Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Helma van de Ven Mentor Moniek Steenbakkers

Klas PEH16VA Datum 16 maart 2017
Stageschool De Hobbendonken Groep 5
Plaats Boxtel Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: taal
Speelwerkthema / onderwerp: stellen uitnodiging maken

Persoonlijk leerdoel:
- Ik kan de opdracht helder en duidelijk uitleggen aan de klas, waardoor de klas de opdracht volledig begrijpt en aan de slag kan.
- Ik kan de nadruk in mijn les leggen op het schrijven van de uitnodiging en niet de vormgeving.
- Tijdens het werken kan ik de tweetallen ondersteunen in het samenwerken, door rond te lopen, mee te luisteren, te helpen en vragen te beantwoorden.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:

Bij het vaststellen van het lesdoel, heb ik kerndoel 5 gebruikt. Kerndoel 5:
De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met
verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier
verschaffen.

De tussendoelen, die ik hierbij heb gesteld zijn:

- De kinderen kunnen een uitnodiging maken in samenwerking met - Na de les kijk ik naar de uitnodigingen die de kinderen hebben gemaakt.
een klasgenoot. Wanneer een van de gegevens mis, schrijf ik dit erbij. Later wil ik bij de kinderen
terugkomen waarom het belangrijk is dat alle gegevens op de uitnodiging staan.

- De kinderen weten welke gegevens er op een uitnodiging moeten - Aan het einde van de les vraag ik aan de klas welke gegevens er allemaal op
staan. een uitnodiging moeten staan, zodat de uitnodiging duidelijk is.

- De kinderen kunnen aan het einde van de les vertellen hoe ze te - Ik vraag de kinderen naar de samenwerking in de groep en dit bespreken we
werk zijn gegaan om de uitnodiging te maken. Hierbij gaat het om kort. Verder vraag ik hoe de kinderen te werk zijn gegaan/ welke stappen ze
de fasen plannen, formuleren en reviseren. hebben gezet, etc.
Beginsituatie:
Deze klas bestaat uit 29 kinderen. Hiervan zijn er 14 kinderen een meisje en 15 kinderen een jongen. De kinderen zitten al langere tijd bij elkaar in de klas, daardoor
kennen ze elkaar al. De kinderen zoeken meestal hun vertrouwde klasgenoten op, dit heb ik beschreven in mijn typering. In mijn overdenking heb ik hier een doel voor
geschreven. Tijdens de werkvorm zal ik zorgen dat de kinderen zo verdeeld zijn dat ze met iemand anders in gesprek gaan dan normaal. Tijdens deze les zullen de
kinderen in tweetallen aan het werk gaan.

De kinderen krijgen regelmatig stelonderwijs. Dit schooljaar hebben de kinderen drie stelopdrachten gekregen. De opdrachten hadden allemaal een ander onderwerp.
Deze opdrachten schrijven ze in een schrift en dit wordt nagekeken door de juf. De juf geeft dan een onvoldoende, voldoende of goed. Dit houdt de juf bij voor de
rapporten. Mijn stelopdracht wordt in tweetallen gemaakt op een apart blaadje/ een kaart. Daardoor wordt het lastiger om dit in de schriften te plakken, omdat er maar
een exemplaar is. Ik laat de kinderen eerst een kladversie maken in een van de schriften en in het andere schrift komt dan de kaart te zitten.

Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat er pas iemand in de klas jarig is geweest. Deze jongen heeft het afgelopen weekend zijn verjaardag gevierd. Hiervoor heeft
hij mensen uitgenodigd en daarvoor ook een uitnodiging gemaakt. Dit ben ik te weten gekomen na een gesprek met deze jongen. Verder zijn de kinderen in groep 5
steeds meer bezig met hun eigen verjaardag. Dit is een leuke en spannende dag, waar ze allemaal naar uitkijken. Bij een verjaardag hoort een feestje en bij een
feestje hoort een uitnodiging.

De kinderen in deze klas kunnen op een goede manier met elkaar samenwerken. Af en toe hebben ze sturing nodig in het samenwerken. De kinderen willen vaak met
dezelfde klasgenoten samenwerken. Om hier verandering in te brengen, heb ik besloten het kiezen van een klasgenoot anders aan te pakken. Ik geef aan welke
kinderen als eerst een klasgenoot mogen kiezen om mee samen te werken. Deze tweetallen gaan dan de werkvorm duos uitvoeren.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Voorkennis en Ik vraag aan een kind uit de klas, die Het kind geeft antwoord op mijn vragen. Stelschriften
+/- 10 min inleiding. pas jarig is geweest, of hij een feestje Gekleurde papieren
heeft gevierd en hoe hij daarvoor Digibord + stiften
mensen/kinderen heeft uitgenodigd.

Ik laat voorbeelden van uitnodigingen De kinderen kijken mee op het digibord.

zien op het digibord.

Ik vraag aan de klas waar je nog meer De kinderen in de klas denken na over mijn vraag,
een uitnodiging voor kan maken naast steken hun vinger op en geven antwoord op mijn
voor een verjaardagsfeest. vraag.

Ik vraag aan de klas wat er allemaal De kinderen in de klas denken na, steken hun
noodzakelijk is op een uitnodiging. vinger op en geven antwoord op mijn vraag.
Welke informatie moet er allemaal
opstaan? Ik noteer de antwoorden op
het bord.

Ik vertel de kinderen dat we een De kinderen luisteren naar mij.

uitnodiging gaan maken.
Kern Uitleg en in Ik vertel de kinderen dat we deze De kinderen luisteren naar mij en de uitleg. Stelschriften
+/- 25 min tweetallen opdracht in tweetallen gaan maken. Gekleurde papieren
werken. Ik geef dadelijk aan hoe we deze
tweetallen gaan maken. Ik geef aan
dat de tweetallen zelf mogen
beslissen waar ze een uitnodiging
voor maken, het onderwerp zelf
bepalen. Ik vertel dat ik gekleurd
papier heb om de kaart op te maken.
Dit ligt voorin de klas en tijdens het
werken mogen de kinderen een
papier komen halen. Wanneer de
inhoud van de uitnodiging klaar is,
mogen de kinderen de voorkant
versieren.

Ik leg uit wat de kladversie is en De kinderen luisteren en kijken naar mij. Daardoor
wordt. Schrijf de kladversie in een krijgen ze de uitleg goed mee.
schrift en de kaart komt in het andere
schrift. In beide schriften schrijf je erbij
met wie je hebt samengewerkt. Ik laat
het ook zien met de schriften erbij.

Ik vertel de kinderen dat we tweetallen De kinderen luisteren naar mij uitleg. Het kind dat ik
gaan maken. Ik noem elke keer een noem kiest iemand anders om mee samen te
kind dat iemand anders mag kiezen werken.
om mee samen te werken. Iedereen
luistert goed en gaat pas op mijn
teken bij elkaar zitten.

Ik geef aan dat de kinderen aan de De kinderen gaan in tweetallen zitten en kunnen
slag kunnen gaan met de opdracht. aan de slag met de opdracht.

Slot Evaluatie. Wanneer de tijd van de les om is, De kinderen die klaar zijn geven aan dat ze klaar Stelschriften
+/- 10 min vraag ik aan de klas welk tweetal al zijn. Gekleurde papieren
klaar is. Een paar van deze kaarten
laat ik zien en bespreken we kort.

Iedereen levert zijn stelopschrift + De kinderen die hebben samengewerkt leveren

uitnodiging in, in tweetallen. samen hun stelopdracht + uitnodiging in.
Persoonlijke reflectie
Ik heb op een leuke en goede manier voorkennis opgehaald bij de kinderen. De kinderen waren betrokken, omdat het over hunzelf ging. Iedereen
luisterde mee.

De volgende keer moet ik goed opletten hoe ik de gegevens/informatie op het bord schrijf, hierbij bedoel ik de volgorde. De kinderen hielden de
volgorde van gegevens/informatie aan die op het bord stond. Maar ik had het opgeschreven op de volgorde van eerst naar laatst genoemd door de klas.
De volgorde op de uitnodigingen waren niet logisch, doordat iedereen het overnam van het bord. De volgende keer moet ik hierover nadenken en dit
anders opschrijven en/of dit goed aangeven aan de klas.

De volgende keer moet ik goede afspraken maken met de kinderen over het stellen van vragen. Ik moet aangeven dat ze op hun plaats moeten blijven
zitten en dat ik langs kom lopen voor vragen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum: 16-03-2017 + 17-03-2017
De aandacht van de kinderen heb je meteen erbij door je vraag over uitnodigingen. Er zijn veel vingers maar er zijn ook verschillende kinderen die
blijven kletsen. Eis de volledige stilte of wacht tot dat het helemaal stil is en ga dan pas verder. Je benoemt zelf goed het is te rumoerig waardoor je I.
niet goed kunt horen.
Op vrijdag 17 maart maak je deze les af. Je zet de kinderen duidelijk en snel aan het werk. Ga tijdens het werken rondlopen in de klas, nu zat je aan het
bureau en kwamen de kinderen naar het bureau toe om vragen te stellen. Er ontstond een lange rij bij het bureau waardoor je geen overzicht meer had
over de rest van de klas. Er waren kinderen in de klas die aan het rennen waren of totaal iets anders deden.

Moniek Steenbakkers