Вы находитесь на странице: 1из 30

PROFESSIONEEL

HANDELEN
Guus Klip
Maart 2018
De ontwikkeling van een student

PROFESSIONEEL HANDELEN VERSLAG

Contactgegevens student
Emailadres: G.j.j.klip@st.hanze.nl
Studentnummer: 319398
Sportkunde
Instituut voor sportstudies
Zernikeplein 17
9747 AS Groningen
050 5953702

Eerste afstudeerbegeleider
Anne Benjaminse, Dr.
a.benjaminse@pl.hanze.nl

Tweede afstudeerbegeleider
Cindy Bethlehem, MSc.
c.s.bethlehem@pl.hanze.nl

0
Voorwoord

Voor u ligt het product professioneel handelen, een onderdeel van het afstudeercurriculum van
de studie Sportkunde. In de jaren Zernikeplein 17, het instituut voor sportstudies mijn tweede thuis
was, heb ik ontzettend veel geleerd, ervaren en een hele groep leuke mensen leren kennen. Graag wil
ik dit moment gebruiken om de docenten van Sportkunde, voorheen SGM, bedanken voor alle
bijgebrachte kennis.

Ik wens u veel leesplezier.

Guus Klip.

Januari 2018.

1
Inleiding
Vier jaar geleden begon ik aan de studie; Sport, Gezondheid en Management als een jonge
gast met een mbo-diploma werktuigbouwkunde. Ik woonde net in Groningen en was erg opzoek naar
een stip op de horizon, een doel waar ik enthousiast van werd. Ik was en ben meer introvert dan
extravert en moest erg wennen aan trainingen geven, presenteren en pitchen. Terwijl ik nu de feedback
van de afgelopen jaren nog eens doorlees, is het goed te zien hoe ik veranderd ben en hoe mijn
perceptie van mijn eigen functioneren veranderd is. Dit zijn veel positieve zaken, maar ook zaken waar
ik minder trots of blij mee ben.
Hoewel dit op bepaalde fronten de leukste en meest leerzame periode uit mijn leven is
geweest (tot op heden), was het ook ontzettend zwaar af en toe en heb ik mezelf uit een heel diep dal
gehesen. Mijn beide ouders kregen kanker, mijn vader stierf, er verdronk een vijftienjarige jongen
tijdens een voetbaltraining die ik leidde en een maat van vroeger sneuvelde in Mali zonder goede
reden. Het was klap na klap waardoor ik het soms echt niet meer zag zitten en ik zelfs een halfjaar
geheel moest stoppen. Ik ben niet zo snel trots op mezelf, maar als ik ergens tevreden over ben is dat
ik alles weer op heb gepakt en nu hopelijk binnenkort mijn diploma in ontvangst mag nemen.
In het derde jaar van mijn studie heb ik gekozen voor het uitstroomprofiel; training en
coaching en kwam in september 2016 terecht bij Medisch Centrum Zuid (MCZ). Dit bleek een erg
belangrijk moment omdat ik weer iets deed waar ik blij van werd, wat ik interessant vond. Samen met
een mede student werkte heb ik anderhalf jaar gewerkt aan een VKB-RTS-applicatie en hoewel het
samenwerkingsverband met MCZ hoogstwaarschijnlijk na mijn studie zal stoppen, was het een
supertraject om aan mijn professionaliteit te werken en mezelf zowel binnen als buiten de deuren van
Zernikeplein 17 als bekwaam persoon te positioneren.
Het feit dat ik ook bij MCZ een interessant afstudeeronderzoek kon uitvoeren was alleen maar
een bonus. Ik kende de mensen binnen de praktijk al goed, had tijdens het voorgaande jaar al vele uren
in de oefenzaal doorgebracht en had met praktisch elke discipline als eens meegelopen.
In dit product wordt mijn ontwikkelingsproces als professional beschreven en evalueer ik de keuzes
die ik heb gemaakt.

2
Professionele ontwikkeling
Beginsituatie
Omdat ik in vergelijking met mijn jaargenoten een semester later ben gaan afstuderen, was ik
genoodzaakt de SMG-kerntaken- en competenties om te zetten naar die van Sportkunde. Wanneer er
in dit verslag verwezen wordt naar SMG-competenties, zal deze indien mogelijk vertaald worden naar
een sportkunde-competentie. Tijdens de gehele studie is de voortgang in verschillende competenties
jaarlijks tweemaal geëvalueerd. De Hanze-hogeschool hanteert hierbij de niveaus; A,B en C.
Onderstaand een toelichting wat elke niveau ook alweer inhield.

 A-niveau= De student kan binnen een kleine context een relatief eenvoudig probleem
oplossen.
 B-niveau= De student kan binnen een grote context een relatief eenvoudig probleem oplossen
 C-niveau= De student kan zelfstandig binnen een grote context een gecompliceerd probleem
oplossen.

Tijdens de periodieke evaluaties is er gebruik gemaakt van een competentiescan. Hierin is in


een enkele oogopslag op te maken waar de student staat ten opzichte van een eerdere meting. In figuur
1 is te zien waar ik voorafgaande aan het afstudeertraject stond.

Figuur 1. Sportkunde competentiescan

Hier staan de één, twee en drie voor een A, B of C-niveau. Een vierde niveau is toegevoegd als
de student in een kerntaak excelleert. De paarse lijn staat voor de laatste meting. Zoals in mijn
competentiescan te zien is, heb ik in alle kerntaken stappen gemaakt maar had ik voorafgaande aan het

3
afstudeeronderzoek nog niet alles op een C-niveau. In dit verslag zullen alleen de B-niveau
competenties en kerntaken worden beschreven. Het gaat hierbij om de volgende vier Sportkunde
kerntaken:

 Professionele identiteit
 Beleid uitzetten
 Managen en leiding geven
 Netwerken

In tabel 1 een de SGM-Sportkunde omzettabel met de hierboven genomen kerntaken. De


exacte competenties die centraal stonden in mijn persoonlijk ontwikkelingsplan zijn onderstreept.

Kerncompetentie Competenties Competenties Sport, Kerntaken Sport,


Sportkunde Gezondheid en Gezondheid en
Management Management
1 Professionele identiteit 1.1 Reflecteren en SGM 14 Kerntaak overstijgend
sportbewustzijn Ontwikkelen en borgen van
sporteigenheid
(sportbewustzijn)
1.2 Professionele SGM 17 Kerntaak overstijgend
attitude Reflecteren en leren

1.3 SGM 18 Kerntaak overstijgend


Loopbaanontwikkeling Zelfsturing en
en beroepsvorming zelfwerkzaamheid
3 Werkt samen in (o.a.) 3.1 Samenwerken SGM 15 Samenwerken en Kerntaak overstijgend
teams en netwerken samenwerkend leren
3.2 Netwerken SGM 15 Samenwerken en Kerntaak overstijgend
samenwerkend leren
3.3 Profileren

7.3 Testen en creëren SGM 10 Kerntaak 5


van impact Ondernemen, ontwikkelen
en innoveren
SGM 2 Duurzaam
veranderen van gedrag
9 Managet en leidt de 9.1 Managen SGM 8 Kerntaak 2, kerntaak 3
werkprocessen van een Leiding geven en managen
sport- en SGM5
beweegorganisatie en is Bewaken van kwaliteit
daarin ondernemend SGM 6
Managen van financiën
9.2 Ondernemen SGM 10 Kerntaak 5
Ondernemen, ontwikkelen
en innoveren
9.3 Leidinggeven SGM8 Kerntaak 3
Leiding geven en managen

4
10 Ontwikkelt, evalueert 10.1 Strategie en beleid SGM 12 Kerntaak 2
en adviseert over strategie Inspelen op ontwikkelingen
en beleid omtrent sport en SGM4
bewegen Hanteren van strategie en
beleidscyclus
10.2 Adviseren en SGM3 Kerntaak 2
implementeren Planmatig ontwikkelen en
implementeren van strategie
en het sport en
gezondheidsbeleid van de
sportorganisatie
10.3 Monitoring en SGM5 Kerntaak 2
evalueren Bewaken van kwaliteit
Tabel 1. SGM&Sportkunde competenties

In het hoofdstuk ‘Voorgeschiedenis’ zal worden beschreven op welke wijze ik tijdens mijn
studie al aan de kerntaken 1, 3, 9 en 10 heb gewerkt, welke activiteiten hierbij hoorden en waarom ik
hierbij voorafgaande aan het afstudeertraject nog niet op een C-niveau zat. In het hoofdstuk erna wordt
vervolgens toegelicht welke stappen ik sinds dien heb ondernomen om dat niveau nu wel te hebben.

Voorgeschiedenis
Kerntaak 1. Professionele identiteit.

 1.1 Reflecteren en sportbewustzijn


 1.2 Professionele attitude
 1.3 Loopbaanontwikkeling en beroepsvorming

Een professional is bekwaam in zijn vak en zelfkritisch op zijn functioneren. Tijdens mijn
studie heb ik meerdere projecten gedaan waarbij mijn professionele identiteit centraal stond.
In het derde leerjaar van de opleiding ben ik samen met medestudent Andries-Erik van der
West bezig geweest met het ontwikkelen van een mobiele applicatie. Voordat dat dit project begon,
twijfelde ik vaak aan mijn rol tijdens projecten of stages, ik zag mezelf uitsluitend als student en nog
niet zozeer als toekomstig professional die een daadwerkelijke toegevoegde waarde kon hebben. Om
ervoor te zorgen dat de functionaliteiten van de applicatie aansloten bij de wens van zowel de cliënt als
de opdrachtgever is er een uitgebreid onderzoek uitgevoerd onder de gehele VKB-clientèle van MCZ.
Hierbij interviewde ik de cliënten en verwerkte de bevindingen in een prototype.
Gedurende een aantal maanden tijdens deze periode hebben Andries-Erik en ik gespeeld met
het idee om zelf voor de financiën zorgen van de applicatie en het vanuit een startup gezamenlijk met
MCZ op de markt te brengen. Omdat ik op het gebied van ondernemerschap nog niet veel ervaring
had, heb ik het heft in eigen handen genomen en de hulp gezocht die ik op dat moment nodig dacht te
hebben. Oftewel, niet een “ik weet het wel” houding aan te nemen. Zo heb ik (docent) ondernemers
Ben Hattink, Eelco Bakker en Jorg Andree gecontacteerd voor tips en tricks en hebben Andries-Erik

5
en ik via het instituut van sportstudies financiën gekregen voor 30 uur persoonlijke begeleiding van
ondernemer Erwin de Beer. Ook spraken we met applicatieontwikkelaars uit de praktijk en gingen we
op bezoek bij de eigenaar van fysiomanager om een mogelijk samenwerking verband te bespreken.
Tijdens dit project ben ik tweemaal met een negen beoordeeld door mijn stagebegeleider
Michiel Gerritsen. Hij beschreef mij in zijn feedback als “Proactief en gedisciplineerd”. De reden dat
ik op competentie 1.2 professionele attitude nog geen C-niveau had, was omdat ik uiteindelijk te
commercieel ben gaan denken en er een kloof ontstond tussen mijn ideeën over het project en die van
MCZ. De opdrachtgever schrok als het ware van de stappen die wij wilden zetten zonder dat deze
voldoende waren besproken. Dit hoort niet bij een professional, waardoor dit sindsdien een persoonlijk
leerdoel is geweest.

Kerntaak 3. Samenwerken in teams e.o. netwerken

 3.1 Samenwerken
 3.2 Netwerken
 3.3 Profileren
 7.3 Testen en creëren van impact

Er zijn ontzettend veel situaties geweest waarbij ik tijdens de studie heb moeten samenwerken
met anderen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de COP-groepen. Omdat ik eerst de minor training &
coaching heb gedaan en daarna pas semester 6, heb ik een heel jaar lang deel uit gemaakt van twee
verschillende COP-groepen. Gezamenlijk werken aan een project of gezamenlijk een evenement
voorbereiden is mij altijd goed afgegaan. Vanaf het eerste jaar heb ik altijd goede feedback mogen
ontvangen van mijn medestudenten. “Betrokken”, “capabel” en “leergierig” waren capaciteiten waar
ik regenmatig mee bestempeld werd. Natuurlijk waren er ook verbeterpunten. Wat ik voornamelijk
meekreeg was dat ik soms ietwat eigenwijs kon zijn of zelfs een ongeïnteresseerde houding kan
hebben. De reden dat ik aan de start van het afstudeertraject kerntaak 3 nog op een B-niveau
had, was vanwege competentie 3.3; profilering. Ten eerste heb ik zoals gezegd veel in groepen
gewerkt, waardoor ik nooit de gehele verantwoordelijk van een groot project heb gedragen. Hierdoor
blijft het een groepsprestatie en ga je als individu enigszins op in de groep. Ten tweede heb ik nooit
een onderzoek gedaan of project gedraaid met een dusdanige complexiteit of omvang dat ik voor mijn
gevoel iets toevoegde dat niet iedere andere stagiair ook had kunnen doen. Wederom voelt het hierbij
als opgaan in de groep, oftewel niet een indruk achterlaten die blijft hangen.

6
Kerntaak 9. Managen en leiden van werkprocessen

 9.1 Managen
 9.2 Ondernemen
 9.3 Leidinggeven

Zoals ik in de inleiding schreef, ben ik van nature meer introvert dan extravert. Ik vond het erg
moeilijk om voor grote groepen mensen te spreken, laat staan een groep mensen aan te sporen om een
bepaalde taak uit te voeren. Het eerste jaar van mijn studie heb ik hier geen bewust leerdoel van
gemaakt waardoor ik logischerwijs weinig progressie boekte. In het begin van het volgende jaar heb ik
met lichtelijke tegenzin, het besluit genomen om de voetbaltrainingscursus; TC3 te volgen.
Vervolgens heb ik twee jaar lang ten minste drie keer per week voor een grote groep mensen gestaan
waardoor ik beetje bij beetje vooruitging. Uiteindelijk vond ik het leuk om voorzitter te zijn bij COP-
sessies en het voortouw te nemen bij gezamenlijke projecten zoals ‘de game’.
Op het ondernemende front heb ik veel stappen gemaakt in de periode dat ik bij MCZ met de
eerder beschreven mobiele applicatie bezig was. Zo ben ik in februari 2016 naar Odense in
Denemarken geweest om op de Universiteit van Odense een presentatie te geven over de applicatie en
om ideeën uit te wisselen over mogelijke toepassingen.
Kerntaak 9 heb ik nog niet kunnen afsluiten omdat een C-niveau een gecompliceerd vraagstuk
moet omvatten en hoewel menig voetbaltrainer anders kijkt naar de zaak, is het managen van een
voetbaltraining geen rocket-science.

Kerntaak 10. Ontwikkelt, evalueert en adviseert.

 10.1 Strategie en beleid


 10.2 Adviseren en implementatie
 10.3 Monitoring en evaluatie

Menig opdracht of project tijdens mijn studie had als uiteindelijk doel het opstellen van een
beleidsstuk of het adviseren van de opdrachtgever. Zo heb ik in het tweede jaar een beleid stuk
geschreven voor voetbalvereniging vv Eenrum. Na een onderzoek en vele gesprekken met
betrokkenen van de club, kwam ik tot de conclusie hun positie als potentieel marketingproduct voor
lokale ondernemers te wensen over liet. Doordat het destijds zwaar weer was voor kleine
sportverenigingen, waren sponsorinkomsten cruciaal voor het draaiende houden van een club. In mijn
beleidsplan schreef ik een voorstel voor een nieuw sponsor-wervingsbeleid.
Het is erg fijn om te zien dat zij mijn advies van destijds tot op heden in acht hebben genomen
en dat dit het bestaansrecht van de vereniging ten goede heeft gedaan. Ze zijn actief op verschillende
sociale media, hebben op hun site; vveenrum.nl inmiddels alle informatie beschikbaar die een

7
potentiele sponsor zou kunnen wensen en hebben een stuk meer jeugdelftallen dan voorheen.
Ook bij opdrachten als ‘de game’, ‘vitale stad’ en tijdens mijn tijd als JOGG-medewerker de
Wolden, heb ik veel beleidsstukken geschreven en adviseren opgesteld. De reden dat ik ook op deze
competentie nog geen C-niveau had, is omdat de complexere projecten zoals vitale stad uitsluitend
fictief waren of doordat honderd andere studenten iets vergelijkbaars schreven zoals bij de game, het
product linea recta op een grote stapel terecht kwam.

Ontwikkeling competenties

In het hoofdstuk “ontwikkeling competenties” wordt beschreven op welke wijze ik progressie


geboekt heb in de B-niveau- competenties. Dit wordt onderbouwt met de concrete acties die ik
ondernomen heb en feedback die ik van mijn werkveldbegeleider kreeg omtrent mijn functioneren.

1.2 Professionele attitude


In September 2017 ben ik in het kader van mijn afstudeertraject begonnen met het onderzoek
“Boven de knie zat nog een mens” bij praktijk voor fysiotherapie; MCZ. In dit onderzoek heb ik de
correlatie tussen de ervaring van de cliënt, van tijdens een voorste-kruisband behandeling in
vergelijking met de uitkomst getoetst. Zoals ik in de inleiding al beschreef, was dit het derde semester
dat ik bij dit bedrijf zou stagelopen. Omdat ik het voorgaande jaar met de mobiele VKB-applicatie
bezig was, had ik naar mijn inzien al een goed beeld van de doelgroep en de visie van de behandelstaf.
Ik heb meegelopen met de therapeuten; Thierry Franke, Jasper Lenstra en Sven Aukes om te
zien welke werkwijze zij handteren en hoe de relatie tussen cliënt en behandelaar verloopt. Met hen
allen heb ik daarnaast een interview gedaan om inzichten op te doen omtrent het VKB-
behandelprotocol en de dataverzameling. Zo vroeg ik Sven Aukes wat volgens hem het
allerbelangrijkste is in de behandeling om weer geheel fit te worden, zijn antwoordt hierop was als
volgt: “Voornamelijk een hele grote intrinsieke motivatie, ik denk dat dat het allerbelangrijkste is. Ik
weet wel hoe het moet, iemand moet het toch zelf doen. Het verschil tussen het wel willen en het niet
willen, ik denk dat dat wel heel groot is.”. Vervolgens vertelde hij mij dat hij hierbij zijn eigen rol “erg
belangrijk” vond en dat geduld en inleving hierin een sleutelrol spelen. Met deze voorkennis heb ik
vervolgens een enquête afgenomen bij alle VKB-cliënten van dat moment (22) en een interview
gedaan met vijf. Hierbij was het verschil in inzicht en gevoel van inspraak opvallend. Het leek erop dat
mensen die minder gevoel van inspraak hadden ook inhoudelijk minder wisten van het protocol.
Tijdens het onderzoek zelf heb ik voornamelijk contact gehad met de
bewegingswetenschapper van MCZ, MSc. Wouter Welling, dit was tevens mijn werkveldbegeleider.
Ik had in de twee semesters ervoor al een jaar lang bijna wekelijks met hem samengewerkt. Samen
met informatiemanager Michiel Gerritsen was hij degene die mij op basis van het “te hard van stapel
lopen” fiasco zoals beschreven in de activiteitenbeschrijving van kerntaak 1, de feedback gaf
transparanter te zijn in mijn handelen. Over mijn afstudeeronderzoek schrijft hij het volgende in mijn

8
beoordeling; “Hij heeft MCZ uitstekend op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen omtrent zijn
onderzoek”.
Een groot deel van het onderzoek stond in het kader van het contact leggen en onderhouden
met de VKB-cliënten. Op basis van verschillende inclusiecriteria waren dit uiteindelijk 110 mensen.
Allen met tenminste één ruptuur in de afgelopen twee jaar en hiervoor revalideert bij MCZ. Bij het
benaderen van de cliënten heb ik de wijze van communicatie altijd goed overlegt en besproken met
mijn werkveldbegeleider. Uiteindelijk heeft bijna 70% van de potentiele cliënten deelgenomen aan het
onderzoek. MSc. Welling benoemt mijn werkwijze hierbij “uiterst professioneel” en bestempelt de
respons als “ongekend hoog”.
Ondanks een 9 als beoordeling in juni 2017, kreeg ik feedback die ik niet had verwacht.
Michiel Gerritsen schreef destijds; “Behoudt je ambitie, maar blijf open communiceren”. Er zat bijna
zes maanden tussen dat moment en het feedbackmoment eind januari 2017. Om te voorkomen dat ik
aan het einde van het afstudeertraject wederom kritieken zou krijgen die ik gedurende het onderzoek
had kunnen corrigeren, heb ik precies op de helft van het afstudeertraject om extra feedback gevraagd.
MSc. Welling heeft mij destijds beoordeeld op de volgende punten:

 Communicatie
 Pro-activiteit
 Zelfreflectie
 Bijdrage
 Input

Op alle fronten was MSc. Welling tevreden en bij communicatie zelfs “erg tevreden”. Met een
algemene beoordeling van wederom een 9 en in totaliteit geen enkel punt van kritiek, had ik het gevoel
op de goede weg te zijn. In een gesprek dat naar aanleiding van dit evaluatieformulier volgde op
dinsdag 21 November 2017 vertelde hij mij “vooral zo door te gaan”
Ik heb niet uitsluitend tijdens het afstudeeronderzoek aan mijn professionele attitude gewerkt.
Op woensdag 7 maart kreeg ik een berichtje van MSc. Welling met het verzoek of ik twee dagen later
namens MCZ wilde deelnemen aan een innovatiewedstrijd van het Koninklijk Nederlands
Genootschap voor Fysiotherapeuten met een potentiele prijs van €7.500,-. Dit zou een drie minuut
lange pitch over de RTS-applicatie betreffen voor een gezelschap bestaande uit fysiotherapeuten en
bewegingswetenschappers. Vanwege het feit dat ik slechts een dag had om mezelf voor te bereiden en
het belangrijkste beoordelingscriterium; “Enthousiasme” was, heb ik na kritische overweging besloten
om dit niet te doen. MSc. Welling schrijft hier het volgende over in zijn beoordeling: “Guus is
zelfkritisch, misschien soms wel té zelfkritisch. Soms mag hij wat meer van zich afbijten en wat minder
bescheiden zijn (en zichzelf wat minder onderschatten). Een voorbeeld hiervan is een mogelijke pitch
die hij had kunnen geven, om een subsidie binnen te halen. Deze subsidie had de samenwerking tussen
Guus en MCZ een vervolg kunnen geven na zijn afstuderen. Hij heeft er echter voor gekozen dit niet te

9
doen, met als reden dat hij zichzelf daar niet toe in staat achtte. De presentatie skills die Guus
beheerst zijn echter uitstekend. Daarom vonden wij bij MCZ dat erg jammer. Zo had hij wat terug
kunnen doen voor onze praktijk.”
Dit is het enige stukje feedback dat ik het afgelopen semester ontving waar ik me niet in kan
vinden. Een professional moet goed weten wat hij/zij kan, maar, misschien nog wel belangrijker, ook
goed weten wat hij/zij niet kan. Mijn communicatievaardigheden zijn prima, maar iets wat ik niet ben
is kort van stof. Ik heb moeite met effectieve communicatie, oftewel alleen de woorden gebruiken die
bijdragen aan de boodschap die ik wil overbrengen. Op basis van het feit dat ik ten eerste een bedrijf
vertegenwoordig dat ik hoog in het vaandel heb staan en daarnaast uit kritische zelfreflectie/meerdere
feedbackmomenten kan opmaken dat ik veel meer tijd nodig heb om een vlot en enthousiast verhaal
neer te zetten, vind ik dit geen kwestie van zelfonderschatting of bescheidenheid is, maar juist een
uiting van een zelfbewust professional. Zeker omdat er hierdoor mogelijk een betaalde functie bij de
praktijk door zou kunnen ontstaan en ik dat uiteraard ambieer.

3.3 Profileren
Vanaf de start van het derde schooljaar ben ik bewuster geworden van mijn positionering als
professional. Om de RTS-applicatie te kunnen financieren, hadden Andries-Erik en ik de mogelijkheid
om een hbo-take-off subsidie van €40.000,- aan te vragen bij het Nationaal Regieorgaan
Praktijkgericht Onderzoek (SIA). Om überhaupt een kans te maken op honorering was hiervoor
draagvlak nodig binnen het instituut voor sportstudies. In het tweede semester van dit schooljaar (het
derde jaar) had ik geregeld contact over dit initiatief met de lector van praktijkgerichte wetenschap; dr.
Johan de Jong, toen nog SGM-teamleider Kris Tuiner en vele andere professionals binnen de Hanze
Hogeschool. Omdat er naar mate de tijd vorderde meer aandacht kwam voor het initiatief werd ik
steeds vaker gevraagd om erover te komen vertellen bij verschillende minors, SLB-klassen en open
dagen. Zo werd ik begin november uitgenodigd om een presentatie te geven voor een groep
sportkunde docenten onder leiding van Ben Hattink. Het doel van de bijeenkomst was om nieuwe
inzichten op te doen omtrent studentbegeleiding bij ondernemingen. Achteraf kreeg ik van dhr.
Hattink te horen dat mijn input zeer werd gewaardeerd en het hen “vooruit hielp”.

Naast presentaties/bijeenkomsten als deze waarbij ik een goed beeld van mezelf kon
achterlaten, heb ik in dezelfde maand ook in het Crazy Quilt(CQ)-magazine gestaan. Crazy Quilt is
een ondernemersplatform binnen de Hanze Hogeschool met een jaarlijks magazine met verschillende
initiatieven en projecten. Klaas Algera, een inmiddels afgestuurde Sportkundige, werkzaam bij het
CQ-magazine vroeg mij in september voor een interview over het gehele applicatie- en subsidietraject.
Hoewel het vanwege destijds nog lopende trajecten bij een globaal verhaal is gebleven, hebben wel

10
honderden mensen het interview gelezen en heeft het mij meerdere nieuwe LinkedIn connecties
opgeleverd. Ook hiermee kon ik mezelf profileren als een proactieve en capabele professional.

Tevens in November, heb ik in Utrecht een pitch gegeven voor de adviescommissie van SIA
ter verdediging van de hbo-take-off subsidieaanvraag. Zoals ik bij de toelichting van competentie 1.2
al schreef, is pitchen geen bezigheid waar ik van nature bekwaam in ben. Omdat ik hierbij echter
voldoende tijd had om voor te bereiden, ging dit goed. Ook Dr. Anne Benjaminse, die aanwezig was
in Utrecht was tevreden met mijn handelen. De score van de jury omtrent de kwaliteit van het team
luidt; 2,3 op een schaal van 5 waarbij een 2 een “goed” is. Dit was wederom een mooie kans om mijn
kwaliteiten te laten zien en een positief beeld van mezelf achter te laten.
Het afstudeeronderzoek “Boven de knie zat nog een mens” zelf betrof in vergelijking met
projecten uit het tweede en derde jaar een gecompliceerd thema. Dit werd ook als zodanig beoordeeld
door MSc. Welling door zowel ‘tevreden’ te zijn met het niveau/complexiteit van mijn input tijdens
het onderzoek als het resultaat ‘Goed’ te noemen. Ik heb mezelf hierbij in zijn ogen gepositioneerd als
‘leergierig’, ‘gemotiveerd’ en ‘iemand die zichzelf goed kan neerzetten’.

9.1 Managen, kwaliteitsbewaking


Om de voortgang van mijn afstudeeronderzoek bij MCZ te monitoren heb ik aan het begin van
het traject zowel een lange- als korte termijnplanning opgesteld. Omdat zowel de data-analyse en het
schrijven van het onderzoeksverslag veel tijd zou vereisen, was het ten eerste zaak om zo snel
mogelijk een duidelijk beeld te hebben van de onderzoekspopulatie. Vanwege het feit dat ik hierbij
uitsluitend van mezelf afhankelijk was, ik had beschikking over alle noodzakelijke gegevens, ging dit
vlot. Bij het opstellen van de vragenlijst had ik naast mijn werkveldbegeleider nog meer actoren om
rekening mee te houden. Omdat MCZ niet jaarlijks haar gehele VKB-clientèle voor een onderzoek
benadert, zou de verkregen data voor meerdere studies gebruikt worden. Hierdoor kreeg ik niet alleen
feedback van mijn werkveldbegeleider en mijn eerste afstudeerbegeleider, maar ook de begeleider van
het promotietraject van MSc. Welling, Dr. Alli Gokeler. Hoewel hierdoor de planning enigszins
opschoof, heeft dit bijgedragen aan de kwaliteit en relevantie van het onderzoek.
Een andere situatie waarbij kwaliteitsbewaking minstens zo belangrijk was en waar nog meer
mensen bij betrokken waren, was het schrijven van de subsidieaanvraag. In totaliteit waren er naast
mijzelf zeven anderen direct betrokken bij het schrijven en nog eens drie indirect. Dit waren de
volgende mensen:

 Andries-Erik van der West (Medestudent)


 Petra van Dam (Procesbegeleiding-Hanze Invent)
 Sandra Swierenga-Bos (Procesbegeleiding, Hanze Invent)
 Dr. Anne Benjaminse (Inhoudelijke begeleiding, Instituut van sportstudies)

11
 Ben Hattink (Begeleiding ondernemerschap, Instituut van sportstudies)
 Dr. Johan de Jong (Eindverantwoordelijke, Lector lectoraat praktijkgerichte sportwetenschap)
 Erwin de Beer (Begeleiding ondernemerschap, HiLab)
 Kris Tuinier (Teamleider SGM/Sportkunde, Instituut van sportstudies)
 Msc. Wouter Welling (Inhoudelijke begeleiding, Medisch Centrum Zuid)
 Dr. Alli Gokeler (Inhoudelijke begeleiding)

Gedurende de periode mei-oktober heb ik tientallen keren feedback ontvangen en verwerkt en


doordat in juni het maximaal aanvraagbare bedrag veranderde, meerdere begrotingen opgesteld en
laten controleren. Uiteindelijk is de zestiende versie van de aanvraag in Oktober opgestuurd. Petra van
Dam, de ondernemer die maandenlang het project heeft begeleid en vanuit haar functie binnen Hanze-
Invent ervaring heeft met de hbo-take-off subsidie, schreef er het volgende over; “Het heeft veel tijd
en energie gekost, maar het resultaat mag er dan ook zijn. Ziet er goed uit!” Ook Erwin de Beer, die
mij maandenlang coachte op het gebied van ondernemerschap was erg tevreden. Hij schreef: “Ziet er
erg goed uit nu!” Door de adviescommissie van de SIA werd de aanvraag beoordeeld met een 2,4 op
een schaal van 5. Wederom stond een 2 hierbij gelijk aan “Goed”.

10.2 Adviseren en implementeren


Op basis van mijn afstudeeronderzoek heb ik een eindpresentatie gegeven aan de directie en
alle relevante behandelaars van MCZ. In de bijlage is een foto toegevoegd van dit moment. MSc.
Welling schreef in zijn eindbeoordeling dat ik dit in zijn optiek: “Uitstekend” heb gedaan. Dezelfde
term gebruikte hij bij het beschrijven van mijn presentatievaardigheden en bestempelde de inhoud als
“relevant”. Naast de eindpresentatie heb ik twee infographics gemaakt over het onderzoek die in
de kantine van praktijk komen te hangen. De eerste infographic betreft voornamelijk concrete
resultaten en bevindingen waar de tweede praktische, implementeerbare tips&tricks bevat. Het
verschil met deze oplevering in vergelijking met projecten en opdrachten uit voorgaande jaren is
wederom de complexiteit van dit onderzoek.

12
Reflectie

Ik kijk met gemixte gevoelens terug naar mijn afstudeerperiode. In het algemeen ben ik
tevreden met het onderzoek dat ik heb uitgevoerd en de wijze dat ik heb gehandeld omtrent de
subsidieaanvraag, maar er zijn ook zaken die ik met terugwerkende kracht anders had aangepakt. In
het hoofdstuk reflectie zal ik ten eerste terugkijken op mijn eigen functioneren om vervolgens mijn rol
tijdens het onderzoeksproces te beoordelen.

Eigen functioneren
Omdat ik voorafgaande aan het afstudeeronderzoek al een jaar had stagegelopen bij MCZ,
kende ik de mensen al met wie ik zou gaan samenwerken. Het verschil was echter dat dit in de
voorgaande periode in een tweetal was, waardoor de verantwoordelijkheden gedeeld konden worden.
In mijn optiek begon ik goed, de communicatie tussen de begeleiders en mijzelf verliep soepel en er
lag vlot een plan op tafel. Hoewel de onderzoeksvraag van het onderzoek gedurende de eerste periode
een aantal keren is aangepast, bleef alles in de eerste twee maanden netjes binnen de planning.
Tevreden ben ik ook over het feit dat ik tijdens het schrijven van mijn OPVA ook druk bezig
was met de subsidieaanvraag en dat ik dit ondanks de extra tijdsinvestering goed kon combineren. Ik
deed mijn best ieders optiek omtrent dit product in acht te nemen met de feedback van het semester
ervoor in mijn achterhoofd. Het pitchen in Utrecht was iets waar ik ontzettend tegen opzag en veel
mee bezig was in de maanden Oktober en November. Hoewel de presentatie uiteindelijk goed ging
had ik tijdens deze periode de meeste moeite met de dubbele last van én het onderzoek én de
subsidieaanvraag. Achteraf gezien had ik dit misschien beter moeten inschatten en met Andries-Erik
afspraken moeten maken over een aangepaste taakverdeling.
Over het hele semester gezien heb ik in mijn optiek helder en vlot gecommuniceerd. Tijdens
deze periode merkte ik echter dat dit een tijdje een stuk minder ging en dat ik hierdoor uiteindelijk in
tijdsnood gekomen ben. In de weken dat de onderzoeksvraag vast stond, de onderzoeksgroep bepaald
was en uitsluitend de enquête nog afgerond moest worden, ben ik niet helder geweest. Omdat ik naast
de feedback van mijn werkveldbegeleider en eerste afstudeerbegeleider, ook graag de feedback van
Dr. Gokeler wilde ontvangen, is er onwenselijke situatie ontstaan. Ik ontving van drie verschillende
mensen feedback, maar op verschillende manieren. Zo sprak ik face-to-face met MSc. Welling over
aanpassingen die ik had gemaakt, verwerkte zijn feedback en stuurde dit op naar dr. Benjaminse.
Vervolgens kreeg ik van haar feedback op punten die ik op basis van de feedback van Msc. Welling
had gemaakt en stuurde dit weer door naar dr. Gokeler. Om een lang verhaal kort te maken ontstond er
een licht chaotische situatie waarbij er in meerdere bestanden werd gewerkt en het bij dr. Gokeler niet
duidelijk was dat ik met een strakke planning te maken had. Dit hele proces heeft uiteindelijk weken
geduurd waardoor de enquête uiteindelijk eind November pas verstuurd is. Achteraf gezien had ik
hierbij duidelijker moeten communiceren en eerder aan de bel moeten trekken, dit reken ik mezelf aan.

13
Een ander aspect waar ik me op verkeken heb is dataverzameling in de maand December. Door de
weken die ik onnodig kwijtraakte, had ik rond de kerstdagen pas mijn gehele dataset. Dit liet eigenlijk
te weinig tijd voor de data-analyse.
Omtrent mijn professioneel handelen heb ik wederom mixed feelings. Ik ben erg tevreden dat
mijn werkveldbegeleider mijn handelwijze uiterst professioneel achtte en ik denk dat het onderzoek
zelf een waardig niveau heeft. Ook de manier hoe ik met de subsidieaanvraag en vervolgens afwijzing
ben omgegaan vind ik sportkundige-waardig. Waar ik ontzettend van baal is dat de feedback van
het eerste inlevermoment van dit product, haaks stond op mijn eigen perceptie. Omdat ik slechts
maanden voor de start van mijn afstudeeronderzoek al interviews en enquêtes had afgenomen onder de
gehele VKB-clientèle van dat moment, heb ik de kans laten liggen om in de beginfase nog meer
inzichten te krijgen door meer met de cliënten in de praktijk te spreken en te observeren hoe de relatie;
cliënt-behandelaar er vanuit hun oogpunt uitzag. Achteraf gezien had dit het onderzoek een extra
dimensie kunnen geven.
Ten slotte had ik niet zo snel akkoord moeten gaan met de feedback die ik van mijn
werkveldbegeleider ontving. Omdat hij gedurende het hele semester tevreden was over de voortgang
van het onderzoek en mijn werkwijze, was hij kort van stof omtrent mijn feedback. Ik had in eerste
instantie al door moeten vragen naar verdere onderbouwing, ‘prima’ of ‘goed’ is te gebrekkig als
bewijslast.

Rol tijdens onderzoeksproces


Ik denk dat ik een waardige rol heb bekleed tijdens het uitvoeren van mijn afstudeeronderzoek.
Omdat ik voornamelijk samenwerkte met de bewegingswetenschapper van MCZ, zou ik gemakkelijk
ideeën hebben kunnen overnemen over mogelijke onderzoeksdoeleinden. Dit is echter altijd in
samenspraak gegaan, oftewel ik heb altijd de zaken die mij het onderzoeken waard leken, laten
doorschemeren. Het OPVA werd de eerste keer afgekeurd maar nadat ik de goed naar feedback heb
geluisterd werd deze in de herkansing positief beoordeeld.
Hoewel de eerste fase van het onderzoek, het ordenen van testscores en persoonsgegevens, een
frustrerende en tijdrovende klus was, heb ik me hieraan overgegeven en heb ik gedaan wat er moest
gebeuren. Het contact met cliënten verliep zowel via e-mail/telefonisch als face-to-face erg goed. Ik
werd regelmatig s ’avonds of in het weekend gebeld of gemaild door cliënten die voordat ze hun
deelname zouden toezeggen nog brandende vragen hadden. Ik maakte er een gewoonte van zo snel
mogelijk te reageren of in het geval van een belletje de tijd te nemen om het onderzoek rustig uit te
leggen. Zoals gezegd was ik minder te spreken in mijn rol bij het opstellen van de enquête, ik had in
het vervolg liever een maand eerder al het contact gezocht met de cliënten.
Doordat alles een aantal weken opschoof werd het schrijven van de beroepsproducten
bergtocht met fikse wind tegen. Oftewel, ik had uiteindelijk een kwestie van weken om alle data te
analyseren en mijn onderzoek uit te schrijven. Dit in combinatie met het feit dat ik weinig tot geen

14
eerdere ervaring met SPSS had voor dit onderzoek, zorgde ervoor dat ik tevreden was dat ik iets kon
inleveren en het was daarom ook geen verassing dat ik nog de nodige aanpassingen moest doorvoeren.
Op basis van de ervaringen die ik tijdens het opzetten, uitvoeren en schrijven van dit
onderzoek heb opgedaan, zou ik een aantal dingen anders aanpakken. Ik zou ten eerste bij het
schrijven van het OPVA bewuster stilstaan bij de context waarin het onderzoek geplaatst zou kunnen
worden. Oftewel, verder kijken dan alleen de meest logische en voor de hand liggende toepassingen
die mogelijke bevindingen kunnen hebben. Zoals gezegd had ik mijn onderzoek een extra dimensie
kunnen geven door meer mensen in het aanvankelijke denkproces mee te laten denken.
Naast de context zou ik bij het schrijven van het onderzoek zelf nog meer de nadruk leggen op
praktische implicaties. Ik betrapte mezelf af en toe op het uitvoeren van statistische toetsen zonder
direct een idee te hebben wat een praktijk voor fysiotherapie met deze informatie zou kunnen.
Ten slotte betreur ik het feit dat mij dankzij een onnodige samenloop van omstandigheden te
weinig tijd resteerde om mezelf van feedback te voorzien voor de eerste deadline. Feedback van zowel
mijn afstudeerbegeleiders als mijn werkveldbegeleider.

15
In tabel 2 heb ik ten slotte een overzicht gemaakt van de goede en minder goede punten van mijn
afstudeertraject.

Tabel 2. Zelfreflectie

Activiteit Goed VVV


 Helder contact
 Onrealistische doelstellingen
 Duidelijke afspraken
Start  Gemiste kans om het onderzoek in
 Snel begonnen
een bredere context te plaatsen

 Warrige schrijfstijl
 Onzorgvuldigheid bij aanlevering
 Uitgebreid literatuuronderzoek  Gemiste kans door te weinig
OPVA
 Relevante vraagstelling geformuleerd mensen in het denkproces te
betrekken.

 Relevante vragenlijst samengesteld


 Samenstellen van de vragenlijst
Dataverzameling  Professionele benadering cliënten
heeft onnodig veel tijd gekost.
 Hoge respons
 Wellicht onnodig veel tijd
 Uitgebreide analyses gedaan
Data-analyse verloren door SPSS zelf te willen
 Relevante bevindingen kunnen doen
uitpuzzelen.
 Doelstellingen van het OPVA
 Bruikbaar beroepsproduct ontwikkeld
varieerde enigszins doordat deze
PVB-producten  Alle hypothesen zijn bevestigd of
niet realistisch bleken in het
ontkracht
gegeven tijdspad.

VVV= voor verbetering vatbaar.

16
Nawoord
Als ik terugkijk naar vier jaar SGM en een half jaar sportkunde is er sindsdien ontzettend veel
veranderd. Ik ben op veel verschillende fronten volwassener en professioneler geworden, maar het is
me ook duidelijk dat nog zoveel dingen zijn waar ik nog in kan groeien. Zo ook was het
afstudeertraject ook weer een leesproces. Ik ben tevreden met het onderzoek dat ik heb gedaan en
vindt het fijn dat de opdrachtgever tevreden met mij was.
Ik heb hard nagedacht over mijn toekomst en heb besloten om, na afronding van Sportkunde
een versnelde opleiding tot fysiotherapeut te volgen. Wie weet kom ik ooit nog eens terug bij MCZ,
maar dan in een andere functie.
Nogmaals wil ik iedereen hartelijk danken die mij gedurende mijn studie heeft begeleid,
geadviseerd en tijdens pittige periodes heeft ondersteund. Dit heeft een wereld van verschil gemaakt.

17
Bijlage 1. Verschil tussen niveau B & C

Niveau B Niveau C
1.1 Reflecteren en De Sportkundige reflecteert kritisch op de De Sportkundige reflecteert kritisch op de eigen
sportbewustzijn eigen professionele (beroeps-) identiteit in professionele (beroeps-) identiteit in relatie tot
relatie tot de specificiteit van de omgeving. de specificiteit van de omgeving. Hij heeft
Hij toont inzicht in verschillen en hierbij oog voor de balans tussen eigenheid van
noodzakelijke balans tussen eigenheid van sport enerzijds en de sociaal-maatschappelijke
sport enerzijds en de sociaal- inbedding van sport anderzijds.
maatschappelijke inbedding van sport
anderzijds.
3.3 Profileren De Sportkundige bewerkstelligt significante De Sportkundige bewerkstelligt dat de merken,
belangstelling voor de merken, producten, producten, diensten en oplossingen van een
diensten en oplossingen van een organisatie organisatie of sport- en beweegprogramma een
of sport- en beweegprogramma binnen het voorkeurspositie verkrijgen binnen het gegeven
gegeven netwerk. netwerk.
9.1 Managen De Sportkundige managet op doelbewuste, De Sportkundige managet op doelbewuste,
adequate wijze noodzakelijke overzichtelijke adequate wijze effectieve werk- en
werk- en organisatieprocessen rondom het organisatieprocessen rondom het inrichten en
inrichten en uitvoeren van gepland sport- en uitvoeren van gepland sport- en beweegaanbod.
beweegaanbod.
10.2 Adviseren en De Sportkundige vertaalt het bestaand De Sportkundige vertaalt het vastgestelde beleid
Implementeren /vastgestelde beleid en inzichten naar en inzichten naar adviezen voor opdrachtgevers,
adviezen voor opdrachtgevers, uitvoerders uitvoerders en/of (deel)beleidsplannen en
en/of (deel)beleidsplannen en actieplannen actieplannen. Hij weet de gewenste
en weet kansen voor de gewenste veranderingen in samenwerking met relevante
veranderingen te creëren. stakeholders in de praktijk te realiseren.

18
Bijlage 2 – Tussenevaluatie werkveldbegeleider

19
Bijlage 3 – Eindevaluatie werkveldbegeleider

Feedback Werkveldbegeleider
Naam student: Guus Klip
Datum: 20-03-2018
Naam werkveldbegeleider: Wouter Welling
Functie: Bewegingswetenschapper

 Inspelen op ontwikkelingen (omgevingsbewustzijn)


De student is in staat om op adequate wijze in te spelen op kansen in de omgeving:
Prima. Guus is erg gemotiveerd, ook om bijvoorbeeld mee te schrijven aan wetenschappelijk
onderzoek.

 Onderzoeken en adviseren
De student is in staat om op adequate wijze praktijkgericht onderzoek te doen en op basis
daarvan een gedegen en goed onderbouwd advies te geven:

Guus heeft een goed onderzoek neergezet. Wat hij goed heeft gedaan, is het contact zoeken met de
patiënten. Dit heeft Guus uiterst professioneel aangepakt. Eerst door de patiënten zelf te mailen.
Wanneer deze geen reactie gaven, heeft hij ze persoonlijk gebeld. Dit heeft geresulteerd in een respons
van bijna70%, dat is ongekend hoog.

 Samenwerken en samenwerkend leren


De student is in staat om op adequate wijze samen te werken met anderen (binnen en buiten de
organisatie):
De samenwerking met Guus heb ik als prettig ervaren. Verder heeft hij weinig met collega’s hoeven
samen werken, dus dat is minder van toepassing.

 Communicatie
De student is in staat om op adequate wijze te communiceren:

De communicatie via de mail verliep altijd uitstekend. Guus is snel in het beantwoorden van de mail.
Ook heeft hij MCZ uitstekend op de hoogte gehouden van de ontwikkelen omtrent zijn onderzoek.

 Reflecteren en leren
De student is in staat om op adequate wijze op basis van reflectie zichzelf (bij) te sturen:

Guus is zelfkritisch, misschien soms wel té zelfkritisch. Soms mag hij wat meer van zich afbijten en
wat minder bescheiden zijn (en zichzelf wat minder onderschatten). Een voorbeeld hiervan is een
mogelijke pitch die hij had kunnen geven, om een subsidie binnen te halen. Deze subsidie had de
samenwerking tussen Guus en MCZ een vervolg kunnen geven na zijn afstuderen. Hij heeft er echter
voor gekozen dit niet te doen, met als reden dat hij zichzelf daar niet toe in staat achtte. De presentatie
skills die Guus beheerst zijn echter uitstekend. Daarom vonden wij bij MCZ dat erg jammer. Zo had
hij wat terug kunnen doen voor onze praktijk.

20
 Zelfsturing en zelfwerkzaamheid
De student is in staat om zichzelf als onderneming te zien: investeren in zichzelf, doelen
stellen, leren van ervaringen. De student kan op doelbewuste, adequate en gemotiveerde wijze
zijn professionele competenties en de ontwikkeling daarvan reflectief beschouwen,
ontwikkelen en effectiever maken:

Prima. Guus is leergierig, gemotiveerd en kan zichzelf goed neerzetten. Een goed voorbeeld
hiervan is de presentatie die hij onlangs heeft gegeven over zijn onderzoek. Deze presentatie
heeft hij gegeven voor collega’s bij MCZ. Inhoudelijk ging dit over de meest relevante
onderzoeksresultaten en wat de fysio’s van MCZ daar direct aan kunnen hebben. Uitstekend
gedaan.

 Algemeen
Een algemene impressie van het functioneren van de student in de afgelopen periode:
Ik ben heel tevreden over de gang van zaken. Echter is het jammer dat wij als begeleiders geen
feedback hebben kunnen geven op de scriptie. Dat lijkt me zeer onwenselijk en dat mijn enige
kritieke punt. Wellicht te laat begonnen met schrijven.

Handtekening werkveldbegeleider:

W. Welling
20-03-2018

21
Bijlage 4 – Omzettabel SGM- naar Sportkunde competenties

Kerncompetentie Competenties Competenties Sport, Gezondheid Kerntaken Sport,


Sportkunde en Management Gezondheid en
Management
1 Professionele identiteit 1.1 Reflecteren en SGM 14 Kerntaak overstijgend
sportbewustzijn Ontwikkelen en borgen van
sporteigenheid (sportbewustzijn)
1.2 Professionele attitude SGM 17 Kerntaak overstijgend
Reflecteren en leren
1.3 SGM 18 Kerntaak overstijgend
Loopbaanontwikkeling en Zelfsturing en zelfwerkzaamheid
beroepsvorming
2 Handelt methodisch en evidence 2.1 Methodisch handelen
informed 2.2 Kenniswerker
3 Werkt samen in (o.a.) teams en 3.1 Samenwerken SGM 15 Samenwerken en samenwerkend Kerntaak overstijgend
netwerken leren
3.2 Netwerken SGM 15 Samenwerken en samenwerkend Kerntaak overstijgend
leren
3.3 Profileren
4 Communiceert optimaal 4.1 Empathisch SGM 16 Kerntaak overstijgend
communiceren Communiceren
4.2 Correct taalgebruik SGM 16 Kerntaak overstijgend
Communiceren
4.3
Communicatiemiddelen
en applicaties
5 Handelt adequaat in een 5.1 Betrokkenheid en SGM 12 Kerntaak 5
internationale en interculturele sensitiviteit Inspelen op ontwikkelingen
context 5.2 Interculturaliteit
6 Handelt verantwoord en toont 6.1 Ethiek
betrokken burgerschap 6.2 Burgerschap
7 Onderzoekt en ontwerpt het sport- 7.1 Vraagdiagnose SGM 13 Kerntaak 6
beweegaanbod Onderzoeken en adviseren
SGM 2 Duurzaam veranderen van gedrag
7.2 Meten en ontwerpen SGM 13 Kerntaak 1 en kerntaak 6
Onderzoeken en adviseren
SGM 1
(Testen, adviseren, begeleiden in het
streven naar gezondheidswinst) i.m.v.
sport- en beweegprogramma’s
SGM 2 Duurzaam veranderen van gedrag
7.3 Testen en creëren van SGM 10 Kerntaak 5
impact Ondernemen, ontwikkelen en innoveren
SGM 2 Duurzaam veranderen van gedrag
8 Organiseert, positioneert en 8.1 Organiseren SGM 1 Kerntaak 1
begeleidt projecten en programma’s (Testen, adviseren, begeleiden in het
ter bevordering van sport en streven naar gezondheidswinst) i.m.v.
bewegen sport- en beweegprogramma’s
8.2 Begeleiden en SGM 9 Kerntaak 4
stimuleren Ontwerpen, organiseren en begeleiden
van sport- en bewegingsactiviteiten

22
8.3 Positioneren en SGM11 Kerntaak 5
marketen Toepassen van sportmarketing en PR
9 Managet en leidt de 9.1 Managen SGM 8 Kerntaak 2, kerntaak 3
werkprocessen van een sport- en Leiding geven en managen
beweegorganisatie en is daarin SGM5
ondernemend Bewaken van kwaliteit
SGM 6
Managen van financiën
9.2 Ondernemen SGM 10 Kerntaak 5
Ondernemen, ontwikkelen en innoveren
9.3 Leiding geven SGM8 Kerntaak 3
Leiding geven en managen
10 Ontwikkelt, evalueert en 10.1 Strategie en beleid SGM 12 Kerntaak 2
adviseert over strategie en beleid Inspelen op ontwikkelingen
omtrent sport en bewegen SGM4
Hanteren van strategie en beleidscyclus
10.2 Adviseren en SGM3 Kerntaak 2
implementeren Planmatig ontwikkelen en implementeren
van strategie en het sport en
gezondheidsbeleid van de
sportorganisatie
10.3 Monitoring en SGM5 Kerntaak 2
evalueren Bewaken van kwaliteit

23
Bijlage 5 – Bewijslast eindpresentatie

24
Bijlage 6 – Feedback Andries-Erik

De laatste 2 jaren van de opleiding Sport, Gezondheid en Management heb ik samen mogen
werken met Guus. Tijdens de wintersportweek in het derde jaar heb ik hem leren kennen. Hier kwam
Guus al over als iemand die altijd het uiterste uit zich zelf wil halen. Hij is erg leergierig en erg
enthousiast op het moment dat hij de dingen leuk vind die hij op dat moment doet. In de COP groep
had Guus een hoge betrokkenheid, nam veel initiatief. Valkuil van Guus is dat hij op momenten dat
iets hem niet interesseert hij dit soms ook laat blijken. Hij heeft meestal overal wel een goede
mening over en laat deze ook horen, soms bezwijkt iemand anders mening hier wel eens onder.
Tijdens het afstudeeronderzoek kon Guus aan iets werken wat hij super interessant vond en hier zich
ook volledig voor in wou zetten. Guus heeft een grote bijdrage geleverd aan het eindproduct mede
door zijn creativiteit, gedrevenheid en flamboyante karakter. Guus heeft een brede interesse en
kennis van het sport vak. Dit maakt hem tot een goede SGM'er. Hij is zeer proactief, leergierig en
ondernemend gericht. Een punt waar Guus zich nog iets meer in kan verbeteren is volgens mij zijn
discipline om iets wat soms niet leuk is ook tot een succes te maken. Overall heb ik 2 jaar lang enorm
fijn samengewerkt met Guus, ik ben er van overtuigd dat hij zijn ambities in de toekomst gaat
verwezenlijken.

25
Bijlage 7 – Feedback Michiel Gerritsen

26
27
28
29

Вам также может понравиться