Вы находитесь на странице: 1из 1

Opdracht A1 Zintuigen op scherp.

De vangst van de dag.

Ik ben te laat, mijn schoenen drukken mijn tenen naar beneden, mijn overhemd zit te
strak, deze broek kan elk moment van mijn kont zakken en ik ben te laat. De kou bijt
in mijn gezicht en toch voel ik zweet op mijn rug en onder mijn oksels.
De deur zwaait open, ik hoor een flard muziek, strijkers, zacht licht valt naar buiten. Ik
geef mijn jas af bij de garderobe en volg de gerant. Daar zit ze, haar ogen vlammen
op, ze staat op en zoent me, ik voel haar zachte iets vochtige lippen op mijn wang, er
blijft een klein beetje spuug achter, ik onderdruk de reflex om het af te vegen.

Ik ga tegenover haar zitten, “wat neem jij?”, vraagt ze. Ik bekijk het menu, vangst van
de dag, hmmmm, het waait, er drijven wolken over en de zon prikt er steeds
tussendoor. De eerste slok koffie is bitter en heet. Een trek van mijn zware van Nelle,
de rook trekt door mijn keel, een licht gevoel in mijn hoofd, nog een slok, de warmte
trekt door mijn keel naar mijn buik en komt langs mijn rug weer naar boven en nestelt
zich in mijn nek. Ik druk op de knop, die koud en glad onder mijn handen voelt, er
gaat een trilling door het hele schip, de kabels rollen over de katrollen, het net komt
boven water, de wind blaast een nevel van zeewater over me heen, ik adem zout. De
vissen spartelen, ik begeleid het net over de reling en trek met mijn haak de sluiting
open. De vishoop stort op het dek als pudding uit een plastic kuip.

Pim, Pim, wat neem jij? Wat, eh oh sorry, ik neem de vangst van de dag.

Вам также может понравиться