Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
leerlingen minder goed met elkaar konden werken. Ook gesprekken met
mentoren hebben mij meer zicht gegeven over groepjes vorming in de klas.
Van deze voorbereiding heb ik een bij een aantal lessen leerlingen samen laten
brengen op basis van de sociogram. Bijvoorbeeld dat ik de minst populaire en
populaire leerlingen bij een breng. Mijn doelstelling voor deze keuze is vooral
geweest omdat ik wil uitsluiten dat een leerling geen vriendjes of vriendinnetjes
hebben op de school. Hierdoor wordt het naar school gaan meteen veel minder
leuk voor de leerling, en heeft hij/zij minder plezier in het leren.
Wanneer ik de leerlingen wil aanspreken ga ik beginnen met een positieve
benadering. Allereerst ga ik de leerlingen die goed hun best doen
complimenteren. Dit is voor de reden dat de leerlingen die een compliment
krijgen zich goed gaan voelen en het gedrag gaan voortzetten.
De leerlingen die geen compliment hebben gekregen zien dat de leerlingen met
een goed gedrag een compliment krijgen. Hierdoor willen de leerlingen ook een
compliment krijgen en gaan dit gedrag na doen.
B.1Leerdoelen stellen.
3.4 passende leerinhouden vanuit leerlijnen
3.11 leerprocessen observeren en registreren.
De student kiest zijn lesontwerp voor passende leerdoelen die aansluiten bij
leerlijnen en het bestaande onderwijsprogramma van de stage groep
voor elk aan dit OGP deelnemend vak wordt tenminste een les ontworpen en
uitgevoerd
Het keuze van de leerinhouden vanuit leerlijnen heb ik volgens de volgende drie
manieren gekozen.
Eerst kijk ik naar de opdrachten en themas van de school en vraag de mentor.
Hierdoor krijg ik informatie van de methodes van de schoolvakken. Verder aan de
mentor vragende krijg ik eventuele tips en bijbehorende zaken van deze themas.
Vervolgens ben ik gaan kijken naar tule. Hierbij kan ik zien wat de leerlingen
moeten kennen en kunnen. Daardoor kun je verwachtingen maken van de les.
Verder heb ik gekeken wat er verwacht wordt van de leerkracht. Ook dit staat op
tule. Bijvoorbeeld heb ik een les over kleuren combineren gedaan. Dit heb ik
eerst op tule opgezocht of de leerlingen dit al goed konden beheersen of niet.
Door deze stappen te ondergaan heb ik mij verbetert om een beter beeld te
krijgen van de leerlingen hun kennen en kunnen. Verder geeft het mij houvast om
de leerlingen te begeleiden in hun naaste ontwikkelingen. Wat ik ook fijn vind
is dat je meer bewijs hebt om de beginsituatie te maken. Hiermee bedoel ik dat
als ik mijn begin situatie niet zo goed zou maken, dit meteen zou kunnen
terugkoppelen met gesprekken die ik heb gevoerd, informatie op tule, en de
informatie in de methodes.
B.2Leeractiviteiten ontwerpen
3.6 werkvormen en groeperingsvormen.
4.5 leeromgeving inrichten.
de student toont in het ontwerp aan dat hij coperatieve werkvormen hanteert.
de student maakt zichtbaar dat hij voor aanvang van de lesactiviteiten benodigde
materialen en leermiddelen klaar zet.
vanuit het niveau dat groep drie nog niet beheerst. Keuzes die ik wel heb
gemaakt zijn werkvormen zoals een woordspin maken of bijvoorbeeld een puzzel
waarbij iedere leerling een deel van een geheel krijgt. Vanuit deze keuzes heb ik
mijn lesvoorbereidingen gemaakt.
Verder heb ik als voorbereiding van de les al materialen klaar moeten zetten.
Dit zijn meestal nog kleine taakjes wat misschien 5 minuten voor de les gedaan
moeten worden. Hierbij kijk ik op de lesvoorbereiding wat ik al kan klaar zetten.
Er zijn ook enkele lessen geweest waar ik wat langer aan de voorbereiding moest
werken. ik heb met een les over natuur en techniek zelf wat materialen gehaald
omdat ze dit op de school zelf niet hadden. Ook heb ik met de van oud naar
nieuw week de ouden klassenfotos gemaakt. Hierbij heb ik wel wat meer werk
aan gehad dan ik had gedacht.
Omdat ik meer moeite heb met het plannen en organiseren , is het vooral
belangrijk om zoveel mogelijk al klaar te zetten om daar tijdens de les niet meer
aan te denken. Vooral het klaarzetten van de materialen helpt mij om meer rust
te creren en mij meer overzicht te hebben in de planning en organiseren.
B.3Leeractiviteiten begeleiden.
2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student toont aan dat hij in staat is om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student toont aan dat hij leerlingen hulp biedt bij
het leerproces, rekening houdend met de kenmerken van de groep. Hij bevordert
de samenwerking tussen leerlingen en de redzaamheid van individuele
leerlingen.
De coperatieve werkvormen bij mij vooral bedoeld om het samenwerken te
stimuleren. Tijdens deze werkvormen heb ik vooral eerst een kleine instructie
gegeven. Vanuit deze instructie gaan de leerlingen zelf aan de slag met de
werkvormen. Wanneer dit begint wil ik overschakelen van een leerkracht die leidt
naar een leerkracht die begeleidt. Daarbij ga ik wat meer naar de achtergrond
om te observeren naar het samenwerking tussen de leerlingen of groepjes.
Wanneer deze samenwerking eventueel minder loopt wil ik pas ingrijpen.
Een goed voorbeeld kan ik geven met de les van het maken van de verf. Hierbij
heb ik leerlingen in de positie gezet zodat ze naar andere leerlingen heen
moesten gaan om de opdracht te voltooien. Ook hebben de leerlingen ervaren
dat met het samenwerken ( twee leerlingen die werken om gezamenlijk het
zelfde doel te behalen) meer kan maken/creren dat als je dit alleen zou doen.
Na een coperatieve werkvorm is het wel belangrijk voor een evaluatie. Hierin wil
ik met de leerlingen hebben over het samenwerken. Hoezo is dit juist goed
gegaan of hoezo is er juist een probleem ontstaan. Hierbij wil ik de leerlingen
leren begrijpen met de verschillende kenmerken van de leerlingen en de groep.