Вы находитесь на странице: 1из 30

s t u d i e

Jongeren en kansspelen
Jongeren en kansspelen

December 2009
Inhoudstafel
• Doelstellingen
• Methodologie
• Deelname aan kansspelen
• De verschillende kansspelen (deelname, types spelen, spelersprofiel)
• Bedrag van de speeluitgaven
• Frequentie van het spelgebruik
• Speelverslaving
• Conclusies
• Aanbevelingen

2
Doelstellingen
• Het doel van deze studie bestaat erin om de deelname van jongeren (10-17 jaar) aan
geldspelen te evalueren.
• Deze studie wil de onderwijswereld en besluitvoerders op het federale, regionale en
gewestelijke niveau ook informatie verstrekken over de bekendheid van jongeren met
geldspelen en over hun perceptie, motieven en gedrag op dit vlak.

3
Methodologie
• Kwantitatieve studie
ƒ 2.600 kwantitatieve enquêtes (50’-60’) bij Franstalige en Nederlandstalige leerlingen van het lager
en secundair onderwijs (10-17 jaar) in scholen in heel België, door het OIVO afgenomen in de klas.
ƒ Aselecte gelaagde gecorrigeerde steekproef (voor het globale resultaat).
ƒ De resultaten hebben een gepaste statistische bewerking ondergaan.
ƒ De totale foutmarge op de steekproef bedraagt 1,96%.
ƒ Enkel de betekenisvolle resultaten worden voorgesteld. Elk gegeven werd geanalyseerd in functie van
de leeftijd, het geslacht, het onderwijstype, de grootte van het gezin (van 2 tot meer dan 5
personen), de locatie (Brussel, Vlaanderen, Wallonië), de sociaalprofessionele klasse, de ervaring
van persoonlijke relaties (verstandhouding met vrienden, gezin, tevredenheid met zichzelf en de
omgeving) en de ervaring met tabak, stimulerende middelen en drugs.

4
Deelname aan kansspelen

¾ Heb je al voor geld gespeeld?

22%
• Gemiddeld meer dan 1 op 5 jongeren zegt al voor
geld te hebben gespeeld. Nochtans is dit onder de
18 jaar wettelijk verboden.
• Gemiddeld spelen de jonge spelers 1,3 keer per
week.*
• Per maand besteden ze gemiddeld 38 euro aan
kansspelen.*
• Gemiddeld begint een jongere op de leeftijd van
13 jaar voor geld te spelen.*
78%

Ja Nee
Basis: respondenten * Basis: spelers

5
Verschil volgens spelersprofiel
Profiel van de jongeren die het meest voor geld speelden Profiel van de jongeren die het minst voor geld speelden

•Jongen (27%) •Meisje (18%)


•Gaat naar het (secundair) technisch onderwijs (29%) •Zit in het lager onderwijs (16%) of (secundair)
•Zit in de eerste twee jaren van het middelbaar onderwijs beroepsonderwijs (14%)
(30%) •11 jaar (13%) of 17 jaar (16%)
•14 of 16 jaar (27%) •Lid van een huishouden met 4 personen (18%) of 5
•Brusselaar (32%) of wonend in een klein Waals dorp personen (16%)
(37%) •Woont in een Waalse stad (12%)
•Lid van een huishouden met 3 personen (32%) of van een •Lid van een gezin met co-ouderschap (15%)
eenoudergezin met vader (32%) •Niet-roker (17%)
•Franstalig (27%)
•Roker
•Gebruiker van stimulerende en (potentieel) verslavende
producten
6
Verschil volgens spelersprofiel
• Jongens spelen meer voor geld dan meisjes.
• Jongeren die in de eerste jaren van het middelbaar onderwijs zitten hebben al het meest voor
geld gespeeld. Met uitzondering van de 11- en 17-jarigen speelde minstens 20% van de
minderjarigen (vanaf 10 jaar) al. Bij de 10-jarigen is het 20%, bij de 14 – en 16-jarigen stijgt
het tot 27%!
• Jongeren die naar het technisch onderwijs gaan hebben al het meest voor geld gespeeld,
jongeren in het beroepsonderwijs het minst.
• Franstalige jongeren hebben al meer voor geld gespeeld. In Brussel en in de kleine Waalse
dorpen het meest, in de Waalse steden het minst, minder ook dan in Vlaanderen.
• Jongeren die wonen in een gezin met 3 leden of in een eenoudergezin met de vader speelden al
het meest.

7
Verschil volgens spelersprofiel
• Spelen voor geld hangt samen met ander risicogedrag van minderjarigen. 38% van de jongeren
die volgens het HONC-rooster (Hooked On Nicotine Checklist) afhankelijk van tabak is, heeft al
voor geld gespeeld. Van de jongeren die 7 tot 10 sigaretten of meer dan 10 sigaretten per dag
roken is dat respectievelijk 43% en 41%.
• Ook het gebruik van stimulerende en/of (potentieel) verslavende producten (producten om de
intellectuele prestaties te verbeteren, producten tegen fysieke vermoeidheid, hallucinogenen,
xtc, hard drugs, ...) hangt samen met het spelen voor geld. Van de zware gebruikers (ervaring
met meer dan 9 producten) heeft 57% al voor geld gespeeld. Bij degenen die minder dan 7
producten gebruikt hebben is het nog steeds 48%.
• Naargelang het kansspel zijn er grote verschillen voor al deze variabelen (zie later).

8
De verschillende kansspelen

¾ Heb je al aan deze spelletjes meegedaan?


Krasbiljetten 63%

Loterij 39%
• Meer dan 3 van de 5 spelende jongeren kocht al
Kaarten voor geld 37%
krasbiljetten, zoals Subito, Presto, Win for Life, ...
Dit zijn de kansspelen waaraan de jongeren het
Pokeren voor geld 37% meest deelnemen.
Gokken op internet
• Bijna 2 van de 5 spelende jongeren deden al mee
24%
zonder geld aan loterijen (Lotto, Keno, Euro Millions, …)
In lunaparken en
22%
• Hetzelfde aantal jongeren kaartte of pokerde al
speelzalen
voor geld. Poker is een spel dat populair blijft.
Biljart, bowling,
...
22% • Bijna 1 op 4 jongeren gokt online. Dat gebeurt
Bingo (in cafés)
zonder de inzet van geld, maar de stap naar
21%
voor geld betaald gokken in de toekomst is snel gezet.
Sportweddenschap
14%
in agentschap Basis: spelers

9
De verschillende kansspelen

¾ Heb je al aan deze spelletjes meegedaan?


Per sms of telefoon op
tv 14%

• Online kansspelen zijn niet de meest geliefde van de


Casino's online 12% jonge spelers. Alleen gratis gokken op internet staat in
de top-5 van de populairste kansspelen.
Dobbelen voor geld 11% • Speelzalen en speelautomatenhallen zijn ook populair bij
jongeren. Meer dan 1 op 5 bezoekt ze. Bowling en/of
Gokken op biljart (of andere behendigheidsspelletjes) spelen voor
dierenwedrennen 10%
geld en bingo (speelautomaat) spelen in cafés gebeurt
Per sms of telefoon,
door minstens 1 op 5.
niet op tv 10% • Gemiddeld hebben de jongeren deelgenomen aan meer
dan 3 kansspelen.
Loterijen, krasbiljetten
op internet 6%

Sportweddenschappen
online 5%
Basis: spelers

10
Deelname aan de verschillende kansspelen – spelersprofiel
• Krasbiljetten (bvb. Subito, Presto, Win for life, ...) (gemiddeld 63% van de jonge spelers):
ƒ Jonge spelers die in het lager onderwijs zitten kopen vaker dan gemiddeld krasbiljetten (75%). Bij
de 11-jarigen loopt het op tot 94%. De 13-jarigen (75%) en 16-jarigen (74%) doen het ook meer
dan gemiddeld. Opvallend is dat in het secundair beroepsonderwijs meer dan gemiddeld gespeeld
wordt (78%). Jongeren uit lage sociale groepen kopen gemiddeld minder krasbiljetten (53%).
Jongeren die niet tevreden zijn over hun gezinssituatie, niet gelukkig zijn op school, niet tevreden
zijn met zichzelf en met de plaats waar ze wonen, kopen gemiddeld ook meer krasbiljetten (telkens
75%). Gematigde rokers (7-10 sigaretten per dag) spelen gemiddeld meer (90%), net zoals de
jongeren die al 7 tot 9 stimulerende of potentieel verslavende producten gebruikten (75%).
• Loterijen (bijvoorbeeld: Lotto, Joker, Keno, Euro Millions, …) (gemiddeld 39% van de jonge spelers):
ƒ Jongeren in het lager onderwijs spelen gemiddeld meer (51%). Bij de 10-jarigen loopt het op tot
58%. In het 3de-4de secundair onderwijs is het minder (gemiddeld 27%), maar daarna, in het 5de-
6de secundair onderwijs neemt het weer toe (gemiddeld 56%). Loterijen worden het meest gespeeld
door jongeren uit gezinnen met 3 of 5 personen (64%). Ze worden gemiddeld meer gespeeld in
kleine Vlaamse dorpen (61%), gemiddeld minder in kleine Waalse dorpen (25%). Rokers en
jongeren die afhankelijk zijn van nicotine (HONC) spelen gemiddeld minder (19%).

11
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel
• Pokeren voor geld (gemiddeld 37% van de jonge spelers):
ƒ Meisjes doen het gemiddeld minder dan jongens (29%). Leerlingen in het lager onderwijs en
secundair beroepsonderwijs doen het gemiddeld minder (respectievelijk 13% en 15%), leerlingen
in het technisch secundair onderwijs meer (58%). Pokeren voor geld gebeurt gemiddeld meer door
de laatste jaren van het secundair onderwijs (72%), maar ook de 14-jarigen doen het gemiddeld
meer (50%). In Brussel is het minder populair (11%), in landelijke Vlaamse gemeenten meer
(64%). Jongeren die afhankelijk zijn van nicotine doen het meer (52%), net zoals rokers die
probeerden te stoppen (85%) en rokers die meer dan 10 sigaretten per dag roken (72%).
• Kaarten voor geld (gemiddeld: 37% van de jonge spelers):
ƒ In het lager onderwijs wordt het minder dan gemiddeld gedaan (15%).In het technisch secundair
onderwijs en in de jaren van het 5de-6de secundair onderwijs gebeurt het gemiddeld meer
(respectievelijk 56% en 60%), maar ook bij de 14-jarigen is het al populair (60%). Brusselaars
doen het gemiddeld minder (20%). Jongeren uit lage sociale groepen doen het gemiddeld meer
(49%). Jongeren die afhankelijk zijn van nicotine en zware rokers (meer dan 10 sigaretten per dag)
doen het meer (respectievelijk 49% en 71%). Gebruikers van stimulerende en/of potentieel
verslavende middelen kaarten gemiddeld ook meer voor geld (al naargelang de hoeveelheid
gebruikte producten variërend tussen 68% en 73%).

12
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel
• Gokken op internet, zonder geld (gemiddeld 24% van de jonge spelers):
ƒ Jongeren van het lager onderwijs spelen gemiddeld minder (11%), jongeren van het technisch
secundair onderwijs gemiddeld meer (38%). In de eerste jaren van het secundair onderwijs wordt
gemiddeld minder gespeeld (16%), in de volgende jaren meer (3de-4de jaar 33%, 5de-6de jaar
38%). In Brussel is het minder populair (8%), in landelijke Vlaamse dorpen meer (38%). Jongeren
uit lage sociale groepen spelen het gemiddeld meer (35%). Jongeren die niet tevreden zijn over hun
familiale situatie, geen goede verstandhouding hebben met hun vrienden, niet gelukkig zijn op
school , niet gelukkig zijn met zichzelf en de plaats waar ze wonen gokken gemiddeld minder op
internet zonder geld (telkens 5%). Jongeren die afhankelijk zijn van nicotine doen het meer (34%),
net zoals rokers die probeerden te stoppen (57%) en rokers die meer dan 10 sigaretten per dag
roken (70%).
• Lunaparken en speelzalen (gemiddeld 22% van de jonge spelers):
ƒ Wordt vaker gespeeld door de jongeren uit de laatste jaren van het secundair onderwijs. 36% van
de 17-jarigen speelt het. Jongeren uit de Vlaamse steden en landelijke Waalse gemeenten spelen
het gemiddeld meer (respectievelijk 46% en 42%), Brusselse jongeren minder (11%). Jongeren die
ervaring hebben met 7-9 stimulerende of potentieel verslavende producten spelen gemiddeld ook
meer (40%).

13
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel
• Bowling, biljart en andere vaardigheidsspelen voor geld (gemiddeld 22% van de jonge spelers):
ƒ Ook dit wordt vooral gespeeld door de laatste jaren van het secundair onderwijs. Zij doen het
gemiddeld meer (37%). De jongeren die op de lagere school zitten doen het gemiddeld ook minder
(12%). Jongeren die ervaring hebben met 7-9 stimulerende of potentieel verslavende producten
spelen gemiddeld meer (39%).
• Bingo (in cafés) voor geld (gemiddeld 21% van de jonge spelers):
ƒ Meisjes spelen vaker bingo dan gemiddeld (29%), net als de jongeren uit het technisch secundair
onderwijs (42%). In de eerste jaren van het secundair onderwijs wordt het minder gespeeld (14%),
in de laatste jaren meer (38%). Bij de 16-jarigen is het 34%. Het wordt vooral gespeeld in de kleine
Vlaamse dorpen (44%). Niet-rokers en niet-gebruikers van stimulerende en potentieel verslavende
producten doen het minder (11% en 15%). Gebruikers van 7-9 producten uit de laatste categorie
doen het gemiddeld meer (51%).
• Sportweddenschappen in een agentschap (voetbal, basketbal,…) (gemiddeld 14% van de jonge spelers):
ƒ Jonge spelers uit het secundair beroepsonderwijs nemen hier vaker dan gemiddeld aan deel (28%).
Het wordt gemiddeld minder gespeeld in Wallonië (7%), maar meer in de Vlaamse steden (39%).
Jongeren die ervaring hebben met 7-9 stimulerende en/of potentieel verslavende producten spelen
het gemiddeld meer (25%).

14
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel

• Via SMS of telefoon aan wedstrijden op tv (gemiddeld 14% van de jonge spelers):
ƒ Hieraan wordt vaker deelgenomen door meisjes (24%) dan jongens (8%). Jongeren uit het lager
onderwijs nemen er minder aan deel (4%), jongeren uit de laatste jaren van het secundair
onderwijs veel meer (32%). Opvallend is de populariteit bij jongeren van het secundair
beroepsonderwijs (32%). Vooral jongeren uit de Vlaamse steden doen eraan mee (34%). Jongeren
die niet tevreden zijn over hun gezinsleven, zichzelf, de school, hun vrienden en hun woonplaats
nemen gemiddeld meer deel (telkens 28%). Jongeren die afhankelijk zijn van nicotine (24%), rokers
die meer dan 10 sigaretten per dag roken (32%) en jongeren die ervaring hebben met 7-9
stimulerende producten (31%) nemen ook vaker deel.
• Casino’s online (bijvoorbeeld roulette, Black-Jack, poker…) (gemiddeld 12% van de jonge spelers):
ƒ Jongeren uit het 5de-6de secundair onderwijs nemen er het meest aan deel (gemiddeld 26%). Bij de
15-jarigen is het 26%. Jongeren uit de hoge sociale groepen nemen er gemiddeld minder aan deel
(6%), jongeren uit de lage sociale groepen net meer (25%). In de kleine Vlaamse dorpen wordt er
gemiddeld meer gespeeld (24%). Jongeren die niet tevreden zijn met hun gezinsleven, vrienden,
zichzelf, de school en hun woonplaats spelen minder (telkens 3%).

15
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel
• Dobbelen voor geld (gemiddeld 11% van de jonge spelers)
ƒ Jongeren uit de laatste jaren van het secundair onderwijs doen het meer. Bij de 17-jarigen is het
gemiddeld 23%. In Brussel gebeurt het minder (4%), in landelijke Waalse gemeenten en in Vlaamse
steden gebeurt het gemiddeld meer (23% en 25%). Jongeren uit lage sociale groepen doen het
gemiddeld minder (5%), net zoals rokers van 7-10 sigaretten per dag (3%) en gebruikers van meer
dan 9 stimulerende en/of potentieel verslavende producten (4%).
• Gokken op dierenwedrennen (gemiddeld 10% van de jonge spelers):
ƒ Wordt vaker gedaan door de oudere jongeren. Bij de 17-jarigen is het gemiddeld 27%. Rokers van
meer dan 10 sigaretten per dag doen het gemiddeld meer (24%).
• Via SMS of telefoon aan andere wedstrijden, niet op tv (gemiddeld 10% van de jonge spelers):
ƒ Wordt vaker gespeeld door meisjes (21%) dan door jongens (4%) en niet door jongeren uit het lager
onderwijs. In de laatste jaren van het secundair onderwijs wordt het gemiddeld meer gespeeld
(21%). De 15- en 16-jarigen doen het meer dan gemiddeld (21% en 25%). Het wordt vooral
gespeeld in kleine dorpen in Vlaanderen (26%). Jongeren uit lage sociale groepen spelen het meer
(21%). Ook jongeren die al 7-9 stimulerende producten gebruikten doen het vaker (32%).

16
Deelname aan de verschillende kansspelen - spelersprofiel
• Loterijen en krasbiljetten op internet (gemiddeld 6% van de jonge spelers):
ƒ Opvallend is dat jongeren in het lager onderwijs gemiddeld meer spelen (15%). Jongeren uit het
secundair technisch onderwijs doen het minder (1%), evenals jongeren van 13, 14 en 15 jaar. In
landelijke Waalse gemeenten wordt het gemiddeld meer gespeeld (21%) . Rokers die meer dan 10
sigaretten per dag roken doen het ook meer (17%).
• Sportweddenschappen online (gemiddeld: 5% van de jonge spelers):
ƒ In landelijke Waalse gemeenten wordt gemiddeld meer gespeeld (16%). Rokers van meer dan 10
sigaretten per dag doen het gemiddeld ook meer (17%).

17
Verschil volgens spelersprofiel
• Jongeren uit het lager onderwijs kopen gemiddeld vaker krasbiljetten, nemen vaker deel aan gewone
loterijen én nemen vaker deel aan loterijen en krasbiljetten op internet.
• Leerlingen in de laatste jaren van het secundair onderwijs pokeren en kaarten meer voor geld, gokken
meer online zonder geld, dobbelen meer voor geld, spelen meer in lunaparken en speelzalen en spelen
meer vaardigheidsspelen voor geld en bingo op café. Jongeren van deze leeftijd nemen ook vaker deel aan
wedstrijden via sms of telefoon en aan casino’s online.
• De middengroepen in het secundair onderwijs pokeren en kaarten meer voor geld, gokken meer online voor
geld, nemen meer deel aan casino’s online en aan wedstrijden via telefoon of sms (maar niet op tv).
• Jongeren in het secundair beroepsonderwijs kopen meer krasbiljetten. Ze nemen ook vaker deel aan
sportweddenschappen via een agentschap en aan wedstrijden op tv via sms of telefoon. Leerlingen in het
secundair technisch onderwijs pokeren en kaarten meer voor geld, gokken meer op internet zonder inzet
van geld en spelen meer bingo voor geld.
• Jongeren uit lage sociale groepen kaarten meer voor geld, gokken meer online zonder geldinzet, nemen
meer deel aan casino’s online en aan wedstrijden via sms of telefoon (maar niet op tv).

18
Verschil volgens spelersprofiel
• Meisjes pokeren minder voor geld dan jongens en nemen vaker dan jongens deel aan wedstrijden via sms
of telefoon. ze spelen ook vaker bingo.
• Jongeren die niet tevreden zijn over zichzelf en hun omgeving kopen meer krasbiljetten en nemen vaker
deel aan wedstrijden op tv via sms of telefoon.
• Verslaafde rokers kopen meer krasbiljetten, pokeren en kaarten meer voor geld, gokken meer online zonder
geldinzet en nemen vaker deel aan wedstrijden op tv via sms of telefoon.
• Gebruikers van stimulerende en potentieel verslavende producten kopen meer krasbiljetten, kaarten meer
voor geld, spelen meer in lunaparken en speelzalen, spelen meer vaardigheidsspelen voor geld, alsook
bingo op café. Ze nemen ook vaker deel aan sportweddenschappen via een agentschap en een wedstrijden
via sms of telefoon (zowel op tv als andere).

19
Bedrag van de speeluitgaven

¾ Hoeveel geld geef je uit aan spelen per maand? Wat is


de grootste som geld die je al op één dag hebt ingezet?

gemiddeld • De jongeren verklaren dat ze gemiddeld 38€


bedrag per 38 € per maand uitgeven. Het gemiddelde hoogste
maand
bedrag per dag is 44€.
• Er zijn echter jongeren die veel meer
uitgeven.

gemiddeld
grootste
44 €
bedrag op 1
dag

Basis: spelers

20
Bedrag - verschil volgens spelersprofiel
• Jongens speelden al meer voor geld dan meisjes, maar bij de spelers geven de meisjes per
maand meer geld uit aan kansspelen dan de jongens (45€ t.o.v. 35€).
• Ook zijn het vooral de meisjes die wel eens grote bedragen inzetten. Gemiddeld is het grootste
bedrag dat ze al op 1 dag inzetten 57€, bij de jongens is het 36€.
• De leerlingen van het lager onderwijs geven gemiddeld per maand veel minder uit. Net zoals de
leerlingen van het 1ste-2de en 3de-4de secundair onderwijs (respectievelijk 9€ en 26€). Het zijn de
leerlingen van het 5de-6de secundair onderwijs die maandelijks een hoog gemiddeld bedrag aan
kansspelen uitgeven (133€!).

21
Bedrag - verschil volgens spelersprofiel
• Niettegenstaande jongeren uit het technisch al vaker gespeeld hebben dan gemiddeld, geven ze
niet het meeste geld uit per maand. Dat doen de jongeren uit het algemeen secundair onderwijs
(44€), gevolgd door de leerlingen uit het technisch secundair onderwijs (34€) en het secundair
beroepsonderwijs (15€).
• Franstalige jongeren geven gemiddeld meer geld aan gokspelen, nl. 70€ per maand
• Jongeren uit de gemiddelde sociale groepen geven maandelijks meer geld uit aan kansspelen
(60€) dan jongeren uit de lage (31€) en hoge (14€) sociale groepen. Ook de eenmalige hoge
inzetten zijn bij deze jongeren het hoogst (57€). Bij de jongeren uit de lage sociale groepen zijn
ze lager (32€). Jongeren uit de lage sociale groepen nemen gemiddeld wel vaker deel aan
kansspelen.

22
Frequentie van het spelgebruik

¾ Hoeveel maal per week?


Pokeren voor geld 4.6

Kaarten voor geld 3.7 • Hoewel poker ‘slechts’ op de derde plaats staat
van de kansspelen die jongeren al speelden,
Gokken op internet
zonder geld
2.5 wordt het wel het meest gespeeld: gemiddeld
bijna 5 maal per week. Poker is al enkele jaren
Casino's online 1.5
zeer populair onder jongeren, deze cijfers
Krasbiljetten 1.2 bevestigen die trend.
• Kaarten voor geld sluit daarbij aan.
Bingo (in cafés)
voor geld
1.0 • Online gokken zonder inzet van geld – al gespeeld
door bijna 1 op de 4 jongeren – wordt ook veel
Loterij 1.0
gespeeld - gemiddeld liefst 2,5 maal per week.
In lunaparken en
0.9
speelzalen

Basis: spelers

23
Frequentie van het spelgebruik

¾ Hoeveel maal per week?


Bowling, biljart, ... 0.8

Loterijen, krasbiljetten op internet 0.7 • Casino’s online worden door weinig jongeren
bezocht, maar degenen die het doen doen het
Sportweddenschap in agentschap 0.6 frequent: 1,5 maal per week.
• Krasbiljetten worden door jongeren gemiddeld
Dobbelen voor geld 0.6
(meer dan) eenmaal per week gekocht.
Per sms of telefoon, niet op tv 0.5 • Aan loterijen wordt eenmaal per week
deelgenomen.
Dierenwedrennen 0.4 • Bingo wordt eenmaal per week gespeeld.
Sportweddenschap online 0.4

per sms of telefoon op tv 0.2

Basis: spelers

24
Frequentie van het spelgebruik
• Jongens pokeren wekelijks meer voor geld (6,5 keer) dan meisjes (1,1 keer). Jongeren in het 3de-4de jaar
secundair onderwijs zitten doen het ook meer (8,9 keer) en vooral de 15-jarigen (16,6 maal). Jongeren in
het algemeen secundair onderwijs doen het meer (6,7 maal), jongeren in het technisch secundair
onderwijs minder (1,1). In Wallonië gebeurt het meer (12,3 maal per week) en vooral in de kleine Waalse
dorpen (19,3 maal). Jongeren uit lage sociale groepen poker wekelijks ook meer voor geld (9,8 maal),
jongeren uit gemiddelde en hoge sociale groepen minder (telkens 1,3 maal).
• Kaarten voor geld gebeurt wekelijks meer door jongens (5,2) dan door meisjes (1). Jongeren in het 3de-
4de jaar secundair onderwijs doen het meer (6,7), vooral de 15-jarigen (11,9). In Wallonië gebeurt het
meer (8,7), vooral in de kleine Waalse dorpen (13,2). Jongeren uit lage sociale groepen kaarten wekelijks
ook meer voor geld (7,5).
• Online gokken zonder inzet van geld gebeurt wekelijks minder door meisjes (1 maal) en door leerlingen van
het secundair technisch onderwijs (0,8), maar meer door leerlingen van het algemeen secundair onderwijs
(3,9) en door de jongeren van het 3de en 4de secundair onderwijs (3,9), en dan vooral door de 15-jarigen
(6,5). Ook in Wallonië gebeurt het meer (6,5), vooral in de kleine Waalse dorpen (8,2). Ook door jongeren
uit lage sociale groepen gebeurt het meer (4,6 maal), door jongeren uit gemiddelde en hoge sociale
groepen minder (respectievelijk 1 en 0,6). Casino’s online worden wekelijks meer bezocht door jongens
(2,1) dan door meisjes (0,3). Waalse jongeren bezoeken ze meer (3,9). Dat geldt ook voor de 15-jarigen
(3,5) en jongeren uit lage sociale groepen (2,3). Jongeren uit gemiddelde sociale groepen doen het minder
(0,9). Krasbiljetten en loterijen op internet worden niet gespeeld door jongeren uit lagere sociale groepen.

25
Frequentie van het spelgebruik
• Bingo wordt wekelijks meer gespeeld door de jongeren uit het 5de secundair (2,3) en door jongeren in
Wallonië (2,2).
• Krasbiljetten worden meer door 16-jarigen gekocht (1,7 maal per week).
• Aan loterijen nemen de 12-jarigen en jongeren uit de gemiddelde sociale groepen meer deel
(respectievelijk 1,8 en 1,3 maal per week).
• Sportieve weddenschappen in een agentschap worden meer afgesloten door jongeren uit het 5de-5de
secundair onderwijs (1,4 maal per week).
• Jongeren uit gemiddelde sociale groepen (1,2) en jongeren in het 5de-6de secundair onderwijs (1,7) spelen
wekelijks meer behendigheidsspelletjes voor geld, zoals biljart, bowling, ...

26
Speelverslaving

¾ Wanneer ik langere tijd niet kan spelen, dan voel


ik mij…
Ongeconcentreerd (ik kan er mijn
aandacht niet bijhouden)
5%
• Wie verslaafd is aan iets kan te maken krijgen met
ontwenningsverschijnselen. Bij tabak (vooral) en
Zenuwachtig (ik kan niet kalm cannabis leidt dat tot veel grotere prikkelbaarheid,
blijven)
4%
zenuwachtigheid, enz dan bij kansspelen. Slechts een
beperkt aantal minderjarigen beweert de hier bevraagde
Slecht (ik krijg hoofd- of buikpijn) 4% ontwenningsverschijnselen te vertonen als er gedurende
langere tijd niet kan worden deelgenomen aan
kansspelen.
Prikkelbaar (ik erger me aan • Toch moet er terdege rekening gehouden worden met
alles)
3%
deze percentages. Het gaat immers over minderjarigen
die beginnende, onvoorzichtige en vaak illegale spelers
Angstig (ik ben bang zonder te
3% zijn. En het zijn zijzelf die deze gevolgen aangeven.
weten waarom of ik slaap slecht)

Basis: spelers

27
Conclusies
• Meer dan 1 op 5 jongeren speelde al voor geld, zelfs in spelletjes die voor hun leeftijd verboden zijn. Per
maand besteden ze gemiddeld 38 euro aan kansspelen. Maar achter dit gemiddelde gaan grote verschillen
schuil. Er zijn jongeren die er veel meer geld per maand aan besteden.
• De gemiddelde leeftijd waarop jongeren beginnen te spelen is 13 jaar.
• Meer dan 3 op de 5 jonge spelers kochten al krasbiljetten. Dit blijkt ook het meest geliefde kansspel te zijn.
Een eerdere studie van het OIVO toonde aan hoe gemakkelijk het is (en blijft!) voor jongeren om deze
producten te kopen.
• Bijna 2 van de 5 spelende jongeren deed al mee aan loterijen en kaartte en pokerde al voor geld. Poker is
een spel dat zeer populair blijft. Poker wordt ook het meest gespeeld van alle kansspelen: gemiddeld bijna
5 maal per week!
• Aan kansspelen op internet nemen de jongeren minder deel, maar dit zijn wel de kansspelen die na poker
en kaarten voor geld wekelijks het meest gespeeld worden.

28
Aanbevelingen
• Te veel jongeren spelen vandaag geldspelletjes die door de wet voor hen verboden zijn, maar die door een
openbare instelling te koop aangeboden worden. De bewustmaking van de verkopers verdient bijzondere
aandacht van de Nationale Loterij, een openbare instantie. Meer nog: de Nationale Loterij moet de
verkopers in overtreding straffen of hen zelfs de verdere verdeling van haar producten ontzeggen. Ten slotte
moeten degelijke controles en sancties de verkopers ontmoedigen die het niet zo nauw nemen met de
wetgeving.
• Ook andere organisatoren en leveranciers van kansspelen moeten op hun verantwoordelijkheid gewezen
worden om te garanderen dat jongeren onder de 18 jaar niet aan kansspelen deelnemen.
• De aandacht moet gevestigd worden op de verslaving die het spel kan teweegbrengen, zelfs als het gevaar
daarvoor op heden niet onmiddellijk lijkt. Ouders moeten zich hiervan bewust zijn en weten dat het kopen
van gokspelen als speelgoed bvb. geen goed idee is.
• Het zou ook goed zijn om voorzichtig te zijn met nieuwe praktijken zoals de spelletjes op het internet of op
de TV, waarvoor bepaalde consumenten zich kunnen laten aanzetten tot het uitgeven van grote sommen
geld. De drempel voor jongeren om hieraan deel te nemen is klein. Ook met de populaire gratis kansspelen
op internet moet rekening gehouden worden. De overschakeling op online kansspelen waar wél geld mee
gemoeid is, is immers maar een kleine stap.
• Een mogelijkheid om jongeren de toegang tot online kansspelen te ontzeggen zou het vooraf registreren en
controleren van de identiteit en leeftijd zijn.

29
Verantwoordelijke uitgever :
Marc Vandercammen

OIVO
Stichting van openbaar nut
ON 417541646
Paapsemlaan 20 - 1070 BRUSSEL
Tel. 02/547.06.11 - Fax. 02/547.06.01
www.oivo.be

Uitgave 2009
Catalogusref. – 988-09

D 2009-2492-123
©OIVO

Prijs : 29 €

Overnames voor niet-commerciële doeleinden toegelaten mits bronvermelding

30

Вам также может понравиться