Вы находитесь на странице: 1из 2

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Michelle Dekker Docent: Mayella Vos


Vakgebied: Levensbeschouwing Stagegroep: Groep 6
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier gemaakt en waarom? (denk hierbij met name kernbegrippen uit
(vak-) en specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de Om tot een goede beginsituatie te komen heb ik zowel naar pedagogisch
groep is nadrukkelijk
als didactische zin gekeken. Voor de pedagogische zin heb ik informatie
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de uit het sociogram en de klimaatschaal gehaald. In de klimaatschaal zie je
groep, zowel in terug dat er een fijne sfeer in de klas heerst. De kinderen ervaren de klas
pedagogische zin (gedrag, als een veilige omgeving. Uit het sociogram heb ik vernomen dat er drie
groepsverhoudingen,
kinderen zijn die buiten de groep vallen, omdat zij het meest negatief
groepsdynamiek) als in
didactische zin worden gekozen. Ik heb voor deze les gekozen voor de coperatieve
(vakspecifieke werkvorm genummerde hoofden. Ik wil de klas zo verdelen in groepjes
beginsituatie). dat de negatief gekozen leerlingen bij elkaar. Ik heb hiervoor gekozen,
omdat ik wil dat de negatieve gekozen kinderen toch kunnen
samenwerken, zodat er een nog betere sfeer in de groep ontstaat. Voor
de didactische zin heb ik al mijn vragen aan mijn mentor gesteld. Ik kwam
tot de conclusie dat de kinderen geen levensbeschouwing krijgen, maar
wel leefstijl. Dit ligt vaak dicht bij levensbeschouwing.
De lesdoelen zijn Aan het einde van de les kunnen de kinderen:
afgestemd op de
beginsituatie. In de - Benoemen dat er veel verschillende feestdagen zijn met elk eigen
formulering ervan wordt rituelen.
zichtbaar dat kennis van - Benoemen dat elke religie eigen feestdagen heeft.
vakdidactiek en leerlijnen
- Benoemen wat hun relatie is tot de religieuze feesten.
op een logische manier is
verwerkt. - Respectvol omgaan met de mening van anderen.
Dit sluit aan bij kerndoel 37: De kinderen leren zich te gedragen vanuit
respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen en bij kerndoel 38:
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de
Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze
leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de
samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
Werk- en Uit het sociogram en de klimaatschaal is gebleken dat de klas over het
groeperingsvormen zijn
algemeen al goed kan samenwerken, alleen dat er drie kinderen vaker
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n negatief worden gekozen. Ik wil de klas zo verdelen in groepjes dat de
op specifieke kenmerken negatief gekozen leerlingen bij elkaar. Ik heb hiervoor gekozen, omdat ik
van vakdidactiek en werk- wil dat de negatieve gekozen kinderen toch kunnen samenwerken, zodat
en groeperingsvormen zijn
er een nog betere sfeer in de groep ontstaat. Ik pas de coperatieve
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de werkvorm genummerde hoofden toe tijdens de quiz die we gaan spelen.
lesdoelen. Deze werkvorm past goed bij een quiz, omdat iedereen eerst zelf over het
antwoord nadenkt daarna wisselen ze het uit en kiezen ze het juiste
antwoord. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn:
overleggen en overeenstemming bereiken. Nadat we de quiz hebben
gespeeld, hebben de kinderen wat meer kennis over de feestdagen die er
zijn. Hierna gaan de kinderen een werkblad maken. Op het werkblad
staan verschillende feestdagen. De kinderen moeten kijken of ze weten
welke datum en religie erbij hoort. En of de kinderen de feesten zelf
vieren.
Een aanzet tot Tijdens de quiz heb ik ervoor gekozen om de coperatieve werkvorm
samenwerkend leren krijgt
genummerde hoofden toe te passen. De kinderen hebben geen
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.* levensbeschouwing en zullen daarom nog niet zoveel weten over het
onderwerp, daarom heb ik ervoor gekozen om de vragen in
groepsverband te laten maken. Bij deze coperatieve werkvorm moeten
de kinderen wel eerst zelf over het antwoord nadenken.
Een aanzet tot ontdekkend n.v.t.
leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en Aan het einde van de les evalueer ik eerst het proces met de kinderen.
productdoelen worden
Hoe hebben ze het samenwerken ervaren tijdens de quiz? Hierna
expliciet gevalueerd met
de kinderen. evalueer ik doelen. Ik kies eerst iemand die de doelen moet herhalen.
Daarna vraag ik aan vijf kinderen of de lesdoelen zijn behaald. Dit doe ik
door het balletje naar iemand te gooien en hij of zij mag dan antwoord
geven.
De werkvormen die worden Ik kies vijf kinderen die antwoord mogen geven. Ik wacht even met de
gehanteerd bij evaluatie
beurt geven, zodat iedereen na kan denken over het antwoord. Ik maak bij
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan de evaluatie gebruik van een balletje. Ik gooi een balletje naar een kind
op specifieke kenmerken toe en hij of zij mag dan het antwoord geven. Hierdoor zijn de kinderen
van de groep. erg betrokken en willen ze allemaal graag antwoord geven op mijn vraag.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp

Kerpel, A. (2014). Coperatieve werkvormen. Geraadpleegd op 2 april 2017, van


http://wij-leren.nl/cooperatieve-werkvormen-artikel.php

Beker, T., Graft, M. van, Greven, J., Kemmers, P., Tank, M. K., Verheijen, S. (2009).
Kerndoel 37, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 5 april 2017, van
http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L37.html

Beker, T., Graft, M. van, Greven, J., Kemmers, P., Tank, M. K., Verheijen, S. (2009).
Kerndoel 38, groep 5 en 6. Geraadpleegd op 5 april 2017, van
http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L38.html

Вам также может понравиться