Вы находитесь на странице: 1из 18

Duurzame chemie

Door: Kevin Hoogers, Jan Wijgerse en Igor Hermans


Locatie: Het Hooghuis Titus Brandsmalyceum
Klas: 4Ve
Inleverdatum: 21-04-2017

1
Inhoudsopgave:
Inhoudsopgave: 2

Antwoorden op de vragen van het boekje: 3

Eindopdrachten: 8
Eindopdracht 1: 8
Eindopdracht 2: 10
Eindopdracht 3: 10

Practicum Hout Vergassing 11


Inleiding 11
Materialen en methode 11
Resultaten 12
Conclusie: 12
Discussie: 12

Onderzoeksopdrachten Biomassa 13

Argumentatieschema 16

2
Antwoorden op de vragen van het boekje:
Antwoord vraag 1:
Duurzaam is wanneer je een bepaalde hulpbron op zo’n manier gebruikt dat dit geen
gevolgen voor het gebruik van deze hulpbron door toekomstige generaties heeft.

Antwoord vraag 2:
Het is belangrijk dat hout duurzaam geproduceerd wordt om de volgende redenen:
● Economisch gezien is het belangrijk dat hout duurzaam geproduceerd wordt, omdat
zo langdurig hout kan worden geproduceerd en toekomstige generaties zo ook nog
winst kunnen maken.
● Voor het milieu is het ook beter dat hout duurzaam geproduceerd wordt, omdat zo de
wouden en bossen in stand blijven en de flora en fauna behouden kunnen worden.
Zo zal het koolstofdioxidegehalte in de atmosfeer namelijk niet ontzettend toenemen,
wat wel gebeurt bij niet-duurzame houtproductie. Ook kunnen plantensoorten door
niet-duurzame houtproductie uitsterven en neemt de agrarische kwaliteit van de
grond af, doordat er te veel bomen worden gekapt, waardoor de grond niet meer bij
elkaar gehouden wordt door boomwortels en zo gemakkelijker door regenwater weg
te spoelen is. Naast dat er dus erosie zal plaatsvinden zal het aandeel humus in de
grond afnemen, omdat de voedselkringloop verstoort zal worden, waardoor
diersoorten uit kunnen sterven.

Antwoord vraag 3:
1. Het aantal bomen dat gekapt wordt; er mogen niet meer bomen worden gekapt dan
er weer bijgroeien
2. De welvaart van de omwonenden
3. De leefruimte van omwonende mensen en stammen
4. De prijs van het hout
5. De bodem
6. De biodiversiteit in het bos
7. Vergunningen: je hebt vergunningen nodig om bijvoorbeeld de bomen te kappen

Antwoord vraag 4:
● Recyclen
● Minder vaak vlees eten
● Vaker de fiets of het OV gebruiken
● Milieuvriendelijke verf gebruiken
● Meer producten met milieukeurmerken kopen
● (Meer) groene energie, zoals windenergie gebruiken
● Energie proberen te besparen door de thermostaat bijvoorbeeld een graadje lager te
zetten
● Je afval scheiden

Antwoord vraag 5:

3
● Fossiele brandstoffen zijn niet voor altijd beschikbaar; ze raken op. Duurzame
brandstoffen daarentegen raken niet op.
● Het opwekken van duurzame energie zorgt niet voor schadelijke effecten op het
milieu. Bij het opwekken van fossiele energie gebeurt dit wel.

Antwoord vraag 6:

- Duurzame energie is afkomstig van onuitputtelijke energiebronnen en is energie


waarvan de opwekking geen schadelijke effecten op het milieu heeft.l

Antwoord vraag 7:
- Kringloop van voedsel:

- Kringloop van benzine:

4
- Kringloop van plastic:

5
- Kringloop van hout:

Antwoord vraag 8:

Kringloop van voedsel:


● De mest van dieren efficiënter gebruiken in de landbouwproductie.
● Geld investeren in onderzoeken naar genetische modificatie van planten om zo
plantenrassen te ontwikkelen die op meer plaatsen kunnen groeien en in grotere
getallen kunnen groeien, waardoor de landbouwproductie zal toenemen.
Kringloop van benzine:
● Minder gebruik maken van benzine, bijvoorbeeld door vaker met de fiets te gaan.
● Efficiënte productie van benzine, waardoor een minimaal deel van de opbrengst
verloren gaat.
Kringloop van plastic:
● Minder plastic-bevattende producten maken.
● Meer inleverpunten oprichten waar plastic ingeleverd kan worden voor recycling.
Kringloop van hout:
● Minder hout verbranden.
● Evenveel bomen kappen als je erbij plant.

6
Antwoord vraag 9:

In de kringloop wordt weergeven dat planten koolstofdioxide uit de lucht omzetten in koolstof
bevattende organische stoffen en zuurstof. Dit is een deel van de koolstof productie, maar
ook de zuurstof die vrijkomt bij de fotosynthese wordt gebruikt om de organische koolstof
bevattende stoffen te verbranden tot koolstofdioxide. Ook komt er koolstof in de grond
terecht wanneer de plant doodgaat. De planten, die nog koolstof bevatten, vormen namelijk
een laag dode plantenresten. Op deze laag kunnen andere lagen komen te liggen en de
druk en temperatuur op de dode planten laag kan toenemen. Hierdoor kan er olie of veen
ontstaan. Deze energiebronnen boren mensen op en verbranden in fabrieken tot
koolstofdioxide. Planten nemen deze koolstofdioxide weer op en de kringloop begint weer
opnieuw. Deze kringloop kan niet duurzaam zijn, omdat de versterkte verbranding van
koolstof leidt tot een te hoog koolstofdioxidegehalte in de lucht. Koolstofdioxide is een
broeikasgas en zorgt dus dat de aarde opwarmt. Dit versterkte broeikaseffect heeft
negatieve effecten op het milieu en is dus niet duurzaam.

7
Eindopdrachten:

Eindopdracht 1:
Materialen:
● Textiel
● Papier
● IJzer

Textiel:

8
Papier:

IJzer:

9
Eindopdracht 2:

Papier: Slechts een deel van het totale aantal papier wordt gerecycled (de rest verdwijnt
bijvoorbeeld bij het restafval) en daarbij gaat ook nog wat papier verloren. Hierdoor is er voor
de papierproductie nog steeds aanzienlijk veel hout van bomen nodig, wat leidt tot een hoge
houtkap. Bij een hoge houtkap zonder duurzaam beleid, kunnen de bomen op raken.

IJzer: Je kunt ijzer niet eindeloos blijven hersmelten en daarnaast gaat ijzer ook roesten.

Textiel: Textiel kun je niet voor altijd hergebruiken. Bij het recycleproces gaan er vezels
verloren en je kunt het ook niet eindig hergebruiken, dus ga je op een gegeven moment
nieuwe vezels nodig hebben en zo kunnen de vezels op raken.

Eindopdracht 3:

Papier: Evenveel bomen planten als je er weghaalt voor de papierproductie. Dit is wel
moeilijk, want dan moet je bomen gaan tellen en moet de productie niet al te hoog zijn, want
de geplante bomen moeten nog wel groeien voor ze daadwerkelijk veel zuurstof kunnen
opnemen.

IJzer: De productie van ijzer kan niet duurzaam zijn, omdat er bij de ijzerkringloop er ijzer
verloren gaat en je dus steeds ijzer zal moeten halen uit de voorraad en deze vult zich niet
vanzelf aan.

Textiel: Evenveel vezels ontwikkelen als je gebruikt. Hierdoor moet je wel heel veel vezels
gaan ontwikkelen.

10
Practicum Hout Vergassing
Vragen bij het practicum:
A. Schrijf een verslag van dit experiment volgens het Binask-model. Zorg dat je
de waarnemingen van de proef hierin duidelijk zijn verwerkt en leiden tot een
conclusie?

Inleiding
Literatuuronderzoek:
Bij het practicum komt er biogas vrij door stukjes hout te verhitten. Niet alleen omdat
je hout hiervoor kunt recyclen, maar ook omdat het gas een biologische oorsprong
heeft is het duurzaam. Bovendien komt er bij de productie van biogas relatief weinig
koolstofdioxide vrij. De productie van biogas is dus vrij duurzaam vergeleken met
gangbare fossiele brandstoffen.

Onderzoeksvraag: Wat gebeurt er wanneer je hout verhit zonder zuurstof?

Hypothese: Het hout verbrandt niet, maar ontleedt.

Argumenten: Het hout kan niet verbranden, omdat er geen zuurstof aanwezig is in
de reageerbuisjes. Het hout kan dan namelijk alleen nog ontleden bij de hoge
temperatuur, waaraan het hout werd blootgesteld.

Materialen en methode
Materialen:
- 1 brander
- 1 veiligheidsbril
- 1 labjas
- 1 plank
- 2 reageerbuizen met een rubberstop, uitlaat en verbindingsslangetje
- 1 reageerbuis
- wit kopersulfaat
- 1 reageerbuisrekje
- 1 trechter
- 1 filtreerpapiertje
- 1 stukje hout

Methode: Doe een labjas aan en een veiligheidsbril op. Sluit de brander aan op het
gas. Stop het stukje hout in het reageerbuisje met 1 uitlaat en sluit deze weer af met
het stopje. Maak vervolgens een opstelling waarbij de reageerbuis met het stukje
hout onder de andere reageerbuis zit. Zorg ervoor dat de reageerbuis met het hout

11
schuin staat en de andere reageerbuis rechtop staat. Steek de reageerbuis naast de
opstelling aan en zet deze daarna op een lichtblauwe vlam onder de reageerbuis
met het hout. Probeer het vrijgekomen product uit de tweede reageerbuis aan te
steken. Zorg er eerst voor dat er voldoende van het product vrijkomt. Filtreer het
product dat zich heeft verzameld in de tweede reageerbuis. Voeg een beetje wit
kopersulfaat toe aan het filtraat.

Resultaten
Waarnemingen:
- Het hout in reageerbuis 1 en de wanden van reageerbuis 1 kleuren langzaam
zwart.
- Er komen druppels en een gasvormige stof in reageerbuis 1.
- Er komt een gele vloeistof in reageerbuis 2.
- Er lopen druppels en een gasvormige stof via het verbindingsslangetje naar
reageerbuis 2.
- Er ontstaat in reageerbuis 1 rook, die via het verbindingsslangetje naar
reageerbuis 2 gaat en deze reageerbuis vervolgens via de uitlaat verlaat.
- De gasvormige stof die uit de uitlaat van reageerbuis 2 komt is ontvlambaar.
- Het filtraat is kleurloos.
- Er blijft een bruin residu in de trechter op het filtreerpapiertje achter.
- Het filtraat wordt blauw bij toevoeging van het wit kopersulfaat. Er zit dus
water in het filtraat.

Conclusie:
Het hout vergast. Hierbij ontstaat een waterbevattende vloeibare stof en een
vlambare gasvormige stof.

Discussie:
Bij het onderzoek had het hout langer kunnen worden verhit, waardoor meer
vloeistof zou zijn opgevangen en er dus ook meer vloeistof gefiltreerd kon worden.

Ideeën voor vervolgonderzoek:


1. Wat gebeurt er als je het ontstane gas probeert te gebruiken als brandstof
voor een auto?
2. Is de vloeistof die is ontstaan bruikbaar als brandstof?

Vragen bij het practicum:

B. Waar kun je de stof die achtergebleven is in de eerste reageerbuis nog voor


gebruiken?

12
Antwoord: Je kunt deze stof nog verbranden om energie vrij te maken.

C. Hoe zou je kunnen aantonen dat er ook koolstofdioxide ontstaat bij


bovenstaand proces?
Antwoord: Het gas uit de uitlaat kan worden opvangen en vervolgens kan er
kalkwater door het gas worden gelopen. Als het gas troebel wordt, is er
koolstofdioxide in het gas aanwezig.

D. De andere stoffen die achterblijven in het tweede reageerbuisje bestaan ook


uit koolstofverbindingen, maar deze komen niet vrij bij de uitlaat van de
tweede reageerbuis. Waarin verschillen deze stoffen qua samenstelling van
elkaar? Verklaar je antwoord.
Antwoord: De moleculen van deze stoffen bestaan uit meer atomen of meer
zwaardere atomen, waardoor de moleculen een hogere molecuulmassa hebben dan
de moleculen van de gasvormige stoffen; de stoffen verschillen in molecuulmassa en
in samenstelling van de moleculen. Doordat deze moleculen dus een hogere
molecuulmassa hebben, zijn de vanderwaalsbindingen tussen de moleculen sterker
en kunnen dus moeilijker verbroken worden. Hierdoor hebben de stoffen een hoger
kookpunt, omdat er meer energie nodig is om de bindingen tussen de moleculen te
verbreken.

Onderzoeksopdrachten Biomassa

Vraag 1:
1. Het broeikaseffect is de natuurlijke opwarming van de aarde doordat
atmosferische gassen warmte van de zon opnemen, welke worden
teruggestraald door het aardoppervlak. Bij het versterkte broeikaseffect
daarentegen zijn er meer atmosferische gassen, geproduceerd door de
mens, die de warmte weerkaatst door de aarde vasthouden.
2. Het broeikaseffect is natuurlijk, het versterkte broeikaseffect niet. Het
versterkte broeikaseffect is namelijk het gewone broeikaseffect dat
door de mens wordt versterkt.
3. Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door de aarde, het versterkte
broeikaseffect vooral door de mens.

Vraag 2: Het versterkte broeikaseffect begon in de industriële revolutie, bij de


uitvinding van de stoommachine. Hierdoor nam de productie toe en kwamen er heel
erg veel fabrieken. Deze fabrieken maakten gebruik van fossiele brandstoffen en
verbrandden deze dus. Hierbij kwam veel CO2 vrij dat het broeikaseffect versterkte:
de aarde kreeg een versterkte opwarming. Het aantal fabrieken is sindsdien
toegenomen, waardoor de koolstofdioxide-emissie is toegenomen. Ook is deze

13
toegenomen door de toenemende verstedelijking, groeiende wereldbevolking en de
toenemende welvaart, waardoor de productie van goederen is gestegen.

Bronnen:
http://www.hetverschiltussen.nl/verschil-natuurlijk-broeikaseffect-versterkt-
broeikaseffect/
http://www.climatechallenge.be/nl/klimaatverandering-woord-en-beeld/wat-is-
klimaatverandering/de-mens-en-het-klimaat/versterkt-broeikaseffect.aspx
http://globalwarming.berrens.nl/oorzaken.htm

Vraag 3: De CO2 wordt uit de lucht gehaald en samen met water omgezet in glucose
door middel van fotosynthese.
De formule hiervoor is: 6 H2O (l) + 6 CO2 (g) → C6H12O6 (s) + 6 O2 (g)
Deze glucose wordt op zijn beurt weer opgeslagen in de planten. Als deze planten
sterven, blijft de glucose hierin achter.

Vraag 4:
- In Nederland wordt tegenwoordig bio-energie gestimuleerd via een SDE
subsidie. Ook maken elektriciteitscentrales steeds meer gebruik van
biomassa. Biomassa is de meest gebruikte duurzame energiebron van
Nederland. Bijna driekwart van alle duurzame energie van Nederland is
afkomstig van biomassa.
- In het buitenland wordt er minder gebruik gemaakt van biomassa dan in
Nederland. Dit komt omdat Nederland op het gebied van biomassa erg
vooruitloopt op andere landen. Wel proberen ze in het buitenland op steeds
meer gebieden gebruik te maken van biomassa.
Voordelen:
- Het is een duurzame vorm van energie.
- De productiekosten zijn laag door goedkope grondstoffen.
- Bij deze vorm van energie worden plantenresten nuttig gebruikt.

Nadelen:
- De brandstof voor het vervoer wat nodig is om de biomassa te vervoeren stoot nog
steeds veel CO2 uit.

Vraag 5:
Elektriciteitscentrales maken tegenwoordig steeds meer gebruik van bio-energie. Het
grootste deel van deze bio-energie is biomassa. Dit wordt ook ondersteund door de
regering, omdat ze SDE (Stimulering Duurzame Energie) subsidies verstrekken aan
bedrijven die gebruikmaken van duurzame energie, zoals biomassa. Dit is voor
bedrijven die het zelf vergisten of de energie opwekken. Hierdoor is in Nederland
zo’n driekwart van alle duurzame energie afkomstig van biomassa.

14
In het buitenland daarentegen wordt veel minder gebruik gemaakt van
biomassa. Nederland loopt dus heel erg voor op deze landen. Net als in Nederland
is er ook een groei in het gebruik van duurzame energie en dus ook biomassa.
Biomassa heeft vele voordelen. Ten eerste is het een duurzame vorm van
energie: je kunt altijd nieuwe biomassa maken en biomassa zal altijd beschikbaar
zijn als energiebron voor toekomstige generaties, sinds het uit mest en planten
bestaat. Ten tweede zijn de productiekosten van biomassa vrij laag, aangezien de
grondstoffen vrij goedkoop zijn, omdat er een groot aantal van is. Als laatste is het
zo dat de grondstoffen die worden gebruikt voor de biomassa, waaronder mest en
plantenresten, eigenlijk vrijwel nergens anders voor gebruikt kunnen worden en op
deze manier zijn ze toch nog nuttig.
Ook is er een nadeel van biomassa. Biomassa stoot indirect toch nog aardig
wat CO2 uit. Zo komt er CO2 vrij bij het vervoer van de grondstoffen, die nodig zijn
voor de productie van de biomassa.
Zelf vinden wij biomassa een goed initiatief als energiebron. Biomassa is
namelijk duurzaam en relatief goedkoop en daarnaast komen er vrij weinig
broeikasgassen vrij, op het vervoer na, maar dat is bij alle brandstoffen eigenlijk wel
zo. Al met al: Doe de natuur een plezier en kies biomassa!

15
Argumentatieschema
5. B: Onderzoeksvraag: Hoe duurzaam is kernenergie?
Conclusie: Kernenergie biedt geen duurzame oplossing voor onze energiebehoeften.

16
17
18

Вам также может понравиться