Вы находитесь на странице: 1из 2

Bijlage 5 Format sterkte-zwakteanalyse

Naam van student: Sverre Verbeeten


Les / vakgebied : Taal, spellen

Voor elk van de vier gekozen lessen doorloop je het volgende stappenplan

Stap 1:
Inventarisatie (schematische weergave) van alle bevindingen

Sterk Kan beter


Lesontwerp x
Onderbouwing van lesontwerp x
Lesuitvoering (eigen reflectie) x
Lesuitvoering (feedback wpb) x
Overig (bv vanuit overige/ tussentijdse feedback van Feedback medestudent
medestudenten, docenten, werkplekbegeleider) hoofdfase.

Stap 2:
Koppeling van bevindingen aan kritische handelingen

a.
- A.3. Leiding geven aan het groepsproces (kritische standaarden: 1.1, 2.1, 4):
Tijdens de les gaf ik begeleiding aan de kinderen. Ze gingen in tweetallen actief bezig met
spellen. Hieraan zaten natuurlijk wat regels verbonden. Ik liep rond om te observeren of de
kinderen zich aan de regels hielden en wanneer dit niet gebeurde sprak ik ze er op aan. Ik
zorgde voor een overzichtelijk, ordelijke en taakgerichte sfeer in de groep. Ik bewaakte de rust
op de gang, wanneer kinderen tijdens de les daarheen moesten rennen. De kinderen wisten
goed waar ze aan toe waren, waar ze zich op moesten richten en waar ze op moesten letten.
Ik zorgde voor een fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving, doordat ik vooraf aan
de les een groepsindeling had gemaakt op basis van resultaten uit het Sociogram. Ik had
bewuste keuzes gemaakt bij het samenstellen van de tweetallen.

- B.3. Leeractiviteiten begeleiden (kritische standaarden: 1.4, 2.6, 3.2, 4.7):


Tijdens de les hield ik contact met de kinderen. Ik zorgde ervoor dat de kinderen de les op een
eerlijke manier uitvoerde. Ik luisterde naar de leerlingen wanneer ze ergens iets over kwijt
wilde, nam het perspectief van de kinderen in en gaf de kinderen positieve feedback. Toen er
een kind later de les binnen kwam liet ik hem aansluiten bij een ander groepje. Ik paste mijn
organisatie hiermee aan bij onverwachte situaties op microniveau. Ik liet de andere
groepsleden het kind inlichten en informeren over de bedoeling van de les. Hiermee
stimuleerde ik de samenwerking en de zelfredzaamheid van de kinderen. Zelf bezit ik
voldoende kennis op het gebied van de Nederlandse taal om de kinderen te ondersteunen
waar nodig. Ik gaf een eenvoudige instructie aan de kinderen over het verloop van de les. Aan
het einde van de les verzamelde ik de antwoorden van de kinderen om ze vervolgens na te
kijken. Hierna bespraken we klassikaal de behaalde resultaten.

- B.1. Leerdoelen stellen (kritische standaard: 3.4, 3.11):


Voor het maken van de les heb ik rekening gehouden met de leerinhouden en leerlijnen
rondom dit onderwerp. Met mijn mentor heb ik besproken welke spellingsproblemen beide
klassen al behandeld hebben en deze heb ik gebruikt bij het selecteren van geschikte
woorden. Door spellingsproblemen te gebruiken die beide groepen al behandeld hebben bij
het selecteren van woorden, kon ik variren tussen lastige, over het algemeen lange woorden
en tussen wat eenvoudigere woorden, zodat het voor beide groepen een uitdaging bleef. Ik
observeerde tijdens de les hoe de kinderen tot hun antwoorden kwamen en in hoeverre ze
elkaar hielpen om samen tot goede antwoorden te komen. Ik observeerde in hoeverre de
kinderen van zichzelf konden laten zien hoe goed ze de leerstof beheersten. De
leerprocessen van de kinderen waren duidelijk te zien, doordat de kinderen allemaal een
duidelijke eigen rol hadden in het proces dat leidde tot antwoorden.

b.
- C.2. Rekening houden met verschillen in taal, leerstijl, motivatie en tempo (kritische
standaarden: 3.3, 3.5):
Het tempo van de kinderen was erg uiteenlopend. Sommige tweetallen waren al snel klaar en
andere tweetallen hadden er heel wat meer tijd voor nodig. Hier had ik bij het ontwerpen van
de les geen rekening mee gehouden. Hierdoor waren er op een gegeven moment een aantal
kinderen al klaar. Deze kinderen hadden nu niets te doen en gingen zich bezig houden met
andere dingen. Pas aan het einde van de les wees mijn mentor me erop dat ik de kinderen die
klaar waren geen instructie had gegeven wat ze konden doen in de tijd dat de andere
groepjes nog bezig waren. Ik had bij het ontwerpen van de les geen goed beeld voor mezelf
geschept over het verschil in leren tussen de kinderen. Ik had voor mezelf vooraf aan de les
moeten bedenken wat ik de kinderen kon laten doen die al eerder klaar waren.

- B.2. Leeractiviteiten ontwerpen (kritische standaard: 4.2):


Tijdens de uitvoering van de les heb ik niet goed gelet op de tijd. Ik was zo druk bezig met
nakijken dat ik niet door had dat de tijd die gepland stond voor de les al voorbij was. De
kinderen waren erg enthousiast en actief bezig, waardoor ik het ook niet door had. Ik had de
kinderen ook niet duidelijk genformeerd over de tijd die ze hadden voor de opdracht. Ik had
niet aangegeven op welk tijdstip we zouden gaan nabespreken. Ik had bij de kinderen
duidelijker aan moeten geven wat de tijdsplanning was voor de les en ik had me hier beter
aan moeten houden. Ik had in de lesvoorbereiding ook een betere tijdsplanning moeten
maken voor mezelf.

Hulp- of leervraag
Wat kan ik in een volgende les anders doen om er voor te zorgen dat ook de kinderen die
eerder klaar zijn betrokken blijven bij de les en met het onderwerp bezig blijven?

Stap 3:
Benoem de essentie
Door bovenstaande analyse heb ik voor mezelf een goed beeld kunnen krijgen van dat wat goed ging
en dat wat minder goed ging rondom de uitvoering en de voorbereiding van de les. De punten die
minder goed gingen neem ik mee in het ontwerpen en uitvoeren van volgende lessen. De punten die
goed gingen neem ik natuurlijk ook mee naar volgende lessen. Deze moet ik mezelf eigen gaan
maken. Ik vind het fijn om voor mezelf de punten duidelijk te hebben die nog niet gingen zoals ik wilde.
Hier ga ik aan werken en daardoor kan ik dingen uit gaan proberen om er voor te zorgen dat ik
uiteindelijk het doel behaal.

Вам также может понравиться