Вы находитесь на странице: 1из 3

Marius Buiting

Over het Nu, en over Overbodig en Genoeg, en over Bewogenheid


Daar sta ik voor een hoge grijzige kantoorflat in Kanaleneiland. Utrecht. Moet naar de 12e etage en ben
benieuwd hoe het er daar uit ziet. Stel me er weinig van voor. Dat heb je met vooroordelen. De
buitenkant niet mooi, dan zal de binnenkant ook wel niet mooi zijn. Dan gaan de liftdeuren open en
ben ik ineens in een soort paradijs beland. De ruimte is prachtig vormgegeven. De kleuren zijn prettig.
Het voelt er intiem, huiselijk. Er is aandacht besteed aan kleine details. Overal staan boeken. Hier en
daar mooie teksten en beelden. Het maakt nieuwsgierig naar wat hier gebeurt. Het maakt dat je wilt
blijven. Marius laat nog een paar dingen zien en vertelt over de architect die gebruik heeft gemaakt van
alles wat mogelijk is en wat je op het eerste gezicht niet vermoedt. De locatie is illustratief voor wat
later in het gesprek naar voren komt als een leitmotiv voor Marius ‘zien wat mogelijk is’. Niet op zoek
naar een mooi nieuw gebouw, maar de schoonheid in dit grijzige, ogenschijnlijk kleurloze gebouw naar
voren halen op een duurzame manier.

Het is een gesprek waarin ik op m’n tenen loop. Het gaat over dingen, visies die ik bijna begrijp… waar
ik net wel en net niet bij kan. ’t Lukt niet helemaal mijn eigen bril af te zetten. Een blanco scherm te
worden waarop Marius zichtbaar kan worden of zoek ik misschien te veel naar verbinding waar het
voor Marius belangrijk is dat het zijn inzicht, zijn ervaring blijft?

Als je oppervlakkig zou kijken, zou je kunnen denken: Wat heeft hij zich met veel zaken verbonden en
wat doet hij veel verschillende dingen! In het gesprek wordt duidelijk dat het allemaal met elkaar
verbonden is in een soort lijnen; een horizontale beleving van de tijd. Lijnen die ergens beginnen, zich
manifesteren in het Nu en doorgaan naar de toekomst. ”Ik ben in lange lijnen; werk hier bijvoorbeeld
nu al 22 jaar. De Beweging voor Barmhartigheid paste ook in een ketting.” Hij vertelt iets over de
Westerse tijdsbeleving die doelgericht is; er is maar één goed moment. En een meer Oosterse
tijdsbeleving, waarin dat goede moment lengte kan hebben. Het goede moment met lengte past meer in
wie hij is.

Hij vergelijkt zichzelf met een Emmausganger in zijn opvattingen over de tijd en de mensheid. “De
geschiedenis van de mens is er een van vallen en opstaan. We zijn een volk onderweg. Er zijn
dwaalwegen, maar er is ook een opgaande lijn, een zich ontplooiende lijn. Wat is in het Nu de
mogelijkheid die zich ontvouwt?”
Van hieruit kijkt hij met optimisme terug naar het verleden.

Dit eerste deel van het gesprek verliep als vanzelf. Toen kwam mijn eerste echte interviewvraag:
“Wat wilde je als kind worden?” vroeg ik.
“Bootsman; dat was mijn woord voor kapitein, schipper. Het beeld dat ik daarbij had was een beeld van
dobberen op het water in de vrijheid van een afgebakende omgeving. Later wist ik het niet meer zo.
Mijn moeder was verpleegkundige, mijn vader arts en mijn oudste broer studeerde geneeskunde, dus
ging ik dat ook maar doen. Al tijdens mijn studie merkte ik dat ik niet per sé arts wilde worden.“ Hij
vond het een verwarrende wereld, was sociaal bewogen en wilde kijken wat hij zou kunnen veranderen.
Hij ging op zoek naar rollen waarin hij zich thuis zou kunnen voelen. De onderstroom in alles was
Bewogenheid.

“Ik had van jongs af aan een gevoel, een bepaalde manier van waarnemen, een voelen dat er iets moest
gebeuren. Niet als advocaat, vechtend voor iets, maar meer vanuit een idee dat er meer mogelijk is,
vanuit de vraag: waarom maken we het niet mooier?”
“Daarin ben ik ook vasthoudend, als een terrier. Bij tegenstroom ben ik op m’n best.”
Steeds is het een samenspel van twee kanten in hem. Een intuïtieve kant en aan de andere kant een
beschouwende kant. Waar komen we vandaan, waar zijn we nu en waar zou het naartoe kunnen gaan?

Beweging van Barmhartigheid Boxtelseweg 60 5261 NE Vught


tel. 073-6577044 fax 073-6577008 giro 9148656
Hij vertelt over zijn studietijd: “Ik studeerde nog in de tijd dat je met volle teugen kon studeren in het
kader van je zelfontplooiing. De opvatting was dat je er een rijker mens van kon worden. Je had er geen
baantje bij; je deed het met wat je had. Studenten nu zijn voortdurend bezig met de prestatie.”
Hij vertelt een anekdote over een masterclass die hij gaf aan studenten in Rotterdam. Hij raakte met ze
in gesprek over dat ze het wel druk zouden hebben. Ja, dat was zo! Druk met studeren en met werken?
Ja zeker. En in het weekend waren ze weer druk met het verdiende geld weer uitgeven? Ja, dat klopte
ook. En wat ook klopte was een gevoel van hierin gevangen zijn, niemand realiseerde zich dat hij of zij
kon kiezen hier niet aan mee te doen.
In verband hiermee zegt hij ook iets over dat het goed zou zijn weer te durven kijken naar Overbodig en
Genoeg.
In de samenleving ziet hij twee stromen. Een onderstroom met mensen die heel constructief vorm en
inhoud geven aan een andere, nieuwe werkelijkheid. Dit in contrast met een bovenstroom die heel druk
is met doorlopen op de ingeslagen weg, van expansie en controle, ook al leidt dat onafwendbaar tot
steeds grotere crises.

Wie was een voorbeeld voor je?


“Van jongs af aan had ik de houding: ik kan van bijna elk mens iets leren. Als ik kijk bijvoorbeeld naar
de bestuursleden van de Beweging, ben ik steeds weer verwonderd in wat ieder toevoegt aan het totaal.
De ene brengt kracht, vasthoudendheid en een bijna ongeduldig zoeken naar kwaliteit. De ander een
ontwapenend enthousiasme en zo zit het in heel veel kleine dingen. Ik probeer te zien wat de
kwaliteiten zijn van mensen. Zie de mens als verbeelding, waarin een aspect van iets moois of goeds
aanwezig is.’’
Hij zoekt niet naar iets van kracht, van hoog of laag. Niet van meerdere of mindere. Hierbij geeft hij
nog een tendens aan wat hij ziet als een ‘bijproduct van de huidige tijd’. “We worden geprikkeld om
onszelf te verheffen ten koste van mensen om ons heen. Dit zit in alles. In ons economisch systeem, ons
schoolsysteem en in de sport. Je verheft je pas echt door de ander tot z’n recht te laten komen.
We zien eigenlijk niet meer dat we dingen tot ideaal hebben verheven, waar we vervolgens in gevangen
zijn.”

Hier komen we terug bij zijn leitmotiv, de Bewogenheid.


“De kunst is je niet te laten vangen, maar bewogen te blijven vanuit de mogelijkheid die onbenut wordt
gelaten vanuit het menselijk vlak.” Daarom is hij gaan werken in de gezondheidszorg. Daarom zet hij
zich in voor organisaties als de Zonnebloem en de Beweging voor Barmhartigheid. “Ik leef vanuit de
verwachting dat er groei is. Er komt altijd weer iets na…”
Transformatie is hierin voor hem ook een belangrijk proces. Hier ligt zijn verbinding met de
spiritualiteit van de Herrijzenis uit ’t Heilige Graf.
“Er is altijd weer opgang..
Na het sterven komt er altijd weer nieuw leven.
Na de winter altijd weer de lente.
Er is altijd een mogelijkheid.”

Hier vertelt hij over een andere bijeenkomst waar hij college gaf aan adviseurs in de gezondheidszorg.
Er zat weinig energie in de groep en er was goed voelbaar dat mensen niet met hart en ziel verbonden
waren met het werk, maar zich hier niet aan konden ontworstelen.
Hij stelde voor een familiewapen te maken met een eigen wapenspreuk.
Daarna stelde hij voor te kijken naar dat wapen en naar die spreuk en zich dan af te vragen hoeveel
procent van het werk mensen deze ook werkelijk leefden. Toen werd de discrepantie tussen wie ze
zouden willen zijn en wat ze deden heel erg duidelijk. “Mijn wapenspreuk was: Dat iedere ontmoeting
een zinvolle ontmoeting mag zijn.” Dit is in ieder geval de afgelopen 10 jaar zijn houvast. “Het is
belangrijk dat wat je doet en dat wat je bent bij elkaar te brengen. Dan krijgen je intenties kracht, focus
en energie.”

Beweging van Barmhartigheid Boxtelseweg 60 5261 NE Vught


tel. 073-6577044 fax 073-6577008 giro 9148656
Bij een andere bijeenkomst in een klooster met mensen uit het bedrijfsleven kwam hetzelfde nog op
een andere manier naar voren. Een aantal mensen raakte aan de praat over een jonge monnik, die in
het leven voor het klooster econoom was. Ze vonden het zonde dat die jonge, knappe man in het
klooster terecht was gekomen, terwijl het voor hem het mooiste was, wat hem was overkomen, ook al
was het soms zwaar. Dit bracht het gesprek op wat voor ieder de essentie was in zijn of haar leven. Er
werden allerlei dingen genoemd: Gezondheid, Gezin, Geloof. Op de vraag of mensen ook leefden naar
die essentie, zagen veel van hen onder ogen dat dit niet zo was. En daar komt de Mogelijkheid om de
hoek kijken. In precies het Nu heb je altijd de mogelijkheid om het anders te gaan doen.

Ik noemde hier het voorbeeld van een man van 50 waar ik mee gepraat had. Hij had groot verdriet over
dat hij zo hard gewerkt had dat hij z’n kinderen eigenlijk niet op had zien groeien en ze van hem
vervreemd waren. Ook ik was gevangen in zijn opvatting dat dat onherstelbaar was, waarop Marius
zegt: “Hij kan nu de telefoon pakken, zijn zoon bellen en zeggen: ik ben je vader, jij bent mijn zoon. In
het Nu ligt het begin verscholen van iets nieuws, een andere wending.”

We eindigen bij het Wonder van de Unieke Gebeurtenis. ’t Kind is niet uniek in dat het huilt, dat ’t eet,
dat ’t slaapt. Nee, het wonder van dat kind is, zijn unieke Zijn, zijn eenmaligheid. Doordat we bezig zijn
met herhaalbaarheid, reproductie, bewijsvoering, lijkt uniciteit te verdwijnen. Ontwonderen we, maar
het mooie is dat het Nu steeds de mogelijkheid in zich heeft de toekomst een andere wending te geven.

Tot zover deze inkijk in wat Marius beweegt en hem uniek maakt. Dit in het besef dat ieder mens in
iedere ontmoeting voor een deel zichtbaar wordt en dat er buiten dit verhaal nog heel veel meer Marius
is dat niet in woorden of in ieder geval niet in míjn woorden te vervatten is.

Marjolein Hamer
juli 2010

Beweging van Barmhartigheid Boxtelseweg 60 5261 NE Vught


tel. 073-6577044 fax 073-6577008 giro 9148656

Вам также может понравиться