Вы находитесь на странице: 1из 4

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Sverre Verbeeten Docent: Harm Litjens


Vakgebied: Rekenen Stagegroep: 5/6
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier gemaakt en waarom? (denk hierbij met name kernbegrippen uit
(vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de Om een goede beginsituatie op papier te zetten heb ik gekeken naar
groep is nadrukkelijk
verschillende kenmerken van de groep. Ik heb gebruik gemaakt van de
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de resultaten uit het sociogram (Sometics) en heb gekeken hoe ver de
groep, zowel in kinderen op vakspecifiek gebied zijn rondom dit onderwerp.
pedagogische zin (gedrag,
groepsverhoudingen,
Ik heb kennis over de kinderen in pedagogische zin verwerkt in de
groepsdynamiek) als in
didactische zin beginsituatie. Het gaat hierbij ook om de coperatieve werkvorm die ik
(vakspecifieke heb gebruikt:
beginsituatie). - Uit het sociogram blijkt dat niet alle kinderen elkaar positief kiezen
bij het samenwerken. Hierom kies ik ervoor om de kinderen niet de hele
tijd met dezelfde persoon samen te laten werken, maar om de kinderen
steeds met een ander maatje de vragen en antwoorden uit te wisselen.
Op deze manier wil ik bereiken dat de kinderen de opdracht tijdens de les
met iedereen goed uit kunnen voeren en dat ze elkaar goed kunnen
helpen. Voor de les ga ik de coperatieve lesvorm Werk-in-tweetallen
inzetten. De kinderen nemen hun rol in, helpen elkaar waar nodig is,
controleren elkaars werk en wisselen van rol.
- De kinderen zijn vaker bezig met samenwerkend leren, dus dit is
niet nieuw voor hen.

In vakspecifieke zin heb ik ook kennis over de kinderen verwerkt in de


beginsituatie:
- Omdat het verschil tussen groep 5 en 6 op cognitief gebied bij
rekenen groot is, geef ik de les alleen aan groep 5.
- De leerstof die ik tijdens de les aan bod laat komen is herhaling
van wat ze al ooit eerder behandeld hebben. Ik gebruik verschillende
onderwerpen die aansluiten bij het domein meten en meetkunde.

Kijkende naar het niveau waarop de kinderen zitten aan de hand van de
ijsbergmetafoor, wordt duidelijk dat de kinderen zich in het niveau van
Verkenning van inhoud en structuur bevinden (Smedts, 2016). De
kinderen maken continu opdrachten door er ook daadwerkelijk
voorwerpen bij te betrekken, zodat het berekenen soepeler gaat.
Wanneer de kinderen de manier door hebben gaan ze verder op het
gebied van Werken met getalrelaties. De kinderen leggen verbanden
tussen de getallen en vergelijken ze met elkaar.
Als leerkracht probeer je in te spelen op het denken van de kinderen door
hen te ondersteunen op concreet niveau, zoals bij het eerlijk verdelen van
pizzas.

Vanaf de onderbouw doen kinderen ervaring op met het breuken. De


formele notatie van breuken wordt meestal gentroduceerd in groep 6. De
kinderen van groep 5 werken op concreet niveau. De ervaring leert dat e
leerlingen meestal gebruik maken van het concreet maken van de som,
door het ook daadwerkelijk te tekenen of vouwen (Oonk, 2015).
Op het gebied van tafels zitten de meeste kinderen al op het niveau van
Formele opgaven. De meeste kinderen kennen de tafels uit hun hoofd en
kunnen deze dus met formele opgaven uitrekenen.
Bij de domeinen over tijd en geld zijn de kinderen ook nog veel bezig met
het werken met getalrelaties. De kinderen leggen verbanden tussen
kloktijden en cijfers en tussen geld en de manier waarop dit toegepast
wordt (denk hierbij aan wisselgeld, te betalen brief of muntgeld etc.).
In de domeinen over afstanden, vergelijken de kinderen afstanden met
elkaar om tot een goed antwoord te komen. Op deze gebieden bevinden
de kinderen zich dus op het gebied van Werken met getalrelaties
(Smedts, 2016).
Ik gebruik verschillende onderwerpen die aansluiten bij het domein meten
en meetkunde.
Ik ga op alle kinderen letten. Ik kijk naar de manier waarop de kinderen
elkaar benaderen en ik kijk of de samenwerking hierbij goed verloopt,
ondanks dat er kinderen zijn die negatief voor elkaar hebben gekozen.
De lesdoelen zijn De stof die ik ga behandelen hebben ze allemaal al eens behandeld. De
afgestemd op de
kinderen zijn bekend met de onderwerpen die ik aan bod laat komen en
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt de kinderen weten allemaal waar het over gaat.
zichtbaar dat kennis van Om de samenwerking goed te laten verlopen gaan de kinderen elkaar
vakdidactiek en leerlijnen vakinhoudelijke vragen stellen, elkaars vragen beantwoorden en zo nodig
op een logische manier is
elkaar helpen.
verwerkt.
Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om:
Productdoelen:
- De verwerkingsopdrachten correct te maken, nadat ze met de
kaartjes samen hebben kunnen herhalen en oefenen.
- Lengten en afstanden bepalen met behulp van een gegeven
schaallijn (Tule, kerndoel 32).
- Alle analoge en digitale tijden aflezen en aangeven en deze tijden
ook in elkaar omzetten (Tule, kerndoel 33).
- Opdrachten rondom geld en gewicht goed te beantwoorden.
- Na te vertellen wat ze tijdens de les geleerd hebben. Welke
onderdelen herkende ze terug?

Procesdoelen:
- Elkaar vakinhoudelijke vragen te stellen, elkaars vragen te
beantwoorden en zo nodig te helpen.
- Samen te werken in verschillende tweetallen. Hierbij overleggen
ze over antwoorden en manieren om tot antwoorden te komen.
Werk- en Omdat sommige kinderen hebben aangegeven dat ze niet met iedereen
groeperingsvormen zijn
goed samen kunnen werken, heb ik gekozen voor een coperatieve
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n werkvorm waarin de kinderen afwisselend met elkaar samenwerken. De
op specifieke kenmerken kinderen hebben de stof al eerder eens behandeld gehad, dus begon ik
van vakdidactiek. Werk- en de les met samenwerkend opfrissen van de lesstof. De kinderen legden
groeperingsvormen zijn
elkaar de lesstof uit en probeerden aan de hand van kaartjes met vragen
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de en afbeeldingen alles weer goed op te halen en naderhand bij
lesdoelen. verwerkingsopgaven te laten zien dat ze de stof beheersen.
Een aanzet tot Ik heb de coperatieve werkvorm Werk-in-tweetallen (Choinowski, 2001)
samenwerkend leren krijgt
ingezet tijdens de les. Hierbij heb ik het niet gelaten. Deze werkvorm
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.* hebben ze uitgevoerd, maar daarnaast zijn de tweetallen ook steeds
gewisseld. Hierdoor hebben de kinderen met verschillende klasgenootjes
samen kunnen werken tijdens de les. De kinderen nemen hun rol in,
helpen elkaar waar nodig is, controleren elkaars werk en wisselen van rol.
Een aanzet tot ontdekkend n.v.t.
leren krijgt op een logische
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en Aan het einde van de les worden de opdrachten nabesproken en wordt
productdoelen worden
gecontroleerd of de kinderen alles begrepen hebben. De kinderen
expliciet gevalueerd met vertellen wat ze van de les vonden en wat ze van de les hebben geleerd.
de kinderen.
We bespreken hoe de samenwerking tussen de kinderen verliep en hoe
de kinderen de coperatieve vorm aan het begin van de les hebben
ervaren.

Aan het einde van de les:


Productdoelen:
- Worden de opdrachten nabesproken en wordt gecontroleerd
of de kinderen alles begrepen hebben. Ik laat de kinderen
een werkblad maken met verwerkingsopdrachten die we
hierna klassikaal gaan bespreken.
- Vertellen de kinderen wat ze van de les vonden en wat ze van
de les hebben geleerd.

Procesdoelen:
- Bespreken we hoe de samenwerking tussen de kinderen
verliep.
- Vraag ik aan de kinderen in hoeverre het tips geven aan
elkaar, het vragen stellen aan elkaar en het helpen van elkaar
verliep tijdens de les.
De werkvormen die worden We bespreken de les gezamenlijk waarbij de kinderen vertellen hoe ze de
gehanteerd bij evaluatie
samenwerking vonden gaan. De kinderen krijgen zo allemaal de kans om
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan te vertellen wat ze van de les geleerd hebben. De kinderen benoemen de
op specifieke kenmerken onderdelen die aan bod zijn gekomen tijdens de les. Dit sluit aan bij de
van de groep. vakdidactiek, omdat de kinderen zo laten zien of ze een goed beeld
hebben van de onderdelen die aan bod kwamen.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp

Bronnenlijst:
Buijs, K., Klep, J., Noteboom, A. (2009). Kerndoel 32, groep 5 en 6. Geraadpleegd
op 15 maart 2017, van http://tule.slo.nl/RekenenWiskunde/F-L32.html

Buijs, K., Klep, J., Noteboom, A. (2009). Kerndoel 33, groep 5 en 6. Geraadpleegd
op 15 maart 2017, van http://tule.slo.nl/RekenenWiskunde/F-L33.html

Choinowski, N. (2001). Coperatief leren. Saxion Hogeschool IJselland Deventer.

Oonk, W., e.a. (2015). Rekenen-wiskunde in de praktijk kerninzichten. Noordhoff


Uitgevers: Groningen/Houten.

Smedts, P. (2016). Bijeenkomst 4 Kind in beeld herhaling dia 9, 4 niveaus.


Geraadpleegd op 17 maart 2017, van
https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAKind/Loc
atieEHV/_layouts/15/WopiFrame.aspx?
sourcedoc=/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/Propedeuse/LAKind/LocatieEHV/Doc
uments/Domein%20REWI/2.%20Archief%202015-2016/Rekenen
%20Beroepslijn/Bijeenkomst%206%20Kind%20in%20beeld%20herhaling
%20verantwoording%20dia%2019.pptx&action=default

Вам также может понравиться