Wat is de verantwoordelijkheid van de federaties bij de sportmedische

screening?

We kunnen stellen dat de verantwoordelijkheid zowel ligt bij de federaties als bij
de sportclubs zelf, de organisatoren van de sportevenementen en bij de
individuele sporters.
Ze moeten een duidelijke keuzen maken of ze al dan niet een medische screening
opleggen of aanbevelen bij hun leden. ER moet een algemene beleidslijn
uitgewerkt worden rond gezondheid. Elke sportdiscipline moet daarbij een
analyse opstellen die eigen zijn aan die discipline en daarbij ook de maatregelen
die deze kunnen voorkomen. Leden moeten genformeerd en gesensibiliseerd
worden over de risicos. Ook moeten ze hun toezichthoudende overheid
geanonimiseerde statistische gegevens over de specifieke risico's van de
discipline insturen.

Er werd een grootschalige enqute uitgevoerd bij 27 sportfederaties, zowel van

de Vlaamse als de Franse gemeenschap. Het ging hier over 10 disciplines,
namelijk: atletiek, badminton, basketbal, wielrennen, dansen, voetbal, turnen,
zwemmen, tennis en volleybal. Hieruit bleken verschillende situaties. 12
sportfederaties eisen geen enkel geschiktheidsattest. 5 vragen enkel bij de
inschrijving een attest en 3 vragen er een meermaals per jaar. Binnen de
Gemeenschappen is dezelfde variabiliteit. Door sommige federaties wordt er een
onderscheid gemaakt tussen competitiesporters en niet-competitiesporters.
Omdat voor een wedstrijdlicentie een attest wel vereist is.
Bij het vragen van een attest wordt er meestal niet vermeld welk type test
hiervoor vereist is. Zo is er een ruim aanbod van praktijken. Een attest dat snel
door een behandelende arts kan worden afgeleverd wordt zo gelijkgesteld aan
een uitgebreid hartonderzoek bij een specialist. Deze onderzoeken krijgen ook
geen kwaliteitsnorm opgelegd.
Ondanks alles zijn de sportfederaties verplicht om een verzekering af te sluiten
tegen de kosten van een sportblessure, wat deze ook inhoudt.
Voor het attest is wettelijk bepaald dat de sportmedische onderzoeken uitgevoerd
moeten worden door een arts, maar hier wordt niet gespecifieerd welke
kwalificatie deze moet hebben. De sportfederatie geven telefonisch aan dat ze de
leden aanraden bij hun eigen huisarts langs te gaan. Deze arts kent hun
persoonlijke en familiale voorgeschiedenis het beste. Maar daarnaast wordt ook
de clubarts aangehaald, een sportarts, een cardioloog of een arts in fysische
geneeskunde en revalidatie.
Daarnaast staan de federaties en sportclubs vrij om in de kosten van het
sportmedisch onderzoek bij te dragen, maar dit gebeurt zelden in de praktijk. Er
worden soms enkele afspraken gemaakt zoals een overeenkomst met de
clubarts, enkel een terugbetaling van de raadpleging, of anderen.
In de Vlaamse gemeenschap hebben de federaties meer verantwoordelijkheid
dan in de franse