensioenrecht
7. Deelnemerslijst
-1-
Hoofdstuk V Uittreding
Art. 29
Op het ogenblik van de uittreding mag geen enkele vergoeding of verlies van
winstdelingen ten laste worden gelegd van de aangeslotene, of van de verworven reserves
worden afgetrokken.
Art. 30
De inrichter is ertoe gehouden [in geval van uittreding] de tekorten van de verworven
reserves aan te zuiveren alsook de tekorten ten opzichte van de garanties, bedoeld in
artikel 24.
1ste lid gewijzigd bij artikel 59, 1 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
[De in het vorige lid bedoelde aanzuivering moet ten laatste verricht worden op het
moment dat n van de volgende gebeurtenissen zich voordoet : de overdracht van de
verworven reserves bedoeld in artikel 32, de pensionering of de opheffing van de
pensioentoezegging.]
2de lid ingevoegd bij artikel 59, 2 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
Art. 31
1. Na de uittreding van een werknemer stelt de inrichter uiterlijk binnen dertig dagen de
pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis.
De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving aan de
inrichter de volgende gegevens mee :
1 het bedrag van de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen
gewaarborgd met toepassing van artikel 24 ;
2 het bedrag van de verworven prestaties ;
3 de verschillende keuzemogelijkheden bedoeld in artikel 32, 1, met vermelding dat de
overlijdensdekking al dan niet behouden blijft [in geval van behoud van een
overlijdensdekking, het bedrag en het type ervan].
1, 2de lid, 3 gewijzigd bij artikel 4, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[4 indien zij berekend kunnen worden, het bedrag van de verworven prestaties indien de
aangeslotene opteert voor de keuzemogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
1, 2de lid, 4 ingevoegd bij artikel 4, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
De inrichter stelt de aangeslotene hiervan onmiddellijk in kennis. Deze kennisgeving
gebeurt schriftelijk of langs elektronische weg.
2. Indien de inrichter van de pensioentoezegging een rechtspersoon, bedoeld in artikel 3,
1, 5, a), is, dan dient de procedure bij uittreding te worden geregeld in de sectorale
collectieve arbeidsovereenkomst waarbij de pensioentoezegging wordt ingevoerd.
In afwijking van 1, eerste lid, mag de periode van kennisgeving tot ten hoogste n jaar
worden verlengd. Binnen diezelfde periode kan de aangeslotene evenwel zelf de
pensioeninstelling van zijn uittreding in kennis stellen. Na deze kennisgeving door de
aangeslotene zijn de bepalingen van 1, tweede lid en derde lid van toepassing.
Binnen diezelfde periode van kennisgeving kan de aangeslotene de pensioeninstelling
meedelen dat hij bij dezelfde pensioentoezegging aangesloten blijft. In dat geval is de
procedure bedoeld in artikel 32 niet van toepassing.
-2-
Art. 32
1. Bij uittreding heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden : 1
de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, overdragen naar de pensioeninstelling van :
a) ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft
gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die
werkgever ;
b) ofwel de nieuwe rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, 1, 5, a), waaronder de
werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien
hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon ;
2 de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst
onder de aangeslotenen in
verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels
vastgesteld door de Koning ;
3 de verworven reserves desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, bij de pensioeninstelling laten en naargelang zijn keuze :
a) zonder wijziging van de pensioen- toezegging ;
b) in de onthaalstructuur, bedoeld in 2 indien het pensioenreglement of de
pensioenovereenkomst erin voorziet.
[c) zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een
overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves ;
in dit geval worden de verworven prestaties herberekend in functie van de
verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking.]
1, eerste lid, 3, c) ingevoegd bij artikel 5, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
Wanneer de aangeslotene voor de mogelijkheid bedoeld onder 1 kiest, moeten de
nieuwe inrichter en de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter de overgedragen reserves
aanvaarden, en dat zonder kosten aan te rekenen voor de overdracht.
De overdrachten bedoeld in 1, 2 en 3, b) worden beperkt tot het gedeelte van de
reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan of dat niet werd
toegewezen in het kader van de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.
2. Het pensioenreglement of de pensioen- overeenkomst kan bepalen dat de reserves van
de aangeslotenen die hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in 1, 3, b) en de
overgedragen reserves van de pas aangeworven werknemers die hebben gekozen voor de
mogelijkheid bedoeld in 1, 1, worden ondergebracht in een onthaalstructuur.
De onthaalstructuur neemt de vorm aan van een verzekeringsovereenkomst,
onderschreven door de inrichter of van een bijzonder reglement binnen een
voorzorgsinstelling, [bedoeld in artikel 2, 1, van de wet van 27 oktober 2006
betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenen.]
2, 2de lid gewijzigd bij artikel 214, 1 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
De eventuele in de onthaalstructuur voorziene keuzemogelijkheden voor de aangeslotene
dienen duidelijk in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst te zijn bepaald.
3. De aangeslotene dient binnen 30 dagen na de in artikel 31, 1, derde lid, bedoelde
mededeling aan de inrichter of, indien zo bepaald in het pensioenreglement of de
pensioenovereenkomst,
aan de pensioeninstelling die hij verlaat, mee te delen welke
van de mogelijkheden, bedoeld in 1, hij kiest.
-3-
Wanneer de aangeslotene de in het eerste lid bedoelde termijn heeft laten verstrijken,
wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in 1, 3, a). Na
het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn van dertig dagen kan de aangeslotene
[in de 11 maanden die volgen opteren voor de mogelijkheid bedoeld in 1, eerste lid, 3,
c) of] te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een pensioeninstelling
bedoeld in 1, 1, 2 of 3, b).
3, 3de lid gewijzigd bij artikel 5, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24 december
2015
4. De Koning stelt de modaliteiten van de overdrachten vast.
[ 5. Artikel 27 van deze wet is van toepassing op de reserves die zijn overgedragen in
toepassing van 1, 2.]
5 ingevoegd bij artikel 214, 2 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
Art. 33
Na uittreding uit een pensioenstelsel, waarbij de werknemer ten minste 42 maanden was
aangesloten, kan hij van zijn nieuwe werkgever eisen dat deze bedragen van zijn loon
inhoudt en die doorstort aan de pensioeninstelling die hij daartoe heeft aangeduid,
voorzover bij die werkgever geen pensioentoezegging bestaat.
Deze stortingen mogen niet meer bedragen dan
1.500 EUR per jaar. Dit bedrag wordt gendexeerd volgens de bepalingen van artikel
178 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Dat bedrag wordt verminderd pro rata van de dagen van aansluiting bij een
pensioenstelsel tijdens hetzelfde jaar.
De krachtens het eerste lid gedane stortingen mogen niet afgetrokken worden van het
loon van de aangeslotene voor de toepassing van Deel Vijf, Titel 1, Hoofdstuk V
van het Gerechtelijk Wetboek.
[Artikel 27 van deze wet is van toepassing op de overeenkomst die met toepassing van
dit artikel is gesloten met de daartoe aangewezen pensioeninstelling].
5de lid vervangen bij artikel 215 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
[Art. 33/1
1. In de gevallen van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, en b), 2, wordt
de toepassing van de bepalingen van de artikelen 24, 29, 30, 31, 32 en 33 uitgesteld tot
de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering.
[In afwijking van het vorige lid, in de gevallen van uittreding zoals bedoeld in artikel 3,
1, 11, a), 2, en b), 2, kan de werknemer opteren voor de mogelijkheid bedoeld in
artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
1, 2de lid vervangen bij artikel 6, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[]
-4-
1, 3de lid opgeheven bij artikel 6, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
2. Wanneer het gaat om een inrichter bedoeld in artikel 3, 1, 5, a), deelt de
werkgever een geval van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, schriftelijk mee
aan de inrichter binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de uittreding.
De inrichter stelt op zijn beurt binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de in het
eerste lid bedoelde mededeling, de pensioeninstelling schriftelijk van het geval van
uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, in kennis.
[De pensioeninstelling beschikt vervolgens over een termijn van dertig dagen om de
aangeslotene schriftelijk te informeren over de uittreding, het al dan niet behouden van de
overlijdensdekking en van zijn recht, overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, om te
opteren voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
2, 3de lid vervangen bij artikel 6, 3 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[Wanneer de aangeslotene een termijn van dertig dagen heeft laten verstrijken na het
versturen van de informatie door de pensioeninstelling zoals bedoeld in het derde lid,
wordt hij verondersteld niet geopteerd te hebben voor de mogelijkheid bedoeld in artikel
32, 1, eerste lid, 3, c). De aangeslotene behoudt evenwel het recht om te opteren voor
de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c) gedurende een bijkomende
termijn van 11 maanden.]
2, 4de lid vervangen bij artikel 6, 4 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
3. Wanneer het gaat om een inrichter bedoeld in artikel 3, 1, 5, b), deelt de
inrichter een geval van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, b), 2, schriftelijk mee
aan de pensioeninstelling binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de uittreding.
[De pensioeninstelling beschikt vervolgens over een termijn van dertig dagen om de
aangeslotene schriftelijk te informeren over de uittreding, het al dan niet behouden van de
overlijdensdekking en van zijn recht, overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, om te
opteren voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
3, 2de lid vervangen bij artikel 6, 5 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[Wanneer de aangeslotene een termijn van dertig dagen heeft laten verstrijken na het
versturen van de informatie door de pensioeninstelling zoals bedoeld in het tweede lid,
wordt hij verondersteld niet geopteerd te hebben voor de mogelijkheid bedoeld in artikel
32, 1, eerste lid, 3, c). De aangeslotene behoudt evenwel het recht om te opteren voor
de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c) gedurende een bijkomende
termijn van 11 maanden.]]
3, 3de lid vervangen bij artikel 6, 6 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december2015
Artikel ingevoegd bij artikel 60 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
[Art. 33/2
1. De inrichters van een multi- inrichterspensioenstelsel kunnen een overeenkomst
sluiten waarvan het voorwerp is de gevolgen op te heffen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst van een aangeslotene bij een inrichter van een multi-
-5-
21/03/2016
Uittreding
Eenbegripinbeweging
Leergangpensioenrecht:actualiteitscollege22maart2016
GerhardGieselink
CarolineDeRidder
YvesVanWassenhove
I.
Evolutievanhetuittredingsbegripenderolvande
FSMA
II. Onderzoeknaardeinformatieverschaffingbij
uittreding
III. Multiinrichterspensioenstelsels(MIPS)
Evolutievanhetuittredingsbegripende
rolvandeFSMA
GerhardGieselink
21/03/2016
Belangvanhetuittredingsbegrip
Functie
Referentiepuntvoordeberekeningvanonderlingerechtenen
verplichtingen
Verleentbeschikkingsrechtaandeaangeslotene
Inherentaanonsmodelvanaanvullendepensioenen:
Gekoppeldaandearbeidsrelatie
Decentraalingerichtenbeheerd
Verworvenrechten
Reservevorming
4
Overzicht
Terugblikop20jaarevolutie
Wanneeriseruittreding(enwanneerniet)?
Degevolgenvanuittreding
Dekeuzemogelijkhedenbijuittreding
ToezichtdoordeFSMA
Eenbegripinbeweging
2016
2014
2007
2004
WIBP
Wet18/12/2015
Wetdiverse
bepalingen
WAP
1996
Wet
Colla
21/03/2016
Eersteetappe:WetColla
Beperkttotondernemingspensioenen
Noggeennotieuittreding
eindevandearbeidsovereenkomstandersdandoor
overlijdenofpensionering
Procedure:3x30dagen
3keuzemogelijkheden:
Achterlaten:premievrijeaanspraak:default
Overdragennaarnieuwewerkgever
K.B.69
Tweedeetappe:WAP
Uitbreidingnaarsectoralepensioenstelsels
Introductievannotieuittreding
Sectoren:geenuittredingindiennieuweAOKmet
anderewerkgeverondertoepassingsgebied
Bijkomendekeuzemogelijkheid:deonthaalstructuur
Derdeetappe:WIBP(27/10/2006)
Regelingvoortransfervanwerknemersinhetkader
vaneenovergangvanonderneming
21/03/2016
Vierdeetappe:Wetdiversebepalingen
2014
1. Uitbreidingnaargevallenvanbeindigingactieve
aansluitingzonderbeindigingvande
arbeidsovereenkomst
1. Nietlangervoldoenaandeaansluitingsvoorwaarden
2. Werkgevervaltnietlangeronderhettoepassingsgebied
vandesectoralecao
2. Uitzonderingvoortransfersinhetkadervaneen
Multiinrichterspensioenstelsel(MIPS)met
uittredingsovereenkomst
10
5e Etappe:wet18/12/2015
Nieuwekeuzemogelijkheid:zondereenandere
wijzigingdaneenoverlijdensdekkingdieovereenstemt
methetbedragvandeverworvenreserves
Meerinformatieoverdeoverlijdensdekkingopde
uittredingsfiche
11
Wanneeriseruittreding?
eindeArbeidsovereenkomst
eindeActieveaansluiting
12
21/03/2016
EindeAOK
Overlijden
Pensionering
U
I
T
T
R
E
D
I
N
G
Ondernemings
pensioen
Overgangondernemingzonder
overnamepensioentoezegging
Eindeactieve
aansluiting
MIPSmetUOK
13
EindeAOK
Sectorpensioen
Overlijden
Pensionering
U
I
T
T
R
E
D
I
N
G
Werkgevervaltnietlanger
onderdesectoraleCAO
Eindeactieveaansluiting
NieuweAOKbijandere
deelnemendewerkgever
MIPSmetUOK
14
BeindigingAOKandersdandoor
overlijdenofpensionering
Pensioneringgeengrondvoorbeindigingvande
arbeidsovereenkomst
Minderproblematischondernieuwewetgeving:
Pensioneringisduidelijkgedefinieerd:opnamewettelijk
pensioen
Pensioneringleidtsteedstotuitbetalingvanhetaanvullend
pensioen
Pensioeninstellingwordtvoorafgaandelijkopdehoogte
gebrachtvandepensionering(art.27)
Pragmatischcriterium?:elkebeindigingAOKtenzijde
pensioeninstellingopdehoogtewerdgebrachtvande
pensionering
15
21/03/2016
Overgangvanonderneming
CAO32bis:arbeidsovereenkomstlooptdoor,maargeldtniet
vooraanvullendpensioen
Metalgemenerechtsopvolging(bv.fusie)
Aansluitinglooptverder
Zonderalgemenerechtsopvolging(verkoopvanactiva)
1. Nieuwewerkgeverneemtpensioenstelselover
Geenuittreding
2. Nieuwwerkgeverneemtpensioenstelselnietover
Uittreding
Noodzakelijkdatpensioenverplichtingenookvoorhetverleden
wordenovergenomen
16
Beindigingactieveaansluiting
Onderneming+sector
Bv.functiewijziging
Uittredinglight:gevolgenuitgesteldtotbeindiging
arbeidsovereenkomst
Quidbijstopzettingvanhetplan?Metverliesvan
overlijdensdekking?
17
Werkgevervaltnietlangeronder
toepassingsgebiedsectoraleCAO
1. Veranderingvanparitaircomit(verandering
activiteit,herkwalificatie)
2. Overgangvanonderneming
Quid:optingout?
Actieveaansluiting(bijsectoraalplan)houdtop
Maar,werkgevervaltnogsteedsonder
toepassingsgebiedCAO
18
21/03/2016
Degevolgenvanuittreding
Vaststellingvanpensioenrechten(enverplichtingen)
Verworvenprestatie:rechtopeindleeftijd
Rendementsgarantie:referentiebedragvoor0%garantie
Aanzuivering
Informatieverstrekking:deuittredingsfiche
Beschikkingsrechtmetbetrekkingtotdeverworven
reserve
Rechtopindividuelevoortzetting
19
Bijzondergeval:Uittredinglight
Uitsluitendbijeinde(actieve)aansluitingwegensniet
langervoldoenaandeaansluitingsvoorwaarden
Bepaaldegevolgenwordenuitgesteldtotbijheteinde
vandearbeidsovereenkomst
Uittredingsfiche
Rechtopoverdracht
Rendementswaarborglooptdoor
Alternatievekennisgevingsprocedure
nietzolightingevalvansectorstelsel
20
Aanzuiveringsplicht
Vreemdeeendindebijtbinnendesocialewetgeving
Wetdiversebepalingen2014:uitsteltotmomentvan
opeisbaarheid:
Pensionering
Reserveoverdracht
Louterbevestigingvandeeindverantwoordelijkheid
vandeinrichter
Geenimpactopderechtenvandeaangeslotene
voorheen:aanzuiveringinfinancieringsfonds/vrijereserve
21
21/03/2016
Keuzemogelijkhedenbijuittreding
Pensioeninstelling
nieuweinrichter
Overdragen
Onthaalstructuur
K.B.69
Reserves
Zonderwijziging
Achterlaten
Overlijdensdekking
=verworven
reserve
22
Achterlateninhetpensioenplan
Deregelsvanhetpensioenstelselblijvengelden
Allegarantiesenverantwoordelijkhedenblijvenvan
kracht:
Verworvenprestatie
Rendementswaarborg(0%)
Eindverantwoordelijkheidinrichter
Verzekeringstarieven
Overlijdensdekkingvaltsomsweg(vooralDB)
23
Reservesoverdragen(onthaalstructuur,
K.B.69,nieuwewerkgever)
Debandmethetoorspronkelijkepensioenplanwordt
doorgeknipt
Debandmetdeinrichterwordtdoorgeknipt
Verworvenprestatie
Rendementsgarantie
Verzekeringstarief
Keuzevooroverlijdensdekking
Mogelijkheidomreservestecentraliseren
24
21/03/2016
Overlijdensdekking=verworvenreserve
Doel:alternatiefbiedenindienoverlijdensdekking<
verworvenreserve
Maar:bepalingheeftalgemenedraagwijdte!
Zondereenanderewijzigingdanhetbehoudvaneen
overlijdensdekking
Verantwoordelijkheidinrichter
(Herrekende)verworvenprestatie
Rentevoeten
Rendementsgarantie
Uitdrukkelijkekeuze(geendefault)
Uittredingvanaf1/1/2016
25
Berekening
Verworven prestatie
Herrekendeverworvenprestatie
Verworven reserve
Moetwordenvermeldopuittredingsfiche
Quidplannenzondersterftetafel?
26
Verhoudingverworven
prestatie/herrekendeverworvenprestatie
(MR/FR,prestatieop65)
105
100
95
man
90
vrouw
85
80
75
25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65
27
21/03/2016
Toezichtopaanvullendepensioenen
Prudentilewetgeving
IBP FSMA
Verzekeraar NBB
Socialewetgeving
FSMA
28
Kanteljaar2015
Adhoctoezicht
Systematischsociaaltoezicht
Proactieveenhorizontaleaanpak
Gespecialiseerdeequipe
29
4speerpunten
Informeren
Controleren
Reguleren
Klachten
behandelen
10
21/03/2016
1.Controleren
Thematischeaanpak
2hoofdthemasin2015:
1. RapporteringaanSIGeDIS
Conditiosinequanonvoortoezicht
Gelijkebehandelingvanallespelers
Ookaspectinformatieverstrekking
2. AanvullendPensioenen
Ontslag
Ondermeer:onderzoek
vandeinformatiebij
uittreding
31
2.Informeren
Niveau1
Laagdrempelige
basisinformatievoorhetgrote
publiek
Niveau2
Praktischbruikbareinformatie
voordeaanvullende
pensioenconsument
WebsiteFSMA
consumenten
Niveau3
Guidancevoor
pensioeninstellingenen
inrichters
WebsiteFSMA
toezicht
Wikifin
32
14April2011
Name of Presentation
33
11
21/03/2016
14April2011
Name of Presentation
34
3.Reguleren
Doel:
Vergrotenvoorspelbaarheidvanhettoezicht
Uniformetoepassingvandewetgeving
Beschermingaangeslotenen
Levelplayingfield
GradueleontsluitingdoctrinevandeFSMA
Rubriek StandpuntenvandeFSMA
Somsookbehandelingvaneenthemainzijntotaliteit,
viacirculaire
Bv.OntwerpcirculaireMIPS
35
36
12
21/03/2016
37
38
Onderzoeknaarde
informatieverschaffingbijuittreding
YvesVanWassenhove
13
21/03/2016
Inhoud
1.
Inleiding
2.
Tijdigheid
3.
Verplichte vermeldingen
4.
5.
Besluit
40
Name of Presentation
41
1.Inleiding
42
14
21/03/2016
Methodologie controleactie
Startpunt: DB2P
Steekproef
Enkel verzekeraars
Kwantitatief argument
Efficient gebruik beschikbare middelen
43
Name of Presentation
44
45
2.Tijdigheid
Tijdigheid:inrichters >verzekeraar
15
21/03/2016
Tijdigheid:Verzekeraar >inrichters
46
47
Tijdigheid:Totaledoorlooptijd
Tijdigheid:conclusie (?)
MAAR:Bij7vande17instellingenwerddeuittredingsfiche
bijmeerdandehelftvanhungecontroleerdeuittredingen
laattijdigopgesteld
48
16
21/03/2016
3.Verplichtevermeldingen
Name of Presentation
49
Verworven reserves
Terminologie
verschillende termen
wiskundige reserves
50
51
17
21/03/2016
52
53
Sturing keuze
Niet alle keuzemogelijkheden
Suggestief taalgebruik
Enkel verwijzen naar eigen KB69instelling
wettelijke
Voorschot/verpand deel
Waarschuwen: Overdracht mogelijk beperkt tot onverpand deel
Informatie bij uittreding
54
18
21/03/2016
4.Algemeneopmerkingenm.b.t.
duidelijkheidennauwkeurigheid
Name of Presentation
55
56
Name of Presentation
57
5.Opvolging
19
21/03/2016
Opvolging
58
Multiinrichterspensioenstelsels(MIPS)
CarolineDeRidder
Name of Presentation
59
UITTREDING
Multiinrichte rs pensioenstelsels
60
20
21/03/2016
Inleiding
MIPS bestonden al voor de wet van 15 mei 2014 maar
geen wettelijk kader
Doel: bij (individuele) intragroep transfers, vermijden
dat de beindiging van de AO aanleiding geeft tot een
uittreding (geen pensioenbreuk bij DBplan)
Dewet 15mei 2014voorziet een wettelijk kader
veel praktische vragen Ontwerpcirculaire FSMA
Multiinrichte rs pensioenstelsels
61
Inhoud
Kenmerken
Documenten
Gevolgen
Solidariteit
Quidbij opeenvolging vaninrichters?
Quidals n inrichter nietlangerdeelneemt?
Quidingeval vanoverdracht vanonderneming?
Multiinrichte rs pensioenstelsels
62
Geen uittreding:wanneer?
Inrichter 1
Inrichter 2
Inrichter 3
uittredingsovereenkomst
Identiek
pensioenstelsel
Identiek
pensioenstelsel
Identiek
pensioenstelsel
Multiinrichte rs pensioenstelsels
63
21
21/03/2016
1.Kenmerken
Een identiek pensioenstelsel
= hetzelfde pensioenstelsel met uitzondering van
bepalingen specifiek aan elke inrichter (naam, adres, )
FSMA:
64
1.Kenmerken (vervolg)
Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende
inrichters
FSMA:
n inrichter peraangeslotene
Multiinrichte rs pensioenstelsels
65
2.Documenten
Een multiinrichterspensioenreglement
n gemeenschappelijk pensioenreglement OF n
reglement per inrichter
Een uittredingsovereenkomst?
Indien geen uittreding
Deovereenkomst maakt deel uit vanhet
pensioenreglement
Inhoud: cf. art. 33/2, 2 WAP
Multiinrichte rs pensioenstelsels
66
22
21/03/2016
3.Gevolgen
Overname van de rechten en verplichtingen door de
nieuwe inrichter
De inrichter die wordt verlaten blijft solidair indien de
nieuwe werkgever zijn verplichtingen niet nakomt
Multiinrichte rs pensioenstelsels
67
4.Solidariteit
Welke solidariteit?
Art. 33/2, 2 WAP: in geval van nietnakoming door de
inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit
FSMA:
Multiinrichte rs pensioenstelsels
68
4.Solidariteit (vervolg)
Omvang vandesolidariteit
FSMA:
enkel op verplichtingen/pensioenrechten
zoals ze bestaan op het moment van de
overgang naar de nieuwe inrichter:
69
23
21/03/2016
Inrichter
2
300
Inrichter 3
200
Inrichter 4
100
70
Wijziging vandepensioentoezegging
Geldt enkel voor detoekomst
Geen gevolg voor deovergangen vanhet
verleden
Multiinrichte rs pensioenstelsels
71
Wijziging vandepensioentoezegging
Geldt enkel voor detoekomst
Geen gevolg voor deovergangen vanhet
verleden
Multiinrichte rs pensioenstelsels
72
24
21/03/2016
Multiinrichte rs pensioenstelsels
73
Multiinrichte rs pensioenstelsels
74
75
25
21/03/2016
Conclusie
Consultatieronde overdeontwerpcirculaire liep tot
eind januari:reacties
Vooral:moeilijk wanneer een inrichter deMIPS
verlaat/overdracht vanonderneming
FSMA:circulairefinaliseren
Multiinrichte rs pensioenstelsels
76
26
Circulaire
Toepassingsgebied:
De multi-inrichterspensioenstelsels als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de
aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP).
Samenvatting/Doelstellingen:
De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (hierna wet van 15 mei 2014) heeft met name
het begrip uittreding in de WAP gewijzigd. Dat begrip houdt voortaan ook rekening met de multiinrichterspensioenstelsels.
Deze circulaire legt uit hoe de FSMA de bepalingen van de WAP over de multiinrichterspensioenstelsels, inzonderheid artikel 3, 1, 11 en 25, artikel 5, 2/1 en artikel 33/2, zal
interpreteren bij de uitoefening van haar toezicht.
Zij beschrijft de verwachtingen van de FSMA in verband met de praktische toepassing van die
wettelijke bepalingen.
Structuur:
INLEIDING
I.
HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
A. Identiek pensioenstelsel
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
II.
III.
Congresstraat 12-14
1000 Brussel
T +32 2 220 55 50
F +32 2 220 58 19
/ www.fsma.be
hetzij bij de overdracht van een werknemer in het kader van een overdracht van
onderneming wanneer het pensioenstelsel niet door de overnemer wordt overgenomen.
In deze circulaire komt enkel het eerste van voornoemde gevallen van uittreding aan bod, nl. de
uittreding bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst. Artikel 3, 1, 11, van de WAP, als
gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014, omschrijft wat voortaan in die context geldt:
a) Wanneer de inrichter een rechtspersoon bedoeld in 5, a) is: () de beindiging van de
arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een
uittreding beschouwd, de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door
/ FSMA
overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst
met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel valt
als dat van de vorige werkgever, op voorwaarde dat er in het geval van een multiinrichterspensioenstelsel een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname
van de rechten en verplichtingen regelt;
b) Wanneer de inrichter een werkgever is: () de beindiging van de arbeidsovereenkomst,
anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd,
de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die
wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die
deelneemt aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel als dat van de vorige werkgever, op
voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt;.
Die nieuwe inhoud van het begrip uittreding doet op verschillende vlakken interpretatievragen
rijzen.
I.
HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
In artikel 3, 1, 25, van de WAP wordt een multi-inrichterspensioenstelsel gedefinieerd als een
identiek pensioenstelsel ingevoerd door meerdere inrichters waarvan de uitvoering toevertrouwd
wordt aan dezelfde pensioeninstelling of aan dezelfde pensioeninstellingen.
Een multi-inrichterspensioenstelsel heeft dus de volgende kenmerken:
A. Identiek pensioenstelsel
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20141 is er sprake van een
identiek pensioenstelsel wanneer het pensioenreglement hetzelfde is voor de verschillende
inrichters, met uitzondering natuurlijk van sommige bepalingen die specifiek zijn voor elke
inrichter (naam, adres/maatschappelijke zetel, enz.). Dat het pensioenstelsel daarbij in n
gemeenschappelijk pensioenreglement voor alle inrichters of in verschillende
pensioenreglementen (n reglement per inrichter) is opgenomen, heeft geen belang, voor
zover de toezegging van alle inrichters ten aanzien van hun aangeslotenen identiek is.
Een pensioentoezegging die uit gelijksoortige of gelijkwaardige pensioenplannen voortvloeit,
kan, volgens de FSMA, dus niet als een multi-inrichterspensioenstelsel worden gekwalificeerd.
De FSMA is van oordeel dat het pensioenstelsel identiek moet blijven in de tijd om zijn
kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel te kunnen behouden. Bijgevolg moeten alle
wijzigingen van het stelsel bij elke inrichter worden doorgevoerd door hetzij het
gemeenschappelijke pensioenreglement, hetzij het individuele pensioenreglement van elke
inrichter te wijzigen. Gelet op het belang van het behoud van het identieke karakter van de
1
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
/ FSMA
Die moeten kunnen worden verantwoord vanuit het oogpunt van de discriminatie.
/ FSMA
verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van de aangeslotenen te allen tijde moeten
kunnen worden berekend.
Een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel moet door elke inrichter worden
doorgevoerd conform de procedure die krachtens de WAP en de bepalingen van het
arbeidsrecht en het burgerlijk recht op hem van toepassing is. Gelet op de betrokken
omstandigheden kan de te volgen procedure voor elke inrichter verschillen (bv. als een
collectieve arbeidsovereenkomst vereist is bij n inrichter, maar niet bij de andere).
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20143 kan de uitvoering van
het pensioenstelsel aan meerdere pensioeninstellingen worden toevertrouwd op voorwaarde
dat het voor alle inrichters in gelijke mate aan dezelfde pensioeninstellingen wordt
toevertrouwd.
De parlementaire voorbereiding geeft in dat verband het voorbeeld van een pensioenstelsel
dat voorziet in persoonlijke bijdragen ter financiering van een pensioentoezegging van het
type vaste prestaties. De persoonlijke bijdragen kunnen door een verzekeringsonderneming
worden beheerd, terwijl het saldo om de vaste prestatie te bereiken, bij een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening kan worden gefinancierd. Er zal in dat geval sprake zijn van een
multi-inrichterspensioenstelsel als alle inrichters hun toezegging in gelijke mate aan dezelfde
pensioeninstellingen toevertrouwen4.
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
Bij een multi-inrichterspensioenstelsel kan worden geopteerd voor n gemeenschappelijk
pensioenreglement voor alle inrichters of voor n pensioenreglement per inrichter (zie punt I, 1, a).
Ongeacht de gekozen optie, moet het pensioenreglement de volgende gegevens vermelden (artikel
5, 2/1, van de WAP):
-
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
Idem.
/ FSMA
Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel, maar de inrichters niet door een overnameovereenkomst zijn gebonden,
resulteert de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van die aangeslotene in een uittreding, zelfs
als die stopzetting onmiddellijk wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een
andere inrichter van het pensioenstelsel.
/ FSMA
Aangezien de verandering van inrichter in deze situatie in een uittreding uit het pensioenstelsel
resulteert, betekent dat in de praktijk dat de aangeslotene tegelijkertijd een passieve5 n actieve
aangeslotene (als aangeslotene van de nieuwe inrichter) bij hetzelfde pensioenstelsel zal kunnen zijn.
Elke verandering van inrichter binnen het multi-inrichterspensioenstelsel zal aanleiding geven tot een
uittreding uit een pensioenstelsel en een aansluiting bij een ander pensioenstelsel. Als in het kader
van het pensioenstelsel gebruik wordt gemaakt van individuele rekeningen, zal voor de aangeslotene
telkens een nieuwe rekening worden geopend als hij bij een nieuwe inrichter in dienst treedt. Een
aangeslotene die mobiel is binnen een groep van inrichters, en die, bij zijn uittreding, beslist om zijn
pensioenrechten te behouden bij de pensioeninstelling van de inrichter die hij verlaat, zal dus over
verschillende individuele rekeningen beschikken.
III.
Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel en de inrichters een overeenkomst hebben gesloten die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt, zal er geen sprake zijn van een uittreding in de zin van de WAP
als de arbeidsovereenkomst die wordt beindigd, wordt gevolgd door een andere
arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die aan het multi-inrichterspensioenstelsel
deelneemt.
Er moet worden verduidelijkt dat er alleen dan geen sprake is van een uittreding als de nieuwe
arbeidsovereenkomst onmiddellijk volgt op de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van de
aangeslotene met de werkgever die hij verlaat. De arbeidsovereenkomst met de eerste inrichter
wordt, met andere woorden, beindigd om de aangeslotene de gelegenheid te bieden zich bij een
andere inrichter van het pensioenstelsel aan te sluiten. Als de betrokken arbeidsovereenkomsten niet
onmiddellijk op elkaar volgen, zal er dus wel degelijk sprake zijn van een uittreding in de zin van de
WAP bij de stopzetting van de door de aangeslotene gesloten arbeidsovereenkomst met de werkgever
die hij verlaat.
In de praktijk betekent dit, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel dat op basis van
individuele rekeningen functioneert, dat de aangeslotenen voor wie geen uittreding plaatsvindt bij
mobiliteit tussen de inrichters, over n enkele individuele rekening beschikken. Zij ontvangen n
enkele pensioenfiche die de rechten vermeldt die zij in het kader van hun tewerkstelling bij de
verschillende inrichters hebben verworven6.
1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
De overnameovereenkomst heeft tot doel de gevolgen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst op te heffen wanneer een aangeslotene bij het multi-inrichterspensioenstelsel
Voor de voorbije dienstjaren als hij bij zijn uittreding zijn rechten behoudt bij de pensioeninstelling van de
inrichter die hij verlaat.
Zonder dat natuurlijk wordt geraakt aan het feit dat elke aangeslotene slechts met n enkele inrichter
tegelijkertijd gerelateerd is, en dat de verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van elke aangeslotene te
allen tijde moeten kunnen worden bepaald (zie hierboven punt I, 1, B).
/ FSMA
een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter die aan hetzelfde pensioenstelsel
deelneemt (artikel 33/2, 1, van de WAP).
De overnameovereenkomst regelt de overname van alle rechten en verplichtingen van de inrichter
die door de aangeslotene wordt verlaten, door de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit,
inclusief de in artikel 24 van de WAP bedoelde waarborgen. Zij bepaalt ook de modaliteiten van die
overname (artikel 33/2, 2, van de WAP). De regeling en de modaliteiten van deze overname moeten
volledig in de overeenkomst worden beschreven en de aangeslotene toelaten inzicht te verwerven in
de praktische gevolgen van de overnameovereenkomst.
De overeenkomst moet worden opgesteld in een voor de aangeslotenen duidelijke en begrijpelijke
taal.
B. Inhoud van de overeenkomst
Conform artikel 33/2, 2, van de WAP moet de overnameovereenkomst minstens de volgende
elementen bevatten:
-
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 66.
/ FSMA
Met toepassing van artikel 5, 2/1 van de WAP maakt de overeenkomst integraal deel uit van het
pensioenreglement. Die bepaling luidt als volgt: als er een overeenkomst bestaat (), vermeldt het
pensioenreglement van het multi-inrichterspensioenstelsel het doel van deze overeenkomst, met name
de opheffing van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door
overlijden of pensionering voor de aangeslotene en de modaliteiten van deze opheffing. Een kopie van
de overeenkomst () wordt aan het pensioenreglement gehecht. De parlementaire voorbereiding van
de wet van 15 mei 2014 bepaalt het volgende: Een kopie van de overeenkomst moet bovendien als
bijlage bij het pensioenreglement gevoegd worden. Aangezien de kopie van de overeenkomst bij het
pensioenreglement gevoegd wordt en er dus deel van uitmaakt, kan de aangeslotene er op eenvoudig
verzoek een afschrift van verkrijgen ()8.
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 60.
/ FSMA
Het feit dat een kopie van de overnameovereenkomst bij het pensioenreglement wordt gevoegd,
strookt met artikel 33/2, 2, van de WAP, op grond waarvan de overeenkomst en de door haar
bepaalde overname van alle rechten en verplichtingen tegenstelbaar zijn aan de aangeslotenen.
Daaruit vloeit voort dat elke wijziging van de overnameovereenkomst die een impact heeft op de
regeling met betrekking tot de overname van de rechten en verplichtingen bij verandering van
inrichter en op de modaliteiten van die overname, een aanpassing van het pensioenreglement
vereist. In dat geval moet elke inrichter de geldende procedure voor een wijziging van het
pensioenreglement volgen (zie punt I. 1, b hierboven). Ook de in artikel 39 van de WAP bedoelde
procedure tot informatieverstrekking en verplichte raadpleging moet worden gevolgd.
Net als elke andere wijziging van het pensioenreglement, geldt ook deze in beginsel enkel voor de
toekomst en geldt ze niet voor de aangeslotenen die vr die wijziging uit het plan zijn uitgetreden.
2. Solidariteit tussen de inrichters
A.
Artikel 33/2, 2, van de WAP voert een hoofdelijke aansprakelijkheid in tussen de inrichter die door
de aangeslotene wordt verlaten, en de nieuwe inrichter.
Krachtens (artikelen 1200 en volgende van) het Burgerlijk Wetboek impliceert een hoofdelijke
aansprakelijkheid tussen verschillende schuldenaars dat zij, met betrekking tot de verplichting tot
betaling van de schulden, hoofdelijk gehouden zijn jegens de schuldeisers (ten belope van de door de
solidariteit geviseerde schulden). Elke schuldenaar is dus voor de volledige schuld verbonden ten
aanzien van de schuldeiser en laatstgenoemde kan dus zelf beslissen tot welke schuldenaar hij zich
richt.
Artikel 33/2, 2, van de WAP bepaalt dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, slechts
hoofdelijk aansprakelijk is in geval van niet-nakoming door de inrichter bij wie de aangeslotene zich
aansluit. Volgens de FSMA illustreert de vermelding in geval van niet-nakoming door de inrichter bij
wie de aangeslotene zich aansluit het praktische belang van de door het Burgerlijk Wetboek beoogde
solidariteit. Als de laatste inrichter zijn verplichtingen nakomt, zal de aangeslotene zich immers niet
op de solidariteit moeten beroepen door zich tot een eventuele medeschuldenaar te richten. Pas als
de laatste inrichter in gebreke blijft, zal de aangeslotene de hoofdelijke aansprakelijkheid inroepen in
het kader van een beroepsprocedure. Doel van de solidariteit is immers om de invorderbaarheid van
schulden voor een schuldeiser te vergemakkelijken. Als de schuldvordering van een schuldeiser niet
wordt gehonoreerd, kan hij zich op die manier tot de meest solvabele van de hoofdelijk aansprakelijke
schuldenaars richten. Zo wordt een eventuele insolventie van n van de medeschuldenaars door de
andere medeschuldenaars opgevangen9.
Volgens die logica zal de aangeslotene zich op die solidariteit tussen de verschillende inrichters
kunnen beroepen als n van hen niet meer solvabel is. Ook bij een geschil over de pensioenrechten
zal de solidariteit kunnen worden ingeroepen. Als de aangeslotene bijvoorbeeld van oordeel is dat hij
niet het volledige aanvullende pensioenkapitaal heeft ontvangen waarop hij recht heeft, en
P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, Tome III, Bruylant, 2010, p. 1765.
/ FSMA
verschillende inrichters ter zake hoofdelijk aansprakelijk zijn, zal hij de in artikel 33/2, 2, van de WAP
bedoelde solidariteit kunnen inroepen in het kader van zijn rechtsvordering.
De FSMA is van oordeel dat, wanneer een aangeslotene een inrichter verlaat om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten, tussen die twee inrichters - krachtens
artikel 33/2, 2, van de WAP - een overdracht van de verplichtingen plaatsvindt met betrekking tot
de pensioentoezegging, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel
volledig van zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
B.
De FSMA is van mening dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde solidariteit uitsluitend
betrekking heeft op de pensioenrechten zoals zij bestaan op het moment van de overdracht aan de
nieuwe inrichter. Die pensioenrechten stemmen overeen met de rechten waarop de aangeslotene bij
een uittreding aanspraak zou hebben kunnen maken ten aanzien van de inrichter die hij verlaat.
Daarbij wordt rekening gehouden met de gegevens die bekend zijn op het moment waarop de
aangeslotene die inrichter verlaat.
Als rekening wordt gehouden met de verschillende soorten pensioentoezeggingen, betekent dat:
-
voor een toezegging van het type vaste prestaties: de inrichter verbindt zich ertoe om op een
bepaald moment een prestatie te vestigen. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, is dus hoofdelijk aansprakelijk voor de verworven reserves en prestaties die de
aangeslotene in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat (alsook, in voorkomend geval, voor de wettelijke
rendementswaarborg met betrekking tot de persoonlijke bijdragen conform artikel 24, 1,
van de WAP, die wordt berekend alsof een uittreding plaatsvindt op het moment waarop de
aangeslotene de betrokken inrichter verlaat). De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt dus niet
voor de eventuele herwaardering van de verleden dienstjaren n de verandering van
inrichter.
voor een toezegging van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde
van de inrichter: de inrichter verbindt zich ertoe de bijdragen te storten en de verworven
reserves evolueren in functie van het op de gestorte bijdragen behaalde rendement. Gelet op
de veranderlijkheid van het rendement is het op het ogenblik waarop de aangeslotene de
inrichter verlaat nog niet mogelijk te bepalen op welke pensioenprestatie de aangeslotene bij
zijn pensionering aanspraak zal kunnen maken. Parallel daarmee voorziet de wetgever in de
toepassing van een wettelijke minimale rendementswaarborg (artikel 24 van de WAP).
Vermits de toezegging van de inrichter betrekking heeft op de betaling van bijdragen, waarbij
het bedrag van de verworven reserves van de aangeslotene nog kan schommelen nadat hij
van inrichter is veranderd (bv. in functie van de toekomstige resultaten van de instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wanneer de toezegging door zon instelling wordt beheerd), is de
FSMA van oordeel dat de rechten die de aangeslotene kan doen gelden in het kader van de
solidariteit waartoe de inrichter die hij verlaat is gehouden, uitsluitend overeenstemmen met
de wettelijke rendementswaarborg die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat.
/ FSMA
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de wettelijke minimale rendementswaarborg met betrekking tot de
pensioenrechten die worden opgebouwd tijdens de periode van aansluiting bij het multiinrichterspensioenstelsel die volgt op de beindiging van de arbeidsovereenkomst met die
inrichter.
-
voor een toezegging van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van
de inrichter: de inrichter garandeert, naast de betaling van de vaste bijdragen, ook de
kapitalisatie van die bijdragen tot de pensionering van de aangeslotene, conform het in het
reglement vermelde rendement. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke
minimale rendementswaarborg is van toepassing.
In dat geval stemt de solidariteit waartoe de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten
is gehouden, overeen met de conventionele rendementswaarborg die wordt berekend op
de bijdragen die betrekking hebben op de tewerkstelling van de aangeslotene bij de
inrichter die hij verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, blijft daarnaast
in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van de wettelijke
rendementswaarborg (dat van toepassing zou zijn bij een uittreding op het moment waarop
de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de rendementstekorten met betrekking tot de bijdragen die in het
multi-inrichterspensioenstelsel zijn gestort tijdens de periode van aansluiting die op de
beindiging van de arbeidsovereenkomst met die inrichter volgt.
voor een pensioentoezegging van het type cash balance: de inrichter verbindt zich ertoe een
vaste prestatie te vestigen die wordt bepaald op basis van de kapitalisatie - conform het in
het reglement vermelde rendement en tot de pensionering van de aangeslotene - van de
toegekende bedragen. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke minimale
rendementswaarborg is van toepassing.
Voor een dergelijke toezegging betreft de solidariteit waartoe de inrichter die door de
aangeslotene wordt verlaten is gehouden, de verworven reserves en prestaties die
laatstgenoemde in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, blijft daarnaast in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van
de wettelijke rendementswaarborg (die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter heeft verlaten).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, is daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk voor de rendementstekorten met betrekking tot de toegekende bedragen die
betrekking hebben op de periode van aansluiting die volgt op de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met die inrichter.
/ FSMA
Voorbeelden
Een aangeslotene neemt deel aan een multi-inrichterspensioenstelsel dat uitsluitend wordt
gefinancierd met werkgeversbijdragen, en is achtereenvolgens tewerkgesteld bij inrichters A en B. De
aangeslotene treedt uit het plan na zijn tewerkstelling bij B.
Plan van het type vaste prestaties
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 800
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 900
Verworven prestaties opgebouwd na afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk aansprakelijk
ten belope van 800.
Als de aangeslotene na zijn uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel beslist om zijn
pensioenrechten over te dragen, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen,
de op het moment van de overdracht verworven reserves moeten worden berekend die betrekking
hebben op de tewerkstelling bij A.
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Plan van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde van de inrichter
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 850
B is aansprakelijk ten belope van 850 en A is hoofdelijk aansprakelijk ten belope van 450
Plan van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van de inrichter / Plan van
het type cash balance
/ FSMA
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 900
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 750
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van de pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk
aansprakelijk ten belope van 900.
Als de aangeslotene beslist om zijn pensioenrechten over te dragen na zijn uittreding uit het multiinrichterspensioenstelsel, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen, de bij de
uittreding verworven reserves voor de tewerkstelling bij A moeten worden berekend (de wettelijke
rendementswaarborg geldt als minimum).
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Op te merken valt dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid van
de inrichters geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor de inrichter die de niet-nakoming door een
andere inrichter opvangt, om het deel van laatstgenoemde inrichter bij hem te recupereren conform
de tussen de partijen geldende regels voor de bijdrage in de schulden.
C.
In de praktijk is het zo dat, wanneer er twee opeenvolgende inrichters zijn, m.a.w. wanneer een
aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat en een arbeidsovereenkomst
met inrichter B sluit, die aangeslotene ten aanzien van B niet alleen de rechten kan laten gelden die
hij bij B opbouwt, maar ook alle aanspraken die hij tegenover A kon laten gelden. A blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene tegenover hem kon laten gelden.
Voor een illustratie van die situatie wordt verwezen naar de voorbeelden in punt B hierboven.
D.
De situatie is complexer als er een opeenvolging van inrichters is. Hier wordt verwezen naar een
situatie waarbij een aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat om zich
bij inrichter B aan te sluiten, daarna inrichter B verlaat om een arbeidsovereenkomst met inrichter C
te sluiten, en vervolgens inrichter C verlaat om zijn loopbaan te eindigen bij inrichter D.
/ FSMA
Zoals al vermeld (zie punt III, 2, A hierboven) is de FSMA van oordeel dat, wanneer een aangeslotene
een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst aan te sluiten, krachtens artikel 33/2, 2, van de WAP tussen die twee
inrichters een overdracht van de verplichtingen met betrekking tot de pensioentoezegging wordt
doorgevoerd, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel volledig van
zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
De laatste inrichter (D) neemt dus alle rechten en verplichtingen over in het kader van het multiinrichterspensioenstelsel.
De voorlaatste inrichter (C) blijft hoofdelijk aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene
tegenover hem kon laten gelden als hij bij de beindiging van zijn arbeidsovereenkomst met (C) zou
zijn uitgetreden, op basis van de gegevens op het moment waarop de arbeidsovereenkomst met (C)
wordt beindigd. De FSMA is van oordeel dat het daarbij dus gaat om de rechten die de aangeslotene
bij inrichter (C) heeft opgebouwd, alsook om de rechten die deze inrichter van de vroegere inrichters
heeft overgenomen met toepassing van de overnameovereenkomst van de rechten (A en B), inclusief
de in artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg (zie punt III, 2, B hierboven). Artikel 33/2,
2, van de WAP betreft zonder onderscheid alle aanspraken die hij [de aangeslotene] kon laten
gelden tegenover de inrichter die hij verlaat.
De impact van dergelijke opeenvolgende overdrachten op de solidariteit in hoofde van vroegere
inrichters (A en B in ons voorbeeld), komt daarentegen niet specifiek aan bod in de WAP.
Op grond van het principe dat de solidariteit van de door de aangeslotene verlaten inrichter bij de
overdracht van de rechten en verplichtingen aan een andere inrichter blijft bestaan, is de FSMA van
oordeel dat, bij een opeenvolging van inrichters, alle inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten,
hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de verplichtingen waarvoor bij eerdere overdrachten een
hoofdelijke aansprakelijkheid is ontstaan.
Voorbeeld
De bij inrichter A opgebouwde rechten bedragen 500 en de aangeslotene verlaat inrichter A om naar
inrichter B over te stappen; de bij inrichter B opgebouwde rechten bedragen 300 en de aangeslotene
verlaat inrichter B om naar inrichter C over te stappen; de bij inrichter C opgebouwde rechten
bedragen 200 en de aangeslotene verlaat inrichter C om naar inrichter D over te stappen; de bij
inrichter D opgebouwde rechten bedragen 100. De situatie ziet er dus als volgt uit:
-
Aangezien inrichter D als laatste inrichter van de aangeslotene alle rechten en verplichtingen
heeft overgenomen, is hij verantwoordelijk voor alle rechten (500 + 300 + 200 + 100 = 1100);
/ FSMA
dat alle rechten en verplichtingen die uit het pensioenstelsel voortvloeien in hun
geheel worden overgenomen door de inrichter bij wie hij zich aansluit, vanaf de
datum van de overname;
dat de inrichter die hij verlaat, hoofdelijk aansprakelijk blijft in geval van nietnakoming door de inrichter bij wie hij zich aansluit.
Deze informatie mag worden meegedeeld door de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten,
de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, of de pensioeninstelling. In de
overnameovereenkomst moet worden verduidelijkt welke van die drie interveninten ter zake
verantwoordelijk is.
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de overnameovereenkomst of het
multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel toepassen maar wenst
niet langer gebonden te zijn door de overnameovereenkomst
Voor de aangeslotenen van die inrichter houdt dit in dat het multi-inrichterspensioenstelsel verder
van toepassing blijft, maar dat de beindiging van hun arbeidsovereenkomst een uittreding uit het
stelsel impliceert, zelfs als de betrokkene zich bij een andere inrichter aansluit die het multiinrichterspensioenstelsel toepast (zie punt II hierboven). Parallel daarmee zal er ook sprake zijn van
een uittreding voor de werknemers van andere inrichters van het stelsel, van wie de
arbeidsovereenkomst wordt beindigd met het oog op de overstap naar de inrichter die niet langer
door het multi-inrichterspensioenstelsel is gebonden.
Als n van de inrichters beslist om niet langer aan de overnameovereenkomst deel te nemen, zal
hij, ten aanzien van de andere inrichters, zijn deelname aan de overnameovereenkomst moeten
stopzetten conform de in de overeenkomst bepaalde modaliteiten. De procedure tot wijziging van de
pensioentoezegging zal door alle inrichters moeten worden toegepast ten aanzien van hun
aangeslotenen.
Die beslissing kan echter enkel voor de toekomst gelden en heeft geen gevolgen voor de
aangeslotenen van wie de rechten door de betrokken inrichter zijn overgenomen vr het einde van
de toepassing van de overeenkomst. Die inrichter blijft aansprakelijk ten opzichte van alle
aangeslotenen van wie hij alle rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die de aangeslotene heeft verlaten vr hij
/ FSMA
zich bij de betrokken inrichter aansloot, blijven op hun beurt hoofdelijk aansprakelijk, conform artikel
33/2, 2, van de WAP.
Die beslissing heeft evenmin gevolgen voor de aangeslotenen die de betrokken inrichter vr het
einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst hebben verlaten om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten. De andere inrichters die de
verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen, blijven aansprakelijk en de
betrokken inrichter blijft hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van de aangeslotenen ten aanzien van
wie een solidariteit is ontstaan vr het einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de stopzetting van de overnameovereenkomst, geen
aanleiding geeft tot uittreding in hoofde van de aangeslotenen van wie de inrichter niet langer aan de
overnameovereenkomst deelneemt.
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst,
zonder overdracht van de reserves
In deze hypothese past de inrichter het multi-inrichterspensioenstelsel niet langer toe voor de
toekomst en neemt hij bijgevolg ook niet langer deel aan de overnameovereenkomst. De rechten uit
het verleden worden echter wel verder binnen het stelsel beheerd.
Dit zal onder meer het geval zijn wanneer de geldende pensioentoezegging bij n van de inrichters
wordt gewijzigd en bijgevolg niet meer is voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot het bestaan
van een identiek pensioenstelsel (zie punt I, 1, a hierboven). Vanaf het moment van de wijziging is het
stelsel dat bij de betrokken inrichter van toepassing is niet langer het multi-inrichterspensioenstelsel.
Deze situatie impliceert een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel en van de
overnameovereenkomst. Bijgevolg zal de procedure tot wijziging van het pensioenreglement10
moeten worden toegepast, zowel bij de inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat, als
bij de andere inrichters. Als die wijziging gepaard gaat met een verandering van pensioeninstelling
(zonder overdracht van de reserves) door de inrichter die het stelsel voor de toekomst verlaat, moet
de FSMA vooraf van die verandering in kennis worden gesteld11.
De wijziging zal enkel gevolgen hebben voor de toekomst. De betrokken inrichter blijft gehouden voor
het verleden. Hij blijft dus aansprakelijk voor de rechten uit het verleden die binnen het stelsel worden
beheerd, en behoudt zijn hoedanigheid van inrichter voor de voorbije periode ten aanzien van alle
aangeslotenen voor wie hij de rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten vr
zijn aansluiting bij de betrokken inrichter, blijven hoofdelijk aansprakelijk conform artikel 33/2, 2,
van de WAP.
10
11
Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II en III, en met
artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
Artikel
36
van
de
WAP.
Daartoe
is
het
formulier
WAP
3
beschikbaar
(http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/circ/nl/2004/wap_3.ashx). Zie ook de andere bepalingen van
Titel II, hoofdstuk VI, van de WAP.
/ FSMA
De overige inrichters die de verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen ingevolge
de overgang van een aangeslotene, blijven aansprakelijk en de betrokken inrichter blijft hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van alle aangeslotenen waarvoor in zijn hoofde een solidariteit is ontstaan,
vr hij het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst heeft verlaten.
Die inrichter blijft n van de verzekeringnemers van het stelsel of n van de bijdragende
ondernemingen als het stelsel door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd.
Er moet worden aangestipt dat, in het kader van een pensioentoezegging die door een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd, de inrichter die voor de toekomst van pensioeninstelling
verandert zonder echter alle pensioenrechten uit het verleden12 aan een nieuwe pensioeninstelling
over te dragen, lid moet blijven van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening13.
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst en
wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel zijn opgebouwd voor het verleden,
overdragen aan een andere pensioeninstelling14
In die situatie blijft de inrichter, zoals in de situatie waarvan sprake in punt B, de inrichter van het
stelsel voor het verleden maar past hij dat stelsel niet meer toe voor de toekomst. Het verschil met
de in punt B bedoelde situatie betreft het feit dat de inrichter de toezegging uit het verleden voortaan
door een andere pensioeninstelling wil laten beheren.
Dit zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer n van de inrichters alle banden met de andere
inrichters verbreekt.
Met betrekking tot de rechten uit het verleden is de FSMA van oordeel dat een overdracht enkel
mogelijk zal zijn op voorwaarde dat, met betrekking tot die rechten uit het verleden, de in de wet
vermelde solidariteit niet wordt beindigd. Het feit dat een multi-inrichterspensioenstelsel wordt
verlaten en dat de pensioenrechten die in het verleden in het kader van dat stelsel zijn opgebouwd
worden overgedragen, mag de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin de wetgever specifiek heeft
voorzien ten aanzien van de al in het stelsel opgebouwde pensioenrechten, niet in het gedrang
brengen. De solidariteit maakt immers integraal deel uit van de wettelijke verplichtingen met
betrekking tot de pensioentoezegging.
Hoewel de FSMA zich bewust is van het feit dat het behoud van solidariteit moeilijk te organiseren is
wanneer n van de inrichters alle banden met de andere inrichters verbreekt, en zich tot een andere
pensioeninstelling richt, moeten de betrokken inrichters toch een coherente oplossing uitwerken die
geen afbreuk doet aan het beginsel op grond waarvan de solidariteit enkel voor de toekomst kan
worden beindigd. De FSMA is in dat verband van oordeel dat de betrokken inrichters hoofdelijk
12
13
14
I.e. in voorkomend geval ook de rechten met betrekking tot de vroegere loopbaan bij andere inrichters van
het multi-inrichterspensioenstelsel die de inrichter heeft overgenomen in het kader van de mobiliteit tussen
inrichters.
Conform artikel 14, 1, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening.
Of naar een nieuwe verzekeringsovereenkomst bij dezelfde verzekeraar.
/ FSMA
aansprakelijk blijven ondanks het feit dat de pensioenrechten van hun respectieve aangeslotenen
door verschillende pensioeninstellingen worden beheerd.
Ten aanzien van de aangeslotenen impliceert het verlaten van een multi-inrichterspensioenstelsel
waarbij ook de rechten met betrekking tot het verleden aan een nieuwe
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst worden overgedragen, dat het pensioenreglement bij
alle inrichters wordt gewijzigd en dat bijgevolg de gebruikelijke procedures worden nageleefd15. Bij
een verandering van pensioeninstelling en/of overdracht van reserves moet ook de FSMA vooraf
worden genformeerd.
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van onderneming
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten overdrachten die zich kunnen
voordoen in het leven van een onderneming en die een impact kunnen hebben op het voor de
werknemers geldende pensioenstelsel.
A.
Bij een overdracht van aandelen verandert de aandeelhouderskring van de inrichter zonder dat
daarbij ook de rechtspersoon van de inrichter wordt gewijzigd. Een dergelijke overdracht heeft dus
geen rechtstreekse impact op het multi-inrichterspensioenstelsel.
Toch is het in de praktijk mogelijk dat de inrichter, ingevolge die overdracht van aandelen, niet langer
aan de overnameovereenkomst deelneemt of dat hij het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat (zie
punt III, 4 hierboven).
B.
Splitsingen en fusies van ondernemingen hebben eigen specifieke kenmerken, omdat daarbij het
volledige vermogen van een onderneming aan een andere onderneming wordt overgedragen. Bij
zon verrichting wordt de onderneming die tot de overdracht overgaat, zonder vereffening ontbonden
en ontvangen de vennoten van de ontbonden onderneming aandelen van de overnemende
onderneming. Het Wetboek van Vennootschappen stelt andere verrichtingen gelijk met splitsingen
en fusies van ondernemingen.
Aangezien dergelijke verrichtingen gepaard gaan met een universele overdracht van rechtswege van
alle rechten en verplichtingen, omvatten zij het pensioenstelsel en, in voorkomend geval, ook de
overnameovereenkomst, alsook elke eventuele solidariteit die in hoofde van die onderneming
bestond.
Dit betekent in de praktijk dat de onderneming waaraan het volledige vermogen wordt
overgedragen, de inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel wordt ten aanzien van de
aangeslotenen van de ontbonden onderneming, en dat zij ook hoofdelijk aansprakelijk zal zijn ten
opzichte van de aangeslotenen voor wie de ontbonden onderneming hoofdelijk aansprakelijk was. De
15
Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II, III en VI, en
met artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
/ FSMA
overige inrichters behouden, in voorkomend geval, hun hoofdelijke aansprakelijkheid ten opzichte
van de aangeslotenen van de ontbonden onderneming (voortaan aangeslotenen van de overnemende
onderneming). Het in het Wetboek van Vennootschappen vermelde mechanisme van de
splitsing/fusie van ondernemingen impliceert immers een universele overdracht van alle vorderingen
en schulden, en de in het Wetboek van Vennootschappen vermelde formaliteiten zijn voldoende om
de overdracht tegenstelbaar te maken aan de overgedragen schuldenaars, de schuldeisers en alle
derden (bv. de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of de verzekeraar).
Als de overnemende onderneming beslist om niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst en om het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst te verlaten (al
dan niet met behoud van de reserves voor het verleden in het stelsel), zijn de in punt III, 4, A, B en C
vermelde beginselen van toepassing. Het gaat daarbij om een wijziging van het stelsel, die na de
splitsing/fusie zal plaatsvinden.
C.
Wanneer de situatie noch onder punt A, noch onder punt B valt, en de overdracht van activa tot gevolg
heeft dat de aangeslotenen van een inrichter aan een andere inrichter worden overgedragen, regelt
CAO nr. 32bis het lot van de pensioentoezegging niet16. Bijgevolg kunnen zich verschillende situaties
voordoen met betrekking tot het aanvullend pensioenplan 17.
Meteen moet worden opgemerkt dat de arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers niet
wordt beindigd en van rechtswege aan de nieuwe inrichter wordt overgedragen conform CAO nr.
32bis. De persoon van de inrichter is echter veranderd en, in voorkomend geval, zullen de
aangeslotenen van het multi-inrichterspensioenstelsel kunnen worden overgedragen aan een nieuwe
werkgever die het multi-inrichterspensioenstelsel en bijgevolg ook de overnameovereenkomst van de
rechten en verplichtingen (nog) niet toepast.
De volgende situaties kunnen zich voordoen:
-
ofwel wordt het pensioenstelsel niet aan de nieuwe werkgever overgedragen: dat
zal het geval zijn wanneer de rechten uit het verleden niet worden overgenomen door
de overnemer, en waarbij de overgedragen werknemers na hun overdracht worden
aangesloten bij het pensioenstelsel van de nieuwe werknemer.
In die hypothese geeft de overdracht van onderneming voor de betrokken
aangeslotenen aanleiding tot een uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel
conform artikel 3, 1, 11, b), 3. van de WAP. Conform de tussen de inrichters gesloten
16
17
Artikel 4 van CAO nr. 32bis bepaalt dat zij nietde overgang van de rechten der werknemers regelt die
voortspruiten uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit
hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen.
De verschillende situaties moeten uiteraard worden geanalyseerd in het licht van het vennootschaps- en het
arbeidsrecht.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het niet de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel is die bepaalt of het pensioenstelsel bij
de overdracht van onderneming wordt overgedragen. Die overeenkomst regelt uitsluitend de overname van
de rechten en verplichtingen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beindigd. De arbeidsovereenkomst
wordt niet beindigd bij een overdracht van onderneming in de zin van CAO nr. 32bis.
/ FSMA
De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel en onderschrijft de overnameovereenkomst van
het stelsel. Er is geen sprake van een verandering van pensioeninstelling of
van een overdracht.
Hij neemt ten aanzien van de overgedragen aangeslotenen alle rechten en
verplichtingen in het kader van het pensioenstelsel over van de overdrager
(zowel voor het verleden als de toekomst). De inrichters behouden hun
solidariteit. De regels van het multi-inrichterspensioenstelsel blijven bijgevolg
van toepassing.
Als de arbeidsovereenkomst van een overgedragen personeelslid na de
overdracht van onderneming wordt beindigd en de werknemer een
arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter van het pensioenstelsel,
is er geen uittreding en geldt het mechanisme inzake de overname van de
rechten en verplichtingen van de overnameovereenkomst.
Na de overdracht kan de overnemer beslissen om het multiinrichterspensioenstelsel voor de toekomst te wijzigen of, in voorkomend
geval, zelfs om er niet meer aan deel te nemen (zie punt III, 4 hierboven).
De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel maar onderschrijft de overnameovereenkomst
van het stelsel niet. Er is geen sprake van een verandering van
pensioeninstelling of van een overdracht.
In die hypothese neemt de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel
over voor het verleden en voor de toekomst, maar onderschrijft hij de
overnameovereenkomst niet voor de toekomst.
18
Bij een overdracht van onderneming wordt een pensioenstelsel overgedragen zodra de overnemer het
pensioenstelsel overneemt voor zowel de toekomstige als de verleden dienstjaren (zie ter zake ook het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59).
/ FSMA
De nieuwe werkgever wordt de inrichter maar neemt niet deel aan het
multi-inrichterspensioenstelsel. De nieuwe werkgever kan desgevallend een
verandering van pensioeninstelling en/of een overdracht overwegen.
In die context neemt de overnemer de rechten en verplichtingen over die ten
aanzien van de overgedragen werknemers uit het pensioenstelsel
voortvloeien, maar neemt hij niet deel aan het multiinrichterspensioenstelsel. Hij wordt dus de inrichter voor het verleden en voor
de toekomst, met dien verstande dat, bij een latere stopzetting van de
arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers (na de overdracht),
de overnameovereenkomst geen uitwerking meer zal hebben en geen enkele
solidariteit zal kunnen ontstaan in hoofde van de inrichter.
Aangezien de overnemer het pensioenstelsel overneemt ten opzichte van de
overgedragen werknemers, vindt geen uittreding uit het pensioenplan plaats
conform artikel 3, 1, 11, b), 3, van de WAP. Dat de overnemer de
overnameovereenkomst niet onderschrijft voor de toekomst, speelt daarbij
geen rol.
Met betrekking tot de overdracht van de rechten uit het verleden aan een
andere
pensioeninstelling
of,
in
voorkomend
geval,
verzekeringsovereenkomst, is de FSMA van oordeel dat dergelijke overdracht
geen afbreuk mag doen aan de solidariteit die vr de overdracht van
onderneming is ontstaan met betrekking tot die rechten uit het verleden. Dit
betekent
dus
dat
de
overdracht
aan
een
andere
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst geen einde mag stellen aan de
solidariteit die, op het moment van de overdracht, in hoofde van de andere
inrichters ten aanzien van de overgedragen werknemers bestond (zie ook
punt III, 4, C hierboven).
Parallel daarmee zal de vr de overdracht van onderneming ontstane
solidariteit in hoofde van de overdrager ten aanzien van de werknemers van
/ FSMA
/ FSMA
Circulaire
Toepassingsgebied:
De multi-inrichterspensioenstelsels als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de
aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP).
Samenvatting/Doelstellingen:
De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (hierna wet van 15 mei 2014) heeft met name
het begrip uittreding in de WAP gewijzigd. Dat begrip houdt voortaan ook rekening met de multiinrichterspensioenstelsels.
Deze circulaire legt uit hoe de FSMA de bepalingen van de WAP over de multiinrichterspensioenstelsels, inzonderheid artikel 3, 1, 11 en 25, artikel 5, 2/1 en artikel 33/2, zal
interpreteren bij de uitoefening van haar toezicht.
Zij beschrijft de verwachtingen van de FSMA in verband met de praktische toepassing van die
wettelijke bepalingen.
Structuur:
INLEIDING
I.
HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
A. Identiek pensioenstelsel
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
II.
III.
Congresstraat 12-14
1000 Brussel
T +32 2 220 55 50
F +32 2 220 58 19
/ www.fsma.be
hetzij bij de overdracht van een werknemer in het kader van een overdracht van
onderneming wanneer het pensioenstelsel niet door de overnemer wordt overgenomen.
In deze circulaire komt enkel het eerste van voornoemde gevallen van uittreding aan bod, nl. de
uittreding bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst. Artikel 3, 1, 11, van de WAP, als
gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014, omschrijft wat voortaan in die context geldt:
a) Wanneer de inrichter een rechtspersoon bedoeld in 5, a) is: () de beindiging van de
arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een
uittreding beschouwd, de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door
/ FSMA
overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst
met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel valt
als dat van de vorige werkgever, op voorwaarde dat er in het geval van een multiinrichterspensioenstelsel een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname
van de rechten en verplichtingen regelt;
b) Wanneer de inrichter een werkgever is: () de beindiging van de arbeidsovereenkomst,
anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd,
de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die
wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die
deelneemt aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel als dat van de vorige werkgever, op
voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt;.
Die nieuwe inhoud van het begrip uittreding doet op verschillende vlakken interpretatievragen
rijzen.
I.
HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
In artikel 3, 1, 25, van de WAP wordt een multi-inrichterspensioenstelsel gedefinieerd als een
identiek pensioenstelsel ingevoerd door meerdere inrichters waarvan de uitvoering toevertrouwd
wordt aan dezelfde pensioeninstelling of aan dezelfde pensioeninstellingen.
Een multi-inrichterspensioenstelsel heeft dus de volgende kenmerken:
A. Identiek pensioenstelsel
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20141 is er sprake van een
identiek pensioenstelsel wanneer het pensioenreglement hetzelfde is voor de verschillende
inrichters, met uitzondering natuurlijk van sommige bepalingen die specifiek zijn voor elke
inrichter (naam, adres/maatschappelijke zetel, enz.). Dat het pensioenstelsel daarbij in n
gemeenschappelijk pensioenreglement voor alle inrichters of in verschillende
pensioenreglementen (n reglement per inrichter) is opgenomen, heeft geen belang, voor
zover de toezegging van alle inrichters ten aanzien van hun aangeslotenen identiek is.
Een pensioentoezegging die uit gelijksoortige of gelijkwaardige pensioenplannen voortvloeit,
kan, volgens de FSMA, dus niet als een multi-inrichterspensioenstelsel worden gekwalificeerd.
De FSMA is van oordeel dat het pensioenstelsel identiek moet blijven in de tijd om zijn
kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel te kunnen behouden. Bijgevolg moeten alle
wijzigingen van het stelsel bij elke inrichter worden doorgevoerd door hetzij het
gemeenschappelijke pensioenreglement, hetzij het individuele pensioenreglement van elke
inrichter te wijzigen. Gelet op het belang van het behoud van het identieke karakter van de
1
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
/ FSMA
Die moeten kunnen worden verantwoord vanuit het oogpunt van de discriminatie.
/ FSMA
verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van de aangeslotenen te allen tijde moeten
kunnen worden berekend.
Een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel moet door elke inrichter worden
doorgevoerd conform de procedure die krachtens de WAP en de bepalingen van het
arbeidsrecht en het burgerlijk recht op hem van toepassing is. Gelet op de betrokken
omstandigheden kan de te volgen procedure voor elke inrichter verschillen (bv. als een
collectieve arbeidsovereenkomst vereist is bij n inrichter, maar niet bij de andere).
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20143 kan de uitvoering van
het pensioenstelsel aan meerdere pensioeninstellingen worden toevertrouwd op voorwaarde
dat het voor alle inrichters in gelijke mate aan dezelfde pensioeninstellingen wordt
toevertrouwd.
De parlementaire voorbereiding geeft in dat verband het voorbeeld van een pensioenstelsel
dat voorziet in persoonlijke bijdragen ter financiering van een pensioentoezegging van het
type vaste prestaties. De persoonlijke bijdragen kunnen door een verzekeringsonderneming
worden beheerd, terwijl het saldo om de vaste prestatie te bereiken, bij een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening kan worden gefinancierd. Er zal in dat geval sprake zijn van een
multi-inrichterspensioenstelsel als alle inrichters hun toezegging in gelijke mate aan dezelfde
pensioeninstellingen toevertrouwen4.
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
Bij een multi-inrichterspensioenstelsel kan worden geopteerd voor n gemeenschappelijk
pensioenreglement voor alle inrichters of voor n pensioenreglement per inrichter (zie punt I, 1, a).
Ongeacht de gekozen optie, moet het pensioenreglement de volgende gegevens vermelden (artikel
5, 2/1, van de WAP):
-
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
Idem.
/ FSMA
Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel, maar de inrichters niet door een overnameovereenkomst zijn gebonden,
resulteert de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van die aangeslotene in een uittreding, zelfs
als die stopzetting onmiddellijk wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een
andere inrichter van het pensioenstelsel.
/ FSMA
Aangezien de verandering van inrichter in deze situatie in een uittreding uit het pensioenstelsel
resulteert, betekent dat in de praktijk dat de aangeslotene tegelijkertijd een passieve5 n actieve
aangeslotene (als aangeslotene van de nieuwe inrichter) bij hetzelfde pensioenstelsel zal kunnen zijn.
Elke verandering van inrichter binnen het multi-inrichterspensioenstelsel zal aanleiding geven tot een
uittreding uit een pensioenstelsel en een aansluiting bij een ander pensioenstelsel. Als in het kader
van het pensioenstelsel gebruik wordt gemaakt van individuele rekeningen, zal voor de aangeslotene
telkens een nieuwe rekening worden geopend als hij bij een nieuwe inrichter in dienst treedt. Een
aangeslotene die mobiel is binnen een groep van inrichters, en die, bij zijn uittreding, beslist om zijn
pensioenrechten te behouden bij de pensioeninstelling van de inrichter die hij verlaat, zal dus over
verschillende individuele rekeningen beschikken.
III.
Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel en de inrichters een overeenkomst hebben gesloten die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt, zal er geen sprake zijn van een uittreding in de zin van de WAP
als de arbeidsovereenkomst die wordt beindigd, wordt gevolgd door een andere
arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die aan het multi-inrichterspensioenstelsel
deelneemt.
Er moet worden verduidelijkt dat er alleen dan geen sprake is van een uittreding als de nieuwe
arbeidsovereenkomst onmiddellijk volgt op de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van de
aangeslotene met de werkgever die hij verlaat. De arbeidsovereenkomst met de eerste inrichter
wordt, met andere woorden, beindigd om de aangeslotene de gelegenheid te bieden zich bij een
andere inrichter van het pensioenstelsel aan te sluiten. Als de betrokken arbeidsovereenkomsten niet
onmiddellijk op elkaar volgen, zal er dus wel degelijk sprake zijn van een uittreding in de zin van de
WAP bij de stopzetting van de door de aangeslotene gesloten arbeidsovereenkomst met de werkgever
die hij verlaat.
In de praktijk betekent dit, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel dat op basis van
individuele rekeningen functioneert, dat de aangeslotenen voor wie geen uittreding plaatsvindt bij
mobiliteit tussen de inrichters, over n enkele individuele rekening beschikken. Zij ontvangen n
enkele pensioenfiche die de rechten vermeldt die zij in het kader van hun tewerkstelling bij de
verschillende inrichters hebben verworven6.
1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
De overnameovereenkomst heeft tot doel de gevolgen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst op te heffen wanneer een aangeslotene bij het multi-inrichterspensioenstelsel
Voor de voorbije dienstjaren als hij bij zijn uittreding zijn rechten behoudt bij de pensioeninstelling van de
inrichter die hij verlaat.
Zonder dat natuurlijk wordt geraakt aan het feit dat elke aangeslotene slechts met n enkele inrichter
tegelijkertijd gerelateerd is, en dat de verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van elke aangeslotene te
allen tijde moeten kunnen worden bepaald (zie hierboven punt I, 1, B).
/ FSMA
een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter die aan hetzelfde pensioenstelsel
deelneemt (artikel 33/2, 1, van de WAP).
De overnameovereenkomst regelt de overname van alle rechten en verplichtingen van de inrichter
die door de aangeslotene wordt verlaten, door de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit,
inclusief de in artikel 24 van de WAP bedoelde waarborgen. Zij bepaalt ook de modaliteiten van die
overname (artikel 33/2, 2, van de WAP). De regeling en de modaliteiten van deze overname moeten
volledig in de overeenkomst worden beschreven en de aangeslotene toelaten inzicht te verwerven in
de praktische gevolgen van de overnameovereenkomst.
De overeenkomst moet worden opgesteld in een voor de aangeslotenen duidelijke en begrijpelijke
taal.
B. Inhoud van de overeenkomst
Conform artikel 33/2, 2, van de WAP moet de overnameovereenkomst minstens de volgende
elementen bevatten:
-
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 66.
/ FSMA
Met toepassing van artikel 5, 2/1 van de WAP maakt de overeenkomst integraal deel uit van het
pensioenreglement. Die bepaling luidt als volgt: als er een overeenkomst bestaat (), vermeldt het
pensioenreglement van het multi-inrichterspensioenstelsel het doel van deze overeenkomst, met name
de opheffing van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door
overlijden of pensionering voor de aangeslotene en de modaliteiten van deze opheffing. Een kopie van
de overeenkomst () wordt aan het pensioenreglement gehecht. De parlementaire voorbereiding van
de wet van 15 mei 2014 bepaalt het volgende: Een kopie van de overeenkomst moet bovendien als
bijlage bij het pensioenreglement gevoegd worden. Aangezien de kopie van de overeenkomst bij het
pensioenreglement gevoegd wordt en er dus deel van uitmaakt, kan de aangeslotene er op eenvoudig
verzoek een afschrift van verkrijgen ()8.
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 60.
/ FSMA
Het feit dat een kopie van de overnameovereenkomst bij het pensioenreglement wordt gevoegd,
strookt met artikel 33/2, 2, van de WAP, op grond waarvan de overeenkomst en de door haar
bepaalde overname van alle rechten en verplichtingen tegenstelbaar zijn aan de aangeslotenen.
Daaruit vloeit voort dat elke wijziging van de overnameovereenkomst die een impact heeft op de
regeling met betrekking tot de overname van de rechten en verplichtingen bij verandering van
inrichter en op de modaliteiten van die overname, een aanpassing van het pensioenreglement
vereist. In dat geval moet elke inrichter de geldende procedure voor een wijziging van het
pensioenreglement volgen (zie punt I. 1, b hierboven). Ook de in artikel 39 van de WAP bedoelde
procedure tot informatieverstrekking en verplichte raadpleging moet worden gevolgd.
Net als elke andere wijziging van het pensioenreglement, geldt ook deze in beginsel enkel voor de
toekomst en geldt ze niet voor de aangeslotenen die vr die wijziging uit het plan zijn uitgetreden.
2. Solidariteit tussen de inrichters
A.
Artikel 33/2, 2, van de WAP voert een hoofdelijke aansprakelijkheid in tussen de inrichter die door
de aangeslotene wordt verlaten, en de nieuwe inrichter.
Krachtens (artikelen 1200 en volgende van) het Burgerlijk Wetboek impliceert een hoofdelijke
aansprakelijkheid tussen verschillende schuldenaars dat zij, met betrekking tot de verplichting tot
betaling van de schulden, hoofdelijk gehouden zijn jegens de schuldeisers (ten belope van de door de
solidariteit geviseerde schulden). Elke schuldenaar is dus voor de volledige schuld verbonden ten
aanzien van de schuldeiser en laatstgenoemde kan dus zelf beslissen tot welke schuldenaar hij zich
richt.
Artikel 33/2, 2, van de WAP bepaalt dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, slechts
hoofdelijk aansprakelijk is in geval van niet-nakoming door de inrichter bij wie de aangeslotene zich
aansluit. Volgens de FSMA illustreert de vermelding in geval van niet-nakoming door de inrichter bij
wie de aangeslotene zich aansluit het praktische belang van de door het Burgerlijk Wetboek beoogde
solidariteit. Als de laatste inrichter zijn verplichtingen nakomt, zal de aangeslotene zich immers niet
op de solidariteit moeten beroepen door zich tot een eventuele medeschuldenaar te richten. Pas als
de laatste inrichter in gebreke blijft, zal de aangeslotene de hoofdelijke aansprakelijkheid inroepen in
het kader van een beroepsprocedure. Doel van de solidariteit is immers om de invorderbaarheid van
schulden voor een schuldeiser te vergemakkelijken. Als de schuldvordering van een schuldeiser niet
wordt gehonoreerd, kan hij zich op die manier tot de meest solvabele van de hoofdelijk aansprakelijke
schuldenaars richten. Zo wordt een eventuele insolventie van n van de medeschuldenaars door de
andere medeschuldenaars opgevangen9.
Volgens die logica zal de aangeslotene zich op die solidariteit tussen de verschillende inrichters
kunnen beroepen als n van hen niet meer solvabel is. Ook bij een geschil over de pensioenrechten
zal de solidariteit kunnen worden ingeroepen. Als de aangeslotene bijvoorbeeld van oordeel is dat hij
niet het volledige aanvullende pensioenkapitaal heeft ontvangen waarop hij recht heeft, en
P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, Tome III, Bruylant, 2010, p. 1765.
/ FSMA
verschillende inrichters ter zake hoofdelijk aansprakelijk zijn, zal hij de in artikel 33/2, 2, van de WAP
bedoelde solidariteit kunnen inroepen in het kader van zijn rechtsvordering.
De FSMA is van oordeel dat, wanneer een aangeslotene een inrichter verlaat om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten, tussen die twee inrichters - krachtens
artikel 33/2, 2, van de WAP - een overdracht van de verplichtingen plaatsvindt met betrekking tot
de pensioentoezegging, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel
volledig van zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
B.
De FSMA is van mening dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde solidariteit uitsluitend
betrekking heeft op de pensioenrechten zoals zij bestaan op het moment van de overdracht aan de
nieuwe inrichter. Die pensioenrechten stemmen overeen met de rechten waarop de aangeslotene bij
een uittreding aanspraak zou hebben kunnen maken ten aanzien van de inrichter die hij verlaat.
Daarbij wordt rekening gehouden met de gegevens die bekend zijn op het moment waarop de
aangeslotene die inrichter verlaat.
Als rekening wordt gehouden met de verschillende soorten pensioentoezeggingen, betekent dat:
-
voor een toezegging van het type vaste prestaties: de inrichter verbindt zich ertoe om op een
bepaald moment een prestatie te vestigen. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, is dus hoofdelijk aansprakelijk voor de verworven reserves en prestaties die de
aangeslotene in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat (alsook, in voorkomend geval, voor de wettelijke
rendementswaarborg met betrekking tot de persoonlijke bijdragen conform artikel 24, 1,
van de WAP, die wordt berekend alsof een uittreding plaatsvindt op het moment waarop de
aangeslotene de betrokken inrichter verlaat). De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt dus niet
voor de eventuele herwaardering van de verleden dienstjaren n de verandering van
inrichter.
voor een toezegging van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde
van de inrichter: de inrichter verbindt zich ertoe de bijdragen te storten en de verworven
reserves evolueren in functie van het op de gestorte bijdragen behaalde rendement. Gelet op
de veranderlijkheid van het rendement is het op het ogenblik waarop de aangeslotene de
inrichter verlaat nog niet mogelijk te bepalen op welke pensioenprestatie de aangeslotene bij
zijn pensionering aanspraak zal kunnen maken. Parallel daarmee voorziet de wetgever in de
toepassing van een wettelijke minimale rendementswaarborg (artikel 24 van de WAP).
Vermits de toezegging van de inrichter betrekking heeft op de betaling van bijdragen, waarbij
het bedrag van de verworven reserves van de aangeslotene nog kan schommelen nadat hij
van inrichter is veranderd (bv. in functie van de toekomstige resultaten van de instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wanneer de toezegging door zon instelling wordt beheerd), is de
FSMA van oordeel dat de rechten die de aangeslotene kan doen gelden in het kader van de
solidariteit waartoe de inrichter die hij verlaat is gehouden, uitsluitend overeenstemmen met
de wettelijke rendementswaarborg die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat.
/ FSMA
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de wettelijke minimale rendementswaarborg met betrekking tot de
pensioenrechten die worden opgebouwd tijdens de periode van aansluiting bij het multiinrichterspensioenstelsel die volgt op de beindiging van de arbeidsovereenkomst met die
inrichter.
-
voor een toezegging van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van
de inrichter: de inrichter garandeert, naast de betaling van de vaste bijdragen, ook de
kapitalisatie van die bijdragen tot de pensionering van de aangeslotene, conform het in het
reglement vermelde rendement. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke
minimale rendementswaarborg is van toepassing.
In dat geval stemt de solidariteit waartoe de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten
is gehouden, overeen met de conventionele rendementswaarborg die wordt berekend op
de bijdragen die betrekking hebben op de tewerkstelling van de aangeslotene bij de
inrichter die hij verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, blijft daarnaast
in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van de wettelijke
rendementswaarborg (dat van toepassing zou zijn bij een uittreding op het moment waarop
de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de rendementstekorten met betrekking tot de bijdragen die in het
multi-inrichterspensioenstelsel zijn gestort tijdens de periode van aansluiting die op de
beindiging van de arbeidsovereenkomst met die inrichter volgt.
voor een pensioentoezegging van het type cash balance: de inrichter verbindt zich ertoe een
vaste prestatie te vestigen die wordt bepaald op basis van de kapitalisatie - conform het in
het reglement vermelde rendement en tot de pensionering van de aangeslotene - van de
toegekende bedragen. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke minimale
rendementswaarborg is van toepassing.
Voor een dergelijke toezegging betreft de solidariteit waartoe de inrichter die door de
aangeslotene wordt verlaten is gehouden, de verworven reserves en prestaties die
laatstgenoemde in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, blijft daarnaast in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van
de wettelijke rendementswaarborg (die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter heeft verlaten).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, is daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk voor de rendementstekorten met betrekking tot de toegekende bedragen die
betrekking hebben op de periode van aansluiting die volgt op de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met die inrichter.
/ FSMA
Voorbeelden
Een aangeslotene neemt deel aan een multi-inrichterspensioenstelsel dat uitsluitend wordt
gefinancierd met werkgeversbijdragen, en is achtereenvolgens tewerkgesteld bij inrichters A en B. De
aangeslotene treedt uit het plan na zijn tewerkstelling bij B.
Plan van het type vaste prestaties
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 800
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 900
Verworven prestaties opgebouwd na afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk aansprakelijk
ten belope van 800.
Als de aangeslotene na zijn uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel beslist om zijn
pensioenrechten over te dragen, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen,
de op het moment van de overdracht verworven reserves moeten worden berekend die betrekking
hebben op de tewerkstelling bij A.
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Plan van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde van de inrichter
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 850
B is aansprakelijk ten belope van 850 en A is hoofdelijk aansprakelijk ten belope van 450
Plan van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van de inrichter / Plan van
het type cash balance
/ FSMA
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 900
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 750
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van de pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk
aansprakelijk ten belope van 900.
Als de aangeslotene beslist om zijn pensioenrechten over te dragen na zijn uittreding uit het multiinrichterspensioenstelsel, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen, de bij de
uittreding verworven reserves voor de tewerkstelling bij A moeten worden berekend (de wettelijke
rendementswaarborg geldt als minimum).
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Op te merken valt dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid van
de inrichters geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor de inrichter die de niet-nakoming door een
andere inrichter opvangt, om het deel van laatstgenoemde inrichter bij hem te recupereren conform
de tussen de partijen geldende regels voor de bijdrage in de schulden.
C.
In de praktijk is het zo dat, wanneer er twee opeenvolgende inrichters zijn, m.a.w. wanneer een
aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat en een arbeidsovereenkomst
met inrichter B sluit, die aangeslotene ten aanzien van B niet alleen de rechten kan laten gelden die
hij bij B opbouwt, maar ook alle aanspraken die hij tegenover A kon laten gelden. A blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene tegenover hem kon laten gelden.
Voor een illustratie van die situatie wordt verwezen naar de voorbeelden in punt B hierboven.
D.
De situatie is complexer als er een opeenvolging van inrichters is. Hier wordt verwezen naar een
situatie waarbij een aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat om zich
bij inrichter B aan te sluiten, daarna inrichter B verlaat om een arbeidsovereenkomst met inrichter C
te sluiten, en vervolgens inrichter C verlaat om zijn loopbaan te eindigen bij inrichter D.
/ FSMA
Zoals al vermeld (zie punt III, 2, A hierboven) is de FSMA van oordeel dat, wanneer een aangeslotene
een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst aan te sluiten, krachtens artikel 33/2, 2, van de WAP tussen die twee
inrichters een overdracht van de verplichtingen met betrekking tot de pensioentoezegging wordt
doorgevoerd, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel volledig van
zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
De laatste inrichter (D) neemt dus alle rechten en verplichtingen over in het kader van het multiinrichterspensioenstelsel.
De voorlaatste inrichter (C) blijft hoofdelijk aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene
tegenover hem kon laten gelden als hij bij de beindiging van zijn arbeidsovereenkomst met (C) zou
zijn uitgetreden, op basis van de gegevens op het moment waarop de arbeidsovereenkomst met (C)
wordt beindigd. De FSMA is van oordeel dat het daarbij dus gaat om de rechten die de aangeslotene
bij inrichter (C) heeft opgebouwd, alsook om de rechten die deze inrichter van de vroegere inrichters
heeft overgenomen met toepassing van de overnameovereenkomst van de rechten (A en B), inclusief
de in artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg (zie punt III, 2, B hierboven). Artikel 33/2,
2, van de WAP betreft zonder onderscheid alle aanspraken die hij [de aangeslotene] kon laten
gelden tegenover de inrichter die hij verlaat.
De impact van dergelijke opeenvolgende overdrachten op de solidariteit in hoofde van vroegere
inrichters (A en B in ons voorbeeld), komt daarentegen niet specifiek aan bod in de WAP.
Op grond van het principe dat de solidariteit van de door de aangeslotene verlaten inrichter bij de
overdracht van de rechten en verplichtingen aan een andere inrichter blijft bestaan, is de FSMA van
oordeel dat, bij een opeenvolging van inrichters, alle inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten,
hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de verplichtingen waarvoor bij eerdere overdrachten een
hoofdelijke aansprakelijkheid is ontstaan.
Voorbeeld
De bij inrichter A opgebouwde rechten bedragen 500 en de aangeslotene verlaat inrichter A om naar
inrichter B over te stappen; de bij inrichter B opgebouwde rechten bedragen 300 en de aangeslotene
verlaat inrichter B om naar inrichter C over te stappen; de bij inrichter C opgebouwde rechten
bedragen 200 en de aangeslotene verlaat inrichter C om naar inrichter D over te stappen; de bij
inrichter D opgebouwde rechten bedragen 100. De situatie ziet er dus als volgt uit:
-
Aangezien inrichter D als laatste inrichter van de aangeslotene alle rechten en verplichtingen
heeft overgenomen, is hij verantwoordelijk voor alle rechten (500 + 300 + 200 + 100 = 1100);
/ FSMA
dat alle rechten en verplichtingen die uit het pensioenstelsel voortvloeien in hun
geheel worden overgenomen door de inrichter bij wie hij zich aansluit, vanaf de
datum van de overname;
dat de inrichter die hij verlaat, hoofdelijk aansprakelijk blijft in geval van nietnakoming door de inrichter bij wie hij zich aansluit.
Deze informatie mag worden meegedeeld door de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten,
de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, of de pensioeninstelling. In de
overnameovereenkomst moet worden verduidelijkt welke van die drie interveninten ter zake
verantwoordelijk is.
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de overnameovereenkomst of het
multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel toepassen maar wenst
niet langer gebonden te zijn door de overnameovereenkomst
Voor de aangeslotenen van die inrichter houdt dit in dat het multi-inrichterspensioenstelsel verder
van toepassing blijft, maar dat de beindiging van hun arbeidsovereenkomst een uittreding uit het
stelsel impliceert, zelfs als de betrokkene zich bij een andere inrichter aansluit die het multiinrichterspensioenstelsel toepast (zie punt II hierboven). Parallel daarmee zal er ook sprake zijn van
een uittreding voor de werknemers van andere inrichters van het stelsel, van wie de
arbeidsovereenkomst wordt beindigd met het oog op de overstap naar de inrichter die niet langer
door het multi-inrichterspensioenstelsel is gebonden.
Als n van de inrichters beslist om niet langer aan de overnameovereenkomst deel te nemen, zal
hij, ten aanzien van de andere inrichters, zijn deelname aan de overnameovereenkomst moeten
stopzetten conform de in de overeenkomst bepaalde modaliteiten. De procedure tot wijziging van de
pensioentoezegging zal door alle inrichters moeten worden toegepast ten aanzien van hun
aangeslotenen.
Die beslissing kan echter enkel voor de toekomst gelden en heeft geen gevolgen voor de
aangeslotenen van wie de rechten door de betrokken inrichter zijn overgenomen vr het einde van
de toepassing van de overeenkomst. Die inrichter blijft aansprakelijk ten opzichte van alle
aangeslotenen van wie hij alle rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die de aangeslotene heeft verlaten vr hij
/ FSMA
zich bij de betrokken inrichter aansloot, blijven op hun beurt hoofdelijk aansprakelijk, conform artikel
33/2, 2, van de WAP.
Die beslissing heeft evenmin gevolgen voor de aangeslotenen die de betrokken inrichter vr het
einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst hebben verlaten om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten. De andere inrichters die de
verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen, blijven aansprakelijk en de
betrokken inrichter blijft hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van de aangeslotenen ten aanzien van
wie een solidariteit is ontstaan vr het einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de stopzetting van de overnameovereenkomst, geen
aanleiding geeft tot uittreding in hoofde van de aangeslotenen van wie de inrichter niet langer aan de
overnameovereenkomst deelneemt.
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst,
zonder overdracht van de reserves
In deze hypothese past de inrichter het multi-inrichterspensioenstelsel niet langer toe voor de
toekomst en neemt hij bijgevolg ook niet langer deel aan de overnameovereenkomst. De rechten uit
het verleden worden echter wel verder binnen het stelsel beheerd.
Dit zal onder meer het geval zijn wanneer de geldende pensioentoezegging bij n van de inrichters
wordt gewijzigd en bijgevolg niet meer is voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot het bestaan
van een identiek pensioenstelsel (zie punt I, 1, a hierboven). Vanaf het moment van de wijziging is het
stelsel dat bij de betrokken inrichter van toepassing is niet langer het multi-inrichterspensioenstelsel.
Deze situatie impliceert een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel en van de
overnameovereenkomst. Bijgevolg zal de procedure tot wijziging van het pensioenreglement10
moeten worden toegepast, zowel bij de inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat, als
bij de andere inrichters. Als die wijziging gepaard gaat met een verandering van pensioeninstelling
(zonder overdracht van de reserves) door de inrichter die het stelsel voor de toekomst verlaat, moet
de FSMA vooraf van die verandering in kennis worden gesteld11.
De wijziging zal enkel gevolgen hebben voor de toekomst. De betrokken inrichter blijft gehouden voor
het verleden. Hij blijft dus aansprakelijk voor de rechten uit het verleden die binnen het stelsel worden
beheerd, en behoudt zijn hoedanigheid van inrichter voor de voorbije periode ten aanzien van alle
aangeslotenen voor wie hij de rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten vr
zijn aansluiting bij de betrokken inrichter, blijven hoofdelijk aansprakelijk conform artikel 33/2, 2,
van de WAP.
10
11
Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II en III, en met
artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
Artikel
36
van
de
WAP.
Daartoe
is
het
formulier
WAP
3
beschikbaar
(http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/circ/nl/2004/wap_3.ashx). Zie ook de andere bepalingen van
Titel II, hoofdstuk VI, van de WAP.
/ FSMA
De overige inrichters die de verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen ingevolge
de overgang van een aangeslotene, blijven aansprakelijk en de betrokken inrichter blijft hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van alle aangeslotenen waarvoor in zijn hoofde een solidariteit is ontstaan,
vr hij het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst heeft verlaten.
Die inrichter blijft n van de verzekeringnemers van het stelsel of n van de bijdragende
ondernemingen als het stelsel door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd.
Er moet worden aangestipt dat, in het kader van een pensioentoezegging die door een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd, de inrichter die voor de toekomst van pensioeninstelling
verandert zonder echter alle pensioenrechten uit het verleden12 aan een nieuwe pensioeninstelling
over te dragen, lid moet blijven van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening13.
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst en
wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel zijn opgebouwd voor het verleden,
overdragen aan een andere pensioeninstelling14
In die situatie blijft de inrichter, zoals in de situatie waarvan sprake in punt B, de inrichter van het
stelsel voor het verleden maar past hij dat stelsel niet meer toe voor de toekomst. Het verschil met
de in punt B bedoelde situatie betreft het feit dat de inrichter de toezegging uit het verleden voortaan
door een andere pensioeninstelling wil laten beheren.
Dit zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer n van de inrichters alle banden met de andere
inrichters verbreekt.
Met betrekking tot de rechten uit het verleden is de FSMA van oordeel dat een overdracht enkel
mogelijk zal zijn op voorwaarde dat, met betrekking tot die rechten uit het verleden, de in de wet
vermelde solidariteit niet wordt beindigd. Het feit dat een multi-inrichterspensioenstelsel wordt
verlaten en dat de pensioenrechten die in het verleden in het kader van dat stelsel zijn opgebouwd
worden overgedragen, mag de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin de wetgever specifiek heeft
voorzien ten aanzien van de al in het stelsel opgebouwde pensioenrechten, niet in het gedrang
brengen. De solidariteit maakt immers integraal deel uit van de wettelijke verplichtingen met
betrekking tot de pensioentoezegging.
Hoewel de FSMA zich bewust is van het feit dat het behoud van solidariteit moeilijk te organiseren is
wanneer n van de inrichters alle banden met de andere inrichters verbreekt, en zich tot een andere
pensioeninstelling richt, moeten de betrokken inrichters toch een coherente oplossing uitwerken die
geen afbreuk doet aan het beginsel op grond waarvan de solidariteit enkel voor de toekomst kan
worden beindigd. De FSMA is in dat verband van oordeel dat de betrokken inrichters hoofdelijk
12
13
14
I.e. in voorkomend geval ook de rechten met betrekking tot de vroegere loopbaan bij andere inrichters van
het multi-inrichterspensioenstelsel die de inrichter heeft overgenomen in het kader van de mobiliteit tussen
inrichters.
Conform artikel 14, 1, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening.
Of naar een nieuwe verzekeringsovereenkomst bij dezelfde verzekeraar.
/ FSMA
aansprakelijk blijven ondanks het feit dat de pensioenrechten van hun respectieve aangeslotenen
door verschillende pensioeninstellingen worden beheerd.
Ten aanzien van de aangeslotenen impliceert het verlaten van een multi-inrichterspensioenstelsel
waarbij ook de rechten met betrekking tot het verleden aan een nieuwe
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst worden overgedragen, dat het pensioenreglement bij
alle inrichters wordt gewijzigd en dat bijgevolg de gebruikelijke procedures worden nageleefd15. Bij
een verandering van pensioeninstelling en/of overdracht van reserves moet ook de FSMA vooraf
worden genformeerd.
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van onderneming
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten overdrachten die zich kunnen
voordoen in het leven van een onderneming en die een impact kunnen hebben op het voor de
werknemers geldende pensioenstelsel.
A.
Bij een overdracht van aandelen verandert de aandeelhouderskring van de inrichter zonder dat
daarbij ook de rechtspersoon van de inrichter wordt gewijzigd. Een dergelijke overdracht heeft dus
geen rechtstreekse impact op het multi-inrichterspensioenstelsel.
Toch is het in de praktijk mogelijk dat de inrichter, ingevolge die overdracht van aandelen, niet langer
aan de overnameovereenkomst deelneemt of dat hij het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat (zie
punt III, 4 hierboven).
B.
Splitsingen en fusies van ondernemingen hebben eigen specifieke kenmerken, omdat daarbij het
volledige vermogen van een onderneming aan een andere onderneming wordt overgedragen. Bij
zon verrichting wordt de onderneming die tot de overdracht overgaat, zonder vereffening ontbonden
en ontvangen de vennoten van de ontbonden onderneming aandelen van de overnemende
onderneming. Het Wetboek van Vennootschappen stelt andere verrichtingen gelijk met splitsingen
en fusies van ondernemingen.
Aangezien dergelijke verrichtingen gepaard gaan met een universele overdracht van rechtswege van
alle rechten en verplichtingen, omvatten zij het pensioenstelsel en, in voorkomend geval, ook de
overnameovereenkomst, alsook elke eventuele solidariteit die in hoofde van die onderneming
bestond.
Dit betekent in de praktijk dat de onderneming waaraan het volledige vermogen wordt
overgedragen, de inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel wordt ten aanzien van de
aangeslotenen van de ontbonden onderneming, en dat zij ook hoofdelijk aansprakelijk zal zijn ten
opzichte van de aangeslotenen voor wie de ontbonden onderneming hoofdelijk aansprakelijk was. De
15
Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II, III en VI, en
met artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
/ FSMA
overige inrichters behouden, in voorkomend geval, hun hoofdelijke aansprakelijkheid ten opzichte
van de aangeslotenen van de ontbonden onderneming (voortaan aangeslotenen van de overnemende
onderneming). Het in het Wetboek van Vennootschappen vermelde mechanisme van de
splitsing/fusie van ondernemingen impliceert immers een universele overdracht van alle vorderingen
en schulden, en de in het Wetboek van Vennootschappen vermelde formaliteiten zijn voldoende om
de overdracht tegenstelbaar te maken aan de overgedragen schuldenaars, de schuldeisers en alle
derden (bv. de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of de verzekeraar).
Als de overnemende onderneming beslist om niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst en om het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst te verlaten (al
dan niet met behoud van de reserves voor het verleden in het stelsel), zijn de in punt III, 4, A, B en C
vermelde beginselen van toepassing. Het gaat daarbij om een wijziging van het stelsel, die na de
splitsing/fusie zal plaatsvinden.
C.
Wanneer de situatie noch onder punt A, noch onder punt B valt, en de overdracht van activa tot gevolg
heeft dat de aangeslotenen van een inrichter aan een andere inrichter worden overgedragen, regelt
CAO nr. 32bis het lot van de pensioentoezegging niet16. Bijgevolg kunnen zich verschillende situaties
voordoen met betrekking tot het aanvullend pensioenplan 17.
Meteen moet worden opgemerkt dat de arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers niet
wordt beindigd en van rechtswege aan de nieuwe inrichter wordt overgedragen conform CAO nr.
32bis. De persoon van de inrichter is echter veranderd en, in voorkomend geval, zullen de
aangeslotenen van het multi-inrichterspensioenstelsel kunnen worden overgedragen aan een nieuwe
werkgever die het multi-inrichterspensioenstelsel en bijgevolg ook de overnameovereenkomst van de
rechten en verplichtingen (nog) niet toepast.
De volgende situaties kunnen zich voordoen:
-
ofwel wordt het pensioenstelsel niet aan de nieuwe werkgever overgedragen: dat
zal het geval zijn wanneer de rechten uit het verleden niet worden overgenomen door
de overnemer, en waarbij de overgedragen werknemers na hun overdracht worden
aangesloten bij het pensioenstelsel van de nieuwe werknemer.
In die hypothese geeft de overdracht van onderneming voor de betrokken
aangeslotenen aanleiding tot een uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel
conform artikel 3, 1, 11, b), 3. van de WAP. Conform de tussen de inrichters gesloten
16
17
Artikel 4 van CAO nr. 32bis bepaalt dat zij nietde overgang van de rechten der werknemers regelt die
voortspruiten uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit
hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen.
De verschillende situaties moeten uiteraard worden geanalyseerd in het licht van het vennootschaps- en het
arbeidsrecht.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het niet de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel is die bepaalt of het pensioenstelsel bij
de overdracht van onderneming wordt overgedragen. Die overeenkomst regelt uitsluitend de overname van
de rechten en verplichtingen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beindigd. De arbeidsovereenkomst
wordt niet beindigd bij een overdracht van onderneming in de zin van CAO nr. 32bis.
/ FSMA
De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel en onderschrijft de overnameovereenkomst van
het stelsel. Er is geen sprake van een verandering van pensioeninstelling of
van een overdracht.
Hij neemt ten aanzien van de overgedragen aangeslotenen alle rechten en
verplichtingen in het kader van het pensioenstelsel over van de overdrager
(zowel voor het verleden als de toekomst). De inrichters behouden hun
solidariteit. De regels van het multi-inrichterspensioenstelsel blijven bijgevolg
van toepassing.
Als de arbeidsovereenkomst van een overgedragen personeelslid na de
overdracht van onderneming wordt beindigd en de werknemer een
arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter van het pensioenstelsel,
is er geen uittreding en geldt het mechanisme inzake de overname van de
rechten en verplichtingen van de overnameovereenkomst.
Na de overdracht kan de overnemer beslissen om het multiinrichterspensioenstelsel voor de toekomst te wijzigen of, in voorkomend
geval, zelfs om er niet meer aan deel te nemen (zie punt III, 4 hierboven).
De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel maar onderschrijft de overnameovereenkomst
van het stelsel niet. Er is geen sprake van een verandering van
pensioeninstelling of van een overdracht.
In die hypothese neemt de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel
over voor het verleden en voor de toekomst, maar onderschrijft hij de
overnameovereenkomst niet voor de toekomst.
18
Bij een overdracht van onderneming wordt een pensioenstelsel overgedragen zodra de overnemer het
pensioenstelsel overneemt voor zowel de toekomstige als de verleden dienstjaren (zie ter zake ook het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59).
/ FSMA
De nieuwe werkgever wordt de inrichter maar neemt niet deel aan het
multi-inrichterspensioenstelsel. De nieuwe werkgever kan desgevallend een
verandering van pensioeninstelling en/of een overdracht overwegen.
In die context neemt de overnemer de rechten en verplichtingen over die ten
aanzien van de overgedragen werknemers uit het pensioenstelsel
voortvloeien, maar neemt hij niet deel aan het multiinrichterspensioenstelsel. Hij wordt dus de inrichter voor het verleden en voor
de toekomst, met dien verstande dat, bij een latere stopzetting van de
arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers (na de overdracht),
de overnameovereenkomst geen uitwerking meer zal hebben en geen enkele
solidariteit zal kunnen ontstaan in hoofde van de inrichter.
Aangezien de overnemer het pensioenstelsel overneemt ten opzichte van de
overgedragen werknemers, vindt geen uittreding uit het pensioenplan plaats
conform artikel 3, 1, 11, b), 3, van de WAP. Dat de overnemer de
overnameovereenkomst niet onderschrijft voor de toekomst, speelt daarbij
geen rol.
Met betrekking tot de overdracht van de rechten uit het verleden aan een
andere
pensioeninstelling
of,
in
voorkomend
geval,
verzekeringsovereenkomst, is de FSMA van oordeel dat dergelijke overdracht
geen afbreuk mag doen aan de solidariteit die vr de overdracht van
onderneming is ontstaan met betrekking tot die rechten uit het verleden. Dit
betekent
dus
dat
de
overdracht
aan
een
andere
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst geen einde mag stellen aan de
solidariteit die, op het moment van de overdracht, in hoofde van de andere
inrichters ten aanzien van de overgedragen werknemers bestond (zie ook
punt III, 4, C hierboven).
Parallel daarmee zal de vr de overdracht van onderneming ontstane
solidariteit in hoofde van de overdrager ten aanzien van de werknemers van
/ FSMA
/ FSMA
Danny Pieters
Hans Peeters
Werknemers
Yves Stevens
3.2.
Zelfstandigen
3.3.
DIBISS
Alex Burke
3.4.
Overheidspersoneel
Ria Janvier
4.
IGO
Yves Stevens
5.
Marc Morren
6.
6.1.
Paul Roels
11
6.2.
Actuarile aspecten
Patrick Marin
12
Actualiteitscollege
Docentenkorps
10
13
Lutgarde Sommerijns
14
2.
Ruimer kader
2.1.
2.2.
3.
Wettelijke pensioenen
3.1.
6.6.
6.7.
6.5.
Paul Roels
16
17
Lutgarde Sommerijns
15
Lokaal
Uren
Yves Stevens
1.
Data
Docent
College
nummer
Aantal
uren
College
6.8.
Paul Roels
Lutgarde Sommerijns
Kim De Witte
19
Danielle Pierreux
20
Fritz Potemans
21
18
Caroline Vandevelde
22
Lutgarde Sommerijns
23
24
Koen Magerman
25
26
Luc Vereycken
27
Yves Stevens
28
Luc Vereycken
29
Docentenkorps
30
Michal Mohr
31
Nan Torfs
32
33
Paul Schoukens
34
Jan Goeman
Koen Van Duyse
Marc Morren
Yves Stevens
4
2
2
2
35
36
37
38
Actualiteitscollege
7.
8.
Specifieke themata
8.1.
8.2.
X.
8.3.
8.3.1.
4
4
CYCLUSDAG 3
PLAATS
26 mei 2016
PRIJS
Volledige cyclus:
Niet-magistraten ( 250)
Magistraten ( 220)
2 dagen:
Niet-magistraten ( 205)
Magistraten ( 180)
1 dag:
Niet-magistraten ( 160)
Magistraten ( 140)
Inbegrepen: deelname, documentatie, verslagboek en
koffiepauze.
VERVOLMAKINGSCYCLUS
INSCHRIJVING
Inschrijven kan via de website: www.pvthemis.be.
Let op! Het aantal plaatsen is beperkt tot 200. Wij raden
u aan tijdig in te schrijven.
Wij sturen u na inschrijving een factuur. U hoeft pas
na ontvangst van die factuur te betalen.
ONTWIKKELINGEN
VAN DE
SOCIALE ZEKERHEID
2011-2016
BIJKOMENDE INLICHTINGEN
Instituut voor Sociaal Recht
Blijde-Inkomststraat 19 bus 3409
3000 Leuven
tel. 016 32 54 00
e-mail: isr@law.kuleuven.be
http://www.law.kuleuven.be/isr
OPZET
Voor de tiende maal reeds voor het eerst gebeurde dit in
1965 maakt het Instituut voor Sociaal Recht (ISR) van
de KU Leuven een balans op van de ontwikkelingen van
de sociale zekerheid (wat de wetgeving en de rechtspraak
betreft) in de voorbije periode van vijf jaar, ditmaal dus
voor de periode 2011-2016. Het ISR doet daarvoor een
beroep op een vijftiental specialisten uit de ambtenarij, de
magistratuur, de balie, de private sector en de universitaire kringen.
Op drie bijeenkomsten (van telkens een halve dag) worden de diverse socialezekerheidssectoren systematisch
overlopen.
In hun mondelinge uiteenzettingen leggen de sprekers
eigen accenten. Voor het verslagboek daarentegen streven
ze een volledig overzicht na, althans wat de relevante ontwikkelingen betreft. Zo vertoont het boek een hoge en
blijvende documentaire en doctrinaire waarde, dat
geplaatst naast de verslagboeken van de vorige cycli als
het ware een handboek over het socialezekerheidsrecht in
dynamisch perspectief vormt.
Traditiegetrouw wordt ernaar gestreefd zowel tegemoet te
komen aan de verlangens van de praktijkjuristen die met
het socialezekerheidsrecht worden geconfronteerd, als aan
de verzuchtingen van hen die zich beleids- of onderzoeksmatig interesseren aan het onderliggende ideengoed.
Zowel bij IGO als bij de Orde van Vlaamse Balies werd
een aanvraag tot erkenning ingediend.
CYCLUSDAG 1
CYCLUSDAG 2
12 mei 2016
19 mei 2016
12.30u: Onthaal
13.00u:
Evoluties in wetgeving en rechtspraak binnen het
Europees socialezekerheidsrecht
Paul SCHOUKENS, gewoon hoogleraar KU
Leuven, Instituut voor Sociaal Recht
13.50u: Sociale bescherming van het overheidspersoneel
Ria JANVIER, gewoon hoogleraar Universiteit
Antwerpen
14.50u: Koffiepauze
15.15u:
Toepassingsgebied en bijdrageregeling sociale
zekerheid voor werknemers
Ludo VERMEULEN, advocaat, plaatsvervangend
rechter arbeidsrechtbank Antwerpen
16.15u: Sociaal statuut zelfstandigen: toepassingsgebied,
Guido VAN LIMBERGHEN, Gewoon hoogleraar
Vrije Universiteit Brussel - advocaat
17.00u: Einde
12.30u: Onthaal
13.00u: De gezinsbijslagen 2011-2016: over rechtspraak,
wetgeving en bevoegdheidsoverdracht
Vanessa VERDEYEN, docent sociaal recht en zorgrecht, vrijwillig medewerker KU Leuven, Instituut
voor Sociaal Recht
13.40u: Banale, bekende en belangrijke gebeurtenissen in
het arbeidsongevallenrecht
Bruno LIETAERT, raadsheer Arbeidshof - lidHRJ
14.30u: Koffiepauze
14.55u: Tendensen in de werkloosheid
Dirk HEYLEN, advocaat, docent aan de AP
Hogeschool te Antwerpen en Werner WIJNANTS,
medewerker juridische dienst ACV provincie
Antwerpen
15.55u: Realisaties sector gezondheidszorg 2011-2015
Peter HANNES, Christelijke Mutualiteiten,
beleidsadviseur Zorg
16.45u: De uitkeringsverzekering voor werknemers en
zelfstandigen
Kelly REYNIERS, gastprofessor Universiteit
Antwerpen en Odisee
17.20u: Einde
DEELNEMERSLIJSTACTUALITEITSCOLLEGE
22maart2016
Awouters
Kristel
MarketingManager
AGInsurance
Baert
Jonas
JuniorWealthAdvisor
DeutscheBank
Bauwelinckx
Thierry
Actuaris
AdviesbureauInfactNV
Beirens
Iwein
Stafmedewerkerstudiedienst
ACVBIE
Beirlaen
Andy
EB
AllianzBeneluxnv
Betton
AnneCharlotte
Advocaat
YounityCVBA
Biebaut
Frans
Adviseur
ABVVMetaal
Billiet
Thiery
Principal
Mercer(Belgium)
Blanpain
Bruno
Advocaat
MVVP
Boelaert
Kathy
EmployeeBenefitConsultant
BELGIBO
Bollekens
Yves
Sectorconsulent
FondsvoordeDiamantnijverheid
Bollen
Katrien
Advocaat
Tiberghien
Bosmans
Ilse
Advocaat
IBLbvba
Burg
Sebastian
Advocaat
Baker&McKenzie
Buyck
Ignaas
Zaakvoerder
AccountantskantoorDecostere
Bylle
Bjrn
SeniorConsultant
AonBelgiumBVBA
Cammaert
Yves
Adviseur
Fedustria
Caproni
Marga
Advocaat
Loyens&LoeffAdvocatenCVBA
Caron
Mark
Interneauditor
VIVIUM
Cassette
Franois
HeadofProposals,Legal&ProductPortfolio
AGInsurance
Cauwenberghs
Steven
LegalConsultant,EBPensionConsultancy
VanbredaRisk&Benefits
Ceuterick
Alexis
SeniorCounsel
KratosLaw
Cloetens
Jo
LegalAdvisorEmployeeBenefits
AGInsurancenv
Cops
Luk
Zaakvoerder
ConsultantErgo
Coucke
Lizzie
ManagerR&D
BelfiusInsurance
Coudr
Karel
DirectorProductManagementLife
AXA
Coumans
Wim
Bestuurder
VRB
Covemaeker
Marjan
BelgiboNV
Crokaerts
Inge
Cuppens
Gert
EBConsultant
EmployeeBenefitsAccountManager
CorporateClients
Advocaat
Cuypers
Bart
ManagerMiddleMarket
AonBelgium
Danckaert
Marc
EmployerServicing
AllianzBeneluxnv
Dansercoer
Paul
Zaakvoerder
bvbaLVConsult
DeBackere
Dirk
SecretarisOndernemingsraadkbc
KBC
Debaere
Lucienne
Analyst
KBC
DeBruyn
Wendy
Adviseur
FBZELEKTRICIENS
Debusschere
Miek
Zaakvoerder
SimplexEmployeeBenefitsNV
DeBuyser
Wim
Bedrijfsjurist
NNBelgium
DeCaluw
Philippe
AccountmanagerLeven
deCeuster
Ludo
PersoneelsdienstHR
LCM
Vivium
CliffordChanceLLP
DeClercq
Luc
Lidwerkgroeppensioenen
NCK
Dedroog
Guy
DirectorCompensationandBenefits
JANSSENPHARMACEUTICA
Defrancq
Mariet
Studente
KULeuven
Degreeff
Wim
CommercieelMedewerkerEpmloyeeBenefits
ADDnv
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.
Delannoy
Catherine
Globalbenefitsmanager
NVBekaertSA
Delcon
Imelda
Advocaat
AdvocatenkantoorDelconImeldabvba
DeLepeleire
Valerie
DirectorBusinessDevelopment
SECUREXLEVEN
DeMarrez
Bernd
Advocaat
Eversheds
DeMeirleir
Danielle
Compensation&BenefitsSpecialist
Demol
Katrien
HRmedewerker
KatrienDemol
Demol
Philippe
MemberoftheBoard
IA|BE
Denayer
Stefan
Adj.directeursociaalbeleid
Essenscia
DePaep
Bert
Zaakvoerder
DPSVERZEKERINGEN
DeRidder
Caroline
Juriste
FSMA
DeRidder
Marc
SeniorConsultantEmployeeBenefits
AllianzBenelux
DeRijck
Anouk
Advocaat
Claeys&Engels
DeRoover
Evy
Advocaat
LIEDEKERKE
DeRop
Michiel
Dossierbeheer
DPSVERZEKERINGEN
DeSadeleer
Jeroen
AttachInterneControle
PDOS
DeSchamphelaere
Tom
SeniorConsultantEmployeeBenefits
AllianzBenelux
DeSmedt
Rudy
AdjunctDirecteur
FederaleVerzekering
DeSomviele
Isabelle
AdvocaatCounsel
Claeys&Engels
DeSurgeloose
Laurent
Advocaat
DLAPiper
DeVreese
Jurgen
Advocaat
Lydian
Devriendt
Katrien
ExpertArb.relaties&Verloningspolitiek
Eandiscvba
Deweerdt
Olaf
Juridischadviseur
Acerta
DeWilde
Marleen
Accountant&belastingsconsulent
LeenDeWildeBVovvBVBA
Dewispelaere
Anita
Bestuurder
Vennootschappen
deWit
Jan
Zaakvoerder
LifePlan
Didden
Bastiaan
Promovendus
UniversiteitMaastricht
Dierckx
Hilde
KadermedewerkerHRPolicies&StaffRelations
FSMA
Diesbecq
Nathalie
Jurist
ACVBoekhouding
Discart
Stijn
Advocaat
VanOlmen&Wynant
Duden
Elke
Advocaat
Linklatersllp
Everaert
David
GroupConsultant
DeltaLloydLife
Fort
Patrick
PensionFundBenefitsAdministrator
OFPShellBelgiumPensionFund
Fouquaert
Marleen
AccountManagerCorporateClients
Vivium
Franco
Heleen
Advocaat
Laga
Franois
Philippe
Advocaat
NautaDutilh
Fransolet
Bernard
Juristed'entreprise
Ethiassa
Frederickx
Jan
OperationsManager
PensioenfondsMetaalOFP
Geens
Jonas
AdviseurLeven
Lesseliers&Co
Geeroms
Greet
ManagerBeleid&StrategieLife
P&VVivium
Geukens
Ivan
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Gielen
Els
Projectleider
KBCVerzekeringenNV
Gieselink
Gerhard
Cordinator
FSMA
Gillemon
Pieter
Director
PwC
Goelen
Laura
Student
KULeuven
Goeman
Jan
PartnerTaxServices
PwCBelgiumbcvba
Goossens
Frank
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Goris
Luc
Advocaatmedewerker
TillemanvanHoogenbemt
Graindor
JeanPierre
Fiskaalraadgever
DIENSTENKANTOORGRAINDORJ.P.S.P.R.L.
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.
Hendrickx
Chantal
Advocaat
Vandendijk&Partners
Herremans
Astrid
Advocaat
Laga
Heylen
Barbara
Advocaat
Claeys&Engels
Heymans
Martine
HRPensions&Insurances
Siemens
Heyvaert
Silke
LegalConsultant
MercerRetirement
Jame
Miet
Advocaat
Janssen
Ellen
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Janssen
Steven
Algemeendirecteur
Sigedisvzw
Janssens
Gilva
Juridischadviseur
VlaamsParlement
Jonckers
Sofie
Medewerker
KULeuven,Verzekeringsdienst
Kelders
Stephanie
Dossierbeheerder
DPSVERZEKERINGEN
Keunen
Toon
Analist
Conac
Knoops
Sarah
Juridischenfiscaaladviseur
KBCVerzekeringenNV
Kramer
Sander
Studentassistent
UniversiteitMaastricht
Laeremans
Elise
Advocaat
YounityCVBA
Langenus
Greg
Directeur
AkkermansenPartners
Lateur
Soetkin
Advocaat
Advocaat
Lejeune
Benot
Taxadviseur
BelfiusInsuranceNV
Leukemans
Muriel
Cordinator
VZWSEFOCAM
Leunen
Hugo
Zaakvoerder
ConsultantErgo
Leuyckx
Ingrid
HRManager
QBERe(Europe)LtdSecuraBranch
Libbrecht
Yves
Accountmanager
AlliaNV
Linden
Julie
Student
KULeuven
Logghe
Paul
DirectorRetirementSolutions
TowersWatsonNV
Loones
Sylvianne
PensionManager
UnileverBelgiumPensionFund
Loos
Nancy
TechnischExpert
BaloiseInsurance
Loose
Mathias
SalesManager
AonBelgiumbvba
Lowyck
Anneleen
Juridischenfiscaaladviseur
KBCVerzekeringen
Mannaerts
Birgit
Advocaat
YounityCVBA
Marcelle
Vincent
Advocaat
Loyens&LoeffAdvocatenCVBA
Marien
Patrick
SeniorManagerClientRelationsPensionFunds
AonBelgiumBVBA
Mathues
Tania
AdjunctHoofdverzekeringsdienst
StafdienstenAlgemeenBeheer
McClymont
Michel
EmployeeBenefitsConsultant
Vivium
Melkebeke
Ignace
LidRvBPensioenfondsKBC
KBCOudenaarde
Meulemeester
Karen
Accountmanager
ADMBVerzekeringen
Michaux
Stphanie
ProfessionalSupportLawyer
Claeys&Engels
Michiel
Fissette
TechnicalAdvisor
AonHewitt
Michiels
Veerle
Jurist
SDWORXFORSOCIETY
Molog
Melfred
Bestuurder/VVDLeven
Palmersnv
Moreau
Michel
HeadofNewBusiness
AGInsurance
Mortier
Arne
Zaakvoerder
LifeExpertsbvba
Nagels
Laetitia
Advocaat
YounityCVBA
Nechelput
David
Zaakvoerder
Adviceplusbvba
Neetens
Stephan
Attachjurist
FODSocialeZekerheid
Neven
Rudi
Zaakvoerder
LifePlanBVBA
Nguyen
Frederic
ProductManagement,Tax&legal
Vivium
Niesten
Nomie
Expertsocialaffairs
Agoria
Onkelinx
Jos
Personeelsvertegenwoordiger
KBCGroup
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.
Papeleu
Johan
Zaakvoerder
JOPA4LIFECONSULTANCYBVBA
Peeters
Hans
Expert
FederaalPlanbureau
Peeters
Liesbeth
Advocaat
AdvocatenkantoorDeGanck
Peeters
Rudy
EmployeeBenefitsspecialist
ADDnv
Persoons
Geertrui
Student
KULeuven
Pierreux
Daniella
Attach
FODWASO
Pierssens
Ilse
Legalassistant
Linklatersllp
Pintelon
Olivier
StudiedienstBBTKABVV
BBTKABVV
Plas
Peter
Zaakvoerder
PanseguroBVBA
Pollaris
Kristien
HRmedewerker
Sibelga
Pollet
Jan
Zaakvoerder
FIDELIABVBA
Pollet
Lieven
Groupconsultant
DeltaLloydLife
Proesmans
Jan
Advocaat
Stibbe
Raes
Djasminca
Student
KULeuven
Ramaekers
Ine
LegalOfficer
Integralegvk
Remerie
Ann
Afgev.bestuurder
VerzekeringskantoorCoenen
Rietjens
Frank
AdviseurLevensverzekeringen
Assuralia
Roels
Paul
DocentLeergangPensioenrecht
KULeuven
Rossey
Nicolas
Legalexpert
WillisTowersWatson
Rossey
Nicolas
LegalExpert
WillisTowersWatson
Rossou
Johan
Zaakvoerder
LifePlan
Rutten
Mathieu
Pensioenambtenaar
Ruttens
Jan
SeniorManager
AonBelgiumBVBA
Salden
Karen
SupervisorPensioenfondsen
AonBelgium
Seghers
David
Jurist
SDWorxforsociety
Serraes
Kurt
AccountManagerCorporateClients
Vivium
Servaes
Karolien
Legal&Admin.
BsureLife
Sevens
Johan
SeniorLegalAdvisor
PensioPlus
Smets
Philippe
Consultant
Vereycken&Vereycken
Smets
Sofie
Juridischadviseur
KBCVerzekeringen(LEE)
Soetewey
Steve
ActuarisProces&Rapportering
BaloiseInsurance
Somers
AnneMie
Juriste
FederaleVerzekering
Sommerijns
Lut
Advocaat
BVBALutgardeSommerijns
Spileers
Jonathan
Zaakvoerder
JKFinance&Invest
Spileers
Kyrill
Zaakvoerder
JKFinance&Invest
Standaert
Vinciane
SeniorLegalExpert
GeneraliBelgium
Sterckx
Ivo
Zaakvoerder
TlatolliConsult
Stevens
Yves
Professor
KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht
Stryckers
Annemie
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Thienpont
Astrid
Juridischadviseur
StudiedienstABVV
Thiriar
Marie
Tax&Legal
AGInsurance
Thirion
Florence
Advocaat
Linklatersllp
Timmerman
Isabelle
Advocaat
ALTIUSCVBA
T'Jonck
Greet
Directeur
FSMA
Torfs
Filip
Hoofdlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Treunen
Tim
Advocaat
Tuttens
Jurgen
ConsultantLife&EB
ArachasComm.V.
vanAggelen
EmmaSuzanne
Studente
KULeuven
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.
VanAssche
Leen
Attachjurist
RSZ
Vanaverbeke
Luc
Advocaat
LinklatersLLP
VanBael
Johan
DirectorLargeBrokers&Corporate
DeltaLloydLifeN.V.
VanBeirendonck
Filip
Advocaat
Eubelius
Vanbets
Dominique
InternationalRemuneration&Benefits
AtlasCopco
Vanbuylen
Johan
Verantwoordelijke
PensioenfondsenNonProfit
VanCalster
Ivo
Servicemanager
SWIFT
VanCamp
Joris
Rechter
ArbeidsrechtbankAntwerpen
VanCauter
Sonja
PensionSpecialist
UnileverPensionFundUnion
VanColenberghe
Tamar
Advocaat
NautaDutilh
VanCompernolle
Marino
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
vanDaele
Sanne
Onderzoeker
KULeuvenFaculteitsocialewetenschappen
VanDamme
An
AdvocaatPartner
Claeys&Engels
Vandebergh
Lieve
Actuaris
KBCVerzekeringen
Vandebroek
Frederic
Student
KULeuven
VandeCalseyde
Tony
Advocaat
HERMANBUYSSENSB.V.B.A
VandenBossche
Koen
AdviseurLevenOndernemen
KBCBank
Vandenbriele
Eddy
Zaakvoerder
VervanFinvest
VandenBroeck
Bart
Bestuurder
Assurexcvba
VandenBroeck
Yann
Actuaris
AdviesbureauInfactNV
VandenDriessche
Karen
Advocaat
AdvocatenkantoorVandenDriesscheKaren
VandenEynde
Olivier
Zaakvoerder
Benevista
Vandenmeersche
Lieven
Zaakvoerder
eLVee
Vandenplas
Liesbet
Advocaat
Eubelius
Vandepitte
Goeffrey
Actuary
TowersWatsonNV
Vandeput
Marc
HoofdVerzekeringsdienst
KULeuven
VanderLinden
Philippe
EmployeeBenefitsConsultant
GeneraliBelgiumNV
Vandergucht
Sandra
Stafmedewerker
AcvcscMetea
Vandermeiren
Bart
DirecteurLeven
Assuralia
Vanderschelde
Franois
Gepensioneerde
Vanderstraeten
Sara
Advocaat
Baker&McKenzieCVBA
Vandevelde
Caroline
Adviseur
FSMA
VandeVelde
Elly
Docent
UHasselt
VanDievoet
Lieve
Actuaris
AdviesbureauInfactNV
VanDorst
Lynn
EmployeeBenefitsProductmanagement
Vivium
VanEesbeeck
Paul
Vennoot
Vereycken&VereyckenLegal
VanGastel
Ann
SeniorEmployeeBenefitConsultant
LifePlan
VanGenechten
Evy
Assistente
KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht
VanGrunderbeek
Ellen
AdviseurPensioenen,SocialeZakenenGezin
UNITASvzw
VanGulck
Wim
AccountManagerCorporateClients
Vivium
VanGutte
Karel
DeskundigeAanvullendePensioenen
VZWSIGEDIS
VanGysegem
Jan
AdvocaatVennoot
Claeys&Engels
Vanherck
Mischa
Medewerkerstudiedienst
AlgemeneCentraleABVV
vanHoof
Peter
Srriskexpert
ArgentaBVg
VanImpe
Marnik
SeniorAdvisor
PensioPlus
VanKerckhoven
Julie
Advocaat
KarinRasschaertBVBA
Vanlandeghem
Danielle
Insuranceconsultant
DPSVERZEKERINGEN
VanMaele
Emmanuelle
Tax&LegalEmployeeBenefits
AGInsurance
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.
VanOosterwijck
Femke
Student
KULeuven
VanSchoubroeck
Liesbeth
Advocaat
VanSchoubroeckadvocatenkantoorbvba
VanSeer
Adri
MedewerkerCommercieelLeven
EthiasNV
VanVlaenderen
Hilde
HeadofMarketDevelopment
AGInsuranceN.V.
VanWassenhove
Yves
Jurist
FSMA
VanWinkel
Gerda
KBCverzekeringen
VanZeghbroeck
Chris
Juriste
LBCNVK
Verbrugghe
Julie
Consultant
AkkermansenPartners
Verduyn
Barbara
ManagerPeopleAdvisoryServices
Ernst&YoungTaxConsultantsBCVBA
Vereycken
Luc
Vennoot
Vereycken&Vereycken
Verlinden
Ann
SeniorAdvisor
PensioPlus
Verlinden
Jos
Zaakvoerder
M&PCONSULT
Vermeir
Geert
Managerjuridischkenniscentrum
SDWorxforsocietyCVBAVSO
Vermeulen
Ludo
Advocaat
VermeulenHeylenMichielsDeGraeve
Verniers
Peter
Pensioenconsulent
Fediplusvzw
Vervoort
Dirk
AccountManager
AkkermansenPartners
Vervoort
Jan
ManagerBusiness&Strategie,Actuary
P&VVerzekeringen(KVgroepP&V)CVBA
Verwimp
Griet
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringen
Vinck
Jacques
AccountManagerCorporateClients
Vivium
Vinckier
Kris
EmployeeBenefitsCommercieelDirecteur
Vivium
Vingerhoets
Koen
Productbeheerderlevenondernemingen
KBCVerzekeringenNV
Vuurstaek
Valrie
Advocaat
Laga
Vuyts
Karla
Advocaat
Weckx
Edwin
ConsultantEB
Wemps
Welvaert
Evelyne
GlobalBenefitsAnalyst
AonHewitt
Werbrouck
Jakob
Assistent
KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht
Werniers
Arwen
Legalcounsel
AGInsurance
Willems
Febe
Student
KULeuven
Windmolders
Wim
Partneractuaris
Nexyan
Winnen
Jos
CommercieeladviseurLevenOndernemers
DirectieCommercieelBeleid
Witpas
Geert
ExpertLevenTechniek
BaloiseInsurance
Ysenbaert
Stefaan
ProductmanagerEBpensions
Allianzbeneluxnv
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.