Вы находитесь на странице: 1из 18

Opdrachten

scheikunde MCAV
Rosalie van Heeswijk, Lisanne Elberse en Ellen Verhulsdonck

21-04-2017
Titus Brandsma Lyceum
Inhoudsopgave
- vragen 1 t/m 9
- eindopdracht
opdracht 1
opdracht 2
opdracht 3
- opdracht 4a
- opdracht 4b
- opdracht 5

1
Vraag 1
Duurzaam betekent dat de huidige generatie op een verantwoordelijke manier
omgaat met bronnen, zodat de toekomstige generatie hier ook nog zonder
problemen gebruik van kan maken.

Vraag 2
Het is belangrijk dat hout duurzaam geproduceerd wordt, omdat het belangrijk
is dat er genoeg bomen blijven in verband met het CO2 en O2 gehalte in de
lucht.

Vraag 3
1) Terugplaatsing van de gekapte bomen. Zo moet er bijvoorbeeld gesteld
worden dat voor elke gekapte boom, er n teruggeplaatst moet worden. Dit
zorgt voor bosbehoud op lange termijn.
2) De dieren in het leefgebied. Er moet rekening worden gehouden met welke
groepen dieren waar voorkomen, zodat er geen levensbedreiging voor hen kan
zijn. Dit betekend ook dat je niet teveel binnen n bepaald gebied moet
kappen, zodat het leefgebied van de dieren redelijk intact blijft.
3) De begroeiing en planten in het leefgebied. Er moet gezorgd worden dat er
niet teveel van n boom of plant weggenomen wordt, omdat dit kan leiden
tot verstoring van het ecosysteem in een bepaald gebied.
4) Productie van afval en de juiste afhandeling daarvan. Natuurlijk komt er bij
de productie van hout ook afval vrij. Dit moet opgeruimd worden, waarbij ook
rekening gehouden moet worden met de wijze van opruiming. Zo moet dit
netjes gedaan worden, waarbij geen verdere milieuvervuiling (denk aan
watervervuiling, etc) optreedt.
5) De lokale arbeidsmarkt. Hierbij moet gezorgd worden dat de plaatselijke
bevolking een eerlijke kans op werk krijgt binnen het project, zodat zij geen
economische schade lijden.

6) De lokale economie. Dit betekend dat niet al het geld naar het bedrijf zelf
gaat, maar dat een deel van de verdiensten ook ten goede komt van de lokale
economie.

2
7) De sociale omstandigheden. Dit houdt in dat er rekening gehouden wordt
met de levenswijze en rechten van de inheemse bevolking.

Vraag 4
Ten eerste zou het heel veel schelen als ik een groot aantal producten die ik nu
consumeer zou vervangen door Fair Trade producten. Daarbij weet je zeker dat
het duurzaam geproduceerd is en dat er een eerlijk deel van de opbrengst naar
de boer is gegaan. Verder zou ik ook meer kunnen en gaan letten op welke
kleding ik koop. Het is tegenwoordig namelijk zo dat een groot deel van de
kledingstukken gemaakt is door bijvoorbeeld kinderarbeid, of door arbeiders
die geen eerlijk loon ontvangen. Afval scheiden en duurzaam geproduceerd
hout kopen doen wij gelukkig al veel.

Opdracht 5

Duurzame energie is energie die opgewekt wordt uit bronnen waarbij weinig
tot geen schadelijke milieueffecten optreden. Hierintegen brengt het
opwekken van elektrische tijd, kracht en warmte uit fossiele brandstoffen
blijvende schade toe aan ons milieu. Duurzame bronnen raken ook nooit op en
kunnen ook niet uitgeput raken. Fossiele brandstoffen kunnen echter wel
opraken.

Opdracht 6

Duurzame energie ontstaat uit duurzame bronnen, zoals zwaartekracht,


kernfusie in de zon en radioactief verval in de aardkorst. Je hebt verschillende
vormen:
Getijdenwerking;
Verdamping/neerslag;
Wind;
Golven;

3
Smelten van ijs;
Oceaanstromingen;
Biomassaproductie;
Aardwarmte.
Duurzame energie heeft geen schadelijke milieueffecten en is
onuitputtelijk.

Opdracht 7
Plastic ;
cosumptie plastic -> inzameling plastic-> recycling plastic -> productie plastic.
Benzine ;
Aardolie winnen-> bewerken/ productie aardolie naar benzine -> gebruik
consumenten ->
Voedsel;
Verbouwing voedsel -> iemand eet bijv. een appel -> appel komt als afval weer
in de natuur terecht -> het afval wordt als mest gebruikt.
Hout ;
Kappen van bomen -> verbranding hout -> CO2 komt vrij -> opname CO2 door
bomen -> groeien bomen.

Opdracht 8

Hout:
De uitstoot van CO2 zou zo geconcentreerd kunnen worden dat
(bijna) alles wordt opgenomen. Nu gaat er namelijk nog steeds een
deel verloren.
Het kappen van hout gebeurt vaak door middel van machines. Deze
machines hebben ook allemaal een energiebron nodig (vaak op
benzine) Door machines te kiezen die voor weinig uitstoot zorgen zou
de kringloop duurzamer worden.

4
Plastic:
Nog niet al het plastic wordt gerecycled. Door al het plastic te
recyclen zou de kringloop nog duurzamer worden.
Voedsel:
In plaats van vlees, meer gewassen consumeren, omdat in
verhouding veel meer gewassen nodig zijn om een veel kleinere
hoeveelheid vlees te produceren.
Benzine :
In plaats van benzine zou ook biobrandstof gebruikt kunnen worden.
Dit is de duurzamere variant van benzine, die van etensresten wordt
gemaakt.

Opdracht 9

Bij de kringloop van koolstof wordt er eerst aardolie verbrandt omdat hier
koolstof in voor komt. Deze vrijgekomen koolstof wordt opgenomen door
planten die de koolstof weer kunnen omzetten door middel van fotosynthese
en andere stoffen in glucose. Wanneer deze planten dood gaan en voor
decennia 's in de grond zitten ontstaat aardolie (een fossiele brandstof) weer.
Deze kan weer worden gewonnen uit de grond en vervolgens verbrandt
worden waardoor er weer koolstof vrij komt.
Deze kringloop is niet duurzaam, omdat we het hier over fossiele brandstoffen
hebben (aardolie). Fossiele brandstoffen raken op een gegeven moment op en
brengen veel schade toe aan het milieu. Bij een duurzame kringloop willen we
juist het tegenovergestelde bereiken. Deze kringloop kan dus niet duurzaam
zijn.

5
Eindopdrachten
Opdracht 1

Kringloop blik

Kringloop glas

6
Opdracht 2

Van al het gebruikte papier wordt er maar 75% gerecycled. Dit betekent dat niet al het
papier wordt gerecycled,waardoor het geen gesloten kringloop is wat weer betekent dat
het geen duurzame kringloop is. Als de kringloop wel gesloten was, konden we van een
duurzame kringloop spreken nu echter niet.
Blik staat bekend als een van de meest duurzame kringlopen. Omdat al het aluminium
en staal gescheiden en opnieuw gebruikt kan worden is dit een bijna gesloten kringloop.
In Nederland is het recyclingpercentage van blik namelijk al 95%.
Nieuw glas wordt geproduceerd van 50 tot 90% oud glas. Dit verschilt per dag, per oven
en per kleur. Bij transparant glas bijvoorbeeld is dit 60% . Dit betekend dat er veel glas
dat hergebruikt zou kunnen worden verloren gaat, waardoor deze kringloop niet heel
duurzaam is. In Nederland bestaat het nieuwe glas gemiddeld voor ongeveer 63% uit
oud glas.

opdracht 3

De kringloop van papier zou duurzamer gemaakt kunnen worden als we voortaan in
plaats van 75% 100% zouden gaan recycling van het gebruikte papier. De

7
kringloop zou hierdoor namelijk gesloten zijn en dus ook duurzaam, want er gaat
niks verloren. In theorie is het echter wel lastig om al het gebruikte papier te
recyclen. Als we ervoor zorgen dat we meer als 75% van het gebruikte papier gaan
recyclen (dit hoeft niet de volle 100% te zijn) maken we de kringloop ook al
duurzamer. Een idee zou bijvoorbeeld kunnen zijn om het papier dat nu naar
verbrandingsinstallaties gaat ook te gaan recyclen.
De kringloop is al heel erg duurzaam, namelijk 95% wordt al gerecycled. Maar toch
zijn er mensen die bijvoorbeeld hun afval op straat gooien. Onder dit afval valt ook
blik, dus als mensen hun (blik)afval op straat gooien, zal het heel moeilijk worden
om hier een hoger percentage van te kunnen maken.
De kringloop van glas kan duurzamer gemaakt worden door een hoger
recyclepercentage te krijgen. Nu kan dit bij transparant glas bijna niet, omdat het
glas aan hoge eisen voldaan moet worden, maar bij de andere glassoorten moet een
percentage van 100% wel haalbaar zijn. Zo kan bijvoorbeeld een deel van het
afgekeurde transparante glas gebruikt worden voor een andere glassoort, dit kan
omdat deze minder strenge eisen hebben.

Opdracht 4a.a ; Gebruik


Biomassa

8
Gemaakt door Ellen Verhulsdonck, Lisanne Elberse en
Rosalie van Heeswijk
Titus Brandsma Lyceum
Datum : 13 - 4 - 2017

Inhoudsopgave
- inleiding
literatuuronderzoek
context
de onderzoeksvraag

9
de hypothese
argumenten
- materialen&methode
materialen
methode
- resultaten
waarnemingen
- verwerkingen van de resultaten
reactieschema
- conclusie
- discussie
interpretatie
fouten bespreking
ideen vervolgonderzoek
- bronvermelding

Inleiding
literatuuronderzoek:
Biogas is een gasmengsel dat ontstaat als gevolg van biologische
enzymatische processen. De belangrijkste onderdelen van biogas zijn
methaan en koolstofdioxide. Door het verwijderen van water en
waterstofsulfide kan het biogas nog meer in kwaliteit verbeterd worden.
Biogas wordt vaak als brandstof toegepast in warmte-krachtcentrales.

context

10
Dit practicum waarbij een blokje hout verhit wordt, draagt bij aan een
onderzoek of het mogelijk is om biogas te maken van afvalhout en welke
producten hierbij ontstaan. Als er bij dit practicum blijkt dat er biogas uit
afvalhout kan ontstaan zou dat een positief effect kunnen hebben op het
onderzoek naar wat de duurzaamste manier van leven is. Het afvalhout
wordt bij dit practicum niet verbrandt, maar verhit. Dit is zo omdat er
geen zuurstof wordt toegevoegd in het buisje met hout.

onderzoeksvraag:
Hoe kun je biogas maken van afvalhout en welke producten ontstaan
hierbij?

de hypothese:
Er kan biogas geproduceerd worden door het verhitten van afvalhout en
het opvangen van de vrijkomende reactieproducten. De producten die
vrijkomen zijn water en koolstof.
argumenten :
Er komt als afvalproduct water vrij. Dit komt doordat hout water bevat, dit
is aan te tonen door te kijken naar de molecuulformule; C6H10O5. Zoals
hier te zien is zit er in deze molecuulformule waterstof. Ook zit er
koolstof in hout en dat is ook zichtbaar in de molecuulformule.
Door het verhitten komt gas vrij wat opgevangen kan worden in het
andere reageerbuisje, dit gas wat opgevangen wordt is het biogas.

Materiaal en methode:
materiaal:
brander;
plank;
reageerbuizen met rubberstop en uitlaat, verbindingsslangetje;
afvalhout;
reageerbuisrekje;
reageerbuis;
trechter;
filtreerpapier;
witkopersulfaat;
veiligheidsbril;
labjas.

Methode:

11
Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven.
Neem het reageerbuisje met n uitlaat en doe daar een stukje afvalhout in en sluit
deze weer af met een stokje. Verhit de reageerbuis met het hout door middel van
een brander, doe dit met blauwe ruisende vlam. Probeer het product dat vrijkomt bij
de uitlaat in het tweede reageerbuisje aan te steken. Zorg eerst voor voldoende
aanvoer van dit product. Filtreer het product dat zich verzamelt heeft onderin de
tweede reageerbuis. Voeg een beetje wit kopersulfaat toe aan het filtraat.

Resultaten:
waarnemingen:
Hout wordt aan de buitenkant zwart.
Reageerbuisje raakt beslagen.
Er komen kleine druppeltjes in het reageerbuisje te voorschijn.
Er ontstaat veel damp.
Het hout wordt nog zwarter.
Er komen nog meer druppeltjes vocht.
Er komt een geur bij vrij.
Het reageerbuisje is een geelbruine vloeistof te zien.
In het midden van het reageerbuisje ontstaat een lichte damp.
De geelbruine vloeistof in het buisje wordt steeds meer.
het tweede reageerbuisje vult zich met de witte damp.
Op de bodem van het tweede reageerbuisje ligt een klein geel laagje.
Het eerste buisje kleurt helemaal zwart.
Aan de bovenkant van het zwart beslagen buisje komt een geelbruine
vloeistof.
Door het slangetje loopt een geelbruine vloeistof.
Uit het staafje in het tweede reageerbuisje komt een witte damp tevoorschijn.
( Deze damp ontvlamt wanneer en een vlam bij gehouden wordt.)
Bij het filtreren van de gele vloeistof komt er een heel klein beetje uit de
trechter.
Bij het toevoegen van wit kopersulfaat ontstaat er een groenblauwe filtraat
met een korrelig structuur.

12
Verwerking van de resultaten
Reactieschema:
2 H2O -> 4 H + O2

Conclusie:
De hypothese is juist.

Discussie:

*Interpretatie:
Biogas kan geproduceerd worden door afvalhout (in een reageerbuis) te verhitten en
het vrijkomende gas op te vangen (in een andere reageerbuis). Er komt water vrij.

*Fouten bespreking:
Bij het verwarmen van het reageerbuisje is het eerste reageerbuisje kapot
gesprongen, hierdoor zouden er al gassen of belangrijke eindproducten verloren
kunnen zijn geraakt. Er is niet genoeg van het eindproduct overgebleven om aan te
tonen wat het precies voor stof was, hiervoor zijn de gegevens van andere groepen
gebruikt die wel genoeg reactieproducten hadden. De volgende keer moet tijdens
het verwarmen beter op en neer bewogen worden met de vlam zodat er geen
buisjes kapot barsten en deze problemen niet nog een keer veroorzaakt worden.

13
*Ideen vervolgonderzoek:
Na het weten dat uit hout op deze manier biogas kan worden geproduceerd, zouden
andere natuurlijke producten ook getest kunnen worden of hier biogas uit te
produceren is. Ook zou er onderzocht kunnen worden wat de beste manier is om
biogas op te vangen en hoe het percentage van gebruik van biogas verhoogd kan
worden, want dit is milieuvriendelijker dan fossiele brandstoffen zoals aardgas .

https://www.milieucentraal.nl/duurzaam-vervoer/autokeuze-en-gebruik/zuinige-
auto-kopen/aardgas-en-groengas/

4b Onderzoeksopdrachten Biomassa
Om de aarde heen zit een laag genaamd de atmosfeer of de dampkring. De laag
bestaat uit een aantal gassen en sommige van deze zoals CO2 en waterdamp
zorgen ervoor dat een klein deel van de warmte (die door de zonnestralen op aarde
komen) vast blijft zitten tussen de aarde en de atmosfeer. Hierdoor blijft het lekker
warm op aarde! Dit noemen we het broeikaseffect en gebeurd op een natuurlijke
manier. Het versterkte broeikaseffect gebeurd echter niet op een natuurlijke manier.
De uitlaat van bijvoorbeeld autos en vliegtuig, het kappen van bomen en de
afvalstoffen van fabrieken zorgen er allemaal voor dat er te veel
broeikasgassen, voornamelijk koolstofdioxide, in de atmosfeer komt wat bijdraagt
aan een versterkt broeikaseffect. Het versterkte broeikaseffect is eigenlijk
begonnen bij de mens. De mens zorgden namelijk voor een versterkt broeikaseffect
door bijvoorbeeld het verbranden van fossiele brandstoffen. In het begin hadden
mensen echter nog niet door dat wat ze deden schadelijk was voor het milieu en ze
wisten dan ook niet wat het versterkte broeikaseffect was. Pas in 1896 ontdekte een
Zweedse wetenschapper genaamd Svante Arrhenius (1859-1927) dat het
verbranden van fossiele brandstoffen het opwarmen van de aarde kan versterken.
Hij stelde dat er een relatie is tussen koolstofdioxide concentraties in de atmosfeer
en temperatuur. Door dit verschijnsel kwamen we ook achter het natuurlijke
broeikaseffect. Samen met een andere wetenschapper beweerde ze dat een
verdubbeling van de CO2 concentratie zou leiden tot een temperatuurstijging van
5oC. Hieruit concludeerde ze dat bepaalde menselijke activiteiten bijdragen aan het
versnellen van de opwarming van de aarde oftewel het versterkte broeikaseffect. In
1987 werd dit pas daadwerkelijk bevestigd. In de jaren 40 en 50 kwamen er betere

14
technieken voor de metingen van het versterkt broeikaseffect. Eind jaren 50 en 60
zag Charles Keling dat de gemiddelde temperatuur door de jaren heen was gedaald.
Mensen vreesde dat er weer een ijstijd aankwam. In 1980 ging de temperatuur
echter omhoog en eind jaren 80 ging dit in een heel snel tempo. Een van de
belangrijkste oorzaken was dat de mens meer behoeftes kreeg waardoor fossiele
brandstoffen moest worden verbrand. Denk hierbij aan het gebruik van autos en
vliegtuigen. Het versterkte broeikaseffect kreeg nu een officile naam en allerlei
wetenschappers hielden zich bezig met dit probleem en hoe ze het konden
oplossen. Tot op de dag van vandaag is het versterkte broeikaseffect een heel groot
probleem en zoeken we nog steeds naar oplossingen en een daarvan is het gebruik
van biomassa als energie.Bij biomassa vindt er namelijk koolstofassimilatie plaats.
Dit betekent dat CO2 uit de atmosfeer wordt opgenomen door planten die weer
worden gebruikt voor het verbranden van biomassa. De formule die hierbij hoort is:
6H2O+6CO2 C6H12O6+6O2 (dit gebeurt onder invloed van zonlicht) Biomassa is
echter niet een veelvoorkomende naam die we horen als we denken aan duurzame
energie. Van de groene energie in Nederland is ruim 50% afkomstig uit biomassa.
Zo rijden er in Nederland al enkele autos op biobrandstoffen. Verder staat er in
Cuijk een kleine centrale waar houtsnippers worden verbrand en wordt niet
gescheiden ingezameld papier in afvalverbrandingsinstallaties verbrand. Nederland
doet wel enkele dingen op gebied van biomassa zoals je hierboven
kan lezen maar het is zeker nog niet veel en kan naar onze mening
nog veel meer zijn! als je naar de afbeelding hiernaast kijk zie je
onder andere het gebruik van biomassa in het buitenland. Zo
gebruikt Duitsland al 400 miljoen biobrandstof en gebruikt Zweden
veel hout voor het verbranden.
Wat zijn nu eigenlijk de voor-en nadelen van biomassa? Enkele
voordelen zijn dat er bij het verbranden geen extra CO2 in de lucht
komt, het onuitputtelijk is doordat we extra kunnen aanplanten,
afvalstoffen nuttig gebruikt worden, biomassa op wereldniveau gebruikt kan worden
en dat de verbranding van biomassa relatief makkelijk in te plannen is in de
bestaande energievoorzieningen.Er zitten echter ook nadelen aan het gebruik van
biomassa. Zo kan de beschikbaarheid van biomassa een probleem worden in
Nederland, want bij het teveel telen van biomassa kan de biodiversiteit en de
voedselproductie worden bedreigd. Verder komen er bij de verbranding
(rook)gassen vrij die schadelijk zijn voor het milieu.
Het gebruik van biomassa op grotere schaal lijkt ons zeker een goed idee, want dit
zou een goede oplossing zijn voor het gebruik van fossiele brandstoffen. We vinden
echter wel dat we dan goede oplossingen zouden moeten bedenken voor de
schadelijke gassen die ook hierbij vrij komen!

15
Gebruikte bronnen bij vraag 3:

http://www.lenntech.nl/broeikaseffect/broeikaseffect-geschiedenis.htm
http://www.wikikids.nl/Broeikaseffect

Opdracht 5 Argumentatieschema

16
17

Вам также может понравиться