Вы находитесь на странице: 1из 44

13-2-2019

Ontwikkelingen in MIG/MAG-apparatuur
en de gevolgen voor de regelgeving

Leo Vermeulen IWE-LPI C 248

Nederlands Instituut voor Lastechniek


Wij zijn een onafhankelijke stichting die al meer dan 80 jaar de collectieve belangen
behartigt van bedrijven, instellingen en personen die werken op het gebied van
lassen, lijmen en andere permanente verbindingstechnieken.

1) Onderwijs
De afdeling onderwijs is actief betrokken bij het stimuleren en verbeteren van het
lastechnisch onderwijs in Nederland.

2) Certificatie
Wij certificeren personen en bedrijven, kwalificeren lasmethoden en verzorgen de
officiële erkenning van opleidingsinstellingen.

3) Voorlichting
Wij helpen lassers en lastechnici hun vakkennis up-to-date te houden en
promoten actief ons vakgebied in Nederland.

1
13-2-2019

MIG/MAG ontwikkelingen
• Het principe van het MIG/MAG-proces
• Oorzaak van de ontwikkelingen
• Historie MIG/MAG-lasapparatuur
• Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
• Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze


veranderingen?
– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

MIG/MAG - apparatuur

2
13-2-2019

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
• Oorzaak van de ontwikkelingen
• Historie MIG/MAG-lasapparatuur
• Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
• Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze


veranderingen?
– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

MIG/MAG - ontwikkelingen

3
13-2-2019

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
 Oorzaak van de ontwikkelingen
• Historie MIG/MAG-lasapparatuur
• Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
• Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze veranderingen?


– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

4
13-2-2019

Conventionele stroombronnen

10

5
13-2-2019

Analoge stroombronnen

11

Choppers

12

6
13-2-2019

Choppers

13

Wisselspanning op spoel en kern


• Koper- en ijzerverliezen
• Ohmse weerstand R
• Inductieve weerstand XL XL = 2..f.L
– L = zelfinductie van de spoel in Henry frequentie (f) hoger
– L = n² / R (aantal windingen / magnetische weerstand)
zelfinductie (L) en volume lager
– R afhankelijk van magnetische geleidbaarheid
en lengte en oppervlak (V volume) van de transformatorkern

14

7
13-2-2019

Inverters

15

Inverters

16

8
13-2-2019

17

Digitale inverter

Via Digitale Signaal Processor (DSP) parametersturing

18

9
13-2-2019

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
 Oorzaak van de ontwikkelingen
 Historie MIG/MAG-lasapparatuur
• Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
• Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze


veranderingen?
– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

19

Statische karakteristiek

20

10
13-2-2019

21

22

11
13-2-2019

Statische karakteristiek van het


MIG/MAG-lasapparaat

23

Boogkarakteristieken

24

12
13-2-2019

CV-bron, lasboog en werkpunt

CV - bron

25

Conventionele booggebieden

26

13
13-2-2019

Kortsluitboog

27

Open (sproei) boog

28

14
13-2-2019

Pulsboog

29

Roterende boog

30

15
13-2-2019

Computergestuurde processen
Gecontroleerde Kenmerken Opmerkingen en
materiaaloverdracht indelingnummer volgens
bijlage 1
Pulsovergang Hiermee kan een Geschikt voor roestvaststaal,
kortsluitvrije aluminium en andere non-
materiaaloverdracht worden ferro materialen.
verkregen in het 5.6, 5.7
kortsluitbooggebied. Geeft
een zeer stabiele boog en
mogelijkheden tot lassen in
positie.
Gecontroleerde Verhoogt boogstabiliteit. Voortloopsnelheid kan
kortsluitboog Vermindert spatten. toenemen bij kortstondige
Verbetert de eigenschappen draadaanvoer modulaties.
voor het lassen van 5.3, 5.3.1, 5.3.2, 5.3.3.3,
grondlaag. Verminderd kans 5.10
op bindingsfouten.
Gemodificeerde sproeiboog Stabiele boog met korte 5.5
booglengte mogelijk.
Vermindert lasrook en
verbeterde inbranding.
Gecombineerde varianten Combinatie met 5.9
verschillende boogtypen.
AC varianten (Gecombineerd met 5.8
gecontroleerde
kortsluitboog)
Bewerking uit: WiTH paper based on IIW-Doc-2306-16

31

Moderne kortsluitboogvarianten

32

16
13-2-2019

Moderne sproeiboogvarianten

33

Moderne pulsboogvarianten

34

17
13-2-2019

Conclusie: Computergestuurd..!
Gecontroleerde Kenmerken Opmerkingen en
materiaaloverdracht indelingnummer volgens
bijlage 1
Pulsovergang Hiermee kan een Geschikt voor roestvaststaal,
kortsluitvrije aluminium en andere non-
materiaaloverdracht worden ferro materialen.
verkregen in het 5.6, 5.7
kortsluitbooggebied. Geeft
een zeer stabiele boog en
mogelijkheden tot lassen in
positie.
Gecontroleerde Verhoogt boogstabiliteit. Voortloopsnelheid kan
kortsluitboog Vermindert spatten. toenemen bij kortstondige
Verbetert de eigenschappen draadaanvoer modulaties.
voor het lassen van 5.3, 5.3.1, 5.3.2, 5.3.3.3,
grondlaag. Verminderd kans 5.10
op bindingsfouten.
Gemodificeerde sproeiboog Stabiele boog met korte 5.5
booglengte mogelijk.
Vermindert lasrook en
verbeterde inbranding.
Gecombineerde varianten Combinatie met 5.9
verschillende boogtypen.
AC varianten (Gecombineerd met 5.8
gecontroleerde
kortsluitboog)
Bewerking uit: WiTH paper based on IIW-Doc-2306-16

35

Process Supplier
Name
5.3 Controlled short arc

arc
5.3.1 Low Spatter Short

arc
5.3.2 Low energy short

short arc
5.3.3 Power controlled

5.5 Modified spray arc

arc
5.6 Conventional pulsed

5.7 Modified pulsed arc

5.8 AC process

variant
5.9 Combined process

movement
5.10 Cyclic wire

Bijlage 1. ---> CMT


CMT Advanced

ColdArc
ColdMIG
Fronius
Fronius

EWM
Merke
x
x

x
x
x
x

x
x
x

x
x x
x
x

ColdWeld Cloos x x x
ControlWeld Cloos x x
ForceArc EWM x
ForceArcPuls EWM x
DeepArc Merke x
FocusArc Rehm x
NewArc Kjellberg x
RapidWeld Cloos x
RootArc EWM x x x
SpeedArc Lorch x x x
SpeedCold Lorch x x
SpeedPulse Lorch x x
SpeedRoot Lorch x x
SpeedShort Arc SAF Oerlikon x x

SpeedUp Lorch x x x x x
SteelDynamic Fronius x x
SteelRoot Fronius x x
WiseRoot Kemppi x x
WiseThin Kemppi x x
STT Lincoln x x
Rapid X Lincoln x
AC Alu Pulse Lincoln x
Process Z Lincoln x
RMD Miller x
Pulsed-MIG Miller x
Pulse Oerlikon x
Soft Silent Puls Oerlikon x

Spray Modal Oerlikon x


HPS Oerlikon x
Advanced SeQuencer Oerlikon x x

Easy Short Arc Oerlikon x x

Focus Puls Rehm x x

Power Puls Rehm x x


Pulse Daihen Varstroj x

FRONIUS Synchropulse Fronius x

Pulse Multi Control (PMC) Fronius x

PMC Mix Fronius x x x


PMC Mix Drive Fronius x x x x

PMC Synchropulse Fronius x

Pulse Control Spray (PCS) Fronius x x x

Low Spatter Control (LSC) Fronius x

LSC Advanced Fronius x

CCC IMC x x x
SOFTMIG IMC x± x x

MIGAC IMC x x
PulsadoTermico IMC x x

AVS IMC x
Pulsed-MIG Miller x
Pulse Oerlikon x
Soft Silent Puls Oerlikon x

Spray Modal Oerlikon x


HPS Oerlikon x
Avanced SeQuencer Oerlikon x x

Easy Short Arc Oerlikon x x

IAC (Intelligent Arc Control) Migatronic x x x

Power Arc Migatronic x


Duo Plus Migatronic x x
Sequence Repeat Migatronic x x
3
5.

1
3.
5.

2
3.
5.

3
3.
5.

5
5.

6
5.

7
5.

8
5.

9
5.

10
5.

36

18
13-2-2019

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
 Oorzaak van de ontwikkelingen
 Historie MIG/MAG-lasapparatuur
 Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
• Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze


veranderingen?
– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

37

Overwegingen op basis van:

• TECHNICAL REPORT ISO/TR 18491 Welding and allied processes


– Guidelines for measurement of welding energies

• WiTW Paper based on IIW-Doc-XII-2306-16


– Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments:
The implications related to International fabrication standards

38

19
13-2-2019

WiTW paper based on IIW-Doc-2306-16


Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments:
The implications related to International fabrication standards.

• Computergestuurde processen verschillen in kenmerken en


prestaties onderling (en ook van equivalente conventionele
processen)

• Computergestuurde processen vereisen een alternatieve


maat voor warmte-inbreng berekeningen. Onjuist gebruik van
de berekeningen voor zal leiden tot significante fouten in de
werkelijke boogenergie berekeningen

39

Steekproeven uit de WiTW paper


Process Mode Mean Current ‘Mean’ arc energy True arc energy Error
Amps Equation (A) Equations (B) and (C) %
kJ/mm kJ/mm

Spray Transfer 255 0.79 0.79 0


Conventional Dip 106 0.41 0.38 - 8.3%
Transfer

Waveform controlled 54 0.27 0.25 - 4.7%


Dip

Pulsed Transfer 140 0.22 0.29 + 23%

WiTW paper based on IIW-Doc-2306-16

(A) Gebruikelijke methode volgens bv. EN 1011-1


(B) + (C) Directe energie of vermogen volgens ISO/TR 18491

40

20
13-2-2019

WiTW paper based on IIW-Doc-2306-16


Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments:
The implications related to International fabrication standards.

• Recent onderzoek toont aan dat de thermische


efficiëntiewaarden die in sommige normen worden genoemd
onderhevig zijn aan een breed scala aan variaties.

41

WiTW paper based on IIW-Doc-2306-16


Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments:
The implications related to International fabrication standards.

• Wanneer het thermisch rendement wordt gebruikt om de


warmte-inbreng of afkoeltijd te berekenen moet de invloed
rendementswaarden overwogen.

• Het thermisch rendement is met name van belang in het


pWPS-stadium. Werken met “boogenergie” zou voldoende
moeten zijn om reproduceerbare productielassen te krijgen.

42

21
13-2-2019

Wat wordt verstaan onder…

• Conventionele processen Deel 1 van deze lezing


• Computergestuurde processen
• Warmte-inbreng
• Boogenergie ISO/TR 18491

• Thermisch rendement

• En wanneer gebruiken we wat..?

43

Warmte-inbreng en boogenergie
• Computergestuurd-lassen (wave-controlled-welding)
• Niet-computergestuurd-lassen (non-wave-controlled-welding)

A
• Boogenergie B
ISO/TR 18491 C

k
• Warmte-inbreng
EN 1011-1,ISO/TR 17671-1

44

22
13-2-2019

Warmte-inbreng volgens
EN 1011-1 en ISO/TR 17671-1
_
𝑄 = 𝑘. . 10 3

Afkorting en symbool Aanduiding Eenheid

k Thermisch rendement -

I Boogstroomsterkte A

U Boogspanning V

v Voortloopsnelheid mm/s

Q Warmte-inbreng kJ/mm

45

Warmte-inbreng en boogenergie
• Computergestuurd-lassen (wave-controlled-welding)
• Niet-computergestuurd-lassen (non-wave-controlled-welding)

A
• Boogenergie B
ISO/TR 18491 C

k
• Warmte-inbreng
EN 1011-1,ISO/TR 17671-1

46

23
13-2-2019

Boogenergie volgens ISO/TR 18491


_
• A 𝐸= . 10 3
_
• B 𝐸= . 10 3
_
• C 𝐸= . 10 3
Afkorting en symbool Aanduiding Eenheid
I Boogstroomsterkte A
L Lengte van de lasrups mm
U Boogspanning V
v Voortloopsnelheid mm/s
E Boogenergie kJ/mm
IE Directe (instantaneous) energie J
IP Directe (instantaneous) vermogen J/s

B en C zijn het meest geschikt voor computergestuurde processen

47

Kwalificatie Productie
Kwalificatie Kwalificatie
Niet-computergestuurd-lassen Computergestuurd-lassen
(non-waveform-controlled-welding) (waveform-controlled-welding)

Kwalificatie Kwalificatie Kwalificatie


Meetmethode/formule A, B of C Meetmethode/formule A Meetmethode/formule B of C

Extra test

Ondersteund Ondersteund Ondersteund Ondersteund Ondersteund

Niet- Alleen
computergestuurd- Computergestuurd- Stroombron,
lassen lassen model, software, Niet-
met met parameters ed. computergestuurd- Computergestuurd-
meetmethode/ meetmethode/ tijdens kwaliticatie lassen lassen
formule formule met met met
A, B of C B of C meetmethode/ meetmethode/ meetmethode/
formule formule formule
Bewerking van figuur A.1 uit ISO/TR 18491:2015 A A, B of C B of C

48

24
13-2-2019

Extra test volgens ISO/TR 18491


• Bij de WPQR moeten de resultaten van een extra meting worden
toegevoegd.

• Dit kan worden gedaan door een eenvoudige rups op de plaat te


lassen met dezelfde parameters (modus of programma, spanning,
stroom, etc.) zoals gebruikt in de procedure kwalificatie.

• Gebruik hiervoor meters op de lasstroombron of externe meters die


het directe energie of vermogen (IE of IP) weergeven.

• De boogenergie kan berekend worden met behulp van de formules


B of C.

49

WiTW paper based on IIW-Doc-2306-16


Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments:
The implications related to International fabrication standards.

• Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek


– Om te zorgen voor een meer betrouwbare overdracht van
lasprocedures tussen conventionele en computergestuurde processen
moet een enkele objectieve criteria worden gezocht. Dit kan een
eenvoudige uitdrukking zijn zoals de verhouding tussen boogenergie
en draadaanvoersnelheid. Het is mogelijk dat dit criterium kan worden
afgeleid door modellering maar er is ook een vorm van praktische
validatie vereist.

50

25
13-2-2019

Conclusies
• Analyseer de typen MIG/MAG-apparaten die gebruikt worden

• Kies strategisch voor welk type gebruikt wordt voor de kwalificatie


van de lasmethode (en de lasser)

• Stem de meet-/berekeningsmethode voor kwalificatie en


productiemonitoring af op de gebruikte apparatuur

• Wereldwijd is er een groot verschil in het gebruik en de waarde van


het thermisch rendement, overweeg het gebruik hiervan

51

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
 Oorzaak van de ontwikkelingen
 Historie MIG/MAG-lasapparatuur
 Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd
 Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)

• Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze veranderingen?


– NEN-EN 1090-2:2018
– De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
– De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

52

26
13-2-2019

Toepassingsnormen bepalen veel..!


• Welke versie van toepassing is
wordt bepaald door:
– Gedateerde verwijzing,
Volgens vermelde versie
– Ongedateerde verwijzing,
Meest actuele versie
• Aanvullende zaken zoals:
– Extra beproevingen
– Beperkingen
• Keurmeester/keuringsinstantie
– Extern
– Intern

53

Het proces met “externe” keurmeester

Fabrikant keurmeester of keuringsinstantie

Toets werkwijze aan


Stelt pWPS op
norm

Ondertekent en
Maakt lasproef
verstrekt evt. WPQR

Stelt op basis van WPQR


werkinstructie op.

54

27
13-2-2019

Interne keurmeester

Fabrikant/keurmeester

Stelt pWPS op

Maakt lasproef

Toets werkwijze aan


norm  De keurmeester heeft een aantal taken om het
kwalificatieproces goed te laten verlopen
Ondertekent en verstrekt
evt. WPQR  voor…
 tijdens en
Stelt op basis van WPQR
werkinstructie op.  na het lassen

55

Taken van keurmeester


 Voor het lassen
 Identificatie, beoordeling kennis van lasser/bediener
 Geschiktheid van pWPS
 Controle van werkstuk en lasaspecten (o.a. parameters)
 Voldoen alle aspecten aan de norm

 Tijdens het lassen


 Controle en meten alle relevante gegevens (parameters)
 Controle identiteit van de lasser/bediener
 Controle van start/stop volgens de norm
 Zijn evt. reparaties binnen de norm toegestaan
 Relatie met de productieomstandigheden.

56

28
13-2-2019

Taken van keurmeester


 Na het lassen
 Zijn alle benodigde zaken geïdentificeerd incl. markering proefstukken
 Worden de NDO en DO proeven juist uitgevoerd
 Zijn alle beproevingsrapporten juist ingevuld incl. de acceptatiecriteria
 Indien nodig, bepaal de eisen voor her-beproeving
 Zorg dat alle benodigde rapporten en resultaten beschikbaar zijn en de
inhoud van van het certificaat juist is
 Kloppen de geldigheidsgebieden van de kwalificatie

 Kennis van …
 Normen, meetapparatuur, accessoires en documenten die worden
gebruikt bij het lassen van een kwalificatie proeflas

57

Volgens welke norm..?


(EN 1090-2:2018)
Fabrikant/keurmeester

Stelt pWPS op

Maakt lasproef

Toets werkwijze aan


norm

Ondertekent en evt.
verstrekt WPQR

Stelt op basis van WPQR


werkinstructie op.

58

29
13-2-2019

Standaardlasmethode (SWPS)

59

EN-ISO 15612:2018
• Toepassingsgebied
– Eisen aan organisatie/uitgever (organization)
• m.b.t. ontwikkelen, kwalificeren en publiceren van de SWPS
– Eisen aan gebruiker/fabrikant (user)
• m.b.t. gebruik van de SWPS

– Van toepassing op lassen in staal en aluminium

60

30
13-2-2019

Beperking in gebruik en publicatie


• Gebaseerd op een (gekwalificeerde) WPQR volgens:
– EN-ISO 15614-1, level 2
– EN-ISO 15614-2

• De WPQR waarop de SWPS is gebaseerd moet beschikbaar zijn voor de


gebruiker (fabrikant)

• Specificatie van variabelen volgens EN-ISO 15609

• Aanvullende eisen op SWPS mogen opgenomen worden, bv:


– Lasnaad voorbereiding
– Lasposities
– Toevoegmateriaal, bij kerfslageisen ook fabrikant en handelsbenaming
– Lasapparatuur
– Voorwarm- en tussenlaagtemperatuur
– reparatielassen

61

Beperking in gebruik
• Tot wanddikte t = 50 mm
• Materiaalgroepen volgens ISO/TR 15608

– Ongelijksoortige verbindingen niet toegestaan, behalve


• Alle combinaties tussen 1.1, 1.2, 1.3 en 11.1
• Combinaties tussen 22.1 en 22.2

62

31
13-2-2019

Adoptie van een SWPS door gebruiker


• Lascoördinatie volgens
– EN-ISO 14731

• Of een gekwalificeerde lassers of een bediener volgens


– EN-ISO 9606-1 of 2 of EN-ISO 14732

63

Adoptie van een SWPS door gebruiker


• De fabrikant
– is verantwoordelijk voor het bepalen van de geschiktheid voor de
toepassing (EN-ISO 15609 en ISO/TR 18491)

– voorziet de SWPS van fabrikantsnaam

– mag eigen lay-out gebruiken, met referentie naar SWPS

– dateert en ondertekent SWPS voor gebruik

64

32
13-2-2019

Het toepassen van de SWPS


• Alleen binnen de grenzen van de variabelen
• Restricties zijn toegestaan
• Een SWPS mag in één lasnaad niet worden gecombineerd met
een andere SWPS of WPS
• Aanvullingen ter ondersteuning van de lasser zijn toegestaan

65

Geldigheid van SWPS


• Onbeperkt geldig tenzij SWPS wordt teruggetrokken of
gereviseerd door uitgever

• Gebruiker (user) en uitgever (organization) ontwikkelen


procedure m.b.t. revisie en terugtrekken van SWPS

• Wordt de “uitgever” verkocht dan komt het beheer


(autoriteit) bij de nieuwe organisatie te liggen

66

33
13-2-2019

Voorbereiding en documentatie
• SWPS moet in overeenstemming zijn met EN-ISO 15609
• De WPQR waarop de SWPS is gebaseerd moet beschikbaar
zijn voor de gebruiker (fabrikant)
• Alle restricties m.b.t. apparatuur, toevoegmaterialen en
omgeving condities ed. die volgens de uitgever noodzakelijk
zijn moeten worden opgenomen in de SWPS
• Alle documenten waarop de SWPS is gebaseerd moeten voor
de uitgever traceerbaar zijn gedurende de hele
geldigheidsduur

67

Conclusies (EN-ISO 15612:2018)


• Het belang van beschrijven en goedkeuren op basis van SWPS
neemt toe

• Beschrijft duidelijk toepassingsgebied en


verantwoordelijkheden voor uitgever en gebruiker

• Het goedkeuren van een lasmethode op basis van een SWPS


vraagt veel kennis en ervaring van gebruiker

68

34
13-2-2019

Volgens welke norm..?


(EN 1090-2:2018)
Fabrikant/keurmeester

Stelt pWPS op

Maakt lasproef

Toets werkwijze aan


norm

Ondertekent en evt.
verstrekt WPQR

Stelt op basis van WPQR


werkinstructie op.

69

Van toepassing op beide niveaus


Of: -Level 1 …
-Level 2 …

For level 1: For level 2:


Van toepassing
op
Niveau 2

70

35
13-2-2019

Structuur van de NEN-EN-ISO 15614-1:2017


1. Toepassingsgebied (scope)
2. Normatieve verwijzingen
3. Termen en definities
4. Voorlopige lasmethode beschrijvingen (pWPS) (ISO 15609)
5. Lasmethode beproevingen
6. Proefstukken
7. Onderzoek en beproeving
8. Geldigheidsgebieden
8.4 Warmte-inbreng (ISO/TR 18491)
8.5 Apparatuur
9. Goedkeuringsrapport van de lasmethode (WPQR)

71

8.4.7 Warmte-inbreng

 Warmte-inbreng mag worden vervangen door boogenergie.


Boogenergie is te berekenen met behulp van de ISO/TR 18491.
 k-factor uit de warmte-inbrengformule mag worden weggelaten.
Echter, zal men wel moeten documenteren of warmte-inbreng,
k-factor of boogenergie is toegepast.

72

36
13-2-2019

8.4.7 Warmte-inbreng
Level 2

 Indien kerfslageisen: De bovengrens van de warmte-inbreng is 25%


hoger dan die bij het lassen van het proefstuk is toegepast.

 Indien hardheidseisen: De ondergrens van de warmte-inbreng is 25%


lager dan de bij het lassen van het proefstuk is toegepast.

73

8.4.7 Warmte-inbreng
Level 2

 Indien kerfslageisen: De bovengrens van de warmte-inbreng is 25%


hoger dan die bij het lassen van het proefstuk is toegepast.

 Indien hardheidseisen: De ondergrens van de warmte-inbreng is 25%


lager dan de bij het lassen van het proefstuk is toegepast.
Voorstel voor nieuwe grenswaarden voor kritische staalsoorten:
 grondlagen
 vullagen
 sluitlagen

74

37
13-2-2019

Structuur van de NEN-EN-ISO 15614-1:2017


1. Toepassingsgebied (scope)
2. Normatieve verwijzingen
3. Termen en definities
4. Voorlopige lasmethode beschrijvingen (pWPS) (ISO 15609)
5. Lasmethode beproevingen
6. Proefstukken
7. Onderzoek en beproeving
8. Geldigheidsgebieden
8.4 Warmte-inbreng (ISO/TR 18491)
8.5 Apparatuur
9. Goedkeuringsrapport van de lasmethode (WPQR)

75

8.5.2.3.2 Lassen met computergestuurde apparatuur


(waveform controlled welding)
Level 2

 De fabrikant van het lasapparaat en het lasprogramma (waveform


control mode) samen met alle andere belangrijke informatie moet
in de WPQR geregistreerd worden. Het geldigheidsgebied is
beperkt tot de fabrikant en het betreffende programma dat
gebruikt is tijdens de kwalificatie.

 Wijziging van fabrikant of de wijze waarop de waveform wordt


geregeld vereisen een nieuwe kwalificatie.

76

38
13-2-2019

8.5.2.3.3 Lassen met puls zonder computersturing (non


waveform controlled welding)
Level 2

 Deze apparatuur staat ook wel bekend onder de naam “vrij-


programmeerbare apparatuur”. Alle pulsparameters en
draadsnelheid moeten vooraf aan het lassen handmatig ingesteld
worden. De fabrikant van de bron samen met alle andere
belangrijke informatie moet op de WPQR geregistreerd worden.
Het geldigheidsgebied is niet beperkt tot de fabrikant van de
stroombron die gebruikt is tijdens de kwalificatie.

 Wijziging van fabrikant vereist geen nieuwe kwalificatie.

77

8.5.2.3.4 Lassen zonder puls en zonder


computersturing (non waveform controlled welding)
Level 2

 De fabrikant van de bron moet op de WPQR geregistreerd worden.


Het geldigheidsgebied is niet beperkt tot de fabrikant van de
stroombron die gebruikt is tijdens de kwalificatie.

 Wijziging van fabrikant vereist geen nieuwe kwalificatie.

78

39
13-2-2019

Conclusies (EN-ISO 15614-1:2017)


• Beperkingen van het geldigheidsgebied voor wat betreft
MIG/MAG-apparatuur zijn zeer binnenkort niet meer van
toepassing door (Cor. 2018-01)

• Aanpassing van het geldigheidsgebied van de warmte-inbreng


ligt momenteel bij NC’s ter beoordeling

• Het gebruik van warmte-inbreng, boogenergie en k-factor


moet overwogen worden (ISO/TR 18491)

79

Literatuur en publicaties
• DVS-wandposter • VM-blad

80

40
13-2-2019

Uit: Metallerie 160 • Mei en Juni 2012

81

82

41
13-2-2019

IIW-publicaties
• SC-Qual-144 r9-12
– Guidance for Personnel Witnessing Welding Qualification Tests

• WiTW Paper based on IIW-Doc-XII-2306-16


– Recent Gas Metal Arc Welding (GMAW) Process Developments: The
implications related to International fabrication standards.

• Presentation

83

Documenten beschikbaar voor:

84

42
13-2-2019

Normen
• NEN-EN 1011-1* en ISO/TR 17671-1
• NEN-EN-ISO 15612:2018
• NEN-EN-ISO 15614-1:2017*
• NEN-EN 1090-2:2018
• ISO/TR 18491*

*Opgenomen in NEN-bundel 18, versie 2018

85

MIG/MAG ontwikkelingen
 Het principe van het MIG/MAG-proces
 Oorzaak van de ontwikkelingen
 Historie MIG/MAG-lasapparatuur
 Procesvarianten, conventioneel en computergestuurd

 Gevolg voor de beheersen van het lasproces (ISO/TR 18491)


 Hoe gaat de regelgeving (normen) om met deze veranderingen?
 NEN-EN 1090-2:2018
 De standaardlasmethode volgens de NEN-EN-ISO 15612:2018
 De lasmethodebeproeving volgens NEN-EN-ISO 15614-1:2017

86

43
13-2-2019

87

44

Вам также может понравиться