Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Ze is
bezig met schrijven en het lukt maar niet. Op het toneel zijn boeken te
zien die chaotisch verspreid liggen over de hele vloer gezamenlijk met
proppen papier van mislukt werk. Achter op het toneel staan 2 schotten
met in het midden een net geordende boekenkast.
De schrijver:
Er zitten monsters in mijn hoofd.
Dat hoort zo want ik ben een schrijver.
Ik schrijf niet voor iedereen.
Ik schrijf enkel voor bijzondere mensen.
De schrijver staat op en loopt door de ruimte.
Zij kijkt naar verschillende geschreven werken die op de grond liggen.
Vooraleer ik aan een boek begin zit er altijd eerst een monster in mijn
hoofd.
Het monster praat tegen me.
Ik luister en schrijf daarna alles op.
En wanneer ik alles opgeschreven heb, is mijn boek klaar.
En dan zeg ik tegen het monster in mijn hoofd: dankjewel monster, en dan
gaat het monster liggen.
En dan valt het in slaap en het is zo moe dat de slaap nooit ophoudt.
De schrijver stopt met lopen en richt zich naar het publiek.
Deze keer is het anders
Er valt een stilte.
Deze keer is het anders!
De schrijver begint weer met lopen, dit keer sneller en in paniek.
Nu zitten er twee monsters in mijn hoofd.
En als ik vriendelijk vraag: wat willen jullie, monsters?
Willen jullie mij een verhaal te vertellen?
Dan brult het ene, grote monster:
Grote monster: (Fokke)
Vanachter het schot vandaan klinkt een diepe, luide en kwade stem.
IK WIL. IK WIL ALLES!
Schrijver:
En zeurt het andere, kleinere monster:
Kleine monster:
JA MAAR,
JA MAAR