Вы находитесь на странице: 1из 4

Monitoring in buitengebieden

nuenergiezuinig en goedkoop
LoRa en The Things Network als infrastructuur voor het Internet der Dingen

Vuilnisbakken die aangeven dat


ze vol zijn, plantjes die aan de
bel trekken als ze water nodig
hebben en stoeptegels die
vertellen of het glad is. Het zijn
maar een paar toepassingen van
sensortechnologie en het Internet
der Dingen. Maar het wordt
natuurlijk pas cht interessant als
het mogelijk is om real-time locatie
te monitoren, bijvoorbeeld om
een postpakket te volgen of een
vermist huisdier terug te vinden.
Welke mogelijkheden bieden LoRa
en het open source The Things
Network voor experimenteren met
en bouwen aan het Internet der
Dingen?
Door Willy Bakker

6 |

Het is al lang niet meer zo dat alleen mensen


met elkaar verbonden zijn via het internet.
Volgens Gartner waren er eind 2015 bijna vijf
miljard apparaten aangesloten op het internet.
In 2020 zijn dat er meer dan 20 miljard. Een
nieuw tijdperk is aangebroken, dat van het
internet der dingen.
Het internet der dingen (ook wel Internet
of Things of IoT) biedt ongekende mogelijkheden, zeker in combinatie met slimme
algoritmen. Met sensoren kun je van alles
meten, bijvoorbeeld de temperatuur, snelheid
of afstand tot obstakels. Actuatoren maken
het mogelijk om invloed uit te oefenen op de
omgeving, bijvoorbeeld door een ventilator
aan te zetten, de snelheid aan te passen of de
richting te veranderen. Apparaten met sensoren en actuatoren zijn verbonden met internet
en communiceren met elkaar. Ze zijn semiintelligent en nemen zelfstandig beslissingen.
Denk aan tuinberegening die automatisch aan
gaat wanneer de grond te droog is, maar ook
aan zelfsturende autos.

voor het open source TheThings Network. Je


kunt er zelfs voor kiezen om je eigen, private
LoRa-netwerk in de lucht te brengen.

LoRa-technologie
Een LoRa-netwerk bestaat uit nodes, gateways
en de backend (zie figuur 1).
Nodes communiceren met gateways via
radiosignalen. Ze zijn niet verbonden met het
internet. Nodes zijn gekoppeld aan sensoren
en actuatoren. Ze geven sensormetingen
door aan de gateways en sturen op basis van
ontvangen berichten actuatoren aan.
Infrastructuur
Gateways kunnen via radiosignalen berichten
Om de mogelijkheden van het internet der
dingen beter te kunnen benutten, is een goede van nodes ontvangen, maar ook berichten naar
nodes versturen. Gateways communiceren via
infrastructuur nodig voor het verzenden van
het internet met de backend servers. Gateways
berichten. Omdat het aantal apparaten naar
doen dienst als router. Ze sturen berichten van
verwachting snel toeneemt, is het belangrijk
dat deze infrastructuur schaalbaar is. LoRa is een de nodes door naar de backend, en vice versa.
Berichten op de backend servers kunnen via
technologie die hier bij uitstek geschikt voor
het internet opgevraagd en verwerkt worden
is. LoRa-technologie is gent op de LoRaWAN
in je eigen applicatie. Hiervoor zijn koppelvlakopen standaard. LoRaWAN staat voor Long
ken beschikbaar. Vanuit je applicatie kun je via
Range Wide Area Network. Er zijn verschillende
deze koppelvlakken ook berichten versturen
partijen die een LoRa-netwerk aanbieden.
Afhankelijk van de eisen die je stelt aan de infra- naar je nodes en zo acties in gang zetten.
Het versturen van berichten via LoRa is veilig.
structuur, kies je voor het LoRa-netwerk van
een commercile partij als KPN of bijvoorbeeld Je kunt de node zo configureren, dat er
gebruik wordt gemaakt van een netwerk- en
applicatiesleutel. Op de data zit dan 128 bit
AES-encryptie en de integriteit van berichten
staat vast. Niemand kan onderweg in de
data kijken of het bericht aanpassen. Ook
in de backend blijft de data versleuteld. De
encryptie gaat er pas af, nadat je het bericht
ontvangen hebt. Dat moet je zelf doen in de
ontvangende applicatie.

Geo-Info | 2016-4

Figuur 1 - LoRa-architectuur.
Voordelen van LoRa
Met een LoRa-netwerk kun je kleine hoeveelheden informatie uitwisselen over lange
afstanden bij een erg laag stroomverbruik. LoRa
heeft maar een kleine bandbreedte. Dedoorvoersnelheid van 50 kbps is weliswaar weinig,
maar genoeg om een temperatuurmeting
door te geven. LoRa is bi-directioneel; je kunt
zowel berichten van een node ontvangen als
berichten naar een node versturen. Het bereik
van een LoRa-gateway is 5-15 kilometer. Een
LoRa-node kan tot wel 10 jaar op n 9V batterij.
LoRa biedt dus een energiezuinige oplossing.
De hardware is bovendien relatief goedkoop en
n gateway kan wel 10.000 nodes bedienen.
Dit alles maakt LoRa heel geschikt voor het
ondersteunen van het internet der dingen. Met
LoRa is het zelfs mogelijk om apparaten aan te
sluiten die zich in een gebied bevinden zonder
internet- of elektriciteitsaansluiting! Vanwege
de kleine bandbreedte is LoRa net geschikt
voor spraak- of videotoepassingen. Daarvoor
kun je beter andere technologien gebruiken,
bijvoorbeeld Wi-Fi of 4G.

LoRa

Wi-Fi

Bluetooth

4G

5 km

100 m

20 m

10 km

50 kbps

300 mbps

3 mbps

150 mbps

10 jaar

24 uur

7 dagen

36 uur

LoRa

Wi-Fi

Bluetooth

4G

Bereik

++

--

++

Doorvoersnelheid

--

++

++

Batterijverbruik

++

--

Prijs

++

++

++

--

Bereik
Doorvoersnelheid
Batterijverbruik

Bron: Joshua Peper, SMC050, januari 2016.

Bron: Joshua Peper, SMC050, januari 2016.


KPN is overtuigd van het belang van LoRa en
biedt dit najaar landelijke dekking met haar
LoRa-netwerk. Waarschijnlijk volgen er nog
andere telecom-providers. Naast de LoRa-net-

werken van commercile telecom providers, is er


ook een open alternatief: TheThings Network.
The Things Network
The Things Network (TTN) is een gedecentraliseerd, open en gecrowdsourced LoRanetwerk. Eris geen telecom provider die
controleert wie toegang heeft tot het netwerk.
Wij willen net als bij internet een open
en vrij toegankelijk internet der dingen, aldus
medeoprichter Wienke Giezeman. Iedereen
kan meedoen, een gateway aansluiten en
daarmee helpen om de dekkingsgraad te vergroten. Een gateway kost 250 euro. Ookzonder
eigen gateway kun je (gratis!) gebruik maken
van TTN, als je maar binnen het bereik van een
gateway zit.
TTN is ontstaan in Amsterdam. Na een succesvol KickStarter-project zijn er nu TTN-communities over de hele wereld. Van de Verenigde
Staten tot Zuid-Afrika en van Argentini tot de
Filipijnen. Maar ook binnen Nederland is het
netwerk al flink uitgebreid. Niet alleen personen en bedrijven investeerden via KickStarter

The Things Network gateway (foto: The Things Network).

2016-4 | Geo-Info

| 7

in TTN, maar ook de overheid. Groningen en


Drenthe bestelden genoeg gateways, zodat
er eind dit jaar een provinciedekkend TTNnetwerk beschikbaar is.
Aan de slag!
Wat heb je nodig om met TTN aan de slag te
gaan? Allereerst een ontwikkelbord, bijvoorbeeld een Arduino of Raspberry Pi. Vervolgens
een LoRa-module en antenne. Let op dat je
een module koopt die geschikt is voor de
LoRa-frequenties in Nederland (863-870 MHz)!
Je hebt natuurlijk ook sensoren nodig. Het soort
is afhankelijk van wat je wilt meten. Het is ook
handig om een laptop of MacBook te hebben,
voor het programmeren van je ontwikkelbord
en het testen op locatie. Via de TTN-website
kun je veel informatie en voorbeeldcode
vinden. In het forum en de Slack-groep kun je
vragen stellen. Ook zijn er regelmatig bijeenkomsten waar je hulp kunt krijgen, bijvoorbeeld
in Amsterdam, Friesland en Enschede.
Tracking & tracing
Een GPS-module verbruikt veel energie en is
daardoor niet geschikt voor mobiele nodes.
Positiebepaling met LoRa maakt gebruik van
het tijdstip waarop een bericht aankomt bij
verschillende gateways. Het verschil tussen die
aankomsttijden is afhankelijk van de afstand
van de node tot de gateways en zo kan de locatie van de node berekend worden. Voorwaarde
is dat het bericht door tenminste drie gateways
wordt opgepikt en dat de internetklok van deze
gateways exact gelijk loopt. Dat wordt lastig
voor TTN, omdat alle gateways een andere
eigenaar en beheerder hebben. KPN heeft echter aangekondigd dat met ingang van 2017 haar
LoRa-netwerk geschikt is voor positiebepaling
op basis van Time Difference of Arrival met een
nauwkeurigheid 25 30 meter.

Verwachte dekking van The Things Network in het najaar van 2016.
Toch is het ook met TTN mogelijk om de positie van een node te bepalen. De SODAQ ONE
(ook wel bekend onder de naam LoRaONE) is
een nieuw Arduino ontwikkelbord dat onlangs
via KickStarter gelanceerd is. Het is zo groot als
een luciferdoosje.
De SODAQ ONE heeft niet alleen een gentegreerde LoRa-module, maar ook een GPS.

De SODAQ ONE, ook wel bekend onder de naam LoRaONE (foto: SODAQ).

8 |

Geo-Info | 2016-4

Deze GPS staat standaard uit. Als hij wordt


aangezet, krijgt hij al binnen een paar seconden een GPS-fix. De positie wordt op een paar
meter nauwkeurig bepaald, mits er goed zicht
op de hemel is. Volgens de leverancier kun
je met de SODAQ ONE iedere 5 minuten de
locatie bepalen voor minder dan 1% van het
energieverbruik van constant monitoren met
een reguliere GPS. Dit wordt near-realtime
tracking genoemd. De SODAQ ONE is niet
meer te bestellen via KickStarter, maar binnenkort wel via de SODAQ webshop.
Toepassingen
SODAQ en de TTN-community werken samen
met parkwachters in Tanzania om neushoorns
te redden van stropers. Met slechts 10 TTNgateways is het hele natuurpark gedekt en
de SODAQ ONE is klein en energiezuinig
genoeg om als node dienst te doen. Dankzij de
Afrikaanse zon en kleine zonnepaneeltjes zitten
de nodes nooit zonder spanning. Deberichten
die de nodes versturen kunnen niet afgeluisterd
worden door stropers. Op deze manier hebben
de parkwachters 24/7 op een veilige manier
inzicht in waar de neushoorns zich bevinden.
Maar ook dichter bij huis zijn er interessante toepassingen, bijvoorbeeld bij de provincie Groningen. Bij windkracht zes of hoger is het niet veilig

Links
www.thethingsnetwork.org
www.sodaq.com
www.kickstarter.com
www.github.com/ProvincieGroningen
www.vriendenvandeotter.nl

Willy Bakker is Informatiearchitect


bij de provincie Groningen.
Zijis bereikbaar via w.m.bakker.
tadema@provinciegroningen.nl
en op Twitter actief als
@friesewoudloper.

Australi schuift op

Irek Roslon, projectleider bij de provincie Groningen, met een windmetersensor.

Prototype van de GPS-tracker van het Otterstation Nederland.


om grote containerschepen door een brug te
laten. De kans dat het schip zijwaarts afdrijft, tegen
het remmingwerk botst en de brug beschadigt,
is groot. De provincie plaatst binnenkort twee
windmeters in het buitengebied tussen Zuidbroek
en Sappemeer, zodat brugbedienaren via een app
tijdig genformeerd worden over de windkracht
en richting. Zokunnen ze indien nodig schepen
stil laten leggen. De sensormetingen worden
via The Things Network doorgestuurd naar de
bedieningspost in Delfzijl. Debroncode voor de
app is te downloaden via de GitHub-repository
van de provincie Groningen.
Een ander voorbeeld is van Otterstation Nederland. De stichting ontwikkelde een prototype

Australi wordt 1,8 meter opgeschoven. Niet


dat het hele continent verplaatst hoeft te worden:alleen de gebruikte cordinatenworden aangepast. Voor plaatsbepalingen op het continent
gebruikt het land de Geocentric Datum of Australia, een serieijkpunten in het landschap.Probleem
is echter dat het continent op de snelst bewegendetektonische plaat ter wereld ligt. Daardoor
schuift Australi elk jaar zon 7 centimeter op ten
opzichte van de wereldwijdeGPS-cordinaten die
met satellieten worden vastgesteld. Dat kan tot
allerlei problemen leiden, bijvoorbeeld bij de introductie van zelfrijdende autos. Doordat die uitgaan
van de wereldwijde cordinaten, zouden autos
naast de weg terechtkomen: het verschil is inmiddels namelijk al opgelopen tot 1,5 meter. Australi
gaat daaromvanaf volgend jaarnieuwe ijkpunten
gebruiken op het continent. Er is voor gekozen de
Australische ijkpunten 1,8 meter op te schuiven,
zodat er tot de komende jaren geenaanpassingen
meer nodig zijn.
In Nederland werkt het Kadaster met rijksdriehoekscordinaten. Die werden vroeger ook vastgesteldaan de hand van ijkpunten op de grond,
met de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort
als 0-punt. Tegenwoordig worden GPS-metingen
gebruikt.

voor een tracker voor wilde dieren. De eerste


testresultaten zijn positief. Otterstation Nederland ontwikkelt het prototype nu verder op basis www.nos.nl, juli 2016.
van de SODAQ ONE. De tracker kan bijvoorbeeld
gebruikt worden voor het volgen van otters.

Het aantal otters in Nederland neemt toe, maar er


is groeiende inteelt. Om vers bloed in te brengen
worden er otters uit Oost-Europa uitgezet. Door
uitgezette dieren van een zender te voorzien, kan
de stichting volgen wat het lot is van de otters.
Waar vestigen ze zich? Hoe gaat het met ze? Kunnen ze overleven? Met behulp van het internet der
dingen en LoRa wordt waardevolle informatie ver- Het Australische onderzoeksbureau AEROmetrex
zameld die kan helpen om het voortbestaan van
rekende uit hoeveel dat land in 2020 is verplaatst
de otterpopulatie in Nederland veilig te stellen.
ten opzichte van 2015 en illustreert dat zo.

2016-4 | Geo-Info

| 9

Вам также может понравиться