Вы находитесь на странице: 1из 7

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS flexibel traject


LESONTWERP
Naam: Lien Vande Velde
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs- flexibel traject: lager
onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99

Studietrajectbegeleider: Hilde Van Dael


Mentor: Betty Feyaerts
Feedback op lesvoorbereiding
in orde
kleine aanpassingen nodig
te herwerken en opnieuw indienen
Aanvraag materiaal en voortaken: .

Vul de gevraagde informatie in


school

Sint Lambertus Nossegem

leergebied

: Wiskunde

klas en leerjaar

5e leerjaar

onderdeel

: Meetkunde Meten en metendrekenen


getallenkennis en bewerkingen - toepassingen

aantal leerlingen

11

lesonderwerp

: Herhaling sprong 8

datum (data)

25 april 2016

lestijden

26 april 2016

van 0935

tot

1025

uur

van 0845

tot

0935

uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN


Vink aan.
Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap)
Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies)
Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op priv-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, )
Privscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen)
Noteer en geef een nummer.

G30 De lln kunnen alle delers vinden van natuurlijke getallen 100.

G30 De lln kunnen de gemeenschappelijke delers vinden van twee of meer natuurlijke getallen 100 en
aangeven wat de grootste gemeenschappelijke deler is.

G40a,b De lln kunnen staafdiagrammen samenstellen en interpreteren.

G40 De lln kunnen de evolutie die door een lijngrafiek weergegeven word ontdekken, verwoorden en
interpreteren.

B33b De lln kunnen op een flexibele manier een eenvoudig kommagetal delen door een ander eenvoudig
kommagetal met bijzonder aandacht voor delingen door 0,1 , 0,01 en 0,001 en voor de delingen naar analogie
van de deeltafels.

B38a,b; B39a,b De lln kunnen natuurlijke getallen en/of kommagetallen cijferens optellen en aftrekken.

B40b,B41b De lln kunnen het product berekenen van een natuurlijk getal of een kommagetal met een
natuurlijk getal ofeenkommagetal met hoogstens 3 cijfers.

B42b, B43a, B44 De lln lunnen een natuurlijk getal of een kommagetal delen door een natuurlijk getal < 100
tot op 1, 0,1 , 0,01 of 0,001 nauwkeurig en daarbij de rest juist aflezen.

B50c De lln kunnen enkelvoudige vraagstukken oplossen over cijferend optellen, aftrekken, vermenigvuldigen
of delen met kommagetallen in verschillende situaties.

B59, MR88 De lln kunnen bruto, tarra en netto berekenen.

MR33 De lln kunnen de omtrek van een ruit berekenen en daarbij gebruik maken van de eigenschappen van de
zijden.

MR42a,b; MR43, MR44 - De lln kunnen de oppervlakte van een veirkant, rechthoek, parallellogram en een
driehoek berekenen.

MK25, MR45a De lln kunnen de oppervlakte van een ruit bepalen door ze om te structureren naar een vlakke
figuur waarvan je de oppervlakte kan berekenen.

MK11c,d De lln kunnen de termen stral, middelpunt, diameter van een cirkel correct hanteren.

MK23 De lln kunnen cirkels tekenen met een passer.

MK19a,b De lln kunnen vlakke figuren vergelijken en classificeren volgens de eigenschappen van zijden, hoeken
en diagonalen.

MK17a,b, MK21 De lln kunnen gebruik maken van evenwijdigen en loodrechten om vlakke figuren te
contrueren.
319062477

1/7

2. BEGINSITUATIE
Algemene beginsituatie: zie infowijzer
Specifieke beginsituatie relevant voor deze les. Wat moeten de lln. kennen en kunnen om de lesdoelen te bereiken? Op
welke manier kregen de lln. dit reeds aangereikt?

Dit zijn twee herhalingslessen, de lln hebben al deze leerstof al grondig gezien.
De lln hebben tijdens mijn vorige stageperiode met het 3 sporensysteem gewerkt.
De lln weten in welke groep ze zitten.
Het driesporensysteem wordt vereenvoudigd naar een 2 sporensysteem. Dit omdat de klasgroep klein genoeg is dat
het haalbaar blijft en zodat ik alle lln de nodige hulp kan bieden waar nodig.

Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les

Differentiatievorm

tempo

Kaat is zeer sterk in wiskunde. Zij maakt als extra differentiatie de driehoekjes
en eventueel nog extra werkblaadjes.

begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

Adel en Vicky zijn niet zo sterk in wiskunde. Zij hebben extra begeleiding en
ondersteuning nodig.

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

Kenny en Evy werken zeer traag. Zij moeten positief aangemoedigd en


uitgedaagd worden zodat hun tempo er op vooruit gaat.

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

3. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.

Van Hijfte, J., & Vermeersch, N. (z.j.). De Basis: Wiskunde voor de lagere school. Leuven, Belgi:
Acco.
Croes, K., Hendrix, M., Leunen, G., & Missotten, A. (z.j.). Rekensprong 5: Handleiding.
Wommelgem, Belgi: Van In.
Croes, K., Hendrix, M., Leunen, G., & Missotten, A. (z.j.). Rekensprong 5: Werkboek. Wommelgem,
Belgi: Van In.
Croes, K., Hendrix, M., Leunen, G., & Missotten, A. (z.j.). Rekensprong 5: Neuzeneuzeboek.
Wommelgem, Belgi: Van In.
A. Ceustermans, N. Bongaerts, P. Janssens, T. Robijns en M. Vaesen, Inhouden verwerven
wiskunde: metend rekenen UCLL

319062477

2/7

319062477

3/7

4. Bordschema

Welke kernwoorden, schemas, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning?


Welke borden zijn beschikbaar? (krijtbord, magneetbord, )
Indien je een digibord gebruikt, druk je het bordplan af.

319062477

4/7

TIJD

DOELEN
Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan
het einde van deze les/lesfase? Noteer in
observeerbaar gedrag.

LEERPROCESBEGELEIDING

(lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden)

Vermeld het nummer van het leerplandoel


(voor instroom n uitstroom deel 1).

De lln kunnen vragen over de maaltafels snel


en correct beantwoorden.

02

kern

intro

10

Noteer het differentiatiedoel indien je in een


lesfase differentieert.

basisdoel

Lln komen rustig binnen en gaan achter hun stoel staan.


Het gebedje wordt opgezegd, het mopje van de dag wordt overlopen.

De lln worden verdeeld in de drie groepen van het driesporensysteem.


Groep 1: Kunnen starten zonder of met een zeer korte instructie en verbete
Getallenkennis
Groep 1: Kunnen starten zonder of met een zeer korte instructie en verbete
met de correctiesleutel. Zij maken ook de driehoekjes.
Als ze vragen hebben zoeken ze dit op in hun NNB, ze storen de juf zo wein
mogelijk. Ook niet door te babbelen.
De lln komen de correctiesleutels vooraan halen bij de juf na het tonen van
WS.
Voor groep 2 en 3:
Deze les herhalen we alles van sprong 8.
De eerste oefening van oefening 1 wordt klassikaal gemaakt, daarna gaat
groep 2 individueel verder.
Groep 3 maakt de oefeningen klassikaal verder aan het bord.

De lln kunnen a.d.h.v. een rekenverhaal in een


T-schema de delers van getallen noteren.
De lln kunnen de gemeenschappelijke delers
aanduiden.
De lln kunen de grootste gemeenschappelijke
deler aanduiden en in eigen woorden
verduidelijken wat dit is.

Zo worden de 4 oefeningen gemaakt, daarna polst de Lk bij de andere groe


of ze alles nog verstaan en of alles vlot verloopt.
1. Zoek de grootste gemeenschappelijke deler.
De lln maken klassikaal oefening 1 en verwoorden hierbij stap voor stap hoe
de delers van het natuurlijk getal zoekt.
1 en het getal zijn altijd delers.
Ga na of 2 een deler is en noteer dan ook het quotient.
Ga zo verder met 3,4,5, tot je een getal tegenkomt dat je al als deler h
gehad.
De getallen worden in een T-schema genoteerd, alle delers worden vergelek
en de gemeenschappelijke delers worden onderstreept en het grootste geta
wordt hiervan omkringd. Dat is de ggd.
Zie NNB G 34
2. Los op.
De lln maken oefening 2 individueel. Ze maken het T-schema op een extra
blad of in hun extra schrift.

De lln kunnen een staafdiagram, lijngrafiek en


cirkeldiagram correct benoemen.
De lln kunnen een staafdiagram, lijngrafiek en
cirkeldiagram aflezen en hieruit de
antwoorden afleiden op de gestelde vragen.

3. Lees het staafdiagram af en vul de tabel in.


De Lk neemt met groep 2 en 3 de essentile stappen door.
Wat moeten we doen?
Wat wordt er gevraagd?
Welk soort diagram is dit?
Wat kunnen we erop aflezen?
Waar lezen we het aantal af?
Waar vinden we de sporten?
Welke sport heeft de meeste beoefenaars?
Welke sport is het minst populair?
(zie NNB G 38)

30

4. Beantwoord de vragen bij de lijngrafiek?


Welke soort grafiek is dit?
Wat kunnen we erop aflezen?
Wat staat er op de horizontale as?
Wat vinden we op de verticale as?
Wat is de hoogste waarde op die as?
Hoeveel verschil is er tussen twee lijntjes op de verticale as?
We bespreken de vragen n voor n. Laat de lln verwoorden hoe ze het
antwoord kunnen vinden.
(zie NNB G 38)

319062477

differentiatiedoel

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

basisdoel

Bewerkingen
Sporensysteem zie hierboven.
1. Los op.
De Lk gaat na of de lln voldoende inzicht hebben in de opbouw van de
kommagetallen. Laat de lln die het moeilijk hebben de getallen in de tabel
5/7

schrijven en herhaal de verwoordingen van de rangen tienden, honderdsten


duizendsten etc. Vb 5,4: 0,1 = 54t : 1t = 54
(zie NNB B 49b)
De leerlingen mogen ook hun blad rekenvoordelen gebruiken.
Voor sommige lln zal de eigenschap dat het quotient niet verandert als je
deeltal en deler met eenzelfde getal vermenigvuldigt bevattelijker zijn.
Je kan dit ook schematiseren in een pijlenvoorstelling. (zie bordplan)
(zie NNB B47d)

2. Los op
Tip: herinner de lln eraan dat delen door 0,5 hetzelfde is als vermenigvuldig
met 2.
De lln kunnen op een correcte manier
cijferoefeningen oplossen.
De lln kunnen al cijferend natuurlijke getallen
en kommagetallen optellen en aftrekken.
De lln kunnen kommagetallen
vermenigvuldigen.
De lln kunnen op voorhand gericht schatten.
De lln kunnen getallen tot op 0,001 al
cijferend delen.

De lln kunnen toepassingen oplossen en een


correcte antwoordzin formuleren.

De lln kunnen toepassingen van bruto, tarra,


netto uitvoeren a.d.h.v. verworven formules.

20

4. Vermenigvuldigen met kommagetallen.


De Lk wijst de lln op de correcte schikking: vermenigvuldigtal en
vermenigvuldiger worden uiterst rechts onder elkaar geplaatst.
Benadruk het belang van schatten bij oefeningen met kommagetallen om de
juiste plaats van de komma in het product te controleren.
Bespreek dat je met kommatgetallen vermenigvuldigt alsof er geen komma
staan. Pas achteraf plaats je de komma in het product. Het product heeft
evenveel cijfers na de komma als de twee factoren samen.
Groep 2 en 3 maken een oefening aan het bord en verwoorden daarbij de
stappen die ze nemen.
(NNB B 61-62)

5. Delen tot op 0,001.


De Lk wijst de lln op de correcte schikking.
Benadruk het belang van schatten bij oefeningen met kommagetallen om de
juiste plaats van de komma in het quotint te controleren.
Herhaal dat je de komma in het quotient plaatst wanneer je die in het deelt
tegenkomt. Laat een oefening onder begeleiding uitvoeren en laat daarbij h
algoritme goed verwoorden.
De Lk wijst op het gebruik van de kommalijn om de waarde van de rest te
bepalen. De lln verwoorden die waarde.
(Zie NNB B64-65)

6. Reken uit.
De lln verwoorden de situaties met eigen woorden. De Lk stuurt bij waar no

A.d.h.v. het stappenplan gaan we samen na hoe het probleem opgelost kan
worden.
Als de lln de oplossingsweg gevonden hebben, besteden we aandacht aan d
correcte uitvoering van de cijferoefening.

De lln kunnen het begrip laadvermogen


correct gebruiken.

7. Bruto tarra netto.


We herhalen kort wat bruto, tarra, netto weer was en schrijven deze a.d.h.v
de formules op het bord.
bruto = netto + tarra
tarra = bruto netto
netto = bruto tarra
Bij oefening b, verwoorden de lln per geval wat er gezocht moet worden en
we dat kunnen vinden. In geval van ton, worden de gewichten omgezelt naa
dezelfde maateenheid (kg).
(zie NNB B71)

differentiatiedoel

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

basisdoel
De lln kunnen de eigenschappen van de ruit
verwoorden.

Meten en metend rekenen


Sporensysteem zie hierboven.

De lln kunnen de maateenheden vlot


gebruiken.

De lln kunnen een geodriehoek correct


gebruiken bij het meten van hoeken.
De lln weten wat een diagonaal is en kunnen
deze aanduiden op de figuren.
De lln kunnen de oefeningen correct uitvoeren
319062477

3. Optellen en aftrekken met natuurlijke getallen en kommagetallen.


De Lk wijst de lln op een correcte schikking en besteed vooral aandacht aan
het noteren van kommagetallen. Laat de lege rangen eventueel aanvullen m
nullen, zodat alle getallen een gelijk aantal cijfers hebben. Benadruk het
belang van de schatting om de som of het verschil te controleren. Laat een
oefening onder begeleiding uitvoeren en laat daarbij het algoritme goed
verwoorden.
(zie NNB B 55-56 en 58-59)

1. De ruit
De lln worden gericht gestuurd door concrete vragen.
hebben de lln de noodzakelijke afmetingen correct opgemeten?
hebben ze de juiste formule gehanteerd?
Hebben ze die correct toegepast?
Hebben ze bij de berekening een rekenfout gemaakt?
De Lk stuurt bij waar nodig.
( zie NNB MMR 91)
6/7

20

a.d.h.v. de theorie die ze net geleerd hebben.


De lln kunnen de oppervlakte van de ruit
berekenen a.d.h.v. verworven leerstof en de
formules die ze geleerd hebben.

2. Bereken de oppervlakte van deze drie percelen.


De lln worden gericht gestuurd door concrete vragen.
zie hierboven.
(zie NNB MMR 88-90)

differentiatiedoel

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

basisdoel

Meetkunde
Sporensysteem zie hierboven.

De lln kunnen de definitie van een cirkel in


eigen woorden uitleggen.

1. Teken de cirkels.
De terminologie ivm de cirkel wordt a.d.h.v. het NNB herhaald.
( zie NNB MK 130)
De Lk observeert de lln en stuurt bij waar nodig.

De lln kunnen de delen van een cirkel


benoemen.

verwerking

De lln kunnen een passer op correcte wijze


gebruiken.

2. Vlakke figuren
De lln verwoorden de kenmerken van een regelmatige veelhoek (gelijke
hoeken, gelijke zijden) en toesten de figuren uit de oefening.
(zie NNB MK 123)
De lln gaan bij de veelhoeken eerst de gelijkheid van de zijden na, dit is als
eerste stap het eenvoudigste.
Stap 2: De lln gaan de hoeken meten. De Lk gaat na of de lln de geodriehoe
correct hanteren.
(zie NNB MMR 119)
We overlopen de eigenschappen van de vierhoeken en de lln geven ze hun
meest passende naam.
(zie NNB MK 124)

3. Teken de gevraagde figiuren en kruis aan wat past.


De lln verwoorden de kenmerken van een regelmatige veelhoek.
(zie NNB MK123)
De Lk gaat na hoe de lln te werk gaan bij het tekenen van de regelmatige
veelhoeken.
(zie NNB MK 125 en 129)
Wat is de meest passende naam voor een regelmatige vierhoek: vierkant
Waarom is een vierkant ook een rechthoek, parallellogram, vierhoek en
veelhoek?
(zie NNB MK 124)
De kenmerken van de regelmatige driehoek worden besproken: drie gelijke
zijden, drie gelijke scherpe hoeken.
De lln benoemen de driehoek als een gelijkzijdige driehoek.
(zie NNB MK 127)

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

glesovergan

differentiatiedoel

319062477

7/7

Вам также может понравиться