Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
digitale camera
Handelsmerkinformatie
Apple, het Apple logo, Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer,
Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporaton. CompactFlash is een
handelsmerk van SanDisk Corporation. Lexar Media is een handelsmerk van Lexar Media Corporation. Microdrive is
een gedeponeerd handelsmerk van Hitachi Global Storage Technologies in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. PictBridge is een handelsmerk. D-Ligh-
ting technologie is verstrekt door Apical Limited. Alle andere handelsnamen die in deze gebruikshandleiding of de
andere documentatie bij uw Nikon product worden genoemd zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van hun respectievelijke houders.
Pictogrammen en conventies
Om het vinden van bepaalde informatie te
vergemakkelijken zijn de volgende picto-
grammen gebruikt: Inleiding
Dit pictogram staat bij waarschu-
wingen: informatie die belangrijk
is om schade aan de camera te Voorbereiding
voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkin-
gen: informatie die gelezen dient te Foto’s maken – basistechniek
worden voordat de camera wordt
gebruikt.
Dit pictogram staat bij tips: aan- Onderwerpsstand
vullende informatie die van pas
kan komen bij het gebruik van de
camera.
Dit pictogram geeft aan dat er el-
Meer weten over foto’s maken
ders in deze handleiding of in de
Snelhandleiding meer informatie
over dit onderwerp staat. Films
Het opnamemenu
Het weergavemenu
Het setup-menu
Technische opmerkingen
i
Voor uw veiligheid
Lees om schade aan uw Nikon product of letsel bij uzelf te voorkomen de nu
volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u het product gaat ge-
bruiken. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften op een plaats waar gebruikers
van het product er kennis van kunnen nemen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende pic-
togram weergegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen die u moet lezen voordat u uw Nikon-
product gebruikt, om mogelijk letsel te voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
Kijk niet via de zoeker naar de zon Demonteer het apparaat niet
Via de zoeker naar de zon of een andere Het aanraken van de interne onderdelen
sterke lichtbron kijken kan tot gezichtsbe- van de camera of batterijlader kan tot
schadiging leiden. letsel leiden. Reparaties dienen alleen door
een daartoe bevoegde monteur te worden
Schakel het apparaat bij storing onmid-
uitgevoerd. Mocht de camera of batterijla-
dellijk uit
der openbarsten als gevolg van een val of
Indien er rook of een ongewone geur uit
ander ongeluk, haal dan de stekker uit het
de camera, de batterijlader of de licht-
stopcontact en/of de batterij uit de lader
netadapter (optioneel verkrijgbaar) komt,
en laat het product door een door Nikon
koppel de batterijlader of lichtnetadapter
erkende reparatiedienst nakijken.
dan los en verwijder de batterij onmiddel-
lijk. Pas daarbij op dat u zich niet brandt. Neem bij het gebruik van de batterijla-
Voortgaand gebruik kan tot letsel leiden. der de volgende voorzorgsmaatregelen
Nadat u de stroombron heeft verwijderd in acht
of losgekoppeld, dient u het apparaat door • Houd het apparaat droog. Het niet in acht
een door Nikon erkende onderhoudsdienst nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
te laten nakijken. leiden tot brand of een elektrische schok.
• Stof op of bij de metalen onderdelen van
Gebruik de camera of batterijlader niet
de stekker dient met een droge doek te
in de buurt van ontvlambaar gas
worden verwijderd. Voortgaand gebruik
Gebruik elektronische apparatuur niet in
kan tot brand leiden.
de buurt van ontvlambaar gas, aangezien
• Raak tijdens onweersbuien het netsnoer
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
niet aan en blijf uit de buurt van de bat-
Wees voorzichtig met de camerariem terijlader. Het niet in acht nemen van deze
Doe de camerariem niet rond de hals van voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
een kind. elektrische schok.
Buiten bereik van kinderen houden • Zorg dat u het netsnoer niet beschadigt of
Zorg ervoor dat kleine kinderen geen bat- wijzigt, er niet hard aan trekt of het sterk
terijen of andere kleine onderdelen in hun buigt, het niet onder zware voorwerpen
mond kunnen stoppen. plaatst en het niet blootstelt aan hitte of
vuur. Mocht de isolatie beschadigd raken
en de draden bloot komen te liggen, laat
ii
het snoer dan door een door Nikon erkende • Stop onmiddellijk met het gebruik van de
reparatiedienst nakijken. Het niet in acht batterij als u een verandering opmerkt,
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan zoals verkleuring of vervorming.
leiden tot brand of een elektrische schok. Gebruik de juiste kabels
• Pak de stekker of batterijlader niet met Gebruik voor de aansluitingen uitsluitend
natte handen vast. Het niet in acht nemen de door Nikon voor dit doel meegeleverde
van deze voorzorgsmaatregel kan leiden kabels, opdat u zeker bent dat aan de tech-
tot een elektrische schok. nische voorwaarden wordt voldaan.
Neem bij het gebruik van batterijen Verwijderen van geheugenkaarten
onderstaande voorzorgsmaatregelen Geheugenkaarten kunnen tijdens gebruik
in acht heet worden. Wees daarom voorzichtig
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer u geheugenkaarten uit de ca-
wanneer u ze verkeerd gebruikt. Neem mera verwijdert.
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
Wees voorzichtig met bewegende onder-
wanneer u de batterijen voor dit product
delen
gebruikt:
Zorg ervoor dat uw vingers of andere
• Zorg dat het product uitstaat voordat u de
objecten niet bekneld raken tussen het
batterij vervangt. Zorg bij gebruik van een
objectief of andere bewegende delen.
lichtnetadapter dat deze losgekoppeld is.
• Gebruik uitsluitend oplaadbare Nikon Cd-rom’s
EN-EL7 lithium-ion batterijen (meegeleverd). De met dit apparaat meegeleverde cd-
• Probeer niet om een batterij onderste- rom’s dienen niet op audio-cd-appara-
boven of achterstevoren in de camera te tuur te worden afgespeeld. Het afspelen
plaatsen. van cd-rom’s op een audio-cd-speler kan
• Sluit een batterij niet kort en demonteer leiden tot gehoorverlies of schade aan de
hem niet. apparatuur.
• Stel een batterij niet bloot aan vuur of Wees voorzichtig met gebruik van de
bovenmatige hitte. flitser
• Dompel een batterij niet onder in water en Het gebruik van de flitser dichtbij iemands
zorg dat hij niet nat kan worden. gezicht kan tot tijdelijke schade aan het ge-
• Plaats het dekseltje op de contactpunten zichtsvermogen leiden. Bij foto’s van kleine
van de batterij wanneer u de batterij ver- kinderen is extra voorzichtigheid geboden;
voert. Berg een batterij (al dan niet tijdens ga niet dichterbij dan één meter.
vervoer) niet op bij metalen voorwerpen Gebruik van de zoeker
zoals halskettingen en haarspelden. Pas bij het verstellen van de dioptrie-instel-
• Volledig ontladen batterijen kunnen gaan ling van de zoeker op dat u niet per onge-
lekken. Om schade aan het product te luk een vinger in uw oog krijgt.
voorkomen dient u de batterij te verwijde-
ren als hij leeg is.
Voorkom aanraking met vloeibaar kristal
Mocht de LCD-monitor breken, pas dan
• Onmiddellijk na gebruik of wanneer het
op voor letsel veroorzaakt door gebroken
product gedurende langere tijd op batte-
glas; voorkom dat het vloeibare kristal uit
rijvoeding is gebruikt, kan de batterij heet
de monitor in aanraking komt met huid,
zijn. Voordat u de batterij uit de camera
ogen of mond.
neemt dient u de camera uit te zetten en
de batterij te laten afkoelen.
iii
Opmerkingen
• Voor de gehele of gedeeltelijke repro- • Nikon is niet aansprakelijk voor schade
ductie, transmissie, transcriptie, opslag die voortkomt uit het gebruik van dit
in een geautomatiseerd gegevensbe- product.
stand, of vertaling in welke taal dan • Nikon heeft alles in het werk gesteld
ook, in welke vorm dan ook, en met om te zorgen dat de informatie in deze
welke middelen dan ook van de bij uw handleidingen juist en volledig is; wij
Nikon-product geleverde handleidingen, stellen het zeer op prijs als u de Nikon-
is de voorafgaande schriftelijke toestem- importeur op de hoogte brengt van
ming van Nikon vereist. eventuele fouten of omissies.
• Nikon behoudt zich het recht voor
zonder voorafgaande aankondiging de
specificaties van de hardware en soft-
ware die in deze gebruikshandleidingen
worden beschreven op elke gewenst
moment te wijzigen.
iv
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gerepro-
duceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
v
Inhoud
Voor uw veiligheid............................................................................................ ii
Opmerkingen ................................................................................................... iv
Inleiding 1
Onderdelen van de camera ............................................................................ 2
De weergave bij opnemen (monitor/elektronische zoeker)......................... 4
Het LCD-venster............................................................................................... 6
De monitor....................................................................................................... 7
De ontspanknop .............................................................................................. 7
De keuzeknop.................................................................................................. 8
De multi-selector ............................................................................................. 8
Voorbereiding 9
De batterij opladen ......................................................................................... 9
De batterij plaatsen......................................................................................... 10
Geheugenkaarten plaatsen ............................................................................ 12
Camera aanzetten ........................................................................................... 14
Basisinstelling .................................................................................................. 15
Foto’s maken - basistechniek 17
Stap 1 —Zet de keuzeknop op ................................................................. 17
Stap 2 — Beelduitsnede bepalen ..................................................................... 18
Stap 3 — Scherpstellen en afdrukken.............................................................. 20
Stap 4 —Resultaten bekijken (Snel terugspelen/Schermvullend terugspelen) .... 23
Onderwerpsstand 26
Foto’s maken voor een panorama..................................................................... 31
Meer weten over foto’s maken 33
Beeldkwaliteit en -afmetingen....................................................................... 33
Beeldkwaliteit................................................................................................... 33
Beeldgrootte .................................................................................................... 34
Flitsstand .......................................................................................................... 37
Scherpstelstand................................................................................................ 40
Zelfontspanner en fotograferen met afstandsbediening............................. 41
Belichtingscorrectie ......................................................................................... 44
Vibratie reductie (VR)...................................................................................... 45
Belichtingsstand: Standen P, S, A en M........................................................... 46
P: Programma-automatiek................................................................................ 47
S: Sluitertijdvoorkeuze ...................................................................................... 48
A: Diafragmavoorkeuze .................................................................................... 49
M: Handmatig .................................................................................................. 50
Gevoeligheid (Alleen standen P, S, A en M) ........................................................... 52
Witbalans (Alleen standen P, S, A en M) ................................................................ 54
Handmatige scherpstelling (Alleen standen P, S, A, M en )................................ 57
vi
Films 59
Filmstand.......................................................................................................... 59
Films opnemen ................................................................................................ 61
Films afspelen .................................................................................................. 64
Meer weten over afspelen 65
Beelden met de camera bekijken................................................................... 65
Beelden op TV bekijken .................................................................................. 75
Beelden op de computer bekijken ................................................................. 76
Foto’s printen................................................................................................... 79
Het opnamemenu 85
Lichtmeting...................................................................................................... 87
Continu ............................................................................................................ 88
Best Shot Selector (BSS)................................................................................... 91
Beeld aanpassen .............................................................................................. 93
Verzadiging ..................................................................................................... 94
Gebruikersinstelling ........................................................................................ 95
Verscherping.................................................................................................... 96
Lensconverter .................................................................................................. 97
Belicht. opties (Belichtingsopties) .................................................................. 98
Scherpstelopties............................................................................................... 100
Zoomopties ...................................................................................................... 102
VR-stand........................................................................................................... 103
Flitsopties ......................................................................................................... 104
Auto bracketing .............................................................................................. 107
Ruisonderdrukking.......................................................................................... 109
Standaardwaarden.......................................................................................... 110
Mijn menu........................................................................................................ 111
Geheugenkaart formatteren .......................................................................... 112
Het weergavemenu 113
Wissen .............................................................................................................. 114
Mappen............................................................................................................ 116
Diashow ........................................................................................................... 120
Beveiligen ........................................................................................................ 122
Beeld verbergen .............................................................................................. 123
Printopdracht................................................................................................... 124
Auto-overdracht .............................................................................................. 126
Verplaats beeld................................................................................................ 128
Geheugenkaart formatteren .......................................................................... 129
Kleine kopie..................................................................................................... 129
vii
Het setup-menu 130
Taal/Language ................................................................................................. 131
Datum .............................................................................................................. 131
Mappen............................................................................................................ 133
Monitorinstelling............................................................................................. 133
Oplopende nummering .................................................................................. 136
Sluitergeluid .................................................................................................... 137
Automatisch uit ............................................................................................... 138
Geheugenkaart formatteren .......................................................................... 138
Bediening......................................................................................................... 138
Opnamebevestiging ........................................................................................ 140
info.txt ............................................................................................................. 140
USB ................................................................................................................... 141
Videostand....................................................................................................... 141
Standaardwaarden.......................................................................................... 141
Datum afdrukken ............................................................................................ 142
Firmware versie ............................................................................................... 142
Technische opmerkingen 143
Optionele accessoires ...................................................................................... 143
Goedgekeurde geheugenkaarten.................................................................. 144
Verzorging van uw camera............................................................................. 145
Foutmeldingen ................................................................................................ 148
Problemen oplossen ........................................................................................ 151
Specificaties ..................................................................................................... 154
Index................................................................................................................. 157
Inleiding
heid zoals hieronder getoond.
Bevestiging van de draagriem De lensdop
Bevestig de draagriem als hieronder Bij het terugplaatsen of verwijderen van
aangegeven. Herhaal voor het tweede de lensdop dient u de uitsteeksels aan
draagoog. beide einden van de dop in te drukken
햲 햳 om de vergrendeling te ontgrendelen.
Om te voorkomen dat u de lensdop
verliest kunt u het meegeleverde koord
gebruiken om de dop zoals getoond aan
de camera te bevestigen.
햴 햵
LCD-venster ( 6)
knop (flitsstand)
( 37)
knop (LCD-verlichting)
( 6) Accessoireschoentje
( 104)
Keuzeknop ( 8)
Ingebouwde flitser
( 19, 37, 104–105)
knop (belich-
tingscorrectie)
( 44)
Knop opname/
weergave spraak-
memo ( 74)
Ontspanknop ( 7)
Objectiefring
verwijderd
Vergrendeling deksel
batterijruimte ( 10)
Deksel batterijruimte
( 10, 11)
Statiefaansluiting
2
AE / AF-L knop (belichtings-/
knop (monitor) ( 4) scherpstelvergrendeling)
( 22, 138)
Zoomknoppen ( / )
Oogje voor ( 18, 67, 70)
draagriem (× 2)
Inleiding
Instelschijf
Sleuf geheugen-
kaart ( 12, 13)
Elektronische
zoeker
( 4, 5)
Monitor
( 4, 5, 7)
knop (menu)
Deksel kaartsleuf
( 26, 85, 113)
( 12, 13)
knop (snel terugspelen)
( 23)
Multi-selector
knop (wissen) ( 23, 58, 65)
( 8)
knop (zelfontspanner) ( 41)
Knop oogsterkte-aanpassing
( 19)
Deksel interface-aansluiting
Schakelaar vibratie reductie (VR)
( 18, 45)
DC IN
aansluiting
( 11)
Objectiefring
Digitale (I / O (USB) en
/MF knop audio/video (A / V) uit
(scherpstelstand/ aansluiting
handmatige scherp- ( 75, 77, 80)
stelling) ( 40, 57) Luidspreker ( 64, 74)
3
De weergave bij opnemen (monitor/elektronische zoeker)
Tijdens opnemen kunnen de volgende aanduidingen verschijnen 1:
1 2 3 4 6 Aanduiding batterijconditie 6 .......... 17
Inleiding
7 Pictogram
TOKYO 5 “Datum niet ingesteld” 7 ................ 15
18 1.0
.0 AE/AF 6 8 Opname-aanduiding...................... 21
17 7
16 10 AE-L AF-L 8 9 Flitsaanduiding .............................. 20
19 9 10 Beeldgrootte ................................. 35
8M 10 11 Beeldkwaliteit................................ 35
11
60 F2.8
1/60 126 12 12 Resterend aantal opnamen ............ 17
13 Datum afdrukken aanduiding ...... 142
15 14 13 14 Diafragma ............................... 49, 50
1 Auto / onderwerpsstand 2......... 17, 26 15 Sluitertijd................................. 48, 50
2 Zoomaanduiding 3 .......................... 18 16 Zelfontspanneraanduiding ............. 41
Mapnaam 4 .................... 25, 116, 133 17 Aanduiding vibratie
3 Scherpstelaanduiding 5 ................... 20 reductie (VR) ........................... 17, 45
4 Scherpstelstand ............................. 40 18 Belichtingscorrectie........................ 44
5 Flitsstand ....................................... 38 19 Belichtings-/
scherpstelvergrendeling ..... 31, 63, 98
1 Weergegeven pictogrammen zijn afhankelijk van 5 Verschijnt wanneer ontspanknop half wordt ingedrukt.
de camerainstellingen. 6 Verschijnt wanneer batterijen leeg raken.
2 Het pictogram is afhankelijk van de geselecteerde 7 Verschijnt wanneer cameraklok niet is ingesteld.
stand of het geselecteerde onderwerp.
3 Verschijnt bij indrukken zoomknoppen.
4 Verschijnt alleen ingeval van mappen die werden
aangemaakt of hernoemd met de optie Mappen
( 116).
De knop
Wanneer heldere lichtomstandigheden het beeld op de monitor slecht zichtbaar maken
kunt u de elektronische zoeker gebruiken om de uitsnede te bepalen. Gebruik de
knop om heen en weer te wisselen tussen de monitor en de zoeker.
8M
125 F5.6
1/125 15
8M
125 F5.6
1/125 15
8M
1/125 F5.6 15
4
20 21 22
34
TOKYO
1.0
.0 AE/AF 26
23
33 H
100 24 25
Inleiding
30 32
31 8M
27
60 F2.8
1/60 126 895”
895
29 28
De knop
Om de opname-aanduidingen te verbergen of weer te geven drukt u op de knop.
Histogram (alleen P, S, A;
niet weergegeven wanneer
Huidige instellingen AE-vergrendeling aan staat).
8M 8M
60 F2.8
1/60 126 60 F2.8
1/60 126
1 Witbalans...................................... 55 4 Belichtingscorrectie........................ 44
2 Gevoeligheid (ISO-equivalent) ........ 53 5 Flitsstand ....................................... 38
3 Sluitertijd 2 ............................... 48, 50 6 Opnameteller
Diafragma 2 .............................. 49, 50 (resterend aantal opnamen) ........... 17
Continu-opname ........................... 88 Belichtingsaanduiding.............. 50, 51
Geselecteerd onderwerp 7 Continu-opnamestand................... 89
(onderwerpsstand)......................... 26 8 Zelfontspanner .............................. 41
Filmstand....................................... 60 9 Lichtmeetmethode ........................ 87
Witbalans...................................... 54
10 Scherpstelstand ............................. 40
Overspeelstatus ............................. 77
Belichtingscorrectie........................ 44 11 Handmatige scherpstelling............. 57
Beeldkwal/form ............................. 35 12 Batterijconditie .............................. 17
Gevoeligheid (ISO-equivalent) ....... 52
Geheugenbank Instelsets............... 95
1 Ter illustratie wordt het LCD-venster getoond met 2 Druk op FUNC knop om te wisselen tussen sluiter-
alle elementen verlicht. tijd- en diafragmaweergave (met uitzondering van
S en A stand).
Knop LCD-verlichting
Wilt u de instellingen ook in het donker kunnen bekijken, druk dan op de knop LCD-
verlichting ( 2). Het LCD-verlichtingssysteem (doorlichtsysteem LCD-venster) zal
circa acht seconden aanblijven, of tot u nogmaals op de knop drukt.
6
De monitor
0°
90°
Inleiding
180°
Uitklappen voor gebruik Rotatiebereik Gebruik voor zelfportretten*
De ontspanknop
De ontspanknop van de camera heeft twee indrukposities. Bij half indrukken
worden de scherpstelling en belichting ingesteld. De scherpstelling en belich-
ting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt gehou-
den. Om de sluiter te ontspannen drukt u de ontspanknop helemaal in.
P SA M ( 46)
Kies deze standen om de
Auto ( 17) sluitertijd en het diafragma Onderwerp ( 26)
Een simpele “richten-en- in verschillende maten te Keuze uit vijftien “onder-
schieten” stand, aanbevo- regelen. werpen” afgestemd op ver-
len voor mensen die voor schillende situaties en opna-
het eerst een digitale ca- me-omstandigheden en laat
mera gebruiken. de camera de rest doen.
De multi-selector
Met de multi-selector navigeert u door de cameramenu’s.
Cursor omhoog
Annuleren en
terugkeren naar
vorige menu, of Druk op het midden om
cursor naar links een optie te selecteren
verplaatsen
Oproepen sub-menu, cursor
naar rechts verplaatsen of
Cursor omlaag selectie maken
8
Voorbereiding
De batterij opladen
De camera gebruikt een oplaadbare Nikon EN-EL7 lithium-ion batterij (mee-
geleverd). Laad de batterij op voordat u hem voor het eerst gebruikt of wan-
neer hij bijna leeg is.
2
3
1 Sluit het netsnoer aan
Sluit het netsnoer aan op de meegeleverde MH-56
batterijlader (햲) en steek de stekker in een stop-
contact (햳). Het CHARGE-lampje gaat branden om
Voorbereiding
1
aan de geven dat het laadapparaat aan staat (햴).
2 Laad de batterij op
Verwijder het beschermkapje van de batterijpolen
en schuif de EN-EL7 met de aansluitingen eerst in
de MH-56. Tijdens het opladen geeft het CHARGE-
lampje als volgt aan wat de batterijstatus is:
CHARGE-
lampje Beschrijving
Knippert Batterij aan het opladen.
CHARGE lampje Aan Batterij volledig opgeladen.
begint te knipperen Batterijfout. Indien de omgevingstempera-
wanneer de batterij tuur niet tussen 5–35 °C ligt, wacht dan tot
wordt geplaatst. de temperatuur zich binnen dit bereik bevindt
Het laden is voltooid Knippert
voordat u de batterij oplaadt. Koppel anders
wanneer het lampje snel
de batterijlader los, verwijder de batterij on-
CHARGE niet meer middellijk en laat beide door een handelaar of
knippert. door Nikon erkende reparatiedienst nakijken.
1 2
open (햳).
3 Plaats de batterij
Plaats een volledig opgeladen EN-EL7 batterij als
aangegeven aan de binnenzijde van het deksel van
de batterijruimte.
Batterijen plaatsen
Proberen de batterij ondersteboven of achter-
stevoren te plaatsen kan schade aan de camera
veroorzaken. Controleer goed of de batterij juist
is geplaatst.
2 1
4 Sluit het deksel van de batterijruimte
Sluit het deksel van de batterijruimte (햲) en schuif
de vergrendeling in de stand (햳).
10
EN-EL7 batterijen
Lees voordat u de EN-EL7 gebruikt eerst de opmerkingen en waarschuwingen
op bladzijde ii–iii en 147 van deze handleiding.
Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of boven 40 °C. Tij-
dens het opladen dient de temperatuur tussen de 5–35 °C te liggen. Let er op dat de
batterij tijdens gebruik heet kan worden; wacht tot de batterij afgekoeld is voordat u
hem oplaadt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan leiden tot be-
schadiging en prestatieverlies van de batterij en verhinderen dat hij normaal oplaadt.
Voorbereiding
Wanneer u de batterij niet gebruikt
Wanneer u de batterij niet gebruikt, verwijder hem dan uit de camera of de lader en
plaats het beschermkapje op de batterijpolen terug. Zelfs wanneer ze uit staan verbrui-
ken de camera en de batterijlader heel kleine hoeveelheden stroom; wanneer u de bat-
terij erin laat zitten kan de batterij zover leeg raken dat hij niet meer functioneert. Zet
de camera uit voordat u batterijen verwijdert of plaatst. Wilt u de batterij verwijderen,
open dan het deksel van de batterijruimte als beschreven in Stap 2 hierboven en schuif
de batterij naar buiten. Denk er om dat de batterij tijdens gebruik heet kan worden;
wees dus voorzichtig als u de batterij verwijdert.
Alternatieve stroombronnen
Om de camera voor langere tijd van stroom te voorzien
kunt u het beste de EH-54 lichtnetadapter gebruiken (apart
leverbaar; 143). Gebruik onder geen voorwaarde een
ander type of fabrikaat lichtnetadapter. Negeren van deze
waarschuwing kan leiden tot oververhitting van of schade aan
de camera.
Het deksel van de batterijruimte verwijderen
Om het deksel van de batterijruimte te verwijderen bij gebruik
van het optionele MB-CP11 battery pack opent u het deksel,
drukt u het naar beneden (햲) en draait u het deksel er af zoals
getoond (햳).
zo dat de contactpunten
richting
Voorbereiding
genkaart verwijderen, zet dan de camera uit en open het dek-
sel van de kaartsleuf/batterijruimte. Druk op de uitwerphendel
(햲), om hem omhoog te laten komen, druk er nog eens op 2
om de kaart gedeeltelijk naar buiten te voeren (햳). De kaart
kan met de hand worden verwijderd. Denk erom dat geheu- 1
genkaarten door het gebruik heet kunnen worden; wees dus
voorzichtig als u een geheugenkaart verwijdert.
13
Camera aanzetten
햲 햳
Voorbereiding
햴 햵
Voorbereiding
* Druk op de knop om het menu te verlaten zonder een taal te selecteren.
DATUM DATUM
2 3
Tijd/datum instellen? Tijd/datum instellen?
Nee Nee
Ja Ja
De klokbatterij
Wanneer de hoofdbatterij in de camera zit of de camera op een lichtnetadapter is
aangesloten laadt de klokbatterij zich in ongeveer 10 uur op. Wanneer hij volledig is
geladen kan de klokbatterij een aantal dagen voor backup-voeding zorgen. De klok kan
op de standaardwaarde teruggezet worden als de batterij bijna leeg is; als de batterij
geheel leeg is verschijnt automatisch het DATUM menu.
De cameraklok
De cameraklok werkt mogelijk minder nauwkeurig dan een horloge of een klok in uw
huis. Vergelijk af en toe de tijdaanduiding van uw camera, stel zonodig de tijd bij.
15
TIJDZONE DATUM
6 01. 09. 2004 00 : 00 7
Madrid, Paris, Berlin D M J
Tijdzone
Zomertijd 01 . 09 . 2004
00 : 00
DATUM DATUM
8 9
D M J D M J
01 . 09 . 2004 01 . 09 . 2004
00 : 00 00 : 00
Stel Dag in (volgorde van Dag, Maand en Selecteer Maand. Herhaal stappen 8–9 om
Jaar kan in sommige regio’s afwijken). Maand, Jaar, uur en minuut in te stellen.
DATUM DATUM
10 11
D M J D
M M
D J
01 . 10 . 2004 10 . 01 . 2004
10 : 00 10 : 00
16
Foto’s maken - basistechniek
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u foto’s maakt in de (automatische) stand,
een “richt-en-schiet” stand die wordt aanbevolen voor mensen die voor het
eerst een digitale camera gebruiken.
De batterij-aanduiding
LCD-
Zoeker/monitor venster Status Opmerkingen
Batterij vol. Camera functioneert nor-
—
Batterij gedeeltelijk opgeladen. maal.
Bij gebruik ingebouwde
Batterij bijna leeg. Houd re-
flitser gaat de monitor uit
serve batterij gereed.
tijdens opladen flitser.
LET OP! Er kunnen geen foto’s worden
BATTERIJ Batterij leeg. gemaakt voordat de batterij is
(knippert)
BIJNA LEEG! herladen of vervangen.
17
Stap 2 — Beelduitsnede bepalen
Weergavevertraging
Het beeld dat de CCD van de camera opneemt moet worden verwerkt voordat het op de
monitor of in de elektronische zoeker kan worden weergegeven, wat leidt tot een korte
wachttijd tussen de opname en de weergave van de gemaakte foto. Deze vertraging
kan worden verkort door Snel te kiezen bij Monitorinstelling >Ontspansnelheid in
het setup-menu ( 133).
19
Stap 3 — Scherpstellen en afdrukken
1 Scherpstellen
Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en
belichting ( 7) te vergrendelen. In de stand
zal de camera automatisch scherpstellen op wat
zich in het midden van het beeld bevindt. Scherp-
stelling en belichting blijven vergrendeld zolang de
ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden. Is
het onderwerp slecht verlicht en is de flitser inge-
Scherpstelaanduiding schakeld, dan zal de ingebouwde flitser uitklappen
en zich gaan opladen.
Foto’s maken - basistechniek
Aan (rood)
de flitser ontstoken.
De ingebouwde flitser is aan het
Knippert rood
opladen.
De ingebouwde flitser staat uit of is
Uit
niet nodig.
2 Maak de foto
Druk de ontspanknop verder in om de opname te
maken. Druk om trillingsonscherpte te voorkomen
de ontspanknop rustig in.
20
Tijdens de opname
Terwijl de beelden op de geheugenkaart worden opgeslagen verschijnt het (opname)
of (wachten) pictogram op de monitor of in de elektronische zoeker. De camera kan
doorgaan opnamen te maken totdat het pictogram verschijnt. Zet de camera niet
uit, verwijder de geheugenkaart niet en verwijder of ontkoppel de stroombron
niet als het of pictogram te zien is. Onder die omstandigheden kan een stroom-
onderbreking of verwijdering van de geheugenkaart leiden tot informatieverlies of
beschadiging van de camera of de kaart.
Resterend aantal opnamen
Bereikt het resterende aantal opnamen nul, dan verschijnt de melding “GEEN GEHEU-
GEN MEER” op de monitor ( 148). U kunt pas weer opnemen als u:
• een nieuwe geheugenkaart hebt geplaatst ( 12)
21
Goede resultaten met autofocus
Autofocus werkt het beste wanneer er contrast is tussen onderwerp en achtergrond en het
onderwerp egaal wordt verlicht. Het werkt niet goed bij zeer donkere onderwerpen (tenzij de
AF-hulpverlichting is ingeschakeld en het onderwerp zich binnen het bereik ervan bevindt),
scènes met laag contrast (bijvoorbeeld als onderwerp en achtergrond dezelfde kleur hebben),
wanneer er objecten op verschillende opname-afstanden in beeld zijn (bijvoorbeeld een dier
in een kooi) of bij onderwerpen die zich zeer snel verplaatsen.
8M 8M
60 F2.8
1/60 126 60 F2.8
1/60 126
Plaats het onderwerp midden in beeld en Controleer of de scherpstelaanduiding
druk de ontspanknop half in. brandt, wat aangeeft dat er op het onder-
werp is scherpgesteld.
8M
60 F2.8
1/60 126
Scherpstelling en belichting blijven vergren- Druk de ontspanknop geheel in om de foto
deld zolang de ontspanknop half ingedrukt te maken.
wordt gehouden. *
* Verander zolang de scherpstelling vergrendeld wordt gehouden de afstand tussen ca-
mera en onderwerp niet. Verplaatst het onderwerp zich, laat dan de ontspanknop los en
stel opnieuw in op de nieuwe afstand.
De AE / AF-L knop
Scherpstelling en belichting worden ook vergrendeld als de
AE /AF-L knop ingedrukt wordt gehouden (indien gewenst kan
de AE /AF-L knop worden gebruikt om alleen de scherpstelling of
alleen de belichting te vergrendelen; 139).
22
Stap 4 —Resultaten bekijken (Snel terugspelen/Schermvullend terugspelen)
De knop kan worden gebruikt om opnamen te bekijken zonder de opna-
mestand te verlaten.
10.01.2004 100NIKON
1 2 10:20 0001.JPG
0001 JPG
60 F2.8
1/60 126 8M 1 1
Beelden worden getoond in de linker Druk opnieuw op knop om beel-
bovenhoek van de zoeker/monitor den schermvullend weer te geven
Weergavestand
U kunt opnamen ook weergeven door de keuzeknop op (weergavestand; 65) te zetten.
Weergavetips
Foto’s worden alvast op lage resolutie weergegeven terwijl ze nog van de geheugenkaart
worden gelezen. Hierdoor kunt u de opnamen snel laten passeren zonder dat u hoeft te
wachten totdat elk beeld volledig is opgebouwd.
23
Snelle zoomweergave
Voor een vergroot (× 3) beeld van de opname die schermvullend wordt terugge-
speeld ( 23) of op volle grootte wordt weergegeven ( 65):
3.0 3.0
1 2
8M 1 1
De zoomknoppen kunnen worden gebruikt om het beeld in en uit te zoomen terwijl
snelle zoomweergave geactiveerd is ( 70).
24
Namen beeldbestanden en mappen
Op de geheugenkaart wordt opnamen geïdentificeerd met bestandsnamen die uit drie
delen bestaan: een uit vier letters bestaande identificator, een viercijferig bestandsnum-
mer dat automatisch in oplopende volgorde wordt toegekend, en een uit drie letters
bestaande extensie (bijv. “DSCN0001.JPG”).
Type Identificator Extensie
RAW-kwaliteit foto DSCN .NEF 33
Origineel
25
Onderwerpsstand
De onderwerpsstand biedt een menu met vijftien onderwerpen (“scenes”), die elk
overeenstemmen met een bepaalde veelvoorkomende situatie, zoals tegenlicht,
zonsondergang of een interieuropname. De camera instellingen worden automa-
tisch aangepast aan het geselecteerde onderwerp, waardoor de gebruiker niet
elke instelling afzonderlijk hoeft te wijzigen. Zo selecteert u een onderwerp:
Portret
1 2
8M
60 F2.8
1/60 126 Terug Ingestld
Selecteer onderwerpsstand (standaard ). Het onderwerpsmenu verschijnt.
60 F2.8
1/60 126
Afhankelijk van het geselecteerde onderwerp kunnen er beperkingen gelden
ten aanzien van de flitsstand ( ; 37) of de scherpstelstand ( ; 40). Deze
beperkingen worden op de volgende bladzijden behandeld.
Onderwerpsstand
In hoeverre een onderwerpsstand het gewenste resultaat geeft is mede afhankelijk van
de omstandigheden. Voldoet het resultaat niet, kies dan de stand (auto), P, S, A of
M en probeer het opnieuw.
Onderwerp selecteren
Druk op de FUNC knop en draai de instelschijf om een onderwerp
te selecteren zonder de opnamestand te verlaten. Het geselecteer-
de onderwerp verschijnt op het LCD-venster als – .
26
Portret ( )
Voor portretten. Hoofdonderwerp wordt scherp weer-
gegeven terwijl achtergrond onscherp blijft, wat een
gevoel van diepte geeft.
• Mate van verzachting is afhankelijk van hoeveelheid licht.
• Het scherpstelveld kan met de multi-selector ( 100)
worden geselecteerd. Als het middelste scherpstelveld is
geselecteerd, wordt de AF-hulpverlichting geactiveerd wanneer er weinig licht is.
*
Autofocus —
Party / binnen ( )
Om achtergronddetails of het effect van kaarslicht of
andere soorten binnenverlichting te behouden.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het mid-
den van het beeld.
Onderwerpsstand
†
Autofocus Houd camera stevig vast
Nachtportret ( )
Voor het maken van opnamen bij weinig licht, waarbij
wordt gezorgd voor een natuurlijke balans tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Ruisonderdrukking ( 109) wordt bij lange sluitertij-
den automatisch ingeschakeld.
• Het scherpstelveld kan met de multi-selector ( 100)
worden geselecteerd. Als het middelste scherpstelveld is geselecteerd,
wordt de AF-hulpverlichting geactiveerd wanneer er weinig licht is.
†
Autofocus Gebruik statief
* Andere standen kunnen worden gekozen. † De automatische stand kan worden geselecteerd.
Automatisch* Autofocus —
Landschap ( )
Voor levensechte landschapsopnamen die versterking
geeft van contouren, kleuren en contrasten in onder-
werpen als wolkenluchten en bossen.
• Camera stelt scherp op oneindig. Scherpstelaandui-
ding licht op wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
• De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd, zelfs niet als er weinig licht is.
Onderwerpsstand
—
Zonsondergang ( )
Voor het vasthouden van de diepe kleuren van zonson-
der- en opgang.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het mid-
den van het beeld.
28
Museum ( )
Voor gebruik binnen wanneer flitsfotografie verboden is
(bijvoorbeeld in musea en kunstgalerieën) of in andere
situaties waarin u geen flits wilt gebruiken.
• De Best Shot Selector (BSS; 91) wordt automatisch
geactiveerd om het effect van onverhoedse camerabe-
weging tegen te gaan.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd, zelfs niet wanneer er weinig
licht is. De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
• In sommige situaties kan fotograferen verboden zijn. Vraag eerst om toe-
stemming.
Autofocus* Houd camera stevig vast
Vuurwerk ( )
Lange sluitertijden worden toegepast om de lichtsporen
van het vuurwerk vast te leggen.
Onderwerpsstand
• Scherpstelling wordt ingesteld op oneindig. Scherp-
stelaanduiding licht op wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
• De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd, zelfs niet
als er weinig licht is.
• Zelfontspanner en belichtingscorrectie kunnen niet worden gebruikt.
Gebruik statief
Close-up ( )
Voor dichtbij-opnamen van bloemen, insecten en andere
kleine objecten.
• De camera zoomt in tot de macro close-up stand. Het
macro close-up pictogram ( ) wordt groen, wat aangeeft
dat de camera kan scherpstellen tot op 3 cm vanaf het ob-
jectief (kortste scherpstelafstand varieert met zoomstand).
Bij afstanden korter dan 50 cm licht de ingebouwde flitser mogelijk niet het
gehele onderwerp uit; maak testfoto’s en controleer de resultaten.
• Het scherpstelveld kan met de multi-selector ( 100) worden geselec-
teerd. Als het middelste scherpstelveld is geselecteerd, wordt de AF-hulp-
verlichting geactiveerd wanneer er weinig licht is.
• Camera stelt continu scherp totdat ontspanknop half wordt ingedrukt om
scherpstelling te vergrendelen.
†
Houd camera stevig vast
* De macro close-up stand kan worden geselecteerd. † Andere standen kunnen worden gekozen.
29
Kopie ( )
Geeft heldere opnamen van tekst of lijntekeningen op een
witte ondergrond of bij drukwerk zoals een visitekaartje.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het mid-
den van het beeld.
• Gebruik op korte afstanden de macro close-up-stand
( 40).
• Gekleurde tekst en tekeningen worden mogelijk niet goed weergegeven.
*
Autofocus† —
Tegenlicht ( )
Te gebruiken wanneer licht van achter het onderwerp
komt, waardoor het onderwerp donker zou worden
weergegeven, of wanneer het onderwerp in de schaduw
ligt en de achtergrond fel wordt verlicht. De ingebouwde
flitser wordt automatisch ontstoken (invulflits) om de
Onderwerpsstand
schaduwen op te helderen.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Autofocus —
Panorama assist ( ; 31)
Te gebruiken wanneer u een serie foto’s
maakt die later worden samengevoegd
tot één beeld (bijvoorbeeld een pano-
rama of een 360 graden virtual reality
beeld).
• Witbalans en belichting worden vast ingesteld op waarden van de eerste
opname in serie. Belichtingscorrectie, flitsstand, scherpstelstand en zoom
kunnen na de eerste opname niet meer worden veranderd.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
*
Autofocus* —
* Andere standen kunnen worden gekozen. † De macro close-up stand kan worden geselec-
teerd.
Ruisonderdrukking
In opnamen die met lange sluitertijden worden gemaakt komen vaak willekeurig voor-
komende felgekleurde pixels (“ruis”) voor. In de standen Nachtportret, Nachtlandschap
en Schemering worden opnamen, gemaakt met langere sluitertijden dan 1/4 sec., be-
werkt om de ruis te onderdrukken, waardoor er meer dan twee keer zoveel tijd nodig
is om de foto te verwerken. Wanneer de ruisonderdrukking geactiveerd is wordt NR
getoond.
30
Sport ( )
Snelle sluitertijden “bevriezen” een beweging voor dy-
namische sportopnamen.
• De camera stelt voortdurend scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld tot de ontspanknop half wordt ingedrukt
om de scherpstelling te vergrendelen.
• Terwijl de ontspanknop geheel wordt ingedrukt worden foto’s
gemaakt met een snelheid van circa 2,3 beelden per seconde; de monitor en elektro-
nische zoeker schakelen uit tijdens het fotograferen.
• De scherpstelling, belichting en automatische witbalans worden bepaald door de
eerste opname in elke serie. De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd, zelfs niet
wanneer er weinig licht is. De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
Autofocus* —
Schemering ( )
Behoud de kleuren in het zwakke natuurlijke licht vóór zonsop-
gang of na zonsondergang.
• Ruisonderdrukking ( 109) wordt bij lange sluitertijden auto-
Onderwerpsstand
matisch ingeschakeld.
• Camera stelt scherp op oneindig. Scherpstelaanduiding licht
op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
• De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd, zelfs niet wanneer er weinig licht is.
Houd camera stevig vast
* Andere standen kunnen worden gekozen.
60 F2.8
1/60 126
Standaard bewegingsrichting verschijnt.
5 AE-L 6
8M
Onderwerpsstand
60 F2.8
1/60 126
Bepaal de compositie voor het vol- Maak de volgende opname. Herhaal
gende beeld dat met het vorige beeld stappen 5–6 totdat alle opnamen in
moet overlappen. de serie zijn gemaakt.
7 Beëindig de serie.
Panorama assist
Bewegingsrichting, zoom, belichtingscorrectie, beeldkwaliteit en –grootte, flitsstand en
scherpstelstand kunnen na het maken van het eerste beeld niet meer worden veran-
derd. Foto’s kunnen niet worden gewist voordat het opnemen is voltooid.
Foto’s bekijken die met Panorama assist zijn gemaakt
Elke serie foto’s die met Panorama assist is gemaakt, wordt opgeslagen in een sepa-
rate map met een naam die bestaat uit “P_” voorafgegaan door een driecijferig num-
mer en gevolgd door driecijferig volgnummer (bijv. “101P_001”). Wilt u de beelden be-
kijken, selecteer dan Alle mappen in het Mappen menu, of selecteer de betreffende
map in de lijst van mappen ( 119).
Gebruik een statief
Door een statief te gebruiken is het makkelijker de beelden goed te laten aansluiten. Zet
vibratie reductie (VR) uit wanneer u een statief gebruikt ( 45).
32
Meer weten over foto’s maken
Beeldkwaliteit en -afmetingen
Foto’s die zijn opgenomen met een digitale camera worden opgeslagen als
een beeldbestand. De omvang van die bestanden, en daarmee het aantal
foto’s dat op de geheugenkaart kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de
instellingen voor grootte en kwaliteit. Kies vooraf beeldgrootte en –kwaliteit
op basis van het gebruik van de foto.
Beeldkwaliteit
De camera slaat foto’s in van onderstaande drie formaten op: NEF (RAW), TIFF
(HI kwaliteit), of JPEG (EXTRA, FINE, NORMAL, of BASIC kwaliteit).
Compressie-
Optie Formaat verhouding1 Omschrijving
Raw-data van de CCD worden opgeslagen in Nikon
Electronic Image Format (NEF) zonder bewerking of
RAW 2, 3 NEF compressie, waardoor maximale detaillering wordt
Geen behouden, bij een iets kleinere bestandsgrootte dan
compressie bij TIFF beelden.
Hoge beeldkwaliteit (vergelijkbaar met NEF) in formaat
TIFF
HI 2, 4 dat door de meeste beeldbewerkingsprogramma’s kan
8M Zet de keuzeknop op , , P, S, A
6 RAW 5M
HI of M. De huidige beeldkwaliteit en -
3M
EXTRA 2M
grootte worden op de monitor of in de
FINE 1M elektronische zoeker getoond.
NORM 5M
PC
BASIC TV
60 F2.8
1/60 195 3:2
Het opnamemenu
U kunt de beeldkwaliteit en -grootte ook instellen met de optie Beeld kwal/form in
het opnamemenu ( 85).
35
Capaciteit geheugenkaart en Beeld kwal/form
Onderstaande tabel geeft bij benadering het aantal beelden dat kan worden opgeslagen op
een geheugenkaart van 256 Megabyte bij verschillende kwaliteits-/grootte-instellingen.
Beeld- Beeldkwaliteit
grootte RAW HI EXTRA FINE NORMAL BASIC
20 10 30 60 125 240 Aantal foto’s
12 MB 23 MB 7,6 MB 3,8 MB 1,9 MB 1 MB Bestandsgrootte
— — 50 100 195 370 Aantal foto’s
— — 4,8 MB 2,4 MB 1,2 MB 642 KB Bestandsgrootte
— — 80 155 310 600 Aantal foto’s
— — 3 MB 1,5 MB 793 KB 414 KB Bestandsgrootte
— — 130 250 485 870 Aantal foto’s
— — 1,8 MB 961 KB 498 KB 266 KB Bestandsgrootte
— — 200 390 710 1305 Aantal foto’s
— — 1,2 MB 627 KB 331 KB 183 KB Bestandsgrootte
— — 310 600 975 1565 Aantal foto’s
— — 793 KB 414 KB 224 KB 129 KB Bestandsgrootte
— — 710 1305 1955 2610 Aantal foto’s
— — 331 KB 183 KB 109 KB 71 KB Bestandsgrootte
Meer weten over foto’s maken
36
Flitsstand
Selecteer een flitsstand die past bij de lichtomstandigheden.
Stand
Zoeker/ LCD-ven-
monitor ster Hoe het werkt Wanneer te gebruiken
Bij weinig licht klapt ingebouwde
flitser op wanneer ontspanknop
Automatisch half wordt ingedrukt en flitst Aanbevolen voor de meeste situ-
wanneer opname wordt ge- aties.
maakt. Blijft hij uitgeklapt, dan
— flitst hij alleen indien nodig.
Flitser uit Om bij weinig licht het natuurlijke
De ingebouwde flitser wordt
(uit) licht te behouden, of wanneer flits-
niet ontstoken, ook niet bij wei-
licht verboden is. Pas bij weinig licht
nig licht.
op voor trilling van de camera.
Vóór de hoofdflits wordt de in-
Automatisch gebouwde flitser diverse keren Voor portretten (werkt het beste
met rode- op lage intensiteit ontstoken; de wanneer personen recht naar de
ogen-reductie foto’s worden zo nodig bewerkt voorflits kijken). Niet aan te beve-
om het rode-ogen-effect te ver- len wanneer u snel wilt kunnen fo-
Zet de keuzeknop op , , P, S, A,
1 M of (alleen interval film). Afhanke-
lijk van het geselecteerde onderwerp
kunnen beperkingen gelden voor de
selectie van de flitsstand in de stand
( 26).
Handmatig uitklappen
Is Handmatig geselecteerd voor Flitsopties > Pop up, dan kan de ingebouwde flitser
worden uitgeklapt door op de knop te drukken. Is hij uitgeklapt, dan zal de flitser
Meer weten over foto’s maken
ontstoken worden wanneer de sluiter ontspant. De flitsstand kan niet worden veran-
derd zolang de flitser is neergeklapt; is de flitser uitgeklapt, druk dan op de knop
om te wisselen tussen de flitsstanden in de volgorde van invulflits, invulflits met rode-
ogen-reductie, invulflits+flitsen met lange sluitertijd, invulflits + synchronisatie achterste
gordijn.
Flitsbereik
Het flitsbereik is afhankelijk van de zoomstand. Wanneer de camera helemaal is uitge-
zoomd, heeft de ingebouwde flitser een bereik van 0,5–6,0 m. Geheel ingezoomd is het
bereik 1,0–3,0 m (Auto ISO). Bij een afstand van 0,5 m of minder zal de flitser mogelijk
niet het totale onderwerp uitlichten. Gebruikt u de flitser op korte afstand, speel dan
meteen de opnamen af om ze te controleren.
Batterij bijna leeg
Wordt de ingebouwde flitser gebruikt terwijl het pictogram voor een bijna lege
batterij verschijnt, dan wordt de monitor of elektronische zoeker tijdens het opladen
van de flitser uitgeschakeld.
Gevoeligheid (ISO-equivalent; 52)
Een gevoeligheid van 400 wordt voor flitsopnamen niet aanbevolen.
Extra flitsers
Een extra flitser kan op de accessoireschoen van de camera worden geplaatst ( 104).
38
De ingebouwde flitser gebruiken
Is Automatisch (de standaard optie) geselecteerd voor Flitsopties > Pop up ( 104), dan
komt de ingebouwde flitser wanneer nodig automatisch omhoog. Plaats uw vingers of an-
dere objecten niet op de flitser wanneer u fotografeert. Wanneer de flitser omlaag wordt
gehouden als de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan verschijnt er een melding ( 150).
Er kunnen nog steeds foto’s worden gemaakt, maar de ingebouwde flitser en eventuele op-
tionele externe flitsers zullen niet worden ontstoken.
Licht van de flitser dat wordt gereflecteerd door stofdeeltjes of andere zaken in de lucht, kan
in de foto verschijnen als heldere spikkels. Zet de flitser uit of zoom in wanneer dit gebeurt
en probeer het opnieuw.
Houd uw vingers en andere objecten weg bij het flitsvenster wanneer de ingebouwde flitser
omhoog staat.
Zonnekappen
Verwijder zonnekappen (apart verkrijgbaar; 143) wanneer u de flitser gebruikt.
Bij weinig licht
Is er weinig licht en staat de flitser uit ( ), of is flitsen met lange sluitertijden ( ) ingesteld, dan
kunnen de opnamen door lange sluitertijden onscherp worden. Trillingsonscherpte kan wor-
den verminderd door de vibratie reductie (VR) in te schakelen, wat tevens leidt tot een stabie-
ler beeld in de zoeker en op de monitor ( 45). Bij sluitertijden langer dan ¼ seconde wordt
39
Scherpstelstand
Kies een scherpstelstand die past bij onderwerp en compositie.
Stand Hoe het werkt Wanneer te gebruiken
U kunt dit gebruiken als het on-
Camera stelt automatisch afstand
GEEN PICTG. derwerp zich op 50cm of verder
in op basis van afstand tot het on-
Autofocus van de lens bevindt (1 m of meer
derwerp.
bij maximale zoom).
Camera stelt scherp op oneindig; Te gebruiken voor opnamen van
scherpstelaanduiding licht op wan- ver gelegen onderwerpen door
Oneindig neer de ontspanknop half wordt een voorgrondobject als bijvoor-
ingedrukt. Flitser uitgeschakeld. beeld een venster.
De minimale focusafstand is afhan-
kelijk van de zoompositie; als er
in- of uitgezoomd wordt totdat het
pictogram in het opnamedisplay Voor dichtbij-opnamen.
Macro close-up
groen wordt, dan kan de camera
scherpstellen op onderwerpen op
een afstand van 3cm tot de lens.
Meer weten over foto’s maken
Handmatige instelling
Kijk voor informatie over handmatige scherpstelling onder “Handmatige scherpstel-
ling” ( 57).
40
Zelfontspanner en fotograferen met afstandsbediening
De zelfontspanner en de ML-L3 afstandsbediening (meegeleverd; 42)
kunnen worden gebruikt voor zelfportretten of om trilling te voorkomen die
wordt veroorzaakt door het indrukken van de ontspanknop.
Gebruik van de zelfontspanner
Zet de keuzeknop op , , P, S, A
1 of M. Afhankelijk van het geselecteerde
onderwerp kan het zijn dat de zelfont-
spanner niet kan worden gebruikt in de
stand ( 26).
60 F2.8
1/60 126
Start de zelfontspanner. Er klinkt een
4 piepsignaal wanneer het aftellen start;
de timer in de zoeker/monitor telt af tot-
9 dat de sluiter wordt ontspannen. Wilt u
8M het aftellen stoppen voordat de foto is
gemaakt, druk dan op de ( ) knop of
60 F2.8
1/60 126 druk nogmaals op de ontspanknop.
Sluiter ontspannen De zelfontspanner voorop de
camera knippert tot 1 seconde
voordat de foto wordt gemaakt,
Start Nog 1 sec. en brandt gedurende die laatste
seconde continu om te waar-
Knippert Brandt continu schuwen dat de sluiter op het
punt staat te ontspannen.
41
Gebruik van de ML-L3 afstandsbediening
Zo gebruikt u de ML-L3 afstandsbediening:
Afstandsbediening gebruiken
De ML-L3 heeft een bereik van circa 5 m. Zorg dat
het gezichtsveld tussen de afstandsbediening en de
infraroodontvanger niet geblokkeerd wordt door
de converter, een zonnekap of andere obstakels.
Het kan zijn dat de afstandsbediening niet werkt
indien de ontvanger te helder verlicht wordt.
Meer weten over foto’s maken
De zelfontspanner
Wanneer de zelfontspanner aanstaat, schakelt BSS automatisch uit ( 91). Wordt een
optie anders dan Intervalopnamen geselecteerd voor Continu ( 88), dan wordt
Continu automatisch op Enkelvoudig teruggezet. De zelfontspanner kan niet worden
gebruikt in de filmstand ( 59) of wanneer (Museum), (Vuurwerk) of (Sport)
geselecteerd is in de onderwerpsstand ( 26).
42
Gebruik van de ML-L3: batterij vervangen
De ML-L3 afstandsbediening wordt gevoed door een CR2025 lithium batterij van 3
Volt. Zo vervangt u de batterij:
1 2
3 “+” 4
1 2 1.0
.0
8M
60 F2.8
1/60 126
1 2
Vibratie reductie
Zet VR uit wanneer u een statief gebruikt.
Het activeren van de vibratie reductie kan een paar seconden duren als de camera in
de standby-stand stond ( 14) of wanneer hij wordt ingeschakeld. Wacht totdat het
live-beeld stabiel is voordat u gaat fotograferen. Na het maken van de foto kan het iets
langer duren voordat de foto verschijnt.
Is de cameratrilling erg sterk, selecteer dan Actief voor VR-stand ( 103). Kies Nor-
maal in andere situaties.
Is Groothoek of Tele geselecteerd voor Lensconverter ( 97), dan wordt de vibratie
reductie optimaal afgestemd op gebruik met de WM-E80 (Groothoek) of TC-E17ED
(Tele). VR is niet beschikbaar wanneer Fisheye werd geselecteerd.
Maakt u lange tijdopnamen, zet dan VR uit en gebruik een statief ( 51).
45
P SA M Belichtingsstand: Standen P, S, A en M
In de (auto) stand en de onderwerpsstanden kiest
de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma
om de juiste belichting te bereiken. In de standen P, S,
A en M kan de sluitertijd en het diafragma worden ge-
wijzigd zodat de gebruiker zijn creativiteit de vrije loop
kan geven. In de standen P, S, A en M kan de gebruiker
ook de gevoeligheid (ISO-equivalent); ( 52), de wit-
balans ( 54), de handmatige scherpstelling ( 57) en
de opties in het opnamemenu ( 85) regelen.
Stand Hoe het werkt Wanneer te gebruiken
Camera stelt zelf sluitertijd en dia-
fragma in voor optimale belichting.
P
Flexibele programma kan worden Aanbevolen voor de meeste situ-
Programma-
gebruikt om andere sluitertijd/ aties.
automatiek
diafragmacombinaties te kiezen die
dezelfde belichting geven.
Korte sluitertijden bevriezen bewe-
Meer weten over foto’s maken
46
P: Programma-automatiek
Bij programma-automatiek kiest de camera automatisch diafragma en sluiter-
tijd aan de hand van de hoeveelheid licht, wat in de meeste situaties optimale
resultaten geeft. Belichtingsaanpassingen zijn te maken met de belichtings-
correctie ( 44) of de belichtingsbracketing ( 107).
1 2
8M
60 F2.8
1/60 126
Selecteer stand P. Kader het beeld uit, stel scherp en
druk af.
1 2
8M
8M
60 F2.8
1/60 126 1/1000 F2.8 126
Selecteer stand S. Selecteer sluitertijd.
Zou de gekozen sluitertijd ertoe leiden dat de foto wordt onder- of overbe-
Meer weten over foto’s maken
Ultra HS
Hebt u Ultra HS geselecteerd in het menu Continu ( 88), dan is de beeldfrequentie
vast ingesteld op dertig beelden per seconde, met als resultaat dat de sluitertijd niet kan
worden ingesteld op een waarde langer dan 1/30 s.
Diafragmabeperkingen
Bij een sluitertijd van 1/3000 seconde wordt het diafragma beperkt tot f/7,4 (geheel inge-
zoomd) of op waarden tussen f/5,0 en f/8,0 (geheel uitgezoomd).
48
A: Diafragmavoorkeuze
Bij diafragmavoorkeuze wordt het diafragma geregeld door aan de instelschijf
te draaien; de sluitertijd wordt automatisch gekozen op basis van de lichtom-
standigheden. Het diafragma is instelbaar in stappen van 1/3 LW (1/3 stop); af-
hankelijk van de zoomstand kan f/2,8 tot f/8,0 worden gekozen.
1 2
8M
8M
60 F2.8
1/60 126 60 F7.1
1/60 126
Selecteer stand A. Selecteer diafragma.
Zou het gekozen diafragma ertoe leiden dat de foto wordt onder- of over-
Diafragma en zoom
De grootste en kleinste diafragmawaarden worden bepaald door het objectief van de
camera en de zoominstelling. Hoge f/-getallen (kleine diafragma’s) bereikt u door de ca-
mera in te zoomen, lage f/-getallen (grote diafragma’s) door uit te zoomen. Tenzij Aan
werd gekozen voor Zoomopties > Vast diafragma in het opnamemenu ( 102), zal
het diafragma veranderen als er wordt in- en uitgezoomd. Als u het twee na hoogste
diafragma kiest met de camera geheel uitgezoomd en zoomt u vervolgens in, dan past
de camera het f/-getal aan om het diafragma op de twee na hoogste instelling voor de
huidige zoominstelling te handhaven.
Korte sluitertijden
Afhankelijk van de hoeveelheid licht zijn er sluitertijden mogelijk tot 1/3000 s, door een
diafragma te kiezen van f/7,4 (geheel ingezoomd) of tussen f/5,0 en f/8,0 (grootste
beeldhoek).
49
M: Handmatig
In de stand voor handmatige belichtingsregeling kiest de gebruiker zowel
sluitertijd als diafragma. De sluitertijd is instelbaar op waarden tussen 8 en
1
/3000 seconde in stappen ter waarde van 1 LW (één stop); verder kan de sluiter
voor lange belichtingen tot tien minuten open blijven (zie volgende bladzijde)
( 51). Het diafragma is tussen de grootste en de kleinste waarde instelbaar
in stappen van 1/3 LW (1/3 stop).
Selecteer stand M.
1 8M
125 F2.8
1/125 126
Selecteer sluitertijd of diafragma. Het
2 geselecteerde onderdeel verandert
elke keer dat u op de FUNC knop drukt
(het geselecteerde onderdeel licht
8M groen op in de zoeker/monitor; sluiter-
tijden langer dan ¼ sec. worden in geel
125 F2.8
1 /125
1/125 126 getoond).
Meer weten over foto’s maken
60 F2.8
1 /60
1/60 126
50
Interpretatie van de belichtingsaanduiding
De belichtingsaanduiding geeft aan in welke mate de opname bij de huidige instellin-
gen voor sluitertijd en diafragma zal worden onder- of overbelicht.
De weergave op het LCD-venster is in LW ’s, afgerond naar de
dichtstbijzijnde LW. Zou de opname worden onder- of overbe-
licht met meer dan 9 LW, dan verschijnt een knipperende –9 (on-
derbelichting) of +9 (overbelichting). Worden er acht seconden
lang geen handelingen verricht, dan wordt de aanduiding op het
LCD-venster vervangen door het resterend aantal opnamen.
De belichtingsaanduiding op de monitor of in de elektronische Onderbelicht Overbelicht
zoeker geeft aan hoever de belichting afwijkt van de waarde –2 ±0 +2
die de camera voorstelt, in LW (–2 tot +2 LW in stappen van
1
/3 LW). –1 +1
(waarden in LW)
Lange tijdopnamen
Stel voor lange tijdopnamen tot tien minuten Continu ( 88) in op Enkelvoudig en
draai aan de instelschijf om een sluitertijd van BULB of TIME in te stellen. Hoe lang de
sluiter geopend blijft is afhankelijk van de optie die werd geselecteerd voor Belich-
tingsopties > Bulb / Tijd ( 99):
51
Gevoeligheid Alleen standen P, S, A en M
GEVOELIGHEID GEVOELIGHEID
1 2
50
Gevoeligheid
ISO感度設定 100
200
400
Auto
52
GEVOELIGHEID GEVOELIGHEID
3 4
50
100 400 Gevoeligheid
200
400
Auto
60 F2.8
1/60 126
Belichtingsstand
Is Auto geselecteerd in stand S of M, dan zal AUTO verschijnen in de foto-informatie-
weergave. De gevoeligheid blijft echter ingesteld op ISO 50, ongeacht wijzigingen in
de lichtomstandigheden.
De flitser gebruiken
Een instelling van 400 is bedoeld voor gebruik bij bestaand licht. Kies Auto, 50, 100, of
200 wanneer u de flitser gebruikt.
Het opnamemenu
De Gevoeligheid kan ook worden ingesteld met de optie Gevoeligheid in het opnamemenu
( 85).
53
Witbalans Alleen standen P, S, A en M
De kleur van het licht dat door het onderwerp wordt gereflecteerd is mede
afhankelijk van de kleur van de lichtbron. Onze hersenen passen zich aan
kleurveranderingen aan, met als resultaat dat we witte objecten als wit zien,
ongeacht het feit dat ze zich in de schaduw bevinden, in direct zonlicht of
onder het licht van gloeilampen. Digitale camera’s kunnen deze automatische
aanpassing nabootsen door de informatie van de beeldsensor (CCD) van de
camera te bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Deze bewer-
king wordt “automatische witbalansinstelling” genoemd.
In de stand en de onderwerpsstanden wordt de witbalans automatisch inge-
steld. In de standen P, S, A en M kunt u de volgende opties als witbalans selecteren:
Optie Omschrijving
De witbalans wordt automatisch aangepast aan de lichtom-
Automatisch
standigheden. Aanbevolen voor de meeste situaties.
Wit object wordt als referentie gebruikt om de witbalans on-
Witbal. Preset
der ongewone lichtomstandigheden in te stellen.
Daglicht Witbalans afgestemd op zonlicht.
Gloeilamp-licht Witbalans afgestemd op gloeilamplicht.
Meer weten over foto’s maken
Zo kiest u de witbalans:
WITBALANS WITBALANS 1/2
1 2 Automatisch
Witbal. Preset
Witbalans
ホワイトバランス Daglicht
Gloeilamp-licht
TL-licht
Bewolkt
Flitslicht
Menu WITBALANS wordt weergeveven. * Geef opties weer.
* In plaats van stap 2–4 te volgen, kan een selectie ook gemaakt worden door aan de
instelschijf te draaien ( ). De instelling wordt weergegeven op het LCD-venster ter-
wijl de instelschijf wordt rondgedraaid.
Het opnamemenu
De witbalans kan ook worden ingesteld met de optie Witbalans in het opnamemenu
( 85).
54
WITBALANS 1/2 WITBALANS
3 Automatisch 4
Witbal. Preset
Daglicht Witbalans
ホワイトバランス
Gloeilamp-licht
TL-licht
Bewolkt
Flitslicht
Markeer een optie. Maak een selectie.
60 F2.8
1/60 126
Witbalans fijnregelen
Bij andere instellingen dan (Automatisch) en (Witbal. Preset) kan de
witbalans worden fijngeregeld om te corrigeren voor variaties in de kleur van de
lichtbron of om met opzet een warme of koele kleurzweem in de opname te bren-
Uit
58
Films
Filmstand
In de stand kan de camera de volgende typen film opnemen. Alle films behalve
interval films zijn voorzien van geluid via de ingebouwde microfoon.
Films
FILM
1 2 Filmopties
Scherpstel-stand
60 F2.8 895”
1/60 895
Selecteer de stand. Geef het FILM menu weer.
FILM FILMOPTIES
3 Filmopties 4
Scherpstel-stand TV Film 640
Small320
Film size 320
Interval film
Sepia film 320
Z/W film 320
Scherpstel-stand
Enkelvoudig AF
Continu AF
Scherpstel-stand
Selecteer Enkelvoudig AF als het geluid van het scherpstellen van de camera de op-
name verstoort.
Een filmstand selecteren
Om een filmstand te selecteren zonder de opnamestand te ver-
laten drukt u op de FUNC knop en draait u de instelschijf rond.
60
Films opnemen
2 Start de opname
Druk de ontspanknop geheel in om de opname te
starten.
3 Stop de opname
Druk de onstpanknop voor de tweede maal geheel
in om de opname te stoppen. De opname stopt
automatisch als de film zijn maximale lengte heeft
bereikt of de geheugenkaart vol is.
Films
Films
De grootte van interval film-bestanden is sterk afhankelijk van de optie die voor beeld-
kwaliteit is geselecteerd. Als HI of RAW is geselecteerd, dan wordt de kwaliteit auto-
matisch ingesteld op EXTRA. Films die zijn opgenomen bij de instellingen EXTRA, FINE
of NORMAL kunnen er enigszins schokkerig uitzien wanneer ze op de camera worden
teruggespeeld; teruggespeeld via de computer zullen ze dit verschijnsel niet vertonen.
AE-vergrendeling
Is Aan geselecteerd voor AE-vergrendeling, dan verschijnt
het gele AE-L pictogram op de monitor, wat aangeeft dat AE-L
belichting en witbalans bij de eerste opname zullen worden
vergrendeld. Is de eerste opname gemaakt, dan wordt het TV
pictogram wit.
Filmbestanden 1/60 F2.8 325
Films worden opgenomen als QuickTime filmbestanden met de extensie “.MOV” en
een naam die bestaat uit “INTN” (interval films) of “DSCN” (andere films) plus een
viercijferig bestandsnummer dat 1 hoger is dan het hoogste nummer in de huidige
map (bijv. “INTN0001.MOV” of “DSCN15.MOV”). Films kunnen na overspelen op een
computer worden afgespeeld.
63
Films afspelen
Zet, om een film af te spelen, de keuzeknop op 10.01.2004 100NIKON
en geef de film schermvullend weer (filmbestanden 10:40 0001.MOV
0001 MOV
worden aangeduid met een pictogram). Druk op
het midden van de multi-selector om het afspelen te
starten. Als de film werd opgenomen met de optie TV
film 640, Film 320, Sepia film 320, of Z/W film 320, 1 1
dan wordt het opgenomen geluid afgespeeld via de
ingebouwde luidspreker.
Actie Indrukken Omschrijving
Druk op het midden van de multi-selector om het af-
Weergave
spelen te starten. Tijdens het afspelen kunt u op het
starten /
midden van de multi-selector drukken om te pauzeren.
pauzeren /
Druk opnieuw om verder te gaan. Na het einde van de
hervatten
film verschijnt het eerste beeldje weer.
Duw de multi-selector omhoog of naar links om snel
Terugspoelen /
terug te spoelen. Als de film gepauzeerd is, wordt de
één beeldje
film telkens één beeldje teruggespoeld wanneer u op
terug
de multi-selector drukt.
Duw de multi-selector omlaag of naar rechts om snel
Vooruitspoelen/
vooruit te spoelen. Als de film gepauzeerd is, wordt de
één beeldje
film telkens één beeldje vooruit gespoeld wanneer u op
Films
vooruit
de multi-selector drukt.
Afspelen
Druk op de knop om het afspelen te beëindigen.
beëindigen
De volume-aanduiding verschijnt op de monitor wan-
Volume omhoog
neer op zoomknoppen wordt gedrukt. Er zijn vier ni-
veaus: hoog ( ), middel ( ), laag ( ), en uit
Volume onlaag
( ).
10.01.2004
10:20
100NIKON
0001.JPG
0001 JPG
De batterij-aanduiding ver-
schijnt wanneer de batterij
10.01.2004 100NIKON
1 10:20 0001.NEF
0001 NEF 2
Converteren RAW naar HI?
Nee
Ja
8M 1 1
Roep het RAW-kwaliteit origineel op. Er verschijnt een bevestigingsscherm.
3 4
Converteren RAW naar HI? RAW-data verwijderen?
Nee Nee
Ja Ja
Markeer optie.
5 • Nee: stop zonder origineel te wissen.
RAW-data verwijderen? • Ja: wis origineel.
Druk op het midden van de multi-selector
Nee om de gemarkeerde optie te selecteren en
Ja terug te keren naar weergeven op volle
grootte.
66
Beeldoverzicht: Thumbnail-weergave
Drukt u bij schermvullend terugspelen ( 23) of
schermvullende weergave ( 65) op de ( ) knop,
dan verschijnen de beelden die op de geheugenkaart 1 2
staan in “contactvellen” van vier thumbnails (minia-
tuurbeelden). Bij weergave van de thumbnails zijn de
3 4
volgende handelingen mogelijk:
Actie Indrukken Omschrijving
Markeer Druk de multi-selector omhoog, omlaag, naar links of
beelden naar rechts om de beelden te selecteren.
Blader door Draai aan de instelschijf om per pagina door de thumb-
de foto’s nails te scrollen.
Druk wanneer er vier thumbnails te zien zijn eenmaal op
Verander
de ( ) knop om negen thumbnails te zien. Druk op
aantal ( )/
( ) om “in te zoomen” van negen naar vier thumbnails,
weergegeven ( )
of, wanneer er vier thumbnails te zien zijn, om het gemar-
beelden
keerde beeld schermvullend te zien.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Duw de multi-selec-
tor omhoog of omlaag om een optie te markeren, en druk
op het midden om de optie te selecteren.
Wis • Selecteer Ja om beeld te wissen
gemarkeerd Wis 1 beeld(en)?
• Selecteer Nee om te stoppen zon-
beeld der te wissen Nee
Ja
67
Foto-informatie
Bij schermvullend terugspelen ( 23) of schermvul-
lende weergave ( 65) kan informatie over de op-
name over het beeld heen worden weergegeven. Er
zijn zes pagina’s aan foto-informatie per beeld. Roteer
de instelschijf om de foto-informatie als volgt te laten
passeren: blz 1 ⇔ blz 2 ⇔ blz 3 ⇔ blz 4 ⇔ blz 5 ⇔ blz 6
⇔ blz 1.
Blz. 1 (Bestandsinformatie)
1 10.01.2004 100NIKON 4 1 Opnamedatum 8 Overspeelpictogram
2 10:20 0001.JPG
0001 JPG 5 2 Opnametijdstip 9 Icoon printopdracht
6
7 3 Beeldgrootte 10 Beveiligingsicoon
8 4 Map 11 Huidig opnamenum-
9
10 5 Bestandsnummer en mer/ totaal aantal
3 8M NORM 1 1 11 -type beelden zichtbaar in
6 Aanduiding batterij- huidige map
12
conditie 12 Beeldkwaliteit
7 Spraakmemo icoon
Blz. 2 (Opname-informatie)
1 Cameratype
1 CAMERA :E8800
E8800 2 Firmwareversie
2 FIRM VER :E8800Vx.x
E8800Vx.x
3 METERING :MATRIX
MATRIX 3 Lichtmeetmethode
4 MODE :P 4 Belichtingsstand
5 SHUTTER 1/80
:1/80
Meer weten over afspelen
6 APERTURE F3.5
:F3.5 5 Sluitertijd
6 Diafragma
68
Blz. 4 (Opname-informatie, vervolg)
1 Witbalans
1 WHITE BAL :AUTO
AUTO 2 Kleurverzadiging
2 SATURATION :0
3 SHARPNESS :AUTO
AUTO 3 Verscherping
4 DIGITAL TELE :X1.00
X1.00 4 Digitale zoom
5 CONVERTER :OFF
OFF
6 FILE SIZE 5170KB
:5170KB 5 Instelling converter
6 Bestandsgrootte
Blz. 5 (Belichtingsinformatie)
1 Thumbnail-preview (knipperende rand markeert
0001. JPG 3 hoge lichten in beeld, bijv. helderste beeldpartijen)
1
2 Histogram (geeft verdeling van toonwaarden in
1/80 het beeld weer; horizontale as correspondeert met
2 F3.5 4
pixelhelderheid, met donkere tonen links en lichte
0.0
AUTO tonen rechts, verticale as geeft hoeveelheid pixels
per helderheidsniveau weer)
3 Bestandsnummer en -type
4 Belichtingsinformatie (lichtmeting, sluitertijd, dia-
fragma, belichtingscorrectie, gevoeligheid)
Blz. 6 (Scherpstelbevestiging)
1 0001. JPG 1 Bestandsnummer en -type
f21.8mm 2 Scherpstelinformatie (brandpuntsafstand, dia-
1/80 fragma, sluitertijd, scherpstelstand of afstand bij
2 F3.5 3
AF handmatige scherpstelling, ruisonderdrukking)
OFF 3 Scherpstelbevestiging (delen van het beeld op de
Meer weten over afspelen
ingestelde scherpstelafstand worden verscherpt
weergegeven; actief scherpstelveld verschijnt in
rood)
69
Nader bekijken: Zoomweergave
Gebruik de ( ) knop om in te zoomen op beelden 3.0
die met schermvullend terugspelen ( 23) of scherm-
vullende weergave ( 65) worden vertoond.
Schuiven Zoomen
Actie Indrukken Omschrijving
Elke keer dat er op de ( ) knop wordt gedrukt wordt er
verder ingezoomd, tot 10 ×. Als er ingezoomd is verschijnen
Inzoomen ( ) pictogram en zoomverhouding in de linker bovenhoek van
de monitor.
Bekijk
Gebruik multi-selector om te scrollen naar gedeelten die niet
andere
in de monitor zichtbaar zijn. Wilt u de multi-selector gebrui-
delen van
ken om naar andere beelden te gaan, hef dan de zoom op.
het beeld
Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt wordt er verder
Uitzoomen ( ) uitgezoomd. Om de zoom te annuleren zoomt u uit totdat
het gehele beeld weer te zien is.
Zoom Annuleer zoom en ga terug naar weergeven op volle grootte
annuleren of schermvullend terugspelen.
Verschijnt icoon bovenin monitor, dan kan uitsnedeko-
Uitsnede- pie van huidige beeld worden gemaakt door op ontspanknop
kopie te drukken. Druk multi-selector omhoog of omlaag om optie
maken te markeren, druk naar rechts om te selecteren.
(alleen Ontspan- • Selecteer Ja om nieuw beeld aan te
Meer weten over afspelen
70
Zoomweergave
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films of kopieën gecreëerd met de optie
Kleine kopie.
Extra tijd is nodig om RAW- of HI-kwaliteit beelden te openen. Verschijnt er een mel-
ding wanneer de knop wordt ingedrukt om op het beeld in te zoomen, wacht dan
tot de melding verdwijnt en probeer het opnieuw.
Uitsneden maken
Wanneer ze met andere digitale Nikon cameramodellen worden bekeken kan het
voorkomen dat kopieën niet goed weergegeven of overgespeeld kunnen worden.
Uitsneden kunnen niet worden gemaakt van beelden met RAW- of HI-kwaliteit (
33), beelden met een grootte van (3264 × 2176) ( 34), opnamen gemaakt met
Panorama assist ( 30), films ( 59), beelden gemaakt met de opties Ultra HS of
Intervalopnamen in het Continu menu ( 88), uitsnedekopieën of kopieën gemaakt
met de optie kleine kopie ( 72). Er kunnen alleen kopieën worden gemaakt indien er
voldoende ruimte op de geheugenkaart is.
Uitsnedekopieën
Uitsnedekopieën worden opgeslagen als JPEG-bestanden in de kwaliteit NORMAL en
hebben dezelfde aanmaakdatum en -tijd als het origineel. Afhankelijk van de grootte
van het origineel en de zoomverhouding op het moment dat de kopie werd gemaakt
worden de kopieën 3264 × 2448 ( ), 2592 × 1994 ( ), 2048 × 1536 ( ), 1600 × 1200
( ), 1280 × 960 ( ), 1024 × 768 ( ), 640 × 480 ( ), 320 × 240 ( ), of 160 × 120 ( )
pixels groot. Kopieën worden opgeslagen als aparte bestanden op de geheugenkaart
met een naam in de vorm “RSCnnnn.JPG”, waarin “nnnn” een viercijferig getal is dat
automatisch door de camera wordt toegewezen. Kopieën zijn onafhankelijk van de
originelen: wissen van de kopie heeft geen gevolgen voor het origineel, wissen van
het origineel geen gevolgen voor de kopie. Kopieën worden aangemaakt met dezelfde
71
Snel bewerken
Wanneer u tijdens het weergeven van thumbnails of
weergave ( 65, 67) op volle grootte op de ontspan-
knop drukt, verschijnt het menu rechts. Kleine kopie
D-Lighting
Optie Beschrijving
Kleine kopie Maak een kleine kopie van het huidige beeld.
Maak een kopie van het huidige beeld met
D-Lighting
een verbeterde helderheid en contrast.
1 2
Kleine kopie maken?
Kleine kopie
D-Lighting
Nee
Ja
3 4
Kleine kopie maken?
Nee
Ja
Markeer Ja. *
Meer weten over afspelen
Nee
Ja
74
Beelden op TV bekijken
Met de EG-CP14 audio/video (A/V) kabel, die bij uw camera wordt geleverd,
kunt u de camera aansluiten op een TV-toestel of een videorecorder.
Videostand kiezen
Het onderdeel Videostand in het setup-menu biedt de keuze tussen NTSC
en PAL ( 141). Let op dat de gekozen stand past bij de standaard die in het
gebruikte apparaat wordt gebruikt.
4 Zet de keuzeknop op
PAL
Is PAL geselecteerd voor Videostand terwijl de camera is aangesloten op een TV of
videorecorder, dan wordt de video-output gestopt en de monitor/zoeker van de camera
wordt ingeschakeld als er films worden opgenomen of als er foto’s worden gemaakt
met Continu ingesteld op Ultra HS.
75
Beelden op de computer bekijken
Met de UC-E6 USB-kabel en de PictureProject software die bij uw camera
werd geleverd kunt u uw foto’s en fi lmclips op een computer bekijken. Voor-
dat u beelden overspeelt naar uw computer dient u PictureProject te hebben
geïnstalleerd. Kijk voor meer informatie over de installatie van PictureProject
en het overspelen van uw foto’s naar uw computer in de Snelstartgids en de
PictureProject Naslaghandleiding.
Voordat u de camera aansluit
Voordat u beelden naar een computer overspeelt dient USB
u de USB-optie in het setup-menu van de camera af
te stemmen op het besturingssysteem van de camera PTP
( 141). De camera biedt twee opties: Mass Storage Mass Storage
(de standaardinstelling) en PTP (Picture Transfer Pro-
tocol).
Besturingssysteem USB optie
Windows XP Home Edition
Kies Mass Storage of PTP.
Windows XP Professional
Windows 2000 Professional
Windows Millennium Edition (Me) Kies Mass Storage.
Windows 98 Second Edition (SE)
Mac OS X (10.1.5 of later) Kies Mass Storage of PTP.
Meer weten over afspelen
76
USB-kabel aansluiten
Zet de computer aan en wacht totdat hij is opgestart. Sluit nadat u hebt
gecontroleerd dat de camera uit staat de UC-E6 USB-kabel aan als hieronder
aangegeven. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan; sluit de ca-
mera niet aan via een USB-hub of een toetsenbord.
UC-E6 USB-kabel
Wordt de camera ingeschakeld, dan komt het objectief naar buiten en ver-
schijnt in het LCD-venster. Alle instelorganen zijn inactief, behalve de
hoofdschakelaar.
Aansluiten van de USB-kabel
De digitale I/O- aansluiting van de camera is enigszins
schuin geplaatst. Houd hier rekening mee wanneer u
de USB-kabel aansluit.
Macintosh
Sleep het camera volume (“NO NAME”) naar de Prul-
lenmand.
78
Foto’s printen
Zo print u de foto’s die op de geheugenkaart staan:
• selecteer te printen beelden met de optie Printopdracht en breng de ge-
heugenkaart naar een digitale afdrukcentrale ( 124)
• selecteer te printen beelden met de optie Printopdracht en steek de geheu-
genkaart in een inkjet printer die van een kaartsleuf is voorzien ( 124)
• gebruik de USB-kabel om de camera aan te sluiten op een PictBridge com-
patible printer en print de foto’s direct vanuit de camera ( 80)
• speel de beelden over met PictureProject en print ze vanuit de computer (kijk
in de PictureProject Naslaghandleiding, op cd-rom)
Zo krijgt u datum en tijd van opname op de foto:
• maak foto’s met de optie Datum afdrukken in het setup-menu, waardoor
datum of datum en tijd van opname rechtstreeks in het beeld wordt ge-
plaatst ( 142)
• ondersteunt de printer of het afdrukbedrijf Digital Print Order Format (DPOF),
gebruik dan de Datum optie in het Printopdracht > Print selectie menu
( 124)
• speel de foto’s over met de PictureProject software die bij de camera wordt
geleverd en print ze met de optie “Metagegevens afdrukken” (zie de Pictu-
reProject naslaggids op cd-rom)
“Printopdracht” en Digital Print Order Format (DPOF)
De optie Printopdracht in het weergavemenu wordt gebruikt om een digitale printop-
dracht aan te maken die opgeeft welke beelden moeten worden geprint, het aantal
prints per beeld en de informatie die op elk beeld moet worden getoond. Deze printop-
dracht wordt opgeslagen op de geheugenkaart in de camera in Digital Print Order
79
Printen via directe USB-aansluiting
Wordt de camera aan gesloten op een PictBridge compatible printer via de
UC-E6 USB-kabel, dan kunt u geselecteerde opnamen rechtstreeks vanaf de
geheugenkaart van de camera printen.
USB-kabel aansluiten
De digitale I / O- aansluiting van de camera is enigs-
zins schuin geplaatst. Houd hier rekening mee wan-
neer u de USB-kabel aansluit.
80
3 Zet de camera aan
Zet de camera en de printer aan. Het menu rechts
verschijnt.
PictBridge
Print selectie
selection
Print alle beelden
Optie Omschrijving DPOF printen
Print 81– Annuleren
Print de geselecteerde beelden.
selectie 82
Print alle Print één exemplaar van alle beelden op
83
beelden de geheugenkaart.
Print beelden die geselecteerd zijn voor
printen met de optie Printopdracht (
DPOF 83–
124); het geselecteerde aantal beelden
printen 84
wordt geprint maar datum en opname-
informatie worden niet afgedrukt).
Annule-
Verlaat het menu zonder te printen. —
ren
10.01.2004
10:20 [ 1/ 4]
Terug Ingestld
10.01.2004
10:20 [ 1/ 4]
Terug Ingestld
81
PRINT SELECTIE Gebruik multi-selector om aantal prints
5 op te geven (maximaal 9). Wilt u de
1 3 1 selectie van het beeld annuleren, druk
dan multi-selector omlaag wanneer
10.01.2004 het aantal prints op 1 staat. Herhaal
10:25 [ 2/ 4] stappen 3–5 om extra beelden te se-
Terug Ingestld lecteren.
PRINT SELECTIE
7 Printer gereed? 8 Printen
006 prints
002/006
Start print
Terug
Annuleren Annuleren
*
Markeer Start print. Start het printen. †
* Selecteer Terug om terug te keren naar Stap 2, Annuleren om terug te gaan zonder
foto’s te printen.
† Druk op het midden van de multi-selector om het printen te onderbreken voordat alle
Meer weten over afspelen
82
Alle foto’s printen: Print alle beelden
Om één afdruk van alle foto’s op de geheugenkaart te maken:
PictBridge
1 2 Printen
Print selectie
Print alle beelden 002/004
DPOF printen
Annuleren
Annuleren
83
DPOF PRINTEN DPOF PRINTEN
5 Printer gereed? 6 Printer gereed?
006 prints 006 prints
MIJN MENU
1 2 Lichtmeting
Continu
BSS
Beeld aanpassen
Verzadiging
Gebr. Instelling
Alle menus tonen
Selecteer de stand P, S, A of M. Opnamemenu verschijnt. *
* Illustratie toont standaard menu. Druk nogmaals op de knop om terug te keren
naar de opnamestand.
Door op de knop te drukken roept u een eigen menu op van één pagina,
met daarin zes onderdelen uit een totaal van de eenentwintig opties van het
volledige opnamemenu (standaard verschijnen de opties Lichtmeting, Con-
tinu, BSS, BeeId aanpassen, Verzadiging en Gebr. instelling). Welke on-
derdelen in het eigen menu voorkomen kunt u selecteren met de optie Mijn
menu ( 111). Het volledige opnamemenu, dat bestaat uit drie bladzijden
Het opnamemenu
met opties, roept u als volgt op:
85
Het volledige menu bevat de volgende opties:
ALLE MENU'S 1/3 ALLE MENU’S 1/3
Witbalans
Lichtmeting
Witbalans 54–56
Continu Lichtmeting 87
BSS Continu 88–90
Beeld aanpassen
Verzadiging BSS 91–92
Gebr. Instelling BeeId aanpassen 93
Verzadiging 94
Gebr. instelling 95
VR-stand
Flitsopties VR-stand 103
Auto bracketing Flitsopties 104–106
Ruisonderdruk. Auto bracketing 107–108
Standaardwaarden
Mijn menu Ruisonderdruk. 109
Geh.-krt format. Standaardwaarden 110
Mijn menu 111
Geh.-krt format. 112
Het pictogram
Een pictogram verschijnt naast de gemarkeerde optie en geeft aan dat de geselec-
teerde optie kan worden veranderd door aan de instelschijf te draaien.
86
Lichtmeting Lichtmeting
Het opnamemenu
De camera meet het gehele
de achtergrond, terwijl het midden van
beeld maar laat het centrum van
het beeld bij de belichtingsmeting het
Centrum- het beeld, dat ongeveer ¼ van
zwaarst weegt. Te gebruiken met AE-
gericht het totaal beslaat, voor 80% vergrendeling ( 22), om te meten op
meetellen.
onderwerpen die zich niet in het mid-
den bevinden te meten.
Koppelt spotmeting aan actief Te gebruiken in plaats van AE-vergrende-
scherpstelveld wanneer automa- ling, om te meten op onderwerpen bui-
Spot
tische of handmatige scherpstel- ten het midden. Niet beschikbaar wan-
AF-veld veldselectie actief is ( 100). neer scherpstelveld selectie uit staat.
Lichtmeting
De lichtmeting wordt aangeduid met pictogrammen op het LCD-venster en in de zoeker/
monitor. Er verschijnt geen pictogram in de zoeker/monitor wanneer (Matrix) is geselecteerd.
Is Spot AF-veldmeting geselecteerd, dan verschijnt er een pictogram op het LCD-venster.
Kader voor
spotmeting
8M
Zoeker/
LCD-venster 60 F2.8
1/60 126 monitor
87
Continu Continu
Optie Omschrijving
Camera maakt één opname per keer dat de ontspanknop wordt
Enkelvoudig ingedrukt.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden maakt de came-
ra opnamen tot ongeveer 5 beelden met maximaal 2,3 bps (beelden
Continu H 1, 2 per sec.). Monitor en elektronische zoeker worden tijdens het opne-
men uitgeschakeld.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden maakt de ca-
mera opnamen met ongeveer 1,2 bps. Aantal foto’s dat kan worden
gemaakt voordat pictogram verschijnt en opnemen wordt opge-
Continu L 2, 3
schort varieert met gekozen stand voor grootte en kwaliteit.; er kun-
nen maximaal 11 FINE opnamen worden gemaakt ( 89).
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt
maakt de camera 16 achtereenvolgende opna-
Het opnamemenu
Het opnamemenu
buffergeheugen vol is verschijnt een (wachten) pictogram en wordt het opnemen
opgeschort. U kunt meer foto’s maken zodra er weer ruimte in het buffergeheugen
vrij is gekomen.
Continu
Bij andere instellingen dan Enkelvoudig wordt de actieve “continu” instelling in de
zoeker/monitor aangegeven door een pictogram. Bij de instelling Continu H, Continu
L, Ultra HS, 5 Opnamen buffer en Intervalopnamen verschijnt er een pictogram
op het LCD-venster. Er verschijnt een pictogram op het LCD-venster wanneer u
Multi-shot 16 selecteert.
Zoeker/
monitor
H
LCD-venster 8M
60 F2.8
1/60 126
89
Intervalopnamen
Om het menu getoond in Stap 1, hieronder, op te roepen markeert u Interval-
opnamen in het menu CONTINU en drukt u de multi-selector naar rechts.
De “Best Shot Selector” (selectie beste opname) maakt BEST SHOT SELECTOR
een serie foto’s en selecteert de scherpste foto of foto
Uit
met de beste belichting. Aan
Belichting BSS
Optie Omschrijving
Het opnamemenu
op basis van de eerste foto in de reeks. Aanbevolen voor situaties
waarin ongewilde camerabeweging tot onscherpe foto’s kan leiden,
bijvoorbeeld wanneer:
• de camera wordt ingezoomd • macro close-up is ingeschakeld
• er weinig licht is en de flitser niet kan worden gebruikt
Selecteren van deze optie roept het rechts afge- BELICHTING BSS
beelde submenu op. Kies uit:
• Hoge lichten BSS: opname met kleinste over- Hoge lichten BSS
belichte partij wordt gekozen. Schaduw BSS
Histogram BSS
• Schaduw BSS: opname met kleinste onderbe-
lichte partij wordt gekozen.
• Histogram BSS: uit de opnamen met de minste onder- en overbe-
lichting kiest de camera de opname met de beste toonwaardenverde-
Belichting
ling.
BSS
Camera maakt vijf opnamen per keer dat de ontspanknop wordt inge-
drukt. De beelden worden daarna vergeleken en de opname die het
best aan het geselecteerde criterium beantwoordt wordt op de geheu-
genkaart opgeslagen. De flitser wordt automatisch uitgeschakeld en
de scherpstelling, belichting en automatische witbalans voor alle foto’s
worden bepaald op basis van de eerste foto in de reeks. Aanbevolen
voor onderwerpen waarin een hoog contrast voorkomt, wanneer het
moeilijk is de belichtingsinstelling goed te bepalen.
91
Beperkingen BSS
BSS zal niet het gewenste resultaat opleveren bij een bewegend onderwerp of wan-
neer u de compositie verandert terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt. BSS kan
niet worden gebruikt met de zelfontspanner ( 41–42), Continu ( 88) instellingen
anders dan Enkelvoudig, auto bracketing (belichting) of witbalansbracketing ( 107),
of ruisonderdrukking ( 109). Beeldkwaliteitsinstellingen RAW en HI zijn bij Belichting
BSS niet beschikbaar.
BSS
Bij andere instellingen dan Uit wordt de actieve BSS instelling
in de zoeker/monitor opgegeven met een pictogram.
60 F2
1/60 F2.8 12
Het opnamemenu
92
Beeld aanpassen Beeld aanpassen
Met de opties van dit menu regelt u het contrast. BEELD AANPASSEN
Automatisch
Normaal
Meer contrast
Minder contrast
Optie Omschrijving
Automa- Camera stelt automatisch contrast in op basis van opname-omstan-
tisch digheden.
De camera past op alle beelden dezelfde standaard contrastcorrectie
Normaal
toe.
Beeld wordt bewerkt om het verschil tussen lichtste en donkerste par-
Meer tijen te vergroten, wat het contrast verhoogt. Nuttig voor opnamen bij
contrast bewolkt weer of bij het fotograferen van onderwerpen met een laag
contrast.
Beeld wordt bewerkt om het verschil tussen lichtste en donkerste par-
Minder
tijen te verkleinen, wat het contrast verlaagt. Aanbevolen wanneer er
contrast
fel licht is, dat sterke schaduwen op het onderwerp laat vallen.
Het opnamemenu
Beeld aanpassen
Bij andere instellingen dan Automatisch wordt de actieve
instelling voor beeld aanpassen in de zoeker/monitor aange-
geven met een pictogram. Er verschijnt geen pictogram voor
Beeld aanpassen wanneer Zwart-wit is geselecteerd voor 8M
Verzadiging.
60 F2.8
1/60 126
93
Verzadiging Verzadiging
Optie Omschrijving
De camera past de verzadiging automatisch aan aan de opname-
Automatisch
omstandigheden.
Maximaal Voor een levendig kleurrijk effect voor foto’s die u zonder enige
Verbeterd nabewerking wilt printen.
Normaal Aanbevolen voor de meeste situaties.
Gematigd Te gebruiken voor foto’s die later op een computer zullen worden
Minimaal gewerkt.
Foto’s worden opgenomen in zwart-wit. Zwart-wit foto’s hebben
evenveel geheugenruimte nodig als kleurenopnamen, maar ze bie-
Zwart-wit den een hogere detaillering. Zwart-wit kan niet worden gebruikt
in combinatie met witbalans ( 54), witbalans bracketing ( 107)
of de beeldkwaliteit RAW ( 33).
Het opnamemenu
Zwart-wit
Is Zwart-wit geselecteerd, dan geeft de monitor het opge-
vangen beeld in zwart-wit weer en verschijnt een picto-
gram in de zoeker/monitor.
8M
60 F2.8
1/60 126
94
Gebruikersinstelling Gebr. Instelling
Het opnamemenu
* Veranderingen in de vooringestelde witbalans worden toegepast op beide instelsets,
ongeacht de huidig geselecteerde instelset.
Andere instellingen
Flitsstand Scherpstelstand Belichtingscorrectie
Gebruikersinstelling
In de standen P, S, A en M wordt het nummer van de huidige
instelset in de zoeker/monitor getoond.
95
8M
Verscherping Verscherping
96
Lensconverter Lensconverter
Het opnamemenu
Fisheye
• Lichtmeting vast ingesteld op centrumgerichte meting ( 87).
(voor FC-E9) • Hoeken van beeld afgedekt waardoor rond beeld ontstaat.
Flitser gebruiken
De ingebouwde flitser wordt bij andere instellingen dan Normaal automatisch uitge-
schakeld. Optionele flitsers die op het accessoireschoentje worden geplaatst ( 104)
kunnen worden gebruikt wanneer Groothoek of Tele is geselecteerd. Zowel inge-
bouwde als externe flitsers worden uitgeschakeld wanneer Fisheye is geselecteerd.
Autofocus gebruiken
Gebruik bij andere instellingen dan Normaal autofocus ( 40). Handmatige scherpstel-
ling en oneindig geven geen resultaten die overeenkomen met de gekozen instelling.
Vibratie reductie (VR)
Selecteer altijd de passende instelling voor de optie Lensconverter wanneer u vibratie
reductie met een converter gebruikt; bij gebruik van de stand Normaal krijgt u mogelijk
niet de gewenste resultaten. VR is niet beschikbaar wanneer Fisheye werd geselecteerd.
Lensconverter
Bij andere instellingen dan Normaal wordt de instelling voor
8M
lensconverter op de monitor aangegeven met een pictogram.
60 F2.8
1/60 126
97
Belicht. opties (Belichtingsopties) Belicht. opties
AE-vergrendeling
Vergrendeling van de automatische belichting (AE) AE-VERGRENDELING
geeft een serie foto’s met dezelfde belichting en wit-
balans. Dat is nuttig wanneer u foto’s maakt die later Uit
Aan
zullen worden samengevoegd tot een enkel beeld na Herstellen
overspelen naar de computer (bijv. een 360 graden
virtual reality beeld).
Optie Omschrijving
Uit Herstelt normale belichting en witbalans.
Is Aan geselecteerd, dan bepaalt de eerstvolgende opname de belich-
ting (sluitertijd, diafragma, belichtingscorrectie en gevoeligheid) en wit-
Aan
balans voor alle volgende beelden. De flitser wordt uitgeschakeld wan-
Het opnamemenu
AE-vergrendeling
Als AE-vergrendeling actief is verschijnt een AE-L pictogram
in de zoeker/monitor. Nadat u Aan of Herstellen hebt ge- AE-L
selecteerd wordt dit pictogram geel om aan te geven dat de
belichting bij de volgende opname wordt vergrendeld. Het
8M
pictogram wordt wit als u eenmaal een opname hebt gemaakt
waarvan de belichting wordt vergrendeld.
1/60 F2.8 126
98
Bulb / Tijd
In de M stand (handmatige belichtingsregeling) kunt u BULB/TIJD
de sluitertijd instellen op BULB voor tijdopnamen van
maximaal tien minuten ( 51). Met het tijdopname- Bulb ontspannen
Tijdopname
menu regelt u hoe tijdopnamen worden gemaakt.
Lange tijdopnamen
Houd er rekening mee dat langere sluitertijden de hoe-
veelheid zichtbare ruis in een opname doen toenemen;
het is aan te bevelen de ruisonderdrukking in te scha-
kelen ( 109).
Optie Omschrijving
De sluiter blijft open zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehou-
den, tot maximaal tien minuten (als de meegeleverde ML-L3 afstands-
Bulb bediening wordt gebruikt, wordt de sluiter geopend wanneer de ont-
ontspannen spanknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt; de sluiter blijft
open tot er tien minuten zijn verstreken of tot er opnieuw op de ont-
spanknop wordt gedrukt).
Selecteren van deze optie roept menu met be- TIJDOPNAME
lichtingstijden op. Kies uit 30 sec (dertig se- Sluiter open:
30 sec
Het opnamemenu
conden), 1 min (één minuut), 3 min (drie mi- 1 min
nuten), 5 min (vijf minuten) of 10 min (tien 3 min
Tijdopname 5 min
minuten). De sluiter gaat open na indrukken 10 min
van de ontspanknop en blijft open totdat er
opnieuw op de ontspanknop wordt gedrukt, of
totdat de tijd die werd geselecteerd is verstreken.
De ML-L3 afstandsbediening
De meegeleverde ML-L3 afstandsbediening ( 42) kan worden gebruikt om on-
scherpte, veroorzaakt door camerabeweging bij het indrukken aan het begin of einde
van een tijdopname, te voorkomen. Activeer de zelfontspanner ( 41) voordat u de
ML-L3 gebruikt.
99
Scherpstelopties Scherpstelopties
AF-veld stand
In de (auto) stand stelt de camera automatisch AF-VELD STAND
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
In de standen P, S, A, M zijn de volgende opties voor de Automatisch
Handmatig
keuze van het scherpstelveld beschikbaar: Uit
Optie Omschrijving
Camera kiest automatisch scherpstelveld dat het onderwerp bevat dat het
dichtst bij de camera ligt. Het geselecteerde scherpstelveld verschijnt in rood
Auto- als de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies hiervoor bij kiekjes of in an-
matisch dere situaties waarin u de camera het focusgebied wilt laten selecteren. Kan
gebruikt worden met spot AF-veld meting om de belichting alleen in het ac-
Het opnamemenu
Digitale zoom
Scherpstelveldselectie is niet beschikbaar in combinatie met digitale zoom ( 18). Het
centrale scherpstelveld wordt gebruikt als de digitale zoom in gebruik is.
Handmatige selectie scherpstelveld in onderwerpsstand
Handmatige selectie van het scherpstelveld is beschikbaar in sommige onderwerpsstanden
( 26). Selecteer het scherpstelveld zoals beschreven voor Handmatig, zie hierboven.
100
Scherpstel-stand
Scherpstel-stand bepaalt hoe de camera scherpstelt SCHERPSTEL-STAND
bij het maken van foto’s (zie “Films” 60) voor in-
Enkelvoudig
Single AF AF
formatie over de scherpstelopties, beschikbaar in de Continu AF
filmstand). Ongeacht de gekozen optie kunt u ook
foto’s maken wanneer de camera niet scherpgesteld
staat; controleer de scherpstelaanduiding voordat u
een opname maakt.
Optie Omschrijving
Enkelvoudig De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop half wordt inge-
AF drukt.
De camera blijft de scherpstelling bewaken en bijregelen totdat de
Continu AF ontspanknop half wordt ingedrukt; hierdoor is de tijd die nodig is om
een foto te maken korter.
Scherptebevestiging
Gebruik voordat u de foto maakt scherptebevestiging SCHERPTEBEVESTIGING
om precies te bepalen welke delen van het beeld
scherp worden. De scherptebevestiging betreft alleen Handmatige inst.
Het opnamemenu
Aan
het door het objectief gevormde beeld in de zoeker/ Uit
monitor; er verschijnen geen scherptemarkeringen in
het uiteindelijke beeld.
Optie Omschrijving
Handmatige Delen van het beeld die zich op de ingestelde afstand bevinden wor-
inst. den bij handmatige scherpstelling in de zoeker / monitor verscherpt
(MF) weergegeven ( 57).
Delen van het beeld die zich op de ingestelde afstand bevinden wor-
Aan den bij alle scherpstelstanden in de zoeker / monitor verscherpt weer-
gegeven.
Uit Er verschijnt geen scherpteaanduiding in de zoeker/monitor.
101
Zoomopties Zoomopties
Digitale tele
Wanneer Aan is geselecteerd kan de digitale zoom DIGITALE TELE
worden geactiveerd door in de uiterste zoomstand circa
twee seconden op de knop te drukken. Wanneer di- Aan
Uit
gitale zoom geactiveerd is stelt de camera scherp op het
centrale scherpstelveld en wordt centrumgerichte licht-
meting gebruikt (bij zoomfactors van 2 × of hoger meet
de camera alleen het licht in het centrale scherpstelveld).
Selecteer Uit om de digitale zoom op te heffen.
Digitale zoom
Digitale zoom is niet beschikbaar in de kwaliteitsstanden RAW en HI ( 33),
de instellingen Multi-shot 16 en Ultra HS ( 88) en wanneer Groothoek
Het opnamemenu
Vast diafragma
Deze optie regelt of het diafragma aan de zoomstand VAST DIAFRAGMA
wordt aangepast.
Aan
Optie Omschrijving Uit
In de standen A en M wordt het diafragma zo dicht
mogelijk bij de geselecteerde f/-waarde gehouden.
Om te voorkomen dat het geselecteerde f/-getal
Aan
in de nieuwe zoominstelling het belichtingsbereik
overschrijdt dient u een opening van f/5 tot f/8 te
kiezen.
Uit Diafragma verandert met de zoomstand.
102
VR-stand VR-stand
Optie Omschrijving
Beste keuze in meeste situaties. Camera herkent meetrek-bewegingen
bij vermindering cameratrilling, zodat hij er niet door wordt misleid.
Normaal Wordt de camera horizontaal meegetrokken, dan vermindert de vibra-
tie reductie alleen verticale trillingen.Wordt de camera verticaal meege-
trokken, dan corrigeert VR alleen horizontale trilling.
Te gebruiken wanneer u opneemt vanuit rijdende voertuigen of in an-
Actief dere situaties waarin de trilling sterker dan gemiddeld is. Meetrekken
wordt niet ondersteund.
Het opnamemenu
VR-stand
Kies Normaal wanneer u tijdens de opname een meetrek-beweging maakt.
De huidige VR-stand wordt weergegeven op de monitor wan-
neer vibratie reductie is ingeschakeld.
8M
60 F2.8
1/60 126
103
Flitsopties Flitsopties
Het menu Flitsopties bevat drie opties voor het rege- FLITSOPTIES
len van de ingebouwde flitser en externe flitsers die op
het accessoireschoentje van de camera zijn geplaatst. Pop up
Flitsbel. corr.
Flitser selectie
Pop up
Hiermee bepaalt u of de ingebouwde flitser automa- POP UP
tisch omhoog komt als er flitslicht nodig is.
Automatisch
Optie Omschrijving Handmatig
De ingebouwde flitser bij klapt half indrukken van
de ontspanknop automatisch omhoog indien er
Auto- flitslicht nodig is; de flitser wordt ontstoken wan-
matisch neer de ontspanknop geheel wordt ingedrukt. Is
de flitser eenmaal uitgeklapt, dan wordt hij alleen
ontstoken als er flitslicht nodig is.
De ingebouwde flitser klapt uit wanneer op
Hand-
knop wordt gedrukt; bij elke opname wordt ge-
matig
Het opnamemenu
flitst.
– 0.3
Zonnekappen
Verwijder zonnekappen (apart leverbaar; 143) wanneer u de flitser gebruikt.
Het accessoireschoentje
De camera is uitgerust met een accessoireschoentje, waarop
optionele Nikon SB-800 en SB-600 flitsers zonder flitskabel
kunnen worden aangesloten. Het accessoireschoentje is
voorzien van een veiligheidsvergrendeling voor flitsers met
een vergrendelingspin, waaronder de SB-800 en SB-600.
Verwijder het kapje van het accessoireschoentje voordat u een
flitser bevestigt en plaats het kapje terug als het schoentje niet
wordt gebruikt.
104
Flitser selectie
Deze optie wordt gebruikt om de ingebouwde en de FLITSER SELECTIE
optionele flitsers te sturen bij het gebruik van optio-
nele flitsaccessoires die op het accessoireschoentje zijn Automatisch
Intern uit
geplaatst.
Optie Omschrijving
Optionele flitser op de camera flitst indien
Automatisch aanwezig. Indien niet aanwezig, dan wordt
de ingebouwde flitser ontstoken.
Intern uit Ingebouwde flitser wordt uitgeschakeld.
Het opnamemenu
Flitsstandaanduidingen voor optionele flitsers
Is Intern uit of Automatisch geselecteerd voor Flitser selectie en is er een externe
flitser op de camera geplaatst, dan wordt de flitsstand als onderstaand aangegeven. De
camera zal overigens niet in staat zijn om de flitsintensiteit correct in te stellen als het
flitsgereedlampje op de optionele flitser niet brandt. Let er op dat het flitsgereedlampje
brandt voordat u de foto maakt.
Flitsstand Flitsstand
LCD- Zoeker/ LCD- Zoeker/
(Pop up ingesteld op (Pop up ingesteld op
venster monitor venster monitor
Automatisch) Handmating)
Automatisch A Altijd flitsen (in-
vulflits)
Flitser uit Invulflits met rode-
Automatisch met ogen-reductie
rode-ogen-reductie Invulflits + Flitsen met
Altijd flitsen (in- lange sluitertijd
vulflits) Invulflits + synchro-
Flitsen met lange nisatie achterste
sluitertijd gordijn
Synchronisatie
achterste gordijn
105
SB-800 en SB-600 flitsers
Zet de flitsstand van de flitser voordat begint op DDL. In deze stand zullen de SB-800
en SB-600 flitsers monitorvoorflitsen gebruiken voor i-DDL flitssturing (Standaard i-DDL
invulflits voor digitale SLR). Merk echter op dat de camera geen ondersteuning biedt
voor geavanceerd draadloos flitsen, Auto FP high-speed flitsen, FV-vergrendeling of AF-
hulpverlichting voor meervelds AF. Zie de flitserhandleiding voor meer informatie.
Controleer of het flitsgereedlampje op de optionele flitser brandt voordat u een op-
name maakt. Bij instelling op STBY (standby) zal de SB-800 of SB-600 flitser gelijk met
de camera worden in- en uitgeschakeld. Werd Normaal geselecteerd voor Lenscon-
verter en is de flitser ingeschakeld, dan zoomt de uitlichtingshoek van de flitser met de
zoomverstelling van de camera mee. Is rode-ogen-reductie ( 37) actief, dan zal het
lampje voor rode-ogen-reductie voorop de flitser gaan branden en zal de camera geen
voorflitsen voor rode-ogen-reductie afgeven.
Het opnamemenu
106
Auto bracketing Auto bracketing
Het opnamemenu
Beperkingen bij auto bracketing
Auto bracketing kan niet worden gebruikt in de stand M ( 50) of in combinatie
met BSS ( 91), belichting BSS ( 91), AE-vergrendeling ( 98), ruisonderdrukking
( 109), of de Continu instellingen Multi-shot 16, Ultra HS, 5 Opnamen buffer of
Intervalopnamen ( 88).
Witbalansbracketing kan niet worden gebruikt in de stand M ( 50) of in combinatie
met BSS ( 91), Belichting BSS ( 91), AE-vergrendeling ( 98), ruisonderdrukking
( 109), beeldkwaliteit RAW of HI ( 33), Zwart-wit ( 94), of Continu instellingen
anders dan Enkelvoudig ( 88).
Auto bracketing
Is Auto bracketing actief, dan verschijnt er een pictogram
met de gekozen belichtingsvariatie.
Is witbalans-bracketing actief, dan verschijnt picto-
gram op de monitor. 8
60 F2.
1/60 F2.8 12
107
Auto bracketing
Is Auto bracketing geselecteerd, dan wordt de belich- AUTO BRACKETING
ting per opname gevarieerd; het aantal opnamen en 3 ±0.3
3 ±0.7
de sterkte van de belichtingscorrectie kunnen worden 3 ±1.0
5 ±0.3
geselecteerd in het rechts weergegeven submenu. De 5 ±0.7
waarden worden toegevoegd aan een eventueel inge- 5 ±1.0
Het opnamemenu
Beperkingen van ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking kan niet worden gebruikt in combinatie met BSS ( 91), belichting
BSS ( 91), belichtings- of witbalans-bracketing ( 107), of met andere Continu in-
stellingen dan Enkelvoudig ( 88).
Gevoeligheid (ISO-equivalent)
Ruisonderdrukking vermindert de ruis die bij hogere gevoeligheden voorkomt ( 52),
maar alleen in opnamen met sluitertijden langer dan ¼ sec.
Ruisonderdruk.
Wanneer de ruisonderdrukking aan staat verschijnt het NR
(Noise Reduction) pictogram in de zoeker/monitor.
8M
60 F2.8
1/60 126
109
Standaardwaarden Standaardwaarden
Beeldkwaliteit Normaal
Beeldformaat (3264 × 2448) Scherptebevestiging Handmatige instelling
Witbalans 2 Automatisch Zoomopties
Gevoeligheid Automatisch Digitale tele Aan
Vast diafragma Uit
Menu-opties Standaard
Lichtmeting Matrix VR-stand Normaal
Continu Enkelvoudig Flitsopties
BSS Uit Pop up Automatisch
Beeld aanpassen Automatisch Flitsbelichtingscorrectie 0,0
Verzadiging Normaal Flitser selectie Automatisch
Verscherping Normaal Auto bracketing Uit
Lensconverter Normaal Ruisonderdrukking Uit
1 Geldt voor beide geheugenbanken.
2 Fijnregeling wordt teruggezet op 0.
110
Mijn menu Mijn menu
Het opnamemenu
Lichtmeting
Continu
Continu
BSS
BSS
Beeld aanpassen
Beeld aanpassen
Verzadiging
Verzadiging
Gebr. Instelling
Gebr. Instelling
Kies het onderdeel dat u wilt veranderen.* Het volledige opnamemenu verschijnt.
* In plaats van stap 3–5 kan er ook een selectie worden gemaakt door de onderdelen te
markeren en de instelschijf rond te draaien ( ).
111
Geheugenkaart formatteren Geh.-krt format.
112
Het weergavemenu
Het weergavemenu bevat de volgende opties:
WEERGAVEMENU 1/2 WEERGAVEMENU 1/2
Wissen
Delete
Mappen
Wissen 114–115
Diashow Mappen 116–119
Beveiligen Diashow 120–121
Beeld verbergen
Printopdracht Beveiligen 122
Auto-overdracht Beeld verbergen 123
Printopdracht 124–125
Auto-overdracht 126–127
WEERGAVEMENU 1/2
1 2 Wissen
Delete
Mappen
Diashow
Beveiligen
Beeld verbergen
Het weergavemenu
Printopdracht
Auto-overdracht
Selecteer stand. Het weergavemenu verschijnt.*
* Druk opnieuw op de knop om terug
te keren naar de weergavestand.
113
Wissen Wissen
Selectie wissen
WISSEN SELECTIE
1 2
Selectie
Wis alle beelden ON
OFF
10.01.2004
10:35 [ 4/ 4]
Terug Ingestld
Markeer Selectie. Selectievenster verschijnt.
SELECTIE SELECTIE
3 4
ON ON
OFF OFF
10.01.2004 10.01.2004
10:25 [ 2/ 4] 10:25 [ 2/ 4]
Terug Ingestld Terug Ingestld
Het weergavemenu
114
Alle beelden wissen
WISSEN Markeer Wis alle beelden.
1
Selectie
Wis alle beelden
Het weergavemenu
Mapopties (Folderopties)
Het Mapopties (Folderopties) menu bevat de volgende
FOLDEROPTIES
opties:
Optie Omschrijving Nieuw
Hernoemen
Nieuw Nieuwe mappen aanmaken. Wissen
Hernoemen Hernoem bestaande mappen.
Wissen Wis mappen en alle onderdelen die ze bevatten.
M
Nieuw
Hernoemen N I K O N
Wissen
O
NIEUW NIEUW
3 4
M S
N I K O N T I K O N
O U
HERNOEMEN HERNOEMEN
3 4
N
Het weergavemenu
OS A K A 0 S A K A
T OK Y O
K OB E P
Bewerk de naam zoals beschreven bij stap 3–6 van “Nieuwe mappen
5 aanmaken”. De geselecteerde map wordt gebruikt voor opslag en
weergave tot een andere map wordt geselecteerd.
Mapopties (Folderopties)
Het Mapopties (Folderopties) menu kan ook worden geopend vanuit het setup-
menu ( 133).
117
Mappen wissen
FOLDEROPTIES WISSEN
1 2
Nieuw
Hernoemen O SAK A
Delete
Wissen T O KY O
KO BE
Het weergavemenu
10:35 0004 JPG maakte opname wordt weergegeven.
0004.JPG
De gekozen map wordt gebruikt voor
opslag en weergave totdat er een
nieuwe map wordt geselecteerd (als
Alle mappen is geselecteerd, worden
8M 4 4 nieuwe opnamen opgeslagen in de
map NIKON).
DIASHOW
1 2
Start
Tussenpauze
Herhalen
Pauze
een pauze tussen de beelden. Films worden weergegeven als foto (het eer-
ste beeldje wordt weergegeven). De volgende handelingen kunnen worden
uitgevoerd:
Actie Indrukken Omschrijving
Het rechts weergegeven menu ver- PAUZE
schijnt. Markeer Herstarten en
druk op het midden van de multi-
Diashow
selector om de diashow te hervat- Herstarten
pauzeren Tussenpauze
ten. Selecteer Einde om de dia- Einde
show te stoppen en terug te keren
naar weergeven op volle grootte.
Ga één beeld Duw multi-selector naar boven of naar links om één beeld
naar voren terug te gaan, naar beneden of rechts om door te gaan naar
of terug het volgende beeldje.
Diashow
Stopt diashow, terugkeer naar schermvullende weergave.
stoppen
120
Eindigt de diashow, dan verschijnt het pauzemenu. PAUZE
Druk de multi-selector naar links om terug te keren
naar het weergavemenu, of druk op de knop om
schermvullende weergave te verlaten. Herstarten
Tussenpauze
Einde
Tussenpauze veranderen
Het diashow menu op de vorige bladzijde en het pau- TUSSENPAUZE
zescherm hierboven bevat een Tussenpauze optie 2 sec
voor de keuze hoe lang elk beeld vertoond wordt. Wilt 3 sec
5 sec
u de tussenpauze veranderen, markeer dan Tussen- 10 sec
pauze en druk op het midden van de multi-selector.
Het rechts getoonde menu met intervalinstellingen
verschijnt; markeer de gewenste instelling en duw de
multi-selector naar rechts.
Het weergavemenu
Automatisch uit
De camera gaat tijdens een diashow in de standby-stand als er dertig minuten lang
geen handelingen zijn uitgevoerd.
Tussenpauze
Als gevolg van verschillen in bestandsgrootte en de snelheid waarmee beelden van de
geheugenkaart kunnen worden gelezen kan de werkelijke tussenpauze afwijken van
de geselecteerde waarde.
121
Beveiligen Beveiligen
BEVEILIGEN BEVEILIGEN
1 2
ON ON
OFF OFF
10.01.2004 10.01.2004
10:25 [ 2/ 4] 10:25 [ 2/ 4]
Terug Ingestld Terug Ingestld
Blader door de beelden. De huidige Selecteer huidige foto. Geselecteerde
opname wordt in het midden van de beelden gemarkeerd door pic-
zoeker/monitor getoond. togram.
Voltooi de bewerking.
122
Beeld verbergen Beeld verbergen
Het weergavemenu
u het en drukt u de multi-selec- Gereed
tor omhoog of omlaag.
Voltooi de bewerking.
10.01.2004 10.01.2004
10:25 [ 2/ 4] 10:25 [ 2/ 4]
Terug Ingestld Terug Ingestld
Blader door de beelden. De huidige Selecteer huidige foto en stel aantal
opname wordt in het midden van de prints in op 1. Geselecteerde foto’s
zoeker/monitor getoond. krijgen een pictogram.
124
PRINT SELECTIE Gebruik multi-selector om aantal prints
5 op te geven (maximaal 9). Wilt u de se-
3 lectie van het beeld annuleren, druk dan
de multi-selector omlaag wanneer het
10.01.2004 aantal prints op 1 staat. Herhaal stappen
10:25 [ 2/ 4] 3–5 om extra beelden te selecteren.
Terug Ingestld
PRINT SELECTIE
6
Datum : Uit Gereed
Info : Uit
Gereed
Het weergavemenu
u Gereed en drukt u op het midden van de multi-selector. Bij weergeven op
volle grootte worden beelden in de huidige printopdracht aangegeven door
een pictogram.
Printopdracht
Verschijnt het menu getoond in Stap 6 na het aanmaken van een printopdracht, dan
worden de opties Datum en Info teruggezet.
“Datum”
Is Datum geselecteerd in het menu Print selectie, dan ver- PRINT SELECTIE
schijnt de opnamedatum op alle foto’s die worden geprint met
apparatuur die de DPOF-datumfunctie ondersteunt. Houd er
Datum : Aan
rekening mee dat de geprinte informatie niet juist zal zijn Info : Uit
wanneer de cameraklok niet goed stond toen de foto werd Gereed
gemaakt ( 15).
125
Auto-overdracht Auto-overdracht
126
Voltooi de bewerking.
6
Gereed
Het weergavemenu
der beelden voor overspelen te selec-
teren.
Bron- / Bestemmingsmappen
De volgende mappen kunnen niet als bron- of bestemmingsmap worden gekozen:
• Mappen aangemaakt met Ultra HS (mapnamen beginnen met “N_”)
• Mappen aangemaakt met Intervalopnamen (mapnamen beginnen met “INTVL”)
• Mappen aangemaakt met een instelling op Panorama assist mapnamen beginnen
met een “P_”)
128
SELECTEER DOELMAP Markeer bestemmingsmap.
7
NIK ON
T OK Y O
OS A K A
Het weergavemenu
Kleine kopie Kleine kopie
info.txt
Verplaatsen van beelden wist de gerelateerde informatie uit het info.txt bestand
( 140).
Bestandsnamen
Wordt een beeld verplaatst, dan krijgt het een nieuw bestandsnummer dat wordt
gegenereerd door 1 toe te voegen aan het hoogste bestandsnummer in de bestem-
mingsmap. De identificator (DSCN, RSCN, SSCN, FSCN) en extensie (.NEF, .TIF, .JPG,
.MOV) zullen niet veranderen.
129
Het setup-menu
Het setup-menu bevat de volgende pagina’s met opties:
SET-UP 1/3 SET-UP 1/3
Taal/Language
Datum
Taal/Language 131
Mappen Datum 131–132
Monitorinstelling Mappen 133
Oplopende numm.
Sluitergeluid Monitorinstelling 133–135
Automatisch uit Oplopende numm. 136
Sluitergeluid 137
Automatisch uit 138
SET-UP 1/3
Taal/Language
Datum
Mappen
Monitorinstelling
Oplopende numm.
Sluitergeluid
Automatisch uit
130
Taal / Language Taal/Language
Datum Datum
Tijdzones
De tijdzone kan niet worden geselecteerd als datum en tijd niet ingesteld zijn.
De camera ondersteunt onderstaande tijdszones. Stappen van minder dan een uur
worden niet ondersteund; reist u naar of van bestemmingen met kwartier- of halfuur-
verschillen ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT) zoals Afghanistan, Centraal
Australië, India, Iran, Nepal of Newfoundland, stel dan de cameraklok op de plaatselijke
tijd in ( 15–16).
GMT +/– Locatie GMT +/– Locatie
Het setup-menu
132
Mappen Mappen
Monitorinstelling Monitorinstelling
Ontspansnelheid
In de standen P, S, A en M kan deze optie worden ge- SLUITER REACTIETIJD
bruikt om de vertraging tussen het indrukken van de
ontspanknop en het maken van de opname te verkor- Normaal
Snel
ten, ten koste van een kleine verlaging van de kwaliteit
van het preview-beeld op de monitor.
Optie Omschrijving
Normaal Kwaliteit preview-beeld heeft prioriteit.
Vermindert tijdsverloop tussen indrukken ontspanknop en openen van de
sluiter bij het maken van foto’s (niet van toepassing bij films).* Horizontale
Snel Het setup-menu
lijnen kunnen in preview-beeld verschijnen; het beeld zelf wordt niet aan-
getast.
* Wordt een opname gemaakt tijdens het terugspelen van beelden dan worden de
instellingen van scherpstelling, belichting en automatische witbalans voor de vorige
opname op de nieuwe opname toegepast. Voor een snelle reactie zal de ingebouwde
flitser mogelijk niet worden ontstoken indien er een foto wordt gemaakt tijdens het
terugspelen van beelden; optionele flitsers worden mogelijk niet ontstoken indien
Continu is ingesteld op Enkelvoudig ( 88).
133
Terugspeelopties
Met deze optie bepaalt u of foto’s direct nadat ze zijn TERUGSPEELOPTIES
gemaakt worden vertoond in de standen P, S, A en M
(beeld terugspelen). Terugspelen aan
Terugspelen uit
Optie Omschrijving
Terugspelen De foto’s worden na de opname ongeveer één
aan seconde weergegeven.
Terugspelen De foto’s worden na de opname niet weer-
uit gegeven.
Helderheid
Deze optie regelt de helderheid van de monitor. Duw HELDERHEID
de multi-selector omhoog of omlaag om de helderheid
te verhogen of te verlagen. Het resultaat van de geko-
zen verandering is onmiddellijk zichtbaar in het midden
van de weergave. Druk op het midden van de multi-se-
lector om de verandering in te voeren en terug te keren
naar het setup-menu. Om het menu te verlaten zonder
de helderheid van de monitor te veranderen duwt u de
multi-selector naar links.
Kleur
Deze optie regelt de kleurweergave van de monitor KLEUR
(toon). Het resultaat van de gekozen verandering is
onmiddellijk zichtbaar in het midden van de weer-
gave. Druk op het midden van de multi-selector om
de verandering in te voeren en terug te keren naar het
Het setup-menu
“Helderheid” en “Kleur”
Deze opties kunnen niet worden veranderd als de EG-CP14 AV-kabel is aangesloten
( 75) veranderingen in helderheid en kleur werken niet door in het beeld op TV.
134
Opstartscherm OPSTARTSCHERM
Welkomstscherm WELKOMSTBEELD
Optie Omschrijving
Geen
Er verschijnt na inschakelen van de camera geen welkomstscherm.
Welkom
Welkomstscherm
Werd Standaardwaarden ( 141) gebruikt om de instellingen terug te zetten, dan
wordt Welkomstscherm teruggezet op Nikon. Werd Selecteer beeld gekozen nadat
de instellingen werden teruggezet op Standaard, dan wordt teruggekeerd naar het
laatste beeld dat was gekozen voor Selecteer beeld.
WELKOMSTBEELD
Werd Selecteer beeld gekozen nadat er een eigen welkomst- Huidige beeld
scherm werd gekozen, dan verschijnt het rechts weergegeven vervangen?
dialoogvenster. Selecteer Ja om het huidige beeld door het Nee
nieuwe welkomstscherm te vervangen, Nee om het wel- Ja
komstscherm te verlaten zonder dat het werd veranderd.
135
Oplopende nummering Oplopende numm.
136
Sluitergeluid Sluitergeluid
Optie Omschrijving
Camera piept eenmaal om te bevestigen dat:
• de camera de voorbereidingen voor de opname heeft voltooid
• handmatige focus is geactiveerd
• de beelden zijn gewist of de geheugenkaart is geformatteerd
• een optie anders dan Normaal is geselecteerd voor Lensconverter
• veranderingen zijn aangebracht in instellingen voor Beveiligen, Beeld
verbergen, Printopdracht, Auto-overdracht, Verplaats beeld of Dia-
show > Herhalen
• zomertijd aan of uit is gezet
Aan • Aan is geselecteerd voor Sluitergeluid
Camera piept twee keer om te bevestigen dat:
• de ontspanknop volledig werd ingedrukt om de sluiter te ontspannen (er
klinkt geen piepsignaal wanneer Ontspansnelheid werd ingesteld op Snel)
Wanneer de camera na het indrukken van de ontspanknop driemaal
piept:
• dan is de geheugenkaart vol of niet geplaatst, of
• dan zijn de batterijen leeg
De camera piept continu tijdens het aftellen van de timer (bij gebruik
van de zelfontspanner of afstandsbediening).
Akoestische bevestigingen en waarschuwingen zijn uitgeschakeld. Spraakme- Het setup-menu
Uit mo’s en geluid dat werd opgenomen bij films kunnen wel gewoon worden
afgespeeld.
137
Automatisch uit Automatisch uit
Bediening Bediening
Lichtnetadapter gebruiken
Wordt de camera gevoed met de optionele EH-54 lichtnetadapter, dan blijft de camera
dertig minuten lang ingeschakeld na de laatste handeling, ongeacht de instelling die
werd gekozen in het menu Automatisch uit. Is de camera aangesloten op een TV of
videorecorder, dan blijft de video output na het uitschakelen van de monitor / zoeker
onbeperkt aan.
138
FUNC
Door veelgebruikte functies aan de FUNC knop toe te FUNC
kennen kunt u de geselecteerde instellingen wijzigen Gebr. Instelling
Witbalans
zonder dat u de cameramenu’s hoeft te openen in de Beeldkwaliteit
Beeldformaat
standen P, S, A en M. Gevoeligheid
Continu
Optie Omschrijving
Gebr. Instelset kan worden geselecteerd door de FUNC knop in de drukken
Instelling en de instelschijf rond te draaien ( 95).
Witbalans ( 54) kan worden ingesteld door de FUNC knop in de
drukken en de instelschijf rond te draaien. Witbalans kan niet wor-
Witbalans den fijngeregeld bij gebruik van de FUNC knop. De camera meet een
nieuwe waarde voor vooringestelde witbalans als de FUNC knop in-
gedrukt wordt gehouden.
De beeldkwaliteit ( 33) kan worden ingesteld door de FUNC knop
Beeldkwaliteit
in de drukken en tegelijkertijd de instelschijf rond te draaien.
De beeldgrootte ( 34) kan worden ingesteld door de FUNC knop in
Beeldformaat
te drukken en tegelijkertijd de instelschijf rond te draaien.
De gevoeligheid (ISO-equivalent; 52) kan worden ingesteld door
Gevoeligheid de FUNC knop in de drukken en tegelijkertijd de instelschijf rond te
draaien.
De optie voor Continu ( 88) kan worden geselecteerd door de
Continu FUNC knop in de drukken en tegelijkertijd de instelschijf rond te
draaien.
AE-L, AF-L
Standaard worden zowel scherpstelling als belichting AE-L, AF-L Het setup-menu
vergrendeld als de AE/AF-L knop wordt ingedrukt. In-
dien gewenst kan de knop worden ingesteld om alleen AE-L & AF-L
AE-L
een van beide te vergrendelen. AF-L
Optie Omschrijving
AE-L & AF-L AE/AF-L knop vergrendelt scherpstelling en belichting.
AE/AF-L knop vergrendelt alleen belichting. Scherpstelling wordt ver-
AE-L
grendeld als ontspanknop half wordt ingedrukt.
AE/AF-L knop vergrendelt alleen scherpstelling. Belichting wordt vergren-
AF-L
deld als ontspanknop half wordt ingedrukt.
139
Opnamebevestiging OFF Opnamebevest.
• Sluitertijd • Opnamedatum
• Diafragma • Beeldgrootte en -kwaliteit.
• Belichtingscorrectie • Kleurverzadiging
• Scherptediepte en digitale zoom- • Actief scherpstelgebied
factor
Beelden worden in volgorde van opname opgesomd, gescheiden door een
witregel.
info.txt
Het bestand info.txt kan niet naar een computer worden overgespeeld met
PictureProject. Het kan worden gekopieerd met standaard Verkenner of Finder hande-
lingen wanneer de USB optie is ingesteld op Mass Storage.
140
USB USB
Videostand Videostand
Standaardwaarden Standaardwaarden
Alle instellingen
Optie Omschrijving terugzetten?
Nee Verlaat menu en laat instellingen onveranderd.
Nee
Zet alle instellingen terug op standaardwaar- Standaardwaarden
Standaard-
den, behalve de opnamestand, de belichtings-
waarden
stand, Taal, Datum, Videostand en USB.
Het setup-menu
141
Datum afdrukken Datum afdrukken
Terug
Datum afdrukken
Data die zijn geprint in een beeld met grootte van (640 × 480), (1024 × 768) of
(1280 × 960) zijn mogelijk niet goed te lezen.
Ongeacht de gekozen instelling, wordt de datum niet afgedrukt in de filmstand ( 59),
Het setup-menu
met panorama assist ( 31) een beeldkwaliteitsinstelling van RAW ( 33), of de Con-
tinu instellingen Continu H, Ultra HS of 5 Opnamen buffer ( 88).
De datum/tijd vormt een permanent deel van het beeld en
zal altijd in een afdruk verschijnen, ongeacht de datum-optie
die werd gekozen in het Printopdracht menu. Bij een andere
instelling dan Uit zal er tijdens het opnemen een pictogram 8M
voor datum afdrukken verschijnen. Controleer voordat u gaat
fotograferen of de cameraklok op de juiste tijd en datum is 60 F2.8
1/60 126
ingesteld.
De datum wordt opgenomen in de volgorde die werd gekozen in het DATUM menu.
Datum afdrukken kan niet worden geselecteerd als de cameraklok niet ingesteld is
( 15–16).
142
Technische opmerkingen
Optionele accessoires
Op het moment van samenstelling van deze handleiding waren de volgende
accessoires voor deze camera leverbaar: Neem contact op met uw handelaar
voor extra informatie.
Oplaadbare batterijen / • Extra oplaadbare EN-EL7 Li-ion batterijen zijn verkrijgbaar
Battery packs / bij uw handelaar
Lichtnetadapters • Oplaadbare EN-EL7e Li-ion batterijen (met laadaanduidingen)
• MB-CP11 battery pack
• EH-54 lichtnetadapter
Cameratas CS-CP21 zachte tas
PC-kaartadapters EC-AD1 PC-kaartadapter
Voorzetlenzen WM-E80 groothoekconverter (0,8 ×)
Lensconverters • FC-E9 fisheye converter (0,2 ×)
(verloopring vereist) • TC-E17ED teleconverter (1,7 ×)
Verloopringen • UR-E17 verloopring voor TC-E17ED
• UR-E18 verloopring voor FC-E9
Zonnekappen HN-CP14 zonnekap
COOLPIX filters • Nikon FF-CP11 NC neutraal kleurenfilter (NC)
• Nikon FF-CP11 CPL circulair polarisatiefilter
• Nikon FF-CP11 ND4 neutraal grijsfilter (ND)
Optionele flitsers en • SB-800, SB-600
accessoires • SC-29 en SC-28 synchronisatiekabels voor gebruik van
flitser los van de camera
Technische opmerkingen
Bij gebruik van andere merken geheugenkaarten wordt de werking niet gega-
randeerd. Voor meer informatie over de bovenstaande kaarten kunt u contact
opnemen met de betreffende fabrikanten.
Geheugenkaarten
• Geheugenkaarten kunnen door gebruik heet worden. Wees voorzichtig bij het verwij-
deren uit de camera.
Technische opmerkingen
145
Reinigen
Objectief/Elektronische zoeker
Belangrijk bij het reinigen van de glazen onderdelen is ze nooit met uw vingers
aan te raken. Verwijder stof en vezels met een blaasbalgje (een rubberen bal-
letje met een spuitmondje waaruit de lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken
en ander vuil dat niet met een blaasbalgje van de lens kan worden verwijderd
kunt u wegvegen met een zachte doek; maak een spiraalbeweging vanuit het
midden en werk naar de randen toe.
Monitor
Verwijder stof en vezels met een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken en
andere vlekken van de monitor met een zachte, droge doek; pas op dat u
geen druk op de monitor uitoefent.
Vermijd aanraking met vloeibaar kristal
Mocht de monitor of het scherm van de elektronische zoeker breken, pas dan
op voor letsel veroorzaakt door gebroken glas; voorkom dat het vloeibare kris-
tal uit de monitor in aanraking komt met de huid of in ogen of mond komt.
Camerahuis
Verwijder stof en vezels met een blaasbalgje en veeg de camera schoon met
een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand dient u
zand en zout met een doek te verwijderen die licht is bevochtigd met water;
droog de camera daarna grondig.
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Technische opmerkingen
Batterijen
• Controleer de batterijconditie wanneer u de camera ergens mee naar toe neemt, en
laad de batterij zo nodig op ( 9). Ga niet door met opladen wanneer de batterij
Technische opmerkingen
volledig opgeladen is, aangezien de prestatie van de batterij hierdoor afneemt. Zorg
indien mogelijk dat u een volledig opgeladen reservebatterij bij u heeft wanneer u
foto’s bij belangrijke gelegenheden maakt.
• De batterij gaat langer mee wanneer u zoveel mogelijk de elektronische zoeker ge-
bruikt.
• Bij koude neemt de prestatie van batterijen af. Zorg ervoor dat de batterijen geheel
opgeladen zijn voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te fotograferen. Houd
reservebatterijen op een warme plaats en verwissel ze wanneer nodig. Een batterij die
weer op temperatuur is gekomen kan soms een deel van zijn capaciteit herwinnen.
• Vuil op de batterijpolen kan ertoe leiden dat de camera niet werkt.
• Gebruikte batterijen bevatten waardevolle materialen. Recycle oude batterijen vol-
gens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
147
Foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u de foutmeldingen en andere waarschuwingen
die op de monitor verschijnen en hoe u er gevolg aan dient te geven.
Melding Probleem Oplossing
Stel klok in op huidige datum
Klok niet ingesteld. 15
(Knippert) en tijd.
LET OP!
Batterij leeg. Laad batterij op. 9
BATTERIJ BIJNA LEEG!
DEZE BATTERIJ KAN
Batterij in camera is geen
NIET GEBRUIKT WOR- Gebruik EN-EL7 batterij. 9
EN-EL7. *
DEN
Staak gebruik en laat batterij na-
ER IS EEN PROBLEEM
Storing batterij. * kijken door een door Nikon er- —
MET DE BATTERIJ
kende reparatiedienst.
Batterij kan niet meer worden Vervang door nieuwe EN-EL7
BATTERIJ VERVANGEN —
gebruikt. batterij.
Zet de camera uit en controleer
Camera detecteert de geheugen-
GEEN KAART AAN- kaart niet. of geheugenkaart goed is ge- 12
WEZIG plaatst.
148
Melding Probleem Oplossing
• Geheugenkaart is niet ge- • Formatteer geheugenkaart 112
formatteerd voor gebruik in opnieuw.
camera, of storing deed zich
voor tijdens opslag.
BEELD KAN NIET WORDEN • Camera kan geen nieuwe • Plaats nieuwe geheugenkaart 12, 114
OPGESLAGEN bestandsnummers aanma- of wis beelden.
ken.
• Camera kan beeld niet kopi- • Kopieën kunnen niet worden 71, 72
eren met optie snel bewer- gemaakt van films of andere
ken of uitsnede. kopieën.
Geen beelden op geheugen- Selecteer om beelden te bekij-
KAART BEVAT GEEN
kaart, of huidige map bevat ken de map met beelden via 119
BEELDEN
geen beelden. het menu Mappen.
Selecteer andere map of ge-
ALLE BEELDEN ZIJN VER- Alle beelden in huidige map bruik Beeld verbergen om de
123
BORGEN zijn verborgen. verberg-status van beelden in
huidige map te veranderen.
Monitor is lange tijd aangela- Zet camera uit en wacht een
ten waardoor de stroombevei- paar minuten voordat u hem 14
MONITOR UIT* liging geactiveerd is. weer aanzet.
Temperatuur batterij ligt niet Wacht tot temperatuur binnen
—
tussen 0–40 °C. bedrijfsbereik ligt.
BESTAND BEVAT GEEN Bestand aangemaakt door Bekijk bestand op computer of
76
BEELDGEGEVENS computer of andere camera. met juiste camera.
DIT BEELD KAN NIET GE- Poging beveiligd beeld te Hef beveiliging op voordat u
122
WIST WORDEN wissen. beeld wist.
Verwijder verberg- of beveili-
Map bevat verborgen of be- gingsmarkering van beelden.
DE MAP KAN NIET GE- veiligde beelden, of beelden Map kan niet worden gewist 122,
WIST WORDEN die niet met de COOLPIX 8800 als hij beelden bevat die niet 123
zijn gemaakt. met de COOLPIX 8800 zijn
gemaakt. Technische opmerkingen
Niet nodig nieuwe tijdzone op
NIEUWE STAD IS IN DE Reisbestemming in zelfde tijd- te geven als reisbestemming
131
HUIDIGE TIJDZONE zone als thuislocatie. in zelfde tijdzone als thuislo-
catie ligt.
WAARSCHUWING! KEU-
De keuzeknop staat tussen Zet de keuzeknop op de ge-
ZEKNOP STAAT NIET IN 8
twee standen in. * wenste stand.
JUISTE POSITIE
WAARSCHUWING!
Zet de keuzeknop op een an-
GEEN MENU IN AUTO knop ingedrukt in dere stand voordat u op de 8
STAND. PROBEER stand. knop drukt.
ANDERE STAND
*De letters Err verschijnen in het LCD-venster.
149
Melding Probleem Oplossing
Flitser wordt tegenge-
Zorg ervoor dat de flitser vrij kan
FLITSLICHT IS IN GE- houden; kan niet uit-
uitklappen en druk ontspanknop 19
SLOTEN POSITIE klappen voor extra ver-
half in.
lichting.
• Object zit vast tussen
Verwijder belemmerende objecten
objectief en camera-
en zet camera uit en weer aan.
body.
LENSFOUT * Blijft fout zich voordoen, neem dan —
• Fout deed zich voor
contact op met Nikon dealer of im-
tijdens gebruik objec-
porteur.
tief.
Als de computer een foutmelding
USB-kabel ontkoppeld
geeft, klik dan op OK om PicturePro-
of geheugenkaart ver-
ject te verlaten. Zet de camera uit, 12
COMMUNICATIEFOUT wijderd tijdens printen
sluit de kabel opnieuw aan of plaats 77
of overspelen van beel-
de geheugenkaart terug en ga ver-
den. *
der met printen of overspelen.
Duw de multi-selector omhoog of
omlaag om een optie te markeren
en duw op het midden om de optie
Probleem tijdens prin-
PRINTERFOUT te selecteren. Selecteer Hervatten 84
ten.
om verder te gaan met printen, of
Annuleren om het menu te verlaten
zonder alle beelden te printen.
Zet de camera uit, ontkoppel de
optionele lichtnetadapter (indien in
Fout deed zich voor in gebruik), verwijder en herplaats de
SYSTEEMFOUT interne circuits van de batterij en zet de camera aan. Blijft 10
camera. * de fout zich voordoen, neem dan
contact op met de Nikon-dealer of
-importeur.
*De letters Err verschijnen in het LCD-venster.
Technische opmerkingen
150
Problemen oplossen
Functioneert uw camera niet naar behoren, kijk dan eerst bij de nu volgende
algemene problemen voordat u zich tot uw dealer of de importeur wendt. In
de rechter kolom vindt u de paginacijfers die verwijzen naar meer informatie.
Elektronisch gestuurde camera’s
In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone lettertekens op de mo-
nitor verschijnen, waarbij de camera ophoudt te functioneren. Meestal is dit
het gevolg van een sterke externe statische lading. Zet de camera uit, haal de
batterij eruit en plaats hem terug, en zet de camera weer aan; werkt u met
de lichtnetadapter (optioneel leverbaar), zet dan de camera uit, ontkoppel de
lichtnetadapter, sluit de lichtnetadapter weer aan en zet de camera weer aan.
Is de storing hiermee niet te verhelpen, neem dan contact op met uw dealer
of de importeur. Het als boven beschreven stroomloos maken van de camera
kan ertoe leiden dat beeldinformatie verloren gaat die op het moment dat de
storing optrad nog niet was opgeslagen. Reeds op de geheugenkaart opge-
slagen informatie wordt niet aangetast.
Probleem Oplossing
Camera gaat uit • Batterij leeg. 17
zonder melding • Batterij koud. 147
• Camera staat uit. 14
• Batterij is niet goed geplaatst of deksel batterijruimte is niet 10
goed gesloten.
LCD-venster is • Batterij geheel leeg. 17
blanco • Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is niet goed aangesloten. —
• Camera staat op standby. Druk de ontspanknop half in. 14
• Camera is bezig met intervalfilm. 62
• Camera is bezig met intervalopname-serie. 90
Technische opmerkingen
151
Probleem Oplossing
Monitor is • Omgevingslicht te sterk. Gebruik elektronische zoeker. 4
slecht af te • Monitorhelderheid moet worden aangepast. 134
lezen • Monitor is vuil: reinig monitor. 146
• Camera in weergavestand. 65
• Batterij geheel leeg. 17
Er wordt geen
• Resterend aantal opnamen is nul: onvoldoende geheugen om beeld 21
foto gemaakt
op te nemen bij huidige instelling voor beeldkwaliteit/-formaat.
wanneer
• Flitsaanduiding knippert: flitser laadt zich op. 20
ontspanknop
• Melding: “ONGEFORMATTEERDE KRT” verschijnt: geheugen- 112
wordt inge-
kaart is niet geformatteerd voor gebruik in uw camera.
drukt
• Melding: “GEEN KAART AANWEZIG” verschijnt op monitor: 12
geen geheugenkaart in camera.
• Flitser staat uit. 37
• Flitsvenster afgedekt. 19
Foto’s te don-
• Onderwerp buiten flitsbereik. 38
ker
• Belichtingscorrectie verkeerd ingesteld. 44
(onderbelicht)
• Sluitertijd knippert: sluitertijd te kort. 48
• Diafragma knippert: f/-getal te hoog. 49
• Belichtingscorrectie verkeerd ingesteld. 44
Foto’s te licht
• Sluitertijd knippert: sluitertijd te lang. 48
(overbelicht)
• Diafragma knippert: f/-getal te laag. 49
• Onderwerp niet in scherpstelgebied op moment dat ontspan- 100
knop half werd ingedrukt of AE/AF-L knop werd ingedrukt.
Foto’s zijn on- • Camera kan met autofocus niet scherpstellen op geselecteerd 22
scherp onderwerp. Gebruik scherpstelvergrendeling.
• Onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera. Stap naar achte- 40,
ren, kies macro close up of zoom uit. 154
• Camera trilde tijdens de opname: zet vibratie reductie (VR) aan 45,
of kies een kortere sluitertijd. Als sluitertijd niet kan worden ver- 48
kort zonder onderbelichting te veroorzaken:
Technische opmerkingen
◆ Gebruik flitslicht 37
Foto’s zijn be- ◆ Verhoog gevoeligheid (ISO-equivalent) 52
wogen ◆ Kies groter diafragma (lager f/-getal) 49
(trillingson-
• Plaats om trilling bij lange tijden optimaal te voorkomen de 41
scherpte)
camera op statief en/of gebruik de zelfontspanner en een af-
standsbediening.
• Instelling voor Lensconverter stemt niet overeen met gebruikte 97
converter.
Beelden bevatten
• Gevoeligheid (ISO-equivalent) te hoog. 52
willekeurig voor-
• Sluitertijd te lang. Schakel bij sluitertijden van 1/4 sec. of langer 109
komende heldere
ruisonderdrukking aan.
pixels (“ruis”)
152
Probleem Oplossing
Heldere spik- Flitslicht wordt gereflecteerd door deeltjes in de lucht. Zet flit- 18
kels op foto ser uit of zoom in. 37
• Flitser staat uit. Flitser gaat automatisch uit wanneer:
◆ Scherpstelstand is ingesteld op (oneindig) 40
◆ Landschap, Zonsondergang, Nachtlandschap, Museum, 26
Vuurwerk, Close-up, Kopie, Panorama assist, Sport of
Zonsondergang is geselecteerd in de onderwerpsstand.
◆ Een andere optie dan Interval film is geselecteerd in de 59
Flitser wordt filmstand.
niet ontstoken ◆Een andere optie dan Enkelvoudig of Intervalopnamen 88
is geselecteerd voor Continu.
◆ BSS of Belichting BSS is ingeschakeld. 91
◆ Lensconverter is ingesteld op een andere optie dan Normaal. 97
◆ Flitser selectie is ingesteld op Intern uit 105
◆ Externe flitser op de camera is bevestigd en Flitser selectie 105
is ingesteld op Automatisch
• Beeldkwaliteit ingesteld op RAW of HI. 33
Digitale zoom • Multi-shot 16 of Ultra HS geselecteerd voor Continu. 88
niet beschik- • Zwart-wit geselecteerd voor Verzadiging. 94
baar • Groothoek of Fisheye geselecteerd bij Lensconverter. 97
• Uit geselecteerd voor Zoomopties > Digitale tele. 102
ML-L3 af-
• Zelfontspanner staat uit. 41
standsbedie-
• Museum, Vuurwerk of Sport geselecteerd in onderwerps- 29
ning kan niet
stand.
worden ge-
•Camera staat in filmstand. 59
bruikt
Kleuren zijn on- • Witbalans stemt niet overeen met lichtbron. 54
natuurlijk • Verzadiging te hoog of te laag. 94
Bestand kan
Bestand is overschreven of hernoemd door computer of ander —
Technische opmerkingen
niet worden
merk camera.
afgespeeld
Optie snel
• Foto’s worden weergegeven in snelweergave. 23
bewerken of
• Beeld kan niet worden uitgesneden of bewerkt. 70–73
uitsnede kan
• Resterende ruimte op geheugenkaart is onvoldoende. Wis 114
niet worden
opnamen.
gebruikt
Kan niet op • Beeldbestand is een film. 59
beeld inzoo- • Beeld was gemaakt als kleine kopie. 72
men • Uitsnede van beeld tot minder dan 320 × 240. 71
Geen beeld A/V-kabel niet correct aangesloten, TV niet op videokanaal in- 75,
op TV gesteld of Videostand niet goed ingesteld. 141
153
Probleem Oplossing
• Camera staat uit. 14
• Lichtnetadapter (apart leverbaar) is niet goed aangesloten of 11
PictureProject batterijen zijn leeg.
start niet wan- • USB-kabel is niet correct aangesloten, kaart is niet correct in 12, 77
neer camera is kaartlezer of kaartsleuf geplaatst.
aangesloten of • USB onderdeel in setup-menu ingesteld op PTP wanneer came- 77
geheugenkaart ra op computer is aangesloten met Windows 2000 Professio-
in kaartlezer nal, Windows Millennium Edition (Me) of Windows 98 Second
of kaartsleuf Edition (SE).
wordt geplaatst • Camera is niet geregistreerd bij Apparaatbeheer (alleen Windows). —
Kijk in de PictureProject Naslaghandleiding (op CD) voor meer
informatie.
Specificaties
Type E8800 digitale camera
Effectieve pixels 8,0 miljoen
CCD 23˝ inch CCD; totaal aantal pixels: 8,31 miljoen
Beeldgrootte • 3264 × 2448 (8M) • 3264 × 2176 (3 : 2) • 2592 × 1944 (5M)
(pixels) • 2048 × 1536 (3M) • 1600 × 1200 (2M) • 1280 × 960 (1M)
• 1024 × 768 (PC) • 640 × 480 (TV)
Objectief 10 × Zoom-Nikkor ED objectief
Brandpuntsafstand F=8,9–89 mm (kleinbeeldequivalent: 35–350 mm)
Lichtsterkte f/2,8–f/5,2
Constructie 16 elementen in 10 groepen (inclusief 2 geperste ED-glas lens-
elementen)
Vibratie reductie Optische verschuiving
Digitale zoom Tot 4 × (kleinbeeldequivalent: 1400 mm)
Technische opmerkingen
155
Ondersteunde talen Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel), Nederlands, Engels,
Frans, Duits, Italiaans, Japans, Koreaans, Spaans, Zweeds
Voeding • Eén oplaadbare Nikon EN-EL7 lithium-ion batterij (meegeleverd)
• MB-CP11 battery pack (apart leverbaar) met zes AA (LR6) alka-
line, lithium of NiMH batterijen
• EH-54 Lichtnetadapter (apart leverbaar)
Gebruiksduur batterij Circa 240 opnamen (EN-EL7; gebaseerd op CIPA standaard *)
Afmetingen 116 × 85 × 121 mm (B × H × D)
Gewicht circa 600 gram zonder batterij en geheugenkaart
Gebruiksomgeving
Gebruiksomgeving Temperatuur 0 – 40 °
Luchtvochtigheid Minder dan 85% (geen condens)
* Industriestandaard voor het meten van de gebruiksduur van camerabatterijen. Gemeten bij 25 °C; zoom
bijgesteld bij iedere opname, ingebouwde flitser ontstoken om de andere opname, beeldkwaliteit inge-
steld op NORMAL/ .
Tenzij anders vermeld hebben alle bovenstaande cijfers betrekking op een camera met een volledig opgela-
den EN-EL7 batterij, gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 25 °C.
MH-56 Batterijlader
Rated input
Nominale invoer AC100–
100–240
240 VV,wisselstroom,
50/60 Hz, 0.19–0.12
50/60 Hz,
A 0,19– 0,12 A
Laaduitvoer 8,4 V gelijkstroom/800 mA
Compatibele batterijen Oplaadbare Nikon EN-EL7 oplaadbare Li-ion batterijen
Laadtijd Circa 2,5 uur indien volledig leeg
Bedrijfstemperatuur 0– 40 °C
Afmetingen 75 mm × 30 mm × 85 mm (B × H × D)
Lengte snoer Circa 1800 mm
Gewicht Circa 94 gram, exclusief netsnoer
Technische opmerkingen
Specificaties
Nikon is niet aansprakelijk voor fouten die mogelijk in deze gebruikshandleiding voor-
komen. De uitvoering en de specificaties van dit product kunnen zonder aankondiging
worden gewijzigd.
156
Index
Symbols AE-L pictogram, 31, 63, 98 Beeldformaat, 34–36
, , 95 AE-L, AF-L, 139 Beeldgrootte aanpassen, 72,
50, 100, 200, 400, 52 AE-vergrendeling, 98 129
, , , , , , , AF, zie Autofocus Beeldkwaliteit, 33, 35–36
, 34–36 AF●, zie Scherpstelaanduiding Beeldkwal/form, 33–36
, zie Auto stand (MF) knop, 40, 57 Beeld verbergen, 123
, zie Beeldkwaliteit en AF-Hulpverlichting, 21 Belichting BSS, 91
-afmetingen Afstandsbediening, 42–43, Belichtingsbracketing, 108
, zie Filmstand 51, 99 Belichtingscorrectie, 44
, zie Weergavestand AF-veld stand, 100 Belichtingsinformatie, zie Foto-
knop, 37–38 Alle menus tonen, 85 informatie
knop, 44, 74 Audio, zie Films, Spraakmemo Belichtingsmeting, zie Licht-
en knoppen, 67, 70, 74 Audio/Video uit aansluiting, 75 meting
/ knop, 23, 42, 58, 65 Auto bracketing, 107–108 Belichtingsopties, 98–99
knop, 4, 135 Autofocus, 20, 22, 40 Belichtingsstand, 46–51
, , , 17 continu (AF-C), 60, 101 Belichtingsvergrendeling, 22
, , , , , , , enkelvoudig (AF-S), 60, 101 Best Shot Selector, zie BSS
, , , , , , Automatisch uit, 14, 138 Bestanden, zie Beeldbestanden
, , 27–31 Auto-overdracht, 126–127 Bestandsnummering, 25, 136
, , , , , 37–39 Auto-stand, 17–21 Beveiligde beelden, 112, 115,
, , 40 , 54 118, 122
,4 B Beveiligen, 122
, 44 BASIC, 33 BSS, 91–92
, , , , , , 54–56 Batterijen, ii–iii, 9–11, 15, 143, , , , 91–92
, , , , 87 147, 151, 156 BULB, zie Bulb/Tijd, Lange
, , , , 88–90 EN-EL7, 10–11, 143, 156 tijdopnamen
, , , 93 laden, 9 Bulb/Tijd, 99
, 94 Batterijlader (MH-56), 9, 156 C
, , , , 97 Bediening, 138–139 Cameratrilling, zie Vibratie
, , , , 96 Beeld aanpassen, 93 Reductie
, 60 Beeldbestanden, 25 CF-kaart, zie Geheugenkaart
, 74 Beelden afspelen, 23, 64, Close-ups, 29, 40, 57
, 122
Technische opmerkingen
65–84 Command dial, 3
, 123 filmweergave, 64 CompactFlash™, zie Geheugen-
, 124–125 op een computer, 76–78 kaarten
, 126–127 op een TV, 75 Compressie, zie Beeldkwaliteit
, 128–129 schermvullend, 65–74 Computer, zie E-mail, Printen
A snel terugspelen, 23–24 van beelden, Overspelen
A (diafragmavoorkeuze) stand, Beelden kopiëren, zie Ver- Continu, 38, 88–90
46, 49 plaats beeld, Overspelen Contrast, zie Beeld aanpassen
, 93 Beelden printen, 79–84. Zie ook D
, 96 Datum afdrukken, DPOF , , , 142
Aan/uit, zie Hoofdschakelaar Beelden uitkaderen, 18–19, Datum, 15–16, 131–132
Accessoireschoentje, 2, 104 22, 100 Datum, 15–16, 79, 131–132
AE / AF-L knop, 22, 139 Beelden verplaatsen, 128, 129 afdrukken op foto’s, 79, 125
157
Datum afdrukken, 142 G Mappen, 116–119, 133
DCF, 155 Gebr. instelling, 95 aanmaken, 116
, 58 Geh.-krt format., 112 beelden opslaan in, 113
Design Rule for Camera File Geheugenkaarten knop, 26, 85, 113
System, zie DCF goedgekeurd, 144 MH-56, zie Batterijlader
Diafragma, 46–51 formatteren, 112 Microdrive, zie Geheugen-
Diashow, 120–121 plaatsen en verwijderen, kaarten
Diashows, 120–121 12–13 Microfoon, 2, 59, 74
Dichtbij-opnamen, zie Macro Gevoeligheid, 52–53 Mijn menu, 85, 111
close-up Groothoek, zie Zoom ML-L3, zie Afstandsbediening
Digital Print Order Format, zie H Monitor, 3–5, 133–135
DPOF Helderheid, 134 helderheid en kleur, 134
Digitale tele, 102 hernoemen, 117 beelden uitkaderen in, 20
Dioptrie-aanpassing, 19 kiezen voor weergave, 119 aanduidingen op, 4–5
knop, 5, 65 wissen, 118 openen en sluiten, 7
D-Lighting, 73 , 88 Monitorinstelling, 133–135
DPOF, 79, 81, 83–84, 124 HI, 33, 66 Monochroom, zie Zwart-wit,
Draagriem, ii, 2 Hoofdschakelaar, 2, 14 Sepia
E MOV, zie Beeldbestanden
I
Elektronische zoeker, zie Zoeker Multi-selector, 8
info.txt, 140
E-mail, 34, 72 Informatie, zie Foto-informatie N
Exif 2.2, 155 ingebouwde, 2, 37–39, 155 NEF, zie Beeldbestanden
Exif Print, zie Exif 2.2 optionele, 104–106, 143 Nikon Capture, 34
EXTRA, 33 Intervalfilms, 59–60,62–63 NORM (NORMAAL), 33
F Intervalopnamen, 88, 90 NR, 109
Filmopties, 59–60 Invulflits, 30, 37–38 NTSC, zie Videostand
Films, 59–64 ISO, zie Gevoeligheid O
afspelen, 64 J Objectief, 2, 18, 97, 154
opnemen, 61–63 JPEG, 25, 33, 155 Objectiefring, 2
Filmstand, 59–63 JPG, zie Beeldbestanden Ondersteuning, 1
FINE, 33 Onderwerpsstand, 26–32
K
Firmware, 142 Close-up, 29
Keuzeknop, 8
Firmware versie, 142 Kopie, 30
Kleine kopie, 129
Flexibel programma, 47 Landschap, 28
Kleur, 134
Flitsaanduiding, 20 Museum, 29
Technische opmerkingen
158
Onscherpte, 18, 20, 27–31, 37, Scherpstelopties, 100–101 Verscherping, 96
41, 45,91, 103, 152. Zie ook Scherpstel-stand, 101 Verzadiging, 94
Vibratie Reductie Scherpstelveld, 5, 100 Vibratie reductie, 18, 45,103
Ontspanknop, 2, 7 Scherpstelvergrendeling, 22 Videokabel, 75
Ontspansnelheid, 133 Scherptebevest., 101 Videorecorder, 75
Oplopende numm., 136 Sepia film 320, 59 Videostand, 75, 141
Opnamebevest., 140 Sepia, 59 Volume, 64, 74
OPNAMEMENU, 85–112 SETUP menu, 130–142 Voorlooptijd, zie Zelfontspanner
Opstartscherm, 135 Sluitergeluid, 137 VR, zie Vibratie reductie
Overspelen, 76–78, 126–127 Sluitergeluid, 46–51 VR-schakelaar, 18, 45
beelden markeren voor, Smear, 146 VR-stand, 103
126–127 Snel bewerken, 72–73 W
P Snel terugspelen, 23 knop, zie Zoom, knoppen
P (programma-automatiek) Speaker , 3, 64, 74 WAV, zie Spraakmemo’s
stand, 46, 47 Speedlight, zie Flitser WEERGAVEMENU, 113–129
PAL, zie Videostand Spraakmemo’s, 25, 74 Weergavestand, 64, 65–74
Panorama, 30, 31–32 Standaardwaarden, 110, 141 Welkomstscherm, 135
PictBridge, 80–84 Standby-stand, 14, 138 Wissen, 114–115
, 54–56 Statief, 3, 27, 42, 152 Wissen van beelden, 23, 58,
Printen van beelden, 79–84. Zie Support, zie Ondersteuning 65,114–115
ook Datum printen, DPOF T alle beelden, 115
Printgrootte, 34 knop, zie Zoom, knoppen bij schermvullende weer-
Printopdracht, 124–125 Taal, 15–16, 131 gave, 65
Q Taal, kiezen, 15–16, 131 geselecteerde beelden, 114
knop, 23 Tegenlicht, onderwerpen in, met map, 118
QuickTime, zie Films 30, 37, 73 tijdens fotograferen, 23, 58
Tele, zie Zoom Witbalans, 54–56
R
Televisie, 75, 138, 141 bracketing, 107
Rasterlijnen, 5
aansluiten op, 66 fijninstelling, 55
RAW, 33, 36, 155
Terugspeelopties, 134 vooringestelde, 56
converteren naar TIFF, 66
Thumbnail-weergave, 67 Z
Resterend aantal opnamen,
TIF, zie Beeldbestanden Z / W film 320, 59
4, 17
TIFF, 33, 36, 66, 155 Zelfontspanner, 41–43
Rode-ogenreductie, 37, 39
Tijdzone, 15–16, 131–132 Zelfontspannerlampje, 2, 41–42
Ruis, 27, 51, 52, 109
Timer, zie Intervalfoto’s, Zelf- Zelfportretten, 7, 41–43
Technische opmerkingen
Ruisonderdruk., 109
ontspanner Zoeker, 4–5, 18–19, 135
Ruisonderdrukking, 27, 109
Trilling, zie Vibratie reductie beelden uitkaderen in, 18
S
U scherpstellen, 19
S (sluitertijdvoorkeuze) stand,
Uitsnede kopieën, 70–71 Zoom, 18–19, 102
46, 48
USB, 141 aanduiding, 18
SB●, zie Flitsaanduiding
USB, 76–78, 80, 141 digitale, 18, 19, 102
Scherpstelaanduiding, 20
kabel (UC-E6), 77, 80 knoppen, 18
Scherpstelinformatie, zie
V optische, 18, 102
Scherptebevest., Foto-in-
Vast diafragma, 102 weergave, 70–71
formatie
Verborgen beelden, 115, 118, Zoomopties, 102
Scherpstelling, 20–22, 40, 60, 97,
123 Zwart-wit
100–101. Zie ook Autofocus
Verloopring, 97, 143 films, 59
handmatig, 57, 101
Verplaats beeld, 128–129 foto’s, 94
scherpstelstand, 26–31, 40
159
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in
welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de
schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION
(met uitzondering van korte citaten in artikels of
besprekingen).
SB4L02(1F)
6MA0431F--