Вы находитесь на странице: 1из 89

Deuittreding

Actualiteitscollege
LeergangPensioenrecht
Dinsdag22maart201618u30

FaculteitRechtsgeleerdheid
Tiensestraat41
3000Leuven

LokaalDV191.54

Actualiteitscollege
LEERGANG PENSIOENRECHT
Deuittreding

Inhoudsopgave

1. HoofdstukUittredingWAP

2. Presentaties
DeheerGerhardGieselink
MevrouwCarolineDeRidder
DeheerYvesVanWassenhove

3. DeontwerpcirculaireoverdeMIPs

4. Demededelingoverdeuittredingsfiche

5. VoorbeeldlessenroosterLeergangPensioenrecht

6. Folder vervolmakingscyclus Ontwikkelingen van de


socialezekerheid20112016

7. Deelnemerslijst

-1-

Hoofdstuk V Uittreding
Art. 29
Op het ogenblik van de uittreding mag geen enkele vergoeding of verlies van
winstdelingen ten laste worden gelegd van de aangeslotene, of van de verworven reserves
worden afgetrokken.
Art. 30
De inrichter is ertoe gehouden [in geval van uittreding] de tekorten van de verworven
reserves aan te zuiveren alsook de tekorten ten opzichte van de garanties, bedoeld in
artikel 24.
1ste lid gewijzigd bij artikel 59, 1 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
[De in het vorige lid bedoelde aanzuivering moet ten laatste verricht worden op het
moment dat n van de volgende gebeurtenissen zich voordoet : de overdracht van de
verworven reserves bedoeld in artikel 32, de pensionering of de opheffing van de
pensioentoezegging.]
2de lid ingevoegd bij artikel 59, 2 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
Art. 31
1. Na de uittreding van een werknemer stelt de inrichter uiterlijk binnen dertig dagen de
pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis.
De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving aan de
inrichter de volgende gegevens mee :
1 het bedrag van de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen
gewaarborgd met toepassing van artikel 24 ;
2 het bedrag van de verworven prestaties ;
3 de verschillende keuzemogelijkheden bedoeld in artikel 32, 1, met vermelding dat de
overlijdensdekking al dan niet behouden blijft [in geval van behoud van een
overlijdensdekking, het bedrag en het type ervan].
1, 2de lid, 3 gewijzigd bij artikel 4, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[4 indien zij berekend kunnen worden, het bedrag van de verworven prestaties indien de
aangeslotene opteert voor de keuzemogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
1, 2de lid, 4 ingevoegd bij artikel 4, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
De inrichter stelt de aangeslotene hiervan onmiddellijk in kennis. Deze kennisgeving
gebeurt schriftelijk of langs elektronische weg.
2. Indien de inrichter van de pensioentoezegging een rechtspersoon, bedoeld in artikel 3,
1, 5, a), is, dan dient de procedure bij uittreding te worden geregeld in de sectorale
collectieve arbeidsovereenkomst waarbij de pensioentoezegging wordt ingevoerd.
In afwijking van 1, eerste lid, mag de periode van kennisgeving tot ten hoogste n jaar
worden verlengd. Binnen diezelfde periode kan de aangeslotene evenwel zelf de
pensioeninstelling van zijn uittreding in kennis stellen. Na deze kennisgeving door de
aangeslotene zijn de bepalingen van 1, tweede lid en derde lid van toepassing.
Binnen diezelfde periode van kennisgeving kan de aangeslotene de pensioeninstelling
meedelen dat hij bij dezelfde pensioentoezegging aangesloten blijft. In dat geval is de
procedure bedoeld in artikel 32 niet van toepassing.

-2-

Art. 32
1. Bij uittreding heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden : 1
de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, overdragen naar de pensioeninstelling van :
a) ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft
gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die
werkgever ;
b) ofwel de nieuwe rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, 1, 5, a), waaronder de
werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien
hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon ;
2 de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst
onder de aangeslotenen in
verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels
vastgesteld door de Koning ;
3 de verworven reserves desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met
toepassing van artikel 24, bij de pensioeninstelling laten en naargelang zijn keuze :
a) zonder wijziging van de pensioen- toezegging ;
b) in de onthaalstructuur, bedoeld in 2 indien het pensioenreglement of de
pensioenovereenkomst erin voorziet.
[c) zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een
overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves ;
in dit geval worden de verworven prestaties herberekend in functie van de
verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking.]
1, eerste lid, 3, c) ingevoegd bij artikel 5, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
Wanneer de aangeslotene voor de mogelijkheid bedoeld onder 1 kiest, moeten de
nieuwe inrichter en de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter de overgedragen reserves
aanvaarden, en dat zonder kosten aan te rekenen voor de overdracht.
De overdrachten bedoeld in 1, 2 en 3, b) worden beperkt tot het gedeelte van de
reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan of dat niet werd
toegewezen in het kader van de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.
2. Het pensioenreglement of de pensioen- overeenkomst kan bepalen dat de reserves van
de aangeslotenen die hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in 1, 3, b) en de
overgedragen reserves van de pas aangeworven werknemers die hebben gekozen voor de
mogelijkheid bedoeld in 1, 1, worden ondergebracht in een onthaalstructuur.
De onthaalstructuur neemt de vorm aan van een verzekeringsovereenkomst,
onderschreven door de inrichter of van een bijzonder reglement binnen een
voorzorgsinstelling, [bedoeld in artikel 2, 1, van de wet van 27 oktober 2006
betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenen.]
2, 2de lid gewijzigd bij artikel 214, 1 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
De eventuele in de onthaalstructuur voorziene keuzemogelijkheden voor de aangeslotene
dienen duidelijk in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst te zijn bepaald.
3. De aangeslotene dient binnen 30 dagen na de in artikel 31, 1, derde lid, bedoelde
mededeling aan de inrichter of, indien zo bepaald in het pensioenreglement of de
pensioenovereenkomst,
aan de pensioeninstelling die hij verlaat, mee te delen welke
van de mogelijkheden, bedoeld in 1, hij kiest.

-3-

Wanneer de aangeslotene de in het eerste lid bedoelde termijn heeft laten verstrijken,
wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in 1, 3, a). Na
het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn van dertig dagen kan de aangeslotene
[in de 11 maanden die volgen opteren voor de mogelijkheid bedoeld in 1, eerste lid, 3,
c) of] te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een pensioeninstelling
bedoeld in 1, 1, 2 of 3, b).
3, 3de lid gewijzigd bij artikel 5, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24 december
2015
4. De Koning stelt de modaliteiten van de overdrachten vast.
[ 5. Artikel 27 van deze wet is van toepassing op de reserves die zijn overgedragen in
toepassing van 1, 2.]
5 ingevoegd bij artikel 214, 2 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
Art. 33
Na uittreding uit een pensioenstelsel, waarbij de werknemer ten minste 42 maanden was
aangesloten, kan hij van zijn nieuwe werkgever eisen dat deze bedragen van zijn loon
inhoudt en die doorstort aan de pensioeninstelling die hij daartoe heeft aangeduid,
voorzover bij die werkgever geen pensioentoezegging bestaat.
Deze stortingen mogen niet meer bedragen dan
1.500 EUR per jaar. Dit bedrag wordt gendexeerd volgens de bepalingen van artikel
178 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Dat bedrag wordt verminderd pro rata van de dagen van aansluiting bij een
pensioenstelsel tijdens hetzelfde jaar.
De krachtens het eerste lid gedane stortingen mogen niet afgetrokken worden van het
loon van de aangeslotene voor de toepassing van Deel Vijf, Titel 1, Hoofdstuk V
van het Gerechtelijk Wetboek.
[Artikel 27 van deze wet is van toepassing op de overeenkomst die met toepassing van
dit artikel is gesloten met de daartoe aangewezen pensioeninstelling].
5de lid vervangen bij artikel 215 van de wet van 27 oktober 2006 - BS 10 november
2006
[Art. 33/1
1. In de gevallen van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, en b), 2, wordt
de toepassing van de bepalingen van de artikelen 24, 29, 30, 31, 32 en 33 uitgesteld tot
de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering.
[In afwijking van het vorige lid, in de gevallen van uittreding zoals bedoeld in artikel 3,
1, 11, a), 2, en b), 2, kan de werknemer opteren voor de mogelijkheid bedoeld in
artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
1, 2de lid vervangen bij artikel 6, 1 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[]

-4-

1, 3de lid opgeheven bij artikel 6, 2 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
2. Wanneer het gaat om een inrichter bedoeld in artikel 3, 1, 5, a), deelt de
werkgever een geval van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, schriftelijk mee
aan de inrichter binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de uittreding.
De inrichter stelt op zijn beurt binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de in het
eerste lid bedoelde mededeling, de pensioeninstelling schriftelijk van het geval van
uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, a), 2, in kennis.
[De pensioeninstelling beschikt vervolgens over een termijn van dertig dagen om de
aangeslotene schriftelijk te informeren over de uittreding, het al dan niet behouden van de
overlijdensdekking en van zijn recht, overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, om te
opteren voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
2, 3de lid vervangen bij artikel 6, 3 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[Wanneer de aangeslotene een termijn van dertig dagen heeft laten verstrijken na het
versturen van de informatie door de pensioeninstelling zoals bedoeld in het derde lid,
wordt hij verondersteld niet geopteerd te hebben voor de mogelijkheid bedoeld in artikel
32, 1, eerste lid, 3, c). De aangeslotene behoudt evenwel het recht om te opteren voor
de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c) gedurende een bijkomende
termijn van 11 maanden.]
2, 4de lid vervangen bij artikel 6, 4 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
3. Wanneer het gaat om een inrichter bedoeld in artikel 3, 1, 5, b), deelt de
inrichter een geval van uittreding bedoeld in artikel 3, 1, 11, b), 2, schriftelijk mee
aan de pensioeninstelling binnen een termijn van dertig dagen die volgt op de uittreding.
[De pensioeninstelling beschikt vervolgens over een termijn van dertig dagen om de
aangeslotene schriftelijk te informeren over de uittreding, het al dan niet behouden van de
overlijdensdekking en van zijn recht, overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, om te
opteren voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c).]
3, 2de lid vervangen bij artikel 6, 5 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december 2015
[Wanneer de aangeslotene een termijn van dertig dagen heeft laten verstrijken na het
versturen van de informatie door de pensioeninstelling zoals bedoeld in het tweede lid,
wordt hij verondersteld niet geopteerd te hebben voor de mogelijkheid bedoeld in artikel
32, 1, eerste lid, 3, c). De aangeslotene behoudt evenwel het recht om te opteren voor
de mogelijkheid bedoeld in artikel 32, 1, eerste lid, 3, c) gedurende een bijkomende
termijn van 11 maanden.]]
3, 3de lid vervangen bij artikel 6, 6 van de wet van 18 december 2015 - BS 24
december2015
Artikel ingevoegd bij artikel 60 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014
[Art. 33/2
1. De inrichters van een multi- inrichterspensioenstelsel kunnen een overeenkomst
sluiten waarvan het voorwerp is de gevolgen op te heffen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst van een aangeslotene bij een inrichter van een multi-

-5-

inrichterspensioenstelsel, anders dan door overlijden of pensionering, die een nieuwe


arbeidsovereenkomst
sluit
met
een
inrichter
die aan hetzelfde multiinrichterspensioenstelsel deelneemt.
2. De in de vorige paragraaf bedoelde overeenkomst regelt de overname van het
geheel van de rechten en verplichtingen van de inrichter die door de aangeslotene verlaten
wordt, door de inrichter die de door de aangeslotene vervoegd wordt, met inbegrip van de
garanties bedoeld in artikel 24.
De modaliteiten van deze overname worden door deze overeenkomst bepaald.
De in de eerste paragraaf bedoelde overeenkomst en de door haar bepaalde overname
van alle rechten en verplichtingen kunnen aan de aangeslotenen worden
tegengeworpen. Tegenover de inrichter die hij vervoegt, kan de aangeslotene alle
aanspraken laten gelden die hij kon laten gelden tegenover de inrichter die hij verlaat. De
inrichter die door de aangeslotene verlaten wordt, blijft evenwel hoofdelijk aansprakelijk
ten opzichte van de aangeslotene in geval van niet- nakoming door de inrichter die door
de aangeslotene vervoegd wordt.
3. De aangeslotene moet, binnen de dertig dagen die volgen op de overname van de
rechten, schriftelijk worden genformeerd over deze overname en al haar gevolgen. Deze
informatie moet in het bijzonder aangeven dat de overname voor de aangeslotene geen
enkele wijziging van zijn pensioentoezegging met zich brengt en dat alle rechten en
verplichtingen die uit het pensioenstelsel voortvloeien in hun geheel worden
overgenomen door de inrichter die hij vervoegt vanaf de datum van de overname. Er
wordt tevens meegedeeld dat de inrichter die hij verlaat, hoofdelijk aansprakelijk blijft in
geval van niet-nakoming door de inrichter die hij vervoegt.
De overeenkomst bepaalt wie deze informatie aan de aangeslotene bezorgt, de inrichter
die de aangeslotene verlaat, de inrichter die de aangeslotene vervoegt of de
pensioeninstelling.]
Artikel ingevoegd bij artikel 61 van de wet van 15 mei 2014 - BS 19 juni 2014

21/03/2016

Uittreding
Eenbegripinbeweging

Leergangpensioenrecht:actualiteitscollege22maart2016
GerhardGieselink
CarolineDeRidder
YvesVanWassenhove

I.

Evolutievanhetuittredingsbegripenderolvande
FSMA
II. Onderzoeknaardeinformatieverschaffingbij
uittreding
III. Multiinrichterspensioenstelsels(MIPS)

Evolutievanhetuittredingsbegripende
rolvandeFSMA
GerhardGieselink

21/03/2016

Belangvanhetuittredingsbegrip
Functie
Referentiepuntvoordeberekeningvanonderlingerechtenen
verplichtingen
Verleentbeschikkingsrechtaandeaangeslotene
Inherentaanonsmodelvanaanvullendepensioenen:
Gekoppeldaandearbeidsrelatie
Decentraalingerichtenbeheerd
Verworvenrechten
Reservevorming
4

Overzicht

Terugblikop20jaarevolutie
Wanneeriseruittreding(enwanneerniet)?
Degevolgenvanuittreding
Dekeuzemogelijkhedenbijuittreding
ToezichtdoordeFSMA

Eenbegripinbeweging

2016
2014
2007
2004

WIBP

Wet18/12/2015

Wetdiverse
bepalingen

WAP
1996
Wet
Colla

21/03/2016

Eersteetappe:WetColla
Beperkttotondernemingspensioenen
Noggeennotieuittreding
eindevandearbeidsovereenkomstandersdandoor
overlijdenofpensionering
Procedure:3x30dagen
3keuzemogelijkheden:
Achterlaten:premievrijeaanspraak:default
Overdragennaarnieuwewerkgever
K.B.69

Tweedeetappe:WAP
Uitbreidingnaarsectoralepensioenstelsels
Introductievannotieuittreding
Sectoren:geenuittredingindiennieuweAOKmet
anderewerkgeverondertoepassingsgebied
Bijkomendekeuzemogelijkheid:deonthaalstructuur

Derdeetappe:WIBP(27/10/2006)
Regelingvoortransfervanwerknemersinhetkader
vaneenovergangvanonderneming

21/03/2016

Vierdeetappe:Wetdiversebepalingen
2014
1. Uitbreidingnaargevallenvanbeindigingactieve
aansluitingzonderbeindigingvande
arbeidsovereenkomst
1. Nietlangervoldoenaandeaansluitingsvoorwaarden
2. Werkgevervaltnietlangeronderhettoepassingsgebied
vandesectoralecao

2. Uitzonderingvoortransfersinhetkadervaneen
Multiinrichterspensioenstelsel(MIPS)met
uittredingsovereenkomst

10

5e Etappe:wet18/12/2015
Nieuwekeuzemogelijkheid:zondereenandere
wijzigingdaneenoverlijdensdekkingdieovereenstemt
methetbedragvandeverworvenreserves
Meerinformatieoverdeoverlijdensdekkingopde
uittredingsfiche

11

Wanneeriseruittreding?
eindeArbeidsovereenkomst

eindeActieveaansluiting

12

21/03/2016

EindeAOK
Overlijden
Pensionering
U
I
T
T
R
E
D
I
N
G

Ondernemings
pensioen

Overgangondernemingzonder
overnamepensioentoezegging

Eindeactieve
aansluiting

MIPSmetUOK

13

EindeAOK

Sectorpensioen

Overlijden
Pensionering
U
I
T
T
R
E
D
I
N
G

Werkgevervaltnietlanger
onderdesectoraleCAO

Eindeactieveaansluiting

NieuweAOKbijandere
deelnemendewerkgever
MIPSmetUOK
14

BeindigingAOKandersdandoor
overlijdenofpensionering
Pensioneringgeengrondvoorbeindigingvande
arbeidsovereenkomst
Minderproblematischondernieuwewetgeving:
Pensioneringisduidelijkgedefinieerd:opnamewettelijk
pensioen
Pensioneringleidtsteedstotuitbetalingvanhetaanvullend
pensioen
Pensioeninstellingwordtvoorafgaandelijkopdehoogte
gebrachtvandepensionering(art.27)
Pragmatischcriterium?:elkebeindigingAOKtenzijde
pensioeninstellingopdehoogtewerdgebrachtvande
pensionering
15

21/03/2016

Overgangvanonderneming
CAO32bis:arbeidsovereenkomstlooptdoor,maargeldtniet
vooraanvullendpensioen
Metalgemenerechtsopvolging(bv.fusie)
Aansluitinglooptverder
Zonderalgemenerechtsopvolging(verkoopvanactiva)
1. Nieuwewerkgeverneemtpensioenstelselover
Geenuittreding
2. Nieuwwerkgeverneemtpensioenstelselnietover
Uittreding
Noodzakelijkdatpensioenverplichtingenookvoorhetverleden
wordenovergenomen

16

Beindigingactieveaansluiting
Onderneming+sector
Bv.functiewijziging
Uittredinglight:gevolgenuitgesteldtotbeindiging
arbeidsovereenkomst
Quidbijstopzettingvanhetplan?Metverliesvan
overlijdensdekking?

17

Werkgevervaltnietlangeronder
toepassingsgebiedsectoraleCAO
1. Veranderingvanparitaircomit(verandering
activiteit,herkwalificatie)
2. Overgangvanonderneming
Quid:optingout?
Actieveaansluiting(bijsectoraalplan)houdtop
Maar,werkgevervaltnogsteedsonder
toepassingsgebiedCAO

18

21/03/2016

Degevolgenvanuittreding
Vaststellingvanpensioenrechten(enverplichtingen)
Verworvenprestatie:rechtopeindleeftijd
Rendementsgarantie:referentiebedragvoor0%garantie

Aanzuivering
Informatieverstrekking:deuittredingsfiche
Beschikkingsrechtmetbetrekkingtotdeverworven
reserve
Rechtopindividuelevoortzetting

19

Bijzondergeval:Uittredinglight
Uitsluitendbijeinde(actieve)aansluitingwegensniet
langervoldoenaandeaansluitingsvoorwaarden
Bepaaldegevolgenwordenuitgesteldtotbijheteinde
vandearbeidsovereenkomst
Uittredingsfiche
Rechtopoverdracht
Rendementswaarborglooptdoor

Alternatievekennisgevingsprocedure
nietzolightingevalvansectorstelsel

20

Aanzuiveringsplicht
Vreemdeeendindebijtbinnendesocialewetgeving
Wetdiversebepalingen2014:uitsteltotmomentvan
opeisbaarheid:
Pensionering
Reserveoverdracht

Louterbevestigingvandeeindverantwoordelijkheid
vandeinrichter
Geenimpactopderechtenvandeaangeslotene
voorheen:aanzuiveringinfinancieringsfonds/vrijereserve

21

21/03/2016

Keuzemogelijkhedenbijuittreding
Pensioeninstelling
nieuweinrichter

Overdragen

Onthaalstructuur

K.B.69
Reserves

Zonderwijziging
Achterlaten
Overlijdensdekking
=verworven
reserve

22

Achterlateninhetpensioenplan
Deregelsvanhetpensioenstelselblijvengelden
Allegarantiesenverantwoordelijkhedenblijvenvan
kracht:

Verworvenprestatie
Rendementswaarborg(0%)
Eindverantwoordelijkheidinrichter
Verzekeringstarieven

Overlijdensdekkingvaltsomsweg(vooralDB)

23

Reservesoverdragen(onthaalstructuur,
K.B.69,nieuwewerkgever)
Debandmethetoorspronkelijkepensioenplanwordt
doorgeknipt
Debandmetdeinrichterwordtdoorgeknipt
Verworvenprestatie
Rendementsgarantie
Verzekeringstarief

Keuzevooroverlijdensdekking
Mogelijkheidomreservestecentraliseren

24

21/03/2016

Overlijdensdekking=verworvenreserve
Doel:alternatiefbiedenindienoverlijdensdekking<
verworvenreserve
Maar:bepalingheeftalgemenedraagwijdte!
Zondereenanderewijzigingdanhetbehoudvaneen
overlijdensdekking

Verantwoordelijkheidinrichter
(Herrekende)verworvenprestatie
Rentevoeten
Rendementsgarantie

Uitdrukkelijkekeuze(geendefault)
Uittredingvanaf1/1/2016
25

Berekening
Verworven prestatie

Herrekendeverworvenprestatie

Verworven reserve

Moetwordenvermeldopuittredingsfiche
Quidplannenzondersterftetafel?
26

Verhoudingverworven
prestatie/herrekendeverworvenprestatie
(MR/FR,prestatieop65)
105
100
95
man

90

vrouw
85
80
75
25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65

27

21/03/2016

Toezichtopaanvullendepensioenen
Prudentilewetgeving
IBP FSMA
Verzekeraar NBB

Socialewetgeving
FSMA

28

Kanteljaar2015
Adhoctoezicht

Systematischsociaaltoezicht
Proactieveenhorizontaleaanpak
Gespecialiseerdeequipe
29

4speerpunten

Informeren

Controleren

Reguleren

Klachten
behandelen

10

21/03/2016

1.Controleren
Thematischeaanpak
2hoofdthemasin2015:
1. RapporteringaanSIGeDIS
Conditiosinequanonvoortoezicht
Gelijkebehandelingvanallespelers
Ookaspectinformatieverstrekking

2. AanvullendPensioenen
Ontslag

Ondermeer:onderzoek
vandeinformatiebij
uittreding

31

2.Informeren
Niveau1

Laagdrempelige
basisinformatievoorhetgrote
publiek

Niveau2

Praktischbruikbareinformatie
voordeaanvullende
pensioenconsument

WebsiteFSMA
consumenten

Niveau3

Guidancevoor
pensioeninstellingenen
inrichters

WebsiteFSMA
toezicht

Wikifin

32

14April2011

Name of Presentation

33

11

21/03/2016

14April2011

Name of Presentation

34

3.Reguleren
Doel:
Vergrotenvoorspelbaarheidvanhettoezicht
Uniformetoepassingvandewetgeving
Beschermingaangeslotenen
Levelplayingfield

GradueleontsluitingdoctrinevandeFSMA
Rubriek StandpuntenvandeFSMA

Somsookbehandelingvaneenthemainzijntotaliteit,
viacirculaire
Bv.OntwerpcirculaireMIPS

35

36

12

21/03/2016

37

38

Onderzoeknaarde
informatieverschaffingbijuittreding
YvesVanWassenhove

13

21/03/2016

Inhoud
1.

Inleiding

2.

Tijdigheid

3.

Verplichte vermeldingen

4.

Algemene opmerkingen m.b.t.duidelijkheid ennauwkeurigheid

5.

Besluit

Informatie bij uittreding

40

Name of Presentation

41

1.Inleiding

Wettelijk kader informatie bij uittreding


Hoofdstuk V WAP: Uittreding
Informatieplicht:
Verworven reserves, desgevallend
aangevuld tot de rendementsgarantie
Verworven prestaties (nieuwe keuzemogelijkheid kan leiden tot de
berekening van een tweede verworven prestatie)
Wettelijke keuzemogelijkheden
lot overlijdensdekking
Nieuwe keuzemogelijkheid ingevoerd door de Wet van 18 december 2015

Timing: dubbele termijn van 30 dagen


+ 30 dagen voor de aangeslotene (maar keuze niet definitief)
+ 11 maanden voor de nieuwe keuzemogelijkheid (wel definitief verval hierna)

Art. 415 KB WAP:


communicatie met betrekking tot aanvullende pensioenen:
in duidelijke en nauwkeurige bewoordingen opgesteld
Informatie bij uittreding

42

14

21/03/2016

Methodologie controleactie
Startpunt: DB2P
Steekproef
Enkel verzekeraars
Kwantitatief argument
Efficient gebruik beschikbare middelen

Selectie 100 uittredingen


Enkel collectieve ondernemingsstelsels
Bij voorkeur twee verschillende regelingen per verzekeraar (DB & DC)
Bij voorkeur geen eigen personeel

Informatie bij uittreding

43

Name of Presentation

44

Informatie bij uittreding

45

2.Tijdigheid

Tijdigheid:inrichters >verzekeraar

15

21/03/2016

Tijdigheid:Verzekeraar >inrichters

Informatie bij uittreding

46

Informatie bij uittreding

47

Tijdigheid:Totaledoorlooptijd

Tijdigheid:conclusie (?)

MAAR:Bij7vande17instellingenwerddeuittredingsfiche
bijmeerdandehelftvanhungecontroleerdeuittredingen
laattijdigopgesteld

Informatie bij uittreding

48

16

21/03/2016

3.Verplichtevermeldingen

Name of Presentation

49

Verplichte vermeldingen verworven rechten

Verworven reserves
Terminologie
verschillende termen
wiskundige reserves

DBplannen: WAP vs. verzekeringstechnische reserves


Rendementsgarantie:
Soms vermeld, maar zonder extra kadering
Als slechts 1 bedrag wordt gegeven > melden of er rekening gehouden
werd met rendementsgarantie

Informatie bij uittreding

50

Verplichte vermeldingen verworven rechten


Verworven prestaties
Terminologie (verschillende termen, WAP vs. verzekeringstechnisch)
Prognose, raming etc.: enkel indien er geen verworven prestaties
berekend kunnen worden
Verworven prestaties als rente
Tijdstip uitbetaling pensioenkapitaal
Nieuw: Het bedrag van de verworven prestaties in het geval de
aangeslotene zou opteren voor de keuzemogelijkheid om de
verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten zonder een
andere wijziging van de pensioentoezegging dan een
overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de
verworven reserves (W. 18 december 2015)

Informatie bij uittreding

51

17

21/03/2016

Verplichte vermeldingen keuzemogelijkheden


Keuzemogelijkheden
Niet steeds alle keuzemogelijkheden gegeven
Antwoordformulier
Nieuw: extra keuzemogelijkheid: bij de pensioeninstelling laten
zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een
overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de
verworven reserves (W. 18 december 2015)

Voorwaarden aan keuzemogelijkheden


Voldoende uitleg bij de keuzemogelijkheden
Vb. onthaalstructuur: nieuwe contractuele voorwaarden (+ waar
te verkrijgen), wijziging pensioenleeftijd(?), concrete bedragen,
medische voorwaarden
Vb. KB69instelling: uitleg + lijst website FSMA + benodigde
informatie
Vb. betrokkenheid exwerkgever duiden (onthaalstructuur)
Informatie bij uittreding

52

Verplichte vermeldingen keuzemogelijkheden


Keuzemogelijkheden
Overlijdensdekking
Bij een aantal verzekeraars zelfs niet bij de opties behoud en
onthaalstructuur vermeld
KB69instelling en pensioeninstelling nieuwe werkgever: expliciet
melden
Nieuw: in geval van behoud van de overlijdensdekking, het
bedrag en type ervan (Wet 18 december 2015)

Defaultoptie na 30 dagen: Behoud van de bestaande


pensioentoezegging
MAAR DAN OOK behoud recht op overdracht melden!
Nieuw: extra 11 maanden voor behoud pensioentoezegging met
overlijdensdekking gelijk aan de verworven reserves

Informatie bij uittreding

53

Verplichte vermeldingen keuzemogelijkheden


Keuzemogelijkheden
Kosten
Zelden toelichting (Vb. Geen kosten aan te rekenen bij
overdracht naar pensioeninstelling van de nieuwe werkgever)

Sturing keuze
Niet alle keuzemogelijkheden
Suggestief taalgebruik
Enkel verwijzen naar eigen KB69instelling

Aanbod tot individuele bijstorting


Duidelijk
te
onderscheiden
van
de
keuzemogelijkheden voor de verworven reserves
Geen tweede pijler => fiscale implicaties

wettelijke

Voorschot/verpand deel
Waarschuwen: Overdracht mogelijk beperkt tot onverpand deel
Informatie bij uittreding

54

18

21/03/2016

4.Algemeneopmerkingenm.b.t.
duidelijkheidennauwkeurigheid

Name of Presentation

55

Algemeen duidelijkheid ennauwkeurigheid

Vermelding gegevens gebruikt voor de berekeningen


Persoonlijk aanspreekpunt
Pertinente en concrete informatie

Opgelet met standaardclausules


Herhaling informatie
Te summiere informatie
Jargon

Informatie bij uittreding

56

Name of Presentation

57

5.Opvolging

19

21/03/2016

Opvolging

Traject per pensioeninstelling: actieplan


algemene mededeling:
leidraad bij het opstellen van een uittredingsfiche
Rekening houdend met de nieuwe wettelijke regels:
vervolgtraject in 2016

Informatie bij uittreding

58

Multiinrichterspensioenstelsels(MIPS)
CarolineDeRidder

Name of Presentation

59

Een beindiging vande


arbeidsovereenkomst zonder uittreding
Beindiging vande
arbeidsovereenkomst
Uitzondering:
sectorplan+MIPS

UITTREDING

Multiinrichte rs pensioenstelsels

60

20

21/03/2016

Inleiding
MIPS bestonden al voor de wet van 15 mei 2014 maar
geen wettelijk kader
Doel: bij (individuele) intragroep transfers, vermijden
dat de beindiging van de AO aanleiding geeft tot een
uittreding (geen pensioenbreuk bij DBplan)
Dewet 15mei 2014voorziet een wettelijk kader
veel praktische vragen Ontwerpcirculaire FSMA

Multiinrichte rs pensioenstelsels
61

Inhoud

Kenmerken
Documenten
Gevolgen
Solidariteit
Quidbij opeenvolging vaninrichters?
Quidals n inrichter nietlangerdeelneemt?
Quidingeval vanoverdracht vanonderneming?

Multiinrichte rs pensioenstelsels

62

Geen uittreding:wanneer?
Inrichter 1

Inrichter 2

Inrichter 3

uittredingsovereenkomst

Identiek
pensioenstelsel

Identiek
pensioenstelsel

Identiek
pensioenstelsel

Multiinrichte rs pensioenstelsels

63

21

21/03/2016

1.Kenmerken
Een identiek pensioenstelsel
= hetzelfde pensioenstelsel met uitzondering van
bepalingen specifiek aan elke inrichter (naam, adres, )
FSMA:

Moet identiek blijven in de tijd


Inwerkingtredingsdatum mag verschillend
zijn
Mag gesloten zijn bij n inrichter
Multiinrichte rs pensioenstelsels

64

1.Kenmerken (vervolg)
Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende
inrichters
FSMA:

n inrichter peraangeslotene

Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde


pensioeninstelling(en)

Multiinrichte rs pensioenstelsels

65

2.Documenten
Een multiinrichterspensioenreglement
n gemeenschappelijk pensioenreglement OF n
reglement per inrichter
Een uittredingsovereenkomst?
Indien geen uittreding
Deovereenkomst maakt deel uit vanhet
pensioenreglement
Inhoud: cf. art. 33/2, 2 WAP
Multiinrichte rs pensioenstelsels

66

22

21/03/2016

3.Gevolgen
Overname van de rechten en verplichtingen door de
nieuwe inrichter
De inrichter die wordt verlaten blijft solidair indien de
nieuwe werkgever zijn verplichtingen niet nakomt

Multiinrichte rs pensioenstelsels

67

4.Solidariteit
Welke solidariteit?
Art. 33/2, 2 WAP: in geval van nietnakoming door de
inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit
FSMA:

Hoofdelijke solidariteit in hoofde van de


inrichter(s) die wordt (worden) verlaten

Multiinrichte rs pensioenstelsels

68

4.Solidariteit (vervolg)
Omvang vandesolidariteit
FSMA:

enkel op verplichtingen/pensioenrechten
zoals ze bestaan op het moment van de
overgang naar de nieuwe inrichter:

DBplan: VR en VP op moment beindiging van de AO


DC zonder rendement: wettelijke rendementswaarborg op
moment van beindiging van de AO
DC met rendement: conv. rendementswaarborg op bijdragen
m.b.t. tewerkstelling vr overgang (+ wet. rendement)
CB: VR en VP op moment beindiging van de AO (+ wet.
rendement)
Multiinrichte rs pensioenstelsels

69

23

21/03/2016

5.Quidbij opeenvolging vaninrichters?


Inrichter
1
500

Inrichter
2
300

Inrichter 3
200

Inrichter 4
100

WG4 heeft alle rechten en verplichtingen overgenomen:


verantwoordelijk voor alles 1100
WG3 is hoofdelijk aansprakelijk voor pensioenrechten opgebouwd
bij hem + overgenomen rechten (WG2+WG1) 1000
WG2 is hoofdelijk aansprakelijk voor pensioenrechten opgebouwd
bij hem + overgenomen rechten (WG1) 800
WG1 is hoodelijk aansprakelijk voor pensioenrechten opgebouwd
bij hem 500
Multiinrichte rs pensioenstelsels

70

6.Quidals n vandeinrichters nietlanger


deelneemt?
Situatie 1:Inrichter blijft indeMIPSmaarnietmeer
gebonden door deuittredingsovereenkomst
Gevolg:uittreding indetoekomst
FSMA:

Wijziging vandepensioentoezegging
Geldt enkel voor detoekomst
Geen gevolg voor deovergangen vanhet
verleden
Multiinrichte rs pensioenstelsels

71

6.Quidals n vandeinrichters nietlanger


deelneemt?(vervolg)
Situatie 2:Inrichter verlaat deMIPSvoor detoekomst
engeen overdracht vanactiva
Gevolg:uittreding indetoekomst
FSMA:

Wijziging vandepensioentoezegging
Geldt enkel voor detoekomst
Geen gevolg voor deovergangen vanhet
verleden
Multiinrichte rs pensioenstelsels

72

24

21/03/2016

6.Quidals n vandeinrichters nietlanger


deelneemt?(vervolg)
Situatie 3: Inrichter verlaat deMIPSvoor detoekomst
enwil ook activaoverdragen
Ishetmogelijk?
FSMA:

Ja opvoorwaarde dat desolidariteit voor


hetverleden nietwordt beindigd

Multiinrichte rs pensioenstelsels

73

7.Quidingeval vanoverdracht van


onderneming?
Situatie 1: overdracht van aandelen geen
(rechtstreeks) gevolg op de MIPS
Situatie 2: splitsing/fusie waarbij het volledig
vermogen wordt overgenomen universele
overdracht ook het MIPS ook de solidariteit
geen (rechtstreeks) gevolg op de MIPS

Multiinrichte rs pensioenstelsels

74

7.Quidingeval vanoverdracht van


onderneming?(vervolg)
Situatie 3:Overdracht vanactivawaarin het
pensioenstelsel nietwordt overgedragen uittreding
Situatie 4:Overdracht vanactivawaarin het
pensioenstelsel wordt overgedragen:
Nieuwe WGwordt inrichter MIPS+onderschrijft de
uittredingsovereenkomst
Nieuwe WGwordt inrichter MIPSmaaronderschrijft de
uittredingsovereenkomst niet
Nieuwe WGwordt inrichter maarneemt nietdeel aan de
MIPS
FSMA: Geen uittreding
Overdracht vanactivamogelijk indiensolidariteit
wordt behoud
Multiinrichte rs pensioenstelsels

75

25

21/03/2016

Conclusie
Consultatieronde overdeontwerpcirculaire liep tot
eind januari:reacties
Vooral:moeilijk wanneer een inrichter deMIPS
verlaat/overdracht vanonderneming
FSMA:circulairefinaliseren

Multiinrichte rs pensioenstelsels

76

26

Circulaire

ONTWERP van 30/11/2015

Wet betreffende de aanvullende pensioenen multi-inrichterspensioenstelsels

Toepassingsgebied:
De multi-inrichterspensioenstelsels als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de
aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP).
Samenvatting/Doelstellingen:
De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (hierna wet van 15 mei 2014) heeft met name
het begrip uittreding in de WAP gewijzigd. Dat begrip houdt voortaan ook rekening met de multiinrichterspensioenstelsels.
Deze circulaire legt uit hoe de FSMA de bepalingen van de WAP over de multiinrichterspensioenstelsels, inzonderheid artikel 3, 1, 11 en 25, artikel 5, 2/1 en artikel 33/2, zal
interpreteren bij de uitoefening van haar toezicht.
Zij beschrijft de verwachtingen van de FSMA in verband met de praktische toepassing van die
wettelijke bepalingen.
Structuur:
INLEIDING
I.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
A. Identiek pensioenstelsel
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
2. Het multi-inrichterspensioenreglement

II.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL ZONDER OVERNAMEOVEREENKOMST

III.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL MET OVERNAMEOVEREENKOMST


1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
B. Inhoud van de overeenkomst
C. De overeenkomst maakt integraal deel uit van het pensioenreglement

Congresstraat 12-14

1000 Brussel

T +32 2 220 55 50

F +32 2 220 58 19

/ www.fsma.be

2/23 / ONTWERP van 30/11/2015

2. Solidariteit tussen de inrichters


A. Aard van de solidariteit
B. Omvang van de solidariteit
C. Twee opeenvolgende inrichters
D. Opeenvolging van inrichters
3. Informatieverstrekking aan de aangeslotenen
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de
overnameovereenkomst of het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel
toepassen maar wenst niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel
voor de toekomst, zonder overdracht van de reserves
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel
voor de toekomst en wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel
zijn opgebouwd voor het verleden, overdragen aan een andere
pensioeninstelling
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van
onderneming
A. Een overdracht van aandelen
B. Een splitsing of fusie van ondernemingen
C. Een overdracht van activa
INLEIDING
De wet van 15 mei 2014 heeft het in artikel 3, 1, 11, van de WAP bedoelde begrip uittreding
gewijzigd.
Er is sprake van een uittreding:
-

hetzij bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst in de in de WAP bedoelde


omstandigheden;

hetzij aan het einde van de aansluiting omdat de werknemer de aansluitingsvoorwaarden


niet langer vervult;

hetzij bij de overdracht van een werknemer in het kader van een overdracht van
onderneming wanneer het pensioenstelsel niet door de overnemer wordt overgenomen.

In deze circulaire komt enkel het eerste van voornoemde gevallen van uittreding aan bod, nl. de
uittreding bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst. Artikel 3, 1, 11, van de WAP, als
gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014, omschrijft wat voortaan in die context geldt:
a) Wanneer de inrichter een rechtspersoon bedoeld in 5, a) is: () de beindiging van de
arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een
uittreding beschouwd, de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door
/ FSMA

3/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst
met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel valt
als dat van de vorige werkgever, op voorwaarde dat er in het geval van een multiinrichterspensioenstelsel een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname
van de rechten en verplichtingen regelt;
b) Wanneer de inrichter een werkgever is: () de beindiging van de arbeidsovereenkomst,
anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd,
de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die
wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die
deelneemt aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel als dat van de vorige werkgever, op
voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt;.
Die nieuwe inhoud van het begrip uittreding doet op verschillende vlakken interpretatievragen
rijzen.
I.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden

In artikel 3, 1, 25, van de WAP wordt een multi-inrichterspensioenstelsel gedefinieerd als een
identiek pensioenstelsel ingevoerd door meerdere inrichters waarvan de uitvoering toevertrouwd
wordt aan dezelfde pensioeninstelling of aan dezelfde pensioeninstellingen.
Een multi-inrichterspensioenstelsel heeft dus de volgende kenmerken:
A. Identiek pensioenstelsel
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20141 is er sprake van een
identiek pensioenstelsel wanneer het pensioenreglement hetzelfde is voor de verschillende
inrichters, met uitzondering natuurlijk van sommige bepalingen die specifiek zijn voor elke
inrichter (naam, adres/maatschappelijke zetel, enz.). Dat het pensioenstelsel daarbij in n
gemeenschappelijk pensioenreglement voor alle inrichters of in verschillende
pensioenreglementen (n reglement per inrichter) is opgenomen, heeft geen belang, voor
zover de toezegging van alle inrichters ten aanzien van hun aangeslotenen identiek is.
Een pensioentoezegging die uit gelijksoortige of gelijkwaardige pensioenplannen voortvloeit,
kan, volgens de FSMA, dus niet als een multi-inrichterspensioenstelsel worden gekwalificeerd.
De FSMA is van oordeel dat het pensioenstelsel identiek moet blijven in de tijd om zijn
kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel te kunnen behouden. Bijgevolg moeten alle
wijzigingen van het stelsel bij elke inrichter worden doorgevoerd door hetzij het
gemeenschappelijke pensioenreglement, hetzij het individuele pensioenreglement van elke
inrichter te wijzigen. Gelet op het belang van het behoud van het identieke karakter van de
1

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.

/ FSMA

4/23 / ONTWERP van 30/11/2015

pensioentoezegging voor de kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel, moeten inrichters


en pensioeninstellingen de nodige internecontrolemaatregelen nemen om hierover te waken.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat, als de pensioentoezegging een
gemeenschappelijke basis heeft, maar er enkel aan de personeelsleden van n inrichter (en
dus niet aan de personeelsleden van de overige inrichters) bijkomende voordelen worden
toegekend, die toezegging - volgens de FSMA - niet als een multi-inrichterstoezegging kan
worden beschouwd, ook al zijn de basispensioenprestaties identiek.
De FSMA is daarentegen wel van oordeel dat het multi-inrichterspensioenstelsel op een
verschillende datum in werking kan treden bij elke inrichter. Dat verandert niets aan het
identieke karakter van het pensioenstelsel, voor zover de enige verschillen te wijten zijn aan
de verschillende inwerkingtredingsdatums.
Verder is de FSMA ook van oordeel dat, als het pensioenstelsel voor alle werknemers van een
bepaalde inrichter geldt maar het bij een andere inrichter enkel geldt voor de werknemers die
niet aangesloten zijn gebleven bij hun oude gesloten pensioenstelsel (omdat zij al in dienst
waren toen het multi-inrichterspensioenstelsel bij die inrichter werd ingevoerd en zij hun
aansluiting bij dat stelsel konden weigeren), deze situatie evenmin afbreuk doet aan het
identieke karakter van het pensioenstelsel. In dit geval heeft de overdracht van een
aangeslotene die nog onder de toepassing van een oud gesloten pensioenstelsel valt, aan een
andere inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel toepast, tot gevolg dat die
aangeslotene uit dat oude gesloten pensioenstelsel uittreedt en zich bij het multiinrichterspensioenstelsel aansluit, waarbij die aansluiting pas ingaat op het moment waarop
de verandering van inrichter plaatsvindt.
Het identieke karakter van het multi-inrichterspensioenstelsel verdwijnt volgens de FSMA
ook niet als het stelsel bij n inrichter wordt gesloten voor nieuwe aansluitingen, omwille
van specifieke omstandigheden bij die inrichter2, maar open blijft bij andere inrichters. In die
hypothese kunnen de werknemers die al bij het multi-inrichterspensioenstelsel zijn
aangesloten daarvan blijven genieten, ook bij een overdracht aan de inrichter die het plan
heeft gesloten.
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
Het feit dat het pensioenstelsel door verschillende inrichters wordt ingevoerd, verandert niets
aan het beginsel dat er maar n inrichter per aangeslotene is. Elke inrichter gaat een
verbintenis aan ten aanzien van zijn eigen aangeslotenen. Bij een sectoraal pensioenstelsel
gaat het daarbij om de door de WAP bedoelde rechtspersoon, terwijl het bij een
ondernemingspensioenstelsel steeds gaat om de werkgever (artikel 3, 1, 5, van de WAP).
Ter illustratie: in het kader van een ondernemingsplan kan een multi-inrichterspensioenstelsel
volgens de FSMA niet bepalen dat alle betrokken werkgevers de hoedanigheid van inrichter
hebben voor alle aangeslotenen: werkgevers hebben de hoedanigheid van inrichter enkel ten
aanzien van hun eigen personeelsleden die bij het plan zijn aangesloten. Dat houdt ook in dat
elke aangeslotene te allen tijde aan een inrichter moet kunnen worden gerelateerd en dat de
2

Die moeten kunnen worden verantwoord vanuit het oogpunt van de discriminatie.

/ FSMA

5/23 / ONTWERP van 30/11/2015

verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van de aangeslotenen te allen tijde moeten
kunnen worden berekend.
Een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel moet door elke inrichter worden
doorgevoerd conform de procedure die krachtens de WAP en de bepalingen van het
arbeidsrecht en het burgerlijk recht op hem van toepassing is. Gelet op de betrokken
omstandigheden kan de te volgen procedure voor elke inrichter verschillen (bv. als een
collectieve arbeidsovereenkomst vereist is bij n inrichter, maar niet bij de andere).
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20143 kan de uitvoering van
het pensioenstelsel aan meerdere pensioeninstellingen worden toevertrouwd op voorwaarde
dat het voor alle inrichters in gelijke mate aan dezelfde pensioeninstellingen wordt
toevertrouwd.
De parlementaire voorbereiding geeft in dat verband het voorbeeld van een pensioenstelsel
dat voorziet in persoonlijke bijdragen ter financiering van een pensioentoezegging van het
type vaste prestaties. De persoonlijke bijdragen kunnen door een verzekeringsonderneming
worden beheerd, terwijl het saldo om de vaste prestatie te bereiken, bij een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening kan worden gefinancierd. Er zal in dat geval sprake zijn van een
multi-inrichterspensioenstelsel als alle inrichters hun toezegging in gelijke mate aan dezelfde
pensioeninstellingen toevertrouwen4.
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
Bij een multi-inrichterspensioenstelsel kan worden geopteerd voor n gemeenschappelijk
pensioenreglement voor alle inrichters of voor n pensioenreglement per inrichter (zie punt I, 1, a).
Ongeacht de gekozen optie, moet het pensioenreglement de volgende gegevens vermelden (artikel
5, 2/1, van de WAP):
-

dat het om een multi-inrichterspensioenstelsel gaat;

de identiteit van de inrichters van het pensioenstelsel;

of er al dan niet een overeenkomst bestaat die de overname van de rechten en


verplichtingen regelt.
Ontbreekt een overnameovereenkomst, dan moet het pensioenreglement de
gevolgen daarvan verduidelijken. Het moet met name vermelden dat een
aangeslotene uittreedt als hij een deelnemende inrichter van het multi-

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
Idem.

/ FSMA

6/23 / ONTWERP van 30/11/2015

inrichterspensioenstelsel verlaat om bij een andere deelnemende inrichter van


hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel in dienst te treden.
Als daarentegen wel een overnameovereenkomst bestaat, moet het
pensioenreglement het doel van de overeenkomst vermelden, namelijk de opheffing
van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst voor de
aangeslotene bij opeenvolgende tewerkstelling bij verschillende inrichters, alsook de
modaliteiten van die opheffing.
In voorkomend geval, wordt de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen bij het reglement gevoegd en maakt zij er integraal deel van uit (zie
punt III, 1, c hieronder).
Opdat een aangeslotene die tijdens zijn loopbaan bij verschillende inrichters van het pensioenstelsel
tewerkgesteld is geweest, zich een getrouw beeld zou kunnen vormen van de pensioenrechten
waarop hij aanspraak kan/zal kunnen maken, is het belangrijk dat alle verschillen die het identieke
karakter van het geldende pensioenstelsel niet in het gedrang brengen (zie punt I, 1, a), in het
pensioenreglement van elke inrichter worden vermeld.
Wanneer in het kader van het pensioenstelsel voor n pensioenreglement per inrichter wordt
geopteerd, is de FSMA van oordeel dat die verschillen in elk reglement van het multiinrichterspensioenstelsel moeten worden vermeld. Het pensioenreglement is immers de bron van de
rechten van de aangeslotenen in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel en de
aangeslotenen moeten hun pensioenrechten in het kader van dat stelsel kunnen reconstrueren
zonder daarvoor de pensioenreglementen van de verschillende inrichters te moeten verifiren bij wie
zij tijdens hun loopbaan achtereenvolgens tewerkgesteld zijn geweest.
Dit betekent vooral dat, als het multi-inrichterspensioenstelsel op een andere datum in werking is
getreden bij de verschillende inrichters, dit in elk pensioenreglement (bij alle inrichters) zal worden
verduidelijkt, en dat daar, in voorkomend geval, rekening zal worden mee gehouden bij de definitie
van de erkende dienstjaren in elk reglement.
In diezelfde geest is de FSMA van oordeel dat, als het multi-inrichterspensioenstelsel bij n van de
inrichters gesloten is, daarmee rekening moet gehouden in het pensioenreglement van elke inrichter.
De aangeslotene moet zijn rechten in het multi-inrichterspensioenstelsel immers kunnen
reconstrueren, ongeacht de opeenvolging van de inrichters bij wie hij tewerkgesteld is geweest.
II.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL ZONDER OVERNAMEOVEREENKOMST

Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel, maar de inrichters niet door een overnameovereenkomst zijn gebonden,
resulteert de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van die aangeslotene in een uittreding, zelfs
als die stopzetting onmiddellijk wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een
andere inrichter van het pensioenstelsel.

/ FSMA

7/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Aangezien de verandering van inrichter in deze situatie in een uittreding uit het pensioenstelsel
resulteert, betekent dat in de praktijk dat de aangeslotene tegelijkertijd een passieve5 n actieve
aangeslotene (als aangeslotene van de nieuwe inrichter) bij hetzelfde pensioenstelsel zal kunnen zijn.
Elke verandering van inrichter binnen het multi-inrichterspensioenstelsel zal aanleiding geven tot een
uittreding uit een pensioenstelsel en een aansluiting bij een ander pensioenstelsel. Als in het kader
van het pensioenstelsel gebruik wordt gemaakt van individuele rekeningen, zal voor de aangeslotene
telkens een nieuwe rekening worden geopend als hij bij een nieuwe inrichter in dienst treedt. Een
aangeslotene die mobiel is binnen een groep van inrichters, en die, bij zijn uittreding, beslist om zijn
pensioenrechten te behouden bij de pensioeninstelling van de inrichter die hij verlaat, zal dus over
verschillende individuele rekeningen beschikken.
III.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL MET OVERNAMEOVEREENKOMST

Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel en de inrichters een overeenkomst hebben gesloten die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt, zal er geen sprake zijn van een uittreding in de zin van de WAP
als de arbeidsovereenkomst die wordt beindigd, wordt gevolgd door een andere
arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die aan het multi-inrichterspensioenstelsel
deelneemt.
Er moet worden verduidelijkt dat er alleen dan geen sprake is van een uittreding als de nieuwe
arbeidsovereenkomst onmiddellijk volgt op de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van de
aangeslotene met de werkgever die hij verlaat. De arbeidsovereenkomst met de eerste inrichter
wordt, met andere woorden, beindigd om de aangeslotene de gelegenheid te bieden zich bij een
andere inrichter van het pensioenstelsel aan te sluiten. Als de betrokken arbeidsovereenkomsten niet
onmiddellijk op elkaar volgen, zal er dus wel degelijk sprake zijn van een uittreding in de zin van de
WAP bij de stopzetting van de door de aangeslotene gesloten arbeidsovereenkomst met de werkgever
die hij verlaat.
In de praktijk betekent dit, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel dat op basis van
individuele rekeningen functioneert, dat de aangeslotenen voor wie geen uittreding plaatsvindt bij
mobiliteit tussen de inrichters, over n enkele individuele rekening beschikken. Zij ontvangen n
enkele pensioenfiche die de rechten vermeldt die zij in het kader van hun tewerkstelling bij de
verschillende inrichters hebben verworven6.
1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
De overnameovereenkomst heeft tot doel de gevolgen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst op te heffen wanneer een aangeslotene bij het multi-inrichterspensioenstelsel

Voor de voorbije dienstjaren als hij bij zijn uittreding zijn rechten behoudt bij de pensioeninstelling van de
inrichter die hij verlaat.
Zonder dat natuurlijk wordt geraakt aan het feit dat elke aangeslotene slechts met n enkele inrichter
tegelijkertijd gerelateerd is, en dat de verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van elke aangeslotene te
allen tijde moeten kunnen worden bepaald (zie hierboven punt I, 1, B).

/ FSMA

8/23 / ONTWERP van 30/11/2015

een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter die aan hetzelfde pensioenstelsel
deelneemt (artikel 33/2, 1, van de WAP).
De overnameovereenkomst regelt de overname van alle rechten en verplichtingen van de inrichter
die door de aangeslotene wordt verlaten, door de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit,
inclusief de in artikel 24 van de WAP bedoelde waarborgen. Zij bepaalt ook de modaliteiten van die
overname (artikel 33/2, 2, van de WAP). De regeling en de modaliteiten van deze overname moeten
volledig in de overeenkomst worden beschreven en de aangeslotene toelaten inzicht te verwerven in
de praktische gevolgen van de overnameovereenkomst.
De overeenkomst moet worden opgesteld in een voor de aangeslotenen duidelijke en begrijpelijke
taal.
B. Inhoud van de overeenkomst
Conform artikel 33/2, 2, van de WAP moet de overnameovereenkomst minstens de volgende
elementen bevatten:
-

De regels die de overname van de rechten en verplichtingen regelen.


De overeenkomst bevestigt ter zake dat de overname van de rechten en verplichtingen
gebeurt bij de indiensttreding van de aangeslotene bij de inrichter bij wie hij zich aansluit. Zij
bevestigt ook dat de overname van de rechten en verplichtingen door de nieuwe inrichter alle
rechten betreft die de aangeslotene kan doen gelden ten aanzien van de inrichter die hij
verlaat. De inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, neemt immers alle rechten en
verplichtingen over van de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, inclusief de in
artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg;

De regels die de solidariteit beschrijven die, conform de WAP, de door de aangeslotene


verlaten inrichter verbindt indien de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, zijn
verplichtingen niet nakomt (zie punt III, 2 hieronder);

De modaliteiten van de overname.


De overeenkomst verduidelijkt met name dat de betrokken aangeslotene, ingevolge de
verandering van inrichter, als een actieve aangeslotene van de nieuwe inrichter wordt
beschouwd en dit voor zijn volledige (door het pensioenstelsel erkende) loopbaan bij de
verschillende inrichters.
De parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 2014 verduidelijkt dat de inrichters in
het kader van die modaliteiten in het bijzonder een regeling moeten treffen over de wijze
waarop eventuele tekorten financieel tussen hen worden verdeeld7.
De FSMA merkt echter op dat de financieringsmodaliteiten tussen de inrichters losstaan van
de overname van alle rechten en verplichtingen door de nieuwe inrichter en van de door de

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 66.

/ FSMA

9/23 / ONTWERP van 30/11/2015

wet ingevoerde solidariteit tussen de inrichters. De overnameovereenkomst zou, met andere


woorden, niet kunnen bepalen dat een inrichter zich ten aanzien van zijn aangeslotenen kan
onttrekken aan de voor hem geldende verplichting om de rechten en verplichtingen over te
nemen als andere inrichters de afgesproken financieringsmodaliteiten niet naleven. De
financile regeling tussen de inrichters betreft enkel hun bijdrage in de schulden en heeft geen
impact op hun verplichtingen ten aanzien van hun aangeslotenen.
Ter illustratie: bij onderfinanciering van de verworven reserves en van de
rendementswaarborg zal uiterlijk op het moment waarop n van de volgende
gebeurtenissen zich voordoet tot een aanzuivering moeten worden overgegaan: wanneer de
aangeslotene zijn reserves overdraagt conform artikel 32 van de WAP, bij de pensionering of
bij de opheffing van de pensioentoezegging. Die aanzuivering is een verplichting in hoofde van
de laatste inrichter, die de rechten en verplichtingen overneemt, met dien verstande dat de
inrichters onderling afspraken kunnen maken over eventuele bijkomende financile
modaliteiten in verband met hun bijdrage in de schuld. Die eventuele financile afspraken
zullen echter geen impact hebben op de uiteindelijke aansprakelijkheid van de laatste
inrichter ten opzichte van de betrokken aangeslotene.
De FSMA is daarom van oordeel dat de inrichters financile afspraken die geen impact hebben
op de rechten van de aangeslotenen buiten het kader van de overnameovereenkomst kunnen
maken, bv. in het kader van de beheersovereenkomst van een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening.
-

Conform artikel 33/2, 3, van de WAP moet de overeenkomst verduidelijken wie


verantwoordelijk is voor de informatieverstrekking aan de aangeslotene bij de overname
van de rechten en verplichtingen. Voor alle duidelijkheid naar de aangeslotenen toe is het
aan te bevelen om in de overeenkomst ook te vermelden welke informatie de aangeslotenen
daarbij zullen ontvangen en binnen welke termijn (zie punt III, 3 hieronder).
C. De overeenkomst maakt integraal deel uit van het pensioenreglement

Met toepassing van artikel 5, 2/1 van de WAP maakt de overeenkomst integraal deel uit van het
pensioenreglement. Die bepaling luidt als volgt: als er een overeenkomst bestaat (), vermeldt het
pensioenreglement van het multi-inrichterspensioenstelsel het doel van deze overeenkomst, met name
de opheffing van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door
overlijden of pensionering voor de aangeslotene en de modaliteiten van deze opheffing. Een kopie van
de overeenkomst () wordt aan het pensioenreglement gehecht. De parlementaire voorbereiding van
de wet van 15 mei 2014 bepaalt het volgende: Een kopie van de overeenkomst moet bovendien als
bijlage bij het pensioenreglement gevoegd worden. Aangezien de kopie van de overeenkomst bij het
pensioenreglement gevoegd wordt en er dus deel van uitmaakt, kan de aangeslotene er op eenvoudig
verzoek een afschrift van verkrijgen ()8.

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 60.

/ FSMA

10/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Het feit dat een kopie van de overnameovereenkomst bij het pensioenreglement wordt gevoegd,
strookt met artikel 33/2, 2, van de WAP, op grond waarvan de overeenkomst en de door haar
bepaalde overname van alle rechten en verplichtingen tegenstelbaar zijn aan de aangeslotenen.
Daaruit vloeit voort dat elke wijziging van de overnameovereenkomst die een impact heeft op de
regeling met betrekking tot de overname van de rechten en verplichtingen bij verandering van
inrichter en op de modaliteiten van die overname, een aanpassing van het pensioenreglement
vereist. In dat geval moet elke inrichter de geldende procedure voor een wijziging van het
pensioenreglement volgen (zie punt I. 1, b hierboven). Ook de in artikel 39 van de WAP bedoelde
procedure tot informatieverstrekking en verplichte raadpleging moet worden gevolgd.
Net als elke andere wijziging van het pensioenreglement, geldt ook deze in beginsel enkel voor de
toekomst en geldt ze niet voor de aangeslotenen die vr die wijziging uit het plan zijn uitgetreden.
2. Solidariteit tussen de inrichters
A.

Aard van de solidariteit

Artikel 33/2, 2, van de WAP voert een hoofdelijke aansprakelijkheid in tussen de inrichter die door
de aangeslotene wordt verlaten, en de nieuwe inrichter.
Krachtens (artikelen 1200 en volgende van) het Burgerlijk Wetboek impliceert een hoofdelijke
aansprakelijkheid tussen verschillende schuldenaars dat zij, met betrekking tot de verplichting tot
betaling van de schulden, hoofdelijk gehouden zijn jegens de schuldeisers (ten belope van de door de
solidariteit geviseerde schulden). Elke schuldenaar is dus voor de volledige schuld verbonden ten
aanzien van de schuldeiser en laatstgenoemde kan dus zelf beslissen tot welke schuldenaar hij zich
richt.
Artikel 33/2, 2, van de WAP bepaalt dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, slechts
hoofdelijk aansprakelijk is in geval van niet-nakoming door de inrichter bij wie de aangeslotene zich
aansluit. Volgens de FSMA illustreert de vermelding in geval van niet-nakoming door de inrichter bij
wie de aangeslotene zich aansluit het praktische belang van de door het Burgerlijk Wetboek beoogde
solidariteit. Als de laatste inrichter zijn verplichtingen nakomt, zal de aangeslotene zich immers niet
op de solidariteit moeten beroepen door zich tot een eventuele medeschuldenaar te richten. Pas als
de laatste inrichter in gebreke blijft, zal de aangeslotene de hoofdelijke aansprakelijkheid inroepen in
het kader van een beroepsprocedure. Doel van de solidariteit is immers om de invorderbaarheid van
schulden voor een schuldeiser te vergemakkelijken. Als de schuldvordering van een schuldeiser niet
wordt gehonoreerd, kan hij zich op die manier tot de meest solvabele van de hoofdelijk aansprakelijke
schuldenaars richten. Zo wordt een eventuele insolventie van n van de medeschuldenaars door de
andere medeschuldenaars opgevangen9.
Volgens die logica zal de aangeslotene zich op die solidariteit tussen de verschillende inrichters
kunnen beroepen als n van hen niet meer solvabel is. Ook bij een geschil over de pensioenrechten
zal de solidariteit kunnen worden ingeroepen. Als de aangeslotene bijvoorbeeld van oordeel is dat hij
niet het volledige aanvullende pensioenkapitaal heeft ontvangen waarop hij recht heeft, en

P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, Tome III, Bruylant, 2010, p. 1765.

/ FSMA

11/23 / ONTWERP van 30/11/2015

verschillende inrichters ter zake hoofdelijk aansprakelijk zijn, zal hij de in artikel 33/2, 2, van de WAP
bedoelde solidariteit kunnen inroepen in het kader van zijn rechtsvordering.
De FSMA is van oordeel dat, wanneer een aangeslotene een inrichter verlaat om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten, tussen die twee inrichters - krachtens
artikel 33/2, 2, van de WAP - een overdracht van de verplichtingen plaatsvindt met betrekking tot
de pensioentoezegging, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel
volledig van zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
B.

Omvang van de solidariteit

De FSMA is van mening dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde solidariteit uitsluitend
betrekking heeft op de pensioenrechten zoals zij bestaan op het moment van de overdracht aan de
nieuwe inrichter. Die pensioenrechten stemmen overeen met de rechten waarop de aangeslotene bij
een uittreding aanspraak zou hebben kunnen maken ten aanzien van de inrichter die hij verlaat.
Daarbij wordt rekening gehouden met de gegevens die bekend zijn op het moment waarop de
aangeslotene die inrichter verlaat.
Als rekening wordt gehouden met de verschillende soorten pensioentoezeggingen, betekent dat:
-

voor een toezegging van het type vaste prestaties: de inrichter verbindt zich ertoe om op een
bepaald moment een prestatie te vestigen. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, is dus hoofdelijk aansprakelijk voor de verworven reserves en prestaties die de
aangeslotene in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat (alsook, in voorkomend geval, voor de wettelijke
rendementswaarborg met betrekking tot de persoonlijke bijdragen conform artikel 24, 1,
van de WAP, die wordt berekend alsof een uittreding plaatsvindt op het moment waarop de
aangeslotene de betrokken inrichter verlaat). De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt dus niet
voor de eventuele herwaardering van de verleden dienstjaren n de verandering van
inrichter.

voor een toezegging van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde
van de inrichter: de inrichter verbindt zich ertoe de bijdragen te storten en de verworven
reserves evolueren in functie van het op de gestorte bijdragen behaalde rendement. Gelet op
de veranderlijkheid van het rendement is het op het ogenblik waarop de aangeslotene de
inrichter verlaat nog niet mogelijk te bepalen op welke pensioenprestatie de aangeslotene bij
zijn pensionering aanspraak zal kunnen maken. Parallel daarmee voorziet de wetgever in de
toepassing van een wettelijke minimale rendementswaarborg (artikel 24 van de WAP).
Vermits de toezegging van de inrichter betrekking heeft op de betaling van bijdragen, waarbij
het bedrag van de verworven reserves van de aangeslotene nog kan schommelen nadat hij
van inrichter is veranderd (bv. in functie van de toekomstige resultaten van de instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wanneer de toezegging door zon instelling wordt beheerd), is de
FSMA van oordeel dat de rechten die de aangeslotene kan doen gelden in het kader van de
solidariteit waartoe de inrichter die hij verlaat is gehouden, uitsluitend overeenstemmen met
de wettelijke rendementswaarborg die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat.

/ FSMA

12/23 / ONTWERP van 30/11/2015

De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de wettelijke minimale rendementswaarborg met betrekking tot de
pensioenrechten die worden opgebouwd tijdens de periode van aansluiting bij het multiinrichterspensioenstelsel die volgt op de beindiging van de arbeidsovereenkomst met die
inrichter.
-

voor een toezegging van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van
de inrichter: de inrichter garandeert, naast de betaling van de vaste bijdragen, ook de
kapitalisatie van die bijdragen tot de pensionering van de aangeslotene, conform het in het
reglement vermelde rendement. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke
minimale rendementswaarborg is van toepassing.
In dat geval stemt de solidariteit waartoe de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten
is gehouden, overeen met de conventionele rendementswaarborg die wordt berekend op
de bijdragen die betrekking hebben op de tewerkstelling van de aangeslotene bij de
inrichter die hij verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, blijft daarnaast
in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van de wettelijke
rendementswaarborg (dat van toepassing zou zijn bij een uittreding op het moment waarop
de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de rendementstekorten met betrekking tot de bijdragen die in het
multi-inrichterspensioenstelsel zijn gestort tijdens de periode van aansluiting die op de
beindiging van de arbeidsovereenkomst met die inrichter volgt.

voor een pensioentoezegging van het type cash balance: de inrichter verbindt zich ertoe een
vaste prestatie te vestigen die wordt bepaald op basis van de kapitalisatie - conform het in
het reglement vermelde rendement en tot de pensionering van de aangeslotene - van de
toegekende bedragen. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke minimale
rendementswaarborg is van toepassing.
Voor een dergelijke toezegging betreft de solidariteit waartoe de inrichter die door de
aangeslotene wordt verlaten is gehouden, de verworven reserves en prestaties die
laatstgenoemde in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, blijft daarnaast in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van
de wettelijke rendementswaarborg (die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter heeft verlaten).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, is daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk voor de rendementstekorten met betrekking tot de toegekende bedragen die
betrekking hebben op de periode van aansluiting die volgt op de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met die inrichter.

/ FSMA

13/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Voorbeelden
Een aangeslotene neemt deel aan een multi-inrichterspensioenstelsel dat uitsluitend wordt
gefinancierd met werkgeversbijdragen, en is achtereenvolgens tewerkgesteld bij inrichters A en B. De
aangeslotene treedt uit het plan na zijn tewerkstelling bij B.
Plan van het type vaste prestaties
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 800
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 900
Verworven prestaties opgebouwd na afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk aansprakelijk
ten belope van 800.
Als de aangeslotene na zijn uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel beslist om zijn
pensioenrechten over te dragen, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen,
de op het moment van de overdracht verworven reserves moeten worden berekend die betrekking
hebben op de tewerkstelling bij A.
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Plan van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde van de inrichter
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 850
B is aansprakelijk ten belope van 850 en A is hoofdelijk aansprakelijk ten belope van 450
Plan van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van de inrichter / Plan van
het type cash balance

/ FSMA

14/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 900
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 750
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van de pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk
aansprakelijk ten belope van 900.
Als de aangeslotene beslist om zijn pensioenrechten over te dragen na zijn uittreding uit het multiinrichterspensioenstelsel, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen, de bij de
uittreding verworven reserves voor de tewerkstelling bij A moeten worden berekend (de wettelijke
rendementswaarborg geldt als minimum).
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Op te merken valt dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid van
de inrichters geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor de inrichter die de niet-nakoming door een
andere inrichter opvangt, om het deel van laatstgenoemde inrichter bij hem te recupereren conform
de tussen de partijen geldende regels voor de bijdrage in de schulden.
C.

Twee opeenvolgende inrichters

In de praktijk is het zo dat, wanneer er twee opeenvolgende inrichters zijn, m.a.w. wanneer een
aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat en een arbeidsovereenkomst
met inrichter B sluit, die aangeslotene ten aanzien van B niet alleen de rechten kan laten gelden die
hij bij B opbouwt, maar ook alle aanspraken die hij tegenover A kon laten gelden. A blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene tegenover hem kon laten gelden.
Voor een illustratie van die situatie wordt verwezen naar de voorbeelden in punt B hierboven.
D.

Opeenvolging van inrichters

De situatie is complexer als er een opeenvolging van inrichters is. Hier wordt verwezen naar een
situatie waarbij een aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat om zich
bij inrichter B aan te sluiten, daarna inrichter B verlaat om een arbeidsovereenkomst met inrichter C
te sluiten, en vervolgens inrichter C verlaat om zijn loopbaan te eindigen bij inrichter D.

/ FSMA

15/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Zoals al vermeld (zie punt III, 2, A hierboven) is de FSMA van oordeel dat, wanneer een aangeslotene
een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst aan te sluiten, krachtens artikel 33/2, 2, van de WAP tussen die twee
inrichters een overdracht van de verplichtingen met betrekking tot de pensioentoezegging wordt
doorgevoerd, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel volledig van
zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
De laatste inrichter (D) neemt dus alle rechten en verplichtingen over in het kader van het multiinrichterspensioenstelsel.
De voorlaatste inrichter (C) blijft hoofdelijk aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene
tegenover hem kon laten gelden als hij bij de beindiging van zijn arbeidsovereenkomst met (C) zou
zijn uitgetreden, op basis van de gegevens op het moment waarop de arbeidsovereenkomst met (C)
wordt beindigd. De FSMA is van oordeel dat het daarbij dus gaat om de rechten die de aangeslotene
bij inrichter (C) heeft opgebouwd, alsook om de rechten die deze inrichter van de vroegere inrichters
heeft overgenomen met toepassing van de overnameovereenkomst van de rechten (A en B), inclusief
de in artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg (zie punt III, 2, B hierboven). Artikel 33/2,
2, van de WAP betreft zonder onderscheid alle aanspraken die hij [de aangeslotene] kon laten
gelden tegenover de inrichter die hij verlaat.
De impact van dergelijke opeenvolgende overdrachten op de solidariteit in hoofde van vroegere
inrichters (A en B in ons voorbeeld), komt daarentegen niet specifiek aan bod in de WAP.
Op grond van het principe dat de solidariteit van de door de aangeslotene verlaten inrichter bij de
overdracht van de rechten en verplichtingen aan een andere inrichter blijft bestaan, is de FSMA van
oordeel dat, bij een opeenvolging van inrichters, alle inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten,
hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de verplichtingen waarvoor bij eerdere overdrachten een
hoofdelijke aansprakelijkheid is ontstaan.
Voorbeeld
De bij inrichter A opgebouwde rechten bedragen 500 en de aangeslotene verlaat inrichter A om naar
inrichter B over te stappen; de bij inrichter B opgebouwde rechten bedragen 300 en de aangeslotene
verlaat inrichter B om naar inrichter C over te stappen; de bij inrichter C opgebouwde rechten
bedragen 200 en de aangeslotene verlaat inrichter C om naar inrichter D over te stappen; de bij
inrichter D opgebouwde rechten bedragen 100. De situatie ziet er dus als volgt uit:
-

Aangezien inrichter D als laatste inrichter van de aangeslotene alle rechten en verplichtingen
heeft overgenomen, is hij verantwoordelijk voor alle rechten (500 + 300 + 200 + 100 = 1100);

Inrichter C is hoofdelijk aansprakelijk voor de bij hem opgebouwde pensioenrechten en voor


de van inrichters A en B overgenomen rechten (500 + 300 + 200 = 1000);

Inrichters A en B zijn hoofdelijk aansprakelijk gebleven voor de rechten waarvoor een


solidariteit is ontstaan bij eerdere overdrachten (inrichter A ten belope van 500 en inrichter B
ten belope van 800 (500 + 300)).

/ FSMA

16/23 / ONTWERP van 30/11/2015

3. Informatieverstrekking aan de aangeslotenen


Wanneer een aangeslotene, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst, een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter aan te sluiten, bepaalt
artikel 33/2, 3, van de WAP dat de aangeslotene binnen 30 dagen die volgen op de overname van
de rechten schriftelijk moet worden genformeerd over deze overname en al haar gevolgen. De
informatie moet in het bijzonder aangeven:
-

dat de overname voor de aangeslotene geen enkele wijziging van zijn


pensioentoezegging met zich brengt;

dat alle rechten en verplichtingen die uit het pensioenstelsel voortvloeien in hun
geheel worden overgenomen door de inrichter bij wie hij zich aansluit, vanaf de
datum van de overname;

dat de inrichter die hij verlaat, hoofdelijk aansprakelijk blijft in geval van nietnakoming door de inrichter bij wie hij zich aansluit.

Deze informatie mag worden meegedeeld door de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten,
de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, of de pensioeninstelling. In de
overnameovereenkomst moet worden verduidelijkt welke van die drie interveninten ter zake
verantwoordelijk is.
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de overnameovereenkomst of het
multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel toepassen maar wenst
niet langer gebonden te zijn door de overnameovereenkomst
Voor de aangeslotenen van die inrichter houdt dit in dat het multi-inrichterspensioenstelsel verder
van toepassing blijft, maar dat de beindiging van hun arbeidsovereenkomst een uittreding uit het
stelsel impliceert, zelfs als de betrokkene zich bij een andere inrichter aansluit die het multiinrichterspensioenstelsel toepast (zie punt II hierboven). Parallel daarmee zal er ook sprake zijn van
een uittreding voor de werknemers van andere inrichters van het stelsel, van wie de
arbeidsovereenkomst wordt beindigd met het oog op de overstap naar de inrichter die niet langer
door het multi-inrichterspensioenstelsel is gebonden.
Als n van de inrichters beslist om niet langer aan de overnameovereenkomst deel te nemen, zal
hij, ten aanzien van de andere inrichters, zijn deelname aan de overnameovereenkomst moeten
stopzetten conform de in de overeenkomst bepaalde modaliteiten. De procedure tot wijziging van de
pensioentoezegging zal door alle inrichters moeten worden toegepast ten aanzien van hun
aangeslotenen.
Die beslissing kan echter enkel voor de toekomst gelden en heeft geen gevolgen voor de
aangeslotenen van wie de rechten door de betrokken inrichter zijn overgenomen vr het einde van
de toepassing van de overeenkomst. Die inrichter blijft aansprakelijk ten opzichte van alle
aangeslotenen van wie hij alle rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die de aangeslotene heeft verlaten vr hij

/ FSMA

17/23 / ONTWERP van 30/11/2015

zich bij de betrokken inrichter aansloot, blijven op hun beurt hoofdelijk aansprakelijk, conform artikel
33/2, 2, van de WAP.
Die beslissing heeft evenmin gevolgen voor de aangeslotenen die de betrokken inrichter vr het
einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst hebben verlaten om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten. De andere inrichters die de
verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen, blijven aansprakelijk en de
betrokken inrichter blijft hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van de aangeslotenen ten aanzien van
wie een solidariteit is ontstaan vr het einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de stopzetting van de overnameovereenkomst, geen
aanleiding geeft tot uittreding in hoofde van de aangeslotenen van wie de inrichter niet langer aan de
overnameovereenkomst deelneemt.
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst,
zonder overdracht van de reserves
In deze hypothese past de inrichter het multi-inrichterspensioenstelsel niet langer toe voor de
toekomst en neemt hij bijgevolg ook niet langer deel aan de overnameovereenkomst. De rechten uit
het verleden worden echter wel verder binnen het stelsel beheerd.
Dit zal onder meer het geval zijn wanneer de geldende pensioentoezegging bij n van de inrichters
wordt gewijzigd en bijgevolg niet meer is voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot het bestaan
van een identiek pensioenstelsel (zie punt I, 1, a hierboven). Vanaf het moment van de wijziging is het
stelsel dat bij de betrokken inrichter van toepassing is niet langer het multi-inrichterspensioenstelsel.
Deze situatie impliceert een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel en van de
overnameovereenkomst. Bijgevolg zal de procedure tot wijziging van het pensioenreglement10
moeten worden toegepast, zowel bij de inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat, als
bij de andere inrichters. Als die wijziging gepaard gaat met een verandering van pensioeninstelling
(zonder overdracht van de reserves) door de inrichter die het stelsel voor de toekomst verlaat, moet
de FSMA vooraf van die verandering in kennis worden gesteld11.
De wijziging zal enkel gevolgen hebben voor de toekomst. De betrokken inrichter blijft gehouden voor
het verleden. Hij blijft dus aansprakelijk voor de rechten uit het verleden die binnen het stelsel worden
beheerd, en behoudt zijn hoedanigheid van inrichter voor de voorbije periode ten aanzien van alle
aangeslotenen voor wie hij de rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten vr
zijn aansluiting bij de betrokken inrichter, blijven hoofdelijk aansprakelijk conform artikel 33/2, 2,
van de WAP.

10

11

Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II en III, en met
artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
Artikel
36
van
de
WAP.
Daartoe
is
het
formulier
WAP
3
beschikbaar
(http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/circ/nl/2004/wap_3.ashx). Zie ook de andere bepalingen van
Titel II, hoofdstuk VI, van de WAP.

/ FSMA

18/23 / ONTWERP van 30/11/2015

De overige inrichters die de verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen ingevolge
de overgang van een aangeslotene, blijven aansprakelijk en de betrokken inrichter blijft hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van alle aangeslotenen waarvoor in zijn hoofde een solidariteit is ontstaan,
vr hij het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst heeft verlaten.
Die inrichter blijft n van de verzekeringnemers van het stelsel of n van de bijdragende
ondernemingen als het stelsel door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd.
Er moet worden aangestipt dat, in het kader van een pensioentoezegging die door een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd, de inrichter die voor de toekomst van pensioeninstelling
verandert zonder echter alle pensioenrechten uit het verleden12 aan een nieuwe pensioeninstelling
over te dragen, lid moet blijven van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening13.
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst en
wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel zijn opgebouwd voor het verleden,
overdragen aan een andere pensioeninstelling14
In die situatie blijft de inrichter, zoals in de situatie waarvan sprake in punt B, de inrichter van het
stelsel voor het verleden maar past hij dat stelsel niet meer toe voor de toekomst. Het verschil met
de in punt B bedoelde situatie betreft het feit dat de inrichter de toezegging uit het verleden voortaan
door een andere pensioeninstelling wil laten beheren.
Dit zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer n van de inrichters alle banden met de andere
inrichters verbreekt.
Met betrekking tot de rechten uit het verleden is de FSMA van oordeel dat een overdracht enkel
mogelijk zal zijn op voorwaarde dat, met betrekking tot die rechten uit het verleden, de in de wet
vermelde solidariteit niet wordt beindigd. Het feit dat een multi-inrichterspensioenstelsel wordt
verlaten en dat de pensioenrechten die in het verleden in het kader van dat stelsel zijn opgebouwd
worden overgedragen, mag de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin de wetgever specifiek heeft
voorzien ten aanzien van de al in het stelsel opgebouwde pensioenrechten, niet in het gedrang
brengen. De solidariteit maakt immers integraal deel uit van de wettelijke verplichtingen met
betrekking tot de pensioentoezegging.
Hoewel de FSMA zich bewust is van het feit dat het behoud van solidariteit moeilijk te organiseren is
wanneer n van de inrichters alle banden met de andere inrichters verbreekt, en zich tot een andere
pensioeninstelling richt, moeten de betrokken inrichters toch een coherente oplossing uitwerken die
geen afbreuk doet aan het beginsel op grond waarvan de solidariteit enkel voor de toekomst kan
worden beindigd. De FSMA is in dat verband van oordeel dat de betrokken inrichters hoofdelijk

12

13

14

I.e. in voorkomend geval ook de rechten met betrekking tot de vroegere loopbaan bij andere inrichters van
het multi-inrichterspensioenstelsel die de inrichter heeft overgenomen in het kader van de mobiliteit tussen
inrichters.
Conform artikel 14, 1, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening.
Of naar een nieuwe verzekeringsovereenkomst bij dezelfde verzekeraar.

/ FSMA

19/23 / ONTWERP van 30/11/2015

aansprakelijk blijven ondanks het feit dat de pensioenrechten van hun respectieve aangeslotenen
door verschillende pensioeninstellingen worden beheerd.
Ten aanzien van de aangeslotenen impliceert het verlaten van een multi-inrichterspensioenstelsel
waarbij ook de rechten met betrekking tot het verleden aan een nieuwe
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst worden overgedragen, dat het pensioenreglement bij
alle inrichters wordt gewijzigd en dat bijgevolg de gebruikelijke procedures worden nageleefd15. Bij
een verandering van pensioeninstelling en/of overdracht van reserves moet ook de FSMA vooraf
worden genformeerd.
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van onderneming
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten overdrachten die zich kunnen
voordoen in het leven van een onderneming en die een impact kunnen hebben op het voor de
werknemers geldende pensioenstelsel.
A.

Een overdracht van aandelen

Bij een overdracht van aandelen verandert de aandeelhouderskring van de inrichter zonder dat
daarbij ook de rechtspersoon van de inrichter wordt gewijzigd. Een dergelijke overdracht heeft dus
geen rechtstreekse impact op het multi-inrichterspensioenstelsel.
Toch is het in de praktijk mogelijk dat de inrichter, ingevolge die overdracht van aandelen, niet langer
aan de overnameovereenkomst deelneemt of dat hij het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat (zie
punt III, 4 hierboven).
B.

Een splitsing of fusie van ondernemingen (en daarmee gelijkgestelde


verrichtingen)

Splitsingen en fusies van ondernemingen hebben eigen specifieke kenmerken, omdat daarbij het
volledige vermogen van een onderneming aan een andere onderneming wordt overgedragen. Bij
zon verrichting wordt de onderneming die tot de overdracht overgaat, zonder vereffening ontbonden
en ontvangen de vennoten van de ontbonden onderneming aandelen van de overnemende
onderneming. Het Wetboek van Vennootschappen stelt andere verrichtingen gelijk met splitsingen
en fusies van ondernemingen.
Aangezien dergelijke verrichtingen gepaard gaan met een universele overdracht van rechtswege van
alle rechten en verplichtingen, omvatten zij het pensioenstelsel en, in voorkomend geval, ook de
overnameovereenkomst, alsook elke eventuele solidariteit die in hoofde van die onderneming
bestond.
Dit betekent in de praktijk dat de onderneming waaraan het volledige vermogen wordt
overgedragen, de inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel wordt ten aanzien van de
aangeslotenen van de ontbonden onderneming, en dat zij ook hoofdelijk aansprakelijk zal zijn ten
opzichte van de aangeslotenen voor wie de ontbonden onderneming hoofdelijk aansprakelijk was. De
15

Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II, III en VI, en
met artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.

/ FSMA

20/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overige inrichters behouden, in voorkomend geval, hun hoofdelijke aansprakelijkheid ten opzichte
van de aangeslotenen van de ontbonden onderneming (voortaan aangeslotenen van de overnemende
onderneming). Het in het Wetboek van Vennootschappen vermelde mechanisme van de
splitsing/fusie van ondernemingen impliceert immers een universele overdracht van alle vorderingen
en schulden, en de in het Wetboek van Vennootschappen vermelde formaliteiten zijn voldoende om
de overdracht tegenstelbaar te maken aan de overgedragen schuldenaars, de schuldeisers en alle
derden (bv. de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of de verzekeraar).
Als de overnemende onderneming beslist om niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst en om het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst te verlaten (al
dan niet met behoud van de reserves voor het verleden in het stelsel), zijn de in punt III, 4, A, B en C
vermelde beginselen van toepassing. Het gaat daarbij om een wijziging van het stelsel, die na de
splitsing/fusie zal plaatsvinden.
C.

Een overdracht van activa

Wanneer de situatie noch onder punt A, noch onder punt B valt, en de overdracht van activa tot gevolg
heeft dat de aangeslotenen van een inrichter aan een andere inrichter worden overgedragen, regelt
CAO nr. 32bis het lot van de pensioentoezegging niet16. Bijgevolg kunnen zich verschillende situaties
voordoen met betrekking tot het aanvullend pensioenplan 17.
Meteen moet worden opgemerkt dat de arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers niet
wordt beindigd en van rechtswege aan de nieuwe inrichter wordt overgedragen conform CAO nr.
32bis. De persoon van de inrichter is echter veranderd en, in voorkomend geval, zullen de
aangeslotenen van het multi-inrichterspensioenstelsel kunnen worden overgedragen aan een nieuwe
werkgever die het multi-inrichterspensioenstelsel en bijgevolg ook de overnameovereenkomst van de
rechten en verplichtingen (nog) niet toepast.
De volgende situaties kunnen zich voordoen:
-

ofwel wordt het pensioenstelsel niet aan de nieuwe werkgever overgedragen: dat
zal het geval zijn wanneer de rechten uit het verleden niet worden overgenomen door
de overnemer, en waarbij de overgedragen werknemers na hun overdracht worden
aangesloten bij het pensioenstelsel van de nieuwe werknemer.
In die hypothese geeft de overdracht van onderneming voor de betrokken
aangeslotenen aanleiding tot een uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel
conform artikel 3, 1, 11, b), 3. van de WAP. Conform de tussen de inrichters gesloten

16

17

Artikel 4 van CAO nr. 32bis bepaalt dat zij nietde overgang van de rechten der werknemers regelt die
voortspruiten uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit
hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen.
De verschillende situaties moeten uiteraard worden geanalyseerd in het licht van het vennootschaps- en het
arbeidsrecht.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het niet de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel is die bepaalt of het pensioenstelsel bij
de overdracht van onderneming wordt overgedragen. Die overeenkomst regelt uitsluitend de overname van
de rechten en verplichtingen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beindigd. De arbeidsovereenkomst
wordt niet beindigd bij een overdracht van onderneming in de zin van CAO nr. 32bis.

/ FSMA

21/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overnameovereenkomst is het de laatste inrichter vr de uittreding die aansprakelijk


is voor de rechten die tot op de datum van de overdracht zijn opgebouwd, waarbij
eventueel de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vorige inrichters geldt (zie punt III,
2, B hierboven). De overnemer zal op zijn beurt geen enkele aansprakelijkheid dragen
voor het verleden, uit hoofde van het niet-overgedragen pensioenstelsel.
-

ofwel wordt het pensioenstelsel overgedragen aan de nieuwe werkgever18 die er de


nieuwe inrichter van wordt (in het kader van een ondernemingsstelsel). Er is geen
sprake van een uittreding uit het stelsel met toepassing van artikel 3, 1, 11, b), 3.
van de WAP.
Er zijn opnieuw verschillende mogelijkheden:
o

De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel en onderschrijft de overnameovereenkomst van
het stelsel. Er is geen sprake van een verandering van pensioeninstelling of
van een overdracht.
Hij neemt ten aanzien van de overgedragen aangeslotenen alle rechten en
verplichtingen in het kader van het pensioenstelsel over van de overdrager
(zowel voor het verleden als de toekomst). De inrichters behouden hun
solidariteit. De regels van het multi-inrichterspensioenstelsel blijven bijgevolg
van toepassing.
Als de arbeidsovereenkomst van een overgedragen personeelslid na de
overdracht van onderneming wordt beindigd en de werknemer een
arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter van het pensioenstelsel,
is er geen uittreding en geldt het mechanisme inzake de overname van de
rechten en verplichtingen van de overnameovereenkomst.
Na de overdracht kan de overnemer beslissen om het multiinrichterspensioenstelsel voor de toekomst te wijzigen of, in voorkomend
geval, zelfs om er niet meer aan deel te nemen (zie punt III, 4 hierboven).

De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel maar onderschrijft de overnameovereenkomst
van het stelsel niet. Er is geen sprake van een verandering van
pensioeninstelling of van een overdracht.
In die hypothese neemt de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel
over voor het verleden en voor de toekomst, maar onderschrijft hij de
overnameovereenkomst niet voor de toekomst.

18

Bij een overdracht van onderneming wordt een pensioenstelsel overgedragen zodra de overnemer het
pensioenstelsel overneemt voor zowel de toekomstige als de verleden dienstjaren (zie ter zake ook het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59).

/ FSMA

22/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Aangezien de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel overneemt, is er


geen sprake van een uittreding uit het pensioenplan overeenkomstig artikel
3, 1, 11, van de WAP. Dat de overnemer de overnameovereenkomst niet
onderschrijft, speelt daarbij geen rol.
De beslissing om de overnameovereenkomst niet toe te passen, geldt
uitsluitend voor de toekomst en impliceert dat de inrichters de procedure tot
wijziging van de pensioentoezegging moeten volgen (zie punt III, 4, A
hierboven).
Wat de rechten van het verleden betreft, blijft de overdrager hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van de betrokken werknemers van de andere
inrichters en de andere inrichters blijven hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte
van de door de overdracht betrokken werknemers van de overnemer.
o

De nieuwe werkgever wordt de inrichter maar neemt niet deel aan het
multi-inrichterspensioenstelsel. De nieuwe werkgever kan desgevallend een
verandering van pensioeninstelling en/of een overdracht overwegen.
In die context neemt de overnemer de rechten en verplichtingen over die ten
aanzien van de overgedragen werknemers uit het pensioenstelsel
voortvloeien, maar neemt hij niet deel aan het multiinrichterspensioenstelsel. Hij wordt dus de inrichter voor het verleden en voor
de toekomst, met dien verstande dat, bij een latere stopzetting van de
arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers (na de overdracht),
de overnameovereenkomst geen uitwerking meer zal hebben en geen enkele
solidariteit zal kunnen ontstaan in hoofde van de inrichter.
Aangezien de overnemer het pensioenstelsel overneemt ten opzichte van de
overgedragen werknemers, vindt geen uittreding uit het pensioenplan plaats
conform artikel 3, 1, 11, b), 3, van de WAP. Dat de overnemer de
overnameovereenkomst niet onderschrijft voor de toekomst, speelt daarbij
geen rol.
Met betrekking tot de overdracht van de rechten uit het verleden aan een
andere
pensioeninstelling
of,
in
voorkomend
geval,
verzekeringsovereenkomst, is de FSMA van oordeel dat dergelijke overdracht
geen afbreuk mag doen aan de solidariteit die vr de overdracht van
onderneming is ontstaan met betrekking tot die rechten uit het verleden. Dit
betekent
dus
dat
de
overdracht
aan
een
andere
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst geen einde mag stellen aan de
solidariteit die, op het moment van de overdracht, in hoofde van de andere
inrichters ten aanzien van de overgedragen werknemers bestond (zie ook
punt III, 4, C hierboven).
Parallel daarmee zal de vr de overdracht van onderneming ontstane
solidariteit in hoofde van de overdrager ten aanzien van de werknemers van

/ FSMA

23/23 / ONTWERP van 30/11/2015

andere inrichters behouden blijven en rusten er wat dat betreft geen


verplichtingen op de overnemer.
* * *

/ FSMA

Circulaire

ONTWERP van 30/11/2015

Wet betreffende de aanvullende pensioenen multi-inrichterspensioenstelsels

Toepassingsgebied:
De multi-inrichterspensioenstelsels als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de
aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende
voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP).
Samenvatting/Doelstellingen:
De wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen (hierna wet van 15 mei 2014) heeft met name
het begrip uittreding in de WAP gewijzigd. Dat begrip houdt voortaan ook rekening met de multiinrichterspensioenstelsels.
Deze circulaire legt uit hoe de FSMA de bepalingen van de WAP over de multiinrichterspensioenstelsels, inzonderheid artikel 3, 1, 11 en 25, artikel 5, 2/1 en artikel 33/2, zal
interpreteren bij de uitoefening van haar toezicht.
Zij beschrijft de verwachtingen van de FSMA in verband met de praktische toepassing van die
wettelijke bepalingen.
Structuur:
INLEIDING
I.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden
A. Identiek pensioenstelsel
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
2. Het multi-inrichterspensioenreglement

II.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL ZONDER OVERNAMEOVEREENKOMST

III.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL MET OVERNAMEOVEREENKOMST


1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
B. Inhoud van de overeenkomst
C. De overeenkomst maakt integraal deel uit van het pensioenreglement

Congresstraat 12-14

1000 Brussel

T +32 2 220 55 50

F +32 2 220 58 19

/ www.fsma.be

2/23 / ONTWERP van 30/11/2015

2. Solidariteit tussen de inrichters


A. Aard van de solidariteit
B. Omvang van de solidariteit
C. Twee opeenvolgende inrichters
D. Opeenvolging van inrichters
3. Informatieverstrekking aan de aangeslotenen
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de
overnameovereenkomst of het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel
toepassen maar wenst niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel
voor de toekomst, zonder overdracht van de reserves
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel
voor de toekomst en wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel
zijn opgebouwd voor het verleden, overdragen aan een andere
pensioeninstelling
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van
onderneming
A. Een overdracht van aandelen
B. Een splitsing of fusie van ondernemingen
C. Een overdracht van activa
INLEIDING
De wet van 15 mei 2014 heeft het in artikel 3, 1, 11, van de WAP bedoelde begrip uittreding
gewijzigd.
Er is sprake van een uittreding:
-

hetzij bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst in de in de WAP bedoelde


omstandigheden;

hetzij aan het einde van de aansluiting omdat de werknemer de aansluitingsvoorwaarden


niet langer vervult;

hetzij bij de overdracht van een werknemer in het kader van een overdracht van
onderneming wanneer het pensioenstelsel niet door de overnemer wordt overgenomen.

In deze circulaire komt enkel het eerste van voornoemde gevallen van uittreding aan bod, nl. de
uittreding bij de beindiging van de arbeidsovereenkomst. Artikel 3, 1, 11, van de WAP, als
gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014, omschrijft wat voortaan in die context geldt:
a) Wanneer de inrichter een rechtspersoon bedoeld in 5, a) is: () de beindiging van de
arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een
uittreding beschouwd, de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door
/ FSMA

3/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst
met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van hetzelfde pensioenstelsel valt
als dat van de vorige werkgever, op voorwaarde dat er in het geval van een multiinrichterspensioenstelsel een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname
van de rechten en verplichtingen regelt;
b) Wanneer de inrichter een werkgever is: () de beindiging van de arbeidsovereenkomst,
anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd,
de beindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die
wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die
deelneemt aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel als dat van de vorige werkgever, op
voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat in de zin van artikel 33/2 die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt;.
Die nieuwe inhoud van het begrip uittreding doet op verschillende vlakken interpretatievragen
rijzen.
I.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL
1. Voorwaarden

In artikel 3, 1, 25, van de WAP wordt een multi-inrichterspensioenstelsel gedefinieerd als een
identiek pensioenstelsel ingevoerd door meerdere inrichters waarvan de uitvoering toevertrouwd
wordt aan dezelfde pensioeninstelling of aan dezelfde pensioeninstellingen.
Een multi-inrichterspensioenstelsel heeft dus de volgende kenmerken:
A. Identiek pensioenstelsel
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20141 is er sprake van een
identiek pensioenstelsel wanneer het pensioenreglement hetzelfde is voor de verschillende
inrichters, met uitzondering natuurlijk van sommige bepalingen die specifiek zijn voor elke
inrichter (naam, adres/maatschappelijke zetel, enz.). Dat het pensioenstelsel daarbij in n
gemeenschappelijk pensioenreglement voor alle inrichters of in verschillende
pensioenreglementen (n reglement per inrichter) is opgenomen, heeft geen belang, voor
zover de toezegging van alle inrichters ten aanzien van hun aangeslotenen identiek is.
Een pensioentoezegging die uit gelijksoortige of gelijkwaardige pensioenplannen voortvloeit,
kan, volgens de FSMA, dus niet als een multi-inrichterspensioenstelsel worden gekwalificeerd.
De FSMA is van oordeel dat het pensioenstelsel identiek moet blijven in de tijd om zijn
kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel te kunnen behouden. Bijgevolg moeten alle
wijzigingen van het stelsel bij elke inrichter worden doorgevoerd door hetzij het
gemeenschappelijke pensioenreglement, hetzij het individuele pensioenreglement van elke
inrichter te wijzigen. Gelet op het belang van het behoud van het identieke karakter van de
1

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.

/ FSMA

4/23 / ONTWERP van 30/11/2015

pensioentoezegging voor de kwalificatie als multi-inrichterspensioenstelsel, moeten inrichters


en pensioeninstellingen de nodige internecontrolemaatregelen nemen om hierover te waken.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat, als de pensioentoezegging een
gemeenschappelijke basis heeft, maar er enkel aan de personeelsleden van n inrichter (en
dus niet aan de personeelsleden van de overige inrichters) bijkomende voordelen worden
toegekend, die toezegging - volgens de FSMA - niet als een multi-inrichterstoezegging kan
worden beschouwd, ook al zijn de basispensioenprestaties identiek.
De FSMA is daarentegen wel van oordeel dat het multi-inrichterspensioenstelsel op een
verschillende datum in werking kan treden bij elke inrichter. Dat verandert niets aan het
identieke karakter van het pensioenstelsel, voor zover de enige verschillen te wijten zijn aan
de verschillende inwerkingtredingsdatums.
Verder is de FSMA ook van oordeel dat, als het pensioenstelsel voor alle werknemers van een
bepaalde inrichter geldt maar het bij een andere inrichter enkel geldt voor de werknemers die
niet aangesloten zijn gebleven bij hun oude gesloten pensioenstelsel (omdat zij al in dienst
waren toen het multi-inrichterspensioenstelsel bij die inrichter werd ingevoerd en zij hun
aansluiting bij dat stelsel konden weigeren), deze situatie evenmin afbreuk doet aan het
identieke karakter van het pensioenstelsel. In dit geval heeft de overdracht van een
aangeslotene die nog onder de toepassing van een oud gesloten pensioenstelsel valt, aan een
andere inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel toepast, tot gevolg dat die
aangeslotene uit dat oude gesloten pensioenstelsel uittreedt en zich bij het multiinrichterspensioenstelsel aansluit, waarbij die aansluiting pas ingaat op het moment waarop
de verandering van inrichter plaatsvindt.
Het identieke karakter van het multi-inrichterspensioenstelsel verdwijnt volgens de FSMA
ook niet als het stelsel bij n inrichter wordt gesloten voor nieuwe aansluitingen, omwille
van specifieke omstandigheden bij die inrichter2, maar open blijft bij andere inrichters. In die
hypothese kunnen de werknemers die al bij het multi-inrichterspensioenstelsel zijn
aangesloten daarvan blijven genieten, ook bij een overdracht aan de inrichter die het plan
heeft gesloten.
B. Pensioenstelsel ingevoerd door verschillende inrichters
Het feit dat het pensioenstelsel door verschillende inrichters wordt ingevoerd, verandert niets
aan het beginsel dat er maar n inrichter per aangeslotene is. Elke inrichter gaat een
verbintenis aan ten aanzien van zijn eigen aangeslotenen. Bij een sectoraal pensioenstelsel
gaat het daarbij om de door de WAP bedoelde rechtspersoon, terwijl het bij een
ondernemingspensioenstelsel steeds gaat om de werkgever (artikel 3, 1, 5, van de WAP).
Ter illustratie: in het kader van een ondernemingsplan kan een multi-inrichterspensioenstelsel
volgens de FSMA niet bepalen dat alle betrokken werkgevers de hoedanigheid van inrichter
hebben voor alle aangeslotenen: werkgevers hebben de hoedanigheid van inrichter enkel ten
aanzien van hun eigen personeelsleden die bij het plan zijn aangesloten. Dat houdt ook in dat
elke aangeslotene te allen tijde aan een inrichter moet kunnen worden gerelateerd en dat de
2

Die moeten kunnen worden verantwoord vanuit het oogpunt van de discriminatie.

/ FSMA

5/23 / ONTWERP van 30/11/2015

verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van de aangeslotenen te allen tijde moeten
kunnen worden berekend.
Een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel moet door elke inrichter worden
doorgevoerd conform de procedure die krachtens de WAP en de bepalingen van het
arbeidsrecht en het burgerlijk recht op hem van toepassing is. Gelet op de betrokken
omstandigheden kan de te volgen procedure voor elke inrichter verschillen (bv. als een
collectieve arbeidsovereenkomst vereist is bij n inrichter, maar niet bij de andere).
C. Pensioenstelsel uitgevoerd door dezelfde pensioeninstelling(en)
Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 20143 kan de uitvoering van
het pensioenstelsel aan meerdere pensioeninstellingen worden toevertrouwd op voorwaarde
dat het voor alle inrichters in gelijke mate aan dezelfde pensioeninstellingen wordt
toevertrouwd.
De parlementaire voorbereiding geeft in dat verband het voorbeeld van een pensioenstelsel
dat voorziet in persoonlijke bijdragen ter financiering van een pensioentoezegging van het
type vaste prestaties. De persoonlijke bijdragen kunnen door een verzekeringsonderneming
worden beheerd, terwijl het saldo om de vaste prestatie te bereiken, bij een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening kan worden gefinancierd. Er zal in dat geval sprake zijn van een
multi-inrichterspensioenstelsel als alle inrichters hun toezegging in gelijke mate aan dezelfde
pensioeninstellingen toevertrouwen4.
2. Het multi-inrichterspensioenreglement
Bij een multi-inrichterspensioenstelsel kan worden geopteerd voor n gemeenschappelijk
pensioenreglement voor alle inrichters of voor n pensioenreglement per inrichter (zie punt I, 1, a).
Ongeacht de gekozen optie, moet het pensioenreglement de volgende gegevens vermelden (artikel
5, 2/1, van de WAP):
-

dat het om een multi-inrichterspensioenstelsel gaat;

de identiteit van de inrichters van het pensioenstelsel;

of er al dan niet een overeenkomst bestaat die de overname van de rechten en


verplichtingen regelt.
Ontbreekt een overnameovereenkomst, dan moet het pensioenreglement de
gevolgen daarvan verduidelijken. Het moet met name vermelden dat een
aangeslotene uittreedt als hij een deelnemende inrichter van het multi-

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59.
Idem.

/ FSMA

6/23 / ONTWERP van 30/11/2015

inrichterspensioenstelsel verlaat om bij een andere deelnemende inrichter van


hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel in dienst te treden.
Als daarentegen wel een overnameovereenkomst bestaat, moet het
pensioenreglement het doel van de overeenkomst vermelden, namelijk de opheffing
van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst voor de
aangeslotene bij opeenvolgende tewerkstelling bij verschillende inrichters, alsook de
modaliteiten van die opheffing.
In voorkomend geval, wordt de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen bij het reglement gevoegd en maakt zij er integraal deel van uit (zie
punt III, 1, c hieronder).
Opdat een aangeslotene die tijdens zijn loopbaan bij verschillende inrichters van het pensioenstelsel
tewerkgesteld is geweest, zich een getrouw beeld zou kunnen vormen van de pensioenrechten
waarop hij aanspraak kan/zal kunnen maken, is het belangrijk dat alle verschillen die het identieke
karakter van het geldende pensioenstelsel niet in het gedrang brengen (zie punt I, 1, a), in het
pensioenreglement van elke inrichter worden vermeld.
Wanneer in het kader van het pensioenstelsel voor n pensioenreglement per inrichter wordt
geopteerd, is de FSMA van oordeel dat die verschillen in elk reglement van het multiinrichterspensioenstelsel moeten worden vermeld. Het pensioenreglement is immers de bron van de
rechten van de aangeslotenen in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel en de
aangeslotenen moeten hun pensioenrechten in het kader van dat stelsel kunnen reconstrueren
zonder daarvoor de pensioenreglementen van de verschillende inrichters te moeten verifiren bij wie
zij tijdens hun loopbaan achtereenvolgens tewerkgesteld zijn geweest.
Dit betekent vooral dat, als het multi-inrichterspensioenstelsel op een andere datum in werking is
getreden bij de verschillende inrichters, dit in elk pensioenreglement (bij alle inrichters) zal worden
verduidelijkt, en dat daar, in voorkomend geval, rekening zal worden mee gehouden bij de definitie
van de erkende dienstjaren in elk reglement.
In diezelfde geest is de FSMA van oordeel dat, als het multi-inrichterspensioenstelsel bij n van de
inrichters gesloten is, daarmee rekening moet gehouden in het pensioenreglement van elke inrichter.
De aangeslotene moet zijn rechten in het multi-inrichterspensioenstelsel immers kunnen
reconstrueren, ongeacht de opeenvolging van de inrichters bij wie hij tewerkgesteld is geweest.
II.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL ZONDER OVERNAMEOVEREENKOMST

Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel, maar de inrichters niet door een overnameovereenkomst zijn gebonden,
resulteert de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van die aangeslotene in een uittreding, zelfs
als die stopzetting onmiddellijk wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een
andere inrichter van het pensioenstelsel.

/ FSMA

7/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Aangezien de verandering van inrichter in deze situatie in een uittreding uit het pensioenstelsel
resulteert, betekent dat in de praktijk dat de aangeslotene tegelijkertijd een passieve5 n actieve
aangeslotene (als aangeslotene van de nieuwe inrichter) bij hetzelfde pensioenstelsel zal kunnen zijn.
Elke verandering van inrichter binnen het multi-inrichterspensioenstelsel zal aanleiding geven tot een
uittreding uit een pensioenstelsel en een aansluiting bij een ander pensioenstelsel. Als in het kader
van het pensioenstelsel gebruik wordt gemaakt van individuele rekeningen, zal voor de aangeslotene
telkens een nieuwe rekening worden geopend als hij bij een nieuwe inrichter in dienst treedt. Een
aangeslotene die mobiel is binnen een groep van inrichters, en die, bij zijn uittreding, beslist om zijn
pensioenrechten te behouden bij de pensioeninstelling van de inrichter die hij verlaat, zal dus over
verschillende individuele rekeningen beschikken.
III.

HET MULTI-INRICHTERSPENSIOENSTELSEL MET OVERNAMEOVEREENKOMST

Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene wordt beindigd in het kader van een multiinrichterspensioenstelsel en de inrichters een overeenkomst hebben gesloten die de overname van
de rechten en verplichtingen regelt, zal er geen sprake zijn van een uittreding in de zin van de WAP
als de arbeidsovereenkomst die wordt beindigd, wordt gevolgd door een andere
arbeidsovereenkomst met een andere werkgever die aan het multi-inrichterspensioenstelsel
deelneemt.
Er moet worden verduidelijkt dat er alleen dan geen sprake is van een uittreding als de nieuwe
arbeidsovereenkomst onmiddellijk volgt op de stopzetting van de arbeidsovereenkomst van de
aangeslotene met de werkgever die hij verlaat. De arbeidsovereenkomst met de eerste inrichter
wordt, met andere woorden, beindigd om de aangeslotene de gelegenheid te bieden zich bij een
andere inrichter van het pensioenstelsel aan te sluiten. Als de betrokken arbeidsovereenkomsten niet
onmiddellijk op elkaar volgen, zal er dus wel degelijk sprake zijn van een uittreding in de zin van de
WAP bij de stopzetting van de door de aangeslotene gesloten arbeidsovereenkomst met de werkgever
die hij verlaat.
In de praktijk betekent dit, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel dat op basis van
individuele rekeningen functioneert, dat de aangeslotenen voor wie geen uittreding plaatsvindt bij
mobiliteit tussen de inrichters, over n enkele individuele rekening beschikken. Zij ontvangen n
enkele pensioenfiche die de rechten vermeldt die zij in het kader van hun tewerkstelling bij de
verschillende inrichters hebben verworven6.
1. De overnameovereenkomst
A. Doelstelling van de overeenkomst
De overnameovereenkomst heeft tot doel de gevolgen van de beindiging van de
arbeidsovereenkomst op te heffen wanneer een aangeslotene bij het multi-inrichterspensioenstelsel

Voor de voorbije dienstjaren als hij bij zijn uittreding zijn rechten behoudt bij de pensioeninstelling van de
inrichter die hij verlaat.
Zonder dat natuurlijk wordt geraakt aan het feit dat elke aangeslotene slechts met n enkele inrichter
tegelijkertijd gerelateerd is, en dat de verplichtingen van elke inrichter ten aanzien van elke aangeslotene te
allen tijde moeten kunnen worden bepaald (zie hierboven punt I, 1, B).

/ FSMA

8/23 / ONTWERP van 30/11/2015

een nieuwe arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter die aan hetzelfde pensioenstelsel
deelneemt (artikel 33/2, 1, van de WAP).
De overnameovereenkomst regelt de overname van alle rechten en verplichtingen van de inrichter
die door de aangeslotene wordt verlaten, door de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit,
inclusief de in artikel 24 van de WAP bedoelde waarborgen. Zij bepaalt ook de modaliteiten van die
overname (artikel 33/2, 2, van de WAP). De regeling en de modaliteiten van deze overname moeten
volledig in de overeenkomst worden beschreven en de aangeslotene toelaten inzicht te verwerven in
de praktische gevolgen van de overnameovereenkomst.
De overeenkomst moet worden opgesteld in een voor de aangeslotenen duidelijke en begrijpelijke
taal.
B. Inhoud van de overeenkomst
Conform artikel 33/2, 2, van de WAP moet de overnameovereenkomst minstens de volgende
elementen bevatten:
-

De regels die de overname van de rechten en verplichtingen regelen.


De overeenkomst bevestigt ter zake dat de overname van de rechten en verplichtingen
gebeurt bij de indiensttreding van de aangeslotene bij de inrichter bij wie hij zich aansluit. Zij
bevestigt ook dat de overname van de rechten en verplichtingen door de nieuwe inrichter alle
rechten betreft die de aangeslotene kan doen gelden ten aanzien van de inrichter die hij
verlaat. De inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, neemt immers alle rechten en
verplichtingen over van de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, inclusief de in
artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg;

De regels die de solidariteit beschrijven die, conform de WAP, de door de aangeslotene


verlaten inrichter verbindt indien de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, zijn
verplichtingen niet nakomt (zie punt III, 2 hieronder);

De modaliteiten van de overname.


De overeenkomst verduidelijkt met name dat de betrokken aangeslotene, ingevolge de
verandering van inrichter, als een actieve aangeslotene van de nieuwe inrichter wordt
beschouwd en dit voor zijn volledige (door het pensioenstelsel erkende) loopbaan bij de
verschillende inrichters.
De parlementaire voorbereiding van de wet van 15 mei 2014 verduidelijkt dat de inrichters in
het kader van die modaliteiten in het bijzonder een regeling moeten treffen over de wijze
waarop eventuele tekorten financieel tussen hen worden verdeeld7.
De FSMA merkt echter op dat de financieringsmodaliteiten tussen de inrichters losstaan van
de overname van alle rechten en verplichtingen door de nieuwe inrichter en van de door de

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 66.

/ FSMA

9/23 / ONTWERP van 30/11/2015

wet ingevoerde solidariteit tussen de inrichters. De overnameovereenkomst zou, met andere


woorden, niet kunnen bepalen dat een inrichter zich ten aanzien van zijn aangeslotenen kan
onttrekken aan de voor hem geldende verplichting om de rechten en verplichtingen over te
nemen als andere inrichters de afgesproken financieringsmodaliteiten niet naleven. De
financile regeling tussen de inrichters betreft enkel hun bijdrage in de schulden en heeft geen
impact op hun verplichtingen ten aanzien van hun aangeslotenen.
Ter illustratie: bij onderfinanciering van de verworven reserves en van de
rendementswaarborg zal uiterlijk op het moment waarop n van de volgende
gebeurtenissen zich voordoet tot een aanzuivering moeten worden overgegaan: wanneer de
aangeslotene zijn reserves overdraagt conform artikel 32 van de WAP, bij de pensionering of
bij de opheffing van de pensioentoezegging. Die aanzuivering is een verplichting in hoofde van
de laatste inrichter, die de rechten en verplichtingen overneemt, met dien verstande dat de
inrichters onderling afspraken kunnen maken over eventuele bijkomende financile
modaliteiten in verband met hun bijdrage in de schuld. Die eventuele financile afspraken
zullen echter geen impact hebben op de uiteindelijke aansprakelijkheid van de laatste
inrichter ten opzichte van de betrokken aangeslotene.
De FSMA is daarom van oordeel dat de inrichters financile afspraken die geen impact hebben
op de rechten van de aangeslotenen buiten het kader van de overnameovereenkomst kunnen
maken, bv. in het kader van de beheersovereenkomst van een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening.
-

Conform artikel 33/2, 3, van de WAP moet de overeenkomst verduidelijken wie


verantwoordelijk is voor de informatieverstrekking aan de aangeslotene bij de overname
van de rechten en verplichtingen. Voor alle duidelijkheid naar de aangeslotenen toe is het
aan te bevelen om in de overeenkomst ook te vermelden welke informatie de aangeslotenen
daarbij zullen ontvangen en binnen welke termijn (zie punt III, 3 hieronder).
C. De overeenkomst maakt integraal deel uit van het pensioenreglement

Met toepassing van artikel 5, 2/1 van de WAP maakt de overeenkomst integraal deel uit van het
pensioenreglement. Die bepaling luidt als volgt: als er een overeenkomst bestaat (), vermeldt het
pensioenreglement van het multi-inrichterspensioenstelsel het doel van deze overeenkomst, met name
de opheffing van de gevolgen van de beindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door
overlijden of pensionering voor de aangeslotene en de modaliteiten van deze opheffing. Een kopie van
de overeenkomst () wordt aan het pensioenreglement gehecht. De parlementaire voorbereiding van
de wet van 15 mei 2014 bepaalt het volgende: Een kopie van de overeenkomst moet bovendien als
bijlage bij het pensioenreglement gevoegd worden. Aangezien de kopie van de overeenkomst bij het
pensioenreglement gevoegd wordt en er dus deel van uitmaakt, kan de aangeslotene er op eenvoudig
verzoek een afschrift van verkrijgen ()8.

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 60.

/ FSMA

10/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Het feit dat een kopie van de overnameovereenkomst bij het pensioenreglement wordt gevoegd,
strookt met artikel 33/2, 2, van de WAP, op grond waarvan de overeenkomst en de door haar
bepaalde overname van alle rechten en verplichtingen tegenstelbaar zijn aan de aangeslotenen.
Daaruit vloeit voort dat elke wijziging van de overnameovereenkomst die een impact heeft op de
regeling met betrekking tot de overname van de rechten en verplichtingen bij verandering van
inrichter en op de modaliteiten van die overname, een aanpassing van het pensioenreglement
vereist. In dat geval moet elke inrichter de geldende procedure voor een wijziging van het
pensioenreglement volgen (zie punt I. 1, b hierboven). Ook de in artikel 39 van de WAP bedoelde
procedure tot informatieverstrekking en verplichte raadpleging moet worden gevolgd.
Net als elke andere wijziging van het pensioenreglement, geldt ook deze in beginsel enkel voor de
toekomst en geldt ze niet voor de aangeslotenen die vr die wijziging uit het plan zijn uitgetreden.
2. Solidariteit tussen de inrichters
A.

Aard van de solidariteit

Artikel 33/2, 2, van de WAP voert een hoofdelijke aansprakelijkheid in tussen de inrichter die door
de aangeslotene wordt verlaten, en de nieuwe inrichter.
Krachtens (artikelen 1200 en volgende van) het Burgerlijk Wetboek impliceert een hoofdelijke
aansprakelijkheid tussen verschillende schuldenaars dat zij, met betrekking tot de verplichting tot
betaling van de schulden, hoofdelijk gehouden zijn jegens de schuldeisers (ten belope van de door de
solidariteit geviseerde schulden). Elke schuldenaar is dus voor de volledige schuld verbonden ten
aanzien van de schuldeiser en laatstgenoemde kan dus zelf beslissen tot welke schuldenaar hij zich
richt.
Artikel 33/2, 2, van de WAP bepaalt dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, slechts
hoofdelijk aansprakelijk is in geval van niet-nakoming door de inrichter bij wie de aangeslotene zich
aansluit. Volgens de FSMA illustreert de vermelding in geval van niet-nakoming door de inrichter bij
wie de aangeslotene zich aansluit het praktische belang van de door het Burgerlijk Wetboek beoogde
solidariteit. Als de laatste inrichter zijn verplichtingen nakomt, zal de aangeslotene zich immers niet
op de solidariteit moeten beroepen door zich tot een eventuele medeschuldenaar te richten. Pas als
de laatste inrichter in gebreke blijft, zal de aangeslotene de hoofdelijke aansprakelijkheid inroepen in
het kader van een beroepsprocedure. Doel van de solidariteit is immers om de invorderbaarheid van
schulden voor een schuldeiser te vergemakkelijken. Als de schuldvordering van een schuldeiser niet
wordt gehonoreerd, kan hij zich op die manier tot de meest solvabele van de hoofdelijk aansprakelijke
schuldenaars richten. Zo wordt een eventuele insolventie van n van de medeschuldenaars door de
andere medeschuldenaars opgevangen9.
Volgens die logica zal de aangeslotene zich op die solidariteit tussen de verschillende inrichters
kunnen beroepen als n van hen niet meer solvabel is. Ook bij een geschil over de pensioenrechten
zal de solidariteit kunnen worden ingeroepen. Als de aangeslotene bijvoorbeeld van oordeel is dat hij
niet het volledige aanvullende pensioenkapitaal heeft ontvangen waarop hij recht heeft, en

P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, Tome III, Bruylant, 2010, p. 1765.

/ FSMA

11/23 / ONTWERP van 30/11/2015

verschillende inrichters ter zake hoofdelijk aansprakelijk zijn, zal hij de in artikel 33/2, 2, van de WAP
bedoelde solidariteit kunnen inroepen in het kader van zijn rechtsvordering.
De FSMA is van oordeel dat, wanneer een aangeslotene een inrichter verlaat om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten, tussen die twee inrichters - krachtens
artikel 33/2, 2, van de WAP - een overdracht van de verplichtingen plaatsvindt met betrekking tot
de pensioentoezegging, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel
volledig van zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
B.

Omvang van de solidariteit

De FSMA is van mening dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde solidariteit uitsluitend
betrekking heeft op de pensioenrechten zoals zij bestaan op het moment van de overdracht aan de
nieuwe inrichter. Die pensioenrechten stemmen overeen met de rechten waarop de aangeslotene bij
een uittreding aanspraak zou hebben kunnen maken ten aanzien van de inrichter die hij verlaat.
Daarbij wordt rekening gehouden met de gegevens die bekend zijn op het moment waarop de
aangeslotene die inrichter verlaat.
Als rekening wordt gehouden met de verschillende soorten pensioentoezeggingen, betekent dat:
-

voor een toezegging van het type vaste prestaties: de inrichter verbindt zich ertoe om op een
bepaald moment een prestatie te vestigen. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, is dus hoofdelijk aansprakelijk voor de verworven reserves en prestaties die de
aangeslotene in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat (alsook, in voorkomend geval, voor de wettelijke
rendementswaarborg met betrekking tot de persoonlijke bijdragen conform artikel 24, 1,
van de WAP, die wordt berekend alsof een uittreding plaatsvindt op het moment waarop de
aangeslotene de betrokken inrichter verlaat). De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt dus niet
voor de eventuele herwaardering van de verleden dienstjaren n de verandering van
inrichter.

voor een toezegging van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde
van de inrichter: de inrichter verbindt zich ertoe de bijdragen te storten en de verworven
reserves evolueren in functie van het op de gestorte bijdragen behaalde rendement. Gelet op
de veranderlijkheid van het rendement is het op het ogenblik waarop de aangeslotene de
inrichter verlaat nog niet mogelijk te bepalen op welke pensioenprestatie de aangeslotene bij
zijn pensionering aanspraak zal kunnen maken. Parallel daarmee voorziet de wetgever in de
toepassing van een wettelijke minimale rendementswaarborg (artikel 24 van de WAP).
Vermits de toezegging van de inrichter betrekking heeft op de betaling van bijdragen, waarbij
het bedrag van de verworven reserves van de aangeslotene nog kan schommelen nadat hij
van inrichter is veranderd (bv. in functie van de toekomstige resultaten van de instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wanneer de toezegging door zon instelling wordt beheerd), is de
FSMA van oordeel dat de rechten die de aangeslotene kan doen gelden in het kader van de
solidariteit waartoe de inrichter die hij verlaat is gehouden, uitsluitend overeenstemmen met
de wettelijke rendementswaarborg die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat.

/ FSMA

12/23 / ONTWERP van 30/11/2015

De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de wettelijke minimale rendementswaarborg met betrekking tot de
pensioenrechten die worden opgebouwd tijdens de periode van aansluiting bij het multiinrichterspensioenstelsel die volgt op de beindiging van de arbeidsovereenkomst met die
inrichter.
-

voor een toezegging van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van
de inrichter: de inrichter garandeert, naast de betaling van de vaste bijdragen, ook de
kapitalisatie van die bijdragen tot de pensionering van de aangeslotene, conform het in het
reglement vermelde rendement. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke
minimale rendementswaarborg is van toepassing.
In dat geval stemt de solidariteit waartoe de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten
is gehouden, overeen met de conventionele rendementswaarborg die wordt berekend op
de bijdragen die betrekking hebben op de tewerkstelling van de aangeslotene bij de
inrichter die hij verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, blijft daarnaast
in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van de wettelijke
rendementswaarborg (dat van toepassing zou zijn bij een uittreding op het moment waarop
de aangeslotene de betrokken inrichter verlaat).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, zal daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de rendementstekorten met betrekking tot de bijdragen die in het
multi-inrichterspensioenstelsel zijn gestort tijdens de periode van aansluiting die op de
beindiging van de arbeidsovereenkomst met die inrichter volgt.

voor een pensioentoezegging van het type cash balance: de inrichter verbindt zich ertoe een
vaste prestatie te vestigen die wordt bepaald op basis van de kapitalisatie - conform het in
het reglement vermelde rendement en tot de pensionering van de aangeslotene - van de
toegekende bedragen. Ook de in artikel 24 van de WAP bedoelde wettelijke minimale
rendementswaarborg is van toepassing.
Voor een dergelijke toezegging betreft de solidariteit waartoe de inrichter die door de
aangeslotene wordt verlaten is gehouden, de verworven reserves en prestaties die
laatstgenoemde in het kader van het multi-inrichterspensioenstelsel heeft opgebouwd tot op
het moment waarop hij die inrichter verlaat. De inrichter die door de aangeslotene wordt
verlaten, blijft daarnaast in elk geval hoofdelijk aansprakelijk ten belope van het bedrag van
de wettelijke rendementswaarborg (die van toepassing zou zijn bij een uittreding op het
moment waarop de aangeslotene de betrokken inrichter heeft verlaten).
De inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, is daarentegen niet hoofdelijk
aansprakelijk voor de rendementstekorten met betrekking tot de toegekende bedragen die
betrekking hebben op de periode van aansluiting die volgt op de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met die inrichter.

/ FSMA

13/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Voorbeelden
Een aangeslotene neemt deel aan een multi-inrichterspensioenstelsel dat uitsluitend wordt
gefinancierd met werkgeversbijdragen, en is achtereenvolgens tewerkgesteld bij inrichters A en B. De
aangeslotene treedt uit het plan na zijn tewerkstelling bij B.
Plan van het type vaste prestaties
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 800
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 900
Verworven prestaties opgebouwd na afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk aansprakelijk
ten belope van 800.
Als de aangeslotene na zijn uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel beslist om zijn
pensioenrechten over te dragen, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen,
de op het moment van de overdracht verworven reserves moeten worden berekend die betrekking
hebben op de tewerkstelling bij A.
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Plan van het type vaste bijdragen zonder rendementswaarborg in hoofde van de inrichter
Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 850
B is aansprakelijk ten belope van 850 en A is hoofdelijk aansprakelijk ten belope van 450
Plan van het type vaste bijdragen met rendementswaarborg in hoofde van de inrichter / Plan van
het type cash balance

/ FSMA

14/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A en berekend bij de beindiging van de
arbeidsovereenkomst met A: 500
Wettelijke minimale rendementswaarborg (berekend alsof een uittreding plaatsvond op het moment
van de beindiging van de arbeidsovereenkomst met A): 450
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij A: 900
Verworven reserves opgebouwd bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na afloop
van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 800
Wettelijke minimale rendementswaarborg bij de uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel (na
afloop van de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B): 750
Verworven prestaties opgebouwd tijdens de opeenvolgende tewerkstelling bij A en B: 1200
Op het moment van de pensionering is B aansprakelijk ten belope van 1200 en A hoofdelijk
aansprakelijk ten belope van 900.
Als de aangeslotene beslist om zijn pensioenrechten over te dragen na zijn uittreding uit het multiinrichterspensioenstelsel, zullen, om de omvang van de solidariteit van A te kunnen bepalen, de bij de
uittreding verworven reserves voor de tewerkstelling bij A moeten worden berekend (de wettelijke
rendementswaarborg geldt als minimum).
Na de overdracht hebben A en B geen verplichtingen meer.
Op te merken valt dat de in artikel 33/2, 2, van de WAP bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid van
de inrichters geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor de inrichter die de niet-nakoming door een
andere inrichter opvangt, om het deel van laatstgenoemde inrichter bij hem te recupereren conform
de tussen de partijen geldende regels voor de bijdrage in de schulden.
C.

Twee opeenvolgende inrichters

In de praktijk is het zo dat, wanneer er twee opeenvolgende inrichters zijn, m.a.w. wanneer een
aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat en een arbeidsovereenkomst
met inrichter B sluit, die aangeslotene ten aanzien van B niet alleen de rechten kan laten gelden die
hij bij B opbouwt, maar ook alle aanspraken die hij tegenover A kon laten gelden. A blijft hoofdelijk
aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene tegenover hem kon laten gelden.
Voor een illustratie van die situatie wordt verwezen naar de voorbeelden in punt B hierboven.
D.

Opeenvolging van inrichters

De situatie is complexer als er een opeenvolging van inrichters is. Hier wordt verwezen naar een
situatie waarbij een aangeslotene bij een multi-inrichterspensioenstelsel inrichter A verlaat om zich
bij inrichter B aan te sluiten, daarna inrichter B verlaat om een arbeidsovereenkomst met inrichter C
te sluiten, en vervolgens inrichter C verlaat om zijn loopbaan te eindigen bij inrichter D.

/ FSMA

15/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Zoals al vermeld (zie punt III, 2, A hierboven) is de FSMA van oordeel dat, wanneer een aangeslotene
een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst aan te sluiten, krachtens artikel 33/2, 2, van de WAP tussen die twee
inrichters een overdracht van de verplichtingen met betrekking tot de pensioentoezegging wordt
doorgevoerd, zonder dat de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten, evenwel volledig van
zijn verplichtingen wordt ontslagen, gelet op de resterende solidariteit in zijn hoofde.
De laatste inrichter (D) neemt dus alle rechten en verplichtingen over in het kader van het multiinrichterspensioenstelsel.
De voorlaatste inrichter (C) blijft hoofdelijk aansprakelijk voor alle aanspraken die de aangeslotene
tegenover hem kon laten gelden als hij bij de beindiging van zijn arbeidsovereenkomst met (C) zou
zijn uitgetreden, op basis van de gegevens op het moment waarop de arbeidsovereenkomst met (C)
wordt beindigd. De FSMA is van oordeel dat het daarbij dus gaat om de rechten die de aangeslotene
bij inrichter (C) heeft opgebouwd, alsook om de rechten die deze inrichter van de vroegere inrichters
heeft overgenomen met toepassing van de overnameovereenkomst van de rechten (A en B), inclusief
de in artikel 24 van de WAP bedoelde rendementswaarborg (zie punt III, 2, B hierboven). Artikel 33/2,
2, van de WAP betreft zonder onderscheid alle aanspraken die hij [de aangeslotene] kon laten
gelden tegenover de inrichter die hij verlaat.
De impact van dergelijke opeenvolgende overdrachten op de solidariteit in hoofde van vroegere
inrichters (A en B in ons voorbeeld), komt daarentegen niet specifiek aan bod in de WAP.
Op grond van het principe dat de solidariteit van de door de aangeslotene verlaten inrichter bij de
overdracht van de rechten en verplichtingen aan een andere inrichter blijft bestaan, is de FSMA van
oordeel dat, bij een opeenvolging van inrichters, alle inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten,
hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de verplichtingen waarvoor bij eerdere overdrachten een
hoofdelijke aansprakelijkheid is ontstaan.
Voorbeeld
De bij inrichter A opgebouwde rechten bedragen 500 en de aangeslotene verlaat inrichter A om naar
inrichter B over te stappen; de bij inrichter B opgebouwde rechten bedragen 300 en de aangeslotene
verlaat inrichter B om naar inrichter C over te stappen; de bij inrichter C opgebouwde rechten
bedragen 200 en de aangeslotene verlaat inrichter C om naar inrichter D over te stappen; de bij
inrichter D opgebouwde rechten bedragen 100. De situatie ziet er dus als volgt uit:
-

Aangezien inrichter D als laatste inrichter van de aangeslotene alle rechten en verplichtingen
heeft overgenomen, is hij verantwoordelijk voor alle rechten (500 + 300 + 200 + 100 = 1100);

Inrichter C is hoofdelijk aansprakelijk voor de bij hem opgebouwde pensioenrechten en voor


de van inrichters A en B overgenomen rechten (500 + 300 + 200 = 1000);

Inrichters A en B zijn hoofdelijk aansprakelijk gebleven voor de rechten waarvoor een


solidariteit is ontstaan bij eerdere overdrachten (inrichter A ten belope van 500 en inrichter B
ten belope van 800 (500 + 300)).

/ FSMA

16/23 / ONTWERP van 30/11/2015

3. Informatieverstrekking aan de aangeslotenen


Wanneer een aangeslotene, in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel met
overnameovereenkomst, een inrichter verlaat om zich bij een andere inrichter aan te sluiten, bepaalt
artikel 33/2, 3, van de WAP dat de aangeslotene binnen 30 dagen die volgen op de overname van
de rechten schriftelijk moet worden genformeerd over deze overname en al haar gevolgen. De
informatie moet in het bijzonder aangeven:
-

dat de overname voor de aangeslotene geen enkele wijziging van zijn


pensioentoezegging met zich brengt;

dat alle rechten en verplichtingen die uit het pensioenstelsel voortvloeien in hun
geheel worden overgenomen door de inrichter bij wie hij zich aansluit, vanaf de
datum van de overname;

dat de inrichter die hij verlaat, hoofdelijk aansprakelijk blijft in geval van nietnakoming door de inrichter bij wie hij zich aansluit.

Deze informatie mag worden meegedeeld door de inrichter die door de aangeslotene wordt verlaten,
de inrichter bij wie de aangeslotene zich aansluit, of de pensioeninstelling. In de
overnameovereenkomst moet worden verduidelijkt welke van die drie interveninten ter zake
verantwoordelijk is.
4. Wat als n van de inrichters niet langer deelneemt aan de overnameovereenkomst of het
multi-inrichterspensioenstelsel verlaat?
A. Eerste situatie: een inrichter blijft het multi-inrichterspensioenstelsel toepassen maar wenst
niet langer gebonden te zijn door de overnameovereenkomst
Voor de aangeslotenen van die inrichter houdt dit in dat het multi-inrichterspensioenstelsel verder
van toepassing blijft, maar dat de beindiging van hun arbeidsovereenkomst een uittreding uit het
stelsel impliceert, zelfs als de betrokkene zich bij een andere inrichter aansluit die het multiinrichterspensioenstelsel toepast (zie punt II hierboven). Parallel daarmee zal er ook sprake zijn van
een uittreding voor de werknemers van andere inrichters van het stelsel, van wie de
arbeidsovereenkomst wordt beindigd met het oog op de overstap naar de inrichter die niet langer
door het multi-inrichterspensioenstelsel is gebonden.
Als n van de inrichters beslist om niet langer aan de overnameovereenkomst deel te nemen, zal
hij, ten aanzien van de andere inrichters, zijn deelname aan de overnameovereenkomst moeten
stopzetten conform de in de overeenkomst bepaalde modaliteiten. De procedure tot wijziging van de
pensioentoezegging zal door alle inrichters moeten worden toegepast ten aanzien van hun
aangeslotenen.
Die beslissing kan echter enkel voor de toekomst gelden en heeft geen gevolgen voor de
aangeslotenen van wie de rechten door de betrokken inrichter zijn overgenomen vr het einde van
de toepassing van de overeenkomst. Die inrichter blijft aansprakelijk ten opzichte van alle
aangeslotenen van wie hij alle rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die de aangeslotene heeft verlaten vr hij

/ FSMA

17/23 / ONTWERP van 30/11/2015

zich bij de betrokken inrichter aansloot, blijven op hun beurt hoofdelijk aansprakelijk, conform artikel
33/2, 2, van de WAP.
Die beslissing heeft evenmin gevolgen voor de aangeslotenen die de betrokken inrichter vr het
einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst hebben verlaten om zich bij een andere
inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel aan te sluiten. De andere inrichters die de
verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen, blijven aansprakelijk en de
betrokken inrichter blijft hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van de aangeslotenen ten aanzien van
wie een solidariteit is ontstaan vr het einde van zijn deelname aan de overnameovereenkomst.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de stopzetting van de overnameovereenkomst, geen
aanleiding geeft tot uittreding in hoofde van de aangeslotenen van wie de inrichter niet langer aan de
overnameovereenkomst deelneemt.
B. Tweede situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst,
zonder overdracht van de reserves
In deze hypothese past de inrichter het multi-inrichterspensioenstelsel niet langer toe voor de
toekomst en neemt hij bijgevolg ook niet langer deel aan de overnameovereenkomst. De rechten uit
het verleden worden echter wel verder binnen het stelsel beheerd.
Dit zal onder meer het geval zijn wanneer de geldende pensioentoezegging bij n van de inrichters
wordt gewijzigd en bijgevolg niet meer is voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot het bestaan
van een identiek pensioenstelsel (zie punt I, 1, a hierboven). Vanaf het moment van de wijziging is het
stelsel dat bij de betrokken inrichter van toepassing is niet langer het multi-inrichterspensioenstelsel.
Deze situatie impliceert een wijziging van het multi-inrichterspensioenstelsel en van de
overnameovereenkomst. Bijgevolg zal de procedure tot wijziging van het pensioenreglement10
moeten worden toegepast, zowel bij de inrichter die het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat, als
bij de andere inrichters. Als die wijziging gepaard gaat met een verandering van pensioeninstelling
(zonder overdracht van de reserves) door de inrichter die het stelsel voor de toekomst verlaat, moet
de FSMA vooraf van die verandering in kennis worden gesteld11.
De wijziging zal enkel gevolgen hebben voor de toekomst. De betrokken inrichter blijft gehouden voor
het verleden. Hij blijft dus aansprakelijk voor de rechten uit het verleden die binnen het stelsel worden
beheerd, en behoudt zijn hoedanigheid van inrichter voor de voorbije periode ten aanzien van alle
aangeslotenen voor wie hij de rechten en verplichtingen heeft overgenomen vr het einde van zijn
deelname aan de overnameovereenkomst. De inrichters die door de aangeslotene zijn verlaten vr
zijn aansluiting bij de betrokken inrichter, blijven hoofdelijk aansprakelijk conform artikel 33/2, 2,
van de WAP.

10

11

Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II en III, en met
artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.
Artikel
36
van
de
WAP.
Daartoe
is
het
formulier
WAP
3
beschikbaar
(http://www.fsma.be/~/media/Files/fsmafiles/circ/nl/2004/wap_3.ashx). Zie ook de andere bepalingen van
Titel II, hoofdstuk VI, van de WAP.

/ FSMA

18/23 / ONTWERP van 30/11/2015

De overige inrichters die de verplichtingen van de betrokken inrichter hebben overgenomen ingevolge
de overgang van een aangeslotene, blijven aansprakelijk en de betrokken inrichter blijft hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van alle aangeslotenen waarvoor in zijn hoofde een solidariteit is ontstaan,
vr hij het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst heeft verlaten.
Die inrichter blijft n van de verzekeringnemers van het stelsel of n van de bijdragende
ondernemingen als het stelsel door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd.
Er moet worden aangestipt dat, in het kader van een pensioentoezegging die door een instelling voor
bedrijfspensioenvoorziening wordt beheerd, de inrichter die voor de toekomst van pensioeninstelling
verandert zonder echter alle pensioenrechten uit het verleden12 aan een nieuwe pensioeninstelling
over te dragen, lid moet blijven van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening13.
C. Derde situatie: een inrichter verlaat het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst en
wil ook de pensioenrechten die binnen het stelsel zijn opgebouwd voor het verleden,
overdragen aan een andere pensioeninstelling14
In die situatie blijft de inrichter, zoals in de situatie waarvan sprake in punt B, de inrichter van het
stelsel voor het verleden maar past hij dat stelsel niet meer toe voor de toekomst. Het verschil met
de in punt B bedoelde situatie betreft het feit dat de inrichter de toezegging uit het verleden voortaan
door een andere pensioeninstelling wil laten beheren.
Dit zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer n van de inrichters alle banden met de andere
inrichters verbreekt.
Met betrekking tot de rechten uit het verleden is de FSMA van oordeel dat een overdracht enkel
mogelijk zal zijn op voorwaarde dat, met betrekking tot die rechten uit het verleden, de in de wet
vermelde solidariteit niet wordt beindigd. Het feit dat een multi-inrichterspensioenstelsel wordt
verlaten en dat de pensioenrechten die in het verleden in het kader van dat stelsel zijn opgebouwd
worden overgedragen, mag de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin de wetgever specifiek heeft
voorzien ten aanzien van de al in het stelsel opgebouwde pensioenrechten, niet in het gedrang
brengen. De solidariteit maakt immers integraal deel uit van de wettelijke verplichtingen met
betrekking tot de pensioentoezegging.
Hoewel de FSMA zich bewust is van het feit dat het behoud van solidariteit moeilijk te organiseren is
wanneer n van de inrichters alle banden met de andere inrichters verbreekt, en zich tot een andere
pensioeninstelling richt, moeten de betrokken inrichters toch een coherente oplossing uitwerken die
geen afbreuk doet aan het beginsel op grond waarvan de solidariteit enkel voor de toekomst kan
worden beindigd. De FSMA is in dat verband van oordeel dat de betrokken inrichters hoofdelijk

12

13

14

I.e. in voorkomend geval ook de rechten met betrekking tot de vroegere loopbaan bij andere inrichters van
het multi-inrichterspensioenstelsel die de inrichter heeft overgenomen in het kader van de mobiliteit tussen
inrichters.
Conform artikel 14, 1, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening.
Of naar een nieuwe verzekeringsovereenkomst bij dezelfde verzekeraar.

/ FSMA

19/23 / ONTWERP van 30/11/2015

aansprakelijk blijven ondanks het feit dat de pensioenrechten van hun respectieve aangeslotenen
door verschillende pensioeninstellingen worden beheerd.
Ten aanzien van de aangeslotenen impliceert het verlaten van een multi-inrichterspensioenstelsel
waarbij ook de rechten met betrekking tot het verleden aan een nieuwe
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst worden overgedragen, dat het pensioenreglement bij
alle inrichters wordt gewijzigd en dat bijgevolg de gebruikelijke procedures worden nageleefd15. Bij
een verandering van pensioeninstelling en/of overdracht van reserves moet ook de FSMA vooraf
worden genformeerd.
5. Lot van het multi-inrichterspensioenstelsel bij een overdracht van onderneming
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten overdrachten die zich kunnen
voordoen in het leven van een onderneming en die een impact kunnen hebben op het voor de
werknemers geldende pensioenstelsel.
A.

Een overdracht van aandelen

Bij een overdracht van aandelen verandert de aandeelhouderskring van de inrichter zonder dat
daarbij ook de rechtspersoon van de inrichter wordt gewijzigd. Een dergelijke overdracht heeft dus
geen rechtstreekse impact op het multi-inrichterspensioenstelsel.
Toch is het in de praktijk mogelijk dat de inrichter, ingevolge die overdracht van aandelen, niet langer
aan de overnameovereenkomst deelneemt of dat hij het multi-inrichterspensioenstelsel verlaat (zie
punt III, 4 hierboven).
B.

Een splitsing of fusie van ondernemingen (en daarmee gelijkgestelde


verrichtingen)

Splitsingen en fusies van ondernemingen hebben eigen specifieke kenmerken, omdat daarbij het
volledige vermogen van een onderneming aan een andere onderneming wordt overgedragen. Bij
zon verrichting wordt de onderneming die tot de overdracht overgaat, zonder vereffening ontbonden
en ontvangen de vennoten van de ontbonden onderneming aandelen van de overnemende
onderneming. Het Wetboek van Vennootschappen stelt andere verrichtingen gelijk met splitsingen
en fusies van ondernemingen.
Aangezien dergelijke verrichtingen gepaard gaan met een universele overdracht van rechtswege van
alle rechten en verplichtingen, omvatten zij het pensioenstelsel en, in voorkomend geval, ook de
overnameovereenkomst, alsook elke eventuele solidariteit die in hoofde van die onderneming
bestond.
Dit betekent in de praktijk dat de onderneming waaraan het volledige vermogen wordt
overgedragen, de inrichter van het multi-inrichterspensioenstelsel wordt ten aanzien van de
aangeslotenen van de ontbonden onderneming, en dat zij ook hoofdelijk aansprakelijk zal zijn ten
opzichte van de aangeslotenen voor wie de ontbonden onderneming hoofdelijk aansprakelijk was. De
15

Wat de WAP betreft, moet met name rekening worden gehouden met Titel II, hoofdstukken II, III en VI, en
met artikel 39. Ook het arbeidsrecht en het burgerlijk recht zullen moeten worden nageleefd.

/ FSMA

20/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overige inrichters behouden, in voorkomend geval, hun hoofdelijke aansprakelijkheid ten opzichte
van de aangeslotenen van de ontbonden onderneming (voortaan aangeslotenen van de overnemende
onderneming). Het in het Wetboek van Vennootschappen vermelde mechanisme van de
splitsing/fusie van ondernemingen impliceert immers een universele overdracht van alle vorderingen
en schulden, en de in het Wetboek van Vennootschappen vermelde formaliteiten zijn voldoende om
de overdracht tegenstelbaar te maken aan de overgedragen schuldenaars, de schuldeisers en alle
derden (bv. de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of de verzekeraar).
Als de overnemende onderneming beslist om niet langer gebonden te zijn door de
overnameovereenkomst en om het multi-inrichterspensioenstelsel voor de toekomst te verlaten (al
dan niet met behoud van de reserves voor het verleden in het stelsel), zijn de in punt III, 4, A, B en C
vermelde beginselen van toepassing. Het gaat daarbij om een wijziging van het stelsel, die na de
splitsing/fusie zal plaatsvinden.
C.

Een overdracht van activa

Wanneer de situatie noch onder punt A, noch onder punt B valt, en de overdracht van activa tot gevolg
heeft dat de aangeslotenen van een inrichter aan een andere inrichter worden overgedragen, regelt
CAO nr. 32bis het lot van de pensioentoezegging niet16. Bijgevolg kunnen zich verschillende situaties
voordoen met betrekking tot het aanvullend pensioenplan 17.
Meteen moet worden opgemerkt dat de arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers niet
wordt beindigd en van rechtswege aan de nieuwe inrichter wordt overgedragen conform CAO nr.
32bis. De persoon van de inrichter is echter veranderd en, in voorkomend geval, zullen de
aangeslotenen van het multi-inrichterspensioenstelsel kunnen worden overgedragen aan een nieuwe
werkgever die het multi-inrichterspensioenstelsel en bijgevolg ook de overnameovereenkomst van de
rechten en verplichtingen (nog) niet toepast.
De volgende situaties kunnen zich voordoen:
-

ofwel wordt het pensioenstelsel niet aan de nieuwe werkgever overgedragen: dat
zal het geval zijn wanneer de rechten uit het verleden niet worden overgenomen door
de overnemer, en waarbij de overgedragen werknemers na hun overdracht worden
aangesloten bij het pensioenstelsel van de nieuwe werknemer.
In die hypothese geeft de overdracht van onderneming voor de betrokken
aangeslotenen aanleiding tot een uittreding uit het multi-inrichterspensioenstelsel
conform artikel 3, 1, 11, b), 3. van de WAP. Conform de tussen de inrichters gesloten

16

17

Artikel 4 van CAO nr. 32bis bepaalt dat zij nietde overgang van de rechten der werknemers regelt die
voortspruiten uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit
hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen.
De verschillende situaties moeten uiteraard worden geanalyseerd in het licht van het vennootschaps- en het
arbeidsrecht.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het niet de overnameovereenkomst van de rechten en
verplichtingen in het kader van een multi-inrichterspensioenstelsel is die bepaalt of het pensioenstelsel bij
de overdracht van onderneming wordt overgedragen. Die overeenkomst regelt uitsluitend de overname van
de rechten en verplichtingen wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beindigd. De arbeidsovereenkomst
wordt niet beindigd bij een overdracht van onderneming in de zin van CAO nr. 32bis.

/ FSMA

21/23 / ONTWERP van 30/11/2015

overnameovereenkomst is het de laatste inrichter vr de uittreding die aansprakelijk


is voor de rechten die tot op de datum van de overdracht zijn opgebouwd, waarbij
eventueel de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vorige inrichters geldt (zie punt III,
2, B hierboven). De overnemer zal op zijn beurt geen enkele aansprakelijkheid dragen
voor het verleden, uit hoofde van het niet-overgedragen pensioenstelsel.
-

ofwel wordt het pensioenstelsel overgedragen aan de nieuwe werkgever18 die er de


nieuwe inrichter van wordt (in het kader van een ondernemingsstelsel). Er is geen
sprake van een uittreding uit het stelsel met toepassing van artikel 3, 1, 11, b), 3.
van de WAP.
Er zijn opnieuw verschillende mogelijkheden:
o

De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel en onderschrijft de overnameovereenkomst van
het stelsel. Er is geen sprake van een verandering van pensioeninstelling of
van een overdracht.
Hij neemt ten aanzien van de overgedragen aangeslotenen alle rechten en
verplichtingen in het kader van het pensioenstelsel over van de overdrager
(zowel voor het verleden als de toekomst). De inrichters behouden hun
solidariteit. De regels van het multi-inrichterspensioenstelsel blijven bijgevolg
van toepassing.
Als de arbeidsovereenkomst van een overgedragen personeelslid na de
overdracht van onderneming wordt beindigd en de werknemer een
arbeidsovereenkomst sluit met een andere inrichter van het pensioenstelsel,
is er geen uittreding en geldt het mechanisme inzake de overname van de
rechten en verplichtingen van de overnameovereenkomst.
Na de overdracht kan de overnemer beslissen om het multiinrichterspensioenstelsel voor de toekomst te wijzigen of, in voorkomend
geval, zelfs om er niet meer aan deel te nemen (zie punt III, 4 hierboven).

De nieuwe werkgever wordt een inrichter van het multiinrichterspensioenstelsel maar onderschrijft de overnameovereenkomst
van het stelsel niet. Er is geen sprake van een verandering van
pensioeninstelling of van een overdracht.
In die hypothese neemt de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel
over voor het verleden en voor de toekomst, maar onderschrijft hij de
overnameovereenkomst niet voor de toekomst.

18

Bij een overdracht van onderneming wordt een pensioenstelsel overgedragen zodra de overnemer het
pensioenstelsel overneemt voor zowel de toekomstige als de verleden dienstjaren (zie ter zake ook het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, Parl.St., Kamer, 53 3500/001,
p. 59).

/ FSMA

22/23 / ONTWERP van 30/11/2015

Aangezien de overnemer het multi-inrichterspensioenstelsel overneemt, is er


geen sprake van een uittreding uit het pensioenplan overeenkomstig artikel
3, 1, 11, van de WAP. Dat de overnemer de overnameovereenkomst niet
onderschrijft, speelt daarbij geen rol.
De beslissing om de overnameovereenkomst niet toe te passen, geldt
uitsluitend voor de toekomst en impliceert dat de inrichters de procedure tot
wijziging van de pensioentoezegging moeten volgen (zie punt III, 4, A
hierboven).
Wat de rechten van het verleden betreft, blijft de overdrager hoofdelijk
aansprakelijk ten opzichte van de betrokken werknemers van de andere
inrichters en de andere inrichters blijven hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte
van de door de overdracht betrokken werknemers van de overnemer.
o

De nieuwe werkgever wordt de inrichter maar neemt niet deel aan het
multi-inrichterspensioenstelsel. De nieuwe werkgever kan desgevallend een
verandering van pensioeninstelling en/of een overdracht overwegen.
In die context neemt de overnemer de rechten en verplichtingen over die ten
aanzien van de overgedragen werknemers uit het pensioenstelsel
voortvloeien, maar neemt hij niet deel aan het multiinrichterspensioenstelsel. Hij wordt dus de inrichter voor het verleden en voor
de toekomst, met dien verstande dat, bij een latere stopzetting van de
arbeidsovereenkomst van de overgedragen werknemers (na de overdracht),
de overnameovereenkomst geen uitwerking meer zal hebben en geen enkele
solidariteit zal kunnen ontstaan in hoofde van de inrichter.
Aangezien de overnemer het pensioenstelsel overneemt ten opzichte van de
overgedragen werknemers, vindt geen uittreding uit het pensioenplan plaats
conform artikel 3, 1, 11, b), 3, van de WAP. Dat de overnemer de
overnameovereenkomst niet onderschrijft voor de toekomst, speelt daarbij
geen rol.
Met betrekking tot de overdracht van de rechten uit het verleden aan een
andere
pensioeninstelling
of,
in
voorkomend
geval,
verzekeringsovereenkomst, is de FSMA van oordeel dat dergelijke overdracht
geen afbreuk mag doen aan de solidariteit die vr de overdracht van
onderneming is ontstaan met betrekking tot die rechten uit het verleden. Dit
betekent
dus
dat
de
overdracht
aan
een
andere
pensioeninstelling/verzekeringsovereenkomst geen einde mag stellen aan de
solidariteit die, op het moment van de overdracht, in hoofde van de andere
inrichters ten aanzien van de overgedragen werknemers bestond (zie ook
punt III, 4, C hierboven).
Parallel daarmee zal de vr de overdracht van onderneming ontstane
solidariteit in hoofde van de overdrager ten aanzien van de werknemers van

/ FSMA

23/23 / ONTWERP van 30/11/2015

andere inrichters behouden blijven en rusten er wat dat betreft geen


verplichtingen op de overnemer.
* * *

/ FSMA

Voorbeeld collegerooster Leergang Pensioenrecht

Pensioenen internationaal gekaderd

Danny Pieters

Pensioenen sociologisch doorgelicht

Hans Peeters

Werknemers

Yves Stevens

3.2.

Zelfstandigen

Guido Van Limberghen

3.3.

DIBISS

Alex Burke

3.4.

Overheidspersoneel

Ria Janvier

4.

IGO

Yves Stevens

5.

Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag

Marc Morren

6.

Aanvullende pensioenen in het algemeen

6.1.

Algemeen grondplan van de aanvullende pensioenen

Paul Roels

11

6.2.

Actuarile aspecten

Patrick Marin

12

Actualiteitscollege

Docentenkorps

10

Caroline Van Schoubroeck

13

Lutgarde Sommerijns

14

2.

Ruimer kader

2.1.
2.2.
3.

Wettelijke pensioenen

3.1.

6.3. (Levens)verzekeringen: basisprincipes


6.4.

Pensioeninstellingen aanvullende pensioenen

6.6.

Het lezen, begrijpen en opstellen van een pensioenreglement en -overeenkomst

6.7.

Uittreding, afkoop en pensioenleeftijd

6.5.

Aansluiting en gelijke behandeling in aanvullende pensioenen

Paul Roels

16

Paul Roels & Jurgen Goyvaerts

17

Lutgarde Sommerijns

15

Lokaal

Grondplan van het pensioenrecht

Uren

Yves Stevens

1.

Data

Docent

College
nummer
Aantal
uren

College

6.8.

Verworven reserves en prestaties met inbegrip van de rendementsgarantie

Paul Roels

Aansluiting en gelijke behandeling in aanvullende pensioenen (oefensessie)

Lutgarde Sommerijns

Kim De Witte

19

Danielle Pierreux

20

Fritz Potemans

21

6.9. Besluitvorming: inspraak, transparantie, voorlichting en informatieverschaffing


6.10. CAOs, paritaire comits en fondsen voor bestaanszekerheid
6.11. Besluitvorming en beheer in de praktijk

18

6.12. De controle-aspecten van de aanvullende pensioenen

Caroline Vandevelde

22

6.13. Formeel- en procesrechtelijke aspecten bij aanvullende pensioenen

Lutgarde Sommerijns

23

Yves Stevens en Barbara Heylen

24

Koen Magerman

25

6.14. Aanvullende pensioenen en de loonkwalificatie


6.15. Arbeidsrechtelijke aspecten van aanvullende pensioenen
6.16. Fiscaliteit aanvullende pensioenen werknemers

Paul Van Eesbeeck

26

6.17. Aanvullende pensioenen, fiscaliteit en zelfstandigen

Luc Vereycken

27

6.18. Aanvullende pensioenen en overheidspersoneel

Yves Stevens

28

6.19. Aanvullende voorzorg, cafetaria, hospitalisatie en aanvullende sociale voordelen

Luc Vereycken

29

Docentenkorps

30

Michal Mohr

31

Nan Torfs

32

Karel Van Hulle

33

Paul Schoukens

34

Jan Goeman
Koen Van Duyse
Marc Morren
Yves Stevens

4
2
2
2

35
36
37
38

Actualiteitscollege

7.

Derde pensioenpijler: pensioensparen en individuele voorzieningen

8.

Specifieke themata

8.1.

Familiaal vermogensrecht en pensioen

8.2.

X.

8.3.

Internationale en grensoverschrijdende aspecten van het pensioenrecht

8.3.1.

Europese cordinatie en grensoverschrijdend pensioenverkeer

8.3.2. De ex-pat, de grensarbeider en het pensioenrecht (mib DOSZ)


8.3.3. Internationale aspecten van de fiscaliteit van de aanvullende pensioenen
8.4. Eindeloopbaan
8.5. Verleden, heden en toekomst: welke ontwikkelingen
EXAMEN
DELIBERATIE en PROCLAMATIE
EXAMEN
DELIBERATIE en PROCLAMATIE

4
4

CYCLUSDAG 3

PLAATS

26 mei 2016

Faculteit Rechtsgeleerdheid KU Leuven


Auditorium Zeger Van Hee
Tiensestraat 41, 3000 Leuven
- op 10 minuten wandelafstand van het station
- betalend parkeren onder het Ladeuzeplein

Voorzitter: Prof. dr. Johan PUT, gewoon hoogleraar KU


Leuven, Instituut voor Sociaal Recht
12.30u: Onthaal
13.00u: Pensioenen als instrument van gendividualiseerd
arbeidsmarktbeleid en armoedebeleid
Yves STEVENS, hoofddocent KU Leuven, Instituut
voor Sociaal Recht
14.00u: Tegemoetkomingen aan personen met een
handicap (2011-2015)
Gianni LOOSVELDT, Expert Welzijnsrecht
14.50u: Koffiepauze
15.15u: Bijstandsregelingen: de OCMWs en het recht op
maatschappelijke integratie en op
maatschappelijke hulpverlening
Valerie FLOHIMONT, UNamur directeur
onderzoekscentrum Vulnrabilits et Socits,
KU Leuven ISR vrijwillig wetenschappelijk
medewerker
16.05u: De Vlaamse sociale bescherming
Petra DRIESSENS, jurist, afdeling Vlaamse Sociale
Bescherming, Agentschap Zorg & Gezondheid
16.50u: Einde

PRIJS
Volledige cyclus:
Niet-magistraten ( 250)
Magistraten ( 220)

2 dagen:
Niet-magistraten ( 205)
Magistraten ( 180)

1 dag:
Niet-magistraten ( 160)
Magistraten ( 140)
Inbegrepen: deelname, documentatie, verslagboek en
koffiepauze.

Instituut voor Sociaal Recht


Faculteit Rechtsgeleerdheid
KU Leuven

VERVOLMAKINGSCYCLUS

INSCHRIJVING
Inschrijven kan via de website: www.pvthemis.be.
Let op! Het aantal plaatsen is beperkt tot 200. Wij raden
u aan tijdig in te schrijven.
Wij sturen u na inschrijving een factuur. U hoeft pas
na ontvangst van die factuur te betalen.

ONTWIKKELINGEN
VAN DE
SOCIALE ZEKERHEID
2011-2016

BIJKOMENDE INLICHTINGEN
Instituut voor Sociaal Recht
Blijde-Inkomststraat 19 bus 3409
3000 Leuven
tel. 016 32 54 00
e-mail: isr@law.kuleuven.be
http://www.law.kuleuven.be/isr

Leuven 12, 19 en 26 mei 2016

OPZET

Voor de tiende maal reeds voor het eerst gebeurde dit in
1965 maakt het Instituut voor Sociaal Recht (ISR) van
de KU Leuven een balans op van de ontwikkelingen van
de sociale zekerheid (wat de wetgeving en de rechtspraak
betreft) in de voorbije periode van vijf jaar, ditmaal dus
voor de periode 2011-2016. Het ISR doet daarvoor een
beroep op een vijftiental specialisten uit de ambtenarij, de
magistratuur, de balie, de private sector en de universitaire kringen.

Op drie bijeenkomsten (van telkens een halve dag) worden de diverse socialezekerheidssectoren systematisch
overlopen.
In hun mondelinge uiteenzettingen leggen de sprekers
eigen accenten. Voor het verslagboek daarentegen streven
ze een volledig overzicht na, althans wat de relevante ontwikkelingen betreft. Zo vertoont het boek een hoge en
blijvende documentaire en doctrinaire waarde, dat
geplaatst naast de verslagboeken van de vorige cycli als
het ware een handboek over het socialezekerheidsrecht in
dynamisch perspectief vormt.
Traditiegetrouw wordt ernaar gestreefd zowel tegemoet te
komen aan de verlangens van de praktijkjuristen die met
het socialezekerheidsrecht worden geconfronteerd, als aan
de verzuchtingen van hen die zich beleids- of onderzoeksmatig interesseren aan het onderliggende ideengoed.

Zowel bij IGO als bij de Orde van Vlaamse Balies werd
een aanvraag tot erkenning ingediend.

CYCLUSDAG 1

CYCLUSDAG 2

12 mei 2016

19 mei 2016

Voorzitter: Prof. dr. Ingrid BOONE, hoofddocent


KULeuven, Instituut voor Familierecht en Jeugdrecht

Voorzitter: Prof. dr. Danny PIETERS, vicerector van de


Groep Humane Wetenschappen en van Internationaal
Beleid, KU Leuven

12.30u: Onthaal
13.00u: 
Evoluties in wetgeving en rechtspraak binnen het
Europees socialezekerheidsrecht
Paul SCHOUKENS, gewoon hoogleraar KU
Leuven, Instituut voor Sociaal Recht
13.50u: Sociale bescherming van het overheidspersoneel

Ria JANVIER, gewoon hoogleraar Universiteit
Antwerpen
14.50u: Koffiepauze
15.15u: 
Toepassingsgebied en bijdrageregeling sociale
zekerheid voor werknemers
Ludo VERMEULEN, advocaat, plaatsvervangend
rechter arbeidsrechtbank Antwerpen
16.15u: Sociaal statuut zelfstandigen: toepassingsgebied,
Guido VAN LIMBERGHEN, Gewoon hoogleraar
Vrije Universiteit Brussel - advocaat
17.00u: Einde

12.30u: Onthaal
13.00u: De gezinsbijslagen 2011-2016: over rechtspraak,
wetgeving en bevoegdheidsoverdracht
Vanessa VERDEYEN, docent sociaal recht en zorgrecht, vrijwillig medewerker KU Leuven, Instituut
voor Sociaal Recht
13.40u: Banale, bekende en belangrijke gebeurtenissen in
het arbeidsongevallenrecht
Bruno LIETAERT, raadsheer Arbeidshof - lidHRJ
14.30u: Koffiepauze
14.55u: Tendensen in de werkloosheid
Dirk HEYLEN, advocaat, docent aan de AP
Hogeschool te Antwerpen en Werner WIJNANTS,
medewerker juridische dienst ACV provincie
Antwerpen
15.55u: Realisaties sector gezondheidszorg 2011-2015
Peter HANNES, Christelijke Mutualiteiten,
beleidsadviseur Zorg
16.45u: De uitkeringsverzekering voor werknemers en
zelfstandigen
Kelly REYNIERS, gastprofessor Universiteit
Antwerpen en Odisee
17.20u: Einde

DEELNEMERSLIJSTACTUALITEITSCOLLEGE
22maart2016

Awouters

Kristel

MarketingManager

AGInsurance

Baert

Jonas

JuniorWealthAdvisor

DeutscheBank

Bauwelinckx

Thierry

Actuaris

AdviesbureauInfactNV

Beirens

Iwein

Stafmedewerkerstudiedienst

ACVBIE

Beirlaen

Andy

EB

AllianzBeneluxnv

Betton

AnneCharlotte

Advocaat

YounityCVBA

Biebaut

Frans

Adviseur

ABVVMetaal

Billiet

Thiery

Principal

Mercer(Belgium)

Blanpain

Bruno

Advocaat

MVVP

Boelaert

Kathy

EmployeeBenefitConsultant

BELGIBO

Bollekens

Yves

Sectorconsulent

FondsvoordeDiamantnijverheid

Bollen

Katrien

Advocaat

Tiberghien

Bosmans

Ilse

Advocaat

IBLbvba

Burg

Sebastian

Advocaat

Baker&McKenzie

Buyck

Ignaas

Zaakvoerder

AccountantskantoorDecostere

Bylle

Bjrn

SeniorConsultant

AonBelgiumBVBA

Cammaert

Yves

Adviseur

Fedustria

Caproni

Marga

Advocaat

Loyens&LoeffAdvocatenCVBA

Caron

Mark

Interneauditor

VIVIUM

Cassette

Franois

HeadofProposals,Legal&ProductPortfolio

AGInsurance

Cauwenberghs

Steven

LegalConsultant,EBPensionConsultancy

VanbredaRisk&Benefits

Ceuterick

Alexis

SeniorCounsel

KratosLaw

Cloetens

Jo

LegalAdvisorEmployeeBenefits

AGInsurancenv

Cops

Luk

Zaakvoerder

ConsultantErgo

Coucke

Lizzie

ManagerR&D

BelfiusInsurance

Coudr

Karel

DirectorProductManagementLife

AXA

Coumans

Wim

Bestuurder

VRB

Covemaeker

Marjan

BelgiboNV

Crokaerts

Inge

Cuppens

Gert

EBConsultant
EmployeeBenefitsAccountManager
CorporateClients
Advocaat

Cuypers

Bart

ManagerMiddleMarket

AonBelgium

Danckaert

Marc

EmployerServicing

AllianzBeneluxnv

Dansercoer

Paul

Zaakvoerder

bvbaLVConsult

DeBackere

Dirk

SecretarisOndernemingsraadkbc

KBC

Debaere

Lucienne

Analyst

KBC

DeBruyn

Wendy

Adviseur

FBZELEKTRICIENS

Debusschere

Miek

Zaakvoerder

SimplexEmployeeBenefitsNV

DeBuyser

Wim

Bedrijfsjurist

NNBelgium

DeCaluw

Philippe

AccountmanagerLeven

deCeuster

Ludo

PersoneelsdienstHR

LCM

Vivium
CliffordChanceLLP

DeClercq

Luc

Lidwerkgroeppensioenen

NCK

Dedroog

Guy

DirectorCompensationandBenefits

JANSSENPHARMACEUTICA

Defrancq

Mariet

Studente

KULeuven

Degreeff

Wim

CommercieelMedewerkerEpmloyeeBenefits

ADDnv

Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

Delannoy

Catherine

Globalbenefitsmanager

NVBekaertSA

Delcon

Imelda

Advocaat

AdvocatenkantoorDelconImeldabvba

DeLepeleire

Valerie

DirectorBusinessDevelopment

SECUREXLEVEN

DeMarrez

Bernd

Advocaat

Eversheds

DeMeirleir

Danielle

Compensation&BenefitsSpecialist

Demol

Katrien

HRmedewerker

KatrienDemol

Demol

Philippe

MemberoftheBoard

IA|BE

Denayer

Stefan

Adj.directeursociaalbeleid

Essenscia

DePaep

Bert

Zaakvoerder

DPSVERZEKERINGEN

DeRidder

Caroline

Juriste

FSMA

DeRidder

Marc

SeniorConsultantEmployeeBenefits

AllianzBenelux

DeRijck

Anouk

Advocaat

Claeys&Engels

DeRoover

Evy

Advocaat

LIEDEKERKE

DeRop

Michiel

Dossierbeheer

DPSVERZEKERINGEN

DeSadeleer

Jeroen

AttachInterneControle

PDOS

DeSchamphelaere

Tom

SeniorConsultantEmployeeBenefits

AllianzBenelux

DeSmedt

Rudy

AdjunctDirecteur

FederaleVerzekering

DeSomviele

Isabelle

AdvocaatCounsel

Claeys&Engels

DeSurgeloose

Laurent

Advocaat

DLAPiper

DeVreese

Jurgen

Advocaat

Lydian

Devriendt

Katrien

ExpertArb.relaties&Verloningspolitiek

Eandiscvba

Deweerdt

Olaf

Juridischadviseur

Acerta

DeWilde

Marleen

Accountant&belastingsconsulent

LeenDeWildeBVovvBVBA

Dewispelaere

Anita

Bestuurder

Vennootschappen

deWit

Jan

Zaakvoerder

LifePlan

Didden

Bastiaan

Promovendus

UniversiteitMaastricht

Dierckx

Hilde

KadermedewerkerHRPolicies&StaffRelations

FSMA

Diesbecq

Nathalie

Jurist

ACVBoekhouding

Discart

Stijn

Advocaat

VanOlmen&Wynant

Duden

Elke

Advocaat

Linklatersllp

Everaert

David

GroupConsultant

DeltaLloydLife

Fort

Patrick

PensionFundBenefitsAdministrator

OFPShellBelgiumPensionFund

Fouquaert

Marleen

AccountManagerCorporateClients

Vivium

Franco

Heleen

Advocaat

Laga

Franois

Philippe

Advocaat

NautaDutilh

Fransolet

Bernard

Juristed'entreprise

Ethiassa

Frederickx

Jan

OperationsManager

PensioenfondsMetaalOFP

Geens

Jonas

AdviseurLeven

Lesseliers&Co

Geeroms

Greet

ManagerBeleid&StrategieLife

P&VVivium

Geukens

Ivan

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Gielen

Els

Projectleider

KBCVerzekeringenNV

Gieselink

Gerhard

Cordinator

FSMA

Gillemon

Pieter

Director

PwC

Goelen

Laura

Student

KULeuven

Goeman

Jan

PartnerTaxServices

PwCBelgiumbcvba

Goossens

Frank

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Goris

Luc

Advocaatmedewerker

TillemanvanHoogenbemt

Graindor

JeanPierre

Fiskaalraadgever

DIENSTENKANTOORGRAINDORJ.P.S.P.R.L.
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

Hendrickx

Chantal

Advocaat

Vandendijk&Partners

Herremans

Astrid

Advocaat

Laga

Heylen

Barbara

Advocaat

Claeys&Engels

Heymans

Martine

HRPensions&Insurances

Siemens

Heyvaert

Silke

LegalConsultant

MercerRetirement

Jame

Miet

Advocaat

Janssen

Ellen

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Janssen

Steven

Algemeendirecteur

Sigedisvzw

Janssens

Gilva

Juridischadviseur

VlaamsParlement

Jonckers

Sofie

Medewerker

KULeuven,Verzekeringsdienst

Kelders

Stephanie

Dossierbeheerder

DPSVERZEKERINGEN

Keunen

Toon

Analist

Conac

Knoops

Sarah

Juridischenfiscaaladviseur

KBCVerzekeringenNV

Kramer

Sander

Studentassistent

UniversiteitMaastricht

Laeremans

Elise

Advocaat

YounityCVBA

Langenus

Greg

Directeur

AkkermansenPartners

Lateur

Soetkin

Advocaat

Advocaat

Lejeune

Benot

Taxadviseur

BelfiusInsuranceNV

Leukemans

Muriel

Cordinator

VZWSEFOCAM

Leunen

Hugo

Zaakvoerder

ConsultantErgo

Leuyckx

Ingrid

HRManager

QBERe(Europe)LtdSecuraBranch

Libbrecht

Yves

Accountmanager

AlliaNV

Linden

Julie

Student

KULeuven

Logghe

Paul

DirectorRetirementSolutions

TowersWatsonNV

Loones

Sylvianne

PensionManager

UnileverBelgiumPensionFund

Loos

Nancy

TechnischExpert

BaloiseInsurance

Loose

Mathias

SalesManager

AonBelgiumbvba

Lowyck

Anneleen

Juridischenfiscaaladviseur

KBCVerzekeringen

Mannaerts

Birgit

Advocaat

YounityCVBA

Marcelle

Vincent

Advocaat

Loyens&LoeffAdvocatenCVBA

Marien

Patrick

SeniorManagerClientRelationsPensionFunds

AonBelgiumBVBA

Mathues

Tania

AdjunctHoofdverzekeringsdienst

StafdienstenAlgemeenBeheer

McClymont

Michel

EmployeeBenefitsConsultant

Vivium

Melkebeke

Ignace

LidRvBPensioenfondsKBC

KBCOudenaarde

Meulemeester

Karen

Accountmanager

ADMBVerzekeringen

Michaux

Stphanie

ProfessionalSupportLawyer

Claeys&Engels

Michiel

Fissette

TechnicalAdvisor

AonHewitt

Michiels

Veerle

Jurist

SDWORXFORSOCIETY

Molog

Melfred

Bestuurder/VVDLeven

Palmersnv

Moreau

Michel

HeadofNewBusiness

AGInsurance

Mortier

Arne

Zaakvoerder

LifeExpertsbvba

Nagels

Laetitia

Advocaat

YounityCVBA

Nechelput

David

Zaakvoerder

Adviceplusbvba

Neetens

Stephan

Attachjurist

FODSocialeZekerheid

Neven

Rudi

Zaakvoerder

LifePlanBVBA

Nguyen

Frederic

ProductManagement,Tax&legal

Vivium

Niesten

Nomie

Expertsocialaffairs

Agoria

Onkelinx

Jos

Personeelsvertegenwoordiger

KBCGroup
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

Papeleu

Johan

Zaakvoerder

JOPA4LIFECONSULTANCYBVBA

Peeters

Hans

Expert

FederaalPlanbureau

Peeters

Liesbeth

Advocaat

AdvocatenkantoorDeGanck

Peeters

Rudy

EmployeeBenefitsspecialist

ADDnv

Persoons

Geertrui

Student

KULeuven

Pierreux

Daniella

Attach

FODWASO

Pierssens

Ilse

Legalassistant

Linklatersllp

Pintelon

Olivier

StudiedienstBBTKABVV

BBTKABVV

Plas

Peter

Zaakvoerder

PanseguroBVBA

Pollaris

Kristien

HRmedewerker

Sibelga

Pollet

Jan

Zaakvoerder

FIDELIABVBA

Pollet

Lieven

Groupconsultant

DeltaLloydLife

Proesmans

Jan

Advocaat

Stibbe

Raes

Djasminca

Student

KULeuven

Ramaekers

Ine

LegalOfficer

Integralegvk

Remerie

Ann

Afgev.bestuurder

VerzekeringskantoorCoenen

Rietjens

Frank

AdviseurLevensverzekeringen

Assuralia

Roels

Paul

DocentLeergangPensioenrecht

KULeuven

Rossey

Nicolas

Legalexpert

WillisTowersWatson

Rossey

Nicolas

LegalExpert

WillisTowersWatson

Rossou

Johan

Zaakvoerder

LifePlan

Rutten

Mathieu

Pensioenambtenaar

Ruttens

Jan

SeniorManager

AonBelgiumBVBA

Salden

Karen

SupervisorPensioenfondsen

AonBelgium

Seghers

David

Jurist

SDWorxforsociety

Serraes

Kurt

AccountManagerCorporateClients

Vivium

Servaes

Karolien

Legal&Admin.

BsureLife

Sevens

Johan

SeniorLegalAdvisor

PensioPlus

Smets

Philippe

Consultant

Vereycken&Vereycken

Smets

Sofie

Juridischadviseur

KBCVerzekeringen(LEE)

Soetewey

Steve

ActuarisProces&Rapportering

BaloiseInsurance

Somers

AnneMie

Juriste

FederaleVerzekering

Sommerijns

Lut

Advocaat

BVBALutgardeSommerijns

Spileers

Jonathan

Zaakvoerder

JKFinance&Invest

Spileers

Kyrill

Zaakvoerder

JKFinance&Invest

Standaert

Vinciane

SeniorLegalExpert

GeneraliBelgium

Sterckx

Ivo

Zaakvoerder

TlatolliConsult

Stevens

Yves

Professor

KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht

Stryckers

Annemie

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Thienpont

Astrid

Juridischadviseur

StudiedienstABVV

Thiriar

Marie

Tax&Legal

AGInsurance

Thirion

Florence

Advocaat

Linklatersllp

Timmerman

Isabelle

Advocaat

ALTIUSCVBA

T'Jonck

Greet

Directeur

FSMA

Torfs

Filip

Hoofdlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Treunen

Tim

Advocaat

Tuttens

Jurgen

ConsultantLife&EB

ArachasComm.V.

vanAggelen

EmmaSuzanne

Studente

KULeuven
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

VanAssche

Leen

Attachjurist

RSZ

Vanaverbeke

Luc

Advocaat

LinklatersLLP

VanBael

Johan

DirectorLargeBrokers&Corporate

DeltaLloydLifeN.V.

VanBeirendonck

Filip

Advocaat

Eubelius

Vanbets

Dominique

InternationalRemuneration&Benefits

AtlasCopco

Vanbuylen

Johan

Verantwoordelijke

PensioenfondsenNonProfit

VanCalster

Ivo

Servicemanager

SWIFT

VanCamp

Joris

Rechter

ArbeidsrechtbankAntwerpen

VanCauter

Sonja

PensionSpecialist

UnileverPensionFundUnion

VanColenberghe

Tamar

Advocaat

NautaDutilh

VanCompernolle

Marino

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

vanDaele

Sanne

Onderzoeker

KULeuvenFaculteitsocialewetenschappen

VanDamme

An

AdvocaatPartner

Claeys&Engels

Vandebergh

Lieve

Actuaris

KBCVerzekeringen

Vandebroek

Frederic

Student

KULeuven

VandeCalseyde

Tony

Advocaat

HERMANBUYSSENSB.V.B.A

VandenBossche

Koen

AdviseurLevenOndernemen

KBCBank

Vandenbriele

Eddy

Zaakvoerder

VervanFinvest

VandenBroeck

Bart

Bestuurder

Assurexcvba

VandenBroeck

Yann

Actuaris

AdviesbureauInfactNV

VandenDriessche

Karen

Advocaat

AdvocatenkantoorVandenDriesscheKaren

VandenEynde

Olivier

Zaakvoerder

Benevista

Vandenmeersche

Lieven

Zaakvoerder

eLVee

Vandenplas

Liesbet

Advocaat

Eubelius

Vandepitte

Goeffrey

Actuary

TowersWatsonNV

Vandeput

Marc

HoofdVerzekeringsdienst

KULeuven

VanderLinden

Philippe

EmployeeBenefitsConsultant

GeneraliBelgiumNV

Vandergucht

Sandra

Stafmedewerker

AcvcscMetea

Vandermeiren

Bart

DirecteurLeven

Assuralia

Vanderschelde

Franois

Gepensioneerde

Vanderstraeten

Sara

Advocaat

Baker&McKenzieCVBA

Vandevelde

Caroline

Adviseur

FSMA

VandeVelde

Elly

Docent

UHasselt

VanDievoet

Lieve

Actuaris

AdviesbureauInfactNV

VanDorst

Lynn

EmployeeBenefitsProductmanagement

Vivium

VanEesbeeck

Paul

Vennoot

Vereycken&VereyckenLegal

VanGastel

Ann

SeniorEmployeeBenefitConsultant

LifePlan

VanGenechten

Evy

Assistente

KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht

VanGrunderbeek

Ellen

AdviseurPensioenen,SocialeZakenenGezin

UNITASvzw

VanGulck

Wim

AccountManagerCorporateClients

Vivium

VanGutte

Karel

DeskundigeAanvullendePensioenen

VZWSIGEDIS

VanGysegem

Jan

AdvocaatVennoot

Claeys&Engels

Vanherck

Mischa

Medewerkerstudiedienst

AlgemeneCentraleABVV

vanHoof

Peter

Srriskexpert

ArgentaBVg

VanImpe

Marnik

SeniorAdvisor

PensioPlus

VanKerckhoven

Julie

Advocaat

KarinRasschaertBVBA

Vanlandeghem

Danielle

Insuranceconsultant

DPSVERZEKERINGEN

VanMaele

Emmanuelle

Tax&LegalEmployeeBenefits

AGInsurance
Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

VanOosterwijck

Femke

Student

KULeuven

VanSchoubroeck

Liesbeth

Advocaat

VanSchoubroeckadvocatenkantoorbvba

VanSeer

Adri

MedewerkerCommercieelLeven

EthiasNV

VanVlaenderen

Hilde

HeadofMarketDevelopment

AGInsuranceN.V.

VanWassenhove

Yves

Jurist

FSMA

VanWinkel

Gerda

KBCverzekeringen

VanZeghbroeck

Chris

Juriste

LBCNVK

Verbrugghe

Julie

Consultant

AkkermansenPartners

Verduyn

Barbara

ManagerPeopleAdvisoryServices

Ernst&YoungTaxConsultantsBCVBA

Vereycken

Luc

Vennoot

Vereycken&Vereycken

Verlinden

Ann

SeniorAdvisor

PensioPlus

Verlinden

Jos

Zaakvoerder

M&PCONSULT

Vermeir

Geert

Managerjuridischkenniscentrum

SDWorxforsocietyCVBAVSO

Vermeulen

Ludo

Advocaat

VermeulenHeylenMichielsDeGraeve

Verniers

Peter

Pensioenconsulent

Fediplusvzw

Vervoort

Dirk

AccountManager

AkkermansenPartners

Vervoort

Jan

ManagerBusiness&Strategie,Actuary

P&VVerzekeringen(KVgroepP&V)CVBA

Verwimp

Griet

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringen

Vinck

Jacques

AccountManagerCorporateClients

Vivium

Vinckier

Kris

EmployeeBenefitsCommercieelDirecteur

Vivium

Vingerhoets

Koen

Productbeheerderlevenondernemingen

KBCVerzekeringenNV

Vuurstaek

Valrie

Advocaat

Laga

Vuyts

Karla

Advocaat

Weckx

Edwin

ConsultantEB

Wemps

Welvaert

Evelyne

GlobalBenefitsAnalyst

AonHewitt

Werbrouck

Jakob

Assistent

KULeuvenInstituutvoorSociaalRecht

Werniers

Arwen

Legalcounsel

AGInsurance

Willems

Febe

Student

KULeuven

Windmolders

Wim

Partneractuaris

Nexyan

Winnen

Jos

CommercieeladviseurLevenOndernemers

DirectieCommercieelBeleid

Witpas

Geert

ExpertLevenTechniek

BaloiseInsurance

Ysenbaert

Stefaan

ProductmanagerEBpensions

Allianzbeneluxnv

Dedeelnemerslijstwerdafgeslotenop21maartom10u45.

Вам также может понравиться