Вы находитесь на странице: 1из 9

Kritische analyse van Fethullah Gülen

Kubilay Basci, 26 oktober 2008


Naar aanleiding van de open brief die ik onlangs schreef richting Gürkan Çelik, 1 werd ik vorige week
uitgenodigd door de NIO om op radio, in het programma De Zevende Hemel, te komen discussiëren
over Fethullah Gülen en zijn beweging. Mijn aandeel in de radio-uitzending was van kortere duur
dan ik aanvankelijk had verwacht en om dan ook nog eens te beginnen met een grote blunder bij
het vertalen van een stukje tekst (nl. de Quraishi als een joodse stam presenteren), was natuurlijk
al helemaal niet bevorderlijk voor het maken van mijn punt.

Vandaar ook dat ik wederom mijn blog heb opgezocht om het een en ander wat in de radio-
uitzending naar voren is gekomen nader toe te lichten, waarbij ik natuurlijk ook zal ingaan op de
antwoorden van mijn gesprekspartners de heer Ümit Taş en dr. Gerrit Steunebrink waarop ik tijdens
de discussie zelf niet echt heb kunnen reageren wegens tijdgebrek.

In onderstaande analyse verwijs ik vaak naar twee werken van en over Fethullah Gülen. Deze
betreffen de biografie Fethullah Gülen Hocaefendi: Küçük Dünyam (Mijn Kleine Wereld, hierna:
KD) en Asrın Gettirdiği Tereddütler: İslam dini hakkında soru ve cevaplar (Onzekerheden door
de eeuwen heen: vragen en antwoorden over de islam, hierna: AGT). De relevante pagina’s heb ik
ingescand en opgeslagen als PDF in drie delen. Ik raad de lezer dan ook aan om deze drie bestanden
te openen alvorens verder te gaan:

KD (6mb): http://kbasci2.googlepages.com/FethullahGlen-KkDnyam.pdf
AGT 2 & 3 (6mb): http://kbasci2.googlepages.com/FethullahGlen-AGT2-3.pdf
AGT 4 (4mb): http://kbasci2.googlepages.com/FethullahGlen-AGT4.pdf

Bij de citaten heb ik tevens verwezen naar de PDF-paginanummers (die lopen van 1 t/m 48).

Van tevoren zou ik extra willen benadrukken dat alle aangehaalde citaten zo letterlijk mogelijke
vertalingen zijn van Gülens teksten (die overigens grammaticaal gezien een nogal chaotisch aard
hebben, maar soit: het zij Prospects intellectueel van het jaar vergeven). Turkstalige lezers kunnen
de PDF-documenten er zelf op naslaan; niet-Turkstaligen moeten een (liefst niet-gülenistische)
Turkstalige vriend om hulp vragen.

Contradicties

Zoals ook opgemerkt in de uitzending, is mijn kritiek op Gülen tweeledig:

1) Hij doet zich anders voor dan hij is.


2) Hij probeert zijn eigen denkbeelden op te dringen aan een heel volk,
waardoor fundamentele vrijheden in het geding komen.

Wat betreft mijn eerste kritiekpunt, begon ik in de uitzending direct met een
specifiek voorbeeld en het is verstandig om dat hier te herhalen; deze keer
natuurlijk zónder de onvergeeflijke blunder.

In Nederland (of het westen) kennen we Gülen en zijn beweging voornamelijk


vanwege zijn pogingen tot dialoog tussen godsdiensten c.q. culturen. Zo op het
eerste gezicht is hij een grote weldoener die moslims probeert te verzoenen met
joden en christenen en dat doet hij, zogezegd, volledig uit menslievende
overwegingen.

1
http://b-sixdouze.blogspot.com/2008/07/reactie-op-grkan-elik-kleine-analyse.html

1
Nu heb ik al een aantal boeken over en van Gülen gelezen en één van die boeken
kwam ik het volgende citaat tegen. Het betreft een vraag-&-antwoord-boek over
de islam, uitgegeven in 1994. In het betreffende deel gaat Gülen in op een aantal
vragen aangaande de oorlogen die gevoerd zijn in naam van de islam en hij
probeert de bloedigheid hiervan te rechtvaardigen door de historische context
ervan uit te leggen. Op een gegeven moment heeft hij het ook over de vijandigheid
van de zogenaamde Quraishi, een Arabische stam waartoe ook de profeet zelf
behoorde:

De Quraishi, een van oorsprong zeer kwaadaardig volk, werden met de dag wreder en lieten
geen enkel ogenblik onbenut om te proberen de islam te vernietigen. Dit razende verlangen
en vijandigheid werd gecombineerd met de sluwheid en leugenachtigheid der joden bij wie
haat tegen elke godsdienst al vanaf de geboorte aanwezig is / ingeprogrameerd zit.
[AGT 2 p. 94, PDF p. 20]

Het staat buiten enige twijfel dat Gülen hier de joden in het algemeen (!) uitmaakt
voor sluw, leugenachtig en haatdragend vanaf de geboorte. De jood als sluwe
vijand van de islam komt dan ook als een rode draad terug in alle delen van AGT en
is daarmee één van Gülens stokpaardjes (net zoals onder andere communisten,
linkse jongeren, atheïsten en darwinisten). Zo schrijft hij even verderop in
hetzelfde hoofdstuk, na een heel paragraaf aan hun agressie en listigheid gewijd te
hebben, dat joden altijd al een ettergezwel (çıbanbaşı in het Turks) zijn geweest
voor moslims en de islam [AGT 2 p. 103, PDF p. 24] .

Ook over christenen is hij niet al te tactvol:

Zij [de christenen, K.B.] zijn na een bepaalde tijd waanzinnig geworden, afgedwaald van
het juiste pad en hebben hun eigen toekomst verduisterd.
[AGT 3 p. 111, PDF p. 32

Aan de verdorvenheid van het westen in het algemeen, wijdt Gülen een heel
hoofdstuk in AGT 4. Ik zal hieruit een aantal citaten aanhalen:

De kijk van het westen en de westerling tegen ons [de moslims, K.B.] is nooit veranderd.
Het enige wat is veranderd, zijn namen en staten.
(…)
Ik zeg het met nadruk: zowel Amerika als Rusland zijn onze wrede vijanden. Wij hebben
altijd moeten lijden onder de tirannie van het westen. [AGT 4 p. 200, PDF p. 42].
(…)
De Europeaan heeft zijn kruistochtenmentaliteit van invasie, bezetting en kolonialisme
doorgezet tot de Eerste Wereldoorlog.. en nu gaat hij ermee door in de vorm van een koude
oorlog. [AGT 4 p. 201, PDF p. 42].
(…)
Er is totaal geen verschil tussen de mentaliteit van de westerling van vandaag en de
sadistische mentaliteit van Richard [Leeuwenhart] van wie geschreven staat dat hij zonder
blikken of blozen moslimbloed heeft gedronken en dat hij dat bovendien erg lekker vond.
(…)
Ja, we mogen tot de dag des oordeels geen humane behandeling van hen [de westerlingen,
K.B.] verwachten. [AGT 4 p. 203, PDF p. 43].

En zoverder… Dit betreft een heel hoofdstuk waarin ingespeeld wordt op


antiwesterse sentimenten van moslims en al aan het begin ervan zet Gülen dan ook
de toon:

2
Allah zelf heeft de wereld in twee groepen verdeeld: de natie van de islam aan de ene kant
en de natie van de küfür (kufar, ketterij, niet-moslims) aan de andere.
[AGT 4 p. 199-200, PDF p. 41-42]

Ook bekend zijn videobeelden waarin hij vol overtuiging het Vaticaan uitscheldt en
het verantwoordelijk houdt voor de bloedbaden in o.a. Bosnië en Kasjmir (maar
nóg bekender zijn natuurlijk de beelden waarin hij de paus de hand reikt).

Dat bovenstaande uitspraken haaks staan op het imago dat hij zich, naar het
westen toe althans, tegenwoordig aanmeet, behoeft vanzelfsprekend geen verdere
uitleg. Maar van waar die tegenstrijdigheid?

Maskerade

Het antwoord is simpel en wordt even verderop in het hierboven al aangehaalde


hoofdstuk door Gülen zelf gegeven:

We leven in een tijd waarin imperialistische machten ons van alle kanten hebben omsingeld.
(…) Zolang zij sterk zijn, zullen ze ons willen onderdrukken.
[AGT 4 p. 203, PDF p. 43]

Wanneer het dan aankomt op het uitleggen van de tactiek die om bovenstaande
reden door moslims gevolgd zou moeten worden, heeft Gülen vaak de neiging om
zoveel mogelijk metaforen en gekunstelde zinnen te gebruiken (dit geldt ook voor
zijn preken in de video’s op grond waarvan hij in Turkije werd vervolgd). Ik zal
wederom mijn best doen om deze zinnen (die, nogmaals, grammaticaal een
warboel zijn) zo letterlijk mogelijk te vertalen; verwacht daarom geen hoogstaand
literatuur. En, al moet ik de omstreden term taqiyya, wat neerkomt op de
religieuze kunst van het verbergen van de eigenlijke bedoelingen, hier laten voor
wat het is aangezien dat een extra discussie over islamitische jurisprudentie zou
vergen, toch komt Gülen zelf met twee andere, eveneens islamitisch getinte
termen die mijns inziens de lading net zo goed dekken:

Vandaag de dag staan we oog in oog met een rampzalige wereld die elk bedrog, truc en
manipulatie aanwendt om de zwakkeren te onderdrukken en ze uit te zuigen; daarom is het
voor ons niet mogelijk om met deze wereld af te rekenen op een heldhaftige manier en de
vijanden man tegen man te bestrijden. Vasthoudend aan het principe van tenasübü illiyet
[wat ik het best kan vertalen als ‘causale adaptatie’, K.B.], moeten we in tijden waarin er
geen evenwicht tussen machten bestaat, tactisch / technisch te werk gaan. Wij moeten nu
lopen tussen deuren die buiten onze wil om open en dichtgaan en op trappen die zich buiten
onze wil om voortbewegen. Wij moeten voortgaan door te profiteren van het openen en
sluiten van de deuren; door botsingen op omhoog- en omlaaggaande trappen te vermijden;
door te profiteren van de energie die voor andere doeleinden worden verbruikt (…); door
elke stap die we willen nemen voldoende te wegen en door er voor op te passen dat we
onszelf niet voor niets uitputten. In het systeem dat zij hebben opgelegd is het erg moeilijk
om voort te gaan door onszelf te zijn. [AGT 4 p. 204, PDF p. 44]
(…)
De enige manier om ons te redden uit de situatie waarin we ons nu bevinden en om het doel
te bereiken dat we eigenlijk nastreven, is door het praktisch toepassen van het principe van
telattuf [Gülen zelf legt dit even later in AGT 4 p. 206-207 (PDF p. 45) uit als, en let nu
op: “ ‘gracieus’ gedrag dat zich dient aan te passen aan de persoon die men voor zich heeft
(i.c. de kâfir, oftewel ketter = niet-moslim), zodat deze niet in de gaten heeft wat de
eigenlijke intenties van dit gedrag zijn, vergelijkbaar met het treffen van doel om
vervolgens zonder kleerscheuren terug te keren” en haalt ter rechtvaardiging bronnen uit de

3
Koran en de hadith (AGT 4 p. 209, PDF p. 46) aan, K.B.]. Het betreden van de boksring om
de tegenstander bij de kraag te grijpen en man tegen man te strijden ter afrekening, kan
een optie zijn wanneer er een evenwicht bestaat tussen machten. Maar zolang een dergelijk
evenwicht nog niet bestaat; dat wil zeggen, zolang de ene kant geen wapens heeft en
verzwakt is en de andere kant de wereldmachten achter zich heeft en beschikt over
mechanische wapens; zal een openlijk man-tegen-man-gevecht slechts nederlaag,
vernedering en verdeeldheid als gevolg hebben. [AGT 4 p. 205, PDF p. 44]

In AGT 3 p. 166 t/m 183 gaat Gülen een heel hoofdstuk lang dieper in op de
tactiek die een talebe (Arabisch voor leerling, lees: Gülen-aanhanger) moet volgen
om de islamitische zaak optimaal te kunnen dienen. Hij draagt zijn leerlingen op
om op te passen dat de werkelijke bedoelingen niet direct kenbaar worden
gemaakt aan buitenstaanders (zelfs van het aanhalen van de Koran zelf moet
worden afgezien, als dat de buitenstaander zou kunnen afschrikken en hem weg
zou kunnen jagen!). Daarom moet de leerling eerst en vooral ervoor zorgen dat hij
het vertrouwen van de buitenstaander wint, binnendringt in zijn geest en wel op zo
een manier dat deze buitenstaander hém zal prefereren als hij moet kiezen tussen
zijn directe naasten en de leerling. Wanneer een dergelijke conditie is bereikt, zal
het de leerling makkelijker afgaan om de buitenstaander te bewegen in de richting
die hij wil. [Nogmaals: dit zijn letterlijke vertalingen. Ik heb nog geen tijd gehad
om de pagina’s waarin deze woorden voorkomen in te scannen; dat zal ik z.s.m.
proberen te doen. Tot die tijd kunnen natuurlijk ook een aantal internetsites2
worden geraadpleegd.]

Wat betreft de hedendaagse maskerade van Gülen richting de joden, komt bij mij
de naam John Hagee op. Hij staat in Amerika bekend om zijn fanatieke en
effectieve lobby voor de staat Israël, maar tegelijkertijd ook om zijn
antisemitisme. De verklaring voor deze contradictie is, dat Hagee behoort tot een
stroming evangelisten die gelooft dat de christelijke verlossing slechts vervolmaakt
kan worden wanneer alle joden zijn teruggekeerd naar het Heilige Land. Wat
volgens Hagee met de joden dient te gebeuren ná deze vervolmaking, blijft
giswerk: zie video3 en artikel4 van Max Blumenthal omtrent deze kwestie.

Zouden we ook in het geval van Gülen niet van een dergelijke obscuriteit kunnen
spreken? Zie:

Wat mij betreft moet ik het volgende benadrukken: in de wereld van morgen zal de islam
het enige dominante systeem zijn.
[AGT 3 p. 109, PDF p. 31]

Een lezer die selectief (naïef?) te werk gaat, zou in Gülen een revolutionair kunnen
zien die op, noodgedwongen, zeer strategische wijze opkomt voor een groep
onderdrukten. Ik moet toegeven dat ook ik zo nu en dan heb gespeeld met die
gedachte, maar uiteindelijk spreken te veel factoren in zijn nadeel. Zoals uit het
voorgaande blijkt, is het hem ten eerste overduidelijk slechts te doen om de
‘vijanden’ van enkel de islam (en bovendien zijn, zoals gezien hierboven, de
onderscheiden die hij maakt vaak gewoonweg eng) en niet om de uitwassen van het
imperialisme in het algemeen.

2
http://www.google.nl/search?q=%22birincisi+muhatabin+ruhuna+girme+yollari%22&hl=nl&filter=0
3
http://www.youtube.com/watch?v=mjMRgT5o-Ig
4
http://www.cbsnews.com/stories/2008/05/23/opinion/main4122421.shtml

4
Tweede kritiekpunt

Ten tweede is er natuurlijk nog altijd dat andere kritiekpunt: hij probeert zijn
eigen denkbeelden op te dringen aan een heel volk, waardoor fundamentele
vrijheden in het geding komen. Maar laat ik hier op ingaan door wederom een
contradictie te benadrukken.

Deze contradictie betreft de positie van de vrouw. Als je nu op Gülens Engelstalige


site kijkt naar wat hij te zeggen heeft over de verhouding tussen man en vrouw, zie
je dat hij vooral de gelijkheid benadrukt. In zijn boeken uit de jaren ’90 schrijft hij
echter dat mannen hun vrouwen in het gareel moeten houden, beginnende in de
slaapkamer (AGT 3 p. 120, PDF p. 33) en dat de plaats van vrouwen binnenshuis is
(AGT 3 p. 125, PDF p. 35). De feministische pogingen “om de rollen om te
draaien” zullen worden vervloekt door God (AGT 3 p.126, PDF p. 36). Deze
woorden haal ik allemaal uit het hoofdstuk waarin Gülen ingaat op de vraag hoe
moslims moeten kijken naar de raad van de profeet om hun vrouwen te slaan in het
geval van ongehoorzaamheid. Gülen legt uit dat een man eerst (dat moet ik hem
nageven) alle andere opties moet overwegen om haar weer gehoorzaam te krijgen
en dat slaan dus pas de allerlaatste keus moet zijn:

Bovendien, stel dat ‘slaan’ daadwerkelijk een positief effect tot gevolg heeft bij één op de
honderd vrouwen, dat het er dus voor zorgt dat zij weer gehoorzamen, waarom zou de islam
dan in de weg moeten staan van een dergelijke oplossing?
[AGT 3 p. 123, PDF p. 34]

Op de vraag waarom deze oplossing dan niet andersom werkt, dus waarom de
vrouw om dezelfde redenen haar man niet mag slaan, is Gülens antwoord duidelijk:
de man is geschapen als hoeder (kavvâm), wat hem dus bepaalde privileges geeft
(AGT 3 p. 123, PDF p. 34).

Ook in KD, zijn biografie, komt Gülens curieuze kijk op vrouwen uitgebreid aan
bod. Over zijn tijd als jonge imam in Edirne (stad ten westen van Istanbul) schrijft
hij:

Mijn huisje lag aan een doodlopend steegje. ’s Zomers hadden de meisjes en vrouwen van
de wijk de gewoonte om zeer vrijelijk (zonder schroom) hun tijd tot in de late uurtjes door
te brengen op straat. Om mijn huis te bereiken moest ik tussen hen doorlopen en elke keer
zweette ik alsof ik in de hamam zat. [KD p. 49, PDF p. 4]
(…)
In die tijd vond er een grote morele afbraak plaats in Edirne. Zelfs op de binnenplaatsen van
moskeeën was prostitutie aan de orde van de dag [Gülen gebruikt hier het Turkse woord
fuhuş wat prostitutie betekent, maar hoogstwaarschijnlijk doelt hij, hyperboliserend,
slechts op simpel flirtgedrag van de lokale jeugd, K.B.]. (…) De dochters van muezzins en
imams behaalden de eerste prijs in danswedstrijden. [KD p. 51, PDF p. 5]

In zijn tijd als imam in Erzurum, wordt er op een gegeven moment een film over de
geboorte van de islam vertoond in de lokale bioscoop. Aisha, een van de
echtgenotes van de profeet, wordt echter gespeeld door een actrice van, volgens
Gülen, lichte zeden:

Een verheven figuur als Aisha zou niet gespeeld mogen worden door een vrouw die
overduidelijk niets met de islam te maken had.(…) Daarom barste ik in één van mijn preken
in tranen uit en riep mijn djamaat toe: “Schaam jullie! Zij maken jullie geloof, jullie

5
profeet, de heilige geesten van onze voorvaderen belachelijk en jullie doen niets! Jullie
zitten hier maar als makke lammetjes te luisteren en dan noemen jullie jezelf moslims!”
Toen stond de gehele djamaat opeens op. Ik probeerde nog tegen te werpen dat ze niet de
straat op moesten gaan, dat we naar andere oplossingen moesten zoeken [na een dergelijke
preek?, K.B.], maar ze luisterden niet. Op straat sloten ook anderen zich aan bij de massa
en even later vielen zij de bioscoop binnen [om deze, inclusief de bioscoopeigenaar, kort en
klein te slaan].
[KD p. 75, PDF p. 9]

Verder:

Op aandringen van Hüseyin Efendi [een collega-imam] verzorgde ik in zijn plaats op


sommige dinsdagen de preek voor vrouwen. Een week voor de preek liet ik altijd mijn baard
staan zodat de vrouwen mij ongeschoren zouden zien. Een aantal keren zei ik tegen de
vrouwen ook: “Kijk voor je wanneer ik praat, kijk niet naar mij!”
[KD p. 92, PDF p. 12]

Natuurlijk kan worden gesteld dat een ieder vrij is om zich ‘zedelijk’ te gedragen
in de mate die men zelf wil. Het probleem is echter dat Gülen dit extreem
zedelijke gedrag ook aan anderen oplegt:

Als we deze jeugd geen halt toeroepen en ze niet volgens de islamitische waarden goede
zeden aanleren [africhten, K.B.], zullen ze morgen wijn drinken uit de schedels van hun
vaderen.
[KD p. 93, PDF p. 12]

In mijn eerdere brief haalde ik tevens het volgende citaat aan:

De drang tot omgang met het andere geslacht en de wil om gesprekken met hen aan te
gaan, beschouw ik oftewel als een teken van zwakte oftewel als een teken van een defect
in de geaardheid van een persoon, waaruit blijkt dat hij karaktertrekjes van dat andere
geslacht in zich heeft. 5

Hiernaast is de lijst met ‘leefregels’ waarin in detail wordt beschreven waaraan


een leerling (şakirt) van de Gülenbeweging zich moet houden en waarvan ik kennis
heb mogen nemen, het waard om hier aangestipt te worden. Helaas heb ik
momenteel ook daar geen scan van gereed.

Op mijn vraag in de radio-uitzending waarom ik tot nu geen Turkse vrouw ben


tegengekomen in panels van conferenties van de Gülenbeweging, noch in
geschriften daarvan, antwoordde de heer Ümit Taş dat dit eerder een cultureel
probleem is dan iets anders. Ik neem aan dat bovenstaande uitspraken voldoende
aantonen dat hier niet alleen sprake is van een cultureel, maar tevens van een
gülenistisch probleem.

De imam

Overigens moet ik hier meteen vermelden dat Gülen naar zijn Turkse aanhangers,
dus naar ‘binnen’ toe, nog steeds vaak gewoon de conservatieve imam van weleer
is. Een opmerking die de uit Albanië afkomstige jonge onderzoeker Bekim Agai
maakte op een conferentie in Leiden op 10 oktober spreekt boekdelen: op de
internationale site fethullahgulen.org zien we een Gülen die zich kleedt en
5
http://www.fgulenkitap.com/Kitap/olcu_2/18_left_pages.htm

6
gedraagt als een intellectueel, sprekend over universele onderwerpen. Op de
Turkstalige herkul.org aan de andere kant, zien we een Gülen die zijn islamitische
gewaden aandoet om in videoboodschappen te preken over de kleinste religieuze
kwesties, slim inspelend op religieuze sentimenten.

Een goed voorbeeld vormt mijns inziens zijn speciale videoboodschap op herkul.org
naar aanleiding van het instorten van een gebouw in Konya op 1 augustus, waarin,
naar later bleek, illegale koranlessen werden gegeven aan jonge meisjes. 18
meisjes kwamen hierbij om, 27 raakten gewond. Een deel van de media
bekritiseerde o.a. deze illegale koranlessen, maar ook het feit dat geen enkele
ouder van de omgekomen of gewond geraakte meisjes een klacht indiende tegen de
verantwoordelijken. De videoboodschap van Gülen d.d. 02-08-2008 geeft een
verklaring voor deze passiviteit.6 De video vangt aan met een verschrikkelijk
geforceerde (huilerige) voice-over die, met verschrikkelijk sentimentele muziek op
de achtergrond, een even sentimenteel gedicht voorleest, waarin de nadruk wordt
gelegd op de onschuld en het religieus plichtbesef van de omgekomen meisjes, die
tijdens de fatale nacht opgezocht zouden zijn door engelen die hen doorgaven dat
hen een mooie reis te wachten stond, dat ze zouden vertrekken uit deze wereld vol
leed. En, tussen haakjes, neem van mij aan: het gedicht maakt écht indruk en zal
hiermee zeker een bron van troost geweest zijn voor nabestaanden (maar dit punt
is dan ook niet zozeer het probleem in mijn ogen). De toon is met dit gedicht al
gezet en dan moet de grote leider zélf nog aan het woord komen. Hij begint door
uit te leggen dat:

De islamitische traditie leert ons, om van elk incident, hoe pijnlijk dit ook mag zijn, ook de
mooie kanten te zien; alles heeft namelijk een doel. Als we ons steeds concentreren op de
negatieve kanten, dan zal pessimisme hoogtij vieren en er chaos ontstaan. Ook het ongeval
in Konya zouden we van de negatieve kanten kunnen benaderen, door bijvoorbeeld te
benadrukken (en sommigen [de media dus, K.B.] doen dat ook) dat daar Koranlessen werden
gegeven, dat de school een bron van fundamentalisme was, dat er iets mis was met de
architectuur van het gebouw, dat de fundamenten zwak waren enzovoort. ‘Ze’ zullen hun
uiterste best doen en er van alles bijhalen om deze lessen te belasteren. Onze plicht als
gelovigen is daarom om de pijn niet groter te maken dan het is en in plaats daarvan de
nabestaanden bij te staan met verzachtende woorden.
(…)
Er is daar een vijftiental meisjes omgekomen. Omdat zij nog ‘onschuldig’ [van jonge
leeftijd, K.B.] waren, zijn ze een martelaarsdood gestorven en in die hoedanigheid kunnen
ze in het hiernamaals tevens een goed woordje doen voor hun ouders.
(…)
Soms kan het ook zo zijn dat [wederom volgens de islamitische traditie] dankzij rampen als
deze nóg ergere rampen worden voorkomen. De omgekomen meisjes zouden, voordat ze
stierven, als schapen hun hoofdjes hebben kunnen uitgestoken en hebben gezegd: “wij zijn
bereid om ons op te offeren voor ons volk. Neem ons en behoedt de moslims voor een groter
onheil.” [hier moet Gülen zich inhouden om niet in huilen uit te barsten, K.B.] Wij moeten
de omgekomen meisjes dus beschouwen als offers die ons hebben beschermd tegen een
mogelijk nog grotere catastrofe. Allah zal ons [70 miljoen Turken en 1,5 miljard moslims]
deze catastrofe, of die nou van binnen of buiten uit gekomen zou zijn, nu besparen omdat
hij de meisjes als offerande zal accepteren. En we zouden de nabestaanden daarom ook
moeten vertellen dat hun kinderen een heilige dood zijn gestorven, dat hun kinderen een
gift waren voor een goede zaak. Het moet ons gelovigen totaal niet interesseren of de
buitenwereld nou wel of niet gelooft in wat ik hier zeg. Ze geloven toch al niet in Allah,
noch in zijn profeet; wat maakt het dan nog uit als ze hier ook niet in geloven? Laat hen
maar.

6
http://www.herkul.org/bamteli/index.php?article_id=6041

7
(…)
Het volstaat niet om de nabestaanden te benaderen met cliché-uitspraken als: “wij delen
jullie leed”. Deze woorden zijn leeg; we moeten het incident koppelen aan de wil van Allah,
aan het lot en zeggen dat de kinderen martelaars zijn geworden.

Tegen het einde van de video gaat hij nog wel in op veiligheidsmaatregelen die
preventief genomen zouden moeten worden door technici, maar de reden hiervoor
is dat vijanden van de islam niet de gelegenheid mogen worden gegeven om de
islam (i.c. de koranlessen) te lasteren.

Gülen draagt de djamaat derhalve op om de rijen te sluiten, om zich te behoeden


voor complotten tegen vrome moslims, om niet te trappen in lastercampagnes
tegen de islam (zoals i.c. bijvoorbeeld beschuldigingen van slecht architectuur);
met andere woorden: hij draagt moslims ‘tamheid’ op.

In dit kader wil ik ook refereren naar een voorbeeld dat ik aanhaalde in mijn open
brief; namelijk Gülens advies aan moslims om meer te gaan bidden voor regen. Dit
advies kwam in een tijd waarin er grote droogte heerste in de Turkse hoofdstad
Ankara en de conservatieve burgemeester van de stad felle kritiek te verduren
kreeg vanwege zijn zwakke waterwinningsbeleid. De conservatieve media in
Turkije stonden de burgemeester echter bij en ook Gülen deed dus een duit in het
zakje door er op te wijzen dat de droogte een gevolg kan zijn van de vele zondes
die worden gepleegd, waardoor mensen met volle overtuiging zouden moeten
bidden voor regen. Weer werd moslims dus opgedragen om onheil te zien als hun
lot en om zich vooral koest en kritiekloos te gedragen.

Eenzelfde trend valt ook te bespeuren wat betreft het imago van
arbeidersbewegingen in Turkije. Jaarlijks komen vele honderden arbeiders om of
ze raken ernstig gewond dan wel ziek, wegens erbarmelijke
arbeidsomstandigheden. De overgrote meerderheid van de arbeiders weigert zich
echter te verenigen in vakbonden om zodoende betere arbeidsomstandigheden te
kunnen eisen. Natuurlijk is dit voor een deel te wijten aan de grote werkloosheid in
Turkije, maar een andere oorzaak is dat vakbewegingen al jarenlang worden
gedemoniseerd door conservatieve kringen, door de zogenaamde djamaats,
inclusief die van Gülen. In zijn biografie Küçük Dünyam (KD) spreekt hij van linkse
groeperingen alsof ze rechtstreeks uit de hel komen; hij kenmerkt ze als
atheïstische misdadigers en meldt expliciet dat ze de straffen die zij kregen in de
jaren ’60 en ’70 (inclusief de doodstraf) gewoon verdienden (verscheidene
pagina’s in KD). Het is daarom ook niet verrassend om te lezen dat Gülen één van
de initiatiefnemers was tot de oprichting van de Vereniging voor Strijd tegen het
Communisme in Erzurum (KD p. 78, PDF p. 10), een organisatie met veel links
bloed aan de handen.

Ik sta natuurlijk niet voor niets zo uitgebreid stil bij dit punt. Mijn doel is om een
antwoord te geven op minister Vogelaar die naar aanleiding van de kamervragen
over de Gülenbeweging stelde dat orthodoxie an sich niet strafbaar is. Gelijk heeft
ze, maar ze zou zich de vraag moeten stellen in hoeverre het wenselijk is dat deze
orthodoxie wordt opgedrongen aan een hele bevolking, die ook binnen Nederland
flink vertegenwoordigd is.

8
We hebben het hier over een man die zijn aanhangers zoals gezegd tamheid en
uniformiteit oplegt. Een man die zegt groot belang te hechten aan (let op,
wederom een letterlijke vertaling!) hersenspoeling om te voorkomen dat twijfels
over het geloof ontstaan, om mensen te forceren hun geloof (natuurlijk op een
manier die Gülen wil) zonder enige kritiek te omarmen (KD p. 67-68, PDF p. 7-8).
Een man die creationistische propaganda tot één van zijn bizarre stokpaardjes
heeft gemaakt en in alle van zijn eigen levensbeeld afwijkende wetenschap een
darwinistisch complot ziet (verscheidene pagina’s in KD en AGT). Een man die in
een video uit de jaren ‘90 claimt dat jongeren in Turkije die niet bij de djamaat
horen, 70 jaar lang onder het juk van het atheïsme hebben geleefd en dus zedeloos
zijn opgevoed (als we 70 jaar terugrekenen vanaf de jaren ’90, dan komen we uit
bij 1923, het jaar waarin Atatürk de seculiere Republiek Turkije oprichtte; tot
zover dus Gülens liefde voor de Republiek); ook bij boeddhisten en hindoes twijfelt
hij of ze wel zeden en moraal kennen (AGT 3 p. 108-109, PDF p. 31).

Ik blijf bij mijn eerdere standpunt dat de Gülenbeweging in ieder geval op korte
termijn inderdaad geen gevaar oplevert voor de Nederlandse staat, vanwege het
‘neutraliserend’ effect dat ze heeft op potentiële ‘probleemjongeren’. Maar ieder
individu dat zich een beetje verantwoordelijk voelt, zou zich moeten afvragen
welke onwenselijke gevolgen er zouden kunnen optreden op de langere termijn,
dus nadat de Gülenbeweging alle gelegenheid heeft gekregen om zich door te
ontwikkelen. Ik hoop dat ik met deze nogal langdradige analyse enig licht op deze
vraag heb kunnen werpen.

Ter afsluiting zou ik willen benadrukken dat ik totaal niet twijfel aan de
welwillendheid van de Gülen-aanhangers. Ik ben er zeker van dat ze volledig
overtuigd zijn van het feit dat ze voor een mooie zaak vechten. Gülen zelf zegt ook
steeds dat zijn aanhangers alles moeten doen voor Allah rızası, d.w.z. om de gunst
van Allah. Hij streeft als het ware naar een islamitische utopie en verschilt
daarmee niet veel van andere ideologen, maar heeft hiervoor zo zijn eigen
strategieën. Je anders voordoen, of zelfs ‘liegen’ an sich is natuurlijk niet
strafbaar, maar zoals al meerdere malen aangegeven is het daadwerkelijke
probleem dat de eigen denkbeelden van tamheid, kritiekloosheid en uniformiteit
worden opgedrongen aan anderen, vaak door middel van hersenspoeling.

Tot slot nog een citaat van Hakan Yavuz, professor aan de University of Utah, die
een tijdje erg positief stond tegenover de Gülenbeweging, maar die nu tot inkeer is
gekomen:

It is a political movement ... and it has always been political. They think power is very
important. They want to train an elitist class which will then turn Turkey into a centre of
the religious world, Islamise the country.
(…)
It is the most powerful movement right now in the country. They are powerful in the media,
the education ministry and the police force... The point where they are today scares me.
There is no other movement to balance them in society.7

7
http://www.reuters.com/article/inDepthNews/idUSL0939033920080514?pageNumber=3

Вам также может понравиться