Vwo 4 Hoofdstuk 7 Hulpbladen

7.1 Eenparige cirkelbeweging

Opgave 4
De baansnelheid bereken je met de formule voor de baansnelheid.
Je meet de lengte van de straal in figuur 7.5.
De werkelijke straal bereken je met de gemeten lengte en de schaalfactor.
De schaalfactor bepaal je door de lengte van het balkje op te meten en te vergelijken met de
werkelijke lengte van het balkje.
Toon aan dat de werkelijke straal 21 cm is.

ThiemeMeulenhoff bv

Pagina 1 van 4

Vwo 4 Hoofdstuk 7 Hulpbladen

7.2 Middelpuntzoekende kracht

Opgave 9
b
De middelpuntzoekende kracht bereken je met de formule voor de middelpuntzoekende
kracht.
De snelheid bereken je met de formule voor de baansnelheid.
De omlooptijd bereken je met het toerental. Het toerental is het aantal omwentelingen per
minuut. De frequentie is het aantal omwentelingen per seconde.
De straal bereken je met de diameter van de trommel en de plaats van het zwaartepunt ten
opzichte van de wand.
c

Toon aan dat de straal 19 cm is.

Gebruik de formule voor de middelpuntzoekende kracht en vul voor v de formule voor de
baansnelheid in.

ThiemeMeulenhoff bv

Pagina 2 van 4

Vwo 4 Hoofdstuk 7 Hulpbladen

7.3 Gravitatiekracht
Opgave 14
a
De verhouding van de gravitatiekrachten bereken je met de gravitatiewet.
Deel de formule van de gravitatiekracht op de satelliet met de grootste straal door de formule
van de gravitatiekracht op de satelliet met de kleinste straal. Vul de grootste straal 4r in.
b
De formule voor de baansnelheid leid je af met de formule voor de middelpuntzoekende kracht
en de formule voor de gravitatiekracht: Fmpz = Fg.
c
De verhouding van de baansnelheden bereken je met de formule voor de baansnelheid
gegeven in vraag b. Vul de grootste straal weer 4r in.
d
De verhouding van de omlooptijden bereken je met de formule voor de baansnelheid waarin
de oplooptijd voorkomt.
Opgave 15
De formule voor de baansnelheid leid je af met de formule voor de middelpuntzoekende kracht
a
en de formule voor de gravitatiekracht: Fmpz = Fg.
Het begin van het antwoord is hetzelfde als bij vraag 14b.
b
Met de wet van Kepler bereken je de straal. De hoogte bereken je met de berekende straal en
de straal van de aarde.

ThiemeMeulenhoff bv

Pagina 3 van 4

Vwo 4 Hoofdstuk 7 Hulpbladen

7.5 Afsluiting
Opgave 20
b
De stuwkracht die op de raket werkt, bereken je met de zwaartekracht en de resulterende
kracht op de raket.
De resulterende kracht op de raket bereken je met de tweede wet van Newton.
De versnelling volgt uit de steilheid van raaklijn aan de (v,t)-grafiek van figuur 7.27 van het
basisboek. Gebruik hierbij het werkblad.
c
Deze formule kun je afleiden met de formule voor de gravitatiekracht.
De formule voor de gravitatiekracht op aarde is gelijk aan de formule voor de zwaartekracht.
De straal r is dan R.
In de formule voor de gravitatiekracht op een hoogte boven de aarde is r = R + h.

ThiemeMeulenhoff bv

Pagina 4 van 4