Вы находитесь на странице: 1из 2

Ventilatiesystemen woningbouw

Ventilatiesystemen worden gebruikt om in een ruimte continue de lucht te verversen. Hierdoor


worden vochtproblemen, schimmels en vervelende geuren ver komen. Ook voor de personen in de
ruimte is dit belangrijk, omdat een persoon continue zuurstof inademt en C02 uitademt. Als een
ruimte niet geventileerd wordt, ontstaat er een zuurstof gebrek.
De nieuwbouwwoningen zijn verplicht om een ventilatie systeem aan te brengen, vaak zijn dit in
ruimtes waar ook veel vocht voorkomt zoals badkamers, wcs en keukens. In artikel 3.49 bestaat
beschreven waar de ventilatie aan voldoen. De luchtsnelheid mag maximaal 0,2 m/s zijn.
De bewoner moet de mogelijkheid hebben om het ventilatie systeem op de volgende standen in te
stellen
1. Open
2. Twee tussenstanden ( 10% capaciteit verschillen) binnen het gebied 0-25% van de capaciteit
3. Dicht ( in dichte toestand mag het rooster maximaal 10% van de capaciteit doorlaten).
Verschillende soorten ventilatie.
Ventilatiesysteem type A: Op een natuurlijke wijze je woning te ventileren. Hierbij wordt er geen
gebruik gemaakt van ventilators of andere koelsystemen, maar wordt er dagelijks ramen en deuren
opengezet. Hierbij moet er rekening gehouden worden dat ramen en deuren voldoen aan de
inbraakeisen.
Nadeel is dat in de winter er koude lucht binnen komt en hierdoor de temperatuur in de ruimte
daalt. Verder is de luchttoevoer niet te regelen.
Ventilatiesysteem type B: Bij dit systeem wordt lucht aangezogen door ventilatoren. Hierdoor wordt
lucht in de ruimte gepompt. Hiervoor moeten er wel aanvoeropeningen zijn van uit droge ruimtes.
Hierdoor ontstaat er een aanzuigeffect wat er voor zorgt dat de vieze lucht naar buiten word
geduwd.
Dit ventilatiesysteem is verouderd en wordt niet meer toegepast.
Ventilatiesysteem type C:
Ventilatiesysteem c voert vervuilde lucht af door gebruik te maken van afvoerroosters. Deze
afvoerroosters worden geplaats in natte ruimtes. Er komt via raamroosters en deurroosters verse
lucht binnen.
Ventilatiesysteem type D:
Bij ventilatiesysteem D wordt de aanvoer en de afvoer geregeld. Door een volledig mechanisch
systeem zijn er geen raamroosters en deurroosters nodig. Hierdoor zijn er wel ventielen nodig die
geplaatst moeten worden op het dak of aan de muur. Het systeem maak gebruikt van een
warmterecuperatie.

Warmterecuperatie: De warmte van de afvoerende lucht wordt doorgegeven aan de aangezogen


koude lucht van buiten, hierdoor gaat er minder warmte verloren.

Conclusie: Veel mensen twijfelen tussen het systeem C en D. Systeem C is financieel voordeliger bij
de aankoop, maar Systeem D is op lange termijn voordeliger, omdat er minder warmte verloren gaat.
Toch heeft systeem D meer onderhoud nodig.
Vaak hebben mensen een persoonlijke voorkeur en ligt het ook aan de woning, omdat bij
ventilatiesysteem D er ook aanvoer ventielen bevestigd moeten worden.
Conclusie: In bedrijven wordt vaak gebruik gemaakt van Systeem D. Dit systeem is voor vele
bedrijven financieel niet mogelijk en dit zorgt er voor dat ze vaker voor een eenvoudig systeem wat
niet goed genoeg onderhouden wordt en hierdoor verschillende problemen ontstaan
http://vasco.eu/nl-nl/blog/ventilatie/de-verschillende-soorten-ventilatiesystemen-op-een-rijtje

Eisen bouwbesluit Artikel 3.49 & 3.50.


Artikel 3.49
Volgens artikel 3.49 ( thermische comfort) mag de luchtsnelheid niet hoger zijn dan 0,2m/s. Deze eis
heeft als doel, dat tochtverschijnselen voorkomen worden.
Door de ventilatievoorziening op meer dan 1,8 meter boven de aangrenzende vloer te plaatsen
wordt er voldaan aan de maximale luchtsnelheid. Hierbij wordt geadviseerd om de afvoervoorziening
zo dicht mogelijk bij het plafond te plaatsen ( maximaal 0,3 meter).
Wordt er niet aan deze eisen voldaan, moet er aan getoond worden dat de luchtsnelheid maximaal
0,2m/s bedraagt.
Artikel 3.50
Een component voor de toevoer van lucht moet door de gebruiker regelbaar zijn tussen de 0-25%
van de maximale capaciteit. In de nulstand mag het component niet meer dan 10% van het
maximale capaciteit doorlaten.
De toevoer moet 4 verschillende standen hebben:

Open.

Twee tussenstanden die tenminste 10% van de capaciteit verschillen. Deze moeten binnen
het gebied 0-25% van de capaciteit vallen.

Dicht.

http://www.ekbouwadvies.nl/bouwbesluit/ventilatie/eisenventilatiewoning.asp

Вам также может понравиться