Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Deel 2 · dbnl
[p. 95]
aant.Ene Jeugd
Menig jongeling uit dezen tijd moest zijn bewustheid, of zijn begeerte
naar bewustheid, als een ziekte verdoemen, terwijl die ziekte hem
toch noodzakelijk als zijn leven zelf voorkwam. De echte mensen van
thans hebben geleden in al hun gedachten; hun werk en al hun daden
achtten zij ontoereikend; zij hadden 't vreemd gevoel, dat ze in
onmacht en eenzaamheid moesten zitten, als zij niet één woord
terugvonden, een woord dat lang vergeten was uit mensengeesten,
maar allen weer in nieuwe helderheid verenigen zou. Hun verstand Over dit hoofdstuk/artikel
vergde allesomsluitende stelsels. En zie, het woord vonden zij niet,
alle woorden waren zij moe, en eindelijk geloofden zij toch; geen datums
raadsel losten zij op, en toch voelen zij zich thans bevrijd. Dat is de
geschiedenis ener jeugd, die nu rijp wordt in de schoonste 1896
werkelijkheid van een rijken hooggroeienden tijd.
[p. 96]
't Was op 't ogenblik, dat onze losgelaten jeugd zich voor de eerste
maal oprichtte naar 't honderdvoudige en volledige droombeeld van
haar eigen volmaaktheid. Wij stonden vóór de wereld, met onze
armen en onzen geest vol vernielende en scheppende kracht. Wij
gingen onze aarde in bezit nemen. We hadden de dingen maar om te
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 1/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
[p. 97]
Ik was als een die trappen zonder eind in de duisternis afgaat. Het
geloof had ik afgewezen, maar wat was me ‘wetenschap’? Ik haatte
de vergoders der rede, terwijl ik toch dien haat niet kon verklaren. De
wetenschap scheen me een poëzie van lageren rang, waarin alle
bepalingen ook maar beelden zijn, want elk ding kan slechts door zich
zelf bepaald worden; haar aangeven van betrekkingen en waarden
was mij een samenstel van aandoeningen en begoochelingen tot
abstractie geworden. Ik klampte me vast aan de kunst, als vermoedde
ik dat in haar, onder hare vormen, iets van de oorsprongreine ademing
der gehéle ziel voortleefde, en stelde hare waarheid hoger dan wat
verstand alleen
[p. 98]
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 2/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
[p. 99]
[p. 100]
aant.en die armen waarin men sliep als in een graf, - om toch in iets
werkelijks tot voldoening te komen! Het was me als een troost, dat ik
de walging voor mezelf kon wreder maken... En dat was nog altijd
menselijkheid, en dat was nog altijd liefde! liefde die tot vernietiging
kon gaan. Want ik voelde wel dat ik den dood beploegde, en kwam er
toe, de omarming te zoeken voor het doodsgevoel dat er op volgde...
En dat bewustzijn, dat bewustzijn!... Het liep in wilde passie naar
alles wat maar luid schreeuwde, om zich te verstompen. Daar stak
ook misschien een weinig “romantisme” in, maar ik beklaag wie hier
glimlacht. Gebroken en wanhopig en de ogen leeg, hebben wij met
den waanzin verkeerd; ik heb rond den dood gedraaid, hem van
dichtbij bezien’
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 3/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
Maar een geloof schept men niet, en ik zwolg in stelsels. De kern der
samenvatting die ik droomde zocht
[p. 101]
Ik!... Ik riep het heel luid, maar voelde mij dor en niet gelukkig. Er
was als iets gebroken in mij. Alles wat ik zag scheen verder dan ooit
buiten mij. Ik zei wel: het leven, maar voelde 't kleurloos als den
dood... En rondom mij steeg weer het stilzwijgen.
Ik!... Dat was weer wat verstandswerk, en 't verstand werd ik moe.
Het vergankelijke of 't onvergankelijke, wat is nu ‘ein Gleichniss’?
De zogenaamde ‘logica’ waarmeê regelrecht gedacht werd scheen me
zeer weinig den gang van 't werkelijke leven te beantwoorden. Kon ik
maar leven zonder theorie!
[p. 102]
[p. 103]
[p. 104]
aant.als een sluier van de sterren om mij wuiven, als een bevenden
wasem licht als dauw, een wasem van vrouwelijke bevalligheid...
Maar waarom ging ik aan de strakke beelden die uit mij zelf
geschapen werden een recht erkennen over mij zelf? over al wat in
mij nog vrij leefde en wierd? Weldra bemerkte ik ook, dat een
volledige verwezenlijking van 't Christendom in 't hedendaagse leven
onmogelijk is, en dat het aan mijn wezen zijn verloren eenheid niet
kon teruggeven. Ik zag hoe de rechtzinnige christene, alle dagen,
daden verrichtte die allerminst christelijk zijn, uit zeer natuurlijke
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 5/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
[p. 105]
‘En zijn er nog’, zei mijn vriend, die zich willen volmaken naar een
gedachte, zich willen verwezenlijken in iets ‘absoluuts’, laat die maar
gaan; zij zullen ook wel eens gezond worden, en in zich een
evenwicht vinden, dat hen geheel kan voldoen. De oude Will wist het,
toen hij ongeveer schreef: Dulden moet de mens zijn afscheid van de
wereld als zijne aankomst: rijp zijn is alles.
[p. 106]
aant.iets komen zoals 't bij mij gekomen is, iets dat zij niet
verwachtten, een diepere hechtheid, een opener zin voor het
werkelijke; iets dat men in zich heeft of niet, - alle woordentwist doet
er niets toe, - maar dat alle andere ‘waarheid’ kan vervangen. De
verlossing komt uit verdere stromingen, bij velen te zamen. Het is mij
zelf onmogelijk te verklaren hoe ik me van alle berouw gewassen
heb, en niet meer weet wat zonde betekent; en waar ik ook ben, ik ben
op mijn plaats. Ik, zoals ik hier sta in 't ogenblik dat ik beleef, ben de
enkele maat van een leven, dat ik steeds rijker en voller rondom mij
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 6/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
zie worden; wat niet in mij is ken ik niet, mij zelf alleen kan ik
bewust zijn, ik ken God inzover ik God ben; ik stel de verhoudingen
en waarden vast, en laat de anderen met hún waarden tevreden zijn.
Ze mogen zeggen dat ik me aan illusie overgeef: is er de wereld of
niet, wij handelen natuurlijk alsof zij er was, en de haarkloverij komt
later. Dat men maar zuiver genoeg werd om alle bemiddelaars weg te
schuiven en de dingen rechtstreeks te voelen! Wat leeft wil leven: ik
ga, en vertrouw op den zang der ondoorgrondelijke kracht die in mij
doorvloeit. Weet ge dat ‘de oude klacht, dat alles vergankelijk is, de
vrolijkste aller gedachten kan worden’? Dat is ook geloof, maar ik
mag het zonder wroeging door een ander vervangen; ik mag
veranderen, en morgen mijn wereld omscheppen. Alle ogenblikken
zijn eeuwig en schoon. Het avondgoud dat ginder in die
bomenkruinen rust, en straks verdoven zal, ik kan nu geloven dat het
mijn eigen stille warmte is, en dan weer dat heel die schemering als
een wonderbare geheimenis ademt; ik kan honderdmaal het woord tot
vlees maken, en
[p. 107]
aant.het vlees tot woord: in mij zelf heb ik mijn evenwicht, gezond
zijn is alles.
Als de grote liefde onder ons mogelijk zal worden, machtiger dan alle
krachten, dan zullen wij dicht bij onze volmaaktheid staan; en man en
vrouw zullen de ‘verhulde goden’ zijn, die elkaar ontsluieren en
bevrijden. Want liefde van man tot vrouw is de oorsprong van alle
liefde. Wat vragen we naar wonderen: wij waren zwak en twijfelden,
en nu zien wij klaar, en weten wat de glimlach beduidt; een blik of
wat tranen stellen ons voor al wat niet te weten is, en in een kus gaat
het mysterie zelf verdwijnen. In de vrouw alleen, die dichter bij ons
lot staat dan wij zelf, die leeft als de bomen en schoon is als morgen
en avond, kunnen wij de communie vieren met mensen en alle dingen
in de volledigste schoonheid en werkelijkheid.
[p. 108]
aant.niet horen, maar die sterker is dan alle sterren. De liefde, die uit
de afgronden onzer ziel welt, en over onze hoofden die blauwe
nachthemel, die ons doet denken aan wat het vrezend mensdom den
dood noemt, zij zijn een openbaring voor de eenvoudigsten. Is het
niet zonderling, dat ik in mijn mooiste ogenblikken aan den dood
denk, alsof ik niet ver van mijn grootheid was? Ik zal hem ontvangen
zoals ik smart en vreugd ontving. Het geheime bestaan van alles zingt
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 7/8
13-2-2019 August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 · dbnl
1896
1896
https://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/verm036verz02_01_0009.php 8/8